Vakdidactiek Samenvatting

13
Vakdidactiek Geschiedenis -1 Koen Samson Docent: Olivier Loquet

Transcript of Vakdidactiek Samenvatting

Page 1: Vakdidactiek Samenvatting

VakdidactiekGeschiedenis -1

Koen Samson

Docent: Olivier Loquet

Page 2: Vakdidactiek Samenvatting

Overheid

LeerplichtDe leerplicht begint op 1 september van het jaar waarin een kind zes jaar wordt en duurt twaalf volle schooljaren. Een leerling is voltijds leerplichtig tot vijftien of zestien jaar. Nadien geldt enkel nog de deeltijdse leerplicht (= een combinatie van deeltijds lerenen werken). De meeste jongeren blijven echter voltijds secundair onderwijs volgen.

KostenbeheersingDe Belgische grondwet bepaalt dat de toegang tot het onderwijs kosteloos is tot het einde van de leerplicht. Basis- en secundaire scholen die de overheid financiert of subsidieert, mogen dus geen inschrijvingsgeld vragen. Het Vlaamse kleuteronderwijs valt niet onder het leerplichtonderwijs maar is kosteloos toegankelijk.

De ‘inrichtende macht’ (of het schoolbestuur) is verantwoordelijk voor één of meerdere scholen en is vergelijkbaar met een raad van bestuur in een bedrijf. De inrichtende machten beschikken over een ruime autonomie. Maar voor erkenning of financiële steun door de overheid, moeten ze wel de eindtermen bereiken. Verder moeten scholen beschikken over genoeg didactisch materiaalen over bewoonbare gebouwen die moeten voldoen aan bepaalde veiligheidsvoorschriften en hygiënenormen.

Gelijke onderwijskansenHet gelijke onderwijskansendecreet bevatdrie krachtlijnen:

Het recht op inschrijving: Elke leerling heeft het recht zich in te schrijven in de school van zijn/haar (ouders) keuze. Slechts in een zeer beperkt aantal gevallen kan een school een inschrijving weigeren of overgaan tot een doorverwijzing van een nieuw ingeschreven leerling naar een andere school.

De oprichting van lokale overlegplatforms om onder andere te waken over het inschrijvingsrecht en mee te werken aan de realisatie van een lokaal gelijkeonderwijskansenbeleid.

De bijkomende ondersteuning voor zorgverbreding in scholen met extra lestijdenof een extra uren-leraar.

De 3 onderwijsnettenEr zijn 3 onderwijsnetten in Vlaanderen:

Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is het officieel onderwijs dat door de openbare instelling ‘het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap’ georganiseerd wordt in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. Het GO! is door de grondwet verplicht tot neutraliteit. De religieuze, filosofische of ideologische overtuiging van de ouders en de leerlingen moet gerespecteerd worden.

Het officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO) omvat het gemeentelijk onderwijs (georganiseerd door de gemeentebesturen) en het provinciaal onderwijs (georganiseerd

Page 3: Vakdidactiek Samenvatting

door de provinciebesturen). De inrichtende machten van dit onderwijs zijn verenigd in twee koepels: het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) en het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV).

Het vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO) wordt door een privépersoon of privé-organisatie ingericht. De inrichtende macht is vaak een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen. Zij zijn verenigd in de koepel Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO). Er zijn ook protestantse, joodse, orthodoxe, islamitische, … scholen. Naast de confessionele scholen bestaan er scholen die niet aan een godsdienst gebonden zijn. Voorbeelden zijn de methodescholen (op basis van de inzichten van Freinet, Montessori of Steiner) die specifieke pedagogische methodes toepassen.

Rechtspositie van het personeel

De rechtspositie garandeert de personeelsleden rechtszekerheid en biedt hen een zekere stabiliteit van betrekking. Ze bevat de basisregels voor aanwerving, benoeming, selectie, bevordering, evaluatie en tucht. De decreten over de rechtspositie in het gesubsidieerd onderwijs en in het GO! gelden voor de personeelsleden van het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het buitengewoon onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, hetvolwassenenonderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding en de internaten. Een personeelslid kan onder bepaalde voorwaarden vastbenoemd worden. Een vaste benoeming geeft werk- en loonzekerheid en geeft recht op een hele reeks verlofstelsels, bezoldigd ziekteverlof en een overheidspensioen.

Centrale participatiestructuren

Op het centrale vlak functioneert de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR), een strategische adviesraadvan het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Vertegenwoordigers uit het hele onderwijslandschap overleggen in de VLOR over het onderwijs- en vormingsbeleid. Op basis daarvan geeft de VLOR adviezen aan de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming en aan het Vlaams Parlement.

Lerarenopleiding

Om elke leerling gelijke kansen te gevenop toponderwijs, zijn goede leraren nodig. Daarom werd de lerarenopleiding grondig hervormd. De inhoud van de opleidingen werd versterkt en er is veel aandacht voorde praktijkervaring van leerkrachten-in-spe. Er bestaan twee soorten lerarenopleidingen:

De driejarige opleiding tot kleuterleider, onderwijzer of regent is de geïntegreerde lerarenopleiding van 180 studiepunten die wordt aangeboden als een professionele bacheloropleiding aan de hogescholen. In deze opleiding is een stage van 45 studiepunten vervat.

Daarnaast is er de specifieke lerarenopleiding van 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten voorzien zijn voor de stage. Deze opleiding is voor studenten die al een diploma behaald hebben in het hoger of het volwassenenonderwijs en wordt aangeboden door universiteiten, centra voor volwassenenonderwijs en voor het eerst ook door hogescholen.

Page 4: Vakdidactiek Samenvatting

Leermiddelen

Verschillende soorten teksten

Leerstofteksten: Een tekst waarin op een vereenvoudigde manier historische gebeurtenissen worden weegegeven. Deze zijn vereenvoudigd omdat de originele teksten vaak te ingewikkeld zijn en ook wel een beetje saai. Daarom is het belangijk dat wij als geschiedenisleraren en leraressen deze teksten aanvullen met beeldmateriaal en dergelijke om de verbeelding van onze leerlingen te prikkelen.

Bronnen: Er zijn veel redenen om met bronnen te werken tijdens de les. Eerst en vooral ( dit wordt vaak als een van de eerste lessen in het eerste jaat gegeven ) moeten de leerlingen inzicht krijgen in hoe betrouwbaar bronnen zijn en dus ook hoe ze te intrepeteren. Ze moeten feiten van meningen leren onderscheiden en ze moeten zien dat wat er in het boek staat niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Het is het product van goede historische kritiek. Het betrekt hen ook bij het vak en het laat hen echt met geschiedenis werken.

Instructieteksten: Een tekst die een leerling aanzet om iets te doen.

Stilstaand beeld

De mogelijke functies van stilstaand beeld:

Ze kunnen gebruikt worden als bron (Boerenbruiloft van Pieter Breughel) Ze kunnen verduidelijken Ze kunnen onderzoeksvaardigheden trainen. (Het interpreteren van een historische kaart) Ze kunnen als instap gebruikt worden Ze blijven makkelijker in het geheugen zitten dan teksten

Kaarten

Situatiekaarten: Geven de stand van zaken in een bepaald moment in tijd en ruimte Ontwikkelingskaarten: Geven een historische ontwikkeling weer

Cartoons

Deze gaan meestal over waarden en normen en geven doorgaans de mening van de auteur weer.

Verhalen

Deze kunnen een plaats geven aan een anders abstract gebeuren. Een goed voorbeeld is het scheppingsvehaal van Egypte. Men kan dit verhaal gebruiken om de leerlingen inzicht te doen verwerven over hoe de Egyptenaren naar hun goden keken en waarom.

Page 5: Vakdidactiek Samenvatting

Bewegend beeldZie stilstaand beeld. (voorbeelden zijn journaals, documentaires, interviews...)

ICT Informatie verzamelen (Wiki) Informatie presenteren (PPT) Inoefenen; er bestaan leermethodes met software om de leerstof in te oefenen Communiceren (mail,smartschool, toledo...) Toetsen (ELO, Hot Potatoes testen...)

Leerplanstudie

Het leerplan is ons basisdocument. Al onze lessen nemen het leerplan als uitgangspunt. Onze leermethodes zijn meestal wel aangepast aan het leerplan maar ze dienen niet als vervanging. Ze bieden enkel steun voor de leerkracht. De (beginnende) leerkracht moet dit document constant raadplegen.

Historisch bewustzijn als einddoel

De leerkracht moet werken aan het historisch bewustzijn van zijn leerlingen.

Door te werken met een historisch referentiekader nl tijd, ruimte, soiciliteit en bronnen. Rekening houden met verschillende leerniveau’s (historisch inzicht, attitudes...) We hebben een half open leerplan: dwz dat de leerkracht zelf de keuze heeft welke

leerinhouden hij of zij behandelt als deze overeenkomen met de criterea in het handboek

Algemene en graaddoelstellingen

Algemene doelstellingen: Worden vervult doorheen de 6 jaar secundair onderwijsGraaddoelstellingen: Worden afgewerkt na een bepaalde graad (2j)

Bekijk anders de titeltjes in de cursus ook nog eens. Stel dat hij vraagt “wat staat er zo allemaal in het leerplan”

Didactische werkvormen

Leerlinggestuurde werkvromen bv: groepswerk Leerkrachtgestuurde werkvormen bv: doceren Werkvormen met gedeelde sturing: OLG

Soorten schema’s

Page 6: Vakdidactiek Samenvatting

Beschrijvend schema:

Chronologisch schema:

Classificatie schema:

Page 7: Vakdidactiek Samenvatting

Vergelijkingsschema:

Stratificatieschema:

Causale schema:

Page 8: Vakdidactiek Samenvatting

HISTORISCHE KRITIEK ZEKER NOGEENS HEEL GOED BEKIJKEN!

Historische kritiek

1. Uitwendige Kritiek

1.1. Oorsprongskritiek1.1.1. Auteur

Naam: ?Biografische gegevens: Een schrijver aan het hof van Ramses IIVertaling: J.F. Borghouts

1.1.2. Datering

Datering van de gebeurtenissen: Tijdens het 34ste regeringsjaar van Ramses II tijdens de winter. (ong 1213 v.Chr.)Datering broncreatie: 34ste regeringsjaar van Ramses II, 1213 v. Chr.

1.1.3. Locatie

Locatie gebeurtenis: Egypte en de vazaalstaten in het noorden. Locate broncreatie: Waarschijnlijk Egypte.

1.1.4. Betrouwbaarheid

Deze bron toont geen indicaties van onbetrouwbaar te zijn maar er kunnen tijdens de vertaling wel fouten in zijn gekropen.

1.2.Ontleningskritiek

De originele versie van deze bron werd direct na de feiten opgeschreven. We gaan er van uit dat de vertaler er niet bewust fouten in heeft gestoken en dat het de inhoud perfect weergeeft.

De auteur verduidelijkt ook met veel voetnoten.

Page 9: Vakdidactiek Samenvatting

2. Inwendige kritiek

2.1.Interpretatiekritiek 2.1.1. Letterlijke inhoud

Een beschrijving van de macht van de Farao, de conflicten met de Hittieten en de oplossing ervan.

2.1.2. Achterliggende bedoelingen

De bron wordt vaak gebruikt om de macht van de Farao te illustreren. De Farao was dan ook de opdrachtgever van deze tekst dus de schrijver had er alle baat bij om hem er zo positief mogelijk in te zetten. De schrijver wijdt hele paragrafen aan de glorie van de Farao.

2.2.Gezagskritiek2.2.1. Inlichtingskritiek

De schrijver was waarschijnlijk zelf niet bij de gebeurtenissen betrokken aangezien hij een administratieve functie vervuldde. We kunnen er wel van uit gaan dat hij het nodige materiaal had om een correct beeld te schetsen aangezien hij aan het hof van Ramses II werkte.

Hij kon waarschijnlijk ooggetuigen oproepen, documenten bestuderen etc. Ook zal hij het verslag van de Farao te horen krijgen wat deze tekst aanzienlijk subjectief maakt.

2.3.Geloofwaardigheidskritiek

Aangezien de schrijver waarschijnlijk enkel Egyptische bronnen heeft geraadpleegd zal de weergave van de gebeurtenissen vooral in het voordeel van de Egyptenaren zijn geweest.

De kans is ook groot dat de schrijver gestraft zou worden als hij enige kritiek had op de Farao. We weten immers dat deze als een god beschouwd werd en goden duldden geen kritiek.

Het feit dat deze bron kort na de gebeurtenissen plaatsvind spreekt dan weer voor de geloofwaardigheid.

3. Analyse

3.1.Woordenlijst

Electrum: Een natuurlijke legering tussen goud en zilverAtoem: De egyptische oergodAnat: Oorlogsgodin

Page 10: Vakdidactiek Samenvatting

4. Structuur

Inleiding

Hoofdstuk 1: Titulatuur en inleidende koninklijke epitheta Een inleiding met alle Namen van Ramses II. Ook zijn verwezelijkheden staan erbij en zijn oorsprong.

Hoofdstuk 2: Specifieke lofzang op ’s konings aanzien Een soort propaganda paragraaf dat moet aantonen hoe geweldig de koning wel niet is en dat iedereen geweldig veel van hem houdt.

Hoofdstuk 3: Ramses’ goddelijkheid De goddelijkheid van Ramses wordt beschreven. Dankzij zijn godheid loopt alles goed.

Hoofdstuk 4: ’s Konings mysterieuze verbond met de zonnegod De relatie tussen de Koning en de andere goed wordt beschreven

Hoofdstuk 5: Onderwerping alom, maar rebellie van Chatti Wanneer Ramses gekroont wordt weigeren de Hittieten tribuut te betalen en Ramses verklaart de oorlog.

Hoofdstuk 6: Desastreuze gevolgen voor de Hittieten Ramses valt de Hittieten aan.

Hoofdstuk 7: De Hittietische koning komt tot andere gedachten De Hittietische koning kan de aanvallen van Ramses niet meer aan en vraagt voor vrede door zijn oudste dochter te sturen.

Hoofdstuk 8: Een Hittietisch gezantschap gaat op weg naar Egypte met de prinsesEen lijst van alle geschenken en het onhaal.

Hoofdstuk 9:Seth herstelt de orde in de natuurDe koning maakt alles weer goed uit de goedheid van zijn hart.

Hoofdstuk 10: Verbazing in de nabuurlanden van Egypte

De buurlanden zijn verrast dat de Hittieten opgeven en zo verbroederen met de Egyptenaren.

Hoofdstuk 11: De aankomst aan het Egyptisch HofDe Stoet komt aan in Egypte en alles is weer goed.