Zonder trends vaart niemand wel

26
Zonder trends vaart niemand wel Trends om te reflecteren op de toekomst Gert Rebergen Robert Mouton Uitgeverij Rebergen Zutphen, mei 2011

description

Trends om te reflecteren over de toekomst.Met paklijst van algemene en specifieke trends.

Transcript of Zonder trends vaart niemand wel

Page 1: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel

Trends om te reflecteren op de toekomst

Gert Rebergen Robert Mouton Uitgeverij Rebergen Zutphen, mei 2011

Page 2: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 2

Zonder trends vaart niemand wel Trends om te reflecteren op de nabije toekomst Mei 2011 ===================================================================

Inhoudsopgave

1. Ten geleide pag. 3 1.1. Een reeks zinspreuken 1.2. Waarom dit werkdocument

2. Trends in Zorg; een discussienotitie (Robert Mouton) pag. 4 2.1. Inleiding 2.2. Globalisering 2.3. Financiën en economisch tij 2.4. Politiek klimaat 2.5. Marktwerking en concurrentie in de zorg 2.6. Consumentisme 2.7. Vergrijzing / demografie 2.8. Personeel 2.9. Andere overwegingen en trends in de zorg 2.9.1 Inclusie 2.9.2 Individualisering 2.9.3 Technologie / ICT / digitalisering 2.9.4 Ketenzorg en zorgpaden 2.9.5 De rol van verzekeraars 2.10. Nawoord Literatuur en afkortingen

3. Trends: een verzameling (Gert Rebergen) pag. 21 3.1. Megatrends 3.2. Trends in zorg & welzijn 3.3. Trends in de consumentenmarkt 3.4. Trends in de zakelijke markt 3.5. Trends in de vraagmarkt 3.6. Trends in de aanbodmarkt 3.7. Trends in de financieringsmarkt 3.8. Tenslotte

4. Slotwoord pag. 26 Uitgeverij Rebergen, Laarstraat 47, 7201 CB Zutphen ISBN: 978-90-800662-0-5

Page 3: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 3

1. Ten geleide 1.1. Een reeks zinspreuken ● Greep hebben op de (nabije) toekomst schept vertrouwen. ● Greep op die toekomst geeft de mogelijkheid om de vraag onderbouwd te beantwoorden of we straks de juiste dingen op de juiste manier zullen doen. ● Greep hebben geeft vertrouwen en controle. Ook al is vaak sprake van de illusie van controle. De (nabije) toekomst laat zich immers maar tot op zekere hoogte kennen. ● Greep hebben op de toekomst geeft het gevoel onzekerheden te managen. ● We zijn gek op doorkijkjes, extrapolaties, projecties, vergezichten, voorspellingen, nieuwe inzichten, visionaire gidsen, anticipaties en trends. ● Bezig zijn met ‘continuïteit in de markt’ vraagt om toekomstgerichte concepten en ideeën, uitgewerkt in plannen en planningen. ● Wie trends selecteert en overtuigend beargumenteert, die blijft. Er kunnen twee typen trends worden onderscheiden: projectieve en constructieve trends. Een projectieve trend geeft het algemeen verloop in de tijd dat een reeks statistische cijfers vertoont, waarbij toevallige en seizoenschommelingen worden gecompenseerd, zodat deze niet meer in de grafiek tot uiting komen. Een constructieve trend geeft een (geschatte) richting van een bepaalde ontwikkeling op basis van kwalificaties. Er is op basis van schriftelijke en digitale bronnen een schier eindeloze en bonte lijst van trends samen te stellen. Selectieprincipes zijn er echter niet, noch waarderingsregels. In het tweede deel van dit werkdocument (1

)zijn de verzamelde trends in de vorm van een geordende paklijst gepresenteerd. 1.2. Waarom dit werkdocument Dagelijks verschijnen vele discussienotities, beleidsstukken en rapporten. Soms dikke, soms dunne; soms geheel uitgeschreven en soms als bullet-document. Als schrijvers behoefte hebben aan trends kan tot op heden worden teruggevallen op een baaierd van boeken, artikelen en het internet. Dit werkdocument is een handreiking om in korte tijd een brede verzameling van trends in handen te hebben, zodat men snel kan beginnen met nadenken over de selectie op relevantie voor eigen gebruik. Hoofdstuk 2 is een discussienotitie op strategisch niveau over trends in de zorg. In hoofdstuk 3 zijn algemene trends en specifieke in de sectoren zorg & welzijn verzameld en in de vorm van een paklijst gepresenteerd. Graag ontvangen we aanvullingen en suggesties om de paklijst te verbeteren. Stuur uw reactie svp naar [email protected]. Gert Rebergen Robert Mouton

1 Geïnspireerd door ‘Shift Happens’ zouden we kunnen spreken van ‘(caring) trendslations’.

Zie: http://stg.nl/action/newsitem/148/Adjiedj-Bakas:-“Shift-Happens&

Page 4: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 4

2. Trends in Zorg: een discussienotitie Dit hoofdstuk is een bewerking van de discussienotitie d.d. maart 2011 die onder dezelfde titel intern bij RMC Groot Klimmendaal te Arnhem is verschenen. 2.1. Inleiding In 1993 bracht de Stichting Maatschappij en Ondernemen een boekje uit over 25 fascinerende trends. (2

) Een kleine greep uit de voorspellingen van toen, met enig kort commentaar: ● centra van grote steden worden door congestie en scherpe parkeermaatregelen steeds slechter bereikbaar met de auto” (juist gebleken). ● inspelen op telematica gaat samen met omvangrijke verbetering van de infrastructuur van de Rotterdamse Haven en Schiphol (de draadloze internetverbinding was nog onbekend). ● op plaatsen waar zich knelpunten in het wegennet voordoen komen doelgroepstroken, ofwel betaalbanen (een alternatief zoals rekening rijden op basis van GPS volgsystemen was nauwelijks denkbaar). ● naar verwachting blijven wij de vrij stugge, betweterige Nederlander die andersdenkenden graag wil overtuigen van zijn eigen gelijk en levensbeschouwing, en vooral van de grote deugden van het Nederlanderschap (dit lijkt juist). Dit zijn eenvoudige voorbeelden om duidelijk te maken dat het mogelijk is om met enige mate van waarschijnlijkheid voorspellingen te doen. Ze zijn natuurlijk niet allemaal waar. Tevoren weet je ook niet precies welke wel en welke niet uitkomen. Voor een deel is dat gelegen in nieuwe uitvindingen (internetmogelijkheden, telematica, GPS), voor een deel ligt dat aan de onvoorspelbaarheid van politieke en economische ontwikkelingen. Om het bovenstaande door te trekken: we weten dat er een tekort aan woningen is en een te veel aan auto’s en we weten ook dat dit niet opgeheven wordt: congestie van het verkeer in de toekomst blijft daardoor een vrij nauwkeurige voorspelling. Kijken naar de toekomst van de zorg betekent ook kijken naar de positie van de zorg: hoe is deze internationaal, maatschappelijk en financieel ingebed? Alleen met de focus op de ontwikkelingen in de zorg, zou voor een beschouwing van relevante trends voor die zorg ernstig tekort schieten. De ontwikkelingen in de telematica, en de opkomst van het verre oosten hebben bijvoorbeeld direct of indirect invloed op de zorg. Zorg is te typeren als de door professionals geboden technische, fysieke en emotionele steun aan mensen met een lichamelijke of geestelijke ziekte, verwonding, aandoening, beperking of conditie die het individuele, sociale of maatschappelijke functioneren belemmert. (3

) Met deze ruim geformuleerde opdracht is de zorgsector de grootste werkgever van Nederland. In economische termen is het de belangrijkste sector. De inbedding, of beter, de mate waarmee het solidaire zorgsysteem is ingebed als sociaal zekerheidssysteem is natuurlijk bepalend voor de mate waarin er van kan worden afgeweken. M.b.t. de zorg zijn er ijkpunten gesteld door de Europese commissie (4

) en in de Nederlandse Grondwet (art.22,1). In deze zin is het belangrijk om te ontdekken dat de Europese zorgsystemen een eendimensionale ontwikkeling doormaken van volledige staatsgeleide systemen naar

2 Beek, W.J. et.al., Kijken over de eeuwgrens, 25 fascinerende trends, Stichting Maatschappij en

Onderneming i.s.m. de stichting Beweton. ’s-Gravenhage, 1993. 3 Poiesz, Th. en Caris, J., Ontwikkelingen in de zorgmarkt, Kluwer. Deventer, 2010.

4 Commissie van de EU, De toekomst van de gezondheidszorg en de ouderenzorg: de toegankelijkheid, de

kwaliteit en de betaalbaarheid waarborgen. (COM, 200, 723 de).

Page 5: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 5

systemen waarin elementen van marktwerking (5) opgeld doen. (6

) Dit geldt ook voor het Nederlandse zorgsysteem (winst is alleen in Nederland nog niet mogelijk in de zorg), al lijkt het van dichtbij soms anders. Het is waar dat de solidariteit daarbij in het geding is, het is ook waar dat de collectief gefinancierde Europese systemen zoals wij die kennen zich in een risicogebied hebben begeven. (7

) Dergelijke bewegingen zijn niet alleen het resultaat van rationele analyse, maar van normatief gedrag, voorkeuren voor redeneringen en vaak ingebed in algemeen politiek – economische opvattingen. De zorg ondergaat daardoor een cultuurverandering waarin het begrip markt aan belang wint en het begrip solidariteit aan belang in lijkt te boeten. Poiesz en Caris schrijven zelfs dat tegenstanders van marktwerking zich gedragen als “dogmatische tegenstanders”, die ”tonen weinig besef van internationale ontwikkelingen”. (8

) Britse zorg wacht aardschok: marktwerking - Met 1,4 miljoen mensen op de loonlijst is het Britse stelsel voor de zorg, de National Health Service (NHS), een bureaucratisch monster dat zijn gelijke amper kent. Sinds de oprichting in 1948 biedt de NHS iedereen 'gratis' zorg van de wieg tot de dood. De NHS gaat op de schop: er komt marktwerking. (9

) Het zorgconcept is in de loop der tijd uitgebreid van het neutraliseren van het negatieve (opheffen ziekte) naar het optimaliseren van het positieve (bevordering van de gezondheid). (10

) Een en ander heeft de Raad van de Volksgezondheid er toe gebracht een advies uit te brengen voor een omslag van ziekte en zorg (zz) naar gedrag en gezondheid (gg). Deze visie is voorgelegd aan een breed publiek met als reactie (o.m.) dat iedereen enthousiast is over deze omslag: de organisatie van de zorg moet anders en alle betrokkenen krijgen een andere rol. Eigen verantwoordelijkheid, eigen regie staat voorop, gestimuleerd door derden (hulpverleners, verzekeraars en werkgevers). (11

) 2.2. Globalisering De benamingen mondialisering en globalisering worden in het Nederlands gebruikt voor het beschrijven van een voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie, met als centraal kenmerk een wereldwijde arbeidsdeling, waarbij productielijnen over de wereld worden gespreid die gedreven worden door de informatie- en communicatietechnologie en door internationale handel. Mondialisering wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van vervoer en telecommunicatie. Ze kenmerkt zich verder door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur. (12

)

Internet, telefoon, faxen en andere communicatiemiddelen zijn ontwikkelingen die de wereld "kleiner maken". Het zijn ook goedkope middelen geworden. Door middel van deze technieken is het heel eenvoudig geworden om fabrieken en bijvoorbeeld productiecijfers te volgen vanaf de andere kant van de wereld, nieuwe ideeën op te pikken en te delen op het internet, enzovoort.

Mondialisering bevordert daardoor de groei van de economie wereldwijd. Echter door onder andere het verschil in economische stand van verschillende landen komt het voor dat mondialisering leidt tot inefficiënt gebruik van grondstoffen (bijvoorbeeld een

5 Poiesz,Th. en Caris, J. op. cit.

6 Gooijer, W. de, Trends in EU health care systems. Springer, 2007, pp. 284 e.v.

7 Ibid., p. 285.

8 Poiesz Th. en Caris, J., opus cit., p.130.

9 Volkskrant, 20 januari 2011.

10 Ibid. p. 270.

11 Meijerink, R., in: RVZ, Van zz naar gg, acht debatten, een sprekend verhaal. Den Haag, 2010.

12 Wikipedia, 2011.

Page 6: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 6

exorbitante hoeveelheid energie die nodig is om goederen die zijn geproduceerd in landen waar de lonen laag zijn, over de wereld te transporteren).

Mondialisering wordt ook in verband gebracht met het afslijten van de nationale grenzen doordat in grote gebieden van de wereld wetgeving en vrij verkeer van kapitaal, goederen en diensten op elkaar worden afgestemd. (13

) In het verlengde hiervan zien veel auteurs een afslijting van de soevereiniteit van natiestaten. Over de mate waarin dit gebeurt, de nieuwe aard van soevereiniteit en de waardering voor dit verschijnsel lopen de meningen uiteen.

In zijn boek “Megatrends Nederland” (14) beschrijft Adjiedj Bakas welke soorten naties hij

in de toekomst onderscheidt. Dit is een beschrijving die gedaan is voor de kredietcrisis: ● supermachten: VS, Japan, Brazilië, Rusland, India, China. ● tijgers: Taiwan, Singapore, Chili, Oman, Vietnam, Zuid-Korea, Thailand, Zuid-Afrika, Polen, Canada. ● slaaplanden: Nederland, Duitsland, Denemarken, Uruguay, Frankrijk, Zweden, Italië. ● grondstoflanden: Nigeria, Venezuela, Argentinië, Australië, Oekraïne, Libië, Koeweit. ● arme landen: Tsjaad, Bangladesh, Myanmar, Kongo, Somalië, Soedan, Pakistan. ● multinationale stammen: homoseksuelen, Chinezen, Indiërs, Koerden. Deze indeling zorgt voor een aanpassing van de internationale orde: de samenstelling van de G20, de samenstelling van de permanente leden van de Veiligheidsraad e.d. Een tweede belangrijke trend die Bakas ontwaart, is de strijd tussen christendom en islam, een strijd die in feite een strijd is tussen kapitalisme en tribaal fundamentalisme. Opvallend is dat hij ook voor Nederland een toekomst ziet van tribalisering. 2.3. Financiën en economisch tij Op grond van demografische projecties (zie verderop) kan de huidige zorgvraag worden geëxtrapoleerd naar de toekomst. Dit veronderstelt natuurlijk een gelijkblijvende samenstelling en patroon van de zorgvraag. Bij ongewijzigd beleid zouden de zorgkosten in 2040 15% van het BNP inhouden (nu ruim 9%). Dit is al jaren bekend. (15

) In feite wordt hiermee gesteld dat er meer vraag is dan er aan kosten zou kunnen worden gedragen. Er zijn natuurlijk beleidswijzigingen geweest in de afgelopen jaren, met name op het gebied van wonen. Enkele gegevens (16

): ● de zorguitgaven stijgen tussen 1999-2007 6,8% per jaar gemiddeld (vanaf 1972: 7,2%). ● tot 2030 is de stijging van het zorgvolume gemiddeld 3,4% per jaar (alleen volume op basis van demografie 1,1%). ● de helft tot driekwart van de uitgavenstijging in de cure is toe te schrijven aan nieuwe technologie. (17

) ● in ziekenhuizen steeg tussen 1999 – 2007 het aantal klinische patiënten met 31% (opnames/heropnames). ● verdubbeling patiënten klinische zorg tot 2030 (gemiddelde stijging 4,7% per jaar). ● de stijgingen uit het verleden zijn veroorzaakt door budgetplafonds, demografie en technologie.

13

Zie ook: Zorgklant makkelijker naar EU-land, Zorgmarkt 19 jan. 2011, www.zorgmarkt.net. 14

Bakas, A., Megatrends Nederland. Scriptum, Schiedam, 2005. 15

Beek, W.J., Kijken over de eeuwgrens. SMO, 1993. 16

RIVM, tijd en toekomst, deelrapport van de VTV 2010 van Gezond naar Beter. Bilthoven, 2010, p.30 e.v. 17

Pomp, M., Een beter Nederland, de gouden eieren van de gezondheidszorg. Balans, Amsterdam, p.31.

Page 7: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 7

De stijging van de zorgkosten en de mate waarin die plaatsvindt, is afhankelijk van het economisch tij en het politieke klimaat. De kosten blijven echter sneller stijgen dan in het meest optimistische economisch scenario kan worden verwerkt. In elk geval is dus sprake van een kraptescenario! Een voorspelling die niet is uitgekomen vanwege een weerbarstig zorgstelsel is de volgende: “De druk op ziekenhuizen om de kosten te verlagen wordt zo groot dat ingrijpende organisatorische maatregelen niet uitblijven. Niet alleen komen er hooggespecialiseerde instellingen die bepaalde ingrepen tegen lagere kosten kunnen verrichten, ook de organisatie van de gewone ziekenhuizen verandert sterk. Lokale gemeenschappen nemen op basis van vrijwilligheid een deel van de verpleegfuncties over, terwijl ook op de eigen familie een beroep wordt gedaan om in de verzorging deel te nemen. Dit sluit aan bij de gewoontes uit andere landen. Hierdoor krijgen vooral migranten een in hun ogen menselijker behandeling”. (18

) Zouden we met dezelfde relativering mogen kijken naar bijvoorbeeld de uitspraak “Welvarende ouderen kiezen steeds vaker voor private zorgvoorzieningen buiten het collectieve bestel, dat dan steeds meer het karakter krijgt van een basisvoorziening voor mensen met lage inkomens”? (19

) Omdat het over de toekomst gaat is een antwoord natuurlijk niet te geven. Wel kan op grond van een ruwmazige omgevingsanalyse een typering gegeven worden van de richting waarin kan worden gedacht als bijvoorbeeld de economische groei doorzet en de private oriëntatie eveneens doorzet. Dergelijke oefeningen vormen een scenarioanalyse. In deze notitie worden er twee aangestipt om duidelijk te maken hoe afhankelijk voorspellingen zijn van economische groei, van een tendens in private oriëntatie (20

) en in het volgende voorbeeld van de mate van technologische ontwikkeling en het continuüm markt en overheid. (21

)

18

Idem. 19

Pomp, M., Een beter Nederland; de gouden eieren van de gezondheidszorg. Balans, Amsterdam, 2010. 20

VWS, Niet van later zorg. 2007. 21

Bokeloh, PH, Naar een onbezorgde toekomst. ABN AMRO, 2007

Economische groei

Collectieve voorspoed

• Verantwoordelijk overheid

• Groei naar overheidsuitgaven

Keuzerijk perspectief

• Grondig herzien sociaal stelsel

• Inkomens- en opleidingsverschillen

• Flexibele arbeidsmarkt

• Internationalisering / R&D

PUB L I E K E O R I EN T A T I E

Samen delen

• Collectieve verantwoordelijkheid

• Slechte groei, wel verdeeld

• Technol. Laag, internat. laag

Selectieve groei

• Individuele verantwoordelijkheid

• Inkomens en opleidingsverschillen

• Do it yourself health care

• Lage arbeidsdeelname

• Effecten vergrijzing hoog

• Techn.laag, internationalisering laag

P R I V A T E O R I E N T A T I E

Lage economische groei

Page 8: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 8

Figuur 1: mate van economische groei versus de mate van publiek- private oriëntatie (gemoduleerd naar: VWS, Niet van later zorg, 2007, p.29) Met behulp van de OECD Health data ontstaan dan 4 scenario’s. De groei van de zorguitgaven is het hoogst in het scenario “Keuzerijk perspectief”, dan volgt “Collectieve voorspoed”, dan “Selectieve Groei” en tot slot het scenario “Samen Delen”. Het aandeel van de private uitgaven in het “Keuzerijk perspectief” is enorm, in de “Selectieve Groei” substantieel. Als we op dezelfde manier de dimensies “mate van technologie” en “overheid - markt” tegen elkaar afzetten dan ontstaat de volgende figuur.

Figuur 2. De dimensie overheid-markt afgezet tegen de snelheid van technologische vooruitgang (uit: ABN AMRO, Naar een onbezorgde toekomst, jan. 2007, p.13)

In dit geval zijn de twee scenario’s ruwweg te combineren. Er is immers een vergelijkbare dimensie in beide oefeningen aanwezig (publiek – privaat en overheid – markt). Dat betekent dat een driedimensionale voorstelling is te maken (in de vorm van een kubus (22

)) met in elk van de drie vlakken één van de dimensies. Maar uiteraard kunnen ook gewoon één voor één combinaties worden gemaakt. Bijvoorbeeld: hoge private oriëntatie kan gepaard gaan met lage technologische groei en lage economische groei. De scenario’s selectieve groei (fig.1) en market maker (fig. 2) worden dan gekoppeld. Als oefening kan worden bezien van welke combinatie van kwadranten uit de twee figuren gedacht wordt dat er de eerstkomende jaren rekening mee moet worden gehouden. Daarbij moet ook gelet worden op reflexen die uit het huidige paradigma voortkomen. Zo is door de economische crisis een dermate grote druk op de overheidsuitgaven gekomen dat ook ingrepen in de zorg niet achterwege blijven. Ook al is grotendeels sprake van een

22

Zie Poiesz, Th, en Caris, J., Ontwikkelingen in de Zorgmarkt, een strategische analyse. Kluwer, 2010, pp. 147.

Overheid markt

Overheidsingrijpen vanwege privacy risico’s Eén verzekeraar Veel specialisatie, weinig standaard Aanbodsturing ERP Grens dicht voor zorgtoeristen

Beheers de vooruitgang

Groter basispakket Weinig innovatie Technologie aversie Menselijke holistische benadering Wachtlijsten Toenemende collectieve lasten

Menselijke Maat

Level Playing Field Standaardisatie / Schaalvergroting Horizontale integratie Intern. Concurrentie zorgketens en verzekeraars Reputatie belangrijk

Geen grenzen

Marktwerking niet door technologie maar opgelegd door overheid Verschralend basispakket Huidige inefficiënties weggewerkt Ontschotting Verticale integratie Aandacht preventie Lokaal gericht Market Maker

Snel Technologie tra

Page 9: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 9

sociale verzekering. Budgetmaatregelen worden genomen en verdere marktwerking, aldus minister Schippers, is deze kabinetsperiode inzet van verandering. (23

) Daarbij wordt overigens gedoeld op marktwerking binnen het publieke bestel (m.n. het z.g. B-segment), wat in feite een open eind financiering inhoudt in een gebudgetteerde omgeving. Een dergelijke paradox zal op enig moment toch opgeheven moeten worden. Dit illustreert dat een economische tegenslag kan leiden tot toename van aanbodgerichtheid en vraaggerichtheid op hetzelfde moment: marktwerking onder budget. Een ander fenomeen is de bespreekbaarheid van winst (zie regeerakkoord 2010), ondanks de sterk ingebedde regelgeving van de zorg in de sociale zekerheidswetgeving. Daarbij (zie verderop) wordt gedacht dat er behoefte aan privaat kapitaal is. (24

) Sommige auteurs stellen dat het in de gezondheidszorg essentieel is om niet te denken of te handelen alsof er een trade-off tussen kosten en kwaliteit bestaat. Het gaat om waardecreatie rond patiënt: ketenzorg heeft zijn wortels in deze gedachte. 2.4 Politiek klimaat Dat het politieke klimaat sterk afhankelijk is van het economisch tij is bekend. Bij een recessie is het altijd de vraag welke economen je moet volgen, degenen die beweren dat overheidsuitgaven – althans voorlopig – de ergste gaten moeten dichten, en degenen die hameren op de grenzen van wat de staatskas aankan. In de Nederlandse politiek schuift het accent van de een naar de ander. In een recessie is het politieke klimaat echter overwegend voorzichtig en behoudend. In de gezondheidszorg heeft dit tot gevolg dat er extra druk op de uitgaven ligt. (25

) Tegelijkertijd is de gezondheidszorg voorwerp van verschillende ideologieën die in meer of mindere mate door politieke partijen zijn geadopteerd. Is de huidige gezondheidszorg nog ingebed in een ideologie van solidariteit in termen van betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit, er is een stroming die steeds meer gewicht lijkt te krijgen die hiertegenover beginselen als ‘autonomie’, ‘eigen verantwoordelijkheid’ en ‘keuzevrijheid in particuliere risico’s en verzekeringen’ stelt. Een andere variant is de uitvoering van zorg rechtstreeks door de overheid. In Nederland is op een pragmatische wijze onderscheid gemaakt: 1: risico’s die via een volksverzekering worden afgedekt (ZVW en AWBZ) die worden uitgevoerd door particuliere verzekeraars. 2: aanvullende polissen die op basis van vrijwilligheid door dezelfde verzekeraars worden Verstrekt. 3: een voorzieningenwet (WMO) die door de gemeenten wordt uitgevoerd. Het Nederlandse systeem is daarmee zodanig vormgegeven dat het de zojuist benoemde tegenstellingen in het politieke spectrum omsluit: 1: solidariteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor het basispakket (ZVW) en de AWBZ, beiden geven recht op zorg. 2: eigen verantwoordelijkheid voor een aanvullend pakket. 3: de WMO die de gemeente verplicht voorzieningen te treffen voor een aantal beleidsvelden (geen individueel recht op zorg). Omdat dit systeem de ideologieën juist omsluit zal discussie veelal binnen dit systeem plaatsvinden: marktwerking als beweging tussen de ZVW en het aanvullend pakket, of discussie over de verschuiving van ZZP’s, of discussie over een beleidsveld. Deze omsluiting verklaart ook dat zelfs een discussie over grote veranderingen en

23

Zorg die loont, brief van de minister van VWS aan de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 14 maart 2011. 24

Financiering vindt altijd al privaat plaats, het gaat om verkoop en aandeelhouderschap als financieringsvorm. 25

ZVW en AWBZ samen hebben voor 2010 al een geprognosticeerd negatief exploitatiesaldo van 4,145 miljard euro (bron: www.cvz.nl).

Page 10: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 10

verschuivingen tussen verzekeringen (toekomst AWBZ) politiek gezien nauwelijks gevoerd kan worden. Uiteraard zijn daar ook andere redenen voor. Als we echter naar de grote lange termijn bewegingen kijken dan is er afhankelijk van het financieel economische tij, de globalisering en met de focus op marktwerking in de zorg toch een beweging te ontwaren naar marktwerking. Klotst deze marktwerking nu nog aan tegen een opgeworpen dijk van juridische beginselen en wetgeving, er kan een keer een dijkdoorbraak plaatsvinden. Als bijvoorbeeld door rechterlijke uitspraken (Europese Hof) wordt vastgesteld dat de onderhandelingen die nu al plaatsvinden tussen particuliere aanbieders en particuliere verzekeraars en die op basis van prijs en kwaliteit tot stand komen, meer het karakter hebben van een markt dan van een handeling in de publieke sector, dan kan zo’n dam doorbreken. Marktwerking sijpelt niet alleen in termen van feitelijk gedrag door, het jargon, de manier van denken en de voorbeelden waaraan men zich spiegelt worden voor een deel uit ‘de markt’ gehaald. Ook is het bewustzijn van de voordelen van de sociale verzekeringen (ZVW en AWBZ) misschien minder aanwezig. 2.5. Marktwerking en concurrentie in de zorg Met de introductie van het begrip marktwerking worden de verhoudingen tussen de private en de publieke elementen in het zorgsysteem door elkaar geschud. Opeens zijn adherentiegebieden markten, heeft verwijsgedrag een marketingfocus en komen publiek geborgde financieringen in ruw vaarwater. In het regeerakkoord (2010) is zelfs expliciet opgenomen dat winst mogelijk moet worden en dat privaat kapitaal moet kunnen worden aangetrokken. Op aandeelhouderschap kan beursnotering volgen en beursnotering op zijn beurt wordt afgerekend op winst en winstvoorspellingen, op marktpositie, cliëntenscore en goede zorgverkoop. (26

) Is er in 2007 nog sprake van een bescheiden start met privaat kapitaal (27

), in 2011 maken diverse ondernemers zich op om privaat te (laten) investeren in de zorg (ING, Maljers, de Winter). Investeringen die vanzelfsprekend opbrengsten moeten genereren in economische zin (in euro’s). Daarnaast begint het bespreekbaar te worden om investeringen in de zorg in een getalsmatig zorgresultaat uit te drukken in een meeropbrengst (28

): zorguitgaven zijn niet alleen kosten. De ontwikkeling van marktwerking is niet alleen een beleidsmatige aangelegenheid op macroniveau. Alle zorgorganisaties hebben er in meer of mindere mate mee te maken. De regelgeving is dermate aangepast dat marktwerking, hoe dun ook, wordt afgedwongen. (29

) Deze ontwikkeling heeft invloed op de manier waarop zorgbedrijven zich aanpassen. Een viertal ontwikkelingsfasen wordt onderscheiden (30

): ● charitatieve fase ● professionele fase ● bedrijfsmatige fase ● integrale fase: een effectieve organisatie is niet alleen kostenbewust, maar ook kwaliteitsbewust en resultaatgericht. (ook in benchmark). Voorbeeld: een Triple A is de hoogste score in klantenoordeel, perspectief medewerker en bedrijfsvoering.

26

Vaak wordt over gereguleerde concurrentie in de zorg gesproken; zie ook RIVM, Zorgbalans 1010. Bilthoven, pp. 218-226. Dit is ook marktwerking, maar met regisserende partijen. 27

Bokeloh, Ph. et.al., Naar een onbezorgde toekomst, gezondheidszorg moet je kiezen. ABN, 2007. 28

Pomp, M., Een beter Nederland, de gouden eieren van de gezondheidszorg. Balans, Amsterdam, 2010. 29

Mouton, R.F. en Kooij, R.van, Modernisering van de Gezondheidszorg. SWP, Amsterdam 2006. 30

Poiesz, Th. en Caris, J. op.cit.

Page 11: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 11

Voor volledige marktwerking zijn er voorwaarden waar de zorg vanuit andere uitgangspunten (betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid) vooralsnog niet aan zal kunnen voldoen: zaken als vrije toegang, vrije keuze en een directe ruilrelatie zijn vooralsnog niet aan de orde. De markt is onvolkomen en dat kan leiden tot een focus op kosten en tot monopoliegedrag. (31

) Vaak wordt net gedaan of er geen marktwerking is. De urgentie is echter hoger dan de meeste zorgbestuurders zich realiseren. Wie zich niets van veranderingen in vraagaanbodverhoudingen aantrekt, loopt het risico dat andere partijen de door de vraag gelegitimeerde macht grijpen en de regie overnemen. (32

) De hoofdvraag die nu gesteld wordt is: kun je niet alleen feitelijk de komst van marktwerking negeren, of kun je het je permitteren om zonder een missie en visie die doordrongen is van marktwerking te werken? (33

) Kortom, is marktwerking niet een dusdanig (collectieve) drijvende kracht geworden in de zorg, dat je verplicht bent om in al je beleid je als marktpartij te gedragen? Als dit antwoord bevestigend is dan zal dat vanzelfsprekend in de missie tot uitdrukking dienen te komen. Dit betekent dat de reikwijdte van de missie niet beperkend van aard is (ik doe wat ik doe), maar verbreedt t.o.v. de huidige activiteiten, een positionering claimt (markt / conculega’s) en als zodanig een stuwende kracht kan zijn voor de organisatie. 2.6. Consumentisme Eén van de consequenties van een toename van marktwerking is de introductie van een vorm van consumentisme. De aanbodgerichtheid van het complexe zorgsysteem verandert geleidelijk in een vraaggericht systeem. De monopoliepositie van zorgaanbieders verdwijnt, prijsconcurrentie krijgt zijn beslag en evenals in het bedrijfsleven wordt naar een betere (markt-)positie gezocht door schaalvergroting van bedrijf en beheer. (34

) Tegelijkertijd lijkt er op dit moment in de zorg overigens schaalverkleining plaats te vinden van het feitelijke aanbod (m.n. kleinschalige woonfuncties in de AWBZ). Er dient in een concurrerende omgeving uiteraard rekening te worden gehouden met nieuwe toetreders, met internationaal opererende bedrijven en de bedrijfsvoering zal verder (moeten) professionaliseren: meer aandacht voor back office, snelheid en relatiemarketing. Samenwerking in de keten versterkt ook de positie t.o.v. cliënt en verzekeraar: ketenmanagement en partnering wordt er door gestimuleerd. Doelgroepen worden verbreed, profilering vindt meer plaats door klantvriendelijkheid en kwaliteit en minder op inhoud. Dit “zorgconsumentisme” wordt wettelijk verankerd (Wet Cliëntenrechten Zorg – WCZ (35

)). De competitie of concurrentie is een strijd om de gunst van de cliënt. Eenzijdige concurrentie op prijs of kwaliteit werkt niet. Het gaat om complete dienstverlening en eindresultaat. (36

) Gezondheidszorg is dus het realiseren van klantdoelen (dat kan organisatieoverstijgend zijn). Belangrijk is te beseffen dat het klanten gaat om de full cycle of care, organisaties om een deel. (37

)

31

Ibid. 32

Ibid. 33

De tegenstelling feit en juridisch kader is bijv. uitgewerkt in: Mouton, R.F., Ondernemen met de handen op de rug. HMF-magazine, nr. 2, 2005. 34

RVZ, Schaal en zorg. Den Haag, 2008. 35

Samenvatting Wet cliëntenrechten zorg, een wetsvoorstel om de rechtspositie van de cliënt te versterken, brochure rijksoverheid. 2010. 36

Michael Porter, in: Poeisz Th. en Caris, J., opus cit. 37

Ibid.

Page 12: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 12

Enkele invloeden op de klantwaarde (38) zijn de sterkere klantgerichtheid: processen zijn

zich in toenemende mate aan het vormen rond de klant en de toenemende mogelijkheden van toegang tot informatie (internet, IT). Bij een strak prijsregime (alle DBC’s en ZZP’s zijn getarifeerd) wordt de focus op kwaliteit gelegd en is men relatief sterk afhankelijk van de effectiviteit van marketing. Dit in een context van demografische ontwikkelingen (dubbele vergrijzing) en vervaging van de grenzen tussen sectoren. Rekening moet worden gehouden met kortere product life cycles. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het vasthouden van de klant (en verwijzers) in de competitieve omgeving dus belangrijker wordt. In de literatuur wordt wel gewag gemaakt van de blue ocean strategy die je er op na zou kunnen houden. Conventies leiden tot een red ocean; het bloedbad dat ontstaat omdat iedereen hetzelfde doet. Hoe kleiner het territorium hoe groter de territoriumdrift en hoe feller de bereidheid dit te verdedigen. (39

) Bij gegarandeerde financiering is er geen rode oceaan, maar is iedereen vast op eigen positie. Zodra marktwerking komt kijken en de gunst van de afnemer de inkomsten bepaalt worden de messen geslepen! De reflex is het bestaande te handhaven of een variant ervan te doen (meer van het zelfde door schaalvergroting); als alles maar zoveel mogelijk bij het oude blijft. In een tijdperk voordat er messen worden geslepen kan de meest optimale positie al worden nagestreefd. Op dit moment liggen in de zorg de grenzen en markten open als nooit tevoren (40

) (bakkers concurreren niet alleen met bakkers). Zoals eerder vermeld is in deze ‘beweging’ ook het zorgconcept uitgebreid van het neutraliseren van het negatieve naar het optimaliseren van het positieve. (41

) Dit is ook terug te vinden in een van de laatste adviezen van de Raad voor de Volksgezondheid, met als titel: ‘Van zz naar gg’ (Van zorg en ziekte naar gezondheid en gedrag). (42

) Het zijn met name de combinaties van aanbieders, zorgfasen en zorgconcepten die intrigerend zijn. Aan de ene kant zorguitbreiding, aan de andere kant vervaging van het domein. (43

) Er ligt tegelijkertijd (!) een overweldigende commerciële potentie buiten het domein van de zorg klaar om de sprong naar de zorg te maken. (44

) Bij problemen in de markt en de marktpositie wordt vaak gekeken naar fusie als strategische uitweg. Het is de vraag of dit de gesignaleerde problemen in de praktijk oplost. Tegelijk geldt dat fusies kunnen voorkomen dat problemen ontstaan. De voorsprong van de bestaande zorgpartijen ten opzichte van welwillende buitenstaanders is gelegen (zou gelegen moeten zijn) in een goed klantencontact en vertrouwen bij de stakeholders. 2.7. Vergrijzing / demografie Het vraagstuk van de houdbaarheid van de gezondheidszorg in het algemeen en de ouderenzorg in het bijzonder is veel urgenter dan burgers wellicht vermoeden. Zonder ingrijpende wijzigingen in beleid zullen burgers geconfronteerd worden met forse premiestijgingen, pijnlijke beperkingen in het pakket en hogere eigen risico’s en bijbetalingen: ingrepen die de kwaliteit van zorg uithollen en de toegankelijkheid aantasten. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat de arbeidsmarkt de groeiende vraag naar zorg niet zal kunnen beantwoorden en ook de mantelzorg tegen 38

Poeisz, Th. en Caris, J., opus.cit., p.226. 39

Kim, W. Ch., Mauborgne, R., Blue Ocean Strategy. Harvard Business School Press, 2005. 40

Poiesz, Th. en Caris, J., op. cit., pp. 263-272. 41

Ibid. p. 270; in feite geldt dit ook voor doelstellingen die buiten de directe zorg vallen: vermaatschappelijking, integratie, inclusie. 42

RVZ, van zz naar gg, Den Haag, 2010. 43

Poiesz, op.cit. p.270. 44

Ibid. p.271.

Page 13: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 13

grenzen opbotst. Meer geld voor ouderenzorg in het regeerakkoord is een sympathiek gebaar, maar wekt ten onrechte de suggestie bij burgers dat we op dezelfde weg verder kunnen. Tenzij we bereid zijn om de premies voor de AWBZ structureel met 3% per jaar te laten stijgen, hetzelfde bedrag jaarlijks dat nu eenmalig extra in het regeerakkoord wordt uitgetrokken, zullen we een ander perspectief moeten creëren dat de druk op de professionele zorg op verantwoorde wijze vermindert. Dat andere perspectief ontstaat wanneer wordt gekeken naar de wensen van burgers zelf: zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen in de eigen omgeving. Het gaat erom om voorzieningen naar burgers te brengen in plaats van andersom en hen vervolgens ook de regie te geven over het verlenen van informele zorg. (45

)

In Nederland zal het aantal 65+'ers stijgen van 2,4 miljoen in 2008 via 3,7 miljoen in 2025 naar maximaal 4,5 miljoen in 2040. Het aantal 80+'ers zal in dezelfde periode meer dan verdubbelen. De potentiële beroepsbevolking krimpt vanaf 2019 als gevolg van dezelfde demografische factoren: vergrijzing en ontgroening. In 2040 zal circa 26% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder zijn, tegen nu ongeveer 14%. (46

) Natuurlijk hebben deze cijfers rechtstreeks invloed op de zorgconsumptie en op de arbeidsmarkt. Ouderdomskwalen, eenzaamheid en kostenontwikkelingen gaan met deze voorspellingen hand in hand. Ook geeft het direct verandering in de aantallen van ziekte- en doodsoorzaken tot gevolg. (47

) Het totale zorgvolume zal stijgen met 3,4% per jaar. (48) De demografische druk als onderdeel hiervan is ongeveer 1% per jaar. Voor de ouderenzorg is de demografische druk 2,5% uitmondend in een totale gemiddelde groei per jaar van 4,2% per jaar! (49

) Beperking van het zorgvolume is op termijn niet reëel: de afgelopen 40 jaar is op één uitzondering na jaarlijks consequent sprake van stijging. Op ziekteniveau betekent dit op basis van onderzoek bijvoorbeeld een stijging in de kosten voor de diagnosegroep ‘beroerte’ van 3,2% per jaar (!) resulterend in een stijging van 2,2% tot 2,9% aandeel in de zorgkosten tussen 2007 en 2030. (50

) Dit is, hoe vreemd het ook moge klinken, dus een groeimarkt. De grijze druk wordt nog eens versterkt doordat de levensverwachting in 2050 stijgt tot 88,1 jaar voor vrouwen, en 83,8 jaar voor mannen. De totale druk op de gezondheidszorg gaat gepaard met het verlaten van de babyboomgeneratie van de arbeidsmarkt en minder bevolkingsgroei. Dit tezamen leidt tot grote veranderingen in politieke verhoudingen, pensioenstelsels, personeelsgebrek, druk op de toegang tot zorg en op het verzekeringssysteem. Nu al valt er een trend te ontwaren waarin welvarende ouderen steeds vaker kiezen voor private zorgvoorzieningen buiten het collectieve bestel, dat dan steeds meer het karakter krijgt van een basisvoorziening voor mensen met lage inkomens. (51

) De vraag naar zorg zal veranderen doordat de oudere van morgen meer eigen regie wil houden. Daardoor zal een verschuiving plaatsvinden van grootschalig en intramuraal naar kleinschalig en extramuraal. Ontwikkelingen in de vraag naar zorg geven alle reden om meer focus te leggen op vormen van ketenzorg (tussen eerste lijn en cure, tussen care en cure, maar ook tussen welzijn en zorg) op zorgnetwerken en op een zo goed mogelijke ondersteuning van de zelfredzaamheid van de cliënt. (52

) 45

Bannenberg, G., FD selections. 26 jan. 2011. 46

RVZ, Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Den Haag, 2011, pp 18-19. 47

RIVM, tijd en toekomst, deelrapport van de VTV 2010 Van gezond naar beter, pp. 26-27. 48

Ibid. p.30. 49

Ibid. p.42, 43. 50

Ibid. p.43. 51

Pomp, M, Een beter Nederland. Balans, Amsterdam, 2010. 52

RVZ, Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Den Haag, 2011, p.22.

Page 14: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 14

2.8. Personeel Zorg wacht enorm personeelstekort. (53

)

De kwaliteit van de zorg zal de komende decennia ernstig verslechteren door een ‘dramatisch’

tekort aan personeel. Onorthodoxe maatregelen zijn nodig om het werk in de zorg aantrekkelijker

te maken en om de toekomstige forse groei van het aantal zorgafhankelijke patiënten af te

remmen. Dat concludeert de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in een rapport (54) dat

donderdag is gepresenteerd. De Raad spreekt van een arbeidsmarkttekort dat in omvang niet te

vergelijken valt met eerdere tekorten. De komende decennia zijn 700 duizend extra werknemers

nodig (55), bovenop de miljoen personeelsleden die nu al in de zorg werken. Die zijn volgens de

Raad niet te vinden, zeker niet als de economie goed draait en er volop banen buiten de zorg

beschikbaar zijn. De Raad presenteert een doemscenario dat onafwendbaar lijkt bij ongewijzigd

beleid. Ouderen die hulp nodig hebben bij het eten zullen dan astronautenvoeding krijgen

toegediend, verpleeghuisbewoners zullen moeten verhuizen naar landen waar meer personeel

beschikbaar is en familie zal voor zorgbehoeftige naasten buitenlandse hulp moeten inhuren. Door

de vergrijzing neemt het aantal hulpbehoevenden fors toe; zo zal het aantal dementerenden naar

verwachting verdubbelen tot 400 duizend in 2050. De potentiële beroepsbevolking daalt echter.

Het personeelstekort in de zorg zal volgens de Raad structureel zijn tot ver na de piek van de

vergrijzing, die in 2035 valt.

Voor de korte termijn is er slechts een beperkte, met name regionale spanning aanwezig tussen vraag en aanbod van arbeidskrachten in de zorg. Ook zijn er tekorten aan specifiek gekwalificeerd personeel als OK- en IC-verpleegkundigen en specialisten ouderenzorg. De zorgvraag blijft echter stijgen en zal ook complexer worden. Puur door demografische factoren zal het aantal dementerende ouderen sterk stijgen in de komende periode, en daarmee ook de omvang van de zorgvraag. Het beschikbare arbeidspotentieel daalt door dezelfde demografische ontwikkeling. Op de middellange termijn (vijf jaar) krijgt de zorg grote problemen met de personeelsvoorziening, zeker als de arbeidsmarkt aantrekt. Wat heel duidelijk naar voren kwam was de grote uitstroom van medewerkers die de overheid te wachten staat (56

): hoe harder de economie groeit hoe groter de effecten. Voor de langere termijn zijn de verwachtingen zorgwekkend. (57

) Het beslag dat de sector zorg legt op de arbeidsmarkt zal verder toenemen van de huidige 14% naar circa 17%-23% in 2030. De RVZ ziet het omslagpunt naar beschikbaar zorgpersoneel in 2019. (58

) Er moet voor de middellange en lange termijn dus uitgegaan worden van een groeiende discrepantie tussen een stijgende vraag naar zorg en krimpend aanbod van arbeidskrachten. (59

)

Technologische innovaties kunnen mogelijkerwijs voor een klein deel het tekort compenseren (60

), maar niet voor niets wordt in de zorg gesproken van een Baumol-

53

Volkskrant 15 sept. 2006. 54

RVZ, arbeidsmarkt en zorgvraag. Den Haag, 2006. 55

Dit aantal is bijgesteld tot 450.000, zie RIVM, op.cit., p.46. 56

Verbond Sectorwerkgevers Overheid (et al), De grote uittocht, vier toekomstbeelden van de arbeidsmarkt van onderwijs- en overheidssectoren. 2010. 57

zie ook RIVM, van gezond naar beter, kernrapport van de VTV. Bilthoven 2010, pp 86-91. 58

RVZ, Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Den Haag, 2011, p.20, p.22. 59

Ibid.p.21. 60

Ibid.pp. 21-22.

Page 15: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 15

effect: een stijgend aandeel van de zorgkosten omdat in vergelijking met andere sectoren de stijging van de arbeidsproductiviteit achterblijft omdat de zorg aan het bed niet afneemt. (61

)

Het spreekt voor zich dat ook sectoren die nu relatief gemakkelijk personeel weten aan te trekken en te behouden zich in dezelfde kraptemarkt zullen begeven. 2.9. Andere overwegingen en trends Voor de zorg belangrijke overwegingen en trends zijn: ● inclusie. ● individualisering. ● technologie/ ICT/ digitalisering. ● ketenzorgondernemingen / zorgpaden. ● de rol van verzekeraar. 2.9.1 Inclusie Inclusie betekent de insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie staat tegenover validisme. De begrippen inclusie en integratie vullen elkaar aan in de hedendaagse maatschappij. Inclusie wordt gebruikt in het discours rond allochtonen, kansarmen en mensen met een handicap / functiebeperking. Het is een belangrijke topic in de gehandicaptensector, naast recht op arbeid, ondersteuning, non-discriminatie, redelijke aanpassing en positieve actie. De verantwoordelijkheid tot ‘aanpassing’ ligt niet bij een sociaal achtergestelde groep, zoals bij integratie. Het is de maatschappij die zich aanpast en diversiteit als een meerwaarde ziet. Hindernissen voor sociale participatie worden (letterlijk en figuurlijk) verwijderd, zodat iedereen naar bestvermogen kan deelnemen aan het maatschappelijk leven. Inclusie is terug te vinden in het onderwijs (inclusief onderwijs), vrijetijdsbesteding (een gemengd café, naar een ‘gewone’ fuif gaan, of op reis), in tewerkstelling (de participatie van de gebruiker met een handicap in sociale tewerkstelling en de tewerkstelling van mensen met een functiebeperking binnen het gewone of reguliere arbeidscircuit) en in het wonen (begeleid wonen, beschut wonen en semizelfstandig wonen). Inclusie is onder meer een reactie op het dominerend medisch perspectief op mensen met een functiebeperking, dat alleen oog had voor de individuele beperking. Door de eeuwen heen werden 'invaliden' op alle mogelijke wijzen uit de maatschappij geweerd (dood, foltering, te vondeling leggen of opsluiten), of verplicht zich tot elke prijs in te passen (integratie). Inclusie staat voor gelijkwaardigheid en volwaardig burgerschap, en komt voort uit het sociaal-politiek perspectief op mensen met een functiebeperking, die de verantwoordelijkheid voor de handicap deels bij de samenleving legt. Hoewel inclusie nog steeds een 'insluiting' betekent, is dit een stap naar een samenleving zonder drempels.

De slogan luidt: inclusie moet waar het kan, een afwijkende aanpak slechts indien nodig.

De persoon met een handicap heeft vooral mogelijkheden die toegang geven tot alle segmenten van de maatschappij. (62

) 2.9.2 Individualisering Individualisering is het proces waardoor mensen meer als individu in plaats van als groep in de samenleving komen te staan. Dit proces is met de industrialisatie op gang gekomen

61

Wikipedia, 2011; zie ook: Kam, F., de en Nypels, F., De zorg van Nederland, waarom de gezondheidszorg tekort schiet. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2001, P. 145. 62

Ibid.

Page 16: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 16

en tegenwoordig wordt de Westerse wereld als geïndividualiseerde wereld gezien. De industriële ontwikkelingen in de 20e eeuw hebben gezorgd voor een toename in de welvaart. Dit heeft er, samen met de democratiseringsbeweging in de jaren '60, toe geleid dat bepaalde groepen in de samenleving onafhankelijker werden van elkaar. Arbeiders kregen meer rechten en vrouwen waren niet langer afhankelijk van hun man. Tegelijkertijd leidden de technologische ontwikkelingen van de massamedia ertoe, dat mensen uit een bepaalde levensbeschouwelijke groep buiten hun groepsgrenzen durfden te kijken. Zij zagen dat wat voor hun normaal was, ook anders kon. Dit proces staat bekend als ontzuiling. Een gelijksoortig proces, de secularisering, hield in dat gelovigen zich van hun geloof afkeerden. Ook hiermee viel een bepaalde groepsbinding, die tussen gelovige en de gemeente, weg. Al deze ontwikkelingen hebben een kenmerk gemeen, namelijk een verzelfstandiging van het individu ten opzichte van de groep. Dit proces heet individualisering.

Een aantal problemen in de huidige samenleving wordt toegeschreven aan de individualisering. Het niet meer goed functioneren van de 'oude politiek' is hiervan een voorbeeld. In de verzuilde samenleving van voor de jaren '60, was er nauwelijks contact tussen de individuen van verschillende zuilen. Er werden wel politieke afspraken gemaakt, maar dit gebeurde door de elites van de zuilen (eliteconsensus). Door de opkomst van massamedia werden de burgers mondiger en accepteerden zij niet langer elk compromis dat hen van bovenaf werd opgelegd. Deze onvrede over de elite heeft zich geuit in de opkomst van populistische partijen. Tevens wordt gesteld dat individualisering leidt tot een afname van het aantal leden bij maatschappelijke organisaties. Voorbeelden hiervan zijn de daling van het aantal leden van politieke partijen, ontwikkelingsorganisaties en sportclubs en dorpsorkesten.

Er wordt beweerd dat de afnemende groepscontrole ertoe leidt dat individuen zich beter kunnen uiten. Deze ontplooiing maakt dat er meer gebruik kan worden gemaakt van talenten. De toegenomen vrijheid uit zich ook in een toegenomen vrijheid van meningsuiting, sociale vrijheid van vrouwen en tolerantie jegens homoseksualiteit. (63

) 2.9.3 Technologie /ICT /digitalisering Zorginnovatieplatform gepresenteerd. (64

) Minister Klink en staatssecretaris Bussemaker (VWS) hebben het Zorginnovatieplatform gepresenteerd. Dit platform creëert randvoorwaarden om innovaties in de zorg in te voeren. Minister Klink en staatssecretaris Bussemaker schrijven in een brief aan de Tweede Kamer dat innovaties belangrijk zijn voor de kwaliteit en de patiëntveiligheid in de zorg. Het Zorginnovatieplatform moet de voorwaarden creëren om innovatie in de zorg uit te vinden en in te voeren. Verder zorgt het platform ervoor dat goede voorbeelden daadwerkelijk worden ingevoerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld door aanbieders en gebruikers bij elkaar te brengen. De leden komen uit de zorg, het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid. Het Zorginnovatieplatform sluit aan op het Innovatieplatform onder leiding van de voormalige minister-president Balkenende. Het Zorginnovatieplatform maakt deel uit van het innovatiebeleid in de zorg. Dit beleid is vooral gericht op: ● inspelen op de veranderde zorgvraag, zoals meer chronisch zieken. ● problemen op de arbeidsmarkt helpen voorkomen. Meer vraag naar zorg kan leiden tot schaarste aan personeel en daarmee tot een hogere werkdruk en wachtlijsten. ● technologie en ICT. (65

)

63

Wikipedia, 2011. 64

Zichtbare Zorg, 15 februari 2008. 65

Zie verder: www.zorginnovatieplatform.nl.

Page 17: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 17

Ontegenzeglijk heeft de ontwikkeling invloed op de economie, de zorgsector en de samenleving als geheel. Specifiek voor de zorg zijn arbeidsbesparende innovaties natuurlijk van het grootste belang. De volgende innovaties worden in een recent rapport van de RVZ (66

) onderscheiden: ● zelfmanagement. ● zorg op afstand. ● domotica. ● robotica. ● e-mental health. ● productvernieuwing. ● procesverbetering. ● buurtzorg. De conclusie van de bespreking van deze technologieën luidt als volgt: “Zelfmanagement en zorg op afstand zijn nog niet breed geïmplementeerd. De arbeidsbesparende effecten zijn weliswaar veelbelovend, maar nog niet bewezen. Met de toepassing wordt wel tijd gewonnen, maar deze wordt elders weer gebruikt. De toepassing van domotica blijkt met name in de gehandicaptensector in de nacht breed verspreid. Succesfactor bleek hier het duidelijke belang bij zowel organisatie als medewerkers. De toepassing van E-mental health in de GGZ blijkt snel toe te nemen. Ook de financiering lijkt hier op orde. Productvernieuwing en farmaceutische verbeteringen kunnen potentieel veel arbeidsbesparing opleveren en doen dat ook al, met name in de ziekenhuiszorg en zorg voor chronisch zieken. De toepassing van nieuwe producten in de verzorgings- en verpleeghuizen blijkt langzaam te gaan. Procesverbetering in ziekenhuizen tenslotte heeft al veel opgeleverd, meestal in combinatie met productvernieuwing en farmaceutische vernieuwing (67

). Van procesverbetering in verzorgings- en verpleeghuizen zijn slechts weinig voorbeelden bekend. Door uit te gaan van een andere filosofie voor de zorgverlening (Planetree, buurtzorg) ontstaan zorgvormen die arbeid besparen en de kwaliteit verbeteren”. (68

) 2.9.4 Ketenzorg en zorgpaden Zoals al eerder opgemerkt is het ontstaan van ketenzorg een resultaat van cliënt georiënteerd organiseren. Aanbieders staan goed georganiseerd klaar om de cliënt zo goed en zo snel mogelijk door het zorg- en behandelproces te geleiden. Er wordt in één beweging zo veel mogelijk waarde gecreëerd voor de cliënt. Meerdere aanbieders stemmen hun aanbod op elkaar af, waarbij één coördinatiepunt aanwezig is. Intensieve samenwerking kan in principe ook tot fusie leiden. De ketenzorg is goed voor de klant (hij ervaart één aanbod), is goed voor de aanbieders (goed geïntegreerd aanbod met tevreden klanten) en een tevreden verzekeraar (duidelijke inkoop op resultaat af te rekenen); in sommige gevallen is er al sprake van één ketenDBC en soms ook al van één ketenaanbieder. Het ontwikkelen van zorgketens is een belangrijke strategie geworden om de organisatie van zorg te verbeteren. Vele zorginstellingen maken deel uit van een zorgketen. (69

)

Intussen is de ketenzorg voorwerp van uitgebreide studie.

66

RVZ, Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Den Haag, 2011, pp 25 – 35. 67

Tegelijkertijd kan de helft tot driekwart van de uitgavenstijging in de cure toe worden geschreven aan nieuwe technologie, zie Pomp, M., Een beter Nederland. Balans, Amsterdam, 2010, p.31. 68

Ibid. p.36. 69

Fabricotti, I., Zorgen voor Zorgketens, integratie en fragmentatie in de ontwikkeling van zorgketens. Proefschrift, 2007, p.289.

Page 18: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 18

Een klinisch zorgpad of zorgtraject is de verzameling van methoden en hulpmiddelen om de leden van het multidisciplinaire en inter-professionele team op elkaar af te stemmen en taakafspraken te maken voor een specifieke patiëntenpopulatie. Het is een concretisering van een zorgprogramma met als doel kwalitatieve en efficiënte zorgverlening te verzekeren. Het is een middel om een patiëntgericht programma op een systematische wijze te plannen en op te volgen. (70

) Een klinisch zorgpad is een

instrument dat binnen systemen van patiëntmanagement en zorgmanagement wordt gehanteerd. Binnen deze systemen worden problemen geanalyseerd, en worden plannen opgesteld om deze problemen op de meest efficiënte en effectieve wijze op te lossen. Deze plannen worden uitgevoerd en ten slotte geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. Uitgangspunt zijn de geobserveerde verschillen in de wijze waarop eenzelfde medisch probleem door verschillende practici kan worden benaderd. De bedoeling is dat, door het formuleren en in praktijk toepassen van richtlijnen of zorgpaden, deze variabiliteit in het medisch handelen kan worden gereduceerd en dat dit gaat leiden tot een meer homogene en betere kwaliteit van de zorg en in een betere beheersing van de middelen die daartoe worden ingezet. 2.9.5 De rol van verzekeraars Tussen vraag en aanbod, tussen cliënt en zorgaanbieder speelt de verzekeraar een cruciale rol. Nederlanders zijn voor het basispakket en de AWBZ verplicht verzekerd. De basiszorgverzekering is gekocht bij een zorgverzekeraar. Deze verzekeraar is ook belast met de uitvoering van de AWBZ. Dat laatste is tot nu toe uitbesteed aan één lokale verzekeraar die onder mandaat zorg inkoopt. In het regeerakkoord (2010) is afgesproken dat dit mandaatconstruct verdwijnt en iedere verzekeraar voor zijn AWBZ-verzekerde zorg inkoopt, net als voor de zorgverzekering. Dat impliceert dat AWBZ- en ZVW aanbieders niet zozeer onder hetzelfde verzekeringsregime vallen, maar wel met dezelfde inkopers van doen hebben. Andersom: dezelfde verzekeraar doet inkopen bij AWBZ - en ZVW-aanbieders. In het licht van ketenzorg en positiebepaling is dit van belang. Zorgverzekeraars hebben voor hun verzekerden een zorgplicht. Hiertegenover staat het recht op zorg zoals in de polis is vermeld. De basis hiervan is vastgelegd in de ZVW (basisverzekering), voor de AWBZ is deze vastgelegd in een besluit zorgaanspraken. De verzekeraar koopt zorg in namens zijn verzekerden en sluit contracten af met zorgaanbieders. Naast de cliënten die daadwerkelijk zorg wordt verleend zijn de verzekeraars dus (grote) klanten, zij bepalen feitelijk de productie en omzet van de zorgaanbieder. In strategische zin zijn zij een majeure belanghebbende partij. Met de verandering van de rol van de verzekeraar in de AWBZ verandert dus ook het speelveld voor aanbieders van zorg. Waardecreatie zoals o.a. uiteengezet bij ketenzorg is niet alleen van belang vanuit het perspectief van de cliënt, maar ook vanuit het perspectief van de verzekeraar. Op zijn beurt zal de verzekeraar de waardecreatie van de klant, zijn eigen strategische doelen en de kosten in ogenschouw nemen. Het is van belang zich te realiseren dat vooralsnog nauwelijks risico’s worden gedragen door verzekeraars. In een complex stelsel van tarifering, budgettering en verevening worden risico’s uitgesloten of verrekend. Dit gaat veranderen. (71

)

70

Netwerk, Klinische paden, 2002; in: Wikipedia, 2011. 71

Zie brief mevr. Schippers aan de Tweede Kamer, dd. 26 jan. 2011, “Zorg die werkt”, p.6.

Page 19: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 19

2.10. Nawoord In de kredietcrisis is de gezondheidszorg – net als overheidssectoren - tot op heden (begin 2011) relatief buiten schot gebleven. De maatregelen die aangekondigd zijn in het regeerakkoord (2010) hebben hun beslag nog niet gekregen en zullen ook niet zonder debat worden ingevoerd.

De maatregelen die voorstaan zijn over het algemeen niet nieuw en passen in een allang bestaande politiek van bezuinigen en pakketverkleining. Tegelijkertijd wordt meer dan alleen maar geflirt met elementen van marktwerking.

De teneur van deze notitie is dan ook dat de gezondheidszorg in zijn algemeenheid afstevent op vormen van privatisering: private bekostiging en zorgverlening buiten het verzekeringsstelsel heen. Juridische gevechten op de achterhoede kunnen daarbij doorslaggevend zijn.

Het lijkt erop dat de wetgeving op verdere marktwerking aanstuurt: enerzijds door de introductie van prestatiebeloning en kapitaallastennormering van aanbieders en anderzijds door het opheffen van de verevening bij verzekeraars. (72

) Ook de opheffing van de WTZi (73

) is in dat kader van belang.

De turbulente omgeving (marktwerking, gedrag van de majeure stakeholders) kan in belangrijke mate het strategisch gedrag bepalen. Daarin is het van belang expliciet te krijgen wat je zelf wilt als organisatie: wat je missie en je visie is. De bespreking van deze notitie kan daartoe behulpzaam zijn. Literatuur Bakas, A., Megatrends Nederland. Scriptum, Schiedam, 2005 Bannenberg, G., FD selections. 26 jan. 2011 Beek, W.J. et. al, Kijken over de eeuwgrens, 25 fascinerende trends, Stichting Maatschappij en Onderneming. ’s Gravenhage, 1993 Bokeloh, P.H. (et al), Naar een onbezorgde toekomst. ABN AMRO, 2007 CC adviseurs, Revalidatie in beweging. Woerden, dec. 2010 Commissie van de EU, De toekomst van de gezondheidszorg en de ouderenzorg: de toegankelijkheid, de kwaliteit en de betaalbaarheid waarborgen. COM, 2001, 723 def. Fabricotti, I., Zorgen voor Zorgketens, integratie en fragmentatie in de ontwikkeling van zorgketens. 2007, p.289 Gooijer, W. de, Trends in EU health care systems. Springer, 2007 Idenburg, Ph.J. & Schaik, M. van, Diagnose 2025. Scriptum, 2010 Ipenburg, B., Zorg, Economie en de staat. USUS, Wezep, 2010 Kam, F.,de en Nypels, F, De zorg van Nederland, waarom de gezondheidszorg tekort schiet. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2001 Kim, W. Ch, Mauborgne, R., Blue Ocean Strategy. Harvard Business School Press, 2005. Mouton, R.F., Ondernemen met de handen op de rug. HMF-magazine, nr. 2, 2005. Mouton, R.F. en Kooij, R.van, Modernisering van de Gezondheidszorg. SWP, Amsterdam 2006. Mouton, R.F., Schaalgrootte van zorginstellingen; implicaties van vraagsturing, in: RVZ, Schaal en zorg, Achtergrondstudies. Den Haag, 2008. Poiesz, Th. en Caris, J., Ontwikkelingen in de zorgmarkt. Kluwer, Deventer, 2010. Pomp, M., Een beter Nederland, de gouden eieren van de gezondheidszorg. Balans, Amsterdam Post, D., De derde weg. Elsevier, 2010. Revalidatie Nederland, Revalidatie Toekomst Verkenning 2015. Utrecht, 2006. Revalidatie Nederland, Trends in Revalidatie 2009. Utrecht, dec. 2010. Revalidatie Nederland, Werkplan 2011 Revalidatie Nederland. 3 dec. 2010. Rijksoverheid, Samenvatting Wet cliëntenrechten zorg, een wetsvoorstel om de rechtspositie van de cliënt te

72

“Zorg die loont”, ibid. 73

Bij introductie van de Wet Cliëntenrechten Zorg.

Page 20: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 20

versterken, brochure rijksoverheid. 2010. RIVM, Tijd en toekomst, deelrapport van de VTV 2010 van Gezond naar Beter. Bilthoven, 2010. RIVM, Van gezond naar beter, kernrapport van de VTV. Bilthoven 2010. RIVM, Zorgbalans 1010. Bilthoven, 2010. RVZ, Arbeidsmarkt en zorgvraag. Den Haag, 2006. RVZ, Schaal en zorg. Den Haag, 2008. RVZ, Van zz naar gg, acht debatten, een sprekend verhaal. Den Haag, aug. 2010. RVZ, Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Den Haag, 2011. Schippers, E.I, brief aan de Tweede Kamer, dd. 26 jan. 2011, “Zorg die werkt”. Trouw, 3 jan. 2011. Verbond Sectorwerkgevers Overheid (et al), De grote uittocht, vier toekomstbeelden van de arbeidsmarkt van onderwijs- en overheidssectoren. 2010. Volkskrant 15 sept. 2006. Volkskrant, 20 januari 2011. VWS, Niet van later zorg. 2007. VWS, Zorg die loont, brief d.d. 14 maart 2011 van de minister van VWS aan de Tweede Kamer. Wikipedia, 2011. Zorginnovatieplatform, Zichtbare Zorg. 15 februari 2008. Zorgmarkt, Zorgklant makkelijker naar EU-land, Zorgmarkt 19 jan. 2011, www.zorgmarkt.net. Afkortingen AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BNP Bruto Nationaal Product DBC Diagnose Behandel Combinatie GPS Global Positioning System Gg Gezondheid en gedrag NHS National Health Service OECD Organisation for Economic Co-operation and Development RIVM Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne RVZ Raad voor Volksgezondheid en Zorg SMO Stichting Maatschappij en Ondernemen Zz ziekte en zorg VS Verenigde Staten VTV Volksgezondheid Toekomst Verkenningen WCZ Wet Cliëntenrechten Zorg WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning ZVW Zorg Verzekerings Wet ZZP Zorg Zwaarte Pakket

Page 21: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 21

3. Trends: een verzameling (74)

3.1. Megatrends Megatrends zijn grote algemene, vaak mondiale trends die dwars door culturen en nationale grenzen heen plaatsvinden. MVO Nederland (2010/11 (75

) selecteert wereldwijd vijf grote bewegingen: ● groeiend wantrouwen en cynisme ten opzichte van instituten, overheden, banken, grote bedrijven, topsalarissen, enz. ● behoefte aan veiligheid en sociale cohesie in een wereld die verhardt en individualiseert. ● behoefte aan roots (herkomst: koesteren van regionale / lokale identiteit, opmars streekproducten) en wings (zelfgekozen toekomst met een sterke eigen ambitie (cultural creatives, zzp’ers). ● toenemend besef van schaarste en daardoor interesse in duurzaamheid. ● transparantie en kennis delen (permanente druk vanuit politiek en media). Trendslator formuleert voor 2011 (76

) zeven trends: ● oppose: de tweedeling, radicalisering en polarisering. ● behave: huftergedrag en morele paniek in de samenleving. ● adapt: hand op de knip, aanpassen aan de crisis. ● reduce: lijden aan overvloed, einde van de wegwerpmaatschappij. ● clean: grote schoonmaak van een vuile planeet. ● blow: de aarde als bron van energie. ● upload: sociale netwerken als onmisbaar deel van het kleven. Bakas (77

) onderscheidt in 2005 de volgende megatrends: ● van natiestaat tot tribalisering. ● van tradities naar technologische, spirituele en milieurevoluties. ● van laissez faire naar veiligheidsobsessies. ● van overheidscontrole naar het einde van de verzorgingsstaat. ● van corporatieve democratie naar aandeelhoudersdemocratie. ● van Argentiniëmodel naar het nieuwe VOC-model. ● van calvinistische cultuur naar Aziatisering, islamisering en de deseksualisering van Nederland. 3.2. Trends in zorg & welzijn De ontwikkelingen in de zorgsector zijn door terzake deskundigen op vele manieren en met het oog op verschillende aspecten en belangen beschreven. Een aantal hoofdlijnen daarbij zijn vrijwel bij iedereen terug te vinden. ● dat de klantvraag meer en meer centraal komt te staan. ● dat professionals en burgers gezamenlijk bouwen aan nieuwe infrastructuren met nabij-diensten. ● dat de regierol in toenemende mate bij de klant komt te liggen. ● dat klantervaringen van groot belang, zo niet doorslaggevend worden bij de inkoop van diensten. ● dat er gewerkt wordt met volledig cliëntgebonden budgetten. ● scherpe (financiële) scheiding van wonen en zorg / welzijn.

74

Deze verzameling is door de tijd heen in vele schriftelijke en digitale hoeken en gaten bijeengesprokkeld. 75

Zie: www.mvonederland.nl. 76

Zie: www.trendslator.nl. 77

A. Bakas, Megatrends Nederland. Scriptum, Schiedam, 2005.

Page 22: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 22

● dat locale overheden meer zeggenschap over en sturingsmacht via budgetten op grote delen van de zorg- en welzijnbudgetten krijgen. ● dat er sprake zal zijn van intersectorale indicaties. ● dat monopolieposities van zorg- en welzijnaanbieders definitief voorbij zijn. ● dat er een personeelstekort is / dreigt. ● dat het “bij de tijd komen” van vele al bestaande aanbieders dermate veel aandacht vergt, dat er nauwelijks vanuit diezelfde zorgaanbieder kan worden ingezet op de ontwikkeling van innovaties. ● dat de grenzen van de sectoren, zoals onderscheiden in ambtelijke beleidskaders (zorg, welzijn, sociale woningbouw, dienstensectoren, enz.) in die mate zullen vervagen dat er van aanbiederzijde geen aanspraak meer kan worden gemaakt op historische gefundeerde kennis- en vaardigheidsgebieden. ● dat er toetreders komen, die op prijs en consumentengemak sterk concurrerende diensten kunnen leveren op een voor de klant goed kwaliteitsniveau. ● dat er in specifieke marktsegmenten (bepaalde pmc’s) of deelaspecten van de bedrijfsvoering (bijv. vastgoedzaken), internationaal opererende partijen zich zullen melden. Bakas (78

) publiceerde in 2011 tien trends. ● naar radicaal andere financiële zorgarrangementen. ● naar nieuwe vormen van solidariteit. ● naar nadruk op ziektepreventie en extramuralisering van zorg. ● naar voortschrijdende technologisering in de zorgindustrie. ● naar politisering van zorg en felle ethische debatten. ● naar zorgtoerisme en globalisering van zorg. ● naar spiritualisering van gezondheid en de terugkeer van de dood. ● naar democratisering van medisch kennis en autonomie van de patiënt. ● naar nieuwe spelers en onwaarschijnlijke coalities op de zorgmarkt. ● naar innovatief leiderschap en nieuw HR-beleid in de zorg. 3.3. Trends in de consumentenmarkt De moderne consument wordt steeds meer kritisch, mondig, wantrouwig en eisend; wil in de driver’s seat zitten en is zeer prijsbewust. De consument wil gezondheid & gemak & genieten & goed doen. In de consumentenmarkt zijn de volgende trends op deze plaats relevant. ● thuisblijftrend: thuis als warm nest ter bescherming tegen de werkelijkheid van buiten. ● individualisering: op zoek naar zelfontplooiingsmogelijkheden. ● erbij horen: behoefte om samen te zijn met gelijkgestemden en het delen van dezelfde normen. ● gezond blijven: gezond eten en leven. Aandacht voor kwaliteit van leven. ● avontuur: los van dagelijkse beslommeringen avontuurlijke ontspanning zoeken. ● oud en geslaagd: scheiding tussen junioren en senioren, senioren met hogere inkomens onder elkaar. ● jezelf verwennen: mogelijkheden benutten om zichzelf te belonen met betaalbare luxe. ● consumentisme: gebruik media door consument om markt te beïnvloeden. ● vrouwelijker: minder doelgerichtheid, meer relatiegerichtheid. ● suburbia: geluk zoeken in niet sterk verstedelijkte gebieden. 3.4. Trends in de zakelijke markt ● productontwikkeling: innovatie van het zorgaanbod en serviceaspecten.

78

A. Bakas, De toekomst van Gezondheid; megatrends over gezond leven en waardig sterven. Scriptum, Schiedam, 2011.

Page 23: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 23

● back office: efficiënte back office processen vanwege kostenreductie en klantgerichtheid. ● bundling: samenstellen van het productenaanbod door meer service-elementen toe te voegen. ● marketing - in: programma in de organisatie om interne klanten te informeren over doelen, belang producten en diensten, verbeteren van kwaliteit en performance. ● tijd: snelheid bij het inspelen op klantvraag. ● relatiemarketing: relatie als kern van het bestaan van de leverancier. ● partnering: samenwerking, ketenmanagement. ● database mining: vastleggen van data over klanten. ● verantwoording op cliëntniveau. ● maatschappelijk geïdentificeerd en kritisch gevolgd door belanghebbenden en media. ● focus op impact (maatschappelijk rendement). 3.5. Trends in de vraagmarkt ● keuzemogelijkheid bij de klant zelf, toename van behoefte aan advies. ● ‘Empower me: behoefte om de omgeving te sturen. ● ‘For us, by us”: directe zeggenschap. ● verzakelijking: zorgvraag en budget als uitgangspunten in plaats van het bestaande aanbod. ● behoefte aan kwalitatief hoogwaardige, toegesneden, individuele, in maatschappij geïntegreerde dienstverlening. ● meer behoefte aan kleinschalig wonen en dagbesteding. ● toename samenwerking tussen zorg en welzijn. ● scherper onderscheid in verzadigde en groeimarkten. ● toenemende vraag naar kleinere wooncombinaties of zelfstandig wonen. ● flexibel aanbod met vormen van verzorging, begeleiding, ondersteuning. ● goed toegeruste (wijk)teams. ● direct erop af. 3.6. Trends in de aanbodmarkt ● strijd om de cliënt. ● personeelstekorten. ● vermaatschappelijking van de zorg. ● van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. ● streven naar doelgroepoverstijgende zorg. ● nieuwe toetreders. ● zoektocht naar (lokale) partners. ● verschuiving van intra- naar semi-, trans- en extramuraal. ● toenemende prijsconcurrentie. ● schaalvergroting in bestuur en beheer. ● schaalverkleining in de feitelijke vormgeving van het zorgaanbod. ● ontstaan van nieuwe gespecialiseerde organisatievormen voor specifieke doelgroepen. ● ambulantisering van het aanbod. ● vermenging van de formele zorg, het formele welzijn, de informele zorg en het informele welzijn. ● verschuiving van zwaardere naar ambulante zorgpakketten. ● intersectorale samenwerking. ● verbreding van doelgroepen en zorg-/ondersteuningsvormen (toekomstgerichte arrangementen). ● profilering op klantvriendelijkheid en kwaliteit. ● ouderinitiatieven en groepsinitiatieven afnemers van diensten. ● diversiteit aan woon- en zorgarrangementen.

Page 24: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 24

3.7. Trends in de financieringsmarkt ● toename van constructies met hybride vormen van financieren. ● decentralisatie naar lokale overheid van regie over volume en matching van vraag – aanbod & financiering. ● overheveling van AWBZ middelen naar WMO, zonder het principe van ‘recht op zorg’. ● uitvoering van AWBZ naar Zorgverzekeraar. ● samenvoeging van Wajong, WSW en WWB. ● uitvoering van uitkeringen onder directe regie van de lokale overheid in plaats van UWV, onder toepassing van het principe: ‘Wie kan, doet mee’, mét mogelijkheden van sanctionering. ● verlagingen van tarieven en uitkeringen. ● focus op resultaat en impact. ● risico van de uitvoering wordt (deels) als ondernemersrisico neergelegd bij de uitvoerende instantie. ● contractering met vergaande voorschriften voor de uitvoering, de administratieve huishouding en het periodiek afleggen van verantwoording op detailniveau. ● ontwikkeling private financieringen. ● zakelijker financiering (strenge liquiditeits- en solvabiliteitseisen). 3.8. Tenslotte (om vergelijkend te kunnen reflecteren) Popcorn (79

) : ● cocoonen: thuisblijven. We bouwen een gezellig nestje ter bescherming tegen de harde, onvoorspelbare buitenwereld. ● clannen: we zoeken het gezelschap van een groep geestverwanten omwillen van een gevoel van zekerheid en ter bevestiging van onze eigen normen en waarden. ● avontuurlijk fantaseren: de moderne tijd stimuleert onze honger naar opwindende maar risicoloze avonturen. Avontuurlijk maar veilig reizen, exotisch eten, spelen met virtual reality. ● miniluxe: de consument heeft genoeg van grote, peperdure spullen en gaat op zoek naar luxe kleinigheden voor zichzelf. ● onbeschaamd genieten: de consument is alle voorschriften en restricties plotseling beu en geeft zich over aan heimelijke uitspattingen. ● verankeren: een terugkeer tot spirituele wortels. Met de zekerheden uit het verleden bereiden we ons voor op de toekomst. ● egonomie: in dit kille computertijdperk willen we ons op een persoonlijke manier onderscheiden. Producten en diensten die inspelen op het ego van de consument veroveren de markt. ● vrouwelijk denken: deze trend weerspiegelt een nieuw waardensysteem, niet alleen in de alledaagse omgang maar ook in het zakelijke verkeer. Het is een stimulans voor een verschuiving in ons marketingdenken; van een doelgerichte, hiërarchisch model naar een warmhartige, familiaire benadering. ● mancipatie: mannen gaan anders denken. Ze laten hun strikt zakelijke houding varen omwille van hun ontplooiing als mens. ● multifunctionele consument: een nieuwe kijk op het moderne motto ‘te snel, te veel, te weinig tijd’, waardoor we gedwongen worden allerlei verschillende rollen op ons te nemen en het hoofd te bieden aan een druk high-techbestaan. ● afrekenen: werkende mannen en vrouwen hebben hun twijfels over het nut van carrière maken en kiezen voor een eenvoudiger manier van leven. ● beter leven: we raken steeds meer doordrongen van een ander idee van welzijn, waardoor we niet alleen langer leven, maar ook de kwaliteit van die extra jaren

79

F. Popcorn, Clicking! Strategieën voor een nieuwe lifestyle. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1996.

Page 25: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 25

verhogen. ● verjongen: we verlangen terug naar onze zorgeloze kinderjaren. We hebben behoefte aan meer lichtheid in ons leven en we willen af van die dodelijke ernst van ons volwassen bestaan. ● strijdbare consument: de consument is kwaad en probeert met allerlei politieke en maatschappelijke pressiemiddelen de markt te beïnvloeden. ● vallende symbolen: een nieuwe omwenteling treft onze samenleving in het hart. We keren ons af van traditionele pijlers van de samenleving: de grote bedrijven en het logge overheidsapparaat. ● SOS (save our society): om onze bedreigde planeet te beschermen hebben we behoefte aan een nieuw maatschappelijk bewustzijn, gebaseerd op ethiek, emotionele betrokkenheid en medeleven.

Page 26: Zonder trends vaart niemand wel

Zonder trends vaart niemand wel; mei 2011.

© Izare B.V., Gert Rebergen, Robert Mouton 26

4. Slotwoord In het voorgaande is geprobeerd duidelijk te maken dat het hanteren van trends niet mogelijk is zonder nadere verdieping in context en feitenkennis. Daarnaast is het onmogelijk om volledigheid te pretenderen. De gezondheidszorg is een belangrijk onderdeel van onze maatschappij. Ontwikkelingen die zijn vast te stellen in de maatschappij in zijn geheel gaan op voor de gezondheidszorg en andersom is de gezondheidszorg exemplarisch voor ontwikkelingen die een breder maatschappelijk karakter hebben. In dit werkdocument hebben we dat geprobeerd te benadrukken. Want hoewel de zorg een grote sector is, ze zal meer rekening moeten houden met de rest van de ontwikkelingen in de maatschappij dan andersom. En zoals duidelijk is gemaakt liegen die ontwikkelingen er niet om. De tijd dat de zorg geborgd door een stevig kader van wet- en regelgeving afgeschermd was voor de buitenwereld, is voorgoed voorbij. Natuurlijk, het zijn steeds maar kleine stapjes, maar als je het geheel aan maatregelen vanaf 2006 overziet, dan komt ‘marktwerking’ duidelijk dichterbij. In dit werkdocument is getracht om aan te geven dat dit soort trends plaatsvinden. En ook dat de mening die je over een dergelijke trends kunt hebben natuurlijk van belang is, maar dat enige bescheidenheid en relativiteit tussen het geweld van politiek- economische en maatschappelijke ontwikkelingen op zijn plaats is. Het impliceert echter niet dat je geen grip op de toekomst kunt hebben. Integendeel. Het impliceert dat je door je bewust te zijn van trends en ontwikkelingen juist een zekere mate van grip kunt hebben op de ontwikkeling van de organisatie of het domein waar je voor staat. Gert Rebergen Robert Mouton Mei 2011