verdieping · Hoofdstuk 1 gaat over de achtergrond, doelen, planning, onderwerpen van de opdracht....
Transcript of verdieping · Hoofdstuk 1 gaat over de achtergrond, doelen, planning, onderwerpen van de opdracht....
1
verdieping
CKV
onderzoek
Onderwijscentrum Vrije Universiteit, Amsterdam
2017-18
verdieping ckv
2
Dit cursusboek hoort bij de studiedag over onderzoek, de onderzoekende houding en onderzoeksopdrachten in
het nieuwe CKV. Docenten die de basiscursus - het nieuwe CKV - hebben gevolgd zijn door de VU uitgenodigd
voor deze verdiepingscursus.
Vanaf 2017-18 moeten alle havo/vwo scholen rekening houden met het nieuw examenprogramma voor CKV op
havo en vwo. De nieuwe eindtermen zijn wettelijk vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant.
Onderdelen van CKV vanaf 2017-18
Zoals al langer bekend moeten alle havo/vwo scholen vanaf 2017-18 onderzoek opnemen in het nieuwe
examenprogramma voor CKV. Het de bedoeling dat deze in relatie staat tot de disciplines en de professionele
culturele activiteiten zoals beschreven in het nieuwe examenprogramma. Een onderzoekende houding van de
leerling speelt bij alle eindtermen een belangrijke rol. Naast de ‘grote’ onderzoeksopdracht kan men deze
houding stimuleren in de andere onderdelen van CKV. Dit kan bijvoorbeeld door middel van mini-onderzoekjes
bij de disciplines en de culturele activiteiten. Maar ook het CZP leent zich goed voor open, onderzoekende
vragen en opdrachten.
Voetnoten en belangrijke bronnen
De voornaamste bronnen voor dit boek zijn:
de wettelijk vastgestelde tekst van het Examenprogramma CKV havo/vwo, 2016.
de digitale handreiking voor CKV van de SLO , 2016: handreikingschoolexamen.slo.nl/ckv
het Advies examenprogramma havo/vwo, 2014. Te vinden op www.kernvakckv.nl
CKV onderzocht, 2017. Een onderzoek onder 241 scholen naar CKV in de praktijk. Zie www.kernvakckv.nl
Op de CD-rom CKV h/v van deze studiedag staat veel meer relevante informatie voor het vak CKV, en ook
andere onderwerpen met betrekking tot cultuureducatie.
Ook op de site kernvakckv.nl staat relevante informatie. De webpagina’s van deze site:
webpagina’s www.kernvakckv.nl
CKV schoolbreed CKV algemeen CKV op de basisschool CKV schoolbreed CKV-junior CKV vmbo CKV havo/vwo
cultuurdossier cultuureducatie Wat is cultuureducatie? cultuureducatie of cultuuronderwijs? cultuurscenario's cultuurcoördinatie cultuurbeleid
de cultuurkaart, tot 2023 actueel
verdieping ckv
3
CKV: ONDERZOEK EN DE ONDERZOEKSOPDRACHT
Agenda
1 Inleiding: onderzoek en CKV
Eigen ervaring met onderzoek
De grotere onderzoeksopdracht
Overzicht en planning
Basisschema
DISCAPs en CZP
Modellen
Onderzoekskaders
2 Discussie
lunch
3 Inleiding: praktijk en techniek
Voorbeelden uit de CKV praktijk
3 handleidingen voor onderzoek
Beoordeling en cijfer
4 Discussie
5 Suggesties en overwegingen
verdieping ckv
4
INHOUD
Agenda 3
Inleiding 5
Hoofdstuk 1 De onderzoeksopdracht, een introductie 9
• Achtergrond
• 4 eindtermen voor onderzoek
• 25 punten ter overweging
• Checklist bij de eindtermen
• Documenteren: het onderzoeksverslag
• Waar gaat het onderzoek over?
• Soorten onderzoeksvragen
• Stap voor stap: het verloop van de onderzoeksopdracht
• Wat mogen leerlingen onderzoeken?
• Onderzoekskaders
• Periode planning
• Onderdelen van een onderzoeksopdracht
Hoofdstuk 2 De onderzoekspraktijk, hoe doe je dat? 23
• Kenmerken onderzoeksopdrachten
• Standaardonderdelen van een onderzoeksopdracht
• Een standaard onderzoeksverslag
• Praktijkvoorbeelden: 6 scholen
• PA’s1 ombouwen of aanpassen voor de onderzoeksopdracht
• Praktische opdrachten (PO’s) bij CKV
• De onderzoekspraktijk bij andere vakken
• Beoordeling onderzoeksopdracht
• 3 handleidingen
Hoofdstuk 3 De onderzoekende houding in alle domeinen 45
• Wat is een onderzoekende houding?
• Wat is een mini-onderzoek?
• onderzoek CZP 1 en CZP2
• onderzoek DISCAPS
Hoofdstuk 4 Organisatie en planning van CKV 56 • Uitgangspunten
• Organisatie
• CKV verbouwen
• Kleine verbouwing
• Flinke verbouwing
• Nieuwbouw
• Planning van de verbouwing
• Planning met blokken
Hoofdstuk 5 Beoordelen en PTA 66 • De slaag-zakregeling
• Overgangsnormen
• Beoordeling
• Cijfermodellen
• PTA-zaken
• Praktische opdrachten
• Documenteren
Sites voor CKV 77
Afkortingen 78
Discussiepunten 79
Powerpoint presentatie 80
verdieping ckv
5
Inleiding
Dit boek gaat over onderzoek en de onderzoekende houding bij CKV.
Het biedt vooral praktische en inhoudelijke informatie over de 3 eindtermen van Domein C en ook suggesties
voor het bevorderen van een onderzoekende houding bij alle andere vakonderdelen.
CKV is helemaal vernieuwd. Alle oude eindtermen vervallen per schooljaar 2017-18. De 4 ‘domeinen’ van de
nieuwe eindtermen heten nu
verkennen, verbreden, verdiepen en verbinden
Alles is veranderd, ook het doel van CKV: het stimuleren van nieuwsgierigheid en een creatieve en
onderzoekende houding.
Die onderzoekende houding is nu de rode draad bij alles van CKV. De ‘grote’ onderzoeksopdracht van
Domein C is een duidelijk voorbeeld.
Ook helemaal nieuw is de beoordeling: een eindcijfer dat meetelt als een combinatievakcijfer, en een
overgangscijfer dat een rol zal spelen in de overgang van klas 4 naar 5 en/of 5 naar 6.
Hoofdstuk 1 gaat over de achtergrond, doelen, planning, onderwerpen van de opdracht. Ook worden kaders voor
onderzoek beschreven.
In hoofdstuk 2 staat de praktijk centraal, met praktijkervaringen, handleidingen en standaardformulieren.
In hoofdstuk 3 komt het begrip ‘de onderzoekende houding’ bij alle onderdelen van CKV aan de orde.
Hoofdstuk 4 behandelt organisatie en planning van het vak. Komt deels overeen met het eerste cursusboek.
Hoofstuk 5: gaat over de status van het CKV cijfer, de beoordeling bij CKV, de slaag-zakregeling en het PTA.
onderzoek
presentatie
reflectie
beoordeling
verdieping ckv
6
Kenmerken van het nieuwe vak CKV
- verdieping van de culturele ervaringen van de leerling
- het stimuleren van een creatieve en onderzoekende houding van de leerling
- nieuwe eindtermen voor CKV
- nieuw PTA
- een cijfer dat als combinatievakcijfer meetelt in de slaag-zak regeling
- een goede aansluiting met CKV in de onderbouw
- het grote belang van het cultureel zelfportret (CZP1 en CZP2)
- verdieping door middel van onderzoek
- inhoudelijk verschil tussen havo en vwo
- documentatie
- DISCAPs
Achtergrond en toelichting
Vanaf het schooljaar 2017-18 geldt een nieuw examenprogramma voor CKV op havo en vwo.
Dit programma heeft tot doel bij de leerlingen een creatieve en onderzoekende houding 1 te stimuleren.
Je kan spreken van het nieuwe vak CKV2. De eindtermen zien er heel anders uit en het vak speelt via het
combinatievakcijfer ook een belangrijke rol in de slaag-zak regeling. Ook voor de schoolleiding is het belangrijk
om kennis te nemen van de veranderingen en de CKV docenten te ondersteunen bij het voorbereiden van de
nieuwe exameneisen.
CKV staat niet op zichzelf
Culturele en kunstzinnige vorming is een onderdeel van de leerlijn cultuureducatie en van het cultuurbeleid
van de school. OCW benadrukt het belang van samenhang en doorlopende leerlijnen voor CKV. Op de site
www.kernvakckv.nl valt hier meer over te lezen.
De studielast voor CKV blijft gelijk
Voor havo is dat 120 uur, voor vwo 160 uur. Het nieuwe examenprogramma is gebaseerd op dit aantal uren.
Organisatie CKV
Op bijna alle scholen staat CKV als schoolvak op het lesrooster. Op de meeste scholen zit CKV in de vierde klas.
Het nieuwe examenprogramma legt veel nadruk op de ‘actieve’ leerling, die een aantal nieuwe culturele en
kunstzinnige ervaringen opdoet en verwerkt, ook door middel van onderzoek.
De professionele culturele activiteiten – CAPs - en de reflectie op kunst en cultuur vormen de kern van dit vak. De
activiteiten zijn verspreid over 7 disciplines. Theorie over de disciplines staat ten dienste van een onderzoekende
houding, de CAPs en het CZP1 en CZP2.
Lesmateriaal
Nu het vak helemaal vernieuwd is gaan veel scholen het CKV lesmateriaal ook moderniseren. De focus van het
vak ligt nu veel meer op de verdieping van de disciplines, de bijbehorende CAPS, onderzoek, en het CZP.
De meeste docenten maken de laatste jaren hun eigen lesstof. Tot nu toe hebben 2 uitgevers nieuwe methodes
aangekondigd en zijn ook andere ontwikkelaars van lesmateriaal druk bezig.
stART, van uitgeverij Lambo
Contrast, van uitgeverij Staal en Roelofs
Praktijkboek CKV is ook nieuw. Niet zozeer een methode met inhoud, maar een los werkboek met allerlei
werkbladen en tips voor de leerling.
1 Advies, p6. Op nadrukkelijk verzoek van OCW is deze creatieve en onderzoekende houding het uitgangspunt van het nieuwe vak CKV. 2 Het Advies examenprogramma, slo spreekt van ‘het nieuwe vak CKV’, p8 en p20.
verdieping ckv
7
Wellicht zijn er meer aanbieders van nieuwe CKV leermiddelen.
Op de site www.kernvakckv.nl wordt een overzicht bijgehouden van nieuw lesmateriaal.
De CKV sectie
Op veel scholen is er sprake van een echte CKV sectie, soms met wel 10 of meer collega’s. Op enkele scholen (1
op de 9) is er maar 1 docent verantwoordelijk voor CKV. Is uitbreiding of inkrimping van het aantal collega’s
en/of specialisatie nodig? Met het oog op de theorie bij de disciplines en de begeleiding van onderzoek en
presentatie is dit een actuele vraag.
Wie is erbij betrokken?
CKV is een verplicht examenvak voor alle havo en vwo leerlingen die geen klassieke talen in het examenpakket
hebben. CKV kent een eigen PTA. De CKV docenten zijn verantwoordelijk voor het examen en voor de
beoordeling met een eindcijfer. Veel scholen hebben een aparte CKV sectie. Meestal betreft het docenten
handvaardigheid, textiele werkvormen, tekenen, maar ook docenten van vakken als muziek, drama, dans, talen zijn er vanaf 1998 bij betrokken. Samen zijn deze collega's verantwoordelijk voor het geheel. Om de inhoud en
organisatie van dit onderdeel goed af te stemmen is het van belang dat alle betrokken docenten goed zijn ingevoerd
in de nieuwe doelstellingen, de didactiek en de planning.
Einstein: It is the supreme art of the teacher to awaken joy in creative expression and
knowledge
Nieuw: CKV examen vanaf 2017-18. Oud: CKV examen tot 2017-18.
verdieping ckv
8
Beeld van CKV in 2020 In 2020 hebben de meeste h/v scholen goed geregeld
• Onderzoeksopdracht: onderzoek en presentatie onderzoek
• Aansluiting met onderzoek (PO’s1) van andere vakken
• Eindcijfer CKV combinatiecijfer/onderdeel slaag-zakregeling
• Cijfer CKV in de overgangsregeling
• PTA gebaseerd op de nieuwe eindtermen
• De 7 disciplines van de eindtermen Minimaal: 3 disciplines voor havo, 4 disciplines voor vwo
• Minimaal: 3 CAPs havo, 4 CAPs vwo
• CZP1 - kunstautobiografie
• CZP2 – balans opmaken
• Documentatiesysteem voor de 4 eindtermen
Verschillen havo/vwo havo vwo
aantal uren studiebelasting
120
160
aantal disciplines minimaal
• architectuur
• beeldend
• film
• dans
• theater • muziek
• nieuwe media
3
4
aantal CAP’s minimaal2
kenmerken van deze culturele activiteiten
• nieuw
• levensecht
• professioneel
• kunstzinnig
3
4
theorie
Documentatie en analyse
CAPs documenteren maar
ook analyseren en contextualiseren aan de
hand van discipline
Documentatie en analyse
CAPs documenteren maar
ook kritisch analyseren en contextualiseren aan de hand
van discipline
1 PO’s= praktische opdrachten 2 Per discipline een CAP (zie eindtermen en toelichting op de eindtermen), maar de school mag uiteraard meer CA’s en CAPs verplichten.
verdieping ckv
9
Hoofdstuk 1 De onderzoeksopdracht, een introductie
In dit hoofdstuk
• Achtergrond
• 4 eindtermen voor onderzoek
• 25 punten ter overweging
• Checklist bij de eindtermen
• Documenteren: het onderzoeksverslag
• Waar gaat het onderzoek over?
• Soorten onderzoeksvragen
• Stap voor stap: het verloop van de onderzoeksopdracht
• Wat mogen leerlingen onderzoeken?
• Onderzoekskaders
• Periode planning
• Onderdelen van een onderzoeksopdracht
Vooraf Voor CKV is een ‘grote’ onderzoeksopdracht verplicht.
Elke school moet zelf beslissen hoe ze dit in de praktijk vorm gaat geven. Dat betekent dat je een aantal keuzes
moet maken. In dit hoofdstuk lees je daar meer over.
Waarom is er van 2017/18 een onderzoeksopdracht in het nieuwe CKV? Het vak moet meer diepgang krijgen en
onderzoek gaat daarbij een centrale rol in spelen. Meer dan in het verleden moet een creatieve en onderzoekende
houding van de leerling centraal staan.
De steekwoorden bij alle eindtermen zijn verdieping, kwaliteit en de actieve leerling.
Dus ook voor de ‘grote’ onderzoeksopdracht, met maar liefst 4 van de in totaal 9 CKV eindtermen.
Hieronder in beeld de verschillende onderdelen die een rol kunnen spelen.
Wat laat je onderzoeken? Een CAP, een discipline? Allebei, een DISCAP? Of is de leerling vrij een eigen onderwerp te kiezen, los van CAPs
en disciplines?
verdieping ckv
10
Achtergrond Zoals gezegd gaat het bij de onderzoeksopdracht om
Verdieping Leerlingen verwerven de kennis en vaardigheden die nodig zijn om kunstuitingen in hun context te kunnen onderzoeken.
Kwaliteitsslag Doel van OCW is de kwaliteit van het vak te verhogen.
De leerling activeren Niet consumeren maar kunst actief meemaken, dat is het doel van het vak CKV.
Hieronder uit het Advies examenprogramma CKV havo/vwo een compilatie1 van de redenen.
“Kunst actief meemaken, dat is het doel van het vak CKV volgens de Vernieuwingscommissie. De keuze van de commissie
voor het begrip ‘meemaken’ komt voort uit drie overwegingen. Bij CKV gaat het ten eerste om het actief ervaren van kunst
door kunstuitingen in levensechte professionele contexten mee te maken. Ten tweede worden de receptie en reflectie, in overeenstemming met wetenschappelijke inzichten, opgevat als
een actief, constructief en productief proces. Kunst ervaren en beschouwen is geen kwestie van passief
consumeren, maar vraagt van leerlingen een actieve betrokkenheid, inzet en het kunnen toepassen van relevante
kennis en vaardigheden.
Omdat bovendien de betekenis van kunst nooit vastligt, is het meemaken van kunst zowel een
ervaring als een creatief proces, dat een open en onderzoekende houding vereist.
Om de leerling in staat te stellen kunst actief mee te maken, zou het vak CKV bij de leerlingen de daarvoor
geëigende (open, creatieve en onderzoekende) houding, de noodzakelijke kennis en de benodigde vaardigheden
moeten ontwikkelen.2
Door het onderzoeken van een of meer aspecten van een artistiek creatief proces, verdiept de leerling zich, alleen of met
medeleerlingen, in bijvoorbeeld:
Bij dit onderzoeken past de leerling (onderzoeks)vaardigheden toe. De leerling maakt daarbij gebruik van
praktische activiteiten en beschouwend onderzoek.
De leerling leert om:
Afhankelijk van de aard en het doel van het onderzoek neemt de presentatie van wat de verdieping in Domein B heeft
opgeleverd, de vorm aan van een onderzoeksverslag, al dan niet in combinatie met een presentatie of kunstzinnige
uiting.”3
1 Advies examenprogramma CKV havo/vwo, slo, 2014 2 Advies, p 9 3 Advies, p 11
a) ideeën en vragen te genereren om tot een probleemstelling te komen
b) de gestelde vragen te exploreren en te beantwoorden door informatie, verkregen uit o.a.
observaties, experimenten, interviews en/of bronnenonderzoek te verzamelen en te analyseren
c) de inzichten die het onderzoek heeft opgeleverd samen te vatten in vragen bevindingen,
conclusies en/of suggesties voor nader onderzoek
d) de onderzoeksresultaten te presenteren
e) het gehele onderzoek (proces en opbrengsten)te evalueren
▪ de productie van een kunstwerk of kunstzinnige uiting
▪ de (facilitering van of bemiddeling bij de) uitvoering van een kunstwerk of kunstzinnige uiting
▪ de (in de loop der tijd wisselende) publieke ontvangst en waardering (receptie) van een
kunstwerk of kunstzinnige uiting
verdieping ckv
11
De 4 eindtermen voor domein C, de onderzoeksopdracht
Eindtermen voor onderzoeksopdracht1, kort
De kandidaat kan, individueel of samen
• een artistiek creatief proces2 onderzoeken
• het onderzoek presenteren
Eindterm onderzoeksopdracht, iets minder globaal
De kandidaat maakt gebruik van
• geschikte werkwijzen, denk aan praktische activiteiten en beschouwend onderzoek
• creërende en analytische vaardigheden
• diverse bronnen
• zijn culturele omgeving
• kunsttheoretische en/of cultuurhistorische kennis
1 Advies, p 12. Zie ook hoofdstuk 5, de eindtermen 2 Wat ontbreekt is een duidelijke definitie van: 'een artistiek creatief proces onderzoeken’. Het valt op dat veel CKV docenten en de opstellers van de eindtermen het ook
lastig vinden voorbeelden te geven.
5. De kandidaat kan, individueel en/of in een klein team van medeleerlingen, een artistiek creatief proces of
een aspect daarvan onderzoeken.
6. De kandidaat kan hierbij gebruik maken van: voor dit onderzoek of proces geschikte werkwijzen, in de vorm
van
• praktische activiteiten en beschouwend onderzoek
• de voor dit onderzoek vereiste creërende en analytische vaardigheden
• diverse bronnen in verschillende media
• zijn culturele omgeving
7. De kandidaat kan hierbij gebruik maken van de onder domein B
opgedane kunsttheoretische en/of cultuurhistorische kennis. De vwo-kandidaat kan
aanvullend deze kennis kritisch analyseren en contextualiseren.
8. De kandidaat kan de verkregen inzichten documenteren en verantwoorden in een daartoe geëigende vorm,
zoals een presentatie, tentoonstelling, verslag, debat, beeld, film, performance.
verdieping ckv
12
25 punten ter overweging
1) Maak een onderzoekende leeromgeving bij CKV: nieuwsgierigheid, vragen stellen, creatief denken.
2) Ga ontspannen om met de onderzoeksopdracht (docent en leerling). Maak het niet onnodig zwaar.
3) Geef aansprekende en makkelijke voorbeelden van onderwerpen die onderzocht kunnen worden, lokaal en
veraf. De voorbeelden illustreren: verhaal, video, object, beeld, muziek.
4) Laat te zijner tijd voorbeelden zien van goed CKV onderzoek.
5) Maak een standaard docentenhandleiding en een standaard leerlinghandleiding voor de opdracht.
6) Plan de opdracht in een aaneengesloten lesperiode/traject van 6 – 10 weken. Probeer het voor de
meivakantie af te ronden (eerder mag natuurlijk ook).
7) Introduceer de opdracht ruim op tijd, in de eerste lesweken van CKV. Leerlingen kunnen alvast nadenken
over een mogelijk onderwerp, ook al duurt het nog 3 tot 5 maanden voordat ze echt aan de slag gaan.
8) Laat leerlingen in groepjes van 2 of 3 werken.
9) Duidelijke structuren aanbieden.
10) Stel duidelijke (tussen) deadlines.
11) Gebruik een standaard stappenplan.
12) Laat de leerlingen een standaard draaiboek/logboek/werkschema gebruiken.
13) De leerling werkt naar twee eindproducten: onderzoeksverslag en presentatie van het onderzoek.
14) Gebruik een standaard verslag, indeling van het onderzoeksverslag. Laat voorbeelden van
goede verslagen zien.
15) Stel duidelijke standaard presentatieregels.
16) Laat leerlingen aan het begin van het traject nadenken over en toewerken naar de presentatie.
17) Maak duidelijk dat de presentatie creatief en aansprekend mag zijn. Goede voorbeelden tonen.
18) Beperk de presentatietijd (bijvoorbeeld 8 - 10 minuten per onderwerp).
19) Neem de onderzoeksopdracht expliciet op in het PTA. Geef het een weging van 15-25%.
20) Documentatie is verplicht. Welke onderdelen van het onderzoek neem je op in het dossier?
21) Maak de beoordelingscriteria vooraf bekend en bespreek deze met de leerlingen.
22) Open en onderzoekende vragen ook inbouwen bij de DISCAPs, het CZP1 en het CZP2. Denk
bijvoorbeeld aan mini-onderzoeksopdracht.
23) Geschikte PA’s een rol laten spelen bij de onderzoeksopdracht.
24) Sluit als het nuttig is aan bij onderzoek (vaak zijn dit praktische opdrachten PO’s) bij andere vakken.
25) Ook onderwerpen uit de exacte vakken, de maatschappelijke vakken en de talen lenen zich vaak voor CKV
onderzoek.
verdieping ckv
13
Checklist bij de eindtermen voor de onderzoekopdracht
Hieronder de mogelijkheden genoemd in de eindtermen.
Waar maak je straks gebruik van?
onderzoek naar de kunstpraktijk
o wel o niet
beschouwend onderzoek
o wel
o niet
creërende en analytische vaardigheden
o wel
o niet
diverse bronnen in verschillende media raadplegen
o wel
o niet
de culturele omgeving van de leerling
o wel
o niet
kunsttheoretische kennis
o wel
o niet
cultuurhistorische kennis
o wel
o niet
begrippenkader
o wel
o niet
onderzoeksverslag
o wel
o niet
De afsluitende presentatie
o beeldend
o het geschreven onderzoeksverslag is genoeg
o power point
o performance o vlog
o video
o anders, .....
verdieping ckv
14
Documenteren: het onderzoeksverslag1
Het is duidelijk: het onderzoek moet, net als de andere onderdelen van CKV,
gedocumenteerd worden. De school bepaalt zelf aan welke criteria het onderzoeksverslag
moet voldoen. Het verslag maakt deel uit van het CKV dossier.
Advies: hoe doen andere vakken dit, vooral met betrekking tot de PO’s?
Punten om bij stil te staan:
De toelichting op Domein C geeft enige sturing, maar ook veel vrijheid voor een eigen invulling.
De leerling leert om:
• ideeën en vragen te genereren om tot een probleemstelling te komen
• de gestelde vragen te exploreren en te beantwoorden door informatie, verkregen uit o.a.
observaties, experimenten, interviews en/of bronnenonderzoek te verzamelen en te
analyseren
• de inzichten die het onderzoek heeft opgeleverd samen te vatten in vragen,
bevindingen, conclusies en/of suggesties voor nader onderzoek
• de onderzoeksresultaten te presenteren
• het gehele onderzoek (proces en opbrengsten)te evalueren
Afhankelijk van de aard en het doel van het onderzoek neemt de presentatie van wat de verdieping in
Domein B heeft opgeleverd, de vorm aan van een onderzoeksverslag, al dan niet in combinatie met een
presentatie of kunstzinnige uiting.”2
1 Zie ook hoofdstuk 2
2 Advies, p 11
verdieping ckv
15
Waar gaat het onderzoek over? Ook het antwoord op deze vraag kan de school zelf invullen.
Moet de onderzoeksopdracht iets te maken hebben met domein B, verbreden?
Of is de leerling vrij een eigen kunstzinnig onderwerp te kiezen?
Moet/mag een onderzoek sowieso gericht zijn op een CAP? Of bijvoorbeeld 2 CAPs?
Gaat het om lesinhoud die eerder tijdens CKV aan de orde is geweest?
Schema onderzoeksonderwerp
• Een DISCAP?
• Een discipline?
• Een CAP?
• Misschien een thema?
verdieping ckv
16
Soorten onderzoeksvragen Bij een onderzoeksopdracht hoort een onderzoeksvraag. Hieronder een overzicht van de mogelijkheden1.
In welke categorie passen deze vragen?
The question you ask is more important than the answer. A. Einstein.
Omgaan met vragen
Stel een leerling komt met een van deze vragen. Hoe ga je ermee om? Welke vragen vallen zonder meer af? Of
1 betreft onderzoek in het voortgezet onderwijs
1) Beschrijvende, verkennende of beeldvormende onderzoeksvragen
Op basis van onderzoek een situatie of persoon beschrijven. Nodig hierbij: zeer concrete deelvragen
2) Vergelijkende onderzoeksvragen
Overeenkomsten en/of verschillen aangeven.
3) Verklarende onderzoeksvragen
Je zoekt dan een antwoord op de vraag "Hoe komt het dat...?"
4) Waardebepalende of evaluatieve onderzoeksvragen
Een oordeel over een onderwerp geven
5) Voorspellende onderzoeksvragen
Een hypothese opstellen die aangeeft hoe een bepaald onderzoek volgens de onderzoeker zal verlopen
en dan nagaan of dat ook inderdaad zo is
6) Probleemoplossende onderzoeksvragen
Op basis van onderzoek een concreet probleem proberen op te lossen.
Wat zijn de verschillen tussen de graffiti in Amsterdam en Rotterdam? Categorie 2, vergelijkende
vragen
Waarom raken mensen ontroerd door het werk van ....? Categorie...
Wat is de invloed van openbare kunst in een volksbuurt? Categorie...
Welke oude NS stations moeten NIET worden gesloopt? Categorie...
Mag een film als Er ist Wieder Da wel vertoond worden? Categorie...
Welke verschillen zijn er tussen populaire muziekzenders? Categorie...
Wat is mooi en lelijk aan ons schoolgebouw? Categorie...
Welke monumenten in Nederland kunnen ze beter slopen? Categorie...
Wat maakt een film spannend? Categorie...
Is imitatie eigenlijk jatwerk? Categorie...
verdieping ckv
17
spoor je de leerling aan de vraag aan te passen?
Stap voor stap: het verloop van de onderzoeksopdracht
WAT WIE
1) de onderzoeksopdracht aan de klas presenteren
docent
2) een onderwerp bedenken om te onderzoeken
leerlingen en docent
3) een onderzoeksvraag of probleemstelling formuleren
leerlingen met docent
4) zoekacties: informatie verzamelen
leerlingen
5) de verzamelde informatie analyseren
leerlingen
6) relevante antwoorden en conclusies formuleren
leerlingen
7) een verslag van het onderzoek maken
leerlingen
8) de resultaten presenteren
leerlingen
9) onderzoek evalueren
leerlingen en docent
verdieping ckv
18
Anyone who has never made a mistake has never tried anything new. A. Einstein
Wat mogen leerlingen onderzoeken?
Hoeveel vrijheid is er bij het kiezen van een onderwerp?
Zijn de leerlingen helemaal vrij om een eigen onderwerp uit te zoeken, als het maar met kunst te maken heeft?
Of wil je ze meer sturing geven? Moet het onderzoek in het verlengde liggen van theorie
(discipline) en/of een culturele activiteit?
Onderzoekskaders
Als CKV sectie/docent moet je vooraf bepalen wat je bij het onderzoek betrekt.
Waar voel je het meest voor, wat is haalbaar?
a) Breed kader: ‘losse’ onderzoeksopdrachten hoeven niet in relatie te staan tot een CAP of discipline
b) Minder breed kader: onderzoeksopdrachten gebaseerd op een discipline of een CAP
c) Smal kader: onderzoeksopdrachten gebaseerd op een discipline en bijbehorende CAP (DISCAP)
Deze toelichting op het examenprogramma1 laat de keuze over aan de school.
Domein C biedt scholen, docenten en leerlingen ruimte voor eigen keuzes. De leerling kan bijvoorbeeld
onderzoek doen waarbij een aspect van vormgeving of techniek wordt onderzocht door het uitvoeren van
experimenten. De leerling kan bijvoorbeeld onderzoeken hoe een toneelbeeld bij een theatervoorstelling
ontstaat door zelf een scenografisch ontwerp te maken, of theatervormgevers te interviewen, of verschillende
toneelbeelden van één theatertekst vergelijkend te analyseren.
1 Advies, p 17
verdieping ckv
19
Onderzoekskaders
a) ‘Losse’ onderzoeken Breed kader voor onderwerpen, hoeven niet in relatie te staan tot een CAP of discipline
planning: past goed in model A, kleine verbouwing1
b) Onderzoeken gebaseerd op een discipline of een CAP
planning: past goed in model B, een flinke verbouwing
1 zie hoofdstuk 2, CKV verbouwen
voordelen
• Betere theoretische voorbereiding op het onderzoek
• Discipline of CAP bepalend voor het onderzoek
• Discipline of CAP krijgen een ‘verdieping’
• Langere aanlooptijd tot het onderzoek
• Nauwe samenwerking en afstemming CKV collega’s
• Kost minder voorbereiding dan optie C (rekening houden met discipline en CAP)
Nadelen
• Minder keuzevrijheid voor de leerling
• Minder vrijheid voor de docent om eigen accenten te leggen
• Strakke jaarplanning (eerst aantal CAPs of disciplines)
• Goede afspraken met CKV collega’s moet mogelijk zijn
• Kost meer voorbereiding dan optie A, losse onderzoeken
voordelen
• Minimale wijzigingen in het bestaande programma
• Veel keuzevrijheid voor leerlingen
• Leerlingen kunnen kiezen uit alle disciplines, ook al hebben ze die (nog) niet gehad
• Veel vrijheid voor de docent om eigen accenten te leggen
• Nog tijd voor de ‘losse’ PA’s
• Docent hoeft voor het onderzoek weinig of geen rekening te houden met theorie en praktijk (CAPs)
nadelen
• De ‘verdieping’ komt misschien niet tot zijn recht
• Docent moet veel individueel sturing geven en begeleiden
• Geen structurele koppeling disciplines/theorie, CAPs met onderzoek
verdieping ckv
20
Onderzoekskaders
c) Onderzoeken gebaseerd op een DISCAP, discipline en een CAP smal kader voor onderwerpen
planning: past goed in model C, nieuwbouw, maar kan ook in model B, flink verbouwen
Voordelen
• Discipline en CAP(s) gaan hand in hand met de onderzoeksopdracht
• CAP en discipline krijgen een ‘verdieping’
• Langere aanlooptijd
• Hogere kwaliteit onderzoeksopdracht
• De verdieping komt goed tot zijn recht, eerst theorie en praktijk, dan de onderzoeksopdracht
• Domein D, verbinden (reflectie) komt beter uit de verf
Nadelen
• Weinig vrijheid voor de docent om eigen accenten te leggen
• Geen vrijheid voor de leerling in keuze van het onderwerp
• Strakke jaarplanning
• Lastig als leerlingen ziek zijn
verdieping ckv
21
Periode planning onderzoeksopdracht
WEEK 1
intro, doel, eigen ervaring met onderzoek, onderwerp vaststellen
WEEK 2
oriëntatie, opstarten, onderzoeksvraag/opdracht bepalen
WEEK 3
onderzoeksplan maken, logboek invullen
WEEK 4
informatie verzamelen
WEEK 5
informatie analyseren
WEEK 6
conclusies trekken
WEEK 7
verslag afmaken
WEEK 8
presenteren, evaluatie, afronden
Gebaseerd op
1) 20 slu’s (wekelijks 1 of 2 lesuren)
2) Een aaneengesloten schoolperiode
3) Sterk gestuurd door de docent:
4) Handleiding/draaiboek (zie voorbeelden 1 en 2 in dit hoofdstuk)
5) Lesbrieven, taakbladen invulbladen voor de leerling
6) Vaste controlemomenten/checkpoint/procesbewaking (docent)
verdieping ckv
22
Onderdelen van een onderzoeksopdracht
A) De opdracht introduceren en uitleggen
B) Onderwerp, brainstormen
C) Onderwerp, kiezen
D) Onderzoeksvraag formuleren
E) Hoofdvraag en deelvragen bedenken
F) Verwachting, hypothese, veronderstelling
G) Werkplan maken en voorleggen
H) Zoekacties: informatie verzamelen
I) Uitvoering, afspraken, logboek en controle
J) Conclusie
K) Verslag
L) Presentatie
M) Evaluatie
verdieping ckv
23
Hoofdstuk 2 De onderzoekspraktijk, hoe doe je dat?
In dit hoofdstuk
• Kenmerken onderzoeksopdrachten
• Standaardonderdelen van een onderzoeksopdracht
• Een standaard onderzoeksverslag
• Praktijkvoorbeelden: 6 scholen in 2016
• PA’s1 ombouwen of aanpassen voor de onderzoeksopdracht
• Praktische opdrachten (PO’s) bij CKV
• De onderzoekspraktijk bij andere vakken
• Beoordeling onderzoeksopdracht
• 3 handleidingen
Kenmerken onderzoeksopdracht De onderzoeksopdracht voor CKV lijkt veel op een praktische opdracht (PO).
‘Een praktische opdracht ...is een term die in het voortgezet onderwijs wordt gebruikt voor een klein
onderzoek of een ontwerpopdracht als toets.
Van dat onderzoekje moeten de leerlingen veelal een verslag schrijven en zij moeten dit presenteren. De
presentatie kan gebeuren door een schriftelijk verslag, maar ook door een posterpresentatie, een presentatie in de
klas of een website.
De praktische opdracht maakt voor veel vakken deel uit van het schoolexamen en wordt vaak gezien als opstap
naar het profielwerkstuk.’2
De onderzoeksopdracht moet volgens het Cito tenminste enkele van de volgende kenmerken3 bezitten
▪ open vraag- of probleemstelling
▪ authentiek
▪ inbedding in de lessen
▪ meer tijd
▪ complexe vaardigheden
▪ integratie van vakken en vaardigheden
▪ praktisch handelen
▪ samenwerking tussen leerlingen
▪ meerdere opdrachten
▪ beoordelingscriteria van tevoren bekend
▪ zelfreflectie en zelfevaluatie
▪ registreren van progressie
▪ beoordeling met rubric
De onderzoeksopdracht van CKV voldoet aan al deze kenmerken.
Leerlingen maken PO’s bij vakken als maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, kunst algemeen, enz. Veel van die PO’s
betreffen onderzoek. Ze zijn er mee bekend en het is handig om hierbij aan te sluiten. Op de site:
www.scholieren.com/praktische-opdrachten/werkstukken
staan bijna 3000 voorbeelden van PO’s, van allerlei vakken. CKV staat er -nog - niet bij.
2 Wiki 3 Bewerking van Praktijktoetsen en praktische opdrachten toetswijzer Cito, www.toetswijzercito.nl
verdieping ckv
24
Standaardonderdelen van een onderzoeksopdracht
A) Onderwerp
B) Onderzoeksvraag
C) Verwachting, veronderstelling
D) Werkplan
E) Uitvoering (informatie verzamelen)
F) Conclusie
G) Verslag
H) Presentatie
Ter illustratie, een voorbeeld1 van een verslag van een mini-onderzoek voor biologie. De presentatie ontbreekt.
Is dit model voor CKV te gebruiken? Voor veel leerlingen is dit een bekende werkvorm.
Onderwerp
Ik ga tuinkers planten om te zien wat voor invloed licht heeft op de ontkieming daarvan. Ik ga onderzoeken hoe
snel tuinkers ontkiemt bij normaal daglicht en bij geen licht.
Onderzoeksvraag
Wat is het verband tussen licht en donker op de groei van tuinkers?
Verwachting, veronderstelling
Zaadjes in het licht ontkiemen en groeien beter dan in het donker.
Werkplan
Wat ga ik doen?
- Ik onderzoek de factor van licht en donker.
- Ik voer deze proef uit met tuinkerszaadjes, omdat deze zaadjes snel groeien en makkelijk bij te houden zijn.
- Het ene bakje met plantjes zet ik in het licht en het andere bakje in het donker.
- Ik zorg ervoor dat de andere factoren gelijk zijn door een bordje in de meterkast te zetten en de andere in de
bijkeuken
Proces: eerste waarnemingen, tabel, grafiekjes, foto’s, uitvoering
De proef verliep vrij goed. Op de 2e dag begonnen de meeste zaadjes... op de 3e dag pas echt te groeien. Na de
4e dag kon je goed zien welke in het licht en welke in het donker hebben gestaan. De plantjes in het donker
waren groter, maar wit met gele blaadjes. De plantjes in het licht kregen wat mooiere blaadjes en waren ook mooi groen.
Conclusie Plantjes in het donker groeien sneller, maar sterven ook weer sneller af en zien er minder smakelijk uit. Ze zijn langgerekt en
hebben gele bladeren. Dit heet etioleren. Plantjes in het licht groeien echter langzamer maar zijn wel gezonder. Dus plantjes
in het donker groeien sneller maar plantjes in het licht groeien wel beter. Mijn hypothese klopt dus eigenlijk wel, maar als je
alleen kijkt naar de groei niet.
Discussie Volgens mij is er niet veel misgegaan en was de opzet juist. Er zou een klein verschil in temperatuur kunnen zijn geweest,
maar dit was dan niet meer dan 1 à 2 graden omdat het de hele week niet zo’n mooi weer was.
Bronnen De volgende bronnen heb ik gebruikt...
1 www.scholieren.com/praktische-opdrachten
verdieping ckv
25
Het onderzoeksverslag bij CKV Het is handig om met een standaardverslag te werken. Denk aan deze onderdelen:
1) Onderwerp
2) Onderzoeksvraag
3) Verwachting, veronderstelling
4) Antwoord/conclusie
5) Werkplan en proces
6) Discussie
7) Presentatie
8) Bronnen
9) Reflectie
Een andere volgorde is zeker mogelijk.
Het lijkt misschien veel, maar in de praktijk valt het wel mee. Goed onderzoek volgt altijd een stappenplan. Het
verslag kan deels ook die stappen volgen. Als de leerlingen het stappenplan goed volgen is het verslag al bijna
af, nog voor de presentatie. Dan moet de presentatie er nog wel bij. En misschien enkele bijlagen: logboek,
reflectieformulier en presentatie.
Dit verslag kan op een enkel A4tje. Zonder te proppen kunnen alle onderdelen op één kantje.
Hieronder een voorzet van een verslag van 500 woorden (exclusief illustraties, foto’s, voor een A4tje). Het
maximum aantal woorden per onderdeel kan je zelf bepalen en ook wel voorschrijven. Dit is natuurlijk heel erg
afgemeten, maar dat heeft zo zijn voordelen. Het dwingt tot kernachtige, duidelijke keuzes en voorkomt dat
leerlingen eindeloze verslagen maken.
onderdeel maximum
aantal woorden
1) Onderwerp 30
2) Vraag/vragen 40
3) Verwachting, veronderstelling 40
4) Antwoord/conclusie 60
5) Werkplan en proces kort (logboek als bijlage) 150
6) Discussie (wat wel/niet volgens plan verliep) 50
7) Presentatie (kort beschrijven, als bijlage) 50
8) Bronnen (opsomming) 30
9) Reflectie (leerwinst, eigen handelen) 50
totaal aantal woorden 500
Als bijlagen: illustraties, foto’s, plaatjes, prezi, enz.
In de onderzoeksgroepjes kan al vroeg een rolverdeling worden gemaakt voor de afsluitende onderdelen: de
verslagschrijver en de presentatiebedenker.
NB Aan de hand van onderdelen in dit verslag kan je een cijfer vaststellen.
NBB Dit verslag is onderdeel van het kunstdossier. Het heeft examenwaarde.
verdieping ckv
26
Eigen verslag
Dit onderzoek heb ik alleen gedaan.
Voor dit onderzoek heb iksamengewerkt met _____________________, _____________________________, ______________________
Onderwerp
Onderzoeksvraag
Verwachting, veronderstelling
Antwoorden, conclusies
Werkplan en proces
Discussie
Presentatie
Bronnen De volgende bronnen heb ik gebruikt...
1. -
2. -
3. -
4. -
Reflectie
verdieping ckv
27
Onderzoeksopdrachten CKV in de praktijk, 2016 Pleincollege Sint Joris Eindhoven
Met dank aan CKV collega’s Pleincollege Sint Joris, Eindhoven
Lopend onderzoeksopdracht , Eindhoven
(18/04) De leerlingen worden voor de meivakantie op de hoogte gesteld van deze opzet en denken in de
meivakantie over een onderzoeksvoorstel, waar zij zich in willen verdiepen. Dit onderzoeksvoorstel ligt binnen
een van de vijf domeinen (podiumkunsten/nieuwe media/moderne beeldende kunst/klassieke beeldende kunst/
populaire cultuur) die aangeboden worden. De keuze voor dit onderzoek baseren zij op basis van hun eigen
interesses, maar daarbij worden ze gestimuleerd om te zoeken in een domein, waarmee ze weinig ervaring
hebben om het blikveld te verruimen.
(09/05) Na de meivakantie maken de leerlingen in de les een voorstel, waarbij ze in de les op weg geholpen
worden. Dit voorstel leggen ze voor en naar aanleiding van dit voorstel worden individuele gesprekken
aangegaan om het onderzoek vorm te geven (23/05). De uiteindelijk vorm van het onderzoek is een willekeurig,
zelf gekozen cultureel product
(tijdschrift/strip/film/documentaire/videoclip/televisieuitzending/kunstwerk/voorstelling).
In de periode van 30/05 tot en met 20/06, zullen de verschillende domeinen in vijf lessen behandeld worden,
waarbij alleen de leerlingen die in het domein hun onderzoek hebben liggen, verplicht naar het ‘college’ komen.
Voorafgaand aan het ‘college’ zullen de desbetreffende leerlingen lees-kijkwerk krijgen, wat ze bestuderen. De
leerlingen die niet tot het domein behoren, melden zich bij het begin van de les en mogen het ‘college’ volgen,
maar zijn na melding ook vrij om te werken aan hun onderzoek, waarbij elke week genoeg computers gereserveerd zullen worden in het studiehuis. In de laatste lessen 27/04 en 04/07 zullen de eindproducten op een
nog nader te bepalen wijze gepresenteerd worden.
Schrijven van een onderzoeksvoorstel (min. 1 A4)
Schrijf beargumenteerd en in een goedlopende verhalende tekst.
1.) Beschrijf wat je van twee jaar CKV over de betekenis van kunst en cultuur in de hedendaagse tijd
geleerd hebt. Welke positie hebben kunst en cultuur in onze maatschappij. En is dat anders dan vroeger?
2.) Beschrijf jouw eigen ervaring met kunst en cultuur en hoe je kijk op kunst en cultuur veranderd is
(in positieve of negatieve richting).
3.) Ga vanuit daar op zoek naar een kunst/cultuurvorm waar naar jij nog benieuwd bent, meer van wil
weten, vragen over hebt. Iets wat je raakt, prikkelt of verbaast. Je eigen fascinatie of afwijzing van iets is je
vertrekpunt.
4.) Waarom is je vraag een relevante vraag met betrekking tot de positie van kunst/cultuur in de
hedendaagse maatschappij.
5.) Stel vast hoe je dat onderwerp wilt onderzoeken, op welke manier, met welke middelen?
verdieping ckv
28
Onderzoeksopdrachten, voorbeelden uit de praktijk, 2016-17
CCC Zwolle
Met dank aan CKV collega’s CCC, Zwolle, juni 2016
Wij werken in thema’s. De leerling bepaalt zelf hoe hij/zij het thema uitwerkt en in welke discipline. De leerling
bedenkt zelf de onderzoeksvraag. Dit vinden ze moeilijk om deze goed te formuleren. Hier gaan we meer
aandacht aan besteden.
Thema’s:
* Schijn en Werkelijkheid (Met theaterbezoek) vwo/havo
* Kunst in de wereld, (havo) in vwo toegespitst naar Kunst en Duurzaamheid, komend jaar: Kunst en Techniek
* Module poëzie(havo/vwo) aanloop naar:
* Muziek, Tekst en Beeld. In havo aangevuld met 5 uur workshop van rapper of singer/songwriter.
Wij proberen de CA’s zo veel mogelijk te laten aansluiten bij thema’s, of andersom. Dit lukt het ene jaar beter
dan het andere.
Zijn voornemens op deze manier door te gaan Thema’s zijn nog niet allemaal bekend.
Onderzoeksopdrachten CKV in de praktijk, 2016 Altena C. Sleeuwijk
Met dank aan CKV collega’s AC Sleeuwijk
CKV onderzoek praktijkvoorbeeld 14 juni
Sleeuwijk
Meesterproef
Als slotopdracht voor het vak CKV maken we een eindopdracht getiteld: “Meesterproef”.
Met deze opdracht laat jij zien hoe kunstzinnig je bent geworden in het afgelopen jaar. Je kiest een discipline of
een combinatie van disciplines.
Aan het einde van de periode presenteer je het resultaat, waaruit blijkt dat er goed aan is gewerkt. Je logboek
lever je in bij je docent.
Studielast: Havo 10 uren, Vwo 15 uren
Weging: 8 x
Meesterproef mag niet herkanst worden
Zelfreflectie: Schrijf voor je eigen meesterproef een zelfreflectie van ongeveer een ½ A4tje. Laat daar
onderstaande 4 beoordelingscriteria in terugkomen, dus over elk onderdeel een paar inhoudelijke, goed
geformuleerde zinnen.
Beoordelingscriteria zijn: Inhoud (3p), Originaliteit (3p), Afwerking (3p), Logboek + beschrijving +
gedachten + schetsen (2p).
2.4 Wat moeten de leerlingen voor de opdracht doen? (meerdere mogelijkheden)
o een onderzoeksonderwerp bedenken
o een onderzoeksvraag formuleren
o een plan van aanpak maken
o een logboek van het onderzoek bijhouden
o een presentatie geven
o zelf de presentatie van het onderzoek evalueren
o anders, namelijk ...
verdieping ckv
29
Onderzoeksopdrachten, voorbeelden uit de praktijk, 2016-17
Vechtstede, Weesp
Met dank aan CKV collega’s VC Weesp
Onderzoeksopdracht V4
Je gaat onderzoek verrichten naar een onderwerp binnen de kunstdiscipline muziek. Deze opdracht maak je
alleen of met z’n tweeën. Je verslag behelst per persoon drie pagina’s Times New Roman in lettertype 12.
Stappenplan:
1. Formuleer een duidelijke hoofdvraag. Zorg ervoor dat wat je gaat onderzoeken iets is wat jullie echt
interesseert. Beschrijf dan ook in je verslag waarom jullie voor deze hoofdvraag kiezen.
Voorbeelden van onderzoekvragen:
-Op wat voor manier heeft drugs invloed gehad op de nummers die geschreven werden door The Beatles?
Waarin verschillen die nummers van de nummers die zijn geschreven zonder dat de muzikanten beïnvloed waren
door drugs. (Bronnenonderzoek)
-Wat voor emoties wil de band Muse teweeg brengen bij hun luisteraars en slagen ze daar in? (Experimenteel
onderzoek)
-Wat is de invloed van verschillende muziekstukken op het gebruik van kleur en vorm tijdens de productie van
beeldend werk? (Experimenteel onderzoek)
-Hoe creëert De Jeugd van Tegenwoordig hun muziek? Hoe komen hun nummers tot stand? (Veldonderzoek)
-Wat is precies het verschil tussen Jazz- en Bluesmuziek? (Bronnenonderzoek)
Vanuit die onderzoeksvraag ga je vier deelvragen formuleren, die onderzoekbaar en uitvoerbaar zijn. Ook
formuleer je je verwachtingen; welke antwoorden verwacht je op deze vragen.
Het opsplitsen in deelvragen maakt het probleem veel duidelijker en beter te onderzoeken.
Bijvoorbeeld al je hoofdvraag is ‘Hoe creëert De jeugd van Tegenwoordig hun muziek’ kunnen deelvragen
zijn:
-Bedenken de bandleden eerst een tekst of wordt eerst de muziek gemaakt en wordt daar een tekst op
bedacht?
-Door wie of wat laten de muzikanten van de band zich inspireren bij het maken van nieuwe muziek?
-Is het maken van nieuwe nummers iets wat de hele band samen doet of wordt dat overgelaten aan een of
twee bandleden?
-Gebeurt het maken van nieuwe nummers steeds op dezelfde manier of verschilt het per nummer hoe de muziek wordt gemaakt?
2. Als je de hoofd- en deelvragen hebt geformuleerd ga je onderzoek doen. Beschrijf op een gedetailleerde
manier hoe je onderzoek wilt doen. Bijvoorbeeld door:
-Bronnenonderzoek. Je zoekt hierbij naar informatie op internet of in de bibliotheek waardoor je antwoord
kan geven op je vragen.
-Veldonderzoek. Via veldwerk, een enquête of een interview krijg je antwoorden op de gestelde vragen. -Experimenteel onderzoek. Door een experiment waarin je zelf meet of je hypothese klopt, krijg je
antwoorden op je vragen.
3. Ga aan de slag met je onderzoek en beschrijf daarna de resultaten van je onderzoek. Beschrijf welke
antwoorden je kunt geven of welke conclusies je kunt trekken op grond van de verzamelde gegevens.
Beschrijf of de resultaten overeenkomen met je verwachtingen.
4. Noteer de bronnen die je hebt gebruikt.
5. Presenteer de resultaten van je onderzoek op een creatieve manier. Benoem hierin ook waarom je voor
dit onderzoek hebt gekozen. Gebruik bijvoorbeeld een rap, een dans, een toneelopvoering of een
filmpje in je presentatie. Of maak een bijzondere powerpointpresentatie of artistieke poster om je
bevindingen over te dragen.
Houd rekening met de voorkennis van je publiek en bedenk wat je wil dat het publiek zal doen met de
informatie die je geeft.
Heel veel succes!
verdieping ckv
30
Onderzoeksopdrachten, voorbeelden uit de praktijk, 2016-17
Werenfridus, Hoorn
Met dank aan CKV collega’s Tabor RK SG - Werenfridus, Hoorn
Tussenstand pilot opdracht Oud Hoorn: “hoe maak je de historische binnenstad van Hoorn aantrekkelijk voor jongeren”.
Aan de leerlingen is gevraagd een historisch gebouw of historische plek in de binnenstad
van Hoorn te kiezen die ze nu niet aantrekkelijk vinden voor jongeren.
Wat zouden zij eraan willen veranderen zodat het wel een aantrekkelijk gebouw of
aantrekkelijke plaats voor jongeren wordt?
In eerste instantie kwamen de leerlingen met nogal voor de hand liggende voorstellen: in de meeste
voorstellen werd er een gebouw uitgekozen en daar moest dan een kroeg inkomen. Bier is dat wat een stad
aantrekkelijk maakt voor jongeren…
Aan de opdracht is daarom toegevoegd dat er wel een verband moet zijn met de geschiedenis van de stad of
het pand – dus meer dan alleen een bar in een historisch pand neerzetten.
Hoe werken de leerlingen aan de opdracht?
Zij moeten drie bladen (A2 formaat) maken:
1. Een blad met foto’s en een beschrijving van de huidige situatie
2. Een blad met een beschrijving van het plan en foto’s van inspiratiebronnen
3. Een blad met een plattegrond en een ruimtelijke schets van het voorstel
Daarna moeten de leerlingen het plan presenteren. Dat kan in de vorm van:
-‐ Een maquette
-‐ Een boekje
-‐ Een digitale presentatie (Powerpoint of Prezi)
-‐ Een kijkdoos…..
Op dit moment hebben de meeste leerlingen blad 1 en 2 af.
Op dit moment wordt er door 4 havo 4 klassen (ongeveer 110 leerlingen in totaal) aan deze opdracht gewerkt
Een voorbeeld.
Voor onze opdracht moesten wij een historisch pand uit Hoorn kiezen.
Wij kozen het pand op West 70. Dit pand staat nu leeg maar was hiervoor café De Wereld. Wij hebben dit
pand gekozen omdat het redelijk in het centrum ligt van Hoorn en het zit aan de Roode steen. De Roode steen
is een bekend plein in Hoorn. Op het internet staat
dat de eerste steen is gelegd in 1991. Dat leek ons sterk dus zijn we opzoek gegaan naar de
geschiedenis van het pand. In 1912 was het pand van F.J. Sopar, caféhouder. De volgende eigenaren
hebben het pand ook voornamelijk als café gebruikt. Ons idee was om van het pand een ‘shisha lounge’ te
maken. Dat is een soort café die op een manier wordt ingericht waarbij je onder het genot van een waterpijp, dat is waar shisha voor staat, kunt relaxen. Daarbij dachten wij dat we misschien nog een
samenwerking kunnen regelen met het Westfries museum maar we weten nog niet precies hoe. De
materialen die we ervoor
nodig hebben zijn vooral goede boxen om goede muziek te luisteren, banken en zitzakken die
lekker zitten maar natuurlijk ook waterpijpen.
verdieping ckv
31
meer over deze opdracht staat op de CD-rom
Onderzoeksopdrachten, voorbeelden uit de praktijk, 2016-17 Het Goese Lyseum, Goes
Met dank aan CKV collega’s Het Goese Lyceum
VAK: CKV
ONDERZOEK: contouren voor onderzoek geplaatst in cultuurhistorische context
TIJDSDUUR: lesweken 20 t/m 25
NIVEAU: v4
INDIVIDUEEL/ DUO
KORTE OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT:
• Je verricht uit de keuzelijst een contouronderzoek naar een aspect van kunst of de kunstpraktijk
geplaatst in cultuurhistorische context met als doel nieuwe inzichten te verwerven en kennis over
kunst te verdiepen.
• Je gebruikt een bestaand onderzoek op internet als inspiratiebron en basis.
Bekijk hierbij de bijlage met een aantal onderzoeken ter inspiratie.
• Bij het onderzoekje hoort een onderzoeksvraag gekoppeld aan je profiel: C&M, E&M,
N&G, N&T.
• Deze onderzoeksvraag is uitgewerkt in deelvragen: minimaal 5 en maximaal 8 die voort zijn
gekomen uit de eigen gemaakte vragenlijst.
• Het contouronderzoek bevat ook beeldmateriaal.
• Je werkt het onderzoek niet uit, maar zet alleen de contouren neer van het onderzoek.
STAP 1: HOE GA JE AAN DE SLAG? (Oriëntatie)
a. Ga eerst op onderzoek op de computer naar je profiel in relatie tot de onderwerpen
uit de keuzelijst, jouw profiel, interesse en actualiteit.
b. Formuleer een probleemstelling, Dit is de onderzoeksvraag. c. Verzamel
informatie over jouw keuze a.d.h.v.
nieuwsberichten/krantenartikelen andere onderzoeken enz.
d. Kies een passend bestaand onderzoek als voorbeeld.
e. Analyseer de informatie in het onderzoek en andere info.
f. Start met het maken van een vragenlijst over jouw onderwerp. Deze vragenlijst vormt
de basis voor de deelvragen die bij je onderzoek horen.
g. De begrippen uitwerken uit de keuzelijst welke niet zozeer in tegenstelling, maar
ook in overeenkomst uitgewerkt worden als uitleg/verklaring in relatie tot de
kunstvorm en je profiel.
h. De kunstvorm kan zijn: dans, muziek, theater, beeldende kunst, mode, games,
architectuur, design, eetcultuur, reclame, strip, film, underground, sub en amateur-
culturen.
verdieping ckv
32
PA’s1 ombouwen of aanpassen voor de onderzoeksopdracht Waar gaat het onderzoek bij CKV over? Welke onderwerpen zijn geschikt? Hoe ziet een onderzoeksvraag er uit?
De huidige PA’s kunnen een bron van inspiratie zijn voor de onderwerpen en de presentatie.
Hieronder enkele onderwerpen uit de praktische activiteiten die scholen hebben opgestuurd. Veel is het nog niet.
Doel is een flink aantal onderwerpen en onderzoeksvragen ( per discipline) te verzamelen en uit te wisselen.
zijn dit goede onderzoeksonderwerpen? maak er een
onderzoeksvraag
bij
architectuur
Maquette of (computer)tekening nav architectuurstroming
beeldend
Combinatie kunstuitleen en praktische opdracht
Dada: gedicht maken en beeldend verwerken
Het maken van een tas met de tegenstelling hemel/hel (hemel/hel
hoeft niet letterlijk genomen te worden).
dans
Moet een dansvoorstelling ergens over gaan? Waarom of
waarom niet?
Is er ook dans die nergens over gaat?
film
Een eigen korte film maken over de Nederlandse cultuur in
Maassluis
Mockumentaries is het een film of een documentaire?
muziek
LP hoes ontwerpen voor zelf gekozen muzieknummer
nieuwe media
theater
combinaties
Het maken van een gesamtkunstwerk aan het eind van de 4e klas
als afsluiting van CKV. Leerlingen combineren twee of meerdere
(sub)disciplines tot één kunstwerk. Bijvoorbeeld poëzie / theater
en film. Of beeldende kunst en muziek
1 150+ actuele voorbeelden van PA’s staan op de op de CD-rom
verdieping ckv
33
Advies: Niet opnieuw het wiel gaan uitvinden! Zoek aansluiting bij andere vakken.
Werken met praktische opdrachten (PO’s) bij CKV
Op de meeste scholen is een praktische opdracht een onderdeel in het examenprogramma van het
schoolonderzoek. Het staat in het PTA. Het cijfer van de PO wordt meegewogen in het schoolonderzoek cijfer.
PO’s worden soms ook miniprofielwerkstukjes genoemd, omdat onderzoek(je)s het doel zijn bij de meeste PO’s.
Met deze 4 nieuwe eindtermen voor de onderzoeksopdracht sluit CKV vanaf 2017-18 aan op de praktijk van veel
andere vakken in de Tweede Fase.
De CKV sectie kan in het PTA van het nieuwe CKV ook een of meer PO’s opnemen. Zeker gezien het belang
van onderzoek is dit het overwegen waard. De CKV sectie kan dus zelf bepalen of de leerlingen een of meer
praktische opdrachten moeten maken en wat de inhoud daarvan is.
De PO kan betrekking hebben op elk willekeurig onderwerp of deel van het CKV examen.
Voorbeelden
• Blokken
• Thema’s
• Disciplines met een CAP
• CZP 1 en 2, samen of afzonderlijk
• Onderzoeksopdracht (de grote)
Het voordeel van de PO is dat het duidelijkheid geeft: niet allemaal afzonderlijke onderdelen die in de weging
meetellen.
De weging van de diverse schoolexamens is niet meer vastgelegd en wordt overgelaten aan de sectie.
Waar gaat het om?
• Sluit waar mogelijk aan bij de onderzoekspraktijk van de andere vakken in de tweede fase.
• Wees duidelijk: een PO is niet een PA! Het ‘oude’huidige vak CKV kent praktische activiteiten als
examenverplichting in het handelingsdeel van het examen. In het nieuwe examenprogramma zijn PA’s
niet meer verplicht. Maar ze mogen nog wel.
• Stel vooraf vast hoeveel tijd het onderzoek mag kosten. 20 uur lijkt redelijk (voor een PWS staat 80 uur,
voor een praktische opdracht is dat vaak 15-30 uur), maar kijk ook wat de andere vakken doen.
• Kijk in eerste instantie naar het examenvak maatschappijleer, dat samen met CKV in het combinatiecijfer
zit.
• Welke ander vakken hebben praktische opdrachten – PO’s – in het schoolonderzoek?
• Verzamel een lijst van PO’s (onderwerpen en regels) van andere vakken.
• Hoe worden de PO’s van andere vakken beoordeeld?
• Kent de school vakoverstijgende examenregels voor PO’s (vaak in het PTA te vinden)?
• Ga na of deze regels ook voor CKV kunnen of moeten gelden.
• Wat is het schoolbeleid ten aanzien van herkansingen voor PO’s?
verdieping ckv
34
• Ga na hoe de PO’s bij ander vakken worden gepresenteerd en hoe deze presentaties worden beoordeeld.
Uit de onderzoekspraktijk1van de leerling bij ander vakken
1 http://www.scholieren.com/praktische-opdrachten/werkstukken
verdieping ckv
35
Drie handleidingen voor de onderzoeksopdracht
Hieronder staan 3 handleidingen voor het aansturen van het onderzoeksproces. Deze zijn
gebaseerd op de praktijk van diverse scholen.
De 3 ‘handleidingen’ hieronder met taken, formulieren en aanwijzingen kan je aanpassen (zie CD-rom).
1) Beknopte handleiding/logboek/stappen onderzoeksopdracht CKV
20 slu’s
2) Iets uitgebreidere handleiding/logboek/stappen en beoordelingsschema onderzoeksopdracht CKV
20 slu’s
3) Korte handleiding Onderzoeksopdracht voor 4 of 5 lessen
5 slu’s
verdieping ckv
36
Opdracht: onderzoek een kunstzinnige uiting, een kunstdiscipline of iets anders dat met kunst te maken heeft
Aantal Slu: 20
Opstarten, uitvoeren, verslag en presentatie
De uitvoering, het verslag en de presentatie in groepjes (2-3 leerlingen)
Fase I Om het proces op te starten
a) Instructies vooraf (docent)
b) Startformulier (per groepje)
c) Plan van aanpak (werkplan)
d) Logboek (belangrijk voor het verloop van het onderzoek en het maken van het verslag)
Fase II Onderzoek, uitvoering
a) Keuze onderwerp (kunstdiscipline, CAP, DISCAP, vraag, probleem ...?)
b) Beknopt het onderwerp beschrijven
c) Wat wil je/willen jullie onderzoeken? Formuleer een onderzoeksvraag
d) Informatie verzamelen over het onderwerp
e) Informatie toetsen op betrouwbaarheid en relevantie
Fase III Verslag onderzoek
Verslagformulier
Fase IV Presentatie, stap voor stap
a) Wat wil je presenteren?
b) Aan wie presenteer je het (klas, docent, anderen)?
c) Kies een definitieve presentatievorm
beeldend, webpagina, vlog, 2-D of 3-D, geschreven, Powerpoint, performance, enz
Fase I Opstarten
Met deze 4 formulieren kan je het proces opstarten
Ia) Instructies vooraf
1) Maak in overleg met docent een groepje van 2 of 3 leerlingen.
2) Onderwerp kiezen, in overleg met docent.
3) Vul het startformulier in.
4) Gebruik het logboek om een plan van aanpak te maken.
Ib) Startformulier
Naam/klas leerling
Naam/klas leerling
Naam/klas leerling
Datum aanvang onderzoek
Paraaf docent
Ic) Plan van aanpak en taakverdeling
Titel/onderwerp opdracht: ……………………………………….
Per onderzoeksgroep invullen.
Activiteit Wie doet wat? Wanneer moet dit af zijn? (datum) Hoeveel tijd hebben we nodig?
Handleiding onderzoeksopdracht, voorbeeld 1
verdieping ckv
37
Id) Logboek
Taak Datum Korte omschrijving Afspraken
met docent
gemaakt op
Paraaf
docent
1) onderwerpkeuze
2) onderwerp beschrijven
3) onderzoeksvraag voorstellen
4) onderzoeksvraag vaststellen
5) verwachtingen
6) informatie verzamelen
7) onderzoeksplan maken
8) informatie zoeken
9) informatie analyseren
10) conclusies trekken
11) verslag af
12) presentatie plannen
13) presentatie geven
14) eigen evaluatie
15) evaluatie docent
Fase II Onderzoek, uitvoering
IIa) Kies een onderwerp (discipline, thema, CAP, DISCAP...?)
IIb) Beknopt het onderwerp beschrijven
IIc) Wat wil je/willen jullie onderzoeken? Bedenk een onderzoeksvraag.
IId) Informatie verzamelen over het onderwerp • wat
• waar
• waarom
• hoe
• wanneer
• bronnen
Fase III Verslag
Onderwerp, vraag, informatie, conclusies, presentatieorm, reflectie
Fase IV Opdracht 2 Presentatie
IVa Wat wil je presenteren?
• onderzoeksresultaten
• verloop onderzoek
• succes onderzoek
IVb) Aan wie presenteer je het
• klas
verdieping ckv
38
• docent
• anderen
IVc) Kies een definitieve presentatievorm
bijvoorbeeld:
• beeldend, 2-D of 3-D
• webpagina
• vlog, app, digitale quiz
• geschreven verslag
• Powerpoint
• performance/rollenspel
Handleiding onderzoeksopdracht, voorbeeld 2
Opdracht: onderzoek een kunstzinnige uiting.
studielasturen: 20
Opdracht
De opdracht bestaat uit een kleinere onderzoeksopdracht.
De opdracht moet iets te maken hebben met een kunstdiscipline een/of een of meer culturele activiteiten.
Uitvoering en presentatie
De uitvoering en de presentatie wordt door een groepje van 2-3 leerlingen gedaan. Elke groep levert 1 logboek, 1
onderzoeksverslag, 1 presentatie en 1 eindreflectie in.
Elke leerling levert los van de groep een persoonlijk reflectie in.
Planning
Van week xx tot en met week xx kan er aan de onderzoeksopdracht gewerkt worden.
In week xx t/m xx vinden de presentaties plaats.
In week xx wordt het logboek ingeleverd.
Presentatie
Het eindproduct kan op verschillende manieren gepresenteerd worden:
• beeldend, 2-D of 3-D
• webpagina
• vlog
• geschreven
• Powerpoint
• performance
• rollenspel
• quiz
De presentatie mag maximaal 12 minuten duren. Ieder groepslid moet een bijdrage leveren aan de presentatie.
In de presentatie moeten in ieder geval aan bod komen
• informatie over het gekozen onderwerp: wat waar waarom hoe wanneer bronnen
• de conclusies van het onderzoek
• eigen mening
verdieping ckv
39
Logboek
Taak Datum Korte omschrijving Afspraken
met docent
gemaakt op
Paraaf
docent
1) onderwerpkeuze
2) onderwerp beschrijven
3) onderzoeksvraag voorstellen
4) onderzoeksvraag vaststellen
5) verwachtingen
6) onderzoeksplan maken
7) informatie zoeken
8) informatie analyseren
9) conclusies trekken
10) verslag af
11) presentatie plannen
12) presentatie geven
13) eigen evaluatie
14) evaluatie docent
verdieping ckv
40
De beoordeling
In deze opdracht worden de volgende vaardigheden getoetst.
• duidelijke onderzoeksvraag
• gegevens verwerven
• conclusies kunnen trekken uit verworven informatie
• een standaard verslag kunnen invullen
• resultaten kunnen overdragen op anderen: presentatie
• leren reflecteren
Zowel product als proces onderdelen worden beoordeeld.
De onderzoeksopdracht telt voor 20% mee in het SE-cijfer.
Voor verschillende onderdelen wordt een beoordeling gegeven.
Per onderdeel wordt een beoordeling van 1( slecht) tot 5 (zeer goed) gegeven. Voor enkele onderdelen in de
opstartfase krijf je geen punten, maar moet de docent tenminste een voldoende geven om verder te kunnen.
slecht = 1 onvoldoende = 2 voldoende = 3 goed = 4 zeer goed = 5
Beoordelingscriteria
opstartfase
Onderdeel Beoordeling
Keuze onderwerp
voldoende of goed
Onderzoeksvraag
vaststellen
voldoende of goed
Verwachtingen
uitspreken
voldoende of goed
Onderzoeksplan opstellen
voldoende of goed
Uitvoeringsfase Onderdeel Specificatie Beoordeling Score
(1 t/m 5
punten)
Bronnen
• zoeken
• verzamelen
• soorteren
• analyseren
• Relevantie
• Verschillende
bronnen (minsten
4)
• Gedegen analyse
1 -2-3-4-5
Conclusies
• trekken
• onder woorden
brengen
• antwoord op de
gestelde vraag
• vergelijen met
verwachtingen
1 -2-3-4-5
Afrondingsfase Onderdeel Specificatie Beoordeling Score
(1 t/m 5
punten)
Verslag Verslag voldoet aan de eisen 1 -2-3-4-5
Presentatie Verslag voldoet aan de eisen 1 -2-3-4-5
Evaluatie
Proces
Samewerking
Logboek
Afspraken
Verzorging
1 -2-3-4-5
verdieping ckv
41
Stap 1: Orientatie op het onderwerp voor onderzoek
Stap 2: Bepalen van de strategie – werkplan (plan van aanpak)
Dit willen we onderzoeken: _________________________________
1) Welke raakvlakken heeft dit onderzoek met CKV?
2) Bij welke discipline past het?
• architectuur
• beeldend
• film
• dans
• theater
• muziek
• nieuwe media
3) Welke culturele activiteiten kunnen we gebruiken?
4) Presentatievorm
Hoe willen jullie de resultaten presenteren?
5) Onze onderzoeksvraag zou kunnen zijn _______________________________
verdieping ckv
42
Stap 2: Bepalen van de aanpak
Afspraken
Informatie moet verzameld zijn op:
Werk aan het onderzoek moet klaar zijn op:
Werk aan presentatie moet klaar zijn op:
Presentatie vindt plaats op:
Verslag moet ingeleverd worden op:
Werkschema/logboek
Vanaf het moment dat je begint te denken over het onderzoek en de presentatie tot en met het eind houd je in het
werkschema/logboek bij wie wat gedaan heeft
• wat er gedaan is (soort activiteit)
• hoe en waar dat gedaan is
• wie het gedaan heeft
• hoeveel tijd er aan besteed is
Activiteit bijv: bezoek CAP, interview
kunstenaar, foto’s van bruggen
maken, enz, enz,
Hoe werkwijze, infobronnen,
hulpmiddelen e.d.
Waar
Wie
Wanneer
Stap 3 Onderzoek
Onderzoek begint altijd met vragen. Maak een vragenlijst over je onderwerp. Met deze vragen kan je je
uiteindelijke onderzoeksvraag bepalen.
• onderzoeksvraag stellen
• gegevens verzamelen en analyseren
• conclusies trekken en eigen mening geven
Stap 4 Standaard onderzoeksverslag maken
Onderwerp
Onderzoeksvraag
Verwachting, veronderstelling
Antwoorden, conclusies
verdieping ckv
43
Werkplan en proces
Discussie
Presentatie
Bronnen De volgende bronnen heb ik gebruikt...
1. -
2. -
3. -
4. -
Reflectie
Stap 5 Presentatie
Hoe gaat je presentatie er uit zien?
• vormgeving
• indeling
• tijd
• werkverdeling
Stap 5: Evaluatie
Wat zou je de volgende keer anders doen?
• planning
• werkverdeling
• samenwerking
• goede vragen gesteld
• juiste informatie gezocht
• juiste informatie gevonden
• presentatie
verdieping ckv
44
Handleiding onderzoeksopdracht, voorbeeld 3
studielasturen: 4-6
Onderzoeksplan voor 4 of 5 lessen
Op de site van Uitgeverij Lambo1 gevonden.
Onderzoeksplan
Bespreek je onderzoeksplan met je leraar als je alles hebt ingevuld.
1. Informatie (richttijd 10 min.)
Het team met wie ik het onderzoek ga uitvoeren bestaat uit:
2. Onderzoek
a. Stel de onderzoeksvragen samen (richttijd 30 min.)
Schrijf zo precies mogelijk op wat je graag wilt weten.
Voor een interview of een kwaliteitsonderzoek zijn aparte verslagmodellen.
b. Maak je onderzoeksplan (richttijd 3 uur)
Stel een lijstje samen van wat er allemaal gedaan moet worden voor je onderzoek.
- Wat is de volgorde van je onderzoek?
- Wie maakt de afspraken?Wanneer?
- Wie verzamelt materiaal?
- Wie bewaart alles?
- Wanneer en waar wordt het resultaat van het onderzoek uitgewerkt?
- Wie heeft de uiteindelijke leiding en houdt de afspraken bij?
- Hoe worden de resultaten gepresenteerd?
Overzicht activiteiten
De resultaten worden op de volgende manier gepresenteerd: (verslag, filmpje,
fotoreportage, computerpresentatie .....)
3. Uitvoering (richttijd 3 uur)
Controleer de dag voor je het onderzoek gaat uitvoeren, of alle afspraken zijn gemaakt en of ieder van
je team weet wat hij of zij moet doen.
Zorg dat je op de dag van het onderzoek ruim op tijd aanwezig bent bij je
afspraak. Zorg dat je tijdens het onderzoek zo goed mogelijk overkomt: wees
serieus.
Werk de resultaten netjes en overzichtelijk uit.
4. Presentatie (richttijd 10 min.)
Presenteer je verslag (mondeling, tekst, PowerPoint, web, video, enz.)
1 www.lambo.nl/kunstbron/01-onderzoeksplan, aangepast en bewerkt.
verdieping ckv
45
Hoofdstuk 3 De onderzoekende houding en het nieuwe CKV
Zonder een onderzoekende houding zou de wereld er heel anders uitzien
In dit hoofdstuk
• Kenmerken van een onderzoekende houding
• Het belang van een onderzoekende houding
• Mini-onderzoeken voor CKV
Vooraf De onderzoekende houding: dit beschrijft een belangrijk doel van het nieuwe CKV. Het gaat om actief denken en
doen, om zo kunst en cultuur beter te doorgronden.
‘Nieuwsgierig zijn en actief willen zoeken naar antwoorden’
Wat zijn belangrijke kenmerken van een onderzoekende houding? Daar begint dit hoofdstuk mee.
En verder staan we stil bij de rol deze houding voor CKV.
Het is handig om eerst onderscheid te maken tussen verschillende soorten opdrachten die onderzoek stimuleren:
A De ‘grote onderzoeksopdracht’ die besproken wordt hoofdstukken 1 en 2
B Mini-onderzoeken voor CKV, bij de DISCAPs en het CZP
C Alle kleinere opdrachten die een onderzoekende houding stimuleren
De laatste 2 komen in dit hoofdstuk aan der orde.
Huiswerk bij dit hoofdstuk
In de ‘nieuwe’ CKV methodes staan structureel opdrachten die onderzoekende houding vragen. In de oude
methodes komen die wat minder vaak voor.
Onderzoeksopdracht voor de docent:
1) Zoek in minimaal 3 methodes (je ‘eigen’ methode mag je ook meerekenen, maar dat is wel wat makkelijk) voorbeelden van duidelijke opdrachten die om een open, actieve en vooral onderzoekende houding vragen.
2) Maak een lijstje van 5 opdrachten (3 verschillende methodes, of eigen CKV praktijk).
3) Bepaal voor jezelf of het om zelfs de kwalificatie ‘mini-onderzoek’ verdienen.
Zeven kenmerken van een onderzoekende houding
verdieping ckv
46
nummer 1 vragen stellen om iets te weten komen.
nummer 2 Heb je wel gelijk?
nummer 3 Wat is waar?
verdieping ckv
47
nummer 4 nieuwsgierigheid bevredigen
nummer 5
meerdere perspectieven
ik wil dat snappen
ik wil het doorgronden
hoe doen ze dat?
verdieping ckv
48
nummer 6 niet direct met een conclusie klaar staan
nummer 7 geen onderzoek zonder bronnen
van meer kanten
bekijken
niet op de automatische
piloot
vraagtekens zetten
eigen richting durven kiezen
niet omdat iedereen
het zo doet
verdieping ckv
49
De onderzoekende houding van leraren: wat wordt daaronder verstaan? Marjon Bruggink & Frits Harinck,, Hogeschool Windesheim, 2014 Met enige
vrijheid ingekort en verbeeld.
Veel sites en apps zijn in te zetten bij actieve, onderzoekende en creatieve opdrachten
Google Arts & culture
Worldpress
Blogger
Creativecommons
Bottlesmoker
Re:vive
Howlround
Xplosief
Collage
Edutopia
Podbean
Google forms
Surveymonkey
bronnen zoeken
bronnen onderzoeken
goede bronnen
gebruiken
bronnen beoordelen
verdieping ckv
50
De onderzoekende houding bij CKV De CKV docent kan deze houding stimuleren, door middel van…
Vragen en opdrachten waar je actief iets van leert.
Dit soort vragen stimuleren
• bewust leren kijken en luisteren
• bewust zelf vragen stellen over kunst en cultuur
• bewust dieper kijken en luisteren
• bewust beschouwen (nadenken)
• bewust de rijkdom van een kunstdiscipline of kunstmedium ervaren
• bewust beleven
Stimulerende en activerende vragen en opdrachten spelen in alle domeinen een rol, ook bij het CZP en de
DISCAPs een belangrijke rol.
Voor alle duidelijkheid: de onderzoekende houding hoort bij alle onderdelen van CKV, niet alleen de grote
onderzoeksopdracht van Domein C.
Vragen en opdrachten voor de onderzoekende houding
verkennen analyseren
verdiepen evalueren
verdieping ckv
51
Deze vragen de leerling om tot dieper kijken en denken. Het gaat niet om gesloten vragen, analytische
opdrachten of vragen die makkelijk op te zoeken zijn. Die soorten vragen zijn natuurlijk ook belangrijk, maar het
zijn (meestal) niet vraagsoorten die kenmerkend zijn voor de onderzoekende houding.
Denk aan dit soort opdrachten
• eigen vragen bedenken en stellen
• relevante informatie zoeken
• verkenning, van een discipline of activiteit
• goed kijken
• analyseren
• vergelijken
• conclusies trekken
• keuzes maken
• uitleggen
• verbeelden van een proces
• (zelf)reflectie
• reflecteren op wat je weet, wie je bent, je culturele omgeving en geschiedenis
• reflecteren op wat je hebt meegemaakt, hoe je het hebt beleefd, wat je ervan vond, wat je nog meer zou
willen, hoe het beter had gekund
• nieuwe ideeën bedenken, uitwerken en analyseren
• buiten de gebaande paden kunnen denken
• nieuwe samenhangen kunnen zien
• beschikken over creatieve technieken
• risico’s durven te nemen
• fouten durven te maken
Onderzoekende vragen bij een film, schilderij, muzieknummer, gebouw
Wat valt je op?
Waar wil je meer van weten?
Hoe doen ze dat?
Zoek verschillen, overeenkomsten, tegenstellingen, beelden, muziek, bewegingen, ....
verdieping ckv
52
Beeldtaal bij deze opdrachten en middelen
Thinking tools zoals Cognitive Organizers, Mind Maps, en Graphic Organisers zijn bijzonder effectief bij
onderzoeksopdrachten.
verdieping ckv
53
mini-onderzoek Dat zijn onderzoekjes die niet veel tijd kosten. Meestal gestuurd door ‘zoekvragen’ bij vooraf vastgestelde
vragen en opdrachten, of gewoon door de nieuwsgierigheid van de leerling.
Een mini-onderzoek kan veel vormen aannemen.
Enkele soorten mini-onderzoeken, allemaal geschikt voor CKV
o vragenlijsten
o zoekacties (vaak bronnenonderzoek)
o kijkopdrachten
o detail opdrachten
o creatieve opdrachten
Vragenlijsten
Deze zijn zeer geschikt als werkvorm voor CKV. Leerlingen zelf zo’n digitale vragenlijst laten maken is een
prima onderzoekende opdracht, zowel nuttig en leerzaam. Voorbeelden van onderwerpen liggen er voor het
oprapen: waardering van een verontrustende kunstwerk, het verfraaien van de gangen in de school of het plein
waar je huis staat, de voorbereiding op een CAP, een deelvraag van het grote onderzoek van Domein C.
Het bedenken en opschrijven van de enquetevragen kost wel wat tijd en inspanning. Er zijn gelukkig allerlei
prima hulpmiddelen om het proces te sturen.
Google forms is gratis en handig. Het biedt ook een ingebouwde presentatie mogelijkheid.
Surveymonkey, een aanrader. Deze enquête site wordt veel gebruikt voor het onderwijs.
EnqueteMaken.nu, is een goed alternatief.
Zoekopdrachten
Deze vaak een soort mini-onderzoek. In de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ CKV methodes komen ze regelmatig voor.
Onderzoeksopdracht voor de lezer: zoek in minimaal 3 CKV methodes – oud en nieuw - naar voorbeelden van
goed zoekopdrachten. Staan er opdrachten in de methodes die de onderzoende houding duidelijk stimuleren?
Maak een lijst met zijf of zes duidelijke zoekopdrachten, uit meerdere bronnen.
Noteer de letterlijke opdracht, methode, en waar het te vinden is.
Stuur de lijst naar de cursusleider, Jan Mulder, [email protected]
Die zal ze verzamelen en op kernvakckv.nl posten.
Een voorbeeld, uit de methode Contrast
Ga naar huizenverkoopsite funda.nl en zoek jouw droomhuis. Waarom heb je voor dit huis gekozen? Bedenk
minimaal vijf kenmerken die jij belangrijk vindt voor je ideale huis en presenteer je bevindingen aan de klas.
uit Contrast, proefkatern Architectuur, 2017, Staal en Roeland
verdieping ckv
54
Muziek bij een boom
Zoekopdracht: zoek drie muzieknummers die ook goed passen bij Tree Trunk Chair van Maarten Baas.
Presenteer je selectie op een passende en motiverende manier.
Mini-onderzoepsdracht zijn vaak te vinden bij de culturele instellingen zelf. Onderzoeksvragen die door kleine
groepjes tijdens een museumbezoek of via internet kunnen worden beantwoord.
Mini-onderzoek in het Rembrandthuis
1. Zoek drie schilderijen waarop Rembrandt (of iemand uit zijn omgeving) een bijbels verhaal heeft uitgebeeld.
Vertel de verhalen na in je eigen woorden.
2. Bekijk tien schilderijen van Rembrandt, een voorloper of een leerling nauwkeurig. Beschrijf wat je kunt zien
van de materiële toestand. Let daarbij op de volgende zaken afmetingen; paneel of op doek; beschadigingen?
waar? waar kan je het zien?
Staan er mini-onderzoekjes in de CKV methodes stART, Lambo (2017) en Contrast Staal & Roeland?
Mini-onderzoek voor CKV bestaat toch al heel lang?
Zoek je bestaande voorbeelden voor CKV? Het wiel is toch al uitgevonden?
Dat klopt. Op scholieren.com staan meer dan 80 werkstukken voor CKV, vaak met de opdracht erbij. Veel van deze opdrachten betreffen wat we hier mono-onderzoek noemen.
tp://www.scholieren.com/praktische-opdrachten/werkstukken
verdieping ckv
55
Onderzoekende houding bij CZP1 en CZP2
Cultuurhistorisch, persoonlijk
Wat lazen je ouders, voorouders?
Welke schilderijen of afbeeldingen hadden jullie vroeger in huis?
Naar welke tv programma’s keken je ouders toen zij jong waren?
Eigen culturele ervaringen
Basisschool
Onderbouw
Met je ouder(s) los van school
Met je vrienden
Voor je zelf
Waar kijk je graag naar op tv?
Welke sociale media gebruik je?
Elke kunstdiscipline beginnen met een zelf –portret, afronden met een zelf-portret
In zowel stART als Contrast bieden mini-czp-opdrachten structureel aan.
Je moet zelf beoordelen of de opdrachten onderzoekend zijn of toch meer beschrijvend.
verdieping ckv
56
Hoofdstuk 4 organisatie en planning
In dit hoofdstuk
• Uitgangspunten
• Organisatie
• CKV verbouwen
• Kleine verbouwing
• Flinke verbouwing
• Nieuwbouw
• Planning van de verbouwing
• Planning met blokken
Vooraf
Alle havo/vwo scholen moeten nadenken over de nieuwe positie en inhoud van het nieuwe vak CKV.
Uitgangspunten Alle scholen moeten minimaal...
• de nieuwe eindtermen in de praktijk brengen
• elke leerling een onderzoeksopdracht laten doen
• theorie en begrippen van minstens 3/4 disciplines aanbieden
• 3/4 DISCAPs organiseren: CAPs aan deze disciplines koppelen
• grotere onderzoeksopdracht laten doen
• een onderzoekende houding stimuleren bij alle vakonderdelen
• CZP1 – persoonlijke kunstautobiografie (CZP1) laten maken
• CZP2 – persoonlijk balansverslag/reflectie (CZP2) laten maken
• de 4 CKV eindtermen documenteren
• CKV eindcijfer vaststellen en opnemen in het combinatievakcijfer
• PTA voor de 4 eindtermen vaststellen
• nadenken over gebruik van dimensies/themas
• onderscheid havo/vwo duidelijk aangeven
Elke school stelt zelf vast...
• beoordelingscriteria en weging per eindterm/vakonderdeel
• hoe de herkansingsregeling van de school toe te passen op CKV
• rol CKV bij de overgangsnormen
• afstemming pta met maatschappijleer, andere examenvakken
• aanwijzingen en beoordelingscriteria onderzoeksopdracht
• aanwijzingen en beoordelingscriteria CZP1 en CZP2
• aanwijzingen en beoordelingscriteria DISCAPs: disciplines en CAPs
• wel of niet ruimte houden voor ‘vrije’ praktische activiteiten
• relatie DISCAPs en onderzoeksopdracht
• documentatiesysteem/vorm (digitaal, papier, anders?)
• studielast over de verschillende onderdelen verdelen
• onderscheid havo/vwo duidelijk maken
• welke disciplines/CAPs aan de orde komen bij de DISCAPs
• verdeling lestijd over de eindtermen
• curriculumplanning
• jaarplanning/cohortplanning
• leerlijnen cultuureducatie/CKV onderbouw – bovenbouw bewaken of verbeteren
Organisatie
verdieping ckv
57
Welke factoren spelen een rol bij de organisatie van CKV h/v?
Voor een onderzoek1 keken we bij zo’n 240 scholen naar 15 organisatorische punten en ontdekten we veel
overeenkomsten maar ook grote verschillen. Uit de cijfers is wel een algemeen beeld te schetsen.
Beeld van CKV tot 2017
Een gemiddelde school heeft elk jaar 9-10 klassen die CKV op het rooster hebben staan. 3-5 docenten geven het
vak. De docent heeft meestal 2 of 3 ‘eigen’ vaste klassen voor CKV. Op de havo staat CKV meestal voor 2 uur
op het lesrooster, bijna altijd uitsluitend in de vierde klas. Op het vwo staat CKV in totaal voor 2-3 uur op het
rooster, soms ook in de vijfde klas. De docenten van de beeldende vakken zijn sterk vertegenwoordigd in de
CKV sectie.
De meeste scholen herkennen deze beschrijving van CKV, maar er zijn ook veel uitzonderingen. Als je maar 1
klas CKV geeft is de organisatie een heel ander verhaal dan bij de collega die 8 of meer klassen lesgeeft.
CKV onderzocht CKV docenten zijn over het algemene redelijk tevreden met de randvoorwaarden voor CKV. Vooral de
samenwerking met collega’s scoort vaak goed tot prima. Ondersteuning van de directie is redelijk tot goed,
terwijl cultuurbeleid van de school en doorlopende leerlijnen op veel scholen een zorgpunt is.
Gemiddeld per school (gebaseerd op CKVonderzocht: de praktijk op school)
1
Onderzoek CKV: de praktijk op school, zie de CD-rom, en kijk anders op de site www.kernvakckv.nl
verdieping ckv
58
1) aantal CKV docenten: 3,5
2) aantal CKV klassen: 9,5
3) aantal CKV klassen per docent: 2,6
4) lesuren havo: 1,8
5) lesuren vwo: 2,3
6) in welke leerjaren staat CKV op het rooster?
- havo meer dan 90% in de vierde klas
- vwo: ongeveer 70% alleen in de vierde klas
7) welke vakken geven de CKV docenten? Meestal een beeldend vak, soms muziek drama of een taal
8) Aantal verschillende vakken van de CKV docenten, per school? 2 vakken
9) vaste docent per klas of carouselmodel1? Op nagenoeg alle scholen in het onderzoek betreft het een
vaste docent per klas
Kwaliteit en van CKV tot 2017
Hoe zit het met: (prima, goed, redelijk, slecht)
1) vaste CKV sectie/docenten: meestal goed/prima
2) formatie voor CKV: meestal goed/redelijk
3) samenwerking CKV collega’s: meestal goed
4) steun directie: meestal redelijk/goed
5) cultuurbeleid van de school: meestal redelijk
6) samenhang leerlijnen onderbouw-bovenbouw: meestal redelijk/slecht
APK voor het nieuwe CKV
Misschien is het nuttig om de komende jaren regelmatig een soort APK (Algemene Periodieke Keuring) voor
CKV2 uit te voeren?
1
vaste docent per klas: die het hele jaar CKV geeft aan de klas (al dan niet met deskundigheid van buiten) of carouselmodel: periodiek een andere deskundige, geen vaste klassedocent voor CKV 2
Misschien heb je dit al gedaan voor de ‘oude’ situatie: de vragenlijst die vooraf aan de studiedag aan elke cursist is gestuurd. Deze meest recente versie van de vragenlijst
staat op de site www.kernvakckv.nl.
verdieping ckv
59
CKV verbouwen
Hieronder worden 3 verbouwscenario’s beschreven voor de inrichting van het nieuwe vak CKV. Waar voel je het
meeste voor? Dicht bij de huidige praktijk blijven of CKV opnieuw uitvinden?
A) Een kleine verbouwing
Weinig veranderen, dicht bij het huidige, vertrouwde CKV blijven.
B) Een flinke verbouwing
Het oude CKV aanpassen waar nodig en wenselijk
C) Nieuwbouw voor CKV
CKV helemaal anders inrichten, geen rekening houden met het oude CKV
verdieping ckv
60
A) Een kleine verbouwing Basisgedachte intern wat verbouwen, maar zo dicht mogelijk bij de bekende structuren blijven.
Uitgangspunt weinig veranderen, maar wel voldoende ruimte maken voor alle nieuwe verplichtingen, met name
de onderzoeksopdracht.
Karakteristieken • veel vrije ruimte, dus ruimte voor ‘losse’ PA’s en ‘extra’ CAPs en/of CA’s, al dan niet individueel
• 3 lesweken per DISCAP
• Grotere onderzoeksopdracht (Domein C) een duidelijke plek geven, maar deze staat misschien los van
de DISCAPs (van Domein B). Denk aan 4 lesweken voor deze opdracht.
een kleine verbouwing
periode week 1 les 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7
1 CZP1 CZP1 DISCAP 1 DISCAP 1 DISCAP 1
vrije ruimte
Periode
afronding
2
vrije
ruimte
DISCAP 2 DISCAP 2 DISCAP 2 DISCAP 1
vrije ruimte
Periode
afronding
3 onderzoek
vrije ruimte
onderzoek onderzoek
vrije ruimte
of
onderzoek
vrije ruimte
Periode
afronding
4
vrije
ruimte
Discipl 3 Discipl 3 Discipl 3
vrije ruimte
CZP2 Afronding
CKV
Relevante afkortingen
• CZP1 Cultureelzelfportret (ook bekend als kunstautobiografie, verkenning van wat je weet en waar je wel of niet iets mee hebt)
• CZP2 De balans opmaken en reflecteren op je ervaringen met CKV
• CAP Culturele activiteit van professionals (per Discipl een CAP)
• CA Alle culturele activiteiten, ook CAPs
• Vrije CA Een ‘vrije CA’ is een individuele culturele activiteit, los van de verplichte DISCAPs. Mag nog wel.
• Discip Discipline (er zijn 7 disciplines, havo minimaal 3, vwo minimaal 4)
• DISCAP Discipline met bijbehorende CAP
• Onderz Grote onderzoeksopdracht (denk aan 15-25 slu’s)
• Mini-onderz. Mini-onderzoek (2-4 slu’s) slaat op open vragen/opdrachten bij de DISCAPs.
• Presen Presentatie van het onderzoek
• Doc Documentatie, meestal kunstdossier of cultuurdossier
• Reflect Reflecteren
• Dimen Dimensies of thema’s (hoeven niet in het schema)
• PA’s Praktische activiteiten (vanaf 2017 niet meer verplicht, maar mag nog wel)
• PO’s Praktische opdrachten (examenonderdelen van veel vakken, kunnen ook een rol spelen in CKV)
verdieping ckv
61
B) Een flinke verbouwing
Basisgedachte: nieuwe vleugel aanbouwen, andere aanpassingen aan het bestaande CKV gebouw
Uitgangspunt: combinatie van het oude CKV en het nieuwe CKV
Veel ruimte maken voor alle nieuwe onderdelen, op basis van de huidige organisatie en infrastructuur
Karakteristieken
• nog wat vrije ruimte, voor ‘losse’ PA’s en ‘extra’ CAPs en/of CA’s, al dan niet individueel
• ruim aandacht CZP 1 en CZP 2 (het oude en het nieuwe CKV)
• genoeg ruimte voor de DISCAPs (het oude en het nieuwe CKV)
• grote onderzoeksopdracht, denk aan 5 of meer lesweken (het nieuwe CKV)
flink verbouwen
periode week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7
1 CZP1 CZP1 DISCAP 1 DISCAP
1
DISCAP
1
DISCAP
1
Periode
afronding
2
DISCAP
2
DISCAP
2
DISCAP
2
DISCAP
2
afronding
DISCAP
2
vrije ruimte Periode
afronding
3 Onderzoek Onderzoek Onderzoek Onderzoek vrije
ruimte
Presentatie
Periode
afronding
4 DISCAP
3
DISCAP
3
DISCAP
3
DISCAP
3
CZP2
CZP2
afronding
CKV
*’vrije’ CAP, los van een discipline
Relevante afkortingen
• CZP1 Cultureelzelfportret (ook bekend als kunstautobiografie, verkenning van wat je weet en waar je wel of niet iets mee hebt)
• CZP2 De balans opmaken en reflecteren op je ervaringen met CKV
• CAP Culturele activiteit van professionals (per Discipl een CAP)
• CA Alle culturele activiteiten, ook CAPs
• Vrije CA Een ‘vrije CA’ is een individuele culturele activiteit, los van de verplichte DISCAPs. Mag nog wel.
• Discip Discipline (er zijn 7 disciplines, havo minimaal 3, vwo minimaal 4)
• DISCAP Discipline met bijbehorende CAP
• Onderz Grote onderzoeksopdracht (denk aan 15-25 slu’s)
• Mini-onderz. Mini-onderzoek (2-4 slu’s) slaat op open vragen/opdrachten bij de DISCAPs.
• Presen Presentatie van het onderzoek
• Doc Documentatie, meestal kunstdossier of cultuurdossier
• Reflect Reflecteren
• Dimen Dimensies of thema’s (hoeven niet in het schema)
• PA’s Praktische activiteiten (vanaf 2017 niet meer verplicht, maar mag nog wel)
• PO’s Praktische opdrachten (examenonderdelen van veel vakken, kunnen ook een rol spelen in CKV)
verdieping ckv
62
C) Nieuwbouw
Basisgedachte Onderzoek als uitgangspunt bij alle CKV onderdelen
Uitgangspunt CKV helemaal anders inrichten, op basis van het stimuleren van een creatieve en onderzoekende
houding
Karakteristieken Indeling in 4 (5 vwo) blokken van 40 slu’s, ook te zien als 4 (5 vwo)
afzonderlijke PO’s
CKV cyclisch en geïntegreerd opgebouwd:
• bij elke DISCAP hoort een mini-onderzoek: open, vooral onderzoekende vragen/opdrachten (het nieuwe CKV)
• deze mini-onderzoeken sturen het leerproces van de leerlingen (het nieuwe CKV)
• veel tijd voor een grote onderzoeksopdracht (het nieuwe CKV)
• veel tijd (=lestijd en aandacht) voor CZP1 en CZP2 (het oude en het nieuwe CKV), ook hierbij aan open
en onderzoekende vragen en opdrachten denken
• alle onderdelen qua didactiek en organisatie op elkaar afgestemd: CZP1 en CZP2, DISCAPS,
onderzoeksopdracht en eindreflectie (het nieuwe CKV)
• proces is ‘dossiergestuurd’: leerling is vanaf het begin bewust bezig zijn proces bij te houden (het oude
maar vooral het nieuwe CKV)
• per blok kan een katern met leerstof/als leermiddel gebruiken voor de inhoud van de lessen
nieuwbouw
periode week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7
1 BLOK1 BLOK1 BLOK1 BLOK1 BLOK1 BLOK1 BLOK1
2 BLOK2 BLOK2 BLOK2 BLOK2 BLOK2 BLOK2 BLOK2
3 BLOK3 BLOK3 BLOK3 BLOK3 BLOK3 BLOK3 BLOK3
4 BLOK4 BLOK4 BLOK4 BLOK4 BLOK4 BLOK4 BLOK4
Alles onderbrengen in 4 blokken van 30 slu’s per blok
Blok onderdelen thema’s
Blok 1 CZP1, DISCAP en mini-onderzoek feit en fictie
Blok 2 DISCAP en mini-onderzoek lokaal en globaal
Blok 3 Onderzoeksopdracht+CZP 2 onderzoeksopdracht
Blok 4 CZP2, DISCAP en eventueel een mini-onderzoek traditie en innovatie
Hier staan, puur als voorbeeld om het schema concreet te maken, 4 van de in totaal 11 thema’s (ook bekend als invalshoeken of
dimensies)
verdieping ckv
63
Planning van de verbouwing
De CKV planner
Wat moet er allemaal gebeuren voor het nieuwe vak CKV? Hou sowieso rekening met de 4 domeinen
In domein B – verbreden, zitten zowel de disciplines als de CAPs. Ook de thema’s (dimensies) staan in domein B.
Deze 4 domeinen, met de 11 bijbehorende eindtermen, moeten in het programma duidelijk en aanwijsbaar
voorkomen. Dit betekent dat ze ook een plaats krijgen in het nieuwe PTA en dat ze de lespraktijk voor een groot
deel of helemaal bepalen. Ook moeten ze ‘gedocumenteerd’ worden.
Relevante afkortingen
• CZP1 Cultureelzelfportret (ook bekend als kunstautobiografie, verkenning van wat je weet en waar je wel of niet iets mee hebt)
• CZP2 De balans opmaken en reflecteren op je ervaringen met CKV
• CAP Culturele activiteit van professionals (per Discipl een CAP)
• CA Alle culturele activiteiten, ook CAPs
• Vrije CA Een ‘vrije CA’ is een individuele culturele activiteit, los van de verplichte DISCAPs. Mag nog wel.
• Discip Discipline (er zijn 7 disciplines, havo minimaal 3, vwo minimaal 4)
• DISCAP Discipline met bijbehorende CAP
• Onderz Grote onderzoeksopdracht (denk aan 15-25 slu’s)
• Mini-onderz. Mini-onderzoek (2-4 slu’s) slaat op open vragen/opdrachten bij de DISCAPs.
• Presen Presentatie van het onderzoek
• Doc Documentatie, meestal kunstdossier of cultuurdossier
• Reflect Reflecteren
• Dimen Dimensies of thema’s (hoeven niet in het schema)
• PA’s Praktische activiteiten (vanaf 2017 niet meer verplicht, maar mag nog wel)
• PO’s Praktische opdrachten (examenonderdelen van veel vakken, kunnen ook een rol spelen in CKV)
A) Verkennen
CZP1 kunstautobio
B) Verbreden (a)
3/4 DISCAPs
C) Verdiepen
Onderzoeksopdracht
D) Verbinden
CZP2 reflectie, balansopmaken
verdieping ckv
64
Plannen met blokken
Wil je de inhoud van CKV in blokken organiseren? Hieronder een mogelijkheid voor CKV in 4 havo.
Het is misschien handig om blokken van 30 slu’s te maken. Voor havo betekent dat in totaal 4 blokken, voor vwo
5. Zie ook model Model 3 ‘Nieuwbouw voor CKV’, eerder in dit hoofdstuk.
Met dit schema een globale planning maken.
verdieping ckv
65
CZ
P (
A e
n I
): c
ult
ure
el z
elfp
ort
ret
1 e
n 2
min
icap
s: c
ult
ure
le a
ctiv
itei
ten
in
de
les,
als
in
stap
vo
orb
eeld
en v
oo
r d
e b
etre
ffen
de
dis
cip
lin
e.
anal
yse
mo
del
: o
p d
e m
inic
ap t
oep
asse
n,
om
te
lere
n a
nal
yse
ren
.
ori
enta
tie:
een
min
of
mee
r th
eore
tisc
he
beh
and
elin
g v
an d
e d
isci
pli
ne.
inle
idin
g C
AP
: le
ssen
vo
ora
f, o
m d
e C
AP
te
intr
od
uce
ren
, d
e o
nd
erzo
eken
de
op
dra
chte
n –
min
i-o
nd
erzo
eken
- t
e re
gel
en e
n a
nd
ere
afsp
rak
en t
e m
aken
.
min
i-o
nd
erzo
ek:
crea
tiev
e p
rese
nta
ties
van
de
uit
ko
mst
en v
an d
e m
ini-
on
der
zoek
en.
afro
nd
ing
DIS
CA
P:
eval
uat
ie e
n c
ijfe
r.
on
der
zoek
sop
dra
cht
(G e
n H
): Z
-Z s
tap
pen
pla
n.
legob
lok
jes
voor C
KV
: j
aarp
lan
nin
g e
n l
esin
hou
den
Kat
ern
A
tite
lbla
d
CK
V
in
ho
ud
in
tro
du
ctie
vo
or
de
leer
lin
g
inst
ruct
ies
CZ
P1
-au
tob
io
CZ
P1
C
ZP
1
CZ
P1
C
ZP
1
bij
lag
e
Kat
ern
B
DIS
CA
P1
film
/tv
in
tro
, st
app
en,
fzp
m
inic
ap
Str
ang
er T
hin
gs
anal
yse
mo
del
film
ori
enta
tie
film
in
leid
ing
CA
P
CA
P f
ilm
min
i-
on
der
zoek
film
afro
nd
ing
DIS
CA
P
beg
rip
pen
film
Kat
ern
C
DIS
CA
P2
bee
lden
d
into
, st
app
en,
bzp
m
inic
ap
Nex
t R
emb
ran
dt
anal
yse
mo
del
bee
lden
d
ori
enta
tie
bee
lden
d
inle
idin
g C
AP
C
AP
bee
lden
d
min
i-
on
der
zoek
bee
lden
d
afro
nd
ing
DIS
CA
P
beg
rip
pen
bee
lden
d
Kat
ern
D
DIS
CA
P3
po
du
im/d
ram
a/d
an
s in
tro
, st
app
en,
dzp
m
inic
ap
Yo
utu
be
anal
yse
mo
del
po
diu
m
ori
enta
tie
po
diu
m
inle
idin
g C
AP
C
AP
dra
ma
min
i-
on
der
zoek
dra
ma
afro
nd
ing
DIS
CA
P
beg
rip
pen
po
diu
m
Kat
ern
E
DIS
CA
P4
mu
ziek
in
tro
, st
app
en,
mzp
m
inic
ap
2 o
f 3
nu
mm
ers
anal
yse
mo
del
mu
ziek
ori
enta
tie
mu
ziek
in
leid
ing
CA
P
CA
P
mu
ziek
min
i-
on
der
zoek
-
mu
ziek
afro
nd
ing
DIS
CA
P
beg
rip
pen
mu
ziek
Kat
ern
F
DIS
CA
P5
nie
uw
e m
edia
intr
o,
stap
pen
,
nm
zp
min
icap
fes
tival
Utr
ech
t
anal
yse
mo
del
nie
uw
e m
edia
ori
enta
tie
n.
med
ia
inle
idin
g C
AP
CA
P
nie
uw
e
med
ia
min
i-
on
der
zoek
-
div
ers
afro
nd
ing
DIS
CA
P
beg
rip
pen
n
. m
edia
Kat
ern
G
DIS
CA
P6
bo
uw
ku
nst
intr
o,
stap
pen
,
bk
zp
min
icap
geb
ou
w v
/d
toek
om
st
anal
yse
mo
del
bo
uw
ku
nst
ori
enta
tie
bo
uw
ku
nst
in
leid
ing
CA
P
CA
P
bo
uw
ku
nst
min
i-
on
der
zoek
-
bo
uw
ku
nst
afro
nd
ing
DIS
CA
P
beg
rip
pen
bo
uw
ku
nst
Kat
ern
H
On
derz
oek
op
sta
rt p
ag
ina
intr
o,
stap
pen
pla
n,
on
dez
oek
serv
arin
g
vo
orb
eeld
CK
V
on
der
zoek
oriën
tati
e
on
der
zoek
o
nd
erzo
eksp
lan
lo
gb
oek
v
raag
vas
tste
llen
afsp
rak
en
wie
, w
at,
waa
r, h
oe
info
ver
z in
fo v
erz
Kat
ern
I
On
derz
oek
sta
nd
va
n z
ak
en
in
fo c
hec
ken
en
ord
enen
in
fo a
nal
yse
ren
co
ncl
usi
es
trek
ken
con
clu
sies
ver
bee
lden
v
ersl
ag m
aken
p
rese
nta
tie
vo
orb
erei
den
pre
sen
tati
e
ver
slag
pre
sen
tati
e
ver
slag
eval
uat
ie
on
der
zoek
Kat
ern
J
CZ
P2
b
ala
ns
op
ma
ken
C
ZP
2
CZ
P2
C
ZP
2
CZ
P2
ev
alu
atie
CK
V
eval
uat
ie
CK
V
eval
uat
ie
CK
V
vo
orb
eeld
CZ
P
vo
orb
eeld
CZ
P
verdieping ckv
66
Hoofdstuk 5 Beoordelen en PTA
In dit hoofdstuk
• De slaag-zakregeling
• Overgangsnormen
• Beoordeling
• Cijfermodellen
• PTA-zaken
• Praktische opdrachten
• Documenteren
Vooraf
Vanaf 2017-18 zijn dit soort problemen verleden tijd. Een afsluitend cijfer voor het CKV schoolexamen wettelijk
verplicht, net als bij andere vakken. Het voorschrift in het oude Examenprogramma dat het schoolexamen CKV
havo/vwo met een 'voldoende' afgesloten dient te zijn, is vervallen.
verdieping ckv
67
CKV in het combinatiecijfer en de slaag-zakregeling
CKV heeft vanaf 2017-18 voor de slaag-zakregeling dezelfde status als maatschappijleer en het
profielwerkstuk. Een leerling kan het examenvak CKV afsluiten met een onvoldoende en toch slagen voor het
eindexamen. Het cijfer van deze combinatiecijfervakken moet minimaal een 4 zijn.
Het eindcijfer van CKV moet je vanaf de lichting (cohort) 2017-18 in het PTA vastleggen. Welke onderdelen
van CKV spelen een rol bij het vaststellen van het CKV combinatievakcijfer? Hoe is de onderlinge weging van
die onderdelen?
Kijk ook hoe men het doet bij het schoolexamenvak maatschappijleer. Sluit waar wenselijk en mogelijk aan bij
dit vak.
Combinatiecijfer vwo Combinatiecijfer havo
Verplichte onderdelen*
Profielwerkstuk CKV*
Maatschappijleer
Profielwerkstuk CKV*
Maatschappijleer
Keuzeonderdelen geldend voor alle leerlingen van het cohort
Literatuur en/of
Godsdienst/levensbesch. vorming Literatuur en/of
Godsdienst/levensbesch. vorming
De situatie vanaf de lichting (cohort) 2017/18
* Vanaf 2017-18 is CKV een verplicht onderdeel van het combinatiecijfer.
Achtergrond informatie over het combinatiecijfer1.
In de Tweede Fase geldt een slaag-zakregeling waarin bij bepaalde resultaten compensatie is vereist om te kunnen
slagen. Om zo'n regeling met compensatie mogelijk te maken en de regeling overzichtelijk te houden, is het
combinatiecijfer in het leven geroepen. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de 'kleine
vakken/onderdelen' die met een cijfer op de cijferlijst staan.
Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit
gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal:
5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5.
1
https://www.examenblad.nl/onderwerp/combinatiecijfer-profiel/2016/vwo
verdieping ckv
68
CKV en de overgangsnormen
Welke rol speelt CKV vanaf 2017/18 bij de overgang naar het volgende schooljaar? Vanaf 1998/99 had het
schoolexamenvak CKV een aparte status in het schoolexamen van havo en vwo, omdat het afgesloten moest
worden met ‘voldoende’ of ‘goed’. Maar omdat CKV bijna altijd wordt afgesloten in 4 havo en 4 of 5 vwo moest
de school vaststellen wat de gevolgen zouden zijn als de leerling bepaalde examenopdrachten (vaak een verslag
van een individuele culturele activiteit) niet naar behoren had afgerond. Dit probleem is nu verleden tijd.
Ook voor de overgangsnormen in de bovenbouw moet de school de rol van CKV opnieuw bepalen.
Kan een leerling blijven zitten op grond van een onvoldoende voor CKV op het overgangsrapport? Dat is zeker
een mogelijkheid. De school stelt haar eigen overgangsnormen vast.
Maar hoe moet het dan nu? In de overgangsregeling van de school van klas 4 naar klas 5 (havo en/of vwo) of 5
naar 6 (vwo) zal CKV meegenomen moeten worden als een vak met een echt rapportcijfer. Misschien is het
nuttig om het schoolexamenvak maatschappijleer als voorbeeld te nemen, ook bij de overgangsnormen.
Hier ter illustratie een voorbeeld van de overgangsnormen van afgelopen schooljaar van een willekeurig gekozen
school in Gelderland.
Vanaf 2017-18 zou de leerling op deze school kunnen blijven zitten op CKV. Maar hij kan met een 7 of hoger
voor CKV compensatiepunten verdienen, zo een onvoldoende voor een ander vak compenseren en overgaan
naar 5 havo.
Maximum aantal onvoldoendes Aantal benodigde compensatiepunten bevorderd 1 x 5 Niet van toepassing bevorderd 1 x 4 2 cp bevorderd 1 x 4 + 1 x 5 3 cp bevorderd 2 x 5 2 cp bevorderd
Een cijfer hoger dan 6 levert compensatie op. Een 7 levert één compensatiepunt op, een 8 twee, een 9 drie en een 10 vier.
Maximaal een keer het cijfer 5 voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde.
Een leerling is besprekingsgeval als:
• er bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde meer onvoldoendes voorkomen dan 1 x 5 of
er een cijfer lager is dan 5;
• er in bovenstaande tabel één compensatiepunt te weinig is.
Een leerling is afgewezen:
• bij elk ander aantal onvoldoendes of elke andere combinatie van onvoldoendes;
• bij een cijfer, dat lager dan 4 is, ook als dat cijfer onderdeel is van het
combinatiecijfer;
• in alle overige gevallen.
verdieping ckv
69
Cijfermodellen
De mogelijkheden voor toetsing en weging (PTA) zijn zeer gevarieerd en geven docenten de ruimte om de
(school)eigen keuzes zichtbaar te maken.
Schooleigen onderdelen: een school mag zelf ook eigen onderdelen toevoegen aan het schoolexamen
5 cijfermodellen, om de gedachten te bepalen
blokcijfers
eindtermcijfers per ‘hele’ eindterm
onderdeelcijfers
aan het einde van de rit, daarvoor geen cijfers die meetellen
eigen systeem
verdieping ckv
70
Bespreekpunten voor de sectie
Cijfermodel 1: Alles in 4 of 5 blokken
Cijfermodel 1 hierboven heeft als voordeel dat je de onderdelen van het vak in blokken van bijvoorbeeld 40 uur
kan verdelen.
Zo’n blok is misschien
Mo
geli
jkh
eden voor PO’s bij CKV Op de meeste scholen maken leerlingen voor meerdere vakken praktische opdrachten1 die als cijfer meetellen
voor het schoolexamen en rapporten. Elke school mag zelf bepalen of de PO onderdeel is van het schoolexamen.
De weging van de diverse schoolexamens is niet meer vastgelegd en wordt overgelaten aan de sectie.
Deze praktische opdrachten kunnen betrekking hebben op elk willekeurig onderwerp. Enkele voorbeelden:
Zijn er meer onderdelen van het nieuwe CKV die geschikt zijn om in een PO op te nemen?
De CKV sectie kan zelf bepalen of de leerlingen een praktische opdracht moeten doen en wat het onderwerp/de
inhoud daarvan is.
Cijfermodel 3: cijfers voor vakonderdelen
Elke school bepaalt zelf hoe het SE cijfer voor CKV tot stand komt. Voor elke eindterm (en subeindterm) moet
1
Een PO is NIET een PA! Belangrijke verschillen met een praktische activiteit: de opdracht krijgt wel een cijfer dat in de weging meetelt voor het SE cijfer. De activiteit
was tot nu toe een verplicht onderdeel (met een eigen eindterm) van het schoolexamen voor CKV, maar in het handelingsdeel van het examen.
Welke onderdelen beoordeel je nu al met een cijfer?
Welke onderdelen komen er vanaf 2017-18 bij?
Wat wil je liever niet met een cijfer afsluiten of beoordelen?
• De onderzoeksopdracht
• Het CZP 1
• DISCAPs
• Thema’s
• Het CZP 2
a) een blok met DISCAPs en diverse losse onderdelen
b) een thema zoals Amusement en engagement, Digitaal en analoog, Individueel en coöperatief
c) de onderzoeksopdracht
d) een praktische opdracht (PO)
verdieping ckv
71
je aangeven hoe je het beoordeelt:
1) een ‘apart’ cijfer voor het onderdeel in het PTA
2) wel een ‘apart’ cijfer, maar niet voor het PTA
3) afsluiten met een ‘vink’ (naar behoren, in orde)
4) afsluiten als onderdeel van het examendossier
Welke onderdelen krijgen een cijfer? Welke onderdelen worden op een andere manier afgesloten?
brainstormschema
eindterm onderdeel beoordeling wel/niet een apart
cijfer?
documentatie dossier, toets,
anders...
weging SE hoe vaak telt het mee?
percentage A
verkennen
CZP1: kunstautobio
wel/niet
B
verbreden
per ‘losse’ CA’s en
CAPs
wel/niet
B
verbreden
per DISCAP wel/niet
C
verdiepen
Onderzoek
wel/niet
C
verdiepen Presentatie
wel/niet
D
verbinden
CZP2: balansverslag
wel/niet
andere
onderdelen wel/niet
documentatie/
dossier wel/niet
Er zijn geen landelijke voorschriften voor de weging. Je bent vrij om de weging zelf vast te stellen.
verdieping ckv
72
Cijfers per vakonderdeel
Hieronder een voorbeeld bij cijfermodel 3, Niet alle onderdelen krijgen in dit model een cijfer voor het
SE/PTA. Het is slechts een voorbeeld, het kan natuurlijk ook anders.
eindterm onderdeel beoordeling wel/niet een ‘eigen’ cijfer? of onderdeel
van dossier?
documentatie dossier, toets, anders...
weging SE hoe vaak telt het mee? percentage
A
verkennen
CZP1
kunstautobio
geen cijfer voor pta
onderdeel dossiercijfer
0x
B
verbreden
per DISCAP
geen cijfer voor pta
onderdeel dossiercijfer
0x
B
verbreden
per losse
CA’s/CAPs
wel
toetsen*
2x
C
verdiepen
Onderzoek
wel
logboek
2x
C
verdiepen
Presentatie
wel
presentatie zelf
1x
D
verbinden
CZP2
balansverslag
geen cijfer
voor pta onderdeel van
dossiercijfer
0x
andere
onderdelen
nvt
0x
dossier
wel
5x
* overweeg je losse toetsen, bepaal dan eerst waar het om gaat:
1) reproductieve vragen (het reproduceren van kennis of het toepassen van kennis in een bekende situatie)
2) productieve vragen (kennis toepassen in een onbekende situatie. In dat geval moet je bedenken welke kennis van toepassing is) De geest van de nieuwe eindtermen ademt productieve kennis.
Op de digitale handreiking van de SLO1 staan ook enkele voorbeelden.
Alternatief: Studiepunten Voorbeeld uit de schoolpraktijk
Leerlingen verdienen bij CKV een aantal studiepunten, (max 39.) tussen de 39 en de 34 punten is een G op het rapport, tussen de 33 en de 29 punten is een V op het rapport en minder dan 29 punten is een onvoldoende. Dit cijfer wordt bepaald bij afsluiting van CKV.
Hoe kan je deze studiepunten omrekenen naar een SE cijfer?
1 http://handreikingschoolexamen.slo.nl
verdieping ckv
73
Een formele zaak: het PTA
Wat moet er in het PTA?
Het cijfer voor CKV is een belangrijke verandering. Temeer omdat dit cijfer een onderdeel van het
combinatiecijfer zal zijn.
Het gaat om een formeel cijfer. Het is zaak om aan te geven welke onderdelen worden beoordeeld en wat de
eventuele onderlinge weging van die onderdelen is. Elke school kent een eigen PTA systematiek en ook het
examenvak CKV met nieuwe exameneisen moet zich daarin schikken.
Minimaal gaat het om het CZP, de culturele activiteiten, het onderzoek, de eindpresentatie en reflectie.
Leg je huidige PTA naast de nieuwe eindtermen. In hoeverre dekt je huidige PTA deze eindtermen?
De 11 (sub) eindtermen zijn verdeeld over 4 domeinen:
AVerkennen
het maken van een CZP1/ kunstautobiografie
B) Verbreden
a) CAP’s ondernemen, als onderdeel van een DISCAP
b) Disciplines (architectuur, beeldende kunst en vormgeving, dans, film, muziek, nieuwe media,
theater, foto, enz ) verdiepen, als onderdeel van een DISCAP. c) Losse CAPs en CA’s, naast de DISCAPs
d) deze nieuwe CAP’s analyseren
e) begrippenapparaten gebruiken
C) Verdiepen
a) onderzoeksopdracht
b) verslag
c) presentatie
D) Verbinden (het maken van een CZP2/ balansverslag)
Reflectie
Overwegingen/vragen:
Wil je alle 11 (sub) eindtermen in het PTA expliciet noemen?
Of hou je het liever iets meer globaal?
Waar moet je een eindcijfer voor CKV minimaal op baseren?
Op basis waarvan kan je een kandidaat een onvoldoende geven?
verdieping ckv
74
PTA Algemeen
In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs in Nederland bouwt de leerling voor ieder vak geleidelijk zijn
eindcijfer op. Ieder cijfer dat meetelt in dit eindcijfer, noemt men een schoolexamencijfer. Bij vakken die geen
Centraal Examen kennen, bepaalt dit opgebouwde schoolexamencijfer voor 100% het diplomacijfer.1
Onderdelen van het PTA2
Het PTA is een formeel schooldocument waaraan door docenten en leerlingen rechten en plichten kunnen
worden ontleend.
In de eerste plaats is het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) een document dat bedoeld is om
leerlingen, ouders/verzorgers, docenten en directie te informeren over de inhoud en de wijze van afname van het
schoolexamen. Het PTA dient voor kandidaten zo leesbaar en helder mogelijk te zijn.
In de tweede plaats is het PTA een verantwoording van de school aan de inspectie. Sommige scholen sturen de
inspectie het PTA zoals dat onder kandidaten is verspreid; andere scholen sturen een uitgebreidere versie.
In het vakspecifieke deel van het PTA voor het nieuwe CKV worden de volgende onderdelen besproken:
Herkansingsregeling
De herkansingsregeling kan ook in het algemene, voor alle leerlingen geldende, deel worden opgenomen, mits
daarover geen interpretatieverschillen kunnen ontstaan. Concreet betekent dit dat als in de herkansingsregeling
bijvoorbeeld staat dat leerlingen na elke toetsweek/-periode één toets van één vak mogen herkansen, er dan voor
die toetsweek/-periode voor een vak geen twee toetsen/praktische opdrachten mogen staan. Is dat wel het geval
dan is het raadzaam duidelijk te vermelden welk onderdeel wel en welk onderdeel niet herkansbaar is.
1
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schoolexamen 2
http://handreikingschoolexamen.slo.nl/ Tekst staat op de site van de SLO. Aangepast/bewerkt voor CKV voor de studiedag
• de onderdelen van het schoolexamen die worden getoetst en/of beoordeeld
• de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen
• de wijze van examinering (mondeling, schriftelijk, praktisch) van de verschillende onderdelen
• het gewicht/ de weging van de onderdelen
• het moment of periode dat een bepaalde onderdeel wordt beoordeeld
• indien het om een kennistoets gaat: de tijdsduur van de toets of onderdeel
• de mogelijkheden tot herkansing van de verschillende onderdelen
• het herexamen van het schoolexamen
verdieping ckv
75
Documenteren/dossier
Het is duidelijk: ook voor het nieuwe CKV moet men een en ander documenteren. Het woord ‘kunstdossier’ dekt
de lading. Bijna alle 500 h/v scholen werken bij CKV al jaren met een kunstdossier (soms ook ‘cultuurdossier’).
Documenteren
Ook in het nieuwe CKV zal het kunstdossier een belangrijke rol spelen. Documenteren blijft een onderdeel van het proces bij CKV: er zijn tussenproducten (denk aan domeinen A, B en C) en een eindproduct (domein D,
verbinden).
Hieronder een aantal relevante citaten uit het adviesexamenprogramma
a) De kandidaat kan de eigen ervaring met kunst, kunstzinnige interesses, kennis van en
opvattingen over kunst beschrijven en daarop reflecteren, en het resultaat daarvan
gedocumenteerd vastleggen.
b) De kandidaat kan de verkregen inzichten documenteren en verantwoorden in een
daartoe geëigende vorm, zoals een presentatie, tentoonstelling, verslag, debat, beeld,
film, performance1.
c) De leerling legt zijn antwoorden op deze vragen vast en deelt deze met
anderen. Hij documenteert zijn persoonlijke opvattingen en ontwikkeling tot
dan toe in bijvoorbeeld een kunstautobiografie.
d) De leerling geeft in een doorlopend proces (domeinen A, B, C én D) zijn ervaringen,
beschouwingen en onderzoeken betekenis door deze toe te lichten en te documenteren,
bij voorkeur in de kunstautobiografie uit domein A. 1
1
Advies, p 13
verdieping ckv
76
e) Gedocumenteerd vastleggen is ruim te interpreteren. In het kader van het nieuwe
programma voor CKV gaat het bijvoorbeeld om een kunstautobiografie in de vorm van
gesproken of geschreven tekst, beeld, beweging en/of geluid.2
f) Omdat met eindterm B3 minstens drie (havo) of minstens vier (vwo)
verschillende kunstdisciplines zijn gemoeid, zal de leerling als gevolg van deze
eindterm minstens drie à vier keer in een of andere vorm zijn ervaring en
beschouwing moeten documenteren.3
Voor de c) kunstautobiografie, geeft het examenprogramma ook duidelijke en concrete
voorbeelden:
• Welke ervaringen heb ik met kunst?
• Wat versta ik onder kunst?
• Welke kunst ken ik?
• Welke kunstdisciplines spreken mij aan en welke niet? Waarom?
• Wat blijft mij bij en is mij tot nu toe bijgebleven? Waarom?
• Wat heeft, en hoe is mijn kunstervaring en –kennis tot nu toe bepaald en gevormd?
• Hoe verhouden mijn opvattingen over kunst zich tot die van anderen? Van
klasgenoten? Van andere leeftijdsgenoten?
• Wat weet ik van de opvattingen over kunst van anderen, zoals experts,
kunstenaars, recensenten?4
1
Advies, p 11 2
Advies, p 17 3
Advies, p 18 4
Advies, p 8
verdieping ckv
77
Sites voor CKV en cultuureducatie
kernvakckv.nl (op deze site staan veel meer relevante documenten en bronnen)
cultuureducatie
lkca.nl. belangrijkste site voor informatie over cultuureducatie, heel veel links
cultuurcoordinator.nl cultuurwijs.nl
entoen.nu.nl
cultuurindespiegel.nl
CKV sites
kunstbende.nl
vonkc.nl Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur
slo.nl
iizi.travel/nl kunstzinnig.nl
CKV op Facebook: CKV Inspiratie Public Group | Facebook
Algemeen
docentenplein.nl
leraar24.nl
storyboardthat.com blogger.com
creatiefdenken.com
wij-leren.nl
maakeenlipdub.nl ckvmeesterproef.blogspot.com
creativecreativity.com
fotobabble.com
Subsidies en fondsen
schooltoer.nl
cjp.nl (alles over de cultuurkaart) subsidiestartpagina.nl
vsbfonds.nl
rijksoverheid.nl/onderwerpen/kunst-en-cultuur
diversen
Google Arts & culture
Worldpress.com
Blogspot
Creativecommons Bottlesmoker
Re:vive
Howlround
Xplosief Collage
Edutopia
podbean
Een digitale (kunst)dossier
Evernote
Glogster
iBooks Weebly
Emodo
Een website maken als kunstdossier
Wix
Google Sites
Het Advies examenprogramma havo/vwo, 2014 slo maakt duidelijk wat OCW met CKV wil.
Dit document kan je vinden op kernvakckv.nl
verdieping ckv
78
afkortingen
• CZP1 Cultureelzelfportret (ook bekend als kunstautobiografie)
• CZP2 De balans opmaken en reflecteren op je ervaringen met CKV
• CAP Culturele activiteit van professionals (bij elke discipline hoort een CAP)
• CA Alle culturele activiteiten, ook CAPs
• Vrije CA Een ‘vrije CA’ is een individuele culturele activiteit, los van de verplichte DISCAPs. Mag nog wel.
• Discip Discipline (er zijn 7 disciplines, havo minimaal 3, vwo minimaal 4)
• DISCAP Discipline met bijbehorende CAP
• Onderz Grote onderzoeksopdracht (denk aan 15-25 slu’s)
• Mini-onderz. Mini-onderzoek (2-4 slu’s) slaat op open vragen/opdrachten bij de DISCAPs.
• Presen Presentatie van het onderzoek
• Doc Documentatie, meestal kunstdossier of cultuurdossier
• Reflect Reflecteren
• Dimen Dimensies of thema’s (hoeven niet in het schema)
• PA’s Praktische activiteiten (vanaf 2017 niet meer verplicht, maar mag nog wel)
• PO’s Praktische opdrachten (examenonderdelen van veel vakken, kunnen ook een rol spelen in CKV)
verdieping ckv
79
Discussievragen overleg 1 Na een korte voorstelronde de vragen een voor een aan de orde stellen. Denk aan de tijd! Niet te lang
bij een vraag stil blijven staan.
1 Wat denk je concreet bij de ‘grote’ onderzoeksopdracht van
• moet beetje academisch zijn, zoals vaak een PWS
• moet aansluiten bij de nieuwsgierigheid van de leerling
• vooral een doe onderzoek
• meer een PO, zoals bij andere examenvakken
• meer praktijk onderzoek
• mag ook sociaal relevant zijn
• duidelijk verschil tussen havo/vwo
• mini-onderzoeken van de DISCAPs als voorbeeld voor de grote opdracht?
domein C
2 De ‘grote’ onderzoeksopdracht
brainstorm sessie
• Hoeveel studielasturen wil je ervoor uittrekken?
• Mogen/moeten leerlingen samenwerken? Hoe groot mogen de groepen zijn?
• Planning: in welke periode van het CKV curriculum wil je de uitvoering van de
onderzoeksopdracht plannen? Eerste helft, tweede helft?
• Wanneer in het schooljaar presenteer je het voor het eerst aan de klas?
• Zoek je aansluiting bij andere vakken op school?
• Gebruik je de huidige PA’s of PO’s voor de nieuwe onderzoeksopdracht?
• Hoe wil je de opdracht beoordelen? Cijfers, rubric, anders?
• Voor vwo aanvullende eisen?
domein C
3 Onderzoeksopdracht, wel of niet relatie met CZP, CAPs,
disciplines, andere vakonderdelen
• Hoe vrij is de leerling om een eigen onderwerp te kiezen?
• Denk je aan een verplichte koppeling DISCAPs en onderzoeksvraag?
• Organiseer je bij de DISCAPs mini-onderzoeken?
• Kan het CZP een onderdeel zijn van een mini-onderzoek?
domein C
verdieping ckv
80
overleg 2
4 Onderzoeksopdracht, de technische kant
• Overweeg je een standaar schema/stappenplan te gebruiken
voor het onderzoek?
• Waar moet dit aan voldoen?
• Welk schema in het cursusboek spreekt je aan? Of ga je iets
anders gebruiken?
• De leerling moet...
o een werkplan opstellen
o logboek bijhouden
o een onderwerp aan de docent voorleggen
o zijn onderzoeksvraag voorleggen
o enz
o enz
5 Onderzoeksvraag, concreet
• Samen voor 1 of 2 disciplines een onderzoeksonderwerp
bedenken en beschrijven.
• Formuleer bij dit onderwerp een algemene onderzoeksvraag.
• Bedenk hiervoor 2 of 3 concrete deelvragen te formuleren.
• Aan welke criteria moet de onderzoeksvraag voldoen?
• In hoeverre help je de leerling met het bedenken, onder woorden
brengen van zijn onderzoeksvraag?
6 Onderzoeksverslag, presentatie en afronding
• Onderzoeksverslag
Wel of niet een standaard onderzoeksverslag?
Aan welke criteria moet het verslag voldoen?
• Eindpresentatie
Wel of niet standaard eindpresentaties, naast een papieren
verslag? Waar denk je aan? o beeldend, 2-D of 3-D
o webpagina
o vlog
o Powerpoint
o performance
o rollenspel
o quiz
• Wat bewaar je voor het examen?
o protocol
o standaard onderzoeksverslag
o Hoe doen andere vakken dit?
CKV verdieping
havo/vwo
VU Amsterdam Jan Mulder
Inhouddiapresentatie
1. Titelpagina2. Inhouddiapresentatie3. Agenda4. Watisnieuw,oud5. OnderdelenCKV6. Afkortingen7. Eindtermenvooronderzoek1,algemeen8. Eindtermenonderzoek2,middelen9. Eindtermenonderzoek3,afronding10. Suggesties11. Onderzoekskaders12. Voorallekadersgeldt13. Losseonderzoeken14. GebaseerdopdisciplineofCAP15. GebaseerdopDISCAPs16. SchemaDISCAPonderzoek17. Periodeplanning18. Onderzoekinbeeld
19. Basisschemaonderzoek20. Onderdelenonderzoek21. Hetverslag22. Soortenonderzoeksvragen23. Selecterenensorteren24. Cijfers,inkleur25. Combinatievakcijfers26. Deonderzoekendehouding:wat?27. Onderzoekalledomeinen28. Deonderzoekendehouding:hoe?
www.kernvakckv.n
l
2
Agenda
1Inleiding:deonderzoeksopdracht
OnderzoekbijCKVOverzichtenplanningBasisschemaDisciplines,CAPsen CZPModellenOnderzoekskaders
2Discussie
lunch
3Inleiding:praktijkentechniekPraktijkvoorbeelden3handleidingenBeoordelingencijfer
4Discussie
5Suggestiesenoverwegingen
www.kernvakckv.n
l
3
Watisnieuw,watblijft,wathoeftniet?
Nieuw
onderzoekendehouding(alleeindtermen)
Praktischeopdracht:onderzoek
reflectie(alleeindtermen)
3(havo)4(vwo)DISCAPs
Onderscheidhavo/vwo
7disciplines (nuookNewMediaArt)
CAP’s
combivakcijfer (slaag-zakregeling)
thema’s
Onveranderdaantalstudielasturen
blijftexamenvak
verkenneneigenervaring
CA’s enCAPs
CZP1enCZP2
documentatie(dossier)
PTA
Hoeftniet,magnogwel
Meerdan3of4CA’s enCAPs
Praktischeactiviteiten(PA’s)
Handelingsdelen
www.kernvakckv.n
l
4
OnderdelenvanCKV
www.kernvakckv.n
l
5
afkortingen
• CZP Cultureelzelfportret (ookwelkunstautobiografie)CZP1 verkenningvanwatjeweetenwaarjewelofnietietsmeehebtCZP2 afrondingvanCKV,aandachtvoordeCAPs enCA’s,Discipl,Onderz enPresent
• CAP Cultureleactiviteitvanprofessionals(perDiscipl eenCAP)
• Discipl Discipline(havominimaal3,vwominimaal4)
• DISCAP DisciplinemetbijbehorendeCAP
• Onderz Onderzoeksopdracht
• Mini-onderz EenvoudigeonderzoekjesbijdeDISCAPs enhetCZP
• PA Praktischeactiviteiten
• PO Praktischeopdrachten
• ML Maatschappijleer
• Doc Documentatie,oftewelkunst/cultuurdossier
www.kernvakckv.n
l
6
Eindtermenonderzoek1,algemeen
Dekandidaatkan*,individueelofsamen
eenartistiekcreatiefproces onderzoeken
*kan =isinstaat
www.kernvakckv.n
l
7
Eindtermenonderzoek2,middelen
• geschiktewerkwijzen,denkaanpraktischeactiviteitenenbeschouwendonderzoek
• creërendeenanalytischevaardigheden
• diversebronnen
• zijncultureleomgeving
• kunsttheoretische en/ofcultuurhistorische kennis
www.kernvakckv.n
l
8
Eindtermenonderzoek3,afronding
Dekandidaatkan‘documenterenenverantwoorden’Bijdepresentatiekanmendenkenaan:
GeschrevenverslagTentoonstelling
DebatBeeldFilm
PerformancePA’sPO’s
www.kernvakckv.n
l
9
Suggesties onderzoeksopdracht
1)Daagleerlingenuit.
2)Gacreatiefenuitnodigendommetdeonderzoeksopdracht.
3)Laataansprekendeenmakkelijkevoorbeeldenzienvanmogelijkeonderwerpen,dichtbijenverderweg.
4)Laatleerlingeningroepjesvan2of3werken.
5)Ruimvantevorenindeweekleggendeeerstelesweken?
6)Hetonderzoekineentrajectvan6– 10lesweken.
7)Probeerhetafterondenronddevoorjaarsvakantie.
8)Stelduidelijkedeadlinesvoordetussenstappen.
9)Maakgebruikvan4standaardformulieren:stappenplan(draaiboek),logboek,verslag,presentatie.
10)Detakenonderlingverdelen
11)Laatdegroepjesaanhetbeginalvastnadenkenoverdepresentatie,zonderzichalvastteleggen.
12)Geefaandatdepresentatiecreatiefenaansprekendmagzijn.
13)Alshetkan,sluitaanbijonderzoeksvoorschriften vooranderevakken.
14)NeemdeopdrachtexplicietopinhetPTA.
15)Geefeenwegingaan(20%)?
16)Beoordelingscriteriavoorafbekendmakenen bespreken.
(zieookcursusboek,hfd 1)
www.kernvakckv.n
l
10
Onderzoekskaders
A. Breed:losseonderzoeken,leerlingenvrijomeigenonderwerptebedenken,losvandisicpline ofCAP
B. Minderbreed:onderzoekengebaseerdopeendisciplineofeenCAP
C. Smal:OnderzoekengebaseerdopeendisciplineeneenCAP
www.kernvakckv.n
l
11
Voorallekadersgeldt…
• Cijfervooronderzoekenpresentatie
• Strakkejaarplanning
• Tijdvooronderzoekenpresentatievastleggen(20slu’s?)
• OpnemeninhetPTA
• Onderzoeksverslag
www.kernvakckv.n
l
12
Breed,vrijekeusonderwerpVoordelen
VeelkeuzevrijheidvoorleerlingenLeerlingenkunnenkiezenuitallekunstuitingen,ookalkomendieindelesnietaandeordeVeelvrijheidvoordedocentomeigenaccententeleggen
Nadelen
De‘verdieping’komtmisschiennietaltijdtotzijnrechtMinderinhoudelijkesturingvandocentVeelwerkvoordocent,aldieonderwerpenGroepenmoetenheteensworden
www.kernvakckv.n
l
13
Disciplineof CAP
Voordelen
BeterevoorbereidingophetonderzoekDisciplinebepalendvoorhetonderzoekDisciplinekrijgteen‘verdieping’Langereaanlooptijdtothetonderzoek
NadelenMinderkeuzevrijheidvoordeleerlingMindervrijheidvoordedocentomeigenaccententeleggen
VoorwaardenStrakkejaarplanningGoedeafstemmingCKVcollega’s
www.kernvakckv.n
l
14
DISCAP(disciplineenCAP)
Voordelen
Koppelinglesinhoud(DISCAPS)enonderzoekVerdiepingLangereaanlooptijd
NadelenWeinigvrijheidvoordeleerlingomeigenaccententeleggen
VoorwaardenStrakkejaarplanningModuleGeschikteCAPmoetelkjaarweervoorhandenzijn
www.kernvakckv.n
l
15
OnderzoekDISCAP
Discipline CAP Onderwerponderzoek
architectuur
beeldend
dans
film
muziek
nieuwemedia
theater
www.kernvakckv.n
l
16
PeriodeplanningPeriodeplanningonderzoeksopdracht
WEEK1 intro,doel,eigenervaringmetonderzoek,onderwerpvaststellen
WEEK2 oriëntatie,opstarten,onderzoeksvraag/opdrachtbepalen
WEEK3 onderzoeksplanmaken,logboekinvullen
WEEK4 informatieverzamelen
WEEK5 informatieanalyseren
WEEK6 conclusiestrekken
WEEK7 verslagafmaken
WEEK8 presenteren,evaluatie,afronden
17
www.kernvakckv.n
l
onderdeleninbeeldwww.kernvakckv.n
l
Onderzoek
Introductie
1 Onderwerpbrainstormen
kiezen
2 Vraag hoofdvraag deelvragen
3 Verwachting
4 Werkplan8 Bronnen
7 Presentatie
6 Conclusie
5 Uitvoeringlogboek
controle
18
Basisschemaonderzoek1)deonderzoeksopdrachtaandeklaspresenteren
2)eenonderwerpbedenkenomteonderzoeken
3)eenonderzoeksvraagofprobleemstellingformuleren
4)informatieverzamelen
5)deverzameldeinformatieanalyseren
6)relevanteantwoordenenconclusiesformuleren
7)deresultatenpresenteren
8)onderzoekenpresentatieevalueren
9)onderzoeksverslag
www.kernvakckv.n
l
19
Onderdelenonderzoeka) Onderwerp
b) Onderzoeksvraag
c) Verwachting,veronderstelling
d) Werkplan(logboek)
e) Uitvoering(informatieverzamelen)
f) Conclusie(s)
g) Verslag
h) Presentatie
i) Evaluatie 20
www.kernvakckv.n
l
Hetonderzoeksverslag• Onderwerp• Vraag• Verwachting• Werkplan(logboek)• Proces• Conclusie• Discussie• Presentatie• Reflectie• Bronnen
21
www.kernvakckv.n
l
Soortenonderzoeksvragen
1) Beschrijvendeofbeeldvormende
2) Vergelijkende
3) Verklarende
4) Waardebepalende/evaluatieve
5) Voorspellende
6) Probleemoplossende
www.kernvakckv.n
l
22
SelecterenensorterenTweeopdrachten1)welkevragenzijngeschiktvoorCKV?2)inwelkecategorie(soort)valtelkevraag?
qWatzijndeverschillentussendegraffitiinAmsterdamenRotterdam?
qWaaromrakenmensenontroerddoorhetwerkvan....?qWatisdeinvloedvanopenbarekunstineenvolksbuurt?qWelkeoudeNSstationsmoetenNIETwordengesloopt?qMageenfilmalsErist WiederDawelvertoondworden?qWelkeverschillenzijnertussenpopulairemuziekzenders?qWatismooienlelijkaanonsschoolgebouw?qWelkemonumenteninNederlandkunnenzebeterslopen?qWatmaakteenfilmspannend?qIsimitatieeigenlijkjatwerk?
www.kernvakckv.n
l
23
CIJFERS
24
cijfers voor CKV
cijfers per CKV onderdeel
‘losse’ disciplines
DISCAPs
CZP1
‘losse’ CAPs en CA's
wegingdocumentatie
CZP2
thema’s
onderzoeksopdracht
schooleigen onderdelen
per module, lesblokweging
module 3
module 4module 1
module 2
dossiercijferéén eindcijfer voor het hele
kunstdossier
geen deelcijfers, geen weging
overgangsrapport
rapportcijfers
kerstrapport
paasrapport
overgangsrapport
weging
eigen invulling
Combinatievakcijfer
Profielwerkstuk
CKV
Maatschappijleer
Levensbeschouwing/GodsdienstGLO
www.kernvakckv.n
l
25
DeonderzoekendehoudingOnderzoekendehoudingalshoofddoelvanCKV
• CZP1(domeinA)metacognitiefzelfonderzoek:Watweetik?Watwilikweten?Watverwachtik?
• Verbredendonderzoek(domeinB)onderzoeksvragenbijelkedisciplineonderzoeksvragenbijelkeCAPonderzoeksvragenbijthema(‘s)
• Verdiependonderzoek(domeinC)de‘grote’onderzoeksopdrachtvandomeinC
• Vertbindend onderzoek(domeinD)metacognitiefzelfonderzoekWatwildeikweten?Zijnmijnverwachtingenuitgekomen?Wathebikwel(ofjuistniet)geleerd?Wathebikgedaan?Hoevondikdat?Hoegoedhebikhetgedaan?Wathadikbeterkunnendoen?Hoe?Watzijnmijnpersoonlijkverwachtingentav kunstencultuur?
Creatieveenonderzoekendehoudingstimuleren.
hoe?
-nieuweideeenbedenken,uitwerkenenanalyseren-eenonderzoekendeenondernemendehouding
-buitendegebaandepadenkunnendenken
-nieuwesamenhangenkunnenzien
-beschikkenovercreatievetechnieken
-risico’sdurventenemen
-foutendurventemaken