12 wetten van pouillet
-
Upload
freddy-van-eynde -
Category
Travel
-
view
6.619 -
download
4
Transcript of 12 wetten van pouillet
05/11/11 Wetten van Pouillet 1
05/11/11 Wetten van Pouillet 2
05/11/11 Wetten van Pouillet 3
05/11/11 Wetten van Pouillet 4
05/11/11 Wetten van Pouillet 5
05/11/11 Wetten van Pouillet 6
05/11/11 Wetten van Pouillet 7
05/11/11 Wetten van Pouillet 8
05/11/11 Wetten van Pouillet 9
05/11/11 Wetten van Pouillet 10
1 Hoe kan je (gebruikmakend van de wet van Pouillet) een weerstand vervaardigen met een grote waarde? En met een kleine waarde?
• Om een weerstand te hebben met een grote waarde moet je een zeer dunne draad nemen, een zeer lange draad nemen uit een materiaal met grote resistiviteit (bvb grafiet, constantaan).
• Om een weerstand te hebben met een kleine waarde moet je een zeer dikke draad nemen, een zeer korte draad nemen uit een materiaal met kleine resistiviteit (bvb koper).
05/11/11 Wetten van Pouillet 11
2 Bereken de stroomsterkte in een koperdraad met een lengte van 5,75 km en een diameter van 2,45 mm bij aansluiting op een spanning van 11,5 V.
Gegeven = 575.10 mρkoper = 1,7 . 10-8 Ωmd = 2,45 . 10-3 m → r = 1,225.10-3 mU = 11,5 V
Gevraagd IOplossing A = π .r²=4,71.10-6 m²
R = ρkoper . /A= 1,7 . 10-8 Ωm . 5750m / 4,71.10-6 m² = 20,7 Ω
U= R. I → I = U/R = 0,555 AAntwoord De stroomsterkte bedraagt 0,555 A
05/11/11 Wetten van Pouillet 12
3 Bereken de stroomsterkte in een constantaandraad met een lengte van 150 m en een doorsnede van 0,125 mm² als de draad op een spanning van 220 V
wordt aangesloten • Gegeven = 150 m• ρconstantaan = 49 . 10-8 Ωm• A= 0,125.10-6 m²• U = 220 V• Gevraagd I• Oplossing R = ρconstantaan . /A• = 49 . 10-8 Ωm.150 m/0,125.10-6 m²• = 588 Ω• U= R. I ⇒ I = U/R = 0,374 A• Antwoord De stroomsterkte bedraagt 0,374 A
05/11/11 Wetten van Pouillet 13
4 Bereken de weerstand van een ijzerdraad met lengte 31,4 m en een diameter van 0,225 cm.
• Gegeven = 31,4 m
• ρijzer = 9,6 . 10-8 Ωm
• d = 2,25 . 10-3 m • ⇒r = 1,125.10-3 m• Gevraagd R• Oplossing A = π .r²=3,98.10-6 m²
• R = ρijzer . /A
• = 9,6 . 10-8 Ωm.31,4 m/3,98.10-6 m²• = 0,758 Ω• Antwoord De weerstand bedraagt 0,758 Ω
05/11/11 Wetten van Pouillet 14
5 Hoeveel windingen moet het koperen spoel van een ampèremeter hebben als zijn totale weerstand 30,0 Ω moet bedragen, elke winding een
gemiddelde lengte van 5,50 cm heeft en de dikte (diameter) van de draad 0,875 mm is?
• Gegeven R = 30,0 Ω• ρkoper = 1,7 . 10-8 Ωm
• 1 = lengte 1 winding = 5,50.10-2 m• d = 0,875 . 10-3 m ⇒r = 0,4375.10-3 m• Gevraagd N• Oplossing N = / 1
A = π .r²=0,601.10-6 m²R = ρkoper . /A ⇒ = A.R/ ρkoper
• = 1060 mN = 1,93.10+4
AntwoordHet aantal windingen is 1,93.10+4
05/11/11 Wetten van Pouillet 15
6 Bereken de weerstand van een koperen telefoonleiding tussen 2 plaatsen op 3,00 km van elkaar
verwijderd. De doorsnede van de draad is 6,00 mm². • Gegeven = 6000 m • (er gaat een draad heen en terug)• ρkoper = 1,7 . 10-8 Ωm
• A = 6,00.10-6 m²• Gevraagd R
• Oplossing R = ρkoper . /A
• = 1,7 . 10-8 Ωm.6000 m/6,00.10-6 m² = 17 Ω
• Antwoord De weerstand bedraagt 17 Ω
05/11/11 Wetten van Pouillet 16
7 Men rekt een geleiden draad zodanig uit dat zijn lengte precies verdubbelt. In de veronderstelling dat het volume van de draad hierbij niet verandert kunnen we hieruit afleiden dat:
• a) de weerstand twee maal groter wordt• b) de weerstand vier maal groter wordt• c) de weerstand gelijk blijft
• d) de weerstand twee maal kleiner wordt.
05/11/11 Wetten van Pouillet 17
05/11/11 Wetten van Pouillet 18
8 Men rekt een homogene draad met cirkelvormige doorsnede uit tot zijn lengte met 30% toeneemt. In de veronderstelling dat het volume hierbij niet
verandert, hoeveel % neemt de weerstand van de draad dan toe of af?
05/11/11 Wetten van Pouillet 19
05/11/11 Wetten van Pouillet 20
9 Een cilindervormige geleider met lengte 1,00 m en diameter 4,00 mm heeft een weerstand 20,0 Ω. Men rekt de draad uit tot hij een lengte heeft van 1,12 m.Wat wordt de weerstand dan (na uitrekken)?
05/11/11 Wetten van Pouillet 21
05/11/11 Wetten van Pouillet 22
10 Aan de uiteinden van een ijzernikkeldraad die 8,0 m lang is en een doorsnede van 5,00 mm² heeft en aan de uiteinden van een koperdraad die 40,0 m lang is en een doorsnede heeft van 2,00 mm² heeft wordt eenzelfde spanning aangelegd.Als je weet dat de gemeten stroomsterkten respectievelijk 1,3 A (ijzernikkel) en 5,2 A (koper) zijn wat is dan de verhouding tussen de resistiviteit van
ijzernikkel en koper
05/11/11 Wetten van Pouillet 23