Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes...

52
DIGITALE ARCHITECTUURARCHIEVEN 2017 | 1 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF De Vlaamse Centrale Catalogus is 30 Interview met Bart Severi en Els Michielsen Hoe schrijf ik een persbericht? Pokémon GO VAN DE TEKENTAFEL NAAR HET COMPUTERSCHERM Periodiciteit: Maandelijks • februari 2017 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070

Transcript of Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes...

Page 1: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Digitale architectuurarchieven

2017 | 1

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

De Vlaamse Centrale Catalogus is 30Interview met Bart Severi en Els MichielsenHoe schrijf ik een persbericht?Pokémon GO

Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM

Per

iod

icit

eit:

Maa

nd

elijk

s •

feb

ruar

i 20

17 •

Afg

ifte

kan

too

r: T

urn

ho

ut

• E

rken

nin

gsn

um

mer

: P8

020

70

Page 2: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 3: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

META 2017 | 1 | 1

Prima!VERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Bram Baert, Paul Buschmann, Lien Ceûppens,

Gerd De Coster, Noël Geirnaert, An Labis,

Myriam Lemmens, Christophe Martens,

Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen,

Veronique Rega, Peter Rogiest, Eva Simon,

Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Klaartje Brits • [email protected]

Tom Van Hoye

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

EVM

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Patrick Vanouplines en Willem Vanneste

Bij dit eerste nummer van META in 2017 hoort een vooruitblik op het nieuwe jaar. Uiteraard wensen we al onze leden een voorspoedig en inspirerend jaar toe. Uw VVBAD draagt daar

haar steentje dubbel en dik toe bij in 2017. Het wordt ongetwijfeld een prima jaar. Dat doet mij er aan denken: het getal 2017 is een priemgetal, en is dus enkel deelbaar door 1 en zichzelf (daar waar 2016 niet minder dan 36 delers heeft). Laat dat een voorteken zijn van een stevig en robuust jaar.

We kijken uit naar de speciale editie van Focus, een Focus+ over makerspaces. De aanpak is heel praktisch, met voorbeelden uit de praktijk en een bezoek aan een operationele makerspace. Maar het grote evenement in 2017 wordt wellicht Informatie aan Zee. Deze uitgave wordt ongetwijfeld weerom beter dan alle voorgaande. Zeker nu we qua invalshoek minder de nadruk leggen op ICT. Het programma kan er alleen maar meer divers en rijker door worden.De website van de VVBAD wordt vernieuwd. We moeten voor onze subsidië-rende overheid immers het AnySurfer Label behalen. De inhoud van de VVBAD-website gaat daardoor makkelijker leesbaar worden op allerlei apparatuur. Naar dat nieuwe kleedje kijken we met zijn allen uit.Begin januari verliet onze medewerker Tom Van Hoye de VVBAD. Hij was jaren-lang redactiesecretaris van META en de communicatiemedewerker van de VVBAD. Lise Vandecruys vervoegt de rangen als stafmedewerker. In het VVBAD-secretariaat worden enkele taken herverdeeld.In het editoriaal van het eerste nummer van META in 2014 beloofde ik ervoor te zorgen dat ik bibliotheken, archieven en documentatiediensten gelijke aan-dacht geef. Voor dit editoriaal wijk ik daar graag even van af. De Sectie Archief & Hedendaags Documentbeheer heeft een nieuwe voorzitter: Willem Vanneste, werkzaam in het FelixArchief. Hij heeft trouwens een flinke hand in de tweede helft van dit editoriaal.

Prima Patrick! Als kersverse sectievoorzitter belooft 2017 voor mij alvast een boeiend en spannend jaar te worden. Boeiend omdat ik ernaar uitkijk om samen met de collega’s te kunnen werken aan het versterken van ons beroep en onze sector. Spannend omdat ik nu voor de Sectie Archief hier de leiding van mag en moet nemen.De collega’s wens ik alvast een innoverend en inspirerend 2017 toe. Twee van de vier i’s die centraal staan op Informatie aan Zee dit jaar. Wat mij betreft de twee belangrijkste I’s. Alhoewel ik moet toegeven dat innovatie me soms een dubbel gevoel geeft. Enerzijds ben ik ervan overtuigd dat innoveren absoluut noodza-kelijk is als we ons werk goed willen doen en relevant blijven. Anderzijds wordt innovatie al te vaak herleid tot de nieuwste trends. Steekt men veel energie in het mee zijn maar blijft ondertussen het basiswerk liggen. Een goede basis is echter essentieel om goed te kunnen inspelen op nieuwe trends. Focus daarom vooral op innovatie van de basis en laat je inspireren door de goede voorbeel-den van collega’s. Voorbeelden die we in september allicht ruimschoots zullen kunnen vinden aan zee.

Afsluitelement

editoriaal

Page 4: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Meta 2017/1Jaargang 93 - februari 2017

VASTE RUBRIEKEN

1 EditoriaalPrima!

4 Nieuws

21 InzetStieve Van der Bruggen

22 EtalageOpenbare Bibliotheek van Bilzen

24 SignalementUnieke ontdekking in de bibliotheekvan kasteel d’Ursel in Hingene

31 De vraagHoe schrijf ik een persbericht?Eva Drees

32 Over de schuttingHet FirmamentVeerle Wallebroek

34 TrendPokémon GO?Patrick Vanhoucke

35 Het plan

36 UitgepaktCatmandu in de erfgoedsectorPieter De Praetere

37 ColumnGoede voornemensLaurent Meese

37 Citaat

“ VAAK TENENKRULLEND ZIJN IMHO DE VELE AFKORTINGEN DIE IN ZWANG RAKEN (ROTFL) ”

42 Kroniek• Ontmoeting Brusselse Nederlandstalige en

Franstalige openbare bibliotheken• International Conference on Digital Libraries

45 Toepassing

46 Personalia

47 Zo gelezenJoris Colla

48 Uitzicht

2 | META 2017 | 1

inhoud

Page 5: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

16

Digitale communicatiemiddelen zijn niet meer weg te denken uit de praktijk van een architect. De tekentafel heeft al lang plaats moeten ruimen voor het computerscherm. Indien we het ontwerp van de omgeving afdoende willen blijven documenteren, of architecturale kunstobjecten willen blijven bewaren en tentoonstellen, dient de erfgoedsector in te spelen op het feit dat veel architectuurarchieven tegenwoordig digitaal zijn. Een archiefbeleid met toekomstvisie voor architectuur en stedenbouw kan niet zonder kennis over digitale archieven over de gebouwde omgeving. Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven nam daarom in 2008 de rol op om deze kennis te ontwikkelen en startte het project Digitale architectuurarchieven.

INTERVIEW

Bart Severi & Els Michielsen

De Vlaamse Centrale Catalogus is 30!Lisbeth Vandoorne, Johan Mijs, Rosa Matthys en Gwenny Vlaemynck

Digitale architectuurarchieven:Een overzicht van 8 jaar onderzoek

Wim Lowet

Essay: Cultural Governancein openbare bibliothekenen publieke archieven

Annick Schramme

10

26

38

ARTIKELS

“ ALS WE MEER MANDAAT HADDEN GEKREGEN, DENK IK DAT WE MEER HADDEN KUNNEN REALISEREN.”

inhoud

26

24

Page 6: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Op zoek naar de beste van Vlaanderen en Brussel Doe mee en nomineer uw bibliotheek!

De verkiezing van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2017 gaat van start. Vanaf maandag 13 februari tot en met vrijdag 10 maart kunt u uw eigen of een andere openbare bibliotheek voordragen om deel te nemen aan deze prestigieuze wedstrijd om de NBD Biblion Award, die al twee keer een geslaagde versie beleefde en in de Bib van Herzele de regerend titelhouder kent.

Elke vestiging van een openbare bibliotheek komt in aanmerking voor nominatie. Het enige dat we van u vra-gen is dat u beargumenteerd aangeeft waarin de bibliotheek van uw keuze zo goed en onderscheidend is.

SElECTIE EN BEOOrDElINgUit de inzendingen worden door een deskundige en onafhankelijke jury, waarin ook de VVBAD-Sectie

Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel) gekozen ten behoeve van de shortlist. Wie de zes finalisten zijn, wordt op 20 maart bekendgemaakt.

De zes kandidaten worden in de maanden erna bezocht door mystery guests, die hun kennersblik laten gaan over zaken als gebouw & inrichting, diensten & producten, service & klantgerichtheid en het aanbod voor individuele en institutio-nele partners. Maar niet alleen de stem van de vakjury, ook die van het publiek telt mee (beide bepalen elk voor de helft de einduitslag), want in de periode van maandag 17 juli tot en met vrijdag 8 september kan iedereen op de website www.bibliotheekblad.be een stem uitbrengen op de bibliotheek van zijn/haar keuze. Behalve via foto’s en geschreven profielen kan het publiek zich oriënteren op de kwaliteiten van de deelnemers met behulp van zes door de kandidaten aangeleverde video-impressies van hun bibliotheek.

De winnaar van de NBD Biblion Award wordt bekendgemaakt tijdens de plenaire (openings)sessie op Informatie aan Zee in Oostende (14 september) en mag zich een jaar lang Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel noemen.

POSITIEVE PUBlICITEITMet deze verkiezing wil Bibliotheekblad, met steun van de VVBAD, de kwalitatief hoogwaardige openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel op een positieve manier voor het voetlicht brengen bij pers en publiek. Hoe haalbaar dit streven is, bewijzen de edities van 2012 en 2014. De eerste verkiezing werd gewonnen door de Bib van Balen, de tweede door de Bib van Herzele, wat leidde tot veel publicitaire aandacht en extra goodwill bij bestuurders.

VOOrDrACHTENAarzel niet en draag de bibliotheek voor die absoluut niet mag ontbreken!

Voordrachten kunnen van 13 februari tot en met 10 maart gezonden worden naar: [email protected].

nieuw in de Wegwijzer voor bibliotheken en documentatiecentra

De Wegwijzer voor bibliotheken en documentatiecentra, een uitgave van de VVBAD in samenwerking met Politeia, publiceerde ondertussen al haar 42ste aflevering. Nieuw in

deze aflevering is het artikel dat Richard Philips (UAntwerpen) schreef over biblio-theeksystemen, en dat van Jan Corthouts (UAntwerpen) over discovery services. Hoofdstuk 5 ‘Diensten’ werd eveneens her-dacht en kreeg een betere indeling.

eengemaakt BibliotheekSysteem. de selectiefase is begonnen

Het is zover! Het EBS gaat een nieuwe fase in. Tegen eind januari 2017 kunnen potentiële leveranciers zich aanmelden. Op basis van het inschrijvingsformulier volgt een selectie. 

De geselecteerde leveranciers krijgen begin maart de vraag om een offerte in te dienen, op basis van het lastenboek waar het projectteam nu volop aan werkt. Het projectteam stelt dit lastenboek op in samenwerking met drie experten-groepen uit de sector.

> Meer informatie over de stand van zaken van het project op http://www.

cultuurconnect.be/diensten/eengemaakt-bibliotheeksysteem

Bron: Cultuurconnect

4 | META 2017 | 1

nieuWS

Page 7: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Wie zie jij graag als keynote-spreker Informatie aan Zee openen op donderdag 14 september 2017?

Jeffrey T.Schnapp, auteur van het boek The Library beyond the Book.

Aleks Krotoski, Pools-Amerikaanse omroeper, journalist en sociaal-psycholoog.Inwoner van het Verenigd Koninkrijk die schrijft over technologie en interactiviteit.

Herbert Van Sompel, team leader van het Prototyping Team at the Research Library of the Los Alamos National Laboratory.

Eli Neiburger, Associate Director van de Ann Arbour District Library en auteur van het boek Gamers…Iin the library?!.

laat het ons weten via de poll op de VVBAD-Facebookpagina: https://www.facebook.com/VVBADvzw/

facebookpoll

een nieuwe bibbus voor stad antwerpen: een nieuw concept in een veranderde samenleving

De eerste bibbus in Stad Antwerpen (toen ‘bibliobus’) reed uit in 1954. Toen werd de bibbus ingezet als mobiele wijkbibliotheek. Sinds 2008 rijden twee bibbussen rond en sinds september 2012 een derde. Stad Antwerpen heeft vandaag drie bibbus-sen die elke schooldag uitrijden naar 770 klassen. De oudste van de drie werd op 18 januari vervangen door een nieuwe bus.

De vergroening van Antwerpen, de groei-ende scholengemeenschap en de veran-derde visie op de rol van bibliotheken heeft de stad aangegrepen om de nieuwe bibbus op een innoverende manier op deze evoluties te laten inspelen. Ze gin-gen niet enkel met een creatieve busbou-wer in zee (Akkermans) maar ook met een ontwerpster (Katrijn Baeten) die de nieuwe visie omzette in een creatief inte-rieur en Charlotte Dumortier die de illus-tratie verzorgde.

De nieuwe bibbus zal inzetten op drie pijlers: inspireren (kinderen en leerkrach-ten), leesplezier bevorderen en mediawijs gedrag stimuleren. Door niet enkel uit te lenen maar ook te inspireren en verbin-dingen te leggen met de stad, zal de bib-bus kinderen de stad beter leren lezen.

Als bijv. een grote tentoonstelling in de stad impact kan hebben op kinderen, zal dit terug te vinden zijn op de bus. De bus zet daarbij de focus op het verhalende en niet meer op het technisch lezen. Het plezier van in een verhaal duiken staat voorop. Het maakt kinderen creatiever en het opent makkelijker de dialoog met hen. De nieuwe bibbus is anders ingericht dan de vorige. Ze kan op drie manieren kinde-ren ontvangen: in een cinemaopstelling, een leestuinopstelling en een klasopstel-ling. Een frontale plaatsing van de col-lectie doet kinderen makkelijker kiezen en in contact komen met nieuwigheden. Etalages geven de mogelijkheid om van buitenaf te ‘lezen’ wat er binnen gebeurt. Films kunnen boeken ondersteunen en verhalen verdiepen. De leestuinopstelling zal in de vakanties gebruikt worden tij-dens buitenschoolse kinderopvang of op evenementen. Tablets in de bus maken het voor kinderen mogelijk informatie op te zoeken of kennis te maken met digitale en interactieve boeken.

ANDErE KIjKDe bus biedt een andere kijk op collectie, gebruikers en de stad. De collectie is een leesbevorderingsinstrument; een instru-ment om betekenis en context te creëren en een middel om mediawijs te leren han-delen en denken. Gebruikers zijn het men-selijk kapitaal. Kinderen, hun begeleiders

en partnerorganisaties worden geïnspi-reerd en inspireren de bib, krijgen ruimte om te creëren en worden aangemoedigd om te delen, te tonen en te participeren.

De bibbus zet zich midden in de leef- en leeromgeving van kinderen door als een ondernemende netwerk- en expertise-partner samen te werken met onderwijs, buitenschoolse kinderopvang, culturele, sociale, erfgoed-, kunst- en jeugdorgani-saties.

Ook in de andere bibliotheken is men deze nieuwe visie mee aan het uitdenken en implementeren in de werking. Dat wil zeggen dat voor een klasbezoek meer tijd wordt uitgetrokken. Om meer kwaliteit aan een klasbezoek te geven dan louter boeken uitlenen, moeten de bibliotheken hun gehele scholenwerking hierop aan-passen. De nieuwe bibbus is dus een pro-ject dat heel wat in beweging heeft gezet. Nog tot september zal de scholenwerking op de oude manier verlopen. En tot die tijd wordt er door de bibliotheken hard gewerkt om de collectie op vernieuwende manieren tot bij alle Antwerpse kinderen te krijgen. Met als doel een klasbezoek aan de bib en de bus tot een inspirerende verhalende beleving te maken.

> Bron: openbare Bibliotheek antwerpen

META 2017 | 1 | 5

nieuWS

Page 8: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

1622 verwijzingen naar series, dos-siers en documenten die op de gemeentelijke werkvloer kunnen opduiken. 1622 richtlijnen om deze docu-menten te kunnen selecteren: 579 beschrijvingen om permanent te bewaren, 1005 beschrijvingen om te vernietigen op korte of lan-gere termijn en 38 beschrijvingen die doorverwijzen naar een ander bewaarniveau binnen of buiten de organisatie.1622 beschrijvingen telt de nieuwe versie van de selectielijst van de steden en gemeenten. De toe-voeging van de thema’s open-bare bibliotheek en maatschap-pelijk welzijn leverden 115 nieuwe beschrijvingen op. Bovendien werden heel wat beschrijvingen en bewaartermijnen aangepast en toegevoegd, onder meer als gevolg van een veranderd wettelijk kader, feedback van op de werkvloer en het streven om de gebruiksvrien-delijkheid te verbeteren. De selec-tielijst blijft groeien!1622 beschrijvingen. We zijn er bijna? De thema’s leefmilieu, lokale economie, volksgezondheid en ruimtelijke ordening staan in ieder geval nog op de takenlijst maar ook daarna zal een continue verbete-ring en actualisatie nodig zijn. We zijn er bijna maar toch niet hele-maal? Maar binnenkort sowieso met een nieuw cijfer!

> https://www.vvbad.be/bericht/selectie-

lijst-gemeenten

Wil je een bijdrage leveren aan de selectielijst? Dat kan! Door de subwerkgroep Selectielijst Gemeenten feedback te geven op basis van je eigen ervaring op de werkvloer of door actief mee te werken aan een thema. Elke bijdrage is welkom en zal worden gedeeld binnen de sec-tor. Stuur een mailtje naar [email protected] voor meer info.

Sabrina Ospazi

1622 Bibliotheek Kardinaal d’Alsace. Erkenning en conservering van een nieuw Vlaams Topstuk

De achttiende-eeuwse Bibliotheek Kardinaal d’Alsace is sinds kort integraal erkend als Vlaams Topstuk. Deze bibliotheek, een verzameling van bijna 12.000 boekbanden, werd samengesteld door Thomas-Philippe d’Alsace de Boussu (1679-1759), aartsbis-schop van Mechelen. De collectie was bedoeld als ‘openbare’ bibliotheek ten behoeve van de clerus te Mechelen en telde zo’n 9.400 titels, waarin alle disciplines vervat zaten. Ze wordt van-daag in Vlaanderen bewaard en ter beschikking gesteld voor onderzoek op twee locaties: in de Maurits Sabbebibliotheek van de KU Leuven en in het Stadsarchief van de Stad Mechelen.

De Bibliotheek Kardinaal d’Alsace geldt als een uniek voor-beeld van een religieus-wetenschappelijke collectie uit de acht-tiende eeuw, opgericht ten bate van de seculiere geestelijkheid. Kardinaal d’Alsace gaf de collectie immers een semi-openbaar karakter door ze open te stellen voor de talrijke kanunniken, priesters, seminarieprofessoren en andere leden van de secu-liere geestelijkheid in Mechelen. De collectie kwam op profes-sionele wijze tot stand en is helder georganiseerd. Het is de enige religieus-wetenschappelijke bibliotheek in Vlaanderen van voor de Franse Revolutie waarvan de inhoud op exemplaarni-veau bekend is en waarvan een belangrijk deel tot op vandaag bewaard is gebleven als een afzonderlijke collectie. Door de opname op de Vlaamse Topstukkenlijst wordt de unieke cul-tuurhistorische waarde ervan bevestigd.

Met de steun van het Fonds Baillet Latour (Koning Boudewijnstichting) werden in 2016 meer dan 3.000 volumes van de Bibliotheek Kardinaal d’Alsace geconserveerd. Dit ‘boe-ken-EHBO’-project werd uitgevoerd door het Book Heritage Lab (Expertisecentrum voor Boek en Erfgoed), verbonden aan de Universiteitsbibliotheek en de Maurits Sabbebibliotheek van de KU Leuven.

> bron: Maurits Sabbebibliotheek Ku leuven

Foto

: L. W

atte

euw

.

> Zie ook p. 48

6 | META 2017 | 1

nieuWS

Page 9: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)
Page 10: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

activiteitenKalender

17.3 Algemene Ledenvergadering

VVBAD15.5 Focus op Makerspaces

VVBAD14 en 15.9 Informatie aan Zee

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

archieven uit de boot of op de kar: Participatieve revolutie of evolutie?

De participatiesamenleving heeft stil-aan ook de archiefwereld in de ban. Is uw organisatie al participerend bezig? Het AMVB nodigt archiefprofessionals, archiefvormers, archiefgebruikers en alle andere geïnteresseerden uit op een stu-diedag over participatie in en om het archief.

De studiedag opent en sluit af met twee keynotesprekers en autoriteiten op het vlak van archiefopleidingen in Nederland en Vlaanderen: Theo Thomassen, eme-ritus hoogleraar archiefwetenschap bij de afdeling Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam, en Frank Scheelings, voorzitter van de master na master Archivistiek Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer aan de Vrije Universiteit Brussel.

In de loop van de dag kunt u in verschil-lende rondetafelsessies aan de hand van praktische cases participatieve initiatie-ven in archieven bespreken. Nationale en internationale veldwerkers uit de archief-wereld en andere sectoren delen met u hun positieve ervaringen en valkuilen. Deze bevindingen worden theoretisch onderbouwd en geëvalueerd door de keynotesprekers.

• Wanneer: 9 maart 2017• Locatie: KVS• Aanvang: 9:00 u tot 15:40u• Tarief: 25 euro (incl. lunch) Schrijf u in via de website www.amvb.be en vind hier ook het programma van de rondetafelsessies.

Deze studiedag wordt georganiseerd in samenwerking met Erfgoedcel Brussel, Faro en andere erfgoedpartners.

rapport vervolgstudie over deponering van digitale publicaties beschikbaar

Op vraag van de Vlaamse overheid werkte de Vlaamse Erfgoedbibliotheek in 2016 aan een vervolg op de haal-baarheidsstudie naar een digitaal deponeringskader. Ze verdiepte zich verder in de manier waarop de depotwet-geving aangepast moet wor-den en startte overleg op met de Koninklijke Bibliotheek van België. Het eindrapport van deze studie naar een Belgisch kader voor de deponering van digitale publicaties is nu beschikbaar.

DIAlOOg EN SAMENWErKINgHet vervolgonderzoek heeft aangetoond dat er een grote

nood is aan een systematisch en centraal verzamelbeleid voor digitale publicaties. Uit een enquête bij Vlaamse uitgevers blijkt dat een groot deel de eigen e-publi-caties niet op een manier bewaart die de cultureel-erfgoedsector als ‘duurzaam’ bestempelt. De focus voor bewaring ligt op de kortere periode waarin de publi-catie (commercieel) exploiteerbaar is.

De bereidheid en het draagvlak om mee te werken aan een digitaal deponerings-kader is groot bij alle belanghebbenden: belangenbehartigers van auteurs en uit-gevers, vertegenwoordigers uit de bibliotheek- en erfgoedsector en het literaire middenveld. Onderlinge samenwerking tussen federale en regionale bewaarinstel-lingen is nodig om een bewaarbeleid en een bijpassend organisatorisch kader te ontwikkelen.

Zowel de KBR als de Vlaamse Erfgoedbibliotheek presenteerden in de loop van dit project hun visies om dit bewaarbeleid vorm te geven. Over een aantal ideeën is er een consensus. Maar er zijn ook nog onduidelijkheden of tegengestelde meningen. Een bestuurlijke en beleidsmatige visie over het model van een digitaal depot is een vereiste om tot een oplossing te komen. Daarbij moet onder andere worden bepaald hoe het depot wordt georganiseerd, wat de selectiecriteria zijn en hoe het depot geconsulteerd kan worden.

WOrDT VErVOlgD...De belangrijkste conclusies en vaststellingen werden enige tijd geleden al voor-gelegd aan Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz. Hij erkent het belang van een duurzaam bewaarbeleid voor digitale publicaties en maakt plannen voor een ver-volg in 2017. Hij noteerde hierover in zijn beleidsbrief:

In 2017 wil ik verder structureel samenwerken met de bevoegde federale staats-secretaris voor Wetenschapsbeleid, de Koninklijke Bibliotheek, die de centrale spil, beheerder en uitvoerder is van het digitale wettelijke depot. Op die manier kan het deponeringskader voor digitale publicaties verder vorm krijgen. Hierbij wil ik erop toezien dat er wordt samengewerkt met de gemeenschappen, en er rekening wordt gehouden met de expertise, mogelijkheden en wensen van de relevante Vlaamse actoren in dit domein. Zo vind ik een decentrale terbeschikkingstelling van een digitale depotcollectie belangrijk, al moeten hierbij wel de nodige garanties gele-verd worden aan de uitgevers en de auteurs om hun auteursrechten te vrijwaren.

> Bron: vlaamse erfgoedbibliotheek

8 | META 2017 | 1

nieuWS

Page 11: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)
Page 12: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

de vlaaMSe centrale cataloguS (Open Vlacc) iS 30!Tijd voor een blik vooruit

lisbeth Vandoorne, johan Mijs, rosa Matthys en gwenny Vlaemynck, Cultuurconnect

Van een goed stuk gereedschap mag je eigenlijk niet merken dat het er is, omdat het je zo goed dient bij het realiseren van iets anders, dat het in dit proces zelf lijkt te verdwijnen. Zo’n statuut heeft de Open Vlacc in de loop van de afgelopen dertig jaar veroverd voor de catalo-grafie in de Vlaamse openbare bibliotheken. Het loont de moeite om een en ander nog eens zichtbaar te maken — want het kan wel degelijk nog beter, en daar maken we de komende jaren werk van.

30 jAAr IN VOgElVlUCHTElke openbare bibliotheek kan Vlacc-titelbeschrijvingen overnemen om de eigen lokale collectie te ontsluiten. Op deze manier wordt een beschrijving maar één keer aangemaakt, en vermijdt de bibliotheeksector een hoop dubbel werk.

Al snel bleek dat het voor een centraal bibliografisch bestand niet voldoende is om louter ‘veel data’ te bevatten: voor de afnemende bibliotheken is het belang-rijk dat ze de gegevens vinden op het moment dat zij ze nodig hebben, en dat is in de beginjaren van Vlacc soms een heikel punt. Daarom wordt in 1994 een samenwerking met Vlabin/VBC opge-start. Vlabin voert presentexemplaren in die uitgevers hen bezorgden ter recensie. Zo wint Vlacc fors aan snelheid.

In 2007 ontstaat Open Vlacc. VCOB (later Bibnet, intussen Cultuurconnect) vernieuwt de centrale bibliografische

databank. De coördinatie gebeurt van-uit het Bibliografisch Centrum in Gent. De afnemers kunnen nu records ophalen via Z39.50 en niet meer via dagelijkse file-transfers, en updates vanuit Vlacc laten doorstromen in hun systeem. Met de start van Open Vlacc worden ook de titelbeschrijvingen voor muziekcollecties beschikbaar in het centrale bibliografi-sche bestand. Deze worden grotendeels aangeleverd door de Centrale Discotheek Rotterdam.

Sinds 2009 neemt Bibnet dankzij een samenwerking met de koepelvereniging voor het boekenvak, Boek.be, bovendien ook ‘aankondigingen’ van boeken op in Open Vlacc. Zodra een uitgever een voor de sector mogelijk interessant boek aan-kondigt, voert het Bibliografisch Centrum de op dat moment al beschikbare info over het boek in als ‘precatalografisch record’ in Open Vlacc.

Tussen 2010 en 2015 rolt Bibnet samen met de provinciale bibliotheekdiensten Bibliotheekportalen uit als publieks-catalogus voor 295 (bijna alle) open-bare bibliotheken. Open Vlacc wint hierdoor nog meer aan belang: in de Bibliotheekportalen catalogus worden zoveel mogelijk de beschrijvingen uit Open Vlacc getoond, aangevuld met lokale velden, en de plaatskenmerken en de beschikbaarheid van de titels in de lokale bibliotheek.

Met de plannen voor een Eengemaakt Bibliotheeksysteem komen er enkele grote nieuwe uitdagingen aan, die we in dit artikel toelichten: 1. Open Vlacc als bibliografisch bestand

nog vollediger en sneller maken 2. De catalogi van de verschillende pro-

vinciale bibliotheeksystemen en deel-nemende bibliotheken integreren in een eengemaakte bibliotheeksysteem

3. Open Vlacc grondig vernieuwen

10 | META 2017 | 1

artiKel

Page 13: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

1. OPEN VlACC VOllEDIgEr EN SNEllEr MAKENVAN DROOM NAAR DAADOpen Vlacc is in de afgelopen 30 jaar uitgegroeid tot de ruggengraat van de catalografie in de openbare bibliotheken in Vlaanderen. Alle openbare bibliothe-ken nemen beschrijvingen over uit Open Vlacc. 258 bibliotheken doen dit via een provinciaal bibliotheeksysteem (PBS), 59 bibliotheken werken met een lokaal systeem. Bij bestelling of bij levering van boeken, cd’s, dvd’s, ... hoeven zij dus meestal niet zelf een titelbeschrijving te maken. Bovendien dienen ze de beschrij-ving ook niet zelf te onderhouden: bij eventuele wijzigingen stromen updates van Open Vlacc door naar de provinciale en sommige lokale systemen.

Titelbeschrijvingen die (nog) niet beschik-baar zijn in Open Vlacc, kunnen de biblio-theken zelf aanmaken. De netwerkcata-lografen van het PBS of de bibliotheken onderhouden die beschrijvingen zelf. We willen er met Open Vlacc voor zorgen dat

zoveel mogelijk titelbeschrijvingen tijdig worden gevonden, zodat zelfgemaakte titelbeschrijvingen enkel nog nodig zijn voor zeer specifieke of lokale titels.

Laat ons nu even nagaan in welke mate die ambitie nu al gerealiseerd is: hoeveel van de titelbeschrijvingen van boeken die bibliotheken nodig hebben, zitten inder-daad in Open Vlacc?

Op afbeelding 2 tonen we de percentages van de titelbeschrijvingen per databron op Bibliotheekportalen (de lijst databron-nen weerspiegelt technische implementa-tiekeuzes) die uit Open Vlacc komen. We zien hier in de eerste kolom ‘alle records’ dat de meeste provincies voor boeken niet aan 80 procent komen. Maar: dit zijn álle records die in de bibliotheeksystemen zitten, en daar zijn er heel wat bij van voor 2007, voor er sprake was van Open Vlacc en er aan-dacht was voor het consistent opne-men van identificerende nummers in de

bibliotheeksystemen. Wanneer we ons beperken tot boeken uitgegeven na 2007, dan ziet het er al een pak beter uit. En als we nog eens filteren op wat er het afge-lopen jaar (2015) is uitgegeven, dan is de dekking van Open Vlacc overal hoger dan 85 procent, en in de meeste systemen flink boven de 90 procent.

Gemiddeld over alle materialen (dus ook dvd, cd, ...) en systemen heen, zijn 93 pro-cent van alle beschrijvingen van materi-alen uitgegeven in 2015, in Open Vlacc te vinden.

Dat mag indrukwekkend genoemd wor-den — en toch moeten we dit optimisme meteen weer wat temperen. We weten dat van die 93 procent er zeker 4 pro-cent van de beschrijvingen te laat in Vlacc komen: er is eerst een lokale beschrij-ving gemaakt, en pas later komt er ook een beschrijving in Open Vlacc. Maar we weten niet hoe vaak bibliotheken materi-alen opzij leggen om te wachten op een beschrijving uit Open Vlacc; vermoedelijk

Afb. 1. Open Vlacc is het resultaat van de invoer en het onderhoud van vele verschillende partners.

Alle records Uitgegeven

nà 2007

Uitgegeven in

2015

Bibliotheek Antwerpen 93 100 100

Bidoc-bibs Vlaams-Brabant 88 96 99

Bidoc-bibs Limburg 87 97 99

VGC Brussel 83 95 95

Bidoc-bibs Antwerpen 82 91 94

Brocade-bibs Limburg 81 92 97

PBS Vlaams-Brabant 78 86 99

Bibliotheek Oostende 75 90 94

Bibliotheek Gent 72 96 99

PBS Oost-Vlaanderen 71 80 86

PBS Limburg 69 93 97

Bibliotheek Brugge 68 95 100

PBS Antwerpen 59 82 89

PBS West-Vlaanderen 55 77 85

Afb. 2. Hoeveel procent van de beschrijvingen van boeken vinden bibliotheken in Open Vlacc?

Open Vlacc

Vlabin VBC1994-2014

6 grote bibliotheken1987-

Luisterpunt2015-

Bibliografisch Centrum Gent 2009-

Antwerpen 2015-

Centrale DiscotheekRotterdam

MuziekWeb2007-

Boekenbank2009-2015

Dante 2016-

UitgeversBoek.be

Provinciale en lokaleBibliotheeksystemen

Aquabrowser provincialeen lokale publiekscatalogi

META 2017 | 1 | 11

artiKel

Page 14: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

is het percentage beschrijvingen die ‘te laat’ zijn dus nog hoger.

VROEG IN DE KETEN INGRIJPEN Als we Open Vlacc nog willen verbeteren, hebben we aan de ene kant nood aan een structurele manier om te weten te komen wie welke beschrijving nodig heeft, en aan de andere kant wil de lokale biblio-theek meer zekerheid over wat er wel en niet in Vlacc zal beschreven worden.

Een deel van de oplossing werken we sinds 2015 uit in het nieuwe (tweede) Bibliografisch Centrum in Antwerpen.

Daar worden de Sprinters van MedioEurope en de Standing orders en Snelboeken van Standaard Boekhandel (SB) ingevoerd: selecties van boeken waarbij we de expertise van de handel vertalen in een boekenstroom van voor veel bibliotheken relevante titels. Maar het vernieuwende zit hem vooral in de begin 2016 opgestarte boekenstroom gebaseerd op bestelgegevens van SB. Omdat we zelf geen overzicht hebben van de bestellingen van de bibliotheken, gebruiken we de gegevens van SB. Wat minstens vier bibliotheken bij SB bestel-len, en nog niet volledig in Vlacc beschre-ven is, bezorgt SB aan het Bibliografisch Centrum in Antwerpen. Daar wordt het zeer snel ingevoerd. Daardoor kan Open Vlacc nu voor het eerst structureel zo vroeg in de keten ingrijpen, en zo de

snelheid en dekking voor de afnemende bibliotheken verhogen.

Dit vraaggestuurde karakter willen we versterken door de huidige samenwer-king met SB en eventueel andere leve-ranciers uit te breiden. Maar ook door waar mogelijk het bestelsysteem van de leverancier en het bibliotheeksysteem aan elkaar te koppelen, zodat we zelf vroeg in het bestelproces zicht krijgen op welke records de bibliotheken nodig hebben, en deze beschrijvingen tijdig kunnen voor-zien in Open Vlacc. Dergelijke koppelin-gen staan hoog op de agenda voor het Eengemaakt Bibliotheeksysteem.

2. DE BESTAANDE CATAlOgI INTEgrErEN IN EEN EENgEMAAKT BIBlIOTHEEKSySTEEMEEN BESCHRIJVING IS EEN BESCHRIJVING IS EEN BESCHRIJVING Wanneer we de gegevens uit de verschil-lende bibliotheeksystemen willen opne-men in één bibliotheeksysteem, stuiten we op nog een ander probleem: dubbels allerhande. Eénzelfde editie kan tot 20 beschrijvingen hebben in de provinciale en lokale systemen. Dit heeft te maken met de manier waarop de samenwerking op vlak van metadata en de gemeen-schappelijke catalogi is ontstaan.

Een eerste oorzaak van deze dubbele beschrijvingen is de manier waarop bibliotheken sinds 2004 systematisch zijn gemigreerd naar de PBS-bestanden. Elk bracht zijn eigen beschrijvingen mee, en deze zijn meestal tot op zekere hoogte geconsolideerd (= samengevoegd waar meerdere beschrijvingen hetzelfde beschrijven), toch zijn er ook vandaag nog vaak verschillende beschrijvingen voor dezelfde titel in elk PBS te vinden.

Ten tweede bestaat er soms zowel een record uit Open Vlacc als een record uit een PBS of lokaal systeem in een biblio-theeksysteem. Voor het grootste deel gaat het om oude data, gegevens die de bibliotheken zelf invoerden en die later, bij de opstart van Vlacc ook in het cen-trale bibliografische bestand werden beschreven. Maar een ander deel komt

“ WE WILLEN ER MET OPEN VLACC VOOR ZORGEN DAT ZOVEEL MOGELIJK TITELBESCHRIJVINGEN TIJDIG WORDEN GEVONDEN, ZODAT ZELFGEMAAKTE TITELBESCHRIJVINGEN ENKEL NOG NODIG ZIJN VOOR ZEER SPECIFIEKE OF LOKALE TITELS.

Rosa Matthys werkt al dertig jaar mee aan de Vlacc.Ze werd hier geporterteerd aan de ingang van een tentoonstelling over het Mundaneum.Foto: Rosemie Callewaert.

12 | META 2017 | 1

artiKel

Page 15: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

voort uit het feit dat Vlacc ondanks alle inspanningen niet altijd snel genoeg is om de bibliotheken tijdig te voorzien van de bibliografische beschrijvingen die ze nodig hebben. De bib maakt zelf een beschrijving aan, en soms komt het record later alsnog in Open Vlacc.

De derde reden waarom er veel ‘dub-bels’ ontstaan, is dat de verschillende huidige bibliotheeksystemen wat de data betreft volledig gescheiden syste-men zijn. In elk systeem worden dezelfde records uit Open Vlacc gekopieerd: men kan dus geen gebruik maken van records die in een ander systeem al zijn gemaakt. Daarom bestaan van sommige Vlacc-records van populaire werken wel 20 identieke kopieën.

ONS PROEFSTUK: BIBLIOTHEEKPORTALEN CATALOGUSGelukkig is er op de plaats waar de titelbeschrijvingen worden getoond aan het publiek (de publiekscatalogus Bibliotheekportalen) voor gezorgd dat de gebruiker al deze kopies en andere dubbels nooit te zien krijgt. Ze worden in de presentatielaag samengevoegd. Kort samengevat gaat dit als volgt in zijn werk: we bepalen welke beschrijvingen dezelfde titel beschrijven op basis van sleutelvelden (Vlacc-nummer, isbn+jaar van uitgave, ean, issn). Dat kunnen dus kopies zijn van dezelfde (Open Vlacc-)beschrijving, maar het kunnen ook van elkaar (in volledigheid, ontsluiting, ...) ver-schillende beschrijvingen zijn. Voor één publicatie tonen we maar één beschrij-ving in de catalogus (de ‘master’ die de matching ‘wint’). Die ene beschrijving (als we er een hebben uit Open Vlacc, wordt dat altijd de ‘master’), kan dan vanuit de andere beschrijvingen, die bijvoorbeeld een extra trefwoord hebben, worden ver-rijkt. Dit proces noemen we ‘matching en merging’.

Belangrijk voor bibliotheekmedewer-kers is dus dat een eigen record uit hun bibliotheeksysteem dat we met een Open Vlacc-record ‘matchen’ op basis van bij-voorbeeld de sleutel “isbn+jaar van uit-gave”, er in zijn systeem behoorlijk anders kan uitzien dan in de publiekscatalogus.

NAAR EEN EENGEMAAKTE CATALOGUS IN EEN EENGEMAAKT BIBLIOTHEEKSYSTEEMDe goede interbestuurlijke samenwer-king tussen Bibnet, provincies, VGC en lokale overheden in het realiseren van de publiekscatalogus Bibliotheekportalen leidt in 2014 tot een onderzoek naar ver-dere schaalvergroting en innovatie in een studie over de systeemarchitectuur van de digitale bibliotheek: één van de voor-waarden voor succesvolle innovatie was de rationalisatie en modernisering van de huidige bibliotheeksystemen. In een ver-volgstudie uit 2015 werd de haalbaarheid van een Eengemaakt Bibliotheeksysteem getoetst, en bestuurlijk, technisch, orga-nisatie en financieel haalbaar gevonden. De voorbereiding van een EBS kwam in een stroomversnelling door de beslis-sing van de Vlaamse regering om het PBS als persoonsgebonden bevoegd-heid over te hevelen naar Cultuurconnect. Cultuurconnect is intussen overgegaan tot publicatie van een aanbesteding en zal in de zomer van 2017 de opdracht voor een EBS gunnen aan een leverancier.

De visie op catalografie in het EBS kwam er op basis van veel intern overleg, inter-views met bibliotheken, workshops en infosessies. In het bijzonder organiseerde het projectteam van EBS in september

2016 een workshop Catalografie in het EBS. Vertegenwoordigers van lokale bibliotheken, Open Vlacc-invoerders en netwerkcatalografen van de provincies kregen er een overzicht van hoe wij de toekomst van de catalografie in én naast het EBS zien. Zij gaven hun feedback over de verschillende voorstellen, en zorgden voor de nodige aanvullingen. Op basis hiervan werd ook de agenda bepaald voor de eerste vergadering van de in het kader van het EBS samengestelde Expertengroep Collectie in december 2016. Samen met de expertengroep ver-talen we de visie nu in vereisten voor het lastenboek EBS.

DRIE FASENIn afbeelding 3 worden de drie grote fasen geschetst. In een eerste fase, de migratie naar het EBS zelf, zijn geen radi-cale veranderingen voorzien rond cata-lografie. De verhouding tussen lokale en centrale catalografie zal de eerste jaren in grote lijnen dezelfde blijven als nu. In de tweede fase wordt Open Vlacc gron-dig vernieuwd met aandacht voor effici-ente invoer, linked data en nieuwe catalo-grafieconcepten als FRBR en RDA. In de derde fase zullen de lokale bibliotheken niet langer catalogiseren in het EBS, maar via een formulier in het EBS rechtstreeks in de vernieuwde Open Vlacc.

Afb. 3. De toekomst van de catalografie in 3 fasen

META 2017 | 1 | 13

artiKel

Page 16: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Dat zijn doelstellingen op langere termijn. Voor de eerste fase hebben we desalniet-temin al een paar stevige ambities: • We verbeteren de snelheid en de dek-

king van Open Vlacc. (Hier gingen we in het eerste deel van dit artikel al uit-gebreid op in)

• We vermijden dubbele beschrijvingen • We migreren met zorg de bestaande

bibliografische data, en doen zo veel mogelijk opkuis vooraf

• Lokale catalografie blijft mogelijk, lokale records worden gedeeld gebruikt en beheerd

• Deze lokale invoer gebeurt in een gebruiksvriendelijk systeem

DUBBELS VERMIJDENBibliotheken willen het kunst- en vlieg-werk achteraf in de publiekscatalogus in de toekomst zoveel mogelijk in de data zelf doen, en op die manier het ontstaan van kopieën en dubbele beschrijvingen vermijden.

Dat zou als volgt kunnen in EBS: bij de invoer van een beschrijving gebeurt er steeds een check in Open Vlacc: wan-neer een invoerder in het EBS een record wil aanmaken met een sleutelwaarde (isbn+jaar, ean,...) die al in Open Vlacc voorkomt, kan er door de lokale cata-lograaf geen nieuw record worden aan-gemaakt. De catalograaf moet gebruik maken van het Open Vlacc-record (dat eventueel wel lokaal verrijkt kan worden). Wanneer een record lokaal is ingevoerd, en later in Open Vlacc wordt beschreven, willen we het lokale record automatisch overschrijven met het Vlacc-record.

Door deze controles op dubbele records in te bouwen in ons catalografiesysteem zelf, vermijden we de manuele consolida-ties die nu in vele systemen (al dan niet systematisch) plaatsvinden en veel tijd in beslag nemen. OPRUIMEN VOOR DE VERHUIS We beginnen in het EBS natuurlijk niet met een blanke lei: de bestaande gege-vens verhuizen we mee. Er zijn, als we de tracks en de artikels even buiten beschou-wing laten (want dat is een apart ver-haal) alles bij elkaar ongeveer 8 miljoen

beschrijvingen in gebruik in de PBS-en en andere systemen. Deze moeten we alle-maal op de een of andere manier verhui-zen naar het EBS. Maar zoals bij elke ver-huis, loont het om ruim op voorhand te beginnen bekijken wat je écht moet mee-nemen, en wat eigenlijk weg kan.

En intussen weet de oplettende lezer: onze records verwijzen niet naar 8 mil-joen unieke edities. Er zijn vele dubbels bij: kopies uit Vlacc, te herkennen aan het Vlacc-nummer in de beschrijving; en beschrijvingen die de bibliotheek zelf heeft ingevoerd, maar die via een sleu-telveld kunnen teruggebracht worden tot een Vlacc-record. Samen zijn deze dubbels allerhande goed voor 5 miljoen beschrijvingen: deze 5 miljoen records zijn terug te brengen tot 1 miljoen Open Vlacc-beschrijvingen. En dan blijven er nog ongeveer 2 miljoen records over die niet gematcht zijn met een Vlacc-beschrijving.

Door sleutelvelden (isbn, jaar, ean, issn) te verbeteren en aan te vullen, kan dat aantal verder verminderd worden. De PBS-en en andere systemen zijn zich bewust van het belang van propere data, en zijn daarom nu al, met behulp van rap-porten die Cultuurconnect aanlevert, hun data aan het opkuisen. Dankzij het vele werk dat nu al gebeurt, zullen we op het moment van de migratie veel tijd bespa-ren.

Ook in Open Vlacc zijn we druk aan het werk om ballast te vermijden:• Bij het verschijnen van dit artikel zul-

len we ook de ± 5,5 miljoen Open Vlacc records van tracks kunnen verwijderen door een nieuwe presentatiewijze op Bibliotheekportalen (die gebruik maakt van de API van CDR om de tracks live op te vragen)

• Ook ongebruikte cd-records zullen we dan verwijderen

LOKALE RECORDS DELEN Maar de oplettende lezer is vast nog niet vergeten dat we, ook wanneer het EBS een feit is, Open Vlacc geen volledigheid zal nastreven: wat niet in Open Vlacc gevonden wordt, dat moeten bibliotheken

nog altijd zelf invoeren. Nu nog in de PBS-en, over enkele jaren in het EBS (fase 1), en nog later kunnen we misschien evo-lueren naar een manier om lokale records rechtstreeks in de vernieuwde Vlacc aan te melden (fase 3). Wat blijft, is dat de lokale bibliotheek af en toe nog zelf records zal moeten (en kunnen) invoeren.

De laatste jaren gaat het om relatief lage aantallen. Ter illustratie: voor boe-ken zijn er in 2015 over alle bibs heen ongeveer 8000 beschrijvingen in de lokale bibliotheken aangemaakt. Dat zijn er dus gemiddeld 25 per bibliotheek. (Sommigen maken een veelvoud aan eigen beschrijvingen, bij anderen komt het eigenlijk niet meer voor). In hetzelfde jaar werden in dezelfde systemen 153.000 Vlacc-records voor boeken gebruikt. De lokale invoer bedraagt dus amper 5 pro-cent, en we hebben redenen om aan te nemen dat dat aantal nog zal verminde-ren: door het meer vraaggestuurd werken van Open Vlacc; door bij invoer betere checks in te bouwen om zeker te zijn dat het materiaal nog niet in Open Vlacc is beschreven; maar ook en vooral omdat we in het EBS de provinciale bestanden laten samenvloeien. Dat laatste behoeft een woordje uitleg.

Uit een beperkt onderzoek op basis van de data in de verschillende PBS-en en andere systemen, blijkt dat ongeveer 35 procent van de lokaal beschreven records, bezit heeft in meer dan één bibliotheek. De tweede bibliotheek moet in theorie dit record niet opnieuw aanmaken (dat is nu al zo als de bib in een PBS zit), maar in de praktijk is dat vaak wel zo, omdat deze beschrijving in een ander PBS gemaakt is. Eenmaal alle PBS-en (en anderen) gemigreerd zijn naar het EBS, zal ieder-een ook voor de lokale invoer voordeel van de schaalvergroting ondervinden. Er moeten vanzelfsprekend goede afspraken gemaakt worden over deze EBS-records met bezit in twee bibliotheken, waarbij de ene gebruik maakt van het record dat de andere aanmaakte: kan de tweede bibliotheek de beschrijving aanpassen? Aanvullen? Verbeteren? Dit is voorwerp van gesprek met onze expertengroep col-lectie.

14 | META 2017 | 1

artiKel

Page 17: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Alle samenwerking en schaalvoordeel ten spijt, zal een bibliotheek ook in de toe-komst natuurlijk soms de enige zijn die een bepaald materiaal in huis heeft. Dan gaat het om speciale collecties (van muziek-academies, heemkundige kringen, ...) maar ook om gewone bibliotheekcollectie zoals lokale uitgaven, vreemdtalige wer-ken, andere edities, ... Deze kunnen wor-den ingevoerd in de catalografiemodule van het EBS.

EENVOUDIG CATALOGISERENDie catalografiemodule moet volgens ons bovenal gebruiksvriendelijk zijn. Er komt een nieuwe generatie in de sector wer-ken voor wie catalografie niet de kern van het bibliotheekwerk is. De klemtoon verschuift van de back- naar de front-office, en terwijl het veel vergt om echt goed te zijn in de invoer zoals ze vandaag gebeurt, zijn er (mede dankzij de goede werking van de Open Vlacc) steeds min-der mensen die voltijds ‘catalograaf’ zijn. Dat het zo’n specialistenwerk is, komt door de complexiteit en de omvang van de regelgevingen, maar heeft ook voor een niet onbelangrijk deel te maken met de weinig gebruiksvriendelijke werking-van onze cata-modules.

In de vereisten voor het EBS ligt de klem-toon dus op een gebruiksvriendelijke interface. Bibliotheekmedewerkers kun-nen er op een eenvoudige manier, zonder kennis van MARC21, zonder kennis van veldcodes of subvelden een beschrijving maken, geholpen door strenge ‘checks’ op elk veld (een isbn moet 13 tekens heb-ben, een jaar van uitgave mag geen let-ters bevatten, ....) en keuze-indexen (bij voorkeur die van Open Vlacc) om fouten te vermijden. We hebben veel te leren van webtoepassingen als LibraryThing, Goodreads en andere waar ‘leken’ én bibliothecarissen samen een consis-tente bibliografische databank hebben gebouwd, geholpen door gebruiksvrien-delijke formulieren.

Naast het faciliteren van de aanmaak van volledige bibliografische beschrijvingen, willen we de in alle huidige systemen onder de een of andere vorm bestaande voorlopige beschrijvingen een plaats

geven in het EBS. Bibliotheken kunnen voor bepaalde records waarvan men quasi zeker is dat Open Vlacc ze nog zal beschrijven, of waarvoor men meent geen volledige beschrijving nodig te heb-ben, een dergelijke minimale beschrijving maken.

Wanneer er dan alsnog een beschrijving komt in Open Vlacc of het EBS, en de lokale invoerder de nodige sleutelvelden (isbn, jaar, ean, ...) invulde in de minimale beschrijving, kan deze automatisch wor-den overschreven.

3. OPEN VlACC grONDIg VErNIEUWENCATALOGRAFIE 2020Hoewel de ambities voor catalografie in en met het EBS die we hierboven beschre-ven al heel wat werkprocessen zullen ver-eenvoudigen, is er in het EBS geen echte innovatie rond catalografie voorzien. De grondige vernieuwing van de catalogra-fie splitsen we af van het EBS-verhaal, en werken we uit in het project van fase 2 en 3, dat we Catalografie 2020 hebben gedoopt.

De doelstelling van dit project is om samen met de verschillende partners tot een gedragen en toekomstgericht model voor gemeenschappelijke catalografie te komen dat oog heeft voor de wensen en noden van de eindgebruikers (biblio-theekmedewerkers en bibliotheekbezoe-kers). Een aantal ambities die we zeker willen verwezenlijken: • We verbeteren de werkprocessen

bij Open Vlacc en de interacties met de lokale bibliotheken om samen de database(s) efficiënt en kwalitatief op te bouwen (Welke data en bewerkingen zijn op welk ogenblik nodig in het leven van een collectie-item? Wie kan deze best opnemen?) Daarom hervormen we de Open Vlacc werkgroepen zodat een meer representatieve groep uit de hele sector vertegenwoordigd is en meebe-slist over toekomstige aanpassingen.

• We onderzoeken de haalbaarheid van een FRBR-entiteiten-relatiemodel voor bibliografische beschrijvingen. Dit model moet onze huidige digi-tale steekkaarten (records die elk een

integrale beschrijving vertegenwoordi-gen) vervangen door deelbeschrijvin-gen die in relatie tot elkaar staan. Zo’n model laat toe efficiënter en minder foutgevoelig te catalogiseren, en maakt het onderhoud beheersbaarder.

• We zorgen dat het mogelijk wordt om meer koppelingen met andere data-banken te leggen door meer identifi-cerende nummers op te nemen (zoals isni, viaf, wikidata).

• We organiseren een gebruikersonder-zoek rond inhoudelijke ontsluiting, om meer duidelijkheid te krijgen over de manier waarop inhoudelijke ontsluiting in een digitale wereld kan gebeuren. Wat is de impact van het toenemende gebruik van full content op de traditio-nele inhoudelijke ontsluiting? Wat is het belang van welke informatie voor ener-zijds de opzoekbaarheid en anderzijds de presentatie?

• We ontwikkelen een gedragen busi-nessmodel.

• We stellen een duidelijk communica-tieplan op om vernieuwingen binnen Open Vlacc aan te kondigen en/of te bespreken met de sector.

STAP VOOr STAPWe hopen met dit artikel inzicht te heb-ben gegeven in de rijke geschiedenis van de centrale catalografie in de open-bare bibliotheeksector. Vlacc is steeds in evolutie geweest, en is doorheen de jaren uitgegroeid tot een steeds volledi-ger bestand dat steeds meer vertrouwen geniet van de afnemende bibliotheken.

Met de start van het EBS proberen we de verhouding tussen het lokale en het centrale werk verder te optimaliseren. Intussen bereiden we met Catalografie 2020 de volgende fase voor. Stap voor stap op weg naar een systeem dat de gebruikers nog beter dient.

META 2017 | 1 | 15

artiKel

Page 18: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Bart Severi & Els Michielsen:

“ We hebben onszelf altijd verzet tegen de perceptie dat archief helemaal aan het einde komt ”Interview: julie Hendrickx en Willem Vanneste Foto: julie Hendrickx

Net voor de kerstvakantie sprak META met Bart Severi, toen nog beleidsadviseur en projectlei-der bij Informatie Vlaanderen en Els Michielsen, ook toen nog beleidsondersteuner bij Informatie Vlaanderen. Ondertussen pronken er andere titels op hun visitekaartje. Bart is bestuurscoör-dinator in Diest en verantwoordelijk voor de diensten ruimtelijke ordening, openbare werken, milieu en groen, wonen, lokale middenstand, gebouwen en patrimonium. En Els is het nieuwe teamcoördinator archief bij stad en OCMW Lier. De kans voor een dubbelinterview lieten we niet schieten.

Hoe lang hebben jullie hier gewerkt? Bart: Ik heb hier negen jaar gewerkt. In 2007 ben ik begonnen als projectmedewerker met een contract voor zes maanden. Vlak voor de Vlaamse overheid besliste om de Coördinerende Archiefdienst op te richten, met het Archiefdecreet te starten en het depot van Vilvoorde op te richten, is dat een paar keer verlengd geweest. Een paar jaar later is Els begonnen.

Bart, was jij dan de eerste medewerker?Bart: Ja, maar nu ben ik de veteraan: ik ben de enige die de beginperiode nog heeft meegemaakt. Het celhoofd dat mij toen heeft aangenomen is kort daarna vertrokken.

Hoe kijk je negen jaar later terug op dat begin?Bart: Zo vaak denk ik daar niet meer aan terug, maar eigenlijk was dat toch wel vrij bijzonder. Je wordt aangeworven als pro-jectmedewerker en je hoort hier en daar wel iets waaien over een beslissing van de Vlaamse regering die er al dan niet zit aan te komen. We waren dus niet zeker dat ons contract verlengd zou worden. Maar dat is dan toch allemaal in orde gekomen en toen kwamen er plots verschillende unieke projecten op ons af. Wie krijgt er nu de kans om helemaal vanaf nul mee aan een decreet te schrijven? Meestal is er al een bestaande regelge-ving of vormend kader waarvan je vertrekt. Zelf ook een team kunnen samenstellen, smeden en kneden is eveneens bijzonder.

Page 19: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Bart: Dat trok mij ook wel aan in die nieuwe job, dat het terug een stuk concreter wordt. En als ik terugkijk op mijn jaren hier, merk ik dat ik om de zoveel jaar wel een prikkel nodig had. Zowel persoonlijk, zoals doorstromen van celhoofd naar team-hoofd, maar ook als team: met zijn allen brainstormen over welke projecten we zelf zouden willen doen en wat we wilden doorschuiven naar anderen. De nood aan zo’n inhoudelijke prik-kel op tijd en stond, is te begrijpen. Alleen is die in ons geval nu wat groter.

Els: Lier was ook een logische keuze gelet op hoe ze hun infor-matiebeheer opvatten. Het ligt in de lijn van hoe wij het hier altijd zagen, zo zetten ze bijvoorbeeld heel hard in op die admi-nistratie. Het speelt zich sowieso wel af op een ander niveau, maar dat trekt me alleen maar meer aan. En wat ik hier altijd belangrijk heb gevonden, neem ik natuurlijk ook wel mee naar Lier.

Bart: Wie weet keer ik ooit nog terug. Maar nu wil ik dit doen. En ik ga me daarin gooien zoals ik me negen jaar lang gegooid heb voor de archiefsector: met veel plezier.

Els, op welk moment ben jij hier eigenlijk ingestapt? Els: 1 maart 2011. Ik had toen een tijd in Mol gewerkt als archi-varis en conservator toen ik het idee kreeg om over te stap-pen naar de kwaliteitscoördinatie en procesoptimalisatie van het OCMW in Antwerpen. En toen zag ik de vacature voor mijn baan hier verschijnen en ik herinnerde me dat ik altijd al het beleid mee had willen vormgeven. Bovendien konden we altijd zelf onze richting bepalen. Er is wel het grote kader van het decreet waarmee je rekening moest houden maar onze acties konden wel altijd zelf invullen, net als de accenten die we graag wilden leggen.

Wat we ons afvragen: bestaat de Coördinerende archiefdienst nu eigenlijk nog? Bart: Van in het begin hebben we verschillende gedaantewis-selingen en naamsveranderingen meegemaakt. En dan denk ik nog niet aan de meer formele splitsingen en fusies van de voor-bije vier jaar. Als we toen elke keer naar de sector hadden moe-ten communiceren wat onze nieuwe naam was — bijvoorbeeld de Cel Informatie- en Kennisbeheer — dan hadden we nooit dezelfde continuïteit gekend als nu. Door onze naam te con-solideren in onze communicatie hebben we toch wat stabiliteit gecreëerd. Een stuk voor onszelf maar ook voor de sector. Nu zijn we gesplitst over twee entiteiten. Je hebt enerzijds de com-ponent ‘Dries en collega’s’, die zich bezighouden met de onder-steuning van de Vlaamse overheid, onder andere in het kader van verhuisbewegingen, maar die ook het depot Vilvoorde uit-baat. En dan heb je de component die bij het nieuwe Agentschap Informatie Vlaanderen zit en zich bezighoudt met het beleid en digitale informatie. Tot voor kort gebruikten we de naam Coördinerende Archiefdienst nog, maar nu we officieel gestart zijn als Agentschap Informatie Vlaanderen hebben we de knoop toch doorgehakt. Die boot hebben we nochtans lang afgehou-den omdat de situatie lang niet zeker was.

Was de uitwerking van het Archiefdecreet jouw eerste hoofd-taak dan?Bart: Alles kwam toen tegelijk, eigenlijk. Zoals het Depot Vilvoorde bijvoorbeeld, hoewel dat dat vooral Dries Vandaele was die zich daarop toegelegd heeft. We waren toen al met zijn vieren maar iedereen had meerdere petjes op. En dat is eigenlijk altijd zo geweest. Het decreet kwam voornamelijk op mijn schouders terecht, maar ook Dries werkte daar intensief aan mee. Hoewel het niet onze eerste werkervaring was, had-den we nog nooit iets van die orde gedaan en werden we wel wat in het zwembad gegooid. Maar we zijn beginnen zwem-men. We kregen ook veel hulp, onder andere van de VVBAD. Proeve van Archiefdecreet was een belangrijk vertrekpunt voor ons. En in de jaren nadien werd het alleen maar boeiender met zaken die verder bouwden op dat eerste jaar. Dries is ondertus-sen het Depot Vilvoorde aan het uitbreiden. En wij herschrijven momenteel het decreet.

Was het daarom tijd om te veranderen? Bart: Ondertussen hebben we met het team al drie decreten geschreven, samen met ontelbare uitvoeringsbesluiten. Maar dat heeft nooit verveeld. We hebben dat ook nooit beschouwd als een zuiver juridische of technische oefening. We hebben dat altijd opgevat als een breed inhoudelijk en strategisch project waarvoor we enerzijds de sector consulteerden en anderzijds ook zelf grondig nadachten over wat we wilden.

Maar de archiefsector was eigenlijk niet jouw eerste keuze? Bart: Tegen een aantal collega’s heb ik inderdaad gezegd dat ik niet tot aan mijn pensioen in de archiefsector zou blijven. Alhoewel ik altijd alles open heb gehouden. Maar een aantal weken geleden heb ik dan toch een knoop moeten doorhakken, gewoon omdat de opportuniteit zich voordeed. Het is iets totaal anders: een andere sector en een andere functie. En toevallig valt het ook samen met Els haar vertrek.

Was het bij jou ook een kans die zich aandiende, Els? Els: Het was bijna an offer you can’t refuse. Maar het was ook wel een serieuze afweging die ik moest maken omdat ik mijn job hier wel graag deed. Dit is altijd een boeiende job geweest maar van de meeste dingen die ik hier deed, zag je niet onmiddel-lijk, of pas op lange termijn, resultaat. Ik kijk er wel naar uit om terug iets concreter te doen en om er ook onmiddellijk resultaat van te zien. Maar ook ik heb het altijd boeiend gevonden om te zien hoe regelgeving tot stand komt. En dat dat toch niet zo evident is. Om dan achteraf vaak te horen “Waarom hebben jul-lie er nu niet aan gedacht om dat ook in het decreet te zetten?” Maar zo simpel is het helaas niet, want je zit met zoveel verschil-lende variabelen waarmee je rekening moet houden. Ook het Steunpunt Archiefdecreet is heel boeiend werk, maar je bent wel altijd anderen aan het uitleggen hoe ze hun werk moeten doen. En na een aantal jaar merk je dat je de praktijkkennis en wat er gebeurt in het werkveld toch moeilijker kunt inschatten. Even een stage kunnen doen of ergens een poosje meelopen zou in zo’n geval wel terug voor inspiratie kunnen zorgen. Er zou een soort roulatiesysteem moeten bestaan! (lacht)

META 2017 | 1 | 17

intervieW

Page 20: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Els: Je kunt ook niet om het jaar tegen mensen zeggen dat je weer van naam bent veranderd. En we hebben daar regelmatig ons hoofd over gebroken “Is dit nu het moment?” Maar we had-den nooit het gevoel dat de zoveelste naamsverandering ook de definitieve vlag zou worden.

Bart: Dat gebrek aan stabiliteit heb ik altijd wel een hinder-paal gevonden. Als we meer mandaat hadden gekregen, denk ik dat we meer hadden kunnen realiseren. We hebben voor een stuk moeten opboksen tegen een management dat niet altijd dezelfde doelstellingen nastreefde. Hoewel het niet altijd even evident was, zijn er toch zaken waar we zeer tevreden over mogen zijn.

ligt zoiets als een Vlaams rijksarchief, een entiteit die op zich staat, eigenlijk binnen de ambities? Bart: Als je dat als wetenschappelijke instelling bedoelt, dan niet. Maar we hebben de technische en financiële haalbaarheid van dat idee wel al onderzocht, bijvoorbeeld tijdens het schrij-ven van het Archiefdecreet. En de politieke haalbaarheid is nu dezelfde als toen: te weinig kritische massa. Te weinig budget, te weinig VTE, een te onduidelijk omlijnd takenpakket, ….

Els: Hoeft zoiets ook? Door een onderdeel te zijn van het Agentschap Informatie Vlaanderen, heb je ook wel een heel directe band met de mensen die bezig zijn met informatieveilig-heid, openbaarheid, hergebruik. Door samen een agentschap te vormen zijn er linken die je nu veel gemakkelijker kunt leggen. Dat zou als aparte entiteit niet mogelijk zijn.

Bart: We hebben onszelf ook altijd verzet tegen de perceptie dat archief hetgeen is dat helemaal aan het einde komt: de kel-der of een doodlopende straat op een organogram. Archief is eigenlijk informatie duurzaam bewaren en snel ter beschikking kunnen stellen. Door in te zetten op onder andere digitalisering denk ik dat ze hier intern ook wel merken dat wij een bepaalde expertise hebben die zinvol is voor de rest van de organisatie.

Hoe zien jullie de verhouding ten opzichte van het rijksarchief?Bart: Als peers.

Want het Archiefdecreet zorgde voor heel wat deining, zoals de bevoegdheidsbetwistingen.Bart: De laatste procedure daaromtrent is nu afgerond, in ons voordeel. Maar de anderen waren wel in ons nadeel. Ondertussen hebben zowel wij als het Rijksarchief van het politieke niveau de opdracht gekregen om samen na te denken over een samen-werkingsakkoord. Dat is een formele vraag die we tot nu toe

hebben gemist. Er waren wel informele gesprekken onder de beide administraties, maar dat maakte, wat ons betreft, weinig voortgang. Nu hebben we het gevoel dat er toch stappen voor-uit gezet kunnen worden. We hopen het Rijksarchief daar als collegiale partner te mogen treffen.Ik denk dat het al die jaren geleden al helemaal aan het begin is misgelopen. Bij het idee van een Vlaams Rijksarchief, waar-naar je refereerde, dat leefde bij de federale collega’s. Want zij gingen ervan uit dat dat onze intentie was. Ook omdat het Archiefdecreet vrij ambitieus was als je het vergelijkt met de andere gemeenschappen en gewesten, juist omdat we ook naar die lokale besturen keken. En die angst heeft, heel begrijpelijk, voor achterdocht gezorgd. We hebben er langs beide kanten heel veel energie in moeten steken om die achterdocht weg te werken. En dat traject is nog niet volledig afgerond.

Hebben jullie nooit het gevoel gehad dat het Archiefdecreet te ambitieus was?Bart: Nee. Hoewel we onszelf die vraag ook hebben gesteld. “Wil men niet te veel en zijn daar eigenlijk wel middelen voor?” En diezelfde bedenking hebben we nu ook bij het Bestuursdecreet. We kunnen in eerste instantie wel continuïteit borgen met het Archiefdecreet: eenzelfde soort dienstverlening, de kwaliteits-criteria, het register, enzovoort. Er zijn zelfs nog dingen bijge-komen: de substitutieregeling, digitale besluitvorming bij lokale besturen en de Vlaamse regering, … Maar ook deze keer is het een moeilijke vraag geweest en het antwoord is nog steeds han-gende. Gaan we (alle) middelen krijgen? Wij blijven het belang en de nood voor de sector benadrukken. Maar die nood komt vooral bij ons terecht en te weinig bij het politieke niveau of het hogere management. Een tijdje geleden was er een gesprek tussen de VVBAD en het kabinet van minister Homans, dat is de eerste keer dat zoiets gebeurde op dat niveau over die the-matiek en die noden. Die ontmoeting heeft al een paar zaken in gang gezet maar met één keer te gaan spreken, kom je er natuurlijk niet.

Bespelen we als sector het politieke niveau nog onvoldoende?Bart: Voor de volledigheid moet ik nu zeggen dat ik voor mij persoonlijk spreek. (lacht) Maar ik denk het wel. De archiefsec-tor is misschien nog te zwak georganiseerd, haar standpunten mogen luider klinken. Tegelijkertijd is de VVBAD als sectorve-renging er niet alleen voor de archiefsector. En zelfs al was dat wel, dan heb je nog het gegeven dat die sector uiteenvalt in ver-schillende blokken: erfgoed enerzijds en de bestuurlijk-adminis-tratieve werking anderzijds. Ook het verschil tussen private en publiekrechtelijke instellingen en alle vermengingen daartussen zorgt voor een complex landschap met complexe regelgeving. Maar we zijn altijd benieuwd naar een nieuwe voorzitter van de sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer. (lacht)

Hebben jullie advies voor de nieuwe sectievoorzitter?Bart: Willem kent de sector en zal de belangen kunnen vertalen. Maar de lijn kort houden met de administratie en de politiek is belangrijk. De VVBAD is een belangen- en sectororganisatie, ik denk dat je die rol sterker moet uitspelen.

Els: Ik denk dat er ook nieuwe opportuniteiten liggen in bijvoor-beeld een ‘relatie’ met de VVSG. Ik merk dat die banden nog wel aangehaald kunnen worden. Want ook zij beginnen nu naar aan-leiding van de iMonitor ook interessante dingen te doen. En om nog even terug te komen op de ambitie van het Archiefdecreet, we hebben ons vaak afgevraagd of we de lat niet lager moes-ten leggen. Maar dat zou impliceren dat ook het kader en de bijhorende mogelijkheden er niet zouden zijn. Nu is dat alles er

“WE HEBBEN ONSZELF OOK ALTIJD VER-ZET TEGEN DE PERCEPTIE DAT ARCHIEF HETGEEN IS DAT HELEMAAL AAN HET EINDE KOMT: DE KELDER OF EEN DOOD-LOPENDE STRAAT OP EEN ORGANO-GRAM. ARCHIEF IS EIGENLIJK INFORMA-TIE DUURZAAM BEWAREN EN SNEL TER BESCHIKKING KUNNEN STELLEN.

18 | META 2017 | 1

intervieW

Page 21: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

wel en dus ook de bijhorende argumenten om het volledig in te vullen. Als de ambities veel lager liggen kun je dat niet meer. Het is bijvoorbeeld niet omdat we een klein team zijn dat we die taken van het steunpunt gaan verminderen. Want dan kun je ook niet vragen naar meer personeel.

Het doel had ook kunnen zijn om eerst alles binnen de Vlaamse overheid op orde te hebben en je dan pas op de ‘buitenwe-reld’ te richten.Bart: Als wij als individuele, betrokken ambtenaren niet eens op tafel hadden geklopt en een aantal zaken geagendeerd hadden, dan was het er volgens mij nooit van gekomen.

Els: En omdat het Archiefdecreet ook voor de lokale besturen geldt, wordt het ook makkelijk opgepikt. Wij kunnen naar het agentschap Binnenlands Bestuur stappen en zeggen wat er nog moet gerealiseerd worden, net omdat het Archiefdecreet zich ook op die ‘buitenwereld’ richt.

Heeft het Archiefdecreet ook gezorgd voor de gehoopte pro-fessionalisering bij de lokale besturen?Els: Dat is iets wat niet van vandaag op morgen is opgelost, maar je ziet wel dat er stappen genomen worden. Dus er is wel degelijk vooruitgang. Door in de leidraad organisatiebe-heersing ook informatiebeheer sterker naar voor te brengen merken ook gemeentesecretarissen op wat voor impact dat kan hebben. Want als er een burger een informatievraag stelt, moet het bestuur daarop kunnen antwoorden. Het is belangrijk om altijd verschillende ‘ingangen’ te gebruiken om een idee in beweging te krijgen.

Bart: Wat betreft die andere belanghebbenden, zoals de VVSG, die Els als vermeldde: als we bijvoorbeeld de kans krijgen om te gaan spreken voor de VVSG, dan merken we daar wel een zekere bereidheid. Ook zij zitten met veel vragen en hebben eveneens de nood aan ondersteuning. Het voordeel is dat het andere kanalen zijn. Anders preek je altijd maar voor de bekeerlingen.

je probeert je bezorgdheden en dossiers daar ook op tafel te krijgen?Els: Ja, of bij het ECG (Expertisecentrum van gemeentesecre-tarissen) Ook dat is een effectief forum. Je bereikt ineens een grote groep gemeentesecretarissen die zich dan ineens reali-seren dat archief meer is dan enkel dat historische aspect. Als je hen dan duidelijk kunt maken dat het voor de hedendaagse werking belangrijk is dat alle dossiers op orde moeten zijn opdat je informatievragen snel en efficiënt kunt beantwoorden. Je ver-woordt die boodschap zelfs het best door op de risico’s te wij-zen. Want veel diensten werken samen, maar weten niet meer waar alle informatie zit. Enkel zo maak je hen duidelijk dat ze informatiebeheer moeten meenemen in andere trajecten zoals het opzetten van een IT-beleid of het informatieveiligheidsbe-leid. Want dan kunnen ze veel meer realiseren zonder extra mid-delen te moeten investeren.

Het Archiefdecreet wordt nu geïntegreerd in het Bestuurs-decreet, hoe zien jullie daar de toekomst?Bart: Rooskleurig! Het is een kans om het eigen decreet te evalueren. We hebben dat vrij grondig gedaan en de zaken die gaan veranderen zijn echt verbeteringen. We zitten nu nog in de voorontwerpfase maar bijvoorbeeld alle uitzonderings-gronden om het Openbaarheidsdecreet in de tijd beperken zijn getrapt, niet universeel. Dat was ten eerste een (terechte) vraag van de sector. Ten tweede vonden wij dat ook belang-rijk. Wat betreft de toekomst van het Archiefdecreet, de naam

verdwijnt net als de woorden ‘archief’ en ‘archiefdocument’. Zo is het, conform onze bedoeling, in het grotere decreet gescho-ven en meer geïntegreerd in het Openbaarheidsdecreet, het Decreet op Hergebruik en het decreet dat de organisatie van de Vlaamse overheid regelt. We wilden alles ook leesbaarder, duidelijker en consistenter krijgen. De regelgeving is op die manier op elkaar geënt.

Dat past dan in het streven om archief niet langer als een eind-station te beschouwen?Bart: Door de term ‘archiefdocument’ te schrappen gaat het over ‘overheidsinformatie’ of ‘bestuursdocumenten’. En dat is weer een opportuniteit voor de sector om het gesprek met de gemeentesecretaris of IT-dienst op een andere manier aan te knopen.

Hoe is het gesteld met het digitale archiefbeleid?Bart: Momenteel hebben we terug goede hoop. Digitaal Archief Vlaanderen (DAV) heeft een tijd in een lagere versnelling gewerkt. Maar dit het najaar (2016) is er een akkoord bereikt over de financiering. Alles wordt concreet gemaakt, aanbeste-dingen worden voorbereid en er werden ondertussen al een aantal pilootprojecten geselecteerd. We hebben goede hoop dat het deze keer zal lukken. Ondertussen heeft DAV al twee verkiezingen en drie ministers overleefd. Hoewel de nood zeer sterk werd duidelijk gemaakt in brieven van lokale besturen, con-

tacten tussen het Vlaams Parlement en de bevoegde kabinet-ten en vragen vanuit de Vlaamse administratie ontbrak er toch iets. De politiek heeft nooit een definitieve go gegeven. Nu kan er toch op korte termijn een reële dienstverlening opgebouwd worden in de vorm van een dienstencentrum. De vraag is wel nog wat die dienstverlening juist zal inhouden en wie zal kun-nen afnemen.

Binnen lokale besturen merkte je wel dat er veel van verwacht wordt.Bart: Absoluut. We hebben ook lang gecommuniceerd dat het afnemen van een gemeenschappelijk dienstenaanbod econo-misch het efficiëntst is. Maar zolang er geen dienstencentrum was, was het zelf doen op de lange duur de beste oplossing. En er zijn lokale besturen die in die richting denken. Of om iets op te zetten in gemeenschappelijk verband. Ik kan alleen maar zeggen dat DAV nu terug leeft en dat het normaal gezien ook vrij snel zijn ei zal leggen.We hebben het digitaal archiefbeleid altijd als een belangrijke katalysator gezien. We hebben het tot nu toe vooral gehad over regelgeving maar voor ons is dit altijd een van de sporen geweest die we wilden bewandelen. Een nood die je wil wegwer-ken. Waarschijnlijk was het sneller en efficiënter geweest om dit enkel voor de eigen organisatie op te zetten. Maar dat hebben we nooit de goede oplossing gevonden, omdat we geloofden in de meerwaarde om dit op te zetten voor alle zorgdragers. Maar tussen droom en daad…

“ WAT BETREFT DE TOEKOMST VAN HET ARCHIEFDECREET, DE NAAM VERDWIJNT NET ALS DE WOORDEN ‘ARCHIEF’ EN ‘ARCHIEFDOCUMENT’.

META 2017 | 1 | 19

intervieW

Page 22: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

EEN BRON VAN KENNISAxiell ALM is de leidende leverancier van collectie management systemen, online publicatie en mobiele oplossingen. Adlib bib-lio-theek is een professioneel softwarepakket voor informatie-management, kennismanagement en catalogusbeheer en wordt gebruikt in bibliotheken, mediatheken, documentatiecentra, (hoger)onderwijs, gezondheidszorg, juridische instellingen en bed-rijven. Adlib Bibliotheek voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden en thesauri behoren tot de standaardfunctio-naliteit. Adlib Bibliotheek kan naadloos geïntegreerd worden met onze Archief en Museum modules, tot één compleet ‘cross domain’ systeem. Uiteraard kunt u Adlib Bibliotheek ook uitbreiden met uit-leen-, tijdschrift-, bestel- & SDI modules en online services.

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van acade-mische collecties tot openbare bibliotheken

Op welke verwezenlijkingen kijken jullie met trots op terug?Els: De link die we hebben gelegd met de leidraad organisa-tiebeheersing. Dat was niet evident en ik vermoed dat men daar ook niet op zat te wachten. Die leidraad werd niet alleen geactualiseerd voor de Vlaamse overheid, maar ook uitgebreid naar de lokale besturen. Dus we konden niet anders dan daarop inzetten. Het is maar pas achteraf dat we hebben vastgesteld dat de impact toch groter was dan oorspronkelijk gedacht. Ik ben eigenlijk wel blij dat we op die kar gesprongen zijn en dat informatiebeheer daardoor veel sterker verankerd is.

Bart: Soms zijn het ook heel kleine dingen die niet onmiddellijk zichtbaar zijn. Zoals interne zaken die ons team geholpen heb-ben: de professionele opvolging van onze adviesvragen. Dat lijkt banaal maar dat scheelt zoveel in onze werking.

Els: Wij zijn als team een van de weinigen binnen dit agentschap die de adviesvragen bijhouden. Maar daardoor kunnen wij wel signaleren waar er meer informatie of opleidingen nodig zijn. Cijfergegevens zijn altijd wat meer mijn ding geweest, zoveel wordt makkelijker als je kunt kwantificeren.

Bart: Waar ik het meest trots op ben is de manier waarop we ons hebben ingezet voor de digitalisering. Het is maar een van

onze thematieken geweest, maar voor de sector en onze wer-king zorgde dit voor toenadering naar aanpalende vakgebieden. In alles wat we ondernamen rond digitalisering was efficiëntie ons grootste streefdoel. En wat dat betreft zijn we nu aangeko-men bij de laatste stap, een raamcontract dat een maand gele-den in de markt gezet is geweest. De bedoeling daarvan is om alle regelgeving digitaal vriendelijk te maken. De vormvereis-ten van dat contract zijn een culminatie van onze expertise die we ook hebben doorgegeven aan onze partners. Het is leuk als collega’s het instrumentarium dat je zelf mee hebt ontworpen ook gebruiken en incorporeren. En dat het zijn impact heeft op een betere dienstverlening en regelgeving, dat het zorgt voor efficiëntere overheden.

Binnen zoveel jaar gaan erfgoedarchivarissen blij zijn dat alles proper en goed gestructureerd is.Bart: We laten inderdaad een keurig archief na.

Els: Papier hebben we door al die interne verhuizen al lang niet meer!

We wensen jullie beide heel veel succes! En hopelijk tot ziens!

intervieW

Page 23: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Stieve Van der Bruggen:

geboren op 26 november 1990 in leuven

Werkt sinds september 2014 bij de campusbi-bliotheek Thomas More Turnhout

Eerste baan: bibliotheek-medewerker ICTS bij Thomas More

Hobby’s: geschiedenis lezen en schrijven, motor-rijden, lesgeven, belang-rijke steden bezoeken

Inspiratie: historische personen en gebouwen, onderzoekers, de geur van een bibliotheek (met veel boeken), lesgeven en een lekker ijsje

Stieve van der Bruggen

“ Diep vanbinnen bleef de vlam voor de bibwereld branden”

Hoe ben je in de bibliotheeksector beland? Ik studeerde Moderne Geschiedenis en de Specifieke Lerarenopleiding aan de KU Leuven, bijgevolg vertoefde ik wel elke week in een bibliotheek of archief voor onderzoek en ontspanning. De bibliotheken en archieven in Leuven waren mijn speelveld. Ik ontdekte er een verborgen nieuwsgierigheid voor biblio-theken, hun collecties en organisatie. Na mijn opleiding was ik een overtuigd leerkracht met een missie om leerlingen een passie voor het verleden bij te bren-gen, maar diep vanbinnen bleef de vlam voor de bibwereld branden. Ik sollici-teerde voor een vacature aan Thomas More (TM) en werd gelukkig aangeno-men.

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in? Tot op heden ben ik met volle goesting aan het werk als bibliothecaris in de campusbibliotheek van TM Turnhout. Ik ben er verantwoordelijke van het leer-centrum en heb bijgevolg een verschei-denheid aan taken, gaande van collec-tiebeheer en catalografie tot het geven van sessies informatievaardigheden en het helpen van studenten en docenten met vragen.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig? Een goed en duidelijk collectiebeleid uitwerken voor onze bibliotheek, die voor verscheidene opleidingen materi-alen voorziet, staat recent hoog op de agenda. Daarnaast ben ik dagelijks veel bezig met catalografie en informatie-vaardigheden. Ten slotte denk ik na over hoe we onze bibliotheek kunnen upgra-den naar een echt modern en vooruit-strevend leercentrum.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit? De werkdagen beginnen steevast op de trein, waar ik mijn werkmails beant-woord en mijn agenda overloop. Eens aangekomen op de campus is het tijd voor een goede tas koffie, dan start de werkdag officieel. Vanaf hier is elke dag

wel anders: plaatsen van bestellingen, verwerken van IBL, begeleiden van onze stagiaire, catalografie, vergaderingen en tussendoor klanten verder helpen met vragen of problemen.

Welke ambities koester je? We hebben een mooie, grote en moderne campusbibliotheek, maar het kan altijd beter. Ik droom van extra tech-nologische snufjes, meer investeringen in virtual en augmented reality-appara-tuur voor onderwijsdoeleinden en een nog uitgebreidere collectie. Daarnaast wil ik onze bibliotheek als centraal aan-spreekpunt voor informatievaardighe-den en dat we dé plek kunnen zijn op de campus waar student en docent het liefst vertoeven.

Hoe zie je het beroep van bibliothecaris evolueren? Ik koesterde vroeger steeds het idee dat een bibliothecaris alle kennis over zijn bib en onderzoek in pacht had. Hij was de deus ex machina voor studenten en docenten en vertoefde steeds in de buurt van zijn collectie. Een bibliothe-caris was in mijn ogen dus vooral bezig met papieren en digitale collectie en dienstverlening. Door de nadruk op het feit dat een bibliotheek meer een leer-, leef- en studeercentrum moet zijn, denk ik dat in de toekomst het tweede aspect centraal zal staan: een bibliothecaris als servicepunt.

Volg je het internationale vakgebied op? Het is essentieel om bij te blijven. Bijgevolg lees ik regelmatig over nieuwe bibliotheken, projecten en visies op onze (werk)wereld in binnen- en buiten-land. Ook probeer ik regelmatig een bezoekje te brengen aan bibliotheken en leercentra om ideeën op te doen. Tot op heden was mijn interessantste bezoek dat aan de universiteitsbiblio-theken van Helsinki. Ik heb er ongelofe-lijk veel inspiratie opgedaan en enkele zaken geïmplementeerd op onze cam-pusbibliotheek.

META 2017 | 1 | 21

inzet

Page 24: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

oB Bilzen

5.469 leden / abonnees en in 2016 21.321 actieve gebruikers

Collectie: 109.739 items

Topstuk: in 2016 werd het tijdschrift Knipmode 137 keer uitgeleend

Ons lievelingsstuk: onze thematische e-readers

leukste compliment ooit gekregen: “De nieuwe bib in Bilzen lééft!”

“Onze bibliotheek heeft alle troeven om een hedendaagse bibliotheek te zijn”

Openbare Bibliotheek van Bilzen

Wanneer werd de Openbare Bibliotheek van Bilzen opgericht? De ‘volksboekerij’ in Bilzen bestaat sinds 1915, erkend als bibliotheek in 1923, overgenomen als gemeentelijke instel-ling in 1973 en decreetsbibliotheek sinds 1980.

Wat maakt de OB van Bilzen zo uniek?De bibliotheek van Bilzen is gehuisvest in vrijetijdssite De Kimpel met verder ook het cultuurcentrum, zwembad, sporthal en jeugdcentrum. In 2015 ver-huisde de bibliotheek naar een hyper-modern gebouw. De nieuwe bibliotheek is een supergezellige plek met, naast zo’n 110.000 boeken, cd’s, dvd’s en games, een werkruimte, een literair salon, tentoonstellingsvitrines, een zen-ruimte, leeszaal en zonneterras, stu-deerruimte, een prachtige jeugdbib… Er zijn vijf lokaal gewortelde themar-uimtes rond muziek, taal, kunst, sport & spel en ‘ontdek de wereld’ waarvan er vier zijn uitgerust met een moderne media tafel. Hierdoor is de bibliotheek een warme ontmoetingsplaats die fungeert als huis-, studeer- en leeska-mer van de stad, met heel wat digitale mogelijkheden en ruimte(s) voor cul-turele gemeenschapsvorming. Naast een prachtige collectie en de gezellige infrastructuur bieden we een waaier van activiteiten aan, zoals het Vertelparadijs met voorlezen voor kleuters, clubs rond filosofie, muziek, lezen en poëzie, ontbijt in de bib met auteurs, digitale workshops, rondleidingen voor vereni-gingen… Zowat elke maand hebben we een boekvoorstelling of de vernissage van een expo. De scholen bieden we het knappe Anne Frank-project rond kinder-rechten en een poëziewedstrijd. In de bibliotheek vind je nog Muziekweb (de volledige muziekcollectie van de biblio-theek van Rotterdam), de Kunstuitleen met werken van lokale kunstenaars en een zadenbibliotheek. Er is ook een bib-aan-huis-dienst voor minder mobielen.

In november vatte een nieuw initiatief alle troeven van onze bibliotheek prachtig samen. Tijdens onze Nacht van

jannie Nijssen de Bib hebben we de nieuwe biblio-theek in de kijker geplaatst met een gratis literair avondfestival voor de hele familie. Op het programma een opwin-dende mix van bekende gezichten en boeiende Bilzenaren, met auteurs, animatie, vertellingen, muziek, poëzie, literaire hapjes en beeldende kunst.

Hoe zien jullie de bibliotheek evolue-ren?We willen verder wandelen op de recent ingeslagen weg en daarbij een even-wicht zoeken tussen drie poten: 1. De ‘traditionele bibwerking’ met

een sterke collectie, een laag-drempelig gebruik en deskundige (informatie)medewerkers.

2. De digitale stappen van de biblio-theekwereld vertalen naar een lokaal aanbod met linken naar onze collectie.

3. Uitbreidingsactiviteiten die zorgen voor culturele gemeenschapsvorming, inspelen op onze collectie, de digitale mogelijkheden aftasten en de kansen van het nieuwe gebouw benutten. Hiervoor werken we uitstekend samen met de andere vrijetijdsdiensten op site De Kimpel.

Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken? De uitgebreide collectie via een goed aankoop- én afvoerbeleid op punt stel-len tot een sterke collectie. Een toegan-kelijke bibliotheek zijn met een goede dienstverlening en àlle inwoners van Bilzen en omgeving bereiken. Met lokale partners, bijvoorbeeld het onderwijs, leuke initiatieven opzetten om het lees-plezier bij inwoners te vergroten.

Onze digitale tafels en andere nieuwe media voorzien van relevante lokale inhoud die gelinkt is aan onze collectie en via een bloeiende werking laagdrem-pelig ontsloten wordt voor en zelfs door de gebruikers.

Wat maakt jullie team zo uniek?Er is een flexibele samenwerking tus-sen collega’s (iedereen helpt iedereen en springt graag in voor de ander), oog

22 | META 2017 | 1

etalage

Page 25: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

teaMleden

Jannie Nijssen, bibliothecaris

Jos Panis, deskundige communicatie / assistent-bibliothecaris

Steven Van Hissenhoven, specialist digitale bibliotheek

Maaike Swennen, deskundige collectie

Winnie Cosemans, medewerker jeugdbibliotheek

Gino Humblet, medewerker

Maggy Bartels, medewerker

Marie-Jeanne Vanderstraeten, medewerker

Agnes Stulens, medewerker

Mathieu Wijnen, medewerker

Sabine Machiels is helaas uit door ziekte

voor opportuniteiten en goesting om kansen te grijpen en een kritische blik naar onszelf met verbeterbereidheid.

Enkele recente gebeurtenissen — op een jaar tijd, met telkens enkele maan-den tussen, overleden twee bezoekers in de bibliotheek aan hartfalen en werd een collega kritiek afgevoerd — kwamen hard aan, maar samen proberen we dat een mooie plaats te geven. Dat schept een unieke band.

Hoe zou je de teamspirit omschrijven? Goesting voor onze bibliotheek en vertrouwen in en respect voor elkaar, zorgen voor een grote tevredenheid, zonder daarbij op onze lauweren te rusten.

Welke achtergrond hebben de team-leden?Op dit moment is het team een even-wichtige mix. Enerzijds zijn er leden met een lange staat van dienst, met dus veel (routinematige) ervaring en de traditionele bibliotheekopleiding op zak. Anderzijds brengen de recent ingestroomde leden (vernieuwende) ervaringen op het vlak van bibliotheek-werking elders, communicatie, de digitale wereld, culturele studies, media coaching, het brede lokale cultuur beleid, lokale initiatieven met verenigingen en vrijwilligers, literatuur, commerciële boekshop en recente bibliotheekopleiding.

Kun je het team en de organisatie in twee zinnen toelichten? Bibliotheek De Kimpel in Bilzen heeft alle troeven om een hedendaagse bibliotheek te zijn: het team, de collec-tie, de infrastructuur en de activiteiten. Elke dag werken we met goesting en plezier om hieraan een mooie invulling te geven.

META 2017 | 1 | 23

etalage

Page 26: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Onlangs werden in de bibliotheek van kasteel d’Ursel in Hingene vier verloren gewaande partituren van de Italiaanse componist Gaspare Spontini (1774-1851) teruggevonden. Het gaat om vier autografische manuscripten van drie opera’s en een cantate die door specialisten als definitief verloren werden beschouwd.

unieke ontdekking in de bibliotheek van kasteel d’ursel in hingene

24 | META 2017 | 1

SignaleMent

Page 27: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Fotoverantwoording:

Inzet p. 24:Kasteel d’Ursel.© Herman Van Damme

p. 24Partituren. © Joris Ceuppens

p. 25Gaspare Spontini omringd door de titels van zowat al zijn opera’s, inclusief de drie opera’s in de bibliotheek van de hertog d’Ursel (1821). © Bibliothèque nationale de France

gaspare Spontini is een van de grote namen uit de operageschiedenis. Hij werd door Hector Berlioz en Richard

Wagner zeer bewonderd en zijn werk is nu nog altijd relevant. Dat bewijzen de recente dvd-opname van zijn opera

La fuga in maschera (2014) en de opvoeringen van La Vestale in de Muntschouwburg (2015) en van Olympie in

het Théâtre des Champs-Élysées in Parijs (2016). Deze vier ontdekte werken dateren uit een, door gebrek aan

beschikbare bronnen, minder bestudeerde periode uit Spontini’s leven, namelijk de overgang tussen zijn vroege

carrière in Italië en zijn activiteiten in Parijs, waar hij werd gesteund door keizerin Joséphine.

Om de partituren verder te bestuderen en klaar te maken voor eventuele uitvoeringen en opnamen, heeft de

Provincie Antwerpen een overeenkomst afgesloten met een onderzoeksgroep van de bibliotheek van het Koninklijk

Conservatorium Antwerpen.

unieke ontdekking in de bibliotheek van kasteel d’ursel in hingene

META 2017 | 1 | 25

SignaleMent

Page 28: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

digitale architectuurarchieven: een OVerzicht Van 8 jaar OnderzOekWim lowet, Centrum voor Architectuurarchieven

Digitale communicatiemiddelen zijn niet meer weg te denken uit de praktijk van een architect. De tekentafel heeft al lang plaats moeten ruimen voor het computerscherm. 3D-printers laten toe om maquettes in sneltempo te produceren. In advertenties worden huizen en flats aange-prezen met renders die bijna niet meer van foto’s te onderscheiden zijn. De nieuwe evolutie naar Building Information Modeling (BIM) biedt architecten, ingenieurs, bouwheren en aanne-mers een tool om steeds nauwer samen te werken binnen één digitaal model.

De computer zal wellicht nooit het teke-nen met de hand of het maquettebouwen met lijm, papier en schuimkarton volledig vervangen. Toch is het zo dat het grootste deel van de informatie binnen architec-tenbureaus in digitale vorm ontstaat of ontvangen wordt.

Dit heeft gevolgen voor de erfgoedwer-king rond het ontwerp van de omgeving in Vlaanderen. Naast het onroerend erf-goed, of de informatie in bibliotheken en publieke archiefseries, zijn de private archieven van architecten belangrijke

bronnen voor onderzoek en kennisont-wikkeling over de gebouwde omgeving. Daarnaast kunnen de ontwerpen van veel architectuurbureaus beschouwd worden als echte kunstwerken, of ze nu fysiek of digitaal zijn.

Indien we het ontwerp van de omgeving afdoende willen blijven documenteren, of architecturale kunstobjecten willen blijven bewaren en tentoonstellen, dient de erf-goedsector in te spelen op het feit dat veel architectuurarchieven tegenwoordig digitaal zijn.

Dit betekent dat een archiefbeleid met toekomstvisie voor het brede thema van de architectuur en stedenbouw niet kan zonder kennis over digitale archieven over de gebouwde omgeving. Het Centrum Vlaamse Architectuur archieven nam daarom in 2008 — toen als cultureel thema-archief voor architectuurarchieven — de rol op om deze kennis te ontwikkelen en startte het project Digitale architectuurar-chieven.

Van 2008 tot vandaag doorliep het pro-ject vier fases. Deze fases hadden steeds

26 | META 2017 | 1

artiKel

Page 29: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Een presentatiebeeld van de bookshop voor het Van Abbemuseum in Eindhoven. Het maken van dergelijke afbeeldingen in Photoshop was een courante praktijk in het bureau van Maarten Van Severen.Uit het digitale archief van Maarten Van Severen.© The Maarten Van Severen Foundation.

“ HET KWAM MAAR ZELDEN VOOR DAT VLAAMSE ARCHITECTEN DE REKENKRACHT VAN EEN COMPUTER AANWENDDEN OM COMPLEXE GEBOUWOPPERVLAKKEN EN VORMEN TE CREëREN, ZOALS WE DAT KUN-NEN ZIEN BIJ INTERNATIONAAL VERMAARDE ARCHITECTEN ALS FRANK GEHRy EN ZAHA HADID.

enkele uitgangspunten gemeen. Naast algemene vraagstukken over digitaal archiveren onderzochten we steeds of architectuurarchieven specifieke eisen stelden. Daarnaast koos het CVAa steeds voor een benadering vanuit de praktijk. Bestaande modellen of best practices toetsten we aan de realiteit van een archi-tectuurbureau of archiefinstelling.

Iedere fase kreeg een uitgebreide rap-portage die kan worden nagelezen op de projectpagina van het CVAa: http://www.cvaa.be/nl/project/project-digitale-archi-tectuurarchieven

In 2008 onderzochten we de ontwikkeling van een digitaal depot voor architectuur-archieven. Het budget en de timing lie-ten niet toe om een volwaardig depot uit te bouwen. Daarom werd een testomge-ving gecreëerd om te onderzoeken welke aspecten specifiek zijn voor architectuur-archieven en welke rol het CVAa in de toe-komst kan spelen.

Het CVAa deed een beroep op twee ontwikkelaars die het technische werk uitvoerden. Aan de hand van opens-ourcesoftware Fedora bouwden ze een digitaal testdepot. Als use case voerde het CVAa de inzendingen voor het jaar-boek architectuur editie 2008 in het depot in. Deze inzendingen bevatten ras-ter images en PDF’s en bestonden dus uit relatief handelbaar materiaal. Bovendien ging het om een goed gestructureerd geheel, omdat de architecten deze inzen-dingen moesten indienen volgens welom-lijnde procedures. Aangezien het depot zich slechts in een testfase bevond, koos het projectteam er bewust voor om de complexiteit van de use case tot een mini-mum te beperken.

De uitbouw van een digitaal testdepot had tot resultaat dat de medewerkers van het CVAa beter vertrouwd werden met de concepten, terminologie en eigenschap-pen van digitale objecten en e-depots. De keuze voor een eenvoudige use case had wel tot gevolg dat architectuurspeci-fieke aspecten niet nader konden worden onderzocht.

Vragen waarop deze testcase niet met-een een antwoord bood, bepaalden dan ook de focus voor de volgende fases. Bevatten de digitale archieven van archi-tecten naast PDF’s en raster images ook andere, minder courante bestandstypes? Hoe worden de objecten binnen een digi-taal architectuurarchief optimaal beschre-ven? Welke metadataschema’s zijn er voorhanden om digitale archieven te ontsluiten? Hoe komt een digitaal archief binnen de bureaus tot stand en wat zijn hiervan de implicaties?

Om het project verder te sturen, werd na deze fase een overlegplatform gecreëerd met vertegenwoordigers uit de sector van architectuurarchieven en digitaal archief-beheer.

DE ArCHITECT EN ZIjN DIgITAAl gEHEUgENIn 2011 ging fase 2 van start. Doel was om te onderzoeken hoe architecten digi-tale documenten creëren en hoe ze daar vervolgens mee omgaan. Op die manier kon het CVAa informatie verzamelen over bestandstypes van documenten en orde-ningsmethodieken binnen architectenbu-reaus, alsmede hun gebruik.

Het onderzoek bestond uit een bevra-ging van negen architectenbureaus tij-dens een interview dat werd uitgevoerd door extern consultant Henk Vanstappen van IMMD.

De bevraging peilde naar de vorm en de structuur van het digitale archief van architecten, het dagelijkse beheer van de digitale bestanden, de context en de geschiedenis van de bevraagde bureaus en de noden die zij zelf ondervonden met betrekking tot hun digitaal archief.

Dit leverde een aantal interessante vast-stellingen op. Zo bleek dat de computer weliswaar een belangrijke plaats veroverd had binnen Vlaamse architectenbureaus, maar dat deze in 2011 de werkproces-sen nog niet ten gronde had beïnvloed. Het kwam maar zelden voor dat Vlaamse architecten de rekenkracht van een computer aanwendden om complexe gebouwoppervlakken en vormen te cre-eren, zoals we dat kunnen zien bij inter-nationaal vermaarde architecten als Frank Gehry en Zaha Hadid. Het voornaamste gebruiksdoel van de computer bleek veel meer down to earth: sneller en accurater tekenen en informatie delen.

META 2017 | 1 | 27

artiKel

Page 30: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Grafiek van de aangetroffen softwarepakketten en hun aantal.Uit: Henk Vanstappen, Het geheugen van de architect. Creatie en bewaring van digitale objecten in Vlaamse architectenbureaus, 2011.© Centrum Vlaamse Architectuurarchieven.

Projectmanagementsoftware die een bouwproject van begin tot einde moest helpen ondersteunen werd evenmin struc-tureel vastgesteld. Voor deze vaststellin-gen moeten we uiteraard het bestaan van uitzonderingen in acht nemen. Bovendien is dit een terrein van voortdurende inno-vatie, zodat de vaststellingen van vijf jaar geleden snel verouderd raken.

Een snelle kijk op de bestandstypes bin-nen de archieven van architectenbureaus leidde tot weinig verrassingen. Naast de klassieke softwarepakketten maakten de architectenbureaus voornamelijk gebruik van software die hen ondersteunde bij het tekenen en ontwerpen of het aanmaken van presentaties en visualisaties. Voor deze laatste categorie maken architec-ten gebruik van bekende en gangbare software, zoals de Adobe-pakketten (Photoshop, Illustrator, inDesign…), Gimp en Powerpoint. (Zie fig. 1)

Voor het tekenen en ontwerpen maken architecten gebruik van software die bekendstaat als CAD. CAD staat voor Computer Aided Design en is de software waarmee designers (architecten, maar ook productontwikkelaars, ingenieurs, enz.) tekeningen kunnen uitwerken op de computer, zowel in twee als drie dimen-sies. (Zie fig. 2) Onder de bevraagde architectenbureaus, maakte er slechts één gebruik van complexe berekeningstools om zaken als stabiliteit te berekenen.

Evenmin verrassend was dat architec-ten archiveren eerder als een last dan als een kernactiviteit beschouwen. Voor het ordenen en terugvinden van documenten

vertrouwen architecten voornamelijk op de mappenstructuur, waarvoor de meeste bureaus eigen schema’s hadden ontwik-keld, evenwel dikwijls niet volgens de goede praktijken van de archiefweten-schap. Ook was er doorgaans weinig visie op digitale duurzaamheid.

DE EErSTE TESTS MET DIgITAlE PrOjECTDOSSIErSDe studie van fase twee leverde waarde-volle informatie waarmee het CVAa de opportuniteiten en problemen beter kan inschatten wanneer digitaal architectuur-archief wordt verworven door Vlaamse archiefinstellingen.

Opnieuw uitgaande van de archiverings-praktijk, gaf het CVAa in 2012 aan Henk Vanstappen de opdracht om bepaalde aspecten van een dergelijke verwerving te onderzoeken. Welke taken moet een archiefinstelling uitvoeren, wil ze digitaal archief op een duurzame wijze opnemen en verwerken? De focus van deze derde fase lag op de opname van digitale pro-jectdossiers en de preservatie van de CAD-bestanden. Als use case werden vijf digitale projectdossiers verzameld uit drie architectenbureaus.

Een digitaal archief opnemen is meer dan het louter kopiëren van bestanden naar een harde schijf. Een archiefinstel-ling dient ook precies te weten wat voor informatie deze binnenhaalt, zodat ze een beleid kan ontwikkelen om de informa-tie duurzaam te preserveren. Hoe groot zijn de bestanden? Wanneer werd een bestand een laatste keer gewijzigd? Wat is het bestandsformaat en over welke

versie van het formaat gaat het? Om deze informatie te bekomen bestaan er file pro-filing tools, zoals DROID en FILE, die wer-den toegepast op de projectdossiers.

De tests leverden enkele onvoorziene pro-blemen op. In enkele gevallen ontbrak bij-voorbeeld de apparatuur om de dragers in te lezen, zodat deze moest worden gezocht op de tweedehandsmarkt. Een bijkomend probleem was dat DROID en FILE regelmatig twijfelachtige of foute resultaten opleverden. De output van deze programma’s moest daarom nog eens bijkomend worden gecontroleerd, wat weer een extra taak inhoudt.

Het onderzoek naar langetermijnbe-waring focuste op CAD-bestanden in de dossiers. Als voorstudie werden de belangrijkste CAD-softwarepakketten, -bibliotheken en -bestandsformaten opgelijst, met voor enkele programma’s en formaten een volledige historiek van versies en backward compatibility. Deze voorstudie identificeerde tevens de for-maten die in aanmerking konden komen als archiveringsformaat.

Als use case selecteerde Vanstappen vier CAD-bestanden die varieerden in bestandsformaat (AutoCAD-, MiniCAD- en SketchUp-bestanden) en in de informa-tie die ze bevatten (2D- of 3D-informatie). Vervolgens onderwierp hij deze bestan-den aan verschillende migratietrajecten naar een archiveringsformaat. Om te onderzoeken of deze migraties tot sub-stantieel verlies hadden geleid, migreerde hij de archiveringsformaten opnieuw naar het oorspronkelijke formaat.

MS PowerpointAdobe Photoshop (Elements)

Adobe InDesignAdobe Illustrator

WebBuilder 7Irfan View

GimpDreamweaver

WGoogle SketchUpAutoCAD

VectorWorksRevit

Bricscad3D studio Max

Grasshopper pluginRhinocerosVray plugin

Fig. 2. Ontwerp- en tekensoftware

Fig. 1. Presentatie- en visualisatiesoftware

0 2 4 6 8

0.0 2.5 5.0 7.5 10

28 | META 2017 | 1

artiKel

Page 31: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

“ DE INTEGRATIE VAN HET ARCHITECTUUR-ARCHIEF VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN (APA) IN HET VAI/CVAA IN JANUARI 2018 ZAL NIEUWE PERSPECTIEVEN OPENEN IN HET ONDERZOEK.

Deze aanpak verschafte veel inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van CAD-migraties. Onrustwekkend, maar achteraf gezien logisch, was dat het informatie-verlies bij migraties toenam naarmate de bestanden ook in complexiteit toenamen. Waar migraties van 2D CAD nog relatief doenbaar zijn, is informatieverlies bij 3D CAD quasi een zekerheid. Daar komt nog eens bij dat vele bestandsformaten niet open gedocumenteerd zijn en afhanke-lijk van één producent, met bijzonder weinig uitwisselingsmogelijkheden tus-sen andere softwarepakketten.

Het onderzoek van Vanstappen was daarom in vele gevallen een reality check. Aan de takenlijst van de archivaris wer-den een groot aantal taken toegevoegd. Bestanden moeten van oude naar nieuwe hardware worden overgezet, zowel bestandsidentificaties als migraties moe-ten uitvoerig worden gecontroleerd, de evoluties in de CAD-wereld moeten blij-vend in kaart worden gebracht enz.

Daarnaast moet een archiefinstelling ook de manier waarop CAD-software in het architectenbureau wordt gebruikt, gron-dig onderzoeken, omdat dit een bepa-lende factor is in de ontwikkeling van het preservatiebeleid.

Het overlegplatform dat in juni 2013 samenkwam om het rapport te bespre-ken leverde enkele interessante discussies op omtrent de problematiek van CAD-preservatie. Indien CAD-bestanden door architecten voornamelijk worden gebruikt om tekeningen te produceren, is het dan

Een Google SketchUp-bestand uit het archief van Crepain Binst Architecture. Links de originele versie, rechts het resultaat na een migratie naar een ander CAD-formaat.Uit: Henk Vanstappen, Opname en verwerking van born digital objecten uit een architectuurarchief, 2013.© Crepain Binst Architecture.

niet voldoende om de papieren tekening of een digitaal equivalent daarvan in PDF te bewaren? In deze visie staat het CAD-bestand gelijk aan een hulpmiddel voor de architect, zoals de tekentafel dat in de papieren wereld was. Zijn al die extra taken om CAD te bewaren dan wel nodig?

NAAr EEN ArCHIVErINgSWOrKFlOWDe onderzoeken van Henk Vanstappen leverden dus veel inzichten, maar ook veel vragen op. De duurzame bewaring van digitaal architectuurarchief bleek niet alleen erg complex, ook was het ondui-delijk welke taken noodzakelijk of prio-ritair waren. Op basis van de input van het overlegplatform werd daarom beslist om in te zetten op gebruikersonderzoek. Vele antwoorden zijn immers afhankelijk van het gebruik dat men in de toekomst van een digitaal architectuurarchief wil

maken. Verder besloten we de focus meer te verleggen van het individuele bestand naar het archief als geheel.

Om dit te onderzoeken zette het CVAa met fase vier een project op om een volledig digitaal architectuurarchief te verwerken voor opname in een digitaal depot (ook wel de pre-ingest genoemd), gecombineerd met een gebruikersonder-zoek. Op die manier verkregen we infor-matie zowel over de manier waarop een archiefinstelling dit kan verwezenlijken als over de taken die daarbij prioritair zijn.

Use case voor dit onderzoek was het digi-tale archief van Maarten Van Severen, één van Vlaanderens bekendste ontwerpers. Zijn fysieke archief wordt bewaard in het Stadsarchief Gent en is ontsloten op de website www.maartenvanseveren.be. Van eind 2014 tot 2016 werden verschillende

META 2017 | 1 | 29

artiKel

Page 32: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

1 https://www.projectcest.be/wiki/

Publicatie:Stappenplan_Overdracht_Digitaal_

Archief_(SODA)

2 http://www.cvaa.be/nl/artikel/project-the-

archives-the-architects

modellen en praktijken voor de verwer-king van digitale archieven op dit archief toegepast.

Het SODA-stappenplan bood een goede basis voor dit onderzoek. SODA is een kader voor de overdracht van digitaal archief in tien stappen dat in 2012-2013 door AMVB werd ontwikkeld in samen-werking met andere partners. 1 Op basis van SODA werden er drie archiverings-processen afgebakend voor onderzoek: preservatie, fysieke overdracht en orde-ning & beschrijving.

Met een voorafgaand gebruikersonder-zoek stelden we vast aan welke eisen deze processen moesten voldoen. We deelden de gebruikers van een architec-tuurarchiefinstelling in zes categorieën in. Hun vereisten stelden we vast op basis van desk research en interviews met zes representatieve gesprekspartners.

Het onderzoek naar preservatie spitste zich opnieuw toe op de CAD-bestanden in het archief. Hier deden we onderzoek naar de mogelijke bewaarstrategieën, die tevens haalbaar zijn voor kleinere archie-finstellingen.

Voor de fysieke overdracht testten we de verschillende stappen van SODA uit, inclusief de tools die het stappenplan voorstelt. Daarnaast onderzochten we verschillende methodes voor de beschrij-ving en ordening van digitale architec-tuurarchieven, gaande van het ordenen van de bestanden in mappenstructuren tot benaderingen die meer gebruik maak-ten van tags.

Een opvallende vaststelling uit het gebrui-kersonderzoek was dat de gebruikers momenteel geen al te hoge eisen stel-len aan de preservatie van unieke docu-menten. Men gaat ervan uit dat mogelijk informatieverlies kan worden opgevangen door andere documenten in het archief te raadplegen. Een belangrijke kanttekening hierbij is wel dat veel gebruikers nog niet veel ervaring hadden met het gebruik van digitaal archief.

Het archief wordt door de gebruikers in ieder geval meestal als één geheel bena-derd, wat betekent dat de inspanningen in de eerste plaats moeten gaan naar het verhogen van de toegankelijkheid en bruikbaarheid van het archief door orde-ning en beschrijving.

Om deze toegankelijkheid te verzeke-ren, zal het in veel gevallen nodig zijn om bij te sturen bij de architecten zelf.

De projectdossiers in het digitaal archief van Van Severen zaten vaak chaotisch in elkaar. Pogingen om hier achteraf enige orde in te brengen, bleken steeds erg arbeidsintensief. In veel gevallen zal het dan ook maar mogelijk zijn om orde aan te brengen tot op serie- of dossierniveau.

Ook met betrekking tot preservatie bood het gebruikersonderzoek enkele antwoor-den. Zo zal een architectuurarchiefinstel-ling wel degelijk een strategie moeten uit-denken om CAD-bestanden te bewaren. Indien we ons enkel zouden focussen op het eindproduct dreigt veel interessante informatie verloren te gaan. Het gebrui-kersonderzoek toonde immers aan dat geannoteerde tekeningen tot de docu-menten behoorden met de hoogste (his-torische) informatiewaarde in een archi-tectuurarchief. Laat deze combinatie van tekening en gestructureerde informatie een typische eigenschap zijn van CAD-tekeningen. Dat CAD-bestanden in veel gevallen geen eindproducten zijn, is geen argument. Ook met de hand gemaakte schetsen bijvoorbeeld zijn niet definitief, maar ze behoren wel tot de meest waar-devolle en informatieve documenten in een architectuurarchief.

Wat de fysieke overdracht betreft bleek de toepassing van de tools die worden voorgesteld door SODA niet altijd even praktisch of gewenst te zijn. Een voor-beeld is het verwijderen van dubbele bestanden. Een bestand kan inderdaad dubbel voorkomen door een gebrek aan digitale hygiëne, maar in veel geval-len werd een dubbel gecreëerd met een gebruiksdoel voor ogen. Een architect kan een foto bijvoorbeeld bewaren in een reeks met werffoto’s, maar diezelfde foto naderhand als bijlage gebruiken bij een werfverslag. In zo’n geval is dubbele bestanden verwijderen ongewenst.

lOPENDE PrOjECTEN EN TOEKOMSTPErSPECTIEVENZoals mag blijken uit bovenstaande uit-eenzetting blijven nog vele vragen open-staan, zoals: Hoe kunnen de vele acties die een archiefdienst moet uitvoeren zo effi-ciënt en effectief mogelijk worden geau-tomatiseerd? Hoe kunnen 3D-modellen, BIM-bestanden en andere grafische bestanden afdoende worden gepreser-veerd? Wat doen we met nieuwe evolu-ties, zoals samenwerkingsplatformen in de cloud, die steeds een belangrijkere rol spelen binnen bouwprojecten?

Het is in ieder geval duidelijk dat we veel uitdagingen moeten aanpakken vanaf de creatie van archiefdocumenten, dus bij de

architect zelf. Dit geldt in het bijzonder voor noodzakelijke taken als ordening en selectie. Samenwerking tussen architect en archiefinstelling wordt dan cruciaal.De integratie van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen (APA) in het VAi/CVAa in januari 2018 zal nieuwe perspectieven openen in het onderzoek. Deze verandering binnen de organisatie betekent dat collectiezorg en onderzoek elkaar nog intensiever kunnen voeden.

In deze context lopen er op dit moment parallel twee onderzoekstrajecten. Eén traject bestaat uit het uitbouwen van een geïmplementeerde archiveringsworkflow voor het APA, op basis van de bouwste-nen die in fase vier van het project digi-tale architectuurarchieven werden onder-scheiden. Daarnaast onderzoeken beide instellingen nieuwe mogelijkheden om samen te werken met architectenbureaus via het project The archives @ the archi-tects. 2 Hierbij bekijken we hoe dergelijke samenwerkingen structureel kunnen wor-den gerealiseerd en of (digitale) archief-overdrachten kunnen worden vervroegd. Door archiefoverdrachten te vervroegen kunnen de risico’s op digitale duurzaam-heid immers aanzienlijk worden terugge-drongen.

CONClUSIEHet is duidelijk dat het project digitale architectuurarchieven niet voltooid is, maar ongoing. Gezien de natuur van duur-zaam digitaal bewaren (constante risi-cobeheersing, voortdurend inspelen op technologische innovaties enz.) zal het een project zijn dat wellicht nooit hele-maal voltooid is. Ondanks de veranderin-gen waarin het CVAa momenteel zit, wil het met betrekking tot digitaal erfgoed een expertiserol blijven opnemen voor de gehele sector, betrokken bij het cul-tureel erfgoed van het ontwerp van de omgeving. Slechts door samenwerking en expertisedeling kunnen oplossingen immers ook echt duurzaam zijn.

30 | META 2017 | 1

artiKel

Page 33: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Hoe schrijf ik een persbericht?Eva Drees, Muntpunt

‘Weinig tijd en een overvolle inbox.’ Het is een treffende omschrijving van de werkende mens anno 2017. Dat is niet anders voor journalisten. Integendeel, zij krijgen dagelijks honderden persberichten in hun digitale brievenbus. Hoe maakt jouw bericht dan het verschil?

Het is geen exacte wetenschap, er is helaas geen vaste “A + B = een journalist die mijn persbericht leest”-regel. Gelukkig zijn er wel een aantal tips & tricks. Hier enkele basistips voor elk persbericht, geïllustreerd met toepassin-gen uit de perswerking van bibliotheek Muntpunt.

AANDACHT, AANDACHT!Het begint allemaal bij aandacht trek-ken, een persbericht over (een project van) jouw bib moet concurreren met heel wat ander nieuws. Sterke titels en openingszinnen zijn daarom essentieel. Toen Muntpunt met Staminee de Bib de Bibliotheekweek vierde, stond er boven-aan het persbericht niet “Muntpunt viert feestelijke bibliotheekweek”, maar “Muntpunt opent een staminee pal in zijn bib”. Die laatste titel wekte wellicht meer nieuwsgierigheid dan zijn drogere variant.

WAT MAAKT jOUW PrOjECT SPECIAAl?Wat ons meteen bij een volgende tip brengt. Dat Muntpunt tijdens de biblio-theekweek een staminee opende was maar deel van het verhaal. In die staminee stonden namelijk tientallen activiteiten gepland, allemaal rond boeken, verhalen of literatuur, een extra lading van hetgeen je het hele jaar door in de bib vindt. Het is natuurlijk een goede manier om de Bibliotheekweek te vieren en een leuke extra voor bezoekers, maar in een persbericht draait het om de nieuwswaarde. Gewoon meer doen van wat je al deed, valt daar voor veel journalisten niet onder. Terwijl midden in de bib een café openen wel volledig nieuw(swaardig) was voor Muntpunt. Je vraagt je dus

altijd best eerst af wat jouw project nu net zo speciaal maakt.

VErMIjD OVErlOADS EN DE DElETEKNOPBelangrijk om daarbij op te merken, is dat grote projecten niet automatisch de meeste nieuwswaarde hebben, en omgekeerd zijn kleine projecten soms verrassend succesvol. Dat doet niets af aan de waarde van het project, je moet je enkel afvragen bij welke projecten persberichten tot een publicatie kunnen leiden en bij welke niet. Een overload van persberichten is namelijk nooit goed om die gevreesde deleteknop op het toetsenbord van journalisten te vermijden. Zo had een persbericht over een kleine actie waarmee vrijwil-ligers bedankt werden grote (pers)-resultaten. Een uitgebreide campagne datzelfde jaar kon dan weer op geen persaandacht rekenen, ondanks vier (!) persberichten.

AgENDA’S ZIjN gEEN PErSBErICHTENEen persbericht hoeft niet noodzake-lijk het volledige project uit te lichten. Je kunt er ook voor kiezen een bepaald aspect in de kijker te zetten. Wie sim-pelweg een agenda opstelt van het-geen op de planning staat, dreigt zijn bericht onmiddellijk in de persvuilbak te zien belanden. In het persbericht rond Staminee de Bib stond er geen chronologisch overzicht met alle acti-viteiten, sommige activiteiten stonden er zelfs niet met naam in. Natuurlijk geef je graag de volledige informatie, maar dat kan ook op andere manieren. Bijvoorbeeld met een link naar een vol-ledig overzicht, voor de journalisten die wel het uitgebreide programma in detail

willen bekijken. Of aan de hand van een bijgevoegde fact sheet, waarin je het volledige project kort weergeeft.

FIrST THINgS FIrSTEen andere valkuil is een persbericht opstellen volgens de traditionele ‘begin-midden-einde’-structuur. Daarbij komt de conclusie pas aan het einde van het verhaal. Wie er kranten op naleest, merkt dat de belangrijkste informatie al meteen in de inleiding wordt gegeven. Dat maakt niet alleen dat de journalist die je bericht leest meteen het belang-rijkste eerst ziet. Het zorgt er ook voor dat als er slechts plaats is voor een kort artikel, je eerste alinea daar meteen voor kan dienen. Een persbericht rond een tweedehands boekenverkoop ver-telde zo eerst wanneer en waar de boekenverkoop plaatsvond en hoeveel een boek kostte. Pas in volgende alinea’s werd respectievelijk uitgelegd welke soorten boeken te koop waren, dat het niet enkele om oude titels ging, en dat er die dag nog andere activitei-ten doorgingen op dezelfde plek.

BASICSAfsluiten doen we hier, net als in een persbericht, met de basics. Voor jou vanzelfsprekende informatie, maar voor wie niet helemaal mee is met het onder-werp soms essentieel om te weten. Maak dus steeds aan het einde van je pers-bericht een apart stuk met info voor de redactie. Daarin zet je bijvoorbeeld alle praktische informatie nog eens kort op een rijtje (wanneer loopt je project, waar vinden activiteiten plaats …), maar ook een contactpersoon voor de pers, een link naar beeldmateriaal en een brood-tekst die uitlegt wat jouw organisatie is. Heel basic, maar heel snel vergeten.

META 2017 | 1 | 31

de vraag

Page 34: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

“ SINDS 2012 ONDERSTEUNT, BEGELEIDT EN ADVISEERT HET FIRMAMENT, EXPERTISECENTRUM VOOR HET CULTUREEL ERFGOED VAN DE PODIUMKUNSTEN, IEDEREEN DIE TE MAKEN HEEFT MET PODIUMKUNSTENERFGOED.

Het FirmamentNaar een duurzame omgang met het erfgoed van de podiumkunsten

Veerle Wallebroek

Vlaanderen kent een bloeiende podiumkunstensector die zowel lokaal verankerd als internati-onaal gerenommeerd is. De sporen die ze achterlaten en de tradities die ze volgen behoren tot een bijzondere categorie erfgoed. Hoe kunnen we theater- en danserfgoed op een duurzame manier bewaren, doorgeven en het (her)gebruik ervan faciliteren? En hoe ondersteunt Het Firmament dergelijke processen als expertisecentrum voor het erfgoed van de podiumkunsten?

In Vlaanderen gebruikt men ‘podium-kunsten’ doorgaans als een koepel-begrip voor theater, dans en tal van verwante disciplines, genres en vormen. Zo rijk als het veld van de podiumkun-sten is, zo rijk is de waaier aan roerend en immaterieel erfgoed dat het voort-brengt. Denk aan de vele papieren of digitale documenten (technische fiches, notitieschriftjes, kostuumontwerpen, programmaboekjes, theaterteksten, enz.) of de theater- en dansobjecten als kostuums, licht- en geluidsinstallaties, poppen, maquettes of decordoeken. Veel podiumkunstenpraktijken zijn bovendien gestoeld op een lange tradi-tie en vereisen soms jarenlange training om specifieke technieken onder de knie te krijgen. Dit roerend en immaterieel erfgoed vormt samen het geheugen van de podiumkunsten in Vlaanderen.

Sinds 2012 ondersteunt, begeleidt en adviseert Het Firmament, expertise-centrum voor het cultureel erfgoed van de podiumkunsten, iedereen die te maken heeft met podiumkunstenerf-goed. Choreografen, acteurs en thea-ter- en dansgezelschappen — profes-sionelen en amateurs — kunnen bij Het Firmament terecht met hun vragen, net

als archief-, bibliotheek- en museum-medewerkers, lokale erfgoedvrijwil-ligers, docenten en academici. Door vormingen, begeleiding op maat, plaats-bezoeken, ontmoetingsdagen en com-municatie slaan we bruggen tussen organisaties, individuen en sectoren en laten we kennis en expertise vlot door-stromen.

PODIUMKUNSTENErFgOED IN DE TOEKOMSTPodiumkunstenarchieven en -collecties worden versnipperd bewaard, bij erfgoed instellingen, maar vooral buiten het cultureel-erfgoedveld, bij individuele makers, gezelschappen, festivals, dansscholen, enz. Het is de opdracht van Het Firmament om dit podium-kunstenerfgoed op te sporen en in kaart te brengen. Opname in een online net-werk van landelijke of regionale data-banken (zoals Archiefbank Vlaanderen en de podiumkunstendatabank van Kunstenpunt) en populaire platformen als Wikipedia, kan de zichtbaarheid en vindbaarheid vergroten. Markante podiumkunstenarchieven en -collecties zetten we bovendien in de kijker via de nieuwsbrief en website, in de rubriek Spot op Erfgoed. 1

Aangezien opname van podiumkunsten-erfgoed op dit moment sterk ad hoc gebeurt, dreigen bepaalde categorieën en actoren over- en andere onderver-tegenwoordigd te zijn. Het Firmament engageert zich voor een langetermijn-strategie, op Vlaams niveau, voor waar-dering, selectie en herbestemming. De versnipperde bewaring zorgt er boven-dien voor dat slechts een zeer beperkt aantal professionele collectiebeherende organisaties voldoende podiumkunste-nerfgoed hebben om structureel in te zetten op de band met de podiumkun-stenerfgoedgemeenschap. Kunstenaars en gezelschappen vinden daardoor zel-den de weg naar de erfgoedsector en het potentieel voor artistiek, publieks gericht en wetenschappelijk (her)gebruik blijft onderbenut. Om deze kloof te overbruggen, verleent Het Firmament advies aan curatoren, kun-stenaars, onderzoekers of erfgoedwer-kers bij het opzetten van publieksge-richte initiatieven. Praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland op de web-site van Het Firmament bieden hiervoor inspiratie.

Audiovisueel materiaal vormt een belangrijk onderdeel van de archieven uit de podiumkunsten. Opnames van eigen voorstellingen en repetities zijn bij uitstek in de podiumkunsten van groot belang, gezien de vluchtigheid van het medium. Het audiovisueel archief van gezelschappen is echter weinig toegan-kelijk, zelfs intern. Bovendien worden de opnames bewaard op dragers die in onbruik zijn geraakt en waarvoor de afspeelapparatuur ontbreekt. Daarom namen Het Firmament, Kunstenpunt en PACKED vzw in 2015 het initiatief om een inventaris te maken van de audio-visuele en digitale archieven in de podiumkunstensector om ze op termijn te kunnen digitaliseren. Digitalisering overstijgt echter de capaciteit van

32 | META 2017 | 1

over de Schutting

Page 35: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

1 Zie: http://www.hetfirmament.be/spotoperfgoed

de individuele organisaties. Dankzij de inventaris besloot VIAA, Vlaams Instituut voor Archivering, om in 2016 te starten met de digitalisering van audio-visuele archieven en met de bewaring van digitale archieven en collecties uit de Vlaamse podiumkunstensector. Op termijn wordt dit materiaal toegankelijk voor onderwijs en onderzoek en voor de gezelschappen zelf.

ZElF AAN DE SlAgAangezien podiumkunstenerfgoed in allerlei vormen, maten en materialen voorkomt, is de zorg ervoor een heuse uitdaging. Willen we dat erfgoedvor-mers of -gemeenschappen uit de podi-umkunsten vooral ook zelf starten met de zorg voor en overdracht van hun erfgoed, dan is eerstelijnskennis in de vorm van tips, richtlijnen en inspire-rende casussen noodzakelijk. TRACKS, de online Toolbox en Richtlijnen voor Archief- en Collectiezorg in de Kunstensector, is daarvoor belangrijkste kennisinstrument. Het online TRACKS-platform wordt geflankeerd door een

(gratis) dienstverlening om ook in de praktijk ondersteuning te kunnen bieden over archief- en collectiezorg. Zo bege-leiden we systematisch gesubsidieerde podiumorganisaties in de doorlichting van hun archief en de opmaak van een actieplan.

Zorg dragen voor het immaterieel podi-umkunstenerfgoed vereist dan weer een heel andere aanpak. Want hoe kan iets dat leeft in de hoofden en handen van mensen bewaard en doorgegeven worden? Het Firmament en een uitge-breid netwerk van erfgoedorganisaties staan ook hier klaar voor begeleiding bij het uitdenken van een erfgoedzorgplan op maat voor erfgoedgemeenschap-pen. Het Platform Immaterieel Erfgoed maakt dit niet-tastbaar erfgoed en de borgingsacties daaromtrent zichtbaar en geeft tal van tips en nuttige achter-grondinformatie.

SAMEN STErKDergelijke initiatieven worden door samenwerking en netwerking op een

BE AMVB 226: Archief van de Verbroedering van Brussel, Archief en Museum voor het Vlaams Leven te Brussel.

gecoördineerde manier aangepakt. Dienstverlenende organisaties als expertisecentra fungeren als knooppunt en staan zowel ten dienste van organi-saties binnen de erfgoedsector als van beheerders buiten de sector, die erf-goedzorg niet noodzakelijk als kerntaak hebben. Zo kan ingespeeld worden op vragen, noden of nieuwe tendensen. Het creëert ruimte voor experiment en prak-tijkonderzoek en maakt een doorge-dreven expertise-opbouw en -deling in Vlaanderen en met internationale part-ners mogelijk.

> www.hetfirmament.be

META 2017 | 1 | 33

over de Schutting

Page 36: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Pokémon GO?Patrick Vanhoucke, VgC

Wie zich de voorbije zomer niet in het spreekwoordelijke hol van Pluto bevond, kan het onmogelijk zijn ontgaan: Pokémon GO was the talk of the town. Het smartphone-spel van Niantic dat gebruik maakt van augmented rea-lity en gps werd al snel na de lancering in juli 2016 een van de meest gebruikte apps.

Het doel van het spel bestaat erin om virtuele Pokémon te zoeken, vangen en trainen in de echte wereld. Dat laat-ste aspect zorgde meteen ook voor de nodige controverse. Want jagers op Dragonite, Snorlax, Lapras, Arcanine of Blastoise zorgden soms voor over-last in de openbare ruimte. Zo werd in het Henegouwse Jurbise een avond-klok ingesteld en in het Antwerpse dorp Lillo gold een verbod op het nachtelijk vangen van Pokémon. In Brussel werd het grasperk van het Warandepark aan het Koninklijk Paleis door de talloze Pokémonjagers vertrappeld. Maar het spel heeft ook positieve effecten. Pokémon vangen doe je met Pokéballs, die je verzamelt in PokéStops. Je Pokémon trainen doe je in een Gym. PokéStops en Gyms zijn virtuele plaatsen met een pendant in de echte wereld. En laat het nu net een van de doelen van de makers van het spel zijn geweest om mensen in de echte wereld aan het bewegen en ontdekken van hun omgeving te krijgen. Pokéstops en Gyms zijn dan ook vaak opvallende

of bekende plekken, monumenten, gebouwen, toeristische trekpleisters. Maar evengoed winkels en bibliotheken. IN DE BIBlIOTHEEKPokémon en bibliotheken. Is het een ‘GO’ of een ‘NO’? De nuchteren onder ons zullen misschien concluderen dat deze waan van de dag niet aan hen en hun gebruikers is besteed. De crea-tieven daarentegen vinden elke reden goed om hun bibliotheek zichtbaar-heid te geven bij hun doelgroepen. Een kleine (en zeker niet representatieve) rondvraag via Kenniskantoor in oktober 2016 leek te leren dat er in de openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel maar weinig animo voor Pokémon GO was. In Nederland leek de strekking te zijn dat het spel wel kansen biedt voor de bibliotheek, maar of er dan ook echt iets mee werd gedaan is minder dui-delijk. Positief was alvast dat men in Nederland de discussie aanging en dat er ook aandacht was voor het privacy-aspect van de app. Zo vonden een aan-tal informatieprofessionals dat biblio-theken gebruik moesten maken van de ophef rond de app om hun mediawijze rol te spelen.

De Noord-Duitse stad Nordenham riep haar bibliotheek uit tot een Pokémonvrije zone. Anders ging het eraan toe in de Verenigde Staten. Daar leek het wel of ongeveer elke biblio-theek een PokéStop of Gym was. Een heuse Library Pokémon GO-groep op Facebook zorgde voor “support for libraries who are experimenting with Pokémon GO programming and out-reach.” Opvallend was dat men er ook aandacht had voor offline-varianten van het spel, vanuit de vaststelling dat niet iedereen over een smartphone beschikt. Een mooi voorbeeld van inclusief beleid.

Zelf begon ik in mijn vrije tijd tijdens de zomer in Brussel een zoektocht in mijn professionele habitat: Pokémon, PokéStops en Gyms in of in de buurt

Foto

© D

avid

Gra

ndm

ougi

n (C

C •

Uns

plas

h).

34 | META 2017 | 1

trend

Page 37: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

van de twintig Nederlandstalige Brusselse openbare bibliotheken. Mijn stappenteller en powerbanks draaiden overuren en ik ontdekte heel wat opval-lende plekjes die zelfs na ruim vijftien jaar wonen en werken in Brussel altijd aan mijn aandacht waren ontsnapt. De speurtocht naar PokéStops en Gyms ín bibliotheken was eerder teleurstellend. Op de kaart die ik via Google My Maps samenstelde kon ik uiteindelijk slechts een 3-tal PokéStops en 1 Gym ín biblio-theken aanduiden. PokéStops en Gyms in de buurt van Brusselse bibliotheken waren er dan weer in overvloed. In totaal bracht ik er zo’n 130 in kaart. Dus toch nog een kans om er als bibliotheek iets mee te doen? De paar bibliothecaris-sen die ik sprak — mijn zoektochten speelden zich overwegend buiten de openingstijden van de bibliotheken af — waren niet overtuigend enthousiast. Onbekend is onbemind, was de teneur.

En jij? Is Pokémon voor jouw bibliotheek een ‘GO’ of een ‘NO’? Of is de hype alweer over?

> http://bit.ly/PKgoBB20

Derde fase faculteitsbibliotheek Letteren en Wijsbegeerte UGent

Geklop met sloophamers. Lawaai van dri l boren. Snerpend geluid van slijp-schijven. De faculteits-bibliotheek Letteren en Wijsbegeerte UGent is op dit ogenblik geen oase van rust waar studentenijver goed gedijt. Maar treuren doen we niet, we nemen het er graag bij. De verbouwingen die volop aan de gang zijn die-nen namelijk een goed doel: de uitbreiding van de facul-teitsbibliotheek.

De rijke bibliotheekgeschiedenis van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte UGent vindt haar wortels in het seminarieonder-wijs van de negentiende eeuw. Dit verklaart waarom de faculteit de eenentwintigste eeuw binnenkwam met maar liefst vijftig verschillende bibliotheekcollecties verspreid over niet minder dan 222 verschillende locaties. Het hoeft geen betoog dat deze versnippering een hedendaags bibliotheekbeleid niet ten goede kwam.

In 2010 werd daarom een masterplan opgesteld dat tot doel had de volledige collectie onder één dak te brengen. Het voormalige Instituut der Wetenschappen (Plateau-Rozier) bleek hiervoor de ideale bestemming. In 2012 werd een eerste horde geno-men en opende het gedeelte met de collecties Letterkunde (Vleugel Magnel). De tweede fase werd in 2016 afgerond; de collecties Geschiedenis, Wijsbegeerte en Kunstwetenschappen verhuisden naar Rozier (vleugel Loveling). De laatste collecties (Archeologie, Letterkunde en ‘Talen en Culturen’) worden in januari 2018 verwacht.

Met 13 km legplanken in open kast, 7 km boeken in depot, ruim 700.000 banden en net geen 1.000 werkplekken zal Gent een bibliothecaire parel rijker zijn. Én een mooi uithangbord voor de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.  Paul Buschmann, Ugent

META 2017 | 1 | 35

het Plan

Page 38: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Catmandu in de erfgoedsectorPieter De Praetere, Packed vzw

In de erfgoedsector is het vaak nodig om data om te zetten naar andere formaten. Exports uit collectiebeheersystemen zijn vaak in een systeemeigen formaat, maar aggregatoren, zoals Europeana, vragen dan weer het gebruik van een standaardformaat zoals EDM of LIDO. Het omzetten van de data naar het standaardformaat is vaak een tijdrovende klus, die ofwel door de instelling zelf manueel moet gebeuren. Ofwel door de leverancier van het systeem wordt uitgevoerd, vaak met een fikse kostprijs.

Er bestaat software om dit proces te vereenvoudigen. Als bron- en doel-formaat XML zijn, wat vaak het geval is, kunnen XSLT-documenten soelaas bieden, maar XSLT is een zeer ingewik-kelde programmeertaal. Het is boven-dien ook bijna niet mogelijk om geëx-porteerde data te verrijken of om data rechtstreeks op te vragen via een API. OpenRefine is hiervoor beter geschikt, maar is dan weer minder bruikbaar voor omzetten van data in het ene formaat naar het andere.

Leveranciers maken vaak hun eigen omzettingstool, die enkel door hun programmeurs gebruikt kan worden. Gebruikers die zelf met conversie aan de slag willen, blijven in de kou staan, tenzij de tool toevallig open source is, maar dan nog ontbreekt vaak de tech-nische kennis om de tool aan te passen voor eigen gebruik. Er bestaan geluk-kig wel enkele systemen die zowel data kunnen omzetten als data kunnen verrij-ken, en één ervan is Catmandu.

Catmandu 1 is een tool die mee ontwik-keld is door de Universiteitsbibliotheek Gent en die daar gebruikt wordt om de bibliotheekbeschrijvingen uit een veel-heid aan beheersystemen te integreren in de gemeenschappelijke bibliotheek-catalogus. 2 Catmandu is oorspronkelijk gebouwd voor en door bibliotheken, maar het kan veel breder ingezet wor-den.

Catmandu laat toe om data te impor-teren en exporteren uit verschillende systemen, zowel specifieke systemen (bv. ElasticSearch), als meer generieke databases (MySQL, MongoDB) en API-endpoints (bv. OAI). Het formaat van de data kan systeemeigen zijn, maar ook generieke formaten zoals CSV,

XML of JSON kunnen worden gebruikt. Catmandu laat bovendien niet alleen toe om mappingen van het ene naar het andere formaat te doen, maar ook om de data tijdens de omzetting aan te passen en op te schonen. Deze mapping gebeurt in een zelfontwikkelde ‘fix’-taal.

Catmandu zet geïmporteerde documenten intern om naar een boomstruc-tuur, waar dan aanpassingen kun-nen gebeuren via de fix-taal. Een boomstructuur laat toe om ieder item in één docu-ment of record, het ‘veld’, via een path uniek te iden-tificeren met een syntax die veel gelijkenissen ver-toont met XPath of JSONPath.

De fix-taal bevat veel functies die het mogelijk maken om velden samen te voegen, te splitsen of toe te voegen. Zo kun je met louter fixes de datastructuur van een Adlib XML Export omzetten naar de datastructuur van LIDO XML. De tool laat toe om de omgezette structuur dan te exporteren naar een XML-document. Via de fix-taal kun je ook data uit externe bronnen, gaande van databases tot RESTful API’s, toevoegen aan jouw record. Zo kun je bijvoorbeeld de verwij-zing naar een term uit de thesaurus ver-vangen door de term zelf, zonder dat je hiervoor extra software moet schrijven.

Catmandu is opensourcesoftware en is geschreven in Perl. De software kan geïnstalleerd worden op de meeste Unix-compatibele systemen, maar dit is het eenvoudigst op Linux. Het basis-systeem ondersteunt de meest voorko-mende in- en uitvoerformaten, maar er

is een grote lijst plug-ins die ondersteu-ning toevoegen voor allerlei formaten en systemen. In het kader van het pro-ject Datahub van PACKED vzw en VKC zijn ook plugins ontwikkeld om te wer-ken met het LIDO-formaat, wat de tool ook breed inzetbaar maakt binnen de erfgoedsector.

1 http://librecat.org/

2 http://lib.ugent.be/

36 | META 2017 | 1

uitgePaKt

Page 39: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

hope “The very existence of libraries

affords the best evidence

that we may yet hope

for the future of man.”

TS Eliot

citaat

Goede voornemenslaurent Meese

Als iemand op een nieuwjaarsreceptie over goede voornemens begint, ben ik altijd op mijn hoede. Is het nieuwe jaar al begonnen? Ik behoor duidelijk tot de trage starters. Dure eden leg ik pas na Pasen af. Je hebt ze in alle maten en gewichten, die voortvarende voorne-mens. Het mag wat meer zijn en vaker nog wat minder. De houdbaarheid over-schrijdt vaak het einde van de maand januari niet. Ik heb het na al die jaren wel gehad met die drang naar zelfverwezen-lijking en vrijwillig onbehagen. De gekken hebben altijd de beste kaarten en ze zul-len er heus niet hun dessert of glas wijn voor laten.

Er is steeds wel iets om over te mopperen, daar verandert een jaarwende niets aan. Neem nu de verkiezing van het woord van het jaar. Elk jaar wordt de dikke Van Dale aangevuld met een aantal nieuwe, hippe woorden. Doch het is een trumpisme te denken dat ze onze woordenschat alleen maar verrijken. Vaak zijn het anglicismen die uit de actualiteit voortspruiten zoals Brexit, dab of bottleflip. Er zijn echter ook creatievere samentrekkingen mogelijk.

Cellfish zijn mensen die het vertikken van hun smartphone op te kijken als ze aan-gesproken worden. Dezelfde lui die ook verder bellen of twitteren als ze voor een kassa staan. Mijd ook collega’s die steeds dezelfde fouten maken, het zijn de erro-risten van de werkvloer. Vaak tenenkrul-lend zijn IMHO de vele afkortingen die in zwang raken (ROTFL). Ook in onze branche duiken ze op, Engelse afkortin-gen zoals PDA, wat staat voor patron dri-ven acquisitions. De bibliotheekgebruiker kiest en de bibliothecaris betaalt. Een werkbaar en realistisch model voor wie nog in Sinterklaas gelooft.

We hoeven al die eigentijdse leenwoor-den en trends gelukkig niet zomaar klak-keloos over te nemen. Ik pleit voor een archaïsch taalgebruik als symbool voor de nood aan stilstand in onze steeds snel-ler veranderende samenleving. Beseffen wanneer je moet handelen en wanneer je aan de kantlijn moet blijven. Geen ener-gie steken in iets wat niet in je vermogen ligt. Het zal alleen maar tot meer romp-slomp leiden. Gemoedsrust krijg je pas als je leert om neen te zeggen. Anders krijg

je toch maar yuppiegriep (Zuid-Afrikaans voor burn-out) onder de leden. Zich ver-meien met een goed boek en een dito glas wijn, dicht bij de kachel, op een kille winteravond, is dat geen nobel streven? Na Pasen zien we dan wel weer.

Laurent Meese is hoofdbiblio-thecaris van het Museum voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel. Hij is nauw betrokken bij digitaliseringsprojecten, maar leest het liefst papieren boeken. Onder het alter ego Bibman is hij sinds 2005 actief als biblioblogger.

META 2017 | 1 | 37

coluMn

Page 40: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

cultural governance in Openbare bibliOtheken en publieke archieVenAnnick Schramme, UAntwerpen

Good Governance vindt de laatste jaren meer en meer ingang in de cultuursector in Vlaanderen. Het vormt het sluitstuk van een proces van professionalisering dat zich sinds de jaren 90 in de cultuursector heeft doorgezet. In 2012 werd een leidraad Cultural Governance door het Fonds voor Cultuurmanagement (UA) overhandigd aan de toenmalige minister van Cultuur, Joke Schauvliege. In vele culturele organisaties en cultuurcentra kende de leidraad navolging en/of werden de principes besproken binnen de Raden van Bestuur. De huidige minister van Cultuur Sven Gatz nam het thema ook ter harte en integreerde enkele principes van cultural governance in de uitvoering van het vernieuwde Kunstendecreet. De vraag is nu hoe openbare bibliotheken en publiekrechtelijke archieven op lokaal niveau hiermee moeten omgaan. Ze zijn immers — in tegenstelling tot de private kunstensector — anders georganiseerd. De meeste hebben geen aparte vzw-structuur maar zijn ingebed in lokale administraties. Dat betekent echter niet dat de principes van cultural governance niet van tel zijn. Integendeel, de nood naar transparantie en check and balances is zelfs groter en het is een uitdaging om te zien hoe deze principes binnen een lokaal bestuur kunnen helder gemaakt en toegepast worden. Voor de analyse in dit artikel is onder meer een beroep gedaan op een onderzoek naar de praktijk van het cultural governance in Vlaanderen, dat de Universiteit Antwerpen uitvoerde in 2012.

toegePaSt oP de cultuuSector zouden We governance zo Kun-nen forMuleren:“Cultural governance is de praktijk van

goed bestuur voor culturele organisa-

ties. Het bestuur van culturele organi-

saties stelt de uitvoering van de mis-

sie op lange termijn voorop door het

bepalen van de strategie. Het bestuur

vrijwaart hierbij de (artistieke) missie,

de ethiek en de financiële gezondheid

van de organisatie. In dit proces van

cultural governance houdt het bestuur

rekening met alle (interne en externe)

stakeholders van de organisatie.”

OMSCHrIjVINg VAN HET BEgrIP COrPOrATE gOVErNANCEHet begrip corporate governance staat voor deugdelijk of behoorlijk bestuur. In de bedrijfswereld is het begrip al enkele decennia gemeengoed. De regels omtrent corporate gover-nance uit het bedrijfsleven zijn echter niet zomaar te vertalen naar de culturele sector. Bij corporate governance staan econo-mische resultaten en marktoriëntatie voorop, terwijl bij cultu-ral governance de artistieke missie en/of een maatschappelijke oriëntatie centraal staan. WAArOM CUlTUrAl gOVErNANCE?Juist omdat de meeste culturele organisaties werken met publieke middelen, is goed bestuur niet alleen relevant maar ook noodzakelijk. De overheid en de maatschappij verwachten een verantwoordelijke omgang met deze middelen. De Vlaamse overheid is niet alleen subsidiënt maar ook één van de belang-rijkste stakeholders in dit proces van goed bestuur. Een transpa-rante werking van bestuursorganen en een duidelijke controle, geven de overheid en andere stakeholders vertrouwen. De pro-fessionalisering die zich sinds de jaren 90 in de cultuursector heeft doorgezet, dient niet enkel te slaan op de invoering van een beleidsplanmethodiek en de aanwerving van bezoldigde medewerkers, maar ook op een goede werking van de bestuurs-organen. Deze dimensie werd tot voor kort vaak over het hoofd gezien. Organisch gegroeide vriendenbesturen en onduidelijke rolverdeling waren eerder de praktijk. Bovendien verwacht de overheid hoe langer hoe meer veerkracht en zelfredzaamheid van culturele organisaties. Zo wil minister Gatz met zijn witboek Aanvullende Financiering de organisaties aanzetten om extra middelen te zoeken in de particuliere en private sector. De rol van de Raad van bestuur en het leiderschap zijn hierin cruciaal.

38 | META 2017 | 1

eSSay

Page 41: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

DE VIjF AlgEMENE PrINCIPES VAN gOED BESTUUrWe kunnen vijf algemene principes van goed bestuur voor cultu-rele organisaties onderscheiden. In de leidraad van 2012 worden hier 25 concrete aanbevelingen aan gekoppeld:1. De rol en bevoegdheden van de bestuursorganen staan ten

dienste van de doelstellingen en de artistieke/culturele missie van de organisatie. Ieder orgaan heeft eigen, duidelijk afge-bakende taken.

2. De bestuursorganen leggen verantwoording af aan elkaar: het principe van checks and balances staat hierbij centraal.

3. De bestuursorganen werken transparant en houden elkaar in voldoende mate op de hoogte van hun werking en beslissin-gen.

4. De samenstelling van de bestuursorganen gebeurt zorgvul-dig in functie van de doelen en de missie van de organisatie en van de rol die de bestuursorganen binnen de organisatie vervullen.

5. De bestuursorganen erkennen het belang van de interne en externe stakeholders. Bij de strategische beslissingen houden de bestuursorganen rekening met deze stakeholders.

Het bestuur van een culturele organisatie speelt zich niet af in een vacuüm, maar binnen een bepaalde maatschappelijke context waarin een veelheid aan actoren betrokken zijn bij de organisatie. De belangrijkste stakeholders van een culturele organisatie zijn de bestuursorganen, de bezoldigde en onbe-zoldigde medewerkers en het publiek. Daarnaast is er nog het maatschappelijk niveau: de externe stakeholders, waaronder de overheid, andere actoren uit het middenveld en aparte vrienden- of vrijwilligersverenigingen. De belangrijkste stakeholder in de gesubsidieerde cultuursector is en blijft de overheid. De mate waarin de overheid betrokken is in het bestuur van de organi-satie hangt echter af van het type organisatie.

DE CUlTUUrSECTOr IN VlAANDErEN: DIVErSITEIT TrOEFEr mag dan een groot verschil zijn tussen corporate governance in het bedrijfsleven en de culturele sector, binnen de culturele sector zelf is er ook een grote diversiteit, zowel naar discipline, schaal, oorsprong (publiek of privaat) en juridische structuur. In de toepassing van de principes goed bestuur is er een merk-baar verschil tussen de private kunstensector en de overheids-gebonden publieke organisaties, waaronder de cultuurcentra, openbare bibliotheken en de publiekrechtelijke lokale archieven.

DECrEET lOKAAl CUlTUUrBElEIDHet Decreet Lokaal Cultuurbeleid van 13 juli 2001 creëerde een kader waarbinnen gemeentes met een bibliotheek, cultuur- of gemeenschapscentrum ondersteund kunnen worden door de Vlaamse overheid. Om deze subsidies te verkrijgen, moet het bestuur van openbare bibliotheken, cultuur- en gemeenschaps-centra aan verschillende voorwaarden voldoen. Het decreet legt geen bepalingen over de rechtsvorm op. Wel moeten cultuur- en gemeenschapscentra aan volgende bestuursbepalingen vol-doen:

• Beschikken over een beheersorgaan voor het CC en/of de OB conform het Cultuurpact.

• De gemeente moet voor het CC en/of de OB een beleidsplan opmaken voor 6 jaar. Indien er een gemeentelijk cultuurbe-leidsplan is, moet het beleidsplan voor het CC en/of de OB geïntegreerd worden in dit gemeentelijk cultuurbeleidsplan.

Ook met betrekking tot personeel of de directie werden bepa-lingen opgenomen:• De OB moet geleid worden door een voltijdse bibliothecaris.

Bij gemeentes met meer dan 20.000 inwoners moet deze van A-niveau zijn.

• Het CC moet beschikken over personeel dat voldoet aan de door de Vlaamse Regering nader te bepalen voorwaarden. Deze voorwaarden zijn dus niet opgenomen in het decreet zelf.

Het Planlastendecreet van juli 2011 bepaalde echter dat de gemeentes vanaf de volgende gemeentelijke bestuursperiode aanzienlijk minder plan- en rapporteringsverplichtingen moes-ten vervullen. Sectorale plannen, zoals het cultuurbeleidsplan of de aparte beleidsplannen voor de OB en het CC, zouden geïntegreerd moeten worden in de lokale meerjarenplanning. Wel moet een gemeente de lokale belanghebbenden blijven betrekken bij de opmaak van de strategische meerjarenplan-ning. Bovendien zijn de voorwaarden met betrekking tot per-soneel vervallen.

In tegenstelling tot de bepalingen van het Kunstendecreet moe-ten de CC’s en OB’s geen aparte vzw-structuur hebben om sub-sidie te ontvangen. Veel CC’s (vooral de A-centra) hebben ech-ter een eigen programma-vzw om een meer flexibele werking mogelijk te maken en politieke inmenging te voorkomen. OB’s zijn echter meestal nog onderdeel van de stadsadministratie, niet alleen wat het personeel betreft, maar ook wat hun wer-king betreft.

Zoals aangehaald is bij de OB’s een beheersorgaan of advies-orgaan wel decretaal verplicht. De naam van een dergelijk orgaan varieert in de praktijk: beheerscommissie, bibcommis-sie, bibraad, bestuursorgaan, etc. De decretale rol van dit orgaan is het adviseren van bibliothecarissen en gemeentebesturen bij het bibliotheekbeleid. Bij OB’s en enkele niet-verzelfstandigde gemeenschapscentra is de rol van dit adviesorgaan vergelijk-baar met die van een Raad van Bestuur. Ze heeft echter geen controlerende taak. De controlerende taak ligt nog altijd bij de Gemeenteraad en het College. Het adviesorgaan is voorname-lijk een plek waar beleidsopties worden afgetoetst of waar de directie deze opties laat rijpen.

Dat maakt de transparantie en de check and balances voor het bestuur van de OB’s er niet makkelijker op. De discussie over een verdere verzelfstandiging van CC’s en OB’s is met het oog op good governance een belangrijke discussie, die in de toekomst ongetwijfeld nog verder gevoerd zal worden. Het is immers niet evident om CC’s en OB’s op een meer bestuurlijke afstand te

META 2017 | 1 | 39

eSSay

Page 42: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

plaatsen. Beide organisaties zijn immers vanaf de jaren 60 en 70 in het leven geroepen als instrumenten van de overheid om kerntaken als de democratisering van cultuur te realiseren en de participatie van de burgers te bevorderen.

IMPACT VAN HET CUlTUUrPACT EN DE BESTUUrlIjKE DECrETEN OP DE WErKINg VAN OB’S EN ArCHIEVENHet Cultuurpact heeft tot vandaag een grote impact op de samenstelling van de Raden van Bestuur/beheersorganen van overheidsgebonden culturele organisaties. De centrale idee ach-ter het Cultuurpact is het waarborgen van de belangen van de verschillende ideologische en filosofische strekkingen bij het cultuurbeleid. Hierin is o.m. bepaald dat overheden gebruikers-groeperingen en ideologische en filosofische strekkingen vol-gens een billijke democratische en werkelijke vertegenwoordi-ging met medebeslissende of adviserende stem moet betrekken bij het bestuur van overheidsgebonden culturele organisaties. Sowieso zijn OB’s en archieven verplicht om een afvaardiging van drie groepen stakeholders op te nemen in hun bestuur: ver-tegenwoordigers van de politieke overheid, filosofische strekkin-gen en gebruikers. Uit onze bevraging bleek dat de OB’s, CC’s en gemeenschapscentra deze vertegenwoordiging in het bestuur het meest strikt lijken toe te passen. Ook is er een gestructu-reerde aanpak van inspraak door andere lokale adviesorganen zoals de cultuurraad of de jeugdraad.

Daarenboven zijn voor de CC’s, OB’s en archieven het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en het Provinciedecreet van 9 december 2005 duidelijk wat betreft de politieke vertegen-woordiging in verzelfstandigde overheidsorganisaties. Ze stellen onder meer dat één of meer bestuursorganen van extern ver-zelfstandigde organisaties voor meer dan de helft afgevaardigd moeten worden door de gemeenteraad dan wel de provincie-raad. De dominante logica achter deze bestuurlijke decreten is het zogenaamde ‘primaat van de politiek’. Op die manier zou-den administratie en politiek elkaar in evenwicht kunnen hou-den, waarbij de politiek, als vertegenwoordigers van het volk, het laatste woord behoudt. De decretaal vastgelegde methodes om dit primaat van de politiek te realiseren zijn het afsluiten van beheersovereenkomsten én het afvaardigden van bestuursleden door de politieke overheid.

De bestuurlijke decreten en het Cultuurpact zorgen er dus voor dat de politieke overheid bestuurders afvaardigt in het advies- of beheersorgaan. In de meeste gevallen is het de wet-gevende macht, maar soms (bijv. Vlaamse extern verzelfstan-digde agentschappen in publiekrechtelijke vorm) trekt de uit-voerende macht dit privilege naar zich toe.

Deze verplichte afvaardiging schuurt echter aan tegen de begin-selen van goed bestuur, waarbij competenties en profielen van bestuurders in functie van een goede werking van de organi-satie bepaald worden. Al te vaak is de politieke kleur het door-slaggevend selectiecriterium bij de samenstelling van raden van bestuur. Principes van democratische vertegenwoordiging bot-sen hier met principes van professionaliteit.

Het Cultuurpact in combinatie met de bestuurlijke decreten blij-ven dus wegen op een evenwichtige samenstelling en vlotte en transparante werking van vele raden van bestuur van publieke culturele organisaties. Dit wil echter niet zeggen dat de betrok-kenheid van de overheid niet belangrijk gevonden wordt door de cultuursector zelf. Zeker voor diensten als CC’s, OB’s en archie-ven, die primaire overheidstaken vervullen.

DE PrAKTIjK VAN goVernAnce BIj OVErHEIDSgEBONDEN CUlTUrElE OrgANISATIESDat politieke overheden bestuursleden mogen afvaardigen, betekent overigens niet dat de besturen van overheidsgebon-den culturele organisaties gevuld zijn met politici. In veel geval-len worden ook experten met een veronderstelde politieke kleur afgevaardigd. Een dergelijk systeem van politiek afgevaardigde bestuurders biedt echter geen garantie op goed bestuur. Om diverse redenen kan dit het bestuur van een organisatie ver-zwakken. In de praktijk leidt het immers vaak tot zeer omvang-rijke adviesraden en/of het afvaardigen van leden die niet nood-zakelijk de missie van de organisatie onderschrijven. Dit kan dan weer zorgen voor weinig betrokken bestuurders en een hoog absenteïsme, waardoor het democratisch draagvlak voor beslis-singen uitgehold wordt.

Daarnaast kan de koppeling van bestuursmandaten aan de legis-latuur van lokale besturen de continuïteit van besturen in de weg staan. Een groot deel van de Raad van Bestuur dient bij een machtsverschuiving op eenzelfde moment vervangen te worden. Bovendien leidt deze praktijk vaak tot een vertraging bij een hernieuwde samenstelling. Verder boeten selectiecrite-ria van bestuurders, zoals specifieke competenties, expertise en demografische vertegenwoordiging, aan belang in. Tot slot wordt het belang om andersoortige profielen en gebruikers-groepen te betrekken bij het bestuur door dit systeem van ver-plichte politieke afvaardiging ondergesneeuwd.

Niettemin waarderen onze respondenten, directies en voorzit-ters, zeker ook de positieve elementen van dit systeem van politieke afvaardiging.• Men erkent de overheid als zijn belangrijkste stakeholder

en men aanvaardt de politiek als vertegenwoordiger van de maatschappij. Bovendien lijkt het voor organisaties voor het lokaal cultuurbeleid een ideale plek om nieuwe ideeën bij een brede groep te laten rijpen om zo het democratisch draagvlak voor beslissingen op termijn te verhogen.

• Respondenten merken dat discussies in hun bestuursorganen niet langs politieke krijtlijnen verlopen. De bestuurders lijken bij vergaderingen het belang van de organisatie voorop te stellen. Bovendien merken de respondenten relatief weinig politieke bemoeienis op het operationele niveau.

• Veel organisaties zoeken naar pragmatische oplossingen om met het systeem van politiek afgevaardigde bestuurders om te gaan. Zo proberen verschillende organisaties proactief te handelen in geval van politieke benoemingen: sommigen lob-byen voor bepaalde expertbestuurders die ze bekwaam ach-ten. Anderen vragen de cultuurminnende leden van politieke partijen om zich kandidaat te stellen. Een laatste groep over-handigt een gewenst profiel voor bestuurders aan de over-heden.

• Daarnaast proberen verschillende organisaties ook de betrok-kenheid van de bestuurders tijdens hun termijn te verhogen door bijvoorbeeld de vergaderfrequentie te verlagen en enkel belangrijke thema’s te agenderen. Anderen richten extra acti-viteiten in om de sociale cohesie van de bestuursploeg te verhogen.

• Tot slot hoorden we het verhaal van een organisatie die een uitgebreid traject ‘kennismaking met de organisatie’ aan de bestuurders aanbood.

Doorheen deze processen blijkt trouwens het belang van goede informele contacten tussen de leidinggevende van de organi-satie (in casu de bibliothecaris, de archivaris), het bestuur en de overheid. Tijdens de focusgroepen bleek tot slot dat vele

40 | META 2017 | 1

eSSay

Page 43: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

organisaties interessante tips opstaken van hun collega’s. Praktijkverhalen van anderen werken inspirerend, al zijn echte modellen ‘hoe omgaan met uw politiek bestuur’ waarschijnlijk niet zonder meer transponeerbaar naar andere organisaties. Bestuur blijft mensenwerk, afhankelijk van vele contextuele en persoonlijke factoren.

BESlUITAls een overheid of intermediaire organisaties (zoals steunpun-ten en belangenbehartigers) de bestuurspraktijk van culturele organisaties willen verbeteren, moeten ze dus enkele zaken in het achterhoofd houden. Bestuur in de culturele sector vindt plaats in een context van betrokkenheid en engagement, van consensus en afstemming. Door het gebrek aan financiële incen-tives en democratische controle, worden bestuurraden maar beperkt geresponsabiliseerd. Zeker in de situatie van OB’s en archieven die onderdeel zijn van de stads- of gemeentelijke administratie en de adviesraad de facto de rol van raad van bestuur op zich neemt, is het soms een hele uitdaging om de rolverdeling helder te maken en de lijnen van verantwoording te expliciteren. De loop van checks and balances verloopt echter langs de lijnen van het democratisch verkozen lokaal bestuur.

Bovendien is er nog een weg af te leggen in het formeel vastleg-gen van de praktijk van het besturen. Dat maakt dat er voorlopig

weinig indicatoren zijn om de governancepraktijk te monitoren. Het lijkt er op dat vooral zachte maatregelen, informatie ver-strekken en faciliteren van goed bestuur, de bestuurspraktijk bij culturele organisaties in Vlaanderen kan verbeteren.

Tot slot is het erg belangrijk te benadrukken dat governance over meer gaat dan de samenstelling van het beheersorgaan en/of raden van bestuur. Zoals aangetoond is, gaat het ook om een heldere rolverdeling, een proces van check en balances (wie legt verantwoording af aan wie?), een transparante com-municatiedoorstroming en de uitbouw van een goede relatie met diverse stakeholders, zowel intern als extern. Maar over al deze punten valt veel meer te zeggen dan in deze beperkte bijdrage mogelijk was.

> deze tekst is gebaseerd op de leidraad cultural governance: annick Schramme,

Joke Schrauwen, charlotte rommes (red.) goed Bestuur voor cultuur. ‘corporate

governance’ voor de cultuursector. antwerpen, 2012.

> in het kader van het onderzoek naar de praktijk van het cultural governance in

de vlaamse cultuursector hebben we verschillende focusgroepen gehouden, o.m.

één met de openbare bibliotheken. er hebben echter geen publieke archieven

gereageerd. de bevindingen moeten dus met de nodige nuance gelezen worden.

Bron: Nationaal Archief, Den Haag

eSSay

Page 44: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

“ OP BASIS VAN VRAAGDETECTIE STARTTEN DE BIBLIOTHEKEN VAN SINT-JOOST-TEN-NODE, SINT-GILLIS EN SINT-JANS-MOLENBEEK MET EEN ARABISCHE COLLECTIE.

ontmoeting Brusselse nederlandstalige en franstalige openbare bibliotheken

Op maandag 21 november 2016 vond voor de allereer-ste keer een ontmoeting plaats tussen de netwer-ken van de Nederlandstalige en de Franstalige openbare bibliotheken van het Brussels hoofdstedelijk gewest. Doel was kennismaking en weder-zijdse informatie-uitwisse-ling. Er waren 66 deelne-mers: 35 Franstalige en 31 Nederlandstalige. In totaal waren op die manier 44 bibliotheken of organisaties vertegenwoordigd. Tijdens de lunch na afloop werd nog volop nagepraat. Uit dit vruchtbare ontmoetingsmo-ment volgt alvast één con-creet plan voor samenwerking tussen de Nederlandstalige en Fransta l ige open-bare bibliotheken van het Brussels gewest. In novem-ber 2017 organiseren beide netwerken samen een Nocturne des bibliothèques / Bibliotheeknocturne.

Het ontmoetingsmoment in het halfrond van het Brussels parlement was een initia-tief van het Streekgericht Bibliotheekbeleid (SBB) van de Vlaamse Gemeenschaps-commissie (VGC) en de B ib l i o thèque Pub l ique Centrale pour la Région de Bruxelles-Capitale. Beide organisaties ondersteunen in Brussel de werking van respec-tievelijk de Nederlandstalige en Franstalige openbare

bibliotheken. Fleur De Meyer, medewerker communica-tie van het SBB van de VGC, leidde de sprekers in en mode-reerde de vragenrondes. Studenten van de tolkenop-leidingen van UGent en ULB-ISTI zorgden voor simultaan-vertaling.

ONDErSTEUNEN Chantal Stănescu (bibliothé-caire-dirigeante) schetste hoe de Bibliothèque Publique Centrale pour la Région de Bruxelles-Capitale (georgani-seerd door de Stad Brussel in opdracht en met financiering van de Fédération Wallonie-Bruxelles en de Commission communautaire française / COCOF) 55 Franstalige openbare bibliotheken in het Brussels gewest ondersteunt. Dat gebeurt o.a. met een gemeenschappelijke lenerspas en catalogus, de financiering van een platform voor e-boe-ken, IBL, vorming en advies,

en de coördinatie en promotie van bovenlokale activiteiten.Anne Tissen (coördina-tor) en Patrick Vanhoucke (verantwoordel i jke digi-tale projecten) l ichtten toe hoe het Streekgericht Bibliotheekbeleid van de Vlaamse Gemeenschaps-commissie het netwerk van de twintig Nederlandstalige openbare b ib l io theken (negen tien gemeentelijke + Muntpunt) in Brussel onder -

steunt. De inhoudelijke accen-ten van die ondersteuning lig-gen op maatschappelijke rele-vantie, collectie, diversiteit, leesbevordering en leesplezier, mediawijsheid en digitaliteit, klantgerichtheid en communi-catie. Werkoverleg en vorming zijn daarbij belangrijke instru-menten. Technisch wordt het netwerk o.a. ondersteund met een bibliotheeksysteem en catalogus, een gemeenschap-pelijke lenerspas, een platform voor websites en een intranet-omgeving.

BOVENlOKAlE PrOjECTENDe Bibliothèque Centrale organiseert en financiert samen met het Centre de Littérature de Jeunesse de Bruxelles een aantal regionale projecten voor zowel volwas-senen als jongeren. Het Centre de Littérature de Jeunesse beheert daarenboven een naslagbibliotheek met en over

jeugdliteratuur. Regionale pro-jecten zijn o.a. de ‘Semaine du Livre de jeunesse Paul Hurtmans’; de voorleesactie ‘Lire dans les parcs’ (in 35 par-ken); een thematische biblio-grafie en literaire activiteiten in het kader van het Europalia Arts Festival; en de Nocturne des bibliothèques.

Julia De Bus (deskundige doel-groepenwerking SBB-VGC) en Hilde Lingier (deskundige

leesbevordering en media-wijsheid SBB-VGC) lieten hun licht schijnen over enkele bovenlokale projecten van de Nederlandstalige Brusselse bibliotheken. In deze presen-tatie lag de nadruk op het tra-ject Leeslijn (kerngedachte: de bibliotheek groeit mee met de lezer). Deeltrajecten zoals soekbaby’s, Boeken bende aan Huis/op School, de voorlees-week Brussels Reads Aloud en de Jeugdboekenmaand krij-gen hierin een plaats.

(ANDErSTAlIgE) COllECTIESEen aantal Franstalige biblio-theken beschikken over spe-ciale collecties: een histo-risch fonds over Brussel (Bibliothèque Riches-Claires Brussel-stad); Afrikaanse lite-ratuur (Elsene); een Urban-collectie (Sint-Gillis); een gendercollectie (Sint-Joost-ten-Node) en kunstenaarsboe-ken (Watermaal-Bosvoorde).De Bibliothèque Centrale stelt via een systeem van wisselcol-lecties anderstalige boeken ter beschikking van Franstalige bibliotheken, scholen, vereni-gingen, ... Naast literatuur in meer dan 40 verschillende talen bevatten deze collecties ook taalcursussen en vereen-voudigde versies van literaire werken.

Els Patoor (deskundige net-werkcatalografie SBB-VGC) en Stijn Callewaert (verant-woordelijke doelgroepenwer-king SBB-VGC) schetsten hoe de Nederlandstalige Brusselse bibliotheken werk maken van lokale collectieplannen, die op termijn moeten uitmonden in een bovenlokaal collectiebe-leid op basis van lokale accen-ten én complementariteit. Diversiteit en anderstalige col-lecties spelen in de Brusselse

42 | META 2017 | 1

KronieK

Page 45: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

context een belangrijke rol. Op basis van vraagdetectie start-ten de bibliotheken van Sint-Joost-ten-Node, Sint-Gillis en Sint-Jans-Molenbeek met een Arabische collectie. In Jette werd een Roemeense collectie opgestart. Poolse, Russische en Bulgaarse collecties zitten nog in de pijplijn.

PUBlIEKSWErKINg Tijdens de Vrije Tribune / Tribune Libre stelden een aan-tal bibliothecarissen publieks-gerichte projecten voor waarin onderlinge samenwerking — al dan niet tussen bibliotheken van beide netwerken — cen-traal staat.

Marijn Brouckaert (biblio-thecaris openbare biblio-theek Brussel-Stad) en Luc Battieuw (responsable Centre de Littérature de Jeunesse de Bruxelles) vertelden over hun gezamenlijke tentoonstel-ling en selectieve bibliografie rond Silent Books, een project van IBBy dat in 2012 ontstond naar aanleiding van de vluch-telingencrisis op het Italiaanse eiland Lampedusa.

Anneke Verbeeke (bibliothe-caris openbare bibliotheek Ukkel) sprak over de zadenbi-bliotheken (Fr. grainothèques) die in de Nederlandstalige bibliotheken van Anderlecht, Etterbeek, Jette, Sint-Agatha-Berchem en Ukkel uit de grond schoten. Hier kun je gratis plantenzaden halen en geoogste zaden schenken. In de zomer van 2016 hiel-den bibliotheekmedewer-kers én vrijwilligers tijdens Parckdesign samen een pop-upzadenbibliotheek open in het Dudenpark in Vorst.

Isabelle Parmentier (respon-sable de la section Jeunesse,

bibliothèque communale d’Uccle-Centre) had het over de samenwerking met de Nederlandstalige bibliotheek van Ukkel voor de organi-satie van een jaarlijkse ten-toonstelling en animatie rond Belgische jeugdillustratoren. In 2016 stond illustratrice Ingrid Godon centraal.

Céline Pieters (bibliothécaire de la bibliothèque de l’espace Maurice Careme, Anderlecht) en vertelster Ludwine Deblon spraken tot slot over de con-tes bilingues die ze een tien-tal keer per jaar voor kinderen van vier tot negen jaar orga-niseren. Om het concept van de tweetalige vertelmomen-ten een grotere bekendheid te geven onder de Brusselse bibliothecarissen willen Céline en Ludwine een ‘Journée de contes bilingues’ organiseren.

Patrick Vanhoucke

international conference on digital libraries13-16 december - Delhi

Van 13 tot 16 december 2016 werd in Delhi (India) de vijfde editie van het International Conference on Digital libraries (ICDl) gehouden. Organisator van deze conferentie is The Energy and resources Institute (TErI), een instelling die reeds 40 jaar research doet naar duurzaamheid. Een van de thema’s waarrond TErI werkt is de ontwikkeling van digitale oplossingen om die duurzaamheid te verhogen. Integratie van digitale tools in de werking van bibliotheken is voor TErI dan ook van cruciaal belang om de sociale inclusie van mensen in India en wereldwijd te stimuleren.

Het thema waarrond de conferentie werd gehouden, was Smart Future: Knowledge Trends that change the World. Academici, professionals en bedrijfsleiders gingen via pre-sentaties, workshops, tutorials en special events met elkaar in discussie over de bibliotheek van de toekomst. In totaal waren er meer dan 500 personen uit meer dan 20 landen aanwezig. Ze vertegenwoordigden openbare bibliotheken, universiteitsbibliotheken, wetenschappelijke bibliotheken, bibliotheken van musea en erfgoedinstellingen, academische opleidingen, … In de marge van de conferentie vond ook een beurs plaats waarin uitgevers en leveranciers van biblio-theekproducten zich konden voorstellen. België (en meer bepaald Vlaanderen) was op ICDL vertegenwoordigd door Paul Nieuwenhuysen (VUB) en Erik-Jan Van Kleef (1Science). Ook bibliotheek Pittem was uitgenodigd om een presenta-tie te geven.

In haar keynote benadrukte IFLA-voorzitster Donna Scheeder de sociale rol van bibliotheken. De digitale component speelt daarbij een belangrijke rol omdat burgers zo makkelijker aan-sluiting kunnen vinden bij de maatschappij waarin ze func-tioneren. Ze benadrukte wel de noodzaak om de digitale kloof te verkleinen, zodat de technologische ontwikkelingen elke burger bereikt. Reeds op de eerste dag konden deelne-mers via tutorials kennismaken met nieuwe technologische en digitale ontwikkelingen, zoals OER (Open Educational Resources), Google Images voor het opsporen van informa-tie op het internet en het gebruik van de free software R als instrument voor het analyseren van data. De eerste dag werd in stijl afgesloten met de presentatie van de National Digital Library of India, een samenwerkingsverband van meer dan 100 instellingen en organisaties van over heel India, waarbij één miljoen boeken over diverse topics, maar steeds gere-lateerd aan India, digitaal ter beschikking worden gesteld (https://ndl.iitkgp.ac.in/).

DElPHI-MODElDe volgende dagen passeerden heel wat interessante topics de revue. We onthielden de discussies over de ontwikkelingen binnen de LIS-opleidingen (Library and Information Science). Er werd gepleit om binnen de opleidingen voldoende aan-dacht te hebben voor zowel de technologische evoluties als de soft-skills en te zorgen voor voldoende diversiteit bij de aanwerving van nieuwe medewerkers. Indrukwekkend

META 2017 | 1 | 43

KronieK

Page 46: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

waren ook de presentaties van o.m. het Eugene Cattin Photographs Archive, een digitale verzameling van 3000 foto’s (hoofdzakelijk representaties van het rurale Zwitserland uit de beginjaren van de 20e eeuw) en van het Swissair Photograph Archive, waarbij meer dan 40.000 foto’s van de luchtvaartmaat-schappij werden gedigitali-seerd. Voor dit laatste pro-ject werd een beroep gedaan op crowdsourcing, waarbij voormalige werknemers van Swissair informatie over de foto’s konden bezorgen. Ook Two centuries of Indian Print, het project van de British Library om zeldzame Indische boeken uit de periode 1713-1914 digitaal ter beschikking te stellen, kon op veel bijval rekenen (https://www.bl.uk/projects/two-centuries-of-indian-print).

In het kader van de ses-sie Transformation towards smart libraries werd het Delphi-model voorgesteld. De nadruk die het model legt op de bibliotheekgebruiker en zijn/haar informatiebehoef-tes, kreeg de onverdeelde aan-dacht van de aanwezigen. De presentatie sloot perfect aan bij de oproep van Dr. Ramesh Gaur (directeur bibliotheek Jawaharlal Nehru Universiteit, New Delhi) naar nieuwe biblio-theekmodellen die een ant-woord kunnen bieden bij de vaak moeilijk zoektocht naar informatie die gebruikers van (Indische) bibliotheken onder-vinden. De voorzitster van de sessie nodigde ons meteen uit naar de bijeenkomst van Indische bibliothecarissen op de laatste dag van ICDL.

SMArT CITIESOp dag drie en vier waren er sessies over onder meer het

gebruik van sociale media (check bijv. de Twitteraccount van The Bodleian University), de spanningen tussen de uit-gevers van digitale tijdschrif-ten en allerlei aanbieders van Open Access-content, de toepassing van semanti-sche webapplicaties, … Een opgemerkte bezoeker op dag drie was Dr. Shrikant Sinha, CEO van de Nasscom Foundation. Nasscom is het grootste IT-bedrijf van India. Het spendeert elk jaar een deel van haar winst aan pro-jecten die de sociale cohesie in India moeten versterken. Daartoe richtte het bedrijf de Nasscom Foundation op. Deze tak ondersteunt via de Indian Public Library Movement (zie verderop) de openbare biblio-theken in India. Shrikant Sinha beschreef de technologische revolutie en keek vooruit hoe de digitalisering steden zal veranderen in Smart Cities. In een beklijvende presenta-tie gaf hij een inkijk hoe de wereld er volgens hem over tien, twintig jaar en verder zal uitzien. Bibliotheken spelen voor hem hierin een cruciale rol omdat zij de burgers mee helpen voorbereiden op deze digitale (r)evolutie.

Op dag vier stond ook de bijeenkomst van Indische bibliothecarissen op het pro-gramma. Hoeft het gezegd dat het Indische bibliotheek-landschap er heel anders uit-ziet dan het Vlaamse? Ruwe schattingen stellen dat er ca. 60.000 openbare bibliothe-ken bestaan, verspreid over het zeer uitgestrekte grondge-bied van het land. Bibliotheken variëren er van kleine, stof-fige ruimtes met een nauwe-lijks onderhouden collectie tot zeer mooie en moderne bibliotheken. De landelijke openbare bibliotheken hangen

af van de provincie (State) waarin ze liggen. De meeste Indische provincies hebben echter geen bibliotheekwet-geving. Bibliotheken komen qua belangrijkheid dan ook vaak onderaan de ladder. Om hier iets aan te doen , werd met hulp van de Nasscom Foundation en de Bill and Melinda Gates Foundation, in maart 2016 gestart met de Indian Public Library Movement. De doelen zijn om de bibliotheek hoger op de politieke agenda te plaatsen en de professionalisering van het bibliotheekpersoneel te verhogen. Maar het water tus-sen de overheid en de sector is nog steeds erg diep. Dat bleek tijdens de middagsessie alvast uit een interventie van een ambtenaar die bibliotheken opriep om naar zichzelf te kij-ken. Veel bibliothecarissen zijn immers nauwelijks met hun vak bezig en verwerpen elke vorm van verandering. Van de kant van de bibliothecarissen werd dan weer opgemerkt dat er veel noden zijn: financiële ondersteuning door de over-heid, mogelijkheden om zich bij te scholen, de bouw van infrastructuur, … De ervarin-gen vanuit Vlaanderen en de oproep om steeds de noden van de gebruiker centraal te stellen, kregen opnieuw veel bijval. Na de discussie werd alvast de intentie uitgesproken om de evoluties in de Vlaamse bibliotheken op het vlak van client satisfaction nader op te volgen. De laatste dag werd afgesloten met het toeken-nen van prijzen voor de beste poster. Zeer terecht liep hier een project rond Open Access met de pluimen weg (https://doaj.org/).

CONClUSIESHet is moeilijk om in enkele zinnen alle conclusies na vier

boeiende dagen van voor-drachten, gesprekken en work-shops weer te geven, maar de belangrijkste zijn:• Het huidige spanningsveld

tussen de aanbieders van digitale context en initia-tieven rond Open Access staat onder druk. Er moeten dringend gesprekken opge-start worden om tot betere afspraken te komen

• Bibliotheken, in welke vorm, spelen een cruciale rol in de empowerment van mensen

• Alle stakeholders moe-ten inzetten op het over-bruggen van de digitale kloof. Daarbij volstaat het niet om elke burger van een smartphone te voor-zien. Technologiebedrijven moeten gestimuleerd wor-den om de toegang tot het internet op een duurzame en goedkope manier aan te bieden

• De toekomst is aan de MOOC’s (massive open online courses), data-mining, data-visualisatie, digital marketing en de ont-wikkeling van het seman-tisch web.

Bibliotheken moeten op elk van deze topics hun plek proberen te vinden, want zoals een van de panelleden opmerkte: “Doctors may save lives, libraries change lives”.

Presentaties, tutorials, keynote address, de live-streaming en nog zoveel meer kunnen beke-ken worden op http://www.teriin.org/events/icdl/index.php

Onze aanwezigheid op ICDl werd mogelijk gemaakt door de VVBAD en Winob.

Patrick Vanden Berghe

44 | META 2017 | 1

KronieK

Page 47: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

META 2017 | 1 | 45

toePaSSing

Literaire podcastsIlse Depré, BiB IDee

Het woord podcast is ontstaan uit de samentrekking van iPod (mp3-speler van Apple) en broadcast (Engels: ‘uitzenden’). Je kan een podcast

het best samenvatten als een opeenvolgende reeks digitale audio-uitzendin-gen, waarop je je kunt abonneren. Een speciale variant is de vodcast, waarbij je

video- in plaats van audiofragmenten downloadt.

Heb je je favoriete radioprogramma gemist, of wil je een bepaalde reportage herbeluisteren? Heel wat zenders maken digitale opnames van hun programma’s en bieden die kosteloos aan als pod-cast. Na het downloaden beluister je de mp3-bestanden op je pc, laptop, smart-phone, tablet of mp3-speler. Podcasts sluiten vaak aan op een populaire radio-reeks, zoals het In Europa Salon van VPRO (over het boek van Geert Mak) of Beeldenstormen van Klara (over oorlog en vernieling van kunst).

AAN DE SlAg MET PODCASTSDe diverse episodes van een podcast kun je soms individueel downloaden vanop websites, maar ook automatisch naar je mobiel toestel sturen via een abonnement binnen een zogenaamde podcatcher. Eén van de vele program-ma’s om podcasts op je pc of laptop te beheren is iTunes. Apple heeft ook een podcast-app ingebouwd op de iPhone en iPad, en ook Google Play Music op Android bevat ondersteuning voor pod-casts. Daarnaast bestaan er ook heel wat alternatieve apps, zoals Pocket Casts (iOS, Android, betalend) en Stitcher (iOS, Android, gratis). Al deze tools laten je toe om nieuwe podcasts te ontdekken, en de laatste afleveringen automatisch te downloaden.

Podcasts zijn ontstaan vanuit de radio-wereld, maar het actuele aanbod is zeer divers. Zo biedt de National Gallery in Londen niet enkel haar audiotour aan in mp3-formaat, maar liep er ook een pod-castreeks met besprekingen van kunst-werken. Daarnaast vind je ook podcasts van bekende comedians zoals Ricky Gervais, kun je je talenkennis bijschaven via talrijke educatieve reeksen of op de hoogte blijven van de nieuwe trends via technologie-podcasts of TEDTalks. DE ‘PODCAST NOVEl’ — EEN lUISTErBOEK IN PODCAST-FOrMAAT

In heel wat Vlaamse bibliotheken kan je luisterboeken op cd uitlenen. Er zijn ook heel wat oude en nieuwere wer-ken beschikbaar in mp3-formaat, vaak opgedeeld in episodes, en op regelma-tige tijdstippen online gepubliceerd. Zo biedt de website Loyal Books heel wat Engelstalige boeken uit het publieke domein als podcast aan, waaronder werken van Oscar Wilde, Thomas Hardy, Charles Dickens, Jane Austen en James Joyce.

Ook Klara digitaliseerde een aantal lite-raire reeksen, waaronder de hoorspelen van Hugo Claus. In Nederland liep van 2007 tot 2010 het populaire hoorspel Bommel, gebaseerd op de avonturen van de gelijknamige beer. Sinds het aflopen van de reeks zijn de afleverin-gen beschikbaar gemaakt als pod-cast. Een andere aanrader is de pod-cast Radioboeken, met een honderdtal Nederlandstalige verhalen, speciaal geschreven voor dit project op vraag van deBuren.

OVEr BOEKEN EN lITErATUUrWie meer wil weten over romans en schrijvers, heeft ook heel wat audioma-teriaal ter beschikking. Op de website van Klara vind je o.a. een podcast-reeks over Shakespeare, Sherlock Holmes en Simenon. In het Engels is het aanbod erg uitgebreid. BBC Radio 4 heeft ver-schillende podcasts waaronder Books and Authors en Bookclub. De New York Times biedt een digitale versie van de

bekende Book Review-reeks aan. Wil je meer weten over (Amerikaanse) strip-verhalen en hun verfilmingen, dan is Big Planet Comics een goed vertrekpunt.

Uiteraard kunnen bibliotheken niet ach-ter blijven. De podcast van de British Library is heel divers, met afleveringen over de sonnetten van Shakespeare, maar ook over landkaarten uit de tijd van Hendrik VIII of interviews met eigentijdse auteurs zoals Neil Gaiman. Ook bij de New york Public Library omvat de podcast zeer diverse onder-werpen, waarbij romans, non-fictie, journalistiek maar ook kunst en muziek hand in hand gaan. En de Library of Congress biedt naast een literaire podcast ook een interessante audio-reeks over het digitaliseren van bib- en archiefmaterialen.

In Vlaanderen hebben vooral de biblio-theken van Gent en Brugge al geëx-perimenteerd met eigen podcasts. Ook de Luisterpuntbibliotheek biedt een uitgebreid aanbod interviews met auteurs op Podomatic aan. De pod-cast van Bibliotheek Den Haag bevat heel wat digitale audiofragmenten uit literaire programma’s zoals B-Unlimited en Literatuur Late Night. Bibliotheek Rotterdam verzamelt dan weer rare fei-ten en weetjes in de reeks Vraag het aan de bieb.

Wie zelf ook een podcast wil aanbieden, moet daarvoor de mp3-bestanden in een RSS-feed aanbieden. Heb je al een Wordpress-blog, dan kun je hier-voor de PowerPress-plugin gebruiken. Podomatic biedt een eenvoudig en snel alternatief. De gratis versie laat wel maar max. 500 MB opslagruimte toe en een maandelijkse bandbreedte van 15 GB.

> de links naar al deze podcasts vind je terug op de

website bibidee.blogspot.be

Page 48: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

“ EN WEER WORDT DE BOOM VAN DE GESCHIEDENIS BEKLAD DOOR HET DENKEN VAN DE PROZA-SCHRIJVER, MAAR HET IS NIET AAN ONS DE LIST TE BEDEN-KEN WAARMEE HET DIER IN ZIJN DRAAGBARE KOOI TERUGGELOKT ZOU KUNNEN WORDEN.

Osip MandelstaM, ‘Het einde van de rOMan’ giciteerd in ‘HHHH’ van laurent Binet

Op 9 januari startte lise Vandecruys als nieuwe deeltijdse stafmedewerkster op het VVBAD-secretariaat.Lise studeerde in 2015 af als Master geschiedenis (optie Nieuwste Tijd) aan de KULeuven en behaalde haar Bachelor in het middelbaar onderwijs in 2012. In 2016 combineerde ze verschillende inte-rims in het middelbaar onderwijs met een coördinerende functie bij het straat-

kunstenfestival Trezart. Daar ondersteunde ze verschillende vrij-willigersploegen en werkte ze mee aan het logistieke en artis-tieke luik van het festival.Voor de VVBAD zal Lise de sectie Hogeschoolbibliotheken, de sectie Wetenschappelijke en Documentaire Informatie en de Sectie Openbare Bibliotheken (inclusief de vakgroepen Jeugdbibliothecarissen en Muziekbibliothecarissen) opvolgen. Ook het logistieke onderdeel van Informatie aan Zee valt onder haar vleugels. Je kunt haar bereiken op het VVBAD-secretariaat (niet op woensdag).

Op 5 december 2016 verliet archivaris lien Ceûppens het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB) om bij het Gentse stadsarchief als informatiebeheerder aan de slag te gaan. De stad Gent fusioneerde met het Gentse OCMW en besloot volop in te zetten op digitaal werken. Bovendien staat een grote verhuisoperatie voor de deur. Als informatiebeheerder versterkt

Lien het team van het Gentse stadsarchief om de stadsdiensten enerzijds te helpen hun semi-dynamisch en statisch archief te beheren en anderzijds het digitaal werken te promoten.

Sinds 1 januari 2017 is Tom Willaert aan de slag als Procesverantwoordelijke Digital Scholarship in the Humanities bij Artes (KU Leuven). Tom studeerde Westerse literatuur aan de KU Leuven, waar hij in mei 2016 promoveerde op een proefschrift over de receptie van de fonograaf en de grammofoon in de Nederlandstalige literatuur. Nadien werkte hij als onderzoeksassistent aan

de Faculteit Letteren. Tom publiceerde al verschillende stukken over de relatie tussen bibliotheken en Digital Scholarship en over alternatieve elektronische publicatievormen. Hij was ook redac-tiesecretaris bij het open-accesstijdschrift Image [&] Narrative. Bij Artes is Tom het eerste aanspreekpunt voor mensweten-schappers die werken met digitale data.

PerSonalia

46 | META 2017 | 1

Page 49: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

JoriS colla

Joris Colla is verbonden aan KADOC-KU Leuven. Als archiefconsulent ondersteunt hij onder meer parochies en kerkfabrieken bij het beheer van hun documentair erfgoed. Ook werkt hij mee aan de ODIS-databank. In zijn vrije tijd leest hij veel. Verder is hij vaak terug te vinden op een tentoonstelling, in de opera of op een quiz en houdt hij van een stevige wandeling.

Welk boek ligt er nu op je nachtkastje? De laatste maan-den heb ik vooral historische non-fictie gelezen. Ik heb net Duister Europa van Robert Kaplan uit . De Nederlandse titel is wat ongelukkig gekozen, want het boek (eigenlijk een reisverhaal) gaat

over de geschiedenis van Roemenië en over de actuele politieke situatie in de regio. Een boeiende kennismaking met een voor mij vrij onbekend land. Daarna wilde ik de blik even op Centraal- en Oost-Europa gericht houden, met Danubia van Simon Winder, dat mij al een paar keer aangeraden werd. Maar toen ik ervoor langsliep in de boekhandel, trok het pas verschenen The History of Modern France van Jonathan Fenby mijn aandacht. En zo komt het dat ik dat boek nu aan het lezen ben. Een bekender verhaal, maar daarom niet minder interessant.

Welk boek mag er altijd in je nachtkastje blijven liggen en waarom? Een boek herlezen is niet echt aan mij besteed. Die tijd besteed ik liever aan iets nieuws. Maar één boek ligt wel erg vaak

op mijn bureau: Elseviers groot opera-boek van Leo Riemens. Een ‘klassieker’ uit 1959, waarin de inhoud van tal van opera’s uitgebreid beschreven wordt, in een iet-wat archaïsche taal. Niet echt geschikt om van a tot z te verslinden, maar ideaal om het geheugen even op te frissen alvorens naar een voorstelling te trekken.

Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten?Er ligt altijd wel een stapeltje boeken op mij te wachten. De verleiding om boeken te kopen en de tijd om ze te lezen zijn jammer genoeg vaak omgekeerd evenre-dig. Onder meer Het gestolde land. Een economische geschiedenis van België en Kerkfabrieken in Vlaanderen. Een erfe-nis van Napoleon voor de toekomst, beroepsmatig een ‘must-read’, staan hoog op mijn agenda. Daarnaast zou ik de komende maanden graag enkele romans lezen, zoals Wil van Jeroen Olyslaegers (aangetrokken door het lezen van enkele recensies) of HhhH van Laurent Binet (mij warm aanbe-volen door een col-lega).

In welk boek ben je begonnen maar onmiddellijk gestopt?Ik kan mij niet direct een voorbeeld voor de geest halen. Wat nu en dan wel gebeurt, is dat ik begin aan een boek, maar het na een tijdje aan de kant leg om aan een andere titel — die mij toch ook wel heel interessant lijkt — te begin-nen. Natuurlijk niet echt efficiënt, want als ik dan uiteindelijk verder wil lezen in het eerste boek, is het niet altijd eenvoudig om de draad ergens halfweg weer op te nemen. Soms zit er weinig anders op dan weer te beginnen bij het begin.

Wat zijn je leesgewoontes? Lezen gebeurt bij mij vooral ’s avonds thuis en op de trein. De ene keer is de trein mijn rijdend kantoor, de andere keer de ideale plaats om muziek te beluiste-ren of te lezen. Naast boeken lees ik ook veel kranten en tijdschriften. En dat toch het liefst op papier. Zeker bij het lezen van non-fictie heb ik wel graag compu-ter of smartphone bij de hand, om af en toe wat achtergrondinformatie op te zoe-ken, een vermelde locatie te bekijken via Streetview bijv. Al mag ik natuurlijk niet overdrijven met die ‘uitstapjes’, want dan schiet het lezen niet op en groeit mijn sta-pel ongelezen boeken te fel aan.

META 2017 | 1 | 47

“ De verleiding om boeken te kopen en de tijd om ze te lezen zijn jammer genoeg vaak omgekeerd evenredig”

Joris Colla:

zogelezen

Page 50: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

> Zie ook p. 6

Het wapenschild van Kardinaal d’Alsace vóór restauratie.Foto: L. Watteeuw.

48 | META 2017 | 1

uitzicht

Page 51: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

VOGINIP-lezing 2017

BRAVENEWSEARCHWORLD

Staat in het teken van:

http://vogin-ip-lezing.net

SEARCH

web search & enterprise search

social search & business search

semantic search & systematic search

goed zoeken & slecht zoeken

deep web & dark web

bloggen & vloggen

taxonomieën & metadata

irc & nntp

altmetrics & infopolitics

effi ciëntie & evidentie

signposting & memento

webarchieven & mailarchieven

factchecking & factfi nding

sharepoint & google

analyseren & classifi ceren

9 maart

OBA in

Amsterdam

22_ADV_VOGIN.indd 22 28-11-2016 14:53

Page 52: Van DE tEkEntafEl naar HEt COMPutErSCHErM ......Openbare Bibliotheken vertegenwoordigd zal zijn, zes bibliotheken (een per provincie en een uit het hoofdstede-lijk gewest Brussel)

Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.

V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning.

Met V-eyeQ kunnen bibliothekenaanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiverenen op elk moment instant-inzicht krijgenin hoe de collectie presteert.

Contact:[email protected]