Mundo

Thema 1: ‘Wie ben ik?’ Blok 1: Mijn eigen omgeving

Begrippen

Eigen omgeving: De plaatsen waar je iedere week minstens één keer komt.

Inrichtingselementen: Vaste onderdelen in het landschap die door mensen zijn gemaakt.

Namenregister: Lijst van alle namen die in de atlas staan.

Natuurlijke elementen: Onderdelen in het landschap die door de natuur zijn gemaakt.

Overzichtskaart: Kaart van een groot gebied met de namen van landen, plaatsen, rivieren, bergen en zeeën die in dat gebied liggen. In de titel van een overzichtskaart staat alleen de naam van het gebied.

Schaal: getal dat aangeeft hoeveel keer een gebied op een kaart is verkleind

Thematische kaart: Kaart die over een bepaald onderwerp gaat

Titel: De naam van een kaart waarin staat wat er op de kaart te zien is.

Uitzoomen: Een steeds groter gebied bekijken.

Samenvatting:

Deelvragen: Hoe werk je met kaarten? Wat is mijn eigen omgeving?

Inrichtingselementen: door de mens gemaakt. (School, kerk, gebouw etc.) Natuurlijke elementen: gemaakt door de natuur (Heuvel, rivier etc.)

Een kaart is een tekening van een gebied. Op een goede kaart staan:

- De titel: die geeft aan over welk gebied of over welk onderwerp de kaart gaat- De legenda: die geeft aan wat de symbolen (tekentjes) en kleuren op de kaart

betekenen- De schaal: Die geeft aan hoeveel de werkelijkheid is verkleind op de kaart.

Wordt aangegeven met een schaalstok. Op deze 3 punten moet je altijd letten bij het kijken naar een kaart.

Je hebt in de atlas 2 soorten kaarten:

- Overzichtskaarten (kaarten van een gebied met de namen van landen, plaatsen, zeeën, bergen, etc)

- Themakaarten (gaan over een bepaald onderwerp, bijv. neerslag in een gebied)

Je kunt op 2 manieren iets opzoeken in de atlas:

- Namenregister (achterin de atlas)- Bladwijzers (binnenkant kaft atlas)

www.maaikezijm.com