Transitie Naar Duurzaam Toerisme 'Casus ' Sept_ 2010

100
1 een wetenschappelijke proeve op het gebied van Imagineering ‘business innovatie vanuit het belevingsperspectief ’ Business Transformation Report ter verkrijging van de graad van Master in Business Innovation om the Experience Perspective aan de Imagineering Academy NHTV internationale Hogeschool in Breda op gezag van ass. Professor Drs. Diane Nijs volgens het besluit van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie door Wilma Lankhorst geboren op 1 januari 1960 te Zelhem, Nederland NHTV 093483 Manuscriptcommissie Prof. Dr. Toine Smits, Radboud Universiteit Nijmegen Drs. Margo Rooijackers, NHTV internationale Hogeschool Breda TRANSITIE NAAR DUURZAAM TOERISME CASUS ‘WAALWEELDE’

description

The implementation of sustainable development is currently very challenging. Although some international examples, both in the private and the public sector show 'best practice' examples about the process of sustainable transition. In many cases the succesful story is based on the "Framework for Strategic Sustainable Development" (FSSD). In June 2009 the Province of Gelderland invited the Radboud University (RU) Nijmegen to investigate whether the FSSD approach (pure or modified) would be feasible for a sustainable development for a project called "Wealthy Waal" (in Dutch: WaalWeelde (WW)).This master thesis is focused on sustainable development within the tourism segment in Wealthy Waal. The research target is: Gaining insight in and an overview of the transition process towards sustainable development for the tourism segment in Wealthy Waal(Rhine-Waal). The research question is: If and how the tourism business in the area of WW can participate in a process towards sustainable development.With the FSSD approach the concept of The Natural Step (TNS) has several experiences with the approach of working with so called 'Community of Practice'. Based on Peter Senge, social learning and the learning environment enriched with Etienne Wenger's input on Community of Practice, in this research the focus was on investigating and if desirable and or possible composing a CoP for sustainable tourism within the Wealthy Waal area. As a metaphor we used a cano. The CoP members start building a cano to explore the river Waal, 80 Km to explore, to learn and to exchange visions and insights. The name of the cano is WAALME (this Dutch hybride word refers to indulge me, seduce me, inspire me, surprise me, fancy me, long for me, transport me, en-light me, tryust me, spoil me, translate me, tell me, touche me, adore me, expect me, collect me, enlarge me, refrech me, sustain me and sign about me. ... READ with ME!

Transcript of Transitie Naar Duurzaam Toerisme 'Casus ' Sept_ 2010

1

een wetenschappelijke proeve op het gebied van Imagineering‘business innovatie vanuit het belevingsperspectief ’

Business Transformation Report

ter verkrijging van de graad vanMaster in Business Innovation from the Experience Perspectiveaan de Imagineering Academy NHTV internationale Hogeschool in Bredaop gezag van ass. Professor Drs. Diane Nijsvolgens het besluit van deNederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie

door Wilma Lankhorst geboren op 1 januari 1960te Zelhem, Nederland

NHTV 093483

Manuscriptcommissie

Prof. Dr. Toine Smits, Radboud Universiteit NijmegenDrs. Margo Rooijackers, NHTV internationale Hogeschool Breda

TRANSITIE NAAR DUURZAAM TOERISMECASUS ‘WAALWEELDE’

2

INSCHEPEN EEN VERSLAG VAN TWEE BIJZONDERE REIZEN

In het afgelopen jaar heb ik twee ontdekkingsreizen gemaakt. In september 2009 lag het schip de m.s. Imagineering klaar aan de kade van het Spanjaardsgat in Breda. Samen met 15 mede ontdekkingsreizigers ging ik aanboord. Het avonturenschip stond onder geestelijke leiding van kapitein Diane Nijs en haar crew. Nijs werd vanaf de afvaart omgeven door een basisteam van NHTV adviseurs, zij het in wisselende samenstelling. Tijdens de ontdekkingsreis van ruim acht maanden scheepten regelmatig nieuwe bemanningsleden in. De Imagineering-kennistank werd gaande de reis regelmatig ververst en aangevuld met regionale, nationale en zelfs internationale hersenbrandstof. Helaas vertrok een van de medepassagiers definitief nadat we Zuid-Afrika hadden verkend. Ik was deelnemer aan een interactieve verkenningsreis langs nieuwe horizonten en onvergetelijke vergezichten op weg naar kennis omtrent ‘Business Innovation’ gebaseerd op het belevingsperspectief. De gevarieerde en indrukwekkende route die we tussen september 2009 en april 2010 aflegden was gebaseerd op de Road Map for Imagineering, een concept in wording van kapitein Nijs. Ik ontdekte nieuwe denkwerelden en plaatsen in mijn bewustzijn, waar ik tot op dat moment geen weet van had.

In april 2010 kwam het moment van ontscheping. Na het succesvol afleggen van de toets van theoretische bekwaamheid verliet ik de m.s. Imagineering met de belofte dat ik bin-nenkort de rang van Master in Imagineering zou gaan halen. Om hiervoor in aanmerking te komen scheepte ik aansluitend in Nijmegen in op de WaalWeelde. Dit maal geen cruiseschip maar een sloep met peddels en voor vier maanden proviand. Ik werd welkom geheten door kapitein Toine Smits en een MARSteam bestaande uit kapitein Toine Smits, eerste stuurman Ruud Schuurs, digitale stuurman Rick Hovens, psy-choloog en kenner van oude rituelen Yvonne Chang, inspirator Freek van der Pluijm en duurzaamheids meesterbrein Kirsten Kuipers. Het vaargebied van deze 2e ontdekkingsreis is de Waal, de drukst bevaren rivier van Europa. Deze inspirerende reis begon eind april en eindigde op 14 september 2010. De Provincie Gelderland, in de personen van Henk den Hartog en Rita den Dam, gaf ons 84 kilometer rivier ter verkenning. Hoe we de reis zouden maken was aan ons. Gelaafd door een concept Waalvisie moesten we roeien met de riemen die we hadden. Het was een bijzondere ervaring om binnen twee maanden na aanvang van deze verkenningsreis te worden opgenomen als deelnemer van de WaalWeelde regiegroep.

Ons doel: een transitie naar duurzaam toerisme voor het rivierengebied te bewerkstelligen. Een veranderproces waarbij zowel de belanghebbenden als de belangstellenden die wij op het water en in de uiterwaarden zouden ontmoeten, actief betrokken moesten worden. Ik prijs me gelukkig dat ik tijdens de afgelopen vier maanden fantastische, energieke mensen, echte duurzaamheids ‘fire souls’, heb ontmoet. Eén passagier wil ik speciaal noemen en dat is Juan Carlos Kaiten. Hij gaf me als extra reisoptie de kano-metafoor. Een uniek cadeau waarvoor ik hem heel dankbaar ben.

Ik ben nu bijna aan het einde van mijn eerste WaalWeelde-expeditie. Ik bleek immuun voor het N1H1 virus dat opstak tijdens het begin van mijn NHTV-verkenningsreis. Het riviervirus heeft me alsnog aangestoken. Ik prijs me gelukkig met afdoende weerstand, genoeg proviand en volop energie voor deelname aan nieuwe ontdekkingsreizen zoals de ‘maidentrip’ van de WAALMe©, de kano voor de Community of Practice voor duurzaam toerisme. Wie helpt mee aan de bouw van deze kano om daarna samen uit te varen? Welkom aan boord!

Wilma LankhorstMaster in Imagineering Nijmegen-Breda September 2010

3

4

BAIE DANKIE AAN ALLEN DIE MET MIJ MEEREISDEN IN DE AFGELOPEN 12 MAANDEN

In het basis reisgezelschap mocht ik me laten begeleiden door Drs. Diane Nijs en haar team van de Imagineering Academy. Zowel de oude als de nieuwe leden van dit team wil ik danken voor het delen van hun kennis en de passie voor hun vak.Ik dank mijn medestudenten voor het bijzondere jaar dat ik samen met hen heb doorgebracht.

Een bijzonder woord van dank aan mijn coach en inspirator op de NHTV Margo Rooijackers.Ik kon altijd bij haar terecht voor advies en een goed gesprek. Ik heb het als heel waardevol ervaren om de hele reis samen met Margo te mogen maken. Margo LEEFT de Imagineerings-be-lofte van waardering voor je medemens en het versterken van het goede in de ander.

Ook een speciaal woord van dank aan Professor Toine Smits die me opnam in zijn WaalWeelde team aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Dat ik als ‘beroeps toerist’ op mijn 50ste een afstudeeropdracht zou volbrengen in de Beta-gangen van de Radboud Universiteit, had ik me nooit kunnen bedenken. Een week voor aanvang van de Imagineering Master opleiding zag ik de volgende spreuk van Einstein “Imagination is more important than knowledge” Dit bleek zowel de leidraad voor de Imagineering Academy in Breda als voor de Department for Sustainable Measurement for Resources van de RU in Nijmegen.

Dank aan mijn MARSteam bestaande uit Toine Smits, Ruud Schuurs, Yvonne Chang, Rick Hovens, Freek van der Pluijm & Kirsten Kuipers. Dank aan Annelie Bleckman die vanuit

Groningen de duuzaamheidstango met me aanging. Alle deelnemers aan deze WaalWeelde verkenningsreis wil ik bedanken voor hun ruimhartige bijdrage. We hebben allemaal bijzondere kanten van elkaar ontdekt, ons gelaafd aan elkaars kennis en het goede dat de rivier ons te bieden had.

Een woord van waardering en dank voor de vier kunstenaars die me hebben geïnspireerd en geholpen bij het ontwerpen het WAALfabet en de kaart voor de futuristische reis door Waal-Weelde in 2050. Dank Teuntje van de Wouw, Nelly Drenth & Anouk Zalm (Kunst Academie St. Joost te Breda) en An-nemiek Bovee (afgestudeerd aan de Design Academy Eindho-ven) die voor de lay out van deze thesis tekent. Ook de leden van mijn leesclub wil ik bedanken. Zij hebben mede onderzoek gedaan naar poëzie geïnspireerd door rivieren, uiterwaarden en de steden/dorpen in het WaalWeelde gebied. Het resultaat van de co-creatie: een boeiende verzamelbundel als inspiratie-bron voor WaalWeelde Duurzaam.

Het was niet alle dagen feest. Soms veranderende de prachtige rivier in een draaikolk en op die dagen had ik mijn MARS-team hard nodig om te blijven drijven en

om weer op koers te komen. Dank voor het toewerpen van de reddingsboeien.

Tot slot een warm woord van dank aan het thuisfront. Hun onaflatende steun was mijn deel tijdens deze bijzondere reis. Mijn lief Martin en mijn zakenpartner & vriendin Roly heb-ben het mogelijk gemaakt dat ik me twaalf maanden lang, bijna onafgebroken aan de studie kon geven.

5

Mijn ouders, familie en vrienden ben ik dankbaar dat ze me de ruimte hebben gegeven voor deze verkenningstocht. Ik heb hierdoor vele gezellige uren en bijeenkomsten gemist. Daaren-tegen heb ik moed geput uit jullie bemoedigende woorden en het rotsvaste vertrouwen dat het me zou lukken. Nu kijk ik ernaar uit om alle gemiste gezelligheid, de gesprek-ken, de heerlijke maaltijden en het glaasje wijn weer in te ha-len. Tot snel…

Baie dankie aan allen, uit het diepst van mijn hart!

Wilma Lankhorst

6

1 Samenvatting 12 1.1 De schaal en de grenzen van het onderzoek 13 1.2 Korte beschrijving van de resultaten van het onderzoek 13 1.3 Summary 162 Inleiding: Een kennismaking met WaalWeelde 22 2.1 Van watersnood tot actie 22 2.2 Het plan ‘WaalWeelde’ 23 2.3 WaalWeelde Duurzaam 273 Onderzoeksvragen en –opzet 30 3.1 Onderzoeksvragen 30 3.2 Onderzoeksopzet 30 3.2.1 Desk research 30 3.2.2 Field research 31 3.3 De grenzen van het onderzoek 34 3.4 De analyse 34 3.4.1 Laddering 34 3.4.2 Inhoudsanalyse 374 Resultaten 40 4.1.1 Desk research 40 4.1.2 Field research 405 Resulaten van de diepte-interviews 466 Discussie 56 6.1 Wat verstaan we onder de begrippen ‘toerisme’ en ‘duurzaam toerisme’? 56 6.2 Wat verstaan we onder het begrip duurzame ontwikkeling? 58 6.2.1 Cradle to Cradle 58 6.2.2 Ecologische Voetafdruk 59 6.2.3 The Natural Step 60 6.3 Wat is er nodig voor de transitie naar duurzaam toerisme in WaalWeelde? 62 6.4 Stakeholders in beeld brengen 63 6.5 De taal van de Waal 65

6.6 Hoe ziet een concreet plan van aanpak eruit voor WaalWeelde? 707 CoP Duurzaam Toerisme in WaalWeelde 74 7.1.1 Het reisgezelschap 74 7.1.2 De reisvoorbereiding 74 7.1.3 Het kompas 76 7.1.4 Het reisschema 77 7.1.5 De doop van de kano 77 7.1.6 De taalgids 78 7.1.7 De deelnemerslijst 78 7.1.8 De reisbegeleider 80 7.1.9 De reisbagage 81 7.1.10 Het logboek 81 7.1.11 Het online reisverslag 82 7.1.12 De jaarlijkse reünie 82 7.1.13 Het reisbudget 83 7.2 De souvenirs voor het gebied 83 7.3 De toekomstige reisdoelen 84 7.4 Werken met communities 848 Suggesties en aanbevelingen voor vervolgonderzoek 889 Referenties 96

In een aparte uitgave staan de deelonderzoeken en bijlagen

CV 98

INHOUDSOPGAVE & LIJST MET GEBRUIKTE FIGUREN, TABELLEN EN FOTOS

7

Figuur 1 Overzicht relatie onderzoeksvragen en –methoden 12Figuur 2 Stroomgebied Rijn-delta 22Figuur 3 Visiekaart WaalWeelde 24Figuur 4 Overzicht doelen WaalWeelde 27Figuur 5 Overzicht enkele WaalWeelde kengetallen 27Figuur 6 Onderzoeksopzet 33Figuur 7 Weergave laddering voorbeeld middel-doel-keten 35Figuur 8 Overzicht voorkeur begrippen MVO - duurzaam toerisme – ecotoerisme 47Figuur 9 De vijf niveaus van FSSD 60Figuur 10 Schematisch overzicht transitie duurzame gebiedsontwikkeling 62Figuur 11 Overzicht stakeholders WaalWeelde Ruimtelijke kwaliteit 64Figuur 12 WAALfabet 68Figuur 13 De magische kano van Kaiten, Stonehouse en Niederhumer 71Figuur 14 FSSD stappenplan toegepast op CoP Duurzaam Toerisme 76Figuur 15 De vier systeemcondities van TNS 78Figuur 16 Zaailing van Huub Kortekaas 83Figuur 17 De peddel van de magische kano 84Figuur 18 Kaart WaalWeelde toerisme 2050 92

Tabel 1 Overzicht kansen en belemmeringen transitie duurzaam toerisme 48Tabel 2 Overzicht suggesties veranderingen aan eigen bedrijf of in het gebied 49Tabel 3 Wat waardeert u het meest in het WaalWeelde gebied? 50Tabel 4 Wat is de kracht van het rivierengebied voor uw bedrijf? 51

De fotos in deze publicatie zijn gemaakt door Wilma Lankhorst, tenzij anders vermeld.

Nijmegen Waalbrug 10Struinen in uiterwaarden 11 Foto Hans Heerdt Millingerwaard, Waal-camping noordoever 20Kampvuur op Waalstand 21 Foto Hans Heerdt Nijmegen Waalstrand bij Lent 28Nijmegen Waalstrand-Snelbinder 29Ooijpolder winter 2010 38Waalbrug Nijmegen, bij laag water 39Camping De Grote Altena Oosterhout 44Koeien in de Bemmelse Waard 45Fietsbrug de Snelbinder Nijmegen 54Neeltje Jantje 55 Foto Hans Heerdt De Waal vanaf Slot Loevenstein 72Struinen langs de Waal 73 Foto Hans Heerdt WaalWeelde in uitvoering 86Konikpaarden in uiterwaarden 87Nijmegen Waalstrand bij Veur-Lent 94Pannenkoek bakken langs de Waal 95 Foto Hans Heerdt

8

AI Appreciative Inquiry ANVR Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen

BNP Bruto Nationaal Product B&B Bed & Breakfast

CoO Community of OwnershipCoP Community of PracticeC2C Cradle to Cradle

DLG Dienst Landelijk GebiedDSMR Department for Sustainable Management of ResourcesDvdD Dag van de DijkDveD Dijk van een Delta

EZ Ministerie van Economische Zaken

FSSD Framework for Strategic Sustainable Development

Gfk Growth from Knowledge (onderzoeksbureau)GOBT Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme

ICRT International Commission for Responsible TourismIDG Initiatief Duurzame HandelIDUT Initiatief Duurzaam Uitgaand Toerisme

IMA Imagineering

KvK Kamer van Koophandel

9

LNV Ministerie van Landbouw Natuur & Voedselkwaliteit

LE Learning Environment LO Learning Organization LS Learning Space

MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport MKB Midden en KleinbedijfMVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

NBTC Nederlands Bureau voor Toerisme & CongressenNHTV Nederlands Hogeschool voor Toerisme en VerkeerNRIT Nederlands Research Instituut voor Toerisme en RecreatieNVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganistie

OL Organizational Learning

PG Provincie GelderlandPKB Planologische Kern Beslissing

SER Sociaal Economische Raad

RBT Regionaal Bureau voor ToerismeRBT KAN Regionaal Bureau voor Toerisme Knooppunt Arnhem NijmegenRBV Regionaal BeeldverhaalRECRON Brancheorganisatie Recreatie Ondernemers Nederlands RU Radboud Universiteit NijmegenRUG Rijks Universiteit GroningenRWS Rijkswaterstaat

TIES The International Ecotourism SocietyTNS The Natural StepTriple P People, Planet, ProfitT&R Toerisme en Receatie

UNWTO United Nations World Tourism OrganisationV&W Ministerie van Verkeer en WaterstaatVROM Ministerie van Volkshuisvesting , Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VT Vrije Tijd

WCED World Commission on Environmental DevelopmentWTTC World Travel & Tourism Council WW WaalWeeldeWWD WaalWeelde Duurzaam

ZMET Zaltman Metaphor Elicitation Method

4B’s stakeholders in WaalWeelde 1) bestuurders, 2) beambten, 3) bedrijven, 4) burgers/ en belangenorganisaties

OVERZICHT VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

10

11

Onder voortdurend blauw

gaat langs de magere rivier iemand op een bank zitten

loom duwt ze haar haren ophet is ochtend bij de bank aan de rivier

het is twaalf uur als een ander van zijn scooter staptplaatsneemt op de bank om te rusten

waarbij het hoofd plagerig voorover neigt naar

twee uur als een fietser met vrolijke knieen de bank ontdekt

om te peinzen hoe noem je die bloem om te zoenen

waarom is de rivier zo traag

en is het al vier uur nu een meisje haar voet op de bank zet

en een kousje optrektongelijk een verschoven gedachte

gelijk gaat op de kruin van de dijk iemandvermoeid na alweer een dag fietsen

met zijn drinkflesje zitten op debankaan de rand van de steile oever

langs de magistrale rivier

Marijke Hanegraaf uit de bundel ‘restruimte’ locatie: telpost Millingen

SAMENVATTING1

12

Duurzame ontwikkeling komt maar moeizaam op gang. Toch zijn er internationale voorbeelden waarbij publieke en private organisaties op een succesvolle manier aan een duurzame transitie zijn begonnen. Bij veel van deze suc-cesverhalen fungeert het ‘Framework for Strategic Sus-tainable Development’ (FSSD) als basis voor een plan van aanpak. In juni 2009 heeft de Provincie Gelderland de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen gevraagd om te onderzoeken of de FSSD (al dan niet gemodificeerd) te gebruiken is om duurzame ontwikkeling in project ‘Waal-Weelde’ te stimuleren.

WaalWeelde is op dit moment het grootste ruimtelijke ontwikkelingsproject van Nederland en omvat het rivie-ren traject Rijn-Waal (Lobith-Gorinchem) in de Provin-cie Gelderland. Het gebied kent een zestal economische pijlers: 1) Zand en kleiwinning;2) Zogenaamde ‘flood adapted’ huizenbouw (EMAB lokaties); 3) Riviergebonden industrie op hoogwatervrije terreinen (overslag goederen, verwerking enz.); 4) Energie (turbines, biomassa);5) Land en tuinbouw; 6) Toerisme.

Dit onderzoek richt zich op de duurzame ontwikkeling van de sector toerisme in het WaalWeelde gebied. De onderzoeksdoelstelling is: Inzicht krijgen in en overzicht krijgen van het transitieproces naar duurzame ontwikkeling voor toerisme in WaalWeelde (Rijn-Waal).

De onderzoeksvraag is: Of en hoe het toerisme langs de Rijn-Waal een transitieproces naar duurzame ontwikkeling kan meemaken?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden worden eerst een aantal deelvragen onderzocht:1) Wat verstaan we onder het begrippen ‘toerisme’ en ‘duurzaam toerisme’2) Wat verstaan we onder het begrip ‘duurzame ontwikkeling’

3) Wat is er voor nodig om de transitie naar duur- zame ontwikkeling in dit doelgebied in gang te zetten ?4) Hoe zou een concreet plan van aanpak er uit kunnen zien voor het WaalWeelde gebiedOm antwoorden te formuleren is naast intensief litera-tuuronderzoek gekozen voor een kwalitatief onderzoek in de vorm van diepte-interviews.

Figuur 1 geeft een overzicht van de relaties tussen de vier onderzoeksvragen en de keuze van onderzoeksmethoden voor het verkrijgen van de juiste informatie.

SAMENVATTING1

Figuur 1 Overzicht relatie onderzoeksvragen en -methoden

13

1.1 De schaal & de grenzen van het onder-zoek

Het onderzoek richt zich op het gebied WaalWeelde 84 kilometer rivier en uiterwaarden, zowel aan de noord- als aan de zuidzijde, vanaf Tolkamer tot aan Slot Loevestein. Binnen WaalWeelde richt dit onderzoek zich exclusief op de toeristisch-recreatieve sector.

De grenzen van het onderzoek laten zich vertalen in de factoren tijd en budget. De onderzoeksperiode in het ka-der van de Master studie voor Imagineering liep van mei tot en met augustus 2010. De maanden juli en augustus vormen traditioneel het hoofdseizoen en daarmee de drukste maanden voor de toeristisch recreatieve branche. Mede hierdoor waren onderzoeksmethoden als Apprecia-tive Inquiry en The World Café geen haalbare opties. Het feit dat het hoogseizoen was en de doelgroep hoofd-zakelijk in kleinschalige bedrijven werkt, had ook gevol-gen voor de toezegging van respondenten om al dan niet hun medewerking te verlenen.De tweede beperkende factor was het ontbreken van een financiële basis voor het onderzoek. Na een eerste mon-delinge toezegging voor financiering, werd in april 2010 duidelijk dat de Provincie Gelderland in het lopende jaar geen budget beschikbaar zou stellen voor het onderwerp toerisme in WaalWeelde. De derde begrenzende factor is het feit dat de geïnitieerde onderzoeksmethode, ZMET, alleen door gecertificeerde consultants, tegen betaling, uitgevoerd mag worden. In het kader van dit onderzoek, naar waarden van ondernemers ten aanzien van duurzaamheid, kon het om die reden niet

worden uitgevoerd. Het volledige onderzoek is tot stand gekomen door de ruimhartige medewerking van het MARS team aan de RU en het feit dat de onderzoeker zelf als ‘fire soul’ opereerde. Ik hecht bijzonder aan een meer duurzamere toekomst en wil daar mijn verantwoording voor nemen en een eigen actieve bijdrage aanleveren. De studie en dit onderzoek geven me die kans.

1.2 Korte beschrijving van de resultaten van het onderzoek

Om een beter beeld van ‘WaalWeelde’ en de relatie met toerisme te krijgen, zijn een drietal onderwerpen intensief bestudeerd: Duurzaam toerisme, duurzame ontwikke-ling en sociaal leren/ Community of Practice. De resul-taten zijn in twee ‘literature reviews’ weergegeven (deel-onderzoek 1 en 2). In deelonderzoek 1 wordt uitgelegd waarom in dit onderzoek is gekozen voor de definitie van ‘duurzaam toerisme’, opgesteld door Professor Nico Vis-ser. Geïnspireerd door Brundtlandt, beschrijft Visser het fenomeen als volgt: “Duurzaam toerisme is toerisme dat de huidige behoeften van de toeristen en hun toeristische bestemmingen vervult, zonder daarmee de kansen voor de toekomst te verspelen. Het moet leiden tot zodanig beheer van alle hulpbronnen dat economische, sociale en esthetische behoeften kunnen worden vervuld zonder dat de culturele integriteit, essentiële ecologische processen, de biologische diversiteit en de natuurlijke hulpbron- nen blijvend worden aangetast” (Visser, 2003).

Ik heb voor deze definitie gekozen omdat de benadering en omschrijving goed aansluiten bij de systeembenade-ring van het ‘Framework of Strategic Sustainable Deve-lopment’ (FSSD).

Op zoek naar een passende aanpak voor duurzame transi-tie in WaalWeelde zijn drie methoden bestudeerd: Cradle to Cradle, de Ecologische Voetafdruk en The Natural Step (TNS). In paragraaf 6.2 volgt een overzicht van de bevin-dingen. Mijn conclusie is dat The Natural Step de beste kansen biedt voor een duurzame transitie met als doel een integrale gebiedsontwikkeling in WaalWeelde. De systeembenadering in combinatie met de methoden van ‘visioning en backcasting’ hebben, onder andere in het Canadese Whistler en in verschillende Zweedse ‘Eco mu-nicipalities’, tot goede implementaties geleid.

In transitieprocessen, gebaseerd op TNS, zijn ervaringen opgedaan met ‘sociaal leren’ en het werken met ‘commun-ties’. Dit was aanleiding om het begrip Community of Practice (CoP) in een literatuuroverzicht (deelonderzoek 2) nader te verkennen. Etienne Wenger heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de CoP. Hij omschrijft een CoP als ‘groups of people who share a concern, a set of pro-blems, or a passion about a topic, and who deepen their knowledge and expertise in this area by interacting on an ongoing basis’ (Wenger, 1998).Mede gebaseerd op de theorie van Wenger heb ik voor de CoP Duurzaam Toerisme in WaalWeelde gesteld dat ze open staat voor ondernemers met de volgende mind set:

14

• zedeleneengezamenlijkbelangofpassie;• zewillenmeténvanelkaarleren;• zekomenregelmatigsamenopaanhetconcept(de kano) te bouwen.Dit alles met als doel om beter te worden in datgene waar ze zich om bekommeren: De transitie naar duurzaam toe-risme in WaalWeelde.

Door middel van diepte-interviews zijn twaalf toeristisch recreatieve ondernemers in WaalWeelde bevraagd naar hun waardering voor het gebied en wat zij ervaren als de kracht van het geheel. Tevens zijn vragen gesteld over de kansen en belemmeringen voor een transitie naar duur-zaam toerisme in WaalWeelde. De respondenten ver-tolkten de krachten van het rivierengebied als: Oerkracht van de rivier/hoogwater; Afwisseling van het landschap; Grote diversiteit van de schepen; Rivier als slagader in het landschap en ruimte voor de rivier. De waardering voor het gebeid werd verwoord als: Diversiteit van het land-schap; Gebied verkennen vanaf de dijken; Zicht op de rivier; Dynamiek van het water; De kracht van het water; Uiterwaarden; Stuwwallen; Slingerende dijken; Echt Hol-lands landschap en de sloten.

De doelstellingen van de CoP zijn geformuleerd als: 1) Leren: delen & ontwikkelen van expertise over duurzaamheid.2) Visie: een gedeelde visie ontwikkelen op duurzame ontwikkeling WaalWeelde. 3) Doen: vertalen van de visie naar projecten. 4) Vertrouwen & gemeenschapszin versterken: samenwerking & netwerken.

(Schuurs, 2010).Op basis van de resultaten van de diepte-interviews voeg ik hier als motto aan toe: “van individuele kleinschaligheid naar krachten bundelen op grote schaal!”.

In samenwerking met Annelie Bleckman, master student aan de Rijksuniversiteit van Groningen, is een verkenning uitgevoerd onder MKB-ers in de vrijetijdssector in Waal-Weelde. De vrijetijdseconomie in het gebied wordt geken-merkt door kleinschaligheid. Onderzoek, op basis van in-schrijvingsgegevens de twee Kamers van Koophandel in WaalWeelde, leerde dat meer dan 90% van de toeristisch-recreatieve bedrijven, ondernemingen zijn met minder dan 10 werknemers. De onderzoeksresultaten geven aan dat de kansen voor een duurzame toekomst omschreven kunnen worden als: focus op kleinschaligheid, stimuleren van de streekgebon-denheid, en een sterke relatie tussen de natuur en het be-drijf. De relatie tussen de respondenten en het gebied is, zowel persoonlijk als zakelijk, sterk. Negen van de twaalf respondenten zijn in het gebied geboren en tien van de twaalf zouden hun bedrijf niet buiten WaalWeelde willen en/of kunnen uitvoeren.

Om tot een effectieve en efficiënte duurzame transitie te komen, leert TNS dat een gemeenschappelijke taal door-slaggevend is voor een succesvolle implementatie. Vanuit deze gedachte wordt de taal van de Waal ontwikkeld. Deze taal is gebaseerd op de TNS systeemcondities. Het team van de RU gaat stakeholders begeleiden in dit pro-ces. Ervaringen opgedaan in de sector, benadrukten voor mij nog eens dat taal zowel een academische variant kent

als een toegepaste variant. De laatste verwijst naar de taal van de mannen en vrouwen in het werkveld. Het is de ul-tieme uitdaging voor de RU, om samen met de vele stake-holders, ‘De taal van de Waal’ vorm te geven. Duurzame begrippen die alle belanghebbenden stimuleren zodat ze een duurzame transitie in hun werk- en woongebied aan-gaan.Als Imagineer heb ik gezocht naar een middel om stake-holders te prikkelen tijdens workshops. Hiervoor is, door middel van co-creatie, een WAALfabet ontwikkeld. Een eigen alfabet voor het creëren van de taal van de Waal.

Alle verworven kennis en de onderzoeksresultaten ko-men bij elkaar in een plan van aanpak: De Community of Practice voor Duurzaam Toerisme in WaalWeelde. Om de CoP-deelnemers te motiveren samen kennis te ontwikke-len en te delen, heb ik gekozen voor de metafoor van de magische kano. De CoP-leden gaan in dit concept samen een kano bouwen ten behoeve van een gezamenlijke ont-dekkingsreis. De uiteindelijke bestemming is een duur-zame toekomst voor WaalWeelde. Uit de scheepvaartgeschiedenis, die goed aansluit bij de rivier, leren we dat schepen voor aanvang van hun eerste reis worden gedoopt en voorzien van een naam. Op basis van alles wat ik in de afgelopen vijf maanden in het gebied heb gehoord, gezien en gelezen, stel ik voor om de kano de naam WAALMe© te geven.

15

WAALMe© verwijst onder andere naar …

De ultieme vraag is: Hoe zal de duurzame toekomst voor toerisme en recreatie in WaalWeelde eruit zien? Futuro-loog Juliette Verne, licht een tipje van de sluier en vertelt over haar reiservaringen in WaalWeelde in 2050.

Rest mij nu alleen nog om u een boeiende en leerzame reis toe te wensen. Vaar wel en blijf geïnspireerd.

verwen me, verleidt me, verwonder me, verras met, verbaas me, versier me, verlang me, vervoer me, verlicht me, vertrouw me, vertroetel me, vertaal me, vertel me, verteder me, vervul me, verwacht me, verwoordt me, verzamel me, vereeuwig me, verruim me, verkwik me, en bezing me!

16

1.3 Summary

The implementation of sustainable development is cur-rently very challenging. Although some international examples, both in the private and the public sector, show ‘best practice’ examples about the process of sustainable transition. In many cases the successful story is based on the “Framework for Strategic Sustainable Development” (FSSD). In June 2009, the Province of Gelderland invited the Radboud University (RU) in Nijmegen to investigate whether the FSSD approach (pure or modified) would be feasible for a sustainable development for a project called “Wealthy Waal” (in Dutch: WaalWeelde).

At this stage, Wealthy Waal is the largest aerial develop-ment project in the Netherlands. The project includes the river Rijn-Waal, between Lobith in the east and Gorin-chem in the west of the Province of Gelderland. The area defined six economic pillars as follows:1. Sand and clay extraction.2. So called ‘flood adapted’ house constructions (in Dutch: EMAB locations).3. Water connected industries on high waterproof locations.4. Energy (turbines and biomass).5. Agriculture and horticulture.6. Tourism.

This research focused on sustainable development within the tourism segment in Wealthy Waal. The research target is: Gaining insight in and an overview of the transition process towards sustainable development for the tourism segment in Wealthy Waal (Rijn-Waal)

Figure 1 Research questions and method

The research question is: If and how the tourism business in the area of WW can participate in a process towards sustainable development?

17

To answer the central research question we have to inves-tigate the following partial questions:1) How can ‘tourism’ and ‘sustainable tourism’ be defined? 2) How can ‘sustainable development’ be defined?3) What do we need to get the transition process towards a sustainable development started4) What would a tailor made project plan for the transition process of sustainable tourism development for Wealthy Waal look like?

To gain information and to formulate the required ans-wers on the above mentioned research topics, intensive li-terature reviews were combined with qualitative research by doing twelve in dept interviews.

Figure 1 illustrates the relationship between the four re-search questions and the methods employed:

Scope and limitationsThe scope of the research was centered on the area of Wealthy Waal; which is 84 kilometres of river and fore-land (both north and south shore) located from Tolkamer in the east to the fortress of Loevestein in the west. Within the project Wealthy Waal this research exclusively focuses on the tourism segment.

The limits of this research can be translated into time and budget factors. The research period of the Master of Imagineering study went from May to August 2010. July and August are traditionally regarded as the high season, and are also the busiest months in the tourism working field. Due to the latter circumstances favourite Imaginee-ring methods like “Appreciative Inquiry” and “The World Café” were not feasible options.

The high season situation, in combination with the small scale size of many of the tourism business, affected poten-tial responders to participate. The second limitation was the lack of the required finance base for doing research. First the province agreed to sup-port the research financially. When the research actually started in May 2010, after six months of preparations, the province withdrew the suggested financial support. They made clear that tourism would not be in the project list for 2010. It would be more likely available in 2011.The third limitation was created by the plan to use the Zaltman Metaphor Elicitation Methods (ZMET) as the primary research methods. After investigating this me-thod and the options it became obvious that ZMET is a register method that can only be used by officially trained

and certified ZMET consultants. Due to the latter I had to eliminate this option.

The reach is accomplished by the warm support of my MARS team at RU and the fact that I, as a researcher, operated as a so called ‘fire soul’. I do value a sustainable future for this planet and I accept my responsibility to do my share to accomplish a sustainable future dream. I want to “walk the talk” of sustainable development. The Imagineering Master study and this Wealthy Waal re-search offer me this unique opportunity.

To get a clear picture of WW and the relationship with tourism, three topics have been studied: Sustainable tourism, Sustainable development and Social learning/Community of Practice. The results are published in two separate literature reviews: Research 1 and 2. Research 1 explains why I have chosen the definition from Professor Nico Visser, about sustainable tourism as the guideline for this thesis. Inspired by Gro Brudtlandt, Visser defines sus-tainable tourism as follows: “Sustainable tourism is tourism that meets the needs of today’s tourists and their tourism destinations without losing the opportunities for the future. It must lead towards a type of management of resources in fulfilling both economic, social and ecstatic needs, without destroying the cultural integrity, essential ecological processes, the biological diversity and the availability of the natural resources” (Visser, 2003). I have selected this definition since the approach and the

18

subscription fits very well with the system approach of the het Framework of Strategic Sustainable Development.

Investigating the most suitable approach for a sustainable transition in Wealthy Waal, three methods have been stu-died: Cradle to Cradle, the Ecological Footprint and The Natural Step (TNS). Paragraph 6.2 presents an overview of the research findings. My conclusion is that the me-thod of The Natural Step offers the best conditions for a purpose to develop a sustainable transition within an in-tegral areal system. The system approach in combination with “visioning and back casting process” showed great examples of effective sustainable implementation in the ski resort Whistler (Canada) and in several Swedish ‘”eco municipalities”.

Within the transition process based on TNS, experiences have been collected about social learning and working with communities. For me this led to the decision to investigate the topic of ‘Community of Practice’ (CoP). Research 2 shows the results. Etienne Wenger has done intensive re-search on CoP. He describes a COP as follows: ‘groups of people who share a concern, a set of problems, or a passion about a topic, and who deepen their knowledge and expertise in this area by interacting on an ongoing basis’ (Wenger, 1998).

Also based on the theory of Wenger, I have noted that the CoP members for Sustainable Tourism in Wealthy Waal need the following mind set:• Theyhaveasharedinterestorpassion.

• Theywanttolearnwithandfromeachother.• Theywillmeetonaregularbasistoworkontheconcept (building the CoP canoe). All of this will be done to become even better in what they all want: a transition towards sustainable tourism in Weal-thy Waal.

By using the method of in depth interviews, twelve tou-rism and recreational entrepreneurs have been questi-oned. They answered questions about what they value the most in the Waal area and what they experience as the most powerful factor of the Waal area. Questions have also been raised about opportunities and treats towards a transition process of sustainable tourism development within Wealthy Waal.

The responders formulated the power factor of the river area into ‘statements’ and/or words such as: Primeval power of the river/ high tides; variation of the landscape; great diversity of ships; the river as the artery in the landscape and space for the river. The appreciation for the area is translated in values and metaphors like: diver-sity of the landscape; exploration of the area from the dike perspective; view of the river; water dynamics, the power of the water, forelands, moraines, curving dikes, the ulti-mate Dutch landscape and the waterways.

The aims of the CoP are:1) Learn: share and develop capacity and expertise about sustainability.2) Vision: develop a shared vision on sustainable development for Wealthy Waal.

3) Act: translate the vision into projects (Walk the Talk). 4) Empower trust and sense of community: working together and networking. (Schuurs, 2010).

I like to add a motto to these four points. This is based on the results of the in dept interviews: “From individual small scopes to re-enforce the power on a large scale”.

In liaison with Annelie Bleckman, master student at the National University of Groningen (RUG) a reconnais-sance was with small business entrepreneurs (in Dutch MKB-ers) within the leisure business within Wealthy Waal. The key word of the leisure economy in Wealthy Waal is “small scale”. Research based on the registers of the two Chambers of Commerce in the region showed that over 90% of the leisure entrepreneurs are businesses with less than ten employees. The opportunities for a sustaina-ble future can be marked as: focus on small scale, enhance regional relationship (products and services) and a strong relationship between nature and the companies. The bond between the respondents and the area is strong: both on a personal level as well as on a business level. Nine out of twelve responders are born in the region and ten out of twelve cannot or prefer not to have their business outside the region.

TNS teaches us to develop a common language if you want to implement an effective sustainable transition. Based on this experience the “language of the Waal” will

19

be designed. This idiom will be based on the four TNS sys-tem conditions. The RU team will facilitate stakeholders within this development process. Lessons learned within the tourism segment emphasized to me that idiom has an academic edition as well as an applied edition. The latter refers to the language used by men and women within the work field. It will be the ultimate challenge for the RU fa-cilitators to create the language of the Waal in liaison with the stakeholders. Idioms of sustainability that stimulate all stakeholders to enhance a sustainable transition within their own working and living area(s).

As an Imagineer I searched for a tool to tease stakehol-ders during workshops. This tool is composed during a co-creation process with design students and is called the WAAL alphabet. A tailor made alphabet to compose words and the idiom of the Waal.

All the collected knowledge and research results have come together in an action plan: The Community of Practice for Sustainable Tourism in Wealthy Waal. I have chosen for the metaphor of the magic canoe to inspire the COP members to develop knowledge and to share insights . Within the concept of the magic canoe, the CoP members will design a canoe for a joint adventurous expedition. The ultimate destination will be a sustainable future for Wealthy Waal. Shipping history teaches us that vessels are baptised and having a naming ceremony before they leave for their maiden trip. Based on my experiences in the field I would like to suggest naming the canoe: WAALMe©

WAALMe© refers to

The ultimate question at the end of the first part of this expedition is: How will the sustainable tourism future for Wealthy Waal look like? Futurologist Juliette Verne will show a glimpse of the future in her travel dairy of June 21st 2050 (attachment nr 5. All I can do is to wish you an arousing adventure… Happy sailing and please stay inspired!

Indulge me, seduce me, inspire me, surprise me, fancy me, long for me, transport me, en-light me, trust me, spoil me, translate me, tell me, touch me, adorable me, expect me, collect me, sustain me, en-large me, refresh me, sing about me!

This Business Transformation Report is the final proof for the regular Master of Imagineering course at the Imagineering Academy at NHTV in Breda. An academic proof to gain the Master title: Master in Business Innovation from the Experience Per-spective.

“Imagineering is value creation and value innova-tion from the experience perspective. It is an appro-ach towards value creation attuned to the creative economy. It is a way to design a new, appealing ‘lens’ to find a blue ocean of uncontested market space that inspires all stakeholders to co-create” quote based on www.imagineeringacademy.nl

Imagineers are devoted to energizing and transfor-ming the process of value creation in organizations and society as a whole. We research theory and practice of using imagination in creating value

20

21

Schepen

Schepen als zeilende bloemenover de zilv’ren rivier,

mag ik gezegend mij noemen,‘t rijkste ontwaarde ik hier.

Statig hun langzaam verschijnen,

donker van zeil en van boeg;in de besluiting der lijnentrots en zich zelve genoeg.

Zeilen als zwellende blaad’ren

aan een ontplooiende kroon;schaduwen dragend bij ‘t naad’ren

donker, verrukkelijk schoon.

Zalig en overgegevenvolg ik hun komen en gaan.tot in het hart van het leven

raakt mij hun nadering aan.

Ida Gerhardt

INLEIDING EEN KENNISMAKING MET WAALWEELDE

2

22

INLEIDING EEN KENNISMAKING MET WAALWEELDE

22.1 Van watersnood tot actie

Voor de oorsprong van het project WaalWeelde moeten we terug naar 1995. Ons land werd getroffen door overvloedig water en menig rivier trad buiten haar oevers. Als gevolg van het onverwachte hoogwaterpeil werden honderdduizend inwoners en een groot deel van de veestapel uit het Rijn-Delta gebied, waarvan de Waal onderdeel uitmaakt, geëvacueerd. Deze hoogwaterproblematiek riep vragen op bij het publiek en de landelijke politiek. Rijkswaterstaat kreeg opdracht het bestaande watermanagement te herzien en aan te passen aan de trends voor klimatologische ontwikkelingen. De daarop ingestelde commissie Tielrooij presenteerde in 2000 het rapport “Watermanagement voor de 21st eeuw”(Kors, Claessen, Wesseling and Konnen, 2000) dit rapport was gebaseerd op het nieuwe klimatologisch inzicht dat ons land zich moest voorbereiden op een warmer klimaat waarin het vaker en harder zou regenen, met als gevolg hogere waterstanden in onze rivieren en sloten.

Rijkswaterstaat startte een dialoog met belangrijke stakeholders op het gebied van watermanagement. Een overzicht van plannen met het oog op landgebruik in de zijarmen van de Rijn werd zo optimaal mogelijk gecombineerd met innovatieve plannen ten aanzien van waterbeheersing, met het oog op mogelijk hogere waterstanden. De uitkomsten in het rapport van Rijkswaterstaat stelden andere stakeholders in het Waal-gebied teleur. Zij hadden verwacht dat in de voorgestelde maatregelen ook de inhoud van de plannen ten aanzien figuur 2 stroomgebied Rijn-delta

23

van landgebruik van de gemeenten (aan beide oevers van de rivier) was meegenomen. Het voorstel van Rijkswaterstaat was met name gericht op de rivierbedding en de uiterwaarden.

In reactie hierop liet de Provincie Gelderland een alternatief onderzoek uitvoeren. Rijkswaterstaat oordeelde dat de voorstellen in het Provincie rapport ‘te veel open einden’ kende. Dit wil zeggen oplossingen zonder enige garantie dat ze haalbaar zijn binnen het gestelde budget en tijdskader. Hierop ontstond het dilemma tussen landgebruik enerzijds en overstromingsbeveiliging anderzijds.

Vertegenwoordigers van verschillende stakeholders in het gebied kwamen daarop bijeen en vormden het collectief ‘Waalfront’ Een van de stakeholders was de Radboud Universiteit van Nijmegen. Omdat uiteindelijk geen van de stakeholders bereid of in staat was een experiment te financieren, namen de vertegenwoordigers van de RU het initiatief een voorstel samen te stellen, gebaseerd op de conclusies van het gezamenlijke onderzoek van de Waalfront-groep.Dit rapport kreeg de titel ‘WaalWeelde’. Hierin werden verschillende systemen zoals economie, ecologie en sociale belangen langs de Waal met elkaar in verband gebracht (proces denken) het plan werd onderdeel van het initiatief ‘Nederland leeft met water’ (www.nederlandleeftmetwater.nl)

Het doel van WaalWeelde was de ruimtelijke ontwikkeling langs de Waal vorm te geven, gebruikmakend van lokale initiatieven die zouden passen in zowel de regionale, de nationale als de Europese beleidskaders. WaalWeelde is een regionaal project waarin actoren in het veld, samen met de Provincie Gelderland en kennisinstellingen (o.a. RU) proberen de verruiming van de rivier (denk aan de Planologische Kern Beslissing (KPB) Ruimte voor de Rivier) samen te laten gaan met een ruimtelijke kwaliteitsimpuls.Het WaalWeelde gebied omvat het buitendijkse gebied vanaf de grens (bij Tolkamer) tot aan Gorinchem. 80 Kilometer rivier op Gelders grondgebied, die als economische en ecologisch slagader fungeert voor Noord-West Europa. Tijdens de eerste fase van het WaalWeelde onderzoek (2006-2008) werkten medewerkers van de RU en de Provincie Gelderland intensief samen. Mede op basis van de resultaten van het Waalfront rapport heeft de provincie besloten om het WaalWeelde project en haar aanpak (action research) te adopteren en voort te zetten. In Juli 2009 werd de Concept Visie WaalWeelde gepresenteerd en in november 2009 zag de Visie WaalWeelde het licht.

2.2 Het plan WaalWeelde

In de Visie WaalWeelde (november 2009) wordt de ambitie van het WaalWeelde project als volgt omschreven: het is de ambitie van WaalWeelde om een plan te maken dat breed gedragen wordt in de regio: niet alleen door publieke partners, maar ook private partijen, belangenorganisaties en omwonenden. Een radicaal andere manier van samenwerken! Een integrale gebiedsontwikkeling van het Waalgebied, met als kernwaarden: mooi, veilig, natuurlijk, duurzaam, gedragen en betaalbaar (Willems, 2009).

De provincie heeft bij de overname van het project en plan WaalWeelde besloten om de ingezette lijn van de Waalfront-groep te volgen door verder te werken op basis van het voorgestelde 4B-concept. Hierbij wordt onder andere sterk ingezet op de samenwerking tussen bestuurders, beambten, bedrijven, burgers/ belangenorganisaties (Hierover meer in hoofdstuk 4 § 4.1.). In WaalWeelde wordt naar deze stakeholders gerefereerd als de ‘4B’s’.

WaalWeelde is een omvangrijk programma: het gaat om circa 50 projecten ruimtelijk geclusterd in negen ‘project portfolio’s’ Figuur 3 geeft een overzicht.

© Provincie Gelderland – project WaalWeelde www.waalweelde.nl

dijkverleggingbuitendijks gebied

Deze kaart is een bewerking door de provincie op het originele kaartbeeldvan H+N+S, Stroming, TNO uit deInspiratieAtlas (2007)

rivierberm

0m 2000m

dijk

hoogwatergeul

hoogdynamisch eiland (rivierduinen)

hoogwatervrij terrein

zoekgebied lange termijn Nationaal Waterplan

eiland, �exibele invulling

inrichtingswens

enveloppe

inrichtingswens bedrijventerrein

intergetijdengebied

Ruimtelijk Investeringsprogramma WaalWeeldejanuari 2010

zoekgebied duurzameenergie opwekking

Gorinchem

Woudrichem

Vuren

Brakel

Herwijnen

Zuilichem

Haaften

Hellouw

Gameren

Zaltbommel

Tuil

WaardenburgOpijnen

Hurwenen

Rossum

Varik

Ophemert

Heerewaarden

Dreumel

Tiel

Wamel Beneden-Leeuwen

Boven-Leeuwen

Druten

Afferden

Deest

Winssen

Ewijk

Echteld IJzendoornOchten Dodewaard

Andelst

Beuningen Weurt

Nijmegen

Oosterhout

Lent

BemmelHaalderen

Gendt

Ooij

Erlecom

Leuth

Kekerdom Millingen a/d Rijn

Doornenburg

Hulhuizen

PannerdenAerdt

Herwen

Lobith

Tolkamer Spijk

West Maas en Waal

Druten

Beuningen

Neder-Betuwe Overbetuwe

Lingewaard

Ubbergen

Rijn-waarden

Tiel

Neerijnen

Zaltbommel

Lingewaal

Maasdriel

1 02

34

5

6

7

8 9

101112

13

1415

16

1718

19

20

222123

2624

25

27

29

2831

30

32

3334

3536

3738

39

404241

4344

45

4648

47

87

6

5

4

3

21

0

0. Rijnstrangen *1. Rijnwaardensche Uiterwaard2. Millingerwaard/Erlecomse Waard3. Gendtsche Polder4. Bypass Ooij/Groenlanden/Bisonbaai *5. Stadswaard Ubbergen6. Bemmelsche Polder7. Nijmegen omarmt de Waal

8. Beuningse Uiterwaarden9. Oosterhoutsche Waarden10. Dijkverlegging Oosterhout11. Ewijkse Plaat12. Loenensche Buitenpolder13. Winssensche Waarden14. Dijkverlegging A50-Dodewaard15. Hiensche Uiterwaarden (incl.Rietkamer)

16. A�erdensche en Deestsche Waarden17. De Snor18. Gouveneurspolder19. Drutensche Waarden20. Uitwijkhaven IJzendoorn21. Grote Willemspolder/Schipperswaard22. Waalfront Beneden-Leeuwen23. Kleine Willemspolder/Klimaatdijk

24. Stadsfront Tiel25. Passewaaij26. Wamelsche Uiterwaarden27. Dreumelsche Waard28. Bato’s Erf/Heerewaarden29. Stiftsche Uiterwaarden30. Dijkverlegging Heesselt31. Bypass Varik-Opijnen *

32. Rossumsche Waard33. Heesseltsche Uiterwaarden34. Hurwenensche Uiterwaarden35. Bitumarin36. Rijswaard37. Waalfront Zaltbommel38. Van Uden Group/Kerkenwaard39. Bypass Haaften *

40. Crobsche Waard41. Zuilichem/Ruyterwaard42. Bovenwaard Herwijnen43. Dijkverlegging Brakel44. Vuren oost45. Vuren/Heu�terrein46. Munnikenland / Brakelse Benedenwaarden47. Gamerensche Waarden48. Breemwaard

24

HET GEBIED OMVAT (VAN OOST NAAR WEST) DE GEMEENTEN MILLINGEN AAN DE RIJN, RIJNWAARDEN, LINGEWAARD, UBBERGEN, NIJMEGEN, BEUNINGEN, OVERBETUWE, NEDER-BETUWE, DRUTEN, TIEL, WEST MAAS EN WAAL, MAASDRIEL, ZALTBOMMEL, NEERIJNEN EN LINGEWAAL

WAALWEELDE-GEBIED BESLAAT HET BUITENDIJKSE GEBIED VAN DE WAAL VANAF DE DUITSE GRENS TOT DE GRENS MET ZUID-HOLLAND.

Figuur 3 Visiekaart WaalWeelde

dijkverleggingbuitendijks gebied

Deze kaart is een bewerking door de provincie op het originele kaartbeeldvan H+N+S, Stroming, TNO uit deInspiratieAtlas (2007)

rivierberm

0m 2000m

dijk

hoogwatergeul

hoogdynamisch eiland (rivierduinen)

hoogwatervrij terrein

zoekgebied lange termijn Nationaal Waterplan

eiland, �exibele invulling

inrichtingswens

enveloppe

inrichtingswens bedrijventerrein

intergetijdengebied

Ruimtelijk Investeringsprogramma WaalWeeldejanuari 2010

zoekgebied duurzameenergie opwekking

Gorinchem

Woudrichem

Vuren

Brakel

Herwijnen

Zuilichem

Haaften

Hellouw

Gameren

Zaltbommel

Tuil

WaardenburgOpijnen

Hurwenen

Rossum

Varik

Ophemert

Heerewaarden

Dreumel

Tiel

Wamel Beneden-Leeuwen

Boven-Leeuwen

Druten

Afferden

Deest

Winssen

Ewijk

Echteld IJzendoornOchten Dodewaard

Andelst

Beuningen Weurt

Nijmegen

Oosterhout

Lent

BemmelHaalderen

Gendt

Ooij

Erlecom

Leuth

Kekerdom Millingen a/d Rijn

Doornenburg

Hulhuizen

PannerdenAerdt

Herwen

Lobith

Tolkamer Spijk

West Maas en Waal

Druten

Beuningen

Neder-Betuwe Overbetuwe

Lingewaard

Ubbergen

Rijn-waarden

Tiel

Neerijnen

Zaltbommel

Lingewaal

Maasdriel

1 02

34

5

6

7

8 9

101112

13

1415

16

1718

19

20

222123

2624

25

27

29

2831

30

32

3334

3536

3738

39

404241

4344

45

4648

47

87

6

5

4

3

21

0

0. Rijnstrangen *1. Rijnwaardensche Uiterwaard2. Millingerwaard/Erlecomse Waard3. Gendtsche Polder4. Bypass Ooij/Groenlanden/Bisonbaai *5. Stadswaard Ubbergen6. Bemmelsche Polder7. Nijmegen omarmt de Waal

8. Beuningse Uiterwaarden9. Oosterhoutsche Waarden10. Dijkverlegging Oosterhout11. Ewijkse Plaat12. Loenensche Buitenpolder13. Winssensche Waarden14. Dijkverlegging A50-Dodewaard15. Hiensche Uiterwaarden (incl.Rietkamer)

16. A�erdensche en Deestsche Waarden17. De Snor18. Gouveneurspolder19. Drutensche Waarden20. Uitwijkhaven IJzendoorn21. Grote Willemspolder/Schipperswaard22. Waalfront Beneden-Leeuwen23. Kleine Willemspolder/Klimaatdijk

24. Stadsfront Tiel25. Passewaaij26. Wamelsche Uiterwaarden27. Dreumelsche Waard28. Bato’s Erf/Heerewaarden29. Stiftsche Uiterwaarden30. Dijkverlegging Heesselt31. Bypass Varik-Opijnen *

32. Rossumsche Waard33. Heesseltsche Uiterwaarden34. Hurwenensche Uiterwaarden35. Bitumarin36. Rijswaard37. Waalfront Zaltbommel38. Van Uden Group/Kerkenwaard39. Bypass Haaften *

40. Crobsche Waard41. Zuilichem/Ruyterwaard42. Bovenwaard Herwijnen43. Dijkverlegging Brakel44. Vuren oost45. Vuren/Heu�terrein46. Munnikenland / Brakelse Benedenwaarden47. Gamerensche Waarden48. Breemwaard

25

26

27

De Provincie Gelderland streeft naar ruimtelijke kwaliteit via integrale gebiedsontwikkeling ,waarin een aantal thema’s geïntegreerd worden aangepakt (zie figuur 4).

Figuur 4 Overzicht doelen WaalWeelde

(Willems, 2009)Voor een overzicht van de organisatiestructuur van het project zie www.waalweelde.nl

Op basis van literatuuronderzoek is onderstaand overzicht met kengetallen van WaalWeelde samengesteld. Figuur 5 geeft een overzicht van enkele WaalWeelde kengetallen

Figuur 5 Overzicht enkele WaalWeelde kengetallen

2.3 WaalWeelde Duurzaam

WaalWeelde is nu opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Om voor rijksfinanciering vanuit MIRT in aanmerking te komen dient het project te voldoen aan de randvoorwaarde van duurzame ontwikkeling. Binnen WaalWeelde lag de focus in eerste instantie op ruimtelijke kwaliteit en veiligheid. Daar is in samenwerking met de RU een visie met betrekking tot duurzame ontwikkeling aan toegevoegd. Zo is WaalWeelde Duurzaam ontstaan. Zowel in de rapportage Verkenning WaalWeelde Duurzaam (Hovens, 2009) als in het rapport ‘De Waal is van ons allemaal’ (Tacct, 2010) lezen we dat het begrip ‘duurzaamheid’ langzamerhand veel van zijn inhoud heeft verloren. WaalWeelde Duurzaam gaat het proces nieuw leven inblazen. Binnen WaalWeelde wil de Provincie dat doen door de beoogde kwaliteit van de Waal en haar oevers vanaf het eerste begin duurzaam tot stand te laten komen. Vandaar het onderdeel WaalWeelde Duurzaam. In het kader van deze duurzaamheidsopgave gaan speciale werkgroepen aan de slag om er samen met bestuurders, ambtenaren, ondernemers en burgers voor te zorgen dat alle activiteiten de toets van duurzaamheid kan doorstaan. Hiervoor worden de duurzaamheidsprincipes van ‘The Natural Step’ gebruikt. Hoofdstuk 6.2 gaat dieper in op duurzame ontwikkeling en voorbeelden van methoden om dit doel te bereiken. Deelonderzoek 7 bevat een kennismaking met de methode van The Natural Step.

enkele kengetallen

84 km rivier, 15 gemeenten475,790 inwoners7 thema’s, 1 bindende factor: integrale gebiedsontwikkeling50 projecten en 77 deelprojecten185.000 schepen per jaarhuidige waterafvoer: 15.000 m³/secwaterafvoer 2015: 16.000 m³/sec 2100 verwachting: 18.000 m³/sec opp. uiterwaarden: 13.500 haopp. EHS 13.500 ha nog in te richten: 3.300 haopp. tbv Natura 2000: 10.000 haruim 400.000 recreanten per jaarhonderden wandel- en fietspaden

28

29

Achterland

ter ere van mijn bezoek brengt de wind stilte.de lopende banden van de zandwinning wachten.

de kerken rusten in de geest van gisteren.

onze bus sukkelt naar de rand van het land. Oohcoming, coming, hurrah, hurrah, verder

in het nieuws een bosbrand en langs de route

bericht na bericht: in het ene dorpwonen dertig kinderen, in een ander zijn alle te bouwen huizen verkocht.

we nemen een dijk dwars door het groen.ergens stroomt de rivier: meer dan de dijken

schijnen de pijpen van de steenfabrieken signalen.

als er langs eetcentrum ’t Heuveltje rijdenkijkt iemand op zijn horloge en knikt. Alsof alles

normaal is, het uur, de dag, de dwarse dijken.

en ook ruim voldoende: de zon en de busdie op weg is naar een grens en mij beweegt.

Het beste is om niets te doen

en om ook steeds meer niets te doen

Marijke Hanegraaf uit de bundel Restruimte, juli 2010

ONDERZOEK VRAGEN EN OPZET

3

30

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de onderzoeksvra-gen en de onderzoeksopzet. Alle gebruikte onderzoeks-methoden worden beschreven, gevolgd door de analyse en de resultaten.

3.1 Onderzoeksvragen

De onderzoeksvraag is: Of en hoe het toerisme langs de Rijn-Waal een transitieproces naar duurzame ontwikkeling kan meemaken?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden worden eerst een aantal deelvragen beantwoord:1) Wat verstaan we onder het begrippen ‘toerisme’ en ‘duurzaam toerisme’?2) Wat verstaan we onder het begrip ‘duurzame ontwikkeling’?3) Wat is er voor nodig om de transitie naar duur- zame ontwikkeling in dit doelgebied in gang te zetten?4) Hoe zou een concreet plan van aanpak er uit kunnen zien voor het WaalWeelde gebied?

3.2 Onderzoeksopzet

Om antwoorden te formuleren op de onderzoeks(deel)vragen is veel informatie nodig. Deze kennis is zowel met behulp van desk- als fieldresearch verkregen.

3.2.1 Desk researchIn het kader van deze thesis zijn de volgende informa-

tiebronnen gehanteerd voor het schrijven van literatuur-overzichten over toerisme/duurzaam toerisme en sociaal leren/de Community of Practice.• bibliotheken(onlineenoffline)• vakbladen• rapporten• internet

BibliothekenInditonderzoekiszowelvanonlinealsofflinebibliothe-ken gebruikt gemaakt. Via deze informatiebron zijn o.a. NHTV-scripties, onderzoeken, onderzoeksverslagen, boeken, jaarverslagen en vakbladen geraadpleegd. Online waren met name mediabibliotheken van nationale en in-ternationale uitgevers de informatie bron. Met de informatie verkregen via vele bibliotheken is een gedegen basis gelegd voor een tweetal literatuuroverzich-ten. Het eerste ‘literature review’ betreft een overzicht van de fenomenen toerisme en duurzaam toerisme. Daarna is aanvullend onderzoek verricht naar sociaal leren, de leren-de organisatie en de Community of Practice. Gebruikte bronnen staan in de referentielijst.

VakbladenZowel toerisme, duurzaam toerisme als de ontwikkelin-gen op het terrein van Maatschappelijk Verantwoord On-dernemen (Mvo) en duurzame ontwikkelingen zijn rela-tief jonge fenomenen. Daarom is gebruik van aanvullende informatiebronnen zoals vakbladen, rapporten en internet nodig om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen.Wetenschappelijke journals geven een algemeen over-zicht van deze onderwerpen. Specifieke informatie voor

de Nederlandse markt is verkregen door het lezen van o.a. vakbladen. De Nederlandstalige vakbladen uit de toeris-tisch-recreatieve werkveld zoals Recreactie, Reisrevue en het NRIT magazine zijn gebruikt om specifieke data te verzamelen en inzicht te krijgen in trends & ontwikkelen m.b.t. toerisme, duurzaam toerisme in Nederland in het algemeen en de vrijetijdseconomie in de Provincie Gel-derland, WaalWeelde in het bijzonder. Met de laatst genoemde bevindingen zijn de twee boven-vermelde literatuuroverzichten verrijkt en is een derde een literatuuroverzicht geschreven over het economisch be-lang van toerisme en recreatie in Gelderland/WaalWeelde. In deelonderzoek 3 staan de resultaten voor WaalWeelde. Voor duurzame trends en ontwikkelingen werden o.a. Ode en P+ geraadpleegd. Mede op basis van artikelen uit vakbladen, in combinatie met de hieronder vermelde rapporten en krantenberichten, heb ik voor de Provincie een document geschreven over de trends en ontwikkelin-gen van de toeristische sector. Deze informatie is door de Provincie gebruikt voor het supplement op de visie Waal-Weelde. Artikelen uit academische Journals zoals Journal of Eco tourism, Journal of Sustainable Tourism, Journal of wor-king place learning zijn gebruikt in het kader van de hierboven beschreven literatuuronderzoeken. Gebruikte bronnen staan vermeld in de referentielijst.

RapportenDiverse organisaties zoals ministeries, brancheorganisa-ties en kennisinstituten verrichten onderzoek naar toe-risme, duurzaam toerisme en MVO. Om een goed beeld te krijgen van de meest recente ontwikkelingen en van

ONDERZOEKSVRAGEN EN -OPZET

3

31

specifieke trends voor WaalWeelde is gebruik gemaakt van allerlei rapporten. Zo zijn in het kader van het project WaalWeelde zijn in het verleden enkele rapporten verschenen zoals ‘Visie WaalWeelde’, ‘Ruimte voor de Rivier’, ‘Rapportage Waal-Weelde Duurzaam’. Aanvullende informatie is gevonden in rapportages over toerisme en recreatie bij de Provincie Gelderland, de deelnemende gemeenten, de twee Regio-nale Bureaus voor Toerisme (RBT), brancheorganisaties ANVR en RECRON en in publicaties van de diverse mi-nisteries die betrokken zijn bij recreatie en toerisme. Het rapport ‘Groeten uit Holland’ (Vromraad, 2006) van het Ministerie van VROM vormde de basis voor het regionaal beeldverhaal. De gebruikte bronnen staan vermeld in de referentielijst

InternetInternet wordt in toenemende mate de informatiebron voor consumenten, bedrijven en onderzoekers. Ook voor deze thesis is veelvuldig gebruik gemaakt van het internet als toegang tot informatiebronnen, als zoekmachine om ingangen te vinden voor bronnen over het gezochte on-derwerp zoals bijvoorbeeld GreenKey, de Blauwe Vlag en andere keurmerken en ecolabels. Zoektermen waarop is gezocht zijn: toerisme, duurzaam toerisme, ecotoerisme, slow travel, recreatie, duurzame recreatie, agro-toerisme, natuur toerisme, duurzame ge-biedsontwikkeling en CoP . Daarnaast is het internet gebruikt om documenten van de 15 gemeenten en de Provincie Gelderland in te zien m.b.t. de onderwerpen toerisme, recreatie en WaalWeelde. Ook de sites van de twee RBT’s (Rivierenland en Knoop-

punt Arnhem Nijmegen), het GOBT, de ANVR en MVO Nederland zijn gebruikt om informatie te traceren. Als er informatie van een site is gebruikt, staan de gege-vens vermeld in de referentielijst.

3.2.2 Field researchDe gegevens verkregen via deskresearch zijn een goede basis voor het bepalen van welke informatie verder no-dig is om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Aanvullende informatie voor deze thesis is verkregen via fieldresearch, onderzoek dat primair wordt verricht voor het verkrijgen van toegepaste informatie voor het beant-woorden van de specifieke onderzoeksvragen voor Waal-Weelde. In het kader van field research is met o.a. gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek.

Informatiebronnen die gebruikt zijn in het kader van field research zijn:1. kwalitatief onderzoek naar waarden bij stakeholders 2. expert interviews3. congresbezoek4. voorbeeld van ‘best practice’ 5 en 6 zijn wel voorbereid, nog niet uitgevoerd5. Appreciative Inquiry6. The World Café

Deze methoden worden hieronder nader toegelicht:

Ad 1) Kwalitatief onderzoek naar waarden bij stak- holdersHier is gekozen voor diepteinterviews waarbij vragen wor-

den afgewisseld met het gebruik van beelden. De focus bij het diepte-interview ligt op het achterhalen van de waarde van het gebied voor de stakeholders.De doelstelling van het kwalitatief onderzoek is: Inzicht krijgen in de persoonlijke en zakelijk waarde van duurzaam toerisme / MVO van de toeristisch-recreatieve ondernemers in het Waal- Weelde gebied.

Het begrip duurzaamheid is in de laatste jaren veelvuldig gebruikt in allerlei verschillende situaties. De een denkt bij duurzaamheid aan het milieu de ander legt de nadruk op energiegebruik, de derde denkt aan projecten in ont-wikkelingslanden. Om de respondenten vrij te laten pra-ten over duurzaamheid is in dit onderzoek gekozen om naast tekstvragen ook beeldvragen te gebruiken. Het ge-bruik van metaforen en beelden beschreven in het boek van Zaltman “Hoe consumenten denken” inspireerde me tot het inzetten van dit middel. Zaltman heeft een eigen zogenaamde elicitatiemethode opgezet onder de naam ZMET: Zaltman Metaphor Elicitation Method (Zaltman, 2008). ZMET biedt een diepgaand en beeldend inzicht in de beleving van respondenten ten aanzien van een product of dienst. De Ruyter geeft aan dat de kracht van deze techniek vooral ligt in het feit dat ze de onderzoeker in staat stelt dieperliggende motieven en emoties aan te boren (Ruyter De, 2001). Op deze belevingen gaan on-derzoeker en respondent samen verder in aan de hand van intuïtieve reacties. ZMET is een gecertificeerde methode. Als potentiële op-drachtgever moet je je richten tot een geregistreerde ex-pert. Navraag leerde dat daar een aanzienlijk budget mee

32

is gemoeid. Mede om laatste genoemde reden is van deze techniek geen gebruik gemaakt voor dit onderzoek. In ZMET bouwt Zaltman verder op de zogenaamde lad-dering analyse techniek (zie 3.4 analyse).

De 3V’s van het toeristisch product (vervoer, verblijf en vermaak) zijn in het eerste deel van het diepte-interview via beeldvragen bevraagd. De respondent kreeg per V vijf beelden te zien. Nadat hij zijn keuze had bepaald, werden vragen gesteld over de keuze. Het doel van deze vragen was om inzicht te krijgen in de waarde die respondenten hechten aan vrijetijdsbeleving. Deze drie vragen hebben relatief veel content opgeleverd en gaande het proces ont-stond een ongedwongen en open sfeer, een goede basis voor het vervolg van het diepte-interview.

Ad 2) Expert interviewsIn dit onderzoek zijn diverse onderwerpen (duurzame transitie, duurzaam toerisme, Community of Practice) onderzocht die tot een relatief jong werkgebied behoren. Academische bronnen leverden vaak een eerste aanzet. De verkregen informatie (literature review) is aangevuld met specifieke informatie. Een van de gebruikte methode is het zogenaamde expertinterviews. In het kader van dit on-derzoek zijn experts gezocht op het terrein van duurzaam toerisme, ecotoerisme, maatschappelijk verantwoord on-dernemen, The Natural Step, de lerende organisatie, de DNA van een gebied en regionale beeldverhalen.

Voor deze thesis hebben de onderstaande expert inter-views plaats gevonden:• BuitengewoonhoogleraarDr.Renévande

Duim: Universiteit Wageningen• JurriaandeMol,directeurRegionaalBureau Toerisme Knooppunt Arnhem Nijmegen• RuudSchuurs,coördinatorWWDvanuit Raboud Universiteit Nijmegen• FerdinandvanHemmen,landschapshistoricus Huissen• JanvanRoekel,kwartiermakerRegionaalbeeld- verhaal Dijk van een Delta

Bijlage 7 geeft een overzicht van de data van de gesprek-ken en de gebruikte itemlijsten.

Ad 3) CongresbezoekOmdat het fenomeen duurzaam toerisme een relatief jong begrip is, is mede via congresbezoek over dit thema ge-zocht naar de laatste trends en informatie op dit terrein.

Tijdens het onderzoek voor deze thesis boden zich twee concrete congresopties aan:1. thema ochtend duurzaam toerisme tijdens de Vakantiebeurs 13 januari 2010 en2. jaarlijkse Groeneveld Conferentie georganiseerd door het IDUT (3 juni 2010).

Congrespapers zijn na te lezen op respectievelijk http://www.vakantiebeurs.nl/nl-nl/Bezoeker/Vakbeurs/Activi-teiten/Duurzaam%20Event.aspx en http://www.idut.nl/groeneveld-conferenties

Ad 5) ‘Best Practice’Om inzicht te krijgen in de werking van een fenomeen is

het bestuderen van zogenaamde best practice cases een methode. ‘Best practice’ is een soort schoolmodel van het gedachtegoed. Tijdens de onderzoeksfase heb ik Vakantiepark Herper-duin in Herpen bezocht als voorbeeld van een ‘best prac-tice’ in het segment verblijf. Herperduin biedt o.a. onder de naam ‘Bosvilla’s’ ecologische bungalows aan. Daarnaast heeft het park al jaren een Green Key gold certificaat en is op het terrein een groot helofytenfilter aangelegd voor een grijswater circuit. Bij de receptie liggen naslagwerken waarmee de gast (en collega’s) zich kunnen verdiepen in het onderwerp duurzaam toerisme. http://www.herper-duin.nl/Bungalows/bosvilla6.htm

wel voorbereid, nog niet uitgevoerd

Toeristische ondernemers WaalWeelde welkom bij Herperduin

De eigenaar van het park is graag bereid in de nabije toekomst collega’s uit WaalWeelde te ontvagen en rond te leiden op haar park. Bij de receptie van het park liggen verschillende naslagwerken met informatie over duurzaam bouwen, energie etc. Belangstellenden kunnen deze mappen na afspraak inzien.

33

Appreciative Inquiry(wel voorbereid, nog niet uitgevoerd)Een effectieve, kwalitatieve onderzoeksmethode voor onderzoek onder grote groepen is Appreciative Inquiry (Haijtema). Centraal in deze aanpak staat de appreciative of te wel de positieve georiënteerde aanpak. AI werkt vol-gens het zogenaamde diamant model: 4D’s De AI methode is van oorsprong gebaseerd op een meer-daags concept. De teamwerking in een meerdaagse setting is een belangrijk onderdeel voor het creëren van een ef-fectieve dialoog. Het meerdaagse concept maakt deze me-thode wat minder geschikt voor de huidige situatie in het WaalWeelde Duurzaam. De provincie Gelderland heeft besloten om toerisme en recreatie pas in 2011 actief op de agendatezetten.ProjectcoördinatorHenkdenHartogisbereid om in 2011 enkele verkennen sessie te organiseren, de opzet van een meerdaagse is in dit stadium o.a. finan-cieel niet haalbaar. Als alternatief is de methode van The World Café © voorgesteld.

WaalWeelde (Cafe) Café(wel voorbereid, nog niet uitgevoerd)Een variant op AI is de methode The World Café © een concept van Juanita Brown (Bunker, 2006). Deze metho-de gaat ook uit van de positieve benadering in combinatie met de inspirerende vraag. Het concept World Café kan ook effectief en efficiënt in één dag worden uitgevoerd. In een informele setting (cafe style) worden per ronde tafel vier mensen bijeen gezet. Op de tafels ligt een be-schrijfbaar tafellaken en enkele stiften. Alle deelnemers kunnen hun gedachten vrij op tafel schrijven. Per dag of dagdeel kunnen een of meerdere inspirerende vragen wor-

den behandeld. www.theworldcafe.org Voor juni was een World Café sessie geïnitieerd voor het MARS team aangevuld met enkele studenten, relaties van het toeristisch communicatie adviesbureau Lankhorst Pu-blic Relations en enkele mediacontacten waarvan bekend is dat zij affiniteit met duurzaam toerisme hebben. Mede door de vakantieplannen van de potentiële genodigden was het helaas niet mogelijk om het World Café uit te voeren. Ter voorbereiding op deze dag is in overleg

Figuur 6 Onderzoeksopzet

met het MARSteam op de RU is het concept World Café alvast omgedoopt tot ‘WaalWeelde Café’. De belangrijk-ste reden voor het herbenoemen van dit concept is om de deelnemers straks het gevoel te geven dat het hun café, hun ontmoetingsplek is.

Onderstaande figuur 6 geeft schematisch een overzicht van de gehanteerde onderzoeksopzet

34

3.3 De grenzen van het onderzoek

De onderzoeksperiode in het kader van de Master stu-die voor Imagineering liep van mei tot en met augustus 2010. De maanden juli en augustus vormen traditioneel de hoofdseizoen en daarmee de drukste maanden voor de toeristisch recreatieve branche. Mede hierdoor waren onderzoeksmethoden als Appreciative Inquiry en The World Café geen haalbare opties. Beide methoden worden wel opgenomen in het vervolg-traject. Daarom zijn beide methoden al wel nader onder-zocht. Een samenvatting staat in deelonderzoek 5.

3.4 De analyse

Het analyseproces wordt gestuurd door een stapsgewijze beantwoording van de onderzoeksvragen. In dit onder-zoek zijn twee analysetechnieken toegepast te weten 1) de techniek van de laddering en 2) de inhoudsanalyse.

3.4.1 LadderingIn eerste aanzet is gekozen voor de analyse techniek die gebruik maakt van laddering. De resultaten van de diepte- interviews zijn op basis van de voice recorder opnames volledig uitgeschreven (transcriptie). Daarna is gepro-beerd met behulp van de laddering techniek een analyse te maken van de antwoorden van de respondenten. Laddering is een kwalitatieve techniek die gebruikt kan worden om na te gaan welke betekenissen consumenten aan producten, diensten en in deze onderzoeksopzet aan een begrip toekennen. In dit onderzoek wilde ik nagaan of laddering als techniek

Toelichting bij figuur 6 en de onderzoeksvragen

Vraag 1, Wat verstaan we onder toerisme en duurzaam toerisme werd eerst beantwoord met informatie op basis van literatuur onderzoek (literatuur overzicht). Deze bevindingen zijn aangevuld en nader bestudeerd met informatie verkregen tijdens deelname aan twee congressen met focus op duurzaam toerisme te weten, de dag voor duurzaam toerisme tijdens de Vakantiebeurs in Utrecht (13 januari 2010) en de Groeneveld Conferentie in Apeldoorn op donderdag 3 juni 2010 georgani-seerd door het Initiatief Duurzaam Uitgaand Toerisme (IDUT). Extra informatie is tevens verkregen door een interview Dr. René van der Duim van de Universiteit van Wageningen. Van der Duim was ook gast spreker op de bovengenoemde Groeneveld Conferentie in Apeldoorn.

Vraag 2, Wat verstaan we onder het begrip ‘duurzame ontwikkeling’,is in eerste instantie via literatuur onderzoek en het literatuur overzicht onderzocht en beantwoord . Aanvul-lende informatie is gezocht in case studies waarbij The Natural Step was toegepast, zoals bij de duurzame gebiedsontwikkeling in het Canadese Whistler.

Vraag 3,Wat is er voor nodig om de transitie naar duurzame ontwikkeling in het WaalWeelde gebied in gang te zetten?, is in eerste beantwoord met de resultaten van de diepte-interviews. Deze onderzoeksresultaten zijn aangevuld met ervaringen opgedaan tijdens de vele verkenningstochten in het WaalWeelde gebied en een bezoek aan een ‘best practices’ op het terrein van duurzaam toerisme.

Vraag 4, Hoe zou een concreet plan van aanpak er uit kunnen zien voor het WaalWeelde gebied?, is beant-woord op basis van de resultaten van de diepte-interviews.

35

ook bruikbaar zou zijn bij het geven van betekenis aan een abstract begrip, in dit geval ‘duurzaamheid’. Centraal in deze techniek staat de waarom-vraag. Uit-gangspunt voor de laddering techniek is het model van de middel-doel-keten. Middel-doel-ketens kunnen worden gebruikt om een relatie aan te geven tussen bijvoorbeeld de kenmerken van het begrip duurzaam toerisme en de en de eisen, wensen en behoeften van de stakeholders in het WaalWeelde gebied. De Ruyter beschrijft dat de middel-doel-ketens in drie fasen worden onderscheiden: 1) kenmerken, 2) gevolgen en 3) waarden. Het woord keten duidt erop dat genoemde fasen schakels zijn in de-zelfde ketting (Ruyter De, 2001). Om een beter inzicht te krijgen in laddering heb ik de opzet in figuur 7 toegepast op het begrip vakantie.

Figuur 7 Weergave laddering voorbeeld middel-doel-keten

treden voorbeelden

eindwaarden duurzaamheid, genot, avontuurlijk leven

instrumentele waarden sportief, onafhankelijk

psychosociale gevolgen status

functionele gevolgen op adem komen, relaxen

abstracte kenmerken themakamers, jazz café, elektrische fiets

concrete kenmerken aantal kamers, prijs, aantal couverts, huurfiets

36

Intermezzo “Ervaringen tijdens de analyse”

Tijdens het theoretische deel van de master opleiding is enige praktische ervaring opgedaan met laddering als analyse techniek. Ondanks de relatief beknopte praktische kennis was ik zeer gemo-tiveerd om deze onderzoeksvorm verder te onderzoeken, te ervaren en toe te passen tijdens de thesis.

Mijn eerste indruk was dat de respondenten zich op hun gemak voelden bij het bekijken van de afbeeldingen, vaak kwam er een spontane glimlach om hun mond en gaven ze kort een reactie in de vorm van een persoonlijke vakantie-ervaring. De meeste respondenten vonden het moeilijk een keuze te maken uit de vijf vermaak afbeeldingen omdat meerdere elementen hen aanspraken.

Het leermoment hier is dat bij de selectie van de afbeelding nog beter gekeken moet worden naar de afbeeldingen en de eventuele relatie tussen en/of overlapping met de andere afbeeldingen. Als er relatief grote contrasten zaten in het aangeboden beeld, zoals tussen de tent en het luxe hotel in de woestijn, bleek de respondent relatief snel een keuze te kunnen maken. Als daarentegen de voorstellingen, weinig contrast boden, zoals in het blok vermaak ( foto van een stelletje in het landschap en fietsers op een andere foto) dan hadden de respondenten meer moeite met het maken van een keuze.

Daarnaast stelde ik vast dat de respondenten soms andere associaties hadden met het aangeboden beeldmateriaal dan de opzet waarmee ze door mij waren geselecteerd. Zo bevond zich in set foto’s van vervoersvormen een afbeelding van een auto, die voor water geparkeerd stond. Op de achtergrond was een kleine boot zichtbaar. Een van de respondenten, die zelf een boot bleek te bezitten, koos voor deze foto vanwege de affiniteit met de boot, terwijl het in het onderzoek om de auto ging. Een andere foto waarop fietsende mensen te zien waren, werd door twee deelnemers geassocieerd met familie-uitstapjes terwijl de inzet was de activiteit fietsen uit te beelden. Ook het stelletje in het landschap werd meerdere malen geassocieerd met de natuur en natuurbeleving, terwijl de oorspronkelijke gedachte was de activiteit ‘wandelen’ weer te geven. De gebruikte foto’s staan afgedrukt in bijlage 4.

Een tweede leermoment kwam naar boven toen na het aanbrengen van de labels (eerste fase van de inhoudsanalyse middels kernwoorden) de meeste antwoorden van de respondenten geen bruikbare ladders opleverden. Relatief vaak refereerde de respondent direct aan een eindwaarde als ‘vrijheid’ zonder dat een kenmerk of gevolg werden benoemd. Mede daardoor was het niet mogelijk om de middel-eind-keten in beeld te brengen.Een tweede leerpunt in dit kader is de keuze van vijf afbeeldingen per categorie. Respondenten kozen voor uiteenlopende verschijningsvormen van accommodatietypen, waardoor bij de analyse een breed scala aan antwoorden in beeld kwam. Daardoor werd per beeldtype te weinig materiaal verkregen om een ladder te formuleren.

Uiteindelijk is afgezien van de laddering techniek voor de analyse van de onderzoeksgegevens. Mede op grond van de vaststelling is besloten om de antwoorden van de drie beeldvragen buiten dit onderzoek te laten. De resultaten van de andere vragen geven voldoende informatie voor het beantwoorden van de gestelde vragen.

In de antwoorden van de respondenten zijn relatief veel belevingsaspecten en waarden verwoord. Reden om de resultaten met een andere techniek te analyseren. In een tweede fase is gekozen voor de meer traditionele techniek van documentanalyse/inhoudsanalyse.

37

3.4.2 Inhoudsanalyse Een veel gebruikte methode voor analyse van diepte-in-terviews is de inhoudsanalyse , documentanalyse (Wester and Peters, 2004). Voor aanvang van de interviews is toe-stemming gevraagd aan de respondenten om het gesprek op te nemen met een voice recorder. De antwoorden zijn na de gesprekken woord voor woord uitgetypt. Daarna zijn per antwoord, woorden onderstreept en labels toege-kend waarna antwoordcategorieën zijn samengesteld

38

39

Troost der rivier

In droefenis een zuiv’re toeverlaat,o zilveren rivier, waart gij het meest,

gij zijt de wel van helderheid geweest,die spiegeldiep, mijn vragen heeft verzaad.

Want wie u trouw blijft, weet hoezeer geneest

het peinzen, dat bij u te rade gaat,en zoekt en buigt zich over, tot hij leest

de zin, die in uw stroom geschreven staat.

Wat bleef van opstand aan uw oeverbocht?wat kleine tranen om een klein verdriet,

verwaaid, Het land rust mild en wijd.

Dan heeft de oogopslag zijn rijk gezocht,en ‘t eindeloos blinken van uw stroomgebied

omvat hij in een klare zekerheid.

Ida Gerhardt

RESULTATEN4

40

Per onderzoeksmethode wordt hieronder aangegeven wat de resultaten zijn. In verband met de veelheid aan gege-vens is besloten om de resultaten naar aanleiding van de diepte-interviews in een apart hoofdstuk te verwoorden. Zie hiervoor hoofdstuk 5.

4.1.1 Desk researchBibliothekenDe resultaten van de twee literatuuroverzichten staan af-gedrukt in deelonderzoek 1 en 2. Deelonderzoek 1 geeft een overzicht van de begrippen toerisme en duurzaam toerisme. In het kader van een succesvolle transitie naar duurzaam toerisme in WaalWeelde is het van essentieel belang dat alle deelnemers dezelfde taal spreken en een gemeenschappelijk begrippen kader delen. Voor mijn be-vindingen en aanbevelingen omtrent dit vraagstuk verwijs ik naar 6.4 (de taal van de Waal).Voor het tweede literatuuroverzicht is aanvullend onder-zoek verricht naar de thema’s sociaal leren, de lerende or-ganisatie en de CoP. Deelonderzoek 2 presenteert de be-vindingen. De kennis die ik hierbij heb opgedaan heeft de basis gelegd voor de eerste presentatie over de CoP aan de regiegroep van WaalWeelde duurzaam op 5 juli jl. Tevens vormen de bevindingen van dit onderzoek de basis voor de reisvoorbereiding voor de kano WAALMe©, de me-tafoor voor de CoP Duurzaam Toerisme in WaalWeelde. Zie hiervoor hoofdstuk 7.1.5.

VakbladenDiverse Nederlandstalige vakbladen zijn gebruikt om spe-cifieke data te verzamelen en inzicht te krijgen in trends & ontwikkelen met betrekking tot toerisme, duurzaam

toerisme, in Nederland in het algemeen en de vrijetijds-economie in de Provincie Gelderland, WaalWeelde in het bijzonder. Aan de hand van diverse artikelen uit de vakbla-den, Recreactie, Reisrevue, NRIT magazine, zijn de twee bovenvermelde literatuuroverzichten verrijkt. Om het belang van toerisme voor de economie van Gel-derland duidelijk te maken aan de regiegroep WaalWeelde is een derde deelonderzoek verricht. Mede op basis van deze resultaten (zie deelonderzoek 3), aangevuld met de uitspraken van de Jurriaan de Mol (directeur RBT KAN) en René van der Duim (hoogleraar Wageningen), is een advies uitgebracht aan zowel de Provincie als de RU voor de keuze voor het begrip duurzaam toerisme in plaats van de voorgestelde term ecotoerisme (zie hoofdstuk 6.1).

RapportenHet VROM-rapport ‘Groeten uit Holland’ gaf aanlei-ding voor een extra onderzoek naar het DNA van het WaalWeelde gebied. Uit het expert interview met Ruud Schuurs kwam naar voren dat een duurzame gebiedstran-sitie t.b.v. toerisme op twee manieren benaderd kan wor-den. Enerzijds vanuit het gebied en anderzijds vanuit de sector. Als Imagineer was ik benieuwd naar de historie van het gebied en ter voorbereiding op het creëren van de CoP Duurzaam Toerisme wilde ik meer kennis vergaren over het DNA van WaalWeelde. De expert is op dit terrein is Ferdinand van Hemmen die als landschaphistoricus onder andere betrokken is bij het regionaal beeldverhaal Dijk van een Delta. De resultaten van het interview met laatst genoemde zijn toegevoegd aan het concept zoals ook de informatie over regionale beeldverhalen uit het VROM-rapport ‘Groeten

uit Holland’. Deelonderzoek 4 presenteert het DNA van de WaalWeelde. Tot slot hebben rapporten van Alterra (Kersten, 2002) en Habiforum (Enthoven, 2006) me meer inzicht gegeven in het gedachtegoed van de CoP in relatie tot duurzame gebiedsontwikkeling. Deze informatie is verwerkt in het literatuuroverzicht dat u aantreft in deelonderzoek 2. In-middels is contact gelegd met Alterra om na het inleveren van deze thesis een verkennend gesprek te hebben over hun plannen voor gebiedsontwikkeling in het Overijssel-se Vechtgebied en mijn bevindingen voor de start van de CoP voor Duurzaam Toerisme in WaalWeelde, de eerste toeristische CoP van ons land.

InternetInternet wordt in toenemende mate de informatiebron voor consumenten, bedrijven en onderzoekers. Ook voor deze thesis is veelvuldig gebruik gemaakt van het internet . Als er informatie van een site is gebruikt, staan de gege-vens vermeld in de referentielijst.

Ondanks deze populariteit is terughoudendheid ten aan-zien van de openbare informatie op zijn plaats. Verificatie aan bijvoorbeeld geschreven bronnen is veelal noodzake-lijk in het kader van het opnemen van benodigde infor-matie.

4.1.2 Field researchDe gegevens verkregen via deskresearch zijn een goede basis voor het bepalen van welke informatie verder no-dig is om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Aanvullende informatie voor deze thesis is verkregen via

RESULTATEN4

41

fieldresearch, onderzoek dat primair wordt verricht voor het verkrijgen van toegepaste informatie voor het beant-woorden van de specifieke onderzoeksvragen voor Waal-Weelde.

Informatiebronnen die gebruikt zijn in het kader van field research zijn:• kwalitatiefonderzoeknaarwaardenbij stakeholders • expertinterviews• congresbezoek• voorbeeldvan‘bestpractice’

Kwalitatief onderzoek naar waarden bij stakeholdersHier is gekozen voor diepte interviews waarbij vragen wor-den afgewisseld met het gebruik van beelden. De focus bij het diepte interview ligt op het achterhalen van de waarde van het gebied voor de stakeholders. In totaal zijn 12 diep-te interviews afgenomen. Zie voor meer details hoofdstuk 5. De vragenlijst staat in bijlage 1, de uitgeschreven inter-views staan op CD.

Expert interviewsDe expert interviews zijn genotuleerd tijdens het gesprek, er zijn geen voice opnames gemaakt. Uitspraken, gedeelde inzichten en ervaringen van de experts worden verdeeld over het onderzoek weer gegeven en daarbij voorzien van een referentie. Van der Duim en De Mol hebben met name inzage gege-ven in het gebruik van de begrippen duurzaam toerisme en ecotoerisme in de vrijetijdseconomie. De informatie van Van Hemmen en Van Roekel is opgenomen in deel-

onderzoek 4 over het DNA van de regio en het regionaal beeldverhaal een Dijk van een Delta. Ruud Schuurs heeft o.a. input gegeven voor de stakeholders analyse, de ont-wikkeling van het concept Community of Ownership en zijn visie op duurzame transitie. Zie bijlage 7 voor de itemlijsten.

CongresbezoekTijdens het onderzoek voor deze thesis boden zich twee concrete congresopties aan:1. thema ochtend duurzaam toerisme tijdens de Vakantiebeurs 13 januari 2010 en2. jaarlijkse Groeneveld Conferentie georganiseerd door het IDUT (3 juni 2010).

Informatie die tijdens genoemde congressen is uitgedeeld, is na te lezen op respectievelijk http://www.vakantie-beurs.nl/nl-nl/Bezoeker/Vakbeurs/Activiteiten/Duur-zaam%20Event.aspx en http://www.idut.nl/groeneveld-conferenties

De focus tijdens beide congressen lag op ontwikkelingen van duurzaam uitgaand toerisme. Voor zover bekend zijn er geen congressen of seminars over duurzaam toerisme die zich op binnenlands toerisme richten. Ik heb me voor beide congressen aangemeld omdat mijn insteek is dat de trends en ontwikkelingen voor uitgaand toerisme, kennis-elementen en inspiratie kunnen opleveren voor inkomend en binnenlands toerisme.Tijdens de conferentie in Utrecht lichte het NIPO een tipje van de sluier van het onderzoek naar ‘Duurzaam en vakantie’ en de perceptie van de consument hierop. Voor

Gelderland leverde dit o.a. het volgende resultaat op:

Goede kansen voor duurzaam toerismeHet rapport Duurzaamheid en vakantie van het NBTC-NIPO laat zien dat de Provincie Gelderland (naast Drenthe en Limburg) door de Nederlandse bevolking als een van de meest duurzame provincies van ons land wordt gezien. Dren-the scoort het hoogst als het gaat om een groen imago, Gel-derland en Limburg delen de tweede plaats. Indicatoren die in genoemd onderzoek verwijzen naar een duurzame bestem-ming zijn o.a. het feit dat zichtbaar aandacht wordt besteed aan natuur(behoud), dat er aandacht is ten aanzien van het behoud van de lokale cultuur en erfgoed. En dat de bestem-ming aantrekkelijke groene initiatieven lanceert. Voorbeelden van dit laatste zijn o.a. plannen ten behoeve van de inzet van energie- en waterbesparing. Bron: Duurzaamheid en Vakantie, NBTC-NIPO research, februari 2010

Bovenstaand resultaat is opgenomen in het document ‘trends en ontwikkelingen toerisme in WaalWeelde’ dat ik ter voorbereiding van supplement 3.6 voor de Visie Waal-Weelde voor de Provincie heb geschreven. Voor een to-taaloverzicht van de trends & ontwikkelingen, verwijs ik naar bijlage 10.

De belangrijkste conclusie van de Groeneveld Conferen-tie van 3 juni 2010 was de stelling van gast spreker René van der Duim. Tot slot sprak ik tijdens de Groeneveld Conferentie met Silvia Hendriks. Zij is werkzaam bij Travelife. De Neder-landse reiswereld, onder aanvoering van de branche or-

42

ganisatie ANVR, heeft Travelife omarmt om de transitie naar duurzaamheid te maken. Op de site www.travelife.eu lezen we dat “Travelife als management systeem is ont-wikkeld ter ondersteuning van een efficiënte en kostenef-fectieve invoering van duurzaamheid binnen de reissector. Travelife werkt bij voorkeur in samenwerking met natio-nale associaties van reisorganisaties (tour operators, reis-bureaus) om zodoende een snelle en efficiënte introductie van duurzaamheid te realiseren en om tot een ‘level playing field’ te komen waarbij alle bedrijven binnen een sector aan dezelfde minimale voorwaarden moeten voldoen en op basis van gelijke objectieve standaarden beoordeeld worden”. http://www.travelife.eu/index.php?id=1. Voor WaalWeelde Duurzaam kan het leerzaam zijn om de site van Travelife nader te bekijken. Te meer omdat Waal-Weelde Duurzaam zelf ook plannen heeft om een digitaal platform te ontwikkelen.

‘Best Practice’Voor een overzicht van enkele ‘best practice’ zie bijlage 11. De verworven inzichten dienen straks met name ter voorbereiding van het programma van de CoP Duurzaam Toerisme WaalWeelde.

Citaat Van der Duim: de relatie tussen natuur en toerisme… Tijdens het recreëren maken mensen veelvul-dig actief gebruik van de natuur. De invloed van recreatie op natuur & milieu is complex en hangt o.a. af van het type activiteit en de wijze van vervoer. Tijdens de Groeneveld Con-ferentie van 2010 was een van de stellingen van buitengewoon hoogleraar Van der Duim “Het is de natuur van het toerisme om onvol-doende tot geen verantwoordelijkheid te ne-men voor de kern van het toeristisch product”. De directe negatieve gevolgen van recreatie voor natuur en milieu zijn o.a. • deverstoringvanplantenendieren;• detoenamevanverkeerenluchtver-ontreiniging door verplaatsing naar de recreatiebestemming; • hetontstaanvanzwerfafval.Daarnaast heeft recreatie ook indirecte nega-tieve gevolgen voor milieu en natuur zoals het ruimtegebruik door recreatieve voorzieningen en de toename van het verkeer om recreatieve voorzieningen te bevoorraden.

43

44

45

DE RESULTATEN VAN DE DIEPTE-INTERVIEWS

vandaag is lang geleden

op een dag zeggen ze monterdat ze de Rijn ruimer

naar het noorden willen sturen.

zesuurjournaalin een item van een stevige minuut

weg tweederde Waal.

het kan niet waar zijn.land geleden speelt vandaag.

het is geen tijd.

ik krom mijn hand om de afstands-bediening van de tv end druk

op de volumeknop alsof ik

door het geluid harder te zettenhet plan terug kan halen

kan stoppen, teniet kan doen

Marijke Hanegraaf uit de bundel Restruimte, juli 2010

5

46

Zoals vermeld in het voorafgaande hoofdstuk is er voor gekozen om de resultaten van de diepte- interviews apart te beschrijven. Dit hoofdstuk richt zich volledig op de er-varingen uit de diepte- interviews. De bevindingen en ant-woorden op de onderzoeksvragen volgen in hoofdstuk 6.

Kwalitatief onderzoek naar waarden bij stakeholdersHet gedachtegoed van Imagineering gaat uit van business innovatie op basis van belevingsperspectief. Kwalitatief onderzoek heeft een sterke voorkeur voor verkenningen en analyses ten behoeve van Imagineering. Onderzoek naar waarden, emoties en belevingen van respondenten leveren bij kwalitatief onderzoek een rijker scala aan re-sultaten mede omdat de persoonlijk beleving van de res-pondent meer ruimte krijgt. Mede daarom is hier gekozen voor diepte-interviews waarbij vragen worden afgewis-seld met het gebruik van beelden. De focus bij het diepte-interview ligt op het achterhalen van de waarde van het gebied voor de stakeholders. De doelstelling van het kwalitatief onderzoek is: Inzicht krijgen in de persoonlijke en zake lijke waarde van duurzaam toerisme / MVO van de toeristisch-recreatieve ondernemers in het WaalWeelde gebied.

1. Wat is de persoonlijke relatie tussen de ondernemer en het WaalWeelde gebied?2. Wat is de zakelijke relatie tussen de ondernemer en het WaalWeelde gebied?3. Wat is de persoonlijke beleving van de ondernemer tav MVO/duurzaam toerisme?4. Wat is de zakelijke beleving van de

ondernemer tav MVO/duurzaam toerisme?5. Ervaart de ondernemer belemmeringen om MVO/duurzaam toerisme effectief in te zetten in zijn bedrijf?6. Wat zijn de wensen van de ondernemer als het gaat om een duurzame toekomst voor het WaalWeelde gebied?

Wie zijn geïnterviewd?InoverlegmetprojectcoördinatorenWaalWeeldeDuur-zaam bij de RU, Professor Toine Smits & Ruud Schuurs, is besloten een keuze te maken uit de groep respondenten waarvan bekend is dat zij al iets aan duurzaamheid doen. Het ‘iets’ was niet omschreven net zomin als het begrip duurzaamheid. De aanname hierbij was dat mensen, die op de een of an-dere manier al bezig zijn met duurzaam ondernemen, be-ter te inspireren zijn dan mensen die er nog geen affiniteit mee hebben. Een tweede idee is de wensgedachte dat de antwoorden en suggesties van de ondernemers die affini-teit hebben met het onderwerp en/of al duurzaam te werk gaan een inspiratiebron kunnen zijn voor de collega’s die het gedachtegoed nog niet delen. Welke taal spreken zij en kunnen we daarmee collega’s en/of bestuurders inspi-reren tot een duurzame transitie?

De kennis welke ondernemer wel of niet aan duurzaam-heid werkt, is verkregen uit eerder onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het traject WaalWeelde, ‘Rapportage verkenning WaalWeelde’ (Hovens, 2009). In totaal zijn 12 interviews afgenomen. De vragenlijst staat in bijlage 1. De uitgeschreven interviews staan op CD.

Het begrip WaalWeelde is gerelateerd aan een project van de Provincie. De toeristisch recreatieve ondernemers in het gebied gebruiken deze term niet. Alleen ondernemers die aanwezig waren bij de Kick off bijeenkomst van 20 November 2009 in het Provinciehuis in Arnhem, kennen het begrip en gebruiken het soms. In het dagelijks leven worden woorden als de Waal en het rivierengebied door elkaar gebruikt voor het onderzoeksgebied WaalWeelde. Om het actief gebruik van woorden als duurzaamheid en duurzaam ondernemen mede te testen is het diepte-inter-view gekozen voor het begrip rivierengebied en niet voor WaalWeelde Duurzaam omdat dit al richting zou kunnen geven aan het denkkader van de respondent.

De resultaten van het onderzoek worden gebruikt voor het opzetten van de CoP Toerisme voor het WaalWeelde gebied.

DE RESULTATEN VAN DE DIEPTE-INTERVIEWS

5

onderzoeksvragen 1 & 2Wat is de persoonlijke & de zakelijke relatie tussen de ondernemer en het WaalWeelde gebied?

47

De persoonlijke relatie tussen de ondernemer en het WaalWeelde gebied is sterk. Negen van de twaalf onder-nemers zijn in het gebied geboren. Sommige van hen hebben door hun toenmalige studiekeuze en/of na hun opleiding, het gebied tijdelijk verlaten en zijn later terug gekeerd om hier hun bedrijf op te zetten. Een ondernemer gaf aan dat ze haar bedrijf nooit was begonnen als het niet in haar geboortestreek had gestaan. Ze heeft jaren buiten het gebied gewoond en gewerkt en had toen niet de am-bitie om ondernemer te worden. Bij terugkomst in haar geboortestreek ontstond die wens en werd de droom in het ouderlijk huis gerealiseerd. Ook de reder die niet in het gebied is geboren maar er begin jaren tachtig kwam wonen, kan zich niet voorstellen dat hij ooit nog elders in ons land zou wonen. Technisch gezien zou hij zijn bedrijf elders ook kunnen uitvoeren, maar hij wil het gebied niet verlaten.

reactie van respondent De zakelijk relatie tussen de ondernemer en het Waal-Weelde gebied werd door de medewerker van een museum omschreven als “wij hebben alleen op deze plek bestaans-

recht. Er zijn wel meerdere historische tuinen in ons land, wij zijn uniek omdat het hier specifiek gaat om de historie van de Lentse tuinbouw”, aldus de warmoezenier. Op de vraag of ze hun bedrijf ook elders in het land zouden wil-len uitvoeren gaven elf van de twaalf ondervraagden aan dat ze daar geen belangstelling voor hebben.

sterke relatie tussen persoonlijke en zakelijke bindingOpvallend was de sterke relatie tussen de zakelijk en per-soonlijke binding tussen ondernemer en het WaalWeelde gebied. Een verklaring kan liggen in het feit dat tien van de twaalf respondenten zelfstandig ondernemers zijn. Twee van de ondervraagden waren in loondienst waarvan er een in het rivierengebied is geboren en het liefst in het gebied blijft, de andere respondent is door haar studie naar het oosten van het land verhuisd en gaf aan dat er een moge-lijkheid bestaat dat het bedrijf waar zij werkt naar de regio Nijmegen gaat verhuizen. Dit vooruitzicht sprak haar aan.

welke woorden inspireren de ondernemers?De persoonlijke en zakelijke visie van de ondernemer ten aanzien van duurzaam toerisme is via een viertal vragen getoetst. In de eerste drie vragen gaf de respondent zijn

associaties op de begrippen ‘duurzaam toerisme’, Maat-schappelijk Verantwoord Ondernemen –MVO- en ‘eco-toerisme’. Deze onderzoeksresultaten zijn verrijkt met de visies van Jurriaan de Mol, directeur van het Regionaal Bu-reau voor Toerisme voor het Knooppunt Arnhem Nijme-gen (RBT KAN) en René van der Duim, buitengewoon hoogleraar Toerisme en duurzame ontwikkeling aan de Wageningen Universiteit. In de vierde vraag gaf de onder-vraagde aan welk begrip het beste past bij zijn bedrijf.

Figuur 8 Overzicht voorkeur begrippen MVO-duurzaam toerismeecotoerisme

wie van de drie?Op de vraag welke van de drie begrippen (duurzaam toe-risme, MVO of ecotoerisme) past het beste bij uw bedrijf gaven twee respondenten aan geen keuze te (willen) ma-ken. De ene respondent gaf als verklaring “ik gebruik deze begrippen bewust niet, ik leeft er na als vanzelfsprekend”. Een collega gaf aan dat hij niet kon en niet wilde kiezen uit de drie modewoorden. Zes van de twaalf geven de voor-keur aan het woord MVO, drie kiezen voor duurzaam toerisme en twee voor ecotoerisme. Een accommodatie-verschaffer lichte de keuze voor ecotoerisme toe met “je hoort het niet zo veel in Nederland, maar ik denk dat dit wel het beste bij ons past”.

“Ik zie mezelf als ambassadeur van het rivierengebied en mijn passie & kennis graag wil delen

met bezoekers en bewoners van het gebied”.onderzoeksvragen 3 & 4Wat is de persoonlijke & de zakelijke visie van de ondernemer ten aanzien van duurzaam toerisme?

48

Jurriaan de Mol van het RBT KAN koos uiteindelijk ook voor MVO. Hij raadde af om begrippen als duurzaam- en ecotoerisme te gaan gebruiken. Hij zag geen toegevoegde waarde voor bedrijven of consumenten. “Wij noemen het toerisme en recreatie zonder toevoeging, hou het daar maar op. De consument gebruikt deze begrippen ook niet” was zijn conclusie. “Voor ondernemers is het begrip MVO het meest gangbare en duidelijke begrip”, aldus de RBT directeur. Buitengewoon hoogleraar René van der Duim waar-schuwde voor het gebruik van de begrippen duurzaam toerisme en ecotoerisme als het om binnenlands toerisme gaat. De toeristisch-recreatieve sector zou duurzaamheid standaard als uitgangspunt moeten nemen, zonder daar extra aandacht voor te vragen bij de consument.

Voor meer details over de begrippen duurzaam toerisme, MVO en ecotoerisme en de associaties die ze oproepen bij de respondenten verwijzen we naar deelonderzoek 6.

onderzoeksvraag 5Wat ervaart de ondernemer als kansen en/of be-lemmering om duurzaam toerisme effectief in te zetten in zijn bedrijf

Kansen tav duurzame toekomst Belemmeringen mbt duurzame toekomstDe gasten meer streekgebonden producten aanbieden Bureaucratie (6x)en verkrijgbaarheid van de streekgebonden producten vergroten (4x) Overheid schept haar eigen economieIk wil met mijn bedrijf dicht bij mijn hart blijven (2x) N.a.v. hoogwater in 1995 is de wet- en regelgeving enorm toegenomen. Accent ligt op veiligheid rivier en te weinig aandacht voor toerisme en recreatie (2x)Ik zie kansen voor de beleving van het landschap (2x) Wet- en regelgeving voor kleine bedrijven is gelijk aan die voor grote bedrijven (2x) Als de gemiddelde temperatuur in ons gebied stijgt als We hebben een aanvraag ingediend voor aanleggevolg van klimatologische omstandigheden dan voorzie helofytenfilters maar kregen geen toestemming. Nu ik goede kansen voor de rivier: waterrecreatie en verkoeling legt de gemeente zelf twee helofiytenfilters in het dorp aan.Ik zie goede kansen voor watersport Toenemende veiligheid (hoge, rechte dijken) heeft negatief effect op sfeer in de regio (cultureel erfgoed verdwijnt)4-daagse camping (op ons eigen grondstuk) Beleid in uiterwaarden m.b.t. eenmalige ontheffingnaast ons bestaande bedrijf voor 4 daagse camping jaarlijks in juli naast ons bestaande bedrijfIk zou graag willen koken op energie van de Waal Ik zou graag een dak vol zonnepanelen willen en een ketel op biomassa, maar ik heb de financiële middelen nietStreekwinkels met ruim assortiment kunnen in Aanbod van producten voor streekwinkels is nu te veelsamenwerking met toerisme veel voor de versnipperd, dit is geen stimulans voor duurzaam economie van deze streek betekenen inkopenAls je goed inspeelt op de zorg voor mens en milieu, Onze kleinschaligheid is ook onze belemmering metgeeft dat goede kansen voor de toekomst betrekking tot financiële ondersteuning van de gemeenteWerken aan grotere naamsbekendheid gebied Weerstand van de lokale bevolking tegen veranderingWerken aan betere bereikbaarheid van het Alleen onze eigen financiële armslag ervaar ik als eengebied met bus, trein en auto’s mogelijke belemmeringverbeteren bewegwijzering toeristisch aanbod in de regio. Overheid denkt te veel in winstgevendheid, je moet ook investeren in cultureel erfgoed. Afnemende subsidies vormen bedreiging

Tabel 1 Overzicht kansen en belemmeringen transitie duurzaam toerisme

49

De antwoorden op deze vraag zijn in de volgende clusters verdeeld:• werkenaanontsluitingenbetere toegankelijkheid;• werkenmeteigenmensenaanmeer regionale bekendheid;• eenduidelijkevisievoorhetgebied;• betrokkenheidmens&natuurversterken;• plannenvooreenregionaalthemapark;• kleinschaligheidalsbindendefactor.Voor een volledige uitwerking van bovengenoemde ant-woorden zie deelonderzoek 6.

Op de vraag “Wat zou u eventueel willen veranderen aan uw bedrijf in relatie tot het rivierengebied? vallen de antwoorden uiteen in twee categorieën: genoemde ver-anderingen met betrekking tot het eigen bedrijf en wen-sen voor verandering in relatie tot het gebied. Tabel 2 geeft een overzicht.

Tabel 2 Overzicht suggesties veranderingen aan eigen bedrijf of in het gebied

Kleinschaligheid als bindende factorEén aspect werd door alle ondernemers tijdens verschil-lende vragen in het gesprek genoemd en dat is het begrip kleinschaligheid. Voor de een heeft het aspect van klein-schaligheid een extra dimensie. “De diversiteit en openheid van het landschap en combinatie met de kleinschaligheid geven mij een extra dimensie”, aldus een accommodatie-verschaffer. “Met het oog op toekomstige ontwikkelingen moeten we het aspect van kleinschaligheid koesteren, zegt een B&B eigenaar. De ander ervaart

de kleinschaligheid als belemmering bij het vinden van goede sparringpartners, “Iedereen is druk met zijn eigen ding”. Weer een ander brengt kleinschaligheid in relatie tot gemoedelijkheid en familiaire omstandigheden die de gast het gevoel van welkom zijn geven.

De diversiteit in accommodatie-aanbod, mede als gevolg van kleinschaligheid, wordt door de helft van de respon-denten expliciet genoemd. Drie maal geven ondernemers aan dat voor een duurzame toekomst de focus op klein-schaligheid erg belangrijk is. Twee respondenten geven

onderzoeksvraag 6Wat zijn de wensen van de ondernemer als het gaat om een duurzame toekomst voor het Waal-Weelde gebied?

Veranderen aan eigen bedrijf Veranderen in rivierengebied

• meersamenwerkenmetcollega’s• bagageserviceopzetteno.a.voortoenemend aantal Duitse fietsers• planvoorwaterhuttenuitvoeren• meertrekkershuttenbouwen• projectvoorblokhuttenuitvoeren• eetgelegenheidPieterPadlopers• doortoenemendaantalbezoekersoverweegik eventueel mijn bedrijf te verplaatsen• wehebbenseizoensverlengingnodig

niets het is goed zo!

• werkenaangroterenaamsbekendheid• ontwikkelenvankleinewandelrondjesbij voorkeur over boerenland• beterebewegwijzeringnaaronzetuin• beterebewegwijzeringnaaronsbedrijf• ontwikkelenvanuniekeslaapaccommodatieszodat toeristen langer in de regio blijven• hoekrijgenwedebezoekersvandedijk af het gebied in?

50

expliciet aan dat zij behoefte hebben aan meer onderling contact, bijvoorbeeld in de vorm van een netwerk om o.a. samen te werken aan arrangementen en meer bekend-heid. Tot slot werd in de relatie tot het lokaal kijken naar de rivier en de uiterwaarden de kans van kleinschaligheid benadrukt.

Op naar de CoP toerismeTer voorbereiding op de vorming van de Community of Practice (CoP) voor Toerisme zijn een vijftal vragen op-genomen over op de waardering van de ondernemer voor het WaalWeelde gebied. De antwoorden op deze vragen en vraag over ‘de kracht van het gebied’ zijn tijdens de analyse verdeeld in vier antwoordcategorieën: 1) natuur-rivier-dijk, 2) activiteiten & cultuur, 3) sfeer- & gevoels-elementen en 4) land- & tuinbouw.

De waardering van de ondernemer voor het WaalWeelde gebiedOm inzicht te krijgen hoe toeristisch-recreatieve onder-nemers hun werkveld beoordelen is hen gevraagd (vraag 4) “Wat waardeert u het meest in het rivierengebied?”. De 12 respondenten gaven in totaal 53 associaties. De ant-woorden van deze vraag zijn onderverdeeld in vier cate-gorieën. De categorie ‘natuur-rivier-dijken’ is met 23 reacties de grootste categorie, gevolgd door ‘activiteiten & cultuur’ met 16 reacties, en ‘sfeer & gevoelselementen”met 11 re-acties. Het minst werd associaties met land- en tuinbouw (3x) genoemd. De grootste waardering oogst de diversi-teit van het landschap. Dit antwoord werd door 9 van de 12 respondenten spontaan genoemd.

Antwoordcategorieën Wat waardeert u het meest in het rivierengebied?natuur-rivier-dijken; Diversiteit van het landschap

Gebied verkennen vanaf de dijkenZicht op de rivierDynamiek van het waterDe kracht van het waterUiterwaardenStuwwallenSlingerende dijkenEcht Hollands landschapDe sloten

9x3x2x2x2x1x1x1x1x1x 23x

activiteiten & cultuur; Wandelen & struinenRiviertochtenDiversiteit dorpen & activiteitenFietsenZwemmen in de WaalBootjes kijkenCombinatie wonen-werken-recreërenNabijheid NijmegenDe strijd van de mens tegen het water

4x3x2x2x1x1x1x1x1x 16x

sfeer & gevoelselementen RuimteUitzichtWeidsheid van het landschapAlles op loopafstand (dichtbijheid)GemoedelijkHet zoeken naar de rivierOntspanningMeanderend gevoel

2x2x2x1x1x1x1x1x 11x

land- en tuinbouw. Aanwezigheid tuinbouw/boomgaardenWater als levensbron voor de landbouw en de natuur

2x1x 3x

N=12 Meerdere antwoorden mogelijk 53 antwoorden

51

Naast waardering voor het gebied is de respondenten ge-vraagd (vraag 5) “Wat is de kracht van het rivierengebied voor uw bedrijf?”, . Bij het indelen van de antwoorden op

deze vraag zijn dezelfde categorieën gebruikt als bij vraag 4. Ook bij de krachtvraag scoort de categorie “natuur-rivier-dijken”

het hoogst met 18 van de in totaal 49 reacties. Ook bij deze vraag volgen “activiteiten & cultuur” met 15 associa-ties op de tweede plaats. De categorie “sfeer- en gemoed-selementen” werden 10 maal genoemd en tot slot gaven de respondenten zes reacties ten aanzien van de categorie “land- en tuinbouw”.

Voor de onderstaande punten werd bij het beantwoorden van de kracht-vraag expliciet aandacht gevraagd:• Ondernemersinditgebied(Maasbommel) delen niet, het is ieder voor zich.• Medealsgevolgvandedijkverhogingenhebben we meer last van horizonvervuiling door al die witte caravans die nu nog beter zichtbaar zijn in het landschap.• Erisengrotebehoefteaanmeergebiedsinfor- matie en de aanwezigheid van horeca en attrac- ties (zoals locatievermelding) in het gebied.• Beterebewegwijzeringvanhettoeristisch aanbod in het gebied.• Hoekrijgenwedebezoekersvandedijk het gebied in?• Watzijndemogelijkhedenomstukjesnatuurge- bied in het rivierengebied te adopteren of te pachten, om zo de binding tussen mens en na- tuur te herstellen?

Reflectie na interviewsTijdens de interviews heb ik ervaren dat veel ondernemers op hun manier en met de kennis die zij hebben bewust bezig zijn met hun bedrijf en de toekomst. Ze vertelden enthousiast over de geschiedenis van het gebied en hun

Antwoordcategorieën “Wat is de kracht van het rivierengebied voor uw bedrijf?natuur-rivier-dijken; Oerkracht van de rivier/hoogwater

Afwisseling van het landschapGrote diversiteit van de schepenRivier als slagader in het landschapRuimte voor de rivier

8x6x2x1x1x 18x

activiteiten & cultuur; Struinen, wandelenFietsenBoottocht makenSteden & natuur dichtbij elkaarDichtbij DuitslandTuinenCentrale ligging in ons land

5x2x2x1x2x2x1x 15x

sfeer & gevoelselementen Het onbekende van het gebied/ de verwonderingOpenheid/uitzicht/gevoel van vrijheid/ KleinschaligheidGastvrijheid uitstralen

3x3x3x1x 10x

land- en tuinbouw. Relatie boer & natuurbeheerVerbinding leggen tussen landbouw,natuur en toerismePacht of adoptie natuurgebiedHistorische tuin als cultureel erfgoed

3x1x1x1x 6x

N=12Meerdere antwoorden mogelijk

49 antwoorden

Tabel 4 Wat is de kracht van het rivierengebied voor uw bedrijf?

Tabel 3 Wat waardeert u het meest in het WaalWeelde gebied?

52

persoonlijke relaties met het gebied. Hun taal bevat woor-den en uitdrukkingen als kleinschaligheid, diversiteit van het landschap, de meanderende rivier, zorg voor de toe-komst, delen en ‘ik leef duurzaamheid’ voor. TNS als methode kennen ze niet, maar de wens naar een duurzame samenleving zit bij velen in de genen. Ze ge-bruiken andere woorden, maar streven naar hetzelfde. Er ligt een vruchtbare bodem om samen de taal van de Waal te gaan ontwikkelen.

Persoonlijke waarnemingIk zou de Provincie en de RU willen adviseren hier op korte termijn mee te starten. Als je de ondernemers vraagt of ze kansen zien voor duurzaamheid geven 4 van de 12 aan dat ze meer streekgebonden producten zouden willen hebben voor hun klanten. Twee ondernemers willen een bedrijf dat dicht bij hun hart blijft, twee andere respon-denten zien goede kansen in ‘kleinschaligheid’, ook de beleving van het landschap wordt genoemd als kans voor en duurzame toekomst. Weer een ander zou graag willen koken op energie uit de Waal. Een dak vol zonnepanelen en een waterzuivering met helofytenfilters staan op de wenslijst van accommodatieverschaffer. Voor mij allemaal indicaties die erop wijzen dat de on-dernemers kansen zien en kansen willen creëren voor een duurzame toekomst voor toerisme in WaalWeelde. Ik heb ze tijdens de gesprekken ervaren ze als ‘fire souls’. Bewoners en ondernemers in WaalWeelde die streven naar een duurzame transitie in hun woon- en werkgebied.

Het enthousiasme waarmee de ondernemers over hun werk en het rivierengebied spraken, heeft me er mede toe

aangezet om bijna wekelijks een deel van de Waal en haar uiterwaarden te bezoeken. Wandelend, fietsend en strui-nend heb ik in de afgelopen maanden meer dan 1000 ki-lometer in het gebied afgelegd. Ik woon als sinds 1988 in Nijmegen en dacht de omgeving redelijk goed te kennen. Wekelijks werd ik verrast door zowel grote als kleine din-gen. Van spannende verhalen in Slot Loevestein en Kas-teel De Doornenburg tot de ontdekking van unieke Waal-strandjes. Ik genoot van prachtig ochtendlicht tijdens een knapzakwandeling in Rijnwaarden en veelvuldig van kleurrijke zonsondergang op het Waalstrand/Havana bij Lent. Met deze ontdekkingen en ervaringen heb ik zowel mijn MARSteam als vrienden aangestoken, wat opnieuw enthousiaste ervaringen opleverde.

Zowel tijdens de interviews als na afsluiting van de of-ficiële vragenlijst, stelden de respondenten zelf vragen. Vaak kon ik de vraag van de ene ondernemer laten beant-woorden door een collega ondernemer. Via een introdu-cerende mail stelde ik beide ondernemers dan aan elkaar voor en daarna vervolgden zij de kennisuitwisseling. Op de RU werd ik daardoor soms lachend de ‘streekkoppe-laarster’ genoemd. Ik ben blij met deze vernoeming omdat het tot de kerntaken van een Imagineer behoort om het hele plaatje te zien en om mensen met elkaar in contact te brengen zodat ze kunnen samenwerken en elkaar kunnen inspireren.

Bouwstenen voor het concept: CoP Toerisme Op de vraag of de respondent actief zou willen deelnemen aan de CoP Toerisme gaven vijf ondernemers aan dat ze graag tijd willen investeren om samen met andere onder-nemers meer te leren over duurzaam toerisme en de opge-dane kennis verder uit te dragen in de sector, zowel binnen hun eigen bedrijfsvoering als bij collega’s in het WaalWeel-de gebied. Twee deelnemers twijfelden en zes gaven aan dat ze geen belangstelling hebben, deels omdat door de kleinschaligheid van hun bedrijf (veelal eenmanszaak) er nagenoeg geen tijd is voor extra overleg. Eén respondent gaf duidelijk aan geen zin het hebben in dit soort activitei-ten. Een collega wilde eventueel wel als de tijd die hij er in zou stoppen financieel vergoed zou worden.

Een van de nee-zeggers heeft o.a. via de RECRON in de afgelopen jaren actief deelgenomen aan meerdere over-legstructuren. Een daarvan was een online platform voor RECRON ondernemers om op basis van co-creatie elkaar te helpen en te adviseren. De resultaten van deze proef wa-ren teleurstellend waardoor dit online RECRON project is gestopt. Gevoed door deze ervaring ziet ze van actieve deelname af voor de CoP Toerisme. Genoemde onder-nemer is graag bereid om CoP leden op haar duurzame recreatiebedrijf te ontvangen voor een bezoek en presen-tatie over duurzaam bouwen in de recreatiesector.

53

Online leren & inspirerenNaast een fysieke ontmoetingsplek is gevraagd naar mo-gelijke belangstelling voor een online ondersteunend duurzaamheidsplatform. Negen van de twaalf responden-ten zegt belangstelling te hebben voor een online duur-zaamheidsplatform, waarbij aangetekend moet worden dat twee maal expliciet werd gevraagd om een interactief platform zodat ze zelf ook input kunnen geven om zo de database verder te verrijken met werkbare input.

54

55

Bandijk

van ver hoor ik het dreunen van de handelen als de bakken dagen in de bochtkleuren containers winst en verlies

Herkules, ik luister. Hij ploegt voorbijverdwijnt weer uit de lucht, maakt plaats

voor het gekeuvel van twee akenSchloss Versailles op, Daimond af

als kinderen die spelen, zonder verwijten.

ik sta aan de hoogwaterlijn tussenverdronken gras, aangespoeld plastic.

Het water schijnt.

Dan nadert een schip mijn kant.Een vrouw staat waakzaam aan het boord

ze heeft een meertouw in haar handen.Achter het roer zie ik de man

hij stuurt rustig wat bij, hij gunt me alle tijd.

legt dan het schip langszijwaarvan de naam vanzelf ontstaat.

Marijke Hanegraaf uit de bundel Restruimte, juli 2010

DISCUSSIE6

56

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de antwoorden op de centrale onderzoeksvraag en de deelvragen die aan dit onderzoek ten grondslag liggen.

De centrale onderzoeksvraag is: Of en hoe het toerisme langs de Rijn-Waal een transitieproces naar duurzame ontwikkeling kan meemaken?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn vier deelvra-gen geformuleerd:1) Wat verstaan we onder de begrippen toerisme en duurzaam toerisme?2) Wat verstaan we onder het begrip “duurzame ontwikkeling”3) Wat is er voor nodig om de transitie naar duurzame ontwikkeling in dit doelgebied in gang te zetten ?4) Hoe zou een concreet plan van aanpak er uit kunnen zien voor het WaalWeelde gebied

Per deelvraag worden de antwoorden gepresenteerd. 6.1 Wat verstaan we onder de begrippen toerisme en duurzaam toerisme?

Het literatuur onderzoek (deelonderzoek 1) leert dat er op basis van de gekozen invalshoeken meerderde defini-ties zijn voor zowel het begrip toerisme als voor duurzaam toerisme. Veel instanties formuleren hun eigen definitie. Zo spreekt de een over ‘toerisme’ en noemt de ander het-zelfde fenomeen ‘vakantie’. Op grond van de verschillen in

begripsomschrijvingen is miscommunicatie, vaak onbe-doeld, een veel voorkomend iets. Onderzoeksinstituten formuleren hun eigen uitgangspunt en begrippenapparaat voor zij hun onderzoek opstarten. Doordat de gebruikte definities niet hetzelfde zijn, kunnen de uitkomsten van verschillende onderzoek niet of nauwelijks met elkaar worden vergeleken. Tijdens het onderzoek stelde ik vast dat in het project WaalWeelde de begrippen recreatie en toerisme door de verschillende stakeholders als synoniem werden ervaren en als gevolg daarvan vrijelijk door elkaar werden gebruikt. In de vrijetijdseconomie staat recreatie met name voor het vrije tijdsgedrag in onze eigen woon- en leefomgeving. Bij toerisme ligt de nadruk op vrijetijdsgedrag buiten de eigen woon- en leefomgeving en vaak ook nog buiten het eigen land. Toerisme wordt gezien als een economische trekker . In deelonderzoek 1 lezen we dat toerisme op dit moment mondiaal de grootste en snelst groeiende industrie is. Bij recreatie ligt het accent meer op de beleving van de vrije tijd en minder op de economische factor. Toerisme valt onder het Ministerie van EZ en de belangen van de recre-atiesector worden met name verdeeld over de Ministeries van LNV en VROM.

Bij het lezen van officiële WaalWeelde documenten breidt de Babylonische spraakverwarring zich verder uit. Zo wordt in de ‘Visie WaalWeelde’ toerisme o.a. genoemd als een van de projectopgaven. In de concepten ter voor-bereiding op het supplement voor paragraaf 3.6 werd in aanvang bijna uitsluitend over recreatie gesproken. Door het stellen van enkele controlevragen, bleek dat de provin-

cie hier toerisme bedoelde. In de rapportage ‘Verkenning WaalWeelde Duurzaam’ is het begrip ecotoerisme, zonder uitleg opgevoerd als zijnde een vertaalslag van toerisme naar duurzaam toerisme. Voor aanvang van dit onderzoek werd de concept onderzoeksvraag ook beschreven aan de hand van het begrip ecotoerisme. In de literatuur worden duurzaam toerisme en ecotoerisme als twee verschillende begrippen gezien. Voor de integrale aanpak die het Waal-Weelde project nastreeft, is duidelijkheid over de gebruikte begrippen en daarmee de verwachtingen die deze begrip-pen wekken, essentieel. Op basis van genoemde verschil-len is het belangrijk dat voor het project WaalWeelde een keuze wordt gemaakt voor het gebruik van een term. De ‘Visie WaalWeelde’ geeft hiervoor de voorzet. In deze visie lezen dat we dat de Provincie toerisme als een van de zes economische ‘drivers’ (krachten) ziet. Ook het GOBT en het RBT nemen het begrip toerisme als uitgangspunt voor hun visie en hun activiteiten. Omdat in WaalWeelde een integrale aanpak als uitgangs-punt staat geformuleerd, sluit een definitie van toerisme vanuit het systeem perspectief het best aan bij het doel van WaalWeelde en daarmee ook bij dit onderzoek.

Het begrip toerisme heeft de voorkeur boven recreatieBij aanvang van het onderzoek trok ik de veronderstelling in twijfel dat het begrip ecotoerisme de lading zou dekken binnen de opdracht duurzame transitie in WaalWeelde. Tijdens de expert interviews werd mijn vermoeden beves-tigd dat het begrip ‘ecotoerisme’ in ons land noch voor binnenlands toerisme noch voor recreatie wordt gebruikt. Zowel de directeur van het RBT als de buitengewoon

DISCUSSIE6

57

hoogleraar duurzaam toerisme in Wageningen raden af om het begrip ecotoerisme te gebruiken voor WaalWeelde. De resultaten van de diepte-interviews ondersteunen dit. De toeristische ondernemers in WaalWeelde hebben geen affiniteit met het begrip ecotoerisme. Het wordt geassoci-eerd met groen toerisme naar verre bestemmingen en gei-tenwollensokken. Het begrip duurzaam toerisme wordt in de toeristisch-recreatieve sector in WaalWeelde relatief weinig gebruikt. Vijf van de twaalf respondenten gaven aan dat zij hun bedrijfsvoering duurzaam hebben inge-richt, maar dat niet expliciet naar buiten (willen) brengen. De een noemt het zijn tweede natuur, de ander vindt het onze verantwoordelijkheid als mens om zo te handelen.

aldus een accommodatieverschaffer.

Het uitgangspunt van TNS is dat alle stakeholders dezelf-de taal spreken èn gebruiken. WaalWeelde wil hiervoor de taal van de Waal ontwikkelen. Een gemeenschappelijke, op duurzame principes geformuleerde, taal die is voort-komt uit de vier systeemcondities van TNS.

In lijn met de hiervoor geciteerde accommodatieverschaf-fer is het streven van Waalweelde Duurzaam er uiteindelijk op gericht dat het fenomeen ‘toerisme’ in de nabije toe-komst als vanzelfsprekend duurzaam is. Om te beginnen binnen het projectgebied en na een succesvolle transitie ook binnen vervolgprojecten buiten WaalWeelde. Mede om die reden, focussen we ons in dit onderzoek op de om-schrijving van het begrip duurzaam toerisme. Naast de vier systeemcondities van TNS stel ik, op basis van de literatuuroverzichten, voor om de definitie van duurzaam toerisme van Nico Visser, geïnspireerd door Brundtlandt, te gebruiken als voedingsbodem en wegwij-zer voor de taal van de Waal. “Duurzaam toerisme is toerisme dat de huidige behoeften van de toeristen en hun toeristische bestemmingen vervult, zonder daarmee de kansen voor de toekomst te verspelen. Het moet leiden tot zodanig beheer van alle hulpbronnen dat economische, sociale en esthetische behoeften kunnen worden vervuld zonder dat de culturele integriteit, essentiële ecologische processen, de biologische diversiteit en de natuurlijke hulpbro nen blijvend worden aangetast”(Visser, 2003).

Deze definitie van duurzaam toerisme is van toepassing is op allerlei vormen van vakantie; zoals zon- en strandtoe-risme, avontuurlijke rondreizen, stedentrips, kampeer- en eigen autovakanties en ecotoerisme.

Ervaringen opgedaan tijdens bijeenkomsten met o.a. be-woners in Heerewaarden leerden me dat naast eenduidige begrippen, eenvoudig taalgebruik ook erg belangrijk .

Bewoners en toeristisch-recreatieve ondernemers zijn niet geïnteresseerd in of worden niet geïnspireerd door woorden als ‘processen’, TNS en ‘systemen’. Zij hechten wel aan een goede toekomst voor hun gezin, hun gemeen-schap, zorg voor elkaar en de kwaliteit van hun woon- en leefomgeving.

Mijn advies aan de RU is om het gedachtegoed van TNS in een open dialoog, met vertegenwoordigers van de 4B’s, samen te vertalen naar eenvoudige begrippen. Als Imagi-neer raad ik aan hierbij ook aan enkele sterke metaforen te identificeren en waar mogelijk vertrouwde symbolen en beelden te gebruiken. Ervaring leert dat beelden en symbolen een sterkere herinneringswaarde hebben dan woorden. Door middel van de methode van Appreciative Inquiry of de iets compactere variant, World Café/WaalWeelde Café, kunnen de 4B’s zelf aangeven welke begrippen, beelden en symbolen hen inspireren in het streven naar een toekomst in balans voor WaalWeelde.

Taalontwikkeling is als een organisch proces en de ont-wikkelde taal heeft de beste kans op overleving én over-levering als de mensen waarvoor de taal bedoeld is hem zelf dagelijks actief gebruiken, de taal als het ware leven en hem verder verrijken. Het gebruik van voorbeelden, metaforen en ‘best practice’ zal de 4B’s inspireren in hun zoektocht naar een duurzame toekomst voor hun gebied.

“We moeten duurzaamheid leven en als basis van ons handelen beschouwen. We moeten er niet als

reclame-uiting mee te koop lopen”

58

6.2 Wat verstaan we onder het begrip duur-zame ontwikkeling?

In de afgelopen 10 tot 15 jaar zijn er allerlei studies ver-richt en concepten ontwikkeld die zich bezig houden met duurzame ontwikkeling. In het kader van WaalWeelde Duurzaam is in 2009 door de RU onderzoek verricht naar methoden die kunnen leiden tot een duurzame gebieds-ontwikkeling. Voor de opzet van deze thesis is gekozen om voort te bouwen op de resultaten uit de ‘Rapportage WaalWeelde Duurzaam’ van november 2009 (Hovens, 2009). De redenen voor deze keuze zijn tweeërlei. In eer-ste instantie gaf een medewerkster van de Provincie bij de eerste kennismaking aan ‘dat de mensen in het veld lang-zamerhand onderzoeksmoe zijn’. In de afgelopen jaren zijn, ook mede op initiatief van de provincie, allerlei on-derzoeken gedaan ten behoeve van de toeristisch recrea-tieve sector. Haar advies was ‘bouw bij voorkeur verder op bestaand onderzoek en begin niet weer met iets nieuws’. Dit laatste zou een valide argument zijn als er ook het spe-cifieke terrein van duurzame transitie onderzoeksgege-vens voorhanden zijn. Dat laatste is nog niet het geval. Op dit gebied was recent wel onderzoek gedaan door de RU en de resultaten zijn verwoord in de hierboven genoemde ‘Rapportage WaalWeelde Duurzaam’. Ook vanuit het perspectief van de RU is gekozen voor het voortbouwen op bestaand onderzoek. Een van de aanbe-velingen van de eerder genoemde rapportage was om de werkwijze van de Community of Practice uit te gaan voe-ren in het project WaalWeelde.

Voor het beantwoorden op de vraag ‘wat verstaan we on-der het begrip ‘duurzame’ ontwikkeling bouwen we voort op de inzichten van de hierboven beschreven publicatie. Hierin zijn drie verschillende duurzaamheidsconcepten geanalyseerd. Het betreft de methoden Cradle to Cradle, Ecologische Voetafdruk en FSSD/The Natural Step (Ho-vens, 2009). De uitkomsten van deze rapportage leverden het funda-ment voor èn de uitwerking van een plan van aanpak om duurzaamheid op een succesvolle manier te implemente-ren in het projectgebied. Ter voorbereiding op WaalWeelde Duurzaam worden drie duurzaamheidsconcepten nader belicht:1. Cradle to Cradle (C2C);

2. Ecologische Voetafdruk;3. The Natural Step.

6.2.1 Cradle to CradleDe grondleggers van het duurzaamheidsprincipe Cradle to Cradle, zijn de Duitse chemicus Michael Braungart en de Amerikaanse architect en ontwerper William McDo-nough. Het gedachtegoed is gebaseerd op het idee dat de natuur werkt volgens een ingenieuze kringloop waarin af-val niet bestaat. Verschillende methoden voor duurzame productontwikkeling, zoals de levenscyclusanalyse rich-ten zich op het beperken van de schadelijkheid van het product. Consuminderen is een andere trend. Braungart en Mc Donough benaderden de duurzame uitdaging van-uit een ander perspectief. Braungart’s favoriete metafoor is de bloeiende kersen-boom. Deze vruchtenboom maakt een schat aan bloesems aan, slechts een klein deel daarvan ontkiemt en komt tot bloei. Veel extra bloesems dwarrelen door de lucht en lijken nutteloos, maar schijn bedriegt. De vallende bloe-semblaadjes komen uiteindelijk op de grond, verteren en voeden diverse organismen en micro-organismen en ver-rijken de grond. Tegelijkertijd ademen overal op de pla-neet dieren en mensen kooldioxide uit. Planten nemen dit op en gebruiken het voor hun eigen groei. De belangrijk-ste voedingsstoffen van de aarde, koolstof, waterstof, zuur-stof en stikstof, worden door planten en dieren in omloop gebracht en gerecycled. Zo ontstaat de metafoor ‘ afval = voedsel’ (Braungart, 2007) .

In de visie van Braungart en McDonough ‘We moeten niet minder consumeren, maar juist meer. Met de film-

Intermezzo In dit onderzoek en het transitie proces zie ik mijn rol als Imagineer meer liggen op het vlak van het leggen van kruisverbanden, het versterken en waar mogelijk uitbreiden van netwerken en het stimule-ren van de dialoog tussen de verschillende spelers. Binnen het kader (en de genoemde grenzen van) de verstrekte onderzoeksopdracht, zal ik als Ima-gineer niet een totaal nieuw concept presenteren. In WaalWeelde is het wenselijker om bestaande inzichten te combineren, te verdiepen en te verster-ken met nieuwe kennis aangevuld mijn ervaringen in het toeristisch werkveld in de afgelopen dertig jaar.

59

beelden van ‘An inconvenient truth’, van Al Gore nog op het netvlies lijkt dit op het eerste gezicht provocerende vi-sie. Maar als we ons bedenken dat, wanneer we ophouden met het maken van ‘minder slechte’ producten en uitslui-tend nog intelligente goederen ontwerpen die gemaakt zijn van materialen die we steeds weer kunnen teruggeven aan technische en biologische kringlopen, dan is de uit-spraak van beide heren een uitdaging voor de toekomst (Braungart, 2007).

De visie van C2C en voorbeelden die in het boek worden beschreven, inspireren op het eerste gezicht. De mogelijk-heden voor transformatie naar daadwerkelijke dagelijkse actie is met name voor de consumenten nog niet zo ge-makkelijk. Consumenten missen vaak de basiskennis van bijvoorbeeld halffabricaten, de afkomst van grondstoffen enzovoort om duurzame beslissingen effectief te kunnen nemen. Bedrijven zien in toenemende mate kansen om de principes van C2C om te zetten in nieuwe producten die op veel en soms op alle onderdelen ten zijner tijd weer aan de technische of biologische kringloop terug gegeven kun-nen worden. Voorbeelden zijn de bureaustoel van Herman Miller, nieuwe duurzame woonwijken in bijvoorbeeld China, groene daken op huizen, fabrieken en overheids-gebouwen (Stadhuis in Chicago ) en het bedrijfspand van Search in Amsterdam.

C2C in relatie tot WaalWeelde Als gedachtegang kan de filosofie van C2C inspire- rende en aantrekkelijke ideeën opleveren voor Waal- Weelde Duurzaam. Om te dienen als leidend on- werpprincipe voor het verduurzamen van de gehele

regio is de visie tot op heden nog te beperkt. Met name de bewoners en kleine bedrijven kunnen zelf nog niet actief aan de gang met de principes van C2C in hun dagelijkse werkzaamheden. Voorbeel- den die in de maak zijn in relatie tot de ontwikke- lingvan Floriade 2012 in Venlo, kunnen straks een stimulerende werking hebben. Het principe van C2C biedt hulpmiddelen voor de visie op duur- zaamheid, maar biedt als filosofie nog te beperkt mogelijkheden om als ontwikkelvisie te dienen voor een complex systeem zoals WaalWeelde.

6.2.2 Ecologische VoetafdrukEen tweede duurzaamheidsprincipe dat in het kader van de rapportage WaalWeelde Duurzaam is bestudeerd is het principe van de Ecologische voetafdruk. Op de website van het Wereld Natuurfonds (WNF) staat de ecologische voetafdruk als volgt beschreven: ‘De Ecologische Voetaf-druk meet de hoeveelheid productief land en productieve zee die nodig is om de natuurlijke hulpbronnen te produ-ceren voor onze consumptie, om ruimte te creëren voor infrastructuur en om de CO2-uitstoot – veroorzaakt door energieverbruik en landgebruik – en afval te absorberen. De voetafdruk omvat alleen die aspecten van het gebruik van hulpbronnen waarvoor de aarde een regeneratieve ca-paciteit heeft. Zo wordt bijvoorbeeld vervuiling met gif-tige stoffen niet meegenomen’ (http://www.wnf.nl/nl/hoe_kan_ik_helpen).Verschillende online systemen bieden hulpmiddelen om zelf de ecologische voetafdruk van bijvoorbeeld een acti-viteit of product te meten en geven ook tips om de voetaf-druk te verkleinen.

Het project Het Eco-park De Kleine Aarde

Een Nederlands project dat gebaseerd is op het ge-dachtegoed van de ecologische voetafdruk en dat al inspiratiebron kan dienen voor stakeholders in het WaalWeelde gebied is het Eco-park De Kleine Aarde in Boxtel. Op de website lezen we dat ’Het model van de Mondiale (ecologische) Voetafdruk staat centraal op De Kleine Aarde. Met dit model wordt het ruimtebeslag op aarde van iemands leef-stijl uitgedrukt in hectares. Hoeveel ruimte dat is, hangt onder meer af van het consumptiegedrag. Het model berekent bijvoorbeeld de oppervlakte die nodig is voor het gebruik van energie en grond-stoffen, de productie van je voedsel, ons huis en-zovoort. Per wereldburger is 1,8 ha beschikbaar, inclusief de nodige ruimte voor de natuur. In Ne-derland gebruiken we nu gemiddeld 4,4 ha. Hier-van heeft maar liefst 64% met energie en klimaat-verandering te maken’. De online versie van de mondiale (ecologische) voetafdruk is een relatief eenvoudig hulpmiddel voor bijvoorbeeld consumenten om inzicht te krij-gen in de mogelijke gevolgen voor de natuurlijke hulpbronnen bij de aanschaf van goederen of de keuze van bijvoorbeeld een vakantiebestemming) of andere vrije tijdsbesteding.www.dekleineaarde.nl

60

De Ecologische Voetafdruk in relatie tot WaalWeelde De Ecologische Voetafdruk heeft een aantal beperkingen waardoor het niet ideaal is als hulmiddel voor het transformeren van een gebied in een duurzame bestemming. In de eerste plaats biedt het concept niet voldoende (wetenschap- pelijke) onderbouwing om te dienen als methode voor het verduurzamen van een gebied; in de tweede plaats ligt de focus meer op het aspect van hulpmiddel dan op het aspect van visie, een visie als fundament voor een ontwikkeling in een complex systeem.

6.2.3 The Natural StepDe derde methode in de Rapportage WaalWeelde Duur-zaam, om duurzaamheid te implementeren in gebiedsont-wikkeling is The Natural Step (TNS).

De wetenschappelijke basis die ten grondslag ligt aan TNS is het Framework for Strategic Sustainable Development (FSSD). Het FSSD model beschrijft vijf opeen volgende niveaus die gebruikt worden voor het verkrijgen van meer begrip en het plannen van voortgang van verduurzaming van de maatschappij. FSSD gebruikt de methode van ‘backcasting’ met het oog op duurzame principes die bij aanvang zijn geformuleerd, om in het proces de juiste prioriteit van de te stellen ten aanzien van de te nemen stappen. De begrippen FSSD en TNS liggen in elkaars verlengde. FSSD (zie figuur 8) wordt gebruikt in de academische setting terwijl TNS zich op de toepasbaarheid van het raamwerk in het bedrijfsle-ven richt.

Figuur 9 De vijf niveaus van FSSD

61

TNS in relatie tot WaalWeelde WaalWeelde is een complex vraagstuk met vele belanghebbenden en overheden op verschillende niveaus variërend van nationaal, tot provinciaal en regionaal tot lokaal. Een complex vraagstuk als verduurzaming van het WaalWeelde gebied vraagt om een aanpak volgens het principe van systeem denken. De TNS aanpak is gebaseerd op dit ge dachtegoed en onderscheidt zich o.a. op dit punt van de twee andere methoden die zijn onderzocht in het kader van WaalWeelde Duurzaam te weten Cradle to Cradle en de Ecologische Voetafdruk. TNS biedt een internationaal beproefde strategische aanpak, die zowel binnen grote als kleine bedrijven, bij lokale en regionale overheden werd en wordt gebruikt. Bekend zijn het Canadese Whistler en Canmore , Ikea en Scandic Hotels http://www. thenaturalstep.org/en/canada/whistler-black comb-british-columbia-canada http://www.thenaturalstep.org/en/canada/town- canmore-alberta http://www.thenaturalstep.org/en/usa/ikea http://www.thenaturalstep.org/en/usa/scandic- hotels (http://www.thenaturalstep.org/en/canada/natu ral-step-canada-wins-prestigious-environmental- hr-award)Deze en andere ervaringen geven een goede ondersteu-ning voor de aanpak voor WaalWeelde.

In het gesprek met Ruud Schuurs, coördinator Waal-Weelde Duurzaam aan de RU leerde ik dat je duurzame

gebiedsontwikkeling vanuit twee perspectieven kunt be-naderen. Je kunt kijken naar wat het gebied van oorsprong te bieden heeft en hoe deze factoren kunnen bijdragen aan het verduurzamen van het gebied. De andere benadering voor de transitie richt zich op de activiteiten (en kennis) in de sector, in dit onderzoek de sector toerisme en recre-atie in WaalWeelde.

Als Imagineer refereer ik bij de eerst genoemde benade-ring van Schuurs aan het DNA van het gebied. In dit geval dus het erfelijk materiaal van WaalWeelde. Hiervoor ben ik te rade gegaan bij landschaphistoricus Ferdinand van Hemmenenkwartiermaker/coördinatorJanvanRoekelvan het Regionaal beeldverhaal, Dijk van een Delta. Voor mijn bevindingen uit beide expert interviews verwijs ik naar deelonderzoek 4 waarin de DNA van WaalWeelde en het regionaal beeldverhaal uitgebreid worden beschre-ven.

In een apart interview ten behoev van deze thesis advi-seerde Van der Duim “Laat het begrip ecotoerisme varen en bouw verder op de maatschappelijke discussie over maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam toerisme. Het begrip ecotoerisme heeft oorsprong in Zuid-Amerika en is sterk natuur georiënteerd. In ons on-derzoek spreken we over toerisme en recreatie, mijn ad-vies is: voeg er geen extra begrip aan toe dat werkt alleen maar verwarrend voor het werkveld en de beambten”. Van der Duim adviseerde om samen met de betrokkenen in het gebied goede indicatoren te ontwikkelen voor duur-zame ontwikkelingen ten aanzien van vrijetijdsbesteding. Deze visie sluit aan bij de keuze van de RU om de TNS-methode toe te passen.

Duurzaam toerisme associeert de reisbranche daarentegen met name met uitgaand toerisme en niet met binnenlands toerisme zoals we dat onderzoeken binnen WaalWeelde. Omdat ik steeds weer tot de ontdekking kwam dat het be-grip ‘duurzame transitie’, moeilijk te vatten is, heb ik een poging ondernomen om dit begrip visueel weer te geven. Om de duurzame transitie in WaalWeelde zichtbaar en be-ter bespreekbaar te maken is figuur 9 ontworpen. Mede op basis van het expert interview met Van der Duim in com-binatie met bevindingen op de Groeneveld Conferentie (Apeldoorn/Apenheul 3 juni 2010) en inzichten uit de li-teratuuronderzoeken (zie voor details deelonderzoek 2), heb ik onderstaand figuur ontwikkeld.

Intermezzo: citaat Ruud Klep oud directeur Tra-vel Foundation Nederland

Tijdens het jaarlijkse Groeneveld Conferentie (3 juni 2010) verwoordde Ruud Klep, (van de inmiddels opge-heven Travel Foundation Nederland) dat er legio redenen zijn voor duurzame ontwikkeling in de toeristische keten en op vakantiebestemmingen. “Bijvoorbeeld uit maatschappe-lijke verantwoordelijkheid of voor bescherming en behoud van de natuurlijke of cultuurhistorische omgeving. Maar linksom of rechtsom zal duurzame ontwikkeling voor reis-ondernemingen ook moeten bijdragen aan de efficiëntie en continuïteit van de onderneming” (Klep, 2010).

62

Dit figuur is een eerste aanzet. Ik nodig de RU en de Pro-vincie van harte uit om met hun kennis dit figuur verder uitbouwen voor gebruik in WaalWeelde Duurzaam (zie hoofdstuk 8 suggesties voor aanvullend onderzoek).

6.3 Wat is er nodig voor de transitie naar duurzame toerisme in WaalWeelde ?

Het doel van WaalWeelde is een project te ontwikkelen ten behoeve van landgebruik (ruimtelijke kwaliteit) in combinatie met watermanagement gebaseerd op lokale initiatieven die op hun beurt zouden passen zowel in de regionale de nationale en de Europese beleidskaders. We lazen het in de hoofdstuk 2 dat de provincie het plan WaalWeelde en de werkmethode (action research) over-nam van de RU. Zuber en Skerritt verwoorden dit met: ac-tieonderzoek gaat in de kern om het leren van leren en de nieuw verkregen inzichten wederom gebruiken om verder te leren (Zuber-Skerritt, 2002). Van den Berg gaat verder en leert me dat actieonderzoek uitgaat van de activiteiten van mensen, uitgaat van processen en het organiseren van samenwerkingsverbanden. Actieonderzoek is een proces van handelen, reflecteren, leren, participeren, intervenië-ren en publiceren. Het doel van actieonderzoek is het op gang brengen van maatschappelijke veranderingsproces-sen die zelfstandig kunnen evolueren” (Berg Van Den and Ridder, 2008).

Actieonderzoek als sociaal leerproces is geen rechtlijnig (lineair) proces maar heeft een cyclische en reflectieve be-nadering. Deze aanpak past goed binnen de benaderings-wijze van Imagineering, waarin met een holistische blik Figuur 10 Schematisch overzicht transitie duurzame gebiedsontwikkeling

63

en een open dialoog met alle betrokkenen de inspirerende vraag gezamenlijk wordt beantwoord.

Tijdens mijn aanwezigheid op de RU leerde ik dat de me-thode van action research in dit kennisinstituut als een in-teressante en waardevolle methode wordt ervaren voor de academisch onderbouwing van duurzame ontwikkeling (FSSD). Op grond hiervan heb ik een tweede literatuur-overzicht samengesteld (zie deelonderzoek 2). Daarin leerde Pounder (Pounder, 2009) me dat een veilige om-geving de basisvoorwaarde is voor een effectief sociaal proces. De deelnemers moeten zich veilig en op hun ge-mak voelen om gezamenlijk de uitdaging aan te gaan om nieuwe innovatieve inzichten te verkrijgen. Een veilige basis en vertrouwen vormen ook de voedingsbodem voor een open dialoog.

Ik zag het belang hiervan tijdens de bewonersbijeenkomst voor Bato’s Erf die ik op 29 juni 2010 mocht bijwonen in Heerewaarden. Tot slot leerde ik, mede door gesprekken met mijn MARS team, dat actieonderzoek goed aansluit bij een vorm van de lerende organisatie: CoP. Ik heb aanvullend literatuur onderzoek verricht naar de begrippen sociaal leren, de lerende organisatie en de CoP. Deelonderzoek 4 bevat de bevindingen van dit extra onderzoek.Mijn conclusie, op basis van dit laatst genoemde literatuuroverzicht, is dat er wel onderzoek is gedaan naar het fenomeen CoP. Paul Kersten heeft voor Alterra een historisch overzicht gemaakt van managementtheorieën van 1980 tot 2005, waarin hij het fenomeen CoP toelicht (zie bijlage 6).Voor zover bekend is er in ons land nog geen project

uitgevoerd waarin ervaring is opgedaan met de CoP. Bin-nen het toeristische werkveld ben ik de CoP als aanpak voor duurzame transitie niet tegengekomen. Hier ligt een aantrekkelijke uitdaging voor WaalWeelde en de RU om het gedachtegoed van de CoP, gebaseerd op de theorie van Etienne Wenger, nu in praktijk te gaan brengen.

Uit de literatuuronderzoeken, de expert interviews en mijn aanwezigheid als observant tijdens verschillende WaalWeelde-bijeenkomsten heb ik geleerd dat de CoP een inspirerende methode is om nader te onderzoeken voor het proces van duurzame transitie in WaalWeelde.

Met het oog op business innovatie, vanuit een bele-vingsperspectief, is het in principe de taak van de Imagi-neer om op basis van (eigen) onderzoek en via het proces van co-creatie, met de input van de betrokkenen een uniek concept op maat voor de klant te ontwikkelen. In mijn geval had de RU al voorbereidend onderzoek gedaan, waardoor sommige keuzes al waren gemaakt. Zowel het theoretisch kader (TNS) als het concept (de CoP) lagen vast vóór aanvang van mijn verkenning en werkzaamhe-den bij de RU. Ik heb mijn taak als Imagineer in het pro-ject WaalWeelde om die reden herschreven. Mijn belang-rijkste taak was de dialoog aan te gaan om onder andere bestaande kennis en initiatieven met elkaar in verband te brengen. Dit bij elkaar brengen betreft zowel mensen als kennis. Ik heb geen nieuw concept ontwikkeld maar heb het voorgestelde format van de CoP intensief bestudeerd. In hoofdstuk 7 beschrijf ik mijn plannen voor de CoP Duurzaam Toerisme voor WaalWeelde aan de hand van een metafoor.

6.4 Stakeholders in beeld brengen

Ter voorbereiding op het formuleren van een plan van aanpak voor de CoP Duurzaam Toerisme in WaalWeel-de, is een stakeholdersanalyse van belang. De beperkte tijd voor het uitvoeren van dit onderzoek naar duurzame transitie in WaalWeelde, maakte het niet mogelijk om zelf een stakeholdersanalyse op maat voor de sector toerisme uit te voeren. Daarom maken we voor een aanzet van een stakeholdersanalyse gebruik van de uitkomsten van een studie van Rijkswaterstaat (RWS) die zich ook op de Waal richtte. De uitkomsten van dit onderzoek komen op dit moment het dichtst in de buurt van een wenselijke stake-holdersanalyse op maat voor de CoP toerisme. RWS heeft in het kader van het Waterinnovatieprogram-ma (WINN) een stakeholdersanalyse laten uitvoeren. In § 1.2 van dit rapport ‘Bevordering van ruimtelijke kwaliteit langs de Waal’ (september 2006) wordt melding gemaakt van de overeenkomst in invalshoek van WINN en Waal-Weelde (Huffen, 2006) . De drie pijlers van het WINN zijn 1) Doen 2) Leren om te innoveren en 3) de platform functie.

Deze drie pijlers sluiten goed aan bij de FSSD-aanpak van WaalWeelde. Op grond van genoemde overeenkomst, bouwen we in dit hoofdstuk verder op de resultaten van de workshop van 31 mei 2006, die werd gehouden in het Mobilion te Utrecht. Bij deze bijeenkomst waren de vol-gende organisaties aanwezig: Provincie Gelderland, Waal-Weelde, RWS Oost-Nederland, Bouwen een vertrouwen, RIZA en het coördinerend bureau QA+. Onderstaand

64

schema is het resultaat van de genoemde brainstorm.Figuur 11 Overzicht stakeholders WaalWeelde Ruimtelijke kwaliteitbron:

© Bevordering ruimtelijke kwaliteit langs de Waal – (Huffen, 2006)Ik sluit me aan bij de bevindingen van de workshopdeelne-mers dat bovenstaand schema om een verdieping vraagt. • Teneersteiserbehoefteaandeordeningvan de bovenstaande organisaties naar de mate waarin ze rechtstreeks, op enige afstand, of op grote afstand, betrokken zijn bij de besluitvorming. Het rapport refereert in dit kader respectievelijk aan de zogenaamde coöperators,co-thinkersenco-knowers.• TentweedeiserinhetkadervaneenCoP behoefte aan een uitwerking van een gedeelde ambitie waarover de belangrijkste partijen het met elkaar eens zouden zijn. Inzicht in de gedeel de ambities zou een bindend element kunnen zijn voor samenwerking.• Tenderdeishetbelangrijkomtewetenwat de status van de CoP is, binnen bestaande en toekomstige beslissingsprocessen. Wat is bijvoorbeeld de reikwijdte van de adviezen van een CoP Toerisme ten aanzien van bestaande en potentiële projecten? Mede hiervoor is een uit werking nodig van maatregelen of gebiedsgerich te initiatieven, teneinde potentiële deelnemers (CoP) een plek te bieden in de besluitvorming.• TenvierdeisertervoorbereidingopdeCoP Toerisme voor WaalWeelde behoefte aan een update en verdere uitwerking van het boven staande schema. Afgebeeld schema bevat namen van instanties die niet meer bestaan zoals ESKAN, anderen worden niet genoemd zoals NORT Gelderland, St. Landwaard en GOBT.

Voor een CoP is een stakeholdersanalyse op de maat van de betreffende sector van essentieel belang. Inzicht in de verhouding van gezag, macht en urgentie is noodzakelijk voor het samenstellen van een effectieve en efficiënt ope-rerende CoP. Ik zou de provincie willen adviseren om opdracht te geven voor het maken van een meer gebieds- en projectgerichte stakeholdersanalyse.

Beslissers

- EU (afd. groen, afdeling water, ook vanwege financiersrol)- Gemeenten ( elf in totaal) Burgemeester -en Wethouders- Provincie Gelderland (GS/PS)- V&W LNV, projectbureau RvR- V&W (DG Water, DG- Persononvervoer)- Staatssecretaris Verkeer en Waterstaat

- SAN, Regio Rivierenland

Bijdragers- SAN/ESKAN- Nederlandse vereniging Riviergemeenten- RUN/Centrum voor Water en Samenleving- WINN/Future Centre- RWS-Oost Nederland- Grootgrondbezitters- Ontgronders- Kamer van Koophandel- Adviesbureaus (Innovatieplatform groene Ruimte)- Burgers- Natuurbeheerders- Projectontwikkelaars- Stichting Red ons Rivierenlandschap- Stichting Hoogwaterplatform- KIWA, BSIK. KNMI

Uitvoerders

- Ontgronders- Bouwbedrijven/ projectontwikkelaars- Banken- Adviesbureaus- Dienst Landelijk Gebied- RWS Oost Nederland

- Bedrijven

Gebruikers

- Recreatievaart (KNWV, Recron)- Beroepsvaart (Schuttevaer)- Vissers (beroepsvissers) NVVB- Vissers, fietsers, wandelaars- VVV, ANWB, RECRON (verblijsfaccommodatie)- Recreatieschap, NVVS- Natuurgenieters, IVN, KNNV, Nivon- Burgers, Bewoners in gebied/dijk, in dorp of omgeving- Bedrijfjes/bedrijven- Scheepsbouw- Kamer van Koophandel- Zand en Kleiwinners FODI- Landbouwers- Stichting ARK- Staatsbosbeheer, Natuur en Milieu, DLG, Dienst Landelijk gebied- Parlevinkers, bunkerstations- Benedenstroomse gebruikers- Gemeenten haven- PZH, Hollandse Waterlinie- Bovenstroomse gebruikers (Duitsland, Nord-Rhein Westphalen)- Hochwasser Arbeitsgruppe- Elektrabel- Baggersdepot (K3)- Pontsbaas

65

De afdeling DSMR van de RU zou begeleiders kunnen rekruteren om samen met de 4B’s in het gebied, de taal van de Waal te ontwikkelen en samen bruggen te bouwen. Integrale verbindingen aanleggen zodat de 4B’s elkaars wereld leren kennen om samen, met de opgedane kennis, verder te bouwen aan een duurzame toekomst voor Waal-Weelde. DSMR faciliteert het proces en notuleert de bevindingen ten behoeve van het FSSD. De begeleiders die namens DSMR in het veld staan, maken samen met de leden van

de Communities of Practice de broodnodige vertaalslag van TNS en geven deze vorm in en eenvoudige een een-duidige taal van de Waal. De eerder genoemde bewonersavond ten behoeve van Bato’s Erf leerde me dat de bewoners geen interesse heb-ben in woorden als ‘processen’ en ‘methoden’. Bewoners en ondernemers willen weten wat er kan met het oog op een duurzame ontwikkeling, zodat ze actie kunnen gaan ondernemen en kunnen vertrouwen op de overheid.

6.5 De taal van de Waal

Zoals gezegd streeft de projectgroep van WaalWeelde Duurzaam naar een gezamenlijk, inspirerend taalgebruik waarbij duurzaamheid leidend en inspirerend is. Op basis van de verkregen inzichten, gebaseerd op wetenschappe-lijk onderbouwde duurzaamheidsprincipes, worden alle deelnemers in WaalWeelde in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk een regionale vertaalslag te maken naar hun eigen gebied.

Een taal verbindt mensen, via taal kun je uiting geven aan gevoelens, beleving en waarden. Via taal kun je kennis tot je nemen en delen. Je hebt taal nodig voor een dialoog. Een open dialoog is de basis voor het creëren van draag-vlak, waardoor een kettingreactie kan ontstaan. In Waal-Weelde streven we naar een kettingreactie waardoor de duurzame transitie op gang komt.

TNS biedt een goed onderbouwt denkraam, gebaseerd op een systeembenadering voor duurzaamheid. De kerncon-cepten, de metafoor van de trechter, het systeemdenken, de systeemcondities en het ABCD-model (zie deelonder-zoek 7) bieden alle stakeholders, met hun verschillende visies en belangen, aanknopingspunten om tot één ge-zamenlijke taal te komen: de taal van de Waal. Deze taal verbindt de vijf niveaus van het FSSD en is een rijke voe-dingsbodem voor alle stakeholders om mee aan de slag te gaan.

Samengevat kun je zeggen dat via het FSSD de grammati-ca wordt opgebouwd en dat de vier systeemcondities van

ResumerendWat is er voor nodig om de transitie naar duurzame ontwikkeling in WaalWeelde in gang te zetten?o Holistische benadering (systeembenadering); De 4B’s van alle zeven opgaven van de WaalWeelde integraal benadereno Top-down positief inzetten op de weg van de open dialoog;o De beweging bottom up inspireren en tevens top down faciliteren; Duurzaamheids Manifest voor WaalWeeldeo Een betrouwbare overheid, beambten en bestuurders die intensief samen werken met bewoners & bedrijven;o Een eenduidig gezamenlijk geformuleerd toekomstbeeld; Stap 1 van FSSD: Over welk systeem praten wij? WaalWeelde de meest inspirerende toeristische bestemming van ons lando Samen leren & samen delen;o ‘Fire souls’ zoeken en uitnodigen voor een open dialoog;o Wederzijds vertrouwen als basis beginsel;o Samen vertrekken vanuit het DNA van WaalWeelde;o Een gezamenlijke taal ontwikkelen en uitdragen. De taal van de Waal (spreken, zingen & er zelfs in dromen)

66

TNS de voedingsbron vormen voor de taal van de Waal. In allerlei WaalWeelde uitingen, variërend van schriftelijke communicatie(on-&offline)totbijeenkomsten,wordt

samen met alle stakeholders de taal van de Waal gevormd door middel van het co-creatie proces.

INTERMEZZO Het WAALfabet

Ter voorbereiding en inspiratie heb ik met drie afgestudeerden van Kunst Academie St. Joost voor de taal van de Waal een symbolisch alfabet gemaakt. Met letters maak je woorden, met woorden stel je zinnen samen, zinnen vormen een verhaal en een verhaal kan mensen inspireren. Het alfabet van de Waal heeft haar oorsprong in het stroomgebied van de Waal. Via luchtfoto’s zijn waterformaties van rivier en uiterwaarden uit het landschap gelicht en bewerkt tot lijntekenin-gen. De organische rivier die stroomt staat symbool voor een vloeiende taal, die zich steeds verder ontwikkelt en uitbreidt. Een alfabet waarmee de WaalWeelders de kracht van het gebied kunnen uitdragen én bezoekers kunnen uitdagen om WaalWeelde te verkennen. Dit alfabet van de Waal kreeg de naam: WAALfabet. Een overzichtkaart is afgedrukt op pagina 68 en 69.

Functie WAALfabetHet WAALfabet is ontwikkeld als introductie voor een visioning workshop ( fase C – TNS). Fase 1 In de visioning is een voorstelronde aan de hand van een ecografie Onder een eco-grafie versta ik een biografie op basis van een unieke beleving in de natuur. Per koppel presenteren de deelnemers elkaar via een ecografie. In WaalWeelde is dat bij voorkeur een unieke belevenis in combinatie met de WaalFase 2 Na de 1:1 voorstelronde met een persoonlijke ecografie volgt een plenaire presentatie van de gehoorde verhalen. Doel de gedachten van de deelnemers meer ruimte te geven door het luisteren naar creatieve verhalen. Fase 3 Plenair enkele beelden van de Waal laten zien, eerst vanaf de oevers, dan vanaf het water en tot slot vanuit de lucht. Door steeds van perspectief te wisselen ervaar je hetzelfde beeld anders. Door als het ware boven het onderwerp te gaan hangen (luchtfoto’s) kun je meer afstand nemen va het onderwerp. Dan volgt een figuur waarin één voor één letters uit de Waal komen, het hele WAALfabet wordt zichtbaar. Nu volgt een kort spelmoment met de letters bijvoorbeeld door een korte boodschap in de ‘geheimtaal’ van de Waal. Hierna de brug slaan naar het doel van de taal van de Waal (TNS) samen een gemeenschappelijke taal formuleren gebaseerd tbv duurzame transitie voor WaalWeelde.

67

68

concept:Het WAALfabet©, een alfabet dat verwijst naar de Waal. 15 Gemeenten worden met elkaar verbonden in de realisatie van een inspirerende duurzame toekomstvisie.Dit is het uitgangspunt geworden voor dit herkenbaar en speels alfabet.

ontwerp: Anouk Zalm, Teuntje van de Wouw, Nelly Drenth

figuur 12 WAALfabet ©

69

70

6.6 Hoe ziet een concreet plan van aanpak eruit voor WaalWeelde?

Gebaseerd op alle kennis en wetenswaardigheden in de voorafgaande hoofdstukken, zou ik de methode van de Community of Practice willen voorstellen als werkwijze voor de transitie naar duurzaam toerisme in WaalWeel-de. In de CoP komen ‘fires souls’ samen om te leren en te delen. Ze komen samen rond een gemeenschappe-lijke passie, een duurzame (toeristische) toekomst voor WaalWeelde. Een open dialoog is de meest inspirerende werkwijze voor de CoP, een positieve grondhouding van de deelnemers zal de creativiteit van de groep versterken en de resultaten zullen ook buiten de groep enthousiast worden ontvangen. De vijf stappen van het Framework for Strategic Sustaina-ble Development bieden oriëntatiepunten voor de route die de CoP-leden gaan verkennen . Door samen, op basis van de taal van de Waal, een toekomstvisie te formuleren (stap 1 FSSD) wordt de transitie van onderaf in gang ge-zet.

De keuze voor de CoP aanpak is gebaseerd op de resul-taten van de literatuuroverzichten (deelonderzoek 2), de behaalde resultaten met communities binnen de TNS aanpak (denk aan Whistler, de Eco municipalities in Zwe-den en Scandic Hotels) en de resultaten van de interviews. Hierin geven de toeristisch-recreatieve ondernemers aan dat ze zelf graag willen meewerken en meer willen leren over de duurzame transitie in het gebied.

Als Imagineer heb ik er in dit geval niet voor gekozen om

met de stakeholders een nieuw concept te ontwikkelen. Met de keuze voor de CoP sluit ik aan op, en bouw ik ver-der aan een concept dat past binnen het gedachtegoed van TNS. De Provincie Gelderland heeft TNS geaccepteerd als methode en dat geeft me een goed uitgangspunt voor het creëren van draagkracht. In het begin gaf een medewerkster van de provincie dui-delijk aan dat er een zekere mate van onderzoeksmoeheid heerst, zowel bij de Provincie als in het werkveld. Daar-naast verwees ze naar bestaande rapporten die bol staan van bevindingen en aanbevelingen. Met de keuze voor de CoP komen inzichten en aanbevelingen samen.

Op voorhand wil ik aangeven dat in essentie de deelne-mers van een CoP zelf, samen de route uitzetten die zij willen volgen. Een RU-begeleider kan tijdens de startfase een routevoorstel op tafel leggen. De deelnemers kiezen zelf in onderling overleg wat hun einddoel is en hoe ze de reis gaan maken. Om de reis van de CoP visueel te maken presenteert hoofdstuk 7 een reisplan dat als blauwdruk kan dienen voor de CoP in oprichting. Tevens introduceer ik een metafoor aan de hand waarvan ik het proces wil schetsen. Het mooie van een metafoor is dat het inspiratie oproept en het creatieve proces op gang brengt.

Voor de CoP neem ik de eerder genoemde metafoor van de magische kano van Juan Carlos Kaiten, Kara Sto-nehouse en Sonja Niederhumer als voorbeeld (Kaiten, 2010). In hun gezamenlijke thesis voor de Master van The Real Change Programme (TNS Master programma aan het Blekinge Institute of Technology in Zweden) hebben zij het verhaal van de magische Kano van de Kitlope stam

in British Columbia (Canada) uitgewerkt tot een metho-de om duurzame transitie op grotere schaal mogelijk te maken.

Met deze keuze bouw ik bewust voort op eerder onder-zoek in het kader van FSSD en TNS. De CoP vindt haar oorsprong in het rivierengebied en vanaf het begin zag ik het proces van het bouwen van een boot als metafoor voor een mogelijke transitie.Zo kwam ik op een van mijn vele verkenningstochten door het gebied in contact met de werf Liburna in Millingen aan de Rijn. Ik raakte gefascineerd door de bouwplannen en de werkwijze bij het project voor het Romeinse schip De Liburna (www.liburna.nl ). Aan de oevers van de ri-vier, waar meer dan 2.000 jaar geleden Romeinse soldaten ons land binnen kwamen, is begin dit jaar een tijdelijke werf opgezet. Volgens traditionele scheepsbouwmetho-den nodigt de scheepsbouwer jongeren uit om actief mee te werken aan de realisatie van het schip. Verschillende elementen komen in dit project samen de geschiedenis van de streek, de cultuurhistorie, het overdragen van tra-ditionele bouwmethoden aan nieuwe generaties, jonge mensen laten delen in een droom én het proces (de bouw) delen met de gemeen-schap van Millingen. Op de site www.liburna.nl staan de doelen van dit pro-ject.:• Zichtbaar en tastbaar maken van Romeins verleden Millingen aan de Rijn; • Stimulerenvansamenwerkingsvormen (industrieel erfgoed, toerisme, welzijn); • Stimulerenwerkgelegenheidjongerenmet

71

afstand tot de arbeidsmarkt;• Stimulerenpraktijkervaringjongerenin leerbedrijf (ROC) • Realiserenslecht-weer-voorzieningin Millingen aan de Rijn • Stimulerencultuurhistorischbesefendraagvlak• Stimulerencultuurhistorischebijdrageaan de economie (toeristisch regiomarketing)

Voor mij is dit duurzaamheid puur sang. Het bouwplan bleef me bezig houden tot Juan Carlos Kaiten op 14 juli 2010 zijn presentatie ‘Large Scale Collaboratiuon for Sus-tainable development’ verzorgde aan de RU. Omdat de kano opgebouwd is vanuit het TNS gedachtegoed wil ik de RU adviseren om dit plan nu in het Nederlands te ver-talen zodat het gebruikt kan worden binnen WaalWeelde.

De metafoor van de kanoIn de thesis “Large scale collaboration for Sustainable de-velopment” presenteren Juan Carlos Kaiten, Kara Stone-house en Sonja Niederhumer de metafoor van de kano. De drie auteurs raakten geïnspireerd door Erick Youngs verhaal over het bouwproces van een kano door de ‘Kitlo-pe’ tribe in het noorden van British Columbia (Canada). “The Magic Canoe” werd de leidraad voor hun onderzoek naar grootschalige samenwerking voor duurzame ontwik-kelingen. De kano werd uitgewerkt als metafoor voor het ontwikkelen van een gezamenlijke toekomst. Graag advi-seer ik de provincie en de RU om de kano als metafoor te kiezen voor de reis van de CoP, over de Waal met als doel een duurzame toekomst voor het gebied.

Figuur 13 De magische kano van Kaiten, Stonehouse en Niederhumer© (Kaiten, 2010) vi

In het volgende hoofdstuk worden de voorbereidingen ge-troffen voor de WAALMe© kano. Aan de hand van dit concept reisplan kunnen de provincie en de RU concrete stappen zetten voor de realisatie van de eerste CoP in het project WaalWeelde. Voor zover bekend is dit ook de eer-ste CoP binnen de toeristische sector in ons land.

72

73

COP DUURZAAM TOERISME IN WAALWEELDE

7Waterdroogte

In stoffige lucht ligt aan de overkant kasteel Doornenburgen aan de andere overkant een moderne steenfabriek

vreemd lichaam in groen.

Voor me stroomt de rivier, zo traag als ze laag is.Met lange ogen zie ik hoe de kribben wit als haar stran-

denzich flankenhoog aaneenrijgen tot een woestijn.

Als rond het middaguur de drukte op de rivier afneemtword ik slaperig van de zoem in de Telpost, van de

uitgeblusteboeggolven die als slappe wind op het strand aanwaaien.

April neemt een voorschot op augustus, droogen heet, een hemel die stilstaat, de grond overbelicht

en gering de rivier. De plagerige werkelijkheid

doet me het aangekoekte zand van een krib schrapeneen steen blootleggen, maar in het mateloze.

Noen met winnen aan het ongevraagde.

Marijke Hanegraaf uit de bundel Restruimte, juli 2010

74

Om de CoP-leden te inspireren volgt hieronder de cere-monie van een reisvoorbereiding. Dit verhaal dient als in-spiratiebron voor de Provincie en de RU om de methode van de CoP daadwerkelijk in te gaan zetten voor een duur-zame transitie in WaalWeelde.

De voorbereiding van reis met de kano kent de volgende hoofdstukken:1. het vinden van een reisgezelschap;2. voorbereiding van de reis;3. het kompas;4. het reisschema5. de doop van de kano;6. lezen over de historie van het gebied;7. de taalgids;8. de deelnemerslijst 9. de reisbegeleider;10. de reisbagage;11. het logboek;12. online reisverslag;13. de reünie;14. het reisbudget.

7.1.1 Het reisgezelschapVoor de samenstelling van het beste reisgezelschap CoP-leden moeten we eerst een indruk krijgen van de belang-hebbenden en belangstelleden in WaalWeelde. Voor een aanzet voor een stakeholdersanalyse maken we gebruik van de uitkomsten van een studie van Rijkswaterstaat (RWS). Zie hiervoor hoofdstuk 6.4.

Voor WaalWeelde is het van groot belang om de kleinscha-ligheid van de toeristische sector goed in acht te nemen. Daarom zou ik de RU en de Provincie willen adviseren om naast het CoP programma ook een ‘train the trainer’ module op te zetten voor duurzame ‘fire souls’ die werken bij brancheorganisaties en toeristische intermediairs, zie punt 7.1.7 het reisgezelschap

7.1.2 De reisvoorbereidingNadat we het vervoersmiddel hebben gekozen wil ik de bouwers, de CoP-deelnemers, op de vooravond van ons vertrek voor de duurzame WaalWeelde-ontdekkingstocht een inspirerend verhaal vertellen. In deelonderzoek 4 .staat het regionaal beeldverhaal beschreven. Kwartierma-ker Jan van Roekel gaf daarin aan dat het de bedoeling van het regionaal beeldverhaal is dat de belanghebbenden in de regio er zelf me aan de slag gaan. dat zij zich laten inspi-reren door het verhaal en zo nieuwe ideeën ontwikkelen voor nieuwe product-markt-combinaties. De legende over het ontstaan van de Rijn, geschreven door meestervertel-ler Rien van den Heuvel heb ik voor dit doel bewerkt tot een versie waarmee de deelnemers van de CoP.

Een andere bron van inspiratie ter voorbereiding op de WaalWeelde duurzaamheidsverkenningstocht is de veelheid aan associaties die het rivierengebied bij de toeristisch-recreatieve ondernemers oproept. Tijdens de diepte-interviews kwam bij vele een passie naar boven waardoor ze soms wegmijmerden als ze het rivierengebied omschreven.

COP DUURZAAM TOERISME IN WAALWEELDE

7

Reacties van respondenten in de diepte-interviews

Op de vraag of de respondent actief zou willen deelnemen aan de CoP Toerisme gaven vijf onder-nemers aan dat ze graag tijd willen investeren om samen met andere ondernemers meer te leren over duurzaam toerisme en de opgedane kennis verder uit te dragen in de sector, zowel binnen hun eigen bedrijfsvoering als bij collega’s in het WaalWeelde gebied.

75

Het Waalwater klotst tegen de kano. Aan een heldere hemel fonkelen tientallen sterren, grote en kleine beer houden de wacht en vuurvliegjes verlichten de gezichten. De glazen zijn gevuld en meester verteller Rien van den Heuvel zit klaar om te beginnen. “Ooit stroomde de rivier de Rijn hier rechtdoor, hij is water en hij wil stromen. Hij wilde naar de plaats waar al het water bij elkaar komt. Rijn wilde naar zee. Op een dag gebeurde er een wonder …Rijn had zijn eindbestemming bijna bereikt, nog een paar honderd kilometer in rechte lijn en hij zou er zijn. Daar in het lage land niet ver van de zee zag hij Reina: wat een vrouw! Zo lieflijk en pront zag Rijn op zijn lange reis geen enkele vrouw. Brede heupen om op te kunnen bouwen, haren als goudgeel graan, wangen als bel-lefleuren, lippen als kersen en roomwitte armen om je zachtjes in te wiegen. De stoere kerel Rijn wilde direct halt houden om Reina beter te leren kennen. Maar als stromende rivier kun je dat niet maken. Reina schrok hevig van de muur van water die door Rijn’s halt ontstond. Als die kolossale waterwand om zou vallen, zou Reina er onder bedolven raken. Ze holde weg zo snel haar machtige benen haar konden dragen. En verliefde Rijn…die splitste onmiddellijk na binnenkomst in ons lage land op om Reina in meerdere armen te kunnen omhelzen.

Een vrouw als Reina heb je nooit alleen!Nord woonde aan zee, hij voelde zich daar machtig & sterk. Maar hij miste een vrouw. Hij raakte opgewonden toen hij daar opeens op het land de mooie Reina zag lopen. Nord was er van overtuigd dat hij Reina zou krijgen, in alles was hij immers Rijn de baas. In watermassa en razende kracht kon Rijn niet bij hem in de schaduw staan. “Achter de horizon heb ik een kasteel vol bedienden, goud & juwelen: trouw met me. Jij wordt de koningin van mijn onmetelijke rijk”, zei Nord toen hij verleidelijk voor Reina danste aan de kust. Aan dit energieke natuurgeweld kan op den duur geen enkele vrouw weerstand bieden en zo kwam Nord op een dag aan de kust met een groot schip met wel honderden matrozen, tien koks en het meest verrukkelijke zeebanket aan boord. Hierdoor kostte het Nord weinig moeite om Reina de loopplank over te laten gaan om in te schepen voor een heerlijke zeereis.

Reina’s zoute tranenNooit is Reina teruggekeerd. En waar verliefde Rijn ook zocht, op het land en in de zee is geen spoor van haar te vinden. .. of het moeten de zilte tranen zijn waarmee Reina de zee zout maakt zodat het zeewater voor geen mens meer te drinken valt. Natuurlijk vraagt Rijn na al die jaren nog steeds aan Nord waar hij Reina kan vinden. Nord antwoordt hem dan bulderend van het lachen dat hij beter moet zoeken. Hartstochtelijk Rijn geeft de moed niet op. Tot op de dag van vandaag blijft hij geschenken aanvoeren. Alles wat in Europa los en vast zit, neemt hij mee naar zijn eigen delta als opbouwend geschenk voor zijn geliefde Reina. Rijn is er nog steeds van overtuigd dat ze ooit terug zal komen. Daarom doordrenkt hij voortdurend dit rivierengebied tot in al zijn vezels.

Een wilde minnaarHet is een voorrecht om als mens in de delta van Rijn te mogen zijn. Waar vind je meer passie, hartstocht en ware liefde? Maar je moet met onstuimige Rijn wel goed om kunnen gaan, want met regelmaat toont hij zich een wilde minnaar… Als je Rijn begrijpt, ben je hier gelukkiger dan waar ook ter wereld. De meeste mensen die de delta van oudsher kennen, geven Rijn dan ook de ruimte, ze verdedigen zijn land, gebruiken zijn goede gaven die Rijn al duizenden jaren meebrengt en laten anderen er van mee genieten.Het is fantastisch om te mogen delen in de hartstochtelijke omarming van de eeuwige jonge, eeuwig vitale, altijd verliefde Rijn. Hier vind je de beloning van wie werkelijk verliefd is: voortdurende troost, warmte & energie!”

… Het duurt even vóór ik besef dat de meester verteller zwijgend naast me zit. Het laatste vuurvliegje licht op Het ritme van de Waal wiegt me. Laat dit gevoel van rust, liefde en ruimte nooit overgaan!

HET MYTHISCHE ONTSTAAN VAN EEN DIJK VAN EEN DELTA

76

7.1.3 Het kompasHet vijfstappenplan van het Framework for Strategic Sustainable Development vormt het kompas voor de magische kano-tocht. De CoP-leden gaan samen met de reisbegeleider het kompas ijken door de vijf stappen voor vertrek in te vullen.

Figuur 14 FSSD stappenplan toegepast op CoP Duurzaam Toerisme

enkele voorbeelden van middelen om les-modules in te richten en voor te bereiden:

• AppreciativeInquirymetde diamant en de 4 D’s o Discovery- Dream – Design – Destiny + de inspirerende vraag• WaalWeeldeCafé• BestPracticesalsinspiratiebron & leermodule • Bedrijfsbezoeken• ‘Trainthetrainer’programma• Workshops• Film&Fotosessie• Samenmetkunstenaarsaandeslag• Onlineleeromgeving• Jaarlijkseinnovatieprijs• ……….

77

7.1.4 Het reisschemaZoals bij de inleiding vermeld, wordt het definitieve reis-schema samen met de CoP-leden opgesteld. Hieronder staan een aantal suggesties voor ‘excursies & bezienswaardigheden’ enroute

Uitgangspunt is co-creatie (dwz samen met de deelne-mers te formuleren)• Inkaartbrengenvanalleactoren/stakeholders die een rol spelen.• Inkaartbrengenvandrempelsen belemmeringen mbt duurzame transitie.• HetverderuitwerkenvandeWaalWeelde visie mbt duurzaam toerisme in een uitvoeringsgerichte strategie en het bijbehorende maatregelenpakket vaststellen. • Inkaartbrengenvanrelevantekennisvragen& het uitzetten daarvan.• Hetintensiverenvandesamenwerking WaalWeelde breed. • Hetbesprekenvangrensoverschrijdendeacties met Duitsland (Euregio).• Hetonderzoekenwieeropmaatregelniveaunog meer bij de CoP betrokken kunnen worden – bijvoorbeeld Bezoekerscentra in de regio – en wat de voordelen voor betrokkenen zijn. • Hetbenoemenvanvoorbeeldprojectendie gezicht kunnen geven aan het werken aan de Waal & haar uiterwaarden. • Hetbenaderenvanfondsenvoorfinanciering van projecten.

De reiskaartTer voorbereiding op de eerste CoP ontdekkinsgreis zou ik de Provincie willen vragen om één overzichtskaart van het gehele waalWeelde gebied te ontwikkelen.Op dit moment moeten bewoners en bezoekers twee kaarten aanschaffen om een totaal overzicht te krijgen van het aanbod en de rijkdom in het gebied.

Ter voorbereiding op de Dag van de Dijk 2010 (17 en 19 september 2010) heb ik een voorstel bij de Provincie neergelegd om in het kader van de Dag van de Dijk het vi-zier WaalWeelde breed te richten. Samen met Linda Both van Elba Communicatie en Linette Mak van de Stichting Landwaard heb ik een inventarisatie gemaakt van het toe-ristisch-recreatieve aanbod aan de dijk en in de uiterwaar-den. Tot de toeristisch-recreatieve activiteiten tellen we in dit kader ook het aanbod uit de sector agrotoerisme. Het resultaat van deze co-creatie verraste ons alle drie. Deze verrassing willen we graag delen met de 4B’s.Het aanbod is zeer gevarieerd en tot zover nog nooit op een kaart in beeld gebracht. Als de Provincie WaalWeelde integraal wil bewerken dan behoort een totaal kaart tot de basisbehoefte.

7.1.5 De doop van de kanoIn de scheepvaartwereld is het gebruikelijk om een boot te dopen en van een naam te voorzien alvorens ze aan haar eerste tocht gaat beginnen. Deze traditie nemen we graag over voor de Kano/CoP WaalWeelde.

De associaties, die de respondenten noemden tijdens het interview, zijn op post it memo’s geschreven. In een brain-storm sessie met het team van Lankhorst Public Relations (Nijmegen) zijn we dieper ingegaan op de reacties van de respondenten. We hebben de associaties nader bekeken en in enkele gespreksrondes uitgewerkt tot een concept. Het transitieproces duurzame gebiedsontwikkeling voor-ziet in een intensief werk en denkproces met de Waal, waardoor de Waal als ware tot een werkwoord wordt. Een wederkerend werkwoord past goed bij het doel van een CoP, kennis genereren, uitwisselen en delen. Een we-derkerig proces. Deze wederkerigheid zien we terug in de naam van de kano. Zo is WAALMe© geboren.

78

WAALMe© verwijst naar … 7.1.6 De taalgidsEen van de leukste facetten van reizen is je talenkennis gebruiken of een nieuwe taal leren. Voor we met de CoP-deelnemers inschepen in de WAALMe© kano nemen we een paar taallessen zodat we de basisuitgangspunten van de reis allemaal kennen. Later op de reis kunnen we de taallessen intensiveren en uitbreiden, net zolang tot de taal van de Waal als de eigen moedertaal wordt ervaren en geleefd. Het woordenboek van de taal van de Waal bevat vier hoofdstukken gebaseerd op de vier systeemcondities van TNS. Zoals aangegeven in deelonderzoek 7 omschrijft TNS duurzaamheid als het je richten op ontwikkelingen die...

1) … niet leiden tot een structurele toename van het gebruik van grondstoffen uit de aard-korst;

2) … niet leiden tot een structurele toename van milieuvreemde stoffen in de natuur;

3) … niet leiden tot een systematische fysieke degradatie van natuur en landschap;

4) … niet in strijd zijn met het vermogen van mensen om in hun behoeften te voorzien (Ho-vens, 2009)

Figuur 15 De vier systeemcondities van TNS

7.1.7 De deelnemerslijstUit het literatuur onderzoek leerde ik dat een CoP van 10, maximaal 20 leden goed tot redelijk te faciliteren is door een goed uitgeruste reisbegeleider. Als we van deze groepsgrootte uitgaan is het mede aan de provincie als opdrachtgever om te besluiten of er één CoP voor heel WaalWeelde komt, of dat er, net als bij de projectenve-loppen, overwogen wordt om per gebied een eigen CoP Duurzaam Toerisme op te richten?. Conform de indeling van projectenveloppen zou dat betekenen dat we in dat geval drie reisgezelschappen krijgen: WaalWeelde West, WaalWeelde Midden en WaalWeelde Oost.

Het WAALMe© reisgezelschap (de CoP) staat open voor WaalWeelde ondernemers met de volgende instel-lingen: ze delen een gezamenlijk belang of passie; ze willen met én van elkaar leren; ze komen regelmatig samen op aan de kano te bouwen.

Dit alles met als doel om beter te worden in datgene waar ze zich om bekommeren: de transitie naar duurzaam toe-risme in WaalWeelde, gebaseerd op de taal van de Waal (= the Natural Step). Voor het reisgezelschap verwijs ik ook naar de paragraaf over de stakeholdersanalyse hierboven.

verwen me, verleidt me, verwonder me, verras met, verbaas me, versier me, verlang me, vervoer me, ver-licht me, verduurzaam me, vertrouw me, vertroetel me, vertaal me, vertel me, verhaal me, verleg me, verfilm me, vergroen me, verheug me, vertrouw me, verplaats me, verbindt me, vernieuw me, verjong me, verbaas me, verjong me, verfris me, veraange-naam me, veradem me, veranker me, verbeeldt me, verblijf me, vermaak me, verfris me, verbijzonder me, verbloos me, verbluf me, verbroeder me, verde-dig me, verdien me, verdiep me, verleg me, vereen-voudig me, vereer me, verenig me, vergemakkelijk me, vermaak me, vergewis me, vergezel me, verguldt me, verheerlijk me, verhelder me, verheug me, ver-hef me, verwater me, verhip me, verken me, verkies me, verkikker me, verklaar me, verwen me, verkoel me, verwarm me, verlang me, verlangzaam me, verlekker me, vermaak me, vertrouw me, verbluf me, vermeldt me, verpak me, vertier me, verover me, verpoos me, verrijk me, ververs me, versimpel me, versmaadt me, versoepel me, verstooi me, ver-tak me, verteder me, vertel me, vertolk me, vertoon me, vergeef me, vervlecht me, vervul me, verwacht me, verwoordt me, verzamel me, vereeuwig me, ver-ruim me, verkwik me, bezing me en …verfilm me …

79

Voor een profielschets van de CoP-leden sluit ik aan bij de profielschets die Schuurs voor de Community of Owner-ship ten behoeve van WaalWeelde heeft ontwikkeld.In het ideale profiel van een deelnemer in een CoP staan de volgende eigenschappen centraal:• Intrinsiekgeïnteresseerdengemotiveerdvoor duurzaamheid; • Systeemgeoriënteerd;zietgrotereverbanden en samenhang;• Openvoornieuwedenkbeeldenenmethoden;• Nietconflictmijdend,maarrespectvoljegens andere denkbeelden, personen en bereid tot dialoog;• Vermogenompersoonlijkeverbondenheidte scheiden van professionele belangen en bevoegdheden, maar met de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag, binnen en buiten de CoP;• Dewilomzichteverbindenaaneenlerende aanpak en de eigen persoonlijke ontwikkeling daaraan te verbinden.

“De leden van de CoP nemen deel op persoonlijke titel. Zij hebben een persoonlijke wil en aanleiding om lid te worden, vanuit hun professionele en/of persoonlijke betrokkenheid bij het thema duurzaamheid en de ont-wikkeling van hun leef- en werkomgeving. Deelname op persoonlijke titel is een waarborg voor een relatief onaf-hankelijke opstelling en onderstreept de noodzaak om zo-veel mogelijk vrij te zijn van functionele belangen”, aldus Schuurs (Schuurs, 2010).

Om beter inzicht te krijgen in de samenstelling van de toeristisch-recreatieve sector (aantal bedrijven, aanbod producten en diensten, kenmerken enzovoort) heeft An-nelie Bleckman gelijktijdig met deze thesis een tweede onderzoek verricht.Bleckman is Master studente aan de Rijks Universiteit in Groningen (RUG) heeft zich verdiept in de MKB-ers in de vrijetijdssector in WaalWeelde. en hun motivatie mbt duurzaamheid (Bleckman, 2010) . Onderzoek bij de twee kamers van Koophandel wijst uit dat er circa 975 toeris-tisch-recreatieve bedrijven in WaalWeelde staan inge-schreven. Dit zijn met name kleinschalige bedrijven met 1 tot 5 medewerkers. De kenmerken van de sector T&R in WaalWeelde staan beschreven in deelonderzoek 3.

Kleinschaligheid is het kenmerk van de vrijetijdsecono-mie in WaalWeelde. Met een CoP programma transitie duurzaam toerisme streeft de RU er ook naar dat de op-gedane kennis verder wordt verspreid, bijvoorbeeld in het netwerk van CoP-deelnemers. Gezien het kleinschalige karakter van de sector is het aannemelijk dat hier sprake is van relatief kleine netwerken. Om die reden adviseer ik, om naast de CoP die bestaat uit toeristisch-recreatieve ondernemers, een apart ‘train the trainer’ programma op te zetten voor duurzame ‘fire souls’ die werkzaam zijn bij brancheorganisaties en toeristische intermediairs. Hiervoor kunnen vertegenwoordigers van de RECRON, de HISWA en Koninklijke Horeca Nederland, NORT Gelderland, de Stichting Landwaard, de SAN (Samenwer-kingsverband Arnhem-Nijmegen) en Kamer van Koop-handel worden uitgenodigd. Ik stel voor om te overwegen om dit gezelschap ook uit te breiden met vertegenwoordi-

gers uit de toeristische intermediairs zoals het RBT en het GOBT. De medewerkers van de twee Regionale Bureaus voor Toerisme in WaalWeelde hebben op verschillende momenten in het jaar contact met de toeristisch-recreatie-ve bedrijven. Daarnaast initiëren de RBT plannen en cam-pagnes ter promotie van het gebied. Als bij het samenstel-len van deze toeristisch-recreatieve producten en diensten vanaf het begin de taal van de Waal wordt meegenomen kan WaalWeelde een effectieve transitie maken richting duurzaam toerisme.

Gezien het relatief veelvuldige contact dat de vertegen-woordigers van RBT KAN en Rivierenland met het werk-veld hebben, is het een overweging hen uit te nodigen. Evenals het GOBT, die als primaire taak heeft kennis te genereren t.b.v. toerisme en recreatie. In dit kader heeft het GOBT recent twee onderzoeken op het gebied van duur-zaamheid laten uitvoeren door studenten van de Univer-siteit van Wageningen. Antoinette Lummen heeft in de vorm van een stage een eerste verkenning uitgevoerd. Op basis van het stageverslag voert Pinel van Aalten nu een vervolgonderzoek uit onder de (werk)titel ‘Verkenning naar Duurzaam Toerisme en Recreatie in Oost Nederland en haar Toeristische Regio’s: Leren van Best Practices’.

Tot slot adviseren we ook om enkele jongeren op te ne-men in de CoP omdat zij vaak een andere kijk op hebben op vraagstukken en op de toekomst. Een goede wisselwer-king tussen senioren en junioren in de sector verrijkt het leerproces.

80

7.1.8 De reisbegeleiderIn de aanvangsfase adviseren we de provincie om een reis-begeleider, namens met de RU, mee te sturen op de eerste WAALMe© verkenningstochten. Eigenschappen die we waarderen in een goede reisbege-leider:• GoedebeheersingvandetaalvandeWaal o zowel in de vorm van inspirerende spreektaal als o als op schrift t.b.v. academische evaluaties voor in het logboek. • Goedgevoelvoorcoördinatie• Kennisvandeveleroutemogelijkheden• Inspiratordiedeelnemersstimuleertomop verkenning uit te gaan• Eenechte‘servantleader’waarGreenleaf trots op zou zijn• Eendelerwaarmeededeelnemersdeopgedane ervaringen kunnen reflecteren en delen • Gevoelvoorgoedecommunicatieve vaardigheden• Eenluisterendoor• Dekunstmensenhetgevoeltegevendatze welkom zijn (Hostmanship)• Eeninitiatormetlef• Teamspiritisdiebezielingoproeptbijzijn medereizigers• Gevoelvoorhumor• Betrouwbaar• Hijofzijdiezorgtdraagtvoorcontinuïteit.

Samenvattend iemand die duurzame ‘fire souls’ aanwak-kert, hen inspireert en verder laat groeien & gloeien.

Robert Greenleaf

… Leiderschap hoort vanuit een natuurlijk

gevoel gebaseerd te zijn op het dienen van de behoeften van anderen en op het helpen van diegenen

die gediend worden om gezonder, wijzer, vrijer en autonomer te worden, waardoor zij op hun

beurt in staat zijn om anderen te dienen

81

7.1.9 De reisbagageTijdens de eerste CoP ontdekkingsreis behoren vier doel-stellingen van een CoP tot de basisbagage. De doelstellingen van de CoP liggen in het verlengde van de doelstelling voor de CoO van Schuurs. 1) leren: delen & ontwikkelen van expertise over duurzaamheid2) visie: een gedeelde visie ontwikkelen op duurzame ontwikkeling WaalWeelde 3) doen: vertalen van de visie naar projecten 4) vertrouwen & gemeenschapszin versterken: samenwerking & netwerken (Schuurs, 2010).Van individuele kleinschaligheid naar krachten bun-delen op grote schaal!

Op de kofferlabels van de deelnemers staan de kernwaar-den: betrokkenheid & vertrouwen

7.1.10 Het logboekWe leerden van Nonaka dat de kern van ‘action learning’, het creëren van kennis, niet simpelweg is het leren van anderen of het toegang krijgen tot kennis van buiten. De nieuw verkregen kennis dient op de bestaande kennis voort te bouwen, dit vereist intensief onderling contact waarbij de deelnemers in de organisatie uiteindelijk ge-deelde (kern)waarden en belevingen ontwikkelen (No-naka, 1995).

We kunnen alleen op kennis voortbouwen als de leermo-menten (nauwgezet) worden bijhouden in een logboek. Een reisverslag van alle verkenningsreizen, korte en/of

Intermezzo leiderschap

Naast ‘fire souls’ en een eenduidige taal is leiderschap vereist bij de begeleiders die de RU selecteert voor de CoP. Ik stel voor aan de RU om leiders te rekruteren die bekend zijn met de beginselen van ‘servant leadership’ van Green-leaf.

Volgens Greenleaf “behoort leiderschap vanuit een natuurlijk gevoel gebaseerd te zijn op het dienen van de behoef-ten van anderen en op het helpen van diegenen die gediend worden om gezonder, wijzer, vrijer en autonomer te worden, waardoor zij op hun beurt in staat zijn om anderen te dienen (Vries De, 2010). Ter kennismaking met het begrip servant leadership staan hieronder de acht kenmerken van servant leadership: Een servant leader … 1. Kan goed luisteren; 2. Laat anderen groeien; 3. Verbindt en maakt mogelijk; 4. Is een teamspeler; 5. Dient het geheel en de toekomst; 6. Realiseert duurzame oplossingen; 7. Geeft authentiek voorbeeld in dienen; 8. Is bewust.

Daarnaast adviseer ik de RU en Provincie Gelderland kennis te nemen van het gedachtegoed ‘Hostmanship’ van Jan Gunnarsson en Blohm. Hostmanship, de kunst mensen het gevoel te geven dat ze welkom zijn (Gunnarsson, 2010). Dit gevoel van welkom zijn is zowel in als richting WaalWeelde belangrijk. In WaalWeelde bijvoorbeeld bij de CoP-leden onderling en in de relatie tussen de CoP en bijvoorbeeld beambten, bestuurders en bewoners. Ook voor WaalWeelde als geheel is het belangrijk om het gevoel van welkom zijn uit te stralen naar de bezoekers in het gebied. Zie bijlage 9 voor meer achtergrondinformatie.

82

lange uitstapjes is van groot belang. De deelnemers van de CoP vervullen een essentiële rol in het bijhouden van hun logboek. De reisbegeleider zal voor aanvang van de ontdekkingsreis, samen met de deelnemers, een lay out met geheugensteuntjes opstellen zodat de deelnemers een leidraad hebben bij het invullen van het logboek.

Tot de WAALMe© logboek-meeleeskring behoren alle WaalWeelders, beter bekend als de 4B’s, de medewerkers bij de provincie die verantwoordelijk en/of betrokken zijn bij WaalWeelde, de RU en haar ‘fire souls’. Ook internationaal is er al belangstelling voor de reiser-varingen van de WaalWeelde CoP-leden. Wetenschappers die het FSSD gedachtegoed bestuderen en verder uitbrei-den, willen meeleren van de ervaringen die wij opdoen met WaalWeelde Duurzaam.

Een hoofdstuk in het WAALMe© logboek beschrijft de missie van WaalWeelde Duurzaam. Ter voorbereiding op het supplement Visie WaalWeelde 3.6 heb ik de onder-staande missie geformuleerd. Samen met alle betrokkenen (4B’s) van de Waal & haar uiterwaarden de meest inspirerende toeris- tisch-recreatieve bestemming van ons land maken. Zowel voor de bewoners als voor de bezoekers zodat ze in het gebied samen optimaal van hun vrije tijd kunnen genieten. Nu en in de toekomst!

Tot slot spreek ik de wens uit dat gaande het transitiepro-ces ook toeristisch-recreatieve ondernemers buiten Waal-Weelde geïnspireerd raken door de logboekverslagen & reiservaringen van WaalWeelde.

7.1.11 Online reisverslagNaast een logboek is er behoefte aan een online platform waarin we alle WaalWeelders die niet in staat zijn de kano-reis persoonlijk mee te maken, instaat stellen om op de hoogte te blijven van de reiservaringen en de vorderingen die de CoP maakt. Een online platform leent zich daar bij uitstek voor. Het uitgangspunt is eerst een eenvoudige webiste die wel Web 2.0 mogelijkheden kent. In de loop van de reis kan het online platform naar wens worden uitgebreid met meer recentere communicatiemogelijkhe-den die we kennen onder de noemer social media. Naast een eigen WaalWeede Twitter, WaalWeelde Facebook of WaalWeelde Hyves behoren online co-creatie opties tot de toekomstige mogelijkheden. Het gebruik en de moge-lijkheden van deze online opties kunnen als leermodule worden opgenomen in het totale reisplan.

7.1.12 De jaarlijkse reünieEen jaarlijkse reünie is een populair thema bij groepsrei-zen. Voor de CoP stellen we voor om de jaarlijkse reünie te organiseren in de vorm van een wedstrijd. Een innova-tiewedstrijd onder toeristisch-recreatieve ondernemers in WaalWeelde, waarbij de spelregels zijn gebaseerd op duur-zame ontwikkelingen. Tijdens deze reünie kan het reisge-zelschap eventueel extra genodigden vragen om samen de reis evalueren.Het doel van deze innovatieprijs is om ondernemers te stimuleren actief aan de slag te gaan met de opgedane ken-nis en zo mee te gaan werken aan de duurzame transitie in hun sector. De wedstrijdvoorwaarden van de innovatie-prijs zijn gebaseerd op de taal van de Waal (TNS).Als prijs voor deze innovatiewedstrijd stellen we een ont-werp van een kunstenaars echtpaar uit het WaalWeelde gebied. Huub & Aleid Kortekaas uit Winssen. Hun ont-werp kreeg de titel de Zaailing.

Reacties van respondenten uit de diepte in-terviews

online leren & inspirerenNaast een fysieke ontmoetingsplek is gevraagd naar mogelijke belangstelling voor een online onder-steunend duurzaamheidsplatform. Negen van de twaalf respondenten zegt belangstelling te hebben voor een online duurzaamheidsplatform, waarbij aangetekend moet worden dat twee maal expliciet werd gevraagd om een interactief platform zodat ze zelf ook input kunnen geven om zo de database verder te verrijken met werkbare input.

83

Figuur 16 Zaailing van Huub Kortekaas ©(Kortekaas, 2010). de zaailing … • Symboolvoornieuwleven;• zaaien&oogsten;• rentmeesterschap.

7.1.13 Het reisbudgetAls financiële onderbouwing voor de voorgekomen reis stellen we het volgende plan voor: • VoordestartfinancieringProvincieGelderland benaderen met een voorstel. • Opstartminimaal2maximaal4jaar (t/m 2014). • Daarnafinanciëleondersteuningop basis van activiteitenprogramma voorstel: de CoP-leden betalen zelf ook een deelname fee eerste en tweede jaar symbolisch bedrag. daarvoor bieden we o.a leermodules, workshops, e-learning, nieuwsbrief en een driemaandelijkse netwerkbijeenkomst (muv de zomer)• Hetbenaderenvanfondsenvoorfinanciering van projecten; suggesties Rabo-bank; Triodosbank, KvK; SBB; LNV; DLG; Euregio Rijn-Waal; Agentschap NL, Rijkswater staat, Prins Bernard Cultuurfonds mogelijk ook een fietsfabrikant of leverancier van groene energie .

Aan het budget en het reisplan voor de eerste ontdek-kingsreis van de WAALMe© kano wordt momenteel hard gewerkt. Omdat dit het eerste TNS project in ons land is, zullen de details van het plan van aanpak en het budget voorlopig niet openbaar worden gemaakt. Pas nadat de Provincie haar goedkeuring heeft gegeven, kan openbaarmaking worden overwogen. Deze beslissing valt buiten de termijn van dit onderzoek.

7.2 De souvenirs voor het gebied

De hierboven beschreven WAALMe© kano-ontdek-kinsgtocht levert mooie herinneringen op voor de provin-cie en de branche. Alle souvenirs worden aangeschaft met de doelstelling versterking van de regionale economie• ZooverweegtdeRUomin2011eenkansekaart t.a.v. duurzaam toerisme in WaalWeelde Duurzaam samen te stellen.• Vanaf2012komenernieuweinspirerendearran gementen WaalWeelde breed, samengesteld vol gens TNS recept en mede geïnspireerd op het re gionale beeldverhaal Dijk van een Delta. (wandelen-fietsen-varen-slapen-eten en genieten)• Daarnaaststellenwedeontwikkelingvaneen Nederlandstalige E-leermodule voor • Voorontdekkingsreizigersiseenbibliotheekvan groot belang. We adviseren hiervoor een online variant waarbij de bibliothecaris zich richt op bronnen ten behoeve van duurzaam toerisme• Omcontacttehoudenmetdemedekanoleden stellen we een kwartaal nieuwsbrief voor• totslotiseeninteractieveconsumentenwebsite een effectief middel om potentiële reizigers te interesseren voor een toekomstige ontdekkingsreis.• vanaf2014stellenweeenjaarlijksWaalWeelde breed kunst & theaterfestival voor .

84

7.3 Toekomstige reisdoelen

Het voorlopige reisdoel is 2050. We streven erna dat Waal-Weelde dan de meest inspirerende duurzame toeristische bestemming van ons land is!!Een fragment uit het reisdagboek van Juliette Verne licht een tipje van de sluier: pak een kop koffie of thee en lees verder in pagina 92.

7.4 Werken met communities

Tot slot: er zijn verschillende methoden om met een CoP aan de slag te gaan. We maken hier onderscheid tussen enerzijds fysieke bijeenkomsten en anderzijds online plat-forms.

A) Fysieke bijeenkomsten1. Leerbijeenkomsten2. workshops & inspiratiemeetings3. Best practice meetings4. Werkbezoeken5. Netwerkbijeenkomst (sociëteit)

ad 1) Voorstel in het eerste jaar 5 leerbijeenkomsten orga-niseren waarbij het reiskompas van § 7.1.3 de route mede bepaalt. ad 2) Om de opgedane kennis het praktisch toepasbaar te maken stellen we voor iedere leermodule te combineren met een workshop-element, een inspiratie-moment en/of best practice voorbeelden. ad 3) Ervaring leert dat presentaties van best practice voorbeelden, bij voorkeur door collega’s uit de branche,

als zeer waardevol en inspirerend worden ervaren door de deelnemers. ad 4) Praktijkkennis kan worden opgedaan via werkbe-zoeken aan o.a. ‘best practice’ bedrijven.ad 5) Naast de CoP-leeromgeving adviseer ik om netwerk-bijeenkomsten te organiseren. De CoP heeft een beperkt aantal leden waardoor de verspreiding van de kennis rela-tief beperkt blijft. Door enkele keren per jaar (minimaal 2 maximaal 3 maal) een netwerkbijeenkomst voor de gehele toeristische sector te organiseren kan de opgedane kennis over duurzame transitie effectief en efficiënt worden ge-deeld in een groter verband.

B) Online platform1) leren & inspireren o E-leermodule TNS o Bibliotheek duurzaam toerisme2) Online contact o Nieuwsbrief & Chat-optie o Inspiratie items (o.a. YouTube clips) o Co-creatie & polls

Figuur 17 Peddel van de magische kano (Kaiten et al, 2010)

85

7.3 Toekomstige reisdoelen

Het voorlopige reisdoel is 2050. We streven erna dat Waal-Weelde dan de meest inspirerende duurzame toeristische bestemming van ons land is!!Een fragment uit het reisdagboek van Juliette Verne licht een tipje van de sluier: pak een kop koffie of thee en lees verder in pagina 92.

7.4 Werken met communities

Tot slot: er zijn verschillende methoden om met een CoP aan de slag te gaan. We maken hier onderscheid tussen enerzijds fysieke bijeenkomsten en anderzijds online plat-forms.

A) Fysieke bijeenkomsten1. Leerbijeenkomsten2. workshops & inspiratiemeetings3. Best practice meetings4. Werkbezoeken5. Netwerkbijeenkomst (sociëteit)

ad 1) Voorstel in het eerste jaar 5 leerbijeenkomsten orga-niseren waarbij het reiskompas van § 7.1.3 de route mede bepaalt. ad 2) Om de opgedane kennis het praktisch toepasbaar te maken stellen we voor iedere leermodule te combineren met een workshop-element, een inspiratie-moment en/of best practice voorbeelden. ad 3) Ervaring leert dat presentaties van best practice voorbeelden, bij voorkeur door collega’s uit de branche,

als zeer waardevol en inspirerend worden ervaren door de deelnemers. ad 4) Praktijkkennis kan worden opgedaan via werkbe-zoeken aan o.a. ‘best practice’ bedrijven.ad 5) Naast de CoP-leeromgeving adviseer ik om netwerk-bijeenkomsten te organiseren. De CoP heeft een beperkt aantal leden waardoor de verspreiding van de kennis rela-tief beperkt blijft. Door enkele keren per jaar (minimaal 2 maximaal 3 maal) een netwerkbijeenkomst voor de gehele toeristische sector te organiseren kan de opgedane kennis over duurzame transitie effectief en efficiënt worden ge-deeld in een groter verband.

B) Online platform1) leren & inspireren o E-leermodule TNS o Bibliotheek duurzaam toerisme2) Online contact o Nieuwsbrief & Chat-optie o Inspiratie items (o.a. YouTube clips) o Co-creatie & polls

Figuur 17 Peddel van de magische kano (Kaiten et al, 2010)

86

87

SUGGESTIES EN AANBEVELINGEN VOOR VERVOLGONDERZOEK

8Rivier

Ga de Telpost binnen met in je tasbrood en hoop op bijzondere gedachten

achter een voorhoofd van glaswaar je naar toe moet klimmen.

Hij staat ter hoogte van de Rijndijk twee-achttussen de Waiboerweg en de Rivierstraat.

Kijk naar de rivier hoe sterk ze meandert.

Hier heet ze Waal of nog kanaal.Ze is zo en zo lang en zo diep

er liggen x kribben in om die en die reden.Vreemd dat dode armen haar verrijken.

stel je dan voor dat ze nooit meer verandert.

Pas op, stoot je niet aan het lichthet is hard vandaag.

wend je af. Dan zie je haar beter.

Marijke Hanegraaf uit de bundel Restruimte, juli 2010Marijke verbleef twee weken in de Telpost in 2006 als onderdeel van

het eerste kunstenaarsproject

88

Het onderzoek heeft, naast de antwoorden op de onder-zoeksvragen, meer opgeleverd. Duurzaam toerisme en het transitieproces naar een duurzame ontwikkeling is vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Eén literatuurover-zicht was in dit geval niet afdoende om een beter overzicht van het systeem te krijgen.Naast de metafoor van de kano, bieden de verkregen in-zichten van dit onderzoek een aantal suggesties voor vervolgonderzoek. Graag attendeer ik de Provincie Gel-derland en de Radboud Universiteit op de volgende ver-volgopties.

Stakeholders analyse op maat voor WaalWeelde toe-risme makenIk zou de provincie willen adviseren om een opdracht te verstrekken voor het maken van een meer gebieds- en pro-ject gerichte stakeholdersanalyse. De bestaande stakehol-ders analyse in het WINN-rapport (figuur11 hoofdstuk 6.4) is een goed vertrekpunt, het kompas moet worden bijgesteld van ruimtelijke kwaliteit naar de toeristisch-recreatieve sector. Een update is gewenst omdat relatief nieuwe spelers ontbreken. Daarnaast biedt de verhouding tussen macht – gezag en urgentie nader te worden beke-ken. De metafoor van de kano in Nederlands vertalenIn de thesis “Large scale collaboration for Sustainable de-velopment” presenteren Juan Carlos Kaiten en collega’s de metafoor van de kano. De kano is uitgewerkt als metafoor voor het ontwikkelen van een gezamenlijk leerproces ten behoeve van een duurzame toekomst. Het gedachtegoed van de TNS vormt de basis van dit concept. Graag adviseer

ik de provincie en de RU om dit concept te vertalen en waarnodig te aan te passen voor de CoP in WaalWeelde.

Bezoekers het gevoel van welkom zijn geven door ser-vant leadership & hostmanshipNaast ‘fire souls’ en een eenduidige taal, is leiderschap ver-eist bij de begeleiders die de RU selecteert voor de CoP. Ik stel voor aan de RU om leiders te rekruteren die bekend zijn met de beginselen van ‘servant leadership’ van Green-leaf. Volgens Greenleaf “behoort leiderschap vanuit een natuurlijk gevoel gebaseerd te zijn op het dienen van de behoeften van anderen en op het helpen van diegenen die gediend worden om gezonder, wijzer, vrijer en autonomer te worden, waardoor zij op hun beurt in staat zijn om an-deren te dienen (Vries De, 2010) (zie bijlage 8)Daarnaast adviseer ik de RU en Provincie Gelderland kennis te nemen van het gedachtegoed ‘Hostmanship’ van Jan Gunnarsson en Blohm. Hostmanship de kunst men-sen het gevoel te geven dat ze welkom zijn (Gunnarsson, 2010). Dit gevoel ook voor WaalWeelde als geheel, is het belangrijk om het gevoel van welzijn uit te stralen naar de bezoekers in en aan het gebied. Zie bijlage 9 voor meer achtergrondinformatie. Naast een ‘train de trainer’ pro-gramma zou ik willen adviseren om het gedachtegoed van Hostmanship te verrijken met voorbeelden uit en voor WaalWeelde.

Riviercruises als groeimarkt in WaalWeelde … hoe kunnen we cruises verduurzamen?Een bijzondere categorie die, voor zover bekend, nog niet in toeristische onderzoeken wordt genoemd is het segment van de riviercruise. De Waalkade in Nijmegen

speelt in toenemende mate een rol in dit groeiende deel van de vrijetijdseconomie. Zo kopt de Gelderlander (16.08.2010) ‘Kade in trek bij cruises’. In 2009 meerden 500 riviercruiseschepen in Nijmegen aan, in 2008 bleef de teller staan op 450. In 2009 mocht nemen ruim 80.000 toeristen welkom heten die per schip de Waalstad aande-den. Wat het economische effect is van deze gasten op stad en omgeving, is op dit moment nog onbekend. De gemeente Nijmegen voert in 2010 een onderzoek uit on-der de gasten en de rederijen om na te gaan of de vraag en het aanbod goed op elkaar zijn afgestemd. In het kader van WaalWeelde Duurzaam zou aanvullend onderzoek verricht kunnen worden naar de twee andere de P’s van Elkington te weten ‘Planet’ en ‘People’ . In combinatie met de Profit die door de gemeente wordt on-derzocht, komt zo een vollediger beeld tot stand. Wat betekent de groei van riviercruises voor het milieu en de conditie van de Waal.?

Hoe kunnen we de Vierdaagse verduurzamen?Een evenement als de Vierdaagse van Nijmegen zorgt naaste meer naamsbekendheid van stad en omgeving voor een economische impuls. De 2010 editie van het grootste wandelevenement van ons land leverde een extra omzet voor de stad van ruim €30 miljoen. Ruim 1,4 miljoen be-zoekers en 40.000 wandelaars kwamen naar Nijmegen en omgeving. Het wandelimago past goed bij duurzaam toe-risme en de Vierdaagse leiding is actief opzoek naar duur-zaamheidselementen. Zo werd de plastic deelnemerstas nu in papier uitgevoerd en is een studie verricht naar af-valbekers. Op zich prima acties, maar een achterliggend beleid heb ik nog niet kunnen ontdekken. Een transitie

SUGGESTIES EN AANBEVELINGEN VOOR VERVOLGONDERZOEK

8

89

maak je niet door losse elementen in je programma op te nemen. FSSD biedt een prima uitgangspunt en de Vier-daagse, als voorbeeld van duurzame transitie, zal een posi-tief effect hebben op de gehele vrijetijdssector.

Is de ontwikkeling van een ‘Manifest WaalWeelde Duurzaam’ wenselijk? Hoe kunnen we de stakeholders stimuleren om samen creatief te gaan werken aan een duurzame transitie voor toerisme? Zes van de twaalf ondernemers gaven in de in-terviews aan dat de bureaucratie, wet- en regelgeving van de overheid hen belemmert om investeringen te doen met het oog op een duurzame toekomst. Daarnaast geven drie van de twaalf aan dat de kosten voor de bestaande eco-keurmerken even hoog zijn voor grote als voor kleine be-drijven waardoor de factor prijs voor de kleine onderne-mer relatief zwaar weegt. Zie deelonderzoek 6 voor meer resultaten van de diepte-interviews. NORT Gelderland heeft op 20 mei 2010 een Convenant Duurzaamheid ontwikkeld. Ondernemers die aan de keur-merkeisen van bijvoorbeeld GreenKey of de Blauwe Vlag voldoen, zouden idealiter in aanmerking moeten komen voor een versnelde behandeling van de procedures bij de ge-meenten en provincies. http://www.nortgelderland.nl/in-dex.php?wme_menuid=fd22495bd4f679da41e&wme_submenuid=f9584f145f6cb34609c Eco-keurmerken kunnen in eerste instantie als aanleiding voor een transitie naar duurzaamheid richting geven. In het proces om in aanmerking te komen voor het gewenste resultaat, leert de ondernemer enkele beginselen over zorg voor natuur en milieu. FSSD gaat verder en wil geen af-tik-systeem zijn waar-

mee je credits kunt halen op de duurzaamheidsladder. De Convenant Duurzaamheid van NORT zou vanuit het FSSD perspectief onderzocht en verder onderbouwt kun-nen worden , bijvoorbeeld tot een Manifest WaalWeelde Duurzaam.

Integreer het Regionaal Beeldverhaal in de transitie voor duurzaam toerismeIn de gesprekken met Jan van Roekel, kwartiermaker Re-gionaal beeldverhaal Dijk van een Delta en landschaphis-toricus Ferdinand van Hemmen leerde ik dat bij de ont-wikkeling van het regionaal beeldverhaal, duurzaamheid een belangrijke rol speelt. Het GOBT en de RBT’s gaan het concept regionaal beeldverhaal in de nabije toekomst inzetten voor het ontwikkelen van nieuwe product-markt combinaties. Het zou interessant zijn om nader te onder-zoeken hoe de wens van de transitie naar duurzaam toe-risme binnen WaalWeelde kan aansluiten bij de plannen voor Dijk van een Delta. mede door deze aansluiting kan WaalWeelde een platform creëren met ‘best practices’ die als voorbeeld kunnen dienen voor de toeristisch-recrea-tieve sector in ons land.

Onderzoek naar de bruikbaarheid van Travelife voor online duurzaamheidsplatformOm de sector uitgaand toerisme te verduurzamen heeft de branche organisatie ANVR de methode van Travelife omarmt. www.travelife.eu Online kunnen toeristische aanbieders testen of hun product de duurzaamheidstoets kan doorstaan. Voor de opzet en invulling van Travelife is veel onderzoek verricht. Op het gebied van binnenlands toerisme zijn er buiten enkele keurlabels (GreenKey en de

Blauwe Vlag) voor zover bekend geen methoden ontwik-keld met betrekking tot een duurzame transitie voor de sector toerisme en recreatie. Met de TNS bril op zou de Travelife aanpak eens nader bestudeerd kunnen worden.

90

Tot slot mijn ambitieIk sluit dit onderzoek af met het benoemen van mijn am-bities voor de toekomst. Tijdens deze thesis heb ik als het ware in twee werelden geleefd en van twee werelden geleerd. Ik mocht kennis maken met de academische we-reld bij de RU in het Department for Sustainable Manage-ment of Resources (DSMR). Hier wordt in het kader van het Framework for Strategic Sustainable Development (FSSD) onderzoek gedaan naar het proces van duurza-me transitie. WaalWeelde is daarvoor op dit moment het grootste project en daardoor ook de grote uitdaging in ons land. De andere wereld waarin ik werd geïntroduceerd is de wereld van de ondernemers in de vrijetijdseconomie in WaalWeelde. Ik mocht bruggen bouwen en netwerken versterken. Het was een inspirerende tijd. De uitdaging die ik zie na dit onderzoek, is met de CoP op verschillende niveaus bruggen te bouwen. Enkele ‘brug-projecten’ waarvoor ik een ‘vergunning zou willen aanvra-gen’ zijn:

In samenwerking met het team WaalWeelde van de RU heb ik de ambitie, om na afronding van mijn Master stu-die, de metafoor van de kano verder uit te werken voor de CoP’s in WaalWeelde. Om zo het transitie proces naar duurzame ontwikkeling binnen WaalWeelde op gang te brengen.

De aanzet voor een concrete vervolgstap voor de CoP Duurzaam Toerisme WaalWeelde is inmiddels gemaakt. De provincie heeft me uitgenodigd om het plan van aan-pak zoals in hoofdstuk 7 beschreven verder uit te werken en van een budget te voorzien. Mede op basis van deze presentatiebeoordeeltdecoördinatorvandeprovincieofer budget komt voor het uitvoeren van dit onderdeel van de TNS aanpak voor WaalWeelde Duurzaam.

de academische wereld met FSSD het werkveld met TNS

toeristisch-recreatieve ondernemers bestuurders & Beambten

4B’s op de Noord oever 4B’s op de Zuidoever

91

92

93Figuur 18 Kaart WaalWeelde toerisme 2050

94

95

Siamese tweeling

ooit, lang geledenleefden hier

een stad en een rivierde ruggen naar elkaar

en overal krioelde levenzo boven zo benedenvan onder in een krot

van boven beter loten allemaal met Godmaar wel gescheiden

nu komt na jaren

uit de verzwakte onderstadvoor wie maar horen wil

een klaaglijk s.o.s.-signaalweerkaatst in glanzend spiegelglas

van de Marikenstraat

ik ben het zathier kraait de haan zijn valse victorie

zonder respect voor de historie!

“Nijmegen dichter bij, Poëtische mijmeringen” van W.A.M. de Mul

REFERENTIES

9

96

12manage 2010. 12Manage. Bilthoven, 12Manage BV.

Anvr 2010. http://www.anvr.travel/index.php.

Berg Van Den, J. & Ridder, H. 2008. De werkagenda CoP. Wage-ningen, Wageningen University.

Bleckman, A. 2010. Duurzaam ondernemen in de toeristisch-recreatieve sector. Economie en bedrijfskunde. Groningen, Rijksuniversiteit Groning.

Braungart, M., Mcdonough W. 2007. Cradle to Cradle, Hees-wijk, Search Knowledge.

Bunker, B., Alban, B. 2006. The Handbook of Large Group Me-thods, San Francisco, Jossey-Bass.

Cafe, T. W. 2010. The World Cafe. California, The World Cafe.

Cbs 2006. Mileurekening 2005. Voorburg, CBS.

Chang, Y. 2010. WWD Community of Ownership. Nijmegen, Radboud Universiteit.

Dinica, V. 2009. Governance for sustainable tourism: a compa-rison of International en Dutch visions. Journal of Sustainable Tourism, 17, 583-603.

Elkington, J. 1999. Cannibals with forks, Oxford, Capstone.

Enthoven, G. L., N. Luin Van, A. 2006. Ruimte geven en Ruimte nemen, Gouda, Habiforum.

Geels, J. 2007. Duurzaam reizen in de praktijk, Nijmegen, Infor-matie Verre Reizen.

Gobt 2010. Trendsheet. IN Gobt (Ed.) Trends in de vrijetijds-economie Rivierenland. Deventer, GOBT.

Gunnarsson, J., Blohm, O. 2010. Hostmanship, Utveckling, Vardskapet.

Haijtema, D. 2004. Kijken naar wat je niet kunt zien. Manage-ment Team. Rotterdam, Management Team.

Hamel, G. & Prahalad, C. K. 1990. The core competence of the corporation. Harvard Business Review, 68, 79-93.

Honey, M. 1999. Ecotourism and Sustainable Deveolpment. Who owns paradise?, Washington DC, Island Press.

Hovens, R., Smits, A. 2009. Rapportage Verkenning WaalWeel-de Duurzaam. Nijmegen, Radboud University.

Huffen, J. 2006. Bevordering van ruimtelijke kwaliteit langs de Waal September 2006 ed. Den Haag, AQplus.

James, S., Lahti, T. 2004. The Natural Step for Communities, Gabriola Island, The New Society Publishers.

Janssen Groesbeek, M. 2009. Duurzamer Ondernemen, Am-sterdam, Business Contact.

Kaiten, J., Stonehouse, K. , Niederhumer, S. 2010. Large Scale Collaboration for Sustainable Development. Strategic Leader-ship towards Sustainability. Stockholm, Blekinge Institute of Technology.

Kersten, P. K., R. 2002. CoP op Alterra. IN Alterra (Ed.) 546. Wageningen, Wageningen University.

Klep, R. 2010. Duurzaam toerisme voor een toekomstige reis-sector. IN Tfnl (Ed.) Groeneveld Conferentie. Apenheul, Travel Foundation Nederland.

Kors, A. G., Claessen, F. a. M., Wesseling, J. W. & Konnen, G. P. 2000. Scenario’s externe krachten voor WB21. Den Haag, Mi-nisterie van Verkeer en Waterstaat.

Kortekaas, H. 2010. Huub & Adelheid Kortekaas. Winssem, Huub en Adelheid Kortekaas.

Lankhorst, W. 2007. Duurzaam toerisme, een haalbare optie of luchtfietserij? Management Nijmegen, Radboud Universiteit.

Lummen, A. 2010. report internship. Deventer, GOBT.

Mcdonald, J. 2009. Complexity science: an alternative world view for understanding sustainable tourism development. Jour-nal of Sustainable Tourism, 17, 455-471.

Mittendorff, K., Geijsel, F., Hoeve, A., Laat De, M., Nieuwen-huis, L. 2006. Communities of practice as stimulating forces for collective learning. Journal of working place learning, 18, 298-312.

Moes, W., Meuleman, A. & Bordewijk, J. 2008. Werk maken van Regionale Beeldverhalen. The Hague, Ministery of Economic Affairs.

Mommaas, H., Curre, C. & Sanders, W. 2008. Nieuwe Markten in het Brabantse Land. Eindehoven, Stichting Agro & Co.

Mvo 2010. MVO Nederland. Utrecht, MVO Nederland.

Natura_2000 2007. Dossier Natura 2000. Wageningen, Agri-

REFERENTIES

9

97

Holland BV.

Nbtc 2010. Verwachting toerisme Nederland 2010 licht posi-tief. Leidschendam, NBTC.

Nederland, M. 2010. MVO Nederland. Utrecht, MVO Neder-land.

Nonaka, I. a. T., H. 1995. The Knowledge Creating Company: How Japanese Companies Create the Dynamics of Innovation, New York, Oxford University Pres.

Nrit 2007. Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd. 2006-2007 ed. Breda, NRIT.

Nrit 2009. Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2008-2009, Breda, NRIT Media.

Pounder, T. 2009. Using action learning to drive organizational learning and performance. Strategic Harvard Business Review, 8, 17-23.

Provincie_Gelderland 2009. Concept visie WaalWeelde. juli 2009 ed. Arnhem, Provincie Gelderland.

Rakhorst, A. 2007. Duurzaam ontwikkelen, een wereldkans, Scriptum.

Rbt-Kan 2009. Strategische Marketing Visie Toerisme 2009-2012 regio Arnhem Nijmegen. Elst (Gld), RBT KAN.

Recron 2010. Over RECRON. Driebergen, Recron.

Reisrevue 2010. Travelecademy. Hilversum, Reisrevue.

Rifkin. W., F. R. 1997. A review and case study on learning orga-nizations. The learning organization, 4, 135-148.

Rivier, R. V. D. 2009. Samen werken aan een veilig en mooi ri-vierengebied. Rotterdam, Ruimte voor de Rivier.

Roekel Van, J. 2010. Dijk van een Delta projectplan 2010. Ros-malen, Stichting Dijk van een Delta.

Ruyter De, K., Scholl, N. 2001. Kwalitatief marktonderzoek, theorie en praktijk, Utrecht, Lemma

Schuurs, R. 2010. Communities of Ownership. WaalWeelde Duurzaam. Nijmegen, Radboud Universiteit.

Senge, P. 1992. De vijfde discipline: De kunst & praktijk van de lerende organisatie, Schiedam, Scriptum Management.

Senternovem 2009. Kennis ontwikkelen met een community of practice Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Den Haag, Sen-terNovem.

Ser 2000. De winst van waarden. Den Haag, Sociaal-Economi-sche Raad.

Sijtsma, J. 2010. Een beetje ninder streng graag. De Gelderlan-der. Nijmegen, Wegener Dagbladen.

Tacct 2010. De Waal is van ons allemaal. IN Waalweelde (Ed.) mei 2010 ed. Arnhem, Provincie Gelderland.

Tangelder, M. & Lankhorst, W. 2010. Uitwerking recreatie en toerisme per deelgebied’. WaalWeelde. Augustus 2010 ed. Arn-hem, Provincie Gelderland.

Unwto 2010. UNWTO World Tourism Barometer. Madrid, UNWTO.

Veen Van De, H. 2008. Reizen met Respect, Haarlem, Uitgeverij Gottmer.

Vermeulen, T. 2009. In drie jaar tijd van crisis naar nieuw elan. NRIT Magazine. 4-2009 ed. Breda, NRIT Media.

Visser, N. 2003. RMNO-achtergrondstudie naar duurzame ont-wikkeling van toerisme in opdracht van de Commissie Overleg-Sectorraden. Den Haag, RMNO.

Vries De, A. 2010. leadership. Servant Leadership. Breda, NHTV.

Vromraad 2006. Groeten uit Holland, qui e fantastico! Advies over vrije tijd, toerisme en ruimtelijke kwaliteit. October 2006 ed. The Hague, VROM-raad.

Wenger, E. 1998. Communities of Practice, learning, meaning and identity, Cambridge, Cambridge University Press.

Wester, F. & Peters, V. 2004. Kwalitatieve analyse, Bussum, Cou-tinho BV.

Willems, D. 2009. Concept Visie WaalWeelde. IN Waalweelde, S. (Ed.) July 2009 ed. Arnhem, Provincie Gelderland.

Zaltman, G. 2008. Hoe consumenten denken, Amsterdam, Business Contact.

Zuber-Skerritt, O. 2002. The concept of action learning. The le-arning organization, 9, 114-124.

98

CURRICULUM VITAE

Persoonlijke gegevens

Naam LANKHORST, Wilma, J.Th.Adres St. Annastraat 208Woonplaats NIJMEGEN (6525 GX)Telefoon 024-3501717 - 06-29 058208E-mail [email protected] Burgerlijke staat GehuwdGeboortedatum, - plaats Zelhem, 1 januari 1960

99

Opleidingen van tot bijzonderheden

WO 2009 2010 Master in Imagineering NHTV Imagineering Academy Applied UniversityWO 2007 Radboud Universiteit Nijmegen (ABK) postacademische leergang (maart t/m oktober) Verantwoord Ondernemen faculteit Management Wetenschappen (geslaagd met certificaat) Paper over Duurzaam toerisme in NL

cursussen 2004 Taalcursus Italiaans in Florence (2 weken) 2002 Hogeschool Utrecht – cursus copywriting 2000 Digitale fotografie 1991 1992 SRM - certificaat NGPR-B 1989 certificaat Display Write 1988 certificaat Page Maker (DTP) 1988 certificaat WP 1988 1989 SRM - diploma NGPR-A

HBO 1980 1984 NWIT/NHTV (diploma)

WO 1979 1980 propedeuse Kunstgeschiedenis 1979 diploma SEPR (reisbureaubedrijf)MBO 1978 1979 diploma AVR (toerisme)Middelbare school 1972 1978 diploma VWO (St. Ludger College Doetinchem)Rijbewijs B-E

Werkervaringperiode bedrijf

maart 1990 - tot heden eigen bedrijf : Lankhorst Public Relations BV www.lankhorstpr.nl Sinds 2007 mvo-adviseur met focus op duurzaam toerisme Sinds 2007 partnership met Dreamcatcher Foundation in Zuid-Afrika September 2007- Juli 2008 deelnemer IDUT (Amsterdam) Sinds 2008 partnership Abang Zuid-Afrika & St. Return to Sender Sinds 2008 partnership met ABANGmaart ’90-december’92 freelance journalist voor DIT Reisvakmagazinejanuari 1999 Wilma Lankhorst is door de toeristisch journalisten uitgeroepen tot toeristische PR-vrouw van het jaarjuli ’88 - februari ’90 stafmedewerkster Oriflame Kosmetiek – Oss (interne ommunicatie)maart ’86-juni ’88 product manager/hoofd reserveringen Ideaal Reizen - Didamaug.’84-febr.’86 directieassistent product manager Maaskant Reizen - Lithaug.’83-juli’84 part time onderwijsassistent NWIT-Breda (stagecoördinator)aug.’83-juli’84 part time docent toerisme Intercollege-Eindhovenaug.’83-juli’84 part time docent toerisme DOC-Doetinchem (SEPR)februari 1979 stage Reisbureau Wagons-Lits in Nijmegenjan. ’73- jan.’82 Toerkoop Reisbureau Matador : weekend- en vakantiewerk

Meer informatie over Lankhorst Public Relations BV: www.lankhorstpr.nl

100

elly Drenth, euntje van de Wouw en nouk Zalm,

vers afgestudeerd als grafisch ontwerpers aan de academie St.Joost in Breda, zijn de ontwerpers van dit ‘WAALfabet’.Door een inspirerende workshop tijdens onze studie zijn wij in contact gekomen met Wilma Lankhorst die ontwerpers zocht voor een ‘WAALfabet’. Met onze voorliefde voor letters, werd al snel werd duidelijk dat wij een gemotiveerd drietal vormden. Samen zijn wij toen aan de slag gegaan met deze opdracht die wij dan ook met veel plezier hebben ontworpen.

Nelly Drenth, [email protected]

Teuntje van de [email protected]://www.teuntjevandewouw.blogspot.com/

Anouk Zalm, Gorinchem [email protected]

DE ONTWERPERS

Ik woon zelf al jaren langs de Waal maar heb de rivier en de uiterwaarden door deze opdracht beter leren kennen. Door samen met Wilma opverkenning te gaan langs de Waal, en haar enthousiasme over het project .

Door haar thesis in een mooi jasje te steken, te genieten van de gedichten, teksten en foto’s.

Annemiek Bovee06 23698163 [email protected]