Update Economische Vooruitzichten - Mei 2014

download Update Economische Vooruitzichten - Mei 2014

of 4

description

• Wereldconjunctuur laat barre winter achter zich• Opwaartse herzieningen groeiverwachtingen hand in hand met dalende inflatie• Divergerend monetair beleid Fed en ECB• Risico’s groeimarkten blijven latent aanwezig

Transcript of Update Economische Vooruitzichten - Mei 2014

  • 1Economische Vooruitzichten

    Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens (32) (0)2 429.62.87E-mail: [email protected] uitgever: Johan Van Gompel, Havenlaan 2, B-1080 BrusselCorrespondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: [email protected] publicatie komt tot stand op de Chief Economist Department van KBC Groep. Noch de mate waarin de voor-gestelde scenarios, risicos en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledig-heid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 10 april 2014, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 10 april 2014.

    Update Mei 2014

    Wereldconjunctuur laat barre winter achter zich Opwaartse herzieningen groeiverwachtingen hand in hand met dalende inflatie Divergerend monetair beleid Fed en ECB Risicos groeimarkten blijven latent aanwezig

    Wereldconjunctuur schakelt opnieuw versnelling hoger

    De wereldconjunctuur heeft de zwakke wintermaanden achter zich gelaten. In de VS steeg in maart het producenten- vertrouwen zowel in de verwerkende nijverheid als in de dienstensector. Belangrijk voor de arbeidsmarkt was dat ook het vertrouwen bij de kmos toe-nam. Bijgevolg steeg de netto-banen- creatie in maart opnieuw tot net onder 200 000, het gemiddelde peil van net voor de winterprik. Een bijkomende indicatie voor de gunstige arbeidsmarkt-ontwikkeling is de schuchtere stijging van de participatiegraad. Die was de voorbije jaren trendmatig gedaald en was daardoor een drijvende kracht achter de sneller dan verwachte daling van de werkloosheidsgraad. Een aantal ontmoedigde werklozen schatten nu blijkbaar de arbeidsmarktvooruitzichten voldoende positief in om opnieuw op zoek te gaan naar een baan. Voor de Amerikaanse economie als geheel is dat goed nieuws. Het zou betekenen dat de Amerikaanse economie nog een hele tijd aan het huidige tempo kan voort-

    groeien zonder gevaar voor oplopende inflatie. Dat zou op zijn beurt voor de Fed de ruimte creren om haar eerste renteverhogingen later en minder fors uit te voeren.

    Ook in de eurozone zet het conjunc-tuurherstel zich voort. Een aangename verrassing was de inhaalbeweging die het Franse producentenvertrouwen in maart maakte. Daardoor sloot de Franse conjunctuur opnieuw wat nauwer aan bij het Europese peloton. Ondanks het wat zwakkere laatste cijfer, blijft ook de opwaartse trend van de Duitse Ifo-indicator intact. Bovendien is het moge-lijk dat de conjunctuur in de eurozone de komende kwartalen wat extra steun krijgt door het budgettaire beleid. De nieuwe regeringen in Itali en Frankrijk lieten weten dat ze de stimulering van groei zwaarder willen laten doorwegen ten opzichte van het tijdig behalen van hun budgettaire consolidatienormen. De Duitse regering is dat plan alvast niet ongenegen. Dat herinnert ons aan 2003, toen Duitsland en Frankrijk samen de normen van het Stabiliteitspact ver-soepelden om onder meer de gevolgen

    van de Duitse Hartz-hervormingen op te vangen. In Duitsland was die strategie uiteindelijk een succes gebleken, maar de verzwakking van het Stabiliteitspact legde wel de basis voor de latere schul-dencrisis in de eurozone.

    In Japan zal de economische groei in het tweede kwartaal allicht een stuk lager liggen dan in het eerste. Als gevolg van de btw-verhoging op 1 april hebben de Japanse consumenten immers een deel van hun consumptieuitgaven vervroegd. Om een herhaling van het scenario van 1997 te vermijden, toen een soort-gelijke btw-verhoging de schuchtere conjunctuurherleving fnuikte, begeleidt de overheid ze nu met stimulerende budgettaire maatregelen. Bovendien verlaagt de gunstigere wereldconjunc-tuur nu het risico op een herhaling van 1997. Toen gooide immers de crisis van de Aziatische groeimarkten roet in het eten. Zon scenario zit er nu niet meteen aan te komen.

    De recentste Chinese conjunctuurindi-catoren bevestigden ondertussen het beeld van een verzwakkende econo-

    Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u op de hoogte van alle analyses en vooruitzich-ten van de KBC-economisten.

  • 2

    mische groei, maar blijven in de lijn van de verwachtingen. Indicatoren voor de industrile productie, kleinhandelsver-kopen en investeringen illustreren het matigende groeimomentum. Het groot-ste probleem blijft dat de Chinese eco-nomie er niet in slaagt om het aandeel van de consumptie in het bbp op te krikken. In tegendeel, het aandeel van de investeringen blijft toenemen, en draagt zo bij tot de verdere opbouw van overcapaciteit.

    Na de matige groei van de wereldeco-nomie in het eerste kwartaal en de bewustwording op de financile mark-ten dat het met een eerste rentever-hoging door de Fed niet zon vaart zal lopen, is een zekere rust teruggekeerd in de groeimarkten. Op korte termijn is dat goed nieuws voor de wereldcon-junctuur, maar de onderliggende proble-men zijn niet plots verdwenen. Zo blijft bijvoorbeeld ook na de overwinning van de Turkse regering bij de lokale verkiezingen het probleem van een te expansief budgettair en monetair beleid bestaan. Dat is de belangrijkste oorzaak voor het Turks extern tekort en maakt de economie kwetsbaar. Daarnaast blijven ook de politieke conflicten in Venezuela, Thailand en vooral in Oekrane onopge-lost.

    terwijl de inflatie blijft dalen

    De hervatting van het wereldwijde con-junctuurherstel, dat geleid heeft tot opwaartse bijstellingen van groeiver-wachtingen door onder meer het IMF, gaat gepaard met een gestage daling van de inflatie. In de VS, het VK en Japan bedraagt de inflatie op dit ogenblik slechts 1,1%, 1,7% en 1,5%. De neer-waartse uitschieter is de eurozone met een inflatie van maar 0,5% in maart. Dat is precies een kwart van de infla-tiedoelstelling van de ECB op middel-lange termijn en baart de centrale bank behoorlijk kopzorgen.

    Er zijn echter goede redenen voor de wereldwijd lage inflatie. In de westerse economien, met de eurozone voorop, is er immers nog altijd een grote hoeveel-heid onbenutte productiecapaciteit. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de hoge werkloosheidsgraad. De aanhoudende investeringsboom in China voegt daar nog extra capaciteit aan toe. De daling van de invoerprijzen zowel voor de VS als de eurozone zijn hiervoor een dui-delijke indicatie. De dalende inflatie is in die context het marktmechanisme om de macro-economische vraag en aanbod opnieuw in evenwicht te brengen.

    De uitzonderlijke lage inflatie in de euro-zone is dan weer te verklaren door de recente appreciatie van de euro ten

    opzichte van de munten van de belang-rijkste handelspartners. Sinds de zomer van 2012 is de euro handelsgewogen met meer dan 10% geapprecieerd. Volgens het inflatiemodel van de ECB zorgde dat ervoor dat de huidige infla-tie zon 0,6 procentpunt lager ligt dan zonder die appreciatie het geval was geweest. Met andere woorden, wan-neer we de impact van de wisselkoers van de euro buiten beschouwing laten, ligt de inflatie in de eurozone precies even hoog als de Amerikaanse.

    Divergerend monetair beleid

    De opwaartse druk op de euro zal de ECB er allicht toe aanzetten om haar beleid nog verder te versoepelen. Het meest voor de hand ligt een verdere ver-laging van haar beleidsrente en, indien nodig, een kwantitatieve versoepeling door een grootschalig aankoopprogram-ma. Daartegenover staat de Fed, die langzaam maar zeker in haar verkrap-pingsmodus terechtkomt. Wanneer die anticipatie concreet wordt, zullen zowel de Amerikaanse als de Duitse obligatie-rentes stijgen. Als gevolg van de diver-gentie van het monetair beleid en van de inflatieverschillen zal het verschil in obli-gatierentes tussen de VS en Duitsland echter oplopen.

    -15

    -10

    -5

    0

    5

    10

    15

    20

    2000 02 04 06 08 10 12 14

    Markten verwachten terugkeer naar 2%-inflatie pas in 2021 (verwachte inflatie in eurozone op basis van swaps, in %)

    Recente appreciatie euro drukt inflatie(jaarwijziging nominale effectieve wisselkoers in %)

    0

    0,5

    1

    1,5

    2

    2,5

    3

    2015 16 17 18 19 20 21 22 23 24

    Economische Vooruitzichten Update

    Dieter [email protected]

  • 3Economische Vooruitzichten Grafieken

    Duitse obligatierente (10-jaar) Beleidsrente

    Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    2008 09 10 11 12 13 14

    Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente

    Renteverloop VS(in %)

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    2008 09 10 11 12 13 14

    Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente

    Renteverloop EMU(in %)

    VS OESO EMU

    -3

    -2

    -1

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    2008 09 10 11 12 13 14

    VS EMU OESO

    Inflatie(consumptieprijsindex, jaarwijziging in %)

    Olie (brent, dollar per vat) Industrile metalen (Economist) Landbouw en voeding (S&P GSCI)

    25

    50

    75

    100

    125

    150

    2008 09 10 11 12 13 14

    Olie (brent, dollar per vat)

    Industrile metalen (S&P GSCI)

    Landbouw en voeding (S&P GSCI)

    Grondstoffenprijzen(januari 2008=100)

    Bbp (reel, linkse schaal) Voorlopende indicator (rechtse schaal)

    -12

    -10

    -8

    -6

    -4

    -2

    0

    2

    4

    6

    8

    -10

    -8

    -6

    -4

    -2

    0

    2

    4

    6

    2008 09 10 11 12 13

    BBP (reel) Voorlopende indicator

    Economische activiteit in OESO(kwartaalwijziging op jaarbasis in %)

    Ondernemers Consumenten

    -4

    -3

    -2

    -1

    0

    1

    2

    2008 09 10 11 12 13 14

    Ondernemers Consumenten

    Vertrouwen G4(standaardafwijking van het LT-gemiddelde)

  • 4Economische Vooruitzichten Tabellen

    Wisselkoersen

    10-04-2014 +3m +6m +12m

    USD per EUR 1,38 1,35 1,33 1,25

    GBP per EUR 0,82 0,82 0,81 0,80SEK per EUR 8,98 9,00 8,90 8,80

    NOK per EUR 8,22 8,20 8,00 7,80CHF per EUR 1,22 1,23 1,25 1,30PLN per EUR 4,16 4,15 4,12 4,05CZK per EUR 27,42 27,40 27,20 27,00HUF per EUR 305,42 305,00 305,00 300,00RON per EUR 4,46 4,45 4,45 4,45BGN per EUR 1,96 1,96 1,96 1,96RUB per EUR 49,16 49,00 50,00 52,00TRY per EUR 2,92 2,90 2,85 2,80JPY per EUR 140,70 143,10 143,64 137,50

    RMB per USD 6,21 6,02 5,98 5,90USD per AUD 0,94 0,88 0,87 0,86USD per NZD 0,87 0,82 0,82 0,78CAD per USD 1,09 1,12 1,12 1,14

    Rele bbp-groei Inflatie

    2014 2015 2014 2015

    VS 2,7 3,0 1,5 2,1EMU 1,2 1,7 0,8 1,3

    Belgi 1,2 1,6 0,9 1,5Duitsland 1,9 2,2 1,2 1,4

    Ierland 2,1 3,0 0,9 1,5VK 2,5 2,2 2,3 2,1

    Zweden 2,5 2,9 1,6 1,8Noorwegen 2,4 2,6 1,9 1,9Zwitserland 2,1 2,2 0,2 0,5

    Slowakije 2,0 3,0 0,8 1,7Polen 2,8 3,4 1,4 2,0

    Tsjechi 1,5 2,5 1,0 2,0Hongarije 2,0 2,0 0,7 2,6Bulgarije 1,8 2,5 -0,6 1,5Rusland 0,9 1,8 5,7 4,8Turkije 1,2 3,8 7,5 6,3Japan 1,6 1,3 2,3 1,8China 7,5 7,0 3,1 3,0

    Australi 2,8 2,9 2,8 2,5NIeuw-Zeeland 3,0 2,8 2,0 2,3

    Canada 2,0 2,3 1,5 1,9

    Tienjaarsrentes

    10-04-2014 +3m +6m +12m

    VS 2,66 3,00 3,20 3,60Duitsland 1,53 1,80 1,90 2,15

    Belgi 2,16 2,40 2,50 2,75Ierland 2,94 3,10 3,10 3,40

    VK 2,69 3,00 3,20 3,60Zweden 2,10 2,30 2,50 2,80

    Noorwegen 2,94 3,20 3,30 3,60Zwitserland 0,90 1,20 1,40 1,70

    Slowakije 2,37 2,40 2,50 2,85Polen 4,07 4,00 4,20 4,50

    Tsjechi 2,03 2,45 2,65 2,90Hongarije 5,64 5,70 5,80 5,80Bulgarije 3,41 3,55 3,70 4,00Rusland 8,95 9,00 9,00 8,50Turkije 9,87 9,75 9,50 9,50Japan 0,61 0,60 0,70 0,90

    China 4,54 4,50 4,50 4,50Australi 4,05 4,40 4,45 4,70

    Nieuw-Zeeland 4,58 4,80 5,00 5,20Canada 2,47 2,80 3,00 3,40

    Beleidsrentes

    10-04-2014 +3m +6m +12m

    VS 0,25 0,25 0,25 0,25EMU 0,25 0,10 0,10 0,10

    VK 0,50 0,50 0,50 0,75Zweden 0,75 0,50 0,50 0,50

    Noorwegen 1,50 1,50 1,50 1,75Zwitserland 0,13 0,13 0,13 0,13

    Polen 2,50 2,50 2,50 2,75Tsjechi 0,05 0,05 0,05 0,05

    Hongarije 2,60 2,50 2,50 2,50Roemeni 3,50 3,50 3,50 3,50

    Rusland 7,00 7,00 7,00 7,00Turkije 10,00 10,00 10,00 10,00Japan 0,10 0,10 0,10 0,10China 6,00 6,00 6,00 6,00

    Australi 2,50 2,50 2,50 2,75Nieuw-Zeeland 2,50 3,00 3,25 3,75

    Canada 1,00 1,00 1,00 1,00