VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE...

69
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Bioanalyse Laboratorium voor Toxicologie Academiejaar 2011-2012 Astrid Beuckelaers Eerste Master in de Farmaceutische Zorg Promotor Dr. Apr. C. Stove Commissarissen Prof. Dr. Apr. W. Lambert Dr. Apr. S. Wille VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE DETECTIE IN DE HAARMATRIX

Transcript of VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE...

Page 1: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

 

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN

Vakgroep Bioanalyse

Laboratorium voor Toxicologie

Academiejaar 2011-2012

Astrid Beuckelaers

Eerste Master in de Farmaceutische Zorg

Promotor

Dr. Apr. C. Stove

Commissarissen

Prof. Dr. Apr. W. Lambert Dr. Apr. S. Wille

 

     

VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE

VOOR DE DETECTIE IN DE HAARMATRIX

Page 2: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

AUTEURSRECHT

De auteur en de promotor geven de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar te

stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de

beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting

uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van de resultaten uit deze masterproef.

     

Gent, juni 2012

Promotor Auteur

Dr. Apr. C. Stove Astrid Beuckelaers

 

 

 

 

                                   

   

Page 3: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

SAMENVATTING

De huidige methode die in België gehanteerd wordt om een periode van alcoholonthouding te

controleren is de bepaling van carbohydrate deficient transferrin (CDT). CDT, als biomerker

voor ethanol, is echter niet optimaal. Het kan aanleiding geven tot vals positieve en vals

negatieve resultaten. In het kader van een onderzoeksproject op het Nationaal Instituut voor

Criminalistiek en Criminologie, wordt een nieuwe UPLC-MS/MS methode ontwikkeld om

ethyl glucuronide, een alternatieve merker voor ethanol, te kwantificeren in haar. Een

bepaling van EtG in de haarmatrix biedt de mogelijkheid om de alcoholconsumptie van de

afgelopen maanden na te gaan, afhankelijk van de haarlengte.

Het staal waar EtG zich in bevindt, wordt voor de start van de analyse onderworpen aan o.a.

een vaste fase extractie. Een vaste extractie wordt uitgevoerd SPE-kolommen. Tijdens dit

onderzoek zullen verschillende SPE-kolommen met elkaar worden vergeleken.

Het besluit van dit onderzoek is dat zowel de Clean Screen als de Bond Elut SAX de meest

geschikte vaste fase extractiekolommen zijn. De Clean Screen omwille van zijn hoge

recovery, de Bond Elut SAX omwille van het beperkte matrixeffect. Verdere experimenten

zijn noodzakelijk om een definitieve keuze te maken. De resultaten van dit onderzoek vormen

een basis voor verdere ontwikkeling van de vaste fase extractie en de analysemethodes voor

de bepaling van ethyl glucuronide. Verder uitvoerig onderzoek is vereist zodat alle

staalvoorbereidende stappen (bv. decontaminatie, extractie) kunnen geoptimaliseerd worden

om uiteindelijk tot een geschikte staalvoorbereiding van EtG te komen.

Page 4: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

Ik wens iedereen te bedanken die mij geholpen heeft deze masterproef te realiseren.

Graag wil ik het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek bedanken voor de

unieke kans die mij werd geboden om de wereld van de forensische wetenschappen te

ontdekken.

Dank je wel N. Kummer,

voor de samenwerking en de begeleiding gedurende het hele onderzoek.

Bedankt Dr. C. Stove,

voor het nalezen en corrigeren van mijn masterproef.

Daarnaast bedank ik ook de hele vakgroep Drugs en Toxicologie van het NICC en

in het bijzonder Karen Smet, Sarah Wille en Nele Samyn,

voor de zeer aangename samenwerking en het antwoord op vele vragen.

Page 5: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE

LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN

1.   INLEIDING ....................................................................................................................... 1  

2.   LITERATUURSTUDIE ................................................................................................... 2  

2.1.   ALCOHOL EN ALCOHOL IN HET VERKEER ........................................................... 2  

2.2.   VERSCHILLENDE ALCOHOLMERKERS: OVERZICHT ......................................... 3  

2.3.   INDIRECTE MERKERS ................................................................................................. 3  

2.3.1.   Transaminases ...................................................................................................... 3  

2.3.2.   Gamma-glutamyl transferase (GGT) ................................................................. 4  

2.3.3.   Serotonine metabolieten ...................................................................................... 4  

2.3.4.   Gemiddelde corpusculair volume (MCV) .......................................................... 4  

2.3.5.   Koolhydraat-deficiënt transferrine (CDT) ........................................................ 4  

2.3.6.   Combinatie GGT-CDT ........................................................................................ 6  

2.3.7.   Andere indirecte merkers .................................................................................... 6  

2.4.   DIRECTE MERKERS ..................................................................................................... 6  

2.4.1.   Ethanol .................................................................................................................. 7  

2.4.2.   Fosfatidylethanol (PEth) ..................................................................................... 7  

2.4.3.   Fatty acid ethyl esters (FAEE) ............................................................................ 7  

2.4.4.   Ethyl glucuronide (EtG) ...................................................................................... 7  

2.4.5.   Ethyl sulfaat (EtS) ............................................................................................... 8  

2.5.   ETHYL GLUCURONIDE ............................................................................................... 8  

2.6.   HAARANALYSE .......................................................................................................... 10  

2.6.1.   Incorporatiemechanismen van lichaamsvreemde stoffen in haar ................. 10  

2.6.2.   Algemene procedure .......................................................................................... 11  

2.6.3.   Voor – en nadelen ............................................................................................... 12  

2.7.   VASTE FASE EXTRACTIE ......................................................................................... 13  

2.7.1.   Werking .............................................................................................................. 13  

2.7.2.   Interactie mechanismen ..................................................................................... 14  

2.7.3.   Doelstellingen ...................................................................................................... 16  

2.8.   ANALYSE ..................................................................................................................... 17  

2.8.1.   Gas chromatografie ........................................................................................... 17  

Page 6: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

2.8.2.   Vloeistofchromatografie .................................................................................... 17  

3.   OBJECTIEVEN .............................................................................................................. 18  

4.   MATERIALEN EN METHODEN ................................................................................ 19  

4.1.   VOORBEREIDING HAARSTALEN ........................................................................... 19  

4.1.1.   Materialen ........................................................................................................... 19  

4.1.2.   Methoden ............................................................................................................ 19  

4.2.   VASTE FASE EXTRACTIE ......................................................................................... 20  

4.2.1.   Materialen ........................................................................................................... 20  

4.2.2.   Methoden ............................................................................................................ 25  

4.2.3.   Berekeningen ...................................................................................................... 27  

4.3.   ANALYSE ..................................................................................................................... 29  

4.3.1.   Materialen ........................................................................................................... 29  

4.3.2.   Methoden ............................................................................................................ 29  

4.4.   OPTIMALISATIE SPE .................................................................................................. 32  

4.4.1.   Materialen ........................................................................................................... 32  

4.4.2.   Methoden ............................................................................................................ 32  

4.5.   BEPALEN MATRIXEFFECT EN RECOVERY: CLEAN SCREEN EN BOND

ELUT SAX ............................................................................................................................... 33  

4.5.1.   Materialen ........................................................................................................... 33  

4.5.2.   Methoden ............................................................................................................ 33  

5.   RESULTATEN EN DISCUSSIE ................................................................................... 35  

5.1.   RESULTATEN PRIMAIRE TESTEN VASTE FASE EXTRACTIE .......................... 35  

5.1.1.   Verlies in de laad– en wasstap .......................................................................... 35  

5.1.2.   Oasis MAX en Clean Screen ............................................................................. 38  

5.1.3.   Sterke anionuitwisselaars .................................................................................. 39  

5.2.   OVERZICHT MATRIXEFFECT KOLOMMEN ......................................................... 40  

5.3.   OPTIMALISATIE VASTE FASE EXTRACTIE .......................................................... 41  

5.3.1.   Oasis MAX .......................................................................................................... 41  

5.3.2.   Bond Elut SAX ................................................................................................... 43  

5.3.3.   Isolute SAX, Isolute PE-AX en Clean Screen .................................................. 45  

5.4.   MATRIXEFFECT EN RECOVERY ............................................................................. 47  

5.4.1.   Clean Screen ....................................................................................................... 47  

5.4.2.   Bond Elut SAX ................................................................................................... 48  

Page 7: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

6.   CONCLUSIE ................................................................................................................... 51  

6.1.   ELIMINATIE OP BASIS VAN DE LAAD – EN WASSTAP ..................................... 51  

6.2.   VERMINDEREN VAN HET MATRIXEFFECT ......................................................... 51  

6.3.   BOND ELUT SAX ........................................................................................................ 51  

7.   LITERATUURLIJST ..................................................................................................... 53  

Page 8: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN

5-HIAA 5-hydroxy-indol azijnzuur

5-HTOL 5-hydroxytryptophol

ACN Acetonitril

ALT Alanine transaminase

AST Aspartaat transaminase

Beta-HEX Beta-hexosaminidase

BIVV Belgisch Instituut Voor de Verkeersveiligheid

CDT Carbohydrate deficient transferrin

EI Electrospray ionization

EtG Ethyl glucuronide

EtS Ethyl sulfaat

eV Elektronvolt

FAEE Fatty acid ethyl esters

GC Gas Chromatography

GGT Gamma-glutamyl transferase

H2O Water

HAA Hemoglobin-associated acetaldehyde

HCl Zoutzuur

HILIC Hydrophilic Interaction Liquid Chromatography

IS Interne Standaard

LC Liquid Chromatography

MCV Mean corpuscular volume

Page 9: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

MeOH Methanol

mg Milligram

min Minuten

mL Milliliter

mM Millimolair

mmHg Millimeter kwik

MS Massaspectrometer

MS/MS Tandem massaspectrometrie

NCI Negative Chemical Ionization

NH3 Ammoniak

NH4OH Ammonium hydroxide

PEth Fosfatidylethanol

pg Picogram

Rpm Revolutions per minute

SAX Strong anion exchange

sec Seconden

SIJ Sialic-acid index of Apo J

SoHT Society of Hair Testing

SPE Solid Phase Extraction

Tf Transferrine

TFA Trifluoroazijnzuur

UPLC Ultra Performance Liquid Chromatography

UV Ultraviolet

Page 10: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

 

V Voltage

Page 11: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  1

1. INLEIDING

Bij een overtreding van de wet is de rechter in staat om een rijbewijs gedurende een bepaalde

periode in te trekken. De rechter kan het terugkrijgen van het ingetrokken rijbewijs associëren

met het slagen voor bepaalde herstelonderzoeken. De onderzoeken houden psychologische

en/of medische testen in. Bij aanwijzingen van alcoholverslaving kan ook een alcoholvrije

periode worden opgelegd [1, 2].

De huidige methode die in België gehanteerd wordt om een periode van alcoholonthouding te

controleren is de bepaling van carbohydrate deficient transferrin (CDT). Het is een

diagnostische merker om alcoholgebruik te detecteren. Het nadeel van CDT als merker is de

beperkte specificiteit en gevoeligheid, wat aanleiding kan geven tot vals positieve en vals

negatieve resultaten. Er kan besloten worden dat de resultaten van de CDT-waarden geen

uitsluitsel kunnen geven i.v.m. de controle op chronisch alcoholgebruik [3, 4].

In samenwerking met het Belgisch Instituut Voor de Verkeersveiligheid (BIVV) worden

verschillende nieuwe analytische methodes op punt gesteld om andere, directe, biomerkers

van alcohol te bepalen. In deze thesis wordt er dieper ingegaan op de directe biomerker ethyl

glucuronide (EtG). EtG is een directe merker van ethanol aangezien het uitsluitend na

alcoholconsumptie in ons lichaam voorkomt. Het is een metaboliet van ethanol die in urine,

bloed en haar kan worden gedetecteerd. Het beperkte detectievenster van EtG in urine en

bloed vormt een probleem. Een EtG bepaling in de haarmatrix biedt hiervoor de oplossing.

Dankzij een haarbepaling kan de alcoholconsumptie van de afgelopen maanden worden

gedetecteerd. Dit is wel afhankelijk van de haarlengte [5, 6]. In het kader van een

onderzoeksproject op het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, wordt een

nieuwe UPLC-MS/MS methode ontwikkeld om ethyl glucuronide te kwantificeren in haar.

Voor de start van de analyse van EtG wordt de haarmatrix onderworpen aan

staalvoorbereidende stappen. Een Solid phase extraction (SPE) of vaste fase extractie is een

belangrijke stap bij de staalvoorbereiding. Het voornaamste doel van een vaste fase extractie

is de isolatie van de gewenste componenten. In dit onderzoek is dit nl. EtG. Een vaste fase

extractie biedt de mogelijkheid om interfererende substanties, die eveneens geëxtraheerd

worden uit de haarmatrix, uit het staal te verwijderen. Een vaste fase extractie wordt

uitgevoerd met een SPE-kolom [7]. Tijdens dit onderzoek zullen verschillende SPE-

kolommen met elkaar worden vergeleken.

Page 12: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  2

2. LITERATUURSTUDIE

2.1. ALCOHOL EN ALCOHOL IN HET VERKEER

Drinken en rijden met een voertuig gaan niet samen. Het effect van ethanol (alcohol) op de

rijvaardigheid werd grondig bestudeerd. Bij 0,5 promille (0,5 ‰) of 0.5 gram ethanol per liter

bloed ondervindt de meerderheid van de bevolking effecten die de rijvaardigheid in het

gedrang brengen. Vanaf deze waarde wordt de waakzaamheid van de bestuurder verstoord.

Daarenboven worden de psychomotorische vaardigheden en de visuele scherpte negatief

beïnvloed. De kans dat je als bestuurder van een voertuig betrokken raakt in een fataal

ongeluk is tot tien keer groter vanaf 0,5 promille, in vergelijking met een volledig nuchtere

chauffeur [8].

Vanaf een bloedalcoholconcentratie van 0,5 promille is een persoon in België strafbaar

volgens de wet; dit wordt arbitrair gelijkgesteld met 0,22 mg alcohol per liter uitgeademde

lucht. Wanneer die limiet overschreden wordt, kan de rechter een geldboete opleggen. In

bepaalde gevallen kan de rechter het rijbewijs intrekken en kan er zelfs een gevangenisstraf

worden opgelegd. Bij het intrekken van het rijbewijs moet deze persoon op het einde van die

periode opnieuw zijn rijvaardigheid bewijzen. Dit gebeurt aan de hand van één of meerdere

testen die mogelijk door de rechter opgedragen worden: een theoretisch examen, een

praktisch examen, psychologische testen of medische testen [9]. Naast die testen kan de

rechter ook een alcoholvrije periode (abstinentie) van minstens 6 maanden opleggen wanneer

iemand aan een alcoholverslaving leidt [2]. Om te controleren of een persoon geen alcohol

gedronken heeft, in die periode van 6 maanden, wordt een bloedanalyse uitgevoerd. In België

wordt bij de analyse het percentage koolhydraat-deficiënt transferrine (CDT%) in het serum

gemeten.

Een hoeveelheid ethanol wordt niet bij iedere persoon weerspiegeld in dezelfde

ethanolconcentraties in het bloed [10]. Het is afhankelijk van een aantal parameters, o.a.

geslacht, BMI, ras en een alcoholafhankelijkheid. In de lever wordt ± 95% van de ethanol, die

in ons lichaam wordt opgenomen, geoxideerd. In het oxidatieproces wordt ethanol via

acetaldehyde omgezet tot azijnzuur (zie figuur 2.1.). Het overige deel wordt grotendeels

gemetaboliseerd in de longen (1,6-6%), de huid (0,5%) en de nieren (0,5-2%) [11]. Een klein

percentage (2-10%) komt onveranderd in zweet, urine en uitgeademde lucht terecht. [10]

Slechts een zeer klein gedeelte wordt gemetaboliseerd tot vetzuur ethylesters,

ethylglucuronide, ethylsulfaat en fosfatidylethanol [12].

Page 13: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  3

2.2. VERSCHILLENDE ALCOHOLMERKERS: OVERZICHT

Om ethanol te detecteren zijn er zowel directe als indirecte biomerkers die een beeld kunnen

geven van het voorbije alcoholgebruik. Figuur 2.1. geeft een overzicht weer van de

belangrijkste biomerkers. Om correcte resultaten te bekomen moeten de analyses met de

meest gevoelige en meest specifieke merkers gebeuren. Om deze redenen werd gekozen om

EtG te hanteren als merker van ethanol [13].

Figuur 2.1. Metabolisme ethanol en overzicht directe en indirecte merkers [10, 14].

ALT: alanine aminotransaminase, AST: aspartaat aminotransaminase, MCV: mean

corpuscular volume en GGT: gamma-glutamyl transferase

2.3. INDIRECTE MERKERS

Indirecte merkers zijn niet rechtstreeks gecorreleerd met een ethanolinname. Ze geven slechts

een indicatie van het alcoholgebruik. Door het gebrek aan correlatie tussen beiden kunnen de

merkers aanleiding geven tot vals positieve en vals negatieve resultaten. Dit betekent dat de

specificiteit en gevoeligheid van de merkers niet optimaal is. Hierna volgt een overzicht van

de belangrijkste indirecte merkers [4].

2.3.1. Transaminases

De stijging van alanine aminotransaminase (ALT) en aspartaat aminotransaminase (AST) is

gebaseerd op het feit dat bij chronisch alcoholgebruik de lever schade oploopt. Dit wordt

gereflecteerd in een stijging van deze enzymen in het serum [15]. De transaminases hebben

een beperkte specificiteit, aangezien de serumwaarden ook kunnen stijgen bij andere

aandoeningen: een myocard infarct, een trauma aan de skeletspieren of een leverziekte. De

waarden van AST en ALT stijgen niet bij één hoge alcoholinname [6, 16].

ALDH%

Indirecte)merkers)%

Directe)merkers)

ADH%CH3CHO%acetaldehyde%

CH3COOH%azijnzuur%

Oxida8ef:%

Niet<oxida8ef:%

Na%orgaan%of%weefsel%schade:%

Alcohol%dehydrogenase%(ADH)% Aldehyde%dehydrogenase%(ALDH)%%

Page 14: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  4

2.3.2. Gamma-glutamyl transferase (GGT)

GGT is een glycoproteïne enzym. De serumwaarde van het leverenzym stijgt bij

alcoholgebruik doordat er een beschadiging aan de lever optreedt. GGT is als biomerker

gevoeliger dan de transaminases. Desondanks is de specificiteit niet optimaal, aangezien de

bloedwaarden ook kunnen stijgen bij o.a. geneesmiddelengebruik of een hepatobiliaire ziekte

[17, 18].

2.3.3. Serotonine metabolieten

In urine kunnen twee metabolieten van serotonine teruggevonden worden: 5-

hydroxytryptophol (5-HTOL) en 5-hydroxy-indol azijnzuur (5-HIAA). 5-HTOL komt in

normale omstandigheden voor in urine, maar bij alcoholgebruik stijgt het 5-HTOL-level tot

20u na inname. Het berekenen van de ratio van 5-HTOL op 5-HIAA is een specifieke, maar

indirecte merker [6, 17, 18].

2.3.4. Gemiddelde corpusculair volume (MCV)

MCV staat voor mean corpuscular volume of gemiddeld celvolume van een rode bloedcel. De

morfologie van de rode bloedcel wordt beïnvloed door alcohol en zijn metabolieten. Bij

chronisch alcoholgebruikers stijgt het volume van de rode bloedcellen. Aangezien rode

bloedcellen een levensduur van 120 dagen hebben, levert dit tot 3 maanden na het laatste

alcoholgebruik een bewijs dat een persoon gedronken heeft. Het nadeel van deze indirecte

merker is echter de specificiteit, aangezien MCV ook stijgt bij verschillende andere

aandoeningen [17].

2.3.5. Koolhydraat-deficiënt transferrine (CDT)

Vooraleer men in België een ingetrokken rijbewijs terugkrijgt, wordt het CDT% gemeten in

het serum om de opgelegde alcoholvrije periode te controleren. Een CDT%-bepaling kan

zowel een alcoholvrije periode als chronisch alcoholgebruik detecteren [3, 4].

Transferrine is een glycoproteïne die zorgt voor het ijzertransport in de bloedbaan.

Transferrine is opgebouwd uit een polypeptideketen verbonden met twee koolhydraatketens.

Deze dragen een wisselend aantal eindstandige siaalzuurgroepen, wat resulteert in

verschillende isovormen. Figuur 2.2. geeft de chemische structuur van siaalzuur weer. In het

lichaam bevinden zich verschillende isovormen van transferrine (Tf): pentasialo-Tf,

tetrasialo-Tf, trisialo-Tf, disialo-Tf, monosialo en asialo-Tf. De verschillende isovormen

worden weergegeven in figuur 2.3. [19].

Page 15: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  5

Figuur 2.2. Structuur siaalzuur [20].

Figuur 2.3. De verschillende isovormen van transferrine [21].

De benaming CDT (carbohydrate deficient transferrin) staat voor de som van drie

verschillende isovormen van transferrine: disialo-, monosialo- en asialo-Tf. Onderzoek heeft

aangetoond dat voornamelijk disialo– en asialo-Tf gecorreleerd zijn met chronisch

alcoholgebruik [22]. In sommige studies wordt ook trisialo-Tf in rekening gebracht [23]. Bij

chronisch alcoholgebruik, gedefinieerd als meer dan 60 g ethanol per dag nuttigen en dit

gedurende een lange periode, neemt CDT toe. De stijging wordt veroorzaakt doordat de

eindstandige siaalzuurgroepen verwijderd worden bij de langdurige blootstelling aan ethanol

[17, 24]. CDT% wordt berekend door de verhouding te bepalen van de hoeveelheid CDT op

de totale hoeveelheid transferrine [16, 25].

CDT bezit in vergelijking met alle andere indirecte merkers een relatief goede specificiteit en

gevoeligheid. Een gestegen waarde levert het bewijs dat een persoon de afgelopen 2 weken

alcoholische dranken heeft ingenomen. Toch zijn zowel de gevoeligheid als de specificiteit

van CDT als merker niet optimaal. Zwangerschap en bepaalde leverziekten doet het CDT%

stijgen ondanks een alcoholvrije periode. Dit kan zorgen voor een lagere specificiteit en leidt

tot valse positieve resultaten [4, 15, 25]. Verder is het mogelijk dat het CDT% in het serum

niet stijgt bij een kortstondige hoge alcoholinname. Het is eveneens mogelijk dat de CDT-

levels niet stijgen, ondanks chronisch alcoholgebruik. Deze vaststellingen zorgen ervoor dat

de gevoeligheid niet altijd optimaal is [4].

Eindstandige*siaalzuur*Koolhydraatketen*Polypep6deketen*

Page 16: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  6

Het meten van de CDT% is niet altijd feilloos. De resultaten moeten zorgvuldig

geïnterpreteerd worden aangezien er een kans bestaat op vals positieve en vals negatieve

resultaten. De uitkomst van analytische testen moet steeds vergeleken worden met de

medische en psychologische testen die worden uitgevoerd. De CDT%-waarden kunnen

afhankelijk van deze testen bevestigd of ontkracht worden [3].

2.3.6. Combinatie GGT-CDT

De combinatie van GGT-CDT resulteert in meer gevoelige resultaten dan bij het gebruik van

één indirecte biomerker en dit zonder daarbij aan specificiteit te verliezen. De verhouding

GGT-CDT in het serum blijft hetzelfde ongeacht de aan– of afwezigheid van een

leverpathologie. Bij andere indirecte merkers kunnen de serumwaarden stijgen bij een

leveraandoening, wat de interpretatie van de resultaten bemoeilijkt [13, 15].

2.3.7. Andere indirecte merkers

Naast bovenstaande merkers zijn er nog een aantal andere indirecte merkers die minder

frequent gebruikt worden: o.a. acetaldehyde, hemoglobine geassocieerd acetaldehyde (HAA),

totaal serum siaalzuur (TSA), siaalzuur index van Apo J (SIJ) en serum beta-hexosaminidase

(Beta-HEX) [17].

2.4. DIRECTE MERKERS

Geen enkele indirecte merker kan een definitief bewijs van chronische alcoholinname leveren.

Directe merkers kunnen dit wel aangezien ze enkel ontstaan in de aanwezigheid van ethanol.

Bijgevolg zijn de directe merkers, in tegenstelling tot de indirecte, meer gevoelig en specifiek

[24]. Tabel 2.1. geeft een overzicht van de directe merkers en hun detectievenster.

Tabel 2.1. Overzicht directe merkers en hun detectievenster.

biomerker Matrix detectievenster Referentie Ethanol Urine 18-24 u [6]

Bloed 10-12u uitgeademde lucht 4-6u

PEth Bloed 4 weken [12] FAEE Bloed 99u

[26] Haar maanden EtS Bloed 4-8 uur

[16] Urine 30 u

EtG

Bloed 4-8 uur Urine 1u - 5 dagen Haar Maanden [26]

Page 17: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  7

2.4.1. Ethanol

Ethanol kan gedetecteerd worden in urine, bloed of uitgeademde lucht. Het nadeel is echter

zijn beperkte detectievenster. In urine is het mogelijk om ethanol op te sporen tot 18-24u, in

bloed tot 10-12u en in de uitgeademde lucht tot 4-6u na inname. Tenzij voor recent

alcoholgebruik te detecteren wordt ethanol zelf niet gebruikt als merker voor

alcoholconsumptie vanwege zijn vluchtigheid en de mogelijkheid op contaminatie [6, 18, 27].

2.4.2. Fosfatidylethanol (PEth)

PEth is een glycerofosfolipide dat enkel na inname van ethanol gevormd wordt en heeft

daardoor een specificiteit van 100%. Bovendien bezit de merker een gevoeligheid tussen 94

en 100% [12].

2.4.3. Fatty acid ethyl esters (FAEE)

Ethanol ondergaat tijdens zijn metabolisatie een esterificatie waardoor FAEE gevormd

worden. FAEE zijn een groep van meer dan 20 verschillende ethyl esters van vrije vetzuren.

Ze ontstaan in het bloed en komen voornamelijk via talg in het haar terecht. Volgens een

consensus van de Society of Hair Testing kan chronische alcoholconsumptie worden

aangetoond door de bepaling van 4 verschillende FAEE in haar. Door de detectie in haar biedt

de bepaling van FAEE de mogelijkheid om het alcoholgebruik van de afgelopen maanden te

controleren. Dit is echter afhankelijk van de haarlengte [16, 27, 28].

Abstinentie kan niet gecontroleerd worden met behulp van FAEE, aangezien er zelfs bij

geheelonthouders steeds een kleine hoeveelheid aan FAEE in het haar wordt teruggevonden.

Dit kan aanleiding geven tot vals positieve resultaten. Een eerste verklaring is de endogene

aanwezigheid van FAEE in het haar. Een andere oorzaak is het gebruik van haarlotions op

basis van ethanol die ervoor zorgen dat er FAEE in het haar worden teruggevonden ondanks

abstinentie. Het is echter wel zo dat FAEE een betere gevoeligheid en specificiteit t.o.v. alle

indirecte merkers bezitten [6, 26].

2.4.4. Ethyl glucuronide (EtG)

Het onderzoek van deze thesis gaat voornamelijk over ethyl glucuronide in haar. In een

volgend hoofdstuk worden de eigenschappen van EtG uitgebreider besproken.

Page 18: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  8

2.4.5. Ethyl sulfaat (EtS)

EtS is een niet-oxidatieve metaboliet van ethanol die wordt aangemaakt door sulfatatie via

sulfotransferasen. EtS kan teruggevonden worden in urine. Het nadeel van de detectie in urine

is het beperkte detectievenster: het kan slechts tot 30 uur na alcoholinname waargenomen

worden. [16] Er bestaat ook een kans op vals positieve resultaten, aangezien ethanol

bevattende mondspoelmiddelen een stijging van EtS in urine kunnen veroorzaken. [6]

2.5. ETHYL GLUCURONIDE

Zoals reeds eerder werd vermeld, is ethylglucuronide een alternatieve directe biomerker voor

ethanol. Tijdens de metabolisatie van ethanol wordt 0,02-0,06 % omgezet in EtG door de

conjugatie van glucuronzuur en ethanol. Na inname van ethanol kan EtG worden

teruggevonden in bloed tot 8u en 1u tot 5 dagen in urine. Ook in haar is ethyl glucuronide op

te sporen [5, 6, 16, 28, 29]. EtG is een polaire molecule met een moleculair gewicht van

222,19 g/mol en een pKa van 3,21. De chemische structuur van EtG bevat een carboxylgroep

en wordt weergegeven in Figuur 2.4. Het mechanisme voor de incorporatie in haar is nog niet

volledig gekend, maar de hypothese wordt gesteld dat door de hydrofiliciteit van de molecule

dit voornamelijk via zweet plaatsvindt [28, 30, 31].

Figuur 2.4. Structuur EtG [31].

Page 19: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  9

Volgens een consensus van de Society of Hair Testing wordt er vanaf een concentratie ≥ 30

pg EtG /mg haar gesproken van chronisch alcoholgebruik. Dit komt overeen met gedurende

enkele maanden dagelijks meer dan 60 g alcohol innemen. De meting gebeurt met stukjes

haar van 0-3 en 0-6 cm [27].

EtG heeft als biomerker een grotere gevoeligheid dan CDT en andere indirecte merkers [32].

Nochtans is deze nog steeds niet optimaal: er kunnen zowel vals positieve als vals negatieve

resultaten voorkomen. Zo wordt soms, na inname van ethanol, toch geen EtG teruggevonden

in het hoofdhaar. Wanneer EtG niet wordt teruggevonden in haar, is dit bijgevolg geen bewijs

van abstinentie [4]. Haarlotions die ethanol bevatten kunnen ook de resultaten beïnvloeden

[33, 34]. Er zijn echter studies die dit tegenspreken [35, 36]. Aangezien EtG enkel ontstaat bij

de inname van ethanol levert de aanwezigheid van EtG in haar bijgevolg wel een bewijs van

alcoholinname. Er kan geconcludeerd worden dat indien een persoon positief test voor EtG,

abstinentie kan worden uitgesloten [4].

Er worden slechts zeer kleine hoeveelheden EtG teruggevonden in haar (pg/mg). Dit zorgt

ervoor dat er nood is aan een zeer gevoelige detectiemethode [37]. Het voordeel van EtG als

biomerker is dat deze niet beïnvloed wordt door geslacht, leeftijd, ziekte, bepaalde

geneesmiddelen en haarkleur [38]. EtG in haar is een goede indicator voor alcoholgebruik

aangezien het in haar stabiel blijft gedurende drie maanden en het de mogelijkheid biedt om

een profiel op te stellen van de alcoholconsumptie van de afgelopen maanden. Een analyse

door middel van andere directe of indirecte merkers kan gebruikt worden om de bekomen

resultaten te bevestigen of ontkrachten [39, 40].

Page 20: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  10

2.6. HAARANALYSE

2.6.1. Incorporatiemechanismen van lichaamsvreemde stoffen in haar

Haar groeit vanuit een haarfollikel die zich onder het huidoppervlak bevindt. De groei van

haar is een cyclisch proces met een groei-, rust- en uitvalfase. De groeisnelheid van hoofdhaar

bedraagt 0,6-1,4 cm per maand. De capillairen die de follikel omgeven zorgen voor de

toevoer van de nodige voedingsstoffen. Ook lichaamsvreemde stoffen, zoals metabolieten van

alcohol, kunnen in het haar worden opgenomen. Er wordt verondersteld dat de incorporatie

tot stand komt door vier mechanismen die weergeven worden in figuur 2.5.

Figuur 2.5. Incorporatie mechanismen in haar [41].

1. Via passieve diffusie komen de substanties vanuit de capillairen in de groeiende cellen

van het haarfollikel.

2. Via omliggende compartimenten die zich diep in de huid bevinden incorporeren de

stoffen in het haar.

3. Vanuit het zweet dat afkomstig is van de omliggende zweetklieren komen substanties

via diffusie in het haar terecht. Ook via talg dat vanuit de talgklieren gesecreteerd

wordt in de haarfollikel komen de substanties door diffusie in het haar terecht.

4. Uit de omgeving kunnen stoffen op het oppervlak van de huid terecht komen en zo het

haar binnendringen.

Het vermogen van substanties om opgenomen te worden in haar, is geassocieerd met de

chemische structuur ervan. De lipofiliciteit en de basiciteit van de substanties zijn hierbij van

belang als ook de hoeveelheid melanine in haar [41, 42].

1.##

2.#

3.#3.# 4.#

Page 21: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  11

2.6.2. Algemene procedure

De haaranalyses worden uitgevoerd volgens bepaalde richtlijnen. Het grootste deel van de

laboratoria werkt volgens richtlijnen die opgesteld zijn door de Society of Hair Testing (SoHT)

[43]. Naast het testen van hoofdhaar, is het eveneens mogelijk om de aanwezigheid EtG te

bepalen in o.a. schaam-, borst-, oksel- en andere lichaamsharen [44].

2.6.2.1. Verzamelen haarstaal en opslag

Het verzamelen van de haarstalen wordt bij voorkeur uitgevoerd door een

laboratoriummedewerker. Verschillende belangrijke zaken dienen genoteerd te worden bij de

staalafname: de lengte van het haar, de haarkleur, aantal centimeter haar dat achterblijft op het

hoofd, voorafgaande cosmetische haarbehandelingen, de datum en de plaats op het hoofd. Het

staal wordt zo dicht mogelijk tegen de hoofdhuid afgenomen en hierbij wordt aangegeven

welke zijde van het staal zich aan de hoofdhuid bevond. Bij voorkeur wordt het staal

afgenomen op de plaats die de vertex posterior heet. Haarstalen worden het best bewaard in

een papieren enveloppe bij kamertemperatuur, in een droge en donkere kamer.

2.6.2.2. Segmentatie

Vermits haar zo’n 1 cm per maand groeit kan er een tijdsprofiel op basis van de

geconsumeerde substanties worden opgesteld. Om een goed profiel te kunnen weergeven

wordt het haar in stukken van 1 centimeter gesegmenteerd.

2.6.2.3. Decontaminatie en het verknippen van haar of pulveriseren

Decontaminatie van het haar is noodzakelijk aangezien substanties uit de omgeving op het

haar kunnen blijven kleven. Deze externe contaminatie kan leiden tot vals positieve

resultaten. Dit kan veroorzaakt worden door o.a. resten van haarproducten, talg, stof of andere

substanties uit de lucht. Na de decontaminatie worden de haren per segment geknipt of

verpulverd.

2.6.2.4. Extractie van substanties uit haarmatrix

De componenten die zich in de haarmatrix bevinden dienen te worden geëxtraheerd. De keuze

van het extractiesolvent is afhankelijk van de structuur van de stoffen die geanalyseerd

worden.

Page 22: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  12

2.6.2.5. Opzuiveren van extract en analyse

Voorafgaand aan de analyse worden de extracten gezuiverd om de interfererende substanties,

die na de extractie nog in het staal aanwezig kunnen zijn, te verwijderen. De verschillende

procedures die gebruikt worden zijn: vaste fase (micro-) extractie of vloeistof-vloeistof

extractie. De analyse gebeurt door een gepaste techniek, vaak LC-MS of GC-MS [41, 42, 45].

2.6.3. Voor – en nadelen

2.6.3.1. Voordelen

• Het voordeel van een haaranalyse t.o.v. bloed- of urineanalyses is het lange

detectievenster. De samenstelling van het haar geeft een profiel weer van het

alcoholgebruik van de afgelopen maanden, afhankelijk van de haarlengte.

• Niet-invasieve staalafname (in vergelijking met een bloed staalafname).

2.6.3.2. Nadelen

• Een haarlengte die 6 cm overschrijdt, is niet meer bruikbaar voor analyse aangezien de

concentratie van de substanties afneemt naarmate het haar verder groeit. Een

haarlengte die kleiner is dan 3 cm moet bij de resultaten van een EtG bepaling in haar

met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd [37, 39, 41].

• Water, wind en UV-stralen (bv. van de zon) kunnen het haar beschadigen en dit heeft

gevolgen voor de concentraties van de substanties in het haar [41, 42].

• De hydrofiliciteit van EtG kan ertoe leiden dat, bij het meervoudig wassen van het

haar met shampoo, de molecule verwijderd wordt uit het haar [28, 46].

• De pigmentatie van het haar wordt veroorzaakt door melanine en bepaalt onze

haarkleur. Melanine kan een invloed hebben op de concentratie van de stoffen die in

het haar terecht komen. Bij EtG is dit niet het geval [47].

• Cosmetische behandelingen zoals kleuren of bleachen kunnen EtG uit het haar

verwijderen. Dit kan leiden tot vals negatieve resultaten [46].

• Recent alcoholgebruik kan niet gedetecteerd worden aangezien de metabolieten van

alcohol pas na een week opgenomen worden in het haar [5].

Page 23: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  13

2.7. VASTE FASE EXTRACTIE

Vooraleer een haarstaal geanalyseerd wordt, vinden er staalvoorbereidingen plaats, met als

belangrijkste stap een solid phase extraction (SPE) of een vaste fase extractie.

2.7.1. Werking

De geldende principes van een vloeistofchromatografie zijn eveneens bij een vaste fase

extractie van toepassing. De extractie van een analiet vindt plaats door een interactie die

ontstaat tussen een vaste (sorbent) en een vloeibare fase. De vaste fase is het sorbent waaruit

de kolom is opgebouwd. De vloeibare fase wordt op de kolom gebracht, vloeit erdoorheen en

verlaat uiteindelijk de kolom. Een vaste fase extractie gebeurt in 4 opeenvolgende stappen:

conditioneren, laden van het staal op de kolom, wegwassen van ongewenste substanties en

elueren van de analiet [48-50]. Figuur 2.7. verduidelijkt het proces dat verder in het hoofdstuk

wordt verklaard.

Figuur 2.7. De verschillende stappen van een vaste fase extractie [51].

Een vaste fase extractie begint met het conditioneren. Het conditioneren is noodzakelijk voor

het sorbent van de kolom. Bij het conditioneren worden er verschillende oplossingen

doorheen de kolom gestuurd. Het eerste solvent zal voor de activatie van het sorbent zorgen

zodat het nadien een interactie kan aangaan met de analiet. Vervolgens wordt een tweede

solvent op de kolom gebracht die het eerste verwijderd. Het tweede solvent zorgt ervoor dat

de kolom voorbereid wordt op het laden van het staal [48, 52]. Na conditionering van de

kolom wordt het staal op de kolom gebracht. Bepaalde componenten die aanwezig zijn in het

staal kunnen reversibele interacties aangaan met de functionele groepen op het oppervlak van

het sorbent. De interactie zorgt ervoor dat de relevante analieten uit het staal op de kolom

worden weerhouden (retentie).

Vaste&fase&extrac+e&&

De afbeelding kan niet worden weergegeven. Mogelijk is er onvoldoende geheugen beschikbaar om de afbeelding te

solidphasea2eelding.jpg&soli&

Interfererende&componenten&

Analiet&(EtG)&

Condi+oneren& Laden&staal& Wassen& Elueren&

Page 24: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  14

De overige substanties in het staal, die geen interactie met het sorptiemateriaal van de kolom

vertonen, vloeien doorheen de kolom. Dit maakt het mogelijk om specifieke componenten uit

het staal te extraheren. Daarna vindt de wasstap plaats met als doel zoveel mogelijk

interfererende substanties (interferenties) van de kolom te elimineren en de analiet op de

kolom te weerhouden. De laatste stap is de elutie. Een geschikt solvent verbreekt de

interacties tussen de overgebleven componenten en de functionele groepen van de kolom

waardoor de componenten de kolom verlaten. Dit proces heet elueren. De opeenvolging van

de verschillende stappen maakt het mogelijk om een specifieke substantie (analiet) af te

zonderen of te extraheren uit een bepaalde matrix [48, 53].

Om een goede vaste fase extractiemethode te bekomen moet er rekening gehouden worden

met de eigenschappen van de analiet, het sorbent en de matrix. Daarenboven moet de elutie

compatibel zijn met de gebruikte analysemethode [53].

2.7.2. Interactie mechanismen

Er zijn verschillende interacties mogelijk tussen de analiet en de functionele groepen op het

oppervlak van het sorbent. De functionele groepen zijn covalent gebonden op een sorbent of

pakkingsmateriaal, dat opgebouwd is uit silica of polymeren. Ongebonden silica bevat

silanolgroepen die als functionele groep hydroxylgroepen bezitten. Silica kan gemodificeerd

worden door op de silanolgroepen liganden te plaatsen. De modificatie is niet volledig en de

vrije silanolfuncties veroorzaken secundaire polaire en ionische interacties. Silica is stabiel bij

pH van 2 tot 7,5. Een sorbent bestaande uit polymeren is stabiel bij alle pH-waarden (0 t.e.m.

14) en wekt geen secundaire ionische interacties op [48, 53]. Er zijn vier types sorbenten die

elk verschillende interacties veroorzaken:

2.7.2.1. Normale fase sorbent

Polaire functionele groepen op het sorbent reageren met polaire gedeelten van componenten

uit het staal. Er zijn verschillende functionele groepen die aanleiding geven tot hydrofiele of

polaire interacties vb. amines, hydroxylgroepen en carbonylgroepen [48].

Page 25: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  15

2.7.2.2. Omgekeerde fase sorbent

Een kolom die gepakt is met silica kan gemodificeerd worden door hydrofobe groepen op de

silanolgroepen te plaatsen, op die manier wordt een omgekeerde fase sorbent gevormd. De

componenten die het best geëxtraheerd worden door de hydrofobe interacties zijn apolaire

moleculen. Deze interacties komen tot stand door ‘dispersie’ of Van der Waals krachten. De

krachten treden ook op bij een kolom waarvan het pakkingsmateriaal opgebouwd is uit

polymeren [53].

2.7.2.3. Ionenuitwisselingssorbent

Een ionische interactie is een elektrostatische aantrekking die plaatsvindt wanneer 2 geladen

deeltjes, zowel van het sorbent als van een molecule uit het staal, met elkaar interageren. Een

positieve lading interageert met een negatieve lading en omgekeerd. Er zijn twee soorten

ionische interacties: kationische en anionische interacties (zie Figuur 8.2. ).

Figuur 2.8. Interacties van geladen analiet met anion – en kationuitwisselingssorbenten

[54].

Een anionische interactie grijpt aan tussen een negatieve lading van de analiet en een

tegenovergestelde positieve lading van het sorbent. Bij een kationische interactie gebeurt het

omgekeerde. Componenten met een ioniseerbare groep worden het beste geëxtraheerd met

een ionenuitwisselingssorbent. Er zijn twee soorten ionuitwisselingsreacties: een zwakke en

een sterke ionenuitwisselingsreactie. Sterke ionenuitwisselingssorbenten zijn steeds geladen,

ongeacht de pH. De lading van een zwakke ionenuitwisselaar is afhankelijk van de pH.

Page 26: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  16

Om de extractie goed te laten verlopen is de pH in de verschillende stappen (laden, wassen,

elueren) van belang. Bij de laadstap is het van belang dat zowel de functionele groepen op het

pakkingsmateriaal als die van de analiet geladen zijn. Een zure molecule (EtG) is bij een pH

van 2 eenheden boven de pKa voor 99% geladen, bij een pH van 2 eenheden onder de pKa is

ze voor 99% ongeladen. Afhankelijk van het feit of een sorbent een zwak of sterk

ionenuitwisselingssorbent is, verliest ofwel het sorbent ofwel de analiet zijn lading en elueert

de analiet. Naast de pH spelen ook de selectiviteit van de tegenionen en de ionensterkte van

het solvent een rol bij elutie van de analiet [48, 53].

2.7.2.4. Gemengde retentiemodus

Sorbenten met een gemengde retentiemodus bezitten verschillende soorten functionele

groepen die in staat zijn om meerdere reacties te combineren.

2.7.3. Doelstellingen De eerste doelstelling is het isoleren van de analiet. Een vaste fase extractie wordt gebruikt

om enkel de analiet in het eluaat over te houden. Ten tweede wordt de analiet

aangeconcentreerd. De concentratie van EtG in het haarstaal is zeer laag (pg/mg), wat de

bepaling bemoeilijkt. Na de extractie bevindt de analiet zich in een kleiner volume, waardoor

de concentratie toeneemt. Dit leidt tot een grotere respons van EtG bij de detectie, hetgeen

resulteert in een hogere gevoeligheid van de meetmethode [7]. Ten derde worden ongewenste

of interfererende componenten uit het staal verwijderd, waardoor de selectiviteit van de

methode verbetert. De interferenties zorgen bij de analyse voor het zogenaamde matrixeffect.

Het matrixeffect kan bij de analyse leiden tot een ionsuppressie of een ionversterking [7, 49].

Page 27: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  17

2.8. ANALYSE

Voor de analyse van EtG in haar worden zowel vloeistofchromatografie (LC) als

gaschromatografie (GC) gebruikt, beide gekoppeld aan een (tandem) massaspectrometer [27].

2.8.1. Gas chromatografie Het grote nadeel van GC is de derivatisatiestap. De derivatisatiestap is noodzakelijk om van

EtG een vluchtige molecule te maken, pas daarna kan EtG geanalyseerd worden door middel

van gaschromatografie. Een voorwaarde om gaschromatografie toe te passen is dat de

moleculen niet thermolabiel zijn [55].

De detectie vindt plaats met een massaspectrometer (MS). Jurado et al. (2004) [11] omschreef

een methode voor de bepaling van EtG in haar. Hierbij werd gebruik gemaakt van de

elektrospray ionisatie (EI), nl. GC-EI-MS, om EtG in haar te detecteren. Bij Yegles et al.

(2004) [56] werd een andere ionisatietechniek aangewend: een methode met GC-MS in de

negatieve chemische ionisatie mode (NCI). Ook andere bronnen beschreven een dergelijke

methode [28, 57].

Voor de detectie kunnen ook twee gekoppelde massaspectrometers met de gaschromatograaf

worden verbonden: GC-MS/MS. De tandem massaspectrometer verhoogt de gevoeligheid en

selectiviteit. In de literaruur wordt een validatie van een GC-NCI-MS/MS methode

beschreven [29, 31, 32]. Daarnaast beschreven Lees et al. (2012) [5] een GC-EI-MS/MS

methode om EtG te bepalen in haar.

2.8.2. Vloeistofchromatografie

Vloeistofchromatografie (LC) is een snelle en zeer efficiënte methode om EtG te bepalen. Het

nadeel van deze techniek is de ionsuppressie of ionversterking, veroorzaakt door het

matrixeffect, die bij de detectie het signaal doet dalen (suppressie) of doet verhogen

(versterking) [58]. In de literatuur wordt een LC-ESI-MS/MS methode omschreven [30, 37,

59-61]. De kolom die voor de analyses gebruikt werd is een omgekeerd fase kolom. De kolom

werd voor het eerst gehanteerd bij Janda et al. (2002). Om de ionisatie in de

massaspectrometer te verbeteren pasten 2 studies [60, 61] een post-kolom additie toe met

acetonitril. Kintz et al. (2008) [62] en Tarcomnicu et al. (2010) [63] maakten gebruik van

hydrophilic interaction liquid chromatography (HILIC) om EtG in haar te bepalen. De

detectie werd uitgevoerd door een MS. Vervolgens valideerde Kronstrand et al. (2011) [64]

een ultra performance liquid chromatography (UPLC) methode voor de bepaling van EtG in

haar.

Page 28: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  18

3. OBJECTIEVEN

Een bepaling van EtG in de haarmatrix biedt de mogelijkheid om de alcoholconsumptie van

de afgelopen maanden na te gaan, afhankelijk van de haarlengte. Met behulp van de directe

merker EtG kan via een haarbepaling chronisch alcoholgebruik worden vastgesteld. Tot op

heden wordt er naar een geschikte methode gezocht om een abstinentie en een beperkte

alcoholinname te kunnen onderscheiden. Om beiden te differentiëren is het noodzakelijk om

zeer lage concentraties aan EtG te detecteren. Het matrixeffect speelt hierbij een belangrijke

rol, aangezien de matrix kan leiden tot een lagere gevoeligheid. Een voldoende hoge

gevoeligheid is essentieel om deze lage concentraties te kwantificeren.

Gedurende de staalvoorbereiding worden de haren vermalen en door middel van water wordt

EtG uit de haren geëxtraheerd. Nadien wordt het extract opgezuiverd met behulp van vaste

fase extractie (SPE). Aangezien haar een complexe matrix is waar allerlei substanties zich in

bevinden, is de vaste fase extractie een enorm belangrijke stap bij de staalvoorbereiding. SPE

wordt toegepast om de gewenste component (EtG) te isoleren van de overige interferenties

die zich in het staal bevinden. De interferenties zijn afkomstig van de biologische matrix en

zorgen voor het matrixeffect. Door deze zoveel mogelijk te verwijderen wordt het

matrixeffect geminimaliseerd of eventueel geëlimineerd. In dit onderzoek wordt de vaste fase

extractie geoptimaliseerd. De reden hiervoor is dat co-eluerende interferenties de ionisatie van

de analiet beïnvloeden en deze kunnen het signaal verlagen (ionsuppression) of verhogen

(ionenhancement). Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is een geschikte SPE-kolom te

selecteren die het mogelijk maakt het matrixeffect te minimaliseren, zodat lage concentraties

EtG (pg/mg) kunnen worden gedetecteerd.

Tijdens dit onderzoek zullen verschillende SPE-kolommen met elkaar worden vergeleken. Er

werden negen SPE-kolommen geselecteerd op basis van een mogelijk goede retentie modus

voor EtG. Aan blanco-stalen, zonder EtG, zal een gekende hoeveelheid EtG worden

toegevoegd. Bij elke extractie wordt het staal, dat we laden op de kolom, opgevangen. Ook de

wasstap en de elutiestap worden opgevangen. Elke stap van de extractie zal met een UPLC-

MS/MS methode geanalyseerd worden en de verschillende hoeveelheden EtG worden

vergeleken. Na het vergelijken van de verschillende SPE-kolommen zal voor de meest

geschikte SPE-kolom de recovery en het matrixeffect worden nagegaan.

Page 29: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  19

4. MATERIALEN EN METHODEN

4.1. VOORBEREIDING HAARSTALEN

4.1.1. Materialen

Gebruikte toestellen:

• Weegschaal (Sartorius Mechatronics Belgium N.V., Vilvoorde, België)

• Vermaler (Precellys 24, Bertin Technologies, Montigny-Le-Bretonneux, France)

• Thermomixer ( Eppendorf Thermomixer comfort, Eppendorf, Hamburg, Duitsland)

• Centrifuge (Centrifuge 5417 R, Eppendorf, Hamburg, Duitsland)

• Buisjes (Precellys 24 (2 mL), Bertin Technologies; Montigny, Frankrijk)

• Finnpipetten (Fischer Scientific, Aalst, België)

Gebruikte reagentia:

• Water (H2O) (Biosolve Chimie, Dieuze, Frankrijk)

• EtG oplossing (LGC Promochem, Molsheim, België): 5 µg EtG / mL MeOH

• Mierenzuur/H2O (0,1/99,9) (v/v) (Biosolve Chimie, Dieuze, Frankrijk)

4.1.2. Methoden

Decontaminatie van de haren met H2O en aceton werd uitgevoerd voorafgaand aan de start

van dit onderzoek. Vervolgens starten de experimenten met het verknippen van de haren in

segmenten van ± 1 cm. Nadien wordt er 6 keer ± 30 mg van een blanco haarstaal afgewogen

en met een pincet in een buisje gestopt. Het blancostaal bevat geen EtG en is afkomstig van

vrijwilligers, kinderen of volwassen die geheelonthouders zijn. Verder worden de haren in de

buisjes vermalen met een Precellys 24 pulverisator. Het toestel maakt 6200 omwentelingen

per minuut (rpm) in 3 cyclussen van 90 seconden. De wachttijd tussen twee opeenvolgende

cycli bedraagt 5 seconden. Aan elk buisje wordt 1410 µL H2O toegevoegd. Hierna wordt 60

µL van een EtG werkoplossing met concentratie 250 ng/mL in de buisjes gepipetteerd. Het

totale volume in elk buisje bedraagt 1470 µL. Om de substanties volledig uit het haar te

extraheren worden de buisjes 2 uur geschud in de thermomixer bij 40°C, 900 rpm.

Door middel van H20 worden de substanties uit de haren geëxtraheerd aangezien uit

onderzoek blijkt dat dit een goede manier is om substanties uit de haren te extraheren [11].

Daaropvolgend worden de buisjes 10 minuten gecentrifugeerd bij 4°C, 14 000 rpm.

Page 30: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  20

4.2. VASTE FASE EXTRACTIE

4.2.1. Materialen

Gebruikte toestellen:

• High recovery vials (Waters Corp., Milford, USA)

• LCMS Certified vials (Waters Corp., Milford, USA)

• Vacuum Vac Master (IST Biotage, Uppsala, Zweden)

• Evaporator Vapotherm (Euro-scientific, Lint, België)

• IKA® VORTEX Genius 3 (IKA®-Werke GmbH & Co. KG, Staufen, Duitsland)

• Glazen pasteurpipetten (VWR International BVBA, Leuven, België)

• Finnpipetten (Fischer Scientific, Aalst, België)

Gebruikte reagentia:

• Methanol (Biosolve Chimie, Dieuze, Frankrijk)

• H2O (Biosolve Chimie, Dieuze, Frankrijk)

• Acetonitril (Biosolve Chimie, Dieuze, Frankrijk)

• Ammonium acetaat (Biosolve, Valkenswaard, Nederland)

• n-hexaan (Merck chemicals, Overijse, België)

• Ammoniak (32%) (Merck KGaA, Darmstadt, Duitsland)

• Mierenzuur (Sigma-Aldrich GmbH, Steinheim, Duitsland)

• EtG-D5 oplossing (LGC Promochem, Molsheim, België): 70 ng EtG-D5/mL MeOH

Gebruikte vaste fase extractie kolommen:

De verschillende kolommen werden geselecteerd op basis van een (theoretisch) goede retentie

modus voor de analiet. Voor het pakkingsmateriaal van de kolom werden zowel silica als

polymeren geselecteerd, beide met een gemengde of enkelvoudige retentiemodus. Aangezien

EtG een molecule is met ioniseerbare groepen werd voornamelijk gekozen voor sterke

anionuitwisseling. Ook de zwakke anionuitwisseling werd als retentiemodus uitgekozen. Dit

biedt de mogelijkheid om de vergelijking te maken met de sterke anionuitwisseling. Verder

werd er ook gekozen voor SPE-kolommen met polaire interacties aangezien EtG ook

hydrofiele eigenschappen heeft. De extractieprotocollen die gehanteerd worden zijn afkomstig

van specificaties van de fabrikant of van al eerder gebruikte protocollen in de literatuur. De

protocollen die gebruikt worden voor dit onderzoek bevinden zich in de tabellen 4.1. en 4.2.

Page 31: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  21

Naast het protocol worden ook het pakkingsmateriaal, de functionele groepen en de

interacties weergegeven in de tabel.

POLYMERISCH ANIONUITWISSELINGSSORBENT

1. Oasis MAX (60 mg, 3cc) (Waters Corp., Milford, USA)

2. Strata-X-AW (100 mg, 3 mL) ( Phenomenex, Utrecht, Nederland)

SORBENT MET GEMENGDE RETENTIEMODUS

1. Screen-A (100 mg, 1 mL) (Phenomenex, Utrecht, Nederland)

2. Bond Elut NH2 (50 mg, 1 mL) (Agilent Technologies, Diegem, België)

CLEAN SCREEN (200 mg, 3 mL) (United Chemicals Technologies, Bristol, Verenigd

Koninkrijk)

STERKE ANIONUITWISSELINGSSORBENTEN

Dit zijn sorbenten waarop functionele groepen gebonden zijn die steeds positief geladen zijn,

ongeacht de pH van het solvent. Bij een sterke anionuitwisseling is het pakkingsmateriaal van

de kolom steeds positief geladen. De positieve lading trekt negatief geladen deeltjes aan en

deze worden door de elektrostatische aantrekking op de kolom weerhouden. Gebaseerd op dit

mechanisme leiden de negatief geladen groepen van EtG (bv. een zure carboxylgroep) tot het

weerhouden van de analiet op de kolom. Onderstaande SPE-kolommen zijn opgebouwd uit

silica en bezitten een quaternaire amine als functionele groep. Het silicamateriaal wekt

secundaire hydrofiele interacties op. Verder maken de quaternaire amines de sterke

anionuitwisseling mogelijk. De pKa van deze functionele groepen is groter dan 14 [48, 49].

1. Bond Elut SAX (100 mg, 3mL) (Agilent Technologies, Diegem, België)

In het oorspronkelijk protocol werd de wasstap uitgevoerd met 1 mL ACN. Voorafgaand aan

de definitieve testen werd een vaste fase extractie uitgevoerd om te controleren of 1 mL

MeOH een sterkere was opleverde. Dit bleek echter niet het geval. Het standaardprotocol met

1 mL ACN wordt niet veranderd.

Page 32: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  22

2. Strata-SAX (100 mg, 3 mL) (Phenomenex, Utrecht, Nederland)

3. Isolute PE-AX (100 mL, 3 mL) (Sopachem, Eke, België)

4. Isolute SAX (100 mL, 3 mL) (Sopachem, Eke, België)

Er is niet veel verschil tussen Isolute SAX en Isolute PE-AX, enkel hun tegenion is

verschillend. Isolute SAX heeft als tegenion een chloride, Isolute PE-AX een acetaat. Het

acetaation wordt makkelijker van de kolom verdreven dan een chloride ion. Hoe sterker het

tegenion gebonden is aan de quaternaire aminegroep, hoe moeilijker het is voor de

componenten uit het staal om het tegenion te verdringen. Voor beide kolommen wordt

hetzelfde protocol gehanteerd om de vaste fase extractie uit te voeren. Bij de

conditioneringsstap wordt er gekozen voor MeOH i.p.v. ACN, aangezien er in de literatuur

meestal methanol gehanteerd wordt om te conditioneren. MeOH/mierenzuur (98/2) (v/v)

wordt verkozen als solvent om te elueren [48, 65].

Page 33: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  23

Tabel 4.1. Overzicht pakkingsmateriaal, functionele groepen, interacties en protocollen van polymerisch anionuitwisselingssorbenten,

sorbenten met een gemende retentiemodus en Clean Screen.

SPE-kolom Oasis MAX Strata-X-AW Screen-A Bond Elut NH2 Clean Screen

Pakkingsmateriaal polymeren polymeren silica silica silica

Functionele groepen quaternair amine

(1) diaminogroep (1) C8-keten aminopropyl (pKa = 9,8) (1) co-polymeren (2) aromatische ring (2) quaternair amine (2) anionuitwisseling

Interacties sterke anionuitwisseling (1) zwakke anionuitwisseling (1) hydrofoob (1) hydrofiel (1) hydrofoob

(1) hydrofiel (2) sterke anionuitwisseling (2) zwakke anionuitwisseling (2) anionuitwisseling

(2) hydrofoob Conditioneren

2 mL MeOH 1 mL MeOH 2 mL MeOH 1 mL MeOH 2 mL MeOH/MZA (99/1) (v/v)

2 mL H2O 1 mL H2O 2 mL buffer B 1 mL H2O 2 mL H2O/MZA (99/1) (v/v) (pH = 2)

1 mL ACN Laden 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) Wassen

1 mL H2O/NH4OH (95/5) (v/v) (pH = 11,3) 2 mL bufferB

1,2mL AAbuffer*/MeOH (50/50) (v/v)

1 mL n-hexaan

2 mL H2O (pH = ±5)

1 mL MeOH 2 mL MeOH Drogen bij 5 mmHg 2 min vacuüm 2 min vacuüm 2 min vacuüm 15 min vacuüm 10 min vacuüm

Elueren 1 mL MeOH/MZA (98/2) (v/v) 2 mL MeOH/NH4OH (95/5) (v/v) 1,2 mL MeOH/MZA (85/15) (v/v)

1 mL H2O/NH3 (32%) (90/10) (v/v)

3 mL MeOH/MZA (99/1) (v/v)

Referentie [29] en [66] catalogus Phenomenex, [67] en [68] catalogus Phenomenex, [69] en [70] [56], [71] en [49] [72]

A: MZ: mierenzuur, B: buffer: ammonium acetaat buffer / pH 6-7

pKa ± 9

Page 34: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  24

Tabel 4.2. Overzicht pakkingsmateriaal, functionele groepen, interacties en protocollen van de sterke anionuitwisselingssorbenten.

SPE-kolom Bond Elut SAX Strata SAX Isolute PE-AX Isolute SAX

Pakkingsmateriaal silica silica silica silica Functionele groepen quaternair amine quaternair amine quaternair amine quaternair amine Interacties sterke anionuitwisseling sterke anionuitwisseling sterke anionuitwisseling sterke anionuitwisseling

Conditioneren 2 mL MeOH 2 mL MeOH 1 mL MeOH 2 mL MeOH 2 mL H2O 2 mL bufferB 1 mL H2O 2 mL H2O

Laden 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) 1,5 mL staal (pH = ±5) Wassen 1 mL H2O (pH = ±5)

1,2 mL bufferB/MeOH (50/50) (v/v)

1 mL H2O/MeOH (50/50) (v/v)

2 mL H2O/MeOH (50/50) (v/v)

1 mL ACN 2 mL MeOH Drogen bij 5 mmHg 2 min vacuüm 2 min vacuüm 2 min vacuüm 15 min vacuüm

Elueren 1 mL ACN/H2O/MZA (95/4/1) (v/v/v)

1,2 mL MeOH/MZA (85/15) (v/v)

1 mL MeOH/MZA (98/2) (v/v)

2 mL MeOH/MZA (98/2) (v/v)

Referentie [73] en [71] catalogus Phenomenex, [69] en [74]

catalogus Biotage, [75], [76] en [65]

catalogus Biotage, [75], [77] en [65]

A: MZ: mierenzuur ,

B: buffer: ammonium acetaat buffer / pH 6-7

Page 35: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  25

4.2.2. Methoden

De SPE experimenten worden telkens uitgevoerd met zes kolommen per type. De vaste fase

extractie start met het conditioneren van de kolom. De kolom mag tussen de

conditioneringsstappen door niet droog komen te staan. Na de conditionering wordt elke

oplossing die de kolom doorloopt, opgevangen in verschillende soorten vials, afhankelijk van

het volume. 30 µL interne standaard (IS) of EtG-D5 oplossing wordt in de vials gepipetteerd

vooraleer de verschillende oplossingen erin worden opgevangen. Tabel 4.3. verduidelijkt de

procedures die worden toegepast bij de verschillende SPE-stappen.

De laadstap (staal) wordt gerecupereerd in een LCMS vial. Het totale volume in de vial

bedraagt 1,5 mL: 1470 µL vanuit het buisje + 30 µL IS. De laadstap hoeft niet te worden

drooggedampt. Doordat het een waterige oplossing is, kan deze meteen geïnjecteerd worden

in de UPLC-MS/MS. Na de laadstap volgen één of meerdere wasstappen. Daaropvolgend

wordt de kolom gedroogd bij een bepaalde druk die vooropgesteld wordt door het protocol.

Vervolgens vindt de elutie plaats. De was- en elutiestappen worden gecollecteerd in high

recovery vials. Afhankelijk van het volume wordt de eerste mL opgevangen in één vial en de

tweede mL in een andere. De evaporatie gebeurt onder stikstof bij een temperatuur van 35 °C.

De volgende wasstappen werden drooggedampt: MeOH, MeOH/ammonium acetaat buffer,

MeOH/H2O, ACN en n-hexaan. De elutiestappen die werden drooggedampt zijn:

MeOH/mierenzuur, MeOH/NH4OH, ACN/H2O/mierenzuur en H2O/NH3. Na het

droogdampen vindt de reconstitutie plaats. 100 µL van de mobiele fase, mierenzuur/H2O

(0,1/99,9) (v/v), wordt aan de vials toegevoegd. Hiertoe wordt 100 µL van de mobiele fase,

mierenzuur/H2O (0,1/99,9) (v/v) aan de vials toegevoegd (dit is de startconditie van de

UPLC-analyse). Nadien worden alle vials gevortext en geanalyseerd met behulp van UPLC-

MS/MS.

Tabel 4.3. Weergave van de verschillende SPE-stappen en hun procedures.

Conditioneren Laden Wassen Elueren

Oplossing op de kolom gebracht

variabel (zie protocol)

1470 µL staal variabel (zie protocol)

variabel (zie protocol)

Opgevangen in vial - + + + IS - 30 µL 30 µL 30 µL Totaal volume - 1500 µL variabel variabel

Droogdampen - - afhankelijk van

wassolvent afhankelijk van

elutiesolvent

Reconstitutie (100 µL) - - enkel na

droogdampen enkel na

droogdampen

Page 36: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  26

Om nadien de recovery en het matrixeffect te berekenen worden er referentieoplossingen

aangemaakt. Behalve voor de conditionering worden voor elke stap van de vaste fase extractie

zes referentieoplossingen bereid.

Voor het eluaat worden de referentieoplossingen bereid door 30 µL IS in high recovery vials

te pipetteren en nadien droog te dampen. Vervolgens wordt 60 µL van de oorspronkelijke EtG

werkoplossing (zie 4.1. voorbereiding haarstalen) en 40 µL mierenzuur/H2O (0,1/99,9) (v/v)

in de vials gepipetteerd. Het totale volume bedraagt 100 µL. Dit is hetzelfde volume dat wordt

verkregen bij de reconstitutie na de vaste fase extractie en dient als referentie voor de elutie.

Ook voor de laad– en wasstap worden er zes referentieoplossingen bereid. Voor de laadstap

wordt opnieuw 60 µL EtG werkoplossing, 30 µL IS en 1410 µL H2O in een LCMS vial

overgebracht. De referentie voor de wasstap wordt bereid door 60 µL EtG werkoplossing en

940 µL H2O (1 mL) en 960 µL H2O (1,02 mL) in een vial te pipetteren. De

referentieoplossingen worden niet onderworpen aan een vaste fase extractie. Na de aanmaak

worden ze gevortext en geanalyseerd met UPLC-MS/MS. In tabel 4.4. worden bovenstaande

stappen verduidelijkt.

In de referentieoplossingen bevindt zich dezelfde hoeveelheid EtG zonder de aanwezigheid

van een matrix. Deze oplossingen zijn de referenties die gebruikt worden bij de berekening

van de verkregen resultaten.

Tabel 4.4. Aanmaak van de referentieoplossingen.

Laadstap Wasstap Elutiestap

EtG werkoplossing 60 µL 60 µL 60 µL Mierenzuur/H2O (0,1/99,9) (v/v) - - 40 µL IS (30 µL) 30 µL 30 µL 30 µL

(vooraf drooggedampt) H20 1410 µL 940 µL (1 mL) 960 µL (1,2 mL) - Totaal volume 1500 µL 1 mL of 1,2 mL 100 µL

Page 37: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  27

4.2.3. Berekeningen

De hoeveelheid aan EtG (%) in elke stap wordt berekend door de verhouding te nemen van de

respons van die stap op de respons van de referentie voor diezelfde stap (zie 4.2. Vaste fase

extractie). Bij het berekenen van de respons wordt het gemiddelde genomen van de 6

verkregen waarden. De berekening van de wasstap is complexer omdat deze soms wel en

soms niet geëvaporeerd wordt. Wanneer de wasoplossing na het droogdampen wordt

gereconstitueerd in 100 µL wordt de berekening uitgevoerd door de verhouding te nemen van

de respons van de wasstap op de respons van de referentiewaarde voor de elutie (100µL).

Indien de wasoplossing niet wordt drooggedampt wordt de wasstap vergeleken met de

referentie voor de was. In beide vials wordt 1 mL teruggevonden, zo kunnen deze vergeleken

worden.

De bepaling van EtG in het eluaat maakt het mogelijk de recovery te bepalen. De recovery

wordt bepaald door de verhouding te nemen van de respons van het eluaat op de respons van

de referentie. Bij deze experimenten wordt de IS na de extractie in elke vial toegevoegd.

Eveneens wordt bij de berekening gerekend met de responsen i.p.v. de oppervlakten waardoor

de IS compenseert voor het matrixeffect. Bovenstaande berekeningen worden verderop

verduidelijkt, waar voor de verschillende SPE-stappen telkens het EtG (%) wordt berekend.

De interne standaard (IS) EtG-D5 wordt toegevoegd aan de vials voordat de verschillende

extractiestappen erin worden opgevangen. In normale omstandigheden wordt deze voor de

extractie aaan het staal gevoegd, om op die manier te compenseren voor de verliezen van de

analiet tijdens de extractie. Daarnaast wordt de IS ook gebruikt om een schatting te maken

van het matrixeffect, aangezien er wordt verondersteld dat de IS en de analiet hetzelfde

reageren. De schatting van het matrixeffect wordt berekend door het bepalen van de

verhouding van de oppervlakte van de IS in het eluaat op de oppervlakte in zijn referentie.

Page 38: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  28

𝑙𝑎𝑑𝑒𝑛 =  𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑙𝑎𝑑𝑒𝑛  𝑠𝑡𝑎𝑎𝑙

𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑟𝑒𝑓𝑒𝑟𝑒𝑛𝑡𝑖𝑒  𝑙𝑎𝑑𝑒𝑛 ∗ 100

Droogdampen (100µL):

𝑤𝑎𝑠 =  𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑤𝑎𝑠

𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑟𝑒𝑓𝑒𝑟𝑒𝑛𝑡𝑖𝑒  𝑒𝑙𝑢𝑡𝑖𝑒 ∗ 100

Niet droogdampen (1 mL):

𝑤𝑎𝑠 =  𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑤𝑎𝑠

𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑟𝑒𝑓𝑒𝑟𝑒𝑛𝑡𝑖𝑒  𝑤𝑎𝑠 ∗ 100

𝑒𝑙𝑢𝑡𝑖𝑒 =  𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑒𝑙𝑢𝑡𝑖𝑒

𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑠𝑝𝑜𝑛𝑠  𝑟𝑒𝑓𝑒𝑟𝑒𝑛𝑡𝑖𝑒  𝑒𝑙𝑢𝑡𝑖𝑒 ∗ 100

𝑚𝑎𝑡𝑟𝑖𝑥𝑒𝑓𝑓𝑒𝑐𝑡 =  𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝐼𝑆  𝑒𝑙𝑢𝑡𝑖𝑒

𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝐼𝑆  𝑟𝑒𝑓𝑒𝑟𝑒𝑛𝑡𝑖𝑒  𝑒𝑙𝑢𝑡𝑖𝑒 ∗ 100

Page 39: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  29

4.3. ANALYSE

4.3.1. Materialen

Gebruikte toestellen:

• UPLC-kolom: Acquity UPLC HSS T3, 2.1 x 100 mm, 1.8 µm (Waters Corp., Milford,

USA)

• Tandem massaspectrometer: Xevo TQ MS (Waters Corp., Milford, USA)

Gebruikte reagentia:

• Acetonitril (Biosolve, Valkenswaard, Nederland)

• mierenzuur/H2O (0,1/99,9) (v/v) (Biosolve Chimie, Dieuze, Frankrijk)

4.3.2. Methoden

UPLC-MS/MS condities:

Kolom: Acquity UPLC High Strength Silica (HSS) T3 Column, 2.1 x 100 mm, 1.8 µm

Mobiele fase: A: mierenzuur/MeOH (0,1/99,9) (v/v)

B: Acetonitril

Temperatuur kolom: 60°C

Stroomsnelheid: 400 µL/min

Injectievolume: 5 µL

Alle oplossingen van de laadstap, wasstap en elutiestap worden onderworpen aan een UPLC-

MS/MS. Gradiëntelutie wordt toegepast, de verandering van de mobiele fase in functie van de

tijd wordt weergegeven in Tabel 4.4. De totale looptijd bedraagt 3 minuten, waarbij de

mobiele fase met een debiet van 400 µL/min doorheen de kolom wordt gestuurd. EtG wordt

gedetecteerd door middel van een UPLC-ESI-MS/MS met ESI in negatieve MRM modus. Er

wordt een post-kolom additie toegepast met isopropanol. De post-kolom additie wordt

toegevoegd aangezien uit eerdere experimenten dit het meest geschikte solvent bleek. Een

post-kolom additie wordt toegepast om de ionsuppressie te verminderen en zo het signaal van

de analiet te verbeteren [78]. De data worden verzameld met MassLynx software. De

resultaten worden verwerkt door middel van Microsoft Excel 2010.

Page 40: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  30

Tabel 4.4. Gradiënt UPLC-MS/MS

Tijd (min)

Debiet (mL/min)

Mobiele fase A (%)

Mobiele fase B (%)

0,0 0,4 99 1 2,0 0,4 88 12 2,1 0,4 0 100 2,5 0,4 0 100 2,6 0,4 99 1 3,0 0,4 99 1

Tabel 4.5. Parameters MS Scan

Type MS2 scan Ion Modus ES- Start massa 50 Einde massa 250 Scan tijd (sec) 0,05 Interscan tijd (sec) xA Start tijd (min) 0 Stop tijd (min) 3 Cone voltage (V) 30 A: automatisch ingesteld door het programma

IntelliStart.

Tabel 4.6. MS parameters

Capillary (kV) 1 Cone (V) 18 Extractor (V) 3 Source Temperatuur (°C) 150 Desolvation Temperature (°C) 650 Cone Gas Flow (L/Hr) 40 Desolvation Gas Flow (L/Hr) 900 Collision Gas Flow (mL/Min) 0,35

Page 41: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  31

De detectie gebeurde in multiple reaction monitoring (MRM) modus waarbij de parameters

worden gehanteerd die weergegeven worden in Tabel 4.7. Het eerste product ion van EtG

wordt gebruikt om EtG te kwantificeren. Het tweede dient ter identificatie.

Tabel 4.7. MRM condities EtG en EtG-D5

Molecule Precursor ion Product ion Dwell (s) Collision (eV) EtG 220,96 74,95 0,11 22 EtG 220,96 84,96 0,11 24

EtG-D5 225,97 84,9 0,19 30

Page 42: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  32

4.4. OPTIMALISATIE SPE

4.4.1. Materialen

Gebruikte toestellen: zie 4.2. Vaste fase extractie

Gebruikte reagentia:

• Oasis MAX: nieuwe wasstappen:

1. H2O/NH3 (95/5) (v/v)

2. MeOH/NH3 (98/2) (v/v), ACN/NH3 (95/5) (v/v) of n-hexaan.

• Isolute PE-AX: nieuwe wasstap: 1. H2O 2. MeOH of ACN.

• Isolute SAX: nieuwe wasstap: 1. H2O 2. MeOH of ACN.

• Clean Screen: nieuwe wasstap: 1. H2O 2. MeOH of ACN.

• Bond Elut SAX: nieuwe elutiesolventen: -HCl/ACN/H2O (0.26/84/16) (v/v/v)

-HCl/MeOH/H2O (0.26/84/16) (v/v/v)

-15% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

-1,5% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

-2% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

-3% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

-4 % mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

-6 % mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

-0,1% TFA in ACN/H2O (95/4) (v/v)

• Trifluoroazijnzuur (TFA) (Biocompare, San Francisco, USA)

4.4.2. Methoden

De vaste fase extracties met de nieuwe was– en elutiesolventen worden op dezelfde manier

uitgevoerd als de eerder beschreven methode bij 4.2. Vaste fase extractie. Ditmaal wordt 3

keer dezelfde extractie uitgevoerd met het nieuwe solvent.

Page 43: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  33

4.5. BEPALEN MATRIXEFFECT EN RECOVERY: CLEAN SCREEN EN BOND

ELUT SAX

4.5.1. Materialen

Gebruikte toestellen en reagentia: zie 4.2. Vaste fase extractie

4.5.2. Methoden

Er worden 3 soorten oplossingen bereid. Vooraf wordt een EtG werkoplossing bereid met een

intermediaire concentratie van 100 pg/mg haar. De experimenten van de recovery en het

matrixeffect kunnen samen worden uitgevoerd. Van elke onderstaande oplossing worden er 6

exemplaren aangemaakt.

ANALIET NA EXTRACTIE (A)

De stalen met intermediaire concentratie van de analiet worden op die manier bereid dat de

reële matrix zo goed mogelijk wordt benaderd. De experimenten worden uitgevoerd zoals bij

4.2. Vaste fase extractie, met het verschil dat nu enkel 1470 µL H2O in de buisjes wordt

gebracht. Het eluaat, waarin de IS zich bevindt, wordt drooggedampt. Nadien wordt er 60 µL

EtG werkoplossing en 40 µL mierenzuur/H2O (0,1/99,9) (v/v) in de vials gepipetteerd. Zowel

de analiet (100%) als de interne standaard (100%) worden na de extractie aan het blanco

extract toegevoegd.

ANALIET VOOR EXTRACTIE (B)

De stalen worden bereid waarbij de analiet met een intermediaire concentratie zich in

dezelfde matrix als de reële stalen bevindt. De stalen worden behandeld zoals bij 4.2. Vaste

fase extractie. De analiet wordt voor de extractie toegevoegd, de interne standaard wordt pas

na de extractie toegevoegd (100%).

ANALIET IN REFERENTIEOPLOSSING (C)

De referentieoplossingen worden bereid door 6 maal exact dezelfde hoeveelheid EtG

werkoplossing te nemen die voordien gebruikt werd bij oplossingen (A) en (B). Deze

referentieoplossingen worden aangemaakt om de hoeveelheid EtG te verifiëren die verkregen

wordt zonder extractie (100%) en zonder de aanwezigheid van de matrix.

Page 44: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  34

Voor de vaste fase extractie van Clean Screen wordt het standaardprotocol gehanteerd dat

eerder beschreven werd in 4.2. Vaste fase extractie. Voor de Bond Elut SAX werd eveneens

het standaardprotocol gehanteerd, enkel de elutieoplossing werd veranderd. Er werd gebruik

gemaakt van 2% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v). De berekeningen voor het

matrixeffect en de recovery worden in onderstaande formules weergegeven.

Zowel het absolute als het relatieve matrixeffect (%) worden bepaald. Het absolute

matrixeffect is een weergave van het matrixeffect op de analiet. Een percentage van 100%

geeft de afwezigheid van een matrixeffect aan. Een waarde kleiner dan 100% geeft

ionsupressie weer, een hogere waarde duidt ionversterking aan. Ook de relatieve

standaarddeviatie (RSD%) wordt bij het matrixeffect vermeld, dit om de standaarddeviatie

van de resultaten uit te drukken. De onderstaande berekening voor het absoluut matrixeffect

wordt 6 keer uitgevoerd. Tenslotte wordt het gemiddelde genomen.

Bij het relatief matrixeffect (%) wordt dit gecompenseerd door de interne standaard. De

berekening wordt in onderstaande formule weergegeven. Hiervan wordt het gemiddelde

berekend en dit is het uiteindelijke relatieve matrixeffect. Idealiter zou dit 100% moeten zijn.

Dit is zo indien de IS en de analiet hetzelfde reageren. Wanneer de waarde geen 100% is zal

één van beide meer ionsuppressie of ionversterking ondervinden. Eveneens wordt het RSD%

erbij vermeld.

De recovery (%) duidt de fractie van EtG aan die overblijft na de extractie van het

oorspronkelijk staal (100%) [30, 79].

𝑎𝑏𝑠𝑜𝑙𝑢𝑢𝑡  𝑚𝑎𝑡𝑟𝑖𝑥𝑒𝑓𝑓𝑒𝑐𝑡   % =  𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝑎𝑛𝑎𝑙𝑖𝑒𝑡  (𝐴)

𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝑎𝑛𝑎𝑙𝑖𝑒𝑡  (𝐶) ∗ 100

𝑟𝑒𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒𝑓  𝑚𝑎𝑡𝑟𝑖𝑥𝑒𝑓𝑓𝑒𝑐𝑡   % =

𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝑎𝑛𝑎𝑙𝑖𝑒𝑡  (𝐴)𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝐼𝑆  (𝐴)

𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝑎𝑛𝑎𝑙𝑖𝑒𝑡  (𝐶)𝑜𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒  𝐼𝑆  (𝐶)

∗ 100  

𝑟𝑒𝑐𝑜𝑣𝑒𝑟𝑦   % =  𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑝𝑜𝑛𝑠  (𝐵)𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒  𝑟𝑒𝑝𝑜𝑛𝑠  (𝐶) ∗ 100

Page 45: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  35

5. RESULTATEN EN DISCUSSIE

Door middel van chromatografie met een HSS T3 kolom en tandem massaspectrometrie

worden de verschillende stappen van de vaste fase extractie geanalyseerd. Op die manier

wordt een schatting verkregen van de hoeveelheid EtG die in elke stap terechtkomt.

EtG is een polaire molecule met ioniseerbare groepen en er wordt verondersteld dat de

molecule voornamelijk dankzij de ioniseerbare groepen wordt weerhouden op de kolom. In

onderstaande resultaten worden de hoeveelheden EtG in elke stap en het matrixeffect

weergegeven. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat deze waarden

slechts schattingen zijn.

5.1. RESULTATEN PRIMAIRE TESTEN VASTE FASE EXTRACTIE

5.1.1. Verlies in de laad– en wasstap

De extractie van EtG uit de haarmatrix gebeurt met water. In de literatuur wordt beschreven

dat door middel van water zoveel mogelijk EtG wordt geëxtraheerd. Er wordt besloten om het

extractiesolvent niet te wijzigen. Een eerste selectie van de kolommen wordt gemaakt op basis

van het verlies aan EtG in de laadstap. Grafiek 5.1. geeft de SPE-kolommen weer waarbij EtG

verloren gaat in de laadstap en grote hoeveelheden worden teruggevonden in de wasstap. Met

deze SPE-kolommen worden geen verdere experimenten uitgevoerd omwille van het verlies

in zowel de laad– als de wasstap.

Grafiek 5.1. Resultaten van SPE-kolommen die EtG verliezen in de laad – en wasstap.

(n=6)

17 2

58 42 76

15 1 7

0

20

40

60

80

100

Strata X-AW Screen A Bond Elut NH2

EtG

(%)

SPE-kolommen

Verlies bij laad- en wasstap

Elutie

Was

Laden

Page 46: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  36

Strata-X-AW

De pH van het staal dat op de kolom wordt gebracht is ± 5. Bij deze pH zijn de zwakke

anionuitwisselingsgroepen van de Strata-X-AW geladen. Toch gaat er ± 17% verloren in de

laadstap. Dit kan verklaard worden doordat de pH geen 2 volledige eenheden boven de pKa

van EtG (3,21) ligt. Hierdoor is EtG niet volledig geladen en gaat er een deel verloren in de

laadstap.

Er wordt ± 42% teruggevonden in de beide wasstappen: ± 41% door te wassen met 25 mM

ammoniumacetaat buffer/H2O (pH= 6-7) en ± 1% door te wassen met MeOH. In theorie kan

dit verschijnsel verklaard worden aan de hand van drie parameters: de pH, de ionensterkte en

de selectiviteit van de tegenionen van de wasoplossing. Bij zwakke anionuitwisselaars wijzigt

de lading van de functionele groepen van het sorbent afhankelijk van de pH. De pKa van het

sorbent bedraagt ± 9. De pH van de buffer is 6 à 7 waardoor de functionele groepen van het

sorbent en van de analiet geladen blijven. De functionele groepen verliezen hun lading niet,

wat ertoe leidt dat de pH van de wasoplossing waarschijnlijk geen aanleiding geeft tot een

vroegtijdige elutie. De aanwezige ionen in de wasoplossing kunnen de componenten, die op

de kolom weerhouden worden, verdringen van hun bindingsplaats. Het mechanisme wordt

veroorzaakt door een hoge ionensterkte of een hoge selectiviteit van de tegenionen [48].

In het eluaat wordt de analiet nauwelijks (± 0%) teruggevonden. De oorspronkelijke

elutieoplossing is het mengsel MeOH/NH4OH (95/5) (v/v). Een mengsel bestaande uit

mierenzuur/MeOH zou een mogelijk nieuw elutiesolvent kunnen zijn. Verdere experimenten

zijn nodig om de stelling te verifiëren. Toch wordt de Strata-X-AW in dit onderzoek niet

verder geoptimaliseerd vanwege het verlies van EtG in de laad- en wasstap. Een schatting van

het matrixeffect geeft een waarde van ± 120 % (RSD % = 1) weer.

Page 47: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  37

Screen-A

Er gaat nagenoeg geen EtG (± 2%) verloren bij de laadstap. ±76 % van de analiet wordt bij

het wassen niet langer weerhouden op de kolom en wordt geëlueerd met de wasoplossingen :

25 mM ammoniumacetaat buffer/MeOH (50/50) (v/v) en MeOH. Opnieuw kunnen de drie

parameters die eerder vermeld werden bij Strata-X-AW, een aanleiding geven tot het

vroegtijdig verlaten van de analiet van de kolom. Bij het gebruik van de ammoniumacetaat

buffer komt ± 71 % EtG in de was terecht. Aangezien Screen-A een sterke anionuitwisselaar

is en de pH van de buffer 6-7 bedraagt, wordt het verlies waarschijnlijk grotendeels teweeg

gebracht door een hoge ionensterkte of een hoge selectiviteit van de tegenionen in de

wasoplossing. Ook in dit geval werd quasi geen EtG (± 1%) aangetroffen in het eluaat. Het

matrixeffect wordt geschat op ± 67% (RSD % = 13), geassocieerd met een ionsuppressie van

± 33 %.

Bond Elut NH2

Gedurende de laadstap wordt ± 58 % van de analiet niet weerhouden op de kolom. Dit

verschijnsel kan worden verklaard door de conditionering van de kolom. De laatste stap van

de conditionering bereidt het pakkingsmateriaal voor op het laden van het staal.

Overeenkomstig met de gevolgde procedure voor de Bond Elut NH2 is dit ACN. De polaire

functionele groepen op de kolom vertonen weinig affiniteit voor het organisch solvent ACN.

Als reactie hierop verkleinen de polaire functionele groepen het contactoppervlak waardoor

de groepen minder beschikbaar zijn. De daaropvolgende interactie kan niet maximaal

plaatsvinden [52]. De aminegroep die zorgt voor de zwakke anioninteractie, is ook

verantwoordelijk voor een polaire interactie. Waarschijnlijk komt zo een deel van de analiet

in de laadstap terecht. ± 15% EtG wordt met n-hexaan in de wasstap meegenomen en ± 7%

komt uiteindelijk in de elutie terecht. n-hexaan wordt gehanteerd als wasstap om alle apolaire

moleculen die gebonden zijn van de kolom te verwijderen. Het matrixeffect bij het gebruik

van deze kolom heeft een waarde van ± 87% (RSD% = 7). Verdere experimenten dienen

uitgevoerd te worden om te bevestigen dat het conditioneren met ACN het verlies bij het

laden veroorzaakt. Het wijzigen van de solventen bij het conditioneren zou mogelijk een

verbetering van de vaste fase extractie opleveren. Voor de elutie moet er vooral rekening

worden gehouden met de pH.

Met deze SPE-kolommen (Screen-A, Strata-X-AW, Bond Elut NH2) worden geen verdere

experimenten uitgevoerd omwille van de verliezen in de laad– en de wasstap.

Page 48: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  38

5.1.2. Oasis MAX en Clean Screen

Grafiek 5.2. Vaste fase extractie van Oasis MAX en Clean Screen. (n=6)

Oasis MAX

Met een vaste fase extractie met Oasis MAX wordt een recovery bereikt van ± 70%. Ondanks

de hydrofobe interacties die opgewekt worden door de polymeren zijn het vermoedelijk de

anioninteracties die voornamelijk ervoor zorgen dat EtG op de kolom weerhouden blijft [29].

Bij de Oasis MAX gaat niets verloren in de laadstap. Er wordt ± 17% van de analiet

teruggevonden in de was met H2O/NH4OH en MeOH. Het verlies tijdens het wassen kan

mogelijks verklaard worden door de ionensterkte van de oplossing H2O/NH4OH waardoor de

ionen in staat zijn om de analiet van de kolom te verdrijven. De wasstap met H2O/NH4OH

werd drooggedampt in de vials. Nadien werd een witte neerslag in de vials waargenomen.

Verder kan uit grafiek 5.2. worden afgeleid dat de Oasis MAX geen optimale recovery bezit.

Daarnaast wordt er ± 62% (RSD% = 10) matrixeffect waargenomen, wat geassocieerd wordt

met een ionsuppressie van ± 38%. De vaste fase extractie van Oasis MAX wordt

geoptimaliseerd om zoveel mogelijk interferenties te verwijderen. Dit heeft als doel het

matrixeffect te verlagen.

Clean Screen

Een vaste fase extractie met Clean Screen resulteerde in een recovery van ± 106%. Het

matrixeffect bedroeg ± 61% (RSD% = 13), wat geassocieerd wordt met een ionsuppressie van

± 39%. Verdere experimenten zullen worden uitgevoerd om het matrixeffect te verkleinen.

Belangrijk om te vermelden is de relatief hoge kostprijs van de kolom.

62 61

17

70 106

0 20 40 60 80

100 120

EtG (%) Matrixeffect EtG (%) Matrixeffect (%)

Oasis MAX Clean Screen

Vaste fase extractie Oasis MAX en Clean Screen

Matrixeffect Laden Was Elutie

Page 49: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  39

5.1.3. Sterke anionuitwisselaars

Alle sterke anionuitwisselaars bezitten een quaternair amine als functionele groep. Die zit

gebonden aan het oppervlak van silica. Uit onderstaande grafiek 5.3. wordt afgeleid er

onderling zeer grote verschillen zijn, ondanks gelijkaardige principes voor de verschillende

sterke anionuitwisselaars.

Grafiek 5.3. EtG% in elke stap en het matrixeffect voor alle sterke anionuitwisselaars.

(n=6)

Isolute SAX en PE-AX resulteren in een matrixeffect van ± 46% (RSD% = 10) (SAX) en

± 64% (RSD% = 9) (PE-AX). Beide kolommen hebben een zeer goede recovery, nl. ± 111%

(SAX) en ± 85% (PE-AX). Het onderscheid tussen beide kolommen is het verschil in het

tegenion van de functionele groepen. Isolute SAX heeft een chloride als tegenion, Isolute PE-

AX bevat een acetaat als tegenion [65].

Bij de Strata SAX wordt er in de laadstap geen EtG aangetroffen. Er wordt ± 16% in de

wasstap gerecupereerd door middel van ammoniumacetaat buffer/MeOH (50/50) (v/v) met

een pH 6-7. Het verlies in de wasstap kan eventueel verklaard worden door de selectiviteit

van de tegenionen of de ionensterkte van de wasoplossing [48]. Er wordt ± 31% in het eluaat

teruggevonden. Het matrixeffect van de Strata SAX is echter zeer klein, de waarde bedraagt ±

105% (RSD% = 5).

46

64

105 100

16

111

84 31

33

0

20

40

60

80

100

120

EtG (%) Matrixeffect (%)

EtG (%) Matrixeffect (%)

EtG (%) Matrixeffect (%)

EtG (%) Matrixeffect (%)

Isolute SAX Isolute PE-AX Strata SAX Bond Elut SAX

Matrixeffect Laden Was Elutie

Page 50: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  40

Tenslotte bedraagt de recovery ± 33% voor de Bond Elut SAX. Het grote voordeel van deze

kolom is dat er nagenoeg geen matrixeffect (± 100%) (RSD% = 3) aanwezig is.

Het matrixeffect van Isolute SAX en PE-AX geeft weer dat er veel interferenties co-elueren

met de analiet. Er werd besloten om de wasoplossingen te optimaliseren zodat de

interferenties efficiënter worden verwijderd in de wasstap zonder dat daarbij minder EtG

geëlueerd wordt. Dit heeft als doel het matrixeffect te verkleinen. Bij de Bond Elut SAX

wordt er geen matrixeffect waargenomen. Uit de experimenten blijkt dat de wasstap

voldoende geschikt is, aangezien alle interferenties tijdens de wasstap verwijderd worden. Er

wordt besloten om de elutiestap aan te passen om een betere recovery te verkrijgen.

Bij een sterke anionuitwisseling zijn de functionele groepen op de kolom steeds geladen. Om

EtG te laten elueren, is het noodzakelijk dat de analiet zijn lading verliest. EtG heeft een pKa

van 3,21. De functionele groepen van EtG zijn voor 99% ongeladen bij een pH die 2

eenheden lager ligt dan de pKa. In dit geval 1,21. De Bond Elut SAX heeft echter silica als

pakkingsmateriaal, wat enkel stabiel is bij een pH van 2 tot 7,5. Voor de optimalisatie wordt

een compromis tussen beiden gesloten door een elutiesolvent aan te maken met een pH ± 2,3

[48, 49].

5.2. OVERZICHT MATRIXEFFECT KOLOMMEN

Grafiek 5.4. geeft de matrixeffecten weer van alle geteste SPE-kolommen. De Isolute SAX

geeft het meest aanleiding tot ionsuppressie en bezit het grootste matrixeffect (46%). Clean

Screen, Oasis MAX, Isolute PE-AX en Screen-A veroorzaken ongeveer allemaal hetzelfde

matrixeffect (± 64%). Van deze vier kolommen bezit de Clean Screen het grootste

matrixeffect (± 61%) maar wel de hoogste recovery (± 106%). De enige SPE-kolom zonder

matrixeffect is de Bond Elut SAX, met als nadeel een lage recovery van ± 33%. Voor de

Strata-X-AW wordt een ionversterking vastgesteld. Dit is niet significant en valt gewoon

onder de meetonzekerheid.

Page 51: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  41

Grafiek 5.4. Matrixeffect (%) van EtG-D5 van alle SPE-kolommen. De gemiddelde

waarde wordt vermeld. De foutenbalken geven het RSD% weer. (n=6)

5.3. OPTIMALISATIE VASTE FASE EXTRACTIE

5.3.1. Oasis MAX

In de oorspronkelijke wasstap werden 1 mL H2O/NH4OH (95/5) en 1 mL MeOH gebruikt om

de kolom te wassen. Ondanks het feit dat 11% EtG in de eerste was werd teruggevonden,

werd er besloten om de eerste wasstap te behouden om zoveel mogelijk polaire interferenties

te verwijderen. De volgende wasstap met 1 mL methanol werd vervangen door MeOH/NH3

(98/2) (v/v), ACN/NH3 (95/5) (v/v) en n-hexaan. De wasstap met MeOH/NH3 (98/2) (v/v)

werd voordien al toegepast bij de methode volgens Pragst et al. (2008) [28]. Aan MeOH of

ACN wordt ammoniak toegevoegd zodat de oplossing voldoende basisch zou zijn. n-Hexaan

werd al eerder gebruikt bij een LC-MS/MS methode in de literatuur [30].

46 61 62 64 67

87 100 105

120

0

20

40

60

80

100

120

140

Isolute SAX

Clean Screen

Oasis MAX

Isolute PE-AX

Screen-A Bond Elut NH2

Bond Elut SAX

Strata SAX

Strata X-AW

Mat

rixe

ffec

t (%

)

SPE-kolommen

Matrixeffect EtD-D5(%)

Page 52: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  42

Uit grafiek 5.5. kan worden afgeleid dat de aanpassingen geen verbetering opleverden voor

het matrixeffect. MeOH/NH3 en ACN/NH3 zorgen voor een gelijkaardig matrixeffect, nl. ±

40%. Het verlies in de wasstap en de recuperatie van EtG in de elutiestap zijn te vergelijken

met het oorspronkelijk protocol. Met het gebruik van n-hexaan als wasstap is de recovery ±

107%, waarbij een hogere ionsuppressie wordt waargenomen (matrixeffect ± 23%). Er kan

besloten worden dat er geen verbetering optreedt door het gebruik van de nieuwe wasstappen.

Oasis MAX is een kolom die opgebouwd is uit polymeren. Hierdoor is de kolom stabiel bij

een pH range van 0 tot 14. Aangezien de kolom stabiel blijft bij een groot pH gebied is het

mogelijk om het oorspronkelijke protocol te optimaliseren door een meer zure oplossing te

hanteren voor de elutie [49, 80].

Grafiek 5.5. Optimalisatie wasstap Oasis MAX. (n=3)

62 45 43 40

23 17 24 28 15 11

70 59 55 72 107

0

20

40

60

80

100

120

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

MeOH (primaire test) MeOH (optimalisatie test)

MeOH/NH3 (98/2) ACN/NH3 (98/2) n-hexaan

Optimalisatie wasstap Oasis MAX

Matrixeffect Laden Was Elutie

Page 53: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  43

5.3.2. Bond Elut SAX

Bij de primaire testen met de Bond Elut SAX wordt er slechts ± 33% van EtG in het eluaat

teruggevonden. De elutieoplossing in het oorspronkelijk protocol is ACN/H2O/mierenzuur

(95/4/1) (v/v/v). Het initieel protocol geeft aanleiding tot de afwezigheid van een matrixeffect.

Uit grafiek 5.6. blijkt dat het eluaat geen EtG bevat bij een gebruik van HCl in een mengsel

van ACN met H2O en in een mengsel van MeOH met H2O. Er is eveneens geen matrixeffect

aanwezig. 0,1% TFA in ACN/H2O (95/5) (v/v) zorgt ervoor dat slechts ± 13% finaal elueert.

Wanneer mierenzuur wordt toegevoegd aan het elutiesolvent kan er geconcludeerd worden

dat bij een stijging van het percentage mierenzuur, m.a.w. bij een dalende pH, meer EtG in

het eluaat gerecupereerd wordt. Het gevolg hiervan is echter dat er naast de analiet ook meer

interferenties in het eluaat terechtkomen, wat tot een toenemend matrixeffect leidt. Wanneer

de pH onder 2 daalt, kan de silica degenereren. Dit kan eveneens aanleiding geven tot de

verhoogde ionsuppressie.

Voor kolommen met een ionuitwisselingsinteractie leiden 3 parameters tot de elutie van de

analiet: de pH, de ionensterkte en de selectiviteit van de tegenionen van het solvent. Hierbij

speelt vooral de pH een belangrijke rol [48].

Een lage recovery vormt op zich geen probleem, zolang deze reproduceerbaar is en de

gevoeligheid van de methode gewaarborgd wordt. Het matrixeffect is bij voorkeur zo klein

mogelijk, aangezien deze factor veel minder reproduceerbaar is en dus niet bij elke analyse

hetzelfde zal zijn.

Na de optimalisatie werd besloten dat 2% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v) een goede

elutieoplossing zou zijn, deze oplossing biedt een recovery van ± 68%. Daarnaast wordt er

een ionsuppressie waargenomen van ±21%.

Page 54: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  44

Grafiek 5.6. Optimalisatie elutie Bond Elut SAX. (n=3)

98 99

90

56 59

63 71

79 78

100

13

94 90

85

78

68

61

33

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

EtG

(%)

Mat

rixef

fect

(%)

HCl/ACN/H2O pH 2

HCl/MeOH/H2O pH 2

0,1% TFA in ACN/H2O

15% mierenzuur in ACN/H2O

6% mierenzuur in ACN/H2O

4% mierenzuur in ACN/H2O

3% mierenzuur in ACN/H2O

2% mierenzuur in ACN/H2O

1,5% mierenzuur in ACN/H2O

1% mierenzuur in ACN/H2O

Optimalisatie elutie Bond Elut SAX

Page 55: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  45

5.3.3. Isolute SAX, Isolute PE-AX en Clean Screen

Een vaste fase extractie met Isolute SAX, Isolute PE-AX en Clean Screen wordt gekenmerkt

door een hoge recovery, maar is gekoppeld aan een aanzienlijk matrixeffect. Aangezien er

veel interfererende stoffen in het uiteindelijke eluaat terechtkomen, wordt geprobeerd om de

wasstap te optimaliseren.

In grafiek 5.7. en 5.8. worden de resultaten van de optimalisatie van de wasstap bij Isolute

SAX, Isolute PE-AX en Clean Screen weergegeven. Uit de twee grafieken blijkt dat er

nagenoeg geen verandering optreedt voor zowel de geschatte recovery als het matrixeffect.

Uit grafiek 5.7. kan worden besloten dat de wasstap met 1 mL H2O gevolgd door 1 mL

MeOH steeds het kleinste matrixeffect oplevert.

Grafiek 5.7. Matrixeffect (%) EtG-D5. De gemiddelde waarde wordt vermeld. De

foutenbalken geven het RSD% weer. (n=3)

67 58

64 56

45 46

67 60 61

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

100

100% MeOH

100% ACN

protocol 100% MeOH

100% ACN

protocol 100% MeOH

100% ACN

protocol

Isolute PE-AX Isolute SAX Clean Screen

Mat

rixe

ffec

t (%

)

Verschillende wasstappen

Matrixeffect (%) EtG-D5

Page 56: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  46

Grafiek 5.8. EtG (%) in eluaat bij de optimalisatie van de wasstap. De gemiddelde

waarde wordt vermeld. De foutenbalken geven het RSD% weer. (n=3)

90 103

84 97

107 111

90 102 106

0

20

40

60

80

100

120

140

100% MeOH

100% ACN

protocol 100% MeOH

100% ACN

protocol 100% MeOH

100% ACN

protocol

Isolute PE-AX Isolute SAX Clean Screen

EtG

(%) i

n el

uaat

verschillende wasstappen

Recovery bij optimalisatie

Page 57: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  47

5.4. MATRIXEFFECT EN RECOVERY

De experimenten voor het matrixeffect en de recovery worden gelijktijdig uitgevoerd. Voor

het matrixeffect wordt zowel het absoluut als relatief matrixeffect uitgerekend. Het

matrixeffect speelt een belangrijke rol in dit onderzoek, aangezien de ionsuppressie die

geassocieerd is aan de matrix, leidt tot een lagere gevoeligheid. EtG is slechts in lage

concentraties aanwezig in haar. Een voldoende hoge gevoeligheid is noodzakelijk om deze

lage concentraties te kwantificeren [81].

5.4.1. Clean Screen

Tabel 5.1. Absoluut en relatief matrixeffect van Clean Screen met vermelding van

RSD%.

Absoluut matrixeffect (%) RSD % Relatief matrixeffect (%) RSD %

73 5 128 11

Het absoluut matrixeffect bedraagt 73% (RSD% = 5), hetgeen inhoudt dat de ionsuppressie

voor EtG 27% is. Het relatief matrixeffect wordt berekend door de IS mee in rekening te

brengen. Wanneer de ionsuppressie voor de IS en de analiet dezelfde is, bedraagt het relatief

matrixeffect 100%. Het relatief matrixeffect bedraagt 128% in onze experimenten. Dit wil

zeggen dat de interne standaard meer ionsuppressie ondervindt dan de analiet zelf. Hierop

werd het absoluut matrixeffect op de IS berekend. Voor de IS bedraagt de ionsuppressie 42%,

voor EtG is dat slechts 27%. De recovery van de Clean Screen bedraagt 83%.

Page 58: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  48

5.4.2. Bond Elut SAX

Tabel 5.2. Absoluut en relatief matrixeffect van Bond Elut SAX met vermelding van

RSD%.

Absoluut matrixeffect (%) RSD % Relatief matrixeffect (%) RSD % 81 4 125 10

Opnieuw wordt bij de Bond Elut SAX een verschillende waarde voor het absoluut en relatief

matrixeffect verkregen. Het absoluut matrixeffect bedraagt 81% (RSD% = 4) waardoor de

ionsuppressie voor de analiet 19% is. Het relatief matrixeffect heeft een waarde van 125%.

Uit deze waarden kan worden afgeleid dat de interne standaard meer ionsuppressie ondervindt

dan de analiet EtG. Hierop werd het absoluut matrixeffect op de IS berekend. Voor de IS

bedraagt de ionsuppressie 35%, voor EtG is dat slechts 17%. De recovery hiervan bedraagt

69%.

In normale omstandigheden reageert de IS op dezelfde manier als de analiet aangezien de

twee componenten nagenoeg identiek zijn qua chemische structuur. Op die manier zou de

ionsuppressie op de IS even groot moeten zijn, waardoor de IS compenseert voor het

matrixeffect. In figuur 5.1. wordt het verschil tussen beide weergeven in een chromatogram.

De figuur geeft weer dat de analiet en de interne standaard niet op dezelfde manier reageren.

De pieken in de grafiek overlappen niet, omdat de retentietijd van beide verschillend is,

hetgeen kan leiden tot een verschillend matrixeffect. Een verklaring voor dit fenomeen kan

gevonden worden in het feit dat er zich een deuterium i.p.v. een waterstof in de chemische

structuur bevindt. Hierdoor wijzigt de lipofiliciteit en bijgevolg ook de retentietijd van de IS

op de omgekeerde fase kolom. Deze wijziging kan problematisch zijn wanneer de piek van

een interfererende matrix component ongeveer dezelfde retentietijd heeft als de IS en de

analiet. Doordat beiden een verschillende retentietijd bezitten, kunnen ze beiden anders

beïnvloed worden door de matrix. De verklaring voor dit probleem wordt aangehaald door

Van Eeckhaut et al. (2009) en andere studies [78, 79].

Page 59: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  49

Een verschillend matrixeffect tussen de IS en de analiet hoeft daarom niet voor problemen te

zorgen bij de analyse. Wanneer deze verschillen consequent hetzelfde zijn, kan dit in rekening

worden gebracht. Verdere experimenten moeten uitwijzen of het verschil in ionsuppressie

tussen beiden steeds hetzelfde is bij iedere matrix. Bijkomend onderzoek met allerlei matrices

(verschillende haarkleur, leeftijd, ras en geslacht) is noodzakelijk om na te gaan of de IS

steeds eenzelfde grotere ionsuppressie ondervindt bij het gebruik van de Clean Screen en de

Bond Elut SAX. Indien niet, kan geopteerd worden om een andere IS te gebruiken, vb. 13C

gelabelde interne standaard [78].

Matrixeffecten zijn aanvaardbaar zolang de gevoeligheid voldoende hoog blijft en het effect

reproduceerbaar is bij verschillende soorten haarstalen. Bijkomend onderzoek moet worden

verricht om na te gaan of verschillende haarmatrices hetzelfde matrixeffect teweeg brengen

[81]. Matrixeffecten kunnen ook verholpen worden door over te schakelen op een andere

ionisatiebron, van ESI naar APCI. Dit zou het matrixeffect kunnen verminderen, al heeft

APCI een lagere gevoeligheid dan ESI [78, 81].

Page 60: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  50

Figuur 5.1. Chromatogram waar bij de vaste fase extractie gebruik gemaakt werd van de Clean Screen. Op dit chromatogram is te zien

dat de pieken van de analiet en de piek van de IS niet overlappen.

EtG:%220,957%>%84,956%EtG:%220,957%>%74,946%EtG0D5:%225,968%>%84,897%

1,32% 1,33%

Page 61: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  51

6. CONCLUSIE

6.1. ELIMINATIE OP BASIS VAN DE LAAD – EN WASSTAP

Er werd besloten om de in de literatuur beschreven extractiestap van EtG uit hoofdhaar te

behouden. De analiet werd geëxtraheerd met behulp van water. Bijgevolg bestaat de laadstap

steeds uit een waterig extract. Wanneer uit de primaire testen bleek dat een kolom EtG

verliest in de ladingstap werd deze geëlimineerd. Bond Elut NH2 en Strata-X-AW werden op

basis van dit criterium niet verder onderzocht. Met de Screen-A werden geen verdere

experimenten uitgevoerd aangezien er een grote hoeveelheid van de analiet tijdens de wasstap

van de kolom werd verdreven.

6.2. VERMINDEREN VAN HET MATRIXEFFECT

Diverse wasstappen werden uitgetest ter verbetering maar het oorspronkelijk protocol bleek

nog steeds het meest geschikt. Optimalisatie van de recovery dient te gebeuren in verdere

experimenten om te controleren of een elutiesolvent met een pH ±1 een betere recovery

oplevert. Isolute SAX en Isolute PE-AX hadden beiden een recovery van > 80%. De wasstap

werd van beide geoptimaliseerd, maar dit bleek nagenoeg geen invloed te hebben op zowel

het matrixeffect als de recovery. De SPE-kolom Clean Screen zou in de toekomst als SPE-

kolom kunnen gebruikt worden voor de vast fase extractie van ethyl glucuronide. Het nadeel

van deze kolom is echter de hoge kostprijs.

6.3. BOND ELUT SAX

Bond Elut SAX bleek bij de primaire testen de meest geschikte kolom aangezien er geen

matrixeffect waar te nemen was. Er werd gezocht naar een meer geschikt elutiesolvent om te

trachten de recovery te verhogen tot meer dan 33%. Uit de optimalisatie kan geconcludeerd

worden dat wanneer het percentage aan mierenzuur opgedreven wordt, en de pH daalt, er

meer analiet in het eluaat gerecupereerd wordt. Hierbij wordt echter ook een belangrijker

matrixeffect waargenomen. De elutieoplossing 2% mierenzuur in ACN/H2O (95/4) (v/v)

biedt hiervoor een oplossing aangezien bij het gebruik van deze oplossing een lage

ionsuppressie (21%) en een voldoende hoge (± 70%) recovery wordt waargenomen.

Page 62: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  52

Het besluit van dit onderzoek is dat zowel de Clean Screen als de Bond Elut SAX de meest

geschikte vaste fase extractiekolommen zijn. De Clean Screen omwille van zijn hoge

recovery, de Bond Elut SAX omwille van het beperkte matrixeffect. Verdere experimenten

zijn noodzakelijk om een definitieve keuze te maken. De resultaten van dit onderzoek vormen

een basis voor verdere ontwikkeling van de vaste fase extractie en de analysemethodes voor

de bepaling van ethyl glucuronide. Verder uitvoerig onderzoek is vereist zodat alle

staalvoorbereidende stappen (bv. decontaminatie, extractie) kunnen geoptimaliseerd worden

om uiteindelijk tot een geschikte staalvoorbereiding van EtG te komen.

Page 63: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  53

7. LITERATUURLIJST

[1]  http://www.bivv.be/?menu=herstelonderzoeken,  in.  [2]  Koninklijk  besluit  betreffende  het  rijbewijs  in,  30/04/1998    [3]  T.M.  Maenhout,  G.  Baten,  M.L.  De  Buyzere,  J.R.  Delanghe,  Carbohydrate  Deficient  Transferrin  in  a  Driver's  License  Regranting  Program,  Alcohol  Alcohol,  (2012).  [4]   B.   Liniger,   A.   Nguyen,   A.   Friedrich-­‐Koch,   M.   Yegles,   Abstinence   monitoring   of   suspected  drinking  drivers:  ethyl  glucuronide  in  hair  versus  CDT,  Traffic  injury  prevention,  11  (2010)  123-­‐126.  [5]   R.   Lees,   R.   Kingston,   T.M.   Williams,   G.   Henderson,   A.   Lingford-­‐Hughes,   M.   Hickman,  Comparison   of   Ethyl   Glucuronide   in   Hair   with   Self-­‐Reported   Alcohol   Consumption,   Alcohol  Alcohol,  (2012).  [6]  N.E.  Walsham,  R.A.  Sherwood,  Ethyl  glucuronide,  Annals  of  clinical  biochemistry,  49  (2012)  110-­‐117.  [7]   R.M.   Smith,   Before   the   injection-­‐-­‐modern   methods   of   sample   preparation   for   separation  techniques,  Journal  of  chromatography.  A,  1000  (2003)  3-­‐27.  [8]   J.C.   Fell,  R.B.  Voas,  The  effectiveness  of   reducing   illegal  blood  alcohol   concentration   (BAC)  limits   for   driving:   evidence   for   lowering   the   limit   to   .05   BAC,   Journal   of   safety   research,   37  (2006)  233-­‐243.  [9]  Wet  betreffende  de  politie  over  het  wegverkeer,  in,  KB,  16/03/1968.  [10]   A.W.   Jones,   Evidence-­‐based   survey   of   the   elimination   rates   of   ethanol   from   blood   with  applications  in  forensic  casework,  Forensic  science  international,  200  (2010)  1-­‐20.  [11]   C.   Jurado,   T.   Soriano,   M.P.   Gimenez,   M.   Menendez,   Diagnosis   of   chronic   alcohol  consumption.   Hair   analysis   for   ethyl-­‐glucuronide,   Forensic   science   international,   145   (2004)  161-­‐166.  [12]  A.   Isaksson,  L.  Walther,  T.  Hansson,  A.  Andersson,  C.  Alling,  Phosphatidylethanol   in  blood  (B-­‐PEth):  a  marker  for  alcohol  use  and  abuse,  Drug  testing  and  analysis,  3  (2011)  195-­‐200.  [13]  J.  Hietala,  H.  Koivisto,  P.  Anttila,  O.  Niemela,  Comparison  of  the  combined  marker  GGT-­‐CDT  and  the  conventional  laboratory  markers  of  alcohol  abuse  in  heavy  drinkers,  moderate  drinkers  and  abstainers,  Alcohol  Alcohol,  41  (2006)  528-­‐533.  [14]  http://www.wardelab.com/19-3.html,  in.  [15]  G.  Hoiseth,  L.  Morini,  A.  Polettini,  A.  Christophersen,   J.  Morland,  Ethyl  glucuronide   in  hair  compared  with   traditional   alcohol   biomarkers-­‐-­‐a   pilot   study   of   heavy  drinkers   referred   to   an  alcohol  detoxification  unit,  Alcoholism,  clinical  and  experimental  research,  33  (2009)  812-­‐816.  [16]   X.   Joya,   B.   Friguls,   S.   Ortigosa,   E.   Papaseit,   S.E.   Martinez,   A.   Manich,   O.   Garcia-­‐Algar,   R.  Pacifici,  O.  Vall,  S.  Pichini,  Determination  of  maternal-­‐fetal  biomarkers  of  prenatal  exposure  to  ethanol:  A  review,  Journal  of  pharmaceutical  and  biomedical  analysis,  (2012).  [17]   S.K.   Das,   L.   Dhanya,   D.M.   Vasudevan,   Biomarkers   of   alcoholism:   an   updated   review,  Scandinavian  journal  of  clinical  and  laboratory  investigation,  68  (2008)  81-­‐92.  [18]  O.  Niemela,  Biomarkers  in  alcoholism,  Clinica  chimica  acta;  international  journal  of  clinical  chemistry,  377  (2007)  39-­‐49.  [19]   K.   Golka,   A.  Wiese,   Carbohydrate-­‐deficient   transferrin   (CDT)-­‐-­‐a   biomarker   for   long-­‐term  alcohol  consumption,  Journal  of  toxicology  and  environmental  health.  Part  B,  Critical  reviews,  7  (2004)  319-­‐337.  [20]  http://www.crscientific.com/article-5-min-stain-CrO3.html,  in.  [21]  http://www.clinchem.org/content/47/7/1225.full?ck=nck.  [22]   J.P.   Bergstrom,   A.   Helander,   Clinical   characteristics   of   carbohydrate-­‐deficient   transferrin  (%disialotransferrin)   measured   by   HPLC:   sensitivity,   specificity,   gender   effects,   and  relationship  with  other  alcohol  biomarkers,  Alcohol  Alcohol,  43  (2008)  436-­‐441.  [23]  F.  Bortolotti,  G.  De  Paoli,  F.  Tagliaro,  Carbohydrate-­‐deficient  transferrin  (CDT)  as  a  marker  of   alcohol   abuse:   a   critical   review  of   the   literature   2001-­‐2005,   Journal   of   chromatography.   B,  Analytical  technologies  in  the  biomedical  and  life  sciences,  841  (2006)  96-­‐109.  

Page 64: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  54

[24]   P.R.   Marques,   Levels   and   types   of   alcohol   biomarkers   in   DUI   and   clinic   samples   for  estimating  workplace  alcohol  problems,  Drug  testing  and  analysis,  4  (2012)  76-­‐82.  [25]   V.   Bianchi,   A.   Ivaldi,   A.   Raspagni,   C.   Arfini,   M.   Vidali,   Use   of   carbohydrate-­‐deficient  transferrin   (CDT)   and   a   combination   of   GGT   and   CDT   (GGT-­‐CDT)   to   assess   heavy   alcohol  consumption  in  traffic  medicine,  Alcohol  Alcohol,  45  (2010)  247-­‐251.  [26]  F.  Pragst,  M.  Rothe,  B.  Moench,  M.  Hastedt,  S.  Herre,  D.  Simmert,  Combined  use  of  fatty  acid  ethyl   esters   and   ethyl   glucuronide   in   hair   for   diagnosis   of   alcohol   abuse:   interpretation   and  advantages,  Forensic  science  international,  196  (2010)  101-­‐110.  [27]   P.   Kintz,   Consensus   of   the   Society   of   Hair   Testing   on   hair   testing   for   chronic   excessive  alcohol  consumption  2011,  Forensic  science  international,  218  (2012)  2.  [28]  F.  Pragst,  M.  Yegles,  Determination  of  fatty  acid  ethyl  esters  (FAEE)  and  ethyl  glucuronide  (EtG)  in  hair:  a  promising  way  for  retrospective  detection  of  alcohol  abuse  during  pregnancy?,  Therapeutic  drug  monitoring,  30  (2008)  255-­‐263.  [29]  H.   Kharbouche,   F.   Sporkert,   S.   Troxler,  M.   Augsburger,   P.  Mangin,   C.   Staub,  Development  and   validation   of   a   gas   chromatography-­‐negative   chemical   ionization   tandem   mass  spectrometry  method   for   the  determination  of  ethyl  glucuronide   in  hair  and   its  application   to  forensic  toxicology,  Journal  of  chromatography.  B,  Analytical  technologies  in  the  biomedical  and  life  sciences,  877  (2009)  2337-­‐2343.  [30]  P.  Cabarcos,  H.M.  Hassan,  M.J.  Tabernero,  K.S.   Scott,  Analysis  of   ethyl   glucuronide   in  hair  samples  by  liquid  chromatography-­‐electrospray  ionization-­‐tandem  mass  spectrometry  (LC-­‐ESI-­‐MS/MS),  Journal  of  applied  toxicology  :  JAT,  (2012).  [31]  R.  Agius,  T.  Nadulski,  H.G.  Kahl,   J.  Schrader,  B.  Dufaux,  M.  Yegles,  F.  Pragst,  Validation  of  a  headspace  solid-­‐phase  microextraction-­‐GC-­‐MS/MS  for  the  determination  of  ethyl  glucuronide  in  hair  according  to  forensic  guidelines,  Forensic  science  international,  196  (2010)  3-­‐9.  [32]  H.  Kharbouche,  M.  Faouzi,  N.  Sanchez,  J.B.  Daeppen,  M.  Augsburger,  P.  Mangin,  C.  Staub,  F.  Sporkert,   Diagnostic   performance   of   ethyl   glucuronide   in   hair   for   the   investigation   of   alcohol  drinking   behavior:   a   comparison   with   traditional   biomarkers,   International   journal   of   legal  medicine,  126  (2012)  243-­‐250.  [33]   F.   Pragst,   Interpretation   problems   in   a   forensic   case   of   abstinence   determination   using  alcohol  markers  in  hair,  Forensic  science  international,  217  (2012)  e4-­‐7.  [34]   F.   Sporkert,   H.   Kharbouche,  M.P.   Augsburger,   C.   Klemm,  M.R.   Baumgartner,   Positive   EtG  findings  in  hair  as  a  result  of  a  cosmetic  treatment,  Forensic  science  international,  218  (2012)  97-­‐100.  [35]  S.  Suesse,  F.  Pragst,  T.  Mieczkowski,  C.M.  Selavka,  A.  Elian,  H.  Sachs,  M.  Hastedt,  M.  Rothe,  J.  Campbell,   Practical   experiences   in   application   of   hair   fatty   acid   ethyl   esters   and   ethyl  glucuronide   for   detection   of   chronic   alcohol   abuse   in   forensic   cases,   Forensic   science  international,  218  (2012)  82-­‐91.  [36]   L.  Martins   Ferreira,   T.   Binz,  M.   Yegles,   The   influence   of   ethanol   containing   cosmetics   on  ethyl  glucuronide  concentration  in  hair,  Forensic  science  international,  218  (2012)  123-­‐125.  [37]   M.E.   Albermann,   F.   Musshoff,   B.   Madea,   A   fully   validated   high-­‐performance   liquid  chromatography-­‐tandem  mass  spectrometry  method  for  the  determination  of  ethyl  glucuronide  in   hair   for   the   proof   of   strict   alcohol   abstinence,   Analytical   and   bioanalytical   chemistry,   396  (2010)  2441-­‐2447.  [38]   L.  Morini,   C.   Varango,   C.   Filippi,   C.   Rusca,   P.   Danesino,   F.   Cheli,  M.   Fusini,   G.   Iannello,   A.  Groppi,   Chronic   excessive   alcohol   consumption   diagnosis:   comparison   between   traditional  biomarkers   and   ethyl   glucuronide   in   hair,   a   study   on   a   real   population,   Therapeutic   drug  monitoring,  33  (2011)  654-­‐657.  [39]  R.  Agius,  L.M.  Ferreira,  M.  Yegles,  Can  ethyl  glucuronide  in  hair  be  determined  only  in  3cm  hair  strands?,  Forensic  science  international,  218  (2012)  3-­‐9.  [40]   V.   Pirro,   V.   Valente,   P.   Oliveri,   A.   De   Bernardis,   A.   Salomone,   M.   Vincenti,   Chemometric  evaluation  of  nine  alcohol  biomarkers  in  a  large  population  of  clinically-­‐classified  subjects:  pre-­‐eminence  of   ethyl  glucuronide  concentration   in  hair   for   confirmatory   classification,  Analytical  and  bioanalytical  chemistry,  401  (2011)  2153-­‐2164.  

Page 65: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  55

[41]  F.  Pragst,  M.A.  Balikova,  State  of   the  art   in  hair  analysis   for  detection  of  drug  and  alcohol  abuse,  Clinica  chimica  acta;  international  journal  of  clinical  chemistry,  370  (2006)  17-­‐49.  [42]   M.   Balikova,   Hair   analysis   for   drugs   of   abuse.   Plausibility   of   interpretation,   Biomedical  papers  of   the  Medical  Faculty  of   the  University  Palacky,  Olomouc,  Czechoslovakia,  149  (2005)  199-­‐207.  [43]  G.  Cooper,  M.  Moeller,  R.  Kronstrand,  Current  status  of  accreditation  for  drug  testing  in  hair,  Forensic  science  international,  176  (2008)  9-­‐12.  [44]   I.   Kerekes,   M.   Yegles,   U.   Grimm,   R.  Wennig,   Ethyl   glucuronide   determination:   head   hair  versus  non-­‐head  hair,  Alcohol  Alcohol,  44  (2009)  62-­‐66.  [45]  G.A.  Cooper,  R.  Kronstrand,  P.  Kintz,  Society  of  Hair  Testing  guidelines   for  drug  testing   in  hair,  Forensic  science  international,  218  (2012)  20-­‐24.  [46]   L.   Morini,   A.   Zucchella,   A.   Polettini,   L.   Politi,   A.   Groppi,   Effect   of   bleaching   on   ethyl  glucuronide  in  hair:  an  in  vitro  experiment,  Forensic  science  international,  198  (2010)  23-­‐27.  [47]   B.M.   Appenzeller,  M.   Schuman,  M.   Yegles,   R.  Wennig,   Ethyl   glucuronide   concentration   in  hair  is  not  influenced  by  pigmentation,  Alcohol  Alcohol,  42  (2007)  326-­‐327.  [48]  K.C.V.H.  N.  SIMPSON,  Sorbent  Extraction  Technology  Handbook  Varian  Sample  Preparation  Products,  Harbor  City,  1993.  [49]   S.M.   Wille,   W.E.   Lambert,   Recent   developments   in   extraction   procedures   relevant   to  analytical  toxicology,  Analytical  and  bioanalytical  chemistry,  388  (2007)  1381-­‐1391.  [50]   P.L.   Kole,   G.   Venkatesh,   J.   Kotecha,   R.   Sheshala,   Recent   advances   in   sample   preparation  techniques   for   effective   bioanalytical  methods,   Biomedical   chromatography   :   BMC,   25   (2011)  199-­‐217.  [51]   http://www.abacus-lab.com/analitycal-chemistry/extraction/solid-phase-extraction-(spe).aspx,  in.  [52]  N.J.K.  Simpson,  Solid-­‐Phase  Extraction  Principles,  Techniques,  and  Applications,    528.  [53]   V.   Walker,   G.A.   Mills,   Solid-­‐phase   extraction   in   clinical   biochemistry,   Annals   of   clinical  biochemistry,  39  (2002)  464-­‐477.  [54]  http://www.waters.com/waters/nav.htm?cid=10083845,  in.  [55]  M.  Wood,  M.  Laloup,  N.  Samyn,  M.  del  Mar  Ramirez  Fernandez,  E.A.  de  Bruijn,  R.A.  Maes,  G.  De  Boeck,  Recent  applications  of  liquid  chromatography-­‐mass  spectrometry  in  forensic  science,  Journal  of  chromatography.  A,  1130  (2006)  3-­‐15.  [56]  M.  Yegles,  A.  Labarthe,  V.  Auwarter,  S.  Hartwig,  H.  Vater,  R.  Wennig,  F.  Pragst,  Comparison  of   ethyl   glucuronide   and   fatty   acid   ethyl   ester   concentrations   in   hair   of   alcoholics,   social  drinkers  and  teetotallers,  Forensic  science  international,  145  (2004)  167-­‐173.  [57]   A.   Alt,   I.   Janda,   S.   Seidl,   F.M.  Wurst,   Determination   of   ethyl   glucuronide   in   hair   samples,  Alcohol  Alcohol,  35  (2000)  313-­‐314.  [58]   F.   Gosetti,   E.   Mazzucco,   D.   Zampieri,   M.C.   Gennaro,   Signal   suppression/enhancement   in  high-­‐performance   liquid   chromatography   tandem   mass   spectrometry,   Journal   of  chromatography.  A,  1217  (2010)  3929-­‐3937.  [59]  I.  Janda,  W.  Weinmann,  T.  Kuehnle,  M.  Lahode,  A.  Alt,  Determination  of  ethyl  glucuronide  in  human  hair  by  SPE  and  LC-­‐MS/MS,  Forensic  science  international,  128  (2002)  59-­‐65.  [60]  L.  Morini,  L.  Politi,  A.  Groppi,  C.  Stramesi,  A.  Polettini,  Determination  of  ethyl  glucuronide  in  hair   samples   by   liquid   chromatography/electrospray   tandem   mass   spectrometry,   Journal   of  mass  spectrometry  :  JMS,  41  (2006)  34-­‐42.  [61]   F.   Lamoureux,   J.M.   Gaulier,   F.L.   Sauvage,   M.   Mercerolle,   C.   Vallejo,   G.   Lachatre,  Determination   of   ethyl-­‐glucuronide   in   hair   for   heavy   drinking   detection   using   liquid  chromatography-­‐tandem   mass   spectrometry   following   solid-­‐phase   extraction,   Analytical   and  bioanalytical  chemistry,  394  (2009)  1895-­‐1901.  [62]  P.  Kintz,  M.  Villain,  E.  Vallet,  M.  Etter,  G.  Salquebre,  V.  Cirimele,  Ethyl  glucuronide:  unusual  distribution  between  head  hair  and  pubic  hair,  Forensic  science  international,  176  (2008)  87-­‐90.  [63]  I.  Tarcomnicu,  A.L.  van  Nuijs,  K.  Aerts,  M.  De  Doncker,  A.  Covaci,  H.  Neels,  Ethyl  glucuronide  determination  in  meconium  and  hair  by  hydrophilic  interaction  liquid  chromatography-­‐tandem  mass  spectrometry,  Forensic  science  international,  196  (2010)  121-­‐127.  

Page 66: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  56

[64]   R.   Kronstrand,   L.   Brinkhagen,   F.H.   Nystrom,   Ethyl   glucuronide   in   human   hair   after   daily  consumption  of  16  or  32  g  of  ethanol  for  3  months,  Forensic  science  international,  215  (2012)  51-­‐55.  [65]  http://www.sopachem.com/fileadmin/pdf/ac/ist/Tech_Note_Be/3259_1762_tn103rev1_1__1_.4_isolute_sax-pe-ax_aqueous_samples.pdf,  in.  [66]  http://www.waters.com/waters/nav.htm?cid=513209,  in.  [67]   https://phenomenex.blob.core.windows.net/documents/b50e7828-­‐7b9b-­‐431f-­‐9490-­‐fd9e4498a660.pdf,  in.  [68]   https://phenomenex.blob.core.windows.net/documents/663ce763-­‐838d-­‐44cc-­‐8ba8-­‐12e406c314df.pdf,  in.  [69]   https://phenomenex.blob.core.windows.net/documents/deecfb8a-­‐44d8-­‐40fb-­‐9250-­‐1ed10ad38236.pdf.  [70]  http://www.phenomenex.com/Products/SPDetail/Strata/Screen-A,  in.  [71]  http://www.chem.agilent.com/Library/brochures/5990-6042EN.pdf,  in.  [72]   http://www.sepax-tech.com.cn/appl_spe/Ethylglucuronide_and_Ethyl_Sulfate_hair_LCMSMS.pdf,  in.  [73]   Y.   Zheng,   A.   Helander,   Solid-­‐phase   extraction   procedure   for   ethyl   glucuronide   in   urine,  Journal  of  analytical  toxicology,  32  (2008)  778-­‐781.  [74]  http://www.phenomenex.com/Products/SPDetail/Strata/SAX,  in.  [75]  http://www.teknolab.no/pdf/Biotage_2010_analytical_sample_prep_catalog.pdf,  in.  [76]  http://www.biotage.com/DynPage.aspx?id=112931,  in.  [77]  http://www.biotage.com/DynPage.aspx?id=112915,  in.  [78]  A.  Van  Eeckhaut,  K.  Lanckmans,  S.  Sarre,  I.  Smolders,  Y.  Michotte,  Validation  of  bioanalytical  LC-­‐MS/MS   assays:   evaluation   of   matrix   effects,   Journal   of   chromatography.   B,   Analytical  technologies  in  the  biomedical  and  life  sciences,  877  (2009)  2198-­‐2207.  [79]  S.  Wille,  F.  Peters,  V.  Di  Fazio,  N.  Samyn,  Practical  aspects  concerning  validation  and  quality  control   for   forensic   and   clinical   bioanalytical   quantitative  methods,   Accreditation   and  Quality  Assurance:   Journal   for   Quality,   Comparability   and   Reliability   in   Chemical   Measurement,   16  (2011)  279-­‐292.  [80]  http://www.waters.com/waters/partDetail.htm?partNumber=186000370,  in.  [81]   F.T.   Peters,   Recent   advances   of   liquid   chromatography-­‐(tandem)   mass   spectrometry   in  clinical  and  forensic  toxicology,  Clinical  biochemistry,  44  (2011)  54-­‐65.  

 

Page 67: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  57

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN

INTERNATIONALISATION AT HOME

Astrid Beuckelaers

Eerste Master in de Farmaceutische Zorg

Academiejaar 2011-2012

   

Page 68: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  58

1. Improving adherence: from research to policy to practice (Prof. Nick Barber)

 

In deze lezing werd een onderzoek besproken waar naar een correct geneesmiddelengebruik

gestreefd wordt. Dit is één van de taken is van de huidige apotheker. In de studie werden de

redenen voor een slechte therapietrouw bij patiënten onderzocht. Door navraag te doen bij

patiënten waren de oorzaken o.a. de volgende: angst voor de bijwerkingen en onwetendheid

over de motivatie van de inname van de medicatie. Het doel van het onderzoek is, aan de

hand van enkele eenvoudige vragen die gesteld worden aan patiënten, meer inzicht te

verkrijgen over de oorzaken van de slechte therapietrouw. Deze verworven inzichten leiden

ertoe dat in de toekomst, samen met de patiënt, een oplossing kan gezocht worden voor de

verbetering van de therapietrouw.

2. Access to quality medicines in resources limited setting: the role and challenges

of a humanitarian pharmacist (Dr. Raffaella Ravinetto and Dr. Benedetta

Schiavetti)

 

In de tweede lezing wordt er toegelicht dat in bepaalde derde wereld landen geen essentiële

geneesmiddelen beschikbaar hebben voor de lokale bevolking. In tegenstelling tot de

Westerse landen is de toegang tot geneesmiddelen er beperkt. Dit heeft vele oorzaken:

gebrekkige distributiekanalen, de armoede en onvoldoende uitgebouwde

gezondheidsinfrastructuur. Ook de kwaliteit van de geneesmiddelen wordt niet steeds

gegarandeerd: een verminderde werkzaamheid van de actieve component of de

houdbaarheidsdatum die nagenoeg verstreken is. Intussen is de kwaliteit en de distributie van

medicijnen sterk verbeterd, al zijn er nog vele werkpunten. De kwaliteit van de

geneesmiddelen kan in de toekomst nog verbeteren. De farmaceutische industrie zou meer

kunnen investeren in medicijnen voor tropische ziekten o.a. de slaapziekte, tuberculose en

pediatrische HIV. Verder maken de enorme kosten van research and development (R&D) het

vrijwel uitsluitend mogelijk voor de grote, kapitaalkrachtige bedrijven om nieuwe

geneesmiddelen te ontwikkelen. Er is eveneens nood aan de bouw van noodzakelijke

medische infrastructuur, voornamelijk om de distributie van de geneesmiddelen vlotter te

laten verlopen.

Page 69: VASTE FASE EXTRACTIE VAN ETHYL GLUCURONIDE VOOR DE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/654/RUG01-001894654_2012_000… · SAMENVATTING De huidige methode die in België gehanteerd

 

  59

3. Computational chemistry in drug discovery: can we improve productivity and

reduce attrition? (Dr. Alexander Alex)

De ontdekking en ontwikkeling van geneesmiddelen is een zeer complex proces. Bovendien

is die procedure duur en tijdrovend. Tijdens deze presentatie werd de nadruk gelegd op het

feit dat geneesmiddelenonderzoek meer productief zou moeten zijn. Een oplossing voor dit

probleem wordt geboden door het concept ‘computationeel design’. Computationeel design

biedt de mogelijkheid om de tijdspanne, waarin een potentiële bruikbare verbinding wordt

gegenereerd en geoptimaliseerd, in te korten. Dit gebeurt aan de hand van virtuele

screeningsmethoden, deze versnellen de procedure. De screeningsmethoden baseren zich op

de chemische structuur van een target of die van een ligand. Het concept ‘computationeel

design’ zal in de toekomst nog aan belang winnen bij de ontwikkeling van nieuwe

geneesmiddelen.

 

4. Applications of antibodies in the analysis of drugs, disease markers, bacteria and

toxins (Prof. Richard O’Kennedy)

De aanmaak van de antilichamen gebeurt met behulp van recombinante DNA-technieken. In

zijn presentatie beklemtoonde Prof. O’Kennedy het nut van het gebruik van antilichamen in

de huidige geneeskunde. De antilichamen hebben een zeer belangrijke functie: ze zijn in staat

om biomerkers van bepaalde ziektes op te sporen. Alsook bepaalde geneesmiddelen of

bacteriën.

5. Evalutatie

Het concept om de studenten te laten deelnemen aan lezingen van internationale

wetenschappelijke gastsprekers is zeer positief. Toch zijn niet alle lezingen even interessant

en nuttig geweest.