Universiteit Utrecht · Web viewLaat eventueel opnieuw de vragen uit de introductie langs komen....

4
Les 1 – Wat is een patroon? Kern van de les Leerlingen verkennen het begrip ‘patroon’. Ze zoeken voorbeelden en non-voorbeelden van patronen in het dagelijks leven (patroon in dag, in muziek, teksten, getallen), in (kunst)voorwerpen en decoraties. Doelen - Betekenis begrip patroon verdiepen o kenmerken als: regelmaat, herhaling, systeem, ordening, tegenstelling - Patronen ontdekken, herkennen en beschrijven - Patronen maken en ontwerpen Begrippen - Patroon - Regelmaat, Structuur, Systeem, Opbouw, (Volg)orde - Herhaling - Spiegeling, symmetrie, symmetrisch* - Omgekeerde, tegenstelling/tegengestelde* - Verschuiving, verschoven* - Gedraaid, draaiing* - Vergroting, verkleining* De begrippen met een * hoeven in deze les nog niet voor te komen. Zij krijgen met name aandacht in les 2. Materiaal Ppt/digibord afbeeldingen van kunstobjecten, teksten (liedje met refrein structuur, stukje ‘stof’ etc. Blokjes (uit blokkendoos, legoblokjes, kapla-plankjes) of andere kleine voorwerpen die op school aanwezig zijn. Papier, (kleur)potloden, schaar, lijn Start van de les: oriëntatie (20 min) Doel is verwondering op te roepen over aan- en afwezigheid van patronen, waarbij leerlingen aan het denken worden gezet over wat een patroon eigenlijk is en wat iets tot een patroon maakt. Er zijn twee introductie-onderdelen. Deze kunnen beide worden

Transcript of Universiteit Utrecht · Web viewLaat eventueel opnieuw de vragen uit de introductie langs komen....

Page 1: Universiteit Utrecht · Web viewLaat eventueel opnieuw de vragen uit de introductie langs komen. Focus op kenmerken van de patronen.

Les 1 – Wat is een patroon?Kern van de lesLeerlingen verkennen het begrip ‘patroon’. Ze zoeken voorbeelden en non-voorbeelden van patronen in het dagelijks leven (patroon in dag, in muziek, teksten, getallen), in (kunst)voorwerpen en decoraties.

Doelen- Betekenis begrip patroon verdiepen

o kenmerken als: regelmaat, herhaling, systeem, ordening, tegenstelling- Patronen ontdekken, herkennen en beschrijven- Patronen maken en ontwerpen

Begrippen- Patroon- Regelmaat, Structuur, Systeem, Opbouw, (Volg)orde- Herhaling- Spiegeling, symmetrie, symmetrisch*- Omgekeerde, tegenstelling/tegengestelde*- Verschuiving, verschoven*- Gedraaid, draaiing*- Vergroting, verkleining*

De begrippen met een * hoeven in deze les nog niet voor te komen. Zij krijgen met name aandacht in les 2.

MateriaalPpt/digibord afbeeldingen van kunstobjecten, teksten (liedje met refrein structuur, stukje ‘stof’ etc.Blokjes (uit blokkendoos, legoblokjes, kapla-plankjes) of andere kleine voorwerpen die op school aanwezig zijn.Papier, (kleur)potloden, schaar, lijn

Start van de les: oriëntatie (20 min)Doel is verwondering op te roepen over aan- en afwezigheid van patronen, waarbij leerlingen aan het denken worden gezet over wat een patroon eigenlijk is en wat iets tot een patroon maakt. Er zijn twee introductie-onderdelen. Deze kunnen beide worden gedaan, het is ook mogelijk hieruit een keuze te maken. Laat de introductie niet lager dan 20 minuten duren.

A: Startvraag: Waar denk je aan bij het woord patroon? Wat is een patroon? Zie je voorbeelden in de klas?

Geef lln eerst individueel 1 min denktijd. Laat eventueel wat opschrijven/tekenen.Vervolgens maken lln in kleine groepjes een woordweb, waarbij ook plaatjes kunnen worden getekend. Laat dit niet te lang duren (max. 5 min)

Page 2: Universiteit Utrecht · Web viewLaat eventueel opnieuw de vragen uit de introductie langs komen. Focus op kenmerken van de patronen.

Bespreking (kort). Eventueel klassikaal komen tot 1 woordweb op het bord of tot een aantal kenmerken van een patroon en een niet-patroon.

B: Bekijk met de klas een aantal kunstwerken en/of video’s, en eventueel ook verhaal, gedicht, liedje, muziekstuk. Gebruik bij de beelden ook beelden met getallen en meetkundige vormen.Stel vragen als: Vertel wat je ziet, is er een patroon? Waaraan zie je dat? Wat is het patroon? Zit het in de vormen, de kleuren, de positie/plaatsing, de groottes of nog iets anders? Hoe gaat het verder? Is er altijd een patroon? Kan er een niet-patroon zijn?

[toevoegen bijv.: tegelvloer, penrose betegeling, plaatje bladmuziek, versje met zichtbare herhaling (refrein), visueel gedicht, (bijv van Ostaijen)]

Introductie onderzoeksvraag Leerlingen gaan actief, handelend aan de slag met de vragen:

Ontstaan patronen vanzelf? Blijft een patroon altijd een patroon?

Activiteiten (30 minuten)Geef de leerlingen onderstaande opdrachten. Dit kan stap voor stap met steeds even een kort klassikaal gesprek waarin bevindingen worden gedeeld.

Page 3: Universiteit Utrecht · Web viewLaat eventueel opnieuw de vragen uit de introductie langs komen. Focus op kenmerken van de patronen.

In tweetallen of kleine groepjes: Gooi 1 voor 1 een handvol blokjes (of ander klein materiaal) neer op een blad papier en teken de vormen om.

o Zit er een patroon in?o Vergelijk met een andero Doe het nog eens

Maak individueel een regelmatig patroon op papier.o Voeg twee aan twee de patronen in elkaar- maak samen een nieuw patroon.o Knip een patroon in stukjes en leg die stukjes anders neer. Is het nog steeds

een patroon? wat is anders? Wat is hetzelfde?o Ruil stukjes met andere leerlingen: kun je weer een patroon maken? Wat is

anders wat is hetzelfde?o Kies een stukje uit een van jullie patronen. Gebruik dit als de basis voor een

nieuw patroon? Hoe gaat het verder?

Bespreken en reflectie (10 min)Bekijk en bespreek de verschillende producten. Wat hebben de leerlingen ontdekt?Laat eventueel opnieuw de vragen uit de introductie langs komen. Focus op kenmerken van de patronen.

- Wat heb je ontdekt?- Wat is een patroon? - Bestaat er een niet-patroon?- Wat maakt iets tot een patroon? Welke kenmerken?

Bewaar de producten/patronen tot de volgende les of maak er foto’s van.