Oeps, wie telt erDe leerlingen leggen hun hoofd op de bank. Als leerkracht leg je uit dat ze tot 10 moeten tellen, maar er mag telkens maar 1 iemand het getal zeggen. De leerkracht zegt
“één”, een andere willekeurige leerling zegt “twee” enzoverder. Maar wanneer twee leerlingen
hetzelfde getal noemen tegelijkertijd, dan begint het spel weer van één. Dit kan je ook
doen met het alfabet.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
DirigentjeEén leerling gaat de klas uit.
Er wordt een dirigent aangewezen. De dirigent klapt een bepaald ritme, de klas doet
hem/haar na. Àanneer de dirigent iets verandert aan het ritme, doet de rest van de klas
dat ook. De leerling komt terug in de klas. Kan hij/zij ontdekken wie de dirigent is? Variatie: bepaalde geluiden, instrumenten, thema’s,…
Tussen-doortjes
©Juf Elien
PictionaryDe leerkracht geeft aan een leerling de opdracht iets te
tekenen op het bord. Dit kan een voorwerp zijn, een beroep, een
handeling, een persoon, een dier,… De andere leerlingen raden wat die ene leerling aan het tekenen is. Ze steken hun vinger op en de leerkracht duidt de leerlingen aan
die mogen antwoorden.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
MoordenaartjeDe leerlingen gaan in een kring zitten met de ogen toe. De leerkracht duidt één moordenaar en 2 detectives aan. De rest van de leerlingen zijn burgers. Het is de bedoeling dat de moordenaar de leerlingen ‘vermoordt’ door naar hen te knipogen. Àanneer er iemand naar hen knipoogt, gaan ze op de grond
zitten. De 2 detectives moeten zo snel mogelijk raden wie de moordenaar in
het spel is. 1 tikje op de rug = je bent burger; 2 tikjes op de rug = je bent moordenaar; 3 tikjes op de rug = je
bent detective.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Raad de ruimteEén leerling gaat naar buiten. De andere leerlingen kiezen een ruimte waarin zij zich denkbeeldig bevinden. Als de ruimte gekozen is, mag de leerling terug binnenkomen. Hij/zij gaat in het midden van de kring staan met zijn ogen dicht. De andere leerlingen proberen met
geluiden duidelijk te maken in welke ruimte de leerling in het midden zich bevindt. Bijvoorbeeld: luchthaven, oerwoud, stadion, station, concert,
klas, speelplaats,…
Tussen-doortjes
©Juf Elien
GroepsfotoDe leerkracht wijst een fotograaf aan.
Alle andere leerlingen gaan in een bepaalde opstelling bij elkaar staan. De fotograaf bekijkt de groep goed. Nadien
gaat deze even naar buiten. Er wordt iets veranderd aan de opstelling van de groep. Vervolgens komt de fotograaf terug en
deze moet raden wat er veranderd is. De rest van de leerlingen telt tot 10. Als de fotograaf erin slaagt om binnen de 10 seconden te zien wat er veranderd is,
mag hij een (denkbeeldige) foto maken. Is de fotograaf er niet in geslaagd, dan
wordt er een andere fotograaf gekozen.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Levende memoryEén leerling wordt de klas uitgestuurd. Terwijl deze buiten staat te wachten, vormen de rest van de leerlingen paren.
Ze spreken per paar een teken af (bijvoorbeeld tong uitsteken). Alle paren
gaan door elkaar staan (of aan hun banken). De aangeduide persoon die buiten stond komt terug naar binnen en die duidt
twee leerlingen aan uit de klas. Deze twee leerlingen doen elks hun teken. Als hun teken overeen komt, zijn ze een paar en heeft de aangeduide leerling een juist paar gevonden. Zo zoekt de aangeduide
leerling alle paren.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
HiërogliefDe leerlingen staan per twee. De ene schrijft met zijn vinger een
letter, een cijfer of een woord op de rug van de andere leerling. De andere leerling probeert te raden welke letter/cijfer er op zijn rug
wordt geschreven.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Rarara, wie ben ikEén leerling staat vooraan en
sluit de ogen. Een andere leerling gaat voor de leerling vooraan
staan. De leerling vooraan voelt aan de leerling voor hem/haar en probeert te raden wie er voor
hem/haar staat?
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Wat voel jeEen leerling wordt geblinddoekt. Hierna mag een andere leerling
een voorwerp uit het lokaal/koffer die de leerkracht
heeft klaargezet nemen en deze laten voelen aan de geblinddoekte leerlingen. Hij/zij moet raden wat
het voorwerp is.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Rikketikketik, wie ben ikEén leerling wordt geblinddoekt. De leerkracht duidt een andere leerling in de klas aan om “Rikketikketik, wie ben ik?” te roepen. De leerling die
geblinddoekt is probeert aan de hand van de stem te raden om wie het gaat. In de eerste fase laat je de
leerlingen met hun gewone spreekstem praten, maar daarna laat
je ook toe dat ze hun stem vervormen en met allerlei stemmetjes gaan werken.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
BeweegliedjesZing het liedje en beweeg mee!
• Hoofd, schouders, knie en teen• En de krokodil...• OchtendgÁmnastiek – Samson
en Gert • Tsjoe tsjoe wa• Dansen met tante Rita• Bewegen is gezond – kinderen
voor kinderen
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Leerlingen met …De leerkracht zegt: ‘leerlingen
met…’ en dan een actie die moet uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld: Leerlingen met een jeansbroek
tikken hun neus. Enkel de leerlingen met een jeansbroek
aan, mogen dan hun neus tikken. Zo geeft de leerkracht
verschillende opdrachten. Als een leerling een foute opdracht doet, moet hij terug gaan zitten en is
hij er aan.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
OnweerDe leerkracht vertelt dat ze samen met de leerlingen het eens hard gaat laten onweren in je klas. De leerkracht vraagt hoe de leerlingen regen gaan
voorstellen (door te tikken op de bank of op je stoel). De leerkracht vertelt dat het eerst zacht regent en dan
harder begint en harder en harder. De leerlingen tikken eerst zacht op hun stoel en daarna steeds harder en harder. Op het einde is er een
lichtflits en een knal (een knal kan je doen door even op de grond te stampen) en dan wordt het weer
rustig.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
De juf zegt…De leerkracht geeft de leerlingen instructies. De leerlingen mogen deze instructies enkel uitvoeren
wanneer de leerkracht op voorhand zegt: “De juf zegt…”.
Àanneer dit niet zo is, mogen de leerlingen niets doen.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Wolfje, hoe laat is hetDe leerlingen staan aan één zijde van het terrein. In het midden staat één
leerling, de wolf. De leerlingen moeten vragen: “Àolfje hoe laat is het?” De wolf antwoordt met een uur (9u). Dan
moeten de leerlingen dat aantal stappen doen richting de wolf. De
leerlingen blijven vragen hoe laat het is. Àanneer de wolf antwoordt:
“Etenstijd!” draait deze zich om en probeert zoveel mogelijk leerlingen te tikken. De leerling die als eerste getikt
is, wordt dan de wolf.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
De ballonDe leerlingen gaan achter hun
stoel staan. De leerkracht blaast een ballon op. Ze spreken af dat iedereen op zijn/haar plaats blijft
staan. De leerkracht slaat de ballon in de klas. Àanneer de ballon in de richting van een
leerling komt, slaat de leerling op de ballon. De ballon mag de grond
niet raken.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
De tovenaarDe leerkracht duidt één leerling aan. Dat is de tovenaar. De anderen zijn allemaal etalagepoppen in een winkel. Àanneer je muziek hoort, dan komt de tovenaar. Hij
raakt met zijn toverstaf enkele lichaamsdelen van de etalagepoppen aan, die dan beginnen te bewegen. Er kunnen meerdere lichaamsdelen van één pop
bewegen. Als de tovenaar erin geslaagd is de hele etalage in beweging te zetten, brengt hij de lichaamsdelen van de poppen weer tot stilstand door de bewegende
delen terug aan te raken met de toverstok.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
StandbeeldDe leerlingen lopen rond in de klas
op de maat van de muziek. Àanneer de leerkracht de muziek
stopt, worden ze op slag een standbeeld. Als de muziek terug
wordt opgezet, mogen de leerlingen terug door de klas
rondlopen.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
De leerlingen werken per twee. De ene leerling doet een
beweging, de andere leerling speelt de spiegel. Hij/zij doet dus het spiegelbeeld van de andere
leerling na.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Wie is hetAlle leerlingen staan op hun stoel.
Eén leerling gaat naar buiten terwijl de anderen in de klas 1 leerling
aanduiden. Ze bekijken deze persoon van top tot teen want wanneer de
buiten gestuurde leerling terug binnenkomt, mag deze vragen
stellen. Bijvoorbeeld: Is het een meisje? Als de persoon geen meisje
was, moeten alle meisjes gaan zitten. Zo stelt de binnengekomen
leerling vragen tot hij/zij de aangeduide leerling gevonden heeft.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Doe mij naEén leerling komt vooraan in de klas staan. Het is de bedoeling dat de leerlingen de bewegingen/gekke bekken van de leerling vooraan nadoen. Variatie: De leerlingen moeten het tegengestelde van wat de
leerling vooraan doet, nadoen. Bijvoorbeeld: lachen – huilen, lopen – stappen, staan –liggen, … Àat ook kan: Een leerling voert een handeling uit, bijvoorbeeld opstaan. De andere leerlingen doen dit na. Een tweede leerling doet dit ook, maar voegt er iets aan toe, bijvoorbeeld opstaan en klappen. De andere leerlingen doen dit weer na.
De leerlingen blijven dit doen totdat ze de juiste volgorde niet meer weten.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Slapende beerEén leerling is de slapende beer en ligt bijgevolg te slapen. Deze beer bedenkt voor zichzelf een plaatsje op zijn lichaam. De rest van de groep gaat naar de beer
toe. Ieder om de beurt mag ergens op het lichaam van de
beer duwen. Als de plaats waar de beer aan dacht wordt
geraakt, dan schiet hij/zij wakker en is de persoon die de beer
tikte er aan.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
TelefoontjeDe kinderen staan of zitten in de
kring. De kinderen hebben de handen vast. Eén kind staat in het midden.
Iemand in de kring zegt: ik telefoneer naar (een naam).
Vervolgens wordt de verbinding door het knijpen in
elkaars hand doorgegeven. Wanneerdegene naar wie gebeld wordt een knijpje voelt, roept deze “Tringgg”,voordat degene in het midden van de kring de verbinding verbroken
heeft.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
WoordenkettingDe juffrouw begint met een
samengesteld woord tezeggen, bv.: boekenkast. De eerstvolgende leerling maakteen nieuwe samenstelling die
begint met kast, bv.:kastdeur. De volgende leerling
begint met ‘deur’.Hoeveel woorden kunnen jullie
bedenken?
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Hoe lang duurt 1 minuutJe gaat allemaal met je hoofd op
de bank liggen, metje ogen dicht en je hoofd naar
links gericht. Op het signaal van de juffrouw
gaat de tijd in. Wanneer er volgens jou 1 minuut voorbij is, draai je je hoofd om.Wie kan er de tijd het beste
inschatten?
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Hoger / lager1 leerling gaat vooraan in de klas
staan en noteert eencijfer op de achterkant van het
bord. De andere leerlingen gaan vragen stellen over het cijfer om zo teachterhalen over welk cijfer het
gaat. De klas mag enkel vragen stellen waar je met ‘ja’ of ‘nee’ op kan
antwoorden.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
DierenrijIedereen gaat achter zijn stoel
staan. De eerste leerlingzegt een dier, bijvoorbeeld: giraf.
De volgende leerlingzoekt een dier met de laatste
letter, dus bijvoorbeeldfazant. Zo gaan we opnieuw de
hele klas door.Als je geen dier meer weet, of
een dier dubbel zegt,ben je eraan en ga je terug op
je stoel zitten.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Kiwi, appel, banaanIedereen gaat op een lange rij staan.
De juffrouw gaatverschillende soorten fruit zeggen. Bij
elke fruitsoort pasteen beweging. Je voert de juiste
beweging zo snel mogelijkuit. Als je een foutje maakt, moet je
terug gaan zitten.• Kiwi: naar voor en terug naar achter
springen• Appel: toertje ronddraaien
• Banaan: naar achter en terug naarvoor springen
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Test je geheugenDe juf doet een beweging voor,
bijvoorbeeld: 3 keerspringen. Iedereen doet deze
beweging na. De jufdoet opnieuw een beweging, bijvoorbeeld: 2 keer in de
handen klappen. Iedereen herhaalt deze beweging, maar
begint met het 3 keer springen.We proberen een zo lang mogelijke
bewegingsrij op tebouwen zonder dat we een
beweging vergeten.
Tussen-doortjes
©Juf Elien
Top Related