KEUZELIJST:Ventoux

De passievruchtJ. Kessels the novel

TirzaPhileine zegt sorry

Een dorsvloer vol confettiHet gouden ei

Het dinerSonny boy

IsabelleHet leven uit een dag

De helaasheid der dingenDe oesters van Nam Kee

Turks fruitHet Schnitzelparadijs

Literatuur periode 2 vwo 4 boekverfilmingen

1.1 LesdoelenIn deze periode ga je met een klein groepje een boek lezen en een film kijken. Daar ga je verschillende opdrachten bij maken en deze komen in je examendossier terecht.Maar wat zijn nu de doelstellingen in deze periode? Wat moet je kennen en kunnen?

Na het voltooien van deze opdracht:

heb je kennis van de literaire begrippen van de verhaalanalyse; kun je de kennis van de verhaalanalyse toepassen op een verhaal; weet je hoe je je mening kunt vormen over een verhaal; kun je op een creatieve manier nadenken over het gelezen en bekeken werk.

Samenwerking:Werk samen, controleer elkaar en wees eerlijk!

In periode 3 volgt er een schriftelijke toets over jouw gelezen boeken. Dus nu je boek niet lezen, zorgt voor veel stress in maart.

Zorg voor afwisseling, maak goede afspraken en help elkaar. Niet iedereen hoeft alles te maken, maar je moet elkaars werk wel kunnen begrijpen. Dit is namelijk toetsstof. Heb je de opdracht niet goed uitgevoerd? Of je hebt geen bronnen gebruikt? Of misschien niet eens het boek gelezen?

Jullie zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van je opdrachten. 2. 1 Algemene opdrachten (bij ieder boek)

Opdracht A:

- Lees het boek en probeer per hoofdstuk visueel zichtbaar te maken wat er gebeurt in het verhaal (bijvoorbeeld door middel van een tijdlijn, strip, schema o.i.d.)

- Kijk ook de film. Je kunt dit afwisselen met het lezen van het boek, maar je kunt ook de film voor of na het lezen bekijken. Probeer de film in periodes op te delen en beschrijf per onderdeel (in woorden) wat er gebeurt in het verhaal.

WELKE verschillen zie je? WELKE andere keuzes heeft de regisseur gemaakt? WAAROM denken jullie?

Opdracht B:

- Ga op zoek naar een bruikbaar uittreksel van jouw verhaal (bijv. via het kritisch lexicon of uittrekselbank). Maak een mindmap van de verhaalanalyse. Gebruik in ieder geval de volgende literaire begrippen (thema, motieven, personages, tijd, ruimte, perspectief).

2.2 Specifieke opdrachten bij ieder boek

Ga naar www.lezenvoordelijst.nl , hier staan de opdrachten uitgebreid beschreven. Let goed op welke je moet gebruiken.

Titel: Opdracht: Domein:Ventoux Opdracht 2 van

niveau 3 Verhaaltechniek

De passievrucht Opdracht 2 van niveau 3

Handelingsrollen van personages

J. Kessels the novel Opdracht 1 van niveau 3

Betekenis roman

Tirza Opdracht 2 van niveau 3

Analyse rol van personage

Phileine zegt sorry Opdracht 1 van niveau 3

Betekenis roman

Een dorsvloer vol confetti

Opdracht 2 van niveau 2

Onderscheid tussen personage en auteur

Het gouden ei Opdracht 3 van Opbouw van spanning

niveau 3Het diner Opdracht 1 van

niveau 3Analyse perspectief en invloed personages

Sonny Boy Opdracht 1 van niveau 4

Relatie tussen fictie en werkelijkheid

Isabelle Opdracht 1 van niveau 3

Leidmotieven

Het leven uit een dag

Opdracht 1 van niveau 3

Motto en thematiek

De helaasheid der dingen

Opdracht 1 van niveau 3

Ontwikkeling van de moraal van het personage

De oesters van Nam Kee

Opdracht recensie (zie onder tabel)

Turks Fruit Opdracht 1 van niveau 3

Relatie tussen beeldend werk en literair werk

Het schnitzelparadijs

Opdracht 1 van niveau 4

Schrijfstijl

Opdracht recensie – De oesters van Nam KeeGa op zoek naar recensies bij deze roman. Kun je iets vinden over de waardering die dit verhaal heeft gekregen? Werd de film of het boek meer gewaardeerd. Schrijf vervolgens een eigen recensie (ongeveer 500 woorden) waarin je laat zien wat jullie ervan vinden. Gebruik voorbeelden uit het verhaal om je recensie levendiger te maken.

2.3 Eindopdracht: Pecha Kucha – de vergelijking (uitvoering door alle groepsleden)

In jullie Pecha Kucha verwerk je de volgende punten:

- Omslag / afbeelding van het boek – geef een korte introductie van het boek door het omslag te bespreken (schrijver, titel, uitgever, afbeelding).

- Schrijver – vertel kort wat over (het leven en werk van) de schrijver.

- Geef een titelverklaring.- Geef een korte samenvatting van het verhaal – bespreek de opbouw van het verhaal, en de vertelsituatie. - Beschrijf het thema van het verhaal – ga in op het centrale probleem in het boek en de motieven die daarbij

een rol spelen. - Vertel wat over de keuze voor jullie boek. - Vergelijk de film met het boek en leg uit op welke 5 punten de film anders is dan het boek- Wat vinden jullie van het verhaal? Zouden je klasgenoten dit boek moeten lezen?

Bovenstaande punten verwerk je in een presentatie met 20 plaatjes en in precies 6 minuten en 40 seconden. Dat betekent dat je elk plaatje precies 20 seconden laat zien. Natuurlijk leg je bij elk plaatje uit wat er te zien is, want je bent immers aan het presenteren.

In de presentatie mag je geen teksten gebruiken, met uitzondering van woordwolken en strips met tekstballonnetjes. Tijdens het presenteren mag je natuurlijk wel een spiekbriefje erbij gebruiken. Maar let wel op dat je geen volzinnen erop zet, want dan maak je er onbewust een voorleesbeurt van.

Gebruik dus alleen steekwoorden op jouw spiekbriefje.

Hier vind je wat meer informatie over Pecha Kucha:Pecha Kucha op Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pecha_KuchaPecha Kucha doe je zo! https://mwortel1.wordpress.com/hoe/