Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het...

18
Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Elise Lammens, Laura Van Cauteren Opleiding: professionele bacheloropleiding leraar lager onderwijs Instelling: Odisee, campus Waas Opleidingsonderdeel: Communicatieve vaardigheden 5 Academiejaar 2014-2015 Begeleider: Elke Van Nieuwenhuyze

Transcript of Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het...

Page 1: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Elise Lammens, Laura Van Cauteren Opleiding: professionele bacheloropleiding leraar lager onderwijs Instelling: Odisee, campus Waas Opleidingsonderdeel: Communicatieve vaardigheden 5 Academiejaar 2014-2015 Begeleider: Elke Van Nieuwenhuyze

Page 2: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

2 / 18

Schrijven

1. Voorwoord Naar aanleiding van het project over schrijfvaardigheid van de Nederlandse Taalunie, hebben wij

geprobeerd om in kaart te brengen wat leerlingen zoal schrijven en welke problemen zij

ondervinden bij het schrijven.

2. Inleiding Leerlingen schrijven de laatste tien jaar veel vaker dan voordien, onder invloed van de digitale

media en het toegenomen aantal schrijftaken bij andere vakken dan taal of Nederlands. Bovendien

is de definitie van schrijven ook aan het veranderen: het is niet langer het opstel of de brief of het

werkstuk, maar ook de PowerPoint bij de spreekbeurt, de e-mail, de chat,… 1Met dit onderzoek

willen wij in kaart brengen wat leerlingen zoal schrijven en welke problemen zij ondervinden bij het

schrijven. Daarnaast willen we graag een beeld krijgen dat duidelijk maakt in hoeverre de school

leerlingen ondersteunt in het leren schrijven van teksten.2

3. Probleemstelling Voor onze onderzoeksvragen hebben wij ons gebaseerd op het artikel van de Nederlandse

Taalunie. De onderzoeksvragen uit dit artikel pasten we aan met het oog op onze doelgroep.

Daarnaast deelden wij de onderzoeksvragen op in 4 categorieën: schrijven in het algemeen,

schrijven tijdens lessen taal, schrijven bij andere vakken en enkele interviewvragen (in verband met

schrijfopdrachten) die we aan de leerkracht wilden stellen.

Zo kwamen wij tot onderstaande interviewvragen.

3.1 Schrijven: algemeen - Kun je vertellen wat je allemaal hebt geschreven op school en na schooltijd?

- Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Wat schrijf je dan? Kan je voorbeelden

geven?

- Wat vind je het moeilijkste om te schrijven? Waarom vind je dit het moeilijkste?

- Wie helpt je om opdrachten die moeilijk zijn te schrijven?

- Gebruik je tips345, hulpmiddelen67, trucjes,… om te schrijven? Welke?

1 PEREIRA,C. (2014) Leertaak voor studenten voor onderwijs in primair onderwijs en voortgezet / secundair onderwijs in Nederland, Vlaanderen en Suriname, Artikel Nederlandse Taalunie, p. 1. 2 PEREIRA,C. (2014) Leertaak voor studenten voor onderwijs in primair onderwijs en voortgezet / secundair onderwijs in Nederland, Vlaanderen en Suriname, Artikel Nederlandse Taalunie, p. 2. 3 KING, P., THOMSON, R., (vert.)VAN LYSEBETTEN, P. (2002) Avonturen in Letterland. Zelf spannende verhalen schrijven, Abimo Uitgeverij, Waasmunster. p. 4-5 , 30-31

Page 3: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

3 / 18

3.2 Schrijven: tijdens lessen taal - Welke grote teksten heb je bij taal de laatste week geschreven?

- Wat vond je van deze lessen taal? Wat vond je moeilijk/ gemakkelijk? Waarom?

- Welke steun kreeg je bij het schrijven van de tekst? Welke hulp kreeg je van de leerkracht?

- Wat wil je graag nog leren tijdens een les schrijven?

3.3 Schrijven bij andere vakken - Heb je bij andere vakken nog teksten opgeschreven? Hoe ging dat? Wat vond je er

moeilijk/makkelijk aan?

- Gebruik je tips8910, hulpmiddelen1112, trucjes,… om te schrijven? Welke?

- Vul aan: schrijven vind ik….

-

3.4 Leerkracht al begeleider van het schrijfproces - Wat was de opdracht en het doel van de taak die de leerlingen kregen?

- Hoe staan deze schrijfopdrachten in relatie met elkaar?

- Kregen de leerlingen ondersteuning bij deze opdrachten? Welke opdrachten gingen aan de

schrijfopdracht vooraf?

- Was er bij de schrijfopdrachten een (tussentijdse) feedback?

- Wie beoordeelt het resultaat? Waarop worden de leerlingen beoordeeld?

Wij kozen voor deze interviewvragen omdat wij op deze manier een beeld wilden krijgen13 van wat

leerlingen zoal schrijven en in hoeverre de school de leerlingen ondersteunt in het leren schrijven

van teksten.

4 BASELER, M. (2008) Schrijf!. Alles over het schrijven van gedichten en verhalen, the house of books, Antwerpen. 5 GANERI, A. (2014) Ik schrijf… brieven en e-mails, Corona, Nederland. 6 VERHELST, A., PETERS, V. (2011) Schrijven voor het web & sociale media, Van Duuren Media, Culemburg. p. 54. 7 REMMERIE, D. (2012) Tijd voor Taal handleiding 5, Van In, Wommelgem, p. 26. 8 KING, P., THOMSON, R., (vert.)VAN LYSEBETTEN, P. (2002) Avonturen in Letterland. Zelf spannende verhalen schrijven, Abimo Uitgeverij, Waasmunster. p. 4-5 , 30-31. 9 BASELER, M. (2008) Schrijf! Alles over het schrijven van gedichten en verhalen, the house of books, Antwerpen 10 GANERIE, A. (2014) Ik schrijf… brieven en e-mails, Schoolsupport, Utrecht, p. 20. 11 VERHELST, A., PETERS, V. (2011) Schrijven voor het web & sociale media, Van Duuren Media, Culemburg. p. 54. 12 REMMERIE, D. (2012) Tijd voor Taal handleiding 5, Van In, Wommelgem, p. 26. 13 PEREIRA,C. (2014) Leertaak voor studenten voor onderwijs in primair onderwijs en voortgezet / secundair onderwijs in Nederland, Vlaanderen en Suriname, Artikel Nederlandse Taalunie p. 2.

Page 4: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

4 / 18

4. Aanpak Nadat we het takenblad hadden doorgenomen en de daaraan gekoppelde sessie communicatie

hadden bijgewoond, besloten we om contact op te nemen met een basisschool uit Oost-

Vlaanderen. Concreet deden we dit door een e-mail te sturen naar de directie.

Toen we vernamen dat we het interview met betrekking tot het project schrijfvaardigheid in het 5de

leerjaar zouden afnemen, hebben we ons verdiept in een aantal bronnen. Op basis van informatie

uit deze literatuurstudie hebben we onze onderzoeksvragen aangepast aan deze specifieke groep

leerlingen. We kozen er bewust voor om een onderscheid te maken tussen schrijven in lessen taal

en schrijven bij andere vakken of buiten school.

Uiteindelijk hebben we dit interview afgenomen op 18 december, tussen 9.30 en 10.30. Dit hele

interview met zowel de leerkracht als de 5 verschillende kinderen uit het de leerjaar hebben we

opgenomen met een dictafoon. Op die manier wilden we een aangename sfeer creëren tijdens het

interview waarbij we niet voortdurend moesten notuleren.

5. Resultaten Op basis van deze vaststellingen kunnen wij een algemeen besluit formuleren. Belangrijk is wel dat

u weet dat dit besluit gebaseerd is op een kleine steekproef van 5 leerlingen en 1 leerkracht.

Uit deze resultaten kunnen we afleiden dat kinderen veel schrijven, zowel op school als buiten

school. Een schoolagenda schrijven, werkboeken invullen, huiswerk schrijven en een sms typen zijn

vormen van schrijven die leerlingen dagelijks gebruiken.

Wat leerlingen het moeilijkste vinden om te schrijven of in te vullen zijn nieuwjaarsbrieven en

huistaken. De kinderen geven aan dat ze zich hierbij goed moeten concentreren, anders maken ze

fouten. Het schrijven in een vreemde taal is ook niet altijd eenvoudig. De woorden en

zinsconstructies zijn anders en de kinderen geven aan dat je bij deze schrijfopdrachten heel

nauwkeurig moet werken.

Bij moeilijke opdrachten in verband met schrijfvaardigheid vragen de schoolkinderen hulp aan hun

ouders of aan hun juf. Sommigen gebruiken het internet als hulpmiddel. Dit wijst op een vorm van

zelfredzaamheid: zelf op zoek gaan naar oplossingen voor een probleem.

Andere hulpmiddelen of trucjes die leerlingen gebruiken bij het schrijven zijn: woordenboeken

raadplegen, trager schrijven om nauwkeuriger te schrijven, veel boeken lezen, iedere dag een

aantal woorden en/ of zinnen schrijven,…

Grotere teksten die de scholieren tijdens de lessen taal moesten schrijven, sloten aan bij het thema

uit hun handboek van taal. De schoolkinderen kregen de opdracht om een dialoog te noteren in

directe spreekvorm en een spreekbeurt schriftelijk voor te bereiden. Over het algemeen vonden ze

de lessen taal aangenaam. Het schrijven van een dialoog in directe spreekvorm, bleek de

Page 5: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

5 / 18

moeilijkste opdracht te zijn. Met behulp van aangereikte stappenplannen14 (schrijfkaart, beertjes

van Meichenbaum) en hulp van de leerkracht (die de opdrachten opnieuw uitlegde, leerlingen

aanspoorde om woordenboeken te gebruiken,…) kon iedereen deze opdracht tot een goed einde

brengen.

Deze kinderen zijn ook leergierig. Ieder van hen wil nog iets bijleren in verband met schrijven. Zo

willen de meisjes leren hoe je een e-mail correct moet versturen en wat je juist moet noteren bij cc.

Daarnaast willen ze ook graag leren hoe ze een brief in het Frans moeten opstellen. De jongens

willen dan weer leren hoe ze een krantenartikel of een tekst moeten schrijven die op de schoolsite

kan verschijnen. Een horrorverhaal schrijven dat gebaseerd is op waargebeurde feiten, lijkt hen ook

een uitdaging.

Uit de interviewvragen bleek dat de pupillen ook tijdens andere vakken schrijven. Vooral bij het vak

wereldoriëntatie pennen kinderen heel wat neer. Letten op een correcte spellingswijze en een

correcte vervoeging van werkwoorden blijken de grootste struikelblokken te zijn. Het kopiëren van

Franse tekstjes, vinden ze alle vijf het eenvoudigst.

Toch raadplegen de leerlingen ook hier enkele hulpmiddelen: woordenboeken, het internet en de

beertjes van Meichenbaum zijn enkele voorbeelden hiervan. Vragen stellen aan de leerkracht is iets

wat alle leerlingen doen.

Tot slot gaven de leerlingen nog aan wat schrijven voor hen betekent.

Ze vulden deze zin aan: Schrijven vind ik …

“Super leuk omdat je dan kan fantaseren over de tekst die je schrijft.”

“Niet zo leuk, omdat ik soms heel slordig schrijf.”

“Leuk omdat ik dan mijn handen ergens kwijt geraak.”

“Super omdat je veel kan vertellen op je blad.”

“Leuk omdat ik me een beetje een leerkracht voel.”

Op basis van de resultaten die we verkregen door het gesprek met een leerkracht werd al snel

duidelijk dat je als onderwijzer een begeleider bent van het schrijfproces bij scholieren.

Zo gaf de leerkracht de leerlingen tussentijdse feedback tijdens het maken van een dialoog in

directe spreekvorm. Ze maakte hierbij gebruik van de strategie ‘modeling’15.

Daarnaast had de begeleider ook aandacht voor de instructie gelinkt aan schrijfstrategieën,

samenhangend met aanwijzingen om de interactie tussen de leerlingen te reguleren en een

instructie in genrekennis.16

14 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 17. 15 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 25. 16 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 19.

Page 6: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

6 / 18

De lerares maakte ook gebruik van een werkvorm waarbij de leerlingen schreven met peer

response17: de ‘placematmethode’. Leerlingen reflecteerden samen over karaktertrekken,

hoofdpersonages en de boodschap van een verhaal. Vervolgens noteerden ze een korte tekst

waarin ze het verhaal samenvatten. Tijdens dit schrijfproces hielpen de leerlingen elkaar en gaven

ze commentaar op elkaars teksten, wat zorgde voor zelfsturend schrijfgedrag.

Per 2 een dialoog schrijven was ook een opdracht. Bij deze opdracht schreven de leerlingen

opnieuw met peer response. De onderwijzeres gaf hierbij instructies en besprak samen met de

leerlingen de typische kenmerken van een dialoog (instructie in genrekennis)18. De schoolkinderen

stuurden elkaar bij waar nodig en reflecteerden per 2 over de dialoog. De juf gaf aan dat dit een

manier is om de taal van leerlingen mee te ontwikkelen zodat ze over schrijven en over teksten

kunnen praten.19

De onderwijzer quoteerde de oefening waarbij de leerlingen per 2 een dialoog in directe spreekstijl

moesten schrijven. De juf had op voorhand de beoordelingscriteria duidelijk gemaakt. Dit moest

ervoor zorgen dat de leerlingen doelgericht gingen schrijven met aandacht voor de

beoordelingscriteria. Deze criteria waren zowel gericht op het trainen van deelvaardigheden

(spelling, interpunctie,…) als op de functie van teksten in communicatieve situaties (is de inhoud

begrijpelijk, boeiend voor de luisteraars en lezers?).

Tot slot kunnen we besluiten dat schrijven een heel proces is. Scholieren schrijven veel, zowel

buiten school als op school. Kinderen gebruiken allerlei hulpmiddelen en strategieën tijdens het

schrijven. Maar ook de leraar vervult een belangrijke rol. Het schrijven met peer response blijkt

inderdaad een meerwaarde te zijn voor de kwaliteit van het schrijfproduct. Toch vraagt dit de

nodige‘pedagogical content knowledge’ van de leerkracht20.

17 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 17. 18 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 19. 19 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 18. 20 HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 23.

Page 7: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

7 / 18

6. Bibliografie

BASELER, M. (2008) Schrijf!. Alles over het schrijven van gedichten en verhalen, the house of books, Antwerpen. GANERIE, A. (2014) Ik schrijf… brieven en e-mails, Schoolsupport, Utrecht, p. 20. HOOGEVEEN,A. (2012). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, december, p. 16-25. LITIERE, M. (2002) Mijn kind leert schrijven en hoe kan ik helpen. Een gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners, Lannoo, Tielt. PEREIRA,C. (2014) Leertaak voor studenten voor onderwijs in primair onderwijs en voortgezet / secundair onderwijs in Nederland, Vlaanderen en Suriname, Artikel Nederlandse Taalunie, p.1-3 REMMERIE, D. (2012) Tijd voor Taal handleiding 5, Van In, Wommelgem, p. 26. VAN LYSEBETTEN, P. (2002) Avonturen in Letterland. Zelf spannende verhalen schrijven, Abimo, Sint-Niklaas, p. 4-5, 30-31. VERHELST, A., PETERS, V. (2011) Schrijven voor het web & sociale media, Van Duuren Media, Culemburg, p. 54.

Page 8: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

8 / 18

7. Bijlagen

7.1 Interviews

5.1 Schrijven: algemeen

interviewvraag 1 antwoorden

Kun je vertellen wat je allemaal

geschreven hebt a) Op school b) Na schooltijd

a)

In alle lessen: taal, rekenen, Frans, wero, godsdienst, computerklas

Toetsen: getallenkennis, bewerkingen, taal

Huiswerk in de studie

spreekbeurt

de schoolagenda invullen

de nieuwjaarsbrief typen in de computerklas

kladschrift

mijn naam, nummer en de datum op elke toets schrijven

mijn boek op de boekenlijst (in de klas) ingevuld

b)

huiswerk maken en verbeteren

op de ipad en op de computer e-mails

in mijn dagboek schrijven

oefenschrift en kladschrift

mijn pen uitproberen op een blok papier

een brief schrijven voor oma

gedichten en poëzie

sms

powerpoint maken

telefoonnummer opschrijven

Besluit : Het is verwonderlijk hoeveel kinderen eigenlijk nog schrijven. De tendens om alles te

typen is in de lagere school nog niet aanwezig. Er is wel een computerklas met een computer voor

elke leerling, maar dit lokaal wordt door alle klassen in een beurtsysteem gebruikt.

In vrijwel elke les wordt er nog geschreven, zij het in de ene les in mindere mate dan in de andere.

Page 9: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

9 / 18

interviewvraag 2 antwoorden

Zijn er ook dagen dat je thuis veel

meer schrijft? Wat schrijf je dan?

Kan je voorbeelden geven?

Bij een spreekbeurt. Meestal moeten we een schriftelijke voorbereiding afgeven.

In het weekend. Ik schrijf zelf een boek: ‘Elodie’ op de computer.

In het weekend schrijf ik veel: tijdens het chatten.

Dit weekend schreef ik kerstkaartjes voor mijn vrienden en familie.

Besluit: Leerlingen schrijven thuis ook veel. Soms is dit schrijven gelinkt aan opdrachten voor

school, maar bij andere leerlingen gaat het om vrijblijvend schrijven: kerstkaartjes maken, een

boek schrijven, chatten,…

interviewvraag 3 antwoorden

Wat vind je het moeilijkste om te

schrijven? Waarom vind je dat

het moeilijkste?

Nieuwjaarsbrief typen op computer. Meestal moet je snel typen en dit kan ik niet. Als de anderen klaar zijn, moet ik ook ongeveer klaar zijn.

Nieuwjaarsbrieven met de hand schrijven is nog

moeilijker. Je mag geen fouten schrijven en je moet

mooi schrijven. De brief voor meter/peter hebben we

geschreven. Het is heel moeilijk om in het Frans te schrijven.

Meestal zijn het rare woorden en zijn er veel accenten. Bovendien moet je heel aandachtig naar het bord of in je Frans boek kijken, anders maak je fouten.

Schrijven vind ik moeilijk wanneer ik mijn huiswerk maak of wanneer ik het moet verbeteren. Je moet dan altijd goed nadenken . ’s Avonds ben ik meestal moe en dan lukt dat niet zo goed meer.

Bij taal is het voor mij moeilijk om te schrijven. Je mag geen fouten maken in je werkboek en je moet je goed concentreren. Ik heb problemen met ‘de’ of ‘het’.(dit kind is van Turkse origine)

Als ik net een sms getypt heb, vind ik het moeilijk om in mijn huiswerk Taal niet diezelfde afkortingen te gebruiken; ik gebruik in smsjes de woorden “nie , das, men…)

Page 10: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

10 / 18

Besluit: De 5 leerlingen vinden een nieuwjaarsbrief schrijven vrij moeilijk. Dit is een lastig karwei

omdat je geen fouten mag schrijven en omdat je mooi moet schrijven. Een nieuwjaarsbrief typen is

ook niet gemakkelijk. Dan moet je meestal snel typen en dat lukt bij sommigen nog niet goed. Ook

het schrijven in een vreemde taal is niet eenvoudig. De woorden zijn anders en je moet heel

aandachtig zijn. Het maken van huiswerk en het invullen van het werkboek van taal levert af en toe

problemen op. Hierbij geven de kinderen aan dat ze zich goed moeten concentreren, anders

maken ze fouten.

interviewvraag 4 antwoorden

Wie helpt je om opdrachten die

moeilijk zijn te schrijven?

Mijn ouders. Mijn mama en papa helpen mij omdat ze het beste voor mij willen. Mama wil ook dat ik netjes schrijf.

De juf. Zij herhaalt de opdracht en legt deze opnieuw uit. Hierdoor kan ik zelfstandig aan de slag gaan.

Mijn grootouders. Zij vinden spelling belangrijk omdat ze vroeger zelf leerkrachten waren.

Het internet. Wanneer ik iets niet weet, zoek ik het op. Google helpt mij als ik een woord niet ken/ niet weet hoe ik het moet schrijven.

Mijn zus. Zij is al ouder en weet hoe je woorden en zinnen juist moet schrijven.

De juf van de logo. Zij bespreekt en overloopt mijn huistaken en geeft me tips. Ik moet de beertjes van Meichenbaum gebruiken van haar.

Besluit: De meeste kinderen krijgen bij het schrijven hulp van hun ouders. Toch helpt de juf ook bij

het schrijven. Zij legt opdrachten opnieuw uit en zo wordt de opgave duidelijk. Sommige kinderen

gebruiken het internet als hulpmiddel. Dit wijst op een vorm van zelfredzaamheid: zelf op zoek

gaan naar oplossingen voor een probleem.

interviewvraag 5 antwoorden

Gebruik je tips, hulpmiddelen ,

trucjes, … om te schrijven? Welke?

Ik probeer traag te schrijven om zo nauwkeuriger te

kunnen schrijven.

We gebruiken de computer als hulpmiddel: we zoeken woorden op en kijken naar de spellingswijze van woorden.

In de klas liggen woordenboeken. Die mogen we gebruiken om een woord op te zoeken of om te kijken hoe je een woord schrijft. Maar meestal zie ik op tegen die moeite.

Ik schrijf heel veel kleine woorden op een blad, zo

Page 11: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

11 / 18

oefen ik om niet te groot te schrijven.

Ik schrijf iedere dag 5 zinnen in een schriftje.

Mijn ouders helpen mij als ze thuis zijn.

Ik lees veel boeken en gebruik sommige zinnen uit boeken.

Ik probeer het geschrift van mijn zus na te bootsen.

Besluit: Tijdens het interview gaven de kinderen aan dat ze het internet en woordenboeken

gebruiken als hulpmiddel bij het schrijven. Een aantal leerlingen hebben zelf een aantal trucjes

bedacht: ‘traag schrijven om zo nauwkeuriger te schrijven, boeken lezen en zinnen daaruit

overnemen, het geschrift van een zus nabootsen,…’

Page 12: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

12 / 18

5.2 Schrijven: tijdens lessen taal interviewvraag 6 antwoorden

Welke grote teksten heb je bij

taal de laatste week geschreven?

We hebben gewerkt rond het thema ‘beestig leuk’.

Tijdens de eerste les moesten we een fabel lezen en

op een placemat schrijven wie de hoofdpersonages

waren, het karakter van de personages beschrijven,

het verhaal in één zin vertellen en noteren wat de

boodschap van het verhaal was.

Tijdens de 2de les mochten we een dialoog schrijven

tussen twee dieren. De bedoeling was om dit in

directe vorm te noteren en in 2 kleuren te werken. Zo

zag je wie er aan het woord was

In de 3de les kregen we de kans om onze dialoog voor

te stellen. We mochten wel een spiekblaadje bij ons

houden.

In de laatste les kregen we als opdracht een

spreekbeurt over een dier voor te bereiden. We

kregen een vast patroon welke onderdelen aan bod

moesten komen. In het werkboek moesten we een

voorbereiding neerschrijven.

Besluit: Leerlingen schrijven rond het thema ‘beestig leuk’. Hierin zitten een aantal grotere

schrijfopdrachten. Bij het houden van een spreekbeurt mogen ze gebruik maken van schriftelijke

ondersteuning.

interviewvraag 7 antwoorden

Wat vond je van deze lessen taal?

Wat vond je moeilijk/ makkelijk?

Waarom?

Het was leuk om de verschillende fabels te lezen. Daarna mochten we in groepjes overleggen.

Het moeilijkste was de dialoog schrijven tussen 2 dieren. De juf had namen getrokken en je mocht dus niet kiezen met wie je samenwerkte. Het ging niet zo goed in mijn groepje.

Het was niet eenvoudig om tijdens de spreekbeurt niet alles af te lezen van mijn blad.

Besluit: De fabels lezen vonden de leerlingen het leukste. Een dialoog in directe spreekstijl

schrijven was voor de kinderen het moeilijkste.

interviewvraag 8 antwoorden

Welke steun kreeg je bij het

We mochten onze schrijfkaart gebruiken met daarop

Page 13: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

13 / 18

schrijven van de tekst? Welke hulp

kreeg je van de leraar?

het stappenplan. (zie bijlage)

In de klas hangen beertjes met verschillende stappen (beertjes van Meichenbaum).

In het werkboek staat een kadertje met ‘tips bij het schrijven’.

Wanneer we een tekst schrijven mogen we de woordenboeken uit de klas gebruiken.

De juf legt de opdracht nog eens opnieuw uit.

Terwijl we aan de dialoog bezig waren kwam de juf rond en verbeterde wat niet juist was of gaf ze tips voor een leuke wending in ons dialoogje

Besluit: Leerlingen krijgen verschillende stappenplannen aangeboden (schrijfkaart + beertjes van

Meichenbaum). Daarnaast mogen ze woordenboeken gebruiken of legt de juf de opdracht nog

eens opnieuw uit. In het werkboek staan ook een aantal tips.

interviewvraag 9 antwoorden

Wat wil je graag nog leren tijdens

een les schrijven?

Een horrorverhaal schrijven over iets dat waargebeurd is.

E-mails versturen en leren wat je bij ‘cc’ moet invullen.

Leren hoe je een echt krantenartikel moet schrijven.

Leren hoe je een tekst moet schrijven die op de schoolsite verschijnt.

Een brief in het Frans schrijven.

Besluit: De 5 kinderen gaven ieder een verschillend antwoord. Kort samengevat willen ze volgende

zaken nog leren tijdens een les schrijven: een horrorverhaal schrijven, e-mails versturen en ‘cc’

invullen, leren hoe je een krantenartikel of tekst moet schrijven die op de schoolsite kan

verschijnen en een brief in het Frans opstellen.

Page 14: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

14 / 18

5.3 Schrijven: bij andere vakken

interviewvraag 10 antwoorden

Heb je bij andere vakken nog

teksten opgeschreven? Hoe ging

dat? Wat vond je er

moeilijk/makkelijk aan?

Bij de lessen wereldoriëntatie moeten we veel schrijven. Bij sommige woorden weten we niet hoe we ze moeten noteren (met of zonder hoofdletter, bijvoorbeeld: de middeleeuwen,…)

Voor Frans moeten we soms woorden, soms zinnen overschrijven. Dat is gemakkelijk want de juf schrijft steeds mee aan het bord.

Bij wiskunde moeten we een antwoordzin schrijven als het toepassingen zijn. Ik vergeet deze soms en dan verlies ik punten.

We mochten zelf een gedicht maken over Kerstmis. Dit was wel leuk maar het gedicht mocht maar 11 woorden tellen (elfje).

Bij godsdienst moesten we iets opschrijven over onze familie. Ik vind de werkwoorden vervoegen dan moeilijk (bijvoorbeeld: mijn zus vindt).

Besluit: Leerlingen schrijven ook tijdens andere vakken dan Taal! Vooral de spellingswijze van

sommige woorden en de vervoeging van werkwoorden vinden 2 kinderen moeilijk. Franse tekstjes

overschrijven vinden 3 leerlingen gemakkelijk. -

interviewvraag 11 antwoorden

Gebruik je tips , hulpmiddelen ,

trucjes,… om te schrijven? Welke?

De beertjes in de klas gebruiken we als hulpmiddel om onze antwoordzin niet te vergeten noteren (laatste stap: controleer).

We vragen aan de juf of ze een woord op bord wil voorschrijven (als we niet weten hoe dat moet).

We mogen de woordenboeken in de klas gebruiken.

Besluit: Kinderen gebruiken de hulpmiddelen die bij taal worden ingezet (Meichenbaum, vragen

stellen aan de juf en het gebruik van woordenboeken) ook bij andere vakken.

interviewvraag 12

antwoorden

Page 15: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

15 / 18

Vul aan:

schrijven vind

ik….

Page 16: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

16 / 18

5.4 Leerkracht als begeleider van het schrijfproces Er kwamen in het thema “Beestig leuk” vrij veel schrijfopdrachten aan bod. De leerkracht

selecteerde er drie.

interviewvraag 13 antwoorden

Wat was de opdracht en het doel van de taak

die de leerlingen kregen?

Een fabel schrijven. Kinderen moeten inhoudsvragen m.b.t. hoofdpersonages en karaktertrekken beantwoorden en de boodschap van het verhaal ontdekken.

Een dialoog schrijven tussen twee dieren Het doel van deze taak is om een dialoog voor een publiek (de klasgroep) te presenteren.

Een spreekbeurt schriftelijk voorbereiden.

Leerlingen kiezen een vrij onbekend dier

en maken een identiteitskaart van dit dier.

interviewvraag 14 antwoorden

Hoe staan deze schrijfopdrachten in relatie

met elkaar?

Binnen het thema: “Beestig leuk” gaat het

vooral over dieren. De fabel is een aangename tekstsoort die kinderen omschrijven als een verhaal waarin dieren kunnen praten. De “placemat” is een werkvorm waarbij elk kind actief schrijft.

De link naar de volgende les is een schrijfopdracht per 2. Bij deze oefening moeten leerlingen een dialoog tussen twee dieren schrijven.

Vervolgens komt de spreekbeurt over een dier. De leerlingen mogen zelf een dier kiezen, liefst een vrij onbekend. De uitdaging was om de klas te boeien met de uitleg over hun dier.

Aan de spreekbeurt ging een schriftelijke voorbereiding vooraf .

interviewvraag 15 antwoorden

Kregen de leerlingen ondersteuning bij deze

opdrachten? Welke opdrachten gingen aan

de schrijfopdracht vooraf?

Bij de fabel werkte ik met het systeem van de placemat Hierbij zijn alle leerlingen tegelijk aan het werk. Als ‘samenvatting’

Page 17: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

17 / 18

moet er een kort overlegmoment zijn om tot een consensus te komen die in het middelste vak terecht komt. Deze schrijfopdracht is voor leerlingen duidelijk en afgebakend. Het doel is om via de consensus de anderen te informeren over de fabel die dit groepje las.

Bij het schrijven van een dialoog startte ik met een poppenspel tussen de eekhoorn en de mier. De leerlingen en ik bespraken hoe een dialoog in elkaar zit aan de hand van PowerPoint en de stappen in het werkboek.

De leerlingen werkten per 2, eerst in hun

oefenschrift. Terwijl de leerlingen bezig

waren gaf ik hen tips.

De spreekbeurt voorbereiden gebeurde in

verschillende stappen :

1.Biblitoheekbezoek met opzoekwerk

naar eigen dier.

2. Opzoeken op de computer tijdens de les

ICT.

3.Uitschrijven van de grote lijnen aan de

hand van staakwoorden in het werkboek.

4. Extra informatie neerpennen over het

dier.

interviewvraag 16 Antwoorden

Was er bij de schrijfopdrachten een

(tussentijdse) feedback?

Fabel : mondelinge feedback na het invullen van een placemat. Leerlingen reflecteren samen en komen zo tot een consensus.

Dialoog : Het werken per 2 is verrijkend. De leerlingen vullen elkaar aan en verbeteren elkaar. Dat is al een vorm van tussentijdse feedback. Wanneer in het dialoogje een zin komt die niet strookt met hetgeen ervoor kwam, reageerden leerlingen spontaan.

Ik geef als leerkracht de verschillende leerlingen feedback tijdens het maken van de dialoog. Zo wees de leerkracht de kinderen erop dat het antwoord niet “ja”

Page 18: Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het ...schrijfleven.taalunieversum.org/sites/default/files... · 2015-03-24 · leerlingen ondersteunt in

18 / 18

of “neen” mag zijn. Ik las bij sommige duo’s de dialoog die ze maakten even voor en vroeg dan : “Is mijn gesprekje duidelijk? Begrijp je alles ?” Op die manier merkten de leerlingen waar ze nog iets moesten herwerken.

Spreekbeurt gebeurde in verschillende stapjes met weinig feedback.

interviewvraag 17 Antwoorden

Wie beoordeelt het resultaat? Waarop

worden de leerlingen beoordeeld?

De fabel werd niet beoordeeld aangezien er na reflectie binnen de groep een besluit gevormd was.

De spreekbeurt werd beoordeeld door mij en door medeleerlingen, maar niet op het schrijfproces, wel als spreekoefening.

Het dialoogje werd door mij als juf gequoteerd. Ik hield hierbij rekening met het naleven van de afspraken: - Werd de dialoog in twee kleuren

geschreven? - Werd er gelet op hoofdletters,

interpunctie en spelling? - Is de inhoud verstaanbaar en boeiend

voor het publiek?