vebo visie 19 · onderdeel van de reality-serie) zijn producten van Vebo Staal terug te vinden....
Transcript of vebo visie 19 · onderdeel van de reality-serie) zijn producten van Vebo Staal terug te vinden....
19vebo visieM a g a z i n e v a n V e b o B u n s c h o t e n a u g u s t u s 2 0 0 6
"Wij verkopen zaagsneden.
Eigenlijk niets dus."
Esonstad: herrijzenis of legende?
In de wolken met staal
Meten versus beleven
De Hooge Stinsen ferfraait it sintrum
fan Drachten
�
“Wij verkopen zaagsneden. Eigenlijk niets dus.”
De steenstrips op de plafondplaten die Vebo
voor het Arcade-project in Eindhoven maakte
(zie Vebo Visie nr. 17), zijn wederom gezaagd
door Deko. ‘Wederom’, want dit bedrijf ver-
zaagt álle bakstenen die Vebo nodig heeft voor
haar Zelfdragende BaksteenBeton-producten.
Wim Schennink vertelt: “Voor Vebo maakt
Deko jaarlijks niet minder dan één miljoen
zaagsneden. Met in totaal ca. 17 miljoen
bewerkte stenen op jaarbasis (1� miljoen hier
Wim Schennink, van Deko Steenzagerij uit Ooij, lacht hartelijk na het
doen van bovenstaande uitspraak. Een uitspraak die symbool is voor de
bescheidenheid van Europa’s grootste steenzagerij. Objectief gezien is het
nog waar ook: als Deko een baksteen doorzaagt en je de twee helften van
elkaar haalt, blijft van de zaagsnede niets over.
in Ooij, 5 miljoen bij onze vestiging in het
Duitse Uelzen) zijn we inderdaad de grootste in
Europa. Overigens doen we meer dan alleen
stenen (ver)zagen. We kunnen ook rockfacen
(opruwen van de zichtzijde zodat een rotsachtig
uiterlijk ontstaat), zandstralen, trommelen
(voor het ‘oud’ maken van stenen) en stenen
verlijmen. Bij dat laatste verlijmen we in
willekeurig verstek gezaagde stenen om daar
weer hoekstenen mee samen te stellen.
Wat overigens een steeds groter deel van ons
orderpakket vormt, is het maken van monster-
panelen. In die discipline hadden we zo’n vijf
jaar geleden drie man aan het werk, nu zijn dat
er al zes en soms zelfs zeven. Maar om op onze
‘core business’ terug te komen: stenen (ver)zagen
doen we al meer dan 30 jaar. We zagen ze tot
steenstrips, sparren (overlangs doorgezaagde
bakstenen), koppen en drieklezoren. Ook kunnen
we ze tot hoeken verzagen.”
3
“Wij verkopen zaagsneden. Eigenlijk niets dus.”
Aantallen De afzet van Deko ligt voor ± 80% op de
Europese markt, voor de rest op de
Nederlandse. Wim Schennink: “We hadden
al een belangrijk deel van de markt in de
Benelux en Duitsland in handen, maar daar
kwamen bijvoorbeeld Denemarken, Polen,
Tsjechië, Italië en Rusland bij. Momenteel
leveren we zelfs steenproducten aan Japan,
het Midden-Oosten en het Verre Oosten.”
Aantallen? Vorig jaar verwerkte de Nederlandse
vestiging van Deko in totaal tussen de elf en
twaalf miljoen stenen. Per dag worden
1000 m� strippen en 10.000 hoeken gezaagd,
en �0.000 stenen gerockfaced.
“Je zou het misschien op het eerste gezicht niet
vermoeden, maar er komt regelmatig nog heel
wat ambachtelijk handwerk bij Deko om de
hoek kijken”, vertelt Wim Schennink. “Bij
vormstenen bijvoorbeeld: die worden van
diverse kanten gedeeltelijk ingezaagd, waarna
het te verwijderen deel er met de hand wordt
uitgehaald. Eventuele steendeeltjes die blijven
zitten, worden met een handfreesje weggeslepen.
Ook kunnen zaagvlakken weer worden bezand,
om zo het zaagvlak hetzelfde aanzicht als de
rest van de steen te geven.”
Stenencirkel Bij Deko werken in totaal 50 mensen. De dage-
lijkse bedrijfsvoering wordt verzorgd door twee
mensen. Frank Jansen is verantwoordelijk voor
het meer extern gerichte deel, terwijl Wim
Schennink de meer intern gerichte zaken als
planning en productie onder controle houdt. Hij
is tevens aanspreekpunt voor Vebo. “De stenen
die Deko verzaagt, worden allemaal aangeleverd,
in Vebo’s geval door hun opdrachtgevers. In
enkele gevallen stuurt Vebo van tevoren proef-
stenen. Op basis daarvan beoordelen we of dat
type steen geschikt is om te zagen. Daarbij letten
we streng op zaken als consistente kwaliteit en
perforatie. Ingangscontrole en het daarbij signaleren
van kleur- en breukfouten is dan ook een belang-
rijk deel van onze werkzaamheden. De uitval die
deze selectie oplevert wordt zo snel mogelijk
weer aangezuiverd.
Na het uittekenen van het plakpatroon op de
ZBB-elementen en het uitrekenen van de totale
aantallen roept Vebo de totale steenhoeveelheden
af. Na aflevering bij ons gaan we met het eigenlijke
zaagwerk aan de slag, overigens met machines
die helemaal door onszelf ontwikkeld zijn. Na
het retourtransport plakken de vakmensen van
Vebo’s ZBB-afdeling de steenstrips/gezaagde
steenproducten zeer nauwkeurig op hun beton-
producten.”
Waarmee de ‘stenencirkel’ rond is. En ook al
“verkoopt Deko niets”, de samenwerking met
Vebo leidt voor alle betrokken partijen al jaren
tot heel veel.
AC
HT
ER
GR
ON
D
Steenstrips: enkele veel voorkomende toepassingen• togen met een rollaag boven ingangen
• lateien met rollagen
• lateien met doorlopend metselwerk
• veel vormen van balken, traditioneel gewapend,
driezijdig beplakt
• radiuselementen met rollagen en doorlopend
metselwerk
• vrijhangende metselvormen zoals galerijplaten
met beplakte onderzijden (aanzien van zwevend
metselwerk)
• lateien beplakt als hanenkammen (strekkenlaag)
De vormgeving van het project stemt dan ook
overeen met de historische waarde van de
locatie (zie kader). Esonstad omvat een in oude
stijl gebouwde kern - compleet met toegangs-
poort, stadsplein en ‘waaggebouw’ - waar 141
recreatiewoningen, een aantal winkels en
horecavoorzieningen met elkaar gecombineerd
zijn. Aan de rand, op twee ‘eilanden’, worden nog
eens 106 recreatiewoningen gebouwd, in afwij-
Project: recreatiepark Esonstad, Oostmahorn
Opdrachtgever: Woonveste BV, Mierlo en
Geveke Ontwikkeling BV, Slochteren
Aannemer: Geveke Bouw B.V., vestiging
Heerenveen
Architect: Lanfermeijer Seelen Weijer
Architecten (LSWA), Oirschot
kende, moderne vormgeving. Alle vakantie-
woningen zijn in eerste instantie koopobjecten
voor particulieren. Desgewenst kunnen zij de
woningen verhuren via Landal GreenParks.
Esonstad beschikt verder over een camping, een
dagstrand, een zwembadcomplex, sportvoor-
zieningen, een jachthaventje en zelfs een sluis om
met de boot het Lauwersmeer en de Waddenzee
op te kunnen. De veerboot naar Schiermonnikoog
is vanuit Esonstad lopend te bereiken, de zeehon-
den in Pieterburen zijn de dichtstbijzijnde buren.
‘Geprefabte’ schoorstenen“Met het ‘nieuwe oude’ vestingstadje zijn we nu
klaar”, vertelt Onno Redeman, projectleider bij
hoofdaannemer Geveke Bouw. “Als je bedenkt dat
het hier begin vorig jaar nog allemaal polderland
was en dat we een paar weken stil hebben gelegen
4
Mooi gelegen aan het Lauwersmeer heeft ‘Esonstad’ haar eerste
bewoners omarmd. Het splinternieuwe recreatiepark is gebouwd
op een plek met een rijke geschiedenis.
door de sneeuwstorm die het noorden van het
land een tijd lam legde, krijg je een beetje een
voorstelling van het bouwtempo dat hier nodig
was. De oplevering in mei �006 was nu eenmaal
een hard gegeven. We begonnen met vijf huizen
per week en eindigden met zeven, waarbij ook 1�-
persoonswoningen met drie badkamers. Zéker in
dit soort projecten kan ik me niet veroorloven met
de eerste de beste onderaannemers in zee te gaan.
Vandaar dat we ook hier voor Vebo hebben geko-
zen. We hebben erg veel klein prefab van ze
betrokken, in veel verschillende detailleringen en
maten: afdekbanden, raamdorpels, kolommen,
timpanen, gevelbanden, schoorsteenplaten,
afdekkers enz. Om de snelheid erin te houden,
ga je slim denken. In overleg met Vebo hebben we
de schoorsteenplaten al in een vroeg stadium laten
komen. Op die manier konden de metselaars op
de grond alle schoorstenen al prefabriceren, waar-
na we ze op de daken hebben gehesen. Dat spaar-
de niet alleen manuren, maar ook steigerkosten!”
Vak apart“Eigenlijk alle prefabproducten waren buiten-
standaard. De afdekkers op de trapjes van de
trapgevels bijvoorbeeld hebben bij bepaalde
huizen andere breedtematen dan de topafdekkers
van die gevels. Omdat we in de voorbereiding al
wisten dat al die maten en verschillende vormen
een flinke prefabkluif zouden opleveren, hebben
we zelf alles al terdege voorbereid en konden we
dus heel gericht offerte bij Vebo aanvragen. Na
goedkeuring werd alles bij hen uitgewerkt, wat
resulteerde in een omvangrijk boekwerk met
daarin alle producten met nummers en tekenin-
gen. Dat werkte op de bouw erg prettig. We wil-
den alles zoveel mogelijk bulk uitgeleverd krijgen,
omdat voor ons op die manier het best de gang
erin te houden was. Met ons tijdelijke ‘tasveld’
waren we zo onze eigen prefabbeton-voorraad-
houder. Het boekwerk was daarbij een betrouw-
bare leidraad.
En wat er ook van de vrachtwagens kwam, het
was allemaal perfect van kwaliteit en kleur. Er
hoefde, zeker gezien de omvang van alles, maar
heel weinig overgemaakt te worden, en anders
loste Vebo’s servicedienst kleine beschadigingen
op. Mooi voorbeeld van het concreet inhoud
geven aan het begrip ‘meedenken’: hun service-
dienst liet een zak met mortel achter, zodat we zelf
eventueel ook nog aan de slag konden. Hoewel dit
toch echt wel een vak apart is.”
Neerleggen, afkitten Het Waaggebouw wordt de belangrijkste horeca-
voorziening in het stadje. De kolommen daarvan
zijn in één keer gestort, de sokkels waar ze ‘op’
staan, in twee keer. Eigenlijk staan de kolommen
op de grond en zijn de sokkels eromheen gelegd
en vastgekit. De heer Redeman: “Ook weer zo’n
letterlijk mooi voorbeeld van de kwaliteit van het
prefab: de sokkels pasten mooi sluitend rond de
kolommen, echt perfect. Wat ook geldt voor de
flinke dorpels die aan de langskanten van het
gebouw tussen de kolommen zijn gelegd. Om
de lengten te overbruggen, liggen er tussen de
kolommen steeds drie dorpels. De delen links en
rechts van het middendeel hadden een ronde
uitsparing waarin de sokkels van de kolommen
werden opgenomen. Het was een kwestie van
neerleggen en afkitten.”
Esonstad: herrijzenis of legende?
pR
Oj
EC
T
5
EerbetoonEsonstad wordt in vroegmiddeleeuwse kronie-
ken al genoemd als een vesting die nagenoeg op
dezelfde plaats lag als het huidige stadje. Een
versterkte wal en een gracht moesten aanvallen
van de Noormannen vertragen. De naam ver-
wijst naar de oeverstrook langs de Ee, een van
de vele Friese riviertjes hevige stormen en over-
stromingen. De Friezen verbonden de terpen
met dijkjes en creëerden zo de eerste
Nederlandse kleinformaat-polders. “Deur een
ongehoorde, seer hoge watervloed” werd de
vestingstad in 1�30 voorgoed verzwolgen, zo
beweren de kronieken. Het is echter nooit bewézen
dat Esonstad bestaan heeft. Zo’n 50 jaar geleden
werden in de voormalige Lauwerszee mogelijke
restanten van de vesting ontgraven, waarbij de
wetenschap verdeeld was over de oorsprong
hiervan. Esonstad werd een legende, het nieuwe
Esonstad kan men zien als een eerbetoon.
pR
Oj
EC
T
6
De gezinnen ontwerpen hun eigen huis en laten
dit bouwen in Lelystad. De 16-delige serie ver-
toont alle processen die hiermee gemoeid zijn,
van vergunningen, financiering en ontwerp tot en
met afbouw en inrichting. ‘Wonen in de wolken’
zal vanaf zondag 3 september a.s. wekelijks
worden uitgezonden op RTL4. De titel van het
programma is niet uit de lucht komen vallen.
De kavel waarop de huizen worden gebouwd, is
een eilandje dat van bovenaf de vorm van een
wolk heeft. De enige straat op het eiland heet dan
ook ‘In de Wolken’. De woningen worden
gebouwd rondom een centraal plein, op een van
de hoeken van het eiland komen garages en een
ruime parkeerplaats.
Terug naar de middeleeuwenIn totaal worden er negen woningen gebouwd,
waarvan vier bouwblokken voor de ‘tv-gezinnen’.
Voor een van die bouwblokken, een ‘middel-
eeuwse’ kasteelwoning, leverde Vebo Staal het
ondersteunende staalwerk. Een ander bouwblok
wordt als ‘�-onder-1-kap-kasteel’ gebouwd; het
terug-naar-de-middeleeuwen-gevoel met het com-
fort van �006 spreekt veel mensen blijkbaar aan.
Ook in dit kasteel en in ‘het Tolhuys’ (weer een
heel anders vormgegeven woning, beide geen
onderdeel van de reality-serie) zijn producten van
Vebo Staal terug te vinden. Voor de andere bouw-
blokken was geen staalwerk nodig omdat ze geen
metselwerkgevels maar een andersoortige gevel-
afwerking krijgen, zoals stucwerk.
Jeroen Heydra, bedrijfsleider bij Dura Vermeer
Bouw Hengelo B.V.: “Het meeste betrof redelijk
recht-toe-recht-aan lateiwerk. Hoewel, bij een van
de kastelen liggen de muurdammetjes tussen de
Vanaf september aanstaande kan men op de televisie een nieuwe reality-serie
volgen. In deze serie, ‘Wonen in de Wolken’, volgt de camera vier gezinnen
tijdens het gehele proces van het verwerven van hun eigen droomhuis.
Vier ‘woonfantasieën’ die werkelijkheid worden.
Project: woningproject
‘Wonen in de Wolken’, Lelystad
Opdrachtgever: LATEI Projectontwikkeling,
particuliere bewoners
Aannemer: Dura Vermeer Bouw Hengelo B.V.
Architect: KOW Architecten (KOW Groep),
Den Haag
7
In de wolken met staal
raampuien iets naar achteren. Daarom hebben we
Vebo geïnstrueerd iets van het ondersteunende
deel van die lateien weg te zagen. Anders zou
dat in het terugliggende deel van de gevel
zichtbaar zijn.”
BloemkozijnenHet andere kasteel is een twee-onder-een-kap en
uitgevoerd met zogenaamde bloemkozijnen, een
soort erkerachtige kozijnen. “Ze lopen op de vier
hoeken van het gebouw haaks om die hoeken
heen”, vervolgt de heer Heydra, “en steken iets
naar buiten. Samen met de gemetselde kantelen
krijg je zo het effect van een kasteel met vier
‘hoektorentjes’. De bovenkanten van de bloem-
kozijnen zijn afgewerkt met zink. Om het
metselwerk erboven op te vangen, heeft onze
werkvoorbereiding haakse geveldragers uitge-
dacht. Vebo zette dit soort details om in teken-
werk dat weer ter controle naar ons toe kwam.
Pas nadat onze opmerkingen en die van de con-
structeur waren verwerkt en alles door ons
akkoord was bevonden, kwam het pakket met de
definitieve tekeningen. Dat hele papieren voorwerk
heeft Vebo uitstekend voor elkaar. Ook de kwaliteit
en de labeling van de producten trouwens. Alles
kwam op pallets in folie verpakt, prima.”
pR
Oj
EC
T
‘Wonen in de Wolken’ Project ‘Wonen in de Wolken’ wordt gekenmerkt door een bijzonder grote ontwerpvrijheid. Vrijwel
alles kan. Een van de speerpunten van de welstandscommissie van Lelystad is namelijk de stimulatie
van particulier opdrachtgeverschap. Het bouwteam van dit project wordt gevormd door de bouwer, de
architect, de projectontwikkelaar en de constructeur. Wat het team anders dan andere maakt, is dat
ook de particulieren regelmatig deel uitmaken van de bouwteamvergaderingen. Door dit nauwe overleg
worden de budgetten goed bewaakt. Een woning als een kasteel of een Toscaanse villa brengt nu een-
maal praktische beperkingen en financiële gevolgen met zich mee. Alle partijen doen hun best alles zo
dicht mogelijk bij de oorspronkelijke ontwerpen te houden. Omdat het een gesponsord tv-programma
betreft, worden de bewoners voor een deel tegemoet gekomen in hun wensen, maar
uiteindelijk moeten ze toch zelf het volledige cascobedrag op tafel leggen dat voor elk
van de droomhuizen uit de calculator is gekomen.
8
In ‘Nederland regeltjesland’ is er bijna niets dat níét
aan regels, wetten, eisen, normen en voorschriften
moet voldoen. Des te vreemder is het dan ook dat
de stroefheid van beloopbare betonoppervlakken
(voornamelijk balkon- en galerijplaten) nergens
specifiek in eisen is vastgelegd. Ook niet in het
Bouwbesluit. Dit dilemma speelde bij Vebo al jaren
geleden. We produceren grote hoeveelheden
beloopbare betonelementen die lange tijd intensief
belopen worden. Praktisch alle beloopbare opper-
vlakken voeren wij uit in ons bekende, zelf ontwik-
kelde Vebo-wafelmotief. Zijn waarde bewezen in de
praktijk, maar nooit onderworpen aan objectieve
testen met bijbehorend cijfermateriaal. Vanuit de
marktbehoefte aan vastlegging van stroefheidseisen
organiseerde de Stuurgroep Experimenten
Volkshuisvesting (SEV) in �001 een workshop
‘Antislip’. Tijdens de workshop werd onder meer
duidelijk dat de voorhanden zijnde beproevings-
methoden geen grenswaarden (eisen waaraan men
moet voldoen) aangaven of onvoldoende reprodu-
ceerbaar bleken. Of teveel afhankelijk waren van
uitvoering en uitvoerder! De roep om een duidelijk
beproevingsprotocol was geboren.
Nederlandse Technische AfspraakNa een tweede workshop in �00� kon een
beproevingsprotocol worden vastgelegd. Dit kon
op korte termijn niet worden verheven tot
Nederlandse Norm, onder meer door verschillen-
de brancheregels en door verschillende branche-
eigen meetmethoden. Om het protocol toch te
kunnen gebruiken, publiceerde het NEN het
protocol als Nederlandse Technische Afspraak
(NTA). Kort gezegd weerspiegelt een NTA de
laatste stand van de techniek van (het proces om
te komen tot) een bepaald product. Een NTA is
niet meer dan een aanbeveling.
Vebo’s eerste onderzoek Vebo kent en neemt haar verantwoordelijkheid. In
�00� laat het bedrijf op eigen initiatief bij TNO
twee testmethoden uitvoeren op glad, gestraald
en Vebo-wafelmotief betonoppervlak. De test-
metho-den en de toetsingscriteria waren conform
de ‘NTA 7909, wrijvingseigenschappen van
vloeren - protocol voor beproeving en eisen’. Van
dit laboratoriumonderzoek was de belangrijkste
conclusie dat de drie Vebo-betonvloeroppervlak-
ken aan de NTA-toetsingscriteria voldeden.
Echter, al tijdens de workshops bleek dat deze
ingewikkelde materie de daaropvolgende jaren in
beweging zou blijven. Tot en met nu aan toe. Nog
steeds staat bijvoorbeeld de juistheid van de
gestelde toetsingscriteria, zoals de minimale en
maximale grenswaarden, voor de verschillende
vloer-productgroepen ter discussie.
Vebo’s aanvullende onderzoekVoor bepaalde beloopbare oppervlakken, beton-
straatstenen en tegels bijvoorbeeld, zijn er nu
Nederlandse en Europese normen voorhanden. In
die normen zijn testmethoden omschreven op
basis waarvan Vebo eind vorig en begin dit jaar
aanvullende testen heeft laten uitvoeren. Deze
normen zijn niet specifiek voor prefabbeton-
loopvlakken geschreven, maar duiken (bij gebrek
aan wettelijke regelgeving) toch wel eens op in
bestekken waar onze industrie mee te maken
heeft. Verre van ideaal natuurlijk. Want welke
norm, welke testmethode geeft het beste vergelij-
kingsmateriaal voor verschillende loopvlakken
van prefabbeton? Om een voorbeeld te geven: één
van de vijf tot nu toe gehanteerde testmethoden is
de (inmiddels verouderde) Leroux-meting.
Daarbij komt een rubberblokje met een
slingerende beweging in contact met het te testen
oppervlak. Een gestraald betonoppervlak geeft
daarbij een betere uitkomst (is dus stroever) dan
het Vebo-wafelmotief. Dit heeft een logische
verklaring. De piramidestructuur van het wafel-
motief geeft minder raakvlak met het rubberblok
dan een gestraald oppervlak. De poriënstructuur
van een gestraald oppervlak zal in de praktijk
echter sneller dichtslibben. Door de meer open
structuur van het Vebo-wafelmotief zal deze zijn
antislipfunctie in de loop der tijd beter behouden!
LoopbelevingAlle testmethoden met gestelde grenswaarden
geven voor de verschillende oppervlakken (ook
het gladde!) van Vebo’s prefabbetonplaten een
voldoende tot meer dan voldoende stroef beeld te
zien. Absoluut gezien is een vers gestraald beton-
oppervlak in de vijf testsituaties het stroefst. Maar
is ‘het stroefst’ ook ‘het veiligst’? Denk aan het
risico van struikelen! En daarbij, het meten van
stroefheid heeft geen directe relatie met het gevoel
dat de beloper op verschillende oppervlakken
ervaart. Uit verschillende testmethoden blijkt dat
ook Vebo’s gladde oppervlakken stroef genoeg
zijn, maar toch zie je mensen altijd voetje voor
voetje over dit soort oppervlakken voortschuife-
len. Waarbij het psychologische effect zelfs kan
zijn dat men door het omzichtige loopgedrag
eerder ten val komt.
Uit onze langdurige ervaring en terugkoppeling
van gebruikers blijkt dat het Vebo-wafelmotief de
meest zekere ‘loopbeleving’ oproept. Vaak wordt
een gestraald oppervlak gekozen om visuele
redenen. Dit wordt tijdens gebruik in natte
omstandigheden op termijn als iets minder stroef
dan het Vebo-wafelmotief ervaren.
Vebo heeft verschillende testmethoden laten
uitvoeren. Uit de methode ‘Stapsimulator’ blijken
bevindingen die het best aansluiten bij de
beleving van de uiteindelijke gebruikers van onze
producten. Andere testen staan nog te ver af van
het gebruiksdoel én van het feitelijke gebruik van
een geruwd/ongeruwd prefabbeton-loopvlak.
Typisch een kwestie van het ‘beleven’ van de prak-
tijksituatie versus het ‘meten’ van de testsituatie!
AC
HT
ER
GR
ON
D
Praat u mee? Zoals u merkt laat het onderwerp van dit artikel
ruimte voor discussie, bijvoorbeeld over het
opsplitsen van de bestaande normen in eisen voor
binnenvloeren en eisen voor buitenvloeren. Die
discussie willen we dan ook graag met u voeren!
Dialoog binnen en tussen de betrokken groepen
brengt ons verder, is daarbij ons devies. Heeft u
over het onderwerp ‘stroefheid’ een mening, een
stelling, een vraag, laat het ons weten.
Bel of mail met Gérard Hagmolen of Ten Have,
(033) �99 �6 58, [email protected].
Meten versus belevenMeten versus belevenVebo-producten doorstaan stroefheidstesten
De prefabtrein dendert voort
CO
Lu
MN
9
“Onlangs hadden wij een sollicitant voor de functie
‘hoofd van de constructieafdeling’. Op de vraag hoe
hij een constructie over het algemeen zou aanpak-
ken, zei hij dat hij de opdrachtgever verschillende
uitvoerbare constructies zou voorstellen en dat hij
dan meestal bij een prefabconstructie eindigde.
Dat deed mij denken aan het moment dat ik in
1968 als vers afgestudeerde civiel ingenieur tot
hoofd van de constructieafdeling van ons bureau
werd gebombardeerd. Voor zover ik mij kan
herinneren, kwamen de meeste prefabbeton-
toepassingen toen voor in beganegrondvloeren
van woningen (‘balkjes- en broodjesvloeren’)
en natuurlijk als voorgespannen liggers in de
bruggenbouw. O ja, prefabbetonnen lateien
werden ook hier en daar ter vervanging van ter
plaatse gestorte lateien toegepast.
In de loop der jaren is het aandeel prefabelemen-
ten in de bouw gestegen. Drie jaar geleden
maakten wij het summum mee toen wij de con-
structie van 600 woningen in Amsterdam kregen.
Het eerste deel werd geheel ter plaatse gestort.
Toen wij het tweede deel op dezelfde manier
uitvoeringsgereed hadden aangeleverd, kwam
plotseling het bericht dat aannemer en opdracht-
gever hadden besloten de gehéle draagconstructie
- inclusief de fundatie! - in prefabbeton uit te
voeren. We zijn netjes betaald en hebben bereke-
ningen en tekeningen aangepast.
Toen wij eind jaren-70 met architect Piet Blom
’t Speelhuis in Helmond ontwierpen, kwamen daar
heel moeilijke balustrades langs de vides in voor.
Aannemer Fons Adriaans heeft het geheel ter plaatse
gestort. Nadat de grindnestjes professioneel waren
bijgewerkt, zag het er fantastisch uit. Zoiets zou
tegenwoordig, zeker weten, worden geprefabriceerd.
Hoe gaat het nu verder?Nederland heeft een metselwerkcultuur. Waarom
ook niet? Metselwerk heeft een uitstekende prijs-/
kwaliteitsverhouding. Vandaar de logische combi-
natie tussen prefabbeton en geprefabriceerd met-
selwerk, met name waar het gaat om woning-
bouw. De ‘Stichting de Metselfabriek’, waar de
aannemersorganisatie Bouwend Nederland en de
baksteenindustrie in deelnemen, heeft het voor-
touw genomen. Er zijn al ondernemingen bereid
gevonden hun nek uit te steken door een proef-
project te starten waarin prefab metselwerk wordt
toegepast. Het betreft een buitenspouwblad van
volle gelijmde bakstenen, verbonden met een
5 cm dikke opgestorte, licht gewapende krimpar-
me beton. Het geheel wordt begeleid door TNO.
We zijn ervan overtuigd dat deze ontwikkeling
wordt doorgezet. De ondernemingen waar het
prefab metselwerk zal worden gemaakt, zijn naar
onze mening díé fabrieken die nu al op grote
schaal betonnen prefabelementen maken.
Wellicht neemt Nederland hierin het voortouw,
zoals onze prefabindustrie altijd al een voorloper
is geweest. Uiteindelijk doel is natuurlijk in één
keer een hele gevel dicht te zetten, zoals bij ons
octrooi is voorzien.
Wie durft?!”
Ir. H.P. Kieft
directeur Beltman
Architecten &
Ingenieurs bv
Wat is onze bijdrage in de prefabtrein?De trein dendert voort. Als professionals weten we
allemaal hoe dat komt. Prefab wordt toegepast als
het goedkoper, beter en/of sneller is. Enkele jaren
geleden kwam een oud-studiegenoot, die zijn hele
carrière in de prefabbeton heeft gewerkt, bij ons
in Enschede op bezoek. Hij liep met ideeën rond
om woningen op een nieuwe manier te prefabri-
ceren. We concludeerden dat op een gedeelte van
zijn plan wellicht octrooi aan te vragen was. Na
diverse ontwikkelingen, gesprekken met een
octrooigemachtigde en een nieuwheidsonderzoek
werd in mei �003 octrooi aangevraagd en in
november �004 uitgereikt.
Waar gaat het hier om?Officieel gaat het om “fundatiebalken elimineren-
de zelfdragende prefabbetonnen gevelelementen”.
Het betreft een betonnen binnenspouwblad, aan
elke zijde opgelegd op een punt van de woning-
scheidende fundatiebalk of een fundatieblok. Het
element houdt niet bij de beganegrondvloer op,
maar loopt door tot aan de voorgeschreven diepte
in verband met de vorstkering. Fundatiebalken
onder de langsgevels zijn dus niet meer nodig.
Het buitenspouwblad kan op diverse manieren
aan het element worden toegevoegd: traditioneel
metselwerk op de bouwplaats, metselwerk in de
prefabfabriek, gelijmd metselwerk in de fabriek/
op de bouwplaats, toepassing als geheel betonnen
sandwichelement. In dit laatste geval is een lucht-
spouw overbodig. Wordt het buitenspouwblad in
metselwerk uitgevoerd, dan is een luchtspouw
vereist. Bij gelijmd metselwerk met open stoot-
voegen is het niet helemaal duidelijk of een lucht-
spouw vereist is.
10
Blijkbaar is het plan niet in één keer door de
procedures gekomen. Bovenstaand citaat komt uit
het Friesch Dagblad van �7 februari �00�. Niet
een jaar later, maar eind �004 was de oplevering.
Ambtelijke molens? Inspraakrondes? Hoe dan
ook, het appartementen-/winkelcomplex ‘De
Hooge Stinsen’ siert nu zo’n anderhalf jaar de
Markt in het centrum van Drachten. Met bewuste
nadruk op ‘siert’: het complex heeft een luxe uit-
straling. Of dat aan de producten van Vebo ligt,
vragen we gekscherend aan Hilbrand Veenje, uit-
voerder bij hoofdaannemer Friso Bouwgroep.
“Om hun producten álle credits te geven gaat me
te ver”, lacht de heer Veenje, “maar ze dragen
zeker bij aan de fraaie uitstraling.”
Mooi opgelost ‘De Hooge Stinsen’ staat op de plek van het voor-
malige postkantoor. Het complex bestaat uit 8
geschakelde torens met een maximumhoogte van
15 m. Door de torens in hoogte te variëren,
komen de gevels aan het Marktplein niet te mas-
De verantwoordelijke wethouder van Drachten was tevreden met het
ontwerp van de architect. “It sjocht der kreas út. It sil it sintrum fan
Drachten wer in stikje ferfraaie. At it plan yn ien kear troch de prose-
dueres komt, kin it yn in jier bout wurde.”
De Hooge Stinsen ferfraait it sintrum fan Drachten
saal over. De een- en tweezijdig schuine dak-
vlakken versterken dat effect. Op de begane
grond zijn de winkels en het nieuwe postkantoor
gesitueerd. De overige bouwlagen bieden plaats
aan �6 appartementen en 4 penthouses.
De heer Veenje: “Het mooie van het project schuilt
heel duidelijk in de geraffineerde detaillering.
Wat het ook meteen lastig maakte om het te
bouwen! Voorbeeld: de natuursteentjes bij de
ramen, met daartussen rollagen die zijn bevestigd
door er stalen staven dwars doorheen te steken.
Een ander mooi voorbeeld, dat direct betrekking
heeft op Vebo, is het ophangsysteem van de ZBB-
elementen (zelfdragende baksteenbetonlateien,
red). De elementen overspannen de balkons aan
de voorkant van het gebouw en delen van de gale-
rijen aan de achterkant. Op de ZBB-elementen
hebben we de voorbladen van de borstweringen
opgemetseld tot de uiteindelijke hoogte (de voor-
bladen lopen dus vóór de balkon- en galerijplaten
langs). De achterbladen hebben we in twee delen
opgemetseld: het eerste tot aan de onderkant van
de balkon- resp. galerijplaten, het tweede staat óp
de balkon- dan wel galerijplaat. In de spouwen
zijn betonnen bloembakken (ook ‘makelij Vebo’)
gehangen.
Om de ZBB-elementen te kunnen ophangen, heeft
Vebo met de constructeur, Bartels Ingenieurs-
bureau BV, een systeem van stalen liggers en
ankerrails bedacht. Daarbij zorgden flinke
draadeinden voor de verbinding tussen de ele-
menten en de liggers. Aan de voorkant was de
gevelconstructie zodanig uitgevoerd dat we de
liggers in het metselwerk konden opleggen. Aan
de achterkant, bij de galerijen, was dit een ander
verhaal. Daar ontbrak namelijk het metselwerk
om in te kúnnen opleggen! Daar hebben we stalen
kolommen geplaatst met daartussen de liggers.
Een soort reuze-H’s met extra dwarsbalken dus.
Door alle kolommen te ommetselen, vormen de
staalconstructies één geheel met de rest. Lastig
dus, maar zoals je in het begin al zei: het gebouw
ziet er luxe en mooi afgewerkt uit. En dat is wat
uiteindelijk telt.”
Puzzel- en plakwerk Vebo leverde ook de antracietkleurige raam-
dorpels. “Mooi en strak”, zegt de heer Veenje.
“Ook de kleur sluit helemaal aan op die van de
natuursteentjes. Over kleur gesproken, dat brengt
me op iets anders waar we hier rekening mee
moesten houden: twee verschillende steenkleuren
die erg op elkaar leken! Daar moesten onze
metselaars én Vebo echt hun hoofd bij houden.
Op een paar ZBB-elementen waren per vergissing
de twee kleuren door elkaar gebruikt. Ze zijn er in
het werk afgebikt waarna er keurig recht nieuwe
exemplaren in de goede kleuren op werden
geplakt. Overigens liepen alle lagenmaten perfect
door en eindigden de elementen allemaal op hele
stenen. Op elke kop, op elk neusje, bij elke
aansluiting in hoeken kijk je tegen volle stenen
aan. Eersteklas puzzel- en plakwerk dus!”
Project: ‘De Hooge Stinsen’
woon-/winkelcomplex, Drachten
Opdrachtgever: Artica Vastgoedontwikkeling,
Rosmalen
Aannemer: Friso Bouwgroep B.V., Sneek
Architect: Stok & Stok Architecten bv, Utrecht
11
De Hooge Stinsen ferfraait it sintrum fan Drachten
pR
Oj
EC
T
vebo visie twee uitersten, tegenpolenwat hebben zij gemeen
niets is wat het lijktring van ijs en steen
Vebo, postbus 8, 3750 GA Bunschoten, Röntgenweg 3, telefoon (033) 299 26 00, fax (033) 299 26 10, www.vebo.com, [email protected]