Tussen- doortjes · tussendoortjes Author: Elien van den Bergh Created Date: 3/4/2017 6:30:18 PM...

15
Oeps, wie telt er De leerlingen leggen hun hoofd op de bank. Als leerkracht leg je uit dat ze tot 10 moeten tellen, maar er mag telkens maar 1 iemand het getal zeggen. De leerkracht zegt “één”, een andere willekeurige leerling zegt “twee” enzoverder. Maar wanneer twee leerlingen hetzelfde getal noemen tegelijkertijd, dan begint het spel weer van één. Dit kan je ook doen met het alfabet. Tussen- doortjes ©Juf Elien Dirigentje Eén leerling gaat de klas uit. Er wordt een dirigent aangewezen. De dirigent klapt een bepaald ritme, de klas doet hem/haar na. Àanneer de dirigent iets verandert aan het ritme, doet de rest van de klas dat ook. De leerling komt terug in de klas. Kan hij/zij ontdekken wie de dirigent is? Variatie: bepaalde geluiden, instrumenten, thema’s,… Tussen- doortjes ©Juf Elien

Transcript of Tussen- doortjes · tussendoortjes Author: Elien van den Bergh Created Date: 3/4/2017 6:30:18 PM...

Oeps, wie telt erDe leerlingen leggen hun hoofd op de bank. Als leerkracht leg je uit dat ze tot 10 moeten tellen, maar er mag telkens maar 1 iemand het getal zeggen. De leerkracht zegt

“één”, een andere willekeurige leerling zegt “twee” enzoverder. Maar wanneer twee leerlingen

hetzelfde getal noemen tegelijkertijd, dan begint het spel weer van één. Dit kan je ook

doen met het alfabet.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

DirigentjeEén leerling gaat de klas uit.

Er wordt een dirigent aangewezen. De dirigent klapt een bepaald ritme, de klas doet

hem/haar na. Àanneer de dirigent iets verandert aan het ritme, doet de rest van de klas

dat ook. De leerling komt terug in de klas. Kan hij/zij ontdekken wie de dirigent is? Variatie: bepaalde geluiden, instrumenten, thema’s,…

Tussen-doortjes

©Juf Elien

PictionaryDe leerkracht geeft aan een leerling de opdracht iets te

tekenen op het bord. Dit kan een voorwerp zijn, een beroep, een

handeling, een persoon, een dier,… De andere leerlingen raden wat die ene leerling aan het tekenen is. Ze steken hun vinger op en de leerkracht duidt de leerlingen aan

die mogen antwoorden.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

MoordenaartjeDe leerlingen gaan in een kring zitten met de ogen toe. De leerkracht duidt één moordenaar en 2 detectives aan. De rest van de leerlingen zijn burgers. Het is de bedoeling dat de moordenaar de leerlingen ‘vermoordt’ door naar hen te knipogen. Àanneer er iemand naar hen knipoogt, gaan ze op de grond

zitten. De 2 detectives moeten zo snel mogelijk raden wie de moordenaar in

het spel is. 1 tikje op de rug = je bent burger; 2 tikjes op de rug = je bent moordenaar; 3 tikjes op de rug = je

bent detective.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Raad de ruimteEén leerling gaat naar buiten. De andere leerlingen kiezen een ruimte waarin zij zich denkbeeldig bevinden. Als de ruimte gekozen is, mag de leerling terug binnenkomen. Hij/zij gaat in het midden van de kring staan met zijn ogen dicht. De andere leerlingen proberen met

geluiden duidelijk te maken in welke ruimte de leerling in het midden zich bevindt. Bijvoorbeeld: luchthaven, oerwoud, stadion, station, concert,

klas, speelplaats,…

Tussen-doortjes

©Juf Elien

GroepsfotoDe leerkracht wijst een fotograaf aan.

Alle andere leerlingen gaan in een bepaalde opstelling bij elkaar staan. De fotograaf bekijkt de groep goed. Nadien

gaat deze even naar buiten. Er wordt iets veranderd aan de opstelling van de groep. Vervolgens komt de fotograaf terug en

deze moet raden wat er veranderd is. De rest van de leerlingen telt tot 10. Als de fotograaf erin slaagt om binnen de 10 seconden te zien wat er veranderd is,

mag hij een (denkbeeldige) foto maken. Is de fotograaf er niet in geslaagd, dan

wordt er een andere fotograaf gekozen.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Levende memoryEén leerling wordt de klas uitgestuurd. Terwijl deze buiten staat te wachten, vormen de rest van de leerlingen paren.

Ze spreken per paar een teken af (bijvoorbeeld tong uitsteken). Alle paren

gaan door elkaar staan (of aan hun banken). De aangeduide persoon die buiten stond komt terug naar binnen en die duidt

twee leerlingen aan uit de klas. Deze twee leerlingen doen elks hun teken. Als hun teken overeen komt, zijn ze een paar en heeft de aangeduide leerling een juist paar gevonden. Zo zoekt de aangeduide

leerling alle paren.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

HiërogliefDe leerlingen staan per twee. De ene schrijft met zijn vinger een

letter, een cijfer of een woord op de rug van de andere leerling. De andere leerling probeert te raden welke letter/cijfer er op zijn rug

wordt geschreven.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Rarara, wie ben ikEén leerling staat vooraan en

sluit de ogen. Een andere leerling gaat voor de leerling vooraan

staan. De leerling vooraan voelt aan de leerling voor hem/haar en probeert te raden wie er voor

hem/haar staat?

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Wat voel jeEen leerling wordt geblinddoekt. Hierna mag een andere leerling

een voorwerp uit het lokaal/koffer die de leerkracht

heeft klaargezet nemen en deze laten voelen aan de geblinddoekte leerlingen. Hij/zij moet raden wat

het voorwerp is.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Rikketikketik, wie ben ikEén leerling wordt geblinddoekt. De leerkracht duidt een andere leerling in de klas aan om “Rikketikketik, wie ben ik?” te roepen. De leerling die

geblinddoekt is probeert aan de hand van de stem te raden om wie het gaat. In de eerste fase laat je de

leerlingen met hun gewone spreekstem praten, maar daarna laat

je ook toe dat ze hun stem vervormen en met allerlei stemmetjes gaan werken.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

BeweegliedjesZing het liedje en beweeg mee!

• Hoofd, schouders, knie en teen• En de krokodil...• OchtendgÁmnastiek – Samson

en Gert • Tsjoe tsjoe wa• Dansen met tante Rita• Bewegen is gezond – kinderen

voor kinderen

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Leerlingen met …De leerkracht zegt: ‘leerlingen

met…’ en dan een actie die moet uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld: Leerlingen met een jeansbroek

tikken hun neus. Enkel de leerlingen met een jeansbroek

aan, mogen dan hun neus tikken. Zo geeft de leerkracht

verschillende opdrachten. Als een leerling een foute opdracht doet, moet hij terug gaan zitten en is

hij er aan.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

OnweerDe leerkracht vertelt dat ze samen met de leerlingen het eens hard gaat laten onweren in je klas. De leerkracht vraagt hoe de leerlingen regen gaan

voorstellen (door te tikken op de bank of op je stoel). De leerkracht vertelt dat het eerst zacht regent en dan

harder begint en harder en harder. De leerlingen tikken eerst zacht op hun stoel en daarna steeds harder en harder. Op het einde is er een

lichtflits en een knal (een knal kan je doen door even op de grond te stampen) en dan wordt het weer

rustig.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

De juf zegt…De leerkracht geeft de leerlingen instructies. De leerlingen mogen deze instructies enkel uitvoeren

wanneer de leerkracht op voorhand zegt: “De juf zegt…”.

Àanneer dit niet zo is, mogen de leerlingen niets doen.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Wolfje, hoe laat is hetDe leerlingen staan aan één zijde van het terrein. In het midden staat één

leerling, de wolf. De leerlingen moeten vragen: “Àolfje hoe laat is het?” De wolf antwoordt met een uur (9u). Dan

moeten de leerlingen dat aantal stappen doen richting de wolf. De

leerlingen blijven vragen hoe laat het is. Àanneer de wolf antwoordt:

“Etenstijd!” draait deze zich om en probeert zoveel mogelijk leerlingen te tikken. De leerling die als eerste getikt

is, wordt dan de wolf.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

De ballonDe leerlingen gaan achter hun

stoel staan. De leerkracht blaast een ballon op. Ze spreken af dat iedereen op zijn/haar plaats blijft

staan. De leerkracht slaat de ballon in de klas. Àanneer de ballon in de richting van een

leerling komt, slaat de leerling op de ballon. De ballon mag de grond

niet raken.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

De tovenaarDe leerkracht duidt één leerling aan. Dat is de tovenaar. De anderen zijn allemaal etalagepoppen in een winkel. Àanneer je muziek hoort, dan komt de tovenaar. Hij

raakt met zijn toverstaf enkele lichaamsdelen van de etalagepoppen aan, die dan beginnen te bewegen. Er kunnen meerdere lichaamsdelen van één pop

bewegen. Als de tovenaar erin geslaagd is de hele etalage in beweging te zetten, brengt hij de lichaamsdelen van de poppen weer tot stilstand door de bewegende

delen terug aan te raken met de toverstok.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

StandbeeldDe leerlingen lopen rond in de klas

op de maat van de muziek. Àanneer de leerkracht de muziek

stopt, worden ze op slag een standbeeld. Als de muziek terug

wordt opgezet, mogen de leerlingen terug door de klas

rondlopen.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand

De leerlingen werken per twee. De ene leerling doet een

beweging, de andere leerling speelt de spiegel. Hij/zij doet dus het spiegelbeeld van de andere

leerling na.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Wie is hetAlle leerlingen staan op hun stoel.

Eén leerling gaat naar buiten terwijl de anderen in de klas 1 leerling

aanduiden. Ze bekijken deze persoon van top tot teen want wanneer de

buiten gestuurde leerling terug binnenkomt, mag deze vragen

stellen. Bijvoorbeeld: Is het een meisje? Als de persoon geen meisje

was, moeten alle meisjes gaan zitten. Zo stelt de binnengekomen

leerling vragen tot hij/zij de aangeduide leerling gevonden heeft.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Doe mij naEén leerling komt vooraan in de klas staan. Het is de bedoeling dat de leerlingen de bewegingen/gekke bekken van de leerling vooraan nadoen. Variatie: De leerlingen moeten het tegengestelde van wat de

leerling vooraan doet, nadoen. Bijvoorbeeld: lachen – huilen, lopen – stappen, staan –liggen, … Àat ook kan: Een leerling voert een handeling uit, bijvoorbeeld opstaan. De andere leerlingen doen dit na. Een tweede leerling doet dit ook, maar voegt er iets aan toe, bijvoorbeeld opstaan en klappen. De andere leerlingen doen dit weer na.

De leerlingen blijven dit doen totdat ze de juiste volgorde niet meer weten.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Slapende beerEén leerling is de slapende beer en ligt bijgevolg te slapen. Deze beer bedenkt voor zichzelf een plaatsje op zijn lichaam. De rest van de groep gaat naar de beer

toe. Ieder om de beurt mag ergens op het lichaam van de

beer duwen. Als de plaats waar de beer aan dacht wordt

geraakt, dan schiet hij/zij wakker en is de persoon die de beer

tikte er aan.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

TelefoontjeDe kinderen staan of zitten in de

kring. De kinderen hebben de handen vast. Eén kind staat in het midden.

Iemand in de kring zegt: ik telefoneer naar (een naam).

Vervolgens wordt de verbinding door het knijpen in

elkaars hand doorgegeven. Wanneerdegene naar wie gebeld wordt een knijpje voelt, roept deze “Tringgg”,voordat degene in het midden van de kring de verbinding verbroken

heeft.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

WoordenkettingDe juffrouw begint met een

samengesteld woord tezeggen, bv.: boekenkast. De eerstvolgende leerling maakteen nieuwe samenstelling die

begint met kast, bv.:kastdeur. De volgende leerling

begint met ‘deur’.Hoeveel woorden kunnen jullie

bedenken?

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Hoe lang duurt 1 minuutJe gaat allemaal met je hoofd op

de bank liggen, metje ogen dicht en je hoofd naar

links gericht. Op het signaal van de juffrouw

gaat de tijd in. Wanneer er volgens jou 1 minuut voorbij is, draai je je hoofd om.Wie kan er de tijd het beste

inschatten?

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Hoger / lager1 leerling gaat vooraan in de klas

staan en noteert eencijfer op de achterkant van het

bord. De andere leerlingen gaan vragen stellen over het cijfer om zo teachterhalen over welk cijfer het

gaat. De klas mag enkel vragen stellen waar je met ‘ja’ of ‘nee’ op kan

antwoorden.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

DierenrijIedereen gaat achter zijn stoel

staan. De eerste leerlingzegt een dier, bijvoorbeeld: giraf.

De volgende leerlingzoekt een dier met de laatste

letter, dus bijvoorbeeldfazant. Zo gaan we opnieuw de

hele klas door.Als je geen dier meer weet, of

een dier dubbel zegt,ben je eraan en ga je terug op

je stoel zitten.

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Kiwi, appel, banaanIedereen gaat op een lange rij staan.

De juffrouw gaatverschillende soorten fruit zeggen. Bij

elke fruitsoort pasteen beweging. Je voert de juiste

beweging zo snel mogelijkuit. Als je een foutje maakt, moet je

terug gaan zitten.• Kiwi: naar voor en terug naar achter

springen• Appel: toertje ronddraaien

• Banaan: naar achter en terug naarvoor springen

Tussen-doortjes

©Juf Elien

Test je geheugenDe juf doet een beweging voor,

bijvoorbeeld: 3 keerspringen. Iedereen doet deze

beweging na. De jufdoet opnieuw een beweging, bijvoorbeeld: 2 keer in de

handen klappen. Iedereen herhaalt deze beweging, maar

begint met het 3 keer springen.We proberen een zo lang mogelijke

bewegingsrij op tebouwen zonder dat we een

beweging vergeten.

Tussen-doortjes

©Juf Elien