Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

21
Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening

description

Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Transcript of Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Page 1: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Zorg basisboek Verplegen van mensen m

et een chronische somatische aandoening

Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening

Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening – niveau 4Werken als Verpleegkundige. Dat is leuk en afwisselend werk. Verantwoordelijk werk ook. Mensen doen een beroep op jou als het gaat om zorg en begeleiding in situaties waarin zij dat tijdelijk of langdurig niet zelfstandig kunnen. Het vraagt van jou dat je beschikt over de juiste competenties. Dit boek bevat de theorie die je nodig hebt om op een verantwoorde manier zorg te verlenen aan mensen die aan jou zijn toevertrouwd.

Dit boek – Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening – maakt deel uit van de serie ThiemeMeulenhoff Zorg Basisboeken. Het boek draagt bij aan jouw ontwikkeling van beroepscompetenties. Beroepscompetenties zijn contextgebonden. Ze gelden slechts in bepaalde beroepssituaties, ook wel contexten genoemd. Een context wordt gevormd door personen met een bepaalde aandoening (een cliëntencategorie) in een bepaalde zorgomgeving (een branche). Dit boek gaat over het verplegen van mensen met aandoeningen die lang duren of zelfs nooit meer weggaan. Dat kan een chronische ziekte zijn of een lichamelijke handicap. Mensen met een chronische somatische aandoening verpleeg je thuis, in het ziekenhuis, in een verpleeghuis of in een revalidatie-centrum. Je verpleegkundige taken zijn divers: uitvoeren van medische behandelingen, persoonlijke verzorging, maar ook psychosociale ondersteuning. Kortom: je hebt in deze branche veel kennis nodig. In dit boek vind je dan ook de theorie over het verplegen van een groot aantal chronische aandoeningen: wat houdt de aandoening in, hoe wordt het behandeld, welke gevolgen voor het leven heeft het en waaruit bestaat de verpleeg-kundige zorg.

Dit boek sluit aan bij de volgende uitstroomverbijzonderingen:VVT Verpleeg- en verzorgingshuizen en ThuiszorgGHZ GehandicaptenzorgZH Ziekenhuis

ThiemeMeulenhoff Zorg bestaat uit ThiemeMeulenhoff Zorg Basisboeken, Traject V&V, i-care fl ex, Verpleegtechniek in Beeld, InCasu en een reeks onder steunende uitgaven (Anatomie & Fysiologie, Basisboek Pathologie etc.). Kijk voor meer informatie op www.thiememeulenhoff.nl/zorg

1644_4_Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening.indd 12 06-05-11 12:55

Page 2: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Verplegen van mensen met een chronische somatische

aandoening

9006924473_bw.indd 1 06-05-11 12:41

Page 3: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

2

Colofon

AuteursRonald GüntherJos KaldenhovenAriënne Molenaar-AnnotDorien TesselsHans van der VenJan Atsma

Inhoudelijke redactieTon VermeijJan AtsmaHendrik van der Ham

OntwerpOmslag: Enof, UtrechtBinnenwerk: DeltaHage, Den Haag

FotografieKarin Ligthart, Amsterdam

Overige foto’s in deze uitgaveFidder & Löhr, DeventerHans Brik, CallantsoogANP, RijswijkCatchlight Visual Services, HuizenMary Evans Picture Library, LondenSpaarnestad Fotoarchief, HaarlemAlgemeen Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden, UtrechtChronisch Zieken en Gehandicapten Raad, UtrechtNierstichting, Utrecht

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroeps-

onderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen:

www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16

ISBN 978 90 06 92447 3

Eerste druk, eerste oplage, 2011

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j°

het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te

voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB

Hoofddorp (www. stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloem-

lezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever

te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het

onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de

uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC©-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw

voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

9006924473_bw.indd 2 06-05-11 12:41

Page 4: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

3

Inhoudsopgave

Woord vooraf 4

Oriëntatie op de zorgcategorie 9De zorgcategorie 10De zorg voor cliënten met een chronische somatische aandoening 20Historisch perspectief 46

Het verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening 61Bestaansproblemen 62De verpleegkundige 78Coördinatie en continuïteit van zorg 106Kwaliteitszorg 118

Cliëntencategorieën 131Chronische nierinsufficiëntie 132Verplegen van cliënten met COPD of astma 148Verplegen van cliënten met diabetes mellitus 164Verplegen van cliënten met een oncologische aandoening 180Verplegen van cliënten met reumatoïde artritis 198Verplegen van cliënten met chronisch hartfalen 220Verplegen van cliënten met de ziekte van Parkinson 236Verplegen van cliënten met een lichamelijke beperking door multiple sclerose 252Verplegen van cliënten met een totale/partiële dwarslaesie 268Verplegen van cliënten met een CVA 280Verplegen van cliënten met chronische pijn 296Verplegen van cliënten met niet-aangeboren hersenletsel door een ongeval 312

Kernwoorden 331

Index 351

Thema 1

1 2 3

Thema 2

1 2 3 4

Thema 3

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

9006924473_bw.indd 3 06-05-11 12:41

Page 5: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

4

Woord vooraf

Over Thiememeulenhoff Zorg - BasisboekenDe ThiemeMeulenhoff Zorg – Basisboeken zijn competentiegericht naslagmateriaal voor niveau 3 en niveau 4 van het gezondheidszorgonderwijs. Het uitgangspunt van ThiemeMeulenhoff Zorg is het leveren van een bijdrage aan het opleiden van studenten tot competente beroepsbeoefe-naars in de gezondheidszorg. De Basisboeken sluiten aan bij het competentiegericht opleiden waar-bij aan de beroepspraktijk gerelateerde theorie en leeractiviteiten vanaf het begin van de opleiding tot verzorgende-IG en verpleegkundige centraal staan. De theorie is toegankelijk geschreven en voorzien van veel praktijksituaties. Vragen en opdrachten doen voortdurend een beroep op het beroepsmatig handelen. Dit maakt de ThiemeMeulenhoff Zorg - Basisboeken tot een compleet product dat past in elk didactisch model. Het naslagmateri-aal is gerelateerd aan de kerntaken en werkprocessen uit de nieuwe kwalificatiedossiers. Van hieruit is een vertaalslag naar de kernactiviteiten en beroepsprestaties eenvoudig te maken. Als zodanig is het naslagmateriaal goed te plaatsen in een onderwijsmagazijn. In combinatie met onze digitale producten vormt het een compleet en rijk geschakeerd aanbod aan competentiegericht lesmateriaal, dat ingezet kan worden binnen het competentiegericht leren. Deze variatie aan leermiddelen en werk-vormen in combinatie met e-learning (blended learning) verhoogt het leerrendement en bevordert de zelfstandigheid van studenten.

CompetentiesCompetenties zijn de vermogens van mensen om in bepaalde situaties effectief, doelbewust en gemo-tiveerd te handelen. Een competentie is samengesteld uit kennis, inzichten, vaardigheden, houdingen en persoonlijke eigenschappen. Een competent persoon kan deze elementen geïntegreerd en doelge-richt inzetten om de juiste resultaten te bereiken. Er zijn drie typen competenties, namelijk:

beroepscompetenties: de vermogens om in beroepssituaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen;leercompetenties: de vermogens om in leersituaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen;burgerschapscompetenties: de vermogens om in maatschappelijke situaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen.

Voor verpleegkundigen, maar ook voor verpleegkundigen in opleiding zijn alle drie de soorten com-petenties van belang. Beroepscompetenties heb je nodig omdat je handelen een grote invloed heeft op het leven van mensen. Je hebt een beroep gekozen met een grote verantwoordelijkheid, temeer

9006924473_bw.indd 4 06-05-11 12:41

Page 6: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

5

omdat je als verpleegkundige zelfstandig besluit, kiest en handelt. Je bent een professional met een eigen bevoegdheid. Leercompetenties zijn van belang omdat het beroep voortdurend in ontwikkeling is. Verplegings-wetenschap, maar ook de medische en gedragswetenschappen zorgen onophoudelijk voor nieuwe kennis. Dat maakt het verplegen tot een vak waarin steeds weer nieuwe leersituaties ontstaan. Burgerschapscompetenties zijn belangrijk omdat het verzorgen midden in de samenleving gebeurt. Het contact met mensen staat altijd centraal. Verpleegsituaties zijn maatschappelijke situaties, onge-acht de zorgsetting.

De beroepsspecifieke boeken – dus ook dít boek, Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening – zijn geschreven voor verpleegkundigen in opleiding. Het boek levert een bijdrage aan jouw ontwikkeling van beroepscompetenties. Beroepscompetenties zijn contextge-bonden, dat wil zeggen dat ze slechts gelden in bepaalde beroepssituaties, of met een andere woord ‘contexten’. Zo’n context wordt gevormd door personen met een bepaalde aandoening (een cliënten-categorie) in een bepaalde zorgomgeving (een branche). Omschrijvingen van beroepscompetenties kom je in dit boek tegen in thema 3, dat handelt over specifieke cliëntencategorieën.

De verpleegkundige beroepsgroep vervult een steeds omvangrijker rol in de zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening. Dat komt doordat veel taken, die voorheen door artsen werden uitgevoerd, door taakherschikking bij de verpleegkundige terechtgekomen zijn. Je moet dan bijvoorbeeld denken aan de controle van mensen met diabetes en advisering van mensen met COPD. Het is zelfs zo dat verpleegkundigen onder bepaalde voorwaarden bepaalde medicijnen mogen voorschrijven. We hebben het dan wel over verpleegkundigen die zich gespecialiseerd hebben: de praktijkondersteuner, de physician assistant en de verpleegkundig specialist. Maar ook ‘gewone’ verpleegkundigen hebben belangrijke taken in de zorg voor mensen met een chronische somatische aandoening. Bovendien is de zorg heel divers: je levert zowel basis- en verpleegtechnische als psy-chosociale ondersteuning, aan mensen met zeer uiteenlopende aandoeningen. Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening is een heel breed vakgebied. Je hebt er dan ook veel kennis voor nodig, die je bovendien up-to-date moet houden. Want de ontwikkelingen gaan hard. De verpleegkundige kennis die je nú nodig hebt, vind je in dit boek.

Dit boek sluit aan bij de volgende uitstroomverbijzonderingen:

VVT Verpleeg- en verzorgingshuizen en ThuiszorgGHZ GehandicaptenzorgZH Ziekenhuis

9006924473_bw.indd 5 06-05-11 12:41

Page 7: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

6

In deze boeken komen alle kerntaken en de daarbij behorende werkprocessen op het niveau van verdieping en verbijzondering aan bod.

Dit boek sluit aan bij de volgende beroepsprestaties:

Fase 2:Beroepsprestaties ontwikkelingsgericht:

Vaardig in verplegingstechniekPlanmatig verplegen 2

Beroepsprestaties kwalificerend:Uitvoeren van verpleegtechnische vaardighedenBegeleiden bij verliesverwerkingHanteren van communicatieproblemenHandelen onder druk

Fase 3:Beroepsprestaties kwalificerend:

Verdiepen in de brancheRegie voerenProfessionaliseren

Het boek is ingedeeld in drie thema’s:Oriëntatie op de zorgcategorieHet verplegen van mensen met een chronische somatische aandoeningCliëntencategorieën

Ieder thema is ingedeeld in hoofdstukken die elk een afgerond geheel vormen. De hoofdstukken vormen samen het bronnenmateriaal voor je verdere verdieping als beginnend beroepsbeoefenaar in één of meerdere uitstroomverbijzonderingen. Het bronnenmateriaal heb je nodig om je de betreffende competenties eigen te maken. Naast theorie kom je praktijkvoorbeelden tegen waarmee je je verdiept in levensechte situaties. In thema 3 tref je competentieopdrachten aan. Deze opdrachten doen een appèl op de competenties die je ook in je beroep nodig hebt, zoals zelfstandigheid, initiatief, keuzes maken en beslissingen nemen. Zo beslis je bij elke opdracht zelf in welke vorm je deze giet en of je de opdracht alleen of met anderen uitvoert. Ook organiseer je zelf bijvoorbeeld het krijgen van feedback.

9006924473_bw.indd 6 06-05-11 12:41

Page 8: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

7

De auteurs hopen dat deze uitgave zal voldoen aan de eisen van de huidige student verpleging. In ieder geval hebben zij geprobeerd de leerstof zodanig te presenteren dat:

de inhoud relevant is voor het verpleegkundig beroep;de verwerking in iedere gewenste leervorm kan plaatsvinden;elk hoofdstuk onafhankelijk van andere hoofdstukken bestudeerd kan worden.

De auteurs:Ronald GüntherJos KaldenhovenAriënne Molenaar-AnnotDorien TesselsHans van der VenJan Atsma

Eindredactie:Ton VermeijJan AtsmaHendrik van der Ham

9006924473_bw.indd 7 06-05-11 12:41

Page 9: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

8

9006924473_bw.indd 8 06-05-11 12:41

Page 10: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

9Thema 1

Thema

Oriëntatie op de zorgcategorie

In thema 1 maak je kennis met de zorgcategorie ‘mensen met een chronische somatische aandoe-ning’. Verpleegkundigen vervullen bij deze zorgcategorie een belangrijke en omvangrijke rol, maar die bewaren we voor thema 2. In het eerste thema gaat het over de mensen met een chronische somatische aandoening zelf, over de zorg die in zijn algemeenheid aan hen geleverd wordt, en hoe die in Nederland georganiseerd is. Dit alles vormt de context voor het verpleegkundige werk. Mensen met een chronische somatische aandoening hebben hoogstwaarschijnlijk de rest van hun leven met hun ziekte of beperkingen te maken. Maakt dit hen ook afhankelijk van de gezondheidszorg? In veel gevallen wel. Sommige mensen hebben dagelijks een niet afnemende intensieve zorg nodig om hun leven enige kwaliteit te geven. Maar hoe ernstig de aandoening ook is, een van de belangrijkste doelen, zowel van cliënten zelf als van hun zorgverleners, is het bereiken van een zo groot mogelijke autonomie. De afhankelijkheid moet beperkt worden. Het begrip ‘autonomie’ wordt nog wel eens verward met ‘zelfstandigheid’ . En inderdaad liggen de betekenissen ervan dicht bij elkaar, maar het is zeker niet hetzelfde. Iemand kan intensieve zorg ontvangen, waarbij alle persoonlijke verzorging van hem overgenomen wordt, en toch kan die persoon autonoom zijn. Dat neem je onder andere waar aan het feit dat alle keuzes beslissingen, klein en groot, door de cliënt zelf gemaakt worden. De zorgverlener laat zich daardoor leiden, ook als deze het er niet mee eens is. Zorg voor mensen met een chronische somatische aandoening kun je dan ook beter ‘ondersteuning’ noemen.

9006924473_bw.indd 9 06-05-11 12:41

Page 11: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 110

1 De zorgcategorie

Ischa is verpleegkundige in de thuiszorg. Hij komt net bij de heer Collodi vandaan. De heer Collodi is 64 jaar en heeft onlangs een hersenbloeding gehad. Na een intensieve revalidatieperiode is hij nu weer thuis. Hij heeft echter bij veel activiteiten verpleegkundige hulp nodig. Vanmorgen vertelde hij tegen Ischa over zijn problemen met zijn afhankelijkheid. Hij zei dat hij zich ‘buiten de maatschappij’ voelt staan. Hij komt de deur bijna niet uit en ziet zijn vrienden nauwelijks meer. Het lijkt of iedereen hem is vergeten. En elke dag wordt hij geconfronteerd met zijn beperkingen. De situatie van de heer Collodi vat in een paar zinnen samen tegen welke problemen mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperkingen aanlopen. Ze voelen zich vaak buitengesloten en niet serieus genomen. Ze lijken geen belangrijke rollen meer te kunnen vervullen. Om in die omstandigheden vrolijk te blijven en vol zelfachting door het leven te gaan, heb je een sterk karakter, flink wat incasseringsvermogen én erg goede hulp nodig. Revalideren, dat is weer een ander verhaal. Revalideren betekent ‘weer valide maken’. Een mooi vooruitzicht, maar vaak lukt dat maar ten dele.

9006924473_bw.indd 10 06-05-11 12:41

Page 12: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 1 11

1.1 Introductie op de zorgcategorie

Mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperkingen vormen een grote groep cliënten. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schaart chronische ziektes en lichamelijke beperkingen onder de noemer ‘chronic conditions’ (chronische aandoeningen) en beschrijft ze als volgt: ‘Een ziekte die een of meer van de volgende kenmerken heeft:

ze is permanent;de zorgvrager houdt restverschijnselen;ze wordt veroorzaakt door onomkeerbare pathologische veranderingen;ze vraagt om revalidatie of een lange periode van toezicht of zorg.’

De volgende groepen ziektes horen daarbij:niet-overdraagbare ziektes, zoals kanker en diabetes;blijvende overdraagbare ziektes, zoals aids;psychiatrische stoornissen, zoals schizofrenie en depressie;blijvende lichamelijke beperkingen, zoals amputaties, blindheid en gewrichtsproblemen.

Een op de negen Nederlanders (dat zijn ruim 1,7 miljoen Nederlanders) heeft een ernstige functie-stoornis waardoor hij of zij beperkt is in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. 20% van de inwoners van Nederland heeft een langdurige aandoening. 10% van de mensen met een chronische somatische aandoening geeft aan hinder te ondervinden als gevolg van de aandoening. Chronische ziektes en lichamelijke beperkingen komen voor in alle lagen van de bevolking. Ze zijn niet leeftijd- of geslachtgebonden. Toch zijn er verschillen te zien in de aantallen mensen met een chronische somati-sche aandoening onder de verschillende leeftijdsgroepen. Zo heeft van de groep 0-19-jarigen 19,4% een langdurige aandoening en van de groep ouder dan 65 jaar is dit 69,7%.

Langdurige ziektes over de verschillende leeftijdsgroepen

Leeftijd Percentage mensen met langdurige ziektes

0-19 jaar 19,4%

20-44 37,5%

45-64 56,2%

>65 69 69,7%

9006924473_bw.indd 11 06-05-11 12:41

Page 13: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 112

De groep langdurig zieken zal de komende jaren steeds groter worden door het steeds ouder worden van de Nederlandse bevolking. Ouderdom komt nu eenmaal met gebreken. Hoe meer oudere mensen er zijn, hoe meer van die mensen een langdurige aandoening zullen hebben. De verwachting is dat de groei van deze groep zorgvragers rond 2035 ten einde zal komen. Dit komt omdat de vergrijzing dan op zijn hoogtepunt zal zijn.

1.1.1 Cliënten met een chronische ziekteDoor steeds betere behandelingsmogelijkheden en vroegtijdig diagnosticeren, neemt de kans op overleven van een ziekte toe. Ging je vroeger dood aan bijvoorbeeld suikerziekte, tegenwoordig kun je hiermee oud worden. Een vroege diagnosticering kan een tijdige behandeling mogelijk maken. Hierdoor kan een ziekte soms overwonnen worden en zal de cliënt niet komen te overlijden. Hoewel de overlevingskans toeneemt, zijn er ziektes die niet te genezen zijn. Bij een ziekte die lang-durig aanwezig is, spreek je van een chronische ziekte. Het aantal mensen met een chronische ziekte neemt toe. Dit heeft verschillende oorzaken. Een van de oorzaken is dat ziektes waaraan mensen vroeger dood gingen, nu behandeld kunnen worden. Als een cliënt vroeger een hartziekte had, stierf hij hieraan. Nu zijn er verschillende medicijnen om te zorgen dat de cliënt blijft leven, er zijn medicij-nen om het hart meer kracht te geven en er zijn medicijnen om het overtollige vocht af te drijven. Ook door middel van veranderingen in de levensstijl van de cliënt kan de levensverwachting van de cliënt toenemen. Ondanks de betere behandelmethode blijft de ziekte dus bestaan en heeft de cliënt behandeling en/of verpleging nodig. Sommige cliënten hebben ook te maken met de restverschijnselen van een ziekte. Zo kan iemand een hersenbloeding goed overleven, maar kan hij restverschijnselen overhouden waarvoor hij verpleegkundige hulp nodig heeft. Zo’n restverschijnsel is bijvoorbeeld een verlamming aan één kant van het lichaam. Veranderingen in levensstijl vormen ook een oorzaak voor het toenemende aantal mensen met een chronische ziekte. Vaak lokt een onderdeel van iemands levensstijl het ontstaan van een chronische ziekte uit. Zo werken mensen in een omgeving waar gewerkt wordt met schadelijke stoffen, die kunnen leiden tot longaandoeningen. Een ander voorbeeld is onveilig vrijen. Door onveilig vrijen kun je een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) oplopen, dit heeft soms een chronische ziekte tot gevolg. Sommige van deze ziektes vragen langdurige behandeling en hebben zelfs gevolgen voor de vruchtbaarheid. Ook een ongezond voedingspatroon heeft invloed op het ontstaan van chronische aandoeningen, zoals hart- en vaatziektes en diabetes.Daarnaast worden mensen ook ouder. Doordat ze ouder worden, neemt de kans op het krijgen van een chronische ziekte toe. Dit ouder worden leidt ook tot meer jaren die geleefd worden met een ziekte. Voor mannen is de levensverwachting bij geboorte 77,2 en voor vrouwen 81,6 jaar. Gemiddeld leven 65-plussers nog tien jaar zonder lichamelijke beperkingen en nog vier jaar zonder chronische

levensverwachting

Ongezonde voeding kan

leiden tot chronische

aandoeningen, zoals hart- en

vaatziektes en diabetes

9006924473_bw.indd 12 06-05-11 12:41

Page 14: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 1 13

aandoeningen. De levensverwachting in goed ervaren gezondheid bedroeg op 65-jarige leeftijd voor mannen 8,3 jaar en voor vrouwen 9,3 jaar. De groep mensen met een chronische ziekte doet een groot beroep op de gezondheidszorg. De overheid reageert hierop in haar beleid. Zo zijn er bijvoor-beeld verschillende overheidscampagnes om een gezonde levensstijl te promoten.De WHO noemt naast deze oorzaken voor de toename van cliënten met een chronische ziekte nog de volgende oorzaken:

te weinig bewegen; overmatig alcoholgebruik; stress.

IndelingChronische aandoeningen verschillen onderling in aard, verloop en ernst van de klachten. Binnen de groep mensen met een chronische ziekte is een indeling te maken naar de aard van de chronische aandoening. Deze indeling geeft duidelijk weer welke verschillen er zijn binnen de grote groep van mensen met een chronisch ziekte:

Ziektes die lang duren en die in het algemeen geen symptoomvrije, klachtenvrije perioden kennen. Voorbeelden hiervan zijn hoge bloeddruk, multiple sclerose en diabetes mellitus.Aandoeningen die lang duren en tot periodiek terugkerende klachten leiden, zoals astma en migraine. De ziekte is altijd aanwezig, maar de cliënt kent perioden waarin hij geen nadelige lichamelijke klachten heeft.Ziektes die progressief verslechteren en vaak kort duren. Voorbeelden hiervan zijn longkanker en hartziektes.Ziektes die door medische interventies eventueel te verhelpen zouden zijn, zoals prostaathypertro-fie en borstkanker.Ziektes met een resttoestand. Een voorbeeld hiervan is een hersenbloeding.

Naast deze verschillen in de aard en het verloop van de ziekte zijn er ook individuele verschillen tus-sen cliënten. Dit maakt dat de zorg voor mensen met een chronische ziekte geen ‘standaardzorg’ is.

1.1.2 Cliënten met lichamelijke beperkingen en revaliderenden Een handicap wordt omschreven als een nadelige positie in de samenleving van iemand met een aandoening of beperking; de handicap is niet de aandoening of de beperking zelf, maar wordt veroorzaakt door de ontoegankelijkheid van de maatschappij. Het woord ‘handicap’ verwijst naar de problemen die de cliënt ondervindt door zijn beperking of stoornis, namelijk het niet meer (volwaar-dig) kunnen vervullen van de rollen die hij of zij normaal gesproken zou vervullen. Als we het hebben over rollen moet je denken aan student, ouder of werknemer.

9006924473_bw.indd 13 06-05-11 12:41

Page 15: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 114

Een cliënt die rolstoelafhankelijk is, kan niet zo snel met het openbaar vervoer op pad. Hierdoor wordt hij beperkt in zijn mogelijkheden. Als de overheid door verschillende maatregelen het openbaar vervoer beter toegankelijk maakt, heeft dit een positief effect op de ernst van de handicap. Het maakt de cliënt mobieler en daardoor beter in staat deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Lichamelijke beperkingen kunnen geleidelijk ontstaan. Zo kan een chronische ziekte als multiple sclerose op den duur leiden tot rolstoelafhankelijkheid. De groep cliënten die lichamelijke beperkingen krijgt door een chronische ziekte, moet telkens een stukje zelfstandigheid inleveren. Het toegeven aan de toegenomen afhankelijkheid is het moeten accepteren dat de ziekte erger geworden is. Er zijn ook cliënten die zeer plotseling lichamelijke beperkingen krijgen, bijvoorbeeld na een ongeluk of ernstige ziekte. Het accepteren van de lichamelijke beperkingen is voor hen erg moeilijk. Zij worden plotseling geconfronteerd met een lichaam dat niet meer kan wat het vroeger kon. Deze cliënten moeten van een volledig zelfstandig bestaan, waarin zij alles konden, overgaan op een bestaan waarin ze afhankelijk zijn van anderen. De dingen gaan niet meer vanzelf. Dit proces van acceptatie kan gepaard gaan met verschillende emoties, zoals woede en verdriet. Cliënten met lichamelijke beperkingen worden in alle zorgsettings verpleegd. Een bijzondere omge-ving is het revalidatiecentrum. Revalidatie is het geheel van medische en sociale zorg om iemand die door een ziekte of door een letsel te maken heeft met functieverlies weer zo goed mogelijk te leren functioneren. Tijdens het revalideren wordt door middel van training geprobeerd de cliënt het hoogst mogelijke niveau van zelfstandigheid te laten bereiken. Revalideren is altijd een multidisciplinaire aangelegenheid. Revalidatieartsen, logopedisten, ergo-therapeuten en verpleegkundigen werken nauw samen. Omdat tijdens het revalidatieproces vaak psychosociale begeleiding nodig is, zijn er in een revalidatiecentrum ook vaak een maatschappelijk werker en een psycholoog werkzaam.

De heer Singh heeft drie weken geleden een hartinfarct gehad. Het was een groot infarct en de heer Singh is een groot deel van de functie van zijn hart kwijtgeraakt. De heer Singh heeft een drukke baan, en tijdens zijn opname op de hartbewaking wilde hij het liefst alweer aan de slag. De dag na opname wilde hij alweer de gang op en zichzelf gaan douchen. De echtgenote van de heer Singh heeft de indruk die de verpleegkundigen tijdens de opname en de anamnese van de heer Singh kregen, bevestigd. De heer Singh is een workaholic met een ongezonde leefstijl. Hij eet te veel en te vet, en hij rookt. De indruk bestaat dat de heer Singh zichzelf overschat en, na zijn ontslag, thuis te snel weer zijn oude

Ook het lopen van trappen

moet soms weer opnieuw

geleerd worden

Voorbeeld

9006924473_bw.indd 14 06-05-11 12:41

Page 16: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 1 15

levensstijl gaat hervatten. In overleg wordt besloten dat de heer Singh na zijn ontslag een hartrevalidatieprogramma gaat volgen. Hier zal hij leren waar zijn grenzen liggen en hoe hij zijn levensstijl kan aanpassen aan zijn mogelijkheden.

Niet altijd is volledig herstel van de lichaamsfuncties en de daarmee samenhangende zelfstandigheid mogelijk. In overleg met de cliënt wordt dan bepaald wat er wél mogelijk is. Zo kan het hoogst haal-bare zijn dat de cliënt leert lopen met behulp van een rollator. Als volledige revalidatie niet mogelijk is, kan het voorkomen dat de cliënt de instelling verlaat en (verpleegkundige) zorg nodig blijft houden. Als de revalidatie plaatsvindt in een revalidatiecentrum verblijft de cliënt in de instelling totdat er geen verbeteringen meer te verwachten zijn en de cliënt naar huis kan, soms met hulp. Vaak wordt echter in het ziekenhuis waar de cliënt is opgenomen al begonnen met het revalidatieproces, soms is dat al voldoende. Een bijzondere vorm van revalidatie is die in dagbehandeling. De cliënt komt een of meerdere keren per week naar het revalidatiecentrum voor behandeling en gaat daarna weer naar huis. Deze vorm van revalideren kan ook door een fysiotherapeut met een eigen praktijk gedaan worden. Veel instellingen maken bij het vaststellen van het revalidatieprogramma gebruik van het SAMPC-model. Dit model geeft een indeling voor de vijf aandachtsgebieden tijdens de revalidatie. De vijf belangrijkste aandachtsgebieden bij de revalidatie zijn:

somatische problemen; adl-problemen; maatschappelijke problemen; psychische problemen;communicatieproblemen.

Voor elk van deze gebieden wordt beschreven of en wat de problemen zijn. Vervolgens wordt vastge-steld wat de te behalen doelen zijn. Enkele instellingen werken met het RAP-model. RAP staat voor revalidatie activiteitenprofiel. Het is een manier om de beperkingen en activiteiten van de cliënt vast te stellen. Het RAP-model biedt grotere inspraak voor de cliënt. De wensen van de cliënt staan centraal bij het vaststellen van de revalidatiedoelen en -prioriteiten. Het revalidatieteam geeft hierbij aan wat er haalbaar is, zodat de cliënt niet werkt aan een niet te behalen doel.

9006924473_bw.indd 15 06-05-11 12:41

Page 17: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 116

Mevrouw Eppink mag met ontslag

Mevrouw Eppink is 88 jaar en woont nog zelfstandig. Onlangs heeft ze een lichte hersen-bloeding gehad. Het herstel gaat voorspoedig, maar mevrouw Eppink houdt een lichte parese aan haar rechterbeen over. In het ziekenhuis is zij, zodra haar situatie stabiel was, met behulp van een fysiotherapeut begonnen met revalideren. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis is bij mevrouw Eppink ook suikerziekte vastgesteld. Inmiddels zijn de bloedsuikers goed geregu-leerd. Mevrouw kan echter niet zelf de insuline spuiten, want ze kan de eenheden niet goed aflezen. De artsen vinden dat mevrouw Eppink niet meer in het ziekenhuis hoeft te blijven, omdat zij geen medische hulp meer nodig heeft.

1 Als de arts jouw mening zou vragen over het voorstel mevrouw Eppink te ontslaan uit het zie-kenhuis, welke overwegingen maak je dan (als verpleegkundige)? Op welke vragen zou je eerst antwoord willen hebben?

1.2 Bestaansproblemen

Waardoor vormen mensen met een chronische ziekte, mensen met lichamelijke beperkingen en reva-liderenden, vanuit verpleegkundig perspectief, gemeenschappelijk één zorgcategorie? Een chronische ziekte is toch heel wat anders dan lichamelijke beperkingen. En het begrip ‘revaliderenden’ duidt op het werken aan een bepaald doel: zelfstandigheid, zelfredzaamheid. Waarom staan ze bij elkaar in één boek?Daar zijn twee redenen voor, die sterk met elkaar samenhangen:

de duur van de beperkingen die cliënten ondervinden;de bestaansproblemen die daaruit voortkomen.

Zowel mensen met een chronische ziekte als mensen met lichamelijke beperkingen hebben een aan-doening die niet (op korte termijn) over gaat. Vaak is de beperking of stoornis permanent. Dit zorgt voor bestaansproblemen. Bestaansproblemen worden in het ‘Beroepsprofiel van de verpleegkundige ’(1999) gedefinieerd als:‘Verstoringen van het welzijn die een relatie hebben met een ziekte of stoornis. Er is sprake van een bestaansprobleem wanneer de cliënt het als problematisch ervaart dat door een ziekte of stoornis zijn dagelijks leven verandert, zijn zelfbeeld wordt aangetast of zijn relatie tot zijn sociale netwerk en/of fysische omgeving verandert.’

Praktijk 1

Vraag

9006924473_bw.indd 16 06-05-11 12:41

Page 18: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 1 17

Zowel bij mensen met een chronische ziekte als mensen met lichamelijke beperkingen is de kans groot dat zich de volgende problemen voordoen:

werk en inkomen verliezen door een ziekte of stoornis;de gebruikelijke rollen in het gezin niet kunnen vervullen;zich niet kunnen voortbewegen zonder hulpmiddelen;aanpassingen moeten doen in huis;niet serieus worden genomen;afhankelijk zijn van anderen.

Dit zijn allemaal voorbeelden van bestaansproblemen waar mensen met een langdurige of perma-nente aandoening mee te maken kunnen krijgen.Vergelijk dit eens met iemand die getroffen wordt door een acute ziekte of stoornis. Een blindedarm-ontsteking bijvoorbeeld is door middel van een operatie te verhelpen. Dit is ingrijpend voor de cliënt die de operatie moet ondergaan. Na de operatie en het herstel ervan kan de cliënt echter zijn leven weer oppakken op de manier zoals hij dat deed vóór de operatie. De cliënt hoeft zijn zelfbeeld niet aan te passen, het tast zijn gevoel van eigenwaarde niet aan, zijn familie en vrienden zullen hem niet mijden. Zaken die bij een cliënt met een chronische ziekte of lichamelijke beperkingen wel spelen.Bestaansproblemen beperken zich vaak niet alleen tot de cliënt. Ook zijn naasten krijgen te maken met de invloed van de aandoening. Zo kan het hele gezin lijden onder het feit dat de kostwinner van het gezin langdurig uitgeschakeld is, of in een depressie is geraakt door de aandoening.

Maaike kan zich moeilijk zelfstandig voortbewegen. Ze is gedeel-telijk verlamd door een dwarslaesie. Ook in een rolstoel is het voor haar moeilijk zichzelf voort te bewegen. Door deze problemen was het voor Maaike niet weggelegd een opleiding te volgen aan de kunstacademie. Er waren te veel beperkingen. Ze werkt nu op een groot kantoor als telefoniste. Werk wat zij niet leuk vindt. Hierdoor voelt zij zich nogal eens depressief. Haar vrienden van de middel-bare school weten niet goed hoe ze hiermee om moeten gaan en komen steeds minder vaak langs bij Maaike.

Voorbeeld

9006924473_bw.indd 17 06-05-11 12:41

Page 19: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 118

Cliënten met een chronische aandoening of lichamelijke beperking kun je in alle zorgsettings tegen-komen. De zorgverlening bestaat uit twee belangrijke onderdelen:

Het ondersteunen van de cliënt in taken die hij zelf niet meer kan verrichten. Dit kan zijn het helpen bij het wassen en aankleden, maar ook de verzorging van een wond. Het ondersteunen van de cliënt bij de verwerking en acceptatie van zijn beperking of stoornis.

Naast deze overeenkomsten tussen mensen met een chronische aandoening en mensen met licha-melijke beperkingen zijn er ook verschillen. Zo zal een chronische ziekte in de loop van de tijd veelal verslechteren en moet de cliënt een steeds groter beroep doen op hulpverleners. In enkele gevallen wordt de cliënt volledig afhankelijk van de zorgverlener. In sommige gevallen leidt de aandoening tot de dood. Het is een onzekere situatie voor de cliënt, omdat niet altijd met zekerheid te zeggen is wanneer de ziekte verergert of hoe snel het proces zal verlopen. Deze onzekerheden vragen van de zorgverlener begrip en aandacht. Cliënten met lichamelijke beperkingen hebben meer zekerheid over de toekomst. Lichamelijke beper-kingen zullen niet vaak verergeren en tijdens het revalidatieproces wordt de cliënt geleerd hiermee om te gaan. Lichamelijke beperkingen ontstaan vaak ‘plotseling’ door een ongeval of als restver-schijnsel van een andere aandoening, zoals een CVA. De cliënt kan blijven zitten met vragen over het ‘waarom’. Hij kan de situatie als oneerlijk beschouwen. Ook dit vraagt specifieke zorgverlening.

Klaas (38) was een enthousiast hardloper. Hij heeft twee keer de marathon van Rotterdam gelopen. Twee keer per week trainde hij ook de jeugd van de atletiekvereniging. Onlangs heeft hij gehoord dat hij reuma heeft. Een tijdlang had hij al klachten en was hij erg moe. Hij liep al wat minder vaak hard, maar hij had het idee dat het kwam door de drukte op zijn nieuwe baan, en dat het tijdelijk zou zijn. Na zijn diagnose heeft hij het hardlopen en zijn trainer-schap moeten opgeven. Het was te vermoeiend voor hem. Na een periode waarin hij de zaken op een rijtje heeft gezet, heeft Klaas gezocht naar een andere manier om het hardlopen een rol in zijn leven te geven. Hij verzorgt nu het clubblad en bij wedstrijden gaat hij mee om de lopers te ondersteunen. Nog steeds kan hij het moeilijk hebben met het feit dat hij zelf niet kan hardlopen. Maar hij is blij dat het lopen nog deel uitmaakt van zijn leven.

Voorbeeld

9006924473_bw.indd 18 06-05-11 12:41

Page 20: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Thema 1 19

Niet meer kaarten

De heer Van der Horst is 78 jaar. Hij heeft sinds vier jaar ernstige hartklachten waarvoor hij steeds vaker wordt opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de laatste opname vertelt hij aan de verpleegkundige van de afdeling, Ruud, dat hij er zoveel moeite mee heeft dat hij steeds minder kan. Gisteren heeft hij alleen maar de tuin aangeveegd voor zijn vrouw. Maar toen kreeg hij toch zo’n pijn op de borst. Eigenlijk is die niet meer overgegaan, en daarom ligt hij nu hier. ‘Wat is nou het vegen van een straatje, broeder?’ zegt hij tegen Ruud. Ook het weke-lijkse kaartavondje lukt hem niet meer. Hij kan er niet meer komen. Het is te ver om te lopen.

1 Welke bestaansproblemen kun je uit het verhaal van de heer Van der Horst halen?

Praktijk 2

Vraag

Een op de negen Nederlanders heeft een ernstige func-tiestoornis waardoor hij of zij beperkt is in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. Mensen met een chronische ziekte of met lichamelijke beperkingen vormen een grote groep cliënten. De Wereldgezondheidsorganisatie schaart chronische ziektes en lichamelijke beperkingen onder de noemer ‘chronic conditions’ (chronische aandoeningen). Beide groepen behoren daartoe. Mensen met een chronische ziekte zijn er steeds meer. Een belangrijke oorzaak daarvan is de voortdurende toename van medische mogelijkheden, waardoor mensen met hun ziekte kunnen blijven voortleven. Er zijn verschillende typen chronische ziektes – symptoom-vrije ziektes, progressieve ziektes, ziektes met een resttoe-stand, ziektes met aanvallen – , maar alle hebben ze met elkaar gemeen dat ze lang duren. Mensen met lichamelijke beperkingen kunnen niet volwaardig functioneren in de maatschappij. Of anders gezegd, de maatschappij is niet op hun beperkingen ingericht. Ze zijn daardoor achtergesteld bij ‘gezonde’ mensen. Door revalidatie kunnen beperkingen vaak tot een minimum worden teruggebracht. Mensen met een chronische ziekte, mensen met lichamelijke beperkingen en revaliderenden hebben met elkaar gemeen dat ze be-staansproblemen ondervinden. Dit hangt met name samen met de langdurigheid van hun aandoening.

Samenvatting

9006924473_bw.indd 19 06-05-11 12:41

Page 21: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening niveau 4

Zorg basisboek Verplegen van mensen m

et een chronische somatische aandoening

Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening

Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening – niveau 4Werken als Verpleegkundige. Dat is leuk en afwisselend werk. Verantwoordelijk werk ook. Mensen doen een beroep op jou als het gaat om zorg en begeleiding in situaties waarin zij dat tijdelijk of langdurig niet zelfstandig kunnen. Het vraagt van jou dat je beschikt over de juiste competenties. Dit boek bevat de theorie die je nodig hebt om op een verantwoorde manier zorg te verlenen aan mensen die aan jou zijn toevertrouwd.

Dit boek – Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening – maakt deel uit van de serie ThiemeMeulenhoff Zorg Basisboeken. Het boek draagt bij aan jouw ontwikkeling van beroepscompetenties. Beroepscompetenties zijn contextgebonden. Ze gelden slechts in bepaalde beroepssituaties, ook wel contexten genoemd. Een context wordt gevormd door personen met een bepaalde aandoening (een cliëntencategorie) in een bepaalde zorgomgeving (een branche). Dit boek gaat over het verplegen van mensen met aandoeningen die lang duren of zelfs nooit meer weggaan. Dat kan een chronische ziekte zijn of een lichamelijke handicap. Mensen met een chronische somatische aandoening verpleeg je thuis, in het ziekenhuis, in een verpleeghuis of in een revalidatie-centrum. Je verpleegkundige taken zijn divers: uitvoeren van medische behandelingen, persoonlijke verzorging, maar ook psychosociale ondersteuning. Kortom: je hebt in deze branche veel kennis nodig. In dit boek vind je dan ook de theorie over het verplegen van een groot aantal chronische aandoeningen: wat houdt de aandoening in, hoe wordt het behandeld, welke gevolgen voor het leven heeft het en waaruit bestaat de verpleeg-kundige zorg.

Dit boek sluit aan bij de volgende uitstroomverbijzonderingen:VVT Verpleeg- en verzorgingshuizen en ThuiszorgGHZ GehandicaptenzorgZH Ziekenhuis

ThiemeMeulenhoff Zorg bestaat uit ThiemeMeulenhoff Zorg Basisboeken, Traject V&V, i-care fl ex, Verpleegtechniek in Beeld, InCasu en een reeks onder steunende uitgaven (Anatomie & Fysiologie, Basisboek Pathologie etc.). Kijk voor meer informatie op www.thiememeulenhoff.nl/zorg

1644_4_Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening.indd 12 06-05-11 12:55