Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT...

15
Tweede Kamer der Staten-Generaal Zining 1978-1979 15 364 Enkele gedragingen van mr. Willem Aantjes gedurende de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT Rapport inzake het verloop van het onderzoek en inzake de vooilopige be- vindingen, uitgebracht aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, aan de Minister-President en aan de Minister van Justitie door dr. L. de Jong, directeur, en A. J. van der Leeuw, wetenschappelijk medewerker 1. Op donderdag 26 oktober ontving de heer de Jong bezoek van mr. I. E. Hes, advocaat te Den Haag, die geschokt was door een mededeling die hem bereikt had, inhoudend dat in de wandelgangen, die van de Eerste Kamer, verteld werd dat mr. Willem Aantjes lid zou zijn geweest van het Nationalso- zialistische Kraftfahrtkorps. Mr. Hes vroeg de heer de Jong of die mededeling juist was; de heer de Jong antwoordde dat hij nimmer ook maar bij geruch- te vernomen had dat er op mr. Aantjes' gedrag tijdens de bezetting iets aan te merken viel. Na het bezoek van mr. Hes verdiepte de heer de Jong zich in wat mr. Aantjes zelf in de afgelopen jaren over zijn belevenissen in de peri- ode 1940-1945 had laten publiceren, t.w. in «De Haagse Post» van 24 mei 1975, in «De Tijd» van 22 april 1977 en in het boek «Willem Aantjes» door Rob Vermaas. Uit deze publikaties bleek o.m. dat de heer Aantjes, geboren in januari 1923, in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht had, dat hij in 1943 door de directie van de PTT, waarbij hij toen werkzaam was, uitgezonden was naar Duitsland waar hij in Mecklen- burg bij de posterijen tewerk was gesteld, dat hij eind 1944 naar Nederland was teruggegaan of teruggezonden en als gevangene zou zijn beland in het strafkamp voor «spitters» dat tijdens de hongerwinter gevestigd was in de inrichting «Port Natal» te Assen, en dat hij in september 1945 rechten was gaan studeren in Utrecht. 2. Op vrijdag 27 oktober werd aan de heer van der Leeuw door mr. H. P. J. Dolk, advocaat te Amsterdam (een relatie van het instituut die hij reeds vele malen gesproken had), terloops meegedeeld dat hij en zijn broer, mr. G. A. J. Dolk, eveneens adcocaat te Amsterdam, die school- resp. klasgenoot van mr. Aantjes geweest waren, deze sinds kort na het begin van de Duitse be- zetting hadden leren kennen als NSB'er c.q. als lid van de Nationale Jeugd- storm. Mr. H. P. J. Dolk had voorts de stellige indruk dat in hoge politieke kringen in Den Haag geenszins onbekend was dat op het bezettingsverleden van mr. Aantjes iets aan te merken viel; hij deelde tenslotte mede dat mr. Aantjes bij op zijn minst één gelegenheid (de formatie van het kabinet P.J.S. de Jong, dat begin april 1967 optrad) een hem aangeboden ministerschap had geweigerd uit vrees dat dan aan zijn lidmaatschap van de NSB rucht- baarheid zou worden gegeven. Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 3

Transcript of Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT...

Page 1: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zin ing 1978-1979

15 364 Enkele gedragingen van mr. Willem Aantjes gedurende de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945

Nr. 2 RAPPORT

Rapport inzake het verloop van het onderzoek en inzake de vooilopige be-vindingen, uitgebracht aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, aan de Minister-President en aan de Minister van Justitie

door dr. L. de Jong, directeur, en A. J. van der Leeuw, wetenschappelijk medewerker

1. Op donderdag 26 oktober on tv ing de heer de Jong bezoek van mr. I. E. Hes, advocaat te Den Haag, die geschokt was door een mededel ing die hem bereikt had, inhoudend dat in de wande lgangen, die van de Eerste Kamer, verteld werd dat mr. W i l l em Aantjes l id zou zijn geweest van het Nat ionalso-zialistische Kraft fahrtkorps. Mr. Hes vroeg de heer de Jong of die mededel ing juist was ; de heer de Jong an twoordde dat hij n immer ook maar bij geruch-te vernomen had dat er op mr. Aant jes ' gedrag t i jdens de bezett ing iets aan te merken v ie l . Na het bezoek van mr. Hes verdiepte de heer de Jong zich in wat mr. Aantjes zelf in de afgelopen jaren over zijn belevenissen in de peri-ode 1 9 4 0 - 1 9 4 5 had laten publ iceren, t .w. in «De Haagse Post» van 24 mei 1975, in «De Ti jd» van 22 apri l 1977 en in het boek «Wil lem Aantjes» door Rob Vermaas. Uit deze publ ikat ies bleek o.m. dat de heer Aantjes, geboren

in januar i 1923, in de jaren 1 9 4 0 - 1942 het gereformeerd Marn ix -gymnas ium te Rotterdam bezocht had, dat hij in 1943 door de directie van de PTT, waarb i j hij toen werkzaam was, ui tgezonden was naar Duitsland waar hij in Mecklen-burg bij de poster i jen tewerk was gesteld, dat hij e ind 1944 naar Neder land was teruggegaan of teruggezonden en als gevangene zou zijn beland in het strafkamp voor «spitters» dat t i jdens de hongerwin ter gevest igd was in de inr icht ing «Port Natal» te Assen, en dat hij in september 1945 rechten was gaan studeren in Utrecht.

2. Op vr i jdag 27 oktober werd aan de heer van der Leeuw door mr. H. P. J . Dolk, advocaat te Amste rdam (een relatie van het inst i tuut die hij reeds vele malen gesproken had), ter loops meegedeeld dat hij en zijn broer, mr. G. A. J . Dolk, eveneens adcocaat te Ams te rdam, die school- resp. klasgenoot van mr. Aantjes geweest waren, deze sinds kort na het begin van de Duitse be-zetting hadden leren kennen als NSB'er c.q. als l id van de Nationale Jeugd-storm. Mr. H. P. J . Dolk had voorts de stel l ige indruk dat in hoge pol i t ieke kr ingen in Den Haag geenszins onbekend was dat op het bezett ingsverleden van mr. Aantjes iets aan te merken v ie l ; hij deelde tenslotte mede dat mr. Aantjes bij op zijn minst één gelegenheid (de format ie van het kabinet P.J.S. de Jong , dat begin april 1967 optrad) een hem aangeboden ministerschap had geweigerd uit vrees dat dan aan zijn l idmaatschap van de NSB rucht-baarheid zou worden gegeven.

Tweede Kamer, zitt ing 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 3

Page 2: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

3. De heer de Jong achtte deze hem gerapporteerde mededelingen hoogst ernstig en besloot, na de zaak in het weekeinde overdacht te hebben, op maandag, na ook nog overleg te hebben gepleegd met enkele stafmede-werkers, op eigen verantwoordelijkheid als directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie onverwijld een voorlopig onderzoek in te stellen; zou blijken dat de jegens een zo vooraanstaande figuur geuite beschuldigin-gen onjuist waren, dan dienden zij onmiddellijk binnenskamers of publieke-lijk weersproken te worden; waren zij daarentegen juist of zou van ernstiger misdragingen blijken, dan zou mr. Aantjes in de aan hem gewijde publika-ties, onder 1 bedoeld, de publieke opinie hebben misleid en zou men boven-dien moeten concluderen dat hij onmogelijk vrij kon zijn in zijn staatkundig handelen doch eerder gezien zou moeten worden als een potentieel object van chantage, eventueel ook van de zijde van buitenlandse inlichtingendien-sten.

4. In het kader van dit onderzoek werden op maandag 30 en dinsdag 31 oktober alle daarvoor in aanmerking komende archiefdelen van de NSB en de Nationale Jeugdstorm alsmede de daarvoor in aanmerking komende pe-riodieken van beide organisaties door medewerkers van het instituut gron-dig doorzocht; het onderzoek leverde niets op. Op vrijdag 3 november is het ten institute aanwezige, zeer fragmentair archief van de Landstorm Neder-land doorzocht; ook dit onderzoek leverde niets op.

5. Op maandag 30 oktober voerden de heren de Jpng en van der Leeuw een gesprek met de onder 2 bedoelde gebroeders Dolk die de onder 2 met betrekking tot mr. Aantjes vermelde feiten met nadruk bevestigden. Voorts voerde de heer de Jong op dinsdag 31 oktober een gesprek met dr. G. Pu-chinger, wetenschappelijk medewerker van de Vrije Universiteit, eertijds lid van de zuiveringscommissie voor Utrechtse studenten, die hem meedeelde dat de heer Aantjes niet voor die commissie verschenen was. De heer de Jong sprak die dag vervolgens nog met ir. L. Troost, agrarisch adviseur te Bloemendaal, die mr. Aantjes een aantal jaren geleden schriftelijk geconfron-teerd had met mededelingen van oud-gevangenen uit «Port Natal», volgens wie mr. Aantjes aldaar herhaaldelijk de Hitlergroet had gebracht. Ir. Troost zei aan de heer de Jong dat mr. Aantjes jegens hem in een persoonlijk gesprek had erkend dat hij tijdens zijn verblijf in Duitsland sterk onder de in-druk was gekomen van de Duitse propaganda en dat hij in Nederland een opleiding had gevolgd in het nationaal-socialistische politie-opleidingskamp Schalkhaar; mr. Aantjes zou daar volgens eigen zeggen geweigerd hebben, de eed op Hitler af te leggen en zou deswege zijn gestraft.

6. Als gevolg van de onder 5 bedoelde gesprekken kwam, mede gelet op de volstrekt serieuze indruk die de zegslieden maakten met wie de heren de Jong en van der Leeuw gesproken hadden (zegslieden die bereid waren, hun mededelingen, mocht dat nodig zijn, onder ede te herhalen), bij voor-baat reeds voor hen beiden het volgende vast te staan:

a. dat er aanwijzingen waren dat de heer Aantjes van januari 1941 af, toen hij achttien jaar werd, lid geweest was van de NSB c.q. sinds het begin van de Duitse bezetting blijk had gegeven van opvallende Duitse sympathieën;

b. dat er aanwijzingen waren dat de heer Aantjes in het strafkamp «Port Natal» niet opgesloten was geweest als gevangene maar er werkzaam was geweest als staflid dan wel als bewaker;

c. dat, als de herinneringen van de heer Puchinger juist waren, het aan geen twijfel onderhevig was dat de heer Aantjes valsheid in geschrifte had gepleegd bij het begin van zijn studie te Utrecht door op het formulier dat hij, als eike student, moest invullen, om te beginnen al te verzwijgen dat hij in Duitsland had gewerkt; uit de vermelding van dat feit zou zijn voortge-vloeid dat hij voor de zuiveringscommissie had moeten verschijnen.

Tweede Kamer,zitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 4

Page 3: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

7. Bij voortgezet onderzoek, uitgevoerd volgens aanwijzing van de heer van der Leeuw en uitgaande van het feit (vermeld in de onder 1 genoemde publikaties) dat de heer Aantjes bij de posterijen in Mecklenburg te werk ge-steld was, werden op woensdag 1 november in het archief van de Deutsche Dienstpost in den besetzten niederlandischen Gebieten door drs. C. J. F. Stuldreher, hoofd van de afdeling beheer van het instituut, vier authentieke documenten gevonden die in fotokopie aan dit rapport zijn toegevoegd.1 Uit die documenten blijkt:

a. dat de heer Aantjes zich op 20 juli 1943 heeft laten uitzenden in het ka-der van de Arbeitseinsatz, en wel naar Güstrow in Mecklenburg;

b. dat de heer Aantjes op 12 oktober 1944 in Hamburg gemobiliseerd («eingezogen») is door het SS-Hauptamt teneinde ingedeeld te worden bij de Landstorm Nederland, een onderdeel van de (Duitse) Waffen-SS; daarbij zij aangetekend dat de Waffen-SS Nederlanders slechts als vrijwilligers aan-nam.

1 Het genoemde archief is ca. 1950 in het bezit van het instituut gekomen. Er is ca. 1955, gege-ven de geringe historische betekenis der stuk-ken, slechts een globale inventaris van ge-maakt die o.m. aangaf, met welke Duitse Post-direktionen de Deutsche Dienstpost Niederlan-de had gecorrespondeerd. Die stukken hadden hoofdzakelijk betrekking op personeelsleden van de PTT die in het kader van de Arbeitsein-satz naar Duitsland gezonden waren. Mr. Aan-tjes was in 1955 nog geen landelijk bekende fi-guur.

8. De onder 7 bedoelde conclusies versterkten de waarschijnlijkheid dat de heer Aantjes in «Port Natal» als staflid dan wel als bewaker werkzaam was geweest en dat hij aldaar herhaaldelijk de Hitlergroet had gebracht. Voors-hands meenden de heren de Jong en van der Leeuw voorts aan 7 b de ver-dere slotsom te moeten verbinden dat onderzocht moest worden of mr. Aantjes op 12 oktober 1944 het Nederlanderschap verloren heeft. De juridi-sche en speciaal ook de strafrechtelijke consequenties daarvan konden de he-ren de Jong en van der Leeuw niet overzien, doch zij achtten zich verplicht, de in het voorafgaande vervatte gegevens en speciaal de onder 7 bedoelde documenten onverwijld aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen (onder wie het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie ressorteert), aan de Minister-Presidenten aan de Ministervan Justitie voor te leggen. Een eerste bespreking met deze Ministers vond op donderdagmiddag 2 november plaats op grondslag van een schriftelijk rapport d.d. 2 november, opgesteld door de heer de Jong. Met speciale machtiging van de Minister van Justitie kregen de twee onderzoekers die middag de beschikking over het dossier ten name van Willem Aantjes van de Politieke Recherchedienst van het dis-trict Dordrecht, welk dossier blijkens een erop geplaatste aantekening op 19 augustus 1947 was geseponeerd namens de procureur-fiscaal bij het Bijzon-der Gerechtshof te 's-Gravenhage.

9. Op donderdagavond 2 november werden de twee onderzoekers door mr. H. P. J. Dolk in het bezit gesteld van twee brieven van mr. Aantjes aan mr. Dolk, resp. d.d. 13 december 1966 en 9 maart 1967, en van een brief van mr. H. P. J. Dolk aan mr. Aantjes d.d. 13 maart 1967. Op vrijdagochtend 3 no-vember werd de heer van der Leeuw met speciale regeringsmachtiging in het bezit gesteld van het persoonsdossier ten name van W. Aantjes uit het archief van het postdistrict Dordrecht en van enkele stukken hem betreffen-de uit het archief van de Centrale Directie van de PTT. In laatstgenoemd ar-chief bevond zich o.m. een kaartje waarop geschreven stond: «Willem Aan-tjes Germaansche SS.»

10. Op vrijdagmiddag 3 november voerden de Minister-President en de Ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Justitie een gesprek met mr. H. P. J. Dolk. Later in de middag ontvingen de Minister-President en de Minister van Justitie mr. Aantjes, wie het gehele hem betreffende materi-aal voorgelegd werd. Daarop volgde, in aanwezigheid van beide Ministers, een gesprek van de heren de Jong en van der Leeuw met mr. Aantjes waarin deze zijn eigen zienswijze gaf op de hem voorgelegde gegevens en stukken. Hem werden een exemplaar van het rapport d.d. 2 november 1978 en af-schriften van zijn correspondentie met mr. Dolk overhandigd.

11. Nadat mr. Aantjes vertrokken was, werden op vrijdagavond 3 novem-ber de bevindingen van het onderzoek inzake mr. Aantjes door de heren de Jong en van der Leeuw aldus geëvalueerd:

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 5

Page 4: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

a. Houding in de periode mei 1940 - juli 1942 - Het lijkt niet waarschijnlijk dat de heer Aantjes lid van de Nationale Jeugdstorm c.q. de NSB is ge-weest, maar zijn houding wekte bij anti-Duitse medeleerlingen de indruk dat hij in politiek opzicht niet aan hun zijde stond.

b. Werkzaamheid in de periode juli 1942-juli 7943-Onduidelijk is waar-om de heer Aantjes zich in september 1942 niet als student heeft laten in-schrijven; het door hem in de onder 1 vermelde publikaties opgegeven mo-tief (hij zou geweigerd hebben, de studenten-loyaliteitsverklaring te onderte-kenen) kan niet juist zijn, aangezien van die loyaliteitsverklaring pas in maart 1943 sprake is geweest.

c. Arbeitsinzet in Duitsland- Het staat vast dat de heer Aantjes gehoor heeft gegeven aan de eerste oproep voor tewerkstelling in Duitsland. De door hem in de onder 1 bedoelde publikaties gegeven lezing, dat hij als on-gehuwde naar Duitsland zou zijn vertrokken teneinde uitzending naar Duits-land aan een gehuwde te besparen, moet voorshands betwijfeld worden. Het ligt meer voor de hand, aan te nemen dat hij per 1 juli 1943 bij de PTT in Dordrecht in vaste dienst gegaan is, nl. in de opleidingscursus, teneinde te bewerkstelligen dat hij in het kader van de uitzending van de jaargang-1923, waartoe hij behoorde (een uitzending die eind mei 1943 in de dagbla-den was bekendgemaakt), als postambtenaar uitgezonden zou worden in plaats van als gewoon arbeider die op een door een Duits Arbeitsamt te be-palen willekeurige plaats zou belanden.

d. Opvattingen in de Duitse periode - Er is slechts één gegeven: de mede-deling van ir. Troost aan wie mr. Aantjes gezegd zou hebben dat hij tijdens zijn verblijf in Duitsland sterk onder de indruk was gekomen van de Duitse propaganda; mr. Aantjes had de juistheid van die mededeling ontkend.

e. Dienstneming bij de Waffen-SS - Mr. Aantjes is op 12 oktober 1944 in werkelijke dienst geroepen doordat hij vrijwillig gereageerd heeft op oproe-pen, uitgaande van Amtsgruppe D van het SS-Hauptamt, om zich aan te melden voor de militaire dienst in de Landstorm Nederland. De mededelin-gen welke hij dienaangaande in de onder 1 vermelde publikaties gedaan heeft, zijn onjuist. Daarentegen is aannemelijk dat hij, na naar Hoogeveen vervoerd te zijn, waar het depot lag van de Landstorm Nederland, geweigerd heeft, als militair te velde te trekken. Vast staat dat de heer Aantjes, in Neder-land aangekomen, niet ondergedoken is.

f. Periode in «Port Natal» - Onduidelijk is vooralsnog of de heer Aantjes in dat kamp, zoals hij zelf beweerd heeft, gevangene was temidden van de overige Nederlandse gevangenen dan wel bewaker of staflid. Vast staat dat sommige gevangenen getwijfeld hebben aan zijn vaderlandse instelling.

g. Studentenzuivering - Onduidelijk is of de heer Aantjes inderdaad vals-heid in geschrifte gepleegd heeft; hijzelf stelde tijdens het gesprek op 3 no-vember dat hij blijkens de vragen op het hem voorgelegde invulformulier geen melding behoefde te maken van zijn werken in Duitsland.2

h. Uit het persoonsdossier van de PTT is komen vast te staan, dat de heer Aantjes - mogelijk na een kort zuiveringsonderzoek-per 1 september 1945 eervol als ambtenaar van de PTT is ontslagen.

2 De heren de Jong en van der Leeuw menen thans (6 november) dat hun evaluatie op dit punt dient te worden aangevuld: inmiddels hebben zij geconstateerd, dat op hetformt, li< i van de Studentenzuivering gevraagd is naar een eventueel lidmaatschap van landsverra-derlijke organisaties en naar arbeid in Duits-land. De eerste vraag kan de heer Aantjes nier naar waarheid hebben beantwoord zonder ei . dit tot consequenties zou hebben geleid.

De Minister-President en de Ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Justitie konden zich met deze evaluatie verenigen. De algemene con-clusie was voorts dat, zo mogelijk, ten spoedigste drie punten opgehelderd moesten worden: de opvattingen van de heer Aantjes in de Duitse periode, zijn status in «Port Natal» en het punt van de studentenzuivering. Als direc-teur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie aanvaardde de heer de Jong de verantwoordelijkheid voor het voortgezette onderzoek.

12. Op zaterdag 4 november besloten de heren de Jong en van der Leeuw in de eerste plaats de status van de heer Aantjes in «Port Natal» te onderzoe-ken.

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 6

Page 5: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

13. Wat de opvattingen van de heer Aantjes inde Duitse periode betrof, bevestigde ir. Troost op zaterdagochtend 4 november in een gesprek met de heer de Jong met de meeste klem de juistheid van de weergave van het gesprek dat hij met mr. Aantjes had gevoerd. Mr. Aantjes had hem gezegd dat hij, doordat hij losgeraakt was van het Nederlandse milieu en zich als eenling in Duitsland bevond, sterk onder invloed was gekomen van de Duit-se propaganda. Ir. Troost herhaalde, bereid te zijn, zijn mededeling onder ede af te leggen.

14. Op zaterdagavond 4 november verwierf de heer de Jong een schrifte-lijke verklaring van de heer J. Mastebroek te De Krim (Overijssel) die in origi-neel (in het handschrift van de heer de Jong) aan dit rapport toegevoegd wordt:

«Ik, Jantienus Mastebroek, geboren 2 juli 1925 in Gramsbergen, hui-dig adres: Hoofdweg 29, De Krim, Overijssel, verklaar het volgende en ben bereid dit, als het moet, onder ede te herhalen.

Ik ben begin december 1944 met een groep andere gevangenen uit Gramsbergen in Port Natal als gevangene binnengevoerd. Ik trof Wim Aantjes daar aan als functionaris van de kampleiding. De hoogste lei-ding lag bij de OT, maar er was een bureau waar drie personen werkten: Aantjes, Rudi Balten en een Duitser, Heinz, uit Rheine, van oorsprong Nederlander, wiens naam ik niet meer weet.

Wij beschouwden Wim Aantjes niet als medegevangene. Wij droegen onze eigen kleding, hem herinner ik me slechts in de gele jas van de OT. Toen we hem pas ontmoetten, zagen sommigen van ons hem als Duit-ser en constateerden met verbazing dat hij Nederlands sprak.

Hij behoorde dagelijks tot diegenen die ons appèl afnam en bracht dan met de Duitsers van de OT de Hitlergroet.

Je kon uit het kamp ontsnappen. Ik schat dat er vijfhonderd tot dui-zend gevangenen waren en van hen zijn enkele tientallen ontsnapt.

Aantjes nam, voor zover ik me herinner, niet deel aan het graafwerk dat wij moesten doen. Waar hij sliep en at, weet ik niet, maar niet temid-den van de overige gevangenen.

Hij vertelde ons dat hij door de Duitsers gestraft was omdat hij militai-re dienst had geweigerd, maar in werkelijkheid merkten wij niets van enige bestraffing.

Ik en anderen hebben na de oorlog geen aangifte tegen hem gedaan omdat we aldus redeneerden: «Dit is een jongen van 21, hij is wel «fout», maar hij heeft niemand van ons kwaad gedaan of mishandeld.»

(w.g.) J. Mastebroek, 4 nov. 1978.»

Op zondagmiddag 5 november verwierf de heer de Jong een schriftelijke verklaring van de heer ir. A. A. Weites te Apeldoorn die eveneens in origineel (in het handschrift van de heer de Jong) aan dit rapport toegevoegd wordt:

«Ik, Arend Anne Weites, geboren 23 september 1920 in Onstwedde, woonachtig in Apeldoorn, hoofdingenieur bij de dienst van gemeente-werken, verklaar het volgende en ben bereid dit, als het moet, onder ede te bevestigen:

Ik ben in december 1944 of januari 1945 in De Krim gearresteerd waar ik als student bij mijn zwager ondergedoken was. Ik ben eerst naar Hollandse Veld gebracht waar sommigen uit onze groep door Neder-landse SS'ers gruwelijk mishandeld zijn. Na twee dagen werden wij overgebracht naar «Port Natal». We werden daar ingedeeld in kamers bo-ven op zolder waar we op stro sliepen. Ik meen mij te herinneren dat Aantjes een van diegenen was die ons indeelde. Hij had een eigen ka-mertje. Wij als gevangenen hebben hem nooit als medegevangene be-schouwd. Hij stond aan de andere kant. Hij trad op als bewaker en ver-richtte ook administratieve werkzaamheden. Als «der Willy» was hij bij

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 7

Page 6: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

de Politische Leiter, allen Duitse Nazi's die met karabijnen gewapend wa-ren, zeer populair. Ik herinner me niet dat hij gewapend was. Hij liep in een zwarte jas met een zwart overhemd en een zwarte das met een Duitse uniformpet op. Het kan zijn dat hij wel eens een gele jas aan had, maar dat moet dan de jas van Willy van der Steenhoven geweest zijn. Hij kreeg veel beter eten dan wij. Bij het appèl, 's morgens vroeg, werd de Duitse vlag gehesen. Ik herinner me niet dat Aantjes daarbij de Hit-lergroet bracht. In elk geval is mij in persoonslijke gesprekken die ik in die tijd met hem voerde, duidelijk gebleken dat hij een grote verering voor Hitler had. Van deze was hij «begeistert»; dat woord gebruikte hij in dat verband herhaaldelijk.

Hij heeft mij niet verteld dat hij als strafgeval in «Port Natal» beland was. Hij zei dat hij tot de Germaanse SS behoorde die ik, zei hij, vooral als sportclub moest zien.

In tegenstelling tot ons gevangenen, was hij vrij om te gaan of staan waar hij wilde.

Aantjes heeft mij en, voorzover ik weet, ook anderen nooit lichamelijk letsel berokkend. In dat opzicht was hij in het Duitse milieu, waartoe hij behoorde, een uitzondering.

(w.g.) A. A. Weites, 5 nov. 1978.»

15. De twee onderzoekers zijn van mening dat de verklaringen van de he-ren Mastebroek en Weites die, naar zij de heer de Jong tevens meedeelden, tot aan hun bevrijding de heer Aantjes in de door hen geschetste functie meegemaakt hebben, in zoverre overeenstemmen dat zij aantonen dat de heer Aantjes van december 1944 af in het strafkamp «Port Natal» van de Or-ganisation Todt blijk gegeven heeft van pro-Duitse opvattingen, en dat hij in die periode en, naar de onderzoekers voorshands moeten veronderstellen, in «Port Natal» van de aanvang af geen gevangene is geweest maar een functionaris in Duitse dienst, waarbij voorshands in het midden gelaten moet worden, bij welk onderdeel van het Duitse staatsapparaat hij feitelijk en wellicht ook formeel in dienst was. Aangezien ook de Organisation Todt een Duits staatsorgaan was, menen de beide onderzoekers dat de twijfel ten aanzien van mr. Aantjes' Nederlandse nationaliteit, reeds vermeld onder 8, versterkt is.

16. Aangaande zijn mobilisatie door de Waffen-SS en zijn periode in «Port Natal» heeft de heer Aantjes tot dusverre het volgende verklaard of op schrift gesteld:

a. Op 11 juni 1947 aan Jacob Pakvis, wachtmeester 1ste klasse der rijkspo-litie te Streefkerk (PRA-dossier)

«Van een kennis in Duitsland kwam ik... te weten dat er in Nederland een Wachtbataljon was opgericht, dat zich uitsluitend bezig hield met politiediensten. Toen ik dit hoorde, probeerde ik direct om daarbij ge-plaatst te worden om zodoende in Nederland te komen en dan de benen te nemen naar huis en dan onder te duiken. In Gübstrow heb ik me dan ook voor dat Wachtbataljon aangemeld. Nadat ik enkele papieren ter inzage had gekregen, moest ik me gaan melden op een aanmeldingsbu-reau te Hamburg. Aldaar waren nog een twintig personen, die zich voor het Wachtbataljon hadden opgegeven, doch ik kende er niemand van, terwijl ik daar niets heb moeten tekenen. Onder bewaking van Duitse militairen ben ik en ook de anderen afgereisd naar Nederland en ik kwam toen in de kazerne van de Landstorm Nederland te Hoogeveen. Aldaar werd ik toen voor de keuze geplaatst, te tekenen voor de Land-storm Nederland of overgebracht te worden naar een strafkamp. Tot 30 oktober 1944 ben ik toen in die kazerne gebleven, doch omdat ik niet voor de Landstorm Nederland wilde tekenen, werd ik overgebracht naar een strafkamp van de OT te Assen. Na aankomst aldaar is nogmaals ge-

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 364, nrs. 1-2 8

Page 7: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

tracht mij te bewegen om voor de Landstorm Nederland te tekenen, doch ik weigerde dit. Enkele personen die gelijk met mij aldaar ge-bracht werden, hebben wel getekend omdat de behandeling in het strafkamp zeer slecht was. In dat kamp verbleef ik tot aan de bevrijding ongeveer half april 1945.»1

b. Op 13 december 1966 in een brief aan mr. H. P. J. Dolk

«dat ik de laatste oorlogsmaanden in gevangenschap heb doorge-bracht»

c. Kort voor 24 mei 1975 aan Kees Tamboer («Haagse Post», 24 mei 1975)

«Ik heb ruim een jaar in Duitsland gezeten . . . De grond werd te heet onder m'n voeten, ik ben 'm gesmeerd, in Hamburg werd ik al gepakt en tenslotte ben ik in een psychiatrische inrichting in Assen, Port Natal, ge-vangengezet. November '44. Tankvallen graven.»

«Een verhaal apart is nog de manier waarop ik in 1944 uit Duitsland teruggekomen ben. Gewoon weglopen of wegfietsen kon niet. Toen hoorde ik dat ik naar Nederland terug mocht, als ik me voor politie-dienst opgaf. In Hamburg kon ik informaties krijgen. Ze wilden me daar meteen laten tekenen. Dat weigerde ik. Ik werd naar Groningen ge-bracht. Ze hadden me door, maar ook daar weigerde ik te tekenen. Van Groningen naar Leeuwarden, toen naar Hoogeveen, tenslotte naar Assen. Bij de SD. Dreigementen. Ik tekende niet. Ik werd naar het bos gebracht. Nu is 't met me afgelopen, dacht ik. Maar toen moest ik tankvallen graven.»

De twee onderzoekers zijn van mening dat deze vier passages, gezien de overige in hun rapport vermelde gegevens, aantonen dat mr. Aantjes tot dusverre op wezenlijke punten verzwegen heeft wat zich in werkelijkheid in de bedoelde periode met hem heeft afgespeeld.

17. De twee onderzoekers beschouwen hun onderzoek, welks voorlopig karakter zij ten volle erkennen, als beëindigd, vooral omdat het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie niet in de mogelijkheid verkeert, getuigen te dwingen om te verschijnen en hun beëdigde verklaringen af te nemen.

Dr. L. de Jong A. J. van der Leeuw

3 Het dossier van de Bijzondere Rechtspleging bevat geen verdere verklaringen van getuigen noch bewijsstukken.

Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 364, nrs. 1-2 9

Page 8: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

Namentliohes Verzelohnls

der von der Niederlandischen staatspost zugeordneten Krafte.

Zur Vf. vom 17.7.43 III B 1

92 t r i

Tweede Kamer, zitt ing 1978-1979, 15 364, nrs. 1-2 10

Page 9: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

Pamilien- Vorname Dienst- Laufb.Gr. name bezeich- Tatigk.Gr,

nung

Letzter Be- Jetziger Beraer-3chaftigung8- Beschaf- kungen ort tigungs-

ort

Maquelin Cornelius PAng B,P Rotterdam Bad Kleinen,PA van der Horst Hendrik if B,P « tt tt

Üldenhof Hendrikus Ortskr. B,P tt Hagenow,PA Rouwenhorst Bertus tt B,P •t tt tf

Steenhorst Albertus ft B,P ft tt "

van Staaten Hicolaus n B,P tl tt "

Swinkels Andreanus BAng 3,P Helmond Güstrow.PA

Aantjes Willem tf B,P Dortracht tt tt

van Dijk Jan,Pieter HZst. B,P St.Phlipstand » "

Mulder Stafanus Ortskr. B,P Zutfen Schwerin,PA

Beek Bernardus Schreib .3,P Deventer Rostock,PA

Beekraann Priedrich tt B,P Haag JÏbïlv'hxJsAz " ii ^

Engelhard Jacobus n B,P Gouda ÜXprAenA— "

De Hon

Houtman

Kamperman

Willem

Allard

J ohann

BAng

ti

B,P

B,P

B,P

Rotterdam

Gouda

Hellendorn

ti f»

fpfahM. n/V-U

Slitaie Willem Adj. C,P Haag ft tt

Polman Peter BAng B,P Almelo ff fl

Ras Gerrit if B,P Rotterdam 1» ff

Reinke Johannes n B,P « If tt

Scholten H tt B,P tt tf •

Schimmel Hendrik Schreib .B,P Deventer tl fl

Janitschek Julius Ortskr. B,P Rotterdam Wismar,PA

Rook Marinus tt B,P n it

Eisten Jan HZst A,B Roosendaal Rostock,TBA

van Es Johannes tt A,B Wmeldinge it tt

Wiersma Jelmer n A,B Amsterdam n tt

Wiskerke Dingenis tt A,B Kruiningen « n

Tuik Tomas tt A,B Breda Neustrelitz,PA

Magielse Johannes n A,B Zundert tt tt

Haverkamp Johannes tl A,B Breda « n

Hamels Pranziskus H A,B it « ti

van Ginneke Adrianus tt A,B Zevenberg tt tt

Blommers Leonardus 11 A,B Breda tt it

Brokke Gerrit ff A,B n tt «

van Eijk Nicolaas ff A,B it 2

Adrianssen Hendrikus tl A,B it ii it

Kersten Henrikus tl A,B Moergestell Hagenow.TBA Schwerir

Draaisma Sinarius tt A,3 Brielle tt tt

van Loon jacobus It A,B Tilburg tt ti ii ti it

Gollau Cornelius ft A,B it n, 11

Page 10: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

£>er9>rafit>ent «fcer 9icic^époftt)tref tton

<Bd)mtin («J»ecfO/ *n 7 . A u g u s t ,9 43 aWmardffrafie 4 • gernfpwcfjtr 5151

¥»ftf<6t(flpnto fcer OdmolKmTc: J&amdurg 9fr. 8 ifrtcfirtanfgirrfonto v '

I I I B 1 862-5

(<8ttt« in Kt «nnrort (ScftMftticiAai, Tas unïi fljegmflant anjugcbtn;

An den Herrn Lei te r der Deutschen Dienstpost Niederlande A r n h e i m

Zum Tel.vom30 . J u l i I I I B 1 862-5 Abordnung nieder landischer Postbediens te ter 1 Anlage S

Anliegend übersende ich Innen ein Verzeichnis der mit dem Transport vom 20.Juli in meinen Reichspostdirektionsbezirk abge-ordneten 41 Bediensteten der Niederlandischen staatspost unter An-gabe der Beschaftigungsorte(Dienststellen).

Die noch fehienden Fersonalfrage- und Untersuchungsbogen die-ser Krafte bitte ich mir baldmöglichst zuzusenden.

In vertretung

Tweede Kamer, zi t t ing 1978-1979,15 364, nrs. 1-2 12

Page 11: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

Der President der Reichspostdirektion

I I I ~B 7 862-5

Schweriii (Meckl), den Bismarcistrafie 4 • Femsprech Padfdicckkonto

kekfatxnk«iTokonir,

18. Oktober 1944 •5151

(Bint in der Antwort GesMUbieidKn, T«j und Gegtnstand anzugtben)

An den Herrn Leiter der Deutschen Dienstpost in den besetzten niederlandisehen Gebieten

O l d e n z a a l

Einberufung e ines Bed i ens t e t en der Nieder land i schen S t a a t s p o s t

Der s e i t dem 20. J u l i 1^43 zum Po^tamt Giistrow abgeorc Arb (Ortskraf ' t ) Willem Aantjes i s t nacbr e iner Meldung des Pj^stamts Güstrow zum 12. Oktober zum Landsturm Bieder land vom Reichsführer SS,

SS-Hauptamt - Amtsgruppe D, Germanische SS Sturmbann,Sonderstab Nordsee (10 nach Hamburg eingezogen v/orden.

Seine Abordnung sehe i ch mit Ablauf des 11 . Oktober a l s be -endet an.

In vY£r t r e t ung

0 aom M *

Tweede Kamerzitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 13

Page 12: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

*

v-W.

»«* t& I r J ^ & S S AbgMi

(Der RK) /ftt ü l ö e n z a a l , denO<> . Oktober 1 P I Dz 3a 8625-0 ^Tiw (Entwurf)

9 44 -

An (PTT)

Aufhebung der Abordnung eines Bediensteten

Tib, 25.10.

N.d.jg

Der ixeichsführer SS. •( SS.-Hauptamt,

Amtsgruppe D, Germanischer SS.-Sturmbann,

Sonderstab Nordsee 10 ) hat den im (hPD)-

Bezirk (Schw) (MecklJ eingesetzt gewesenen

Bediensteten Ihrer Verwaltung, Arbeiter/

Ortskraft Willem A a n t j e s , a m 1 2 .

10./+4-K z u m Landsturm Niederland nach Ham=

burg eingezogen. Seine Abordnun£ zur (DHP)

ist somit mit Ablauf des 11.10.1944 been=

det gewesen.

I.A.

£c

Z.d.A.

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15364, nrs. 1-2 14

Page 13: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

Der President der Reichspostdirektion

I I I B 7 8 6 2 - 6

(3 ) Schwerin (Medd), den 1 6 . N ov , Bismarckslrafie 4 • Femspredier 5151 Posndiedckonlo der ObapostkMK: Hamburg Nr. 8 RekTisbonkgirokonto

1944

(Bitte in der Antwon GeschëRszeidien, Taj A ^ l unc* Gegenstend anzugeben)

den Herrn Leiter der Deutschen Dienstpost in den besetzten niederlandischen Gebieten

0 1 d e n z a a l

Ausscheiden dor bei der DRP beschaftigten Bediensteten der Niederlandischen Staaospost 16 Personalfragebogen 1 Verzeichnis

Nach der RPM Vf vcm 25.1C.44 IV c 8625-haltnis der bei der Deutschen Reiehspost bes der Niederliindiachen Staatspost, die aus bes krankungen usvv. in die Heimat beurlaubt wurd ereignisse nicht zu ihren Beschaftigungsamte oder wollen, als gelost zu betrachten.

Anliegend ubersende ich Innen ein Verze die bisher nicht zurückgekehrt sind und mit gerechnet werden kann.

3 Dpw Istfdas Dienstver-chaftigt^h Bediensteten onderen. Anlassen z.B. Er-en und infolge der Kriegs-rn zurückkehren können

ichnis derjenigen Krafte, deren Rückkehr auch nicht

Die

Die mir zugesandten lersonalfragehogen gebe ich anliegend zurück.

•+~r» Die H i l f s z u s t e l l e r r a u l u s M e i j e r und Woute rus de Caluwe. j p i n d im J u l i 1943 von d e r RPD Hamburg i n me inen B e z i r k ü b e r n o m -\fren w o r d e n . I h r e F r a g e b o ^ e n wurden d u r c h F e i n d e i n w i r k u n g i n Hamburg v e r n i c h t e t .

Wie" ich Ihnen bereits mit Schreiben vom 18. Oktober III B 7 mitteilte , ist Willem Aa .tjes zur Germanischen S3 eingezogen worden. Den Fragebogen füge ich ebenfalls bei.

AuB«rdem ubersende i jh Ihnen noch den versehentlich zurück-behaltenen Frugebogen deB seit 18.4.1943 bereits zurückbeorderten Pieter Brons.

Für den Zusteller Franzuskua Hamels habe ich keinen Frage-bogen erhalten. . s.

I n V^rtr>e/tiung

U^Af

7

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 364, nrs. 1-2 15

Page 14: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

ha 4*~^ t iïu-<+ i*-az* «-«- <LA~- /u,»tt ^u /^L^t

f

7?S

7 -4c£/i*^_

Tweede Kamer, zi t t ing 1978-1979,15 364, nrs. 1-2 16

Page 15: Tweede Kamer der Staten-Generaal · de periode van de Duitse bezetting, 1940 -1945 Nr. 2 RAPPORT ... in de jaren 1940- 1942 het gereformeerd Marnix-gymnasium te Rotterdam bezocht

tp~ . *C l^-t irc-~^ M<-i^ *~££-, *£<— « T - ,

L^ilïiAi^, m.{- Af je*, ri(<Zi \n.Ajisn ~j *m-~ jClb. AL*£ / i ^ ^ i, v»^ Xy" •*(4<J^&y- ; *u*f~

ju-j* ^j*-

\.JC ^C— ^ d / •

r

7 •

i . 4 • v'uZ^

Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 364, nrs. 1-2 17