Transcript - De kunst van sorry zeggen Beatrice de Graaf

2
Transcript De kunst van sorry zeggen BEATRICE DE GRAAF NRC, 2015 Vorige week hoorde ik een uitermate simplistische verklaring voor de on- verklaarbaar botte reacties van Poe- tin op het neerstorten van de MH17. Een Russische kennis deed haar best om het mij uit te leggen. Daar had ze het moei- lijk mee. Want zij staat volledig onder invloed van de Russische staatsmedia, maar is ook een goed mens. En lang genoeg in Nederland om de pijn van de nabestaanden en de schok mee te voelen. Haar verklaring luidde als volgt. De Oek- raïense regering was een club fascisten. En het neerschieten van de MH17 was absoluut niet de schuld van Rusland. Maar en hier begon ze ten opzichte van de staatsmedia afwijkend gedrag te vertonen Poetin was wél de leider, en wél de baas in ‘dat gebied’, ook al had hij zelf niet die raket afgevuurd. Maar ja, Poetin was een Russi- sche man. En die zeggen geen sorry. Dat is in een notendop het grote probleem waar Europa, en in het bijzonder Nederland, tegen aanloopt in de internationale arena: grote lan- den die geen sorry zeggen en stug hun eigen egoïstische machtspolitiek doorzetten. In de Leer van de Internationale Betrekkingen wordt er al decennialang nagedacht over de aard van dat internationale systeem. Theore- tisch domineerde lange tijd de leer van het machtsrealisme. Kort gezegd de internationale politiek als een anarchistisch schoolplein waar het recht van de sterkste heerst. De één z’n vei- ligheid gaat dan altijd ten koste van die van een ander de hoeksteen van Poetins wereldvisie. Daar zijn in de loop der tijd wel andere visies bij gekomen: de theorie van de wederzijdse (econo- mische) afhankelijkheid en vervlechting bijvoor- beeld. En de idealistische stroming die niet van anarchie en conflict uitgaat, maar van de wil tot samenwerking: van internationaal recht, hand- having van mensenrechten en de zoektocht naar vrede. En ook nog het constructivisme, dat ons leert dat als je maar lang genoeg samen spel- regels afspreekt en afdwingt, je daarmee niet al- leen gedrag maar ook identiteit duurzaam kunt beïnvloeden. D iplomatie is een oude kunst. Nederlan- ders vergeten nog wel eens dat hun Ko- ninkrijk op de tekentafel van de grote mogendheden in 1814-1815 is ontstaan. Op het Congres van Wenen. Precies 200 jaar geleden trokken allerlei Europese machthebbers en di- plomaten, en vertegenwoordigers van Amerika en het Ottomaanse Rijk naar de Oostenrijkse hoofdstad om daar de bevrijding van Napoleon te vieren, de grenzen van Europa opnieuw te trekken en een collectief systeem van vrede en veiligheid te vestigen. „Nu begint het gouden tijdperk”, meende de Britse minister van Bui - tenlandse Zaken Castlereagh enigszins optimis- tisch. Pas daar, dankzij een goede lobby bij de internationale partners (door de Britten, maar ook Willem I) kwam het Koninkrijk tot stand. Er werden ook afspraken gemaakt over slavernij, piraterij, respect voor grenzen en verweer tegen eenzijdige machtsaspiraties. Natuurlijk ging dit halverwege de negentiende eeuw en in de twintigste eeuw een paar keer gruwelijk mis. Dominantie kun je niet met diplo- matie en afspraken voorkomen. Daar is uitein- delijk ook tegengeweld voor nodig. Maar juist ná afschuwelijke oorlogen en bloed- baden heeft de internationale gemeenschap die principes van non-interventie en autonomie, van internationaal recht en mensenrechten steeds steviger verankerd. Via diplomatie en economische vervlechting. Dankzij die ver- vlechting zijn de omgangsvormen, de ‘normen en waarden’ van de internationale gemeen- schap in 200 jaar ingrijpend veranderd. En COLUMN daarmee onze nationale identiteiten. Daar is Eu- ropa niet slecht bij gevaren. Oorlogsmisdadigers worden vervolgd, imperialistische veroverings- drift is ingeperkt, ‘human security’ is toegeno- men. Ondanks allerlei onheilsprofeten die fact- free het tegendeel mogen beweren. Maar een klein land als Nederland weet niet meer wat de waarde van diplomatie is. Met wel- ke onderhandelingstrucs en via welke internati- onale lobbykanalen je een groot land sorry kunt laten zeggen (liefst achter de schermen). Op di- plomatieke posten is jarenlang bezuinigd. Euro- pa zou het wel voor ons regelen. En zo niet, dan trekken we

Transcript of Transcript - De kunst van sorry zeggen Beatrice de Graaf

Page 1: Transcript - De kunst van sorry zeggen Beatrice de Graaf

Transcript De kunst van sorry zeggen BEATRICE DE GRAAF NRC, 2015

Vorige week hoorde ik een uitermate simplistische verklaring voor de on- verklaarbaar botte reacties van Poe- tin op het neerstorten van de MH17. Een Russische kennis deed

haar best om het mij uit te leggen. Daar had ze het moei- lijk mee. Want zij staat volledig onder invloed van de Russische staatsmedia, maar is ook een goed mens. En lang genoeg in Nederland om de pijn van de nabestaanden en de schok mee te voelen. Haar verklaring

luidde als volgt. De Oek- raïense regering was een club fascisten. En het neerschieten van de MH17 was absoluut niet de schuld van Rusland. Maar – en hier begon ze ten opzichte

van de staatsmedia afwijkend gedrag te vertonen – Poetin was wél de leider, en wél de baas in ‘dat gebied’, ook al had hij zelf niet die raket afgevuurd. Maar ja, Poetin was een Russi- sche man. En die zeggen geen sorry. Dat is in een notendop het grote probleem

waar Europa, en in het bijzonder Nederland, tegen aanloopt in de internationale arena: grote lan- den die geen sorry zeggen en stug hun eigen egoïstische machtspolitiek

doorzetten. In de Leer van de Internationale Betrekkingen wordt er al decennialang nagedacht over de aard van dat internationale systeem. Theore- tisch domineerde lange tijd de leer van het machtsrealisme. Kort gezegd de internationale politiek als een

anarchistisch schoolplein waar het recht van de sterkste heerst. De één z’n vei- ligheid gaat dan altijd ten koste van die van een ander – de hoeksteen van Poetins wereldvisie.

Daar zijn in de loop der tijd wel andere visies bij gekomen: de theorie van de wederzijdse (econo- mische) afhankelijkheid en vervlechting bijvoor- beeld. En de idealistische stroming die niet van anarchie en conflict uitgaat, maar van de wil tot samenwerking: van

internationaal recht, hand- having van mensenrechten en de zoektocht naar vrede. En ook nog het constructivisme, dat ons leert dat als je maar lang genoeg samen spel- regels

afspreekt en afdwingt, je daarmee niet al- leen gedrag maar ook identiteit duurzaam kunt beïnvloeden. D iplomatie is een oude kunst. Nederlan- ders vergeten nog wel eens dat hun Ko- ninkrijk op de tekentafel van de grote mogendheden in 1814-1815 is ontstaan. Op het

Congres van Wenen. Precies 200 jaar geleden trokken allerlei Europese machthebbers en di- plomaten, en vertegenwoordigers van Amerika en het Ottomaanse Rijk naar de

Oostenrijkse hoofdstad om daar de bevrijding van Napoleon te vieren, de grenzen van Europa opnieuw te trekken en een collectief systeem van vrede en veiligheid te vestigen. „Nu begint het gouden tijdperk”, meende de Britse minister van Bui- tenlandse Zaken

Castlereagh enigszins optimis- tisch. Pas daar, dankzij een goede lobby bij de internationale partners (door de Britten, maar ook Willem I) kwam het Koninkrijk tot

stand. Er werden ook afspraken gemaakt over slavernij, piraterij, respect voor grenzen en verweer tegen eenzijdige machtsaspiraties. Natuurlijk ging dit halverwege de negentiende eeuw en in de twintigste eeuw een paar keer gruwelijk mis. Dominantie kun je niet met

diplo- matie en afspraken voorkomen. Daar is uitein- delijk ook tegengeweld voor nodig. Maar juist ná afschuwelijke oorlogen en bloed- baden heeft de internationale

gemeenschap die principes van non-interventie en autonomie, van internationaal recht en mensenrechten steeds steviger verankerd. Via diplomatie en economische vervlechting. Dankzij die ver- vlechting zijn de omgangsvormen, de ‘normen en waarden’ van de

internationale gemeen- schap in 200 jaar ingrijpend veranderd. En COLUMN daarmee onze nationale identiteiten. Daar is Eu- ropa niet slecht bij gevaren. Oorlogsmisdadigers

worden vervolgd, imperialistische veroverings- drift is ingeperkt, ‘human security’ is toegeno- men. Ondanks allerlei onheilsprofeten die fact- free het tegendeel mogen beweren. Maar een klein land als Nederland weet niet meer wat de waarde van diplomatie

is. Met wel- ke onderhandelingstrucs en via welke internati- onale lobbykanalen je een groot land sorry kunt laten zeggen (liefst achter de schermen). Op di- plomatieke posten is

jarenlang bezuinigd. Euro- pa zou het wel voor ons regelen. En zo niet, dan trekken we

Page 2: Transcript - De kunst van sorry zeggen Beatrice de Graaf

ons achter de dijken terug. ‘MH17’ en IS hebben de in de Nederlandse geschiedenis steeds

terugkerende droom van zelfgenoegza- me zelfstandigheidspolitiek aan diggelen gesla- gen. Tweehonderd jaar na het Congres van Wenen kan het geen kwaad eens terug te

kijken naar de manier waarop de Oostenrijkse Metternich, de Britse Castlereagh, de Pruisische koning Frede- rik Willem III, de Russische tsaar Alexander I en zelfs de Franse minister Talleyrand elkaars he- gemoniale aspiraties wisten in te perken. Zij leg- den na

langdurige, en bij vlagen zeer verhitte onderhandelingen een basis voor een collectief systeem van vrede, veiligheid en economische samenwerking. Nederland sprak een

serieus woordje mee en spon daar goed garen bij. En Napoleon? Die weigerde sorry te zeggen en werd dus in Waterloo vernietigend en definitief verslagen door een coalitie van alle Europese mogendheden bij elkaar. Beatrice de G raafis hoogleraar geschiedenis van

de internationale betrekkingen aan de Univer- siteit Utrecht. Met de Jonge Akademie organiseert ze een conferentie over het Congres van Wenen, van 5 t/m 7 nov.

(knaw.nl/vienna1815).