Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen...

21
Verhalen vertellen Dierenverhalen Stichting Vertellus Erik van Dort Kerklaan 30G 9751 NN Haren M: [email protected] T: 06 45536362

Transcript of Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen...

Page 1: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Verhalen vertellen

Dierenverhalen Stichting Vertellus Erik van Dort Kerklaan 30G 9751 NN Haren M: [email protected] T: 06 45536362

Page 2: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Voorwoord U heeft de voorstelling ‘Dierenverhalen’ van Vertellus geboekt. Erik van Dort vertelt met muzikale begeleiding van Niels Kooistra en Ori Rymarczuk verhalen van Toon Tellegen. Bij deze voorstelling is lesmateriaal ontwikkeld dat ingaat op de kunst van het vertellen. Verhalen vertellen is boeiend. We vertellen elkaar de hele dag verhalen. Toch is het onderwijs met name gericht op lezen. En als je aan een klas met kinderen vraagt wie lezen leuk vindt, gaan er verdacht weinig vingers omhoog. Dat is merkwaardig; we stoppen er veel tijd in, kinderen beleven er weinig plezier aan. Vraag je aan een volwassene wat hij van vroeger nog weet van school, dan krijg je vaak een enthousiast verhaal over de leerkracht die zo goed kon vertellen. Hoe fijn zou het voor kinderen zijn als leerkrachten meer verhalen vertellen in de klas? Als leerkrachten een prachtig voorbeeld voor de kinderen zouden zijn, zodat ook zij meer gaan vertellen? Dat is onze droom. Laten we ons eerst even voorstellen. Erik van Dort stond jarenlang voor de klas en reist al twaalf jaar door het land met verhalen en vertelvoorstellingen. De laatste tijd vragen leerkrachten na de voorstelling wat er gebeurt tijdens het vertellen van een verhaal en of ze het ook kunnen leren. Monica de Vente traint al tien jaar presentatie- en communicatievaardigheden. Ze is pedagoog en begeleidt kinderen met Autisme Spectrum Stoornis en merkt dat veel van deze kinderen een auditieve voorkeur hebben. Onze expertise sluit goed op elkaar aan. Daarom delen we graag onze ervaringen, kennis en vaardigheden in deze handleiding, die met name bedoeld is voor leerkrachten en docenten in het onderwijs. We geven theorie over het verhaal en sluiten af met voorbeeldverhalen voor onder-, midden- en bovenbouw. ‘Verhalen vertellen’ is speciaal voor het onderwijs geschreven, zodat luisteren naar verhalen heel gewoon wordt voor kinderen in de klas. Wilt u een vertelcursus voor de leerkrachten bij u op school, neem dan contact op met Vertellus. De leerkrachten ontvangen dan het boek ‘Spelend Vertellen’ met nog meer tips en trucs. Erik van Dort www.vertellus.nl Monica de Vente www.nudus.nu

Page 3: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Inleiding Een verhaal dat ben je zelf. Tenminste…dat vinden wíj. Verhalen zijn deel van ons. Vandaar dat het vertellen van verhalen zo belangrijk is, zeker in het onderwijs, waar je een groot deel van je leven doormaakt. Gelukkig wordt er in de klas ook voorgelezen, maar voorlezen is niet hetzelfde als het vertellen van een verhaal. Voorlezen doe je van papier, in de taal van een ander. Tussen de voorlezer en het publiek staat een boek. Vertellen doe je actief, in je eigen taal, zonder boek. Jij bent het verhaal, hier en nu. Een verhaal komt tot leven door het te vertellen, omdat je kunt inzoomen als je voelt dat dat nodig is, of gas kunt terugnemen als het te spannend wordt. De woorden kies je in het moment. Daardoor beleven kinderen een verteld verhaal zo sterk. Bij vertellen sta je direct in contact met je publiek. Het is interactief. Put maar eens uit je eigen ervaring. Welke leerkracht inspireerde jou het meest? En hoe deed hij of zij dat? Vaak is dat de leerkracht die de kunst van het vertellen meester was. Je beleefde het verhaal alsof je er zelf in zat en het voelde alsof je het zelf meemaakte. Tijdens onze vertelvoorstellingen en trainingen horen we het ook. Zo reageerde een meisje

uit groep 8 na de voorstelling: ‘Het was net alsof u daar was en wij over uw schouder

meekeken.’ En vol verwondering fluisterde eens een kleuter na afloop: ‘Meneer, bedankt

voor de mooie film’. En na een training gaf een cursist een compliment: “Je nam me

helemaal mee in de voorbeelden, ik zag het voor me”.

Als je wilt leren vertellen is er een aantal hulpmiddelen die je kunt gebruiken. Je leert hoe je een bestaand verhaal kunt verdelen in logische onderdelen, hoe je een verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het spelen van een personage of het gebruik van een dialoog. Je oefent en je leert het toe te passen in een verhaal. Je leert vertellen door het te doen, te ervaren en je voelt wat het best bij je past. Dit alles kost uren, dagen soms, maar laat je niet ontmoedigen, er komt een tijd dat de basis is gelegd. Het echte vertellen leer je in de praktijk. Je komt op en begint met je verhaal. Aan het begin zijn er misschien nog wat haperingen. Het is zoeken naar de woorden, je ziet jezelf misschien staan, je voelt dat iedereen naar je kijkt, er zijn binnen teksten als ‘oei wat doe ik hier’ of ‘wat komt er straks’. Misschien vraag je je zelfs af of je het allemaal nog wel weet. Maar je merkt dat het werkt. Met open monden luisteren de kinderen van je klas naar je verhaal. Niet te geloven, het is je gelukt. We trekken vaan de vergelijking met zwemmen of autorijden. Tijdens de les worden handelingen en vaardigheden bewust aangeleerd en patronen worden ingeslepen. Met het zwemdiploma of rijbewijs doe je ervaring op en ontwikkel je een eigen stijl. Dan komt het moment dat het vanzelf gaat, dat je er niet meer over hoeft na te denken. En daar gaat het om: De kunst van het vertellen van verhalen is om in deze staat te geraken. We noemen dit onbewust bekwaam; de handelingen zijn geautomatiseerd, je hoeft er niet meer over na te denken en je kunt het. Gebruik dit boek als een handleiding om het vertellen van verhalen onder de knie te krijgen en als inspiratiebron voor in de klas. Iedereen kan verhalen vertellen, de een wat sneller of technisch beter dan de ander, de een gebruikt meer volzinnen, de ander meer humor of spanning. Maar het belangrijkst is dat iedereen het kan. Laat het verhaal beginnen.

Page 4: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

De opbouw van een verhaal

Elk verhaal heeft een begin en een einde. In sprookjes is dit heel duidelijk herkenbaar. Het begint met ‘Er was eens…’ en eindigt met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Die structuur bestaat uit vijf hoofdpunten. Deze punten zijn duidelijk herkenbaar als je het verhaal bestudeert. Let op: dit is geen wet, maar een hulpmiddel om je verhaal beter te leren vertellen. Voor een verteller is het handig om deze vijf punten te gebruiken. Dit geeft houvast om de structuur van het verhaal te onthouden. Deze vijf momenten in een verhaal zijn de volgende: Het exposé Dit is de informatie die je geeft voordat het eigenlijke verhaal begint. Het is informatie die de luisteraar nodig heeft om het verhaal te plaatsen. Je kunt er informatie kwijt over het wie, wat, wanneer, waar en waarom. Ook kun je er informatie geven over de personage(s), tijd, plaats, etc. ‘Er was eens een prins die leefde in een klein land. Verderop, in een groot land en in een prachtig paleis woonde een prinses. De prins was verliefd op de prinses, maar hij durfde het niet te zeggen, dus daarom bedacht hij een plan.’ Het motorisch moment Dit moment is de start van het verhaal, het verhaal begint hier letterlijk te lopen. In sprookjes zijn dit vaak de woorden: Op een dag… ‘Op een dag ging de prins naar het graf van zijn vader en zei: Papa, ik ben verliefd.’ De climax Dit is het hoogtepunt van het verhaal. Hier vertel je je verhaal naar toe, dit is het moment waar iedereen op zit te wachten. Het spannende moment, het aha-moment. De climax van je verhaal is de roos waar je als verteller je pijl in schiet. ‘Kom maar,’ riep ze, ‘laten we gaan zoenen, ik kan haast niet wachten. Hofdames ga om me heen staan, want niemand mag het zien, zeker mijn vader niet.’ Zo begonnen ze te zoenen. Uren duurde het, want het zoenen was veel lekkerder dan ze allebei van te voren hadden gedacht.’ De hofdames sprongen bij elke zoen omhoog, tot ze bijna niet meer konden staan. De afloop Het fysieke einde van het verhaal. De opdracht is vervuld, de zoektocht is ten einde, de schat is gevonden. Alle elementen vallen op hun plaats. ‘De prins draaide zich om en ging terug naar zijn kasteel. De prinses bleef nog lang bij de grens staan huilen.’ Het eindbeeld Het laatste beeld dat de verteller meegeeft. Dit kan zijn de moraal, de wijsheid van het verhaal of een verwijzing naar het hier en nu. ‘De prins leefde nog lang, arm en alleen. En toch was hij heel gelukkig.’

Page 5: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Tekenen Een goed hulpmiddel is om je verhaal samen te vatten in vijf tekeningen. Maak een snelle schets van elk van de vijf hoofdmomenten. Op het moment dat je gaat tekenen gaat het verhaal al door je heen en in je hoofd maak je onbewust de beelden tussen die vijf hoofdmomenten. Als je het verhaal vertelt vertel je van moment naar moment. Je hoeft de tekst dus niet helemaal uit je hoofd te leren. Als je er maar voor zorgt dat je steeds weer bij het volgende beeld uitkomt. De tekeningen kun je bij het vertellen voor je leggen als geheugensteun en als een legale spiekbrief. Als je dit in je klas met je leerlingen doet, beperk het dan tot drie tekeningen. Een begin, een

midden en een eind.

Vertellen en lopen Een ander hulpmiddel is dat je tijdens het oefenen van het verhaal gaat lopen. Vertel het verhaal dan hardop aan jezelf. Dan ben je al bezig met het oefenen van de zinsconstructies. Je zult merken dat je bij het vertellen van het verhaal automatisch in de cadans van het lopen terecht komt. Volg de energie en je komt meer in de flow. Vertellen en muziek Hetzelfde geldt ook voor het gebruik van muziek. Als je een verhaal in de klas wilt gaan vertellen ga dan eens op zoek naar een kort muziekstuk dat je aanspreekt. Oefen dat een paar keer van te voren. Het is heel simpel; zet de muziek aan en ga vertellen. Ook nu zul je merken dat je in de energie van de muziek gaat zitten. Voor sommige vertellers is het gebruik van muziek een zeer handige steun. Verhaalkeuze Als je een verhaal vertelt, vertel dan iets dat je zelf hebt meegemaakt. Bij zo’n verhaal zit je veel meer met je eigen gevoel en dat komt de presentatie ten goede. Want als publiek wil je meevoelen met de verteller. Als jij verdrietig bent is je publiek dat ook, ben jij blij en vrolijk dan zie je dat je publiek dat ook is.

Page 6: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Recept Verhalen Vertellen

Ingrediënten Voor een kort verhaal (5 – 10 minuten)

Zoek een eenvoudig verhaal met een duidelijke structuur

Zorg voor de juiste energie Voorbereiding Kies een verhaal waar je zelf wat mee hebt en dat past bij de leeftijd van de kinderen. Geschikte verhalen zijn korte (bekende) sprookjes. Kies een verhaal dat je in ongeveer tien minuten (hardop) voorleest. Goede tip: www.verhalenbank.nl en www.beleven.org Verhalen op trefwoord. Bereiding Stap 1 Ontleed de structuur van het verhaal. Strip het verhaal en maak dit voor jezelf visueel. Wat is er nodig om te vertellen voordat het verhaal ‘gaat lopen’? (exposé) Met welke handeling begint het verhaal? (motorisch moment) Waar gaat het verhaal naar toe? (climax) Hoe loopt het af, wat is het eindbeeld? (ze leefden nog lang en gelukkig) Er zijn verschillende manieren waarop je dit kunt doen.

Maak de vijf tekeningen van de opbouw van het verhaal

Strip het verhaal en maak als een storyboard snelle tekeningen van elke belangrijke handeling

Schrijf steekwoorden op

Beschrijf het verhaal in korte zinnen

Schrijf het verhaal helemaal uit Stel jezelf de vraag: Wat is dit voor een soort verhaal? Is het een liefdesgeschiedenis, is het zielig of juist grappig etc. Stel jezelf de vraag: Wat is de motor van het verhaal? Wat houdt dit verhaal nou aan de gang? Of in kooktermen te blijven: waarom kook ik nu juist dit? Stap 2 Oefen het verhaal met voor je: de tekeningen of de steekwoorden. Denk daarbij aan het gebruik van zintuigen. Vergeet het recept uit het (kook)boek en maak gebruik van de legale spiekbrief. Vertel het verhaal aan jezelf, vertel wat je ziet maar ook wat je voelt. Vertel van tekening naar tekening en maak hier van een vloeiend geheel. Vertel het verhaal op deze manier een paar keer hardop voor jezelf.

Page 7: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Opdienen Serveer het verhaal met veel enthousiasme. In het vertellen geldt: eerst geloven dan zien. Als jij dan in het verhaal gelooft, dan gelooft jouw publiek het ook. Geloof je er zelf niet in, dan gelooft niemand het. Vergeet goed of fout. Oordeel niet over je zelf. Zorg dat je in het voelen gaat zitten en dat je niet in het denken blijft hangen. Wat jij voelt, voelt het publiek. Als je iets vergeet of als er iets fout gaat: benoem dat nooit! Deal daarmee. Zie het als het verhaal van je vakantie. Dat vertel je aan iedereen anders. En je gaat je na afloop echt niet afvragen; heb ik het goed verteld? Oei, ik ben wat vergeten… Het is heel simpel: Het is wat het is. En als het je lukt om echt in het verhaal te zitten, in die flow… Wow!!!

Serveersuggesties Maak het eens anders dan anders. Een paar ideeën: Doe iets anders aan. Een mooie sjaal, een gek jasje een muts… Het is top als dat iets is dat bij het verhaal past. Doe dat eventueel in het bijzijn van je publiek, zodat de luisteraars zich bewust worden van het feit dat er iets anders gaat gebeuren. Doe het licht uit en zet een (geur)kaarsje aan voor de sfeer. Gooi je haar eens los… Zorg voor een toetje. Het verhaal moet bij het publiek even bezinken en ze moeten weer terugkomen naar de realiteit van alledag, dus ga niet gelijk over op de volgende activiteit. Beantwoord vragen als die er zijn. Begin en eindig met een ritueel. Markeer het begin en eind met een liedje of versje, het klaarzetten en opruimen van een vertelstoel, het aansteken en uitblazen van het kaarsje. Er is van alles mogelijk, kies wat bij jou past. In de praktijk Het bovenstaande lijkt veel werk, maar als je al een geschikt verhaal hebt valt het wel mee. De meeste verhalen heb je snel in je hoofd. Maak een mapje, waarin je de tekeningen en/of steekwoorden bewaard. Handig voor later. Verhalen vertellen is net als zwemmen. Je leert het door het te doen. Koudwatervrees is een bekend verschijnsel, maar als je in eenmaal door bent dan gaat er voor jou en je publiek een wereld open. Hoe eerder je door bent hoe fijner dat is. Gebruik je verhaal binnen een bestaand project (als middel) of aan het begin of eind van een les. Gewoon voor je klas om eens fijn naar een verhaal te luisteren. De kinderen die auditief zijn ingesteld zullen je opeten. Ze zijn je voor eeuwig dankbaar. Iedereen heeft nog een lichtend voorbeeld van vroeger, van die juf of meester die dat verhalen vertellen zo goed kon alsof het leek dat je er zelf bij was. Vertel smakelijk!

Page 8: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Hoe de verhalen in te zetten (bijvoorbeeld basisonderwijs) Je kunt kiezen binnen welk vakgebied het verhaal wordt ingezet. De mogelijkheden hiervoor zijn talrijk:

erfgoed (verhalen van vroeger)

sociale vaardigheidstraining (verhalen over hoe ga je met elkaar om)

wereldoriëntatie (verhalen uit verre landen)

Bijbelse vertellingen

Verhalen van opa en oma (en in de klas navertellen)

Rekenen (redactiesommen en dan in een mooi verhaal, een opdracht voor de Koning)

Opdracht voor een teken- of handvaardigheid les aan de hand van een verhaal

Verhalen binnen projectonderwijs

Kerndoelen basisonderwijs Nederlands Kerndoel 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven Kerndoel 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Oriëntatie op jezelf en de wereld Kerndoel 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Geschiedenis Kerndoel 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. Kunstzinnige oriëntatie Kerndoel 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Kerndoel 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Kerndoel 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Page 9: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Verhalen voor de

onderbouw

Page 10: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Het Bange Konijntje

Het is een warme zomerdag. Onder de grote mangoboom slaapt een klein konijntje, zijn ene oor rechtop en het andere is omgeklapt. Opeens schrikt het konijntje wakker: ‘Stel je voor, dat er een aardbeving komt.’ Hij probeert gauw aan iets anders te denken, maar het lukt niet. Plotseling hoort hij achter zich een kraaak, een plof en dan voelt hij de aarde trillen. Het konijntje springt overeind en gilt: Konijn: Een aardbeving, er is een aardbeving! Hij zet het op een lopen. Onderweg komt hij een ander konijn tegen. Konijn: Ren voor je leven, er is een aardbeving. Met zijn tweeën hollen ze verder. Er komt een derde konijn bij. Een vierde. Een vijfde. Wel tien, nee, wel honderd konijnen rennen door het bos en roepen: ‘Hellup, een aardbeving.’ Een beer hoort het lawaai en hij denkt: ‘ Beer: Als er een aardbeving is, moet ik maken dat ik wegkom. Hij holt achter de konijnen aan. Iets verderop staat een andere beer, juist met zijn poot in een honingboom. Beer: Wat is er aan de hand? Konijntjes: Een aardbeving! De beer met zijn poot vol honing holt mee. Er komt een derde beer bij. Een vierde. Wel tien, nee, wel honderd beren rennen mee. In de warme zon staat de grote olifant. Met zijn oren slaat hij de vliegen weg. Hij zuigt zand op met zijn slurf en gooit dat op zijn rug. Hij ziet de honderd konijnen en beren langskomen. Olifant: Waarom rennen jullie zo hard? Dieren: Omdat er een aardbeving is! De olifant schrikt. Olifant: Stel je voor, ik ben zo zwaar, ik val als eerste naar beneden. De olifant holt mee. Verderop komt er een tweede olifant bij. Een derde. Tien olifanten? Neen, wel honderd! Er komen ook slangen bij. En apen. Neushoorns. Wilde zwijnen. Ja, alle dieren van het grote oerwoud rennen weg en brullen: ‘Hellup, een aardbeving.’ Boven op een rots ligt de leeuw te chillen in het zonnetje. Wat is dat voor een lawaai? Hij doet zijn ogen open, zijn kop omhoog en ziet daar beneden honderden dieren rennen. Maar vanaf zijn rots ziet hij ook iets verschrikkelijks. De dieren rennen regelrecht in de richting van het ravijn en ze hebben het niet in de gaten. Onder in het ravijn is de woeste zee. De leeuw staat op, schudt zijn manen en komt met grote sprongen naar beneden. Vlak voor de dieren stopt hij. Leeuw: Stop! Wat is er aan de hand? De dieren roepen door elkaar: ‘Een aardbeving!’ Leeuw: Hoe weten jullie dat? Ze wijzen naar het konijntje. Het konijntje vertelt de leeuw dat ie kraak hoorde, toen en plof en dat hij de aarde voelde trillen. De leeuw denkt na en kijkt het konijntje aan. Leeuw: Kom op mijn rug zitten en breng me naar de mangoboom! Even later komen ze bij de boom, de leeuw kijkt rond en begint te bulderen van het lachen. Hij wijst naar een mango die uit de boom is gevallen. Leeuw: Kijk, konijntje, daar ben je zo van geschrokken. De leeuw rent terug naar de andere dieren en vertelt dat ze helemaal niet bang hoeven zijn. Het was geen aardbeving, er was alleen maar een mango uit de boom gevallen. Iedereen gaat weer terug naar zijn eigen plekje. Gelukkig, er is niets aan de hand. De leeuw gaat terug naar zijn hoge rots. En het konijntje? Die ging onder de grote mangoboom zitten, nam een hap van de mango en zei: ‘Hm,heerlijk’

Page 11: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Het verhaal van das en marter In een groot bos woonden das en marter. Echte vrienden waren het niet, maar als ze honger hadden trokken ze er vaak samen op uit. Toen ze op een dag aan het wandelen waren, zagen ze een stuk vlees dat op het bospad lag. ‘Dat is voor mij,’ zei das. ‘Helemaal niet, ’ zei marter, ‘het is voor mij.’ Das: Nou ja zeg, ik heb het voor het eerst gezien. Marter: Echt niet, want toen had ik het al gezien. Das: Bewijs het maar. Marter: Hoezo bewijzen? Ik zeg je toch, ik zag het het eerst. Ze bleven een tijd lang ruzie maken. Das keek marter aan. Das::Laten we de zaak voorleggen aan vos. Hij weet vast wat we moeten doen. Ze gingen naar vos en deze luisterde naar het verhaal. ‘Wie zag het stuk vlees eerst?’ vroeg vos. ‘Ik,’ zei das. ‘Ik,’ zei marter. Das: Bewijs het dan. Marter: Ik zag het eerst. Meteen begon de ruzie opnieuw. ‘Wacht even,’ zei vos, ‘het kan natuurlijk dat jullie het tegelijkertijd zagen. Dat zou betekenen dat jullie allebei recht hebben op de helft.’ Daar konden das en marter zich wel in vinden. Vos scheurde het stuk vlees doormidden en gaf een stuk aan das en een stuk aan marter. Net toen das een hap wilde nemen zei marter: Marter: Wacht even… Aandachtig bestudeerde hij het stuk vlees van das. Marter: Dat is niet eerlijk, hij heeft een veel groter stuk. We zouden toch allebei even veel krijgen? ‘Is dat zo?’ zei vos, ‘Laat eens kijken.’ Nu was het vos die lang naar het stuk vlees keek. ‘Je hebt gelijk,’ zei vos. ‘Ik heb het niet goed gedaan.’ ‘Zie je wel,’ zei marter, ‘ik wist het.’ Vos nam hij een enorme hap van het vlees. Hij kauwde, hij smakte en liet een boertje. Meteen werd das boos. Das: Je hebt er teveel afgehapt vos. Nu heeft hij meer. Vos: Sorry! Laat jouw stuk vlees eens zien, marter. Vos nam een hap van het stuk vlees van marter. Hij kauwde, hij smakte en liet een boertje. ‘Ho, ho, teveel,’ schreeuwde marter, ‘want nu heeft das meer.’ Das en marter gaven elkaar geen millimeter toe. Vos bleef happen, dan weer van het stuk van das en vervolgens van het stuk van marter. Uiteindelijk hapte hij net zo lang tot al het vlees op was. Pas toen hadden das en marter precies hetzelfde: niets. En vos? Hij had er buikpijn van en hoefde een maand lang niet meer te eten.

Page 12: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

De Winkel Het is woensdagmiddag, het zonnetje schijnt en Roos zit op een kleedje voor de supermarkt. Het ligt vol met spulletjes die ze van mama mag verkopen. Voor haar staat een dikke mevrouw met een boodschappentas in haar hand. Vrouw: Wat kost die lamp? ‘Ik zal even voor u kijken,’ zegt Roos. Ze pakt de lamp, op de kap zit een plakkertje, daar heeft mama de prijs opgeschreven. Roos: Twee euro mevrouw. De dikke mevrouw krabt even onder haar kin. Ze heeft geen echte kin, van haar mond loopt het in één rechte lijn door naar beneden. Ze kijkt Roos streng aan. Vrouw: Eén vijftig. Roos kijkt de mevrouw eens aan. Misschien heeft ze het niet goed gehoord. Roos: Twee euro. Vrouw: Veel te duur. Ze draait zich omen loopt de supermarkt in. Haar achterwerk waggelt van links naar rechts. ‘Dikzak,’ zegt Roos. Ze voelt in haar broekzak en haalt het verdiende geld eruit. Ze heeft een muntje van 50 eurocent. Uit de supermarkt komt een oude man. Hij loopt naar Roos en gaat op zijn knieën voor haar zitten. Man: En jongedame, lopen de zaken nog een beetje? Roos: Nee meneer, ik haast niets verkocht. De man kijkt aandachtig naar de spullen op het kleed. Man: Die kaarsenstandaard wil ik wel, twee euro. Roos pakt de standaard. Hij heeft op haar kamer op haar bureau gestaan, maar ze vindt hem niet mooi meer. Ze kijkt naar het prijsje dat erop zit. Roos: Nee meneer, hij kost één euro. De man krabt op zijn achterhoofd, zijn linker wenkbrauw gaat iets naar beneden. Man: Goed, ik zal er niet omheen draaien. Drie euro, hoger ga ik niet. Roos: Meneer er staat 1 euro op het kaartje. Kijkt u maar. De man bekijkt het kaartje. Man: Je maakt het me niet makkelijk dame, vier euro en dat is mijn laatste bod. Roos: Meneer ik moet het verkopen van m’n moeder voor de prijs die erop staat. Man: Oké, jij je zin. Eén euro. De man pakt zijn portemonnee. ‘Heeft u terug van een briefje van vijf? Roos pakt het muntje uit haar zak. Roos: Ik heb vijftig cent van de eierwekker die ik net verkocht heb.’ Man: Wat is dit voor een winkel, waar ze niet eens kunnen wisselen. Nou, geef maar dan. Roos geeft hem de vijftig cent en de man geeft haar het briefje van vijf. Hij pakt de kaarsenstandaard en staat op en kijkt Roos aan. Man: U heeft toch wel zegels hè. Het gezicht van Roos kleurt rood. Roos: Nee meneer, ik wist niet dat dat moest. Man: Het moet toch niet veel gekker worden. Geen wisselgeld, geen zegels. Wat een toestand. Uit zijn portemonnee pakt hij een sliert zegels en geeft ze aan Roos. Het zijn de zegels die mama in de supermarkt ook altijd krijgt. Man: Geef die maar aan de volgende klant. Hij draait zich om en met de kaarsenstandaard in zijn hand loopt hij weg. Roos kijkt hem na, tot hij de hoek om is.

Page 13: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Verhalen voor de

middenbouw

Page 14: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

De Blauwe Beer Hoog in de bergen van de Himalaya leefde lang geleden een beer. Zijn pels was prachtig helder blauw, zijn klauwen leken van zilver en zijn ogen fonkelden als edelstenen. In de dorpen in het dal werd verteld dat het vlees van deze beer een heerlijke honingzoete smaak had. Het was dan ook geen wonder dat de Koning zeven zakken goud beloofde aan diegene die de beer wist te vangen. Op een dag was een jager de beer op het spoor gekomen. Terwijl hij over de besneeuwde toppen van de Himalaya trok, overviel hem een enorme sneeuwstorm. De jager riep zo hard hij kon om hulp, maar er was geen mens in de bergen. Toch werd zijn hulpgeroep gehoord. Het was de beer die wakker werd uit zijn winterslaap. Hij stond op en sloeg met één beweging de sneeuw voor zijn hol weg. Hij luisterde, liep naar de plek waar het geluid vandaan kwam en vond de jager. De jager was er slecht aan toe. Half bevroren lag hij op de grond te klappertanden, zijn lippen waren blauw en de topjes van zijn vingers waren zwart. De beer pakte de jager op en nam hem mee naar zijn hol. Daar drukte hij hem zachtjes tegen zich aan en sloeg zijn warme poten om hem heen. Na een tijdje kwam de jager bij en opende zijn ogen. De beer zei: ‘Je hoeft niet bang te zijn, als je wilt kun je weer gaan. Maar beloof me dat je niemand vertelt van deze geheime schuilplaats.’ De jager beloofde dat. De storm was gaan liggen, hij verliet het hol van de beer en daalde af naar het dal. Toen hij de eerste huizen van het dorp zag, dacht hij aan zijn belofte. Nou ja belofte, hoe kon je een belofte aan een dier doen? Dat stelde toch niets voor en bovendien kon hij de zakken vol goud goed gebruiken. Hij twijfelde geen moment, liep in een rechte lijn door naar het paleis van de koning om te vertellen dat hij de Blauwe Beer had gevonden. ‘Geweldig,’ sprak de koning, ‘ik wist dat er op een dag een moedige jager zou komen die het beest zou opsporen. Vertel mijn jagers waar ze moeten zijn en als ze het beest gevangen hebben, krijg jij je beloning waar je recht op hebt.’ De jagers van de koning gingen op pad en inderdaad vonden ze het hol. Zo stil mogelijk spanden ze een groot net voor de ingang en toen het goed en stevig vastzat verstopten ze zich in de bosjes. Toen bliezen ze op hun jachthorens, zo hard ze konden. Opnieuw werd de beer wakker, versuft liep hij naar buiten en verblind door het zonlicht liep hij in de val van de jagers. Al snel zat hij in het net verstrikt. De jagers stormden op hem af en bonden hem vast. ‘Dood mij niet,’ zei de beer, ‘breng mij naar jullie koning zodat ik hem mijn verhaal kan vertellen.’ De jagers moesten daar eerst goed over nadenken. ‘Welk verhaal?’ vroegen ze. ‘Breng mij nou maar naar de koning, dan kunnen jullie het ook horen.’ Nieuwgierig geworden stemden de jagers in met het voorstel van de beer. Ze namen de beer mee en brachten hem naar de koning. Die was zeer verbaasd, want voor zijn troon stond de blauwe beer en hij leefde nog. De beer boog zo diep hij kon. ‘Sire, ik heb het leven van een man gered. Hij beloofde me mijn schuilplaats geheim te houden, maar hij heeft zijn woord gebroken. Ik heb medelijden met deze man voor wie zijn woord geen enkele waarde heeft.’ De koning liet de jager bij zich roepen. ‘Geef me het goud waar ik recht op heb,’ begon de jager meteen. ‘Wees blij dat ik je in leven laat,’ zei de Koning. ‘Wachters sla hem in de boeien en breng hem naar het donkere bos aan de rand van mijn koninkrijk. Laat ik je hier nooit meer zien! ’ De jager werd afgevoerd en de koning op zijn beurt boog nu diep voor de beer en hing een bloemenslinger om zijn nek. Ze brachten de beer naar de voet van de Himalaya en daar lieten ze hem gaan. De beer vond een nieuwe schuilplaats en daar leefde hij nog vele jaren in alle rust.

Page 15: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

De Witte Juffer Hier vlakbij leefden eens een man en een vrouw die erg ontevreden waren. In plaats van blij en gelukkig te zijn, deden ze niets anders dan mopperen. Altijd wilden ze meer. De man wilde graag een grote tuin, de vrouw een groter huis en ze wilden veel geld. Ze hadden een zoon en die was net zo. De jongen hield van rookworst. Meestal hadden ze daar geen geld voor. De jongen kon daar dan dagen over klagen. En als er dan geld voor rookworst was en ze er een voor hem kochten, wilde hij dat hij er twee had. Toen ze op een avond weer met chagrijnige gezichten tegenover elkaar zaten en flink zaten te mopperen, ging plotseling de deur open. In de deuropening verscheen een Witte Juffer. Ze had een lief gezicht en droeg een jurk van witte zijde. Op haar mouwen zaten zilveren geborduurde vlinders. Haar stem was zacht en vriendelijk. Ze mochten alle drie een wens doen. De vader mocht een wens doen en die zou vervuld worden. Ook de moeder mocht wensen wat zij wilde. En hun jongen mocht ook het allermooiste en het beste wensen dat er in de wereld was. Blij keken de drie elkaar aan. Toen ze opkeken, was de Witte Juffer al verdwenen. Zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt. Eindelijk lachte het geluk hen toe. Dat werd ook tijd, vonden ze. De jongen hoefde niet lang na te denken. Hij wist meteen wat hij wilde. ‘Doe mij maar een rookworst,’ zei hij. En hij had het nog niet gezegd of daar lag op de tafel een halve nog dampende sappige rookworst. Hij kon zijn ogen niet geloven. De moeder werd nu zo kwaad. Haar gezicht was vuurrood. Er kwam rook uit haar oren. Ze ontplofte bijna. ‘Hoe kun je dat nou doen? Wat ben jij toch een ongelofelijke oen. Nu is er al één wens voorbij. Hoe kun je nou zo dom zijn. Jongen, ik wou dat die worst onder je neus zat.’ En ze had het nog niet gezegd of de worst vloog door de kamer naar de jongen toe, naar zijn neus. En pok… daar hing ie, als een snor onder zijn neus. Het rook erg lekker, vond de jongen, dat dan weer wel. Maar ja, de worst hoorde daar niet. Er was geen beweging in te krijgen, hoe ze er ook aan trokken. Hij ging er niet meer af, de worst zat muurvast. Zijn ouders gingen naast hem staan, vader aan de ene kant, moeder aan de andere kant. Ze trokken zo hard ze konden aan de worst onder zijn neus. Maar het lukte niet. Er zat niets anders op. De vader moest wel wensen dat de worst onder de neus van zijn zoon verdween. Nog lang zat het drietal die avond te mokken. Want de man wilde graag een grote tuin, de vrouw een groter huis en ze wilden nog steeds veel geld. En de jongen zei; ‘Laat mij maar even alleen, ik hoef helemaal niets.’ Ze leefden nog lang en ongelukkig.

Page 16: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Anansi rijdt op een tijger Weet iemand van jullie hoe het komt dat er spinnen en spinnenwebben in het paleis van de koning te vinden zijn? Nee? Nou…daar gaat dit verhaal over. Anansi zat al de hele ochtend voor zijn huis en verveelde zich. Toen hij Tijger Tigri in de bosjes voorbij zag sluipen bedacht hij een geweldige streek. Hij kwam overeind, rende zo snel mogelijk naar de koning en vertelde dat hij op een tijger kon rijden. ‘Op een tijger?’ zei de koning. ‘Zo’n kleine spin als jij op een gevaarlijke tijger? Dat gelooft toch niemand. Laat dat maar eens zien.’ Anansi: Gaat u over een uur op uw balkon staan, dan zult u het zien. Anansi rende snel naar huis en riep zijn vrouw. Anansi: Ma Akoeba, wat heb je met dat bedorven ei gedaan, dat je vanochtend wilde

bakken? Je hebt het toch niet weggegooid? Ma: Ik gooi nooit wat weg, kijk maar in de vuilnisbak. Anansi ging naar de vuilnisbak en haalde er het bedorven ei uit. De eidooier was al groen en het stonk een uur in de wind. Anansi stopte het ei in zijn mond en rende naar het huis van Tijger Tigri. Anansi: Ooo, ik ga dood… Tijger Tigri kwam naar buiten en vroeg wat er aan de hand was. Anansi: Het is zo erg met me, kijk mijn hele wang is opgezet. Tijger: Ik zie het en wat komt er een stank uit je mond. Je moet naar de dokter. Anansi: Dat kan niet, ik kan ook niet meer lopen. Zou jij me misschien kunnen helpen en me

naar het huis van de dokter kunnen brengen? Tijger: Tuurlijk kan dat. Wacht, ik weet wat. Tijger Tigri ging zijn huis binnen en kwam terug met een kussen en een touw. Het kussen was om op te zitten en het touw dat Tigri in zijn bek hield moest Anansi goed vasthouden. ‘We gaan,’ zei Tijger Tigri. Zo reed Anansi op de rug van de tijger naar de stad. ‘Die rotvliegen,’ zei Anansi na een tijdje, ‘ze blijven me maar lastig vallen.’ ‘Daar weet ik wel wat op,’ zei de tijger. Hij gaf Anansi een tak om de vliegen mee weg te jagen. Anansi: Als ik te hard op je rug sla, doet dat dan geen pijn? Tijger: Nee hoor, dat voel ik niet. In de verte zagen ze de hoge torens van het paleis. Snel spuugde Anansi het ei uit. De koning wist niet wat hij zag, want in de verte kwam Anasi aan en inderdaad zoals afgesproken; hij zat op de rug van een tijger… Als een echte cowboy sloeg Anansi nog een paar keer extra hard met de takken op de kont van de tijger, die meteen wat sneller ging lopen. Maar toen ze bij het balkon waren riep Anansi: ‘Stop.’ Anansi: Dag mijnheer de koning. Ziet u, het is me gelukt.. Koning: Ik zie het, hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Toen Tijger Tigri Anasi met de koning hoorde praten begreep hij dat hij was beetgenomen. Hij liet niets merken, want hij schaamde zich dood. Anansi… die mocht als beloning in het paleis komen wonen. En daarom hangen er in het hele paleis van de koning overal spinnenwebben en als je goed kijkt, kun je in het midden van een van die webben Anansi zien zitten. Met een smile van oor tot oor.

Page 17: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Verhalen voor de bovenbouw

Page 18: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Het eiland van de eenogen Op een klein eiland voor de kust van Japan, woonde lang geleden een arme man. Zijn naam was Seki. Vaak zat hij in zichzelf te mompelen en als de mensen hem dan vroegen wat hij aan het doen was dan zei hij dat hij de Goden vroeg om een eind te maken aan zijn armoedige bestaan. Op een dag hoorde Seki op de markt een verhaal over een eiland waar mensen woonden met maar één oog. Die moeten er raar uitzien, dacht Seki. Hij wist meteen dat de Goden hem gehoord hadden en dit zijn grote kans was. Hij zou naar het eiland gaan, zo’n eenoog ontvoeren en hem in een kooi tentoonstellen. Iedereen zou zo’n eenoog willen zien en met het geld dat hij daarmee ging verdienen zou er een eind komen aan alle ellende. Rijk en gelukkig worden, dat was wat hij wilde. De volgende ochtend jatte hij een boot in de haven en ging op zoek. Het viel niet mee, weken roeide hij van eiland naar eiland, vaak gekweld door de meest verschrikkelijke stormen. Toen hij in de verte een vuurtoren zag die niet rond ging, maar steeds halve banen maakte, wist hij dat hij er bijna moest zijn. Hij roeide naar de haven en wachtte af. En inderdaad de volgende ochtend zag hij een schepsel lopen met maar een oog. Het zat overdwars boven de neus en was zo groot als het gehele voorhoofd. Seki sprong van boord en boog zo diep hij kon. ‘Vele jaren heb ik gewacht om zo’n bijzonder iemand als u te mogen ontmoeten, en nu eindelijk na al die tijd zie ik u.’ De man keek Seki met zijn ene oog onderzoekend aan. ‘Komt mooi uit. Ook ik heb nog nooit iemand ontmoet die er zo wonderlijk uitziet. Kunt u met allebei die ogen zien?’ ‘Jazeker,’ zei Seki. ‘Kom mee naar mijn huis en wees mijn gast. Mijn huis is uw huis,’ en hij gaf de eenoog een knipoog. Die moest meteen lachen. ‘Wat doet u nu? Wonderlijk, zoiets heb ik nog nooit gezien. Ik ga met u mee, maar komt u eerst mee naar mijn huis. Dit moeten de anderen zien’. ‘Natuurlijk,’ zei Seki en hij wist dat er betere tijden zouden aanbreken. Na een tijdje kwamen ze aan bij een armoedig huis. ‘We hebben het niet breed,’ zei eenoog, maar je bent van harte welkom. ‘Bezoek,’ riep hij en stapte naar binnen.’ In het huis woonden zes broers met allemaal één oog overdwars boven de neus. ‘Kijk nou,’ riepen ze, ‘heeft er ooit iemand zoiets gezien. Wat een griezel.’ Een van de eenogen pakte Seki beet en bond hem vast. ‘Jongens, eindelijk komt er een eind aan ons lamlendig en armoedig leven. Onze gebeden zijn verhoord. Ik denk dat iedereen van het eiland dit rare schepsel wil zien.’ Sinds die dag ging er geen uur voorbij of er stonden eenogen in de kamer, die vol verbazing naar Seki keken, die zich in een kooi bevond. Jarenlang kwamen uit alle delen van het eiland de mensen toegestroomd. Ze hadden stuk voor stuk zeven zilveren munten over voor dit wonderlijke schepsel met twee ogen. Zo kreeg Seki zelf het lot dat hij voor een ander had bestemd.

Page 19: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

De Lange Winter

Hier vlakbij op een boerderij woonde eens een boer en een boerin. Ze hadden een zwaar bestaan, want ze werkten van vroeg tot laat en verdienden maar net genoeg om in leven te blijven. Het bestaan voor de boer was extra zwaar, want z’n vrouw was ongelofelijk dom. Daar kon ze verder niets aan doen, zo was ze. Het liep al tegen de winter toen op een dag de boer thuiskwam met een varken dat hij had laten slachten. Al het spaargeld dat hij had, had hij bij elkaar geschraapt en daar had hij het varken van gekocht. ‘Zullen we een stukje nemen,’ zei ze, ‘ik lust wel een bonk spek.’ Streng keek hij haar aan. ‘Dat is niet de bedoeling, ik heb het gekocht voor de winter.’ ‘Voor de winter?’ vroeg ze. ‘Ja,’ zei hij, ‘we moeten het bewaren voor als straks de lange winter komt.’ De dagen gingen voorbij en op een zaterdag in november ging de boer naar de markt in Groningen. Hij was nog maar net weg, of het begon te sneeuwen en niet veel later werd er op de deur van de boerderij geklopt. De vrouw deed open en voor haar stond een lange magere kerel. Er zaten scheuren in zijn jas en gaten in zijn schoenen. ‘Dag,’ zei hij. ‘Hebt u misschien iets te eten voor me?’ ‘Nee’ zei ze, ‘We hebben zelf amper iets te eten.’ Even was hij stil en hij keek haar aan. ‘Ik vergeet me helemaal voor te stellen. Winter is de naam.’ ‘Winter?’ vroeg ze. ‘Bent u soms de lange winter?’ ‘Inderdaad mevrouw. Omdat ik zo lang ben, noemen ze me de Lange Winter. Maar kennen wij elkaar dan?’ ‘Nee, zei ze. ‘Ik niet, maar mijn man kent u wel. Hij heeft het laatst over u gehad.’ Enthousiast liet ze hem binnen en bracht hem naar het varken. Winter kon zijn geluk niet op, toen ze vertelde dat haar man speciaal voor hem, voor de Lange Winter het varken had geslacht. Hij gooide het varken om zijn nek en liep de deur uit. Zo zag ze de Lange Winter in de sneeuw verdwijnen. Ze zwaaide hem na. Wat was ze trots, eindelijk had ze iets slims gedaan. Het huis was te klein toen haar man ’s avonds thuiskwam en hoorde wat er was gebeurd. ‘Weet je wat?’ zei hij. ‘Ik ga er vandoor en als ik een vrouw tegenkom die nog dommer is dan jij, dan kom ik terug. Maar die kans is erg klein, dus ga er maar vanuit dat je me niet meer ziet.’ Hij gaf haar nog wel een kus en het laatste dat hij tegen haar zei was: ‘Moi’. Hij was de deur nog niet uit of hij zag in de verte een paard en wagen aan komen. Dichterbij zag hij dat er grote zware zakken op de kar lagen. Het paard kreeg de kar maar met moeite vooruit. Wat zo eigenaardig was: de vrouw had ook zo’n zware zak over haar rug hangen. Met één hand hield ze de teugels vast en met de andere de zware zak. ‘Hmm, mevrouw, waarom doet u dat?’ Met een van pijn vertrokken gezicht keek ze hem aan. ‘Ach,’ zei ze, ‘mijn paard heeft het zo zwaar. Ik dacht: laat ik de zwaarste zak op mijn rug nemen, dan heeft het beest het wat gemakkelijker.’ Vol verbazing en met open mond bleef de boer staan tot de kar uit het zicht verdween. Snel rende hij naar huis en zei tegen zijn vrouw dat hij het allemaal niet zo bedoelde. En ze mocht blijven hoor, zijn lieverd…

Page 20: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Het Salomonsoordeel Lang geleden regeerde in Israël een koning, Zijn naam was Salomon en deze koning stond bekend om zijn grote wijsheid. De koningen uit de buurlanden kwamen bij hem op bezoek om over hun problemen te praten. Op een dag had Salomon bezoek gekregen van twee vrouwen. Een van de twee vrouwen droeg een pasgeboren baby in haar armen. Ze knielden voor Salomons troon en de vrouw zonder baby nam dadelijk het woord: ‘Majesteit, ik heb uw raad nodig. Deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis. In dat huis heb ik een kind gekregen. Een zoon. Ik was zo gelukkig. Drie dagen daarna moest deze vrouw bevallen. Ook zij kreeg een jongen. Ik heb haar zelfs nog geholpen die nacht, want we waren alleen. Toen is er iets vreselijks gebeurd. ‘s Nachts is haar kind gestorven. In haar slaap is ze er bovenop gaan liggen en daardoor is het gestikt. Maar wat heeft ze gedaan? Terwijl ik nog sliep, heeft ze mijn kindje bij me weggehaald en meegenomen naar haar bed. Haar dode kind heeft ze bij mij neergelegd. Toen ik ’s morgens wakker werd, merkte ik het pas. Ik wilde mijn zoontje voeden, maar het bewoog niet meer, het lag doodstil in mijn armen. Ik luisterde nog naar zijn hartje, maar het klopte niet meer. Mijn zoontje was dood. Ik was radeloos. Maar, toen ik het jongetje nog eens goed bekeek, zag ik dat het mijn kind niet was.’ ‘Het is niet waar,’ riep de andere vrouw en ze drukte het kind dat ze in haar armen had stevig tegen zich aan. ‘Dit kind is van mij en die van jou is dood.’ ‘Niet waar,’ schreeuwde de eerste vrouw, ‘dat is mijn kind, die van jou is dood.’ Vrouw 2: Je liegt. Vrouw 1: Jij liegt. De ruzie ging maar door en de vrouwen schreeuwden steeds harder tegen elkaar. Koning Salomon keek en luisterde naar deze twee vrouwen, maar verder deed hij helemaal niets. Toen beide vrouwen aan het kind begonnen te trekken hief hij zijn arm op. De ruzie stopte meteen en met een handgebaar wenkte Salomon een van zijn dienaren. Salomon: Haal een zwaard. De dienaar verdween en kwam snel teug met een groot scherp zwaard. Salomon beval de vrouwen het kind voor hem op de grond te leggen. Hij richtte zich tot de dienaar. Salomon Hak dat kind in tweeën en geef beide vrouwen een helft! Een van de vrouwen sprong overeind en viel huilend op haar knieën voor de Koning. ‘Alstublieft, dood mijn kind niet. Geeft u het dan maar aan haar, als hij maar mag blijven leven! Ik wil niet dat mijn lieve kind doodgaat.’ Maar de andere vrouw was het er helemaal niet mee eens. ‘Niks daarvan. De Koning heeft gesproken en de wil van de Koning is wet. Je hebt het toch gehoord. Hij wordt doormidden gehakt. Ik zou zeggen laten we het meteen maar doen. Hak hem maar doormidden. Als ik hem niet mag hebben, krijg jij hem ook niet!’ ‘Zwijg,’ beval Salomon. Hij stond op, iedereen hield de adem in. Salomon liep naar het kindje en pakte het op. Vervolgens liep hij naar de vrouw die het kindje wilde laten leven en gaf haar het kind.

Page 21: Verhalen vertellen...verhaal leert, zodat je het zonder papier kunt vertellen en hoe je je zenuwen de baas kunt blijven. Ook krijg je uitleg over verschillende technieken, zoals het

Herkomst van de verhalen

Verhalen voor de onderbouw Het bange konijntje Een Geschenk van de Woestijn (Rolf Deen | Fred Houtzager) 1995 Stichting Echelon, Amsterdam (www.echelon.nl) Het verhaal van das en marter Sprookjes uit het verre oosten (Lea Smulders) 1970, Standaard, Antwerpen De winkel De verhalen van Els en Roos (Erik van Dort | Monica de Vente) 2015, Vertellus, Haren

Verhalen voor de middenbouw De blauwe beer Een Geschenk van de Woestijn (Rolf Deen | Fred Houtzager 1995 Stichting Echelon, Amsterdam (www.echelon.nl) De witte juffer Smeulend Vuur (Jurjen van der Kooi) 1974 Kruseman’s Uitgeversmaatschappij, Den Haag Anansi rijdt op een tijger Een Geschenk van de Woestijn (Rolf Deen | Fred Houtzager 1995 Stichting Echelon, Amsterdam (www.echelon.nl)

Verhalen voor de bovenbouw Het land van de eenogen Sprookjes uit het verre oosten (Lea Smulders) 1970, Standaard, Antwerpen De Lange Winter Gebaseerd op een oud streekverhaal (Erik van Dort | Monica de Vente) 2015, Vertellus, Haren Het Salomons oordeel Een Geschenk van de Woestijn (Rolf Deen | Fred Houtzager 1995 Stichting Echelon, Amsterdam (www.echelon.nl) Alle verhalen zijn bewerkt door Monica de Vente en Erik van Dort