Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 · 2017-02-15 · 1 Opleidingen Nieuwe...
Transcript of Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 · 2017-02-15 · 1 Opleidingen Nieuwe...
1
Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid
2016/17www.opleidingen.stowa.nldigitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal
Opleidingen Nieuwe Normering WaterveiligheidLink naar: Digitaal Cursus Naslagwerk 2016/17
M01 - Basis Cursus Beoordelen en Ontwerpen (= link naar playlist op stowavideo)
M02 - Geotechniek: SOS en Piping
M03 - Indirecte Mechanismen en NWO
M04 - Geotechniek: Macrostabiliteit
M05 - Hydraulische Belastingen
M06 - Bekledingen: Gras
M07 - Geotechniek: Langsconstructies
M08 - Bekledingen: Steen en Asfalt
M09 – Kunstwerken (nog niet opgenomen op video)
M10 – Duinen
M11 – Assembleren
M12 – Databeheer WBI17
2
Module 1Basis Cursus Beoordelen en Ontwerpen
A Introductie
P01 Nieuwe normering en achtergronden
P02 Wettelijk Beoordelings Instrumentarium
P03 Omgang met onzekerheden
P04 Vertaling normering in beoordelingscriteria
Casus
B Vragen en vooruitblik 24 maart
Module 1Basis Cursus Beoordelen en Ontwerpen
A Introductie
P05 Hydraulische Belastingen
P06 Beoordelen vs ontwerpen (Marieke de Visser ipv Kin Sun Lam)
P07 Toetssporen WBI 2017
P08 Cases 1) macrostabiliteit
2) steenbekleding
B Evaluatie en afsluiting
3
Vertaling normering in beoordelingscriteriaFerdinand Diermanse
(Deltares)
15 februari 2017
Relatie met vorige presentatie
Vorige presentatie: Onzekerheden• Welke onzekerheden zijn relevant?• Hoe worden deze beschreven en afgeleid? • Wat zijn resulterende onzekerheden?
Huidige presentatie:Vertalen in beoordelingscriteria1) Hoe beïnvloeden deze onzekerheden de
overstromingskansen van eenwaterkering?
2) Hoe werken deze onzekerheden door in beoordelingcriteria?
4
Inhoud huidige presentatie
1) Hoe beïnvloeden de onzekerheden de overstromingskansen van een waterkering?
Probabilistische analyses en rekenmethoden
2) Hoe werken deze onzekerheden door in beoordelingcriteria?
a) Semi-probabilistische rekenregels
b) Faalkansbegroting
c) Lengte-effecten
d) Schematiseringsonzekerheden
Probabilistische rekenmethoden
Combinatie van kansrekenen (probability = kans) en modelleren van de fysica
Vaak toegepast om kans op falen van een systeem te bepalen
0
0.04
0.08
0.12
0.16
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
5
Probabilistische rekenmethoden
Waarom nodig bij nieuwe manier van beoordelen?
Expliciet meenemen van onzekerheden (uit oogpunt van kosten-efficiëntie, zie vorige presentatie) vraagt om probabilistische uitwerking
Overstap van overschrijdingskans naar overstromingskans
0
0.04
0.08
0.12
0.16
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Principe overschrijdingskans
Bepaal de waterstand met overschrijdingskans gelijk aan de toetsnorm
Toets of de dijk hoog/sterk genoeg is om deze belasting aan te kunnen
1/1.000
1/100
1/10
6
Principe overstromingskans
Expliciet berekenen van faalkans van traject (niet de kans op een waterstand)Afkeuren indien faalkans groter dan de normExpliciet rekening houden met faalkansen bij alle waterstanden
Probabilistische benaderingen
Twee vormen:1) Volledig probabilistisch
toets op basis van alle potentiëlefaalgebeurtenissen en hun kans op voorkomen
2) Semi-probabilistisch toets op basis van een karakteristieke gebeurtenis(sen)
De huidige voorschriften zijn qua vorm semi-probabilistisch, de nieuwe voorschriften bevatten beide vormen
7
Op te lossen vraagstuk
waterstand & faalwaterstand
ka
nsd
ich
the
id
Belasting (S)
Sterkte (R)
Mogelijke faalcombinaties (S>R)
Voorbeeld probabilistische analyse
Falen/overstromen van de dijk als de waterstand groter is dan de dijkhoogte
Dijkhoogte is exact bekend (dus: geenonzekerheden in de sterkte)
8
Voorbeeld Rijn/Maasmonding
2.75 3
33.25
3.25
3.5
3.5
3.5
3.75
3.75
3.75
3.75
4
4
4
4
4.25
4.25
4.25
4.5
4.5
4.5
4.75
4.75
5
discharge [1000 m3/s]
se
a w
ate
r le
ve
l [m
+N
AP
]
local water level [m+NAP]
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101
1.5
2
2.5
3
3.5
4
ZeewaterstandRivierafvoer
Lokale waterstand
beïnvloed door rivierafvoer
en zeewaterstand
(we negeren voor het
gemak de Maeslantkering)
Voorbeeld Rijn/Maasmonding
3.5
3.5
3.7
5
3.7
5
3.7
54
4
44.2
5
4.2
5
4.2
54.5
4.5
4.5
4.7
5
4.7
5
4.7
55
5
55.2
5
discharge [1000 m3/s]
se
a w
ate
r le
ve
l [m
+N
AP
]
local water level [m+NAP]
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101
1.5
2
2.5
3
3.5
4
Zee
Rivier
Contourlijnen verschillen
per locatie
9
Voorbeeld Rijn/Maasmonding
22
2
2.252.25
2.25
2.52.5
2.5
2.752.75
2.75
33
33
3.253.25
3.25
3.53.5
3.5
3.753.75
3.75
44
44
4.254.25
4.25
discharge [1000 m3/s]
se
a w
ate
r le
ve
l [m
+N
AP
]
local water level [m+NAP]
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101
1.5
2
2.5
3
3.5
4
Zee
Rivier
Contourlijnen verschillen
per locatie
Voorbeeld Rijn/Maasmonding
2.75 3
3
3.25
3.25
3.5
3.5
3.5
3.75
3.75
3.75
3.75
4
4
4
4
4.25
4.25
4.25
4.5
4.5
4.5
4.75
4.75
5
discharge [1000 m3/s]
se
a w
ate
r le
ve
l [m
+N
AP
]
local water level [m+NAP]
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101
1.5
2
2.5
3
3.5
4
Zee
Rivier
Gebruik een
simulatiemodel om de
contourlijnen af te leiden
10
Voorbeeld Rijn/Maasmonding
2.75 3
33.25
3.25
3.5
3.5
3.5
3.75
3.75
3.75
3.75
4
4
4
4
4.25
4.25
4.25
4.5
4.5
4.5
4.75
4.75
5
discharge [1000 m3/s]
se
a w
ate
r le
ve
l [m
+N
AP
]
local water level [m+NAP]
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101
1.5
2
2.5
3
3.5
4
Zee
Rivier
Voorbeeld: overstromen
vanaf 4.5 m+NAP
Voorbeeld Rijn/Maasmonding
ZeeRivier
faaldomein
11
falen faalkans (probabilistisch rekenen)
Kans dat de kering “faalt”, d.w.z.
kans dat de belasting zo groot is dat de kering er niet tegen bestand is
Bepaald moet worden:
1) alle mogelijke gebeurtenissen die tot falen leiden (h>NAP+4,5 m)
2) de totale kans op voorkomen van deze gebeurtenissen
Analogie: gooien met dobbelstenen
“falen”: tegenstander gooit 10 of meermet twee dobbelstenen
6 7 8 9 10 11 12
5 6 7 8 9 10 11
4 5 6 7 8 9 10
3 4 5 6 7 8 9
2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3 4 5 6
12
6 7 8 9 10 11 12
5 6 7 8 9 10 11
4 5 6 7 8 9 10
3 4 5 6 7 8 9
2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3 4 5 6
Analogie: gooien met dobbelstenen
Stap 1: Bepaal faalkansgebied (som >=10)
6 7 8 9 10 11 12
5 6 7 8 9 10 11
4 5 6 7 8 9 10
3 4 5 6 7 8 9
2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3 4 5 6
Kans per combinatie = 1/36Totaal van 6 combinaties: 6*1/36 = 1/6
Analogie: gooien met dobbelstenen
Stap 2: Bepaal faalkans
13
Bepalen faalkans waterkering
Zelfde principe, maar complexer dan 2 dobbelstenen vanwege:
1. eventueel meer dan 2 variabelen 2. complexe(re) kansverdelingen 3. tijdvariatie moeilijk terug te brengen tot 1 variabele4. complexe en rekenintensieve hydraulische modellen
om de belasting te bepalen. 5. complexe faalmechanismen (piping, instabiliteit
bekleding)
exacte analytisch bepaling faalkans onmogelijk geavanceerde schattingsmethoden nodig
Volledig probabilistische benadering
afvoer
zeew
ate
rsta
nd
faalgrens
Q
h
falen
geen falen
14
Voor- en nadelenprobabilistische beoordeling
Voordeel:Houd rekening met alle mogelijke gebeurtenissen die tot falen leiden, is daarmee de ‘koninklijke route’ in de overstromingsbenadering
Nadeel:• Complex• Rekenintensief• Beperkte expertise beschikbaar
Om die reden wordt vaak gebruik gemaakt van semi-probabilistische beoordelingen, een soort slimme “work-around”
S*
Belasting (S)
R*
Sterkte (R)
** , 1S R S
R
RS
Semi-probabilistische benadering
* *R S
R*, S*: karakteristieke waarden
R, S: veiligheidsfactoren
15
Afleiden semi-probabilistische toetsregels
Baseren op probabilistische sommen voor strategisch gekozen testcases
Doelen:• zo veel mogelijk consistentie met de
probabilistische toets• semi-probabilistische toets conservatiever dan
probabilistische toets• semi-probabilistische toets niet té conservatief
Benodigde mate van conservatisme hangt af van (niet-)uniformiteit van de testcases
Voorbeeld semi-probabilistische toets
Duinafslagmodel DurosInvoer: waterstand, golfhoogte, piekperiodekorreldiameter en duinprofiel
Uitvoer: afslagprofiel, afslagvolume, afslagpunt
16
Semi-probabilistisch toetsvoorschrift
Op basis van de volgende invoergegevens wordt met DUROS+ één afslagberekening gemaakt:
gemeten duinprofiel (Jarkus-profiel) van een gekozen referentiejaar
hydraulische randvoorwaarden: waterstand, golfhoogte en piekperiode
korreldiameter van het duinprofiel
toeslag om rekening te houden met onzekerheden
Vergelijking met probabilistisch model
17
In principe wordt voor elk mechanisme de waterstand gekozen met een overschrijdingskans gelijk aan de trajectnorm
Reden: geen wirwar van toetspeilen
Uitzondering (net als in vorige toetsronden): duinafslag
Hydraulische belastingen insemi-probilistische rekenregels
Beide benaderingen berusten op:
hetzelfde faalmechanismemodel
dezelfde kansverdelingen van de belastingen en sterkte-eigenschappen (en dus dezelfdemeetgegevens)
dezelfde faalkanseis voor het traject (de norm)
Probabilistisch/semi-probabilistisch: overeenkomsten
18
Probabilistisch/semi-probabilistisch: verschillen
onderdeel probabilistisch semi-
probabilistisch
invoer kansverdelingen karakteristieke
waarden
uitvoer faalkans ‘voldoet (niet)’
faalkans-
begroting
vrij ‘Vast’
(vooraf te kiezen)
Eenvoudige toets / relevantie toets
Gelaagde beoordeling WBI
Toets op maat
Gedetailleerde toets per vak
Gedetailleerde toets per traject
semi-probabilistisch of probabilistisch
probabilistisch
grof
scherp
eenvoudig
complex
2017
2019
19
Systeem analyse
piping instabiliteit overslag …
Dijkvak 1
Overstromingskansdijktraject
Dijkvak 2 Dijkvak 3
Norm
Probleemstelling toets per vak
Gedetailleerde toets op trajectniveau combineert kansenvan dijkvakken en mechanismen .Dit is meer dan een eenvoudige optelsom!
In de gedetailleerde toets op vakniveau kan dit niet. Immers, vakken en mechanismen worden afzonderlijkgetoetst, dus zonder kennis van uitkomsten van anderevakken en mechanismen
Maar:
hoe weten we dan of het traject voldoet?
20
Faalkansbegroting voor vaktoets
Overstromingskansnorm (alle
faalmechanismen en doorsneden samen)
Faalkanseis per faalmechanisme
Faalkansbegroting
25% 75%
Piping 1/4.000 Overige
mechanismen
1/1.000
Lengte-effect
Faalkanseis per faalmechanisme op
doorsnedeniveau
Dsn. 1
Verdeling over de
mechanismen
Dsn. 2
… …
Benadering is conservatief
Faalkansbegroting(“startwaarden” in WBI)
Type waterkering Faalmechanisme Type traject
Zandige kust Overig (dijken)
Dijk Overloop en golfoverslaga,b 0,0 0,24
Opbarsten en piping 0,0 0,24
Macrostabiliteit binnenwaarts 0,0 0,04
Beschadiging bekleding en erosie 0,0 0,10
Kunstwerk Niet sluiten 0,0 0,04
Piping 0,0 0,02
Constructief falen 0,0 0,02
Duin Duinafslag 0,70 0,0 / 0,10c
Overig 0,30 0,30 / 0,20
Totaal 1,0 1,0
21
Wat betekent dit?
Stel: trajectnorm = 1/1.000
Piping (24%) faalkanseis = 0,24 * 1/1.000 1/4.000
Macrostabiliteit (4%) faalkanseis = 0,04 * 1/1.000 = 1/25.000
Dus:hoe lager het percentage,hoe strenger de faalkanseis voor het mechanisme
Wat betekent dit?Faalkansbegroting is een inschatting van de individuelebijdragen van faalmechanismen aan de overstromingskans voor een “gemiddeld” traject
Keuze kan tot onterecht afkeuren leiden; nooit tot onterecht goedkeuren
Voorgestelde keuze leidt naar verwachting tot minimalisatie van onterecht afgekeurde keringen
Indien voor een traject een andere faalkansbegrotingbeter van toepassing lijkt, mag afgeweken worden
22
Analogie: de broodjeslunch
Vrije verdeling (zelfbediening)
9 broodjes beschikbaar
voor 3 personen (A, B en C)
• A wil 4 broodjes en pakt 4 broodjes
• B wil 2 broodjes en pakt 2 broodjes
• C wil 3 broodjes en pakt 3 broodjes
Iedereen tevreden
23
Vaste verdeling (broodjes uitdelen)
9 broodjes beschikbaar
voor 3 personen (A, B en C)
• A wil 4 broodjes en krijgt 3 broodjes
• B wil 2 broodjes en krijgt 3 broodjes
• C wil 3 broodjes en krijgt 3 broodjes
A ontevreden
Aangepaste vaste verdeling
9 broodjes beschikbaarvoor 3 personen (A, B en C)
A wil 4 broodjes en krijgt 3 4 broodjesB wil 2 broodjes en krijgt 3 broodjesC wil 3 broodjes en krijgt 3 2 broodjes
C ontevreden
24
Aangepaste vaste verdeling
9 broodjes beschikbaar
voor 3 personen (A, B en C)
A wil 4 broodjes en krijgt 4 broodjes
B wil 2 broodjes en krijgt 2 broodjes
C wil 3 broodjes en krijgt 3 broodjes
Iedereen tevreden
Analoog voor waterkeringen
Stel: trajectnorm = 1/1.000
Piping (24%)
faalkanseis = 0,24 * 1/1.000 1/4.000
Macrostabiliteit (4%)
faalkanseis = 0,04 * 1/1.000 = 1/25.000
Indien de kering wordt afgekeurd op macrostabiliteit, en (ruimschoots) goedgekeurd op piping, kan overwogenworden de percentages aan te passen (bijv 24% voormacrostabiliteit en 4% voor piping)
25
Conclusies (1)Aanpassen van de vaste verdeling (faalkansbegroting) kan voorkomen dat een traject in de gedetailleerde toetsop vakniveau onterecht wordt afgekeurd
Aanpassen is toegestaan, er is geen sprake van ‘valsspelen’. Als op deze wijze een traject wordtgoedgekeurd wordt datzelfde traject in de gedetailleerdetoets op trajectniveau eveneens goedgekeurd.
Echter, aanpassen van de faalkansbegroting en opnieuwuitvoeren van beoordeling…• is “arbeidsintensief”• zal vaak niet tot goedkeuren leiden (“7 broodjes
beschikbaar, 9 broodjes gewenst”)
Conclusies (2)
Beoordeling op basis van dijkvakken en vastefaalkansbegroting (gedetailleerde toets op vakniveau) geeftaanleiding tot strenge eisen en daardoor mogelijk onterechtafkeuren
Beoordelen op basis van traject en vrije faalkansbegroting(gedetailleerde toets op trajectniveau) leidt minder snel tot onterecht afkeuren en is in die zin dus efficienter
Waarom dan toch de gedetailleerde toets op vakniveautoepassen?• Gedetailleerde toets op trajectniveau is pas in 2019
gereed en dan nog maar voor een deel van de mechanismen
• Gedetailleerde toets op vakniveau lijkt op de oudemanier van toetsen en maakt daardoor de overstap naarde overstromingskans kleiner.
26
Verschillen probabilistisch / semi-probabilistisch
onderdeel probabilistisch semi-
probabilistisch
invoer kansverdelingen karakteristieke
waarden
uitvoer faalkans ‘voldoet (niet)’
faalkans-
begroting
vrij ‘vast’ (vooraf te
kiezen)
Combineren van dijkvakken:het lengte-effect
Verhoudingfaalkans dijktrajectversusfaalkans doorsnede(dijkvak)
27
Combineren van dijkvakken:het lengte-effect
Hoe groter de lengte van de dijk, hoe groter de kans op een “zwakke plek”
Het lengte-effect
28
Afhankelijkheid
Dijkvakken en –doorsneden zijn geen onafhankelijkeschakels zoals de schakels van een ketting:• Ze worden bijvoorbeeld doorgaans gelijktijdig zwaar
belast (hoogwaters)• Nabijgelegen dijklocaties hebben vaak overeenkomsten
in opbouw
Deze ruimtelijke samenhang is sterk bepalend voorde grootte van het lengte-effect
Ruimtelijke variatie in de sterkte
Afstand (m)0 100 200 300 400 500
(onbekende) werkelijkheid
“zwakste plek”
Sterkte
29
Ruimtelijke variatie in de belasting
Afstand
(km)
0 10 20 30 40 50
(onbekende) werkelijkheidBelasting
Ruimtelijke samenhang en lengte-effect
Dijkvakken en –doorsneden zijn geen onafhankelijkeschakels zoals de schakels van een ketting:• ze worden bijvoorbeeld doorgaans gelijktijdig zwaar belast
(hoogwaters)• nabijgelegen dijklocaties hebben vaak overeenkomsten in
opbouw
Deze ruimtelijke samenhang is sterk bepalend voor het lengte-effect
30
Lengte-effect verschilt per mechanisme
Lengte-effect is relatief klein voor mechanismenwaarbij de faalkans vooral wordt bepaald door de onzekerheid in de belasting
• Overloop en overslag
• Duinafslag
Lengte-effect is relatief groot voor mechanismenwaarbij de faalkans vooral wordt bepaald door de onzekerheid in de sterkte
• Piping
• Macrostabiliteit
Faalkansbegroting voor vaktoets
Overstromingskansnorm (alle
faalmechanismen en doorsneden samen)
Faalkanseis per faalmechanisme
Faalkansbegroting
25% 75%
Piping 1/4.000 Overige
mechanismen
1/1.000
Lengte-effect
Faalkanseis per faalmechanisme
op doorsnedeniveau
Dsn. 1
Verdeling over de
mechanismen
Dsn. 2
… …
31
Scenario’s - bodemopbouw
clay sand peat
sand lens
clay sand peat Verschillende mogelijke
schematisaties op basis
dezelfde beperkte hoeveelheid
grondonderzoek
“anomaliën” (bv. zandbanen)
clay sand peat
Probabilistisch - scenarios
Faalkans = 0.2*(faalkans kering bij scenario 1)
+ 0.8*(faalkans kering bij scenario 2)
clay sand peat
2/10
Scenario 1 Scenario 2
8/10
clay sand peat
32
Besproken onderwerpenTrajecten, dijkvakken, doorsneden en
mechanismen
Overschrijdingskans versus overstromingskans
Probabilistisch versus semi-probabilistisch
Vertaalslag normering naar doorsnede/dijkvak
• Lengte-effect
• Faalkansbegroting
Omgaan met scenario’s
/schematiseringsonzekerheden
Cases