Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart...

53
Vaktaal In de scheepvaart

Transcript of Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart...

Page 1: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

In de scheepvaart

Page 2: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Doe de

Vaktaal quiz

Page 3: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. Het schip vaart achteruit

B. Het schip vaart naar links

C. Het schip vaart naar rechts

D. Het schip vaart vooruit

Het schip vaart naar “stuurboord”

Page 4: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Page 5: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dit noemen we Bakboord

Page 6: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

De schip vaart naar rechts

Page 7: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Hier is geen vaktaal voor

Page 8: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. De schipper wil koffie

B. Het schip moet worden vastgemaakt

C. Je krijgt ontslag

D. Je kan de tros meer lengte geven.

Je kan de tros “vieren”

Page 9: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dat krijgt hij zo meteen

Page 10: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan moet je de bolder “beleggen”

Page 11: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Game over

Page 12: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Je kan de tros meer lengte geven

Page 13: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. Het schip vaart weg

B. Het schip gaat aanleggen

C. Het draaien van een schip

D. Het losgooien van een tros

“Meren”betekent:

Page 14: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dit noem je ontmeren

Page 15: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Wanneer we gaan aanleggen met een schip noemen wedit “meren”

Page 16: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dit is keren

Page 17: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Page 18: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. De tros word losgegooid

B. De schipper smeert zijn boterham

C. De tros wordt op de bolder vastgemaakt

D. Het schip gaat aanmeren

“Beleggen”in de scheepvaart betekent;

Page 19: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Page 20: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dat wordt gedaan door zijn vrouw

Grapje hoor vrouwelijke collega’s

Page 21: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Wanneer de tros op de bolder wordt vastgemaakt noemen we dit “beleggen”

Page 22: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Het schip wordt bij aanmeren vastgemaakt

Page 23: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

Je moet de tros “doorhalen”

A. Je moet de tros losgooien

B. Je moet de tros meer lengte geven

C. Je moet de tros aantrekken

D. Je moet de tros vastmaken

Page 24: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Page 25: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan roept de schipper “vieren”

Page 26: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Wanneer de tros wordt aangetrokken noemen we dit “doorhalen”

Page 27: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan roept de schipper “houden zo”

Page 28: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

“Ontmeren” betekent

A. Het schip gaat voor anker

B. Ronddraaien van een schip

C. Aanleggen van een schip

D. Wegvaren van een schip

Page 29: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan gaan we “ankeren”

Page 30: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dit is keren

Page 31: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dit noemen we “meren”

Page 32: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Dit noemen we “ontmeren”

Page 33: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

Je hoort “afstoppen”

A. Je moet van boord afB. De schipper heeft vandaag geen zin in

varenC. Het vaartlopend schip moet stilgelegd

wordenD. Je moet het schip schoonmaken

Page 34: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan mag je van boord afstappen

Page 35: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan heeft hij vette pech

Page 36: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Dit noemen we “afstoppen”

Page 37: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan wordt het schip “afgesopt”

Dat heet in de scheepvaart “boenen”

Page 38: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. Je mag de tros losgooien

B. Je mag de tros vastmaken

C. Het schip is lek

D. Je moet snel van boord af

De schipper roept “lekko”

Page 39: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Dan roept de schipper; “lekko”

Page 40: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

De schipper roept dan: “houden zo”

Page 41: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Gelukkig is het schip niet lek

Page 42: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Nee hoor,

blijf maar lekker aan boord de schipper heeft je nodig

Page 43: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. Je mag de tros losgooien

B. Je mag de tros opruimen

C. Je moet snel weglopen met de tros

D. Je moet de tros schoonmaken

Je moet een tros “opschieten”

Page 44: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Page 45: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Je mag de tros opruimen en netjes “opschieten”

Page 46: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan gaan we “ankeren”

Page 47: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Page 48: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Vaktaal

A. Je mag het voordek schilderen

B. Je mag het voordek schuren

C. Jemag het voordek schoonmaken

D. Je mag het voordek een zoen geven

Je mag het voordek “boenen”

Page 49: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan ga je gewoon schilderen

Page 50: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Dan ga je gewoon schuren

Page 51: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Goed zo

Je mag het voordek gaan schoonmaken.

Dit noemen we aan boord “boenen”

Page 52: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Helaas

Page 53: Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart achteruit B.Het schip vaart naar linksHet schip vaart.

Einde

Alles goed ?