Tussentoets MA1 Jaar2 AC Met Normering
-
Upload
jordy-bekker -
Category
Documents
-
view
214 -
download
1
description
Transcript of Tussentoets MA1 Jaar2 AC Met Normering
OPGAVE 1
Compu bv houdt zich bezig met de productie en verkoop van computertafels die worden aangeboden in drie varianten:
• Een eenvoudige tafel (type E); • Een enigszins verfijnd model met meer opslagruimte (type V); • En een meer luxe uitvoering die bovendien verrijdbaar is (type L).
De normale productie en afzet per jaar van de drie typen is respectievelijk 80.000 (E), 10.000 (V) en 85.000 (L). Voor 2016 worden geen bijzonderheden voorzien, zodat Compu ervan uitgaat dat de normale bezetting zal worden gehaald.
De volgende productienormen zijn bekend:
Type E Type V Type L Directe materiaalkosten €30 €40 €50 Arbeidsuren (à €25) 0,3 0,4 0,5 Machine-uren 1,2 1,4 1,6
De begrote indirecte kosten voor 2016 zijn:
• Inkoopkosten € 345.000 • Machinekosten € 650.000 • Inspectiekosten € 320.000 • Omstelkosten € 80.000 • Verpakkingskosten € 155.000
€ 1.550.000
Gevraagd:
1. Bereken de kostprijzen van de typen E, V en L, als de indirecte kosten worden verdeeld op basis van het aantal arbeidsuren. (Compute the manufactoring cost per unit for each product, if Compu bv’s simple costing system allocates overhead costs based on labor-hours.)
Vervolg casus:
De controller van Compu bv is niet tevreden over de bij vraag 1 gevolgde wijze van kostprijsberekening. Volgens hem dienen de kosten in eerste instantie te worden toegerekend aan activiteiten en vervolgens –naar de mate waarin de verschillende typen gebruikmaken van de activiteiten- aan de producten.
Hij stelt de volgende verdeling van indirecte kosten naar activiteiten voor:
• Inkoopkosten op basis van het aantal inkooporders; • Machinekosten op basis van het aantal machine-uren; • Inspectiekosten op basis van het aantal productie-orders; • Omstelkosten op basis van het aantal productieruns; • Verpakkingskosten op basis van het aantal verkooporders.
Na enig uitzoekwerk komt de controller tot de volgende verwachting voor 2016:
Type E Type V Type L Totaal Aantal inkooporders 2 4 12 18 Aantal productieorders 2 4 12 18 Aantal productieruns 4 7 20 31 Aantal verkooporders 7 3 30 40
Gevraagd:
2. Hoe wordt de methode van bijzondering van de indirecte kosten die de controller voorstaat genoemd?
3. Bereken de kostprijzen van de typen E, V en L volgens de verbijzonderingsmethode zoals de controller voorstaat. (Calculate the cost of desktype E, V and L under the proposed costing system.)
4. Vergelijk de kostprijzen zoals berekend bij vraag 1 en vraag 3 en geef de oorzaken aan voor de mate waarin de kostprijzen van elkaar verschillen. (Compare the costs of the desks in requirements 1 and 3. Why do the simple and the proposed costing systems differ in the cost of a desk?)
Opgave 2
De balans van groothandel Commercie bv ziet er per 1 januari 2015 als volgt uit:
BALANS PER 1-1-2015 (bedragen x €1)
Voorraad handelsgoederen*
330.000
Eigen Vermogen
491.000
Debiteuren: Handelscrediteuren 180.000 • nominaal 350.000 • voorziening 14.000
336.000 Bank 5.000 671.000 671.000
*1.000.000 stuks
Voor 2015 zijn de volgende budgetten opgesteld:
Verkoopbudget (Revenues budget) Er zullen in 2015 naar verwachting 10 miljoen goederen verkocht worden à €0,40 per stuk. De verkopen zullen regelmatig gespreid zijn over het jaar. Klanten krijgen twee maanden krediet, waarvan ze volledig gebruik zullen maken. Van de verstuurde rekeningen wordt gemiddeld 4% niet betaald. Inkoopbudget (Purchases Budget) Ook de inkopen zullen regelmatig gespreid zijn over het jaar. Het verwachte verloop van de inkoopprijs voor 2015 is:
• 1e helft jaar €0,33; • 2e helft jaar €0,35.
Commercia past voor de administratieve verwerking van het voorraadverloop de FIFO-methode toe. Alleen de inkoopprijs van de voorraad wordt als productkosten beschouwd. Per 31 december 2015 dient de voorraad 2 miljoen stuks te zijn. Van de leverancier krijgt Commercia 1,5 maand krediet, waarvan volledig gebruik wordt gemaakt. Eenvoudigheidshalve worden loonkosten en dergelijke in deze opgave buiten beschouwing gelaten. Alle transacties worden via de betaalrekening afgewikkeld. Gevraagd:
1. Stel het liquiditeitsbudget van Commercia op voor 2015. (Prepare a cash budget for 2015 for Commercia.)
2. Stel de geprognosticeerde resultatenrekening over 2015 op. (Prepare the budgeted income statement for 2015.)
3. Welk bezwaar is verbonden aan het opstellen van een liquiditeitsbudget
over een periode van een jaar?
EINDE
ANTWOORDEN 1.1 (10 punten: 1 punt voor het tarief (21,99) en 3x3 punten voor de kostprijzen (1 punt dir. materiaal, 1 punt dir. loon en 1 punt indir. kosten)
1.2 (2/0 punten)
Die methode wordt Activity Based Costing genoemd. Ook goed rekenen: ABC-methode
1.3 (totaal 15 punten) 3 punten voor de tarieven (5 goed is 3 punten, 4 of 3 goed is 2 punten, 2 goed is 1 punt, 1/0 goed is 0 punten) 12 punten voor de kostprijzen 1 punt per type voor de directe materiaalkosten (zie 1.1) 3 punten per type te verdelen voor de tarieven: 5 goed is 3 punten, 4 of 3 goed is 2 punten, 2 goed is 1 punten, 1 goed is 0 punten. Eventuele doorwerkende of consequente fouten ter beoordeling docent.
1.4 (totaal 3 punten, motivering ter beoordeling docent)
Kostprijzen vergelijken: Bij 3 valt op dat type V – doordat relatief meer indirecte kosten zijn toegerekend – een veel hogere kostprijs heeft dan bij 1. Dit ligt in de lijn van activity based costing: lage volumeproducten brengen hogere kosten met zich mee. Verder is bij 3 de kostprijs van type E lager dan bij 1. Ook dat is het gevolg van activity based costing: complexe producten die in een grotere variëteit worden geproduceerd, brengen hogere kosten met zich mee. Door activity based costing wordt de kostprijs van hoge volumeproducten met eenvoudige productieprocessen (niet complex en weinig variëteit) lager.
2.1 ( 9 punten, beginsaldo 1 punt, debiteur 1/1 2014 1 punt, verkopen 2014 2 punten, crediteuren 1/1 2014 1 punt, inkopen 2x2 punten)
2.2 (9 punten, opbrengst verkopen 2 punten, kostprijs 2 x 3 punten, winst 1 punt)
2.3 (2/0 punten)
Door het opstellen van een liquiditeitsbudget over de periode van een jaar wordt geen inzicht verkregen in eventueel tussentijds optredende tekorten of overschotten aan liquiditeiten. (Bij kortere perioden, bijv. maand, wel.)