Verslag van de vergadering nr. 2012-3 van het Raadgevend comité … · 2014. 3. 11. · Page 1 of...

of 30

Verslag van de vergadering nr. 2012-3 van het Raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de

Voedselketen van 28 maart 2012

FAVV Gil Houins (Voorzitter), Herman Diricks, Jean-Marie Dochy, Véronique Berthot, Paulette Looze, Vicky Lefevre, Stefan Theuwis, Jacques Inghelram, Pierre Cassart en Guy Mommens. Jean-François Heymans en Guy Van Belle, vertegenwoordigers van Minister Laruelle. Chris Boyen en Sophie Deprit (verslaggeefsters).

Leden van het raadgevend comité:

EL PL EL PL

Bert Véronique /Ardies Luc 1 Mijten Erik/Van Keerberghen Georges 1

Brouckaert Véronique/Bosmans Roger v Nijs Katrien/Van Moeseke Wim 1

Cools Romain/Kuylen Bruno v v Nutelet Guy/Ogiers Luc 1

Cornu Tangui/Van Daele Daniel 0 Nys Annelore/Gillabel Jeroen v

Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert 1 Poriau Pierre/Nys Laurent 1

De Craene Ann/Appeltans Philippe 1 Pottier Jean-Luc/Landuyt Marc 1

Dejaegher Yvan/Hoeven Erik v Schirvel Carole/Jacquinet Stéphanie v

Denys Elke/Henrotte Bénédicte 1 Segers Dina/Vandecavey Brigitte 1

Diels Eve/ De Haes Jan 1 Semaille Marie-Laurence/Masure Alain 1

Deswarte Joeri/Janssens Bente 1 Smagghe Thierry/Leroux Frans 1

Deville Anaïs/Buurman Rob v Tamigniaux Daphné/Bruynseels Erik 1

Fonteyn Freija/Spenik Kathleen 1 Teughels Caroline/Loncke Peter v

Hallaert Johan/De Lange Els 1 Vandamme Hendrik/Willems Hubert 1

Horion Benoit/De Boosere Isabel 1 Vandenbosch Michel/De Greef Ann 0

Jaeken Peter/Persoons Davy 1 Vandenbroucke Joost/Van den Broeck Aline 1

Jeandrain Charles/Ramakers Clarisse 0 Vandercammen Marc/Jonckheere Caroline 0

Ladouce René/Granados Ana 1 Vandevelde Renaat / Thise Sophie 1

Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline 1 Velz Alfred/Mendez Murielle v

Melis Cédric/Nick Laurence 1

1 Aanwezig v Afwezig met kennisgeving

0 Afwezig

of 30

Dagorde 1. Goedkeuring van de dagorde 2. Actualiteit Brucellose

3. Jaarverslag 2011 ombudsdienst 4. Advies: ontwerp van ministerieel besluit versoepelingen 5. Demo Foodweb 6. Financiering/mailing heffingen:stand van zaken en campagne 2012 7. Budget FAVV 2012 na conclaaf 8. Varia Zie punt 1 voor meer detail.

Punt 1. Goedkeuring van de dagorde

1. De Voorzitter verwelkomt de aanwezige leden.

2. Het RC keurt de dagorde goed.

3. Volgende punten zullen in de varia worden behandeld:

A) Het KB van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (geconsolideerde NL-versie + Fr- versie) en het ontwerp van KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (NL / FR-versie met wijzigingen); B) Vragen van de Landsbond der Beenhouwers (zie punt 148);

C) Brochure “Op weg naar een feilloze FAVV-controle”.

Punt 2. Actualiteit

2.1. Brucellose 4. Stefan Theuwis geeft een update over deze problematiek. 5. Historiek: • het eerste geval van brucellose is voorgekomen op een landbouwbedrijf te Franc–

Waret in de provincie Namen. Na een kalving via keizersnede op 23/02/2012, 10

dagen voor het einde van de dracht �kalf dood;

• op 06/03/2012 werd een serologische analyse op het moederdier uitgevoerd �

positief resultaat en positieve bacteriologische cultuur op Brucella. Daarna volgde op

dezelfde dag een tweede verwerping met eveneens positief na analyse;

• op 07/03/2012 : aangifte van de haard, bilanbevel en slachtbevel binnen de maand

met bemonsteringen in het slachthuis : deze zijn in uitvoering. Epidemiologisch

onderzoek wordt aangevat;

• zelfde profiel als de stam van de haard werd vastgesteld in Haccourt in 2010 en als

de Belgische stam in de jaren 90.

of 30

Landbouwbedrijf 6. Het betrokken landbouwbedrijf bestaat uit: • 263 runderen:

- Type melkkoeien : 10 zwartbonte koeien voor inplanting van embryo’s; - Type vleeskoeien: 191 ; - Vleesstieren : 62 ;

• geen levering aan melkerijen noch zuivelproductie;

• er wordt geen vlees op de hoeve verhandeld;

• inwinnen van sperma;

• sinds januari 2008 (info via ARSIA): 13 analyses ingevolge verwerpingen,

onvoldragen vrucht en negatief geteste runderen;

• laatste serologische bilan in 2009 : negatief;

• vrije stalling in hangar (boxen van 8 à 10 runderen) en enkele stallen voor kalveren,

een isoleerstal, een stal voor het kalven. Algemene indruk is zeer goed;

• er is een associatie van 3 dierenartsen werkzaam.

7. Epidemiologie

8. Kantelmomenten

- op 10/02/2011 : laatste normale kalving van het rund waarvan op 23/02/2012 een positief resultaat bekomen werd; - op 25/11/2011 : laatste verwerping waarvan het analyseresultaat negatief bleek; - op 23/02/2012 : kalving met positief resultaat. 9.9.9.9. Samenvatting contactbedrijven: Het epidemiologisch onderzoek bracht + 200 contactrundveebedrijven aan het licht

zijnde de buren van de weiden, de buren van het veebeslag , de dieren binnengebracht

in de haard (tracing back), de dieren vertrokken uit de haard (zeker vanaf 25/11/2011),

de contacten via de praktijkdierenartsen, de dierenartsen-inseminatoren, de

dierenartsen die embryo’s overplanten, de prijskampen en anderen zoals bezoeken

zonder dieren, het uitlenen materiaal,… 10. Uit de kaart kan worden afgeleid dat er zich een sterke concentratie van contactbedrijven in de streek van Namen maar toch ook een verspreiding over het ganse land. 11. De contactbedrijven worden gecategoriseerd aan de hand van een risicoanalyse met name:

• veebeslagen met hoog risico : worden geblokkeerd en een stalbilan (binnen

de 15 dagen) is vereist;

• veebeslagen met laag risico : worden geblokkeerd en een stalbilan (binnen de

3 weken) is vereist.

of 30

WIJZIGING VAN HET RISICONIVEAU IS MOGELIJK IN FUNCTIE VAN DE

ENQUETE- EN DE ANALYSERESULTATEN. 12.12.12.12. Maatregelen in de contactbedrijven 13. Runderen die vanuit de haard in de contactbedrijven worden binnengebracht: a) na 25/11/2011: opschorten van het sanitair statuut, verbod op weidegang en het slachten van het (de) betrokken rund(eren) voor staalnamen. De bemonsteringen en culturen uitgevoerd in het slachthuis. Het gaat om 10 runderen. Indien het resultaat van deze bemonsteringen in het slachthuis negatief is, blijft het veebeslag geblokkeerd, maar is weidegang mogelijk, behalve voor de drachtige dieren. Een tweede serologisch bilan van het beslag moet na 6 tot 8 weken worden uitgevoerd.

Het resultaat van deze 10 runderen heeft aangetoond dat we opnieuw geconfronteerd worden met een haard in Oost-Vlaanderen. Het betreft een rund dat rechtstreeks uit een haard vertrokken is naar het bedrijf via de markt van Ciney: dus 1 positief rund was in een veebeslag in Oost-Vlaanderen -> bevestigd door het CODA. b) tussen 10/02/2011 en 25/11/2011: - Opschorten van het sanitair statuut - Verbod op weidegang:

• Alle aanwezige runderen : Individuele bloedmonsters tegen

28/3/2012, tweede bloedmonster wordt geëist na 6 tot 8 weken;

• Niet alle runderen aanwezig vanuit de haard oorspronkelijk nog

aanwezig zijn : dan wordt een serologisch bilan gevraagd tegen

28/03/2012 en een tweede bilan wordt opgelegd na 6 tot 8 weken. 14. Veebeslag van oorsprong van runderen aangekocht door het haardbeslag: - Opschorting van het statuut; - Verbod op weidegang; - Serologisch bilan vóór 28/03/2012. Indien het resultaat van dit bilan negatief is, blijft het beslag geblokkeerd, maar weidegang is mogelijk behalve voor drachtige dieren. Een 2de serologische bilan moet na 6 tot 8 weken worden uitgevoerd. De staalnames verlopen vrij vlot. De resultaten worden verwacht binnen 10 dagen. 15. Contact via het cliënteel van de praktijkdierenartsen vanaf 23/02/2012: - Opschorting van het statuut; - Verbod op weidegang; - 1ste serologische bilan vóór 28/03/2012; Indien het resultaat van dit bilan negatief is, blijft het beslag geblokkeerd, maar weidegang is mogelijk behalve voor drachtige dieren. Een 2de serologische bilan moet na 6 tot 8 weken worden uitgevoerd.

16. Contact via het cliënteel van de praktijkdierenartsen vóór 23/02/2012:

- Opschorting van het statuut; - Verbod op weidegang; - 1ste serologische bilan vóór 03/04/2012. Indien het resultaat van dit bilan negatief is, blijft het beslag geblokkeerd, maar weidegang is mogelijk behalve voor drachtige dieren. Een 2de serologische bilan moet na 6 tot 8 weken worden uitgevoerd.

of 30

17. Contact vanaf 25/11/2011 via het cliënteel van de dierenartsen die kunstmatige inseminaties uitvoeren en embryo’s overplanten:

- Opschorten van het statuut - Verbod op weidegang - 1ste serologische bilan tegen 28/03/2012. Indien het resultaat van dit bilan negatief is, blijft het beslag geblokkeerd, maar weidegang is mogelijk behalve voor drachtige dieren. Een 2de serologische bilan moet na 6 tot 8 weken worden uitgevoerd.

18. Contact via runderen die aanwezig waren op prijskampen : serologische controle van runderen die tegelijkertijd met runderen van de haard aanwezig waren op prijskampen: het gaat niet alleen over runderen uit de haard die op de prijskampen aanwezig waren maar er wordt nu geverifieerd welke andere runderen er ook aanwezig waren.

19. Op dit moment werden 22 runderen uit deze contactbedrijven positief bevonden met bevestiging door het Coda en voor deze 22 dieren werd een slachtbevel afgeleverd. Daarna wordt het weefselonderzoek bekeken, indien er brucellose zou worden vastgesteld, zitten we met een bijkomende haard. De situatie is momenteel precair en de maatregelen moeten consequent worden toegepast. Het Agentschap wil absoluut “oorzaak en gevolg” uitklaren. Iedereen moet begrijpen dat er op dit moment strikt moet worden opgetreden omdat uitsleep van om het even welk bedrijf moet worden vermeden.

20. De meerderheid van deze 22 positieve dieren bevonden zich in de haard van Namen, vraagt de Voorzitter?. Inderdaad, het grootste aantal bevindt zich in en rond Namen (dat één rund van Oost-Vlaanderen niet inbegrepen).

21. Deze crisis werd snel en doeltreffend beheerd door het FAVV, benadrukt Marie-Laurence Semaille. Er werd geschikte info verstrekt aan de betrokken landbouwers, wat door hen werd geapprecieerd. Briefwisseling werd verstuurd na de vergadering in Franc-Waret. De informatie werd goed verspreid en men kreeg de mogelijkheid om vragen te stellen. Deze maatregelen vallen evenwel juist op een slecht moment gezien de klimatologische omstandigheden gunstig zijn en veel landbouwers net hun dieren in de weiden wilden laten. Zij refereert naar een courant gestelde vraag: “wat wordt er verstaan onder een drachtige koe?”. Men moet deze situatie op een intelligente manier benaderen. De FWA gaat bekijken hoe deze situatie gaat evolueren. Het is nog te vroeg om tussen te komen of om versoepelingen te vragen en zeker nu niet, aangezien er nog een tweede haard is bijgekomen. Het staat buiten kijf dat drachtige koeien niet naar buiten mogen zolang ze geen 2de serologisch bilan hebben gehad. Op het terrein wordt dit iets moeilijker verteerd. De FWA heeft twee dingen ondernomen:

- zij heeft aan de Regionale Minister van Landbouw, Carlo Di Antonio, gevraagd te onderzoeken welke mogelijkheden binnen zijn toepassingsveld vallen bvb. toekenning van hulp bij investeringen of uitbetaling van tussenkomsten bij aankoop van stro of voedingscomplementen voor de betrokken landbouwers. De uitvoering van dat 2de bilan (na 6 tot 8 weken) betekent voor sommige landbouwers dat hun dieren pas in juni kunnen buiten gelaten worden;

- zij heeft daarnaast aan de Federale Minister van Financiën, Steven Vanackere, verantwoordelijke onderhandelingen barema’s landbouwers 2013, gevraagd of men rekening zou kunnen houden met de bijkomende kost die door deze landbouwers wordt gedragen.

Voor deze geblokkeerde landbouwers kan momenteel niet veel meer worden gedaan.

22. Het kabinet van Minister Carlo Di Antonio van het Waals Gewest speelt kort op de bal. Zij informeren geregeld bij de voogdijminister of er geen nieuwe maatregelen worden aangekondigd, stelt Jean-François Heymans.

of 30

23. De FWA heeft eveneens gevraagd of de vermelde minister eveneens aandacht zou willen besteden aan hun vraag voor de oprichting van een werkgroep die zich zou bezighouden met het oplijsten van de hulp die de betrokken landbouwers kunnen bekomen en te de volgen procedures in voorkomend geval.

24. M.b.t het gevraagde “wat wordt verstaan onder een drachtige koe” antwoordt Stefan Theuwis dat 6 à 8 weken lang lijken voor een landbouwer. Maar in de totaliteit bekeken, is die 6 à 8 weken niet zo dramatisch. De dieren die net drachtig zijn, zijn niet zo gevaarlijk maar de halftijds en hoogdrachtige dieren zijn dat wel. Hij heeft ook echo’s gehad over de vergadering die gehouden werd in Franc-Waret. Iedereen was opgetogen over de houding van de dierenartsen, van de landbouwers. Iedereen was bereid ten volle zijn medewerking te verlenen. Dat maakt het voor het Agentschap gemakkelijker om zo snel mogelijk de oorzaak te kunnen achterhalen.

25. De Voorzitter vindt het van groot belang dat de oorsprong zo vlug mogelijk kan worden gevonden. Twee jaar geleden werd er immers ook een geval van brucellose vastgesteld in Haccourt waarbij de bron van besmetting die de basis vormde voor deze heruitbraak van de ziekte niet kon worden vastgesteld. Er zal een brainstorming plaatsvinden met de wetenschappers om alle mogelijke pistes te onderzoeken.

26. Erik Mijten dankt het Agentschap voor het nauwgezet testen en opsporen van de bron van besmetting, waarvoor alle begrip en steun van de Boerenbond. Maar aan de andere kant vraagt hij zich af of er niet een stuk aan communicatie ontbreekt. Heden zijn heel wat jonge dierenartsen en jonge veehouders niet vertrouwd met de historiek van brucellose. Zij kunnen brucellose bijgevolg totaal niet inschatten. Misschien is het van belang om communicatie te verspreiden over de wijze waarop brucellose zich verspreidt, in de eerste plaats is dit via verwerpingen en bij de kalving zelf. Er bestaat geen groot gevaar bij een dier dat bvb. 3 maanden geleden gekalfd heeft omdat er in dit voorbeeld geen vaginale afscheiding voorkomt. Dit moet worden meegedeeld zonder evenwel paniek te veroorzaken. Vervolgens vraagt hij zich af in hoeverre de activiteiten van dit bedrijf, dat eigen sperma wint voor eigen dieren en embryo’s inplant, in kaart worden gebracht zodat er geen insleep van de brucellose ontstaat langs die weg.

27. Alle embryo’s die aanwezig zijn op het bedrijf, zijn geblokkeerd. Omdat wordt nagegaan in hoeverre ze kunnen worden behouden. Er wordt wetenschappelijk onderzocht welke gevaren verbonden zijn aan het verder gebruik van deze embryo’s. Het ligt zeker niet in de bedoeling om ze te vernietigen maar indien ze echt niet meer bruikbaar zijn, omdat ze een risico vormen voor brucellose, dan is het Agentschap daartoe verplicht. Maar op dit ogenblik is dit nog niet het geval. M.a.w. de embryo’s zullen worden behouden indien dit enigszins mogelijk is, onderstreept Stefan Theuwis. Alle bewegingen zijn in de kaart gebracht. De betrokken landbouwer heeft zeer goed meegewerkt om al zijn contacten in kaart te brengen.

28. Zijn er ook embryo’s van buiten het bedrijf aanwezig in het getroffen bedrijf? Volgens Stefan Theuwis is dit niet het geval. Er werden in november 2011 en januari 2012 embryo’s geproduceerd. De nog aanwezige embryo’s werden geblokkeerd.

29. Erik Mijten verwijst naar het feit dat embryo’s worden bewaard in een milieu dat bestaat uit foetaal kalverserum. Deze pistes moeten eveneens worden onderzocht. In het verleden hebben BVD-virussen zich ook via foetaal kalverserum verspreid over bedrijven. Dit is een aspect dat moet bekeken worden want het milieu zou kunnen besmet zijn.

30. Dit is een pertinente opmerking en zal eveneens worden meegenomen, stelt Stefan Theuwis. Er werd wetenschappelijk advies gevraagd in dit verband. Het Agentschap wil de embryo’s redden maar niet tot elke prijs.

31. Marie-Laurence Semaille wijst erop dat dit de enige manier is waarop de producent een gedeelte van zijn genetica kan recupereren. Er bestaan nieuwe technieken die dit kunnen uitsluiten.

of 30

32. Elk risico moet zeker worden uitgesloten. De landbouwpers heeft hierin ook zijn rol te vervullen. Zoals Erik Mijten heeft aangehaald moet er voldoende info worden gericht naar jonge dierenartsen en veehouders over de manier waarop de ziekte zich verspreid, benadrukt de Voorzitter.

33. Via de Newsletter van het Agentschap werd prioritair informatie verspreid aan de dierenartsen, voegt Stefan Theuwis hieraan toe. Pierre Naassens zal gevraagd worden om bijkomende informatie te verspreiden.

Punt 3. Jaarverslag 2011 ombudsdienst

34. Pierre Cassart licht het jaarverslag 2011 van de ombudsdienst toe aan de hand van een PP-presetatie.

Korte inleiding:

35. Het is niet evident om in de loop van een werkjaar een dienst, zoals de ombudsdienst, over te nemen. De verscheidenheid van de ingediende klachten en vragen en de daaropvolgende beoordeling veronderstellen een uitgebreide ervaring zoals zijn voorganger die had. Sinds juli 2012 voert Pierre Cassart de opdracht van ombudsman uit bij het FAVV.

36. Een ombudsdienst is onmisbaar geworden in de overheidsdiensten en daarom is het Agentschap sinds lang één van de organisaties die een dergelijke dienst heeft uitgebouwd. Deze ombudsdienst werkt actief mee aan het federale netwerk voor klachtenbeheer waaraan thans 45 structuren deelnemen. In het Voedselagentschap is de ombudsdienst een goed draaiende dienst waar “klantgerichtheid” van in het begin prioritair is.

37. Dat wordt sterk onderstreept op de federale portaalwebsite: “Elke dag opnieuw maken de maatschappij, ondernemingen, instellingen en burgers op vrijwillige basis of verplicht gebruik van een dienst of een product van de federale overheid. Zij hebben recht op correcte en klantgerichte dienstverlening.[…] Klantbenadering is de wijze waarop de huidige en toekomstige behoeften van de klanten onderkend en beantwoord worden met respect voor het algemeen belang en de reglementering.”.

38. Bij de ombudsdienst is het aantal ingediende klachten dit jaar fel toegenomen, niet omdat de ontevredenheid over onze controleactiviteiten groter is geworden, maar enerzijds als gevolg van de toepassing van het systeem dat vroeger gekend was als het “bonus-malussysteem” dat het niet invoeren van een autocontrolesysteem in ondernemingen financieel bestraft en anderzijds door de geleverde inspanning op het vlak van communicatie door de folder “ombudsdienst” samen met de jaarlijkse facturatie te versturen.

39. Dossiers : Inhoudelijke analyse

• Overzicht per categorie

of 30

40. Uit de inhoudelijke analyse van de klachten en vragen per categorie blijkt dat het aantal dossiers in 2011 is gestegen in vergelijking met 2010 (295 t.o.v. 222). De stijging van het aantal FAVV klachten is het meest opvallend van 178 in 2010 naar 211 in 2011.

41. Onderwerp van ingediende klachten:

42. De klachten omtrent financiering staan met 55% op de 1ste plaats van de vermelde lijst. Daarnaast heeft de ombudsdienst meer bekendheid verworven en hebben al de operatoren in 2011 de folder over de ombudsdienst samen met het aangifteformulier voor de heffingen ontvangen. 30% van de klachten hebben betrekking op klachten omtrent de interpretatie van de reglementering/betwisting controlemaatregelen. Hij merkt op dat slechts 2,8% van de klachten verband houdt met de houding van de controleur/inspecteur tijdens de controle.

43. De Voorzitter duidt erop dat de verstandhouding tussen de controleurs en de gecontroleerden hem na aan het hart liggen en dat de controleurs/inspecteurs een opleiding hebben gevolgd: “hoe omgaan met een gecontroleerde”. Vermelde opleiding blijft weerhouden in het opleidingsplan. Het Agentschap deinst niet terug om de nodige maatregelen te treffen indien nodig. In het verleden werden controleurs in een aantal gevallen verplaatst. Maar aan de andere merkt hij op dat bepaalde operatoren niet gemakkelijk opmerkingen aanvaarden indien ze niet in orde zijn. En dat kan in sommige gevallen leiden tot een conflictsituatie.

44. Thierry Smagghe licht toe dat FEBEV aan zijn leden vraagt om een klacht in te dienen bij de ombudsdienst in geval van ongepast gedrag door een controleur. Sommige operatoren durven dit niet te doen omdat ze bevreesd zijn voor represailles. Achteraf zullen zij immers nog steeds met dezelfde inspecteur of DMO moeten samenwerken.

45. Verdeling van de FAVV-klachten over de sectoren: de meeste klachten hebben betrekking op de primaire sector = 47% (zie hieronder).

of 30

46. Evaluatie van de klachten 2011 (indeling klachten cf. de federale ombudsman). Op federaal vlak werd gevraagd om klachten op een analoge manier te evalueren in de dienstverlening. Deze evaluatie werd overgemaakt aan de federale ombudsman.

47. Er zijn 3 categorieën van klachten: gegronde (= 25%), ongegronde (1 op 2 = 50%) en gedeeltelijk gegronde klachten (= 24,6%). Deze laatste dient onderverdeeld in 3 categorieën: gedeeltelijk gegronde klacht (een klacht kan verschillende gegronde en niet gegronde klachten omvatten), klachten met gedeelde verantwoordelijkheid, klachten omtrent procedurefout(en) zonder nadeel bvb. een fout die werd begaan door een controleur/inspecteur zonder schade te berokkenen aan de gecontroleerde).

48. De Voorzitter haalt het voorbeeld aan van een gegronde klacht waarbij het Agentschap een schadevergoeding van 25.000€ uitkeerde aan de betrokkene voor het geleden verlies. M.a.w. de operatoren moeten klacht neerleggen indien dat noodzakelijk is. De ombudsman werkt volledig autonoom binnen het Agentschap. Naast ombudsman, is hij ook auditor, wat niet het geval was bij zijn voorganger, en heeft hij toegang tot al de gegevens. De Voorzitter zet eveneens zijn naam onder de beslissing om deze meer gewicht te geven.

49. Evolutie aantal klachten van sinds 2006 t/m 2011:

of 30

50. 2011 is opnieuw een recordjaar voor de klachten (211 klachten), deze verhoging is te wijten aan de klachten i.v.m. de heffingen en de verhoging van de malus aan 100%.

Vormelijke aspecten van de klachten: Taalkeuze:

51. De verhouding tussen Nederlandstalige en Franstalige dossiers is lichtjes gewijzigd met 64% Nederlandse (= lichte �) en een lichte � van de Franstalige dossiers met 7 %.

52. Behandelingsduur:

53. De behandelingstermijn van de dossiers is lichtjes toegenomen. Er zijn zoals werd toegelicht verschillende soorten van klachten. Voor sommige klachten moet bijkomende informatie worden ingewonnen bij andere diensten waardoor de behandelingstermijn wordt verlengd. 60% van de klachten wordt < 1 maand behandeld. 18% wordt behandeld > 1 maand en <2 maanden. De andere dossiers zijn boven de 2 maanden.

54. Aan de hand van de volgende drie gegronder klachten schetst Pierre Cassart de tussenkomst van de ombudsdienst:

Onterechte aanrekening van een verhoging van 100% op een factuur

55. Probleem:

Een brouwerijbedrijf krijgt een factuur voor de FAVV-heffing die met 100% is vermeerderd als gevolg van het niet aanwezig zijn van een gecertificeerd autocontrolesysteem voor een van de plaatsen waar gebotteld wordt.

of 30

Het bedrijf legt echter wel een kopie voor van het certificaat van de audit en van de certificering van het autocontrolesysteem dat is opgesteld door een door BELAC geaccrediteerde certificerings- en keuringsinstelling (OCI) en waarvan de geldigheidstermijn verstrijkt op 22/12/2013. In de brief die het bedrijf ontvangt wordt voorgesteld om eerst contract op te nemen met de OCI die de audit heeft uitgevoerd en pas daarna eventueel bezwaar in te dienen. De OCI laat weten dat de vermeerdering wellicht werd aangerekend omdat de productie van zuiveringsslib niet gecertificeerd werd. Het bedrijf contacteert meteen de PCE die geregeld in de brouwerij controles verricht en onze diensten wijzen erop dat voor zover hen bekend bedrijven van dit type de activiteit zuiveringsslib niet laten certificeren. De brouwerij neemt verder contact op met andere levensmiddelenbedrijven met een gecertificeerd autocontrolesysteem die zuiveringsslib produceren: geen van hen hebben hun productie van zuiveringsslib laten certificeren en toch krijgen zij wel de bonus op de FAVV-heffing. Omdat deze zaak dringend moet worden afgehandeld (de uiterste datum voor het betwisten van de factuur was al erg dichtbij) wendt de brouwerij zich dan tot de ombudsdienst van het FAVV.

56. Na onderzoek van het dossier door de ombudsdienst wordt informatie ingewonnen bij de DG controlebeleid “cel validatie van de gidsen. Bij nazicht blijkt dat een fout werd gemaakt bij het ingeven van de activiteiten van de brouwerij en dat de activiteit productie van zuiveringsslib wel degelijk had moeten worden geaudit. Op grond van de beschikbare informatie kon de OCI die activiteit echter onmogelijk auditen. Bij navraag bij de dienst «validatie gidsen» blijkt dat de activiteit volkomen auditbaar was.

57. De ombudsdienst maakt het antwoord van de «cel validatie gidsen» over aan de operator en vraagt hem om zijn PCE te contacteren om de code van die activiteit te laten veranderen en de OCI te raadplegen om de audit te vervolledigen.

Vergetelheid bij het opmaken van een exportcertificaat

58. Beschrijving van de klacht:

Een bedrijf dat fruit exporteert doet een beroep op het FAVV om een fytosanitair certificaat op te stellen voor appelen en peren die bestemd zijn voor Kazachstan. Bij het opmaken van het certificaat vergeet de ambtenaar vak 1 van het certificaat in te vullen (naam en adres van de verzender). Bij de verzending merkt niemand de vergetelheid op en na een reis van 4 dagen wordt de vrachtwagen tegengehouden aan de Wit-Russische grens. Het bedrijf wordt hiervan in kennis gesteld en wendt zich tot de PCE. Het sectorhoofd in de PCE stelt de Wit-Russische gezondheids-autoriteiten onmiddellijk in kennis van de fout. Daarnaast beveelt het sectorhoofd primaire productie van de PCE dat een conform certificaat wordt opgemaakt. Dat certificaat wordt als expreszending naar de Wit-Russische grenspost verstuurd via een koerierdienst. De vrachtwagen werd pas vrijgegeven na ontvangst van het certificaat, dus nadat hij meer dan 7 dagen had stilgestaan. Het exportbedrijf legt de oorzaak van het nadeel bij het onvolledig invullen van het certificaat en vraagt een schadevergoeding.

59. Na onderzoek van het dossier door de ombudsdienst wordt het standpunt van de DG Controle ingewonnen. De ombudsdienst stelt zich onmiddellijk in verbinding met de betreffende PCE. De feiten zijn duidelijk en ondanks de oordeelkundige en onmiddellijke reactie van het sectorhoofd (een koerierdienst naar de Wit-Russische gezondheidsdienst sturen) wordt de vrachtwagen pas vrijgegeven na ontvangst van het naar behoren ingevulde certificaat.

60. De ombudsdienst stelt vast dat de door de Wit-Russische autoriteiten aangerekende kosten een nadeel vormen dat moet worden toegeschreven aan het feit dat het fytosanitaire certificaat onvolledig werd ingevuld, in weerwil van de door het sectorhoofd ingeschakelde koerierdienst. Er wordt bijgevolg aan het bedrijf gevraagd om de documenten in verband met dit geschil toe te zenden zodat tot schadeloosstelling kan worden overgegaan. De ombudsman wijst er het bedrijf evenwel op dat de exporteur, in het belang van alle partijen, moet nagaan of de certificaten correct zijn ingevuld voordat hij de goederen verzendt.

Uitwissing van een schuld t.o.v. het FAVV

of 30

61. Beschrijving van de klacht:

Na ontvangst van een factuur voor de heffing stelt een operator de ombudsdienst in kennis van zijn bijzondere situatie. Zijn handelszaak in brood (depot) en snoepgoed bevindt zich op het einde van een straat die als gevolg van werken werd afgesloten voor een duur van naar schatting 6 maand. Dat heeft dramatische gevolgen voor de handelsactiviteit van de operator, in die mate dat hij een vrijstelling aanvraagt van zijn wegens het niet implementeren van een gecertificeerd autocontrolesysteem met 100 % vermeerderde jaarlijkse heffing.

62. Na onderzoek van het dossier en ontvangst van de bewijsstukken van het gemeentebestuur wordt het dossier voor advies toegezonden aan de dienst financiering. Die bevestigt de precaire situatie van de operator (omzet met ongeveer 75 % gedaald).

63. Gelet op de bijzondere situatie van de operator stelt de ombudsdienst voor om de verschuldigde heffing en het nog niet betaalde saldo volledig kwijt te schelden. De operator wordt onmiddellijk in kennis gesteld van de in zijn voordeel genomen beslissing.

64. In dit laatste geval werd rekening gehouden met de moeilijkheden (in casu van economische aard) waarmee deze operator geconfronteerd werd. Daarnaast wordt er in veel gevallen uitstel van betaling verleend voor de aflossing van het bedrag van de heffingen in gevallen waar operatoren met betalingsproblemen kampen, benadrukt de Voorzitter.

65. Johan Hallaert refereert naar de uiteenzetting waarbij werd gesteld dat 1 op de 4 klachten gegrond is. Welke zijn de belangrijkste gegronde klachten?

66. Pierre Cassart antwoordt dat deze klachten verband houden met klachten over fouten in de facturatie, facturatie verstuurd aan het verkeerde adres of facturatie na overlijden. Zij hebben eveneens betrekking op klachten waarbij het FAVV overgaat tot een schadeloosstelling.

67. De Voorzitter duidt erop dat de enquête van de operatoren in 2011 had uitgewezen dat de ombudsdienst slechts bij 8% van de operatoren gekend was. Daarom werd een folder over de ombudsdienst samen het aangifteformulier voor de heffingen toegestuurd aan al de operatoren (= 140.000 operatoren). Eind maart 2012 zal de geüpdatete folder van het charter van de controleur aan iedereen worden bezorgd.

Punt 4. Advies: ontwerp van ministerieel besluit versoepelingen

68. De Voorzitter deelt mee dat er o.a. bemerkingen werden toegestuurd door: Unizo, de FWA, Comeos, Landsbond der Beenhouwers, VBT, Fevia, FOD Volksgezondheid, FOD Economie, Bioforum, TA en het Waals Gewest. Hij verwelkomt Vicky Lefevre die sedert 1 maart 2012 werd aangesteld als directeur (N-2) transformatie en distributie van levensmiddelen bij de DG Controlebeleid.

69. Jacques Inghelram dankt de leden voor de reacties op het vermelde besluit wat toeliet het besluit verder te verfijnen. De opmerkingen van de leden van het RC werden verzameld en de antwoorden zullen aan bod komen in de PPT-presentatie.

70. Het ontwerp van MB werd op een aantal punten aangepast maar de filosofie is in grote lijnen dezelfde gebleven. De “Flowchart” is enkel aangepast voor wat de categorie “dranken/groenten/fruit” betreft (zie voor meer detail hieronder).

of 30

71. Achtereenvolgens worden de bemerkingen bij het MB Versoepelingen kort overlopen:

72. Algemene bemerkingen:

• M.b.t. de terminologie “versoepeling”: Is dit de best gekozen term?

- “Versoepeling” werd als de beste optie weerhouden door het Agentschap

- Het FAVV staat open voor suggesties van het RC.

• Traject (dat wordt afgelegd door het MB):

- Raadgevend comité

- Wetenschappelijk comité

- Overleg Gewesten en Gemeenschappen

- Notificatie EU : Europese Commissie (één van de vragen van Unizo: aan welke commissie wordt het MB voorgelegd)

- Raad van State

- Timing : voorzien voor eind van het 3de trimester 2012

• Versoepeling : geen afbreuk aan voedselveiligheid

Het ligt niet in de bedoeling om afbreuk te doen aan de voedselveiligheid en het is trouwens niet mogelijk, want art. 3, §2, laatste lid van het KB autocontrole (wettelijke basis MB versoepeling) stipuleert duidelijk dat: "De toepassingsmodaliteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de veiligheid van de levensmiddelen."

• Scope uitbreiden:

De vraag naar uitbreiding voor de hoeveslachtingen (FWA)? Hoeveslachtingen zijn "verwerking" en vallen effectief reeds onder het ontwerp MB:

• voorzover het gaat over B to C: deze vallen steeds onder de versoepelingen;

of 30

• Indien het gaat over B to B : dan wordt de geleverde hoeveelheid beperkt tot max 30% van de omzet, en tot max. 80 km of indien max 2 FTE zijn tewerkgesteld.

Er werd tevens gevraagd de scope uit te breiden tot “Levensmiddelenbedrijven (LM)” die eveneens diervoeders verhandelen (bvb. een Delhaize):

Hiervoor aanpassing MB: toevoeging van een “§ 3” in art.3 met name: “ De § 1 en §2 zijn eveneens van toepassing op het in de handel brengen van voorverpakte diervoeders indien deze activiteit eveneens uitgeoefend wordt door de in §1 en §2 vermelde inrichtingen.”.

73. MB Versoepeling: Art. 2

• Versoepeling vs gids / validatie acs?

• Om te kunnen genieten van de versoepeling moet men dus:

– een gids hebben en toepassen? Dit is absoluut noodzakelijk ! Dit is zo stipuleerd in het MB

– maar de validatie van het acs is niet noodzakelijk om te kunnen genieten van de versoepeling

• Echter, het vorige ontwerp van MB (zie RC van 29-02-12) legde de gidsen op aan iedereen, niet enkel aan wie wenst te genieten van de versoepeling. Dit was niet de bedoeling.

->hiervoor aanpassing van het MB:

“Art. 2 De bijzondere toepassingsmodaliteiten, gedefinieerd in artikelen 3 tot en met 5 kunnen enkel toegepast worden door inrichtingen waarvan alle activiteiten onder de toepassing van één of meerdere goedgekeurde gidsen vallen.”

74. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de opmerking van Benoit Horion die opgeworpen had dat de vorige versie van het MB de indruk gaf dat men verplicht was de gids te volgen, terwijl het een facultatief systeem is. Inderdaad, een operator heeft de keuze. Hij kan de “volledige” HACCP toepassen, maar indien hij wenst te genieten van de versoepelingen dan moet hij een gids hebben en toepassen, onderstreept de Voorzitter. Dit is een aanmoediging voor het gebruik van de gids, voor de verspreiding van de gids, maar er wordt geen juridische verplichting opgelegd.

75. MB Versoepeling: Art. 3, 4 en 5

Is het voorliggende MB strenger voor volgende groepen van bedrijven?

Restaurant, slagers, traiteurs, viswinkels: voorliggend MB is niet strenger, want voor deze bedrijven was HACCP light (art. 4 en 5) reeds van toepassing.

Grootkeukens die enkel soep opwarmen of detailhandel die enkel ham of kaas versnijden (= wat bewerkingsstappen zijn). Voorliggend MB is strenger, maar in de praktijk verandert er niet veel. Het gaat hier vnl. over het beheersen van temperatuur en kruiscontaminatie. En deze punten zitten reeds vervat in de goede hygiënepraktijken (GHP), die d’office van toepassing zijn.

Winkels met onverpakte of bederfelijk levensmiddelen (LM), zonder verwerking (art 3):

Voor “onverpakte OF bederfelijk” levensmiddelen is het MB niet strenger

Voor “onverpakte EN bederfelijke” levensmiddelen is het wèl strenger. Daarom werd het MB aangepast voor volgende groepen van producten met name handel in dranken, groenten en fruit die daardoor ook vallen onder de GHP.

of 30

• Winkels met onverpakte of bederfelijk levensmiddelen (LM), zonder verwerking (art 3)

“onverpakt EN bederfelijk”, andere dan drank, groenten en fruit daar is HACCP Light

van toepassing.

Rechtzetting van enkele misverstanden zoals:

o dat meer controles zullen worden uitgevoerd? Neen dit is niet het geval!

o Extra registraties van NC's? Nee!

o Extra registraties ontvangst goederen? Nee!

Dit moet sowieso altijd gebeuren, zowel mèt als zonder versoepeling!

76. Een aantal praktische voorbeelden (situering):

• Voedselbanken (geen verwerking):

– indien het enkel voorverpakte producten zijn, is art 3,§1 van toepassing = GHP;

– indien het gaat om niet-bederfelijk producten = art 3, §1 : GHP

– indien niet-voorverpakt en bederfelijk producten, andere dan drank, groenten en fruit dan is art 3, §2 van toepassing = HACCP light

• Liefdadigheidsinstellingen met keuken (wèl verwerking):

Deze vallen onder de artikelen 4 en 5, dus versoepeling indien:

– het gaat om B to C : steeds versoepelingen

– het gaat om B to B : enkel versoepelingen:

• indien max 30% van de omzet geleverd wordt en max binnen een straal van 80 km

• indien max 2 FTE werkzaam zijn

• Illustratie aan de hand van een aantal praktische voorbeelden

�� geen bewerking of verwerking

• Wat wordt verstaan onder “bederfelijk” = producten met een “uiterste consumptiedatum” zoals gespecifieerd op het etiket.

• Vraag van Fevia over pure transformatiebedrijven: waarom is er een max. gesteld op 2 FTE? Transformatie is een meer kritische stap dan louter handel dus is het logisch om een limiet te stellen. Verwerkers bereiken via de distributie veel meer consumenten.

of 30

• Een vraag betreffende een slagerijafdeling in een grootwarenhuis: in het aangehaalde voorbeeld werden 10 FTE geciteerd waarbij in de slagerijafdeling ook gehakt gemalen wordt en vlees wordt verpakt enz. Het betreft hier bewerkingsactiviteiten met meer dan 2 FTE. In voorkomend geval moet gekeken worden naar de omzet en de afstand om te zien of het bedrijf kan genieten van de versoepelingen.

• Binnen de categorie van be-en verwerking met de max. 30 % van de omzet en en max. 80 km :

– Er werd gevraagd of eerder diende gesproken van 30% of van 1/3 van de omzet: dit is een theoretische discussie want het is moeilijk meetbaar. Het betreft een inschatting en in de praktijk maakt dit geen verschil.

– 30% omzet of jaarproductie? Alle 2 moeilijk te controleren maar "volume" is nog moeilijker controleerbaar dan "omzet". Vandaar dat geopteerd werd voor omzet. Het KB detailhandel zal hierop eveneens worden afgestemd.

– 80km : in dit verband werd er ook een vraag gesteld voor verdere uitbreiding door de Landsbond der Beenhouwers. De Europese Commissie gaat niet akkoord met een verdere uitbreiding. Deze vraag tot uitbreiding naar 100km werd reeds gesteld door een andere lidstaat maar werd niet aanvaard.

– Besluit: handhaven van de max. 30% van de omzet en de 80km.

• Vraag over “noodzakelijke maatregelen”��art. 6:

– Bepaalt dat inrichtingen, die weet hebben van informatie die aantoont dat de maatregelen voorzien in de GHP en/of het versoepeld HACCP systeem onvoldoende zijn om bijzondere gevaren te beheersen, het systeem moeten vervolledigen met de voor de beheersing van deze gevaren noodzakelijke maatregelen.

– Sommigen stellen dat dit het gestelde in het MB ondermijnt. Wat niet echt het geval is. Inderdaad, hier wordt een vangnet gecreëerd, maar dit gebeurt niet ten nadele van de versoepelingen. Dit artikel werd geschreven om er in uitzonderlijke gevallen beroep op te kunnen doen bvb. indien er nieuwe informatie ter beschikking komt die op dit moment nog niet is opgenomen in goedgekeurde sectorgidsen omdat er zich nieuwe situaties voordoen. Zo wordt er voor gezorgd dat de bedrijven daar ook rekening mee houden.

– Dus deze bepaling is nodig in uitzonderlijke omstandigheden.

– Traceerbaarheid ”��art. 7: vragen hadden betrekking op voedselbanken en liefdadigheidsinstellingen . In dat verband zijn er 2§§ toegevoegd:

-> aanpassing van het MB

– “§ 2 In het geval van leveringen aan liefdadigheidsverenigingen en aan voedselbanken volstaat als identificatie en registratie van uitgaande producten de lijst van vestigingen van liefdadigheidsverenigingen en voedselbanken waaraan geleverd werd.

– § 3 In het geval van liefdadigheidsverenigingen en voedselbanken volstaat als identificatie en registratie van inkomende producten de lijst van vestigingen waarvan

de producten afkomstig zijn.”

In het geval van “leveringen van” en “ leveringen aan” liefdadigheidsverenigingen en aan voedselbanken volstaat het van een lijst van de afnemers te hebben. In geval van liefdadigheidsverenigingen en voedselbanken zelf, volstaat als inkomend register de lijst van de leveranciers waarvan de producten afkomstig zijn. Hier wordt de traceerbaarheid gereduceerd tot een lijst van afnemers en een lijst van leveranciers.

of 30

De definitie van liefdadigheidsverenigingen werd aangepast zodanig dat ook de sociale kruideniers onder het MB ressorteren. Sociale kruideniers: geen winstoogmerk, menslievend karakter en leveren levensmiddelen aan kansarmen, wat kadert in voedselhulp en armoedebestrijding.

77. Vragen:

78. Sigrid Lauryssen refereert naar de door TA geformuleerde opmerkingen (zie verslag van het RC van 29/02/2012/ punt 7) en vraagt om ze eveneens te op te nemen bij de bemerkingen van de stakeholders.

79. Fevia heeft een aantal bemerkingen overmaakt vertrekkende van het feit dat de voedselveiligheid moet worden gegarandeerd. Johan Hallaert refereert naar de presentatie waarbij gesteld wordt dat de operator de gids moet hebben en toepassen. Waar staat dat in het MB?

80. Jacques Inghelram verwijst naar art. 2 van het vermelde MB:

“De bijzondere toepassingsmodaliteiten, gedefinieerd in artikelen 3 tot en met 5 kunnen enkel toegepast worden door inrichtingen waarvan alle activiteiten onder de toepassing van één of meerdere goedgekeurde gidsen vallen.”

In andere artikelen wordt verwezen naar GHP of HACCP light. In art. 1, 2° wordt omschreven wat onder GHP wordt verstaan met name goede hygiënepraktijken zoals gedefinieerd in de gidsen. En voor wat het versoepeld HACCP-systeem betreft is dit eveneens het geval. In feite moet men verschillende artikelen samen nemen om tot die conclusie te komen.

81. Bij de communicatie over het MB versoepelingen zal dit punt duidelijk worden toegelicht, voegt de Voorzitter daaraan toe.

82. Johan Hallaert komt terug op het voorbeeld uit de distributie van een slagerijafdeling met 10 FTE waar gehakt wordt gemaakt, cordon bleu, …Deze producten worden voorverpakt, geëtiketteerd, voorzien van een houdbaarheidsdatum. Ze beschikken niet over een B-nummer. Volgens de definities van H1 en H2 vallen ze niet onder verwerking, denkt hij.

83. Het besluit spreekt van bewerken en verwerken. Vanaf het moment dat gehakt gesneden en in porties verdeeld wordt, is dat bewerken. Onder verwerken wordt transformatie verstaan naar een verduurzaamd product. Maar als er bewerken en verwerken plaatsvindt is de HACCP light altijd van toepassing, verduidelijkt Vicky Lefevre. Als de versoepelingen van toepassing zijn en er vindt bewerking en verwerking plaats dan is dus ten minste HACCP light van toepassing.

84. Joeri Deswarte pikt hierop in en stelt dat een operator onder de toepassing van HACCP light valt als brood gesneden wordt. Hij vraagt de termen van bewerken en verwerken duidelijker te omschrijven.

85. De Voorzitter wil in de eerste plaats vermijden dat er problemen zouden ontstaan. Bvb. het snijden van kaas kan echte risico’s inhouden vanaf het moment dat de kaas is gecontamineerd met listeria, sommige operatoren slicen voedingsmiddelen en in dit geval volstaat GHP niet, zij moeten HACCP light toepassen.

86. Vallen de voorbeelden aangehaald door Fevia onder de versoepelingen (voorverpakking zonder B-nummer)?

87. In een beenhouwerij BtoC (bewerken/verwerken) is HACCP light van toepassing (ongeacht het aantal FTE). Indien het BtoB is vanaf meer dan 2 FTE dan is het de volledige HACCP, antwoordt Vicky Lefevre.

88. Joeri Deswarte wijst op volgende bijkomende punten:

of 30

- In art. 3: waarom worden groenten en fruit gedefinieerd als LM niet bederfelijke zonder uiterste houdbaarheidsdatum; dan vallen groenten fruit daar ook onder volgens hem. Hierop wordt geantwoord dat men in het MB duidelijk wou stellen dat men aan een handel in groenten en fruit geen HACCP wou opleggen. Daarentegen de GHP dienen te worden toegepast. In het MB wordt evenmin verwezen naar de datum uiterste houdbaarheid. Deze term komt voor in de begeleidende documenten (richtlijnen) ter verduidelijking van het MB.

- In art. 3, §3: wijst op het verschil tussen in de handel brengen en op de markt brengen. Comeos brengt niet in de handel volgens de wet op de marktpraktijken. Comeos brengt op de markt. Herman Diricks wijst erop dat “in de handel brengen” gedefinieerd is in het KB autocontrole en dat volgens deze definitie Comeos wel “in de handel brengt”.

- In art. 7, §1, Franstalige versie staat nog vermeld dat dit artikel niet van toepassing is op de primaire sector maar ondertussen is dit gespecifieerd in §4. Vraag tot aanpassing Fr-versie. Deze aanpassing is reeds gebeurd in de versie van het besluit dat de leden ontvangen hebben.

89. Veronique Bert stelt volgende vraag bij dia 12: voorverpakt vlees moet GHP volgen en niet HACCP light. Dus een operator die in een supermarkt alleen voorverpakt vlees verkoopt moet dan geen temperatuurcontroles uitvoeren?

90. De uitvoering van temperatuurcontroles is opgenomen in de GHP en moet worden nageleefd door de supermarkt, antwoordt Jacques Inghelram.

91. Johan Hallaert verwijst naar een discussie bij de artisanale bakkers die zich afvragen wanneer ze onder transformatie dan wel onder distributie vallen. Ze vragen dit te regelen via de FAQ.

92. Als een bakker zijn productiecapaciteit naar een andere plaats verlegt, in het geval van een winkeluitbreiding, dan wordt het een BtoB, benadrukt Herman Diricks.

93. Johan Hallaert vraagt of het in de bedoeling ligt om deze ontwerptekst opnieuw te bekijken na het advies van het wetenschappelijk comité.

94. De Voorzitter gaat hiermee akkoord indien na het advies blijkt dat er significante wijzigingen dienen aangebracht te worden. Hij preciseert dat Minister Laruelle voorliggend MB steunt.

95. Johan Hallaert verwijst naar het aspect traceerbaarheid en de uitzondering voor de voedselbanken en de liefdadigheidsverenigingen. Quid verantwoordelijkheid?

96. Als er problemen worden vastgesteld, gebeurt een recall indien de producten reeds op de markt zijn gebracht, vervolgt de voorzitter. Er bestaat daar geen verschil in de behandeling van de consument van voedselbanken/liefdadigheidsverenigingen of van gewone burgers. In dit geval moeten de klanten worden verwittigd. Wie is verantwoordelijk? Wel in dit geval zal het onderzoek van het FAVV aantonen wie verantwoordelijk is, de fabrikant of de verdeler/distributeur van een product (bvb. bij overschrijding DLC). Het Agentschap wil te allen tijde vermijden dat er wordt gesteld dat zij de gratis distributie van levensmiddelen aan caritatieve instellingen wil afremmen. Dit zou ingaan tegen de adviezen van het Europese Parlement, de Europese Commissie, John Dalli (Europees Commissaris) en onze voogdijminister. In crisistijd staat deze problematiek meer en meer in de belangstelling. Mensen besteden meer aandacht aan het feit dat levensmiddelen niet onnodig mogen worden vernietigd. Het Agentschap is tot een goed compromis gekomen zonder dat de voedselveiligheid moet inboeten. De caritatieve instellingen moeten hun klanten eveneens informeren via affiches in geval van terugroeping (cf. grootwarenhuizen).

of 30

97. Herman Diricks voegt hieraan toe dat distributiepunten die gratis leveren aan liefdadigheidsinstellingen, deze moeten verwittigen in geval van een recall. Zodanig dat zij op hun beurt hun klanten kunnen verwittigen.

98. Dat is één van de elementen die Comeos gaat opnemen in zijn vernieuwde informatiebrochure om standaard de partijen waaraan geschonken wordt (voedselbanken) mee op te nemen in de mailing die gestuurd wordt naar de pers, haalt Joeri Deswarte aan.

99. De Voorzitter herhaalt zijn motto: geen voedselveiligheid aan twee snelheden, één voor de rijken en één voor de armen. Volgend basisprincipe dient gerespecteerd: iedereen heeft recht op veilig en gezond voedsel, stelt de Voorzitter tot slot. In geval van terugroeping van producten moeten dus alle voedingsdistributeurs, met inbegrip van de liefdadigheidsverenigingen, hun klanten verwittigen en informeren.

100. Conclusie:

101. De leden van het RC gaan akkoord met de inhoud van het MB in afwachting van het advies van het Wetcom. Als de tekst significant dient aangepast zal hij opnieuw worden voorgelegd aan het RC.

Punt 5. Demo Foodweb

102. Inleidend stelt de Voorzitter dat de toegang tot het privé gedeelte van het Foodweb-systeem streng beveiligd en weinig praktisch is. Dit systeem kan worden gebruikt op voorwaarde dat de gebruiker zijn pincode van eID nog kent, wat niet altijd het geval is. De leden van RC hebben gevraagd om vermelde toegang te vergemakkelijken met dien verstande dat de beveiliging minder groot is indien wordt gewerkt met een password. Een toegang via een password werd dus voorzien.

103. Jacques Moës, plaatsvervanger van Aline Deworme bij de Dienst Financiën, geeft een toelichting bij de manier waarop de operator zich in FOODWEB kan identificeren. En zoals de Voorzitter heeft toegelicht werd het aspect beveiliging wat verminderd en het klantvriendelijk aspect van de toegang tot het systeem wat verhoogd. Hierdoor zijn de twee applicaties FAVV-FIN en FOODWEB terug te vinden in de gebruikelijke zoekmotoren. Bvb. indien men in Google vermelde woorden volledig intypt komt men onmiddellijk terecht op de betrokken sites.

104. Vervolgens wordt de toegang tot het vermelde systeem stap voor stap toegelicht.

Om toegang te krijgen tot het beveiligde gedeelte van Foodweb kan de operator zich: - ofwel identificeren via eID (met uw elektronische identiteitskaart); - ofwel met uw login en wachtwoord van FAVV-FIN.

Om aan te melden tik het adres www.foodweb.be in.

of 30

105. Dan komt de operator op de pagina hierboven terecht en daar kiest u “identificatie FAVV-FIN”. Deze pagina werd aangepast omdat identificatie vroeger enkel via eID mogelijk was. Deze mogelijk blijft uiteraard bestaan. Indien de operator al een toegangscode voor Foodweb heeft via zijn identiteitskaart, kan hij ook op “Identificatie met eID” klikken en de instructies volgen.

Maar het kan gebeuren dat de operator geen toegang heeft tot de gegevens van zijn bedrijf, bvb. als er meerdere verantwoordelijken en wettelijke mandatarissen werden aangeduid in de Kruispuntenbank van Ondernemingen. In deze gevallen wijst Jacques Moës op problemen met Fedict die voorlopig deze manier van werken niet toelaat en deze gegevens strikt beheert. Het Agentschap werkt eraan om dit probleem op te lossen. Maar een praktische oplossing moet niet verwacht worden voor het einde van dit jaar/begin volgend jaar. Vandaar dat aan iedereen toegang zal worden verleend via FAVV-FIN.

106. Op de volgende pagina wordt gevraagd dat de operator zijn FAVV-login en wachtwoord invult. Om veiligheidsredenen wordt elk jaar een nieuw wachtwoord verleend aan de operatoren.

De operator heeft twee mogelijkheden om zich te identificeren:

of 30

• met de FAVV-login (ondernemingsnummer) en het wachtwoord verstrekt door het FAVV (per brief) kunnen ondernemingen de aangifte voor al hun vestigingseenheden in één keer ingeven.

• met de FAVV-login (vestigingseenheidsnummer) en het wachtwoord dat op elk aangifteformulier vermeld is, kan de operator zijn aangifte enkel voor de betreffende vestigingseenheid ingeven.

De bedrijfsgegevens kunnen enkel worden geraadpleegd.

107. Nadat de operator zijn login en wachtwoord heeft ingegeven, komt hij op de onthaalpagina terecht. Daar kan hij de mogelijkheden van de toepassing, die nog steeds worden uitgebreid, ontdekken in het menu. Daar vindt de operator de signalitiek van zijn onderneming met o.a. het vestigingseenheidsnummer (VEN) van zijn onderneming. Neem de rubriek : ”Mijn ondernemingen” onderverdeeld in de subrubrieken: selecteren, raadplegen, aanvragen en contacteren.

108. Onder de rubriek raadplegen kunnen de resultaten van missies worden bekeken (o.a. de verschillende CL met de evt. opmerkingen, de staalnames met de resultaten van de analyses). Onder de rubriek “aanvragen” kan de operator bvb. een verandering in zijn administratieve gegevens doorgeven.

109. De Voorzitter vraagt of een onderneming bvb. bepaalde coördinaten kan veranderen. Jacques Möes antwoordt dat de operator zijn administratieve gegevens kan veranderen (bvb. adres, tel, fax, aanvullende gegevens kan toevoegen, een certificaat toevoegen, enz.).

110. Via deze site kan de operator de PCE contacteren en bvb. een aanvraag met de nodige stukken indienen.

of 30

111. Bij het versturen van de jaarlijkse aangifte van de heffingen aan de operatoren zal een flyer over Foodweb worden meegestuurd waarbij de onlineaangifte van de jaarlijkse heffing via Foodweb wordt toegelicht evenals de toegang tot de applicatie Foodweb via login en wachtwoord. Als de operator alsnog moeilijkheden ondervindt om binnen Foodweb te navigeren of om zijn jaarlijkse aangifte in te vullen, kan hij het callcenter bellen op het nummer 02/545 50 75, elke werkdag tussen 9 en 17 uur. Opmerkingen i.v.m. bedrijfsgegevens (signalitiek) of activiteiten kunnen via de rubriek “Contacteren” in het menu, automatisch via een mail worden toegestuurd aan de PCE waarvan de operator afhangt.

112. Vervolgens wordt genavigeerd naar FAVV-FIN (versie 2012). Deze applicatie zal eerstdaags operationeel zijn voor het indienen van de gebruikelijke aangiftes. Tegen eind 2013 zullen daar de boekhoudkundige documenten ter staving worden aan toegevoegd De operator zal zijn volledig heffingendossier kunnen consulteren (historiek, de gescande papieren aangiftes of geregistreerde webaangiftes, de facturatie, enz.).. In de toekomst zal de facturatie per e-mail kunnen worden verstuurd.

113. De Voorzitter stelt tot slot dat deze applicatie werd ontwikkeld op vraag van de sectoren en hoopt dat ze erover tevreden zullen zijn. Deze applicatie zal dus nog worden verder uitgebouwd.

114. Het is een interessante tool. Johan Hallaert hoopt dat door toepassing van deze applicatie bvb. nieuwe analyseresultaten, inspectieresultaten online zullen kunnen worden geconsulteerd en tevens zullen worden toegewezen aan de juiste operator (de belanghebbende).

115. Sinds 2010 is dit reeds het geval. Maar bepaalde mededelingscriteria dienen gerespecteerd m.a.w. bepaalde missies en staalnames kunnen niet figureren op de site. Actueel worden definitieve missieresultaten (inspectieresultaten/analyseresultaten), uitgezonderd confidentiële documenten of documenten/stukken die betrekking hebben op een juridische dossier, geafficheerd. De laboratoriumresultaten worden geafficheerd vanaf het moment dat ze gekend zijn.

116. Johan Hallaert vraagt of het systeem vanaf heden werkt. In voorkomend geval kan Fevia zijn leden meedelen dat zij hun gegevens op de FAVV-site kunnen consulteren.

117. Inderdaad, maar de operatoren zullen zoals werd toegelicht een folder ontvangen bij het versturen van het aangifteformulier van de heffingen 2012, herhaalt de Voorzitter.

of 30

118. Véronique Berthot voegt hieraan toe dat de operatoren moeten wachten op de brief die het FAVV samen met het aangifteformulier zal versturen. Deze brief bevat hun password om toegang te verkrijgen tot FOODWEB. Diegenen die over een oud password beschikken kunnen dit evenwel nog gebruiken.

Punt 6. Financiering/mailing heffingen:stand van zaken en campagne 2012

119. Naar aanleiding van de vorige presentatie i.v.m. de resultaten van de heffingen 2011 werden een aantal bemerkingen geformuleerd, met name de vraag om meer info bekomen m.b.t. de stilzwijgende operatoren, merkt Jacques Moës op. Het Agentschap gaat inderdaad het nodige doen om betere resultaten te boeken op dit vlak. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste prestatie-indicatoren van de heffingencampagne (bijgewerkt tot 16.01.2012).

120. Wat de planning van de heffingencampagne 2012 betreft:

• het hele jaar door verzending van herinneringen onbetaalde facturen (13.000 herinneringen ingevolge verhoging met 10%) en ingebrekestellingen (verdubbeling onbetaald saldo);

• Begin april:

- verzending van de formulieren aan de Horecasector + het charter van de controleur + de FOODWEB-folder ;

- verzending van individueel schrijven aan de operatoren van de primaire sector met gedeeltelijk gevalideerd ACS.

• Mei :

- verzending van de 3000 formulieren aan de Primaire sector (die over een partieel gevalideerd ACS-systeem beschikken). Het FAVV gaat vooraf contact opnemen met vermelde operatoren omdat er wellicht klachten zullen worden ingediend na ontvangst van de facturatie. Op dat moment zullen zij vaststellen dat ze geen bonus zullen ontvangen. Het FAVV gaat hen toelichten waarom dit het geval is en verwijzen naar het artikel dat werd gepubliceerd in de landbouwvakpers (“Pleinchamp” en “Sillon belge”) voor het Franstalig landsgedeelte. Voor het Nederlandstalig landsgedeelte is een gelijkaardig initiatief

of 30

gepland. M.a.w. het komt erop aan deze operatoren te sensibiliseren en hen de mogelijkheid te bieden om te reageren vooraleer de facturen eind mei worden verstuurd. Dit jaar worden de facturen van de primaire sector vroeger verstuurd omdat het Agentschap over het algemeen meer klachten ontvangt van deze sector en er meer personeel beschikbaar is in mei /juni dan tijdens de vakantieperiode;

- verzending herinneringen aan de stilzwijgende operatoren (herinneringen aangifte) in de Horecasector;

• Facturen ;

• Juni :

• Verzending aangiftes aan de andere sectoren;

• Facturen

� Juli–augustus : verzending herinneringen aan de stilzwijgende operatoren en facturatie;

• September - oktober: verzending 25.000 aangiftes aan alle sectoren;

• November – december: worden nieuwe operatoren gecontacteerd.

121. DOELSTELLINGEN voor 2012

• vermindering van het aantal stilzwijgende operatoren (17,20 % in 2011) o.a. door het ter beschikking stellen van de aangiftegegevens in BOOD aan de FAVV-controleurs op het terrein en door het verfijnen van de selecties. Deze belangrijke groep van stilzwijgende operatoren bevat personen die helemaal niets te maken hebben met het FAVV. Zij reageren evenwel niet op de aangiftes, vandaar dat ze bij het verfijnen van de selecties zullen worden geëlimineerd waardoor de groep van stilzwijgende operatoren zal verminderen.

122. Dit gaat veel verder dan dat, benadrukt de Voorzitter. Er zullen bvb. geen exportcertificaten worden afgeleverd aan niet-betalers tot de factuur is betaald. Er zal niet worden gewerkt met twee maten en gewichten.

• verlaging van het percentage van de onbetaalde facturen (komt neer op 3,56 % voor de heffingen en 0,46 % voor de retributies – rekening houdende met de cijfergegevens vanaf de invoegetreding nieuw financieringssysteem 2006);

• promoten van FOODWEB als homepage voor de operatoren door het progressief ter beschikking te stellen via een klantvriendelijke toegang van de gegevens in BOOD, van de analyseresultaten en de «financiële» gegevens van het bedrijf, zoals facturen heffingen en retributies, aangiftes heffingen en de mogelijkheid om informatie aan de PCE mee te delen.

Punt 7. Budget FAVV 2012 na conclaaf

123. Paulette Looze geeft een toelichting bij de budgetrealisaties 2011 en de resultaten

of 30

van de budgetcontrole 2012.

* in duizendtallen €

124. De initiële cijfers voor 2012 zijn niet opgenomen in de tabel hierboven omdat de begroting voor 2012 pas gestemd werd op 16 februari 2012.

125. Wat het vermelde globale overzicht betreft:

- Ontvangsten voor 2011: gebudgetteerd op 175.487k€, maar 187.715k€ gerealiseerd. De overgerealiseerde ontvangsten voor 2011 situeren zich vooral bij de heffingen, en in mindere mate bij de retributies en de cofinanciering door EU (vertraagde uitbetaling) (zie hierboven voor meer detail);

- Uitgaven voor 2011: werden geraamd op 175.224k€ maar konden beperkt worden tot 170.475k€. Dit is een voorlopig maar zeer realistisch cijfer. Er zijn voor ongeveer 5mio€ aan niet gerealiseerde uitgaven zoals o.a. op lonen (personeelsplan volledig ingevuld), verplaatsingskosten, DMO, communicatie en studies & onderzoek (zie hierboven voor meer detail).

Eén extra uitgave werd gerealiseerd, met name de volledige terugbetaling van de thesaurievoorschotten voor de som van 6.715k€. In 2005 heeft het Agentschap, in afwachting van het nieuw financieringssysteem, 12mio€ aan thesaurievoorschotten ontvangen om de BSE-analyses op zich te nemen. Normaal dienden deze terugbetaald te worden over een periode van 12 jaar a rato van 1mio€/jaar. De budgettaire situatie van het FAVV maakte het mogelijke om, in opdracht van de gedelegeerd bestuurder, deze terugbetaling te realiseren.

126. Wat heeft de budgetcontrole 2012 opgeleverd:

127. Ontvangsten:


128. Raming om 179.418k€ te innen, een verhoging met 3,9 mio€ t.o.v. wat in 2011 geraamd was. De uitgaven voor 2012 zijn geraamd op 166.599mio€. Een flinke vermindering t.o.v. de realisaties 2011 en de begroting van 2011. Deze vermindering is te wijten aan een beslissing van de Ministerraad.

129. Wat de ontvangsten betreft :

� de dotatie: een vermindering van 1.763k€ (netto verschil). Het initiële ontwerpbudget 2012 had dienen geïndexeerd te worden en de dotatie zou dan zijn neergekomen op 110.000k€. Uiteindelijk heeft het FAVV 4mio€ moeten prijsgeven.

of 30

Deze 4 mio€ bestaat uit 2 mio€ besparing opgelegd aan het FAVV en 2,1mio€ van de 11 mio€ verplicht opgelegde besparingen voor de federale parastatalen, voegt de Voorzitter hieraan toe.

� de heffingen: het verschil met de realisaties 2011 is te wijten aan een daling van het aantal operatoren met een malus (stijging van het aantal operatoren met een ACS-systeem).

� de retributies: het verschil tussen het budget 2011 en budgetcontrole 2012 is een vermindering van 757k€. Deze vermindering is vooral te wijten aan een daling van de inkomsten uit residu’s en uit de BSE-testen ten gevolge van een daling van het aantal geteste dieren;

� de cofinanciering EU: stijging met 462.000k€. Er wordt opgemerkt dat deze bugetten meestal met 1j vertraging worden uitbetaald (voor de ziektebestrijding dier/ plant). De cofinanciering voor BSE is gestegen omdat de tarieven zijn gestegen terwijl het aantal analyses is gedaald. De tussenkomst stijgt omdat alle lidstaten minder analyses moeten verrichten en het te verdelen budget groter is en de tussenkomst voor blauwtong is gedaald;

� de overige inkomsten: stijging met 129k€ in 2012 t.o.v. 2011 vnl. te wijten aan de administratieve boetes;

� interdepartementale provisie van 137k€ in 2011: tussenkomsten voor juridische geschillen en een extra tussenkomst in de hospitalisatieverzekering;

� die vnl. werd besteed aan juridische procedures waarvoor een budget werd aangelegd bij de Kanselarij;

� leasing.

130. Detail van de retributies:


131. De retributies zijn samengesteld uit : certificatie, keuring, audit, non-conformiteiten (hercontroles), residuen, betalende controles en tussenkomsten voor BSE-testen (zie hierboven voor meer detail). In totaliteit werden zij in 2011 geraamd op 38.646k€ tegen voor 37.889k€ in 2012, met name een daling van 757.000€.

132. Uitgaven :

of 30

*In duizendtallen €

(1) IDP = interdepartementale provisie

(2) Thesaurievoorschotten volledig terugbetaald

133. De uitgaven zijn samegesteld uit :

� Lonen: zijnde de grootste uitgavenpost. Het budget 2011 voorzag 82.930k€ daarvan werd 81.188k€ gerealiseerd. De budgetcontrole 2012 voorziet 86.208k€, rekening houdende enerzijds met een indexverhoging maar anderzijds met een besparing op werkingskosten met als doel het behoud van het contractueel personeel;

� Overige personeelskost: een verlaging omwille van een besparing op de vergoedingen voor verblijfskosten en kmvergoedingen;

� Werkingskosten: het agentschap heeft in 2011 de werkingskosten sterk beperkt en voor 2012 zullen ze nog iets lager liggen( tussenkomst blauwtong is weggevallen, op communicatie en op huurlasten werd bespaard, op kantoorkosten/werkkledij en een transfert van 2mio€ werkingkosten naar de personeelsenveloppe). Maar deze transfert wordt tot op heden geweigerd;

� ICT: 7.132k€ in 2012 moet het mogelijk maken om alle ICT-toepassingen die ontwikkeld zijn, performant te houden;

� Dierenartsen(vnl. DMO): in 2012 wordt 27.018k€ voorzien m.a.w. een daling van 2,2mio€ t.o.v. 2011, maar de jaarlijkse indexverhoging honoraria van de DMO zal worden doorgevoerd;

� Externe labo’s, vermindering van het budget verbonden aan de BSE-testen – er wordt gewezen op het feit dat een budget nooit overschreden wordt zonder voorafgaandelijke toestemming;

� Investeringen: zelfde niveau van uitgaven als in 2011;

� Terugbetaling thesaurie: zie hierboven.

134. De totale uitgaven worden geraamd op 166.599k€.

135. De Voorzitter herhaalt nogmaals dat de uitgaven van het Agentschap werden verminderd met 9mio€ in vergelijking met het vooropgestelde budget: vermindering van de dotatie, personeelsenveloppe, uitgaven DMO. Het Agentschap heeft bespaard op de werkingskosten en heeft, in tegenstelling tot de notificatie van de Ministerraad van de vorige regering, deze niet verhaald op de personeelskosten. Vanaf 1 november 2012 bestaat de kans dat de kmvergoedingen en de verblijfskosten van de agenten van het Agentschap niet meer zouden kunnen worden betaald. Hij benadrukt dat de voogdijminister sterk heeft geijverd opdat het agentschap het nodige budget zou kunnen ontvangen en geen problemen zou moeten ondervinden. Maar de prioriteiten van de

of 30

regering liggen elders want er was geen crisis meer sinds 2003. Hij benadrukt dat indien de 2mio€ voor de personeelsenveloppe niet kan worden gerecupereerd, het Agentschap verlamd wordt, met alle gevolgen van dien (geen keuring meer, geen certificaten meer, enz.). Er zal een nieuw conclaaf plaatsvinden in juni-juli evenals in september. Hij hoopt in het volgend conclaaf 2mio € van de personeelsenveloppe te recupereren, want onder de federale instellingen werd het FAVV geviseerd wat besparingen betreft.

136. Wat gaat er gebeuren met positief resultaat, vraagt Johan Hallaert. De Voorzitter benadrukt over een reserve te beschikken, maar kan daar helaas niet vrij over beschikken. Het Agentschap zal evenwel niet nalaten de nodige initiatieven/voorstellen voor te leggen aan de minister (zoals o.a. het optrekkenvan de bonus, daling prijs aflevering certificaten). De voogdijminister moet daarvoor op haar beurt evenwel de goedkeuring van de regering bekomen. De Voorzitter vraagt dat de sectoren op politiek niveau voldoende steun geven aan de initiatieven van het Agentschap, evenals aan deze van de voogdijminister, zo niet wordt de goede werking van het Agentschap op de helling gezet. Hij vindt het normaal dat elke openbare dienst besparingsinspanningen levert, maar dit moet billijk zijn. Voor het FAVV is dit niet het geval.

Punt 8. Varia

A) Het KB van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (geconsolideerde NL-versie + Fr- versie); Het ontwerp van KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (NL / FR-versie met wijzigingen).

137. Véronique Berthot geeft een toelichting bij de voorstellen tot aanpassing van het vermelde KB retributies. Behalve voor wat betreft de voorstellen inzake audits, werden al deze voorstellen reeds voorgelegd op het RC van 8 december 2010. Het Agentschap heeft geen bemerkingen van het RC ontvangen m.b.t. deze wijzigingen. Dit ontwerp van KB is hangende gebleven omdat de regering in lopende zaken was. Het Agentschap gaat de resterende stappen van het dossier zo vlug mogelijk afwikkelen zodat het vermelde wijzigingsbesluit kan worden gepubliceerd. Zij brengt de wijzigingen die in voorliggend besluit zijn opgenomen in herinnering:

Wijzigingen voorgesteld tijdens het RC van 08/012/2010:

Invoeging van een definitie van “controle-eenheid” (art. 1, 2de

al.); Art. 3, §1 : toevoeging van de woorden: “bij dit besluit of conform de besluiten genomen in

uitvoering van paragraaf 2”; vervanging van de woorden “reglementaire” door “wettelijke” feestdagen (art. 3,§1, 4

de lid).

Want de prestaties die uitgevoerd worden tijdens het weekend worden aan hoger tarief gefactureerd. Deze reglementaire feestdagen hebben betrekking op 2 en 15 november en 26 december;

Bijlage 2:

• invoeging van een definitie van “slachtlijn” en van “pauze” (hoofdstuk 1,punt 1°/1 &2 en 2°/1);

• vervanging van de woorden “voorziene onderbrekingen van meer dan een halfuur” door het woord “pauzes” (hoofdstuk 1, punt 2°);

• de woorden “het dagelijks bedrag van de aan de keuringstarief verbonden retributies” worden vervangen door “het bedrag van de aan de controle bij invoer verbonden retributies” (hoofdstuk 1, punt 7°);

Bijkomend voorstel van wijziging:

of 30

• audits op aanvraag: de woorden : “Per persoon, een bedrag van [46,24 EUR] per begonnen halfuur en van [64,73 EUR] wanneer de prestaties door een houder van een universitair diploma of gelijkgestelde worden uitgevoerd.” vervangen door: “Per persoon, een bedrag van 57,47 EUR per begonnen halfuur.”. Voorstel van één enkel tarief voor de audits: tot op heden waren er 2 tarieven van toepassing: een tarief voor niet-universitairen en een tarief voor universitairen. Het Agentschap wenst één tarief toe te passen, het gemiddelde van vermelde tarieven. Dit komt de administratieve vereenvoudiging ten goede omdat alle prestaties worden gefactureerd aan eenzelfde tarief. Dit systeem is ook een rechtvaardiger systeem. De agenten van het FAVV worden ingezet in functie van hun beschikbaarheid. Dit brengt met zich mee dat zowel een universitair als een niet universitair kan worden ingezet voor een auditaanvraag. Wat is de budgettaire impact van een dergelijke maatregel? De prestaties voor 2011 komen neer op 200.085 halfuren. Minder dan 12% van deze prestaties werden uitgevoerd door niet-universitairen. D.w.z. dat in het merendeel van de gevallen universitairen optreden. De toepassing van het voorgestelde gemiddelde tarief brengt een vermindering van de retributies met zich mee voor het Agentschap van 15683€.

138. In geval van financiering, wordt het RC om formeel advies gevraagd, benadrukt de Voorzitter.

139. Marie-Laurence Semaille wijst erop dat bepaalde gevogelteslachthuizen problemen hadden op het vlak van de tarifering omdat deze geen rekening hield met het slachtritme. Werd dit ontwerp van besluit aan deze sector voorgelegd?

140. Zoals reeds werd aangehaald hoopt het Agentschap dat voorliggende aanpassingen zo vlug mogelijk worden doorgevoerd omdat hierdoor duidelijk wordt gesteld wat verstaan woord onder “slachtlijn” en “pauze”. Maar in een 2de wijzigingsbesluit dat in de voorbereiding is, zal de keuring en de geassisteerde keuring worden herzien, ook deze voor de slachthuizen met beperkte capaciteit. In de loop van het jaar zal dit ontwerpbesluit kunnen worden voorgelegd, vervolgt Véronique Berthot.

141. De Voorzitter duidt erop dat het oude berekeningssysteem (systeem Francaux) voor de heffingen verbonden aan de keuring in slachthuizen zullen worden herzien. Dit is een zware opgave die de nodige tijd vergt want het evenwicht tussen de sectoren moet worden bewaard.

142. Marie-Laurence vraagt om voorliggende ontwerptekst per e-mail te bezorgen aan de leden van het RC.

143. Véronique Berthot zal hiertoe het nodige doen en vraagt om de bemerkingen uiterlijk tegen 12 april 2012 aan het secretariaat toe te sturen.

144. Thierry Smagghe verwijst naar een vroegere vraag van Febev om de categorieën uit te breiden. Voorliggend besluit houdt het bij 472 stuks/u (slachtritme) voor de categorie “varkens en everzwijnen”. Febev heeft gevraagd om deze categorie verder uit te breiden zodanig dat grotere slachthuizen met hoge capaciteit toch een masavoordeel kunnen blijven behouden.

145. Véronique Berthot noteert de opmerking van Febev. Zij zal worden meegenomen bij de voorbereiding van het 2de toekomstige wijzigingsbesluit.

146. De Voorzitter duidt erop dat vermelde problematiek eerst aan bod zal komen in overlegvergaderingen vooraleer het volgende wijzigingsbesluit op de dagorde van het RC zal worden opgenomen.

B) Vragen van de Landsbond der Beenhouwers:

147. Marc Landuyt stelt volgende vragen:

of 30

Mag er vers kippengehakt verkocht worden? De Voorzitter vraagt om de vraag duidelijk te formuleren per mail. Er zal per mail een antwoord worden bezorgd. Wat is de reden voor de drastische sluiting van de slagerijen behorend tot dezelfde groep? De groep in kwestie bestaat uit een 4-tal slagerijen. 3 slagerijen werden gesloten en 1 slagerij was reglementair in orde en kon haar activiteiten verder zetten. Het FAVV is tot die drastische maatregelen overgegaan omdat vermelde slagerijen gedurende meer dan een jaar herhaaldelijk verwittigingen hebben gekregen zonder dat zij zich de moeite getroosten om hun zaak reglementair in orde te zetten. Ter gelegenheid van een controle werd vastgesteld dat deze slagerijen zelfs niet geregistreerd waren bij de KBO noch over de nodige vergunningen beschikten, die door het FAVV moeten worden afgeleverd. Daarbij werden bijkomend traceerbaarheidsproblemen en problemen die verband houden met de versheid van producten vastgesteld. Na één jaar geduldig te hebben afgewacht heeft de betrokken PCE beslist om over te gaan tot een sluiting in afwachting van een regularisatie van de bedrijven conform de FAVV-regelgeving. Betaling staal gehakt voor analyse : bij een slager in Brussel werd op 26 maart 2012 rond 12 uur een staal gehakt vlees voor analyse meegenomen zonder dat hiervoor betaald werd. De slager kan zich de naam niet meer herinneren van diegene die het staal opgehaald heeft. De Voorzitter haalt aan dat de betrokken beenhouwer de terugbetaling van het staal kan vragen. Dit gebeurt niet ambtshalve. De betrokkene stuurt een factuur naar het Agentschap en wordt vergoed. Marc Landuyt deelt mee dat de controleur heeft geweigerd om het staal te betalen. De Voorzitter vraagt hem de naam van de controleur te bezorgen. De controleurs ontvangen een voorschot van 500€ van het FAVV o.a. voor de terugbetaling van stalen. Beurs HORECATEL: tijdens een ontmoeting met Martine Fretin op de stand van het FAVV tijdens de beurs HORECATEL in Marche-en-Famenne, stelde deze de vraag of het mogelijk was om in contact te komen met de Landsbond der Beenhouwers voor de vorming van controleurs “ op het terrein”. De Voorzitter stelt voor dat Martine Fretin, lid van de Voorlichtingscel en ex-controleur, meer precisie geeft over haar vraag.

C) Brochure “Op weg naar een feilloze FAVV-controle”

148. De Brochure “Op weg naar een feilloze FAVV-controle wordt tijdens de vergadering rondgedeeld. Deze brochure is gericht op de sector van de detailhandel, de horeca en de grootkeukens en omvat allerhande praktische informatie.

149. De brochure staat op onze internetsite en zal worden toegestuurd aan beginnende operatoren in de distributiesector, horeca, enz.

150. Met het oog op de beurs in Libramont, wordt er momenteel gewerkt aan een gelijkaardige brochure voor de primaire sector.

******************** De volgende vergadering van het RC gaat door op

woensdag 25 april 2012 om 9u30.

********************

Verslag van de vergadering nr. 2012-3 van het Raadgevend comité … · 2014. 3. 11. · Page 1 of...

Documents

Transcript of Verslag van de vergadering nr. 2012-3 van het Raadgevend comité … · 2014. 3. 11. · Page 1 of...