TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS...

26
VOOR RELATIES VAN UWV OKTOBER 2012 TROUW & GEMOTIVEERD SARAH OKOJIE, leerlinge van De Hoge Brug in Rotterdam OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS WILLEN WERK

Transcript of TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS...

Page 1: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

V O O R R E L A T I E S V A N U W V � O K T O B E R 2 0 1 2

TROUW & GEMOTIVEERD

SARAH OKOJIE, leerlinge van De Hoge Brug in Rotterdam

OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS WILLEN WERK

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 1 01-10-12 09:38

Page 2: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 3

22 IN HEEL EUROPA Ria Oomen-Ruijten (1950) raakte als geboren en

getogen Limburgse vroeg vertrouwd met het

thema arbeidsmigratie. En met de zegeningen

ervan. ‘Aan het principe van het vrije verkeer

mag niet getornd worden, nooit, onder geen

enkele omstandigheid.’

25 DE SLAG OM HET ONTSLAG Onder het nieuwe kabinet zal het

ontslagstelsel hoe dan ook op de schop gaan.

Een fl exibeler stelsel zal de dynamiek op de

arbeidsmarkt moeten bevorderen en daarmee

een impuls moeten geven aan de

arbeidsproductiviteit. Maar is dat ook echt zo?

2828 GEEN BRUG TE HOOG Om zo veel mogelijk jongeren met een

beperking aan werk te helpen, moeten

onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar

aansluiten. Op De Hoge Brug in Rotterdam, een

school voor jongeren met een verstandelijke

beperking, wordt daar hard aan gewerkt, ook

door UWV.

33 BEROEPSGEHEIM VERSUS HANDHAVINGHet medisch beroepsgeheim kan een twee-

snijdend zwaard worden. Aan de ene kant

waarborgt het de vrijheid van spreken van de

patiënt, maar aan de andere kant kan het de

handhaving ernstig bemoeilijken.

En verderNieuws 4

Stephan Sanders 15

ICT bij UWV 16

Kennisdossier 20

Econoom Pieter Gautier 36

EENVOUD IS HET KENMERK…Een tijdje geleden sprak David van Reybrouck –Vlaams wetenschapper, auteur van het boek Congo en initiatief-nemer van de G1000 – op een congresmiddag, georgani-seerd door de Nationale ombudsman. Hij verwondert zich over Nederland, waar de overheid de ‘burger’ sinds de jaren negentig van de vorige eeuw als ‘klant’ is gaan beschouwen. De discussie over de burger als klant voerde ik ook als lid van de gemeenteraad van Den Haag in – inderdaad – de jaren negentig. Ik vond – en vind nog steeds – de ‘klant’benadering te eng: de burger is veel meer dan dat. Inwoner, geïnteresseerde in (ten minste) zijn woonom-geving, betaler en gebruiker van gemeentelijke voorzienin-gen, ‘samenlever’, leverancier van beleidssuggesties – noem maar op. De keerzijde van deze zienswijze is dat de verwachtingen van ‘de burger’ in het doen en laten van de gemeente sky high worden opgeschroefd omdat hij overal over mee mag praten. Dat kan dus gemakkelijk tot teleur-stellingen leiden. Je zou kunnen opmerken dat het veel gemakkelijker is om de burger te beschouwen als klant: dat veronderstelt geen inspraak en aan de dienstverlening zit dan een duidelijk begin en een eind. Dat tempert verwach-tingen.Tja, zo kun je er ook tegen aankijken – maar het is niet mijn zienswijze. Ik vind dat de burger recht heeft op méér.Nu is UWV geen gemeente, maar de klant/burgerdiscussie wordt ook gevoerd in onze organisatie. De beste bijdrage die ik hoorde, was een paar weken geleden van een mede-werker op een van onze kantoren in het land: ‘Klant of burger maakt me niet zo veel uit. Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen we ons werk uitleggen aan de mensen die aan de telefoon of op het Werkplein komen.’In deze periode van formeren en informeren vind ik die uit-spraak treffend. De volwassen burger kan toe met minder en eenvoudiger regels. En UWV wordt daar ook heel blij van.

Bruno Bruins, bestuursvoorzitter UWV

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 3 01-10-12 09:39

2 � UWVMAGAZINE2 � UWVMAGAZINE

� KLAAR OM

TE WERKEN

Praktijkonderwijs leidt op

tot zelfstandigheid, niet

voor een diploma.

Intensief begeleide stages

bereiden de kinderen in de

bovenbouw voor op de

arbeidsmarkt. Rick

Grobben, Rick van Driel,

Danique Smit en Jochem

Klijn verwachten daar heel

veel van, en zijn er dan ook

helemaal klaar voor

(pagina 11, 20, 21 en 40).

22

20

6 X = 50+De werkloosheid onder Nederlandse jongeren

is het laatste jaar enorm gestegen. Maar voor

een tweede verloren generatie ‘X’ hoeven we

niet te vrezen. Als er al een generatie verloren

dreigt te gaan, is dat die van de 50-plussers:

hun herintreding is tot bijna nul gedaald...

12 ARBEID EN ZELFRESPECTWie geen respect krijgt, verliest zijn

zelfrespect. Veel werklozen ondervinden dat.

Zeker als ze, in weerwil van al hun diploma’s

en hun werkervaring, keer op keer worden

afgewezen bij sollicitaties. Sociologe Judith

Elshout weet er alles van – uit hoofde van haar

onderzoek.6

COLOFON UWVMagazine voor relaties van Uitvoeringsinstituut

Werknemersverzekeringen (UWV) oktober 2012. Verschijnt 4 x per jaar

Realisatie: vdbj_, Postbus 215, 2060 AE Bloemendaal www.vdbj.nl,

[email protected] Hoofdredactie: Kees Diamant Redactioneel

management: Fennie Pruim Mailadres redactie: [email protected]

Eindredactie: Mirjam van Immerzeel en Jacques Poell Vormgeving: Marc

van Meurs Aan dit nummer werkten mee: Jan van Breda, Kay Coenen,

Conciso, Corbino.nl, DutchPhotography.nl, Gert Hage, Erik Kriek, Tessa

Posthuma de Boer, Martyn F. Overweel, Egbert Jan Riethof, Peter

Rijnsburger, Stephan Sanders, Elise Schouten, Aleid Truijens, Arie Vreeburg,

Menno de Vries, Martin Waalboer, Frank van Wijck Correctie: Annette en

Rien van der Snoek Lithografie: Grafimedia, Amsterdam

Drukwerk: Atlas, Soest Adreswijzigingen s.v.p. sturen naar: UWV,

Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam onder vermelding van: adreswijziging

UWV Magazine. Het is alleen toegestaan artikelen uit UWV Magazine – geheel

of gedeeltelijk – over te nemen na toestemming van de redactie

12

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 2 02-10-12 15:12

Page 3: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 5

KORT NIEUWS VAN UWV

35 ARBEIDSMARKTREGIO’S UWV en gemeenten gaan de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden

organiseren vanuit 35 arbeidsmarktregio’s. Zij richten zich hierbij vooral op gezamenlijke

dienstverlening aan werkgevers en op de bemiddeling van werkzoekenden met een

achterstandspositie op de arbeidsmarkt, zoals arbeidsgehandicapten, ouderen en

bijstandsgerechtigden.

De arbeidsmarktregio’s krijgen één loket waar werkgevers terechtkunnen voor

informatie, advies en expertise. Ook worden vacatures en gegevens van werkzoekenden

in één systeem geregistreerd. Verder zal er nauwer worden samengewerkt op het

gebied van regionale arbeidsmarktinformatie. De divisie WERKbedrijf van UWV gaat de

35 arbeidsmarktregio’s bedienen vanuit dertig vestigingen. Met de gemeenten van de

arbeidsmarktregio’s waar geen vestiging is, wordt overlegd over de wijze waarop de

gezamenlijke dienstverlening vorm zal krijgen.

LEREN OP DE WERKVLOEROnlangs hebben UWV Klant & Service/

Klantencontact en het kenniscentrum beroeps-

onderwijs bedrijfsleven ECABO een samenwer-

kingsovereenkomst ondertekend over leren op

de werkvloer. UWV Klant & Service/

Klantencontact is verantwoordelijk voor een

goede begeleiding op die vloer. ECABO verzorgt

desgewenst trainingen voor de praktijkoplei-

ders en adviseert en ondersteunt UWV bij het

verder ontwikkelen van het opleidingsbeleid.

UWV wil het intern opleiden van medewer-

kers die een mbo-opleiding volgen verder pro-

fessionaliseren. De gemaakte afspraken gelden

voor zes UWV-vestigingen verspreid over

Nederland. Deze vestigingen zijn nu in één keer

erkend als leerbedrijf. Dat wil zeggen dat ze

mensen mogen opleiden voor de mbo-opleiding

‘Contactcenter medewerker’ of ‘Contactcenter

teamleider’. Het gaat om medewerkers die bij

UWV werken en leren combineren. Ze werken zo

doelgericht naar een mbo-diploma toe en staan

daarmee sterker binnen het bedrijf én op de

arbeidsmarkt. Het aanbieden van leer-werktra-

jecten draagt eraan bij dat mensen UWV als een

aantrekkelijke werkgever zien.

Leren op de werkvloer is in het beroepsonder-

wijs een essentieel onderdeel van de opleiding.

Mbo’ers in opleiding mogen niet zomaar het

praktijkdeel van hun mbo-studie doen bij het

eerste het beste bedrijf: het moet erkend zijn als

leerbedrijf. Dat biedt garanties voor een kwalita-

tief goed traject en een goede begeleiding.

Succes voor ParalympiërsDe veertiende Paralympische Zomerspelen, afgelopen zomer in Londen, waren voor

Nederland zeer succesvol. In totaal sleepte de Oranje-ploeg 39 medailles in de wacht:

10 gouden, 10 zilveren en 19 bronzen. De sporters die we in het vorige nummer van UWV

Magazine portretteerden, hadden een groot aandeel in die oogst. Zwemster Mirjam de

Koning won goud en brons; ruiter Frank Hosmar twee keer brons; en atlete Marlou ‘Blade

Babe’ van Rhijn (foto) goud en zilver. Zitvolleybalster Elvira Stinissen haalde met haar team

de halve finales en eindigde bijzonder eervol als vierde. UWV Magazine feliciteert ze alle

vier van harte met hun fantastische prestaties.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 5 01-10-12 09:39

4 � UWVMAGAZINE4 � UWVMAGAZINE

UWV in cijfers*

het aantal door UWV behandelde

ontslagaanvragen in 2011.

UWV behandelt jaarlijks bijna twee keer zo veel ontslagzaken als de kantonrechter. Bijna

80% van de aanvragen wordt binnen zes weken afgehandeld. Wijze van afhandeling: verleend

59%, niet verleend/geweigerd 8%, ingetrokken aanvraag 16%, niet in behandeling

genomen vanwege onvolledigheid aanvraag 17%. Ontslagvergunningsprocedure UWV naar

ontslaggrond: bedrijfseconomische reden 81%, arbeidsongeschiktheid 13%, overig 6%.

36.800 =

* Het aan het werk helpen van 271.400 mensen

* Het maandelijks verstrekken van uitkeringen aan 1.237.000 uitkeringsgerechtigden

* De telefonische afhandeling van 7.700.000 klantvragen

* Het sociaal-medisch (her)beoordelen van 100.000 mensen

* Het afhandelen van 9.100 klachten (een reductie van 1449 ten opzichte van 2010)

* Het vaststellen van 45.000 overtredingen van de inlichtingenplicht

* Het terugvorderen van € 64 miljoen

* Cijfers over 2011

ÉÉN MERK, ÉÉN LOGO UWV presenteert zich vanaf 1 januari 2013 onder één merk en logo, namelijk als UWV.

Hiermee vervalt de merknaam UWV WERKbedrijf. Daardoor is het voor iedereen duide-

lijk dat er één aanspreekpunt is voor de dienstverlening, namelijk UWV. Een van de

gevolgen hiervan is dat het logo van het WERKbedrijf per 1 januari 2013 wordt vervan-

gen door het UWV-logo. Het WERKbedrijf zal vanaf 2013 opereren als een interne divisie

van UWV. UWV wil hiermee duidelijker maken dat UWV één organisatie is waarin alle

dienstverlening van de organisatie – werk, uitkeren, sociaal-medisch beoordelen en

gegevensdiensten – samen is gebracht. Ook voor de klant is het dan duidelijk dat hij of

zij met één organisatie te maken heeft.

Geen spook-burgers meer Als gevolg van een aanpassing in wet- en

regelgeving moet UWV adresgegevens

beschikbaar stellen aan gemeenten.

Vanaf 1 juli 2013 krijgen gemeenten de

mogelijkheid om in de Polisadministratie

te kijken. Reden voor de aanpassing is de

kwestie rond de zogenaamde ‘spookbur-

gers’ die vorig jaar speelde (zie ook UWV

Magazine januari 2012) . In de Polisadmi-

nistratie van UWV kwamen personen

voor die niet waren opgenomen in de

administraties van gemeenten (de GBA).

Vaak was hiervoor een goede reden. In

een aantal gevallen echter niet en het

leek erop dat gemeentelijke belastingen

ontdoken werden.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 4 01-10-12 09:39

Page 4: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 7

De crisis ging deze zomer het vijfde jaar in.

Wat in 2007 begon als een probleem op de

Amerikaanse huizenmarkt, is ontaard in

een eurocrisis van ongekende omvang.

Zoals bij iedere herdenking blikten ook nu

tal van kranten uitgebreid terug op dit ‘jubileum’. De

toon was somber. In de eerste jaren na het uitbreken

van de financiële crisis bleven de gevolgen voor bedrij-

ven en arbeidsmarkt beperkt. Grote saneringen bleven

uit omdat bedrijven over voldoende financiële midde-

len beschikten en omdat de overheid maatregelen trof

die massale werkloosheid voorkwamen. Zoals de invoe-

ring van de deeltijd-WW, waarvan op het hoogtepunt

zo’n 40.000 mensen gebruik hebben gemaakt. Ook de

inrichting van de mobiliteitscentra door UWV bewees

haar nut. De werkloosheid in Nederland bleef in de

jaren 2008 en 2009, mede door deze maatregelen, onder

de vijf procent en daarmee onderscheidde ons land

zich gunstig ten opzichte van de andere EU-landen.

Maar naarmate de crisis langer duurt, worden de gevol-

gen ook bij ons ingrijpender. Het aantal faillissementen

De nieuwe verloren generatie

X=50+TEKST GERT HAGE ILLUSTRATIES ERIK KRIEK

De werkloosheid onder Nederlandse jongeren is het

laatste jaar met meer dan 50 procent gestegen.

Maar voor een tweede verloren generatie ‘X’

hoeven we niet te vrezen, stellen drie deskundigen

ons gerust. Als er al een generatie verloren

dreigt te gaan, is dat die van de 50-plussers: hun

herintreding is tot bijna nul gedaald...

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 7 01-10-12 09:39

6 � UWVMAGAZINE

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 6 01-10-12 09:39

Page 5: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 9

sen arbeidsmarkt en opleiding. Jongeren hebben het

afgelopen decennium massaal gekozen voor economi-

sche opleidingen. Ze wilden manager worden of iets als

communicatieadviseur, in ieder geval geen leraar, mon-

teur of verpleger. Laat dat net de beroepen zijn waar

straks vraag naar is, terwijl ik een afname voorzie van

bureaufuncties.’

Het dichten van de kloof tussen vraag en aanbod vereist

een mentaliteitsverandering onder jongeren. Hun

beeld van de leraar, de monteur en de verpleger moet

worden bijgesteld. Verheggen: ‘Die beroepen moeten

interessanter gemaakt worden. Dat kan deels door een

betere beloning, maar zeker zo belangrijk is het verbe-

teren van het imago. Daarin is een rol weggelegd voor

UWV, overheid en de bedrijven zelf. Ga de scholen langs

en vertel wat een baan in de weg- en waterbouw of in

een ziekenhuis inhoudt, maak het aantrekkelijk, laat

zien dat er meer dan genoeg interessante functies zijn

in de sectoren waar straks vraag is naar arbeid. En doe

het nu, we kunnen het ons als samenleving niet langer

permitteren achterover te leunen in de hoop dat het

vanzelf goed komt. We kunnen de move nog maken, het

zelfnavigerend vermogen van jongeren is daar groot

genoeg voor.’

Anders ligt dat voor oudere werknemers, voorziet

Verheggen. ‘Als je al kunt spreken van een verloren

generatie, gaat dat eerder op voor de vijftigers die tij-

dens deze crisis hun baan verliezen. Zij missen het ver-

mogen snel te reageren op een arbeidsmarkt die steeds

hogere eisen stelt en waar de veranderingen zich in

hoog tempo voltrekken. Het is lastig voor hen om aan-

gehaakt te blijven aan de samenleving. Het zal forse

inspanningen vereisen om deze groep weer aan het

werk te krijgen.’

Skills up-to-date Ruud Muffels, hoogleraar Arbeidsmarkt en Sociale

Zekerheid aan de Universiteit van Tilburg, constateert

dat ROC’s (regionale opleidingscentra) in toenemende

mate moeite hebben om jongeren af te leveren die vol-

doen aan de eisen van werkgevers. ‘Werkgevers vragen

om schoolverlaters met veel hogere startkwalificaties �

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 9 01-10-12 09:39

8 � UWVMAGAZINE

neemt toe, evenals het aantal ontslagaanvragen, al is

het niveau nog wel lager dan in 2009. De bodem van de

bedrijfskassen raakt in zicht, de rek is eruit. Niet alleen

bij conjunctuurgevoelige sectoren als de bouwnijver-

heid en de industrie, maar ook bij de zakelijke en finan-

ciële dienstverleners. Zo kondigde Rabobank afgelopen

juli een reorganisatie aan waarbij tussen de 1750 en

3500 banen zullen verdwijnen. KPN is van plan om 5000

banen te schrappen, Philips 4500. En dat is nog maar

een greep uit de onheilstijdingen. Pas nu, vijf jaar na

dato, laat de recessie zich goed voelen op de arbeids-

markt. Dat is terug te zien in het werkloosheidscijfer

dat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek in

juli opgelopen was tot 510.000 mensen, ofwel 6,5 pro-

cent van de beroepsbevolking. Dat is nog altijd bedui-

dend lager dan het Europees gemiddelde, dat net boven

de tien procent ligt, maar het feit dat voor het eerst

sinds 1996 het aantal werklozen in Nederland het half

miljoen overschrijdt, is reden tot zorg.

Zoals bij elke crisis zijn vooral jongeren de dupe, vooral

de laagopgeleiden onder hen, maar ook voor hbo’ers en

academici is de arbeidsmarkt aanzienlijk verslechterd.

In een enkel krantenartikel werd al zorgelijk gerept

over de dreiging van een ‘verloren generatie’, een

nieuwe ‘Generatie X’, zoals de jonge slachtoffers van de

crisis in de jaren tachtig worden genoemd.

Jaren tachtig Aan André Timmermans, directeur UWV WERKbedrijf,

zijn zulke doemscenario’s niet besteed. ‘Natuurlijk zijn

er zwartgallige beschouwingen over de arbeidsmarkt,

maar de vergelijking met de jaren tachtig gaat absoluut

niet op. De situatie is nu wezenlijk anders. In die jaren

kwamen grote groepen jongeren de arbeidsmarkt op,

terwijl de uitstroom gering was. De groepen die nu toe-

treden, zijn veel geringer van omvang en de uitstroom

is vele malen groter nu de babyboomers massaal met

pensioen gaan. Ik geloof absoluut niet in het ontstaan

van een nieuwe, kansloze generatie.’ Tenminste – zo

waarschuwt Timmermans – als voorkomen kan wor-

den dat jongeren te lang buiten de arbeidsmarkt blij-

ven. ‘Dat bemoeilijkt de terugkeer naar werk. Jongeren

moeten werkfit blijven. Het is aan de politiek om hier-

voor de juiste middelen in te zetten.’

Er is nog een ander, niet te onderschatten verschil, ver-

volgt Timmermans. In de jaren tachtig stond de Sociale

Dienst bij wijze van spreken al te wachten bij de poor-

ten van de scholen en universiteiten om schoolverla-

ters een uitkering te geven. Niet alleen zijn de regels om

in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering

fors aangescherpt, er is ook vrijwel geen jongere meer

die geen baan(tje) heeft gehad tijdens zijn studie.

Timmermans: ‘Jongeren die niet direct een baan vinden

die aansluit bij hun opleidingsniveau, blijven hangen

in hun studentenbaantje en kijken ondertussen om

zich heen. Ja, dat is een vorm van verdringing, al die jon-

geren met deeltijdbanen. Verdringing is van alle tijden,

het is wezenlijk onderdeel van de arbeidsmarkt.

Jongeren verdringen ouderen, hoogopgeleiden verdrin-

gen laagopgeleiden, de arbeidsmarkt is een en al ver-

dringing, zeker een markt als de huidige waarin de

werkgevers het voor het kiezen hebben.’

Het wordt pas een probleem als grote groepen lang-

durig aan de kant komen te staan als gevolg van die ver-

dringing, aldus Timmermans. ‘Dat effect zien we nu wel

degelijk, maar lang niet in de omvang als in de jaren

tachtig. Het zijn nu vooral de ouderen en mensen met

een arbeidshandicap die langdurig aan de zijlijn drei-

gen te blijven staan. Daar focussen wij ons als UWV dan

ook nadrukkelijk op.’

Kloof tussen vraag en aanbodHoewel een rasechte Generatie X’er is Pieter Paul

Verheggen goed terechtgekomen, net zoals trouwens

de meesten van zijn generatie. De psycholoog werd

marktonderzoeker en is sinds 2009 algemeen directeur

van het bureau Motivaction, dat onder meer onderzoek

doet naar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Evenmin als Timmermans gelooft hij in het fenomeen

van een nieuwe ‘verloren generatie’ die op komst zou

zijn. Verheggen: ‘De jongeren van nu zijn zelfbewust,

flexibel en ondernemend. Ze zijn gewend aan vernieu-

wing en verandering. Ze vinden hun weg wel, zij het

vanwege de crisis nu iets moeizamer.’

Als er iets is wat hem wél zorgen baart, is het de mis-

match tussen opleiding en de toekomstige vraag van de

arbeidsmarkt. ‘Vanochtend las ik in de krant het bericht

dat de Nederlandse Spoorwegen de komende jaren dui-

zenden nieuwe mensen zoekt, onder wie machinisten

en monteurs. De NS-bedrijfsschool die in 1998 werd

gesloten, wordt daarom weer nieuw leven in geblazen

– de reguliere opleidingen leveren onvoldoende

geschikte werknemers af. Meer bedrijven overwegen

een dergelijke stap. Het is illustratief voor de frictie tus-

André Timmermans: ‘Ik geloof absoluut niet in het ontstaan van

een nieuwe, kansloze generatie’

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 8 01-10-12 09:39

Page 6: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 11

RICK GROBBEN16 jaarPraktijkschool Maxx in Neede

‘Hier bij Maxx zit ik op mijn plek, ik doe nu Metaal en Voertuigen. Ik loop stage bij een geitenboer, daar zijn we schuren aan het bouwen, dat vind ik mooi. En ik heb ook al een baantje bij de buurman, die heeft koeien. Mijn baantjes zijn na school, op de vrije middagen en ook wel in het weekend. Als ik over een jaar van school kom, wil ik certificaten halen, en rijbewijzen en dan als het kan op mijn 20ste een baan bij een loonbedrijf, dat heb ik altijd gewild, ik vind het mooi om buiten te zijn. En dan veel op de trekker rijden. Trekkerwerk vind ik altijd mooi.’ Zie ook pagina 20-21-40 M

AR

TIN

WA

ALB

OE

R

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 11 01-10-12 09:40

10 � UWVMAGAZINE

dan de scholen kunnen afleveren. En hebben ze het ver-

eiste niveau wel, dan sluiten kennis en vaardigheden

vaak niet aan op waar werkgevers behoefte aan heb-

ben. De ROC’s zouden er goed aan doen hun opleidin-

gen anders te organiseren en veel meer gezamenlijk op

te trekken met werkgevers uit de regio.’

Een en ander leidt tot een zekere mate van verdringing

op de arbeidsmarkt, constateert Muffels. ‘Dat gebeurt

van hoog naar laag. Hbo’ers nemen de banen in van

mbo’ers. Die laatsten krijgen nu de baan die eigenlijk

vervuld zou moeten worden door een ROC’er. Als dan

ook het ongeschoolde werk nog eens wordt gedaan

door werknemers uit Oost-Europa, kan dat tot gevolg

hebben dat onze laaggeschoolden veroordeeld worden

tot een plek aan de zijlijn van de arbeidsmarkt. Of – en

dat zie je in toenemende mate gebeuren – ze hobbelen

van de ene laagwaardige flexbaan naar de andere, zon-

der perspectief op een carrière of meer zekerheid. De

doorstroming naar reguliere banen stagneert.’

Toch is het nog te vroeg om te spreken van een verloren

generatie, want uiteindelijk lukt het hun nog wel om

een baan te vinden, verwacht Muffels, zeker als over

enkele jaren de arbeidsmarkt weer aantrekt. Dat geldt

ook voor hoogopgeleiden die naarmate de crisis langer

duurt ook steeds moeilijker een passende baan weten

te vinden. Muffels: ‘Ze blijven wat langer in hun studen-

tenbaantje hangen en maken daarin dan maar een

soort van carrière – van ober tot bedrijfsleider in een

café bijvoorbeeld. Maar hoe langer dat duurt, hoe meer

hun menselijk kapitaal veroudert, met als gevaar dat als

er weer meer vraag komt naar hoogopgeleiden, de

banen voor lager opgeleiden dan worden ingenomen

door net afgestudeerden.’

Naar een vraagmarkt Hij heeft maar één advies voor jongeren die nu aan

de kant staan: houd je skills up-to-date. ‘Daarin ligt

ook een taak voor de overheid’, stelt Muffels. ‘Er moet

worden geïnvesteerd in scholing om deze jongeren

niet nog verder te vervreemden van de arbeidsmarkt

en ze moeten de kans krijgen werkervaring op te

bouwen.’ Dat laatste gaat eveneens op voor ouderen,

vervolgt hij. ‘De herintreding van vijftigplussers is tot

bijna nul gedaald. Uit armoede worden ze maar zzp’er

of accepteren ze allerlei tijdelijke baantjes. Dat zul

je steeds vaker zien. De vaste baan is op zijn retour.

Spanje, Polen en Nederland zijn de landen waar de

flexibilisering van de arbeidsmarkt het hardst gaat – te

hard wat mij betreft. Mobiliteit is prima, maar alleen

als er perspectief is op een zekere opwaartse carrière

en/of op een baan met meer zekerheid.’

Aan een voorspelling wanneer de economie weer aan-

trekt, waagt geen econoom zich nog. Daarvoor is de

situatie op de financiële markten te onzeker. Minder

gewaagd is de constatering dat de arbeidsmarkt bin-

nen nu en afzienbare tijd van een aanbodmarkt in een

vraagmarkt zal veranderen. Een deel van de proble-

men, zoals verdringing en hoge jeugdwerkloosheid,

waarmee de arbeidsmarkt nu kampt, zal zich dan van-

zelf oplossen. ‘Het uitgangspunt is altijd: laat de

arbeidsmarkt zijn werk doen. Bij die arbeidsmarkt

hoort verdringing, het is inherent aan het selectiepro-

ces van de werkgever. De overheid moet zich concen-

treren op die mensen die als gevolg van het verdrin-

gingsproces langdurig aan de kant komen te staan’,

zegt UWV’er André Timmermans. Ondanks de snel

oplopende jeugdwerkloosheid – in juli 2012 was het

aantal WW-uitkeringen aan jongeren 54% hoger dan

het jaar daarvoor – is het niet deze groep waarover

Timmermans zich de grootste zorgen maakt. ‘Als je

kijkt naar de arbeidsmarktprognose is er weinig reden

om aan te nemen dat een grote groep jongeren echt

kansloos is. We zijn nog steeds het land met de laagste

jeugdwerkloosheid. Zaak is dat jongeren zich blijven

ontwikkelen. Loop stage, volg cursussen, kortom; ver-

rijk je cv. Je laat dan een potentiële werkgever zien dat

je initiatief toont en niet bij de pakken neerzit. Het

slechtste wat je als jongere kunt doen, is wachten tot

die ene baan voorbij komt.’

Dat ligt anders voor ouderen en arbeidsgehandicapten,

aldus Timmermans. ‘Die hebben grote moeite om aan

de slag te komen, ook al slagen we er steeds beter in om

arbeidsgehandicapten in te zetten. Werkgevers zijn

weinig geneigd om ouderen aan te nemen. We zullen

daar flink wat energie in moeten stoppen en via

gerichte maatregelen moeten zien te voorkomen dat zij

definitief buiten de boot vallen. Een instrument als

social return – waarbij de eis wordt gesteld dat bij het

uitvoeren van opdrachten ook mensen met een afstand

tot de arbeidsmarkt worden ingezet – kan daarbij

behulpzaam zijn, zoals ook bepaalde fiscale maatrege-

len en het opzetten van scholingstrajecten. Het is aan

de politiek om te besluiten of en welke maatregelen

worden ingezet.’ �

Ruud Muffels: ‘Mobiliteit is prima, maar alleen als er perspectief is

op een zekere opwaartse carrière’

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 10 02-10-12 15:36

Page 7: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 13

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 13 01-10-12 09:40

12 � UWVMAGAZINE

Voor de dertigste keer lezen dat je ‘niet in

het functieprofiel past’. Of helemaal geen

antwoord krijgen op je sollicitatiebrief.

Met twee universitaire masters op zak ont-

slagen worden in een goede baan, en geen

nieuwe vinden. Jarenlange praktijkervaring hebben

maar geen diploma’s, waardoor je nergens wordt aange-

nomen. De werklozen die socioloog Judith Elshout

interviewt voor haar proefschrift Zelfrespect in een

meritocratiserende samenleving verschillen in achter-

grond, leeftijd en opleiding, maar ze hebben één ding

gemeen: het kost moeite om het vertrouwen dat het

goed komt niet te verliezen.

Ratrace ‘Het is net als in een liefdesrelatie’, zegt Elshout (30).

‘Eén keer afgewezen worden, dat trek je nog wel, maar

bij de tiende keer ga je aan jezelf twijfelen. Je moet

jezelf opnieuw definiëren. Werk bepaalt de identiteit,

en als je geen werk meer hebt, bén je niks. Mensen zeg-

gen, als ze zich voorstellen, meteen: “Ik ben accountant”

of “Ik ben leraar”. Eerder dan: “Ik ben vader.” Terwijl dat

laatste waarschijnlijk ook voor hen belangrijker is.

Zonder werk ben je nutteloos, waardeloos. Althans, in

de ogen van anderen. Althans, dat dénken veel werklo-

zen. Het gevaar bestaat dat ze die gedachte verinnerlij-

ken en concluderen: ik heb gefaald.’

Dat verlies aan zelfrespect heeft volgens Elshout alles

te maken met de heersende waarden in onze ‘merito-

cratische samenleving’, vrij vertaald: onze ‘verdiensten-

maatschappij’. Niet langer bepaalt afkomst waar je

terechtkomt op de maatschappelijke ladder, maar

diploma’s en inzet. Stijgen op eigen kracht. Dat merito-

cratische ideaal heeft prachtige kanten, zegt ze:

‘Iedereen heeft gelijke kansen, je hoeft niet in het

milieu van je jeugd te blijven hangen. Maar het is ook

keihard. Alles draait om prestaties en competitie. Als je

succes hebt, is dat je eigen verdienste, maar als je faalt is

het jouw schuld. Het is een ratrace, en die kent

verliezers.

Hoe lang kunnen we met z’n allen blijven stijgen?’

Elshout denkt dat de grens in zicht is. ‘Als we allemaal

meer diploma’s halen, stellen die steeds minder voor en

verdringen we elkaar boven aan de ladder. Mensen zon-

der diploma vallen dan nóg dieper. Een werkloze man

zonder diploma’s zei in een van mijn interviews: “Ik kan

Sociologe Judith Elshout over werk en zelfrespect

‘WERKLOOS HET KAN IEDEREEN

GEBEUREN’Wie geen respect krijgt, verliest zijn zelfrespect. Veel werklozen ondervinden

dat. Zeker als ze, in weerwil van al hun diploma’s en hun werkervaring, keer

op keer worden afgewezen bij sollicitaties. Sociologe Judith Elshout weet er

alles van – gelukkig niet uit eigen ervaring, maar uit jaren van onderzoek.

TEKST ALEID TRUIJENS FOTOGRAFIE TESSA POSTHUMA DE BOER

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 12 01-10-12 09:40

Page 8: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 15

werklozen verergerd: ‘Het is goed om te stellen

dat iedereen zijn steentje moet bijdragen. Dat vin-

den werklozen zelf ook. Maar juist omdat ze die

verwachtingen voelen, is het wrang dat zíj blijk-

baar niet kunnen meedoen.’

Ook in de projecten voor werklozen bij welzijns-

instellingen die Elshout voor haar onderzoek

bezoekt, is sociale stijging de heersende filosofie.

‘Migrantenvrouwen krijgen vaardigheidslessen

en sollicitatietraining. Ze horen dat ze hun kinde-

ren moeten stimuleren zo veel mogelijk te leren.

Eén project heet Sterrenvinder. De deelnemers

zijn “sterren”; het uitgangspunt is “Iedereen heeft

een talent”. Bij een jongerenproject is het motto:

“Leader or loser!” – waarmee je eigenlijk zegt dat

een werkloze een loser is. Binnen het micro-

wereldje van zo’n project gaan deelnemers zich

beter voelen; ze krijgen hoop. Maar als ze vervol-

gens nóg geen baan krijgen, voelen ze zich een…

loser.’

Elshout vindt het jammer dat er zo weinig waar-

dering is voor ambachten. ‘Je mag tegenwoordig

niet zeggen dat je niet wilt doorstuderen. Ik heb

niks tegen de gelijkekansenideologie, zodat men-

sen uit lagere milieus kunnen studeren. Maar we

hebben ook loodgieters, schoonmakers, verzor-

genden en kappers nodig. Laten we dan de men-

sen die zulk werk doen, waarvan we allemaal ple-

zier hebben, meer waarderen. Het lage loon

weerspiegelt de lage waardering. Laat ze hun

werk goed doen. Nu worden ze, door de markt-

werking, gedreven tot uiterste snelheid en effici-

entie, waardoor ze het gevoel hebben slecht werk

te leveren. De schoonmakers die staakten, wilden

vooral hun werk goed kunnen doen.’

Niet iedereen wil stijgen, denkt Elshout. ‘Dat kan

ook niet. Kinderen zijn nu al minder vaak even

hoog opgeleid als hun ouders. Ik denk dat je meer

bereikt als je waardeert wat mensen kunnen, of

dat nu timmeren, straatvegen of lesgeven is.

Mensen zijn niet gelijk maar gelijkwaardig, waar

je ook staat op die ladder.’

Een van Elshouts drijfveren is dat ze de oorzaken

van falen en succes wil relativeren. ‘Een samenle-

ving waarin minder een taboe rust op falen, dat

zou mooi zijn. Is het zo erg om een fout te maken,

of om overspannen te raken? Kun je succes altijd

toeschrijven aan eigen inspanning? Er is ook nog

zoiets als tegenslag. We zouden werkloosheid

meer kunnen relativeren: het kan iedereen gebeu-

ren. Mij ook.’ �

Stephan Sanders

SolidairAls er één woord is, waar een waas van goede bedoelingen en rechtschapenheid omheen hangt, dan toch wel om ‘solidariteit’. Door de soft focus lens van de nobele intenties zie je niet wat daar nu praktisch mee bedoeld wordt.

Laat me een nachtmerrie beschrijven, eentje waarin een teveel aan afgedwon-gen solidariteit iedereen omlaag trekt. Je ziet het veel in de armere Afrikaanse landen, en ik ken het verschijnsel zelf uit het Caribische gebied. Iemand uit een onoverzichtelijk grote familie, waarbij ook de neven en de achternichten horen, als vormden zij een groot gezin – iemand uit die groep lukt het zich enigszins op te werken uit de armoede. Dat is mooi, en tegelijkertijd heel gevaarlijk. Want zodra zo’n man of vrouw een beetje geld heeft verdiend, klopt de hele familiaire goege-meente aan. Een verre oud tante die medicijnen nodig heeft. De achterneef die zijn schoolboeken niet kan betalen. Het aangenomen kindje van die achterneef, want die heeft nu echt schoentjes nodig.

Weigeren is not done, want weigeren betekent zoveel als afscheid nemen van die enorme familie; het is een breuk met alles wat jouw verleden uitmaakt.

Dus het geld dat het ondernemende familielid verdient, wordt over tientallen nooddruftigen verdeeld, met als gevolg dat er niemand rijk wordt en iedereen nog steeds behoorlijk arm blijft. Er kan niet gespaard worden, er kan geen investering worden gedaan met dat gespaarde geld – laat staan dat er banen worden gecre-eerd waarmee die neven en achterneven zelf hun brood kunnen verdienen.

De doorgedraaide ‘solidariteit’ zoals ik hier beschrijf, werd door de socioloog Emile Durkheim wel aangeduid als ‘mechanisch’: er is sprake van een sterke soci-ale druk, niemand mag te veel van de norm afwijken – ook niet financieel – en uit-eindelijk viert onder het mom van de solidariteit het conformisme hoogtij.

Het is een verstikkende norm, die elk verschil bij voorbaat smoort.Diezelfde negentiende-eeuwse vorm van mechanische solidariteit kom je ook

nu nog tegen, bij schoolgaande kinderen. De sociale differentiatie is daar nog niet zo groot, ja, de een krijgt vijf euro zakgeld meer dan de ander, en dus betekent soli-dariteit vaak niets anders dan groepsdwang. Iedereen moet hetzelfde merk dra-gen, iedereen moet hetzelfde mooi vinden.

Ik val officieus onder de generatie X – geboren tussen 1960 en 1980 – en tij-dens mijn middelbareschooljaren in Twente heerste er een strikte smaakdisci-pline, zeker als het om muziek ging. Mijn generatie hield van disco, rock, beetje punk, house, dance en techno, en al die varianten. Ik herinner me een discussie op de middelbare school, waar iemand een daghitje van ‘Mud’ verdedigde, een Engelse glam rock band uit die tijd (met de hit Tiger Feet, 1974), die niet onsterfe-lijk is gebleken. Ik had het strijkkwartet van Maurice Ravel meegenomen, en hield vol dat, als je hiervan kon genieten, je ‘Mud’ maar een armetierig zootje moest vin-den. Daar kreeg ik weinig handen voor op elkaar, ik viel heel onsolidair buiten de boot.

Achteraf prijs ik me gelukkig, want als de meeste stemmen gelden, wint altijd het beroerdste werkje. Solidariteit is maar al te vaak een zondagse naam voor emotionele chantage.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 15 01-10-12 09:40

14 � UWVMAGAZINE

van alles, maar zonder diploma’s bén ik niks.”

Hoe hoger op de sociale ladder, des te meer respect

krijgen mensen’, zegt de onderzoekster. ‘Ik ga ervan

uit dat respect en zelfrespect met elkaar samenhan-

gen. Het zou schelen als de persoon en de bezighe-

den duidelijker gescheiden worden. Mensen zien

heus wel dat hun werkloosheid door externe facto-

ren komt. Ze weten dat de arbeidsmarkt ongunstig

is, en dat het niet aan hen persoonlijk ligt als ze niet

“in het profiel passen”. Niettemin denken ze dat ze in

de ogen van de buitenwereld hebben gefaald. Ze voe-

len zich klem gezet.’

‘Afval is afval’De meeste werklozen willen dolgraag een baan, is

Elshouts ervaring. Toch lees je wel iets in de krant dat

het vooroordeel voedt dat werklozen niet willen

werken of zich te goed voelen voor bepaalde baan-

tjes. Zoals de klacht van werkgevers in de tuinbouw,

die via UWV werknemers krijgen voor de fruitpluk.

Nederlandse werknemers zouden, anders dan Polen

die dit werk graag aannemen, klagen over de

zwaarte van het werk en er het bijltje snel bij

neergooien.

Elshout: ‘Je moet wel kijken naar wat er voorafgaat

aan dit verhaal. Is er geprobeerd passend werk voor

deze mensen te vinden? Als dat er niet is, moet je hen

dan dwingen in de kassen te werken? Het is belang-

rijk dat er naar mensen wordt geluisterd. In een open

gesprek, waarbij de ander, bijvoorbeeld de werk-

coach van UWV, niet uitgaat van onwil. Wie wordt

aangevallen, schiet in de verdediging. Mensen vin-

den het meestal niet prettig om een uitkering te heb-

ben. Maar ze vinden het nog vervelender niet voor

vol te worden aangezien.’

Elshout weet dat ook bij UVW de werkdruk – onder

andere als gevolg van de bezuinigingen – hoog is, en

dat zulke gesprekken veel tijd kosten. ‘Maar aan-

dacht loont wel.’ Ze geeft het voorbeeld van een man

die altijd had gewerkt bij het grofvuil. Hij werd naar

een baan in het kleine afval gestuurd. ‘Hij was ont-

hutst: Ik? Klein afval! Ze weten toch waar ik goed in

ben! Het was een grote, stoere vent, echt een type

voor het grofvuil. Zijn wens werd niet erkend – niet

goed voor het zelfrespect. Terwijl de werkcoach –

begrijpelijk – denkt: afval is afval. Maar voor de vuil-

nisman maakte het groot verschil. Als er niet naar

mensen wordt geluisterd, vervallen ze in een

slachtofferrol.’

Is zelfrespect niet te putten uit andere mooie din-

gen? Uit het ouderschap, de zorg voor zieke familie-

leden, vrijwilligerswerk? ‘Daaruit putten mensen

zeker voldoening’, zegt Elshout, ‘maar het is niet

genoeg. Op een zeker moment zeggen ze toch: kan

ik hiervoor niet gewoon betaald krijgen? Geld sym-

boliseert waardering en waardering verhoogt het

zelfrespect. Nog maar kort geleden was het voor

vrouwen gewoon om alleen voor de kinderen te

zorgen, maar dat is voorbij. Eigenlijk moeten we

alles tegelijk: kinderen opvoeden, mantelzorgen,

werken, vrijwilligerswerk. We moeten alles optima-

liseren, mogen geen stapje terug doen. Niet kunnen

meekomen, is een schande. Sommige mensen kun-

nen die druk niet aan. Die worden ziek, of

overspannen.’

Sterren vindenHet huidige politieke klimaat draagt ertoe bij dat

werklozen zich verliezers voelen. Demissionair pre-

mier Rutte herhaalde het vaak: ‘De overheid is geen

geluksmachine.’ Het moest maar eens uit zijn met

het gepamper. Mensen zijn geen slachtoffer; ze zijn

zelf verantwoordelijk voor hun inkomen en geluk.

Handen uit de mouwen! Die heersende filosofie

heeft, denkt Elshout, het gebrek aan zelfrespect bij

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 14 01-10-12 09:40

Page 9: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 17

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 17 01-10-12 09:41

16 � UWVMAGAZINE

Frans Haverkamp over ICT-innovatie bij UWV:

‘MEESPELEN IN DE CHAMPIONS

LEAGUE’TEKST EGBERT JAN RIETHOF FOTOGRAFIE DUTCHPHOTOGRAPHY.NL

In rap tempo schakelt UWV over op e-dienstverlening.

Een gesprek met CIO Frans Haverkamp over lessen

uit het verleden en de rol van ICT zowel binnen UWV

als in samenhang met andere overheidsdiensten.

‘Beter en meer leveren, tegen minder kosten, en

sneller. We doen er alles aan.’ �

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 16 01-10-12 09:41

Page 10: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 19

maire businessapplicaties. Soms kun je de levens-

duur van ‘oude’ maatwerksystemen – legacy – ver-

lengen, waarmee je vervangingsscenario’s

overzichtelijk en beheersbaar houdt, over de tijd ver-

spreidt en in gunstige volgorde. Maar het is de bedoe-

ling de ondersteunende processen, zoals facilitaire,

financiële en personeelszaken, te beheren met een

100 procent standaardapplicatieset, zonder aanpas-

singen – en dus betaalbaar.

Kostenreductie, nog zo’n speerpunt. Frans

Haverkamp: ‘Lean and mean. Lever beter en meer,

tegen minder kosten, en sneller. Ruim 100 miljoen op

ICT bezuinigen in drie jaar, de dienstverlening verbe-

teren en digitaliseren, alles tegelijk. Als UWV speel je

dan mee in de Champions League, ik bedoel: het is

een mooie taak. We proberen veel dingen slimmer en

effectiever aan te pakken en bekijken bijvoorbeeld

de mogelijkheid om mooi, interessant werk dat nu

wordt uitbesteed zelf te gaan doen. Dat is een goed

perspectief voor de eigen medewerkers.’

Werk.nlIn de eerste fase van de overgang naar dienstverle-

ning functioneerde werk.nl nog niet goed, tenmin-

ste, zo lieten diverse media weten. Frans

Haverkamp: ‘Alle begrip, maar de kwalificatie “func-

tioneert niet” is te stevig. Werk.nl is in ontwikke-

ling. We zijn een jaar bezig, terwijl we zelfs bij dit

hoge tempo zo’n drie jaar nodig hebben. Het gaat

om een gefaseerde uitbouw van functionaliteiten

en de beschikbaarstelling ervan. Naarmate het

gebruik intensiever wordt, komen er kritische

geluiden, want er is inderdaad een en ander wat

nog niet kan of nog niet op het gewenste niveau

draait. Dat heeft niemand graag. Intussen hebben

wij tijd nodig om de robuustheid en bedrijfszeker-

heid erin te brengen. Zoeken en vinden, werkzoe-

kenden en vacatures matchen, is een zeer complex

proces. Net zomin als de banken hun internetser-

vice in een jaar op niveau hadden, kunnen wij dat

met digitale werkbemiddeling.’

Maar toch. Werkzoekenden kunnen nu al minder en

minder op de Werkpleinen terecht, en zijn meer en

meer aangewezen op een dienstverlening die nog in

uitvoering is. Dat wringt. ‘Inderdaad’, zegt Frans

Haverkamp. ‘Maar hoe acceptabel het in maatschap-

pelijk opzicht is om mensen naar internet te dwin-

gen, en dat terwijl de systemen nog in ontwikkeling

zijn, is niet aan mij om te beoordelen. Daar heeft

iedereen naar politieke kleur een ander antwoord

op. Voor mij is het een gegeven. Het tijdpad dat ons is

opgelegd, is zéér ambitieus. Wat UWV kan doen, is in

een zo hoog mogelijk tempo doorgaan op dat pad.

Soms gaat dat met horten en stoten, maar we doen er

alles aan.’

Doorgaan tot het gewenste niveau is bereikt en UWV

volop functioneert als e-dienstverlener van de 21ste

eeuw – dat doen de CIO en zijn medewerkers dus.

Afgelopen zomer was er een nieuwe release van

werk.nl waarbij functionaliteiten werden toege-

voegd en uitgebreid. ‘Dat proces van verbeteren en

doorontwikkelen loopt nog wel even door. Denk aan

wat ik eerder zei over voortschrijdend inzicht: we

moet er voor een deel proefondervindelijk achter

komen wat wel en niet goed werkt. Dat nemen we

ook mee in de releases. Mijn inschatting: de dooront-

wikkeling kost nog twee jaar.’

LandingsbaanHet thema informatiebeveiliging, dat zo hoog in het

vaandel staat bij UWV, heeft nog een andere dimen-

sie. Door het eigen huis in dat opzicht op orde te heb-

ben, wil Haverkamp de organisatie positioneren als

‘landingsbaan’ voor eventuele clustering van taken

voor samenwerkende overheden. Ook andere

Rijksdiensten als Belastingdienst, SVB en DUO heb-

ben belang bij beveiliging; zij kampen met dezelfde

problematiek. ‘We hebben eind 2011 een centrum

voor informatiebeveiliging gelanceerd, waar we

diensten ontwikkelen die ter beschikking staan van

geïnteresseerde organisaties van de rijksoverheid. Al

zo’n twintig publieke en private organisaties hebben

zich gemeld. Daarnaast zijn er gesprekken gaande

over mogelijkheden tot verdere samenwerking bin-

nen de overheid. Er is alle ruimte om die te intensive-

ren.’ �

Klein lexicon * werk.nl De website van UWV met arbeidsmarktinformatie, cv’s en

vacatures. Op werk.nl maakt UWV de arbeidsmarkt transparant

voor werkgevers en werkzoekenden om snel online een ‘klik’ tot

stand te kunnen brengen.

* werkm@p De zone binnen werk.nl waar klanten met persoonlijke gegevens

werken. Ook de plek waar de klant contact kan onderhouden met de

werkcoach, zijn cv kan plaatsen en passende vacatures

aangeboden krijgt.

* e-intake Digitale registratie van de aanvraag van een werkzoekende om een

uitkering WW en/of WWB. Deze gegevens worden automatisch in

het systeem van UWV ingevoerd, waarmee de werkzoekende klant

ingeschreven wordt.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 19 01-10-12 09:41

18 � UWVMAGAZINE

Steeds belangrijker is de rol van ICT,

in elke business, maar zeker ook bij

een organisatie als UWV. De dienst-

verlening is bezig zich in hoog

tempo te verplaatsen van de

Werkpleinen naar ‘online’. Deze

e-dienstverlening zal naar de ambi-

tie van UWV tegelijk de kwaliteit ten

goede komen en besparingen opleveren. Toch zullen,

bij de steeds hogere eisen waaraan ICT moet vol-

doen, de kosten flink omlaag moeten. Tel daarbij op

de kritiek die in de media is geleverd op het functio-

neren van de e-dienstverlening tot nu toe – met

name op werk.nl – en er is reden genoeg voor een

paar vragen. Wat is de visie van UWV op ICT in de

(naaste) toekomst en welke lessen zijn uit het verle-

den getrokken?

Dakpansgewijs Het verleden leert vooral dat de organisatie kort-

cyclisch moet werken, zegt Frans Haverkamp, CIO

(Chief Information Officer) bij UWV. Hij is pas sinds

januari 2011 in functie en heeft daardoor de nodige

afstand tot dat verleden. ‘Sturen op kleinere, hap-

klare brokken’, noemt hij het. ‘Bij projecten moeten

ontwerp, ontwikkeling, bouw, invoer en beheer

overzichtelijk op elkaar volgen, je moet daar strak op

sturen. Dus niet op een groots perspectief en dan

maar hopen dat er na twee jaar iets moois uitkomt. Ik

denk liever in maanden. Natuurlijk moet je weten

waar het op de langere duur heen gaat – maar ga

erheen in beheersbare termijnen.’

Een tweede gouden regel die de visie op ICT voor de

komende jaren kenmerkt – en ook hier heeft de erva-

ring een louterende werking – is dat bij nieuwe initi-

atieven hergebruik van bestaande soft- en hardware

prioriteit heeft. De drang iets nieuws in te voeren, is

menselijk, maar het is vaak helemaal niet nodig. Is

iets niet in huis, dan is koop te overwegen. ‘Pas als

we echt met de rug tegen de muur staan, laten we

maatwerk verrichten’, zegt Frans Haverkamp.

‘Maatwerk is kwaadwerk, leert veertig jaar ICT mij.

Initiële ontwikkeling, onderhoud, beheer, dooront-

wikkeling – handenvol geld kost het. Maatwerk dijt

altijd uit.’

Onder mijn bewind geen ontsporende projecten, wil

de CIO met zijn gouden regels maar zeggen. De maat-

regelen die zijn genomen en de wijsheid van de jaren

zullen daarvoor zorgen. Werken in overzichtelijke

eenheden met liefst middelen die al vertrouwd zijn,

geeft bovendien voortschrijdend inzicht meer kans.

‘Bij grootschalige projecten kun je dat nauwelijks

kwijt. En als het einde ervan in zicht is, ziet de

wereld er weer anders uit. Bij een gefaseerde, dak-

pansgewijze ontwikkeling kun je gevorderd inzicht

wel toepassen.’

Eigen huis op ordeBij de ambitie van UWV om de dienstverlening in

hoog tempo te digitaliseren, is het belangrijk het

eigen huis op orde te hebben. Heel praktisch, in dage-

lijkse zin zijn stabiliteit, betrouwbaarheid en

beschikbaarheid van de systemen een speerpunt.

Frans Haverkamp: ‘En last but not least staat in dat

rijtje: beveiliging van informatie, de basis van alles.

Een nog hoger niveau is nodig nu dienstverlening

online gaat, en 24 x 7 functioneert. Onze klanten ver-

wachten dit ook van ons. We hebben in 2011 om die

reden onze systemen laten hacken als aanloop naar

een programma om de ICT-infrastructuur robuuster

te maken. Daar kwam een en ander uit. Al vóór de

problemen met DigiD in augustus 2011 waren bij

UWV de belangrijkste potentiële lekken gedicht.’ Het

programma – het robuuster maken van de ICT-

infrastructuur waar de e-dienstverlening op is geba-

seerd, het ‘eigen huis op orde’ dus – loopt nog zeker

tot eind 2012.

Een andere speerpunt is de e-dienstverlening zelf,

voor burgers en bedrijven. ‘Wij als UWV proberen in

drie jaar een serviceniveau te bereiken waar de

banken bij internetbankieren vijftien jaar voor

nodig hadden. Van hen hebben we onderweg

natuurlijk veel kunnen leren. Er zijn nogal wat

functionaliteiten te ontwikkelen: e-intake, e-werk-

map, e-coaching, e-learning... Alles bij elkaar moet

dit de face-to-face dienstverlening voor een groot

deel van onze klanten vervangen; alleen groepen

met grote afstand tot de arbeidsmarkt krijgen die

nog. Een uitdaging. In het verlengde daarvan digita-

liseren we onze eigen werkprocessen, anders kun

je de digitaal ingediende meldingen en verzoeken

van klanten niet adequaat opvolgen. Parallel met

dit e-werken loopt een geleidelijke ontwikkeling

naar “Het Nieuwe Werken”.’

Nog een speerpunt: het waar nodig en waar

mogelijk standaardiseren en rationaliseren van pri-

‘UWV probeert in drie jaar een serviceniveau te bereiken waar de banken met internetbankieren

vijftien jaar voor nodig hadden’

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 18 01-10-12 09:41

Page 11: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 21

DANIQUE SMIT15 jaarPraktijkschool Maxx in Neede

‘Als ik van school af kom, wil Ik graag iets in de zorg gaan doen, ik vind het leuk om met mensen te werken, met kinderen vooral. Op het moment loop ik stage bij een accountantskantoor, dat heeft niks met zorg te maken, maar ik heb het er wel naar mijn zin. Ik doe daar kleine klusjes zoals kasten schoonmaken en stickeren en scannen, en de collega’s zijn aardig. Deze stage duurt tien weken, en daarna ga ik stage doen in de zorg, maar ik weet nog niet op welke plek precies. Het liefst zou ik na de school een baan vinden in de zorg, maar wel ergens waar het niet te hectisch is, dan kan ik veel beter werken.’ Zie ook pagina 11-20-40

MA

RTI

N W

AA

LBO

ER

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 21 01-10-12 09:41

20 � UWVMAGAZINE

RICK VAN DRIEL17 jaarPraktijkschool MET in Waalwijk.

‘Het liefst wil ik op de vrachtwagen, zelf door het land rijden, maar dat gaat nu nog niet. Het advies is dat ik na de school werkervaring op moet doen en dan certificaten ga halen in plaats van naar een school met een hoger niveau te gaan, die zijn meestal erg groot en druk en dat is niks voor mij. Ik heb inmiddels al VCA (certificaat Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers-red.) en heftruck en uiteindelijk wil ik mijn grootrijbewijs. De school helpt goed, bijvoorbeeld ook met het theorie-examen van mijn gewone rijbewijs, dat heb ik ook gehaald. Ik heb wel vertrouwen in de toekomst, ik loop nu stage bij een autoschadebedrijf, die willen me na school in dienst nemen. Alleen hebben autoschadebedrijven het moeilijk, door al die sensoren op auto’s is er steeds minder schade.’ Zie ook pagina 11-21-40 M

AR

TIN

WA

ALB

OE

R

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 20 01-10-12 09:41

Page 12: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 23

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 23 01-10-12 09:42

22 � UWVMAGAZINE

Politici voor wie het Binnenhof het epicen-

trum van de wereld is, hebben vaak geen

idee wat zich aan de flanken van Nederland

afspeelt’, weet Ria Oomen. ‘Maar voor mij,

geboren en getogen in een streek die grenst

aan Duitsland en België, was en is arbeidsmigratie iets

vanzelfsprekends. We hebben een heel lange grens, met

heel veel overschrijdend grensverkeer van mensen en

goederen en dat al sinds jaar en dag. Dat kun je beter

maar goed regelen.’

Als jong Limburgs meisje zag Ria van nabij hoe grote

stromen Italianen en Polen werk vonden in de mijnen.

‘We hadden ze hard nodig, zoals we later de mannen uit

Turkije en Marokko heel goed konden gebruiken op de

arbeidsmarkt.’ Ze zag ook hoe Limburgse aannemers

even makkelijk een klus aannamen in Duitsland als in

eigen land en hoe in Nederland overbodige fysiothera-

peuten een praktijk over de grens openden. Overigens

pas na Europees ingrijpen, voegt Oomen toe. ‘Duitsland

wilde destijds de markt gesloten houden voor buiten-

landse fysiotherapeuten en weigerde hun diploma’s te

erkennen. We hebben nu keurige wetgeving over de

erkenning van diploma’s en beroepsopleidingen, dus

willekeur ter bescherming van de eigen arbeidsmarkt

kan niet meer.’

Later als lid van de Tweede Kamer en – vanaf 1989 – als

lid van het Europees Parlement, namens het CDA, bleef

het thema arbeidsmigratie haar aan het hart gebakken.

Oomen is vanaf haar entree in Brussel lid van de com-

missie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Ik ga over de

sociale aspecten van migratie. Onze taak is te voorko-

men dat arbeidsmigranten, grensarbeiders en pende-

laars tussen wal en schip belanden. Iedere EU-burger

moet in elk land gelijk worden behandeld. Punt. Het

vrije verkeer van personen is voor mij heilig. We wer-

ken al jaren intensief aan de coördinatie van de sociale-

zekerheidsstelsels van de landen binnen de EU, zodat je

zonder pijn kunt werken in een ander land. Dat is een

moeizaam proces. Mede gevoed door de economische

crisis passen lidstaten hun socialezekerheidswetten

continu aan zonder te letten op de effecten voor

grensarbeid.’

Het Europa van 1989 was een ander Europa dan dat

van nu. Wat zijn volgens u de grootste verschillen?

‘Men wilde toen alleen maar meer Europa: meer lan-

den, meer mensen, meer harmonisatie. Net voor de

val van de Berlijnse Muur verhuisde ik naar Brussel.

Het was een roerig jaar dat de opmaat bleek voor de

toetreding in 2004 van een groot aantal landen uit het

voormalige Warschaupact. Ik was daar vóór, al vond

ik toen al dat we wel erg hard van stapel liepen. Maar

mag ik, dacht ik met de geschiedenis van Europa in

het achterhoofd, tegen iemand van mijn leeftijd die

Europarlementariër Ria Oomen

‘VRIJ VERKEER VAN PERSONEN IS VOOR MIJ HEILIG’

Ria Oomen-Ruijten (1950) raakte als geboren en getogen Limburgse

vroeg vertrouwd met het thema arbeidsmigratie. En met de

zegeningen ervan. ‘Aan het principe van het vrije verkeer mag niet

getornd worden, nooit, onder geen enkele omstandigheid.’

TEKST GERT HAGE FOTOGRAFIE CORBINO.NL

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 22 01-10-12 09:42

Page 13: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 25

Voors en tegens van een nieuw stelsel

TEKST CONCISO

DE SLAG OM HET

ONTSLAGOnder het nieuwe kabinet zal het ontslagstelsel

hoe dan ook op de schop gaan. Een flexibeler stelsel zal de dynamiek op de

arbeidsmarkt moeten bevorderen en daarmee een impuls moeten geven aan de

arbeidsproductiviteit. Maar is dat ook echt zo? Voorstanders en critici aan het woord.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 25 01-10-12 09:42

24 � UWVMAGAZINE

de pech had om aan de verkeerde kant van het IJzeren

Gordijn geboren te worden zeggen: “Sorry hoor, maar je

wacht nog maar even, onze welvaart is alleen voor mensen

die aan de goede kant van de muur geboren zijn?” Mijn ant-

woord is duidelijk: nee.’

Drie jaar later, in 2007, stemt u als enige in uw delegatie

tegen de toetreding van Roemenië en Bulgarije. Waarom

was u toen plots tegen?

‘Landen die willen toetreden moeten, vind ik, op z’n minst

hun rechtsstaat op orde hebben, dus beschikken over onaf-

hankelijke rechtspraak en een onpartijdig justitieel appa-

raat. Alleen dan is het mogelijk om corruptie en andere mis-

standen effectief te bestrijden. Bulgarije noch Roemenië

had zijn rechtsstaat toen op orde en heeft dat nog steeds

niet, zo blijkt uit enkele recente schandalen’ .

Wat vindt u van de aanscherping van de Nederlandse

regelgeving voor arbeidsmigranten uit Roemenië en

Bulgarije, waarbij alleen in uitzonderingsgevallen nog een

tewerkstellingsvergunning wordt verstrekt?

‘Ik ben het oneens met die maatregel. Gelukkig komt er op 1

januari 2014 een einde aan. Duitsland heeft hetzelfde

gedaan na de toetreding van Polen in 2004, met als argu-

ment dat men na de moeizame en kostbare hereniging met

Oost-Duitsland even pas op de plaats wilde maken. Ik was

tegen en met mij velen in het parlement. Er is de afgelopen

tijd het nodige veranderd in de opstelling van Nederland in

Brussel, gezien de maatregel tegen de Bulgaren en

Roemenen en – niet te vergeten – het Polen-meldpunt van

de PVV. Ik heb mijn PVV-collega’s in het parlement flink de

les gelezen over deze onzinnige actie. “Wie van jullie heeft

nog nooit een Pool aan het werk gehad?”, vroeg ik hun op

de man af. Zij boos, maar gelukkig kreeg ik steun van mijn

eigen fractie en ook van die in Nederland. Het meldpunt

heeft ons zo onnoemelijk veel geld en orders gekost, dat

loopt in de tientallen miljoenen.

Om terug te komen op de vraag – aan het principe van het

vrije verkeer mag niet getornd worden, nooit, onder geen

enkele omstandigheid. Het is ook onverstandig en on-

nodig. Juist door zulke maatregelen creëer je oneigenlijke

concurrentie op de arbeidsmarkt. Mobiliteit op de arbeids-

markt is goed voor onze welvaart, het geeft de economie

dynamiek. Het idee dat Oost-Europeanen alleen hier

komen om van onze bijstand te profiteren, zoals in de

Tweede Kamer door sommige partijen is geopperd, is totale

onzin, zo blijkt uit de cijfers van het CBS. En als er misstan-

den zijn op het gebied van huisvesting, uitbuiting of

anderszins, pak dan die stevig aan in plaats van het begin-

sel van gelijke behandeling met voeten te treden.’

Sinds wanneer staat arbeidsmigratie eigenlijk hoog op de

Europese agenda?

‘Tot 1997 hadden we als Europees Parlement daarover niks

te zeggen, het was een zaak van de regeringen. Vanaf die

tijd hebben we het recht op medebesluitvorming. Het was

in die jaren dat we verlegen zaten om arbeidskrachten,

van zowel binnen als buiten de EU. We wilden de sociale

grondrechten goed geregeld hebben. Er is toen een stroom

aan verordeningen en wetgeving op gang gekomen

waarin zaken als minimumloon, arbeidsomstandigheden

en werkloosheidsuitkeringen werden gecoördineerd voor

migrerende EU-werknemers. Het Europese Hof heeft

daarin een voortrekkersrol vervuld, het stond pal voor de

bescherming van de EU-burgers. Een belangrijk onder-

werp was de detacheringsrichtlijn, die nu wordt herzien.

Lidstaten moeten erop toezien dat werknemers die tijde-

lijk in een ander land zijn gedetacheerd qua minimum-

loon, vakantiedagen en onder meer ziekte, hetzelfde wor-

den behandeld als de werknemers in het werkland. Dat is

ontzettend belangrijk, juist om te voorkomen dat bijvoor-

beeld een Poolse aannemer hier mensen neerzet tegen

veel lagere lonen en zo de lokale aannemers kapot concur-

reert. Later kregen we ook veel te maken met mensen uit

Noord-Afrika die via Griekenland, Italië en Spanje de EU

binnenkwamen met de hoop op een beter leven. Je ziet ze

veel in de druiven- en de olijvenpluk. Ook voor kenniswer-

kers die door ons worden uitgenodigd zijn er nu in

Europese wetgeving vastgelegde regels. Je ziet trouwens

dat nu het economisch slecht gaat, de zuidelijke

EU-landen veel strenger zijn geworden in hun

toelatingsbeleid.’

Hoe ernstig is het probleem van de jeugdwerkloosheid in

Europa?

‘Het baart ons grote zorgen. In Zuid-Europa dreigt een

hele generatie verloren te gaan. De Europese top produ-

ceert de ene na de andere mooie verklaring, maar zij noch

wij als parlement kunnen directe invloed op de arbeids-

markt uitoefenen. Wat we wel kunnen doen, is door het

versneld inzetten van de Europese structuurfondsen de

bedrijvigheid pushen. Ook kunnen we met het Europees

Sociaal Fonds de employability op peil brengen zodat als

de economie weer aantrekt arbeidskrachten over de

benodigde vaardigheden beschikken. Ongetwijfeld zullen

jonge Spanjaarden en Grieken naar Noord-Europa trek-

ken op zoek naar een betere toekomst. Dat is prima, ze

zijn wat mij betreft welkom in Nederland. We zullen ze

over een paar jaar weer hard nodig hebben, als de baby-

boomers zijn uitgestroomd. Iemand moet hun werk toch

overnemen.’ �

‘Het idee dat Oost-Europeanen alleen hier komen om van onze bijstand te pro teren

is totale onzin, zo blijkt uit cijfers van het CBS’

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 24 01-10-12 09:42

Page 14: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 27

het verband negatief is. Als werknemers maar kort in

dienst blijven, wordt het historische geheugen van

organisaties zwakker en functioneren bedrijven min-

der als “lerende” organisaties. Dat geldt vooral voor

wat we “routinematige innovatie” noemen: stapsge-

wijs opgebouwde kennis die gebonden is aan persoon-

lijke ervaring.’

Bedrijven investeren bij kortere dienstverbanden ook

minder snel in scholing van hun werknemers, voor-

spelt Kleinknecht. ‘Natuurlijk hebben werknemers ook

in het nieuwe systeem belang bij scholing en persoon-

lijke ontwikkeling. Maar dan zal het vooral gaan om

algemene vaardigheden die hun kansen op de arbeids-

markt als geheel vergroten, en veel minder om bedrijfs-

specifieke kennis. Meer flexibiliteit leidt ook tot min-

der sociale binding, betrokkenheid en loyaliteit op de

werkvloer. Dat verhoogt de behoefte aan toezicht en

controle en stimuleert de vorming van dure en inpro-

ductieve managementlagen.’

Volgens Kleinknecht ontstaat met voorstellen als die

uit het Lenteakkoord een hire & fire-stelsel dat voor

zowel werknemers met een vast contract als flexibele

arbeidskrachten ongunstig uitpakt. ‘Het streven moet

zijn om insiders te maken van de outsiders, maar deze

plannen bereiken het tegenovergestelde; de insiders

wordt hun ontslagbescherming afgenomen, maar de

outsiders krijgen niks. Deze voorstellen leiden er

vooral toe dat werkgevers hun 50-plussers inruilen

voor goedkope, jongere arbeidskrachten.’

EfficiëntiewinstRob Euwals, programmamanager Arbeidsmarkt bij het

Centraal Plan Bureau (CPB) spreekt tegen dat versoepe-

ling van het ontslagrecht slecht uitpakt voor de pro-

ductiviteit. ‘Kennisintensieve organisaties blijven

altijd bereid te investeren in hun werknemers.

Bovendien staat het werkgevers en werknemers

natuurlijk vrij op vrijwillige basis afspraken te maken

om zich uitdrukkelijker aan elkaar te verbinden. Maar

dat is iets anders dan het bindend opleggen van weder-

zijdse loyaliteit in alle gevallen, ook voor banen en sec-

toren waar kennis slechts een beperkte rol speelt.’

Euwals stelt dat geringe arbeidsmobiliteit op zichzelf

geen probleem hoeft te zijn. ‘Dat wordt het pas als

werknemers vastzitten in banen of sectoren die hun

onvoldoende perspectief bieden omdat de hoge ont-

slagbescherming ze ervan weerhoudt iets anders te

gaan doen. We zijn in Nederland op dit punt een beetje

doorgeschoten. Hervorming van het ontslagrecht leidt

tot een meer dynamische arbeidsmarkt en zorgt

ervoor dat werknemers sneller op de voor hen juiste

plek terechtkomen. Dat betekent efficiëntiewinst in

termen van arbeidsproductiviteit.’

‘Werkgevers moeten worden geconfronteerd met de

maatschappelijke kosten van het ontslag van hun

werknemers’, vervolgt Euwals. ‘Dat wordt in deze plan-

nen gerealiseerd door ze te laten betalen voor de eerste

maanden WW. Het transitiebudget is eveneens een

goed idee: investeren in werknemers vergroot hun

kansen op de arbeidsmarkt. Het pleidooi voor één ont-

slagprocedure is meer een maatschappelijk dan econo-

misch gemotiveerde keuze, maar vanuit het oogpunt

van de huidige rechtsongelijkheid goed te verdedigen.’

De plannen als die van het Lenteakkoord dreigen een

in jaren opgebouwd en in de kern goed functionerend

systeem af te breken, betoogt Cees Loonstra, hoogle-

raar Arbeidsrecht aan de Erasmus Universiteit in

Rotterdam. ‘UWV handelt een ontslagaanvraag binnen

vier tot zes weken af. Dat is snel en efficiënt. De pre-

ventieve toets geeft de werknemer een stem en dwingt

de werkgever het ontslag grondig te motiveren. De

rechtsongelijkheid die het duale stelsel in de hand

werkt, is inderdaad een knelpunt, maar daarvoor hoeft

het hele stelsel niet op de schop.’

RompslompBovendien wordt volgens Loonstra de juridische en

administratieve rompslomp die aanpassing van het

stelsel met zich meebrengt schromelijk onderschat.

‘De huidige preventieve toets wordt vervangen door

een hoorprocedure in het bedrijf. Wordt dit een ‘aan-

hoorprocedure’, dus een formaliteit, dan ligt de weg

open voor een stroom aan juridische procedures ach-

teraf. Wordt de hoorprocedure wél serieus genomen,

dan zal de werkgever deze moeten omgeven met aller-

lei complexe en kostbare juridische waarborgen.

Versoepeling van het ontslagrecht zal niet leiden tot

een hogere arbeidsmobiliteit. Als het nieuwe kabinet

voor de lijn van het Lenteakkoord kiest, stort het in de

voorbije decennia uitgekristalliseerde ontslagstelsel

als een kaartenhuis in elkaar.’ �

Een andere rol voor UWV?In het huidige ontslagstelsel zijn er twee routes: via UWV (geregeld in het Buitenge-

woon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945) en via de kantonrechter. Volgens de opstel-

lers van het Lenteakkoord leidt dat tot rechtsongelijkheid. Bij de UWV-procedure

bestaat in de regel geen aanspraak op een vergoeding, bij ontslag via de rechter door-

gaans wel.

In een nieuw stelsel in de geest van het Lenteakkoord zou de preventieve toetsing door

UWV of de rechter kunnen komen te vervallen. Een werkgever zou dan zonder toe-

stemming vooraf kunnen overgaan tot ontslag. Wel moet hij het ontslag, net als nu,

kunnen onderbouwen. In 2011 nam de afdeling Arbeidsjuridische Dienstverlening

(AJD) van UWV 38.500 ontslagaanvragen in behandeling.

Werkgevers moeten volgens het Lenteakkoord de eerste zes maanden WW gaan beta-

len. De technische invulling van die maatregel moet nog worden uitgewerkt. Volgens de

Hoofdlijnennotitie zal daarbij onder meer rekening worden gehouden met ‘de uitvoer-

baarheid door UWV’. Het aantal WW-uitkeringen steeg in het eerste kwartaal van dit

jaar naar 292.000.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 27 01-10-12 09:42

26 � UWVMAGAZINE

Maak een einde aan het systeem

waarin de werkgever kan kiezen

of hij iemand via UWV of de kan-

tonrechter ontslaat.’ Daarvoor

pleitte in 2008 toenmalig TNT-

topman Peter Bakker, voorzitter

van de Commissie Arbeidsparticipatie. Bakker advi-

seerde ook om een deel van de ontslagvergoeding te

gebruiken als ‘persoonlijk scholingspotje’. Overigens

speelde het ontslagrecht slechts een bijrol in het rap-

port van de commissie, dat zich vooral richtte op de

verhoging van de arbeidsparticipatie.

De ondertekenaars van het Lenteakkoord van het

vorige kabinet namen Bakkers aanbevelingen voor de

hervorming van het ontslagstelsel grotendeels over. In

april spraken VVD, CDA, D66, GroenLinks en

ChristenUnie het voornemen uit het ontslagrecht te

versoepelen, de ontslagvergoeding te beperken en

werkgevers de eerste zes maanden WW te laten beta-

len. In de Hoofdlijnennotitie van toenmalig minister

Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

zijn die plannen inmiddels verder uitgewerkt (zie

kader 1).

De maatregelen moeten de arbeidsmobiliteit een

impuls geven. Die zou in Nederland laag zijn in verge-

lijking met andere landen. Werknemers wisselen niet

zo snel van baan en de gemiddelde duur van het dienst-

verband ligt boven het Europese gemiddelde. De

gedachte is dat meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt

voorkomt dat werknemers lang op plekken blijven zit-

ten waar ze onvoldoende tot hun recht komen. Dat zou

zich op termijn in een hogere arbeidsproductiviteit

vertalen. De partijen menen ook dat de relatief hoge

ontslagbescherming leidt tot een tweedeling tussen

werknemers met een vast contract en de ‘flexibele

schil’ van werknemers met een tijdelijk contract.

Volgens de denktank OESO heeft 18,5% van de

Nederlandse werknemers geen vaste aanstelling.

Conjuncturele schommelingen worden dan ook vooral

opgevangen door de flexibele schil. Minister Kamp

stelt in zijn notitie dat door de maatregelen ‘vaste con-

tracten minder vast en flexibele contracten minder

flexibel’ worden gemaakt.

De ontslagkosten zouden door de maatregelen boven-

dien omlaag gaan. Deze kosten (de optelsom van ont-

slagvergoedingen, procedurekosten en het verlies van

productiviteit gedurende de procedure) zijn in

Nederland relatief hoog. Ons duale stelsel, waarin de

werkgever de keuze heeft tussen de ontslagroute via

UWV of de kantonrechter, wordt vervangen door een

enkelvoudig ontslagstelsel (zie kader 2). Werkgevers

worden geprikkeld hun ontslagen werknemers te

begeleiden naar nieuw werk omdat de kosten voor de

eerste zes maanden WW voor hun rekening komen. De

ontslagvergoeding maakt plaats voor een transitie-

budget, gericht op het vinden van nieuw werk.

Paradijs voor advocatenBernard Wientjes, voorzitter van werkgeversorganisa-

tie VNO-NCW, stelt dat de voorstellen de werking van

de arbeidsmarkt verbeteren. ‘Ze zullen de mobiliteit

bevorderen, meer balans brengen tussen vaste en tijde-

lijke contracten en een grotere nadruk leggen op scho-

ling. Uiteindelijk zal dat leiden tot een hogere arbeids-

productiviteit en een sterkere economische positie

van Nederland.’

Eerder noemde Wientjes tijdens een hoorzitting in de

Tweede Kamer het Nederlandse ontslagstelsel ‘een

paradijs voor advocaten, een juridisch werkgelegen-

heidsproject waarin vier miljard euro rondgaat’. Hij

juicht het toe dat de preventieve toets bij ontslag ver-

dwijnt. ‘Daar staat tegenover dat werkgevers de eerste

maanden WW betalen. Vooral voor kleine bedrijven

dreigt dit te duur uit te pakken.’ Minister Kamp heeft al

toegezegd hiervoor naar een oplossing te zoeken.

Wientjes benadrukt dat de rechten van werknemers in

het nieuwe stelsel overeind blijven. ‘De werkgever

moet het ontslag nog steeds kunnen motiveren. De

werknemer kan tijdens een hoorprocedure reageren

en alsnog naar de rechter stappen als hij of zij het ont-

slag ongegrond vindt.’

GeheugenverliesDe gedachte dat een flexibelere arbeidsmarkt tot een

hogere arbeidsproductiviteit leidt, is onjuist, betoogt

Alfred Kleinknecht, hoogleraar Economie & Innovatie

aan de TU Delft. ‘De meeste studies tonen juist aan dat

Hervorming van ontslagrecht en WWDe eerder dit jaar voorgestelde hervorming van het ontslagrecht en de WW bestaat

volgens de Hoofdlijnennotitie van toenmalig minister Kamp uit drie elementen:

1 Enkelvoudig ontslagstelsel in plaats van het huidige duale (UWV en kantonrechter)

stelsel. Preventieve toets vervangen door hoorprocedure en eventueel toetsing

achteraf door de rechter – in principe op verzoek van de werknemer.

2 Ontslagvergoedingen vervangen door transitiebudget gericht op het vinden van

nieuw werk voor iedere werknemer, ook die met een tijdelijk contract.

3 Kosten eerste zes maanden WW-uitkering voor rekening van de werkgever. Het

maakt daarbij niet uit of werknemers een vast of een tijdelijk contract hebben.

‘De gedachte dat een exibelerearbeidsmarkt tot een hogere

arbeidsproductiviteit leidt, is onjuist’Alfred Kleinknecht, hoogleraar Economie & Innovatie

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 26 01-10-12 09:42

Page 15: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 29

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 29 01-10-12 09:42

28 � UWVMAGAZINE

De geur van schone was. Twee leerlin-

gen staan geconcentreerd theedoe-

ken te strijken, terwijl vier andere

schone was aan een grote tafel

opvouwen en daarvan keurige sta-

peltjes maken. In de aangrenzende ruimte staan

twee grote wasmachines te draaien. We zijn in de

wasserij van De Hoge Brug, een school in

Rotterdam voor jongeren met een verstandelijke

beperking. In deze professioneel ingerichte was-

serij, die met financiële steun van UWV is opgezet,

wordt niet alleen de ‘schoolwas’ gedaan, maar ook

die van externe klanten. Leerlingen kunnen hier

een certificaat halen waarmee ze straks aan het

werk kunnen in een ‘echte’ wasserij.

Stroomden jongeren met een verstandelijke

beperking voorheen min of meer vanzelfspre-

kend door naar dagbestedings- en WSW-

voorzieningen, de laatste jaren is het inzicht

gegroeid dat zij waardevolle arbeidskrachten

kunnen zijn. Zij zijn niet alleen goed in staat om

eenvoudige werkzaamheden uit te voeren, maar

blijken vooral zeer trouwe en gemotiveerde werk-

nemers te zijn. Als zij goed worden voorbereid op

de arbeidsmarkt en adequaat worden begeleid op

de werkvloer, kunnen deze jongeren op de

arbeidsmarkt uitstekend functioneren, zo is de

ervaring. Maar dan moeten het onderwijs en de

arbeidsmarkt wel naadloos op elkaar aansluiten.

In de regio Rotterdam spannen zowel scholen,

Jongeren met een beperking aan het werk helpen

IEDER KIND KAN DE

WAS DOENOm zo veel mogelijk jongeren met een beperking aan werk te helpen,

moeten onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten. In

Rotterdam wordt hier hard aan gewerkt. We praten met Bernard van

Nijnatten, districtsmanager van UWV WERKbedrijf Rijnmond en met

Paul Meeuwsen, stagecoördinator van De Hoge Brug in Rotterdam,

een school voor jongeren met een verstandelijke beperking.

TEKST ELISE SCHOUTEN FOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 28 01-10-12 09:42

Page 16: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 31

ven meer invloed geven op het onderwijs, worden de

jongeren beter voorbereid op de arbeidsmarkt.

Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen tijdens

hun opleiding veel in bedrijven komen, zodat ze zien

hoe het er daar aan toegaat en leren wat er van hen

wordt verwacht.’

De Hoge Brug werkt steeds meer samen met bedrij-

ven. Zo is de wasserij in samenwerking met een was-

serij uit de omgeving opgezet en werkt de school

samen met een groot schoonmaakbedrijf. Het hele

onderwijs is erop gericht dat leerlingen zowel bin-

nen als buiten school zo veel mogelijk ‘levensechte’

arbeidservaringen opdoen, vertelt Paul Meeuwsen.

‘Wij hebben in alle vier onze branchegroepen – con-

sumptieve techniek, groenvoorziening, montage en

onderhoud, facilitaire voorzieningen – simulatie-

ruimtes ingericht, waar net zo wordt gewerkt als in

de bedrijven. Niet alleen de inrichting van de ruim-

tes is levensecht, maar leerlingen moeten bijvoor-

beeld ook de juiste kleding dragen. In de simulatie-

ruimte van montage en onderhoud draag je een

werkbroek, werkschoenen en als het nodig is een

helm. Leerlingen trainen relevante handelingen

eerst in de simulatieruimtes en daarna op de werk-

ervaringsplekken en in de stages. Zo ontwikkelen zij

gaandeweg het vertrouwen dat ze het kunnen.’

Naast een adequate arbeidsvoorbereiding op school,

benadrukt zowel Van Nijnatten als Meeuwsen dat

jobcoaching voor deze groep jongeren onmisbaar is.

Omdat jongeren met een verstandelijke beperking

vaak specifieke gedragskenmerken, gevoeligheden

of behoeften hebben, moet de begeleiding zich niet

alleen richten op de jongere zelf, maar ook op zijn

collega’s en leidinggevende. Hoe kunnen zij het

beste omgaan met deze nieuwe collega?

De uitstromers van De Hoge Brug krijgen het eerste

halfjaar ondersteuning van een jobcoach van de

school, vertelt Meeuwsen. ‘Wij hebben ons daarvoor

sterk gemaakt, omdat het regelmatig gebeurde dat

leerlingen na een paar weken of maanden werken

weer bij ons op de stoep stonden. Als de school de

jobcoaching geeft, is de kans op een succesvolle start

op de arbeidsmarkt groter. Wij kennen de jongere

goed en de jongere voelt zich veiliger. Na een half

jaar dragen wij de begeleiding over aan een job-

coachorganisatie en dat werkt prima.’

Meeuwsen en Van Nijnatten zijn ervan overtuigd dat

Sharon (17) komt nogal ongeïnteresseerd over. In die zin is ze net zo’n puber als

vele andere. Wel heeft Sharon veel meer moeite met leren dan andere jongeren

en zit om die reden op een school voor praktijkonderwijs. Ook weet ze zich, als het

erop aankomt, vaak niet te redden. Laatst zou ze met het openbaar vervoer naar

haar oma in Den Haag gaan. Ze raakte volledig het spoor kwijt. Dat was niet de eer-

ste keer dat er iets niet lukte. Er zijn in haar beleving al zo vaak dingen niet gelukt,

dat doet iets met je zelfbeeld. Die nonchalante houding, misschien is het haar

manier om ermee om te gaan.

(Uit: Jongeren met een beperking: van onderwijs naar arbeidsmarkt in Rijnmond/

Drechtsteden)

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 31 01-10-12 09:42

30 � UWVMAGAZINE

bedrijven als UWV zich daarvoor in. Zo liet UWV in

deze regio een onderzoek uitvoeren naar de aanslui-

ting tussen scholen waar de meeste jongeren met

een beperking onderwijs volgen (voortgezet speciaal

onderwijs, praktijkonderwijs en middelbaar

beroepsonderwijs) en de arbeidsmarkt 1. ‘Wij wilden

met name weten wat de betrokken partijen ver-

wachten van UWV’, vertelt Bernard van Nijnatten.

‘Dat kan ons helpen om ons beleid vorm te geven.

Waren onze activiteiten voorheen met name gericht

op jongeren die al in de Wajong zitten, nu willen we

ook voorkomen dat ze in de Wajong terechtkomen.

Voorwaarde daarvoor is dat de aansluiting tussen

school en werk verbetert.’

Uit het onderzoek blijkt dat de betrokken partijen

UWV zien als een belangrijke verbinder tussen de

arbeidsmarkt en de scholen, onder andere vanwege

het netwerk van werkgevers waarover UWV

beschikt. Daarnaast wordt veel waarde gehecht aan

de inzet van jobcoaching en aan de expertise van

UWV op het gebied van jobcarving: het aanpassen

van een taak aan de beperkingen van een werkne-

mer. Als het gaat om werknemers met een verstande-

lijke beperking zijn dit zeer belangrijke

instrumenten.

Samen met bedrijvenVan Nijnatten benadrukt allereerst het belang van

samenwerking en afstemming van alle mensen die

betrokken zijn bij de jongeren. ‘Vaak hebben deze

jongeren op de gebieden leren, wonen, werken en

zorg ondersteuning van verschillende mensen. Het

is van groot belang dat die goed samenwerken.

Daarom hebben we op steeds meer scholen zoge-

naamde “uitstroomoverleggen”, waarin deze par-

tijen afspraken maken over de leerlingen die uitstro-

men naar de arbeidsmarkt.’

Daarnaast is het noodzakelijk dat scholen intensief

samenwerken met bedrijven in de regio, dat zij

bedrijven de school inhalen en betrekken bij het

onderwijs, vindt Van Nijnatten. ‘Als scholen bedrij-

1 Woude, S. van der (2011). Jongeren met een beperking: van

onderwijs naar arbeidsmarkt in Rijnmond/Drechtsteden. Prak-

tijkvoorbeelden hoe het (niet) lukt en wat ieders rol daarin kan

zijn. Rotterdam: UWV WERKbedrijf Rijnmond.

Rachel (18) gaat ondanks haar tengere postuur (lichtgewicht van een meter zes-

tig) voor niemand aan de kant. Ook niet voor die gozer die haar op straat dreigde

te verkrachten. Ze hoekte hem neer, werd gearresteerd, niet geloofd en veroor-

deeld voor openlijke geweldpleging. Rachel knokt zich letterlijk en figuurlijk een

weg door het leven. Ook verbaal staat ze haar mannetje. Ze scheldt en vloekt wat

af. Zit onder de tattoos en ‘ijzerwerk’. Nee, Rachel is geen lieverdje. In haar kinder-

jaren werd ADHD en ADD gediagnosticeerd. Dat geldt overigens ook voor haar

ouders, met wie ze een zeer problematische relatie heeft. Al vroeg kreeg het

gezin ondersteuning (jeugdhulpverlening/GGZ) maar het hielp weinig.

(Uit: Jongeren met een beperking: van onderwijs naar arbeidsmarkt in Rijnmond/

Drechtsteden)

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 30 01-10-12 09:42

Page 17: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

BEROEPSGEHEIM VERSUS

HANDHAVING

TEKST FRANK VAN WIJCK ILLUSTRATIE MARTYN F. OVERWEEL

Iedere verzekeringsarts wordt wel eens geconfronteerd met het

onbestendige gevoel dat het verhaal dat een patiënt in de spreekkamer

vertelt niet helemaal klopt. Het medisch beroepsgeheim kan dan een

tweesnijdend zwaard worden. Aan de ene kant waarborgt het de vrijheid

van spreken van de patiënt, maar aan de andere kant kan het de

handhaving door de verzekeringsarts bemoeilijken.

Het dilemma van de verzekeringsarts

Het medisch beroepsgeheim is even streng voor

alle artsen. En in de praktijk is het soms

behoorlijk lastig om binnen de grenzen ervan

optimaal je werk te doen, zegt regionaal staf-

verzekeringsarts Charles Lemmers. ‘Het

medisch beroepsgeheim is in de afgelopen decennia nauwe-

lijks gereviseerd en we lopen soms aan tegen de grenzen

ervan. Het komt voor dat je, ondanks dat je een vermoeden

hebt, écht niets kunt doen en dat is dan heel schrijnend.’

Als meest verstrekkende voorbeeld noemt Lemmers de

geruchtmakende fraudezaak die met de arbeidsongeschikt-

heidsverzekering én het persoonsgebonden budget te maken

had en waarbij ook psychiaters betrokken waren. Het ging

hierbij om patiënten die allemaal hetzelfde – uiterst zeld-

zame – psychiatrische ziektebeeld hadden. ‘Je gaat dan eerst

kijken of je je vergist’, zegt Lemmers. ‘En vervolgens ga je met

collega’s gegevens vergelijken om een dossier aan te leggen.’

De zaak kwam na heel veel omwegen pas zo ver dat tot een

ongebruikelijke maatregel werd besloten: de patiënten voor

onderzoek door een multidisciplinair psychiatrisch team

laten opnemen in een topklinisch ziekenhuis. Met de – voor

de patiënten negatieve – uitkomst van dit onderzoek was de

zaak echter nog niet beslecht, want het medisch beroepsge-

heim stond (bij melding van de zaak aan de Inspectie voor de

Gezondheidszorg) het noemen van namen van betrokkenen

in de weg. Toen het Openbaar Ministerie (OM) medische dos-

siers vorderde in de zaak tegen de psychiaters, was een uit-

spraak van de Raadskamer in Rotterdam nodig om de medi-

sche informatie in deze specifieke zaak te kunnen vrijgeven.

De uitspraak in deze zaak wordt overigens pas in 2013

verwacht.

Anonieme meldingZo extreem is het doorgaans niet. Net als Lemmers erkent ook

verzekeringsarts Jan Willem Hekkelman dat de meeste

patiënten gewoon eerlijk zijn. ‘Ze overdrijven soms hun

gezondheidsklacht wat’, zegt hij. ‘Dat is menselijk en daar

prik je op basis van je werkervaring meestal wel doorheen.

Het wordt al moeilijker als we een anonieme melding krijgen

dat iemand naast een uitkering werkt. Het beleid is dan zo’n

patiënt op te roepen voor geneeskundig onderzoek en daar-

bij ook de reden voor het onderzoek te vermelden, maar er is

vaak toch moeilijk een vinger achter te krijgen of de melding

nu wel of niet terecht is. Het zou helpen als we dan tegen een �

OKTOBER 2012 33

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 33 01-10-12 09:43

32 � UWVMAGAZINE

veel jongeren met een verstandelijke beperking lan-

ger dan drie jaar, misschien wel levenslang, jobcoa-

ching nodig hebben of in ieder geval altijd moeten

kunnen terugvallen op een vaste begeleider. In dat

kader voert UWV momenteel op verschillende plaat-

sen in het land pilots uit waarin mensen in bedrijven

worden opgeleid tot jobcoach. ‘De werkgever zorgt

dan dus zelf voor de jobcoaching’, vertelt Van

Nijnatten. ‘Je krijgt een soort meester-gezelverhou-

ding en de ervaringen daarmee zijn tot nu toe posi-

tief. Voordeel is dat zo’n “interne jobcoach” de cul-

tuur van het bedrijf goed kent en de jongere daarin

goed kan invoeren.’

KoudwatervreesDe inspanningen in Rotterdam blijken vruchten af te

werpen. Steeds meer leerlingen van De Hoge Brug

stromen door naar de arbeidsmarkt. ‘De laatste jaren

heeft ongeveer een derde van onze schoolverlaters

een arbeidscontract en dat is meer dan ooit’, vertelt

Meeuwsen. ‘Wel heeft deze doelgroep – onze leerlin-

gen hebben allemaal een IQ lager dan 55 – zonder uit-

zondering Wajong-ondersteuning nodig. UWV stelt

de loonwaarde van de jongere vast en vult dat bedrag

aan vanuit de Wajong. Dat is een goede constructie:

de jongere verdient net iets meer dan het minimum-

loon en de werkgever heeft een goedkope en gemoti-

veerde arbeidskracht. Ik hoop dan ook van harte dat

deze regelgeving overeind zal blijven, maar helaas is

dat helemaal niet zeker.’

Naast onduidelijkheid over de toekomstige regelge-

ving, is volgens Meeuwsen de beeldvorming over

jongeren met een verstandelijke beperking een

obstakel voor een goede aansluiting tussen onder-

wijs en arbeidsmarkt ‘Er leven nogal wat vooroor-

delen over deze groep en veel bedrijven hebben

koudwatervrees. Meestal komt dat voort uit onwe-

tendheid.’ UWV probeert iets te doen aan deze nega-

tieve beeldvorming, bijvoorbeeld door werkgevers

voorlichting te geven en workshops te organiseren.

‘Daarmee proberen we werkgevers over de drempel

te trekken’, vertelt Van Nijnatten. ‘Ze krijgen voor-

lichting over Wajongers en we gaan in op de vraag

wat het betekent om zo’n jongere in dienst te

nemen. Vooral de voordelen daarvan zijn voor

werkgevers vaak verrassend. Ze weten bijvoor-

beeld niet dat deze jongeren vaak heel gemotiveerd

en productief zijn en dat ze een positieve invloed

hebben op de omgeving.’ �

� Het zal je maar gebeuren. Je bent 14 jaar en wordt op je scooter geschept

door een auto. Wanneer je bijkomt, blijkt dat je helemaal niets meer ziet. En

je ook nooit meer iets zult zien. Je bent blind, van de ene op de andere dag.

Hoe ga je daar in vredesnaam mee om? ‘Handicapverwerking’ noemen ze

dat op zijn school. Maar Mike, inmiddels 16, laat z’n hoofd niet hangen. Zijn

recept: humor, zelfspot en energie.

(Uit: Jongeren met een beperking: van onderwijs naar arbeidsmarkt in

Rijnmond/Drechtsteden)

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 32 01-10-12 09:43

Page 18: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 35

Kroneman vertelt: ‘Naar verwachting zal de minister later dit

jaar op basis van de resultaten een standpunt formuleren of

al dan niet veranderingen gewenst zijn in de invulling van

het medisch beroepsgeheim. Uiteindelijk is dat een politieke

afweging.’

Nieuwe richtlijnNaar aanleiding van de eerdergenoemde tuchtrechtzaak is er

al een richtlijn van de divisie Sociaal Medische Zaken van

UWV ontwikkeld over hoe een verzekeringsarts moet hande-

len bij een vermoeden van fraude. ‘Volgt een arts die richtlijn,

dan zou hij bij het tuchtcollege in principe geen problemen

hoeven te verwachten’, zegt Kroneman. ‘De richtlijn geeft

aan welke informatie een verzekeringsarts in zijn rapport

kan opnemen die noodzakelijk is voor de UWV-functionaris

die belast is met het nemen van een besluit over herziening

van de uitkering. Daarbij kan het onder andere gaan om het

eventueel instellen van terugvordering, het opleggen van

sancties of het doen van aangifte bij het OM. De richtlijn geeft

ook aan hoe een verzekeringsarts kan handelen bij een ver-

moeden van fraude. Maar: de richtlijn raadt verzekeringsart-

sen wel af de afdeling Handhaving in te schakelen, want

daarvoor ontbreekt nu de wettelijke grondslag.’

Op dit moment heeft UWV de verzekeringsartsen (binnen de

huidige wet- en regelgeving) zo veel mogelijk duidelijkheid

gegeven door met de bovengenoemde richtlijn te komen,

zegt Kroneman. ‘Maar het blijft een lastig onderwerp, omdat

de huidige wet nu eenmaal weinig ruimte biedt aan de verze-

keringsarts om fraude intern of extern te melden. We zijn dan

ook benieuwd welke kant de discussie opgaat en of er meer

duidelijkheid komt voor verzekeringsartsen over enerzijds

hun speelruimte ten aanzien van het medisch beroepsge-

heim en anderzijds hun taak in het voorkomen en opsporen

van fraude.’ �

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 35 01-10-12 09:43

34 � UWVMAGAZINE

collega van de afdeling Handhaving konden zeggen: ga die

persoon eens volgen. Maar daartoe hebben we niet de

bevoegdheid.’

Je moet als verzekeringsarts altijd op je qui vive zijn dat je je

grenzen niet overschrijdt, stelt hij dan ook. ‘Vooralsnog blijft

het een heikel onderwerp. Voordat je het weet, wordt er een

klacht tegen je geuit en dat kan ook zomaar een tuchtklacht

worden. Dat is heel vervelend voor een verzekeringsarts en

kost heel veel tijd. Het komt zelden voor dat een klacht

gegrond wordt verklaard, maar je voelt je tijdens de proce-

dure toch soms bijna een crimineel.’

Dunne scheidingslijnHet medisch beroepsgeheim heeft al geruime tijd de aan-

dacht van zowel artsenfederatie KNMG als het ministerie van

VWS. ‘De verzekeringsarts heeft aan de ene kant een wette-

lijke taakuitoefening, maar moet aan de andere kant heel

terughoudend zijn als hij fraude constateert’, zegt medisch

adviseur Herman Kroneman van UWV. ‘Zowel KNMG als VWS

ziet dat dit problemen kan geven. Wil een zorgverlener het

medisch beroepsgeheim doorbreken omdat hij daartoe een

bepaalde aanleiding ziet, dan dient hij eerst te kijken of hij de

informatie op een andere manier kan verkrijgen. Is dat er

niet, dan moet hij in ieder geval nooit meer vertellen dan

voor de betreffende zaak strikt noodzakelijk is.’

Kroneman staaft dat met een voorbeeld van hoe dun de

scheidslijn is tussen enerzijds volgens de regels van het

medisch beroepsgeheim handelen en anderzijds een stapje

te ver gaan. Het betreft het geval van een vrouwelijke pati-

ent die bij de verzekeringsarts kwam met het verhaal over

continue angstaanvallen die haar het werken belemmerden.

Zij werd volledig arbeidsongeschikt bevonden. Een ano-

nieme tip leidde echter tot de bevinding dat zij samen met

haar man een bedrijfje runde in Spanje waarin ze apparte-

menten verhuurden. Toen deze zaak aan het licht kwam, liet

de verzekeringsarts zich tegenover de opsporingsfunctiona-

ris ontvallen dat zij zich bij de neus genomen voelde en dat

haar beleid anders was geweest als zij dit had geweten.

‘Door dit te zeggen tegen de opsporingsfunctionaris, begaf

die verzekeringsarts zich op glad ijs’, vertelt Kroneman. ‘Het

leidde tot een tuchtrechtzaak, waarin de verzekeringsarts de

maatregel van een waarschuwing werd opgelegd. In hoger

beroep oordeelde de rechter dat het beter was geweest als de

verzekeringsarts helemaal geen informatie had verstrekt

over hetgeen tijdens het spreekuur ter sprake was gekomen.

Het Centraal Tuchtcollege zag echter onvoldoende grond om

de verzekeringsarts een tuchtrechterlijk verwijt te maken,

omdat die zich alleen in algemene zin had uitgelaten en niet

in detail was getreden of medische gegevens had prijsgege-

ven. Overigens merkte de rechter op dat het ongewenst is

dat de verzekeringsarts in dit soort situaties zelf moet beslis-

sen hoe te handelen bij een vermoeden van fraude, terwijl

een richtinggevend kader ontbreekt. Bedenk hierbij wel dat

fraude signaleren een wettelijke taak is van UWV en dat de

verzekeringsarts daarin een rol speelt. Het is dus echt op eie-

ren lopen voor onze artsen.’

Naar aanleiding van bijvoorbeeld deze fraudezaak en de

schietpartij in Alphen aan den Rijn (de schutter stond onder

medische behandeling) in 2011 is discussie ontstaan over het

medisch beroepsgeheim in relatie tot het opsporen en voor-

komen van strafbare feiten. Om die reden laat de minister

van VWS op dit moment een onderzoek doen naar het

medisch beroepsgeheim in algemene zin. Tegelijkertijd

onderzoekt het Openbaar Ministerie op dit moment in hoe-

verre het medisch beroepsgeheim strafrechtelijk onderzoek

belemmert. Beide onderzoeken zijn binnenkort afgerond.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 34 01-10-12 09:43

Page 19: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 37

rbeidsmarkteconoom Pieter Gautier van de

Vrije Universiteit Amsterdam is niet vies van

onorthodoxe ideeën om de arbeidsmarkt

weer wat beter op gang te krijgen. In een

ingezonden stuk in de Volkskrant stelde

hij samen met een collega-econoom voor de beperking

van het ontslagrecht te combineren met het subsidië-

ren van banencreatie. ‘Werknemers met vaste contrac-

ten bouwen rechten op en hebben geen prikkel om te

verkassen als economische omstandigheden of de

waarde van hun vaardigheden veranderen’, schreven

zij in de ochtendkrant. Ook moeten we eindelijk eens

ophouden de 55-plussers altijd en eeuwig voor te trek-

ken, zo vindt hij. En hij hekelt ‘versnipperd beleid’ om

het probleem van de stagnerende arbeidsmarkt aan te

pakken.

In plaats daarvan zouden Nederlandse politici een inte-

grale aanpak moeten kiezen, zoals in Denemarken

gebeurt. Daar is het ontslagrecht bijzonder soepel, maar

helpt de overheid met flinke uitkeringen ook mensen

bij het weer vinden van een nieuwe baan. Zoiets zou in

Nederland ook kunnen – misschien wel moeten. Zeker

nu de crisis zo lang duurt en de werkloosheid onder

bepaalde groepen ernstige proporties begint aan te

nemen. ‘Insiders – werknemers met een vast contract –

beschermen helpt de zwakkeren op de arbeidsmarkt

niet. Juist migranten en jongeren hebben belang bij soe-

pel ontslagrecht, paradoxaal genoeg.’

Vooral linkse politici willen op een ‘sociale manier’

uit de crisis komen. Ze gebruiken die woorden met

name als het over de arbeidsmarkt en uitkeringen

gaat. Kan de overheid nu wel ‘sociaal’ zijn, of maken

zachte heelmeesters stinkende wonden?

‘Ik denk dat het niet typisch links is om voor fatsoen

te pleiten, de meeste politici willen op een nette

manier de crisis oplossen. Waar links en rechts vaak

in verschillen, is de invulling van het begrip sociaal

en hoe beleid voor bepaalde groepen in de samenle-

ving uitpakt. Maatregelen hebben vaak voor verschil-

lende delen van de bevolking verschillende uitwer-

kingen; wat voor de ene groep heel goed is, blijkt voor

de andere groep zeer ongunstig. Neem ontslagbe-

scherming. Voor de groep 55-plussers is een versoepe-

Econoom Pieter Gautier

‘DE ARBEIDSMARKT IS GEEN

STOELENDANS’Is er een manier om sociaal uit de crisis te komen, zoals sommige politieke

partijen beloven? Voor Pieter Gautier, hoogleraar Arbeidsmarkteconomie

aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is dat een kwestie van definitie.

Wat volgens hem in elk geval redelijk werkt, is het Deense model: hoge, korte

uitkeringen, actieve re-integratie en beperkte ontslagbescherming.

TEKST MIRJAM VAN IMMERZEEL FOTOGRAFIE JAN VAN BREDA

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 37 01-10-12 09:44

36 � UWVMAGAZINE

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 36 01-10-12 09:43

Page 20: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 39

ontdekten, was dat bedrijven in landen met stringente ont-

slagbescherming eind jaren negentig weinig hebben geïn-

vesteerd in informatietechnologie, die toen erg in opkomst

was. Dat mechanisme is logisch. IT was een nieuwe tech-

niek: kansrijk maar tegelijkertijd riskant. Als je weet dat het

duur is om mensen te ontslaan, zul je in een branche als de

IT minder risico nemen, en dus ook kansen missen.’

We moeten de arbeidsmarkt stimuleren, maar zonder

groepen met een achterstand op de arbeidsmarkt buiten te

sluiten. Is er een oplossing voor dit probleem?

‘Het Deense model werkt goed. Zij koppelen een soepel

ontslagrecht aan hoge uitkeringen en een actieve over-

heid. Als je wordt ontslagen, is dat in financieel opzicht dus

niet erg en door de goed werkende arbeidsmarkt heb je

snel weer een baan.’

Maar niet die oudere bouwvakker...

‘Nu krijg je per gewerkt jaar een maand ontslagvergoeding.

Dat betekent dat het vooral duur is om oudere werknemers

te ontslaan. Versoepel het ontslagrecht en je krijgt massale

werkloosheid onder mensen die nu te duur zijn om te ont-

slaan, zo hoor je soms. Als je dat gelooft, dan geloof je dus

ook dat de enige reden waarom oudere werknemers nu

nog aan de slag zijn, is omdat er ontslagbescherming is. Dat

ze totaal niet productief zijn en alleen dankzij de wet werk

hebben. Dat is een cynische kijk; een grote groep 55-plus-

sers produceert meer dan hun loon. Ik denk dat de meeste

oudere werknemers gewoon aan de slag blijven, alleen al

door hun ervaring. Wel zullen hun lonen mogelijk wat min-

der stijgen aan het einde van hun carrière.’

Om de arbeidsmarkt te stimuleren, kun je de prikkel ook in

de sociale zekerheid leggen. Lagere uitkeringen betekenen

een grotere stimulans om weer aan het werk te gaan.

‘Je kunt de uitkeringen op nul zetten, dan accepteren werk-

lozen elke baan die langskomt. Maar is dat wenselijk? Je

moet mensen ook de tijd geven om iets nieuws te vinden,

om een goede match op de arbeidsmarkt tot stand te bren-

gen. Waar precies de balans ligt tussen de hoogte van de

uitkering en de juiste stimulans om weer aan het werk te

gaan, is heel moeilijk te bepalen. Voor de één ligt dat name-

lijk op een heel ander punt dan voor de ander. Hoeveel

spaargeld heeft iemand bijvoorbeeld om het nog even uit

te zingen? Een recent voorstel is om de uitkeringen lang-

zaam te laten afnemen met de tijd, dat mensen steeds meer

prikkels krijgen om een baan aan te nemen. Dat willen

GroenLinks, VVD en D66 onder andere. Uit de economische

theorie is dat echter niet evident.’

De fl exibele schil dijt al jaren gestaag uit. En toch, zonder

ontslagbescherming valt voor veel Nederlanders een recht

weg waar ze hun leven omheen bouwen, de vaste baan.

Hoe vang je dat op?

‘Mensen hebben inderdaad behoefte aan zekerheid, maar

die kunnen ze ook krijgen, zelfs als het ontslagrecht soepe-

ler wordt. Je zou bijvoorbeeld een lager loon kunnen accep-

teren in ruil voor meer zekerheid of langere contracten.

Individuele werknemers kunnen dat bijvoorbeeld regelen

binnen hun cao. Zelfs voor mensen die hamburgers bakken,

geldt: je moet als werkgever loon of zekerheid bieden. Een

zekere baan tegen lager loon of juist flexibiliteit en wat

meer salaris.’

En een ouderwetse vaste baan als lokkertje voor schaars

personeel?

‘Je ziet dat bedrijven op de arbeidsmarkt nu al concurreren

met vakantiedagen, groeimogelijkheden, opleidingen.

Waarom dan niet met zekerheid? Bedrijven hebben soms

zelf ook een prikkel om zekerheid te bieden. Denk aan de

nieuwe monteurs die de spoorwegen aan het opleiden is.

De NS wil die vakmensen straks vast een langer contract

aanbieden om ze te houden. Je ziet het ook bij ambtena-

renbanen: daar zie je lage lonen in ruil voor meer

zekerheid.’

Deze crisis duurt nu al sinds 2008. Wanneer is het

afgelopen?

‘Economen kunnen niet goed voorspellen, ik ben daar geen

uitzondering op. Wat ik wel weet: financiële crises zijn

vaak extra hardnekkig. De reden dat we de vorige crisis in

Nederland zo goed hebben overleefd, was de krapte op

arbeidsmarkt. Werkgevers hielden hun personeel toen vast

omdat ze bang waren tijdens de opleving geen mensen te

kunnen krijgen. Nu gaat het al langer niet zo goed in

Nederland en hebben bedrijven geen keus meer, ze moeten

krimpen. Belangrijk is om de eurocrisis eindelijk eens goed

aan te pakken. Zuidelijk Europa moet hervormen. Ze moe-

ten het bijvoorbeeld niet zo moeilijk maken om bedrijven

op te richten, dan zal de arbeidsmarkt ook beter werken. In

Griekenland is het heel ingewikkeld om een onderneming

te starten. In Spanje hetzelfde. In combinatie met lagere

overheden die veel macht hebben, leidt dat tot inefficiën-

tie waardoor ze niet kunnen concurreren. Daar moet echt

iets aan worden gedaan, anders blijft het probleem voort-

bestaan. In ruil voor die hervormingen moeten de Noord-

Europese landen helpen met het herkapitaliseren van de

banken in die landen – ook uit eigen belang. Dit alles ver-

eist verdergaande economische integratie.’ �

‘Economen kunnen niet goed voorspellen, ik ben daar geen uitzondering op. Wat ik wel weet:

nanciële crises zijn vaak extra hardnekkig’

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 39 01-10-12 09:44

38 � UWVMAGAZINE

ling van het ontslagrecht een slechte zaak, voor jongeren

zou het een geweldige stimulans zijn. Tja, wat is dan

sociaal?’

Waarom is versoepeling een geweldige stimulans voor de

arbeidsparticipatie van jongeren?

‘Jongeren komen nu moeilijk aan een baan. Werkgevers

durven nieuwkomers op de arbeidsmarkt vaak geen con-

tract aan te bieden uit angst dat ze niet meer van ze af

komen. Uit onderzoek blijkt dat een soepeler ontslagrecht

er ook toe leidt dat werklozen sneller een baan vinden,

vooral mensen die zich net op de arbeidsmarkt melden. Dat

is ook niet zo gek: als het makkelijker is om mensen te ont-

slaan, zullen werkgevers nieuw personeel sneller uitprobe-

ren. Daarom is het ook gunstig voor jongeren, die krijgen

eerder het voordeel van de twijfel.’

Het recept was vroeger om oudere werknemers uit te laten

stromen in de VUT en WAO om zo plaats te maken voor

jongeren. Is dat nu ook een idee?

‘Die theorie ging uit van de verkeerde basisgedachte dat er

een eindig aantal banen is en dat we die moeten verdelen

onder de beschikbare werknemers. Onzin, het is geen stoe-

lendans, geen kleine taart voor te veel hongerige mensen.

Als je mensen massaal in de VUT stopt, haal je dynamiek uit

de economie, dan gaat juist het aantal banen omlaag

(omdat de ontstane vacatures niet worden vervuld-red.).

Mensen moeten ook werken om premies voor de ouderen

te kunnen betalen.’

Waarom zijn sommige mensen er zo tegen om het

ontslagrecht te veranderen?

‘De probleemgevallen, zoals de man van 58 die zijn baan

verliest en niet meer aan de slag komt, zijn erg zichtbaar.

Zijn verhaal is makkelijk te vertellen. Jongeren die sneller

aan het werk gaan, zijn een minder opvallende abstractie.

Waar richt je je op? Voorstanders van ontslagbescherming

zeggen bovendien dat werk een langetermijnrelatie is, dat

een werknemer investeert in zijn relatie met de werkgever

en in zijn vaardigheden. Dat doe je natuurlijk alleen bij

baanzekerheid.’

Dat lijkt een zinnig punt...

‘Dat is het ten dele ook wel, maar versoepelen van het ont-

slagrecht betekent niet dat we bedrijven verbieden om lan-

getermijncontracten aan te bieden. De nadelen van strikt

ontslagrecht zijn daarnaast ook evident. Mensen blijven te

lang zitten op plekken waar ze eigenlijk niet horen, je krijgt

een stroperige arbeidsmarkt. Wat we tijdens onderzoek

BIOGRAFIEPieter Gautier(1967) is als hoogleraar verbonden aan de Vrije Uni-versiteit Amsterdam. Eerder was hij gastonderzoeker verbonden aan universiteiten in de Verenigde Staten (Georgetown en het Mas-sachusetts Institute of Technology) en Frankrijk (Toulouse). Daar-naast is hij Associate Editor van het Journal of the European Econo-mic Association. Het grote publiek kent hem vooral als de wetenschapper die onderzocht waarom je in de grote stad makkelij-ker aan een partner komt dan op het platteland, zeker als man.

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 38 01-10-12 09:44

Page 21: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

40 � UWVMAGAZINE

JOCHEM KLIJN20 jaar Oud-leerling van praktijkschool MET in Waalwijk

‘Op m’n 18de ben ik van de MET afgegaan. Eerst was ik hoopvol, maar het ging allemaal anders. Ik zat bij een aluminiumconstructiebedrijf, daar werd vanwege reorganisatie mijn contract niet verlengd. Nu zit ik al anderhalf jaar zonder werk en daar word ik niet goed van! Ik loop bedrijven af, solliciteer, krijg hulp van mijn jobcoach en de school, maar niets helpt. Ik voel dat bedrijven me niet aannemen vanwege mijn opleidingsniveau, maar ik heb mijn VCA (certificaat Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers-red.), mijn heftruckrijbewijs en ik wil heel graag. Het enige dat ik niet kan, is vier dingen tegelijk. Ik kan die dingen wel, maar dan één voor één, en afvinken. Ik blijf proberen en wil me niet uit het veld laten slaan, maar dat is soms wel moeilijk.’ Zie ook pagina 11-20-21. M

AR

TIN

WA

ALB

OE

R

UWVMAGAZINE-4-2012 2.indd 40 01-10-12 09:44

Page 22: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

OKTOBER 2012 I

KENNISDOSSIER

ECONOMIETREKT IETS AAN

De economie groeit weer. Nederland is voor de tweede keer in korte tijd uit een

recessie gekropen. De arbeidsmarkt reageert met vertraging en lijkt eerder verder te

verslechteren. In dit kennisdossier bieden we een overzicht en duiding van de laatste

ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

TEKST ARIE VREEBURG, PETER RIJNSBURGER EN MENNO DE VRIES INFOGRAPHICS KAY COENEN

De auteurs zijn kennisadviseur bij UWV

Kennisdossier-4-2012-04.indd 1 01-10-12 09:51

Page 23: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

II � UWVMAGAZINE

e Nederlandse economie heeft de

recessie van vorig jaar, volgens

het Centraal Bureau voor de

Statistiek (CBS), weer achter de

rug. De economie groeit al twee kwartalen –

voor het seizoen gecorrigeerd – met 0,2%.

Goed nieuws dus voor de economie, of moe-

ten we een andere betekenis geven aan deze

economische groei?

GroeiDe positieve kwartaalgroei in de economie is

vooral te danken aan een gunstige ontwikke-

ling van de uitvoer naar het buitenland. De

uitvoer bevindt zich op recordniveau. De bin-

nenlandse seinen staan evenwel op rood: con-

sumenten, bedrijven en overheid geven min-

der uit of gaan dat in de toekomst doen.

Immers consumenten zijn onzeker en zijn

behoedzaam in het doen van uitgaven.

Bedrijven hebben door matige afzetontwikke-

lingen minder behoefte aan investeringen in

nieuwe machines, huisvesting etc. De over-

heid gaf in het tweede kwartaal nog enig

tegenwicht doordat zij iets meer uitgaf dan

een jaar geleden. Terwijl de overheidsbeste-

dingen in de rest van het jaar waarschijnlijk

zullen afnemen.

Voor de komende kwartalen wordt uitge-

gaan van minder economische dynamiek. De

economische bureaus van de grote

Nederlandse banken, het Centraal Planbureau

en De Nederlandsche Bank verwachten voor

2012 als geheel namelijk minder economische

activiteiten dan voorgaand jaar. Ongunstige

ontwikkeling van de binnenlandse vraag en

twijfels over de ontwikkeling van de export

zijn daar debet aan. Kortom, de economie

presteert ondermaats en blijft op haar best in

een laagconjunctuur. Het Centraal Planbureau

verwacht enig groeiherstel in de economie

pas in 2013.

‘06 ‘07

-6

-4

-2

0

2

4

6%

‘05 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12

BR

ON

: CB

S

Groei economieEconomie groeit weinig in het eerste halfjaar van 2012

Groei BBP(per kwartaal t.o.v.hetzelfde kwartaal van voorgaand jaar)

Groei BBP(per kwartaal t.o.v. voorgaand kwartaal)

BBP= Bruto Binnenlands Product

≥Arbeidsmarkt 1

BR

ON

: CB

S

Land

- en

bos

bouw

/Ja

cht /

Vis

seri

j Del

fsto

ffen

win

ning

/In

dust

rie

/ N

utsb

edri

jven

Han

del e

nre

para

tie

Hor

eca

Verv

oer

/ Ops

lag

/ C

omm

unic

atie

Fina

ncië

le In

stel

linge

n /

Verh

uur

/ Zak

elijk

edi

enst

verl

enin

gO

nder

wijs

/ Cu

ltuu

r /

Mili

eu /

Zorg

Bou

wni

jver

heid

2011/2e kwartaal 2012/2e kwartaal

700

600

500

400

300

200

100

0

Grote groei van het aantal faillissementen in de bouwnijverheid t.o.v. 2011

Faillissementen bedrijven en instellingen 2

Kennisdossier-4-2012-04.indd 2 01-10-12 09:51

OKTOBER 2012 III

KENNISDOSSIER

Moeilijk vaarwater Wat zijn nu de gevolgen van de matige ont-

wikkeling van de economie en arbeidsmarkt?

Om dit in beeld te brengen, kijken we naar de

volgende arbeidsmarktindicatoren: het aantal

faillissementen, het aantal uren dat uitzend-

medewerkers werken, het aantal vacatures,

de werkgelegenheidsontwikkeling en het

aantal werkzoekenden.

De moeilijke economische situatie van dit

moment wordt vooral weerspiegeld in het uit-

zonderlijk hoge aantal faillissementen. Zo

hoog als nu is het aantal faillissementen in de

afgelopen decennia niet eerder geweest.

Vooral in de Bouwnijverheid is de groei van

het aantal faillissementen ten opzichte van

een jaar geleden, zowel absoluut als relatief

hoog.

Nu de economie zich ongunstig ontwik-

kelt, hebben bedrijven minder behoefte aan

personeel. Het eerste wordt dat zichtbaar in

het aantal uitzendmedewerkers dat bedrijven

inhuren. Dit aantal veert namelijk mee met

ontwikkelingen met de productie van bedrij-

ven. Cijfers van de Algemene Bond van

Uitzendondernemingen (ABU) wijzen al ruim

een halfjaar op een vermindering van het aan-

tal uitzenduren. Alle vier onderscheiden

bedrijfstakken van de ABU laten een daling

van het aantal uren zien.

Ook het aantal ontslagvergunningen dat

UWV afgeeft, laat een ongunstig beeld zien. Bij

tegenvallende afzetontwikkelingen moeten

werkgevers – als hun fl exibele schil met uit-

zendmedewerkers, tijdelijke dienstverban-

den etc. is afgebouwd – immers vaak ook

vaste krachten ontslaan. Nadat in september

vorig jaar voor het eerst het aantal ontslagver-

gunningen (ten opzichte van dezelfde maand

van vorig jaar) weer groeide, blijft ook in de

afgelopen maanden dat aantal verder groeien.

De malaise op de arbeidsmarkt wordt daar-

30 %

20

10

0

-10

-20

-30

2008 2009 2010 2011 2012

Aantal uitzenduren daalt al ruim een halfjaar

Uitzenduren

BR

ON

: AB

U

3

blijft in mineur

naast duidelijk gemarkeerd door de ontwikke-

ling van het aantal vacatures dat ontstaat. Dit

aantal is weliswaar toegenomen van 169 dui-

zend vorig kwartaal tot 179 duizend in het

tweede kwartaal, maar dat is een gebruikelijk

patroon in het voorjaar. Voor een reëler beeld

kunnen we beter het aantal in het tweede

kwartaal van dit jaar vergelijken met dat in

hetzelfde kwartaal van voorgaande jaren. Dan

wordt duidelijk dat sinds het CBS het aantal

vacatures bijhoudt, men alleen in 2003 een

lager aantal registreerde (175 duizend).

Gegeven het bovenstaande, is het niet ver-

rassend dat de werkgelegenheid niet gunstig

ontwikkelt. Weliswaar loopt – net als bij de

vacatures – de werkgelegenheid in het voor-

jaar op. Echter gecorrigeerd voor het seizoen,

zien we een werkgelegenheidskrimp. De sei-

zoensgecorrigeerde werkgelegenheid op dit

moment is vergelijkbaar met het niveau van

Kennisdossier-4-2012-04.indd 3 01-10-12 09:51

Page 24: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

IV � UWVMAGAZINE

310 x 1.000

270

230

190

150

1998

2000

2002

2004

2006

2008

2010

2012

BR

ON

: CB

S

Ontstane vacatures in het tweede kwartaalAlleen in 2003 was het aantal ontstane vacatures in het tweede kwartaal lager dan nu

4

BR

ON

: CB

S

8.000

7.800

7.600

7.400

8.200 x 1.000

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

20

12

Banen

Banen seizoensgecorrigeerd

WerkgelegenheidAarzelende ontwikkeling van de werkgelegenheid 5

Instroom NWW Uitstroom NWW

JUL’

11

AUG

‘11

SEP

‘11

OKT

‘11

NOV

‘11

DEC

‘11

JAN

‘12

FEB‘

12

MAA

‘12

APR

‘12

MEI

‘12

JUN‘

12

JUL‘

12

60

40

20

0

In- en uitstroom NWW (x1000) Aantal NWW 490

480

470

460

450

440

Bestand NWW

Dynamiek NWWDe dynamiek in het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww) wordt groter: sterke groei van het aantal nieuwe werkzoekenden, en ook meer uitstroom in juli

6

medio 2010 en begin 2007. Dat betekent dat de

werkgelegenheid in vijf jaar tijd per saldo geen

vooruitgang heeft geboekt.

Aantal werkzoekenden hogerHet aantal werkzoekenden wordt bepaald door

ontwikkelingen in de vraag van arbeid door

werkgevers en het aanbod van arbeid door

werknemers. Ten opzichte van een vol jaar gele-

den is er minder vraag naar arbeid en meer aan-

bod. Normaal gesproken leidt dit tot meer niet-

werkende werkzoekenden (NWW) ten opzichte

van een geheel jaar geleden. Dit is inderdaad

het geval. Echter op grond van ontwikkelingen

in vraag en aanbod van arbeid zou een hoger

aantal NWW kunnen worden verwacht. Kijken

we, in plaats van naar het aantal niet-werkende

werkzoekenden, naar alle werkzoekenden –

dus inclusief met werkloosheid bedreigde

werknemers, werkzoekende gedeeltelijk

arbeidsongeschikten etc. – dan zien we een

meer geprononceerde ontwikkeling: een groei

van 76 duizend ofwel 14 procent ten opzichte

van vorig jaar. Ook zien we een toegenomen

dynamiek van het aantal werkzoekenden. De

landkaart laat zien dat het aantal nieuwe werk-

zoekenden in elke regio fors groeit.

Overigens bieden de kwantitatieve ontwikke-

lingen in de arbeidsvraag en -aanbod geen vol-

ledige verklaring voor ontwikkelingen van het

aantal werkzoekenden. Er spelen ook andere

invloeden, zoals andere defi nities, telmetho-

den, meer kwalitatieve aspecten etc.

Toekomstverwachtingen Ondanks meevallende economische cijfers over

het eerste halfjaar, gaan de economische insti-

tuten uit van een krimp van de Nederlandse

economie over geheel 2012. We moeten dan ook

rekenen op een voortzetting van een krimp van

de werkgelegenheid. De verwachting is dat het

aantal mensen dat werk zoekt verder toeneemt.

Minder banen en meer mensen die willen wer-

ken, leiden tot meer werkzoekenden en meer

WW-uitkeringen in 2012. Eind 2012 worden dan

ook 13 procent meer werkzoekenden verwacht

dan eind vorig jaar. Het aantal WW-uitkeringen

ontwikkelt zich navenant: ook daar rekenen we

op een groei, met 17 procent. �

Kennisdossier-4-2012-04.indd 4 01-10-12 09:51

De Nederlandse economie

bevindt zich in de eerste

helft van 2012 nog in een

laagconjunctuur. De omvang van de

economische activiteiten in

Nederland ligt in het tweede kwar-

taal 0,5% lager dan in dezelfde peri-

ode in 2011. Als gevolg van deze

ongunstige economische ontwikke-

ling blijft het aantal uitkeringen in

de WW (Werkloosheidswet) hoog.

Het aantal uitkeringen WW (inclu-

sief deeltijd-WW) bedraagt in het

eerste kwartaal van 2012 291 dui-

zend. Dit is 5 duizend minder dan in

het eerste kwartaal van 2012. Deze

daling is het gevolg van seizoensin-

vloeden in de WW. Ten opzichte van

2011 blijft het aantal uitkeringen

WW verder stijgen. In vergelijking

met het tweede kwartaal van 2011

ligt het aantal uitkeringen WW in

het tweede kwartaal van 2012 39

duizend hoger. De arbeidsonge-

schiktheidsuitkeringen WIA en

Wajong laten een verdere stijging

zien in het tweede kwartaal van

2012. Cijfers over het tweede kwar-

taal van 2012 zijn voor de bijstands-

uitkeringen nog niet beschikbaar.

Als gevolg van wijzigingen in de bij-

standswetgeving treedt er een ver-

traging op in de aanlevering en ver-

werking van de gegevens. Bijstands-

cijfers over het eerste kwartaal van

2012 zijn inmiddels beschikbaar en

opgenomen in tabel 1.

De ontwikkelingen van de WW-

instroom en -uitstroom vertonen

seizoensschommelingen. Zo ligt de

instroom in het eerste en vierde

kwartaal gemiddeld hoger dan in de

beide andere kwartalen. Deze sei-

zoensschommeling zien we ook in

het tweede kwartaal van 2012: de

instroom is lager dan in het eerste

kwartaal van 2011. Omdat de uit-

stroom in het tweede kwartaal van

2012 iets hoger is dan de instroom, is

er in het tweede kwartaal van 2012

sprake van een lichte afname van

het aantal WW-uitkeringen.

De gegevens over de Wet werk en

bijstand (WWB) en de Wet investe-

ren in jongeren (WIJ) hebben betrek-

king op het aantal huishoudens met

een uitkering, dus niet op het aantal

personen. Het totale aantal perso-

nen met een bijstandsuitkering ligt

hoger, omdat binnen één huishou-

den meerdere bijstandsuitkeringen

kunnen voorkomen. De Wet

inkomensvoorziening oudere en

gedeeltelijk arbeidsongeschikte

werknemers (IOAW)biedt een inko-

mensgarantie op het niveau van het

sociaal minimum. Het belangrijkste

verschil met de WWB is dat in de

IOAW de vermogenstoets ontbreekt.

Voor oudere zelfstandigen (tussen

55 en 65 jaar) is een soortgelijke

wet als voor werknemers in het

leven geroepen, de IOAZ. Het aantal

WWB/WIJ- en IOAW- uitkeringen

laten in het eerste kwartaal van

2012 een stijging zien, de IOAZ blijft

stabiel. �

KENNISDOSSIER

OKTOBER2012 V

Kerngegevens uitkeringen

Tabel 2 Instroom en uitstroom WW per kwartaal (aantal x 1000 en mutatie t.o.v. 1 jaar eerder in %)*

2011-2 2011-3 2011-4 2012-1 2012-2

Instroom 89 99 109 140 105

Uitstroom 107 100 90 115 110

Mutatie instroom -5 2 3 18 18

Mutatie uitstroom -13 -15 -13 -5 3

* Aantallen inclusief deeltijd-WW

Tabel 1 Uitkeringen per kwartaal (x 1000) 2011-2 2011-3 2011-4 2012-1 2012-2

Werkloos

UWV • WW 252 252 270 296

Bijstand* • WWB/WIJ 318 314 316 317

• IOAW 9,8 9,7 9,8 10,0

• IOAZ 1,4 1,4 1,4 1,4

* Bron: CBS (de cijfers van 2012-2 waren nog niet bekend bij het verschijnen van dit nummer)

Arbeidsongeschikt

UWV • WAO 464 453 444 432 425

• WIA 124 131 138 145 150

• Wajong 211 214 216 219 221

• WAZ 28 27 26 25 24

Kennisdossier-4-2012-04.indd 5 01-10-12 09:51

Page 25: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

VI � UWVMAGAZINE

Arbe

idsm

arkt

regi

o’s

BR

ON

: UW

V W

ERKB

EDR

IJF

Aantal NWW Groei t.o.v. Totaal

(x 1000) 1 jaar eerder NWW*

Arbeidsmarktregio 2009 2010 2011 2012 2010 2011 2012 2012

juli juli juli juli juli juli juli juli

Totaal NWW 485 489 453 463 1% -7% 2% 5,9%

Sterk verstedelijkt

Groot-Amsterdam 50 46 38 31 -7% -19% -16% 5,4%

Midden-Utrecht 17 17 16 16 -1% -4% -3% 4,0%

Haaglanden 30 32 32 36 6% 0% 10% 7,4%

Rijnmond 50 51 51 51 3% -1% 0% 8,3%

Nabij grote steden

Flevoland 13 13 13 14 1% 0% 11% 7,9%

Noord-Holland-Noord 12 12 11 13 5% -8% 11% 4,2%

Zuid-Kennemerland 8 8 8 8 1% -4% 5% 4,5%

Zaanstreek/Waterland 7 8 8 7 13% -2% -7% 5,1%

Oost-Utrecht 7 7 6 7 0% -4% 2% 4,4%

Gooi- en Vechtstreek 6 6 6 6 -1% 2% -2% 5,1%

Midden-Holland 5 5 5 6 18% -3% 9% 5,1%

Drechtsteden 8 9 8 8 17% -11% 4% 3,9%

Holland-Rijnland 11 11 10 11 8% -10% 4% 4,1%

Rivierenland 5 5 5 5 6% 1% 2% 4,9%

Rond de Randstad

IJssel-Vechtstreek 11 11 11 12 5% -7% 12% 5,1%

Stedendriehoek 15 15 14 15 1% -6% 6% 5,5%

Midden-Gelderland 20 20 19 19 -1% -7% 3% 5,9%

Zuid-Gelderland 11 12 12 12 3% -1% 0% 8,0%

West-Brabant 17 17 16 15 3% -8% -4% 5,1%

Midden-Brabant 11 11 11 11 -2% -1% 3% 5,3%

Noordoost-Brabant 14 15 13 15 4% -8% 14% 5,5%

Zuidoost-Brabant 22 22 18 19 2% -19% 5% 5,7%

Nationaal decentraal

Groningen 23 23 21 23 -2% -7% 6% 8,0%

Friesland 19 21 21 21 7% -1% 1% 7,1%

Drenthe 14 14 12 14 2% -14% 14% 7,7%

Twente 23 23 20 21 1% -11% 2% 7,4%

Achterhoek 7 7 7 7 0% -9% 8% 5,2%

Zeeland 8 8 7 7 -3% -8% 2% 4,2%

Noord- en Midden-Limburg 16 14 12 12 -12% -15% 2% 5,2%

Zuid-Limburg 25 23 22 21 -6% -7% -1% 7,9%

* als percentage van de beroepsbevolking; NWW = niet-werkende werkzoekenden.

Kennisdossier-4-2012-04.indd 6 01-10-12 09:51

IJSSEL-VECHTSTREEK

NOORD-HOLLAND-

NOORD

ZUID-KENNEMERLAND

MIDDEN-BRABANT

NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG

Z.O. BRABANT

OOST-UTRECHT

GOOI

DRECHT-STEDEN

MIDDEN-HOLLAND

RIVIEREN-LAND

MIDDEN-GELDERLAND

STEDEN-DRIEHOEK

ZUID-GELDERLAND

HOLLAND-RIJNLAND

HAAGLANDEN

ZAANSTREEK/WATERLAND

ACHTERHOEK

N.O. BRABANTWEST-BRABANT

RIJNMOND

ZEELAND

MIDDEN-UTRECHT

GROOT-AMSTERDAM

FLEVOLAND

FRIESLAND

DRENTHE

GRONINGEN

TWENTE

ZUID-LIMBURG

De instroom in het bestand niet-werkende werkzoekenden (NWW) groeit in bijna alle arbeidsmarktregio’s sterk (juli 2012 t.o.v. juli 2011)

GROEI INSTROOM IN DE NWW

40% >

30-40%

20-30%

10-20%

< 10%

BR

ON

: UW

V W

ERKB

EDR

IJF

KENNISDOSSIER

OKTOBER 2012 VII

Kennisdossier-4-2012-04.indd 7 01-10-12 09:51

Page 26: TROUW & OOK JONGEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS …uwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/print... · Wat ik graag wil, is dat al die wetten en regels eenvoudiger worden. Dan kunnen

VIII � UWVMAGAZINE

UIT HET UKV

In het komende UKV van november 2012 is arbeidsparti-

cipatie van mensen met gezondheids¬beperkingen een

belangrijk thema. Aan bod komen:

* Arbeidsparticipatie van oudere en arbeidsbeperkte

WW’ers

* Welke factoren zijn van invloed op het vinden van

werk van arbeidsbeperkten in de WW?

* Hoe kunnen we de gezondheidsbeleving van klanten

beïnvloeden met het oog op werkhervatting?

* Uitzendkrachten en oproepkrachten; beroep op de

WW en werkgelegenheidsomvang

* Overgangen binnen de Wajong tussen studie-, werk-

en uitkeringsregeling

* Bevorderen van het gebruik van het protocol depres-

sie door verzekeringsartsen

De integrale versie van het UKV is half november te vin-

den op www.uwv.nl/kenniscijfersonderzoek

UWV schrijft mee aan rapport SCP Op 21 augustus is een rapport uitgebracht door het

Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP): ‘Belemmerd aan

het werk. Trendrapportage ziekteverzuim, arbeidsonge-

schiktheid en arbeidsdeelname personen met gezond-

heidsbeperkingen’. UWV werkte mee aan de inhoud van

dit rapport, evenals CBS en TNO. Enkele resultaten uit het

SCP-rapport:

* Re-integratie Ondanks activerender arbeidsmarktbe-

leid blijkt het moeilijk meer mensen met gezond-

heidsbeperkingen aan het werk te krijgen. De arbeids-

deelname van gedeeltelijk arbeidsongeschikten nam

in de periode 2002-2010 iets af van 60 procent naar 57

procent. Dit komt onder meer doordat de gemiddelde

leeftijd steeg en ouderen minder kansen hebben op

de arbeidsmarkt. Verder blijkt dat de arbeidsduur van

personen met een gezondheidsbeperking in de afge-

lopen jaren sterker is gedaald dan die van personen

zonder gezondheidsbeperking. Ook hier spelen ver-

anderingen in de samenstelling van de groep een rol.

Mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt

zijn en geen werkgever (meer) hebben, komen moei-

lijk weer aan het werk. Begin 2010 bestond deze

groep, die geen recht op een WIA-uitkering heeft, uit

100.000 personen. Toen ze voor de WIA werden beoor-

deeld, had ruim de helft van deze arbeidsbeperkten al

geen werkgever meer. Dit blijkt de re-integratie meer

te belemmeren dan een lage opleiding, beperkte

werkervaring of psycho-sociale problematiek.

* Gezondheidsbeleving Werklozen die hun gezond-

heid als slecht of zeer slecht beleven, gaan veel min-

der vaak weer aan het werk dan mensen die zich

gezond voelen. De beleving van de gezondheid blijkt

ook voor mensen met beperkingen – de mensen met

de echt zware beperkingen niet meegerekend – vaak

meer van belang voor succesvolle re-integratie dan de

aandoening zelf. Dit betekent dat interventies op

gezondheidsbeleving kunnen helpen de arbeidsdeel-

name te bevorderen. Kansrijke interventies zijn bij-

voorbeeld gedragstherapeutische interventies..

Het volledige rapport is te vinden op

www.uwv.nl/kenniscijfersonderzoek �

BELEMMERD AAN HET WERK

Driemaal per jaar publiceert UWV in het UKV (UWV kennisverslag)

analyses op het gebied van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt.

Het UKV gaat in op de veranderingen in de directe omgeving van UWV

en wat dit kan gaan betekenen voor de dienstverlening.

Kennisdossier-4-2012-04.indd 8 02-10-12 15:03