Verzuimbeleid gemeente Rotterdam

1
148 TBV 22 / nr 4 / april 2014 LEZERSFORUM Verzuimbeleid gemeente Rotterdam In het januari-nummer van dit blad pakt mijn collega Dolf Algra uit tegen het verzuimbeleid dat de gemeente Rotterdam voert. 1 Als Dolf wat schrijft is dat altijd interessant omdat hij, net als ik, een dissidente bedrijfsarts is. Met dát verschil dat ik mijn dissidente gedachtes blijf ventileren als lid van de NVAB en Dolf zijn lidmaatschap beëindigd heeft. Maar hier denk ik dat Dolf de plank mis slaat. Hij wekt de suggestie dat hij de wijziging van de Ar- bowet van 1994 niet meegekregen heeft. Toen namelijk is de bedrijfsarts omgetoverd van een facultatief verzuimbegeleider tot een repressief verzuimbeoordelaar. En je weet dat, ex de KN- MG-regels, beoordelen en begeleiden niet in een arts jegens een werknemer te verenigen is. Dat de gemeente Rotterdam zwaar inzet op ver- zuimbeheersing valt te begrijpen met een ver- zuim van ruim 6 procent. En daar kan een be- drijfsarts een Koningsrol vervullen. Ik denk niet dat je Dolf daarvoor moet vragen. Zijn sterke kant zit in bedrijfsadvisering. Ja... ik denk inderdaad dat het afbreukrisico voor een bedrijfsarts die in zo’n setting gaat werken, groot is. Zo’n omschakeling naar eigen regie gaat niet één, twee, drie. Leidinggevenden die geen idee hebben wat ze moeten met een bedrijfsartsenoordeel als ‘ziekte verklaart het verzuim niet’ vinden het moeilijk om daar (arbeidsrechtelijke) consequenties aan te verbinden. Zeker als die leidinggevende zijn relatie met zijn ondergeschikte als gelijkwaardig ziet. En dan wordt er al gauw naar de bedrijfsarts gewezen als kwade genius. Daar kan de leiding- gevende het met zijn ondergeschikte dan wel over eens worden. Dolf vergeet dat het inrichten van het arbobeleid de instemming van de ondernemingsraad nodig heeft. Ik ga ervan uit dat de OR van de gemeente Rotterdam daar inderdaad mee ingestemd heeft. Het artikel illustreert de makke waar wij als be- drijfsartsen mee behept zijn: wij weten té zeker wat goed is voor werkgever en werknemer. Waarom lukt het nou, na bijna 25 jaar, nóg niet om naar onze opdrachtgevers te luisteren...? Roel Melchers, bedrijfsarts MEDiX bedrijfsgeneeskundige expertise LITERATUUR 1. Algra D. Wat maakt een goede bedrijfsarts? Over de ra- felranden van de beroepsuitoefening en de soms barre condities waaronder bedrijfsartsen (moeten) werken. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2014;22: 33-36. NIEUWS GOEDE BASIS CLIëNTONDERSTEUNING KWETSBARE MENSEN BIJ GEMEENTEN Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoor- delijk voor cliëntondersteuning in het kader van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning, die waarborgt dat gemeenten zorg dragen voor professionele ondersteuning wanneer de cliënt daar om vraagt. De colleges van B & W zijn daar- bij verplicht de ondersteuning zó te organiseren dat het belang van de cliënt het uitgangspunt is. De VNG en MEE Nederland vinden dat de conti- nuïteit van de cliëntondersteuning voor mensen met een handicap vanaf 2015 met deze afspraken gewaarborgd moet zijn. Samen met het ministe- rie van VWS kwamen de drie partijen hiervoor onder meer tot de volgende afspraken: Gemeenten en MEE-organisaties maken voor 1 mei 2014 afspraken over de continuïteit van de cliëntondersteuning. Gemeenten werken samen om tot langdurige, re- gionale afspraken te komen. Op die manier blijft expertise behouden en worden frictiekosten ver- meden. Het wetsvoorstel Wmo 2015 is in januari jongst- leden aan de Kamer gezonden. Bron: www.rijksoverheid.nl.

Transcript of Verzuimbeleid gemeente Rotterdam

Page 1: Verzuimbeleid gemeente Rotterdam

148 TBV 22 / nr 4 / apr i l 2014

l e Z e rS f o ru M

Verzuimbeleid gemeente rotterdam

In het januari-nummer van dit blad pakt mijn collega Dolf Algra uit tegen het verzuimbeleid dat de gemeente Rotterdam voert.1 Als Dolf wat schrijft is dat altijd interessant omdat hij, net als ik, een dissidente bedrijfsarts is. Met dát verschil dat ik mijn dissidente gedachtes blijf ventileren als lid van de NVAB en Dolf zijn lidmaatschap beëindigd heeft.Maar hier denk ik dat Dolf de plank mis slaat. Hij wekt de suggestie dat hij de wijziging van de Ar-bowet van 1994 niet meegekregen heeft. Toen namelijk is de bedrijfsarts omgetoverd van een facultatief verzuimbegeleider tot een repressief verzuimbeoordelaar. En je weet dat, ex de KN-MG-regels, beoordelen en begeleiden niet in een arts jegens een werknemer te verenigen is.Dat de gemeente Rotterdam zwaar inzet op ver-zuimbeheersing valt te begrijpen met een ver-zuim van ruim 6 procent. En daar kan een be-drijfsarts een Koningsrol vervullen. Ik denk niet dat je Dolf daarvoor moet vragen. Zijn sterke kant zit in bedrijfsadvisering. Ja... ik denk inderdaad dat het afbreukrisico voor een bedrijfsarts die in zo’n setting gaat werken, groot is. Zo’n omschakeling naar eigen regie gaat niet één, twee, drie. Leidinggevenden die geen idee hebben wat ze

moeten met een bedrijfsartsenoordeel als ‘ziekte verklaart het verzuim niet’ vinden het moeilijk om daar (arbeidsrechtelijke) consequenties aan te verbinden. Zeker als die leidinggevende zijn relatie met zijn ondergeschikte als gelijkwaardig ziet. En dan wordt er al gauw naar de bedrijfsarts gewezen als kwade genius. Daar kan de leiding-gevende het met zijn ondergeschikte dan wel over eens worden.Dolf vergeet dat het inrichten van het arbobeleid de instemming van de ondernemingsraad nodig heeft. Ik ga ervan uit dat de OR van de gemeente Rotterdam daar inderdaad mee ingestemd heeft.Het artikel illustreert de makke waar wij als be-drijfsartsen mee behept zijn: wij weten té zeker wat goed is voor werkgever en werknemer. Waarom lukt het nou, na bijna 25 jaar, nóg niet om naar onze opdrachtgevers te luisteren...?

Roel Melchers, bedrijfsartsMEDiX bedrijfsgeneeskundige expertise

liTeraTuur1. Algra D. Wat maakt een goede bedrijfsarts? Over de ra-

felranden van de beroepsuitoefening en de soms barre condities waaronder bedrijfsartsen (moeten) werken. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2014;22: 33-36.

n i e u W S

g o e d e BA S i S c l i ë n to n d e rS t e u n i n g k W e t S BA r e m e n S e n B i J g e m e e n t e n

Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoor-delijk voor cliëntondersteuning in het kader van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning, die waarborgt dat gemeenten zorg dragen voor professionele ondersteuning wanneer de cliënt daar om vraagt. De colleges van B & W zijn daar-bij verplicht de ondersteuning zó te organiseren dat het belang van de cliënt het uitgangspunt is.De VNG en MEE Nederland vinden dat de conti-nuïteit van de cliëntondersteuning voor mensen

met een handicap vanaf 2015 met deze afspraken gewaarborgd moet zijn. Samen met het ministe-rie van VWS kwamen de drie partijen hiervoor onder meer tot de volgende afspraken:Gemeenten en MEE-organisaties maken voor 1 mei 2014 afspraken over de continuïteit van de cliëntondersteuning.Gemeenten werken samen om tot langdurige, re-gionale afspraken te komen. Op die manier blijft expertise behouden en worden frictiekosten ver-meden.Het wetsvoorstel Wmo 2015 is in januari jongst-leden aan de Kamer gezonden. Bron: www.rijksoverheid.nl.