Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Mini-Mental ... · PDF file1 Uitgebreide...
Transcript of Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Mini-Mental ... · PDF file1 Uitgebreide...
1
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument
Mini-Mental State Examination (MMSE)
15 april 2011
Review:
1) L van den Beuken, J Huijskens, L Nicolaes
2) E v Engelen
Invoer : E v Engelen
1 Algemene gegevens
Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën
Lichaamsregio
Algemeen, overig, ongespecificeerd
Aandoening
(ICD)
Psychische stoornissen en gedragsstoornissen, Mentale achteruitgang
Domein
‘Menselijk
functioneren’
(ICF)
Mentale functies
Korte beschrijving De Mini-Mental State Examinition is een instrument gebruikt voor het screenen
van cognitieve beperkingen bij ouderen.1 De test evalueert de cognitieve functies: oriëntatie, geheugen,
concentratie, taal en praxis. Een lage score op de MMSE komt overeen met een laag cognitief niveau.
Naast de originele versie van de MMSE is er ook een gestandaardiseerde versie beschikbaar. Het
verschil met de oorspronkelijke test is dat er meer specifieke instructies worden gegeven om de schaal
toe te passen en te scoren. 2
Doelgroep Ouderen
Auteur:
Oorspronkelijke versie Folstein (1975) 3
Nederlandse versie RM Kok, FRJ Verhey, 2002 (gestandaardiseerde versie) 4
2 Doel van het meetinstrument
Inventariserend
2
3 Soort/ Vorm van het meetinstrument
Vragenlijst
Opbouw totaal 24 items, subcategorie 1 (11 items); 2 (2 items); 3 (3 items); 4 (1 item); 5 (6 items); 6
(1 item); 7 (= totaalscore).
Invulinstructie Open vragen te beantwoorden door de patiënt en enkele problemen op te lossen door
de patiënt.
Meetniveau per item:wijze score (0-5) meetniveau ordinaal
Meetniveau totaalscore: (0-30) meetniveau interval
4 Verkrijgbaarheid
Opvraagbaar bij www.meetinstrumentenzorg.nl
Geschatte kosten Gratis te downloaden
Copyright ja
5 Methodologische kwaliteit
Interne consistentie
Tabel 1:Studies naar de interne consistentie van de MMSE 5
Studie Studie gebied N Alpha
Holzer, Tischler, Leaf,
and Myers (1984)
Gemeenschap 4,917 .77 (Overall)
..43 (Orientation)
.82 (Registration)
.54 (Recall)
.50 (Language)
—
(Attention/Calculation)
Kay et al. (1985) Gemeenschap 274 .68
Foreman (1987) Normale, delirium, en
dementie patiënten
66 .96
Jorm, Scott, Henderson,
and Kay (1988)
Gemeenschap 269 .54 a
.65 b
Albert and Cohen (1992) Dementie en onbekende 40
Unknown
.56
.90 c
Tombaugh, McDowell,
Kristjansson, and Hubley
(1996)
Gemeenschap 406
119
.62 (Normals)
.81 (Alzheimers)
Hopp, Dixon, Grut, and
Backman (1997)
Gemeenschap 44 .31-.52 (Range over five
occasions)
a. Gebaseerd op deelnemers met een opleidingsniveau van meer dan de achtste klas
b. Gebaseerd op deelnemers met een opleidingsniveau lager dan of gelijk aan de achtste klas.
c. Een onbekend aantal ongeïdentificeerde participants was toegevoegd aan de originele dementie steekproef (n = 40), dus
de totale grootte van de steekproef gebruikt. om deze reden is ook het alpha coëfficiënt onbekend.
3
Reproduceerbaarheid
Betrouwbaarheid (reliability)
Gehele lijst:
Test-hertest gegevens uit de review van Tombaugh en Mc Intyre over een
periode van 26 jaar: correlaties tussen 0.38 en 0.99 (hertest interval < 2
maanden) 6
Test-hertest (1-week test-hertest interval): P: patiënten uit de klinische setting,
correlatie significant en hoog (.90 tot .97, P < 0.001) 7
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid:
P: wassenen ouder dan 48 jaar, correlatie ICC 0.69 8
P: patienten met neurologische beperkingen, Kappa 0.63 9
P: Personen met een grotere kans op dementie, correlatie ICC 0.87 10
Overeenkomst (agreement)
Validiteit
Content validity
Criterion validity
Volgens Wind et al is de sensitiviteit en specificiteit van de MMSE voor dementie zijn redelijk tot
hoog: vooral patiënten met een matige tot ernstige cognitieve stoornis onderscheidt de MMSE goed
van cognitief gezonde personen. Voor lichte cognitieve stoornissen is de MMSE minder sensitief 11
De MMSE is vergeleken met de klinische diagnose: sensitiviteit 87% en een specificiteit van 89%. 12
De MMSE is vergleken met de cognitieve beperkingen na een CVA: Optimaal cutoff < 24:
sensitiviteit 88% en een specificiteit van 62%. 13
Een afkappunt van 25 op de MMSE heeft een sensitiviteit van 43.3% en een specificiteit van 90.4%
voor het opsporen van cognitieve beperkingen. Bij een afkappunt van 21 is de sensitiviteit 13.1% en
de specificiteit van 100% 14
Construct validity
Correlatie met Minimum Data Set (MDS): (Rs), N=140, P: patiënten met Alzheimer: - 0.45 15
Correlatie met “The Sweet 16”: (Rs), N=774, P: patiënten na acute opname: 0.94 12
Correlatie met CAMCOG: (Rs), N=169, P: CVA-patiënten: 0.66 and 0.69 16
Correlatie met O-Log en Cog-Log : (Rp), N=45, P: neurorevalidanten:0.65 en 0.75 17
SMMSE: Correlatie met meetinstrument Dysfunctional Behaviour Rating Instrument (DBRI): (ICC),
N=184, P: oudere personen met geheugenverlies : - 0.43 1
Responsiviteit / longitudinale validiteit
4
6 Hanteerbaarheid/ Feasibility
Taal Nederlands
Benodigdheden invulformulier
Randvoorwaarden persoon moet alleen, zonder hulp van anderen de vragen invullen.
Benodigde tijd ongeveer 10 minuten 1
Gebruikershandleiding nee
7 Normgegevens
Meerdere studies zijn verricht naar de normgegevens van de MMSE:
Volgens Folstein et al. (2001), is het meest geaccepteerde afkappunt voor de MMSE 23.18
De MMSE heeft een maximale score van 30 punten, een score onder 24 bevestigt een cognitieve
aantasting. 2
Bour et al hebben onderzoek gedaan naar normgegevens voor CVA-patiënten:
Het afkappunt voor de screening van 1 cognitief verstoord domein was 27/28 (sensitiviteit 0.72)
Het afkappunt voor de screening van min. 4 beperkte domeinen was 26/27 (sensitiviteit 0.82)
Het afkappunt voor de screening van dementie was 23/24 (sensitiviteit 0.96) 19
8 Overige gegevens
In de literatuur zijn enige kanttekeningen te vinden voor het gebruik van de MMSE:
Uit de studie Newman et al worden een aantal beperkingen van de MMSE genoemd: een aantal
cognitieve domeinen worden niet nagegaan: woordvlotheid of perceptie. Andere deelaspecten van de
cognitie zoals geheugen en constructieve praxis worden slechts zeer summier nagegaan. Daarnaast
blijkt de MMSE dan weer te eenvoudig om dementie in een vroeg stadium te kunnen detecteren. Tevens
bestaan er heel veel verschillende versies van de MMSE waardoor afname en scoring niet eenduidig
zijn. 20
Aanbevelingen voor andere instrumenten zijn de MoCa als screeningsinstrument voor cognitieve
beperkingen na een acute CVA, de NAZEM voor parkinsonpatiënten 21,22
9 Literatuurlijst
1. Vertesi A, Lever JA, Molloy DW, Sanderson B, Tuttle I, Pokoradi L, Principi E. Standardized
Mini-Mental State Examination. Use and interpretation. Can Fam Physician. 2001
Oct;47:2018-23.
2. Ceulemans S. et al. (2002). Cursus geriatrie : Algemene en klinische aspecten online. Beschikbaar via:
Internet: http://www.geriatrie.be (gedownload op 30-03-2011)
3. Folstein, M. F., Folstein, S. E., McHugh, P. R. (1975). "Mini-mental state". A practical
method for grading the cognitive state of patients for the clinician. J Psychiatr Res,
12(3), 189-198
4. Kok R, Verhey F. Dutch translation of the Mini Mental State Examination (Folstein et
al.,1975). 2002.
5
5. Michael N. Lopez, Richard A. Charter, Beeta Mostafavi, Lorraine P. Nibut and Whitney E.
Smith. Psychometric Properties of the Folstein Mini-Mental State Examination. Assessment
2005; 12; 137.
6. Tombaugh, T. N., McIntyre, N. J. (1992). The mini-mental state examination: A
comprehensive review. J Am Geriatr Soc, 40(9), 922-935.
7. Verna C. Pangman, Jeff Sloan, and Lorna Guse. An Examination of Psychometric Properties of
the Mini-Mental State Examination and the Standardized Mini-Mental State Examination:
Implications for Clinical Practice. Applied Nursing Research, Vol. 13, No. 4 (November),
2000: 209-213
8. Molloy, D. W., Standish, T. I. M. (1997). A guide to the Standardized Mini-Mental State
Examination. International Psychogeriatrics, 9(1), 87-94
9. Dick, J. P., Guiloff, R. J., Stewart, A., Blackstock, J., Bielawska, C., Paul, E. A., Marsden, C.
D. (1984). Mini-mental state examination in neurological patients. Journal of Neurology,
Neurosurgery, and Psychiatry, 47, 496-499
10. Fabrigoule, C., Lechevallier, N., Crasborn, L., Dartigues, J. F., Orgogozo, J. M. (2003). Inter-
rater reliability of scales used to measure mild cognitive impairment by general practitioners
and psychologists. Current Medial Research and Opinion, 19(7), 603-608
11. Wind AW, Schellevis FG, Van Staveren G, Scholten RP, Jonker C, Van Eijk JT. Limitations of
the Mini-Mental State Examination in diagnosing dementia in general practice. Int J Geriatr
Psychiatry 1997;12:101-8.
12. Fong TG, Jones RN, Rudolph JL, Yang FM, Tommet D, Habtemariam D, Marcantonio ER,
Langa KM, Inouye SK. Development and validation of a brief cognitive assessment tool: the
sweet 16. Arch Intern Med. 2011 Mar 14;171(5):432-7. Epub 2010 Nov 8.
13. Blake, H., McKinney, M., Treece, K., Lee, E., Lincoln, N. B. (2002). An
evaluation of screening measures for cognitive impairment after stroke. Age and
Ageing, 31, 451-456.
14. Mackin RS, Ayalon L, Feliciano L, Areán PA. The sensitivity and specificity of
cognitive screening instruments to detect cognitive impairment in older adults
with severe psychiatric illness. J Geriatr Psychiatry Neurol. 2010 Jun;23(2):94-
9. Epub 2010 Jan 25.
15. Snowden, M., McCormick, W., Russo, J., Srebnik, D., Comtois, K., Bowen, J.,
Teri, L., Larson, E. B. (1999). Validity and responsiveness of the Minimum
Data Set. Journal of the American Geriatrics Society, 47(8), 1000-1004.
16. te Winkel-Witlox AC, Post MW, Visser-Meily JM, Lindeman E. Efficient
screening of cognitive dysfunction in stroke patients: comparison between the
CAMCOG and the R-CAMCOG, Mini Mental State Examination and
Functional Independence Measure-cognition score. Disabil Rehabil.
2008;30(18):1386-91.
17. Penna S, Novack TA. Further validation of the Orientation and Cognitive Logs:
their relationship to the Mini-Mental State Examination. Arch Phys Med
Rehabil. 2007 Oct;88(10):1360-1.
18. Folstein, M. F., Folstein, S. E., McHugh, P. R., Fanjiang, G. (2001). Mini-Mental State
Examination User's Guide. Odessa, FL: Psychological Assessment Resources.
19. Bour A, Rasquin S, Boreas A, Limburg M, Verhey F How predictive is the MMSE for
cognitive performance after stroke? J Neurol. 2010 Apr;257(4):630-7. Epub 2009 Nov 22.
20. Newman, J.P. (2005). Brief Assessment of Cognitive Mental Status in Hebrew: Addenbrooke’s
6
Cognitive Examination. The Israel Medical Association Journal, 7, 451-457.
21. D Sharma VK, Chan BP, Venketasubramanian N, Teoh HL, Seet RC, Tanicala S, Chan YH,
Chen C. The Montreal Cognitive Assessment (MoCA) is superior to the Mini-Mental State
Examination (MMSE) for the detection of vascular cognitive impairment after acute stroke. J
Neurol Sci. 2010 Dec 15;299(1-2):15-8.
22. Hoops S, Nazem S, Siderowf AD, Duda JE, Xie SX, Stern MB, Weintraub D. Validity of the
MoCA and MMSE in the detection of MCI and dementia in Parkinson disease. Neurology.
2009 Nov 24;73(21):1738-45.