Sectorinstituut Openbare Bibliotheken Meerjarenplan 2013-2016openbare bibliotheken vormen daarmee de...

41
1 Sectorinstituut Openbare Bibliotheken Meerjarenplan 2013-2016 Datum: 16 juli 2012 Versie: 1.0

Transcript of Sectorinstituut Openbare Bibliotheken Meerjarenplan 2013-2016openbare bibliotheken vormen daarmee de...

1

Sectorinstituut Openbare Bibliotheken

Meerjarenplan 2013-2016

Datum: 16 juli 2012 Versie: 1.0

2

Inhoud1. Inleiding ......................................................................................................................................4

1.1 Achtergrond ........................................................................................................................4 1.2 Doel document ....................................................................................................................4 1.3 Leeswijzer............................................................................................................................4

2. Omgevingsanalyse en huidige situatie .........................................................................................5

2.1 Omgevingsanalyse ...............................................................................................................5 2.1.1 Over de sector .............................................................................................................5

2.1.2 Bestuurlijke inrichting en stakeholders binnen de sector ..............................................6

2.1.3 Ontwikkelingen in de sector .........................................................................................8

2.2 Huidige situatie SIOB en bereikte resultaten ...................................................................... 11 2.3 Conclusies omgevingsanalyse en huidige situatie ............................................................... 14

3. Missie, visie en strategie ........................................................................................................... 15

3.1 Missie ................................................................................................................................ 15 3.2 Visie .................................................................................................................................. 15 3.3 Strategie ............................................................................................................................ 15

3.3.1 Strategie: rollen ......................................................................................................... 16

3.3.2 Strategie: werkwijze................................................................................................... 16

4. Doelen en resultaten ................................................................................................................. 17

4.1 Doelen en resultaten Landelijk regisseur............................................................................ 17 4.1.1 Samenhang en efficiëntie inrichting van het bestel .................................................... 17

4.1.2 Hernieuwde visie op de bibliotheek in 2016 ............................................................... 18

4.1.3 Innovatie in de sector ................................................................................................ 20

4.1.4 De digitale bibliotheek ............................................................................................... 20

4.1.5 Een samenhangend collectiebeleid Nederland ........................................................... 22

4.2 Doelen en resultaten Facilitator ......................................................................................... 23 4.2.1 Groter bereik, meer rendement voorzieningen speciale doelgroepen ........................ 23

4.2.2 Vergroten taal- en mediavaardigheden ...................................................................... 26

4.2.3 Bevorderen mediawijsheid......................................................................................... 27

4.3 Doelen en resultaten Adviseur ........................................................................................... 29 4.3.1 Gezaghebbende positie, gevraagd en ongevraagd advies ........................................... 29

4.4 Doelen en resultaten Expert .............................................................................................. 29 4.4.1 Onderzoek aan de basis, samenhangende kennisbasis ............................................... 29

4.4.2 Efficiënte bundeling van gegevens, optimaal benutten .............................................. 31

4.5 Doelen en resultaten Kennisdeler ...................................................................................... 31 4.5.1 Van decentrale kennis en vraagstukken, naar landelijk benutten van kennis en oplossingen ............................................................................................................................... 31

4.6 Doelen en resultaten Kwaliteitsbewaker ............................................................................ 32

3

4.6.1 Toekomstvaste normen ............................................................................................. 32

4.6.2 Bijdragen aan specifieke kwaliteitsaspecten ............................................................... 32

4.6.3 Toekomstvaste opleidingsstructuur ........................................................................... 33

5. Communicatie en Marketing ..................................................................................................... 34

6. Organisatie en partners ............................................................................................................. 36

6.1 Organisatie ........................................................................................................................ 36 6.2 Partners............................................................................................................................. 37

7. Financiën .................................................................................................................................. 38

7.1 Baten op basis van OCW/BIS subsidie (totaal € € 14.440.000) ........................................... 38 7.2 Lasten op basis van OCW/BIS subsidie (totaal € 14.440.000) .............................................. 38

7.2.1 Beheerslasten personeel (€ 422.000) ................................................................................ 39

7.2.2 Beheerslasten materieel (€ 415.436) ................................................................................ 39

7.2.3 Activiteitenlasten personeel (totaal € 999.788) ................................................................. 39

7.2.4 Activiteitenlasten materieel (totaal € 12.602.776) ........................................................... 39

7.3 Andere inkomsten van het SIOB ............................................................................................. 40

4

1. Inleiding Voor u ligt het meerjarenplan SIOB 2013-2016.

1.1 Achtergrond In 2010 is het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) ontstaan na een splitsing van de ‘oude’ Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) in een sectorinstituut en een brancheorganisatie (de huidige VOB). In de tussenliggende periode is er veel gebeurd; SIOB heeft haar positie opgebouwd als sectorinstituut en haar regierol ingevuld om te komen tot een sterker stelsel dat veel meer samenhang kent. Tegelijkertijd gebeurt er ook veel in de omgeving van de bibliotheken, veranderingen die een grote impact hebben op de individuele bibliotheken maar ook op de sector als geheel.

Een belangrijk voorbeeld is het ontstaan van één digitale bibliotheek. De fysieke- en digitale bibliotheek hebben invloed op elkaar, de klant verwacht integratie van fysieke en digitale kanalen. Dit betekent dat het ontstaan van de digitale bibliotheek er ook voor zorgt dat de inrichting en werkwijze binnen de fysieke bibliotheek opnieuw bekeken moet worden

De bezuinigingen vormen een andere belangrijke ontwikkeling. De noodzaak van de overheid om fors te bezuinigen heeft een grote impact op de bibliotheken. De bibliotheken zijn voor het grootste deel afhankelijk van gemeenten voor de bekostiging. Gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden en taken van het Rijk terwijl er toch bezuinigd moet worden. Het is belangrijk om te monitoren wat de invloed is op de bibliotheken (aantallen) en de kwaliteit van de dienstverlening, maar ook welke nieuwe (creatieve) keuzes gemaakt kunnen en moeten worden binnen het bestel.

Deze – en andere – ontwikkelingen vragen in toenemende mate om samenwerking en regie. Om haar rol in de toekomst goed te vervullen heeft SIOB daarom een nieuw meerjarenplan opgesteld voor de periode 2013-2016.

Op basis van dit meerjarenplan is een aanvraag voor subsidiëring opgesteld die OCW ter advisering voorlegt aan de Raad voor Cultuur.

1.2 Doel document Doel van dit document is: - Inzicht bieden in de meerjarenstrategie en bijbehorende doelen en resultaten van het SIOB. - Handvatten genereren voor de verdere uitwerking van de meerjarenstrategie in concrete jaar- en

projectplannen in de periode 2013-2016.

1.3 Leeswijzer Het plan is als volgt ingedeeld: - Omgevingsanalyse en huidige situatie (hoofdstuk 2) - Missie, visie en strategie (hoofdstuk 3) - Doelen en resultaten (hoofdstuk 4) - Communicatie (hoofdstuk 5) - Organisatie en partners (hoofdstuk 6) - Financiën (hoofdstuk 7)

5

2. Omgevingsanalyse en huidige situatie In dit hoofdstuk is een analyse van de omgeving van SIOB opgenomen (2.1). Vervolgens is aandacht voor de huidige situatie (2.2) om daarna conclusies te trekken op basis van de analyse en huidige situatie (2.3). Deze conclusies vormen de basis voor de missie, visie en strategie die in hoofdstuk 3 zijn uitgewerkt.

2.1 Omgevingsanalyse De analyse van de omgeving is als volgt opgebouwd: over de sector (2.1.1), bestuurlijke inrichting en stakeholders (2.1.2) en ontwikkelingen in de sector (2.1.3).

2.1.1 Over de sector Het stelsel van openbare bibliotheken in Nederland bestaat uit circa 160 basisbibliotheken1 die samen ongeveer 900 vestigingen2 en een aantal servicepunten en bibliobushaltes verzorgen. In de periode 2006-2010 is het aantal servicepunten aanzienlijk gestegen tot 553. Daardoor is het aantal fysieke locaties van de bibliotheek toegenomen3. Er is veel diversiteit in verschijningsvormen van bibliotheken zoals flagshipbibliotheken -door SIOB ook wel aangeduid als culturele magneten – waarmee SIOB doelt op bibliotheken die in hun (hoofd)vestiging ruimte creëren voor een breed cultureel en/of maatschappelijk aanbod, in een uitdagende omgeving die inspireert en waar beleving belangrijk is. Maar daarnaast zie je ook verschijningsvormen zoals nevenvestigingen, servicepunten en embedded diensten (bijvoorbeeld in de school of in een verzorgingshuis). Openbare bibliotheken hebben gezamenlijk 4 miljoen leden, iets meer dan de helft daarvan zijn jeugdleden4. Er zijn ruim 100 miljoen uitleningen per jaar, waarvan 93,4 miljoen boeken en 6,5 miljoen AV-materiaal is.5 De openbare bibliotheken vormen daarmee de grootste culturele sector. Daarnaast bezoeken veel mensen bibliotheken bijvoorbeeld om te studeren of een lezing bij te wonen. In 2010 werden er ca. 74,0 miljoen bezoeken geregistreerd. Tot de jaren ’90 - 2000 concentreerde de dienstverlening van de bibliotheken zich vrijwel geheel rondom de vestigingen. Om gebruik te maken van de bibliotheek moesten leners, lezers, schoolklassen en andere gebruikers naar de bibliotheekvestiging toe. Nog steeds verloopt de uitleen van printmaterialen via de vestiging. Gaandeweg kregen gebruikers meer mogelijkheden om te communiceren met de bibliotheek: eerst de telefoon (aanvankelijk alleen voor informatie, later ook om boeken te verlengen), en daarna volgden e-mail en de website (aanvankelijk als digitale folder, later werden er diensten aan toegevoegd). Bibliotheken gaan vanaf het eind van de vorige eeuw steeds meer digitale diensten aanbieden, zoals het raadplegen van de catalogus en de mogelijkheid om te verlengen, of lid te worden, te betalen, of advies te geven via een digitale verbinding. Daarnaast is er een begin gemaakt met het leveren van mobiele diensten via smartphone en tablet. Vooralsnog is het grootste deel van deze kanalen nog gericht op de logistiek van print content. Eind jaren ‘90 deed voor de bibliotheek, die behalve print ook digitale media aanbiedt, de term hybride bibliotheek zijn intrede. Die term drukt dus het duale karakter van de bibliotheek uit. Ook legt het de

1 http://www.siob.nl/bibliotheekmonitor/trends-bibliotheken/organisaties-en-vestigingen/aantal-bibliotheekorganisaties/item23 2 http://www.siob.nl/bibliotheekmonitor/trends-bibliotheken/organisaties-en-vestigingen/spreiding-bibliotheken-over-het-land/item28 3 http://www.siob.nl/bibliotheekmonitor/trends-bibliotheken/organisaties-en-vestigingen/spreiding-bibliotheken-over-het-land/item28 4 http://www.siob.nl/bibliotheekmonitor/trends-bibliotheken/leden-en-niet-leden/lidmaatschap-van-bibliotheken/item40 5 http://www.siob.nl/bibliotheekmonitor/trends-bibliotheken/gebruik-en-bezoek/uitleningen-boeken-volwassenen-test/item47

6

doorgaande ontwikkeling ervan uit: “The name hybrid library is intended to reflect the transitional state of the library”.6

2.1.2 Bestuurlijke inrichting en stakeholders binnen de sector Er is binnen de sector sprake van vele spelers die op verschillende niveaus opereren (landelijk, regionaal en lokaal). De praktijk laat zien dat er een groot risico op versnippering binnen de sector ontstaat. Dit wordt ook onderkend en de afgelopen jaren is er meer samenhang aangebracht in de aansturing van- en uitvoering binnen de sector. Echter dit is nog niet voldoende om de slagkracht te organiseren om de zo noodzakelijke innovatie binnen de sector op korte termijn én in samenhang vorm te geven. Onderstaand wordt eerst ingegaan op de bestuurlijke inrichting, vervolgens wordt de situatie op landelijk en regionaal niveau beschreven en tenslotte wordt kort ingegaan op de lokale situatie. Bestuurlijke inrichting van de sector De openbare bibliotheken functioneren in een decentraal bestel. In de Wet op het specifiek cultuurbeleid is vastgelegd dat drie overheidslagen – Rijk, provincies en gemeenten – gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het bibliotheekstelsel. Omdat de bepalingen in deze wet nog maar in beperkte mate van toepassing zijn op de huidige situatie, waarbij bibliotheken een fysieke én een digitale component hebben, is in de Bibliotheekcharter 2010 – 2012 een actuele invulling aan deze bepalingen gegeven. De charter is afgesloten door het ministerie van OCW, het IPO en de VNG. Voor de langere termijn is aanpassing van de Wet op het specifiek cultuurbeleid nodig, dit wordt momenteel voorbereid door het ministerie van OCW (zie 2.1.3). Onderstaand de rolverdeling tussen de overheidslagen op hoofdlijnen. - Het Rijk heeft de algemene bestelverantwoordelijkheid en de daaruit voortvloeiende bestel- en

opdrachttaken. Ook is het Rijk opdrachtgever voor en bekostiger van het sectorinstituut inclusief de voorziening leesgehandicapten en varenden. Tevens is het Rijk verantwoordelijk voor het landelijk innovatieprogramma en de landelijke infrastructuur voor de digitale bibliotheek. Het voornemen is de verantwoordelijkheid voor de subsidiëring van e-content hieraan toe te voegen.

- De Provincies hebben als belangrijkste taak het vormen en laten functioneren van netwerken van lokale/regionale bibliotheken. Onderdeel daarvan is het uitvoeren van het interbibliothecair leenverkeer. Via het interbibliothecair leenverkeer kunnen bibliotheekleden gebruik maken van de collecties van andere bibliotheken in of buiten de eigen provincie. Ze ondersteunen de implementatie van landelijk overeengekomen innovaties. De ondersteunende taken worden uitgevoerd door provinciale serviceorganisaties (PSO’s).

- De Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale/regionale basisbibliotheken (bekostiging, niveau van dienstverlening op lokaal niveau), de lokale netwerken en de aansluiting daarvan op provinciale en landelijke netwerken. Ze ondersteunen de implementatie van landelijk overeengekomen innovaties.

Stakeholders op landelijk niveau Naast de verschillende overheden is op landelijk niveau een aantal organisaties actief. Onderstaand worden deze beschreven daarbij worden de organisaties die door hen worden aangestuurd tevens meegenomen. Sectorinstituut Openbare bibliotheken (SIOB). Het SIOB is begin 2010 ontstaan na een splitsing van de oude VOB in een sectorinstituut (SIOB) en een brancheorganisatie (huidige VOB). SIOB is de landelijke regisseur van het bibliotheekbestel en is verantwoordelijk voor de algemene strategische oriëntatie op het bestel. SIOB voert in opdracht van OCW de bestel- en opdrachttaken uit:

6 Rusbridge, C. (1998), Towards the hybrid library, D-Lib Magazine, juli-augustus. In die tijd en in dit artikel had het onderscheid digitaal – fysiek, en dus ook de term ‘hybride bibliotheek’, vooral betrekking op de content, met name in een onderzoeksomgeving, en veel minder op de dienstverlening, advies en begeleiding van de openbare bibliotheek.

7

- Besteltaken: afstemming en coördinatie, Informatie en reflectie, vertegenwoordiging en promotie en instandhouding van een bibliotheekvoorziening voor zowel leesgehandicapten als varenden.

- Opdrachttaak: digitale innovatie (vanaf 2012). Daarnaast heeft SIOB een belangrijke taak op het gebied van leesbevordering en mediawijsheid. Daarvoor voert zij samen met Stichting Lezen het project ‘Kunst van Lezen’ uit. Bovendien speelt SIOB binnen Mediawijzer.net (het landelijke Expertisecentrum op het gebied van mediawijsheid) als één van de kernpartners een actieve rol op het gebied van mediawijsheid. Conform haar visie: “Burgers hebben via verschillende kanalen die de bibliotheek aanbiedt toegang tot een pluriform en betrouwbaar aanbod van informatie in alle vormen en de bibliotheek ondersteunt hen bij het verwerven van mediavaardigheden om met deze informatie om te gaan” geeft SIOB aandacht aan de toegankelijkheid van de bibliotheekdiensten voor laagopgeleide en minder taalvaardige burgers. SIOB is de opdrachtgever van een aantal organisaties die een deel van de bestel/opdrachttaken voor en met haar uitvoert. Het gaat om de volgende organisaties. - Stichting Loket Aangepast Lezen verzorgt het landelijke Loket van de openbare bibliotheekbranche voor

mensen met een visuele beperking of een andere leeshandicap. Het Loket aangepast-lezen is bestemd en toegankelijk voor alle mensen met een leeshandicap, die geen gebruik kunnen of willen maken van de plaatselijke openbare bibliotheekvoorziening. Anderzijds functioneert het Loket als de centrale backoffice van openbare bibliotheken die hun dienstverlening willen verbreden naar de doelgroep van mensen met een visuele handicap of leesbeperking.

- Dedicon en Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB). In opdracht van het SIOB produceren Dedicon en CBB jaarlijks 1.500 gesproken boeken, 700 brailleboeken en 3.700 gesproken edities van kranten en tijdschriften die worden uitgeleend via het Loket aangepast-lezen. Het CBB produceert boeken in gesproken vorm en tijdschriften in braille en grootletter die eveneens via het Loket Aangepast Lezen worden uitgeleend. Er is sprake van 1.000.000 uitleningen en 300.000 kranten en tijdschriften per jaar.

- Stichting Bibliotheek.nl heeft binnen de opdrachttaak Digitale innovatie van SIOB de taak om de digitale bibliotheek in stand houden en verder te ontwikkelen. Dit doet zij door:

o een gezamenlijke portal om de zichtbaarheid van de openbare bibliotheek op internet te vergroten

o een gemeenschappelijke informatie-infrastructuur waar alle bibliotheken op kunnen aansluiten. o de ontwikkeling en implementatie van digitale diensten.

- Stichting Certificering ontwikkelt en bewaakt de kwaliteitsnormen voor bibliotheken en toetst de kwaliteit van de bibliotheekorganisaties aan deze normen.

Vereniging openbare bibliotheken (VOB). Zoals eerder aangegeven is begin 2010 een splitsing gemaakt binnen de oude VOB. De zo ontstane brancheorganisatie heet tevens VOB. De VOB is de Nederlandse brancheorganisatie van openbare bibliotheken en provinciale serviceorganisaties en behartigt de gezamenlijke belangen van de openbare bibliotheekbranche door: strategie, collectieve belangenbehartiging en lobby, marketing en promotie, werkgeverszaken en HRM en dienstverlening en brancheforum. Stakeholders op regionaal niveau Samenwerkende PSO’s Nederland (SPN) en individuele Provinciale Service Organisaties (PSO’s) Provinciale Service Organisaties (PSO) ondersteunen basisbibliotheken bij het uitvoeren van de directe dienstverlening. Daarnaast is de PSO opdrachtnemer van het provinciale bibliotheekbeleid. Momenteel verzorgen elf provinciale serviceorganisaties (PSO’s) de ondersteuning van de bibliotheken met infrastructuur, producten & diensten, transport & logistiek en innovatie.

8

In 2010 hebben de PSO’s gezamenlijk de Stichting Samenwerkende PSO’s Nederland (SPN)opgericht. Doelstellingen van de stichting zijn: het vormgeven van bibliotheekinnovatie en het ontwikkelen van diensten en producten. Er is een grote mate van variatie in het aanbod van de PSO’s. Nadat de rol van de provincies nader is uitgewerkt en is geland in de nieuwe wetgeving zal een basispakket voor de PSO’s kunnen worden vastgesteld. In elk geval is door OCW aangegeven dat de provincie géén taken meer op het vlak van digitale bibliotheken zal uitvoeren aangezien er sprake zal zijn van één landelijke digitale bibliotheek en dit geen ruimte laat voor regionale initiatieven op dit vlak. Stakeholders: bibliotheken - Lokale openbare bibliotheken: Lokale openbare bibliotheken bieden als zelfstandige organisatie een

bibliotheekvoorziening aan. Financiering vindt hoofdzakelijk plaats door de gemeenten. - Koninklijke Bibliotheek (KB): De KB is de nationale bibliotheek van Nederland. De KB is het depot van

Nederlandse gedrukte en digitale publicaties en Nederlandse Bibliografie en richt zich op het behoud, beheer, documentatie en beschikbaarstelling van nationaal cultureel erfgoed. Zij richt zich tevens op de bevordering van samenwerking tussen bibliotheken en het zijn van expertisecentrum op het terrein van digitalisering, digitale archivering en conservering. Tot slot richt de KB zich op onderzoek naar en ontwikkeling van wetenschappelijke informatievoorziening en is internationaal aanspreekpunt van bibliotheken.

- Universiteitsbibliotheken; aan elke universiteit of ander hoger opleidingsinstituut is een wetenschappelijke bibliotheek met specialistische vakliteratuur verbonden

- Europeana is een uitgebreide Europese multimedia online-bibliotheek. Deze geeft vrij toegang tot een collectie van miljoenen digitaal beschikbare teksten en afbeeldingen van voorwerpen uit collecties van Europese musea en galerieën, bibliotheken, archieven en multimediacollecties. Europeana wordt gehost door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

2.1.3 Ontwikkelingen in de sector Er is een aantal ontwikkelingen in de sector met een grote impact op de positie van de openbare bibliotheken. Als gevolg daarvan zijn zij van invloed op de wijze van de inrichting van het stelsel. Deze ontwikkelingen beïnvloeden elkaar, waardoor innovaties en oplossingen in samenhang ontwikkeld en geïmplementeerd moeten worden. Niet alleen in samenhang binnen de sector van openbare bibliotheken maar met de bibliotheeksector als geheel. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen.

Informatiemaatschappij – digitale innovatie ICT en internet hebben een enorme impact op de beschikbaarheid van informatie en de wijze waarop informatie beschikbaar kan worden gesteld. TNO verwacht dat 40% van de Nederlanders in 2016 beschikt over een e-reader of tablet7. Klanten van de bibliotheek verwachten dat de bibliotheek aansluit op deze ontwikkelingen en digitale dienstverlening biedt onafhankelijk van tijd en plaats én digitale content en meer gepersonaliseerde informatie levert. Daarnaast biedt ICT kansen voor de sector om de bedrijfsvoering efficiënter in te richten, door bijvoorbeeld uniforme systemen, standaardisatie en registraties te bewerkstelligen.

Het effect van de digitale ontwikkelingen is dat bibliotheken in toenemende mate een digitale en fysieke component kennen. De sector streeft naar een pluriform aanbod van en gemakkelijke toegang tot digitale en niet-digitale bronnen. De rol van de digitale bibliotheek wordt steeds groter, maar deze kent een andere structuur dan de fysieke bibliotheek.8 Dit betekent dat het ontstaan van de digitale bibliotheek er ook voor

7 eBooks via de bibliotheek, TNO in opdracht van stichting bibliotheek.nl, 28 april 2010 8 Staatssecretaris van OCW, brief Tweede Kamer Actualisering bibliotheekwetgeving, 7 december 2011

9

zorgt dat de inrichting en werkwijze binnen de fysieke bibliotheek opnieuw bekeken moet worden. De klant verwacht nu eenmaal een integraal aanbod waarin fysieke en digitale media samen één collectie vormen. De digitale bibliotheek wordt gezien als verreweg als belangrijkste innovatie in de bibliotheeksector9. OCW geeft aan dat de fysieke bibliotheek een lokale verantwoordelijkheid is en de digitale bibliotheek een landelijke verantwoordelijkheid. Daarom is de opdrachttaak Digitale innovatie neergelegd bij het SIOB. De website Bibliotheek.nl is de digitale portal van de openbare bibliotheken in Nederland. In 2012 moeten alle openbare bibliotheken aangesloten worden op de door de stichting Bibliotheek.nl ontwikkelde infrastructuur. OCW is verantwoordelijk voor de bekostiging van de landelijke digitale infrastructuur. Naast de infrastructuur voor de openbare bibliotheken en de aansluiting van de openbare bibliotheken daarop, is het de opgave om te komen tot één nationale digitale bibliotheek. Dit gaat verder dan alleen de openbare bibliotheken, in elk geval wordt samengewerkt met de Koninklijke Bibliotheek en de DBNL. Daarnaast moet deze digitale bibliotheek aansluiten op Europeana10. De digitalisering heeft ook impact op de modellen met betrekking tot content. De inkoop van digitale content komt als lokale taak te vervallen omdat het landelijk efficiënter is te organiseren. Het Rijk zal de inkoop van digitale content bekostigen door middel van een uitname uit het Gemeentefonds. Via nieuwe wetgeving, die momenteel in voorbereiding is, wordt dit formeel geregeld. Naast beleid t.a.v. inkoop-, contract- en licentiemodellen zullen ook collectiebeleid en – management opnieuw gedefinieerd moeten worden. Bezuinigingen Er zijn structurele bezuinigingen in de bibliotheeksector: zowel lokaal als landelijk. De noodzaak van de overheid om fors te bezuinigen heeft een grote impact op de bibliotheken. Hun inkomsten zijn voor een zeer groot deel afkomstig van de gemeenten.11

Sinds 2009 wordt jaarlijks – in opdracht van SIOB - in kaart gebracht hoe de gemeentelijke bezuinigingen bij bibliotheken zich ontwikkelen en welke effecten dit heeft op de bibliotheeksector. In juni 2012 is een tussenbalans opgeleverd. 12. Hieruit blijkt dat in 2010 en/of 2011 ongeveer de helft van alle bibliotheken feitelijk heeft moeten bezuinigen. 20% van de bibliotheken kreeg van de meeste of alle gemeenten in het verzorgingsgebied een bezuiniging opgelegd. 33% van enkele gemeenten. De bezuinigingen hebben in de afgelopen jaren geleid tot: - het terugbrengen van de personeelsomvang in de front-office (35% van de bibliotheken) en de back-office

(19% van de bibliotheken). - het verminderen van de omvang van de collectie (26% van de bibliotheken). - minder ruime openingsuren (23% van de bibliotheken). - terugbrengen van het aantal vestigingen (8% van de bibliotheken). - het verhogen van de tarieven (bijna een kwart van de bibliotheken).

Naast de decentrale bezuinigingen zijn er ook bezuinigingen op landelijke organisaties en programma’s. Zo wordt het budget voor SIOB met 50% gekort in 2013 (van 6,4 miljoen naar 3,2 miljoen). Ook is er een generieke korting op het budget lectuurvoorziening leesgehandicapten en zeevarenden doorgevoerd (2,2% in 2012 en ca. 5% in 2013).

9 Staatssecretaris van OCW, brief Tweede Kamer Actualisering bibliotheekwetgeving, 7 december 2011 10 Staatssecretaris van OCW, brief Tweede Kamer Actualisering bibliotheekwetgeving, 7 december 2011 11 http://www.siob.nl/bibliotheekmonitor/trends-bibliotheken/organisaties-en-vestigingen/bezuinigingen/item33 12 Kasperkovitz beleidsonderzoek en advies in opdracht van SIOB, Tussenbalans: de bibliotheeksector in 2012 Gemeentelijke bezuinigingen in de periode 2010-2014: effecten en vooruitblik, Amersfoort juni 2012.

10

Binnen de gehele cultuursector worden bezuinigingen doorgevoerd; de bibliotheeksector vormt daar geen uitzondering op. Echter omdat het zwaartepunt van de bekostiging voor bibliotheken vanuit de budgetten van gemeenten komt, is het van belang dat de ontwikkelingen en de impact op de kwaliteit van de dienstverlening van de bibliotheken goed gemonitord worden zodat signalen over erosie van het bestel tijdig worden ontvangen. Maar er moet vooral richting gegeven worden aan creatieve oplossingen voor de bezuinigingen en het is van belang om bibliotheken te ondersteunen bij de verschillende scenario’s en keuzes die voorhanden zijn hoe om te gaan met deze realiteit.

Organisatie van de sector De bibliotheeksector is (nu) sterk decentraal georganiseerd. Dit heeft als voordeel dat de bibliotheek zich kan richten op de specifieke behoeften van de klanten in haar gebied en goed kan aansluiten op behoeften binnen een gemeente. Keerzijde is dat het ontwikkelen van diensten en concepten ook vaak lokaal plaatsvindt en er een versnipperd aanbod ontstaat dat steeds opnieuw moet worden gefinancierd (het wiel opnieuw uitvinden). Dit in een periode waarin bibliotheken worden geconfronteerd met bezuinigingen en veranderingen in de sector die te veelomvattend zijn om lokaal op te lossen. We zien een ontwikkeling waarin steeds meer geaccepteerd wordt dat landelijke regie op een aantal onderwerpen noodzakelijk is. Dit vergt echter nog veel inzet en een efficiëntere inrichting van de uitvoering van landelijk beleid.

Aanpassing wetgeving – herinrichting bestuurlijke verantwoordelijkheden De bibliotheekbepalingen in de Wet op het specifiek cultuurbeleid (Wsc) zijn verouderd en bieden geen goede basis meer voor de huidige praktijk van het bibliotheekwerk en voor de digitale ontwikkelingen in de bibliotheeksector. De staatssecretaris van OCW heeft daarom een actualisering van het wettelijke kader voor de openbare bibliotheken aangekondigd. Deze actualisering richt zich op de opname van het digitale domein, het (her)definiëren van de maatschappelijke functie van de bibliotheek en het vergroten van de samenhang en effectiviteit van het bestel. 13

De hoofdlijnen van de aanpassing zijn puntsgewijs: - De herdefiniëring van de taak van de openbare bibliotheek.

Uitgangspunten daarbij zijn dat fysiek én digitaal één collectie vormen en de fysieke bibliotheek een lokale verantwoordelijkheid is. Om de taak te kunnen herdefiniëren is overeenstemming over de maatschappelijke functie van de bibliotheek nodig. In de Tweede Kamer is hier aandacht voor gevraagd. De staatssecretaris van OCW heeft aangegeven dat hij de functies lezen, leren, informeren als de maatschappelijke functies van de bibliotheek ziet.

- Er komt één digitale bibliotheek met een centrale bekostiging voor de aankoop van e-content. Er komt één digitale bibliotheek waarin in ieder geval de Koninklijke Bibliotheek (KB), de openbare bibliotheeksector en DBNL samenwerken. Deze digitale bibliotheek sluit aan op de Europese digitale bibliotheek Europeana en houdt rekening met een taalgebied breed perspectief. Op termijn zullen ook universiteitsbibliotheken en andere partners aansluiten. De staatssecretaris beschouwt de inkoop van digitale content als een taak die uit efficiencyoverwegingen beter landelijk dan lokaal kan worden uitgevoerd. In de nieuwe wet komt de inkoop van digitale content als lokale taak te vervallen. Via een groeipad wordt een daarmee samenhangend bedrag uit het gemeentefonds genomen en op centraal niveau aan de bibliotheekbranche ter beschikking gesteld. Op landelijk niveau komt daarmee een toereikend budget voor digitale content beschikbaar. De bibliotheeksector kan met dit budget in collectief verband ten gunste van alle bibliotheken content inkopen. De openbare bibliotheeksector en de KB werken daarbij samen.

- Opnieuw vaststellen van de rol- en taakverdeling van de verschillende bestuurslagen (Rijk, provincie en gemeente).

13 Staatssecretaris van OCW, brief Tweede Kamer Actualisering bibliotheekwetgeving, 7 december 2011

11

Op basis van de Wsc dragen drie overheden gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het bibliotheekstelsel. De Raad van Cultuur heeft al eerder aangegeven dat dit teveel bestuurslagen zijn (maximaal twee) en er sprake is van bestuurlijke drukte. In de praktijk is de inhoud van de gemeentelijke- en van de rijkstaken het meest duidelijk. Over de taken van de provincie bestaat discussie. Naast de wettelijke taken hebben de provincies en PSO’s een belangrijke rol gespeeld in het proces van bibliotheekvernieuwing met een schakelfunctie voor de PSO’s tussen het landelijke en regionale niveau. Met de afronding van die activiteiten in 2012 en het niet meer vanzelfsprekend zijn van deze laag in het digitale domein adviseert de Raad voor Cultuur om het provinciale niveau te schrappen. Met het geheel laten vervallen van de provinciale ondersteuning ontstaan echter lacunes, bijvoorbeeld in het interbibliothecair leenverkeer. De staatssecretaris is daarom voornemens om de rol van de provinciale organisaties te beperken tot het fysieke domein en hiervoor een basispakket aan ondersteuning te definiëren. Van belang is dat er duidelijkheid komt over de uitvoerende taken van de PSO’s voor de bibliotheken. Ondanks dat de samenwerking met de PSO’s goed is, blijft het zo dat verschillende organisaties (namelijk 11) zich bezighouden met uitvoering binnen het bestel. Als het gaat om landelijk beleid en het effectiever en efficiënter werken, zal deze uitvoering eenduidiger moeten worden aangepakt en is een zeker mate van regie op deze uitvoering noodzakelijk. Daarnaast roept de digitalisering vragen op rond lidmaatschap en contributie. De vraag is of het lidmaatschap van de openbare bibliotheek altijd zowel de onderdelen fysiek als digitaal omvat of dat ook andere combinaties mogelijk worden. In de verdere uitwerking van het wetgevingstraject komt dit aan de orde.

2.2 Huidige situatie SIOB en bereikte resultaten Sinds 1 januari 2010 is SIOB in de nieuwe constellatie gestart. Het SIOB werkt in zeven programma’s: - Vertegenwoordiging en samenhang. In dit programma vinden regisserende activiteiten plaats op het

terrein van beleids- en visievorming op (onderdelen van) het bibliotheekstelsel. Tevens vind vertegenwoordiging van de sector vanuit de rol van SIOB plaats in (inter)nationale gremia zodat aansluiting kan worden gezocht bij de internationale standaarden voor bibliotheken.

- Onderzoek en kennisdeling. Dit programma heeft tot doel de kennis over de sector te bevorderen en de in de sector beschikbare kennis te delen. Deze kennis moet de sector ondersteunen in haar ontwikkeling en sterker maken in haar effectiviteit.

- Digitale innovatie. Dit programma richt zich op de sturing van de ontwikkeling van de digitale openbare bibliotheek, het ontstaan van de daarvoor benodigde infrastructuur en de organisatie van de vulling van de nationale bibliotheek catalogus.

- Maatschappelijke verankering (inclusief leesbevordering). Het programma richt zich op het vergroten van de maatschappelijke betekenis van bibliotheken door het voeren van regie op de leesbevorderingsprojecten, het ondersteunen, coördineren van mediawijsheidprojecten van bibliotheken en PSO’s en deelname aan het landelijk netwerk leven lang leren.

- Opleidingen. Dit programma houdt zich bezig met het inrichten van een toekomstvaste opleidingsstructuur voor opleidingen in de bibliotheeksector, die meer toegespitst is op de huidige informatiesamenleving.

- Certificering. Met dit programma wil het SIOB bereiken dat openbare bibliotheken een bepaalde kwaliteit leveren volgens normen die gezamenlijk zijn vastgesteld. Alle bibliotheken die lid zijn van de ‘nieuwe VOB’ moeten voldoen aan deze kwaliteitsnormen. Datzelfde geldt voor bibliotheken die subsidies wensen te ontvangen van gemeenten en die landelijke of provinciale steun wensen.

- Aangepast lezen/speciale doelgroepen. Het in stand houden en verder ontwikkelen van een bibliotheekvoorziening voor leesgehandicapten is een publieke taak evenals het in stand houden van een voorziening voor varenden. OCW heeft de regie over deze taken en de bijbehorende middelen bij SIOB belegd.

12

SIOB ontvangt tot 2013 per jaar een budget van ca. 18 miljoen. Hiervan is ca. 11 miljoen bestemd voor de opdrachttaak aangepast lezen. In 2013 wordt de totale subsidie ca. 14 mln in verband met de bezuiniging op de subsidie van SIOB. Daarnaast ontvangt SIOB vanaf 2012 17 miljoen voor digitale innovatie in het kader van haar opdrachttaak op dit terrein. SIOB heeft de afgelopen jaren veel stappen gezet. In een eerste periode waarin de nieuwe inrichting van het bestel zich moest bestendigen is in de zeven programma’s gewerkt aan invulling van de regietaak van SIOB met betrekking tot het bestel. Belangrijke resultaten daarin zijn in onderstaande tabel per programma weergegeven. Programma Belangrijkste resultaten Vertegenwoordiging en samenhang

• Er is een aanzet gemaakt voor de visie op de maatschappelijke betekenis van de bibliotheek.

• Er is een eerste opzet van het advies over de regie op en de ontwikkeling van het collectiebeleid.

• Er is een bijdrage geleverd aan de voorbereiding van de nieuwe wetgeving. • Er is een model voor het functioneren van het innovatienetwerk ontwikkeld. • Er is aansluiting gezocht bij SPN voor de landelijke aansturing en uitvoering van

niet-digitale diensten Onderzoek en kennisdeling

• De Bibliotheekmonitor is opgezet, uitgebreid en online beschikbaar gesteld. • Op basis van de data uit de St.Marktonderzoek Boekenvak worden extra

gegevens aan de Bibliotheekmonitor toegevoegd • Er is een bijzonder hoogleraarschap ingesteld ter bevordering van de

wetenschappelijke kennis over de sector. • Er is een onderzoek naar de mate van gemeentelijke bezuinigingen en de

effecten daarvan gedaan. • Er is een kwalitatief vooronderzoek meten maatschappelijke opbrengst

bibliotheken gedaan. • Er is een onderzoeksagenda langere termijn opgesteld. • Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd t.b.v. programma’s en projecten. • Via de Bibliotheek tweedaagse is actief kennis gedeeld en er is een eerste

kennisplatform opgesteld. Digitale innovatie incl. resultaten Stichting Bibliotheek.nl (BNL) (inclusief de periode voor overdracht opdrachttaak).

• De opdrachttaak voor de ontwikkeling van de digitale openbare bibliotheek is overgenomen van OCW. Daarvoor is een planning en control cyclus ingericht en duidelijkheid m.b.t. de rolverdeling gecreëerd.

• Er is een visie op digitale innovatie ontwikkeld als basis voor de opdrachttaak • Overleg met partners (KB, DBNL) om te komen tot één digitale bibliotheek is

gestart, voorstel is opgesteld. • Er is advies gegeven over de opschaling van de innovatietaken. • Er is een eerste innovatie-agenda opgesteld. • Er is een verkenning gedaan naar de (voorwaarden voor) het kunnen opnemen

van meerdere collecties in de NBC inclusief een kostenanalyse. • Een groot aantal CMS-en kan worden aangesloten op de White Lable Website-

infrastructuur (eenduidige uitstraling sites bibliotheken). • De eerste versie van de Widgetstore is operationeel inclusief de eerste widgets. • Voor wat betreft zoekfunctie is lokaal zoeken, geavanceerd zoeken, de

zoekresultatenlijst en doorzoekbaar maken van de website gereed. • De opslag voor webcontent is klaar en operationeel • De bètaversie van de NBC is gereed en gekoppeld aan de productieversie van de

GGC. • De self-service componenten zijn voorbereid.. • Versie 1 van het datawarehouse is ontwikkeld.

Maatschappelijke verankering

• Er is een visie op onderwijsdiensten (incl. leesbevordering, mediawijsheid, collecties op school) ontwikkeld.

13

• Er is een projectplan leidend tot een landelijk dienstaanbod Bibliotheek op school ontwikkeld inclusief een geïntegreerd aanbod.

• Het programma Kunst van lezen is in samenwerking met Stichting lezen verder ingericht en uitgevoerd. Er is o.a. een meetinstrument ‘ontwikkelen leesgedrag’ gemaakt, de effectiviteit van projecten is gemeten en er is een stijging in het aantal deelnemende scholen tot 170 en een verhoging in het aantal lidmaatschappen en uitleningen bereikt.

• De visie op mediawijsheid is aangescherpt en er is een stappenplan mediawijsheid inbedden in onderwijs ontwikkeld. Ook wordt het meetmodel uitgebreid met de module informatievaardigheden en is de landelijke dienstverlening mediawijsheid voor volwassenen voorbereid.

• Er is een onderzoek gedaan naar de aanpak van laaggeletterdheid door bibliotheken en een landelijk projectplan laaggeletterdheid ingediend en goedgekeurd door het min OCW/ directie Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie.

Opleidingen De basis voor de nieuwe opleidingsstructuur is gelegd: • Er is een onderzoeksrapport nieuwe bibliotheken, nieuwe competenties

opgesteld. • De nieuwe competentie-index is ontwikkeld • Er zijn strategische allianties aangegaan om samenwerking op gebied van

opleidingen te versterken en er is gebouwd aan de landelijke opleidingsinfrastructuur

• Projecten voor vernieuwing curriculum o.b.v. competentie-index zijn gestart. • Voor het MBO is de aansluiting op de competentie-index en verbetering

doorstroom HBO als project gestart. • Er is een verkenning voor het leiderschapsprogramma gedaan.

Certificering • Er is een kwaliteitssysteem voor de sector ontwikkeld met als sluitstuk de certificering.

• Er zijn 43 bibliotheken bezocht door een auditor met positief resultaat • Er zijn nieuwe standaarden ontwikkeld ter vergroting van de kwaliteit in de

keten. • Voor nagenoeg alle openbare bibliotheken is een afspraak voor de audit

ingepland. • Er zijn handreikingen ter voorbereiding op de audit gepubliceerd.

Aangepast Lezen • De opdrachtgeverrelatie voor het Loket aangepast lezen, CBB en Dedicon is strak ingericht.

• Er is een afspraak gemaakt met de Uitgevers (NUV) waardoor de uitlevering van gesproken boeken ook via streaming en –onder voorwaarden- ook door te downloaden mogelijk wordt.

• De gebruikersraad voor Aangepast Lezen is omgevormd tot een lezersraad. • Er is doelgroeponderzoek voorbereid evenals onderzoek naar de effecten van

de subsidie aangepast lezen. Dit onderzoek is gepubliceerd14. • Er is een actieplan opgesteld voor de vergroting van het bereik binnen de

doelgroep en een pilot is uitvoering. • Er is een pilot aanvragen gesproken boek via de openbare bibliotheek in

voorbereiding. • Er zijn jaarlijks ca. 1500 gesproken boeken vervaardigd (groei van 1379 in 2009

naar 1479 in 2011.15 • Er zijn jaarlijks ca. 700 brailleboeken (groei van 480 naar 700 gerealiseerd) en

3700 gesproken edities van kranten gemaakt. • Er worden jaarlijks 1 miljoen uitleningen van gesproken boeken gerealiseerd,

7300 van brailleboeken en 300.000 van kranten en tijdschriften.

14 Een bredere kijk op Lezen, SIOB i.s.m. Loket aangepast lezen en Dedicon, juli 2011 15 Jaarverslag aangepast Lezen 2011, SIOB, april 2012

14

2.3 Conclusies omgevingsanalyse en huidige situatie Op basis van de omgevingsanalyse en de huidige situatie kunnen de volgende conclusies worden getrokken. - Er is binnen de sector sprake van vele spelers die op verschillende niveaus opereren (landelijk, regionaal en

lokaal). De praktijk laat zien dat hierdoor een groot risico is op versnippering binnen de sector. Dit wordt ook onderkend door de sector en de afgelopen jaren is er meer samenhang aangebracht in de aansturing van- en uitvoering binnen de sector. Echter, dit is nog niet voldoende om de slagkracht te organiseren om de zo noodzakelijke innovatie binnen de sector op korte termijn én in samenhang te vergroten. De urgentie wordt steeds groter onder invloed van de ontwikkelingen binnen de sector.

- Er is een aantal ontwikkelingen in de sector met een grote impact op de positie van de openbare bibliotheken. Als gevolg daarvan zijn zij van invloed op de wijze van de inrichting van het stelsel. Deze ontwikkelingen beïnvloeden elkaar, waardoor innovaties en oplossingen in samenhang ontwikkeld en geïmplementeerd moeten worden. Niet alleen in samenhang binnen de sector van openbare bibliotheken maar met de bibliotheeksector als geheel. - De bibliotheeksector bevindt zich in een transitiefase: door de digitalisering en de structurele

bezuinigingen neemt de innovatie een vlucht en zijn slagen in efficiëntie mogelijk geworden. De afname van het aantal leden en uitgeleende boeken en de nieuwe verwachtingen waar de openbare bibliotheek aan zal moeten gaan voldoen, scheppen kansen voor versnelling in de innovatie.

- Bibliotheken kiezen met de mogelijkheden van de digitale bibliotheek in het vizier voor verschillende inhoudelijke wegen. De bezuinigingen vormen daarbij een ‘driver’ om versneld te kijken naar de mogelijkheden van de digitale bibliotheek om de nadelige effecten van de bezuinigingen te verminderen. Een landelijke basis in de digitale bibliotheek en inzicht in modellen en effecten ondersteunt bibliotheken om in de lokale situatie de meest effectieve oplossing te kiezen.

- Er is aanpassing van de wetgeving in ontwikkeling. Hiervoor is behoefte aan landelijke visies op (delen van) het bestel en worden de verantwoordelijkheden van bestuurslagen en actoren in het bestel opnieuw vastgesteld.

Binnen de sector is heel veel in beweging, dit biedt kansen maar zorgt ook voor risico’s indien de sector niet in staat is mee te bewegen in de veranderende omgeving en de uitdagingen niet gezamenlijk het hoofd kan bieden. Alle spelers binnen het stelsel moeten zich hiervoor inzetten wat vraagt om een sterke landelijke regiefunctie. Het SIOB voert deze functie uit in opdracht van OCW ten behoeve van een toekomstbestendige openbare bibliotheekfunctie. Vanaf 2010 zijn al veel resultaten bereikt op het gebied van samenhang en verbinding binnen het stelsel, digitale innovatie en efficiëntie van het openbare bibliotheekstelsel. Tevens heeft SIOB haar functie van onderzoeks- en kennisinstituut ingericht en ingevuld. Er moet de komende periode echter nog heel veel gebeuren en dit zal ook versneld tot stand moeten komen zodat de sector tijdig en adequaat inspeelt op de uitdagingen en kansen die er nu liggen.

15

3. Missie, visie en strategie In dit hoofdstuk is aandacht voor de missie (3.1), visie (3.2) en strategie(3.3) van SIOB.

3.1 Missie De missie geeft aan waar SIOB voor staat. SIOB heeft een regiefunctie in het bibliotheekbestel. Daarbij ligt het accent op die zaken die op landelijk niveau moeten worden gerealiseerd. Deze regiefunctie staat ten dienste van een sterk en toekomstbestendig bestel dat effectief en efficiënt functioneert.

De missie van SIOB is dan ook: SIOB voert de landelijke regie op het bibliotheekbestel, bevordert de samenhang, verbinding en efficiëntie binnen het openbare bibliotheekstelsel als geheel en ontwikkelt en initieert beleid en innovatie binnen de sector.

3.2 Visie De visie is datgene wat SIOB wil bereiken. De visie van SIOB is gebaseerd op de visie op de maatschappelijke functie en meerwaarde van de bibliotheek en daarmee het bestel als geheel. Vast staat dat het startpunt van de visie op de maatschappelijke functie van de openbare bibliotheek ligt in het UNESCO-manifest inzake openbare bibliotheken. Volgens dat manifest is een openbare bibliotheek een voorziening die burgers in staat stelt de hun toekomende positie in een gedemocratiseerde samenleving volwaardig in te nemen. Een openbare bibliotheek wil verschillende soorten fysieke en digitale informatie- en cultuurdragers én de inhoud die ze bevatten ter beschikking stellen en toegankelijk maken voor alle inwoners uit haar werkgebied, ongeacht leeftijd, ras, sekse, godsdienst, levensbeschouwing, beroep, maatschappelijke positie etc.16

Het bestel heeft tot doel dat alle burgers (ook burgers met een handicap) toegang hebben tot een pluriform aanbod aan betrouwbare informatie als basis voor lezen (lezen en literatuur), leren (ontwikkeling en educatie) en informeren (kennis en informatie) en -facultatief:- kunst en cultuur, ontmoeting en debat.17 Maar de bibliotheek is er ook op gericht om het plezier in het lezen te vergroten.

Om hun positie in de maatschappij volwaardig in te kunnen nemen is het nodig dat burgers ook over de vaardigheden beschikken om met deze informatie om te gaan.

De visie van SIOB is dan ook: Burgers hebben via verschillende bibliotheekkanalen toegang tot een pluriform en betrouwbaar aanbod

van informatie in alle vormen en beschikken over de media- en informatievaardigheden om met deze informatie om te gaan.

De bibliotheeksector kent een kwalitatief sterk en toekomstbestendig bestel dat op flexibele wijze kan inspelen op de steeds veranderende behoeften van de burgers en de maatschappij.

Alle actoren binnen de bibliotheeksector werken samen op die terreinen waar dit effectief is en vertonen ondernemerschap op lokaal niveau.

3.3 Strategie Om de visie te realiseren, kiest SIOB voor een heldere strategie. Zij wil haar regietaak invullen door middel van een aantal rollen en hanteert daarbij een duidelijke werkwijze.

16 Unesco Library Manifesto, a gateway tot knowledge, 1994. 17 De kernfuncties zijn afkomstig uit de Richtlijn basisbibliotheken van VOB en VNG uit 2008. De kernfuncties lezen, leren en informeren worden daarbij gezien als een landelijke verantwoordelijkheid, kunst en cultuur en ontmoeting en debat een lokale verantwoordelijkheid.

16

3.3.1 Strategie: rollen Om haar regietaak invulling te geven vervult SIOB twee sturende rollen: - Landelijke regisseur: SIOB ontwikkelt landelijk beleid en innovaties en stuurt de implementatie daarvan

aan. - Facilitator: SIOB faciliteert op strategisch niveau landelijke voorzieningen waar dit efficiëntie en

effectiviteit ten goede komt.

De sturende rollen worden versterkt én mogelijk gemaakt door een viertal andere rollen. - Adviseur: vanuit een gezaghebbende en onafhankelijke positie adviseert SIOB gevraagd en ongevraagd

betrokken stakeholders over de ontwikkeling van de sector als geheel en ontwikkelingen in specifieke regio’s als daartoe aanleiding is.

- Expert: SIOB verricht als onderzoeks- en kennisinstituut (wetenschappelijk) onderzoek ter onderbouwing van strategische beleidsvoornemens. Zij monitort de stand van zaken van- en effecten op de (maatschappelijke opbrengst van de) sector.

- Kennisdeler: SIOB bevordert de kennisdeling binnen de bibliotheeksector. - Kwaliteitsbewaker: SIOB bevordert en bewaakt de kwaliteit van het openbare bibliotheekstelsel als geheel.

3.3.2 Strategie: werkwijze SIOB kiest bij het invullen van deze rollen voor een werkwijze. Deze is in de volgende punten te vatten. Kennis en onderzoek aan de basis. Onderzoek en kennis nemen een centrale positie in binnen de werkwijze. SIOB gebruikt onderzoek als basis voor haar activiteiten door vooraf onderzoek te benutten voor haar programmering en aanpak en door gedurende en na uitvoering van activiteiten consequent te monitoren op resultaat en effect. Dit wordt weer gebruikt om beleid, innovaties en uitvoering daarvan bij te sturen.

Samenhang en efficiëntie als leidraad. SIOB heeft als doel een samenhangend en efficiënt bestel. Daarom wordt eerst gekeken of er al een oplossing of kennis voorhanden is voor een vraagstuk. Deze wordt hergebruikt waar relevant.

Waar partijen gezamenlijk aan een oplossing kunnen werken wordt dit gestimuleerd door netwerken of kennisuitwisseling en waar het efficiënter is om voorzieningen landelijk in te richten, stuurt SIOB hierop aan.

Regisseur én partner. SIOB opereert vanuit een onafhankelijke regierol, maar kan niet zonder partners om haar doelen te bereiken. Vanuit haar regierol zoekt SIOB dus wel steeds naar partners om haar doelen te bereiken, maar verliest daarbij haar onafhankelijke positie niet uit het oog.

17

4. Doelen en resultaten In dit hoofdstuk is per rol (zie 3.3) aandacht voor de doelen die SIOB nastreeft en de resultaten die zij daarvoor wil bereiken.

4.1 Doelen en resultaten Landelijke regisseur Als landelijke regisseur wil SIOB een aantal doelen en resultaten bereiken op het terrein van: - samenhang en efficiëntie binnen het bestel (4.1.1) - visie op bibliotheek 2016 (4.1.2) - innovatie in de sector (4.1.3) - de digitale bibliotheek (4.1.4) - collectiebeleid (4.1.5)

SIOB voert ook bestuurlijke regie over het beleidsterrein Aangepast Lezen. De nadruk van de activiteiten ligt echter op coördinatie van de ontwikkeling van voorzieningen en om die reden is dit beleidsterrein opgenomen onder de rol van facilitator (4.2).

4.1.1 Samenhang en efficiëntie inrichting van het bestel SIOB stelt zichzelf ten doel om samenhang en efficiëntie in de inrichting van het bestel te bewaken en verbeteren. Meerdere (landelijke) organisaties hebben uitvoeringstaken waar verschillende bestuurlijke lagen voor verantwoordelijk zijn, zowel in beleidsmatige als uitvoerende zin. Deze bestuurlijke drukte leidt tot versnippering in de uitvoering. Dit komt de efficiëntie en innovatiekracht van de sector niet ten goede in een periode waarin er juist in rap tempo geïnnoveerd moet worden. Ook vragen digitalisering en vernieuwing van de wetgeving om een toekomstvast ontwerp van het bestel. Er is meer centrale regie nodig binnen de sector, dit manifesteert zich o.a. duidelijk bij de ontwikkeling van de digitale bibliotheek. OCW onderschrijft dat en heeft SIOB de opdrachttaak voor digitale innovatie18 en daarmee voor de digitale bibliotheek verleend. Vooraf zijn afspraken gemaakt over de rolverdeling19. In de praktijk blijkt er nog onduidelijkheid te zijn over de rollen en verhoudingen. Dit komt de ontwikkeling van de digitale bibliotheek niet ten goede. SIOB is daarom met OCW in gesprek om duidelijkheid te creëren en heeft goede hoop dat er eenduidige afspraken komen zodat SIOB nog beter in staat wordt gesteld haar opdrachttaak te vervullen. Naast ontwikkeling spreekt de Raad voor Cultuur (RvC) in het onderdeel «Sectoranalyses» van het advies over het cultuurstelsel 2013–201620 over regie op het beheer van de digitale bibliotheek. De RvC geeft aan dat SIOB daarbij een sterkere rol moet hebben. SIOB gaat er vanuit dat de zorg van de RvC gelegen is in een samenhangende doorontwikkeling en beheer van de infrastructuur, content, context en diensten van de digitale bibliotheek. Deze elementen kunnen niet los van elkaar worden gezien en naarmate de ontwikkeling en het gebruik van de infrastructuur verder is gevorderd, is dit des te meer het geval.

Vast staat dat de versnipperde aanpak eerst gestroomlijnd moet zijn om de openbare bibliotheeksector volop van de Digitale Bibliotheek te laten profiteren. Het is de verantwoordelijkheid van SIOB om de verschillende componenten die bij diverse stakeholders in de sector belegd zijn, uiteindelijk samen te brengen in een organisatievorm als basis voor de Digitale Bibliotheek. Dit moet leiden tot die éne digitale bibliotheek voor de gehele sector. En die houdt niet op bij de sector openbare bibliotheken alleen.

18 met ingang van 1-1-2012 19 Tussen OCW en SIOB en SIOB en BNL 20 d.d. 29 april 2011

18

De Openbare bibliotheek kan niet zonder de verbinding met andere digitale aanbieders, zoals (U)KB, NA, wetenschappelijke instituties als KNAW en NWO. Samenwerking en integratie dat is de toekomst, gericht op efficiency in uitvoering, maar vooral gebruiksgemak voor de burger.

Stroomlijnen op het terrein van content is ook noodzakelijk: het streven zal erop gericht zijn de huidige achterliggende financieringsstromen zoveel mogelijk te behouden en in te zetten voor een landelijke aanpak. De noodzaak voor stroomlijning wordt versterkt aangezien in de nabije toekomst via een uitname uit het Gemeentefonds de inkoop van digitale content centraal belegd zal worden en de middelen via OCW gerouteerd worden in plaats van via de lokale bibliotheken met Stichting Bibliotheek.nl (BNL) als uitvoerder. Eenduidige en onafhankelijke regie op het geheel, in combinatie met afstemming met de branche via de VOB is noodzakelijk om deze middelen goed te besteden. Beleid en uitvoering moeten hierbij nauw op elkaar aansluiten.

Het ligt voor de hand om, gezien de samenhang die ontstaat tussen digitaal en niet digitaal, te zorgen dat daar waar digitaal en niet-digitaal elkaar raken geen obstakels ontstaan en om ook de logische verbindingen te leggen met die uitvoerende activiteiten. Dit sluit aan bij landelijke regieactiviteiten die SIOB uitvoert met de Samenwerkende PSO’s Nederland (SPN). Ook activiteiten bij branchepartijen zoals NBD/Biblion moeten hierin worden betrokken.

SIOB zal over het stroomlijnen van de genoemde activiteiten een advies uitbrengen. Om het bestel sterker, samenhangender en efficiënter te maken richt SIOB zich de komende jaren op de volgende resultaten:

- Er zijn, mede gericht op nieuwe wetgeving, initiatieven ontplooid voor een vernieuwde bestuurlijke inrichting van de sector.

- De uitvoering van taken binnen het bibliotheekstelsel is in samenhang gebracht en efficiënt en effectief ingericht. Dit betekent dat een uitvoeringsorganisatie voor het openbare bibliotheekbestel bestaat, waarin onder regie van SIOB de uitvoeringstaken zijn samengebracht die de basis vormen voor één digitale bibliotheek en er bestaan logische verbindingen naar andere uitvoeringsactiviteiten, zoals landelijke diensten.

4.1.2 Hernieuwde visie op de bibliotheek in 2016 Digitalisering, bezuinigingen en nieuwe wetgeving vragen om een hernieuwde visie op de bibliotheek in 2016, ook internationaal zien we deze behoefte aan een visie op de bibliotheek van de toekomst. SIOB heeft een visie ontwikkeld en stelt zichzelf ten doel om een gedragen visie in de sector op de bibliotheek in 2016 te bereiken op zo’n manier dat deze handvatten biedt voor de ontwikkeling van de sector als geheel en bibliotheken afzonderlijk. SIOB ziet de bibliotheek in 2016 als een bibliotheek die nog meer aandacht heeft voor het bieden van context voor de vele bronnen die zijzelf en anderen aanbieden over bepaalde onderwerpen. Ook zal de bibliotheek zich ontwikkelen tot een geïntegreerde bibliotheek waarbij informatiekanalen gekoppeld worden en elkaar versterken. Dit wordt hieronder nader toegelicht. Voor een aantal informatiebehoeften zijn goede en eenvoudige alternatieven en er is steeds meer informatie beschikbaar. Informatie zoeken is met Google een stuk eenvoudiger geworden en heel veel informatie (vaak nog hyperactueel ook) is op het web als open content (vrije licentie) of public domain (rechtenvrij) te vinden (Google Books, Amazon, Gutenberg.org, digitale bibliotheek voor Nederlandse letteren (DBNL), YouTube), al

19

dan niet in ruil voor informatie over jezelf (interessant voor marketeers) of tegen geringe vergoeding (Spotify21, Elinea, pay-per-view in digitale tv). Alle traditionele massamedia (kranten, periodieken, radio, televisie) hebben websites en zijn 24 uur per dag te raadplegen vanuit huis. Gebruikers wisselen momenteel digitale bestanden met meer dan 5000 deels recente e-boektitels uit, onder meer via torrentsites, usb-sticks en cd’s. Maar meer informatie is niet altijd beter en het individuele gebruik van informatie vraagt om ondersteuning22. Met de groei van de wereldwijd geproduceerde informatie met circa 55% per jaar23, stijgt de behoefte om het kaf van het koren te scheiden. Lang niet iedereen beschikt over de kennis, vaardigheden en vooral tijd om zich in vele onderwerpen thuis te weten. Dat biedt kansen voor een gezaghebbende bron, zoals de bibliotheek, die wél over de kennis, vaardigheden en tijd beschikt om de gebruiker daarbij te helpen. Die assistentie kan bestaan hetzij uit een kant-en-klaar aanbod van voorgesorteerde en geordende digitale content, hetzij uit advies en begeleiding bij het vinden, selecteren, beoordelen en verwerken van informatie. Vanuit de maatschappelijke opdracht burgers in staat te stellen de hun toekomende positie in een gedemocratiseerde samenleving volwaardig in te nemen ligt het dus voor de hand dat bibliotheken juist deze expertise meer gaan inzetten en zich sterker gaan toeleggen op het zogenaamde contextualiseren van content, en minder op het puur doorleveren ervan. Deze accentverschuiving vatten we onder de noemer ‘van content naar context’ oftewel ‘van inhoud naar inbedding’. In de toekomst zullen bibliotheken zich sterker kunnen toeleggen op het zogenaamde contextualiseren van content en minder op het doorleveren ervan. SIOB ziet de bibliotheek 2016 dan ook als een bibliotheek die nog meer aandacht heeft voor het bieden van context door de vele bronnen die zijzelf en anderen aanbieden. Dit krijgt vorm door verschillende collecties binnen de Nationale Bibliotheek Catalogus (NBC) toegankelijk te maken, bronnen te verbinden en te verrijken door ze te voorzien van extra lokale/regionale informatie die ook door gebruikers zelf (co-creatie) kan worden aangeboden. In aanvulling hierop zal de bibliotheek zich, in de visie van SIOB, ontwikkelen tot een geïntegreerde bibliotheek waarbij informatiekanalen gekoppeld worden en elkaar versterken. De klant wordt nu nog geconfronteerd met een ‘hybride’ bibliotheek die parallelle, niet gekoppelde, diensten aanbiedt, met als gevolg een ongestructureerd aanbod. De opgave voor de komende jaren is dat bibliotheken zich sterker van de relatie tussen diensten bewust worden en die niet los van elkaar laten functioneren, maar ze elkaar onderling laten versterken in een geheel. SIOB noemt dit de geïntegreerde bibliotheek: de klant kiest zelf via welk kanaal hij de bibliotheek benadert en verwacht een dienstverlening die via deze kanalen op elkaar is afgestemd. Er ontstaat dan een situatie van een ‘bibliotheek op elke plek’ waarbij elke burger zowel in de stad als op het platteland niet alleen toegang heeft tot de fysieke collectie van een bibliotheeklocatie, maar ook tot de complete collectie van de gezamenlijke bibliotheken van Nederland en de wereldcollectie. Kanalen waarlangs de klant de collectie kan en wil benaderen kunnen veranderen, maar de kracht moet liggen in het blijven streven naar het geheel dat de afzonderlijke kanalen versterkt. Dit model is het cross channel model.24 De klant kiest daarbij zelf hoe hij de bibliotheek benadert en verwacht een dienstverlening die via al deze kanalen op elkaar is afgestemd.

Door vanuit de visie van een geïntegreerde bibliotheek te werken –met landelijk ontwikkelde en beheerde componenten en specifieke invullingen in de lokale situatie met behulp van deze componenten- kunnen bezuinigingen deels worden opgevangen. Good practices en voorbeeldmatige modellen kunnen bibliotheken

21 Spotify is een voorbeeld van een commerciële dienst die zeer toegankelijk is: het snuffelen is gratis, alleen wie meer wil dan dat moet betalen. Het aanbod is echter nog incompleet. Dergelijke cloudmodellen zijn er ook al voor boeken, zoals Public Library Online van Bloomsbury. 22 Innovatie met effect, Commissie Calff, april 2008. 23 De meest recente IDC-studie naar de ‘expanding digital universe’ spreekt over een vernegenvoudiging van de totale hoeveelheid geproduceerde informatie in vijf jaar; omgerekend is dat zo’n 55% groei per jaar (http://www.emc.com/collateral/demos/microsites/emc-digital-universe-2011/index.htm, geraadpleegd 30 juni 2012). 24

http://www.businessdictionary.com/definition/cross-channel-marketing.html

20

daarbij helpen. Uiteraard zijn niet alle bezuinigingen op te vangen: er is een stevige basis nodig om de publieke voorziening in de nabijheid van de burger in stand te houden. SIOB richt zich de komende jaren op de volgende resultaten: - Er is een gedragen visie op de bibliotheek in 2016 die de sector als geheel en bibliotheken afzonderlijk

handvatten biedt voor hun ontwikkeling. - Er zijn modellen ontwikkeld en beschikbaar gesteld die bibliotheken in hun lokale situatie kunnen benutten

om de bibliotheek van de toekomst vorm te geven en tegelijk zoveel als mogelijk de bezuinigingen op te vangen.

- Er zijn op basis van de visie meetinstrumenten voor de sector ontwikkeld.

4.1.3 Innovatie in de sector SIOB stelt zichzelf ten doel de veranderkracht van de sector te mobiliseren door het aanbrengen van samenhang in innovatie en zo bij te dragen aan het vergroten van het bereik en toekomstvastheid van de bibliotheeksector. De bibliotheeksector bevindt zich in een transitiefase: de digitalisering en de structurele bezuinigingen fungeren als een breekijzer voor innovatie en efficiëntie binnen de sector. Op alle niveaus in de sector zijn plannen voor innovatie en vindt innovatie plaats, zowel op digitaal als niet-digitaal vlak. Deze innovaties zijn vaak niet op elkaar afgestemd. Om de innovatiekracht te versterken is samenhang en prioritering nodig. Om het effect van innovaties te vergroten wordt draagvlak gezocht voor landelijke implementatie van resultaten. SIOB heeft hierin een sturende rol. SIOB richt zich de komende jaren op dan ook op de volgende resultaten: - Er is een samenhangende en door de sector en stakeholders gedragen innovatie-agenda met duidelijke

prioriteiten. - De uitvoering van deze agenda vindt in samenhang plaats en resultaten van innovaties worden benut en

gedeeld. SIOB stuurt hierop.

4.1.4 De digitale bibliotheek SIOB stelt zichzelf ten doel om de digitale innovatie te sturen en versnellen door het bieden van toegang tot content via de digitale bibliotheek en het initiëren van nieuwe ontwikkelingen. Nagenoeg alle Nederlanders hebben een internetaansluiting (gebruik makend van laptop, smartphone, tablet, etc.) waarmee ze continu in verbinding staan met elkaar en de wereld. Uit deze ontwikkelingen komen nieuwe gebruikersbehoeften voort. Het aanbod van bibliotheken zal zich in de komende jaren vooral daarop moeten richten en daarmee concurreren met andere aanbieders. De digitale innovatie in de openbare bibliotheekbranche is op basis van de agenda voor de toekomst en de bibliotheekcharter vanaf 2010 structureel ingezet. OCW wil bereiken dat door middel van de financiering van de innovatie en doorontwikkeling van de digitale infrastructuur de 4 miljoen klanten van de bibliotheek plaats- en tijdonafhankelijk gebruik kunnen maken van de producten en diensten van de digitale bibliotheek. Ook kunnen nieuwe doelgroepen worden bereikt door de digitale bibliotheek. De innovatie-activiteiten die in dit kader, sinds 2012 onder regie van SIOB, door BNL worden uitgevoerd hebben twee belangrijke lange termijn doelstellingen: a) Het vergroten van het bereik onder het publiek en in het onderwijs. Hiermee wordt zowel het fysieke als

het digitale bereik bedoeld. De dienstverlening moet vraaggestuurd tot stand komen. Er wordt tot en met 2012 gewerkt aan de totstandkoming van de infrastructuur, bestaande uit: - Eén nationale bibliotheek catalogus (NBC) die met behulp van een zelf ontwikkelde zoekinterface

maar ook via de meeste courante zoekmachines, zoals Google, snel is te vinden en te doorzoeken. De

21

wens is om deze zoveel als mogelijk open te stellen en samenwerking aan te gaan met Europeana. Doelstelling is om ook ander collecties zoals die van universiteitsbibliotheken, erfgoed- en culturele instellingen toegankelijk te maken voor een breed publiek. In samenhang hiermee speelt SIOB een strategische rol bij de inkoop van digitale content. De gebruiker krijgt toegang tot de verworven digitale content via de landelijke infrastructuur die Bibliotheek.nl aanbiedt.

- Eén simpele manier van aanmelden/inloggen bij al die bibliotheken die gebruik maken van de geïnnoveerde landelijke infrastructuur en diensten (zogenaamde Single Sign On);

- Eén manier van aanvragen voor alle bibliotheken; - Ook is één manier ontwikkeld voor het toegankelijk maken van diensten en content via

bibliotheekwidgets en apps en om zelf content toe te voegen (zogenaamde user generated content zoals leestips, recensies).

- Het verzamelen van digitale content in de Digital Content Repository (DCR), waaruit ,in combinatie met de NBC, de gebruiker geïntegreerde en in context aangeboden informatie krijgt.

b) Het verbeteren van het aanbod en de dienstverlening. Het aanbod moet breed en zichtbaar zijn. Dat

betekent dat er door samenwerking met in eerste instantie de Koninklijke Bibliotheek/Nationaal Archief (KB/NA) en de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren als partners, aangevuld met de Centrale Discotheek Rotterdam (CDR) gewerkt wordt aan de Digitale Bibliotheek, met een aanbod dat via vele kanalen bij de eindgebruiker komt. Deze ontwikkeling moet aansluiten bij Europeana dat als Europese open bibliotheek een groot aanbod heeft en een verrijking betekent voor het aanbod van Nederlandse bibliotheken. In een later stadium zullen Universiteitsbibliotheken en andere partners, zoals erfgoedinstellingen aansluiten. SIOB speelt een strategische rol in de totstandkoming van de digitale bibliotheek

In de visie van SIOB is de digitale bibliotheek een voorziening voor alle Nederlanders die past in een geïntegreerd bibliotheekaanbod: - die de mogelijkheid biedt om via het internet alle digitale en fysieke objecten uit de bibliotheekcollectie

Nederland te vinden via één op het internet beschikbaar en vrij toegankelijk zoekinstrument. - waarlangs iedere Nederlander toegang heeft tot alle objecten die vrij beschikbaar zijn in de

bibliotheekcollectie Nederland. - waarvan de toegankelijkheid voor mensen met een leesbeperking gewaarborgd is. - die geregistreerde leden/abonnees van de bibliotheek autoriseert tot het afnemen van één of meer

diensten (bestellen van boeken en fotokopieën uit een fysieke bibliotheek, streaming lezen van gewone, gesproken en luisterboeken, downloaden ebooks en gesproken boeken van uit publieke en commerciële collecties).

- die ook aan niet geregistreerde leden/niet-abonnees de mogelijkheid biedt om op incidentele basis en tegen betaling een of meer diensten af te nemen.

De komende periode blijft toegang bieden tot content en context via de ontwikkelde infrastructuur dus een prioriteit. Uitbreiding met backoffice-infrastructuur is noodzakelijk, zodat online betalen, authenticatie en autoriseren maar ook het doorgroeien naar uniforme administratiesystemen mogelijk is. Tot op heden is er een essentiële basis gelegd voor de verdere digitale innovaties. Vernieuwingen die in de jaren na 2012 worden doorgevoerd zullen meer aansluiten bij de wijze waarop bestaande en vooral nieuwe doelgroepen gebruik willen maken van de geïntegreerde bibliotheekbibliotheekvoorzieningen. Er wordt in de periode na 2012, op basis van wetenschappelijk onderzoek, gewerkt aan doorontwikkeling van de infrastructuur met verbetering van, aan context gerelateerde, zoekstructuren en –systemen. Ook wordt bekeken hoe de infrastructuur (met name het datawarehouse) aangewend kan worden voor marketingdoeleinden en effectmeting.

22

Het tot stand brengen van een gemeenschappelijke infrastructuur voor de digitale bibliotheek opent perspectieven voor uitbreiding hiervan naar andere bibliotheken, ook ‘niet-openbare’. Het hebben van een gemeenschappelijke infrastructuur voor de digitale bibliotheek biedt immers zowel openbare als niet-openbare bibliotheken voordelen en stelt andere gebruikers zoals overheden, erfgoedinstellingen, omroepen en media in staat om van deze verworvenheden gebruik te maken. SIOB zal initiatieven ontplooien om de infrastructuur van de digitale bibliotheek zo breed mogelijk te benutten en zo het aanbod aan burgers steeds verder te verbreden. SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken. - Er is een infrastructuur ontwikkeld voor de digitale bibliotheek gebaseerd op de NBC uitgaande van de

visie op de bibliotheek in 2016 (zie 4.1.2). - Deze infrastructuur wordt benut door zoveel mogelijk bibliotheken om het maatschappelijk rendement

van de voorziening zo hoog mogelijk te laten zijn. - De infrastructuur is continue aangepast op de nieuwe ontwikkelingen in klantvraag en technologische

mogelijkheden. - Zowel openbare als ‘niet openbare’ bibliotheken sluiten aan op de digitale bibliotheek evenals op termijn

erfgoedpartners. - De digitale bibliotheek is breed bekend en wordt benut, ook door nieuwe doelgroepen

4.1.5 Een samenhangend collectiebeleid Nederland SIOB stelt zichzelf ten doel om te komen tot een samenhangend collectiebeleid voor het bibliotheekveld en de implementatie van dit beleid aan te sturen. De ontwikkeling van de digitale bibliotheek via de NBC leidt onherroepelijk tot een samenhangende nationale collectie. Immers al het aanbod moet vindbaar zijn in een catalogus. De ontwikkeling naar een Collectie Nederland is ingezet in 2011-2012 en gericht op het geheel van toegankelijke en deskundig samengestelde bronnen: digitaal en niet-digitaal, bijeengebracht binnen de collecties van openbare bibliotheken en hun samenwerkingspartners. In dit geactualiseerde collectiebeleid zijn de voorgenomen uitname uit het Gemeentefonds t.b.v. e-content (incl. e-books) en de wijze waarop het leenrecht van e-books is opgenomen in de Bibliotheekwetgeving i.o. richtinggevend. Inmiddels zijn door OCW de voorbereidingen t.b.v. nieuwe Bibliotheekwetgeving in gang gezet. SIOB levert hieraan een actieve bijdrage. De ontwikkeling naar een Collectie Nederland vraagt om de organisatie van verschillende elementen met name binnen het digitale domein: Collectiebeleid en –management: formuleren van gezamenlijke uitgangspunten rond aanschaf van

collectie-onderdelen op basis van behoeftepatronen van gebruikersgroepen (verkregen via data-warehouse)

Inkoopbeleid: inrichten Commissie waarin bibliotheekveld en de betrokken samenwerkingspartners bepalen volgens welke criteria content wordt aangekocht en welke licenties worden afgesloten

Contractmanagement: op eenduidige wijze en in gezamenlijkheid vastleggen , aanpassen, beheren en bewaren van contracten en licenties

Voor het fysieke domein vraagt dit om aanpassingen op het gebied van distributie, logistiek en de uitwisseling van de collectie. Als gevolg van ontwikkelingen in het digitale domein verandert ook het inkoopbeleid in het fysieke domein. Door de sluiting van fysieke bibliotheekvestigingen groeit de behoefte aan bovenlokale faciliteiten om met name de niet-digitale delen van collecties onder te brengen en te kunnen distribueren. In zijn algemeenheid roept de combinatie digitaal-fysiek aanpassingen op het gebied van:

23

- De contextualisering van aanbod. Evenals in een fysieke bibliotheek is de vraag op welke manier beschikbare informatie en bronnen in een context worden geplaatst. In de digitale wereld is het aanbod aan bronnen echter nog veel groter. Het in context plaatsen van deze informatie vergt daarmee een duidelijke afbakening en aanpak.

- De mogelijkheden gecontextualiseerd aanbod te vergroten (bijvoorbeeld met partners als KB, DBNL, erfgoedinstellingen en publieke omroepen). Ook deze partners in de publieke sector beschikken over veel content en zetten zich vanuit hun taak in om dit aanbod te contextualiseren.

Kortom: verkenning van de mogelijkheden om de Collectie Nederland vorm te geven en overeenstemming over de richting en implementatie zijn nodig om de bibliotheek van de toekomst vorm te kunnen geven. SIOB wil de volgende resultaten bereiken:

- Er is een gedragen advies over de vormgeving van de Collectie Nederland op zo’n manier dat er op een strategische en efficiënte manier een samenhangende collectie van fysiek en digitaal materiaal ontstaat en onderhouden wordt, waarin ook aandacht is voor collecties voor mensen met een leesbeperking en minder taalvaardige volwassenen.

- De implementatie van dit advies is uitgewerkt en belegd. - Volgend uit de visie ‘Bibliotheek 2016’is er beleid geformuleerd met daarin de uitgangspunten en

voorwaarden voor het te ontwikkelen proces van contextualisering met partners zoals de Plusbibliotheken en andere cultuur- en media-instellingen.

- Er is op basis van uitgezet onderzoek (RUG, consortium Dinalog) inzicht in nieuwe manieren om de logistiek en distributie van collecties vorm te geven.

- De randvoorwaarden voor het kunnen bieden van e-content in de digitale bibliotheek zijn op strategisch niveau geregeld met relevante uitgeefpartijen en intermediairs:

o Er is beleid geformuleerd waarin de uitgangspunten en voorwaarden voor de aanschaf content zijn geformuleerd

o Er zijn landelijke modellen voor de collectie, inkoop en contracten van e-content opgesteld en de uitvoering hiervan is belegd in overleg met de VOB.

o Er is een business model overeengekomen, met gebruikmaking van ervaring opgedaan bij modellen voor aangepast lezen.

4.2 Doelen en resultaten Facilitator Als Facilitator wil SIOB een aantal doelen en resultaten bereiken op het terrein van: - Het (verder) ontwikkelen en (breder) benutten van specifieke voorzieningen voor mensen met een

leeshandicap. - Optimaliseren van een voorziening voor varenden. - Het vergroten van de taalvaardigheid van burgers. - Het bevorderen van de mediawijsheid van burgers.

4.2.1 Groter bereik, meer rendement voorzieningen speciale doelgroepen SIOB stelt zich ten doel om de bibliotheekvoorzieningen voor mensen met een leeshandicap in stand te houden en te verbeteren en het gebruik daarvan te vergroten, met het oog op volwaardige deelname aan de maatschappij. Ook de optimalisering van een voorziening voor varenden behoort tot het doel. Beide voorzieningen zijn als publieke taak door OCW bij SIOB belegd.

24

Aangepast lezen De sector was op dit punt heel lang zeer versnipperd. Er is inmiddels al geruime tijd sprake van één Loket voor aangepast lezen25 , de verantwoordelijkheden zijn belegd en de sturing vanuit SIOB op de opdrachtnemers voor ontwikkeling en distributie van aanbod is ingericht. Waar het nu op aan komt is het vergroten van de bekendheid en van het gebruik. Het aangepast lezen wordt beter ingepast in het openbare bibliotheekwerk waardoor er potentieel een veel grotere groep mensen bereikt kan worden. Dat is nodig, want veel mensen komen niet in contact met de producten die speciaal gemaakt worden voor de doelgroep voor wie het lezen van gedrukte media moeilijk of onmogelijk is. Daarnaast zijn er belemmeringen die zoveel mogelijk weggenomen moeten worden. De producten van de dienst aangepast lezen worden dichterbij de doelgroep gebracht doordat een deel van de bibliotheken een eigen collectie voor aangepast lezen heeft. Daarnaast kan de bibliotheek een wisselcollectie, of een zichtcollectie in gebruik nemen, waarmee de bibliotheekgebruiker kennis kan maken met de producten. Veel bibliotheken bieden (leen-) apparatuur aan die de doelgroep kan gebruiken. Dat is nodig, want de apparatuur is kostbaar en de zorgverzekeraars vergoeden niet in alle gevallen de benodigde apparatuur; bovendien verloopt de weg daarnaartoe moeizaam en langzaam. Daarom is in aanvulling op wat bibliotheken al doen een proefproject gestart om potentiële gebruikers gedurende een langere periode kennis te laten maken met de apparatuur en de media die beschikbaar zijn (gesproken boeken, kranten, tijdschriften). Ook loopt momenteel een pilot waarbij het aanvragen van een gesproken boek via de openbare bibliotheek verloopt (de klant hoeft dan niet meer te worden doorverwezen naar het Loket aangepast lezen). De evaluatie die tegen het einde van 2012 plaatsvindt moet uitwijzen of uitrol naar het gehele bibliotheekveld nuttig is en welke aanvullende maatregelen nodig zijn. 80% van de bibliotheken besteedt aandacht aan dit terrein onder meer via een speciaal daarvoor beschikbaar gestelde subsidie. De integratie met de Nationale Bibliotheek Catalogus heeft plaatsgevonden en vormt een eerste stap in het proces van inpassing in de geïntegreerde bibliotheek.

Hoewel er al geruime tijd wordt gewerkt aan de integratie met het openbaar bibliotheekwerk is de voorziening nog niet zo ruim bekend en benut als zou kunnen. Op dit moment maken 30.000 mensen gebruik van de voorziening. Uit onderzoek van SIOB is gebleken dat de potentiële doelgroep veel groter is. Het streven is dan ook dat het aantal mensen dat gebruik maakt van de voorziening in 2016 minstens verdubbeld is. Omdat het lijkt alsof de overstap van “gewoon lezen” naar andere leesvormen heel groot is wordt een pilot uitgevoerd om via de lokale bibliotheek, de zorginstellingen, de zorgverleners, mantelzorgers en vrijwilligers de mensen te bereiken voor wie grotere letters geen uitkomst meer bieden. Via media waarvoor geen bijzondere apparatuur nodig is worden mensen bekend gemaakt met de aard van het product. Kernwoorden van de actie zijn bekendheid, nabijheid en gemak.

De evaluatie eind 2012 moet uitwijzen of door een gewijzigde benadering de doelgroep gemakkelijk wordt bereikt en het gebruik vergroot. Omdat dit bibliotheekwerk nagenoeg geheel digitaal wordt verzorgd (met uitzondering van braille) kan een dergelijke uitbreiding met geringe meerkosten worden gerealiseerd. Over de wijze waarop de betreffende organisaties dat moeten inpassen binnen hun bestaande exploitatie wordt overleg gepleegd. Los van deze eerste stap is het noodzakelijk meer gedetailleerd na te gaan hoe een grotere deelname aan het aangepast lezen kan worden gerealiseerd.Dat vraagt een meer fundamentele aanpak. SIOB zal een onderzoek (laten) uitvoeren naar de omvang van de niet-gebruikers binnen de potentiële doelgroep en de redenen waarom deze gebruikers de voorziening niet benutten. In dat onderzoek moet tevens blijken of de niet-gebruiker bekend is met de voorziening, of dat andere oorzaken een rol spelen.

25 www.aangepast-lezen.nl

25

Hoewel in de afgelopen periode de productie van titels sterk is vergroot, blijft het een gegeven dat slechts een fractie van alles wat op de markt verschijnt in een aangepaste leesvorm kan worden geleverd. Een belangrijke factor in het vergroten van het bereik is echter dat de collectie voldoende gevarieerd aanbod moet omvatten. Daarom leveren Loket (collectievorming) en Dedicon en CBB, daartoe aangespoord door SIOB, heel veel inspanningen om het aanbod aan materiaal nog verder te vergroten, namelijk van 1800 naar 2200 gesproken boeken per jaar. Voor brailleboeken moet het aanbod van 720 naar 800 per jaar. De collectie voor de jeugd krijgt daarbij nog een extra impuls. Ook zijn afspraken gemaakt met Luisterpunt (Vlaanderen) waardoor tevens van de Vlaamse collectie gebruik kan worden gemaakt. Als uitvloeisel van de overeenkomst met de uitgevers werkt SIOB, samen met Luisterpunt en NUV, aan het realiseren van internationale uitwisseling van titels. Het realiseren van de idealen zoals verwoord in internationale verdragen is een moeizaam, langdurig proces. Daarom beziet SIOB samen met NUV en Luisterpunt en de Vlaamse uitgevers vooruitlopend daarop aan een “onderhandse” regeling om anderstalige literatuur te verkrijgen die al in de oorspronkelijke taal zijn voorgelezen om zo het aanbod internationaal (Engels, Spaans, Duits) snel en tegen lage kosten te kunnen uitbreiden. Ongeacht de wederzijdse intenties is ook dat een ingewikkeld proces. Tenslotte werkt SIOB eraan de time-to-market van fysiek naar gesproken boek te verkorten, zodat klanten sneller een boek dat is uitgekomen, kunnen lezen. De afspraken die met de uitgevers zijn gemaakt maken dat binnen afzienbare termijn mogelijk. Belangrijke stappen op het vlak van klantenbereik zijn gezet door het mogelijk te maken om ook op andere devices dan de Daisyspeler gesproken boeken uit te leveren. Door innovatie van de voorziening op het punt van digitalisering, bekendheid en het benutten van de voorziening voor een bredere doelgroep met leesbeperkingen kan het maatschappelijk rendement van deze publieke voorziening voor aangepast lezen verhoogd worden. Anderzijds geldt dat de lessen die op het terrein van het aangepast lezen geleerd zijn rond digitalisering en opdrachtgeverschap benut kunnen worden voor het brede vraagstuk van digitalisering aangezien het segment aangepast lezen voorop loopt in deze ontwikkelingen. Varenden Voor de doelgroep varenden (expats, zeevarenden en binnenvaart) geldt dat er op dit moment een goed werkend systeem aanwezig is. Wel is de vraag of dit systeem toekomstvast is of dat er met de huidige mogelijkheden aanpassingen nodig zijn. Dit hangt in sterke mate af van de toegankelijkheid van de digitale bibliotheek voor varenden (en met name zodra zij buitengaats zijn). Onderzoek daarnaar is noodzakelijk. Voor de binnenvaart wordt onderzocht op welke wijze de vervoersbewegingen kunnen worden beperkt, zodat een hogere efficiency van de dienstverlening wordt bereikt. De integratie met het openbaar bibliotheekwerk en met name de digitale bibliotheek biedt kansen voor het optimaliseren van de dienstverlening. SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken voor de specifieke voorzieningen: - Het bereik en maatschappelijk rendement van de publieke voorzieningen voor aangepast lezen zijn

vergroot. Er is minstens een verdubbeling in het aantal gebruikers bereikt. - Er is nader onderzoek gedaan naar de omvang van- en de motivatie waarom een deel van de doelgroep

(nog) geen gebruik maakt van de voorziening. - De voorziening is in hogere mate geïntegreerd in de openbare bibliotheken; indien succesvol wordt de

pilot voor aanvragen via de openbare bibliotheek in 2013 landelijk uitgerold. - De mogelijkheden voor tijd- en plaats onafhankelijk lezen zijn beter bekend onder de doelgroep, dit door

middel van promotie uitgevoerd door het Loket aangepast lezen én door de integratie binnen de openbare bibliotheken.

- Er is een groter en meer up-to-date aanbod voor de doelgroep beschikbaar; het aantal gesproken boeken dat per jaar wordt geproduceerd neemt toe van 1800 naar 2200. Het aantal brailleboeken neemt toe van 720 naar 800 per jaar. De time-to-market is aanzienlijk verkort.

26

- De lessons learned op het terrein van digitalisering en opdrachtgeverschap zijn in kaart gebracht en worden benut voor de digitale openbare bibliotheek. Ook blijft de voorziening voor aangepast lezen aansluiten op de ontwikkelingen binnen de Digitale bibliotheek.

- Er is onderzoek gedaan naar de optimalisering van de bibliotheekvoorziening voor varenden.

4.2.2 Vergroten taal- en mediavaardigheden SIOB stelt zichzelf ten doel bij te dragen aan het vergroten van de taalvaardigheid d.m.v. leesbevordering en het vergroten van de mediavaardigheden van alle burgers. Zij doet dit door te komen tot een doorlopende lees-en leerlijn voor jeugd en volwassenen (zie onderdeel Kunst van Lezen) en door het tot stand brengen van een samenhangend aanbod voor laagopgeleiden en laaggeletterden (zie onderdeel laaggeletterden).

Kunst van Lezen Op basis van onderzoek26 is vastgesteld dat het stimuleren van lezen binnen kinderopvang en het onderwijs aantoonbare positieve effecten heeft op resultaten van leerlingen, waardoor kinderen zo vroeg mogelijk in staat worden gesteld te participeren in onze kennissamenleving. In de komende jaren is een belangrijk aandachtspunt de vraag vanuit de kinderopvang en het onderwijs goed te vertalen in een passend en complementair aanbod vanuit bibliotheken. Bestuurlijke verankering op lokaal niveau op lokaal en regionaal niveau is randvoorwaarde voor een succesvolle aanpak. Deze elementen komen samen in het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen (2008-2015). Het actieplan Kunst van Lezen 2012 – 2015 sluit aan bij het Actieplan Laaggeletterdheid. SIOB nauw samenwerkt met Stichting Lezen aan de versterking van de leescultuur. Door kennismaking met de wereld van de literatuur en het boek vergroten kinderen spelenderwijs hun woordenschat en verhogen zij hun taalniveau. Hierdoor worden in een vroeg stadium taalachterstanden teruggedrongen waardoor minder kans ontstaat op laaggeletterdheid. Vanaf 2012 wordt Kunst van Lezen vormgegeven binnen twee programmalijnen die gebaseerd zijn op de doorlopende leeslijn (Stichting Lezen, 2005) : BoekStart (0-4 jaar) en de Bibliotheek op School (4-18 jaar). BoekStart voor baby’s is structureel verankerd binnen bibliotheek, kinderdagverblijven en consultatiebureaus. Ruim 80% van de bibliotheken participeert. Bibliotheek op School is voor het primair onderwijs in 2012 ontwikkeld zodat het huidige gefragmenteerde aanbod van bibliotheekproducten en -diensten wordt vervangen door een gezamenlijk dienstenpakket dat uitgaat van leesbevordering en mediawijsheid (versterken informatievaardigheden). Dit pakket, de Bibliotheek op School, combineert de beste componenten van bestaande bibliotheekproducten op fysiek en digitaal terrein. Het wordt voor het primair onderwijs landelijk doorontwikkeld en ondersteund met lees- en mediaplannen, materialen, digitale diensten, kennis, trainingen en monitorinstrumenten. Deze aanpak stelt bibliotheken in staat zichtbaar te excelleren in de uitvoering van hun complementaire rol richting het onderwijs, en aantoonbare effecten in het onderwijsproces teweeg te brengen. In 2012 wordt eenzelfde aanpak met betrekking tot leesbevordering en mediawijsheid voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld die in de periode 20 13-2016 landelijk uitgerold wordt. Kunst van Lezen staat eind 2015 voor een breed gedragen structurele leesbevorderingsaanpak voor jeugd 0-18 jaar. De onderdelen zijn duurzaam verankerd binnen bibliotheeklagen, overheden, organisaties van kinderopvang, centra voor Jeugd en Gezin en het onderwijs. Strategische netwerkvorming op alle niveaus 26 Brochures Meer voorlezen, beter in taal en Meer lezen, beter in taal. In deze brochures is onderzoek samengevat waaruit blijkt dat voor(lezen), aanwezigheid van boeken binnen kinderopvang en op school, dagelijks vrij lezen en ondersteuning van de bibliotheek cruciaal zijn om tot betere taalprestaties te komen.

27

(landelijk, provinciaal, lokaal) is de basis voor beleid, financiering en uitvoering van de aanpak die na 2015 door de sector, in samenwerking met haar partners, voortgezet wordt De effecten van BoekStart en de Bibliotheek op School zullen de komende jaren door monitoring en wetenschappelijk onderzoek27 gemeten en ‘evidence-based’ onderbouwd worden zodat aangetoond wordt dat deze interventies het taalniveau verhogen. In het kader van de doorlopende leerlijn worden ook voor andere onderwijssoorten soortgelijke initiatieven ontwikkeld met overdracht van de succesfactoren uit eerdere programma’s. Het aanbod dat bibliotheken aan scholen doen, zal worden gestandaardiseerd en ingepast in de infrastructuur (digitaal en niet-digitaal) ten behoeve van alle bibliotheken, met gebruikmaking van Kennisnet. SIOB wil de volgende resultaten bereiken: - SIOB regisseert ten behoeve van bibliotheken het proces van integratie van de onderwijs-en

mediawijsheidproducten en lanceert nieuwe presentatievormen; - SIOB legt op strategisch niveau verbinding met partners die belangrijke content en context kunnen bieden

aan onderwijs (Stichting Lezen, KB/NA, Omroepen, Beeld en Geluid, Eye Filminstituut); - SIOB neemt initiatief om bestuurlijke, organisatorische en financiële randvoorwaarden te formuleren en

komt met partners tot opzet en implementatie van een business model; - SIOB onderzoekt hoe voor de andere onderwijssoorten de landelijke opschaling kan plaatsvinden en

initieert die; - Het streven is dat in 2015 65% van de baby’s bereikt wordt via de bibliotheek met het programma

BoekStart. Verder komt 50% van de kinderen binnen de Kinderopvang met BoekStart in aanraking. - 50% van de leerlingen van de basisschool en 35% van de leerlingen van het Voortgezet onderwijs gebruik

maakt van het pakket de Bibliotheek op School. Laaggeletterdheid SIOB ondersteunt de provinciale organisaties en bibliotheken in het kader van het landelijk Actieplan Laaggeletterdheid 2012-2015 van het ministerie OCW. De focus ligt op de open leeromgeving van de bibliotheek waar burgers terecht kunnen voor basisvaardigheden en participatie doelen. Samenwerking wordt opgezet met bedrijven o.a. met SBCM (A&O fonds sociale werkvoorziening) en met landelijke stakeholders als Stichting Lezen & Schrijven en Landelijk Steunpunt Taal & Rekenen MBO en Volwasseneneducatie. SIOB wil de volgende resultaten bereiken: - SIOB coördineert het beleid en een samenhangend aanbod van (oefen)producten voor laagopgeleide en

laaggeletterde burgers. - SIOB werkt samen met landelijke partners en PSO’s aan een integrale aanpak voor laaggeletterden.

4.2.3 Bevorderen mediawijsheid SIOB stelt zich ten doel om bij te dragen aan het bevorderen van de media- en informatievaardigheden (mediawijsheid) van alle burgers.

De veranderende samenleving vraagt om mediawijze burgers. Het bevorderen van vaardigheden op dit terrein en specifiek op het terrein van informatievaardigheden, is een belangrijk onderdeel van de maatschappelijke functie van bibliotheken. SIOB is op strategisch niveau allianties aangegaan die binnen de landelijke netwerkorganisatie Mediawijzer.net vormkrijgen. Binnen dit netwerk functioneert het SIOB, naast partijen als Kennisnet, Beeld & Geluid en de Publieke Omroepen, als een van de kernpartners. Inmiddels participeren nagenoeg alle lokale bibliotheekorganisaties in dit netwerk. 27 Een vroege start met boeken, wetenschappelijk onderzoek door de universiteit van Leiden naar de effecten van BoekStart; wetenschappelijk onderzoek naar de Bibliotheek op school door de universiteit van Leiden; Speciaal ontwikkeld Monitorinstrument om leesmotivatie te meten binnen het primair onderwijs.

28

SIOB faciliteert de inspanningen van bibliotheken om burgers mediawijzer te maken door het coördineren van alle plannen in de bibliotheeksector op dit gebied. Ook de komende jaren zullen bibliotheken zich blijven inzetten rond mediawijsheid. Voor een deel worden die inspanningen ingevlochten in het landelijke dienstenpakket de Bibliotheek op School gericht op leerlingen in het PO en VO. Daarnaast zal het SIOB richting geven aan de inspanningen gericht op andere gebruikersgroepen buiten het onderwijs.

Focus, samenhang en eenduidigheid zijn onontbeerlijk wil de bibliotheek zich profileren als structurele samenwerkingspartner van het onderwijs. Het concept de Bibliotheek op School bewerkstelligt deze doelstelling.

In de toekomst wil het SIOB dit concept verder uitbreiden richting MBO en HBO. Daarin zullen de ervaringen opgedaan door de Zeeuwse Bibliotheek (ZB) met de Hogeschool Zeeland (HZ) als leidraad dienen. Deze Hogeschool wil haar studenten opleiden tot informatievaardige professionals. Om dit te realiseren heeft de HZ een samenwerking opgezet met de Zeeuwse Bibliotheek rond (digitale bibliothecaire dienstverlening). Door alle studenten en docenten van de Hogeschool lid te maken van de bibliotheek en daarmee fysiek en digitaal toegang te verlenen tot de collectie van de bibliotheek, heeft deze samenwerking concreet vorm gekregen28.

Daarnaast zal het SIOB richting geven aan de inspanningen gericht op andere gebruikersgroepen buiten het onderwijs (diverse volwassenen doelgroepen).

In 2012 zijn er specifieke programma’s gestart om burgers, die de digitale basisvaardigheden ontberen om volledig te participeren in de maatschappij , digivaardiger te maken; deze programma’s worden verder uitgerold en geïmplementeerd in de bibliotheeksector in de jaren 2013-2016.

Deze inmiddels gestarte trajecten vragen aandacht voor (nieuwe) geïnstitutionaliseerde gebruikersgroepen van de bibliotheek. Nadrukkelijk wil het SIOB de komende periode de mogelijkheden verkennen om met partijen uit de wereld van journalistiek en media, nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan. Hierin wordt de rol van de bibliotheek als moderne informatieleverancier van content en context voor (actuele) mediaprogramma’s, kranten en tijdschriften verder vormgegeven. Experimenten uitgevoerd door o.a. de OB-Amsterdam (talkshow Bovenkamer van Teleac en OBA-live) en de ZB (regionale samenwerking bedrijfsleven en kranten/tijdschriften). Deze experimenten worden gebruikt als basis voor een meer structurele samenwerking op het terrein van mediawijsheid met deze partijen.

Binnen het programma mediawijsheid volwassenen worden, daar waar nodig, de activiteiten nauw afgestemd met het programma laaggeletterdheid. Uit onderzoek weten we dat de doelgroep volwassenen die de digitale vaardigheden ontberen grotendeels overlapt met de doelgroep laaggeletterden. Het dienstverleningspakket bestaat vooralsnog uit het programma Klik & Tik, een landelijk oefenprogramma die deze digitale basisvaardigheden bijbrengt. Dit programma wordt verder geprofessionaliseerd door een meetinstrument te koppelen aan het programma. Hierdoor kunnen eindgebruikers intensief gemonitord worden en kunnen de leereffecten op de eindgebruikers worden aangetoond. Het doel is immers dat de deelnemers digivaardiger worden. Ook kunnen de individuele bibliotheken met dit meetinstrument de meerwaarde van hun programma’s aan hun gemeente tonen. Daarnaast wordt op dit terrein structurele samenwerking gezocht met organisaties die ook op dit terrein actief zijn, zoals Stichting Lezen & Schrijven, Digivaardig & Digiveilig, Stichting ETV.nl. SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken: - De plannen van alle bibliotheken op het terrein van mediawijsheid zijn gecoördineerd en ondersteund

waardoor mediawijsheid van burgers is vergroot. - Het programma Klik & Tik gericht op laagopgeleiden wordt vanuit het SIOB landelijk uitgerold.

28 Bibliotheekblad, Jaargang 16, nr.4, NBD Biblion, Leidschendam, 2012

29

- Het programma De bibliotheek voor Ondernemers wordt verder uitgerold in de jaren 2013-2016.

4.3 Doelen en resultaten Adviseur

4.3.1 Gezaghebbende positie, gevraagd en ongevraagd advies SIOB stelt zichzelf ten doel om bij te dragen aan de ontwikkeling van de sector door vanuit haar kennis en positie gevraagd en ongevraagd te adviseren.

SIOB heeft vanuit haar kennis van en rol binnen de sector een goede uitgangspositie om gezaghebbend te adviseren over de sector als geheel, maar ook op specifieke onderwerpen die meerdere bibliotheken aangaan. In de opbouwfase van haar nieuwe rol in het bestel heeft SIOB reeds geadviseerd over onderwerpen als de digitale bibliotheek en is SIOB tevens gevraagd te adviseren over de invulling van de nieuwe bibliotheekwetgeving. De verdere invulling van de rol van SIOB als gezaghebbend adviseur vergt uiteraard continue aandacht. SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken: - SIOB draagt als gezaghebbend adviseur bij aan de ontwikkeling van de sector als geheel. - SIOB draagt als gezaghebbend adviseur bij aan de (verbetering van de) invulling van de maatschappelijke

functies van de bibliotheek.

4.4 Doelen en resultaten Expert Als expert wil SIOB een aantal doelen en resultaten bereiken op het terrein van: - Vergroten van de onderzoeksinspanning en op basis van onderzoeksresultaten strategisch beleid uitzetten - Bundelen en optimaal benutten van gegevens.

4.4.1 Onderzoek aan de basis, samenhangende kennisbasis SIOB vergroot de kwaliteit en effectiviteit binnen de sector door onderzoek een centrale plaats te geven bij beleid en activiteiten. SIOB benut onderzoek aan de basis van beleid en activiteiten om de effectiviteit van beleid en activiteiten te verhogen. Daarvoor is een samenhangende kennisbasis nodig. De afgelopen periode heeft SIOB gewerkt aan het in samenhang brengen van (wetenschappelijk) onderzoek, middels een landelijke onderzoeksagenda. Deze agenda wordt verbreed door meer partners aan de agenda te binden. Tevens is er een bijzonder hoogleraarschap ingesteld om wetenschappelijk onderzoek in de sector te programmeren en uit te voeren. Ten behoeve van de visievorming en het kunnen meten van het maatschappelijk rendement van de sector is onder dit hoogleraarschap een promotietraject in gang gezet over het meten van de maatschappelijke opbrengst van de bibliotheek. Onderzoeken die in elk geval in de onderzoeksagenda zijn opgenomen richten zich op thema’s die voor de gehele sector van belang zijn en inzichten bieden die input moeten leveren voor ontwikkeling van beleid of bijsturing daarvan. SIOB voert deze onderzoeken zelf uit, participeert in onderzoeken van anderen (bijvoorbeeld van Stichting Lezen29) of voert in sommige gevallen de regie over een onderzoek. Een aantal voorbeelden uit de onderzoeksagenda zijn: - Meten maatschappelijke opbrengst (MMO). In dit onderzoek wordt een instrument(arium) ontwikkeld

waarmee de maatschappelijke opbrengst van openbare bibliotheken meetbaar wordt gemaakt. In de eerste fase wordt verkend welke dimensies van maatschappelijke opbrengst (outcome) er zijn. Een belangrijk onderdeel van deze fase is het literatuuronderzoek en het kwalitatieve vooronderzoek naar een

29 Een vroege start met boeken, wetenschappelijk onderzoek door de universiteit van Leiden naar de effecten van BoekStart; wetenschappelijk onderzoek naar de Bibliotheek op school door de universiteit van Leiden; Speciaal ontwikkeld Monitorinstrument om leesmotivatie te meten binnen het primair onderwijs.

30

kwalitatieve omschrijving van de functies die de bibliotheken (denken te) vervullen in de samenleving. Deze fase wordt afgesloten met een surveyonderzoek naar het perspectief van de burger. In de tweede fase worden de inzichten uit vooronderzoek en literatuurstudie samengebracht en wordt het meetinstrument ontwikkeld.

- Bezuinigingsonderzoek . In 2009 werd voor het eerst een onderzoek gedaan naar de bezuinigingen door de gemeenten op het openbaar bibliotheekwerk . Sindsdien wordt dit onderzoek regelmatig herhaald. Daardoor kan er een goed beeld van de effecten van de bezuinigingen gegeven worden. Het bezuinigingsonderzoek kijkt terug op wat er de afgelopen twee jaar daadwerkelijk is gebeurd. Tevens wordt in kaart gebracht hoe de bezuinigingen bij bibliotheken zich van 2012 tot en met 2014 verder ontwikkelen en welke effecten de bibliotheken verwachten. Ook wordt er aandacht besteed aan strategieën die bibliotheken kunnen hanteren om bezuinigingen op te vangen.

- Bibliotheekmonitor . Deze monitor beschrijft de stand van zaken en ontwikkelingen in de openbare bibliotheeksector en plaatst deze in een bredere context. Daardoor biedt de Bibliotheekmonitor ook zicht op voor de bibliotheek relevante veranderingen in de maatschappij en op het gebied van andere aan bibliotheek gerelateerde terreinen, zoals media en informatie. De Bibliotheekmonitor bevat een schat aan gegevens over de aspecten van het bibliotheekwerk, zoals het aanbod (aantal vestigingen en omvang van de collecties ), het bereik (incl. beschrijving gebruikersgroepen) het gebruik (omvang uitleningen). Daarnaast zijn er ook bedrijfsmatige gegevens over baten en lasten, personeelsinzet en dergelijke. De Bibliotheekmonitor is onderverdeeld in drie hoofdcategorieën: Trends bibliotheken, Trends media en informatie en Trends maatschappij. Per categorie wordt in een aantal artikelen een overzicht gegeven van de stand van zaken. Er wordt gebruik gemaakt van gegevens uit een groot aantal bronnen, waaronder het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Sociaal en Cultureel Planbureau, de Vereniging Openbare Bibliotheken, onderzoekrapporten van het SIOB en andere organisaties.

- Trendrapportages. Uit de bibliotheekmonitor komen nieuwe trends, relevant voor de bibliotheeksector, naar voren. Op basis hiervan worden trendrapportages opgesteld door SIOB. Deze dienen als onderbouwing voor beleid en aanbevelingen.

- Data-analyse op de data van St. Marktonderzoek Boekenvak (SMB) Het SIOB participeert al een aantal jaren in de onderzoeken van SMB. Om nog preciezer in beeld te krijgen hoe het lees-, leen- en koopgedrag van bibliotheekleden er uit ziet, worden de databestanden van SMB door het SIOB vergaand geanalyseerd.

- Nulmeting Digitale Bibliotheek. De klant krijgt op korte termijn te maken met de digitale bibliotheek. Het onderzoek richt zich op het meten van de mate van gebruik en de tevredenheid van de eindgebruiker van de digitale infrastructuur.

- Dinalog (Rijksuniverstiteit Groningen) Langlopend onderzoek dat inzicht verschaft in de wijze waarop innovatie rond collectiebeleid op het gebied van logistiek en distributie vorm kan krijgen.

Tevens houdt SIOB zich bezig met onderzoeken t.b.v. van de lopende programma’s en projecten. Ook worden evaluatie instrumenten ontwikkeld om resultaten en effecten van de programma’s en projecten structureel meetbaar te maken. Het gaat dan om instrumenten die ontwikkeld worden t.b.v.: - Klik en Tik - Aangepast Lezen onderzoeksprojecten - Laaggeletterdheid - Opleidingsmodules - Bibliotheek op School

SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken: - Onderzoek (wetenschappelijk) staat aan de basis van activiteiten en beleid voor SIOB zelf maar ook in de

sector wordt op deze wijze gewerkt. - Onderzoek wordt zo geprogrammeerd dat het inzicht biedt in de effecten van beleid en activiteiten.

31

- De onderzoeksagenda wordt breed gedragen en geeft landelijk richting aan onderzoek in de sector. Hierdoor wordt synergie bereikt.

- Er is een bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke kennis over de effectiviteit en de maatschappelijke opbrengst van de sector en op basis hiervan is een beleidslijn uitgezet in de sector.

4.4.2 Efficiënte bundeling van gegevens, optimaal benutten SIOB stelt zichzelf ten doel om gegevens die beschikbaar zijn over de sector te bundelen en optimaal te benutten teneinde de kwaliteit en effectiviteit van de sector te vergroten. SIOB heeft de afgelopen jaren gewerkt aan het bijeen brengen van gegevens over de sector zelf. Deze zijn inmiddels ontsloten middels de bibliotheekmonitor. Wel zijn toevoegingen op deze gegevens nodig als het gaat om bijvoorbeeld financiën om het inzicht in de ontwikkelingen binnen de sector te vergroten. Deze gegevens zijn beschikbaar bij verschillende overheden en PSO’s , maar niet goed te matchen. Gevolg is dat er onvoldoende beleidsinformatie beschikbaar is voor alle stakeholders binnen de sector. Om de kwaliteit en effectiviteit van de sector te verhogen en te volgen is het gewenst dat bibliotheken zichzelf kunnen benchmarken ten opzichte van ontwikkelingen in de sector en zouden trendanalyses op basis van de landelijk verzamelde gegevens inzicht moeten bieden in de ontwikkelingen en resultaten van beleid. Op die manier kan meer dan nu het geval is onderzoek aan de basis van de beleidsvorming staan. SIOB richt zich de komende jaren dan ook op de volgende resultaten: - Beschikbare gegevens over ontwikkeling en rendement van de sector worden efficiënt verzameld en

gebundeld. - De landelijk beschikbaar gestelde gegevens worden optimaal benut om de kwaliteit in de sector te

verhogen en staan aan de basis van beleidsvorming.

4.5 Doelen en resultaten Kennisdeler

4.5.1 Van decentrale kennis en vraagstukken, naar landelijk benutten van kennis en oplossingen SIOB stelt zich ten doel om kennis die beschikbaar is binnen de bibliotheeksector te verzamelen en te delen via de Kennisbank30. Om de innovatiekracht binnen de sector te vergroten wordt het kennisinnovatieplatform ingezet. Er is reeds kennis over de branche als geheel verzameld en ontsloten (zie ook doelen expert). Er is een eerste versie van een kennisinnovatieplatform beschikbaar. Maar dit wordt nog niet optimaal benut, er is nog veel decentrale kennis beschikbaar die nog niet is gedeeld. Tegelijkertijd worden er in de lokale situatie oplossingen voor vraagstukken bedacht die ook landelijk benut kunnen worden. Door actief kennis en vraagstukken te delen kan kennis worden hergebruikt en kunnen vraagstukken met elkaar in verband worden gebracht en met meerdere partijen worden opgepakt waar relevant. Het risico dat het ’wiel opnieuw uitgevonden wordt’, wordt daarmee tegengegaan. Het ‘landelijk kennis – en innovatieplatform’ versterkt het innovatieve vermogen binnen de sector en verbetert de prestaties van individuele bibliotheekorganisaties. Tevens draagt het bij aan een meer als een netwerkorganisatie functionerend bibliotheekstelsel, waarbinnen men van elkaar leert en profiteert en optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande kennis en expertise. Indirect levert het platform een bijdrage aan het stimuleren van bibliotheekorganisaties om op nieuwe wijze (bijvoorbeeld digitale platforms) kennis/informatie te delen in de lokale omgeving met gebruikers van de bibliotheek.

30 http://www.siob.nl/kennisbank<http://www.siob.nl/kennisbank

32

SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken: - Er is een gezamenlijk, digitaal platform ontwikkeldmet een daarbij passende aansturing,

ondersteuning en monitoring, waar men wordt gefaciliteerd en gestimuleerd om te komen tot: o Uitwisseling van kennis en ervaringen, zodat men inzicht heeft in voor de branche relevante

ontwikkelingen en van elkaar kan leren. o (Co)creatie van kennis en ideeën, opdat innovatie tot stand komt. o Sectorbrede samenwerking en afstemming (in de uitwisseling, totstandkoming en realisatie

van ideeën) over organisatie- en vakgebiedgrenzen heen, opdat het innovatieve vermogen van de branche profiteert van een integrale, grensoverschrijdende blik en efficiëntie.

4.6 Doelen en resultaten Kwaliteitsbewaker Als Kwaliteitsbewaker wil SIOB een aantal doelen en resultaten bereiken op het terrein van: - Borgen van kwaliteit van de openbare bibliotheken. - Stellen van normen voor de keten in de openbare bibliotheeksector. - Opleidingsstructuur.

4.6.1 Toekomstvaste normen SIOB stelt zichzelf ten doel om de kwaliteit van de openbare bibliotheken te vergroten en bewaken door een toekomstvast kwaliteitssysteem. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan een kwaliteitssysteem voor de sector als geheel met als sluitstuk de certificering van openbare bibliotheken. De VOB en later SIOB heeft hiervoor de processen ingericht en normen ontwikkeld. Deze normen moeten onderhouden worden en vergen aanpassing aan nieuwe ontwikkelingen. Veel bibliotheken zijn reeds getoetst aan deze normen en de processen voor ontwikkeling van normen en toetsing aan deze normen is ingericht. De financiering van de toets aan de norm vindt nu centraal plaats. In andere sectoren is er vaak sprake van een door de sector zelf gefinancierd systeem. Centrale ontwikkeling en onderhoud van de normen en de organisatie van het proces van toetsing werkt inmiddels goed, de vraag is of de financiering van de audit zelf op termijn niet door de bibliotheek zelf gedaan moet worden. SIOB wil de komende jaren de volgende resultaten bereiken: - De normen voor certificering zijn up-to-date en dragen bij aan het verhogen van de kwaliteit in de sector. - Bibliotheken en hun financiers zien certificering als belangrijke voorwaarden en maatstaf voor kwaliteit. - Eind 2013 zijn nagenoeg alle bibliotheken bezocht en gecertificeerd. - Er is samen met de branche een visie ontwikkeld op het eigendom en de financiering van het systeem voor

kwaliteitsborging. 4.6.2 Bijdragen aan specifieke kwaliteitsaspecten SIOB stelt zichzelf ten doel om de kwaliteit van de openbare bibliotheeksector te verhogen door de keten van certificering uit te breiden en te onderhouden. Naast de algemene certificering van openbare bibliotheken zijn er specifieke aspecten waarop gezamenlijke normen kunnen leiden tot verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening van bibliotheken aan de burger. Specifieke aspecten zijn bijvoorbeeld: - Informatie-architectuur: normering op dit punt leidt tot gelijkschakeling van bibliotheeksystemen en

verbetering van de toegankelijkheid en uitwisseling. - Basisdienstverlening PSO’s: normering op dit punt leidt tot inzicht en afdwingbaarheid van

basisdienstverlening door PSO’s aan bibliotheken.

33

- Stelsel aangepast lezen. Hiervoor zijn normen ontwikkeld zoveel als mogelijk aansluitend op die van openbare bibliotheken en is een pilot gestart.

SIOB wil de komende jaren dan ook het volgende resultaat bereiken: - Op specifieke kwaliteitsaspecten in de keten komt de sector tot normering en een systeem voor toetsing.

4.6.3 Toekomstvaste opleidingsstructuur SIOB stelt zichzelf ten doel om de kwaliteit van de openbare bibliotheken te vergroten en bewaken door een toekomstvaste opleidingsstructuur.

De veranderende vraag aan bibliotheken (context, digitalisering) vraagt om actuele op-, en bijscholingsprogramma’s voor het personeel om de kwaliteit van bibliotheken te handhaven en vergroten. De competenties van het personeel op verschillende niveaus behoefden daarom aanpassing. Ook vraagt de veranderende omgeving om een ander soort leiderschap en ondernemerschap in bibliotheekorganisaties.. Het aanbod aan opleiding en scholing was onvoldoende aanwezig en toegespitst op de veranderingen in de omgeving. De infrastructuur rondom opleidingen voor bibliotheekpersoneel is de afgelopen periode opnieuw ingericht. Dit is gebeurd op basis van een onderzoek naar de gewenste competenties van medewerkers. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een competentie index. Deze -index dient als uitgangspunt voor de aanpassingen die inmiddels in het MBO zijn doorgevoerd daar waar het de opleidingsprogramma´s voor bibliotheekmedewerkers betreft. SIOB heeft vanuit haar regierol dan ook inzet gepleegd bij het op orde brengen van de opleidingsstructuur. Dit is nagenoeg afgerond en wordt in 2012 overgedragen aan de branche. SIOB wil de komende jaren het volgende resultaat bereiken: - De infrastructuur voor opleiden, op- en bijscholen van bibliotheekpersoneel is up to date. Onderhoud en

actualisatie van competenties en infrastructuur voor bibliotheek-opleidingen is belegd en de monitorrol is ingericht.

34

5. Communicatie en Marketing In dit hoofdstuk is aandacht voor de wijze waarop SIOB communiceert richting haar doelgroepen. SIOB streeft daarbij verschillende doelen na: - Kennisdeling. - Inzicht bieden in de voortgang van werkzaamheden. - Agendasetting door adviezen van SIOB. - Afstemming van activiteiten. - Bijdragen aan de bekendheid en effectiviteit van activiteiten binnen de sector. - Bekendheid over visie, doelstellingen, rollen en activiteiten van SIOB (korte en lange termijn)

Daarbij zijn verschillende doelgroepen te onderscheiden. - Bestuurlijke stakeholders. Dit betreft de bestuurlijke lagen Rijk, Provincie, Gemeente. SIOB communiceert

naar hen over voornemens en onderzoeken, geeft adviezen (gevraagd en ongevraagd) en levert beleidsinformatie.

- Landelijke stakeholders. Naar deze stakeholders (zoals VOB en SPN) communiceert SIOB vanuit het oogpunt om gezamenlijkheid te creëren waar dat relevant is en kennis te delen en standpunten kenbaar te maken. SPN ook over uitvoering van landelijke diensten.

- Lokale Openbare bibliotheken (inclusief G4) SIOB communiceert met ‘het veld’ om kennis op te halen en te delen, hen te betrekken bij landelijke projecten en te informeren over de voortgang van werkzaamheden.

- Partners. Naast communicatie over werk, kennis, voortgang etc. naar partners, trekt SIOB ook gezamenlijk met partners op in om de communicatie in specifieke programma’s te bundelen en zo breed mogelijk in te zetten. Voorbeelden van partners zijn de Stichting Lezen, Loket Aangepast Lezen, Dedicon, CBB , KB, Mediawijzer.net

- Gebruikers van bibliotheekvoorzieningen. SIOB communiceert niet tot nauwelijks rechtstreeks naar gebruikers van bibliotheekvoorzieningen. In het algemeen gebeurt dit door opdrachtnemers van SIOB zoals het Loket Aangepast Lezen en in enkele gevallen vanuit programma’s zoals Kunst van Lezen. In de toekomst kan dit veranderen als gevolg van bijvoorbeeld de communicatie over de digitale bibliotheek naar eindgebruikers.

- Overige relevante doelgroepen: onder relevante doelgroepen communiceert SIOB over haar rol en werkzaamheden.

- Internationale netwerken. SIOB neemt deel aan internationale netwerken zoals NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe).

Als communicatiemiddelen zet SIOB in: - De website. - Nieuwsbrieven van SIOB zelf en van programma’s. - Publicaties van SIOB en programma’s, bijvoorbeeld brochures en trendrapporten op basis van

onderzoeken zoals de Bibliotheekmonitor. - Deelname aan beurzen en congressen. - Tweemaal per kwartaal expertmeetings. - Kennisdelingevents zoals de Bibliotheektweedaagse. - Kennis- en innovatieplatform om bij te dragen aan het innovatieve vermogen en verbetering van prestaties

van individuele bibliotheekorganisaties en de sector als geheel - De kennisbank met documenten en publicaties die opgevraagd kunnen worden. De kennisbank heeft een

archieffunctie. - Campagnes in het kader van Aangepast Lezen en de geplande promotiecampagne rond de digitale

bibliotheek die eind 2012 van start gaat. Deze campagnes worden niet onder het label van SIOB uitgevoerd, maar wel door SIOB aangestuurd.

- Social Media.

35

- Voortgangsrapportages van SIOB als geheel en over programma’s van SIOB. - Corporate communicatie (folders, jaarverslag, jaarplan etc.).

36

6. Organisatie en partners In dit hoofdstuk is aandacht voor de organisatie (6.1) en de partners van SIOB (6.2).

6.1 Organisatie Ten aanzien van de organisatiestructuur kan het volgende worden geconstateerd: - Voor de besturing is het Raad van Toezicht-model gekozen. De Raad van Toezicht is opgebouwd uit leden

uit de verschillende onderdelen van de bibliotheeksector en 2 leden van daarbuiten, die met name hun kennis van de technologische en politieke omgeving inbrengen.

- Er is één directeur die verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht. - SIOB werkt op dit moment in 7 programma’s. De leiding hiervan is belegd bij programmamanagers

waarvan de directeur van SIOB er één is. - SIOB is een relatief kleine organisatie, waarvan de verantwoordelijkheden en taken in omvang toenemen. - SIOB heeft de regie op ontwikkeling en beheer van de digitale bibliotheek. - Deze nieuwe taken bevinden zich zowel op het terrein van beleid, implementatie/projecten als

uitvoering/beheer. - De afgelopen jaren hebben geleerd dat het combineren van beleidsmatige taken met de coördinerende

uitvoerende taken tot gevolg heeft dat de aandacht voor de beleidsmatige taken versnipperd is. - Een duidelijkere scheiding tussen de taken met een meer beleidsmatig karakter en de taken met een meer

beheersmatig karakter kan bijdragen aan het beter bereiken van de doelen van SIOB.

Uit de strategie van SIOB volgt dat:

o Onderzoek een fundamentele plaats inneemt in het werk van SIOB. Er is echter beperkte capaciteit voor onderzoek beschikbaar.

o SIOB zowel taken met een beleidsmatig karakter (regisseur, adviseur) als meer uitvoerende coördinerende taken (facilitator, kennisdeler) kent.

o Deze taken nauw met elkaar samenhangen. De activiteiten op het terrein van digitale innovatie in belang toenemen.

De omgevingsanalyse laat zien dat regie op het stelsel zich niet alleen zou moeten uitstrekken tot beleidsvorming, onderzoek en kennis, maar in toenemende mate ook regie op beheer van componenten kent.

Dat betekent dat er een heroverweging van de organisatie-inrichting van SIOB aan de orde is. Daarbij is het een overweging om: - Niet alleen te werken in programma’s. - De taken rond strategie en beleid ter ondersteuning van alle activiteiten van SIOB meer te clusteren. Het

gaat dan om activiteiten als de jaarplancyclus, het voorbereiden van MT en RvT en het voorbereiden van adviezen aan stakeholders. Tevens zouden taken rond de partnerstrategie en de bewaking daarvan en het begeleiden van het proces naar de innovatieagenda hierbij kunnen horen.

- De taken rond (wetenschappelijk) onderzoek en kennisdeling duidelijker te beleggen. Taken zijn dan het opstellen en onderhouden van de onderzoeksagenda, het (doen) uitvoeren van onderzoek ten behoeve van programma’s en het bewaken van de uitgangspunten om onderzoek aan de basis, gedurende en ter in te zetten bij activiteiten. Combinatie van deze taken met de taken rond strategie en beleid kan logisch zijn. Bekeken moet worden in hoeverre dit van invloed is op onderzoek dat nu op andere plaatsen wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld bij BNL, PSO’s).

- De coördinerende uitvoerende taken te verdelen in projecttaken en beheertaken, omdat deze anders van aard zijn. Dit verschaft SIOB tevens de mogelijkheid om eventuele nieuwe taken makkelijk in te voegen.

Uiteraard is dit nog onderwerp van uitwerking door directie en MT. Er zal op basis van het nieuwe beleidsplan een zorgvuldig proces plaatsvinden waarbij de huidige inrichting van de organisatie onder de loep wordt genomen en toegewerkt wordt naar een nieuw organisatiemodel.

37

6.2 Partners Zoals eerder aangegeven is SIOB regisseur binnen het bestel, maar kan zij niet zonder partners. De uitdaging is steeds om te komen tot een heldere rolverdeling waarin SIOB haar onafhankelijke positie kan bewaren en tegelijkertijd krachtiger opereert door het sluiten van partnerships. Naast partnerships kent SIOB opdrachttaken die deels worden uitgevoerd door organisaties als Dedicon, CBB, Loket aangepast lezen en Bibliotheek.nl. Uiteraard hebben deze opdrachtrelaties ook een partnership in zich: over en weer benutten SIOB en deze organisaties elkaars kennis om te komen tot betere voorzieningen.

Naast deze organisaties onderscheidt SIOB de volgende partnerships: - Koninklijke Bibliotheek. De nationale bibliotheek neemt een bijzondere plaats in de Nederlandse

bibliotheeksector in. Als archief heeft zij een specifieke taak in het bewaren en beschikbaar stellen. SIOB en de KB versterken elkaar door het benutten van elkaars voorzieningen. Bijvoorbeeld doordat de KB de infrastructuur voor de digitale bibliotheek kan benutten en deze niet zelf hoeft te ontwikkelen enerzijds en dat SIOB als regisseur van de digitale bibliotheek een enorm aanbod kan ontsluiten via de digitale bibliotheek.

- VOB. Als branche-organisatie is de VOB een belangrijke partner voor SIOB. Verantwoordelijkheden van beide organisaties zijn uiteraard wel heel verschillend. SIOB moet zich ook los van de mening van de branche kunnen uitlaten over de richting die zij ziet voor de ontwikkeling van die branche. Tegelijkertijd zijn beide organisaties krachtige partners als zij zich gezamenlijk vanuit de eigen verantwoordelijkheid kunnen inzetten voor ontwikkeling van de sector.

- SPN. De Samenwerkende PSO’s Nederland is een belangrijke partner voor SIOB in regie t.b.v. landelijke diensten.

- Niet openbare bibliotheken. Met deze bibliotheken kan SIOB partnerships sluiten om de publieke voorzieningen beter te laten renderen. Dat kan de vorm hebben van het benutten van elkaars aanbod, kennis en elkaars voorzieningen. In sommige gevallen is sprake van een partnership in de ontwikkeling van innovaties en diensten.

- Erfgoedinstellingen. Ook voor erfgoedinstellingen geldt dat SIOB een partner kan zijn. SIOB kan bijdragen aan de doelstelling om erfgoed beschikbaar te stellen door dit via de digitale bibliotheek te ontsluiten. En het aanbod dat onder regie van SIOB kan worden ontsloten te vergroten. Daarnaast verrichten erfgoedinstellingen inspanningen om aanbod aan content te voorzien van context in de vorm van dossiers, lesbrieven e.d. Door die te benutten kan SIOB de bibliotheeksector helpen hun rol beter in te vullen en door expertise en faciliteiten te delen kunnen erfgoedinstellingen hun aanbod beter en efficiënter ontsluiten.

- Europeana. Als Europese open bibliotheek biedt Europeana veel aanbod, wat een verrijking betekent voor het aanbod van Nederlandse bibliotheken. Het streven moet erop gericht zijn ook meer Nederlands aanbod in Europeana beschikbaar te krijgen.

- Internationale partners. SIOB neemt deel aan internationale netwerken van vergelijkbare organisaties om kennis uit te wisselen en bij te dragen aan internationale beleidsvorming.

- Mediawijzer.net. SIOB is kernpartner in de landelijke netwerkorganisatie Mediawijzer.net, naast Kennisnet, Beeld & Geluid en de Publieke Omroepen.

38

7. Financiën

7.1 Baten op basis van OCW/BIS subsidie (totaal € € 14.440.000) De baten van het SIOB bestaan uit de structurele subsidie van OCW (€ 14.440.000) en de projectsubsidie voor de uitvoering van de opdrachttaak digitale innovatie (€ 17.942.000). Dit laatste bedrag (€ 17.942.000) wordt jaarlijks toegekend en maakt geen deel uit van de Basis infrastructuur (zie ook onder 7. 3.)

Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag (subsidieplafond) is voor de periode 2013 – 2016 lager dan in de voorgaande subsidieperiode. Dit heeft te maken met de toegepaste generieke korting maar in aanvulling daarop is het subsidiebedrag ook extra gekort.

7.2 Lasten op basis van OCW/BIS subsidie (totaal € 14.440.000) De lasten van het SIOB voor activiteiten binnen de Basis Infrastructuur zijn onderverdeeld in beheerslasten (personeel en materieel) en activiteitenlasten (personeel en materieel). Hieronder wordt per categorie een toelichting gegeven.

Categorie Activiteitenlasten materieel

Activiteitenlasten personeel Beheerslasten Totaal

Aangepast lezenden 10.369.793 198.543 214.044 10.782.380

Varenden 259.407 20.474 22.073 301.954 Stelseltaken 1.973.575 780.771 601.319 3.355.665 Totaal basisinfrastructuur 12.602.776 999.788 837.436 14.440.000

Beheerslasten (totaal € 837.436) De beheerslasten zijn op te delen in beheerslasten personeel (€ 422.000) en beheerslasten materieel (€ 415.436). De beheerslasten worden hieronder toegelicht, hieruit blijkt een toename van 5% naar 6% in de vergelijking van de vorige beleidsperiode met de nieuwe periode. Begroting 2010 De begroting 2010 gaat uit van het volgende: de totale lasten bedragen: € 18.167.330, de beheerslasten zijn begroot op € 835.552. Procentueel gezien bedragen de beheerslasten in de begroting 5% van de totale lasten. Beheerslasten 2013 - 2016 De beheerslasten 2013 – 2016 zijn in de voorliggende subsidieaanvraag voor het SIOB begroot op € 837.436. De totale lasten zijn begroot op € 14.440.000. Procentueel bedragen de beheerslasten daarmee 6% van de totale lasten. Er is dus sprake van een lichte stijging ten opzichte van de eerdere jaren (van 5% naar 6%). Dit kan als volgt worden verklaard: het SIOB heeft rekening gehouden met de (50%) lagere subsidie door een aantal direct beïnvloedbare kosten omlaag te brengen (bijvoorbeeld minder personeel en een kleiner kantoor met een lagere huurprijs); echter een deel van de kosten kan niet omlaag worden gebracht omdat het om vaste kosten gaat, die bij een lager vastgestelde subsidie juist zorgen voor een procentueel licht hoger aandeel beheerslasten. Voorbeelden van deze kosten zijn: afschrijvingen op reeds gedane investeringen in IT (servers etc.) en meubilair maar ook zaken als kosten voor data- en telefoonlijnen (dit zijn vaste abonnementskosten die niet dalen als er minder gebruikers zijn) en de kosten voor de beveiliging van het kantoor (alarmsysteem en open- en sluitronde). Het SIOB probeert de beheerslasten zo laag mogelijk te houden zodat de overheidssubsidie zoveel mogelijk ten goede komt aan de programma’s en projecten. Om te kunnen beoordelen of de beheerslasten niet uit de pas lopen met andere instellingen is gekeken of er begrotingen van instellingen openbaar zijn gemaakt zodat

39

er een vergelijking kan plaatsvinden. Op basis van enkele openbaar gemaakte begrotingen van vergelijkbare instellingen kan worden geconcludeerd dat het SIOB lage beheerslasten kent.

7.2.1 Beheerslasten personeel (€ 422.000) De beheerslasten personeel bestaan uit de salariskosten, belastingen en premies die niet direct aan een activiteit zijn gekoppeld. De personeelslasten voor de functies van directeur en secretariaat zijn gedeeltelijk (2/3) te beschouwen als (directe) activiteitenlasten, het overige wordt als beheerslasten opgevoerd. De overige staffuncties (hoofd bedrijfsvoering, jurist, communicatieadviseur en administrateur) zijn volledig als beheerslasten te beschouwen. Daarnaast is het budget voor advieskosten en inhuur van externen met 25% verlaagd. Wel zijn in de beheerslasten opgenomen de kosten die het uitvoeren van de opdrachttaak digitale innovatie met zich meebrengt. 7.2.2 Beheerslasten materieel (€ 415.436) De beheerslasten materieel bestaan uit huisvesting, afschrijvingskosten en overige kantoorkosten. Vanaf 2013 is rekening gehouden met een lager bedrag aan huisvesting dan in de vorige subsidieperiode het geval was. Het SIOB heeft andere huisvesting betrokken die goedkoper is (lagere huurprijs en minder m2). Doelmatige investeringen in meubilair en andere voorzieningen zijn nodig om de nieuwe manier van werken te ondersteunen die nodig is om te kunnen werken met een kleiner aantal m2 aan kantooroppervlakte. Ook is rekening gehouden met benodigde investeringen om thuiswerken mogelijk te maken.

7.2.3 Activiteitenlasten personeel (totaal € 999.788) Het merendeel van de personeelslasten van het SIOB is direct toe te rekenen aan de verschillende activiteiten. Het gaat hier om de functies van programmamedewerkers en programmamanagers maar ook een deel van de kosten van de directie en het secretariaat wordt direct aan de activiteiten (zijnde projecten) doorbelast. De personeelslasten zijn in de periode 2013 – 2016 teruggebracht als gevolg van het lagere beschikbare budget. Het SIOB zoekt de bezuinigingsmogelijkheid vooral in de ondersteunende taken. Dit houdt in dat op het gebied van opleidingen en certificering er in deze periode een wijziging van de financiering zal plaatsvinden waarbij de ondersteuning met rijksmiddelen wordt afgebouwd. Hierover worden nog sluitende afspraken met de branche gemaakt. Ook wordt met de Stichting Lezen gekeken naar een meer doelmatige inzet op het gebied van leesbevordering.

7.2.4 Activiteitenlasten materieel (totaal € 12.602.776) In het meerjaren beleidsplan is aangegeven welke activiteiten het SIOB in de periode 2013 – 2016 zal ondernemen. Hieronder is aangegeven welk budget er voor deze verschillende activiteiten wordt gereserveerd.

Landelijke regisseur ( € 560.000) De activiteiten die onder deze rol worden uitgevoerd staan beschreven in hoofdstuk 4 en verder en betreffen in het kort: - Het realiseren van een nieuwe bestuurlijke inrichting van het bestel en het verankeren in wetgeving (€

180.000); - Het formuleren van een geaccepteerde en vernieuwde visie op de ‘bibliotheek in 2016’ (€ 20.000); - Het afstemmen van de innovaties in de sector (€ 260.000); - Het vormgeven van een gezamenlijk collectiebeleid (€ 100.000); - Het ontwikkelen van de digitale bibliotheek (zie kopje Andere inkomsten van het SIOB) Facilitator (€ 10.929.200) Het budget voor facilitator bestaat voor het grootste deel uit de gelden voor aangepast lezen en varenden, zoals beschreven in par. 4.2.1. Voor varenden is € 259.407 gereserveerd, voor aangepast lezen is € 10.369.793 gereserveerd volgens onderstaande specificatie.

40

Specificatie aangepast lezen

Categorie Bedrag in € Loket (collectioneren, uitlenen, klantencontact) 1.537.865 Productie algemene lectuur (inspreken, moederbestand aanmaken) 2.747.976 Productie kranten en tijdschriften 2.148.759 Productie reliëfwerk 139.561 Aankoop materialen van derden 37.924 Maatwerk en verenigingsdrukwerk 236.729 Opslag 437.152 Distributie audio 1.185.042 Distributie Braille 883.502 Ondersteunende diensten 258.443 Onderzoek en ontwikkeling 347.214 Lezersraad, vrijwilligers 115.080 Integratie budget 529.762 te verrekenen baten (excl. vrijwillige bijdragen) -235.216 Totaal 10.369.793 Voor het vergroten van de taal- en mediavaardigheid is € 300.000 gereserveerd waarmee de doelen beschreven in par.4.2.2 kunnen worden gerealiseerd.

Hieronder volgen de budgetten voor de overige specifieke rollen zoals benoemd de paragrafen 4.3-4.6 van het beleidsplan. Adviseur (€ 80.000) Vanuit een gezaghebbende en onafhankelijke positie adviseert SIOB gevraagd en ongevraagd betrokken stakeholders over de ontwikkeling van de sector als geheel en ontwikkelingen in specifieke regio’s als daartoe aanleiding is. Voor deze activiteit is € 80.000 gereserveerd.

Expert (€ 400.000) SIOB verricht als onderzoeks- en kennisinstituut (wetenschappelijk) onderzoek ter onderbouwing van strategische beleidsvoornemens. Zij monitort de stand van zaken van en effecten op de (maatschappelijke opbrengst van de) sector. Voor deze activiteit is € 300.000 gereserveerd voor het (laten) uitvoeren van onderzoeken en € 100.000 voor het vormgeven van de efficiënte bundeling van gegevens over de sector en het publiceren hierover (o.a. trendrapporten). Kennisdeler (€ 220.000) SIOB bevordert kennisdeling binnen de bibliotheeksector. Dit doet zij door het voorzien in een kennis-innovatieplatform en het stimuleren van kennisdeling onder andere door het organiseren van congressen en kennisdelingsbijeenkomsten. Kwaliteitsbewaker (€ 300.000) Het SIOB bevordert en bewaakt de kwaliteit van het openbare bibliotheekstelsel als geheel. Dit doet zij door certificering van bibliotheken. Communicatiebudget (€ 113.575) Vanuit het communicatiebudget worden de corporate communicatie activiteiten betaald zoals het onderhouden van de website en het publiceren van uitgaves van het SIOB (visiedocumenten, beleidsplannen, verantwoordingen etc.).

7.3 Andere inkomsten van het SIOB Naast de reeds genoemde structurele subsidie van OCW (€ 14.440.000), bestaan de inkomsten van het SIOB

41

ook uit projectsubsidie voor de uitvoering van de opdrachttaak digitale innovatie(€ 17.942.000). Zoals eerder aangegeven, wordt de projectsubsidie Digitale Innovatie jaarlijks toegekend en maakt geen deel uit van de Basisinfrastructuur. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met de stichting Lezen over het doorbelasten van de inzet van een projectleider van het SIOB voor het project Kunst van Lezen (€ 49.312).