Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om...

9
Inleiding in de iconografie van Straaten Wat is iconografie? Iconografie is die tak van de kunstgeschiedenis die zich bezighoudt met de onderwerpen in de beeldende kunst, en hun diepere betekenis of inhoud. Het woord iconografie betekent letterlijk beeldbeschrijving. Met diepere betekenis of inhoud bedoelen we die bijbetekenissen van een kunstwerk waarvan we mogen aannemen dat ze expliciet door de kunstenaar zijn bedoeld. Wat een iconograaf niet doet is het toeschrijven van een kunstwerk aan een bepaalde kunstenaar, of het dateren van kunst. Soms kan iconografie het dateren van kunstwerken vergemakkelijken. Verder spelen esthetische vragen een ondergeschikte rol bij de iconografie. Het eerste en misschien wel het belangrijkste doel van de iconografie is om de onderwerpen van kunstwerken te bepalen en, wanneer aanwezig, de diepere betekenissen te vinden en te verklaren die kunstenaars in hun werk hebben ondergebracht. Het tweede doel, eigenlijk een intermediair doel, is om de directe en indirecte bronnen van de kunstenaar te vinden, zowel literair als visuele bronnen. Verder bestudeert de iconograaf bepaalde onderwerpen en hun ontwikkeling, wijze van uitbeelden en diepere betekenis door de eeuwen heen. In een werk van beeldende kunst kunnen we theoretisch gesproken drie betekenislagen onderkennen, die tegelijkertijd drie stadia van iconografisch onderzoek vormen. Pre-iconografisch beschrijving Iconografische beschrijving Iconografische interpretatie Naast de drie iconografische betekenislagen kunnen we nog een vierde laag of fase onderscheiden, die we de iconologische interpretatie noemen. Na de vragen ‘Wie heeft het gemaakt’ en ‘Wat is het onderwerp’ is het de taak van de iconologie de derde vraag te beantwoorden die we aan een kunstwerk kunnen stellen: ’Waarom is het gemaakt?’ , of ‘Waarom is het gemaakt zoals het gemaakt is?’ Fase 1: Pre-iconografisch beschrijving In deze fase maken we een opsomming van wat er te zien is zonder verbanden te leggen of te interpreteren, tevens enige formele aspecten zoals bv kleur. Fase 2: Iconografische beschrijving Het doel van de tweede fase is het vaststellen van wat we gewoonlijk het ‘onderwerp’ van een kunstwerk noemen. Fase 3: Iconografische interpretatie

Transcript of Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om...

Page 1: Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

Inleiding in de iconografie van Straaten

Wat is iconografie?

Iconografie is die tak van de kunstgeschiedenis die zich bezighoudt met de onderwerpen in de beeldende kunst, en hun diepere betekenis of inhoud.

Het woord iconografie betekent letterlijk beeldbeschrijving.

Met diepere betekenis of inhoud bedoelen we die bijbetekenissen van een kunstwerk waarvan we mogen aannemen dat ze expliciet door de kunstenaar zijn bedoeld.

Wat een iconograaf niet doet is het toeschrijven van een kunstwerk aan een bepaalde kunstenaar, of het dateren van kunst. Soms kan iconografie het dateren van kunstwerken vergemakkelijken.Verder spelen esthetische vragen een ondergeschikte rol bij de iconografie.Het eerste en misschien wel het belangrijkste doel van de iconografie is om de onderwerpen van kunstwerken te bepalen en, wanneer aanwezig, de diepere betekenissen te vinden en te verklaren die kunstenaars in hun werk hebben ondergebracht.Het tweede doel, eigenlijk een intermediair doel, is om de directe en indirecte bronnen van de kunstenaar te vinden, zowel literair als visuele bronnen.Verder bestudeert de iconograaf bepaalde onderwerpen en hun ontwikkeling, wijze van uitbeelden en diepere betekenis door de eeuwen heen.

In een werk van beeldende kunst kunnen we theoretisch gesproken drie betekenislagen onderkennen, die tegelijkertijd drie stadia van iconografisch onderzoek vormen.

Pre-iconografisch beschrijving Iconografische beschrijving Iconografische interpretatie

Naast de drie iconografische betekenislagen kunnen we nog een vierde laag of fase onderscheiden, die we de iconologische interpretatie noemen.Na de vragen ‘Wie heeft het gemaakt’ en ‘Wat is het onderwerp’ is het de taak van de iconologie de derde vraag te beantwoorden die we aan een kunstwerk kunnen stellen: ’Waarom is het gemaakt?’ , of ‘Waarom is het gemaakt zoals het gemaakt is?’

Fase 1: Pre-iconografisch beschrijving

In deze fase maken we een opsomming van wat er te zien is zonder verbanden te leggen of te interpreteren, tevens enige formele aspecten zoals bv kleur.

Fase 2: Iconografische beschrijving

Het doel van de tweede fase is het vaststellen van wat we gewoonlijk het ‘onderwerp’ van een kunstwerk noemen.

Fase 3: Iconografische interpretatie

Bij deze fase zoeken we naar het antwoord, of een kunstwerk een diepere betekenis heeft die de kunstenaar expliciet heeft bedoeld. Zo ja, dan zouden we moeten proberen uit te zoeken welke deze diepere betekenis is.

Fase 4: Iconologische interpretatie

Dit is de fase waar allerlei niet kunsthistorische ontwikkelingen in de maatschappij die de kunstenaar beïnvloed zoude kunnen hebben, moeten worden onderzocht: waarden die, hoewel we mogen aannemen dat de kunstenaar ze niet expliciet heeft bedoeld, toch in zijn werk opduiken. Dit zou je de context kunnen noemen waarin een werk gemaakt is.

Page 2: Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

De personificatie

Als een kunstenaar een landschap of een menselijk figuur wil schilderen dan is dat niet zo’n probleem, je gaat naar buiten of je vraagt een kennis om model te staan.Moeilijker wordt het als je abstracte begrippen wil uitbeelden, dat wil zeggen dingen die niet concreet en niet zichtbaar zijn. Liefde, hebzucht, bedroefdheid, geluk zijn een aantal van dit soort begrippen.Je kunt bv een verhalend tafereel, of een gebeurtenis schilderen om een abstract begrip uit te beelden. Maar in dit geval is het meer een illustratie van het begrip in plaats van een afbeelding van het begrip zelf.Om deze rede werd er gezocht naar een soort vervanging om dit soort begrippen op een directe manier zichtbaar te maken. Wat men vond, zijn symbolen en personificaties.Een personificatie in de beeldende kunst kunnen we in het algemeen definiëren als een menselijk of antropomorf figuur die een (gewoonlijk) abstract begrip verbeeldt.

Ripa’s iconologia: In dit boek beschrijft Ripa meer dan 1250 personificaties die hij kende of zich voor kon stellen. Hij verteld niet alleen hoe het eruit moet zien maar verklaart ook nog waarom; uit deze verklaringen blijkt vaak het moraliserende karakter van zijn voorschriften. Er bestaan veel voorbeelden uit de 17e en 18e eeuw waar de iconologia als leidraad is gebruikt, natuurlijk zijn niet alle personificaties uit deze periode uit de iconologia.

Page 3: Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

Personificatie in actie: de allegorie

Personificaties op zich zijn zelden in enigerlei handelingen of activiteiten betrokken. Ze staan of zitten gewoon, met meestal enkele voorwerpen en/of planten en dieren in de hand of naast zich. Maar om allen maar te staan of zitten zijn ze niet bedoeld, voor alles zijn ze bedoeld om gebruikt te worden in een bredere context, meestal in wat we een allegorie noemen.De algemene definitie voor een allegorie in de beeldende kunst is: een voorstelling waarin een personificatie wordt gebruikt in combinatie met een of meer andere personen of figuren; tezamen kunnen ze in een handeling betrokken zijn.

Symbolen, attributen en symbolische voorstellingen

Symbolen

Een symbool in de beeldende kunst is een voorwerp (in ruime zin) een plant, een dier of een teken (cijfer, letter, gebaar enz.) waaraan in een bepaalde context een diepere betekenis is toegevoegd.Een symbool is bedoeld om de beschouwer van een kunstwerk aan iets anders te doen denken dan aan het afgebeelde voorwerp, de plant, dier of het teken op zich.Een symbool kan verschillende soorten betekenissen hebben maar in het algemeen refereert het aan een abstract begrip. Soms verwijst een symbool naar meer concrete zaken, of zelfs naar een gebeurtenis of verhaal.Er zijn ook symbolen die verwijzen naar een bepaalde persoon of figuur. Het is niet altijd makkelijk om een symbool aan een enkele betekenis toe te wijzen want sommige symbolen hebben verschillende betekenissen.De betekenis van een symbool hangt af van de context, de tijd en de plaats waarin het symbool is gebruikt.

Attributen

Gewoonlijk hebben personificaties enkele voorwerpen bij zich, zoals planten, dieren of tekens, deze voorwerpen noemen we attributen. Attributen hebben een tweeledige functie. In de eerste plaats stellen ze ons in staat om een persoon of personificatie te identificeren. Ten tweede vertellen ze ons iets over de figuur waar ze bij horen: een gebeurtenis uit het leven, de functie van een persoon, of iets over zijn of haar karakter of eigenschappen.Er zijn twee soorten attributen, namelijk die bij een bepaalde persoon of personificatie horen, of die bij personen va een bepaalde groep horen.

Symbolische voorstellingen

Een symbolische voorstelling is een niet-allegorische en niet verhalende voorstelling waarin een of meerdere symbolen een belangrijke rol spelen.

Emblemen

Een embleem bestaat bijna altijd uit drie basiselementen: een motto (lemma), een afbeelding (pictura, icon), en een tekst (epigram)De drie elementen van een embleem bevatten samen meestal een bepaald abstract (moralistisch, didactisch) idee, of een meer algemene gedachte, of ‘Wijze les’.

Literaire bronnen van de kunstenaar

Heel in het algemeen kunnen we de bronnen van de beeldende kunst in twee hoofdgroepen indelen: de reële wereld, en de literatuur in de ruimste zin van het woord.De wereld om ons heen levert de motieven of onderwerpen voor voorstellingen als landschappen, zeegezichten, portretten, enz.Daarnaast hebben we de literatuur als bron, verhalen, gebeurtenissen in de geschiedenis, religieuze voorstellingen.Literaire bronnen zijn onder te verdelen in drie groepen:

Religieuze thema’s Klassieke mythologie en geschiedenis

Page 4: Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

Onderwerpen uit de niet klassieke profane literatuur

De belangrijkste bron bij religieuze thema’s in natuurlijk de Bijbel, zo hebben we het oude en het nieuwe testament. Het belangrijkste boek naast de Bijbel als belangrijkste bronnenboek is de Legenda Aurea.

Voor de voorstellingen uit de klassieke mythologie zijn de Metamorfosen van Ovidius de belangrijkste bron.Nog een belangrijk verhaal is Ilias en de Odyssee van Homerus.

Het aantal literaire werken dat kunstenaars als inspiratie hebben gebruikt is bijna ontelbaar. Zeer belangrijk is natuurlijk het gebruik van prenten als illustraties bij een tekst. In de ‘grote’ kunst spelen onderwerpen uit de niet klassieke profane literatuur een ondergeschikte rol.

Iconografische handboeken en reproductiecollecties

Het belangrijkste middel voor iconografisch onderzoek is ICONCLASS, dit is geen boek maar een complete methode om iconografisch interessant materiaal over een bepaald thema bijeen te krijgen.Elk iconografisch onderzoek zou moeten beginnen bij het raadplegen van ICONCLASS. De bibliografie die bij deze publicatie hoort, bevat niet alleen titelopgaven betreffende bijna elk bekend onderwerp of symbool in de kunst, maar ook over meer algemene literatuur, zoals de allegorie, emblemen, portretten en landschappen.Voor recent gepubliceerde literatuur die nog niet in de ICONCLASS bibliografie is opgenomen, kan men het beste de relevante nummers van de Bibliography of the history of art raadplegen.(HBA)

Een bron die vaak door kunsthistorici wordt vergeten is het woordenboek.

Een ander niet iconografisch werk is, Allegemeines lexicon der bildenden künstler. In dit naslagwerk is veel informatie te vinden over de kunstenaar, hun leven en werk. Een nieuwe zeer vermeerderde uitgave, de Allemeines künstler lexicon.

Een kleiner maar wel heel praktisch boekje is: J.Becker, boekenwijsheid, Inleiding in de kunsthistorische bibliografie.

Algemene handboeken

1 J.Hall Dictionary of subject and symbols in art. ned editie Leiden 1993

2 A. Pigler Barockthemen. Ein auswahl von verzeignissen zur ikonographie des 17 und 18 jahrhunderderts.

3 A.Henkel en A.Schöne, emblemata handbuch zur sinnbildkunst des 16 und 17 hahrhundererts.

4 E.Frenzel, stroffe der weltliteratur. Ein lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte.

5 E.Frenzel, motive der weltliteratur Ein lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte.

6 HE.Roberts encyclopedia of comparative iconography. Themes depicted in Works of art.

7 JE.Cirlot, A dictionaryof symbols.

Page 5: Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

Handboeken christelijke iconografie

1 E.Kirchblaum, lexicon der christlichen ikonographie.

2 L.Réau, iconographie de l’art Chréstien.

3 G.Schiller Ikonographie der christlichen kunst.

4 Helps to the study of the bible.

5 Voor personen uit het oude testament: Van Abraham tot Zacharia thema’s uit het oude testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater. L.Goosen

6 Voor personen uit het nieuwe testament: Van Abraham tot Zacharia thema’s uit het nieuwe testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten. L.Goosen

7 E.Kautsch, die apokryphen und pseudopigraphen des alten testaments.

8 E.Hennecke en W.Schneemelcher. Neutestamentliche apokriphen in Deutscher überzetzung.

9 M. en W.Drake, saints and their emblems.

10 Bibliotheca Sanctorum.

Handboeken profane iconografie

1 R. van Marle, Iconographie de l’art profane au moyane-age et à la renaissance.

2 G. de Tervarent Attributs et symboles dans l’art profane 1450-1600.

3 WH.Roscher, Ausführliches lexicon der Griechischen und Römischen mythologie.

4 FA. Wright, classical dictionary of proper namen mentioned in ancient authors.

5 R. Graves, The Greek myths.

6 J. Davidson Reid, The Oxford guide to classical mythologie in the arts.

7 EM. Moormann en W. Uitterhoeve, van Achilleus tot Zeus.

8 EM. Moormann en W. Uitterhoeve, van Alexandros tot Zenibia.

9 WP. Gerritsen en AG. Van Melle, van Aiol tot Zwaanridder.

Reproductiecollecties

De belangrijkste op kunstenaar gerangschikte reproductiecollectie in ons land bevindt zich in het rijksbureau voor kunsthistorische documentatie in Den-Haag www.rkd.nl.

De witt library van het Courtauld institute in London. www.courtault.ac.uk.

Index of Christian art Princeton university www.princeton.edu

Photographic collection of the Warburg institute www.sas.ac.uk/warburg

Koninklijk instituut voor de kunstpatrimonium www.kikirpa.be

Inventaire général www.inventaire.culture.gouv.fr

Verder zijn er natuurlijk de websites van alle grote kunstmusea in de wereld.

Page 6: Web viewEin lexikon dichtungsgeschichticher längsschnitte. ... of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

ICONOCLASS: een nieuwe richting in de iconografie

Een ideale basis voor iconografisch onderzoek is een goed geordende en zeer uitgebreide documentatie die systematisch naar onderwerp is gerangschikt.

Het ICONCLASS-systeem op zich is een ‘leeg’raamwerk van systeemnummers die verwijzen naar thema’s en onderwerpen in de beeldende kunst. Alle onderwerpen, handelingen, personen, enz. die in de beeldende kunst voor kunnen komen hebben een eigen notatie gekregen. In het ICONCLASS-systeem zelf vinden we dus geen verwijzingen naar bepaalde kunstwerken. Kunsthistorische instituten en documentatie centra, musea, prentenkabinetten en dergelijke kunnen echter met behulp van dit systeem iconografische toegangen tot hun collecties maken, of het systeem gebruiken om foto’s en reproducties van kunstwerken naar onderwerp te rangschikken.

Het systeem is opgebouwd uit 9 hoofdrubrieken:

1. Religion and magic2. Nature3. Human being, man in general4. Society, civillization, culture5. Abstract ideas and concepts6. History7. Bible8. Literature9. Classical mythologie and ancient history

Een voorbeeld: de geseling van christus:

De notatie is 73 D 35 1 lees drieënzeventig D vijfendertig één.

7 = bible73 = New testament73 D = passion of Christ73 D 3 = Christ’s arrest, trial, and torture73 D 35 = tortures of Christ73 D 35 1 = flaggelation by soldiers, Christ usually tied to al kollum