Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en...

27
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder zaaknummer 33360852) Afdeling Ondernemen en Ontwikkelen, Team Expertise en Ontwerpen Registratienr: 33421533 Behandelaar: Patrick Meuken Revisienummer: 1.0 Status: definitief Datum: 30 mei 2017 Beveiliging: geen

Transcript of Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en...

Page 1: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma

bodemsanering en ondergrond

2017-2020

Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017

(onder zaaknummer 33360852)

Afdeling Ondernemen en Ontwikkelen,

Team Expertise en Ontwerpen

Registratienr: 33421533 Behandelaar: Patrick Meuken

Revisienummer: 1.0 Status: definitief

Datum: 30 mei 2017 Beveiliging: geen

Page 2: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 2/24

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ................................................................................................................................... 4

1.1 Aanleiding en doel ......................................................................................................... 4 1.2 Leeswijzer ...................................................................................................................... 4

2. FINANCIERING UITVOERINGSPROGRAMMA ........................................................................ 6

2.1 Middelen ........................................................................................................................ 6 2.1.1 Inzet Rijksmiddelen ........................................................................................ 6 2.1.2 Inzet gemeentelijke middelen ......................................................................... 6

2.2 Dekking periode 2017-2020 ........................................................................................... 7 2.3 Bijdragen van derden middels cofinanciering ................................................................ 7 2.4 Financieringsmethodiek ................................................................................................. 8

2.4.1 Prioritering financiering uit Rijksmiddelen ...................................................... 8 2.4.2 Doelstelling sanering bij (co)financiering uit de Rijksmiddelen ...................... 9 2.4.3 Dynamiek en verantwoording ......................................................................... 9

2.5 Het Kostenmodel LDB 2004 .......................................................................................... 9

3. PRIORITERING WERKVOORRAAD EN AANPAK THEMA’S ................................................10

3.1 Werkvoorraad en volgorde .......................................................................................... 10 3.2 Afhandeling spoedlocaties ........................................................................................... 11

3.2.1 Afspraken in convenant voor de aanpak spoedlocaties ............................... 11 3.2.2 Afname spoedlocaties .................................................................................. 11

3.3 Afhandeling niet-spoedlocaties .................................................................................... 12 3.3.1 Historisch Onderzoek (HO) .......................................................................... 12 3.3.2 Oriënterend onderzoek (OO) ........................................................................ 12 3.3.3 Nader onderzoek (NO) ................................................................................. 13 3.3.4 Acties na het NO .......................................................................................... 14 3.3.5 Nazorg of monitoring .................................................................................... 14

3.4 Thema’s ....................................................................................................................... 14 3.5 Geothermie .................................................................................................................. 15

3.5.1 Wat is geothermie......................................................................................... 15 3.5.2 Rol gemeente Helmond ................................................................................ 15 3.5.3 Green Deal Geothermie ............................................................................... 15 3.5.4 Budget .......................................................................................................... 15

3.6 Reservering risicolocaties (vangnet Wet bodembescherming) ................................... 16 3.7 Overige saneringen...................................................................................................... 16

4. RESULTATEN AANPAK WERKVOORRAAD IN 2016 ...........................................................17

4.1 Aanpak werkvoorraad .................................................................................................. 17 4.2 Financiën ..................................................................................................................... 17

5. PROGRAMMERING 2017.........................................................................................................18

5.1 Algemeen ..................................................................................................................... 18 5.2 Invulling uitvoeringsprogramma en kostenraming ....................................................... 18

6. PROGRAMMERING 2018-2030 ...............................................................................................19

6.1 Algemeen ..................................................................................................................... 19 6.2 Uitwerking periode 2018-2020 ..................................................................................... 19

6.2.1 Jaarschijf 2018 ............................................................................................. 19 6.2.2 Jaarschijf 2019 ............................................................................................. 20 6.2.3 Jaarschijf 2020 ............................................................................................. 20

6.3 Doorloop 2018-2030 .................................................................................................... 20

7. LINK MET DE GEMEENTELIJKE BEGROTING .....................................................................22

7.1 Algemeen ..................................................................................................................... 22 7.2 Begroting 2017 ............................................................................................................. 22 7.3 Totale begroting ........................................................................................................... 23

7.3.1 Noodzakelijk budget (bijdrage Rijksmiddelen) ............................................. 23 7.3.2 Beschikbaar budget (bijdrage Rijksmiddelen) .............................................. 23

8. COLOFON .................................................................................................................................24

Page 3: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 3/24

BIJLAGE: Locatielijst UP

Page 4: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 4/24

1. INLEIDING

1.1 Aanleiding en doel

Voor u ligt het nieuwe Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond voor de jaren 2017-2020

(UP). In de afgelopen jaren is elk jaar het UP bodemsanering vastgesteld met hierin de verant-

woording en planning van de bodemsaneringsoperatie die de gemeente Helmond als bevoegd gezag

Wet bodembescherming (Wbb) uitvoert. Vanaf dit jaar is dit UP uitgebreid met het thema ondergrond.

Reden hiervoor is dat zowel lokaal als landelijk de keuze is gemaakt om rondom het thema bodem en

ondergrond niet alleen te denken in beperkingen vanwege bodemverontreinigingen, maar ook in

mogelijkheden om de bodem en ondergrond duurzaam en efficiënt te gebruiken. Voor Helmond

specifiek speelt hierbij bijvoorbeeld het thema Geothermie een grote rol.

Dit UP kent dus twee hoofdthema’s:

- Bodemsanering, met accent op aanpak spoedlocaties:

De gemeente Helmond is als bevoegd gezag Wbb verantwoordelijk voor de aanpak van de

werkvoorraad bodemsanering. Dit betreft locaties waar een eventueel aanwezige bodem-

verontreiniging nog moet worden onderzocht en/of zo nodig gesaneerd. Accent ligt hierbij op de

aanpak van spoedlocaties. Voor Helmondse spoedlocaties geldt dat dit risico wordt veroorzaakt

door een omvangrijke en ongecontroleerde verspreiding van de verontreiniging naar het

grondwater. Risico’s voor mensen of het ecosysteem zijn de afgelopen jaren reeds weggenomen.

- Ondergrond met accent op geothermie:

De gemeente Helmond heeft een duidelijke ambitie op het gebied van duurzaamheid. Onderdeel

hiervan is de inzet van geothermie in de regio. In dit UP worden de ambities op dit vlak kort

toegelicht en vindt de (financiële) verantwoording plaats van dit thema voor zover deze zijn

gedekt uit de middelen vanuit de DU-bodem

Het UP vormt de basis voor:

- De jaarlijkse aanvraag voor bodemsaneringsbudget (programmabegroting) door het college van

B&W aan de gemeenteraad;

- Het programmabeheer en -bewaking door het college (planning, prioritering en budgetverdeling);

- De jaarlijkse verantwoording van bestedingen door het college aan de gemeenteraad.

1.2 Leeswijzer

Het UP bevat grofweg de volgende onderdelen:

- Verantwoording werkzaamheden 2016

De werkzaamheden die in 2016 zijn uitgevoerd worden beschreven. Hierbij wordt een koppeling

gemaakt met de plannen die er waren voor 2016 en de besteding van de financiën.

- Programmering 2017

De in 2017 uit te voeren werkzaamheden zijn concreet gemaakt. Per locatie wordt aangegeven

wat er wordt gedaan, wat de daaraan verbonden kosten zijn en wie ze betaalt.

- Verwachte werkzaamheden 2018 en later

Ook voor de jaarschijven 2018 en later zijn ramingen gemaakt voor de locaties waar in de

betreffende jaarschijf een actie wordt opgestart. Ook wordt hier een prognose gegeven van de

vervolg acties en kosten die volgen op deze werkzaamheden (de doorloopkosten)

- Thema’s

Naast de geprogrammeerde aanpak van de werkvoorraadlocaties zijn in dit UP ook een aantal

thema’s benoemd die geprogrammeerd worden via dit UP, waarom het thema geothermie.

- Financiën

Aangegeven wordt welke budgetten beschikbaar zijn voor de uitvoering van het UP, welke

uitgaves er zijn gedaan hoe de ambities zich verhouden tot de beschikbare middelen.

Page 5: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 5/24

In hoofdstuk ‎2 worden eerst de uitgangspunten van de financiering van de bodemsaneringsoperatie

beschreven alsmede het model waarmee de kosten worden geraamd. In hoofdstuk ‎3 wordt

vervolgens de wijze van prioritering van de werkvoorraad aan te onderzoeken en saneren locaties

besproken en wordt de diverse thema’s nader toegelicht, waaronder geothermie.

In hoofdstuk ‎4 worden de resultaten uit het jaar 2016 besproken. Hoofdstuk ‎5 laat de programmering

voor het jaar 2017 zien. In hoofdstuk ‎6 is de programmering in periode 2018 en later weergegeven.

Tot slot wordt in hoofdstuk 7 de link met de gemeentelijke begroting besproken.

Als bijlage 1 is de locatielijst (de werkvoorraad) toegevoegd waaruit blijkt:

- om welke locaties of thema’s het gaat;

- of het een (potentiële) spoedlocatie betreft;

- wat de eerste actie is die zal worden uitgevoerd en wanneer;

- hoe groot de kosten zijn van de eerste actie en de verwachte doorloop ervan;

- wie er gaat betalen;

- wanneer de doorloopactie zal worden opgestart.

Page 6: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 6/24

2. FINANCIERING UITVOERINGSPROGRAMMA

2.1 Middelen

De mogelijkheden en beperkingen om een uitvoeringsprogramma op te stellen en daadwerkelijk uit te

voeren, worden in belangrijke mate bepaald door de financiële middelen die de gemeente Helmond

ter beschikking heeft.

2.1.1 Inzet Rijksmiddelen

De financieringsregelingen voor bodemsanering vanuit het Rijk zijn:

- Decentralisatie-uitkeringen Bodem

Dit is de belangrijkste financieringsbron van het UP. Het Rijk zegt voor een langere looptijd

financiering toe in de vorm van een “decentralisatie-uitkering” (DU) in het Gemeentefonds.

- Project subsidie via Decentralisatie-uitkeringen Bodem

De gemeente kan aanspraak maken op incidentele middelen. Hieruit kunnen projecten

gefinancierd worden waarvoor binnen de overige financieringsregelingen geen middelen

gevonden kunnen worden. Wanneer de aanvraag wordt gehonoreerd worden ook deze middelen

via het Gemeentefonds uitgekeerd.

- Bedrijvenregeling

Hieruit wordt de bodemsanering op bedrijfsterreinen betaald. De gemeente verstrekt namens het

Rijk subsidie. De gemeente schiet deze middelen voor, bijvoorbeeld uit de decentralisatie-

uitkering, en kan ze na afronding van de sanering doorbelasten aan het Rijk.

- Projectsubsidie

Dit zijn ook rijksmiddelen bestemd voor de bodemsanering op bedrijfsterreinen. Een door het Rijk

aangewezen en gefinancierde uitvoeringsorganisatie verstrekt hiervoor subsidie. De gemeente

Helmond staat hier verder buiten en is alleen bij de sanering betrokken als bevoegd gezag

(vergunningverlening, toezicht en handhaving).

2.1.2 Inzet gemeentelijke middelen

De gemeente Helmond zet in haar rol als bevoegd gezag Wet bodembescherming alleen

Rijksmiddelen in voor bodemonderzoek en -sanering. De gemeente als "marktpartij" voert ook

bodemonderzoeken en –saneringen uit. In die gevallen kan de gemeente wel eigen middelen inzetten,

bijvoorbeeld via de grondexploitatie. Deze randvoorwaarde is al in 2003 door de gemeenteraad

opgelegd bij de acceptatie van de bevoegd gezag taken Wet bodembescherming.

Dit UP (her)bestemt daarom alleen de middelen uit de Decentralisatie-uitkeringen (en de voorgangers

van die uitkeringen). Van deze middelen is het college van B&W als bevoegd gezag Wet bodem-

bescherming zelf de budgethouder. Deze rijksmiddelen zijn door de raad volledig bestemd voor de

aanpak van de werkvoorraad bodemsanering1.

De geraamde kosten ten laste van de Rijksmiddelen in het eerstvolgende jaar worden in de begroting

opgenomen onder programma 12 Milieu. De kosten die de gemeente als marktpartij maakt voor

bodemsanering worden wel geraamd in dit UP, maar begroting en verantwoording ervan vindt elders

plaats.

1 Raadsbesluit 5, 12 januari 2010 en Raadsbesluit 26, 1 maart 2011

Page 7: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 7/24

2.2 Dekking periode 2017-2020

Voor de dekking van de geraamde uitvoeringskosten van dit UP wordt naast de reeds uitgekeerde

middelen (tot en met 2015) ook rekening gehouden met de middelen die voor de periode 2016-2020

aan de gemeente Helmond zijn toegezegd via het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020.

In dat convenant zijn door het Rijk en de decentrale overheden (IPO, VNG en UvW) afspraken

gemaakt over de verdere ontwikkeling naar een duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem

en ondergrond. In dit UP zijn de afspraken van het convenant zover als van toepassing vertaald naar

de Helmondse praktijk.

In 2015 hebben wij een projectsubsidie aangevraagd voor het thema Geothermie. Een deel van deze

middelen zijn door het Rijk inmiddels toegezegd en zijn als dekking aan het UP toegevoegd.

De praktijk leert dat de daadwerkelijke uitkeringen aan het Gemeentefonds door het Rijk met enige

regelmaat (naar beneden) bijgesteld worden. Indien dit het geval is wordt dit in een volgend UP

gecorrigeerd.

2.3 Bijdragen van derden middels cofinanciering

In bepaalde gevallen kan bodemsanering alleen bewerkstelligd worden door cofinanciering. Dat wil

zeggen dat de gemeente Helmond als bevoegd gezag een deel van de saneringskosten betaalt. De

overige kosten worden dan gedragen door de formele probleembezitter, die vaak eigenaar van de

betreffende (bedrijfs)locatie is.

Bijdrage door de gemeente vind enkel plaats na een gedegen juridische beoordeling. De beoordeling

is de basis voor het bepalen van de verdeelsleutel. Zoals aangegeven vind dekking van de

gemeentelijke bijdrage plaats uit ter beschikking gestelde Rijksmiddelen.

Afhankelijk van de specifieke situatie wordt per project besloten wie initiatiefnemer is. Soms neemt de

probleembezitter het initiatief en draagt de gemeente bij, in andere gevallen neemt de gemeente het

initiatief en draagt de probleembezitter bij. Dit laatste is vaak het geval wanneer de probleembezitter

weinig expertise heeft om de betreffende sanering zelfstandig te initiëren.

In dit laatste geval wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld, waarin onder andere de

financiële afspraken zijn vastgelegd. Immers er is sprake van een bijdrage van de probleembezitter

richting de gemeente Helmond. Via de overeenkomst wordt tevens voorkomen dat sprake is van

onrechtmatige staatssteun.

De gemeente verhaalt via de samenwerkingsovereenkomst vooraf een deel van de onderzoeks- en/of

saneringskosten bij de probleembezitter. Dit kostenverhaal heeft specifiek betrekking op de aanpak

van het betreffende geval van ernstige en vaak spoedeisende bodemverontreiniging. De opbrengsten

ervan zijn nodig voor de dekking van de kosten van het bevoegde gezag Wet bodembescherming. In

de situatie van kostenverhaal vooraf is dus geen sprake van "nieuwe middelen", maar is sprake van

middelen welke door de raad reeds volledig zijn bestemd voor de aanpak van de werkvoorraad

bodemsanering.

Page 8: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 8/24

2.4 Financieringsmethodiek

Jaarlijks worden acties en bijbehorende kosten voor de aanpak van de werkvoorraad bodemsanering

bepaald. Daarbij wordt de totale werkvoorraad, in dit geval van de peildatum 13 oktober 2016,

geprioriteerd. Vervolgens wordt de verdeling bepaald over de diverse financieringsbronnen (Rijk,

gemeente als marktpartij, derden).

2.4.1 Prioritering financiering uit Rijksmiddelen

Het Rijk stelt onvoldoende middelen beschikbaar om alle ernstig verontreinigde bodemlocaties te

saneren met Rijksmiddelen. Daarom worden er keuzes gemaakt voor de inzet van deze middelen.

Hieronder wordt gemotiveerd in welke volgorde de beschikbare middelen worden ingezet:

1: Sanering spoedlocaties

De sanering van de zogenaamde spoedlocaties heeft de hoogste prioriteit. Op deze locaties is sprake

van een (potentieel) risico voor mens of milieu. Echter de meeste spoedlocaties betreffen

bedrijfslocaties. Voor deze locaties is vaak voldoende financiering via de Bedrijvenregeling of via

eigen middelen voorhanden. Inzet van Rijksmiddelen vindt vooral plaats bij spoedlocaties, niet zijnde

bedrijfslocatie, of op bedrijfslocaties via een co-financieringsregeling. Hierbij geldt overigens ook het

uitgangspunt dat de sanering zoveel als mogelijk door de veroorzaker, eigenaar of gebruiker moet

worden betaald.

2: Bodemonderzoeken

De gemeente Helmond financiert een groot deel van het archief- en veldonderzoek op de locaties

waar mogelijk sprake is van een geval van ernstig bodemverontreiniging. Belangrijkste doel daarvan is

met een relatief geringe financiële inspanning snel duidelijkheid te verkrijgen over de daadwerkelijke

bodemkwaliteit en noodzakelijke vervolgaanpak. Deze (co)financiering leidt namelijk tot minder

stagnatie door terreineigenaren die niet willen (mee)betalen. Weigeren eigenaren desondanks

medewerking te verlenen, dan kan afhankelijk van de situatie het juridische (bevels)instrumentarium

worden ingezet en zal de eigenaar als dat mogelijk is voor de volle 100% opdraaien voor de kosten.

3: Geothermie

Binnen dit UP zijn middelen gereserveerd voor het thema Geothermie. Deze middelen betreffen ten

minste 1:1 de extra toegezegde middelen uit de projectsubsidie van 2016. Uitgangspunt is dat deze

toegekende middelen ook beschikbaar blijven voor dit thema en niet worden ingezet voor de reguliere

bodemsaneringsoperatie.

4: Overige saneringen

Indien na de programmering van de spoedsaneringen en de bodemonderzoeken en de andere

thema’s budget over is, dan wordt dat ingezet voor de sanering van de overige niet spoedeisende

gevallen van bodemverontreiniging voor projecten waarvan de gemeente Helmond zelf (mede)

initiator is. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Financiering vindt alleen plaats voor die projecten waar de aanwezigheid van de bodem-

verontreiniging leidt tot stagnatie van ruimtelijke ontwikkelingen of waarbij sprake is van een

zwaarwegend maatschappelijk belang.

- Bij gebiedsontwikkeling dient sprake te zijn van een onrendabele top veroorzaakt door de

bodemverontreiniging.

- De bijdrage is in principe niet hoger dan 25% van de netto bodemsaneringskosten.

Het beschikbare budget voor deze saneringen wordt verdeeld over de verschillende jaarschrijven,

zonder dat daar vooraf specifieke projecten aan gekoppeld hoeven te zijn. Het toekennen van

middelen aan specifieke projecten gebeurd op basis van de hierboven benoemde uitgangspunten.

Page 9: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 9/24

Hierbij geldt vanzelfsprekend dat wanneer blijkt dat extra financiële inzet nodig is voor

spoedsaneringen of bodemonderzoeken dit ten kosten gaat van de inzet voor niet spoedeisende

saneringen.

2.4.2 Doelstelling sanering bij (co)financiering uit de Rijksmiddelen

Wanneer sprake is van (co)financiering uit de Rijksmiddelen, geldt als uitgangspunt dat de sanering

zo sober en doelmatig mogelijk moet worden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de verontreiniging in

principe niet geheel wordt verwijderd, maar dat wordt volstaan met het wegnemen van risico's. Deze

risico's worden conform landelijke afspraken bepaald aan de hand van het zogenaamde

Saneringscriterium2. De saneringslocatie wordt op die manier alleen geschikt gemaakt voor het

huidige, of op korte termijn, beoogde gebruik ervan. Dit houdt in dat aanvullende sanering voor

rekening van de initiatiefnemer nodig kan zijn als het gebruik van het terrein in de toekomst wijzigt.

2.4.3 Dynamiek en verantwoording

De bodemsaneringsoperatie en haar werkvoorraad hebben een dynamisch karakter. Er kan

bijvoorbeeld een extra geval van bodemverontreiniging worden ontdekt en op locaties die al onderdeel

zijn van de werkvoorraad kan de verontreiniging mee- of tegenvallen. Het college kan het programma

daarom naar believen wijzigen, zolang de kosten gedekt kunnen worden binnen de jaarschijf in de

begroting. Als dat niet het geval is zal de gemeenteraad tussentijds om een begrotingswijziging

worden gevraagd.

Na afloop van elk jaar wordt over dat jaar verantwoording afgelegd via het nieuwe UP. Bij de

actualisatie van het UP worden de nog niet afgeronde projecten uit de voorgaande jaarschijf gewoon

weer meegenomen. Uitgangspunt daarbij is uiteraard dat het eventuele restant aan middelen uit de

voorgaande jaarschijf weer beschikbaar is voor de vervolgaanpak.

2.5 Het Kostenmodel LDB 2004

Niet voor alle locaties is een locatie specifieke kostenraming gemaakt. Voor de locaties waar dit niet

het geval is wordt gebruikt gemaakt van het kostenmodel Landsdekkend Beeld 2004 dat is ontwikkeld

in opdracht van het ministerie van VROM.3

In het model wordt rekening gehouden met doorloop van locaties naar volgende fasen van onderzoek

en sanering. Het aantal locaties dat doorgaat naar een volgende fase in het onderzoeks- en

saneringstraject is bepaald op basis van de doorloopcijfers zoals die landelijk bij de nulmeting

Werkvoorraad in 2004 zijn bepaald.

2 Zie Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatscourant 2013-16675

3 Zie de rapportage ‘Kostenmodel Landsdekkend Beeld. Eindrapportage’ 14 juni 2004, ARCADIS/ReGister

Page 10: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 10/24

3. PRIORITERING WERKVOORRAAD EN AANPAK THEMA’S

3.1 Werkvoorraad en volgorde

In 2004 is door de gemeente Helmond in het kader van het project Landsdekkend Beeld een overzicht

gemaakt van alle locaties op het gemeentelijk grondgebied waar een bodemverontreiniging is

aangetoond of waar op basis van historische activiteiten een ernstige bodemverontreiniging wordt

vermoed. Alle locaties waar nog vervolgacties noodzakelijk zijn om een ernstige verontreiniging in

beeld te brengen en/of te saneren worden beschouwd als de werkvoorraad.

Toelichting:

Op locaties waar de bodem wel verontreinigd is maar niet ernstig, bestaan per definitie geen risico’s voor de

volksgezondheid of het milieu. Het Rijk noch de gemeente in haar rol als bevoegd gezag Wbb hebben budget

voor de sanering van deze (licht tot matig) verontreinigde bodems. De aanpak wordt daarom overgelaten aan de

markt. Dit houdt in dat de bodemverontreiniging op deze locaties pas wordt aangepakt als dat vanuit een ander

kader nodig is, bijvoorbeeld bij verkoop of bij bouwactiviteiten.

Deze werkvoorraad wordt per locatie in een vaste volgorde aangepakt:

Uitvoeren Historisch en dossier onderzoek (HO)

Uitvoeren bodemonderzoek (OO/NO)

Uitvoeren saneringsonderzoek (SO/SP)

Uitvoeren sanering

Uitvoeren saneringsevaluatie

Nazorg restverontreiniging

Toelichting:

De bovenomschreven vervolgacties staan in volgorde van aanpak. Na elke actie kan blijken dat geen vervolg

meer nodig is. De gebruikte afkortingen zijn:

- Historisch vooronderzoek (HO): vaststellen of de verdenking van bodemverontreiniging terecht is.

- Oriënterend bodemonderzoek (OO): vaststellen of de locatie ernstig verontreinigd kan zijn.

- Nader onderzoek (NO): de ernst en omvang van de tijdens het OO aangetoond bodemverontreiniging

vaststellen.

- Saneringsonderzoek/saneringsplan (SO/SP): plannen van de werkzaamheden die nodig zijn om de risico's

weg te nemen en de noodzaak tot gebruiksbeperkingen en nazorgmaatregelen te minimaliseren.

Page 11: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 11/24

3.2 Afhandeling spoedlocaties

Op spoedlocaties is de verontreiniging van de bodem zodanig dat het gebruik van de bodem of de

mogelijke verspreiding van de verontreiniging kan leiden tot onaanvaardbare risico's voor mens, plant

of dier. Om deze reden heeft van aanpak van deze locaties de hoogste prioriteit en zijn op landelijk

niveau afspraken gemaakt over de aanpak ervan.

3.2.1 Afspraken in convenant voor de aanpak spoedlocaties

De gemeente Helmond hanteert, in lijn met het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 de

volgende doelstellingen voor de aanpak van de spoedlocaties, hierbij is per doelstelling aangegeven

wat de stand van zaken in Helmond is:

- Uiterlijk 2016 is, zover dat juridisch mogelijk is, van alle spoedlocaties de formele status

vastgelegd in een "beschikking op ernst en spoed".

o Dit is gebeurd, voor 1 locatie wordt op dit moment de beschikking ambtelijk

voorbereid. Verwacht wordt dat deze begin 2017 wordt vastgesteld.

- Spoedlocaties op basis van humane risico’s zijn uiterlijk in 2016 gesaneerd of de risico's van deze

locaties zijn dan in elk geval beheerst.

o Dit is gebeurd, betreffende locaties zijn gesaneerd, op 1 locatie zijn de risico’s

vooruitlopend op de sanering weggenomen met een tijdelijke beheersmaatregel.

- Spoedlocaties op basis van ecologische- en/of verspreidingsrisico’s zijn uiterlijk in 2020

gesaneerd, of de risico's van deze locaties zijn dan in elk geval beheerst.

o De saneringen van deze locaties zijn op dit moment in uitvoering, in afronding of in

voorbereiding. Uitgangspunt is dat de doelstelling van 2020 wordt gehaald.

- Wanneer een nieuwe potentiele spoedlocatie wordt ontdekt wordt de formele status hiervan zo

mogelijk uiterlijk in 2016, en anders zo spoedig mogelijk hierna, vastgelegd in een "beschikking op

ernst en spoed".

o Op dit moment zijn er geen “nieuwe” spoedlocaties bekend.

- Nieuwe spoedlocaties zijn uiterlijk in 2020 gesaneerd, of de risico's van deze locaties zijn in 2020

in elk geval beheerst. Indien dit niet haalbaar is, wordt zo spoedig mogelijk hierna met de sanering

of risicobeheersing gestart.

o Op dit moment zijn er geen “nieuwe” spoedlocaties bekend.

Samengevat:

Op alle spoedlocaties (zie de locatielijst in bijlage 1) is het onderzoekstraject afgerond. De formele

beschikkingen zijn of worden genomen uiterlijk in 2017. De uiterste startdatum voor de sanering wordt

daarbij vastgesteld op maximaal vier jaar na afgifte van de beschikking. Waar nodig zijn of worden

tijdelijke beveiligingsmaatregelen getroffen om de risico’s weg te nemen totdat het moment van

sanering is aangebroken.

Voor twee voormalige stortlocaties geldt dat het onderzoek weliswaar is afgerond, maar dat

aanvullende monitoring nodig is om de ontwikkeling van de aangetroffen grondwater verontreiniging

de komende jaren in de gaten te kunnen houden. Deze monitoringsplannen worden dit jaar opgesteld

en in gang gezet.

3.2.2 Afname spoedlocaties

Momenteel zijn er in totaal 12 (potentiële) spoedlocaties (zie de locatielijst in bijlage 1). Per peildatum

1 augustus 2016 was er in drie gevallen nog geen definitieve aanpak geformuleerd. Inmiddels is het

nagenoeg zeker dat al deze drie locaties op korte termijn afvallen als spoedlocaties. Er blijven dan

geen locaties over waarvoor nog geen aanpak is geformuleerd voor de aanpak van de betreffende

spoedlocatie.

Page 12: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 12/24

In onderstaande tabel is de afname van het aantal nog te saneren of beheersen locaties met label

spoed binnen de werkvoorraad aangegeven.

Tabel 1: afname spoedlocaties

jaar aantal spoedlocaties, nog in behandeling

(peildatum 1 augustus)

2008 125

2009 78

2010 46

2011 19

2012 7

2013 13

2014 8

2015 9

2016 3

3.3 Afhandeling niet-spoedlocaties

De overige werkvoorraadlocaties moeten voor 2030 zijn aangepakt.

De gemeente Helmond heeft met betrekking tot de overige werkvoorraad de ambitie om alle locaties

tot en met een nader bodemonderzoek te onderzoeken. Na uitvoering van een nader onderzoek is

immers pas duidelijk of sprake is van onacceptabele risico's voor de volksgezondheid of het milieu.

Ook kunnen de vervolgkosten nauwkeuriger geraamd worden als een nader onderzoek is uitgevoerd.

De laatste reden om locaties tot het niveau van het nader onderzoek te onderzoeken is dat het dan

mogelijk is de status van de verontreiniging formeel vast te stellen via een "beschikking op ernst en

spoed" waarmee bodemsanering zo nodig afgedwongen kan worden.

3.3.1 Historisch Onderzoek (HO)

De afgelopen jaren is een groot aantal HO’s uitgevoerd. Het gaat dan om locaties waar nog helemaal

geen onderzoeksgegevens van bekend zijn, maar die wel verdacht zijn met betrekking tot de

aanwezigheid van bodemverontreiniging. Op dit moment zijn bijna alle HO locaties onderzocht. Wel

komen er lopende de bodemsaneringsoperatie steeds weer nieuwe locaties bij waar een historisch

onderzoek uitgevoerd dient te worden. Uitgangspunt is om alle nieuwe HO locaties direct, uiterlijk in

het eerst volgende jaar te onderzoeken.

Indien uit het HO blijkt dat de locatie (mogelijk) sterk verontreinigd is, zal aansluitend een oriënterend

bodemonderzoek uitgevoerd worden en indien noodzakelijk een nader bodemonderzoek. Indien

hierbij nog aanvullende (potentiële) spoedlocaties naar voren komen, zullen deze naar het

spoedtraject worden verplaatst en met voorrang worden aangepakt.

3.3.2 Oriënterend onderzoek (OO)

Wanneer uit een HO, of andere gegevens, blijkt dat een locatie mogelijk verontreinigd is dient een OO

uitgevoerd worden. Doel van een OO is om te bepalen of op een locatie daadwerkelijk een sterke

bodemverontreiniging aanwezig is. Aangezien de gemeente Helmond de ambitie heeft om op alle

locaties in de werkvoorraad te bepalen of sprake is van ernstige bodemverontreiniging, wordt de

eerstvolgende stap (OO) in principe in de komende jaarschijf uitgevoerd. Op deze wijze is snel

duidelijk bij welke locaties de volgende fase (nader onderzoek) noodzakelijk is. De omvang van de

voorraad OO locaties is daarom ook zeer beperkt.

Page 13: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 13/24

3.3.3 Nader onderzoek (NO)

De grootste groep locaties in de werkvoorraad heeft als vervolgactie ‘uitvoeren NO’. Op deze locaties

zijn bij bodemonderzoek al sterke verontreinigingen aangetoond. Doel van het NO is het vaststellen

van de omvang van de verontreiniging en de risico's die daarmee samenhangen.

De gemeente Helmond is voornemens om voor alle locaties in de werkvoorraad het NO te initiëren.

Dit NO kan bestaan uit het uitvoeren van een bodemonderzoek. In verschillende aantal gevallen

volstaat echter een afhandeling via een ambtelijke beoordeling. Hierbij wordt op een gestructureerde

wijze de status van de locaties bepaald op basis van alle beschikbare onderzoeksgegevens. Dit kan

resulteren is het afronden van de locatie, zonder dat aanvullend veldonderzoek ter plaatse

noodzakelijk is.

Na het uitvoeren van deze stap kan, wanneer dit wenselijk is, de gemeente Helmond als bevoegd

gezag de status van een locatie in een beschikking formeel vaststellen en is de status en de mogelijke

noodzakelijke vervolgaanpak voor eenieder duidelijk. Hiernaast zorgt deze aanpak ervoor dat nu nog

niet bekende spoedeisende locaties worden opgespoord.

Indien uit het NO en de formele beschikking blijkt dat sprake is van een saneringsplicht, zal direct

onderzocht worden welke partij dan het initiatief moet nemen en wie moet betalen.

Het uitvoeren van een nader bodemonderzoek is in veel gevallen een complexe operatie die vaak ook

fasegewijs uitgevoerd moet worden, dit samen met noodzakelijke toestemming van terreineigenaren

maakt het lastig om doorlooptijden vooraf goed in te schatten. Uit de praktijk blijkt dat onder deze

condities jaarlijks een beperkt aantal NO kunnen worden geïnitieerd door de gemeente. Om die reden

wordt de uitvoering van de totale werkvoorraad NO uitgesmeerd over meerdere jaren.

Page 14: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 14/24

3.3.4 Acties na het NO

Voor een deel van de locaties in de werkvoorraad is reeds in een NO vastgesteld dat een ernstige

verontreiniging aanwezig is zonder noodzaak tot spoedige sanering. Verdere aanpak van deze

locaties is pas nodig als het gebruik van het terrein zou wijzigen. Het initiatief voor verdere aanpak ligt

dan bij de eigenaar van het terrein.

In de komende periode zal de status van de bodemverontreiniging op deze locaties, voor zover dat

nog niet gebeurd is, worden vastgelegd in:

- een formele "beschikking op ernst en spoed", of in

- een ambtelijke beoordeling.

Uitgangspunt in beide situaties is dat de status van de bodemverontreiniging eenduidig en voor

derden kenbaar is vastgelegd. Behalve de registraties bij het Kadaster wordt daarvoor ook het

gemeentelijk bodeminformatiesysteem gebruikt dat deels ontsloten is via de website

www.bodemloket.nl/kaart.

3.3.5 Nazorg of monitoring

Indien na de sanering restverontreiniging in de bodem achtergebleven is, zijn soms

nazorgmaatregelen nodig ter voorkoming van een vermindering of bedreiging van de functionele

eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier.

Bij locaties waar nazorgmaatregelen genomen worden, worden vooraf de nazorgkosten geraamd en

wordt daarvoor financiële zekerheid verlangd. Er zijn momenteel geen locaties waar het bevoegde

gezag financieel moet bijdragen aan de kosten voor de nazorg. Voor deze locaties zijn daarom verder

geen acties geprogrammeerd in het kader van de aanpak werkvoorraad (wel het reguliere toezicht en

handhaving).

Hiernaast is het mogelijk dat op een locatie monitoring van de bodemkwaliteit plaatsvindt. Hiervan kan

sprake zijn zonder dat er actief gesaneerd is, of dat sprake is van een formele saneringsnoodzaak.

Een monitoringsmaatregel wordt genomen als het noodzakelijk is om de invloed van een aanwezige

verontreiniging op de omgeving te bewaken.

3.4 Thema’s

Naast de geprogrammeerde aanpak van de werkvoorraadlocaties zijn in dit UP ook vier thema’s

benoemd die geprogrammeerd worden via dit UP. Het betreft de volgende thema’s:

- Geothermie

- Reservering Risicolocaties

- Overige saneringen

Deze thema’s worden in de volgende paragraven toegelicht.

Page 15: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 15/24

3.5 Geothermie

In aansluiting op onze gemeentelijke doelstelling “Helmond klimaat neutraat in 2035” heeft de

gemeente Helmond forse ambities op het gebied van duurzame gebruik van de ondergrond en dan

met name via geothermie. Dit thema sluit aan op het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020

waar in paragraaf ‎2.2 over is gesproken.

3.5.1 Wat is geothermie

Geothermie (ook wel aardwarmte) is warmte die van nature aanwezig is diep in de aarde. Hoe dieper

we de aarde ingaan, hoe warmer het wordt. Hier bevindt zich heet water dat kan worden opgepompt

om woningen te verwarmen en bedrijven te laten produceren, met warm water of via stoom. Er moet

geboord worden tot een diepte van minimaal 2.700 meter, hier is water aanwezig van ongeveer

tachtig graden. Dit water wordt opgepompt, waarna met een warmtewisselaar de warmte uit het water

wordt gehaald. Het afgekoelde water wordt terug de bodem ingepompt. Geothermie is schoon,

betrouwbaar en duurzaam. En de ondergrond onder Helmond is waarschijnlijk geschikt voor de

toepassing hiervan. De aanleg van een geothermie-installatie vergt een grote investering aan de

voorkant. Onderzoek naar de juiste locatie en diepte is kostbaar, evenals de noodzakelijke diepe

boring. Om die reden is het noodzakelijk om samen met partners en leveranciers op te trekken om

geothermie installaties ook daadwerkelijk aangelegd te krijgen.

3.5.2 Rol gemeente Helmond

Vaststaat dat geothermie een forse bijdrage kan leveren aan onze klimaatdoelstellingen. Daarom is de

gemeente Helmond voortrekker en regisseur om geothermie projecten in onze regio van de grond te

krijgen. Hierbij kijken we over onze eigen gemeentegrenzen heen en zetten ons ook in voor de

realisatie van installaties buiten Helmond. Dit is ook noodzakelijk omdat de locatie sterk wordt

beïnvloed door de aanwezigheid van grootverbruikers en de gesteldheid van de bodem. We richten

ons nu op vijf geothermie locaties in Brabant. Eén van die bronnen is gepland in (regio) Helmond. Het

is de bedoeling om het de stadsverwarming in Brouwhuis en Rijpelberg aan te sluiten op geothermie,

en deze 100% duurzaam te maken. Daarnaast wordt onderzoek uitgevoerd naar een bron in Lieshout

(bij bierbrouwer Bavaria) en in Asten/Someren (voor de verwarming van kassen). De overige twee

bronnen zijn gepland in de regio Tilburg/Breda.

3.5.3 Green Deal Geothermie

Op 14 april 2016 heeft wethouder Smeulders namens 14 Brabantse partijen een convenant met het

ministerie van Economische zaken gesloten: Green Deal Geothermie Brabant Breed. Middels deze

deal is verdergaand bodemonderzoek voor de regio Helmond/Zuidoost-Brabant vastgelegd en worden

de vijf genoemde projecten binnen Brabant ook daadwerkelijk opgetuigd.

In 2017 wordt onder andere seismologie onderzoek uitgevoerd om te bepalen wat in de regio de beste

locaties zijn voor de geothermiebronnen. Gemeente Helmond betaalt als ondertekenaar van de Green

Deal Geothermie mee aan dat onderzoek. Dekking van deze kosten vindt plaats via de middelen die

via dit UP beschikbaar zijn gesteld.

3.5.4 Budget

Door het Rijk is extra budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van taakstellingen die verwoord

zijn in het convenant bodem en ondergrond 2016-2020. Duurzaam gebruik van de ondergrond,

waaronder geothermie, maakt hier onderdeel van uit. Eind 2015 heeft de gemeente Helmond een

beroep gedaan op deze extra middelen voor een bijdrage aan de haalbaarheidsstudie voor

geothermie in de regio.

Page 16: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 16/24

Onze aanvraag heeft geresulteerd in een toekenning van aanvullend budget voor een bedrag van

€ 322.000,-. Deze middelen worden in vier jaarschijven via het gemeentefonds uitgekeerd en op basis

van een eerder raadsbesluit (zie paragraaf ‎2.1.2) toegevoegd aan de middelen voor de uitvoering van

dit UP. Dit totale toegezegde bedrag blijft binnen dit UP gereserveerd voor het thema geothermie.

In 2017 zal het grootste deel van dit budget (circa € 210.000,-) worden geïnvesteerd in een bijdrage

aan het eerder genoemde vooronderzoek. Aan dit onderzoek dragen tevens de Provincie , Brabant

Water en het Ministerie van Economische zaken bij en voor een kleiner gedeelte de betrokken

marktpartijen.

Het restant budget wordt in de jaren daarna besteed voor de verdere implementatie van geothermie in

de regio, de daadwerkelijke besteding is onder andere afhankelijk van de uitkomst van het

vooronderzoek.

3.6 Reservering risicolocaties (vangnet Wet bodembescherming)

In het UP is rekening gehouden met een forse bijdrage door marktpartijen voor de uitvoering van

bodemsaneringen. In principe is er alleen sprake van een bijdrage uit Rijksmiddelen voor een

spoedeisende sanering op een niet bedrijfslocatie. De geraamde bijdrage bedraagt dan 50% van de

saneringskosten. Overige saneringen dienen geheel door marktpartijen te worden betaald.

Vast staat dat de marktpartijen niet in alle gevallen formeel verplicht kunnen worden tot een

(relevante) bijdrage in de saneringskosten. Het bevoegde gezag moet in deze situatie fungeren als

financieel vangnet, dit kan tot aanzienlijke kosten voor de gemeente Helmond leiden. Op basis van

een analyse van de locaties op de werkvoorraad bodemsanering is een inschatting gemaakt van dit

financiële risico in de komende jaren. Dit is opgenomen als thema in de locatielijst van het UP.

Dit risico blijft aanwezig in de werkvoorraad zolang nog niet voor alle spoedlocaties formeel een

probleembezitter is aangewezen en de sanering financieel is afgerond. Tot die tijd zal dit thema in het

uitvoeringsprogramma worden gehandhaafd.

3.7 Overige saneringen

Vanuit het UP ligt de eerste prioriteit bij de aanpak en sanering van de spoedlocaties. Hiernaast

worden er in Helmond ook locaties gesaneerd die wel ernstig zijn verontreinigd, maar niet spoed-

eisend zijn. Deze saneringen worden uitgevoerd vanwege dynamiek op de locatie of vanwege andere,

vaak maatschappelijke, redenen.

Zolang de programmering van de onderzoeken en de sanering van de spoedlocaties het toelaat,

wordt in dit UP ook budget gereserveerd voor de sanering van deze locaties. Vanwege het beperkte

budget en de potentieel grote vraag dienen projecten wel aan een aantal criteria te voldoen. Deze zijn

beschreven in paragraaf ‎2.4.1.

Het beschikbare budget voor de overige saneringen wordt in dit UP verdeeld over een aantal

jaarschrijven zonder dat daar vooraf specifieke projecten aan gekoppeld hoeven te zijn. Hierdoor

wordt enerzijds inzichtelijk wat de verwachte budgetruimte is voor de komende jaren en anderzijds

kan binnen de lopende jaarschrijf direct budget worden ingezet wanneer dit vanwege de dynamiek

wenselijk is. De afweging hiervoor wordt ambtelijk gemaakt op basis van de criteria beschreven in

paragraaf ‎2.4.1.

Page 17: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 17/24

4. RESULTATEN AANPAK WERKVOORRAAD IN 2016

4.1 Aanpak werkvoorraad

Uit onderstaande tabel volgt dat de totale werkvoorraad in 2016 is afgenomen met 35 locaties. Dit is in

lijn met de vooraf opgestelde programmering.

Tabel 2: afname werkvoorraad

vervolgactie 2009 2010 2011 2012 2013 2016 2015 2016

uitvoeren HO 225 182 12 6 9 7 1 1

uitvoeren OO 128 75 81 37 33 18 11 7

uitvoeren NO 376 350 312 292 134 75 47 31

opstellen SO/ SP 40 38 12 3 6 6 5 3

uitvoeren sanering 14 26 18 18 14 13 12 4 uitvoeren (sanerings-) evaluatie 13 7 8 7 3 12 11 5

nazorg restverontreiniging 13 12 4 2 0 0 1 0

totale locaties in de werkvoorraad 809 690 447 365 199 131 88 51

aantal nog aan te pakken spoedlocaties 78 46 19 7 13 8 5 3

4.2 Financiën

In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de financiële stand van zaken per 13 november

2016 voor de jaarschijf 2016.

Tabel 3: Financiën 2016

Omschrijving Kosten

Beschikbaar budget € 2.037.563

Realisatie (incl. verplichting) € 330.363

Saldo 2016 € 1.707.200

Zoals uit tabel 3 blijkt is in 2016 minder geld uitgegeven dan vooraf geprogrammeerd, dit heeft de

volgende redenen:

- het beschikbare budget voor 2016 is gebaseerd op een raming die is opgesteld in 2014. Gezien

de grote dynamiek van het UP en het verschil is tijd loopt deze oude prognose vaak niet in lijn met

de daadwerkelijke uitgave in 2016.

- Voor 2016 was circa 1,5 miljoen euro gereserveerd voor de sanering van diverse spoedlocaties.

Deze projecten zitten nog in de opstartfase, in 2016 zijn hiervoor nog geen uitvoeringskosten

gemaakt. Dit budget is doorgeschoven naar de periode 2017-2019.

- Een groot aantal locaties op de werkvoorraad kon in 2016 administratief afgehandeld worden met

enkel dossieronderzoek en een ambtelijke beoordeling. Het uitvoeren van duur bodemonderzoek

was anders dan geprogrammeerd, in deze gevallen niet noodzakelijk.

Page 18: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 18/24

5. PROGRAMMERING 2017

5.1 Algemeen

De uitvoering van de werkzaamheden in het jaar 2017 wordt de “harde werkvoorraad” genoemd. Voor

dit jaar zijn per locatie de werkzaamheden met de daaraan verbonden kosten weergegeven. Deze

jaarschijf vorm de basis voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de aanpak van de

bodemsaneringsoperatie.

Voor de kosten van saneringen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Voor sanering van bedrijfsterreinen moet een beroep gedaan worden op de Bedrijvenregeling of

financiering uit eigen middelen.

- Saneringskosten van spoedlocaties (niet zijnde bedrijfslocaties) worden in principe voor maximaal

50% uit Rijksmiddelen betaald.

- Voor locaties zonder noodzaak tot spoedige sanering worden voor de sanering geen

Rijksmiddelen gereserveerd, tenzij sprake is van sanering van een locatie op gemeentelijk

initiatief, zoals verwoord in paragraaf ‎2.4.1.

- Voor saneringen waar de gemeente Helmond fungeert als "vangnet", dient mogelijk meer dan

50% betaald te worden uit Rijksmiddelen. Wanneer hier zicht op is, is in dit UP rekening gehouden

met de reële raming van de saneringskosten.

5.2 Invulling uitvoeringsprogramma en kostenraming

In onderstaande tabel zijn de onderdelen uit het uitvoeringsprogramma bodemsanering weergegeven

die in 2017 worden uitgevoerd inclusief de geraamde kosten en de dekking ervan. Voor een nadere

specificatie van de betreffende locaties wordt verwezen naar de Locatielijst UP in bijlage 1.

Tabel 4: Jaarschrijf 2017

kosten

VERVOLG WBB samenvatting aantallen Rijk Derden Gemeente

uitvoeren HO 1 € 307

uitvoeren OO 4 € 8.400

uitvoeren NO 17 € 131.000

opstellen SO/ SP 3 € 267.462

uitvoeren sanering 4 € 289.794 € 3.107.699 € 20.000

uitvoeren (sanerings-) evaluatie 5 € 166.414 € 659.977

nazorg/ monitoring 2 € 20.000

thema geothermie

€ 210.000

thema reservering risicolocaties

€ 100.000

thema overige saneringen

€ 125.000

Eindtotaal 36 € 1.318.376 € 3.767.676 € 20.000

toelichting: - Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.

- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).

- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).

Page 19: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 19/24

6. PROGRAMMERING 2018-2030

6.1 Algemeen

In hoofdstuk ‎5 is jaarschijf 2017 concreet weergegeven in aantallen te onderzoeken locaties per fase

met de daaraan verbonden kosten. De programmering loopt echter door ook na 2017. In deze periode

zullen nog verschillende locaties worden opgepakt. Bovendien zal op een deel van de locaties waar

onderzoek loopt of die worden opgepakt in 2017 “doorloop” (verder onderzoek) ontstaan in de periode

tot uiterlijk 2030. Om deze reden is voor de programmering na 2017 alleen een prognose te geven,

deze wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt.

Op een deel van de locaties die wordt opgepakt zal verder onderzoek noodzakelijk zijn (doorloop). Of

dit het geval is blijkt pas na afronding van de eerste vervolgstap. Dit betekent dus dat het daad-

werkelijke aantal te onderzoeken locaties in 2018 en verder waarschijnlijk hoger is dan in dit hoofdstuk

weergegeven

6.2 Uitwerking periode 2018-2020

In onderstaande tabellen worden per jaarschijf de werkzaamheden tot en met 2018 weergegeven met

geraamde kosten en dekking. Het gaat hier om de op te starten projecten, dus exclusief de doorloop

uit voorgaande jaren.

6.2.1 Jaarschijf 2018

In onderstaande tabel zijn de onderdelen uit het uitvoeringsprogramma bodemsanering weergegeven

die in 2018 worden uitgevoerd inclusief de geraamde kosten en de dekking ervan. Voor een nadere

specificatie van de betreffende locaties wordt verwezen naar de Locatielijst UP in bijlage 1.

Tabel 5: Jaarschrijf 2018

kosten

onderdeel aantallen Rijk Derden Gemeente

uitvoeren HO

uitvoeren OO 3 € 6.300

uitvoeren NO 7 € 58.800

opstellen SO/ SP

uitvoeren sanering

uitvoeren (sanerings-) evaluatie

nazorg/ monitoring

thema geothermie

€ 60.000

thema reservering risicolocaties

€ 450.000

thema overige saneringen

€ 125.000

Totaal 10 € 700.100 € 0 € 0

toelichting:

- Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.

- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).

- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).

Page 20: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 20/24

6.2.2 Jaarschijf 2019

In onderstaande tabel zijn de onderdelen uit het uitvoeringsprogramma bodemsanering weergegeven

die in 2019 worden uitgevoerd inclusief de geraamde kosten en de dekking ervan. Voor een nadere

specificatie van de betreffende locaties wordt verwezen naar de Locatielijst UP in bijlage 1.

Tabel 6: Jaarschrijf 2019

kosten

onderdeel aantallen Rijk Derden Gemeente

uitvoeren HO

uitvoeren OO

uitvoeren NO 7 € 58.800

opstellen SO/ SP

uitvoeren sanering

uitvoeren (sanerings-) evaluatie

nazorg/ monitoring

thema geothermie

€ 62.226

thema reservering risicolocaties

€ 2.330.000

thema overige saneringen

€ 125.000

Totaal 7 € 2.576.026 € 0 € 0

toelichting:

- Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.

- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).

- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).

6.2.3 Jaarschijf 2020

Vooralsnog worden voor de jaarschijf 2020 en verder alleen werkzaamheden voorzien die betrekking

hebben op de doorloop, dat wil zeggen de vervolgacties die voortkomen uit de werkzaamheden die

worden uitgevoerd tussen 2017 en 2020. Deze worden specifiek beschreven in de volgende

paragraaf.

6.3 Doorloop 2018-2030

Op een deel van de locaties die in de periode 2017-2020 wordt opgepakt, zal na de eerste stap verder

onderzoek noodzakelijk blijken. Dit noemen we "doorloop", en de kosten ervan zijn in voorgaande

paragrafen nog niet in de ramingen meegenomen. Dit is wel nodig om in te kunnen schatten of de DU

voldoende middelen bevat voor afronding van de bodemsaneringsoperatie.

Op dit moment is onbekend welke locaties leiden tot doorloop, alleen de totale doorloopkosten kunnen

met het kostenmodel worden geraamd. In onderstaande tabel is op basis van expert judgement een

grove verdeling van de doorloopkosten gemaakt voor de periodes tot en met 2030.

Page 21: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 21/24

Tabel 7: Doorloopkosten

financier 2018 2019 2020 2021-2030 totaal

Rijk € 1.027.721 € 13.457

€ 1.041.178

Derden € 6.441.710 € 617.868 € 359.142

€ 7.418.720

Gemeente als marktpartij € 325.670 € 0 € 143.657

€ 469.327

Totaal € 7.795.101 € 631.325 € 502.799 € 0 € 8.929.225

toelichting:

- Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.

- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).

- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).

Uit deze tabel blijkt dat wordt verwacht dat voor de totale doorloopkosten (2018-2030) nog € 1.041.178 nodig is aan Rijksmiddelen. Dit komt dus bovenop de kosten zoals genoemd in paragraaf ‎6.2.

Page 22: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 22/24

7. LINK MET DE GEMEENTELIJKE BEGROTING

7.1 Algemeen

Sinds 2010 is de bodemsaneringsoperatie opgenomen in de exploitatie. Het college legt behalve via

de begrotingscyclus ook via het jaarlijks bij te stellen uitvoeringsprogramma verantwoording af en

maakt daarbij meteen een nieuwe (meerjaren)raming voor het vervolg. In dit hoofdstuk is de relatie

tussen dit uitvoeringsprogramma en de gemeentelijke begroting weergegeven.

7.2 Begroting 2017

In de begroting voor 2017 (programma 12 Milieu) is een bedrag opgenomen van

€ 2.045.713

ter dekking van het UP. Uit het onderliggende UP blijkt dat dit voldoende is ter dekking van de

geraamde kosten met betrekking tot de Rijksbijdrage.

Tabel 8: link met begroting 2017

Omschrijving Kosten

Totale kosten uit Rijksbijdrage in 2017 € 1.318.376

in programmabegroting 2017 € 2.045.713

overschot € 727.337

Het budget dat opgenomen is in de programmabegroting is hoger dan het noodzakelijke budget.

Reden hiervan is dat het bedrag in de programmabegroting 2017 is gebaseerd op een raming uit

2016. In de tussenliggende periode is de programmering voor 2017 aangepast.

Het grootste deel van het bedrag in de programmabegroting 2017 betreft reserveringen voor het

uitvoeren van complexe bodemsaneringen bij derden. De voorbereidingen van deze saneringen duurt

langer dan in 2016 verwacht. Dit hangt sterk samen met het feit dat wij vaak geen eigenaar zijn van de

locatie en voor de uitvoering dus sterk afhankelijk zijn van de medewerking van derden. Voor deze

saneringen blijft de reservering staan, maar het moment van uitgave is in het huidige UP van 2017

verschoven naar de volgende jaren.

Page 23: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 23/24

7.3 Totale begroting

7.3.1 Noodzakelijk budget (bijdrage Rijksmiddelen)

In onderstaande tabel is het noodzakelijk budget voor het gehele uitvoeringsprogramma

weergegeven. Deze kosten hebben alleen betrekking op de kosten van de gemeente als bevoegd

gezag. Deze worden volledig uit de Rijksmiddelen voor bodemsanering gedekt. Dekking van dit

budget vindt plaats via programma 12 Milieu van de gemeentebegroting.

Tabel 9: noodzakelijk budget

jaarschijf 2017 2018 2019 2020 2021-2030 totaal

kosten eerste stap € 1.318.376 € 700.100 € 2.576.026 € 0 € 0 € 4.594.503

kosten doorloop

€ 1.027.721 € 13.457 € 0 € 0 € 1.041.178

totaal € 1.318.376 € 1.727.821 € 2.589.483 € 0 € 0 € 5.635.681

7.3.2 Beschikbaar budget (bijdrage Rijksmiddelen)

In onderstaand overzicht zijn de voor bodemsanering beschikbare Rijksmiddelen weergegeven.

Tabel 10: beschikbaar budget

Omschrijving Bedrag

Beschikbare Rijksmiddelen per 1-1-2017 € 5.642.209

noodzakelijke bijdrage uit Rijksmiddelen € 5.635.681

Overschot € 6.529

Uit deze tabel blijkt dat er voldoende Rijksmiddelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van de

bodemsaneringsoperatie.

Page 24: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Status: definitief 24/24

8. COLOFON

Opdrachtgever: S. Visser, manager team Expertise en Ontwerpen

Dossier: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

Omvang: 24 pagina's, excl. bijlagen

Auteur: P. Meuken, team Expertise en Ontwerpen

Bijdrage: F. Van den Boomen, M. Nass

Datum: 30 mie 2017

Page 25: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Bijlage bij Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020

BIJLAGE 1

Locatielijst UP

Page 26: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Bijlage 1: Locatielijst UP Bodemsanering 2017-2020

Locatiecode Naam Actie Spoed Jaarschijf Rijk Derden Gemeente Totaal Jaarschijf Rijk Derden Gemeente totaal Rijk Derden Gemeente Totaal

AA079400021 Hoogeindsestraat-Suytkade EVA JA 2017 € 166.414 € 659.977 € 0 € 826.391 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 166.414 € 659.977 € 0 € 826.391

AA079400022 Binnen Parallelweg 27, Vlisco EVA JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0

AA079400036 Churchill-laan 201 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400095 Kanaaldijk N.W. 71-73 (Nedschroef) NO JA 2017 € 5.000 € 0 € 0 € 5.000 2018 € 0 € 3.800.000 € 0 € 3.800.000 € 5.000 € 3.800.000 € 0 € 3.805.000

AA079400100 Kanaaldijk Z.W. 1 (Keijzer) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400104 Kanaaldijk Z.W. 9 (Lavans) NAZ JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0

AA079400200 NAVOS Groot Goor NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228

AA079400206 NAVOS Oude AA (Kanaaldijk N.O. 96-104B) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400

AA079400213 NAVOS Leemkuilen STD en Leemkuilen fout 2017 € 10.000 € 0 € 0 € 10.000 2018 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000 € 110.000 € 0 € 0 € 110.000

AA079400226 Molenstraat 169-173 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400227 NAVOS Stipdonkseweg (I)/ Nieuwe Aa fout 2017 € 10.000 € 0 € 0 € 10.000 2018 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000 € 110.000 € 0 € 0 € 110.000

AA079400348 Keizerin Marialaan 3 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400378 Marktstraat 27 SAN JA 2017 € 0 € 12.500 € 0 € 12.500 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 12.500 € 0 € 12.500

AA079400380 Montgomeryplein 6 (Atlant) EVA JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0

AA079400390 Churchill-laan 202A NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400409 Medevoort 23 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400642 Mierloseweg 169 (vml. Raaymakers) EVA JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0

AA079400653 Zuiddijk 10 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400687 Europaweg 16 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079400707 Meester Strikstraat 8 (Meulendijks/ MGV vastgoed) SO/SP JA 2017 € 118.731 € 0 € 0 € 118.731 2018 € 0 € 1.670.000 € 0 € 1.670.000 € 118.731 € 1.670.000 € 0 € 1.788.731

AA079400885 Achterdijk 11 / Zuiddijk 10 OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079401090 Heistraat 90 (-108) chem. wasserij SAN JA 2017 € 230.000 € 0 € 0 € 230.000 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 230.000 € 0 € 0 € 230.000

AA079401107 Hoofdstraat 54 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079401626 Scheepstal (oude loc. 6) OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079401914 Kanaaldijk N.O. 106-110 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079402118 Gasthuisstraat 19-21 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079402170 Montgomerystraat 12 (Berendsen Textiel services) SAN JA 2017 € 0 € 3.095.199 € 0 € 3.095.199 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 3.095.199 € 0 € 3.095.199

AA079402690 Veestraat 2-4 SO/SP JA 2017 € 30.000 € 0 € 0 € 30.000 2018 € 15.000 € 0 € 0 € 15.000 € 45.000 € 0 € 0 € 45.000

AA079402912 Rooseindsestraat 45 OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079403105 Molenstraat 127 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079403135 Mierloseweg 14 SO/SP JA 2017 € 118.731 € 0 € 0 € 118.731 2018 € 788.500 € 100.000 € 0 € 888.500 € 907.231 € 100.000 € 0 € 1.007.231

AA079403258 Lieshoutseweg 67-71 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079403355 Keersluisweg (motorcrossterrein) OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 0 € 38.356 € 42.842 € 6.586 € 0 € 38.356 € 44.942

AA079403483 Houtsestraat 56 OO 2018 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2019 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079403546 Hoofdstraat 130A NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079403718 Europaweg 101 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079403861 Dijksestraat 39 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408010 Noorddijk 7 (autobedrijf) OO 2018 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2019 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079408045 Kanaaldijk Z.O. 108-120 en Engelseweg 1-7 (Cacaofabriek) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228

AA079408155 Kanaaldijk Z.W. 5 (DWZ / De Wit) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408209 Kanaaldijk Z.W. 5A,B,D,E (Keijzer) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408220 Geldropseweg 6a (vml.) - autosloperij NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408240 Kruisschot (ABdK) NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228

AA079408363 Twentehof 166 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408483 Steenweg (VOCl-verontreiniging) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228

AA079408599 De Bundertjes NO 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0

AA079408635 Ruwe Putten (STH, Sectie B, nr 1323) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408637 Medevoort (HMD, sectie U, nr 2192) OO 2018 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2019 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079408660 Oxrooi NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228

AA079408793 Haagse Beemdweg achter Kanaaldijk Z.W. 5A-E NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228

AA079408847 Brandevoortsedreef, perceel U 05251 HO 2017 € 307 € 0 € 0 € 307 2018 € 6.279 € 38.356 € 0 € 44.635 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942

AA079408857 Churchill-laan ong (F 610), stort harsberg NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228

AA079408898 Beemdweg - strook rondom woonwagenlocatie SAN 2017 € 59.794 € 0 € 20.000 € 79.794 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 59.794 € 0 € 20.000 € 79.794

NVT Geothermie 2017 GEO 2017 € 210.000 € 0 € 0 € 210.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 210.000 € 0 € 0 € 210.000

NVT Geothermie 2018 GEO 2018 € 60.000 € 0 € 0 € 60.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 60.000 € 0 € 0 € 60.000

NVT Geothermie 2019 GEO 2019 € 62.226 € 0 € 0 € 62.226 € 0 € 0 € 0 € 0 € 62.226 € 0 € 0 € 62.226

NVT reservering risicolocaties 2017 SAN 2017 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000

NVT reservering risicolocaties 2018 SAN 2018 € 450.000 € 0 € 0 € 450.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 450.000 € 0 € 0 € 450.000

NVT reservering risicolocaties 2019 en verder SAN 2019 € 2.330.000 € 0 € 0 € 2.330.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 2.330.000 € 0 € 0 € 2.330.000

NVT reservering overige saneringen 2017 SAN 2017 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000

Eerstvolgende actie Doorloop Totaal werkvoorraad

Page 27: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 · Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020 Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017 (onder

Bijlage 1: Locatielijst UP Bodemsanering 2017-2020

Locatiecode Naam Actie Spoed Jaarschijf Rijk Derden Gemeente Totaal Jaarschijf Rijk Derden Gemeente totaal Rijk Derden Gemeente Totaal

Eerstvolgende actie Doorloop Totaal werkvoorraad

NVT reservering overige saneringen 2018 SAN 2018 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000

NVT reservering overige saneringen 2019 en verder SAN 2019 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000

€ 4.594.503 € 3.767.676 € 20.000 € 8.382.179 € 1.041.178 € 7.418.720 € 469.327 € 8.929.225 € 5.635.681 € 11.186.396 € 489.327 € 17.311.404