Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

32
DE ‘WIJ’ IN ONDERWIJS SKATEN VOOR GHANA — ANALFABETISME IN BELGIË ANNA HAZARE, DE GHANDI VAN DE MEDIA Oktober 2011 # 3 jaargang V www.verrekijkers.org Verrekijkers 16 druk.indd 1 03/10/11 00:56

description

Diversiteit en ongelijkheid in het onderwijs volgens Ides Nicaise Analfabetisme in België De nieuwe roeping van het Xaveriuscollege Anna Hazare, de Gandhi van de media Skaten voor Ghana Één Teun, duizend tonen. Interview met jazzvirtuoos Teun Verbruggen

Transcript of Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Page 1: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

DE ‘wIj’ IN ONDErwIjS

SkATEN vOOr gHANA — ANALFABETISmE IN BELgIËANNA HAzArE, DE gHANDI vAN DE mEDIA

oktober 2011 # 3 jaargang V www.verrekijkers.org

Verrekijkers 16 druk.indd 1 03/10/11 00:56

Page 2: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

INhoudstafel

2 Verrekijkers

Redactie

Janus Verrelst, Dries Rombouts, Wouter Moons, Karolien Berger, Koen Huysmans, Daan Neels

Lay-out

Wouter Moons

Werkten mee

Caroline Kolkman, Ides Nicaise, Joris Michielssen, Elisha Nuñez de Fleurquin, Deborah Meersman, Bert Leysen, Margo Clerckx

Verantwoordelijke uitgever

Janus VerrelstPrinsstraat 13 - 2000 Antwerpen

Met de steun van

INHOUDSTAFEL

3 VooRWooRd: De ‘wij’ in onderwijs

4 dossIeR: Weg met ongelijkheid, lang leve de diversiteit?

6 dossIeR: Afscheid onder de Eiffeltoren

8 ColuMN: Anna Hazare, de Gandhi van de media

9 dossIeR: Een nieuwe roeping voor het college

11 dossIeR: Skaten voor Ghana

13 steM VaN de studeNt

14 oRGaNIsatIe IN de KIJKeR: Met Bouworde naar Senegal

16 fotoRePoRtaGe: Terug naar school

18 oRGaNIsatIe IN de KIJKeR: Terugkeer naar de wildernis

20 dossIeR: Marokko organiseert Zomeruniversiteit

21 GezoNdheId: Een ongeluk komt nooit alleen

22 dossIeR: Lezen en schrijven, wie kan het niet?

24 dossIeR: Klinkt het, of botst het?

26 CultuuRaGeNda: Uit met Verrekijkers

28 CultuuR: Één Teun, duizend tonen

30 ReCePt Met ResPeCt

Verrekijkers 16 druk.indd 2 03/10/11 00:56

Page 3: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

VooRWooRdTekst: Karolien Berger

3Verrekijkers

DE ‘wIj’ IN ONDErwIjS

O nderwijs. Hoewel vele studenten het – vooral in tijden van examens – regelmatig vervloeken, is het een fun-damenteel mensenrecht. De UNESCO (United Nations

Educational, Scientific and Cultural Organization, een van de belangrijkste internationale organisaties op gebied van onder-wijs) beschouwt onderwijs als de sleutel tot sociale en econo-mische ontwikkeling. Geen wonder dus dat ongeveer 40% van het budget van de Vlaamse regering naar onderwijs gaat. Ook geen wonder dus dat iedereen wel een mening over onder-wijs lijkt te hebben.

Tijdens de zomervakantie ontstond er nog een levendige dis-cussie tussen de bevoegde Vlaamse minister Pascal Smet en enkele honderden leerkrachten, naar aanleiding van een enquête die verscheen in Het Nieuwsblad. Een ruime meer-derheid van de Vlaamse leerkrachten bleek bezorgd over een daling van het niveau. Minister Smet weerlegde de kritiek. Wat er ook van zij, momenteel scoort ons onderwijs internati-onaal gezien nog steeds erg goed. Uit de jongste PISA-studie (Programme for International Student Assessment) halen we op alle gebieden bovengemiddelde scores. Het Waalse onderwijs hinkt in vergelijking wat achterop. Desalniettemin heeft ook het Vlaamse onderwijs te kampen met specifieke problemen.

De groter wordende groep allochtone leerlingen vormt een dankbare zondebok om deze problemen op af te wentelen. De multiculturaliteit van ons onderwijs is echter een realiteit, en die realiteit is niet nieuw. Maar hoe gaat ons onderwijs om met diversiteit en ongelijkheid? Hoofddocent onderwijs en samenleving, Ides Nicaise, licht toe op blz. 4. In het katholieke Xaveriuscollege in Borgerhout hebben ze de boodschap begre-

pen (blz. 9). Ook de Marokkaanse overheid neemt initiatieven. Zij organiseert jaarlijks zomeruniversiteiten om jonge geëmi-greerde of buitenlandse Marokkanen het huidige Marokko te leren kennen. Promostunt of leerrijke ervaring? Je leest het op blz. 20.

Een goed onderwijssysteem houdt rekening met alle leerlin-gen, niet in het minst met de zwakkeren. Sommigen maken hun schoolcarrière echter nooit af en behouden een serieuze ach-terstand. Laaggeletterdheid is een zwaar beladen term, maar jammer genoeg ook in België voor naar schatting 10 à 25% van de volwassenen de realiteit. Dat het ook voor hen nog niet te laat is, lees je op blz. 22.

Verrekijkers 16 druk.indd 3 03/10/11 00:56

Page 4: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeR Tekst: Ides Nicaise, Hoofddocent onderwijs en samenleving, K.U. Leuven

4 Verrekijkers

wEg mET ONgELIjk-

HEID, LANg

LEvE DE DIvErSITEIT?

Diversiteit en ongelijkheid in het onderwijs volgens Ides Nicaise

Diversiteit is ‘in’. We spreken niet meer over democra-tisering van het onderwijs, en zelfs het refrein van de gelijke onderwijskansen is volgens sommigen afge-

zaagd. Is diversiteit misschien de nieuwe dekmantel voor een samenleving die ongelijkheid accepteert? In elk geval zijn nieuwe labels meer dan zomaar een nieuwe verpak-king: ze weerspiegelen nieuwe visies. Hier gaat het om de gedachte dat mensen nu eenmaal van in de wieg verschil-

len, en dat het utopisch – soms zelfs verkeerd - is om die verschillen uit te willen vegen. Allochtonen zijn meertalig, autisten kunnen goed concentreren op details, jongens evo-lueren anders dan meisjes … hoever willen we dan gaan in het gladstrijken van de ongelijkheid? Doen we de mensen geen geweld aan door hen per se gelijk te willen maken? Trouwens, zou de samenleving niet erg saai worden als iedereen op elkaar zou gelijken?

Verrekijkers 16 druk.indd 4 03/10/11 00:56

Page 5: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeRTekst: Ides Nicaise, Hoofddocent onderwijs en samenleving, K.U. Leuven

5Verrekijkers

Het verschil tussen de diversiteitsbena-dering en de gelijkheidsbenadering is te vatten in drie kenmerken:

Het eerste kenmerk gaat over kwalita-tieve verschillen (niet ordinaal - ‘meer’ of ‘minder’ – maar ‘anders’) te vatten zijn. Ongelijkheid daarentegen wijst op kwantitatieve verschillen (de ene groep scoort minder goed op toetsen dan de andere).

Een tweede verschil in connotatie is dat diversiteit verwijst naar multidi-mensionale verschillen, terwijl onge-lijkheid vaak ééndimensionaal wordt uitgedrukt. Al te vaak worden jonge-ren vastgepind op hun relatieve scores in wiskunde of taal. ASO-leerlingen sco-ren dan typisch beter dan hun leeftijd-genoten in het BSO. Wanneer worden er toetsen afgenomen in een sportdisci-pline of houtbewerkingtechnieken?

Voor de maatschappij betekent diver-siteit een verrijking, omdat verschillen elkaar aanvullen. Economen zouden wijzen op de theorie van de compara-tieve voordelen: door specialisatie en vrije ruil ontstaan win-winsituaties.

Het is duidelijk dat de diversiteitsge-dachte een verrassend nieuw licht werpt op verschillen tussen mensen. Toch wil ik hierbij enkele kritische geluiden laten horen.

Uit naam van de diversiteit worden beginnende leerkrachten op het hart gedrukt dat zij moeten differentiëren, zonder erbij te zeggen waarom of hoe. Je krijgt dan ook leerkrachten die over-tuigd zijn dat zwakkere leerlingen op een trager tempo moeten leren, en hun ambities voor deze leerlingen verlagen. Het is niet verwonderlijk dat de onge-lijkheid tussen leerlingen daardoor ver-groot. Ongelijkheid bestrijd je niet door om het even welke vorm van differenti-atie. Je moet rekening houden met het ongelijke startniveau van leerlingen, maar ernaar streven dat de leercurven van leerlingen convergeren in plaats van te divergeren.

Bovendien blijken verschillen tussen individuen in verschillende vaardig-

heden vaak met elkaar samen te han-gen: goede leerlingen in wiskunde zijn dat vaak ook in taal, en zelfs in muziek. Sociaal achtergestelde jonge-ren mogen dan bij geboorte bepaalde kostbare talenten hebben, vaak worden die door kansarmoede of discrimina-tie mee gefnuikt met de rest en scoren deze jongeren mettertijd over de hele lijn lager dan hun leeftijdgenoten uit bevoorrechte groepen. Het vriendelijke label van diversiteit (‘jij bent beter met je handen’) wordt dan de leugen waar-mee men de ambitie laat varen om deze jongeren op te tillen tot waar hun gene-tische mogelijkheden misschien oor-spronkelijk reikten.

Ik vrees ook dat ons onderwijs nog verre van rijp is voor de diversiteitsgedachte. Neem nu het Leerzorgdecreet: al meer dan tien jaar wordt er geruzied of het nu wel goed is om leerlingen met een beperking hun rechtmatige plaats in het regulier onderwijs te geven. Of neem de meertaligheid van allochtonen: het mag bewezen zijn dat zij beter scoren op Frans of Engels, maar dat wordt nauwe-lijks in de verf gezet. Deze leerlingen worden op school gedwongen om niet alleen Frans en Engels, maar ook hun moedertaal opzij te zetten. Jonge alloch-tone ouders moeten in pover Nederlands met hun kinderen communiceren, waar-

door het taalgevoel bij de kinderen verschrompelt. Meertalig onderwijs, onderwijs in eigen taal en cultuur, bicul-tureel onderwijs … worden afgebouwd. Of neem hun levensbeschouwelijke diversiteit, die buitengewone kansen biedt tot wederzijdse kritische bevraging en herbronning. Veel Vlaamse scholen proberen ofwel in stereotiepe katho-lieke rituelen tot een maximale assimi-latie te komen, ofwel verschuilen ze zich achter een steriele neutraliteitsgedachte en laten jongeren met hun zingevings-vragen in de kou staan. Negen op tien Vlaamse scholen laten door een hoofd-doekenverbod aan jonge moslims voelen dat hun culturele en religieuze identiteit een bedreiging vormt voor henzelf en voor anderen. En dan vraagt men zich af hoe het komt dat 40% van de alloch-tone jongeren hun secundair onderwijs niet voltooien. Of hoe diversiteit toch weer ongelijkheid wordt.

“Negen op tien Vlaamse scholen laten door een hoofddoekenverbod aan jonge moslims voelen dat hun culturele en religieuze identiteit een bedreiging vormt voor henzelf en voor anderen.”

Verrekijkers 16 druk.indd 5 03/10/11 00:56

Page 6: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Karolien Vrints — Foto’s: Karolien VrintsdossIeR

AFScHEID ONDEr DE EIFFELTOrEN

Buitenlandse studenten leren bijen kweken in België dankzij VLIR-UOS

S tijfjes naast elkaar. Stilletjes, sommigen met opgetrokken schouders. Monotoon stellen ze

zich om de beurt voor. De ene wil gaan lesgeven. De andere wil zich verder spe-cialiseren in onderzoek.

Het is hun tweede dag in België, aan de Universiteit Gent. Voor de mees-ten van deze studenten met een beurs van VLIR-UOS (Vlaamse Interuniversitaire Raad – Universitaire Ontwikkelingssamenwerking) is het hun eerste stap in Europa.

Ik droom wat weg, een paar uren terug in de tijd, toen ik afscheid nam van een andere groep uitbundigere studenten, ook van de Universiteit Gent. Deze stu-denten hadden net een volledige trai-

ning Beekeeping for Poverty Alleviation van vier maanden achter de rug.

In samenwerking met het laboratorium voor Zoöfysiologie leerden de beurs-studenten van de Gentse bijenprofessor Frans Jacobs hoe ze bijen moeten kwe-ken en honing produceren. Samen met deze enthousiaste groep imkers dar-telde ik twee dagen door een loeiheet Parijs. Ik was mee op stap tijdens hun afscheidsweekend. Onder de Eiffeltoren kreeg ik vele verhalen en toekomstdro-men te horen over alles wat met bijen, het zuiden en kennis doorgeven te maken heeft.

‘Deze training is zoveel meer dan leren hoe we een bijenkolonie moeten opstarten en honing kunnen oogsten’,

zegt Tabifor Christian Phuebong uit Kameroen (36 jaar). ‘We krijgen ook mee hoe we een commerciële zaak kunnen opbouwen en de lessen zijn heel inter-actief. Dat was nieuw voor mij.’

Volgens professor Jacobs kunnen tien kasten voor een jaarinkomen zorgen voor een arbeider in een ontwikkelings-land. Zodra men meer honing produ-ceert dan men voor zichzelf nodig heeft, kan men beginnen verkopen. Zo komt de lokale economie op gang.

De honing van de toekomst

De ondernemingsgezinde Namonje Sharon uit Zambia (31 jaar) had al heel concrete plannen in haar hoofd tijdens het afscheidsweekend: bijen introduce-ren in de koffiefabriek in de buurt van haar huis en de productie opmeten voor en na de komst van de bijen.

Kashumba Faustine Mulokozi uit Tanzania (40 jaar) had het plan boe-ren rond zich te verzamelen die zich op kleine schaal met bijen bezig hiel-den. ‘Als ik hen kan doen samenwer-ken, kunnen we honing op grotere schaal verkopen. Ook wil ik graag meer vrouwen in de zaak betrekken. Imker zijn is geen hele zware job. Vrouwen kunnen dit soort werk zeker aan. En het zorgt ook voor een stabiel en goed inkomen.’ Maar buiten dit project droomde Kashumba ervan om meer partnerschappen aan te gaan op glo-baal niveau. ‘Om te kunnen overleven in deze wereld moeten we leren samen-

6 Verrekijkers

Verrekijkers 16 druk.indd 6 03/10/11 00:56

Page 7: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeRTekst: Karolien Vrints — Foto’s: Karolien Vrints

werken als broers en zussen. Ik wil dus eigenlijk een project opzetten dat niet alleen met honing bezig is, maar dat ook menswaardig samenwerken promoot.’

Wetenschappelijk medewerkster Inge Roman begeleidde deze groep studenten tijdens hun training aan de Universiteit Gent. Op mijn vraag of er zich moei-lijkheden hadden voorgedaan tijdens de voorbije vier maanden, antwoordde ze dat interculturele communicatie wel eens kan mislopen. En hoe moeilijk een conflictsituatie ook is, blijven praten met elkaar is haar raad. Bij misverstan-den aanhoorde ze steeds alle betrokken partijen. Niet evident, als je weet dat deze studenten volwassen mensen zijn met hun eigen opvattingen en verschil-lende culturele achtergronden. Maar de meeste van deze imkers zaten boor-devol goede wil en dit was een belang-rijke voorwaarde om het evenwicht in de groep te kunnen bewaren.

Bijen in Gaza

Abuzubaida Mohammed uit Gaza gaf toe het moeilijk te hebben gehad tijdens zijn verblijf in Gent. Hij wou de training bijna opgeven, maar dankzij Inge en zijn

medestudenten is hij toch overtuigd geraakt van de meerwaarde van het programma. ‘Een mens verandert niet gemakkelijk. Dat geef ik grif toe. Maar de ervaring die ik door deze vorming heb opgedaan, heeft me zeker erg beïn-vloed. Het is mijn plicht de kennis die ik heb opgedaan in België door te geven aan mijn naasten en collega’s. In Gaza kan dit een groot verschil uitmaken.’

Hoopvolle imkers

Het enthousiasme bij deze zuiderlingen om projecten in eigen land op te star-ten, gaf hoop. Maar eens terug thuis zal de meerderheid van deze imkers gecon-fronteerd worden met een gebrek aan middelen en infrastructuur. Daarom is het belangrijk voor hen om aan fondsen te geraken. En om beleidsmakers ervan

te overtuigen dat bijen zoveel meer zijn dan insecten.

De wens om elkaar terug te zien na enkele jaren imkeren, was groot tijdens het weekend. Nu nog het geld vinden om zo een bijeenkomst te organiseren. Maar het verlangen naar thuis was ook erg aanwezig. Vier maanden was het geleden dat deze trainees hun partner of kinderen hadden gezien. ‘Gemengde gevoelens’ was daarom het unanieme antwoord op mijn vraag hoe ze zich voelden op dit afscheidsweekend.

Maar ze namen hun vlucht richting het zuiden vol nieuwe ideeën en plannen terug. Deze kruisbestuiving tussen ver-schillende kennis en kunde van Noord en Zuid kan de mensen en bijen alleen maar goed doen.

7Verrekijkers

Verrekijkers 16 druk.indd 7 03/10/11 00:56

Page 8: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

ColuMN Tekst: Joris Michielssen — Illustratie: Elisha Nuñez de Fleurquin

8 Verrekijkers

ANNA HAzArE, DE gANDHI

vAN DE mEDIADe sociale problemen in India krij-gen zelden aandacht in onze media. De gewapende revolutionaire strijd die rebellen voeren diep in het Indische bin-nenland om de grondrechten van arme boeren te vrijwaren van de oprukkende internationale zoektocht naar koper, kobalt en staal haalt het niet van de revoluties in de Arabische wereld. De structurele hongersnood waardoor dagelijks tussen 2500 en 5000 kinderen sterven haalt het niet van de hongerige Hoorn van Afrika.

Tot enkele weken geleden, toen, tus-sen de val van Pukkelpop en Tripoli, Anna Hazare nieuws maakte met zijn hongerstaking tegen de corruptie bij de overheid en zijn arrestatie een massabetoging teweegbracht. ‘De nieuwe Mahatma Gandhi is opgestaan’, blokletterden de Vlaamse nieuwssites. India stond prompt centraal in het journaal.

‘Eindelijk!’, zou ik gedacht hebben. Eindelijk, omdat India eens met iets anders in het nieuws kwam dan met een treinbotsing, een overvallen Indische diamantair in Antwerpen, het bezoek van een Belgische minister aan een tante nonnetje in Mumbai, een verdwaalde slang in een gastenverblijf van de klungelig georganiseerde Common Wealth Games of een karikaturale foto van één of andere Indische heiligendag? Eindelijk omdat de nieuwe Gandhi was opgestaan? Of omdat er eindelijk een revolutie los-barstte tegen de wijdverspreide corruptie in India, iets waaraan ik me vanaf het begin van de Arabische Lente al had verwacht?

Eindelijk, ware het niet dat op het moment dat de nieuwe Gandhi op onze beeldbuizen ten tonele werd gebracht een aantal gere-nommeerde Indische publicisten, Arundathi Roy en Prabhat Patnaik, al grote vraagte-kens hadden bij de Gandhiaanse bedoelin-gen van Hazare. Eindelijk, ware het niet dat er in India voortdurend tientallen activisten die dichter aanleunen bij het gedachtegoed van Ghandi, zichzelf uithongeren. Zij ijveren voor een rechtvaardig India voor alle Indiërs waar ieders recht op ontwikkeling, gezond-heid, eten en democratie wordt gewaarborgd.

Gezien de grote corruptieschandalen met politiekers die de voorbije jaren aan het licht werden gebracht, is Hazare’s actie zeker te

rechtvaardigen. De vraag is of de hongerstaking tot doel heeft om bij de meer dan 500.000 hongerige Indiërs die leven van hoogstens één of geen maaltijd per dag brood op de plank te brengen? Feit is dat de actie sterk wordt gesponsord door net die grote industriële bedrijven die het Indische binnenland afgraven, lokale boeren van hun gronden verdrijven en pro-beren om de steekpenningen te ontlopen die ze moeten beta-len om wetten te overtreden en belastingen te ontduiken. Feit is dat de actie sterk wordt gesteund door de ondernemende middenklasse die baat heeft bij een meer doorgedreven libera-lisering en privatisering. Feit is dat de actie geenszins tot doel heeft om de kleine corruptie aan te pakken waar de armere bevolking dagelijks mee te maken krijgt.

De vreedzaamheid van de actie bleek echter genoeg voor de Vlaamse media om het karikaturale beeld van India te beves-tigen en Hazare te bestempelen als de nieuwe Gandhi.

Verrekijkers 16 druk.indd 8 03/10/11 00:56

Page 9: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeRTekst: Bert Leysen — Foto: Bert Leysen

9Verrekijkers

EEN NIEUwE rOEPINg vOOr HET cOLLEgE

H et Xaveriuscollege werd gesticht door de jezuïeten om onder-wijskansen te bieden aan de

‘Vlaamse volksmens’ in Borgerhout en Deurne. Nu wonen er vele gezin-nen van diverse afkomst. De school zoekt opnieuw naar de beste manier om de lokale jeugd kansen te geven. Verrekijkers sprak met de directeur, pater Johan Verschueren.

Om met de deur in huis te vallen: 45 % van je leerlingen in de eerste graad is van gezinnen met een andere afk omst, ter-wijl dit in de derde graad nog maar 20% bedraagt. Hoe komt dat? Leerlingen van een andere etnische afk omst van de eer-ste of tweede generatie, hebben meestal een vorm van achterstand, die soms te wijten is aan taal, maar soms aan de cul-tuurkloof tussen de situaties thuis en op school. Een jongere met een andere herkomst, moet een aantal vaardighe-den méér hebben, wil hij slagen in het ASO. De uitval van die groep is procen-tueel groter dan de uitval van autoch-tonen. Als je die lijn doortrekt, kom je uit op een klein aantal allochtonen in de derde graad.

Jullie eerste graad krijgt vanuit de Vlaamse overheid extra ondersteuning. Is dat nuttig?

Het gelijke kansenbeleid van de overheid mikt voornamelijk op taalachterstand. Dat is nuttig voor degenen die een taal-achterstand hebben, of in ieder geval het Nederlands niet voldoende machtig zijn. Want er zijn er die talig zijn op een heel ander vlak.

Maar soms komen ze ook nog uit families die intel-lectueel niet zo sterk zijn, uit de lagere socio-economische klasse. Dat maakt taal-achterstand bijsturen nog belangrijker.

Ondertussen hebben we gemerkt dat we moeten werken rond de cultuurk-loof tussen thuis en school, om proble-men daar te remediëren. Op dit ogenblik steken we daar ook middelen in, want taal … is niet alles.

Voor jullie leerlingenpopula-tie streven jullie naar een afspiegeling van de samen-leving. Wat is voor u een ‘goede mix’ ?

Een ‘goede mix’ lijkt te schommelen rond de 30 procent leerlingen van een andere afk omst. Boven de 40 kom je in een soort van stresssituatie terecht, die dan weer minder interessant is. 30 pro-

cent is ideaal. Daarmee leven ze niet meer in de schaduw van de grote klas-groep. Zo kan er een dialectisch proces ontstaan.

Hoe krijgt u een ‘goede mix’?

Er zijn geen wettelijke middelen om mensen te dwingen zich in te schrijven bij ons, of om ze te weigeren. Wie eerst komt, eerst maalt. Ons percentage ligt inderdaad rond die dertig in het eerste jaar, Latijnse en Moderne samen. Dat bewerk je door heel helder te zeggen wat voor school je wilt zijn. Echt selecteren kan ik niet. Ik kan alleen préselecteren door een bepaald imago op te bouwen.

Hebben jullie al eens te maken met moslims met radicale ideeën?

Je komt wel eens jongeren tegen die nei-gen naar fundamentalisme – maar dat is natuurlijk een zware uitspraak. Dat zijn jongeren die het moeilijk hebben met de westerse rationaliteit, het oorzaak-gevolg-denken dat leidt tot toepassingen tot in de theologie. Onze cultuurkritiek, die wij ook durven toepassen op het zin-gevende domein, de historische proces-sen die spelen in onze samenleving, daar hebben zij het soms heel moeilijk mee. Dat gaat over evidenties die je in een

Verrekijkers 16 druk.indd 9 03/10/11 00:56

Page 10: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeR Tekst: Bert Leysen — Foto: Bert Leysen

10 Verrekijkers

premodern samenlevingsmodel eigen-lijk niet hebt. Ze moeten plots in een paar jaar een sprong maken waar wij honderden jaren over hebben gedaan. Dat is hevig. En dan krijgen ze soms wat kramp. Dat kan tijdelijk zijn, maar het kan ook langer duren. Tot fundamenta-lisme komt het gelukkig niet. Maar dat er een zekere afk eer kan ontstaan tegen het westerse samenlevingsmodel en het westerse denkmodel, dat komt zeker voor. Dat is ook terecht, ons model is zeker niet vrij van kwaal of euvel.

De Scouts schrapten de ‘K’ uit hun naam, omdat hun leden vaak niets te maken hebben met de kerk. Hoe denkt u de pedagogiek van het college katholiek te houden als veel leerkrachten en leerlingen dat niet zijn? Blijft u mensen verplichten om naar de mis te gaan?

Natuurlijk. Als je de pretentie hebt katholiek onderwijs aan te bieden, ben je moreel verplicht om dat in te schrij-ven in je curriculum. Aan leerkrachten die bij ons komen werken, vragen we een minimale medewerking. Gelovig zijn is geen vereiste. We willen van ons college een soort laboratorium maken waarin we samen levensbeschouwelijk op zoek gaan. Ik vraag leerkrachten dat ze zich

profi leren naar de leerlingen als perso-nen met een paar antwoorden, maar veel meer vragen. En dan is er nog het refe-rentiekader van het christelijke verhaal, dat je mag laten weerklinken, zowel in verhalen als rituelen.

Hoe kan het katholieke project aan bod komen in bijvoorbeeld een les chemie?

Sinds ik ze erop heb gewezen hoe belangrijk het is, vertellen leerkrach-ten mij soms iets als: ‘Kijk, in mijn les Engels is er iets metafysisch aan bod gekomen – en ik ben erop ingegaan, wat ik vroeger normaal nooit zou gedaan hebben’. Dan begrijpen ze dat hun les-opdracht eigenlijk breder is dan het vak-domein waarin ze lesgeven.

Kunt u een voorbeeld geven?

Er zijn vele voorbeelden. In Engelse poëzie kwam godsspraak eens aan bod, door metafysische bewoordingen in een gedicht. Een leerling ging daarop in en stelde een uitdagende vraag aan de leerkracht.

In de les fysica stelde een andere leerling zich de vraag hoe het godsgeloof kan rij-men met het wetenschappelijk mecha-nistisch wereldbeeld. Enzovoort.

Heeft u er nog iets aan toe te voegen om een volledig beeld t e h e b b e n v a n h e t multiculturaliteitbeleid?

Sommige Borgerhoutse organisaties, zoals El Moustaqbal en Kif Kif, proberen de kloof te dichten tussen thuis en school. Als zij iemand vinden die geschikt zou zijn voor het ASO, moedigen ze de ouders aan hun kind te laten starten bij ons. Voor veel jongeren uit gezinnen met een diverse afk omst is ons college een ‘moei-lijke, strenge school’. Sommigen durven gewoon niet. Organisaties als Kif Kif brengen die mensen wel eens mee naar inschrijvingen.

Ze brengen ons ook op de hoogte van bepaalde familiesituaties. Marokkaanse families spreken niet vaak over thuis. Dat kan nadelig zijn voor het kind.

In een autochtone familie moet de zoon maar een hoestje hebben en de moe-der hangt al aan de telefoon om te zeg-gen: ‘Mijn zoon kan zijn examen niet afl eggen’.

Als een Marokkaanse jongen crepeert van de pijn en naar het ziekenhuis moet – komen we dat soms niet eens te weten. Als je dan naar de resultaten kijkt, zou je op de klassenraad stommiteiten kun-nen doen …

Verrekijkers 16 druk.indd 10 03/10/11 00:56

Page 11: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeRTekst: Karolien Berger

11Verrekijkers

SkATEN vOOr gHANA

Z o’n 15% van de Vlaamse studen-ten trekt tijdens zijn of haar stu-dies naar het buitenland. Erasmus

kent iedereen, maar er zijn uiteraard tal van andere mogelijkheden. Drie studen-tes kinesitherapie aan de Antwerpse Artesis-Hogeschool hebben dat maar al te goed begrepen. In plaats van hun stage onder de kerktoren te doen, trek-ken Maja Werquin, Sanne Van Riel en de Nederlandse Birgit Daalderop drie maanden naar Ghana. Om hun project te fi nancieren, kwamen ze met een origi-neel idee: een skatetrip van Antwerpen naar Amsterdam! Net voor de start van het academiejaar begonnen de meisjes aan hun tocht, Verrekijkers sprak met Maja voor hun vertrek.

Hoe is het idee gegroeid om naar Ghana te gaan?

Eigenlijk puur toevallig. De vorige jaren zaten we alledrie in dezelfde buurt op kot en fi etsten we samen naar de les. Tijdens een van onze fi etstochtjes kwam ontwikkelingssamenwerking ter sprake, en zo is het idee gegroeid om tijdens onze master een stage te doen in Afrika.

Al snel waren we samen plannen aan het maken. Onze school biedt namelijk al lang de mogelijkheid om stage te lopen in het buitenland. Uit de verschillende stageplaatsen was de keuze voor Ghana snel gemaakt, aangezien dat het enige land uit de lijst was waar Engels gespro-ken wordt (lacht).

Weten jullie wat je te wachten staat?

We zijn er ons van bewust dat het geen snoepreisje wordt en dat we onszelf waarschijnlijk wel zullen tegenkomen. De stage zelf staat uiteraard volledig in het teken van praktijkervaring. We zul-len meedraaien in het Tamale Teaching Hospital en patiënten daar een kine-sitherapeutische behandeling geven. Omdat we nog in opleiding zijn, staan we uiteraard onder de supervisie van een plaatselijke kinesist. Dat wordt ongetwij-feld een leerrijke ervaring, want uit onze vorige stages hier in België hebben we geleerd dat het verschil tussen theorie en praktijk toch groot is.

Worden jullie door jullie

school goed ondersteund?

Aangezien er bij Artesis elk jaar stu-denten in het buitenland stage lopen, verloopt alles vrij vlot. We hebben uiter-aard ons project wel moeten voorstel-len en toestemming moeten krijgen. Via de school zijn we in contact geko-men met de ngo Revsodep, zij organise-ren de concrete ontwikkelingsstage ter plaatse. Artesis komt ons tegemoet in de vaccins die we nodig hebben, maar de fi nanciering van de stage is voor onze eigen rekening.

En daarom zijn jullie op skates van Antwerpen naar Amsterdam getrokken …

Inderdaad! Het idee is heel spontaan gegroeid. Sanne is de skatester van ons drie, ze heeft Birgit en mij op een avond eens gevraagd om samen langs de Schelde te gaan skaten. Blijkbaar liep Sanne al langer rond met het idee om eens tot Amsterdam te skaten. We heb-ben samen beslist om dat idee aan onze stage te koppelen en er een sponsortocht van te maken.

Verrekijkers 16 druk.indd 11 03/10/11 00:56

Page 12: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeR Tekst: Karolien Berger

12 Verrekijkers

Verwacht je onderweg jullie ervaring als kinesisten in spe nodig te hebben?

Hopelijk zo weinig mogelijk! (lacht) We hebben ons tijdens de vakantie natuur-lijk wel al voorbereid: skaten, lopen, con-ditie kweken … Dat laatste is intussen al aardig gelukt! En wat het skaten betreft , Sanne is al langer een expert op wiel-tjes. Birgit en ik daarentegen voelen ons nog steeds ongeleide projectielen, vooral stoppen lukt nog niet zo goed … Onze ‘eerste hulp bij skate-ongevallen’ bestaat vooral uit talkpoeder en blarenpleisters, maar we kunnen elkaar natuurlijk altijd een massage of iets dergelijks geven als dat nodig is. Het is voor ons zelf nog een beetje gokken hoe alles zal lopen, want we hebben nog nooit vijf dagen na elkaar op skates gestaan.

Hoe gaan jullie de tocht concreet aanpakken?

We plannen ongeveer zes dagen onder-weg te zijn, de tocht naar Amsterdam is zo’n 200 km lang. Overdag zullen we tel-kens met twee skaten, de derde volgt op de fi ets met de bagage. ’s Avonds hopen we bij vriendelijke Nederlanders te kun-nen logeren. Verder hopen we vooral zoveel mogelijk steun te mobiliseren!

Wat gaan jullie doen met het verzamelde geld?

Revsodep – de organisatie waarbij we onze stage gaan doen – vraagt een bij-drage aan iedereen die bij hen vrijwil-ligerswerk komt doen. Een deel van het geld willen we hiervoor gebrui-ken. Ondertussen hebben we gemerkt dat er erg veel mensen enthousiast zijn over ons project, het lijkt echt aan te slaan. Een vriend van Birgit heeft een logo ontworpen voor onze actie, een Mechelse fi etsenhandelaar heeft ons de fi ets geschonken, tal van winkeliers en organisaties steunen ons. In onze thuis-steden zijn we bij kleinere zaken binnen-gestapt met ons verhaal, in ruil voor sponsoring maken we reclame op onze website. Omdat we al aardig wat geld bij elkaar hebben gesprokkeld, hebben we beslist om nog een andere organisatie te steunen: Operation Hand in Hand. Zij bieden autistische en verlaten kindjes van over heel Ghana een warme thuis. Als we genoeg geld ophalen, houden we nog een bedrag over voor een organisa-tie die we ter plekke ontdekken. Het zou namelijk leuk zijn om daar nog mensen te steunen die volgens ons een verschil kunnen maken.

Wil je Maja, Sanne en Birgit steunen of weten hoe hun skate-avontuur verlopen is? Surf dan naar http://skatingforghana.weebly.com

Verrekijkers 16 druk.indd 12 03/10/11 00:56

Page 13: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

steM VaN de studeNtTekst: Janus Verrelst — Foto’s: Janus Verrelst

13Verrekijkers

STEm vAN DE STUDENTI n de rubriek Stem van de Student laten we de student zelf aan het woord.

“Bijna-student” moeten we hier zeggen, want speciaal voor het eerste nummer van het academiejaar trokken we naar de dienst inschrijvingen van Universiteit

Antwerpen. We vroegen aan de studenten in spe wat ze van het universiteitsle-ven verwachtten.

Benjamin Bergers, 18 jaar, EdegemHandelsingenieur: “Gent interesseert me niet”

Waarom handelsingenieur?

Voor de interessant vakken. Ik kreeg mijn interesse voor de bedrijfswereld met de paplepel mee. Mijn vader heeft zelf een bedrijf.

Wat verwacht je van het studentenleven?

Ik wil graag zelf bij een studentenclub. Het spreekt me enorm aan, maar ik zal me het eerste jaar wel moeten inhouden.

Waarom Universiteit Antwerpen?

Ik woon in Antwerpen. Leuven maakte het wat te gecompli-ceerd en Gent interesseert me niet.

Laura Gysbrechts, 18 jaar, HemiksemBio-ingenieur: “Bij studeren hoort het studentenleven”

Waarom bio-ingenieur?

Voor de diversiteit. Je kunt veel kanten op met de richting. Op de middelbare school studeerde ik wetenschappen. Ik wil hier graag in doorgroeien.

Wat verwacht je van het studentenleven?

Het studentenleven hoort bij het studeren. Helaas kan ik nog niet op kot. Pas wanneer de master start ga ik op kot. Dan heb ik geen andere keuze, want er bestaat geen master bio-ingenieur op Universiteit Antwerpen.

Emilie Hens, 18 jaar, WuustwezelSociologie: “UA heeft een goede naam”

Waarom sociologie?

Ik wil iets breed studeren waarmee ik achteraf alle kan-ten mee op kan. Ik voel me nu nog te jong om een keuze te maken.

Wat verwacht je van het studentenleven?

Het studentenleven trekt me aan, maar ik weet nog niet wat ervan te verwachten. Ik ga binnenkort op Verkenningsdagen, dus dan hoop ik er meer over te vernemen.

Waarom Universiteit Antwerpen?

Het heeft een goede naam. Als ik hier een diploma haal kan ik zeker ergens terecht.

Anouschka Gyesbreghs, 18 jaar, EdegemRechten: “Ik wil een ambitieuze job later”

Waarom Rechten?

Omdat ik een ambitieuze job wil later. Wat dat juist zal wor-den weet ik nog lang niet, maar advocatuur spreekt me alvast aan.

Wat verwacht je van het studentenleven?

Ik heb net het boekje gelezen waarin alle studentenclubs worden voorgesteld. Het ziet er heel leuk uit. Op kot gaan is helaas te duur voor me.

Filipa Traqueia, 20 jaar, Coimbra (Portugal)Journalistiek: “Antwerpen voelt aan als thuis”

Waarom Universiteit Antwerpen?

Een van mijn professoren raadde me de opleiding communi-catiewetenschappen aan. Bovendien heb ik hier familie. Dit is dan ook niet mijn eerste bezoek aan Antwerpen.

Wat vind je van Antwerpen?

Het straatbeeld in Antwerpen ziet er niet veel anders uit dan die van Portugal. Het voelt hier dan ook aan als thuis.

Wat verwacht je van het studentenleven?

Via het Erasmus netwerk hoop ik vele nieuwe mensen te leren kennen. Via een ‘buddy-systeem’ werd ik reeds gelinkt aan een Antwerpse student. Ik kijk ernaar uit om deze per-soon te ontmoeten.

Agnieszka Walog, 24 jaar, Krakau (Polen)Geneeskunde: “Chocolade, bier en diamanten”

Waarom Universiteit Antwerpen?

Ik ben hier nog nooit geweest en ben ook nog maar net toege-komen. Ik weet dus nog niet wat te verwachten van deze stad. Wel ben ik verzot op chocolade, bier en diamanten. Bovendien ligt Antwerpen in vergelijking met Krakau dicht bij zee.

Verrekijkers 16 druk.indd 13 03/10/11 00:56

Page 14: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Daan Neels — Foto: Daan NeelsoRGaNIsatIe

14 Verrekijkers

mET BOUwOrDE

NAAr SENEgAL

Ontwikkelingswerk of toerisme?

M aandag 4 juli. Het is zover. Ik vertrek met Bouworde naar Senegal. Mijn valiezen zijn

gevuld, mijn paperassen in orde en mijn goesting is groot. Een maand lang zal ik mee een kleuterschooltje renoveren, ecologische tuintjes aanleggen en door het land trekken.

De voorbereiding

Wanneer je met Bouworde op kamp vertrekt, neem je deel aan het voorbe-reidingsmoment ‘Preparee’. Ervaren bouwkampers geven uitleg over het land, de projecten en de veiligheid. Vakmannen leren je de ‘stiel’ van het bouwen. Voor mij was het vooral een leuke kennismaking met de groep, al was het jammer dat er op dat moment nog maar vier van de acht mensen inge-schreven hadden. Gelukkig volgde een week voor het vertrek nog een bijeen-komst, nu wel met de volledige groep. We luisterden naar de laatste prakti-sche richtlijnen, maar kregen geen dui-delijk informatie over wat we nu juist in Senegal zouden doen. We vertrok-

ken met vele vragen. Én met een hand-vol geld, want voor dit project werden we verplicht om op voorhand geld in te zamelen, een financiële bijdrage aan de lokale gemeenschap.

De reis

Eindelijk aangekomen! Sohane heet het dorp waar we een maand zouden ver-blijven. Al snel merken we dat dit niet het armste deel van Senegal is, integen-deel. We genieten van stromend water, we zien overal elektriciteit en de straten worden zelfs verlicht. Een dorp verder is van dat alles geen sprake. Zelf mogen we genieten van enige luxe: een ventila-tor, een muskietennet en een koelkast met constante Coca- Cola-bevoorrading.

We vullen onze dagen met het renove-ren van een kleuterschool. Daarbij krij-gen we de hulp van echte vakmannen. Helaas vinden we al snel dat de taken wat oneerlijk verdeeld worden. Terwijl wij de vuile klusjes opknappen, hou-den de vakmannen zich bezig met het interessantere werk: muren schilde-

ren, een tegelvloer aanleggen en nieuwe speeltuigen in elkaar timmeren. En dat bovendien met het geld dat we hebben meegebracht. Ik stel me al snel de vraag wat ik aan het doen ben. Ik heb me in België maandenlang geld verzameld, ik volgde een speciale training in het ‘bou-wen’. En nu sta ik hier maar wat te staren en de klusjes op te knappen. Er bestaan nuttigere manieren om je tijd te beste-den. Zouden ze ons hierheen gehaald hebben voor het geld?

Wij, de rijke westerlingen

Het is confronterend hoe de Senegalezen over ons denken. Ze verplichten ons een luxueuze levensstijl aan te nemen, alsof we niet één minuut zonder airco kunnen. Tijdens de uitstappen die voor ons gere-geld worden, verblijven we telkens in een hotel met zwembad. Overbodig, vind ik, als de zee een paar honderd meter verder ligt. Op een gegeven moment willen we een picknick houden. Niets daarvan! We gaan toch niet op de grond zitten en onze kleren vuil maken? We worden verplicht om op restaurant te gaan.

Verrekijkers 16 druk.indd 14 03/10/11 00:56

Page 15: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Daan Neels — Foto: Daan Neels oRGaNIsatIe

15Verrekijkers

Een land van gemiste kansen?

Senegal hoort niet bij de armste landen van Afrika. Integendeel, het land heeft enkele belangrijke troeven. De visrijke zee en de kust hebben heel wat te bieden. Ook heeft het land zich niet gestort in een burgeroorlog. Hoe komt het dan dat het zich niet ontwikkelt? Een gebrek aan werkethos moet daar zeker iets mee te maken hebben. We zien er niet de gedre-venheid die we in België zien. Zij die dan wel alle moeite van de wereld doen om een degelijk inkomen bijeen te schrapen, worden voor een stuk tegengehouden door de lokale cultuur. De sterke fami-liecultuur en de stevig in traditie ver-ankerde polygamie belemmeren vele jongeren in hun ontwikkeling. Neem nu onze kok, Omar. Hij is afkomstig uit een gezin met vier vrouwen en 25 kinderen.

Hij heeft de ambitie om een eigen res-taurant te openen, maar wordt tegenge-houden door zijn familie. Hij moet nog steeds een deel van zijn loon afstaan aan zijn vader. Zo wordt het natuurlijk moei-lijk om een kapitaal opzij te zetten.

Ik heb een unieke en boeiende erva-ring achter de rug, waarvan ik denk dat het voor veel mensen een ‘eyeope-ner’ zou zijn. Ik stel me wel vragen bij het ‘ontwikkelingskarakter’ van het pro-ject. Het was vooral een inleving in de cultuur en plaatselijke gewoontes. Toch werd ik steeds als westerling behandeld. Voor mensen die een eerste stap willen zetten in een onbekende wereld, is ver-trekken met Bouworde zeker de moeite. Voor wie al wat meer ervaring heeft, is het minder interessant.

Bouworde vzw, the facts

Bouworde is begonnen in 1953 met een project in Duitsland waar een 100-tal vrijwilligers actief waren. Tegenwoordig is de organisatie actief in vier continen-ten en stuurt ze jaarlijks meer dan 1200 vrijwilligers uit.

De eerste groep vrijwilligers waren stu-denten van een jezuïetencollege, ter-wijl vandaag de meeste kandidaten zich individueel inschrijven. Toch zijn er ook nu veel jeugdbewegingen en scho-len die in groep vertrekken. Vroeger was er geen leeftijdsbepaling, nu richt de organisatie zich specifiek op jonge-ren tussen 16 en 30 jaar. Bouworde is lid van de Internationale Bouworde met onder andere afdelingen in Nederland, Oostenrijk, Duitsland, Italië, Tsjechië en Slowakije. Ook Frankrijk had een afde-ling, maar die is in 2002 een andere weg ingeslagen.

Het karakter van Bouworde is in de loop van de jaren ook aanzienlijk ver-anderd. Daar waar ze in eerst een orga-nisatie voor vrijwilligerswerk waren, willen ze nu vooral een vormingsorga-nisatie zijn voor jongeren. Ze willen jon-geren bewust maken voor kansarmoede en tegelijkertijd een interculturele erva-ring meegeven.

http://www.bouworde.be

‘Zouden ze ons hier-heen gehaald hebben voor het geld?’

‘Het is confronterend hoe de Senegalezen over ons denken. Ze verplichten ons een luxueuze levensstijl aan te nemen, alsof we niet één minuut zonder airco kunnen.’

Verrekijkers 16 druk.indd 15 03/10/11 00:56

Page 16: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

fotoRePoRtaGe Foto’s: Caroline Kolkman

16 Verrekijkers

Verrekijkers 16 druk.indd 16 03/10/11 00:57

Page 17: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

fotoRePoRtaGeFoto’s: Caroline Kolkman

17Verrekijkers

Verrekijkers 16 druk.indd 17 03/10/11 00:57

Page 18: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

oRGaNIsatIe Tekst: Deborah Meersman — Foto’s: Deborah Meersman

18 Verrekijkers

TErUgkEEr NAAr DE wILDErNIS

Elephant Nature Park in Chiang Mai, Thailand

Dit verhaal gaat over de liefde van een klein meisje, Lek Chailert, voor de grote Aziatische olifant. Leks grootvader was een traditionele geneesheer. Na het red-den van iemands leven ontving hij een babyolifant, Tongkum. Lek en Tongkum waren al gauw als twee handen op een buik en zo groeide Leks passie voor olifanten.

Na het behalen van haar Bachelor in de Kunst vond ze een job in de toeristische sector. Lek hielp eigenaars van trek-kampen om ‘werkloze’ olifanten tewerk te stellen en zo de toeristische sector in Thailand economisch sterker te maken.

Haar oudere broer was ook eigenaar van zulke trekkampen. Lek werd ech-ter steeds geconfronteerd met de wijze waarop de Thaise olifant mishandeld en verwaarloosd werd. Uit liefde en res-pect voor het nationale symbool van Thailand, en het besef dat de olifant in gevaar was, heeft Lek de rechten en het welzijn van de Aziatische olifant in Thailand onderzocht.

Olifanten breken?

Maar tradities doorbreken is niet een-voudig. In Europa hebben we bijvoor-beeld eeuwenlang ‘paarden gebroken’

om hen te doen gehoorzamen. Het beest moest uit angst voor de baas naar diens bevelen luisteren en doen wat het werd opgedragen. In de evolutie van de ver-houding tussen mens en paard hebben liefde en respect het gelukkig overwon-nen. Een paard wordt niet langer gebro-ken noch mishandeld, maar beloond en gewaardeerd.

Lek wil hetzelfde bereiken met de oli-fant maar de strijd is hard. Allereerst is de olifant een nog te grote trekpleister voor toeristen. De trekkampen waarbij een houten gestel op de rug van de oli-fanten geplaatst wordt om met volwas-

Verrekijkers 16 druk.indd 18 03/10/11 00:57

Page 19: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Deborah Meersman — Foto’s: Deborah Meersman oRGaNIsatIe

19Verrekijkers

sen toeristen urenlang op tocht te gaan, staan nog al te vaak in reisgidsen aanbe-volen. Olifanten hebben een zwakke rug en kunnen zo’n last moeilijk aan. Maar vele Thais leven in armoede in de stad. Zodra ze een olifant hebben, gaan ze na zonsondergang de straat op. Toeristen betalen grof geld om de olifant te mogen voeden. Er is dan geen controle meer over de kwaliteit en de hoeveelheid eten die het dier krijgt. Als de olifant nadien nog honger heeft, wordt hij agressief of doorzoekt hij de vuilnis. Ten slotte kan een olifant de drukte van een stad niet aan. Hij hoort in de wildernis te leven.

De geboorte van het Elephant Nature Park

Dankzij Leks harde werk en vastbe-radenheid krijgt de Aziatische olifant langzaam maar zeker een stem. Een eer-ste grote overwinning was een geschenk uit de hemel. Een zakenman uit Texas kocht een stuk grond in de Mae Taeng Valley, ten noorden van Chiang Mai, en schonk het aan Lek. Zo ontstond in 1995 het Elephant Nature Park, een paradijs voor elke Thaise olifant. Dankzij dona-ties en vrijwilligers redt Lek olifanten die er in nood zijn. Momenteel heeft ze meer dan 30 olifanten onder haar hoede, van piepjong tot stokoud. In het park krijgen olifanten een kans op een nieuw en vreedzaam leven.

Elephant Nature Park heeft een missie. Zo willen Lek en haar medewerkers de lokale bevolking opnieuw opvoeden en de aandacht trekken van de toeristische sector. Iedereen is welkom om zich over het welzijn van de olifant te bekomme-ren. De rollen worden omgedraaid: in het Elephant Nature Park werken de oli-fanten niet langer voor de mensen maar de mensen voor de olifanten. Lek, haar medewerkers en vrijwilligers onderhou-den het park en verzorgen de olifanten dagelijks. Liefde is er wederzijds.

Een ander soort toerisme

Goede mond-tot-mondreclame bracht me op de hoogte van dit olifanten-paradijs. Ik trek erheen als vrijwilli-ger en meld me aan in het kantoor in Chiang Mai. Na een goede ontvangst,

reed ik al met een busje de jungle door terwijl ik achtergrondinformatie kreeg over de geschiedenis en de werking van het park. Met een mand vol pompoen, meloen en komkommer maak ik ken-nis met onze grote grijze vrienden. Er wordt gelachen en er heerst een gevoel van vreugde en geluk. Later krijg ik een kamer toegewezen en word ik uitgeno-digd voor een rijkelijk diner. De vraag waarom we zo verwend worden wordt simpelweg beantwoord met dankbaar-heid omdat we als vrijwilliger werken.

De volgende ochtend wekt een slurfen-concert het hele park. Na een uitgebreid ontbijt is het tijd om de olifanten te ver-zorgen. Er is een vrachtwagen vol kom-kommers aangekomen die uitgeladen moet worden. We wassen groenten en fruit en hakken ze vervolgens in stuk-ken. Iedere olifant heeft zijn eigen rijke-lijk gevulde mand. Elk stuk fruit wordt liefdevol overhandigd aan de slurf van de olifant. Dagelijks verzorgen we heel wat olifanten en luisteren we naar hun verhaal. Het zijn verhalen van mishan-deling tot ongelukken met landmijnen of verwaarlozing. Elk verhaal is anders maar even triest. Na etenstijd gaan we met zijn allen baden. Eerst een lekker modderbad, mens en olifant samen, om ons daarna terug te wassen in de rivier. Heerlijk!

Het tafereel wordt dagelijks herhaald en meestal afgesloten met een waanzinnig moddergevecht. Aanvullend kan je met de dierenarts meelopen of hutjes bou-wen en maïs verhakken. Als het je zint,

ga je gewoon bij de olifanten zitten en streel je hen of je plant een bloemetje. Er is voldoende bezigheid en je werkt op je eigen ritme.

Het is een heel ander soort van toerisme waar je zoveel meer aan overhoudt. Je geniet en leert bij, je werkt hard maar je komt toch tot rust, je ontmoet nieuwe mensen en je ontdekt een klein para-dijs. Nadien deel je deze ervaring met vrienden en familie thuis en help je bij de bewustwording over de problemen van de olifanten. Voor Lek is deze gul-den middenweg ideaal want. Ze speelt in op de noden van het toerisme zon-der het welzijn van de olifanten te scha-den. De toeristische sector in Thailand is niet weg te denken. Maar daarvoor mag het nationale symbool van het land niet mishandeld worden. In elke tem-pel staan er beelden van olifanten die in heel het land aanbeden worden, en toch moet dit goddelijke dier het maar al te vaak ontgelden.

Het geld dat Lek verzameld gaat inte-graal naar het park en de olifanten. Zo kan ze mensen tewerkstellen en nieuwe gronden kopen. Dit laatste is belangrijk voor de beweegruimte van de olifanten. Hoe meer olifanten hun nieuwe thuis in Chiang Mai vinden, hoe meer plaats er nodig is. Lek gaat zo ook de ontbossing tegen. De olifanten moeten ooit terug-keren naar de wildernis. Maar of ze dat gaat lukken, is nog de vraag.

Meer informatie vind je op http://www.elephantnaturefoundation.org/

Verrekijkers 16 druk.indd 19 03/10/11 00:57

Page 20: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeR

20 Verrekijkers

mArOkkO OrgANISEErT

zOmErUNIvErSITEITDat Marokko een emigratieland is,

weten we. Naar schatting vijf-tien percent van de Marokkaanse

bevolking woont buiten Marokko. Dat de Marokkaanse overheid actief cam-pagne voert om de band met de dias-pora te bewaren, is minder gekend. Zo organiseert het Ministerie voor Marokkanen in het Buitenland jaarlijks een reeks zogenaamde zomeruniversi-teiten. Het zijn cultuurreizen die jonge buitenlandse Marokkanen het Marokko van vandaag in al haar facetten wil laten zien. Zes Antwerpse studenten van Belgische afkomst namen deel. Sara Huyge, student Taal- en Letterkunde aan Universiteit Antwerpen, was één van hen.

Jullie reisden tien dagen samen met een groep van veertig Marokkanen. Klikte het?

Onze twee mannelijke medereizigers waren erg in trek bij de Marokkaanse meisjes. Dat zegt toch al iets! (lacht) Het hielp dat de Marokkanen zelf geen homo-gene groep vormden. We reisden samen met Vlaamse, maar ook met Franse, Spaanse en Italiaanse Marokkanen. En dat was niet alles. Er waren Marokkanen met hoofddoek en zonder hoofd-doek, Marokkanen van families die al generaties lang in Europa wonen en Marokkanen die nog in Marokko gebo-ren waren. Wij als ‘gewone’ Vlamingen pasten wel ergens binnen dit bont gezel-schap. En ja, het klikte! In het begin hadden we nog last van koudwatervrees, maar snel schoten we goed op. We wis-ten weinig af van elkaars cultuur, maar onze nieuwsgierigheid maakte dat we naar elkaar toe groeiden. Een Vlaamse Marokkaan liet zich ontvallen dat hij nog nooit zo’n toff e Belgen had ontmoet.

Promostunt

Was het een zomer-universiteit zoals we ons dat voorstellen? Ik denk aan loodzware colleges aan de lopende band en ellenlange discussies over academische teksten.

Niet meteen. Het was eerder een toeristi-sche rondreis dan een cursus. We waren daar natuurlijk niet zo rouwig over, want zo konden we een stuk van het land zien. We vertrokken in Oujda, in het noord-oosten van het land. Het is een streek van waar vele Vlaamse Marokkanen afkomstig zijn. Daarna bewonder-den we de historische stad Fez, om ten slotte te eindigen in de hoofdstad Rabat. Tijdens de reis woonden we wel lezin-gen bij, maar veel ruimte voor discus-sie was er niet. Vertegenwoordigers van de regering vertelden hoe ze Marokko momenteel moderner en democrati-scher maken. Ze gingen bijvoorbeeld in op de verbetering van de positie van de vrouw. Voor ons bleef er altijd een verdacht geurtje hangen. In ons ach-terhoofd wisten we namelijk dat de reis niet minder dan een promostunt was.

Bovendien is een wetenschappelijke hou-ding in Marokko minder evident dan in België. Ten eerste is Marokko een land zonder scheiding tussen staat en gods-dienst. Zo moet ook de wetenschap ergens in harmonie blijven met wat in de Koran staat. Ten tweede wordt tegen-spraak tegenover een leraar of een pro-fessor niet geduld. Zo stimuleer je geen kritische en creatieve houding.

Tussen Europa en Marokko

Voor jullie Marokkaanse medereizigers moet de reis een soort herontdekking geweest zijn. Hoe hebben ze de reis ervaren?

Ongetwijfeld met dubbele gevoelens. Enerzijds werden ze geconfronteerd met feit dat ze veel meer Europees waren dan de lokale bevolking. De Europese Marokkanen kwamen namelijk wel op voor hun mening en gingen wel in discussie met autoriteiten, wat overi-gens voor heel wat confl icten zorgde. Anderzijds toonden ze nog een sterk gevoel van betrokkenheid met hun land. Ze waren bekommerd over de wanprak-

Verrekijkers 16 druk.indd 20 03/10/11 00:57

Page 21: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Bert Leysen — Foto: Dries Rombouts GezoNdheId

21Verrekijkers

EEN ONgELUk kOmT NOOIT

ALLEENOver het belang van vaccinaties

A ls geneeskundestudent deed ik dit jaar een stage in een zieken-huis in Kaapstad, Zuid-Afrika.

Hier mogen studenten ‘s morgens patiënten onderzoeken, laboresultaten en beeldvorming bekijken. Ze vertellen later aan de zaalarts wat het verhaal is van de patiënt. De zaalarts neemt dan de beslissingen. Op een dag had ik als patiënt een meisje van zeven maan-den dat geopereerd moest worden aan cataract in haar beide ogen. De oog-heelkundige stelde vast dat ze te ziek was voor de operatie: ze had een long-ontsteking. Terugkerende longinfecties zijn een gevolg van haar hartprobleem. Zowel de cataract als het hartprobleem had dit kindje al van bij de geboorte. De oorzaak van beide was de rubella-infec-tie (rodehond) die ze kreeg toen ze nog in de buik van mama zat.

Rubella is een virus dat misvormin-gen kan veroorzaken bij ongeboren leven. Klassiek gaat het om hartproble-men, oogproblemen en doofh eid. Deze misvormingen zijn te voorkomen door

vaccinatie. Als je ervoor kan zorgen dat vrouwen geen rubella krijgen tij-dens hun zwangerschap, kunnen ze die ziekte ook niet doorgeven aan de foe-tus in hun buik. Daarom is het maze-len-bof-rubella-vaccin opgenomen in het Vlaams vaccinatieschema.

In Zuid-Afrika is er ook zo’n vaccinatie-schema, rubella is daarbij. Maar het pro-bleem is het tijdig en correct toedienen van al die vaccinaties. Er is een groot tekort aan medisch personeel. Een ‘day hospital’ (dagziekenhuis red.) wordt in Kaapstad gemakkelijk een‘waiting hos-pital’(wachthospitaal red.) genoemd. Mensen wachten er vaak een aantal dagen om vijf minuutjes gezien te wor-den door een dokter. Ouders die zelf ziek zijn, door hiv bijvoorbeeld, vinden de moed niet om ervoor te zorgen dat hun kind wordt gevaccineerd. Vaak beseff en ouders ook niet hoe belangrijk het is om hun kinderen te vaccineren. Kortom, er zijn heel wat barrières om kinderen te vaccineren.

De Zuid-Afrikaanse overheid pro-beert ervoor te zorgen dat elke moe-der voor elk van haar kinderen een ‘Road to Health’-boekje krijgt. Het is een simpel A4’tje met het vacci-natieschema, en de samenvattingen van alle medische handelingen bij het kind. Dit kleine papiertje zorgt ervoor dat er iets meer kinderen wor-den gevaccineerd. Zo wordt belangrijk werk verricht om ziektes en misvor-mingen te voorkomen.

tijken die ze daar zagen en ze lieten het niet na om de verantwoordelijken daar-voor terecht te wijzen. Een geval zal ik niet snel vergeten. Op een gegeven moment ontstond er een confl ict met een moskee die we bezochten. De mos-kee sloot zich af van de bedelaars van de buurt omdat die voor overlast zorg-den. Voor de bezoekers was dit helemaal tegen de letter en de geest van de Koran en dus absoluut onaanvaardbaar. De moskee heeft het mogen aanhoren …Ik had soms ook het gevoel dat ze zelf niet goed wisten wat ze nu van dat nieuwe Marokko moesten vinden. Ze willen wel dat het zich naar Westers model ontwik-kelt, maar wel in overeenstemming met de Koran. Het ene hoeft het andere niet altijd uit te sluiten, maar er is toch een spanningsveld. Wel was er een verschil tussen de bezoekers zelf. Een traditioneel Italiaans koppel had commentaar op de mensen die in bikini op een strand lagen in een toeristisch deel van Marokko. De andere Marokkanen hadden daar dan weer minder problemen mee.

De zomeruniversiteit heeft onder andere als doel om Europese Marokkanen te laten investeren in Marokko, of zelfs om hen terug te laten verhuizen. Denk je dat het in haar opzet geslaagd is?

Ik vrees voor het tegendeel. De reis haalde een aantal gevoelige onderwerpen aan waarin het verschil tussen de dias-pora en de autochtone bevolking uitver-groot en aangescherpt werd. Een meisje uit Brussel dacht eraan om de toekomst te verhuizen. Ik vrees echter dat eens ze kinderen heeft , ze van gedachte zal ver-anderen. Je ziet maar weinig mensen met kinderen verhuizen naar Marokko omdat de kwaliteit er zo slecht is.

Wil je ook deelnemen aan de zomeruniversiteit?

De Universitaire Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking (USOS) organiseert tijdens de zomer een inleefreis naar Marokko. De zomer-universiteit vormt een deel van het pro-gramma. Ga naar www.usos.be voor meer informatie.

Verrekijkers 16 druk.indd 21 03/10/11 00:57

Page 22: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeR Tekst: Margot Clerckx — Foto: Dries Rombouts

22 Verrekijkers

LEzEN EN ScHrIjvEN,

wIE kAN HET NIET?

Alfabetiseringsgraad in België gaat achteruit

L ezen en schrijven lijkt een evidentie in een land als België. Goed onderwijs en de schoolplicht moeten ervoor zorgen dat ongeletterdheid geen kans krijgt. De meer-

derheid van de 880 miljoen analfabeten op de wereld leeft dan ook in landen buiten Europa. Toch blijkt ook een groei-end deel van de Belgische bevolking niet of niet voldoende te kunnen lezen of schrijven om zich te redden in de geletterde maatschappij. Vooral asielzoekers zijn vaak analfabeten en krijgen het zo nog moeilijker in onze maatschappij. Tijd dus om dit fenomeen onder de loep te nemen.

Analfabetisme en laaggeletterdheid, een wereld van verschil

Analfabeten zijn volgens UNESCO (de VN-organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur) “alle personen van 15 jaar en ouder die niet in staat zijn een korte, eenvoudige tekst over het dagelijks leven met begrip te lezen en te schrijven”. Laaggeletterdheid, ook functioneel analfabetisme genoemd, is te veel moeite hebben met lezen en schrijven om voldoende te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Iemand kan dan bijvoorbeeld niet zelf een treinkaartje kopen, bijsluiters van medicijnen lezen of formulieren invullen. Een ronduit gevaarlijke situatie.

Daarnaast zijn er nog ‘anders gealfabetiseerden’. Dat zijn per-sonen die niet kunnen lezen en/of schrijven in het Latijns schrift, maar wel in een ander schrift.

Analfabetisme en laaggeletterdheid in België

Ondanks alles blijft het percentage zuivere analfabeten in onze maatschappij beperkt. Het grootste probleem is de laaggelet-terdheid. Afhankelijk van de bron en de gehanteerde criteria, wordt geschat dat 10% tot 25% van de volwassenen in België laaggeletterd zijn. Laaggeletterdheid komt vooral voor bij men-sen uit arme en uitgesloten gezinnen. Ook enkele specifieke groepen worden geconfronteerd met een hoger risico: laag-geschoolden zonder diploma secundair onderwijs, ouderen, vrouwen en laaggeletterde werkenden.

Het is niet gemakkelijk om als volwassene toe te geven dat je niet goed kunt lezen of schrijven. Mensen hebben vaak aller-lei trucs ontwikkeld om hun handicap te verbergen. Een klein percentage van de laaggeletterden zoekt echter wel hulp en kan in Vlaanderen terecht bij de 29 centra voor Basiseducatie, ook Open School genoemd. Verder worden er jaarlijks initiatieven georganiseerd om het probleem onder de aandacht te bren-gen, zoals de internationale alfabetiseringsdag op 8 september.

Verrekijkers 16 druk.indd 22 03/10/11 00:57

Page 23: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Margot Clerckx — Foto: Dries Rombouts dossIeR

23Verrekijkers

Het belang van alfabetisering

Mensen die niet of niet goed kunnen lezen en schrijven, zul-len zich niet ten volle kunnen ontplooien en zelfstandig kun-nen functioneren in de huidige maatschappij. Ze hebben geen toegang tot allerlei informatiekanalen en geraken hierdoor geïsoleerd en vallen uit de boot. Ze maken minder kans op de arbeidsmarkt en moeten vaak leven van een vervangingsinko-men. Het opsporen en opleiden van laaggeletterden is essentieel.

Analfabetisme onder migranten en asielzoekers

Analfabetisme of laaggeletterdheid bij immigranten heeft nog verstrekkendere gevolgen dan bij analfabete, autochtone Belgen. Analfabetisme vormt hier vaak een extra drempel om een nieuwe taal te leren, om de gewone dagelijkse problemen het hoofd te bieden zoals huiswerkbegeleiding van de kinde-ren, contact met de school, invullen van formulieren, contact met ziekenhuis …

Gelukkig zijn er een aantal organisaties die laaggeletter-den opvangen en opleiden. De bekendste zijn het Huis van het Nederlands, het onthaalbureau en Open School (cen-trum voor basiseducatie). Allen hebben hun eigen manier van werken.

Welk traject moeten laaggeletterden volgen om hun vaardigheden op te krikken?

Bij Belgen met de Nederlands als moedertaal onderscheiden we volgende groepen: kort opgeleide Vlamingen, tweede en derde generatie migranten die hier in België school gelo-pen hebben, jonge ongekwalificeerde schoolverlaters, maar ook ouderen, werkenden, huisvrouwen … Zij kunnen zich rechtstreeks aanmelden bij een centrum voor basiseducatie in hun buurt.

Bij andersta ligen onderscheiden we mig ra nten, v luchtel ingen, n ieuwe EU-burgers die in het land van her-komst geen of weinig scholing genoten, nieuwkomers en oudkomers … Zij moe-ten eerst op gesprek bij het Huis van het Nederlands voor een eerste lees- en schrijftest om uit te maken of iemand al dan niet kan lezen of schrijven in het Latijns schrift én in het eigen schrift. Indien je hooggeschoold bent (meer dan tien jaar scholing) en anders gealfabeti-seerd (bijvoorbeeld 12 jaar scholing in China of Arabisch land) kun je terecht bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs. Daarna vol je een jaar lang lessen Latijns schrift op het laagste niveau. Nadien kun je verder les volgen in de gewone modules Nederlands voor Anderstaligen, ook wel NT2 genoemd.

Anderstalige volwassenen die Nederlands willen leren, moe-ten zich aanmelden bij het Huis van het Nederlands. Op basis van een cognitieve vaardigheidstoets moet blijken of ze bij de Open School terecht kunnen of bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs.

Open school

Een laaggeschoolde, anders gealfabetiseerde of analfabeet wordt ingeschreven in het analfabetentraject (Alfa) van Open School. Wie laaggeschoold en zwak gealfabetiseerd is, wordt ingeschreven in het ‘zwak gealfabetiseerdentraject’ (ZA) van Open School.

Open School doet voor al deze mensen nog een test om te beslissen in welke module ze kunnen starten, afhankelijk van hun kennis van het Nederlands. Als cursisten beginnen van het startniveau Nederlands volgen ze een traject van 600 uren om het basisniveau 1.1 te behalen.

Deze mensen hebben dus meestal veel meer tijd nodig om zich het basisniveau Nederlands eigen te maken, maar dat is niet altijd zo. Sommigen zijn al jarenlang aan het werk en mon-deling best sterk, maar hebben nooit geleerd om te lezen of te schrijven. Voor die mensen bestaat er een aparte cursus bij Open School, namelijk NT1 Tussengroep: dit is een cursus die zich richt op mensen met een sterke mondelinge kennis van het Nederlands waarin vooral gewerkt wordt aan schrif-telijke vaardigheden.

Verrekijkers 16 druk.indd 23 03/10/11 00:57

Page 24: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeR Tekst: Karolien Berger

24 Verrekijkers

kLINkT HET, OF BOTST HET?

Diversiteit in opleidingen

Diversiteit en interculturaliteit zijn heuse modewoorden geworden in dis-cussies over onderwijs. Wat men precies met deze termen bedoelt, blijft echter vaak vaag. Vanuit het werkveld groeit dan ook de vraag naar trainingen en opleidingen. Want of je nu rechten, eco-nomie of communicatiewetenschappen studeert, vroeg of laat kom je in contact met diversiteit.

Diversiteit voor professionals

De Mechelse Lessius Hogeschool orga-niseert sinds vijftien jaar verschil-lende opleidingen die met diversiteit en interculturaliteit te maken hebben. Er werd dan ook een heus Centrum voor Intercultureel Management en Internationale Communicatie (CIMIC) opgericht. Een opleiding bij CIMIC wil interculturaliteit vooral in de praktijk benaderen, en fi losofi sche of ideologi-sche discussies concreet maken.

Je kunt er onder andere een Bachelor na Bachelor Intercultureel Management volgen, een tweejarige opleiding die zich vooral richt tot mensen die belangstel-ling hebben voor andere culturen en de interculturele dialoog willen aangaan. Ideaal als je er over denkt om naar een ander continent te vertrekken of inter-cultureel wil werken.

CIMIC biedt ook tal van postgradua-ten aan, ideaal voor wie zich wil spe-cialiseren in een bepaald thema. Denk bijvoorbeeld aan opleidingen die diver-siteit en interculturaliteit koppelen aan economie, gezondheid, diplomatie of internationale samenwerking. Je kunt je ook verdiepen in een bepaald conti-nent: Azië, Latijns-Amerika of Europa.

Diversiteit voor studenten

Je hoeft natuurlijk geen professio-nele opleiding te volgen om te weten waar diversiteit in de praktijk om gaat.

Ook als student kan je al ervaring ‘in het veld’ opdoen. Hoe? Met het tuto-raatproject van de AUHA (Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen)!

Als tutor geef je elke week (minstens) anderhalf uur vakinhoudelijke bege-leiding – bijles – aan kansarme en/of allochtone leerlingen uit het middelbaar onderwijs. Als je je eerste bachelor met succes hebt afgerond, kun je je kandi-daat stellen en tutor worden. En dat hoef je niet eens gratis te doen, per gegeven bijles krijg je een vrijwilligersvergoeding van € 15. Dit jaar starten de bijlessen in de week van 7 november. Voordien vindt er nog een vorming plaats. Interesse? Aarzel dan niet om te mailen naar [email protected].

Diversiteitsquiz

Wat is diversiteit voor jou? Doe snel de onderstaande quiz!

Diversiteit is voor mij …

a … iets wat we niet meer kunnen wegdenken, maar wat toch moeilijk is om mee om te gaan.

B Als we bij de bakker kunnen kiezen tussen tien soorten brood, zien we dat als een voordeel. Ik denk net zo over diversiteit: de verschillen tussen aller-lei mensen zijn uitermate boeiend en verrijkend.

C … de moeilijke relatie tussen alloch-tonen en autochtonen.

Diversiteit in het onderwijs …

a … moet door intercultureel onder-wijs nog veel meer ondersteund wor-den. Als jonge mensen op een positieve manier leren omgaan met verschillen en gelijke kansen zal dat zijn vruchten afwerpen.

Verrekijkers 16 druk.indd 24 03/10/11 00:57

Page 25: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

dossIeRTekst: Karolien Berger

25Verrekijkers

B Dat er iets moet gebeuren in het onderwijs is duidelijk. Ik heb echt medelijden met de leerkrachten die in concentratiescholen staan.

C … is een slechte zaak voor onze Vlaamse kinderen. Het onderwijsni-veau zal dalen.

Kansengroepen zijn …

a … groepen waarvoor men acties van positieve discriminatie onderneemt op de arbeidsmarkt.

B … specifi eke groepen van men-sen die minder aan het werk zijn dan de doorsnee werknemer, en meer dan gemiddeld ingeschreven zijn als werkzoekende.

C … groepen die weinig tot geen kan-sen krijgen en er eigenlijk ook geen verdienen.

Allochtonen …

a … zouden beter zo snel mogelijk en allemaal België verlaten, dan zou-

Je hebt in de meeste gevallen “A” aangeduid?

Je vindt diversiteit belangrijk en je bent je er van bewust dat diversiteit een rea-liteit is. Toch heb je het soms nog moei lijk om om te gaan met diverse situaties, je ontdekt soms stereotiepe denkbeelden en vooroordelen bij jezelf.

Je hebt in de meeste gevallen “B” aangeduid?

Voor jou zijn diversiteit en gelijke kan-sen een ‘ver-van-mijn-bed-show’! Je beschouwt diversiteit als de tegenstelling tussen allochtonen en autochtonen. Een homogene samenleving waarin ieder-een hetzelfde denkt en zich op dezelfde

manier gedraagt, is voor jou een ideaal-beeld. Maar diversiteit is realiteit …

Je hebt in de meeste gevallen “C” aangeduid?

Jij bent een rasechte diversiteitsambas-sadeur! Voor jou levert diversiteit, als er op een positieve manier mee om wordt gegaan, alleen maar voordelen en verrij-king. Je bent op papier alvast de perfecte kandidaat voor de opleidingen die in dit artikel besproken worden!

den alle problemen vanzelf opgelost worden.

B … zijn burgers zoals iedereen en verdienen dezelfde kansen als ieder-een, ook als het op jobs aankomt. Het begrip als ‘allochtoon’ suggereert trou-wens dat er iets als dé allochtoon zou bestaan, terwijl het een verzamelnaam is voor een groep mensen die onder-ling erg van elkaar kunnen verschillen.

C … verdienen dezelfde kansen als u en ik … toch betrap ik mezelf er wel eens op dat ik me vragen stel als ik een allochtoon in een luxewagen zie.

Personen met een handicap …

a Ik vind het gerechtvaardigd dat som-mige horecazaken groepen van men-sen met een handicap weigeren.

B Ik vind het eerder vervelend als iemand in een rolstoel naast me komt zitten in de fi lm- of theaterzaal. Ik weet nooit goed hoe ik mij dan moet gedragen, laat staan dat ik weet hoe ik deze persoon moet aanspreken.

C Personen met een lichamelijke han-dicap behandel ik als ieder ander. Ik begrijp niet dat veel mensen er van uit gaan dat gehandicapten sowieso ook mentaal beperkt zouden zijn.

Diversiteit op de werkvloer …

a … is niet gemakkelijk. Het zorgt er wel voor dat er nu al eens Marokkaanse koekjes bij de thee of Poolse soep geserveerd wor-den. Dat vind ik wel een aangename afwisseling.

B … zorgt alleen maar voor problemen!

C … is nodig! Het credo luidt: de juiste man of vrouw op de juiste plaats. Afk omst, kleur, geaardheid, fysieke eigenschappen … zijn ondergeschikt aan talent.

(bron: ACV)

Resulaten

Verrekijkers 16 druk.indd 25 03/10/11 00:57

Page 26: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

CultuuRaGeNda Tekst: Vincent Bellinckx

26 Verrekijkers

FilmFilmhuis Klappei organiseert filmavondjes buitenshuis in een gezellige container op het De Coninckplein in Antwerpen. Binnenkort kan je er deze films bekijken.

12 oktober 20u15 (CC)

L’enfant endormiPermeke Bibliotheek De Coninckplein, Antwerpeninkom: € 4

Zeinab, een pas getrouwde vrouw, wordt door haar man in Noordwest-Marokko ach-tergelaten als die naar Europa trekt. Net zwanger van hun eerste kind, hoort ze al snel niks meer van haar man. www.klappei.be

15 november 20u15 (cc)

Benda BiLiLiPermeke Bibliotheek De Coninckplein, AntwerpenInkom: € 4

Een waargebeurd verhaal over hoe een stelletje gehan-dicapte muzikanten uit Kinshasa uitgroeit tot een internationale muzieksensa-tie. Ze rijden op aangepaste fietsen en rolstoelen en leven in de sloppenwijken van de stad, maar frontman Ricky droomt ervan om ooit groot te worden. Al zingend en dansend overwinnen ze niet enkel de gevaren en beslom-meringen van het leven op straat, maar brengen ze ook

kleur, klank en vreugde bij vele mensen. Onder wie het straatkind Roger dat zich dolgraag bij hen wil aanslui-ten …www.klappei.be

11 oktober 14.00 + 20.30 (cc)

turquazeDe Roma, BorgerhoutInkom: € 4

Nadat ze hun vader hebben begraven in Istanbul, keren Timur (28) en zijn twee broers, Ediz (36) en Bora (16), terug naar Gent. Hun moe-der blijft achter in Istanbul. De drie broers hervatten hun leven maar moeten op zoek naar een nieuw evenwicht.Terwijl Ediz de dominante vader speelt en Bora met ver-keerde vrienden domme din-gen doet, probeert Timur zijn vaders droom te realiseren: trompet spelen bij een fan-fare. Sarah, de vriendin van Timur, vindt dat cool, tot ze merkt dat hij amper nog oog heeft voor haar …Turquaze brengt een ontwa-penend eerlijke kroniek van een Turkse familie in Gent. www.deroma.be

Muziek27 oktober 20.30

fLat earth SoCietyWCC Zuiderpershuis, AntwerpenInkom: € 15

De mu lt i k leur ige big-band van componist Peter

Vermeersch maakt zich deze keer op voor een requiem voor elk van zijn muzikan-ten. Eén voor één sterven zij, verdwijnen ze van het podium en wordt er voor elk van hen een dodenlied gespeeld. Flat earth soci-ety maakt emotionele jazz die invloeden heeft uit alle hoeken van de wereldbol en op alle emotionele lagen inspeelt. Van vrolijk jolijt tot de requiem. www.feS.be

7 december 20u00

SamBa ChuLa de Sao BrazAB Club, BrusselInkom: € 12

Joao de Boi (‘Jan de Os’) en Aluminio (‘blinkend als Aluminium’) verhitten de Brusselse sferen met de Chula, de oermoeder van de Samba, afkomstig van de Bantuslaven uit Afrika. Dans, kijk, luister en laat u meeslepen tot in het hartje van tropisch Brazilië. www.abconcerts.be

30 oktober 20u30

tootS thieLemanS & BraziLian friendSRoma, Borgerhout Inkom: € 28/30

Ons aller Toots hoeft geen voorstelling meer. Maar in het kader van Europalia Brazilië nodigt de peet-

vader van de Belgische (en wereld-?) jazz zijn Braziliaanse vrienden uit in de Roma. Of hoe jazz en samba elkaar in de armen sluiten. www.deroma.be

Debat21 november 20u00

deBat WiLd WiLd eaStDeMarktenOude Graanmarkt 5, Brussel Inkom: Gratis

Journalisten worden door de regimes in het Midden-Oosten sterk geboycot. Welke invloed heeft deze moeilijke werkomgeving op hun artikels? Gesprek met Rudi Vranckx (VRT), Ausama Monajed (adviseur sociale media en politiek activist, Syrië en Verenigd Koninkrijk) en Erik Aerts (freelance journalist). Björn Soenens (VRT) modereert.www.gegotenlood.eu

3 oktober & 15 november 20u00

LinkSreChtSBourlaschouwburg, Antwerpen Inkom: Gratis

Debatten over de maakbaar-heid van de samenleving, over democratie, cultuur, solidari-teit en arbeid. Op 3 oktober met Jan Goossens (KVS) over ‘Cultuur: kers of taart?’ www.dewereldmorgen.be

www.toneelhuis.be

UIT mET vErrEkIjkErS

Verrekijkers 16 druk.indd 26 03/10/11 00:57

Page 27: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

CultuuRaGeNdaTekst: Vincent Bellinkx — Illustratie: Elisha Nuñez de Fleurquin

27Verrekijkers

doorlopend

StadSkLaPAtlasgebouwCarnotstraat 110, Antwerpen Inkom: Gratis

Zin in een multiculturele babbel, nieuwe contacten of verrijkende ontmoetingen? Stad Antwerpen organiseert regelmatig Stadsklap, waarbij Antwerpenaren van alle geu-ren en kleuren bij pot, thee of pint elkaar ontmoeten. www.antwerpen.be

Festival12-20 november

mouSSem WCC Zuiderpershuis, Antwerpen

E en we ek l a ng biv a-keert vzw Moussem in het Zuiderpershuis met muziek, theater, beeldende kunst, poëzie, l iteratuur, dans en stand-up comedy van Maghrebijnse en Berberse oorsprong. Onder andere de Marrokaanse muziekgroep Oudaden is van de partij. www.zuiderpershuis.be

Theater11-12 november 20u00

monde.Com (faCeBook)Monty, AntwerpenInkom: € 8 (cc)

Na Irakese geesten maakt Mohhallad Rasem een beklij-vend stuk over verschillende mensen die hun levens als

virtueel willen hermonteren. Kunnen trauma’s weggeknipt worden? Een zoektocht naar het leven, liefde en ervarin-gen over verschillende werel-den heen. www.monty.be

twee laatste donderdagen

van de maand 12u30-13u30

donderdaGen Van de PoËziePermeke Bibliotheek (laatste donderdag) en Letterenhuis (voorlaatste donderdag), AntwerpenInkom: Gratis

Met een gratis croissant wordt u verwelkomd op deze fi jne poëziemiddagen. Bekende dichters en schrijvers stellen eigen werk en smaakmakende woordkunst voor. www.antwerpen.be

Expotot 30 oktober

de BurCht. VerdWenen StadSkern Van antWerPen Museum Mayer Van den Bergh, Antwerpen Inkom: >26 € 1

Waar het voor de echte Antwerpenaar a l lemaal begon. Een boeiende tocht naar het prille begin van deze trotse stad. www.mayervandenbergh.be

UIT mET vErrEkIjkErS

Verrekijkers 16 druk.indd 27 03/10/11 00:57

Page 28: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Vincent Bellinkx — Foto: Flat Earth SocietyCultuuR

28 Verrekijkers

ÉÉN TEUN, DUIzEND TONEN

Interview met Teun Verbruggen, drummer bij onder andere Toots Thielemans en Jef Neve Trio

T eun Verbruggen, drummer bij onder andere Toots Thielemans, Flat Earth Society, Jef Neve Trio,

Othin Spake en John Zorn, is in zijn genre de meest gevraagde trommelaar van ons landje. Toch had deze jazzvirtu-oos in zijn drukke agenda een gaatje om Verrekijkers te ontvangen.

We kunnen wel stellen dat drummen in je bloed zit. Volgens je site ben je er al op je acht mee begonnen. Wat bezielde je?

Goh, één van mijn eerste herinnerin-gen als klein manneke is dat ik dat gewoon wou. Toen ik zes jaar oud was heeft een concert van Raymond van het Groenewoud alles in een stroomversnelling gebracht. Mijn vader is achteraf met de drummer van Raymond gaan praten en vertelde hem dat ik hetzelfde wilde doen. Het contact met die man heeft me aan het drummen gezet. Het zat er altijd al in, maar het moest er gewoon uit komen zeker. (lacht)

Je bent vooral een jazz-muzikant. Wat heeft jazz meer dan andere muziek ?

Wie jazz zegt, zegt improvisatie. Gewoon tijdens een optreden zelf iets maken met bepaalde melodieën. Er is dan veel communicatie tussen muzi-kanten en die voortdurende interactie vind ik heel plezant. Ook die zoektocht naar een heel persoonlijke sound. Dat kun je in popmuziek ook, maar in jazz kan ik me door de improviserende stijl helemaal uitleven en me ontplooien.

Nooit zin om eens keihard te rocken?

Jawel, jawel, dat doe ik regelmatig zelfs. Zeker met Flat Earth Society en Othin Spake (met Mauro Pawlowski red.) spelen we echt heel stevige num-mers. Zelfs met Jef (Neve) zit ik soms enorm te bashen op die drums. Ik mis rock niet omdat ik me er in mijn jazz-muziek veel door laat beïnvloeden.

Othin Spake (met Mauro) heb je zelf opgericht. Heb je altijd al een eigen bandje willen hebben?

Niet per se. Ik ben altijd wel een hele actieve sideman geweest, eentje die van zich laat horen. Dan voelde het toch steeds alsof het ook mijn groep was. Dus ik heb het nooit gemist om zelf leider van een groep te zijn. Toch voelde ik op een gegeven moment dat ik enkele talenten niet voldoende kon ontplooien. Toen heb ik het kader (Othin Spake) gecreëerd om mijn ei kwijt te kunnen. Voor mij was het ook belangrijk om aan de buitenwereld te tonen dat ik dat kon, een groep mana-gen en organiseren.

De nieuwe plaat van Othin Spake heb-ben we trouwens twee uur geleden afge-werkt. Kijk, ik kan het! (lacht)

En dan nu, question obligée. Toots Thielemans. Je hebt samen met hem gespeeld, wat heb je van hem geleerd? Heeft die man iets speciaals?

Verrekijkers 16 druk.indd 28 03/10/11 00:57

Page 29: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

Tekst: Vincent Bellinkx — Foto: Flat Earth Society CultuuR

29Verrekijkers

Ja, die heeft iets heel speciaals. Je moet weten dat Toots een van de enige levende muzikanten – zelfs de laatste – is die nog met Charlie Parker (één van de groot-ste jazzmuzikanten ooit) op het podium heeft gestaan. Maar niet alleen met Parker, ook met Quincy Jones, David Bowie, Nick Cave, … noem maar op! Hij is een levende legende! (enthousiast) Wat Toots brengt, is zo diep. Ik herinner mij dat hij bij een concert zo’n zotte intro speelde, ik wist niet wat ik hoorde. Ik vergat bijna zelf te drummen. Hij heeft zoveel traditie en diepgang. Met hem optreden is écht een kick.

Naar Flat Earth Society (FES) nu. Het nieuwe album ‘RIP’ komt eraan …

Ik ben de eerste die dood gaat! (lacht)

… en elke muzikant krijgt een requiem. Om de beurt sterft een andere muzikant. Wordt het een donkere plaat?

Peter (Vermeersch, de componist red.) is een lichte mens. Het wordt sowieso muziek met veel humor! FES is een big-band en daar hoort nu eenmaal jolige muziek bij.

Uit welke plek, omgeving of gezelschap haal je het meeste inspiratie?

Er is niet echt één ding waar ik inspira-tie uit haal. In elke band waarin ik speel schuilt een andere muze. Othin Spake bijvoorbeeld is helemaal ‘weird’ maar heel leuk om te doen.

Je speelt in duizend-en-één groepen. Denk je nooit ‘nu

heb ik te weinig tijd, ik heb rust nodig’?

Ja, soms wel. Voor afgelopen zomer zat ik op mijn tandvlees. Al dat touren en spelen had me helemaal uitgeput. Meer tijd voor mezelf had ik toen nodig. En die tijd heb ik genomen. Nu is mijn kopje weer fris om de muziek te spe-len. Het probleem is dat je je agenda niet altijd zelf in de hand hebt. (lacht)

Een gruwelijke vraag. Er zijn mensen die hun passie moeten opgeven door situaties of gebeurtenissen in hun leven. Dan denk ik vooral aan armoede, blijvende letsels na een ongeval, ziekte … Hoe zou jouw leven zijn zonder a rmen om te drummen?

Inderdaad een gruwelijke vraag! Toevallig heb ik gisteren nog iemand leren kennen, een architect met een eigen opnamestudio die door een motorongeluk blind is geworden. Maar die man heeft zoveel humor en levens-kracht. Hij maakt nog altijd ontwerpen als architect. Andere mensen tekenen, maar hij bedenkt nog steeds de ide-een. Daarnaast heeft hij zijn opname-studio. Zijn motto is: ‘Oké, nu ben ik blind maar het leven gaat verder.’ Het zintuig dat hij het hardste nodig heeft , functioneert niet meer, maar als mens functioneert hij beter dan ooit tevoren. Dus ik hoop dat als me ooit zoiets over-komt, ik de dezelfde kracht zou vinden om een even fi jn leven te leiden zonder te veel frustratie en bitterheid. Maar ik wil er niet teveel aan denken! Twee armen kwijt lijkt mij toch wel heel hard. Het drummen moeten missen tot daaraan

toe, maar er zijn nog duizenden andere handelingen die je niet meer kan. Dat zou ik nog wel veel erger vinden.

Heb je nog een ultieme muziekdroom?

Ja! Als ik ooit met iemand het podium wil delen, dan is het Mike Patton (zanger Faith No More), zo’n inspirerende muzi-kant en toff e kerel. Als die mij vraagt, ben ik vertrokken! Dat is echt wel een droom.

Je krijgt één wens voor jezelf, iemand anders of de wereld. Wat zou je wensen?

Dan zou ik wensen, al klinkt dat wel heel melig en cliché, dat de oneerlijk verdeelde rijkdom terug bij de men-sen terechtkomt die het nodig hebben. Afschuwelijk wat er nu in de hoorn van Afrika aan het gebeuren is in contrast met onze privileges en luxe. Nu, ik doe er zelf niet veel aan, dus is het ook wel laf om dat hier vanuit mijn zetel te zeg-gen … (schuldbewust) … en straks te vertrekken en een pint te gaan drinken.

Kun je er als individu iets aan veranderen?

Er zijn wel mensen die hun leven geven om toch iets te proberen te veranderen. En ik doe dat niet. Ik heb mijn eigen bands, mijn druk, maar overigens fan-tastisch leven. Mijn ecologische voetaf-druk is een regelrechte schande. Dat zijn dingen die me zorgen baren, maar ik doe er niks aan. Het schuldgevoel bekruipt me dan toch wel. Ik hoop dat dat alle-maal goed komt. Iedereen zou de luxe moeten kunnen hebben om een tof leven te leiden!

Verrekijkers 16 druk.indd 29 03/10/11 00:57

Page 30: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

ReCePt Tekst: Karolien Berger

30 Verrekijkers www.befair.be

DINSDAG 11 OKTOBER VAN 08.00 TOT 10.00 UUR. IN HET STUDENTENRESTAURANT VAN DE STADSCAMPUS (KONINGSTRAAT 8 – 2000 ANTWERPEN)

Gratis fair trade ontbijt !USOS EN PRISMA NODIGEN JE UIT VOOR EEN

rEcEPT mET rESPEcT

Met een beetje pijn in het hart hebben we afscheid genomen van de grote vakantie. Er blijven natuurlijk nog wel de leuke herinneringen aan reizen, festivals en hopelijk niet te veel her-examens. De moslims onder ons hebben deze zomer ook nog iets anders gedaan: gevast! De Ramadan vond dit jaar vooral plaats tijdens de maand augustus. Gelovige, gezonde moslims onthouden zich tijdens deze maand tussen zonsopgang en zonsondergang van eten, drinken, seks en leugens of kwaad-sprekerij. Na een maand vasten is het dan tijd voor een groots feest: het Suikerfeest. Zoals de naam al doet vermoeden, wor-den er tijdens dit feest vele zoetigheden gegeten. Benieuwd naar de smaak van die lekkernijen? Maak ze zelf eens!

Tip: beide gerechtjes zijn heerlijk met een glaasje muntthee.

Marokkaanse Amandelvingers: Assabih Bi Loz

ingrediënten225g filodeeg

100g boter250g blanke amandelen

125g kristalsuiker1/2dl oranjebloesemwater

Poedersuiker voor de afwerkingVerwarm de oven voor op 200 graden. Laat de filodeeg indien nodig ontdooien. Maal de amandelen fijn en meng de suiker eronder. Breng het oranjebloesemwater aan de kook. Haal het net voor het begint te koken van het vuur en meng het aman-delmengsel er onder. Beboter een ovenschaal, of leg er bak-papier op.

Smelt de boter. Snijd de plakjes filodeeg in repen van onge-veer 10 cm. Leg ze naast elkaar en bestrijk ze met de gesmol-ten boter. Schep het amandelmengsel aan de korte zijde langs de buitenkant in een ‘worstje’ van ongeveer een centimeter dik. Rol het deeg op, begin bij de kant van het amandelmeng-sel. Leg de amandelvingers naast elkaar op de ovenschaal. Bak ze gedurende 20 minuten in de voorverwarmde oven, tot ze

goudbruin zijn. Laat ze afkoelen en bestuif met poedersuiker.

Turkse chocoladebolletjes met walnoot: Kakaolu Cevizli Toplar

ingrediënten400g droge koekjes

100g walnoten250g boter op kamertemperatuur

3 eetlepels cacao2 zakjes vanillesuiker

Voor op de balletjes: gesmolten chocolade, confituur of kokospoeder

Maal de koekjes en de walnoten in een blender tot een fijn poeder, en strooi dit in een mengkom. Meng de boter hieron-der. Voeg de suiker en cacao toe, kneed dit tot een homogeen mengsel. Als het mengsel kleverig is, zet het dan nog even in de koelkast. Rol balletjes met een doorsnede van zo’n twee cen-timeter uit het mengsel. Naargelang je eigen smaak, kan je de balletjes in gesmolten chocolade of confituur dompelen, en/of er kokospoeder overheen strooien. Als ze klaar zijn, laat de balletjes dan nog een uurtje of twee opstijven in de koelkast.

Verrekijkers 16 druk.indd 30 03/10/11 00:57

Page 31: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

www.befair.be

DINSDAG 11 OKTOBER VAN 08.00 TOT 10.00 UUR. IN HET STUDENTENRESTAURANT VAN DE STADSCAMPUS (KONINGSTRAAT 8 – 2000 ANTWERPEN)

Gratis fair trade ontbijt !USOS EN PRISMA NODIGEN JE UIT VOOR EEN

Verrekijkers 16 druk.indd 31 03/10/11 00:57

Page 32: Verrekijkers 16: De 'wij' in onderwijs

On

twer

p: n

ieu

we

Med

ia d

ien

st -

Cde

Tuesday 11 OcTOber Climate change and development: complementary or competing issues? Aviel Verbruggen (University of Antwerp) Chukwumerije Okereke (Climate and Development Centre, University of Oxford, UK)

Tuesday 18 OcTOber Is climate change a pressing development priority? Martin Livermore (The Scientific Alliance) Serban Scrieciu (United Nations Environment Programme)

Tuesday 25 OcTOber Climate change challenges for development cooperation: what issues to address? Neil Bird (Overseas Development Institute, UK) Paul Renier (European Commission)

Tuesday 8 NOvember Agrofuels: is the cure worse than the disease? Monique Munting (Independent consultant) Steve Wiggins (Overseas Development Institute, UK)

Tuesday 15 NOvember How ‘clean’ is the clean development mechanism? Patricia Grobben (Belgian Federal Public Service for Health, Food Chain Safety and Environment) Oscar Reyes (Carbon Trade Watch)

Tuesday 22 NOvember GMOs: modifying organisms or livelihoods? Godelieve Gheysen (Ghent University) Thierry Kesteloot (Oxfam Solidarity) Arnaud Apoteker (The Greens – European Parliament)

Tuesday 29 NOvember Land grabbing: new opportunities or old fashioned colonialism? Liesbet Vranken (K.U.Leuven) Robbie Blake (Friends of the Earth Europe)

Tuesday 6 december Timber companies: economic development or forest destruction ? Françoise Van de Ven (Fédération des Industriels du Bois en RDC) Filip Verbelen (Greenpeace) Thierry Mushiete (IBI Village)

Moderator: Alma De Walsche (MO* Magazine) or John Vandaele (MO* Magazine)

Debating DevelopmentEnvironment and Development: Friends or Foes?

11 October to 6 December 2011From 7 p.m. to 9 p.m. at the UA City CampusRodestraat 14 - R.001 - 2000 Antwerpen

For more info: www.ua.ac.be/debatingdevelopment or contact [email protected] This cycle of debates is offered as an interfaculty course.

Debating Development is organized by

The Institute of Development Policy and Management (IOB)The University Foundation for Development Cooperation (USOS)MO* MagazineThe initiative can count on financial support of the Flemish Interuniversity Council (VLIR-UOS)

ACADEMIC YEAR 2011-2012

Des

ign

: An

itA

Mu

ys -

nie

uw

e MeD

iA D

ien

st

Verrekijkers 16 druk.indd 32 03/10/11 00:57