Training LOB werkt - startbekwaamvoordeklas.weebly.com · Ik hoop in deze training tools te krijgen...

60
Training LOB werkt Angela Rondhuis

Transcript of Training LOB werkt - startbekwaamvoordeklas.weebly.com · Ik hoop in deze training tools te krijgen...

Training LOB werkt Angela Rondhuis

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

! 2!

Inleiding!

Mijn naam is Angela Rondhuis en werk sinds het nieuwe schooljaar 0.7 FTE op het DC op inval basis. Ik heb mijn docentenopleiding bijna afgerond. Ik volg de opleiding Omgangskunde. Een studie die erg aansluit bij studieloopbaanbegeleiding, mentorschap en LOB. Vorig jaar heb ik mijn stage afgerond. Dit schooljaar heb ik voor het eerst te maken met veel jongerengroepen. Ik merk dat ik dit erg interessant vind: met name de ontwikkeling, de motivatie en manier van omgang met elkaar zijn me hierin opgevallen.

Ik hoop in deze training tools te krijgen hoe ik mezelf kan inzetten als LOB-er gegeven het feit dat dit voor ons nieuw is, we een omslag moeten maken en werken met een nieuwe methodiek en een collega-docent die naast je staat.

Wellicht dat in mijn voordeel werkt dat ik relatief nieuw ben. Dat maakt dat ik misschien makkelijker met open vizier kan kijken en meer open sta voor deze vernieuwing. Ik merk dat er binnen het team nogal wat weerstanden zijn en ik probeer toch het positieve ervan in te zien: met frisse moed en een kritische blik. Mijn motto is: Je eigen instrument ben jezelf. Dit straal je uit naar de leerlingen.

Voor de opbouw van dit dossier ben ik als volgt te werk gegaan:

Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst heb ik een competentieprofiel self-assessment ingevuld. Deze is als bijlage toegevoegd. Vanuit hier heb ik mijn leervragen geformuleerd. Naar aanleiding hiervan heb ik een aantal leerdoelen geformuleerd en een aantalen kwaliteiten van mezelf beschreven. Tevens heb ik kort beschreven hoe ik met deze leervragen aan de slag ben gegaan. Ik heb een filmopname gemaakt van een gesprek met de leerling. Hierop heb ik een reflectie geschreven en toegevoegd. Tenslotte heb ik een trialoog uitgewerkt en hierop gereflecteerd. Als bijlagen heb ik diverse aantekeningen en het self-assessment toegevoegd.

In de nieuwste uitgave van “Profiel” was het thema LOB opgenomen. De artikelen heb ik toegevoegd en hierover mijn reactie gegeven.

Ik hoop dat dit dossier een goed beeld geeft van mijn ontwikkeling als LOB-er.

Angela Rondhuis Juni 2015 !

!

! 3!

Persoonlijk Ontwikkel Plan Inleiding!

In het Persoonlijk Ontwikkelplan begin ik met mijn kwaliteiten en de leervragen uit het self-assessment.

Van iedere bijeenkomst heb ik een reflectie gemaakt en toegevoegd.

1. Welke!kwaliteiten!heb!ik!in!de!rol!van!LOB8er?!

a. Ik heb veel ervaring met gesprekstechnieken vanuit mijn baan als MMW-er. Ik vind het makkelijk om het gesprek aan te gaan met de leerling: ik geef vertrouwen en aandacht, toon interesse

b. Ik ga confrontaties niet uit de weg: ik ga het gesprek aan over onderlinge emoties, gedragingen en problemen.

c. Ik ben open en eerlijk, empatisch en probeer me in te leven in de doelgroep.

d. Ik hecht waarde aan een goed leer- en ontwikkel klimaat in de klas en probeer dit ook over te dragen door open en eerlijk te zijn en humor in te zetten.

!

2. Welke!leervragen!neem!ik!mee!vanuit!het!self8assessment?!

1. Ik wil de scheidslijn bewaken tussen hulpverlener en LOB-er; waar ligt de grens van mijn mogelijkheden en kunnen maar vooral ook mogen? (ethische en morele afbakening)

2. Ik wil leren hoe ik vanuit het accent studieloopbaan naar het accent loopbaan kan komen: waar zit het accentverschil nu werkelijk? Wat is er nu wezenlijk anders aan LOB? En hoe kan ik mijn kwaliteiten hierop inzetten? Vanuit hier wil ik leren hoe ik de de leer- en loopbaancompetenties kan ontwikkelen bij mijn leerlingen.

3. Ik wil helderheid krijgen over de termen personal branding en modelfunctie m.b.t. profileren: hoe kan ik mij zelf hierin ontwikkelen? En hoe kan ik hierbij mijn collega's inzetten?

!

!

!

!

! 4!

Reflectie!1e!Cursusdag!

Hoe heb ik de eerste bijeenkomst ervaren? Eigenlijk met gemengde gevoelens. Dit had er vooral mee te maken dat er nogal een negatieve sfeer heerste. Dit had er vooral mee te maken dat er veel weerstand was tegen de nieuwe methode, de timing, aanbod trainingen en randvoorwaarden. Uiteraard kan ik me hierin verplaatsen. Ik vind persoonlijk dat de methode Leslab wel erg laat is aangeboden en ook de randvoorwaarden - zoals het kunnen overleggen met elkaar - zijn niet optimaal. Dit doet tegelijkertijd een beroep op mijn creativiteit: hoe ga ik om met de gegeven tijd, hoe stem ik effectief en efficiënt af met mijn collega, etc. Wat ik duidelijk heb aangegeven is dat we niet moeten hangen in het negatieve maar constructief te werk moeten gaan en positieve houding moeten ontwikkelen.

Ik vind kwaliteit van onderwijs en vernieuwing belangrijk en ik ga er dan ook voor. Wat ik merkte is dat mijn docent-partner hierin heel anders staat. Zij heeft hele andere principes en waarden waardoor wij in de eerste bijeenkomst niet aan de opdrachten toekwamen. Ergens was dit een bewuste keuze. We kennen elkaar niet en we hebben nu met elkaar te maken. Ik vond het dan ook prettig om met haar op dit level te kunnen spreken. Thema's die hierin naar voren kwamen waren: kennismaken, belangrijke waarden, kwaliteit bewaken, en vooral ook jezelf in acht nemen in een drukke en roerige tijd.

Zelf vind ik het belangrijk om een opgedragen taak goed uit te voeren. Dit vertaalt zich o.a. in het maken van de opdrachten. Mijn collega vindt dit minder belangrijk. Dat vind ik in een dergelijke cursus dan weer lastig.

Op het moment van dit schrijven is mijn collega ziek. ze heeft aangegeven dat ze last heeft van " ziekmakende arbeidsomstandigheden" . Dit is mij nogal rauw op het dak gevallen, evenals mijn leerlingen. Hierdoor werd ik ineens met mijn eigen kwetsbaarheid geconfronteerd: ik stond er voor mijn gevoel alleen voor. Ik heb hier in de intervisie met mijn collega's op verschillende manieren over kunnen praten en kunnen relativeren. Een deel van het probleem zit in mijn eigen onzekerheid, het goed willen doen, gevoel van controleverlies en toenemende werkdruk. Wat ik vooral ervaarde was dat ik werd opgescheept met het probleem van een ander. Maar daar kijk ik nu wel anders tegenaan. Bovengenoemde aspecten zijn eigenlijk de dieper liggende gevoelens.

We zijn tot een concrete constructie gekomen en ik krijg- zolang er sprake is van ziekte - een nieuw maatje voor terug.

De situatie heeft me echter wel een aantal stressvolle dagen opgeleverd. Ik ben wel trots op mezelf dat ik me hierin kwetsbaar in op heb durven stellen en dat er meelevende collega's zijn die me hebben ondersteund hierin!

!

!

! 5!

Individuele!Coaching!1!

19 januari 2015

Het individuele gesprek is alweer een tijdje geleden. Ik zou er een verslagje van schrijven. Dat doe ik nu maar even.

Ik heb gemerkt dat ik vooral verteld heb over mijn beleving betreffende de LOB. Ten tijde van het gesprek was er net sprake dat Gerda zich ziek had gemeld, hetgeen veel onrust heeft bezorgd bij mij. De groep is groot, 25 leerlingen en de Ouderavond stond voor de deur. Dit was even spannend… zou het allemaal goed gaan?

Het is allemaal goed gegaan, maar zowel bij mij als bij de leerlingen was de onrust aanwezig. Hoe lang zou het duren voordat Gerda weer terug zou komen?

Naast het aspect van onrust en onduidelijkheid door de afwezigheid van mijn duopartner, is er ook de onbekendheid met de LOB. Ook al staat alles mooi omschreven in plannen en methoden, het is voor mij nog niet helder hoe dit in de praktijk vertaald dient te worden.

Mijn ervaring is dat onze leerlingen die net van het voortgezet onderwijs komen vooral behoefte hebben aan duidelijkheid, structuur en kaders. Wat moet ik doen, hoe moet het, wat staat mij te wachten?

De persoonlijke ontwikkeling is in volle gang, maar vooral op het gebied van experimenteren, uitgaan, verliefd worden, baantjes zoeken. Verantwoordelijkheid dragen en zelfsturend bezig zijn met een opleiding is minder sterk aanwezig.

Zelf merk ik dat ik ook behoefte heb aan structuur en duidelijkheid, temeer omdat ik relatief weinig ervaring heb met SLB/LOB. Eén ding scheelt: we staan er allemaal nieuw in wat betreft de LOB. Ik merk dat er ook veel onderlinge verschillen zijn in interpretatie en uitvoering.

Daarnaast weet ik niet goed hoe het specifieke loopbaan oriëntatie deel eruit moet komen te zien. Wat wordt er nu werkelijk verwacht van de leerling en van mij als docent? Waar ligt nu in de praktijk dan het verschil tussen de SLB en de LOB?

Daarbij vraag ik me ten zeerste af of het doel van de LOB: het ontwikkelen van loopbaancompetenties aan de hand van diverse soorten reflecties niet te hoog gegrepen is voor onze leerlingen. Wat mij opvalt is dat de basale kennis die nodig is voor het vak waarvoor ze worden opgeleid al ontbreekt. Het overstijgend denken, het toekomstgericht denken is nog niet echt in beeld. Zelfs bij derdejaars leerlingen merk ik dit: er zitten hiaten in kennis en niveau.

“Hoe krijg je in deze tijd de leerlingen dan op een adequate manier in de leerstand?”

“Hoe betrek je ze bij hun eigen leerproces, beroepsontwikkeling en loopbaanontwikkeling?”

! 6!

“Hoe maak je hierbij als leerling het leerproces van jezelf? Welke tools heeft de leerling nodig om dit proces vorm te geven?"

Dit zijn vragen die bij mij opkomen tijdens de lessen, de diverse gesprekken met collega’s en in het contact met leerlingen.

Ik hoop dat ik tijdens de komende cursusdagen antwoorden mag vinden op deze vragen.

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

! 7!

Intervisie!1!

22 januari 2015

Aanwezig: Jella (uit andere groep), Marian en Angela O.l.v. Rianne Zinken Ik heb besloten een verslag te schrijven over deze bijeenkomst. Ik doe dit niet volgens een bepaald intervisiemodel, maar uit de losse pols. De groep was incompleet. Een aantal heeft zich teruggetrokken of was verhinderd. Dat heb ik wel als jammer ervaren omdat ik zelf erg veel behoefte heb aan een intervisiestructuur. Als relatieve nieuweling is het zeker in het hele LOB-gebeuren fijn om met (ervaren) collega’s te sparren over werksituaties en de manier hoe we met LOB omgaan. We zijn eerst gaan inventariseren welke casuïstiek er naar voren kwam. Ik had een aantal verschillende:

- Reactie van de groep naar mij toe door ziekte van collega. Het effect op de instabiele situatie en het gevoel van anarchie. Hoe kan ik hiermee omgaan?

- In hoeverre kun je van jongeren verwachten dat ze zicht hebben op hun loopbaan >> bewustwording eigen ontwikkeling is al een groot proces. Wat is hierin dan mijn rol als LOB-er? Hoe kom ik van een structuur en het invullen van opdrachten naar een begeleidende en coachende rol?

- Hoe geef ik als docent vorm aan LOB? Hoe kom ik tot de kern? Hoe krijg ik de leerling in beweging? Hoe kan ik het fenomeen loopbaan een rol laten spelen in de LOB, terwijl mijn gevoel zegt dat ze daar nog helemaal niet mee bezig zijn/ aan toe zijn?

We zijn eerst in gegaan op de casus van Jella. Zij had een leerling waarbij sprake is van mishandeling in de thuissituatie. Voor mij herkenbaar, omdat ik onlangs een dergelijke situatie bij de hand heb gehad. Hoe ga je met een dergelijke situatie om? Ik heb hierin even benoemd waar ik tegen aan ben gelopen: mijn dubbele rol >> voorheen de rol van hulpverlener en nu die van docent. Dit gaf bij mij veel belemmeringen. We komen tot de conclusie dat dergelijke situaties heel lastig zijn voor een docent. Er moeten duidelijke stappen worden gevolgd en daarnaast moet er ruimte zijn voor de emotie, zowel van de leerling maar ook de emotie van jezelf die een dergelijke situatie kan oproepen. We hebben nog korte tijd aandacht besteed aan mijn situatie. Ik merk dat ik er vooral tegenaan loop dat ik nog geen handen en voeten kan geven aan het specifieke van LOB. Ik ben samen met mijn collega nu vooral bezig met het neerzetten van een structuur van duidelijkheid en afspraken. We hebben beiden het gevoel niet voldoende toe te komen aan de leerling en diens behoeften. Binnen de LOB wordt uitgegaan van kwaliteitenreflectie > waar ben ik goed in – en motievenreflectie> waarom vindt je dat leuk? Ik zou graag op dat niveau willen communiceren en werken met mijn 1e jaars leerlingen, maar ik heb het gevoel dat ze daar nu nog niet aan toe zijn.

! 8!

Zelf vind ik het hier en nu veel belangrijker. Hoe gaat het met de leerling en wat heeft hij of zij nodig om nu de opleiding met goed gevolg af te kunnen ronden, of indien dit niet lukt, welke passende oplossingen zijn er voor deze leerling? Ik ervaar dat er veel op de leerlingen afkomt in deze fase. Maar er komt ook veel op mij af als docent in deze fase. Veel nieuwe dingen en nog zoeken naar mijn eigen stijl van lesgeven. Ik heb gewerkt op het HBO en met volwassenenonderwijs en nu werk ik voor het eerst met jongeren. Hier moet ik mijn weg nog in zien te vinden en dat heeft ook invloed op de manier hoe de LOB neergezet kan worden. De methode moet minder leidend zijn hierbij wat mij betreft. Het inspelen op de behoefte van de leerlingen of individuele leerling vind ik veel belangrijker. Ik hoop dat ik in de volgende bijeenkomst meer helder krijg voor mezelf over de inhoud en mijn rol als LOB-er.

! 9!

Reflectie!2e!Cursusdag!

Het blijft voor mij lastig om helder te krijgen waar het accent binnen de LOB nu hoort te liggen en met name: wat is dan het feitelijke inhoudelijke verschil tussen LOB en SLB?

Helaas gaf de 2e bijeenkomst me niet het antwoord waarop ik had gehoopt. Ik begrijp de inhoud van de bijeenkomst, maar ik kan nog voor mezelf niet de link leggen naar de feitelijke uitwerking hiervan op de praktijk. Zou dit komen door mijn beperkte ervaring?

Ik herken wel het deel van reflectie: het eigen maken van een reflectief, onderzoekende en zelf-ontwikkelende houding. Hier proberen we met de leerling op te sturen door het leren reflecteren, begrijpen waar de leerdoelen en ontwikkelpunten liggen.

Ik vind het zelf belangrijk om in het hier-en nu te zijn, terwijl ik merkte dat het accent in deze bijeenkomst erg lag op de trends en ontwikkelingen ten aanzien van de loopbaan: waar wil ik naar toe?

Ik vind het zinvol om de leerling te laten werken aan zijn eigen kwaliteiten en persoonlijke ontwikkeling. Naar mijn mening kan je pas werken aan het loopbaanbeeld als je helder hebt wat je kunt en wilt. Misschien ligt daar dan wel de kracht van de LOB: op zoek gaan naar de beste versie van jezelf (missie DC) en daarom het ontwikkelen van je eigen kwaliteiten en het zoeken naar je talenten. Hierdoor krijg je een beter beeld van wat je wilt in de toekomst.

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

! 10!

Groepscoaching!

11 maart 2015

Aanwezig: Ton, Marjan, Rita, Glenn, Angela

Doel: kijken naar je eigen ontwikkeling als LOB-er, waar sta je nu?

We krijgen tijd om na te denken over waar je staat als LOB-er. Dit spelen we vervolgens uit in een gesprek/ coachgesprek

Na de bijeenkomst realiseerde ik me dat ik toch al een aantal keren bezig ben geweest met de verschillende vormen van reflectie: motievenreflectie en kwaliteitenreflectie.

Ik heb een aantal leerlingen die het momenteel niet zo goed doen en een aantal gaat stoppen met de opleiding. Omdat het nu verplicht is om op minimaal niveau 1 een startkwalificatie te behalen ben je met de leerling bezig om te kijken hoe zij op de juiste manier op de goede plek komen. Hierin neem je hun motivatie en kwaliteiten ook mee. Ook al stopt de leerling met de opleiding, dit is geen falen. Ik heb dan als doel om de leerling op het juiste spoor te zetten naar een nieuwe weg. M.i. past dit heel goed bij de nieuwe visie op LOB.

Waar sta ik zelf op dit moment?

Na een turbulent jaar, van veel nieuwe ervaringen, het leren werken met jongeren, een zieke collega, anarchie in de klas, kan ik nu zeggen dat er rust is. De leerlingen zijn gewend aan de situatie, ze accepteren mij als hun mentor en doordat Regien en ik een duidelijke structuur hebben geboden en heldere afspraken hebben gemaakt is er een andere sfeer ontstaan. Er is een werkklimaat. En dat is fijn! Dat wil niet zeggen dat we er al zijn. Ik zou het fijn vinden om nu meer de diepgang te zoeken. Wat drijft deze jongeren om te kiezen voor PW? Wat zijn hun kwaliteiten en motieven?

Mijn eigen kwaliteiten:

Ik ben goed in het voeren van gesprekken en het aansluiten bij de ander. Ik probeer in een veilige omgeving het gesprek te voeren. Ik vind het belangrijk dat de leerling hierbij zichzelf kan zijn. Ik zie problemen snel, ik kan analyseren en de juiste stappen zetten in het proces. Ik kan hierbij naar mezelf kijken en toegeven als ik een fout maak. Ik kan de rust in mezelf vinden in de groep en helder zijn. Ik vind het belangrijk dat de ll mag leren en aan zichzelf mag werken en ga hierbij gespreksonderwerpen niet uit de weg. Een veilig klimaat waarbij iedereen geaccepteerd wordt vind ik hierin wel belangrijk.

Valkuilen:

Te lang bezig met gesprekken, misschien “te therapeutisch”?

! 11!

Reflectie!3e!Cursusdag!

24 april 2015

Deze bijeenkomst vond ik erg zinvol. We hebben het gehad over professionele grenzen en coachen in de context. We begonnen met een leuke oefening. Er werden twee cirkels op het bord getekend. De binnenste cirkel stond voor: Waar ben je goed in? En de buitenste cirkel stond voor: Waar wil je je in ontwikkelen?

! ! ! !

! ! ! !!!!!!!!2.! ! !

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!1.!

!

!

We hebben een verdeling gemaakt van de items die zijn opgeplakt. Ik merk dat ik steeds meer groei in het LOB-er schap. Dit komt vooral naar voren doordat ik de link probeer te leggen met de achtergrond van de LOB: motievenreflectie en kwaliteitenreflectie.

Voorbeeld:

Mijn LOB-groep bestaat uit 19 studenten. Het zijn overwegend niveau 3 studenten die gekozen hebben voor pedagogisch werk. Het is een groep waarin veel onrust is en de spanningsboog erg kort. Van verschillende docenten heb ik gehoord dat het lastig is de groep bij de les te houden. Regelmatig hebben ze de boeken niet mee en worden er studenten uitgestuurd.

Tijdens de LOB-uren besluit ik dit bespreekbaar te maken. We zitten met ons allen in een kring. Ik benoem de laatste situatie bij docent AM waar een aantal studenten uitgestuurd zijn. Ik probeer in het gesprek helder te krijgen waarom dit gedrag ontstaat. Er komen een aantal factoren naar voren: te weinig structuur in de les, afgeleid worden door de anderen, geen interesse in het vak.

Ik vraag naar de regels die we hebben afgesproken in de klas. Het is moeilijk om deze naar boven te halen. Luisteren naar elkaar, elkaar uit laten praten, respect hebben voor elkaar, etc. Het lijkt erop alsof dat helemaal weg is gezakt! Ik benoem de regels en handhaaf deze ook weer in de bijeenkomst.

Het gaat steeds beter. Het blijkt uit het vraaggesprek dat de leerlingen het moeilijk vinden om hun mening te zeggen. Feedback geven en ontvangen blijkt lastig. Een aantal leerlingen komt er voor uit dat zij last hebben van andere, drukke leerlingen in de groep.

Om helder te krijgen waardoor het gedrag ontstaat stel ik gericht vragen ten aanzien van:

- passie voor het vak: geef eens een cijfer voor de hoeveel passie je ervaart voor dit toekomstige werk

- motivatie: hoe groot is jouw motivatie voor de opleiding en de stage?

! 12!

Passiemeter:

6 6 ½ 7 8 9

! ! ! ! ! |! |! |! ! |! |!

1! ! ! ! ! 5! ! ! ! ! 10!

Een aantal studenten gaf aan een 6 te hebben, een middenmoot gaf een 7 en een aantal hadden hun passie gevonden en gaven een 8 of hoger aan.

Bij het waarom gaven de studenten met de lage scores aan het niet leuk te vinden, het werk niet tien jaar te willen doen, niet weten wat te kiezen dus dan maar SAW.

De studenten die hoog scoorden gaven aan dat de kinderen hun zoveel plezier brachten, ze het prachtig vinden om een aandeel te hebben in de opvoeding, beegeleiding en verzorging van de kinderen en dat nooit met tegenzin naar de stage gaan.

Deze laatste groep wil ook ontwikkelen en is nieuwsgierig. Ik vond dit een mooie oefening en het leverde duidelijkheid op, zowel bij mij als LOB-er maar ook voor elkaar: de effecten van gedrag op elkaar en de invloed van motivatie op het gedrag en op elkaar.

Deze bijeenkomst gaf me zicht in de rol die jezelf hebt als LOB-er: je eigen instrument dat ben jezelf. In deze bijeenkomst merkte ik dat de oefeningen goed te gebruiken zijn in de klas, maar dat de vragen die we gesteld kregen ook gelden voor onszelf en voor onze studenten:

Link leggen met de loopbaan: - Inzet van je eigen kwaliteiten - Hoe doe je dat? - Aan wie vraag je hulp?

Ken ik mijn eigen grenzen? Een mooi schema kwam naar voren op het bord, waarvan ik voor mezelf een plaatje heb gemaakt: Voor mij is dit een heel wezenlijk plaatje. Het symboliseert mijn burnout/depressie. Waar wil ik staan? = Leven Waar ben ik uiteindelijk terecht gekomen? = Overleven Dit is voor mij heel belangrijk: ik ben teveel aan het overleven geweest en moest weer leren leven door mijn grenzen duidelijk te

! 13!

stellen en weten waar mijn krachten en overuigingen zijn. Iedere dag leer ik. En nog stees verken ik mijn eigen grenzen. Dit leerproces is ook wat ik meeneem in mijn rol als docent en LOB-er: Sta voor jezelf! Wees trots op jezelf! Een mooie uitdrukking die voorbij kwam vond ik: “Kaarten van het verleden, zijn een blauwdruk voor de toekomst” !

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

! 14!

Intervisie!2!

Aanwezig: Karin, Marianne, Ingrid, Angela en als gespreksleider Rianne

Eerste deel van de bijeenkomst zijn we wat aan het freewheelen geweest: wat vinden we belangrijk in ons werk en onze visie? onderwerpen die hierin naar voren kwamen zijn: missie en visie en het doel van het DC, ontwikkelingsgericht en competentiegericht en het spanningsveld hierin en hoe is de reis van start tot diplomering.

Dit was een interessante discussie omdat de missie: de student op zoek laten gaan naar de beste versie van zichzelf – heel mooi aansluit op de LOB-gedachte: kwaliteiten en motievenreflectie. Maar hoe zorg je er als team voor dat deze gedachte breed wordt uitgedragen? De top bedenkt het, maar hoe gaat het naar de werkvloer?

Hieruit voortkomend moet je als team SAW ook een visie hebben op het onderwijs. En ga je dan voor kwaliteit en persoonlijke ontwikkeling van de student of ga je zitten op de feiten en de cijfers de zogenaamde afrekencultuur? Wat vinden wij hierin belangrijk? Wij waren het er over eens dat de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student voorop moet staan. LOB kan hierin een belangrijke schakel zijn.

In het tweede deel van de bijeenkomst hebben we de causus van Marjan besproken. In de casus ging het over een student die het aanvankelijk goed deed op school en stage. Maar na persoonlijke omstandigheden niet meer goed uit de verf kwam. De insteek van het gesprek vanuit Marjan was dat de stage zou worden afgerond.Echter tijdens het gesprek bleek dat dit niet de intentie was van de begeleiders aldaar. Marjan vond dit heel vervelend en vraagt zich af of zij op de juiste manier heeft gehandeld en of zij wellicht stappen heeft overzien of overgeslagen in het proces. Wat mij opviel aan deze casus was de emotionele stagebeleider: zij was teleurgesteld en haar vertrouwen was beschaamd.

Middels de roddelmethode hebben we de casus geanalyseert en eigenlijk waren we het er allemaal over eens dat een telefonisch gesprek met de instelling wellicht nog verheldering kan brengen voor Marjan.

Wat belangrijk is in dergelijke gesprekken is dat je OEN toepast: Open Eerlijk en Nieuwsgierig.

In het derde deel hebben we nog aandacht besteed aan de casus van Ingrid. Dit hebben we gedaan middels de alleen maar advies-methode. Deze methode vond ik erg praktisch omdat je niet gaat analyseren maar meteen met adviezen komt met als doel om het denkproces bij de inbrenger op gang te brengen en een adequate keuze kan laten maken.

De intervisiebijeenkomst was interessant en leerzaam. We hebben allemaal een eigen manier van lesgeven en coachen maar tegelijktijd lopen we ook tegen

! 15!

vergelijkbaren situaties aan. Ik vind intervisie erg waardevol omdat we met elkaar in gesprek komen op een ander level en ons lerend opstellen. Het zou wenselijk zijn wat mij betreft om dit in de dagelijkse werkzaamheden ook in te voeren.

! 16!

Filmopname!en!mijn!reflectie!hierop!

https://youtu.be/PGoxB5dqnMI!

Ik heb gekozen om het gesprek met Natajsa te filmen. Natasja is een jongedame van 17 jaar en zit in het eerste jaar van de opleiding SAW-pedagogisch werk niveau 3. Natasja is begonnen op havo/vwo niveau. Echter dit kon zij niet bolwerken door problemen met de sociale interactie. Vervolgens is zij verder afgegleden naar havo, vmbo tl en vervolgens op het mbo terecht gekomen. Vorig jaar deed zij een opleiding op niveau 2 (kok). Dit bleek te stressvol voor Natasja te zijn. Ze wilde altijd met kinderen werken en heeft derhalve gekozen voor de opleiding SAW.

Theoretisch kan Natasja het aardig bolwerken, maar in de sociale interactie zijn behoorlijke problemen. Natasja heeft PDD-NOS en daar zit meteen de oorzaak van de problemen. In de klas ligt Natasja niet echt lekker: ze wordt snel buitengesloten en gepest. Toch doet Natasja wel haar best om er iets van te maken. Ze is meegeweest op kamp en probeert op haar manier mee te doen in de klas. Ik heb meerdere gesprekken met Natasja gehad, zowel met haar alleen als in bijzijn van haar moeder.

In februari is de groep gestart met stage. Natasja kwam op de Roldebol terecht, een kinderdagverblijf. Na verloop van tijd kwamen er klachten over het functioneren van Natasja bij de BB-er. Ik heb een gesprek gepland met Natasja om deze zaken te bespreken.

In het gesprek heb ik geprobeerd om aan te sluiten bij de denkwereld van Natasja. Zij is onzeker omdat ze erg gepest is en ik vind het belangrijk om een veilig klimaat te bieden en ik benader haar dan ook laagdrempelig, maar ik ga wel het gesprek aan.

Tijdens het gesprek maak ik aantekeningen die Natasja ook kan meelezen: ik maak een schema van het gesprek en de verbindingen van de diverse thema’s. Daarnaast koppel ik praktijksituaties van school aan de problemen op de stage.

Wat mij opgevallen is dat ik erg rustig spreek. Ik maak goed contact met Natasja. Zij vertrouwt mij in het gesprek. Ik laat Natasja vertellen over zichzelf: wat is gedrag? Natasja beschrijft zichzelf als onzeker. Ik geef haar complimenten en ik merk meteen dat Natasja hiervan groeit.

Door het gesprek schematisch te maken kan ik het voor Natasja inzichtelijk maken en dit geeft houvast in het gesprek. Ik benoem de dingen die Natasja goed doet, maar ik benoem ook mijn zorgen rondom haar functioneren. Ik ben zakelijk in het gesprek, maar toon wel mijn oprechte zorg, omdat ik dit ook zo ervaar. Ik gun het Natasja namelijk dat ze een goede plek krijgt in de maatschappij. Helaas zit het er niet in dat ze dat gaat halen op deze opleiding. Toch probeer ik in het gesprek de kwaliteiten en motieven naar voren te brengen. Ik vraag Natasja wat ze leuk vind aan de doelgroep/ stage ( =motieven). Ik kijk met Natasja naar de toekomst: wat zijn

! 17!

de afspraken met de stage? Natasja heeft te maken met Passend Onderwijs waardoor zij extra ondersteuning krijgt.

In het gesprek probeer ik de problemen te bespreken en ik zie dat ik het soms ook moeilijk vind en zoek naar mijn woorden omdat ik Natasja niet wil kwetsen. Ik probeer humor in het gesprek te brengen. Dit vind ik belangrijk om lucht te geven aan het gesprek.

Ik bespreek met Natasja de opties voor de opleiding. Dit is het lastigste deel omdat Natasja een doel voor ogen heeft welke niet reeël is met haar PDD-NOS. Dit doet mij verdriet omdat ik haar zie vechten in dit proces.

In de afsluiting van het gesprek geef ik Natasja een opdracht mee: 3 reflectieverslagen schrijven over haar ontwikkeling. Ik leg het reflecteren uit aan de hand van een praktijkvoorbeeld.

Toen ik het filmpje terugzag was ik eigenlijk erg trots op mezelf: ik straalde rust uit in het gesprek en hierdoor bood ik Natasja veiligheid. Ik heb het gesprek inzichtelijk gemaakt door een schema te maken op papier waardoor ik iedere keer in staat was de onderlinge verbindingen te leggen.

Wat ik lastig vond tijdens het gesprek was dat ik Natasja zie worstelen met haar emoties. Non-verbaal is dit mooi te zien, verbaal kan zij zich hierin minder goed uiten. Ik merk oprecht dat ik dit lastig vind. Ik gun haar een toekomst met een leuke studie en baan, maar door alle ontwikkelingen in onze maatschappij weet ik ook dat dit voor haar een zware klus zal worden.

! 18!

Loopbaantrialoog!

Naar aanleiding van het individuele gesprek en de gesprekken op stage heb ik een afspraak gepland met Natasja en haar moeder, samen met Ingrid de BB-er. Inmiddels is duidelijk geworden dat de stage onvoldoende is en dat het voor Natasja niet haalbaar zal zijn om de opleiding te vervolgen. Haar problematiek is te groot.

Natasja is hierdoor erg verdrietig, en terecht. Haar droom valt in duigen.

Het doel van het gesprek is om te kijken naar de rest van het schooljaar en plannen te maken voor een vervolg. Ik benoem in het gesprek dat ik het belangrijk vind dat Natasja op een goede plek terecht komt. Daarbij vind ik het belangrijk dat ik de gevoelens van de moeder en Natasja respecteer. Het is niet leuk om te horen dat de opleiding waarvoor je hebt gekozen niet geschikt blijkt te zijn. Hierin vervult de LOB een belangrijke rol: welke kwaliteiten heeft Natasja en hoe kan zij deze inzetten in een toekomstige baan/studie?

In het gesprek ben ik de gespreksleider, mede op verzoek van Ingrid. Ingrid geeft met name aan hoe de stage Natasja heeft ervaren en welke problemen er spelen. Samen geven we aan dat een agogische opleiding voor Natasja niet haalbaar is omdat juist de belangrijkste aspecten plaatsvinden op de interactie met anderen en het “zien”. Ik haal hierbij ook het eerdere gesprek met Natasja naar voren.

Als uitgangspunt in dit gesprek heb ik genomen dat we als onderwijsinstelling Natasja niet zonder meer laten gaan. Ik vind het belangrijk dat Natasja haar schooljaar af kan maken en dat we komen tot goede afspraken. Hierbij hoort een oriëntatie op vervolgonderwijs waarin de kwaliteiten van Natasja verder onder de loep genomen worden.

De moeder van Natasja geeft aan dat ze het een plezierig gesprek heeft gevonden, met name omdat we de tijd nemen voor haar dochter en haar niet met een kluitje in het riet sturen.

!!!

! 19!

!!Mijn!ontwikkeling!per!leervraag!gedurende!de!training!

Naar mate de curus vorderde kreeg ik steeds meer tools om in de LOB te gebruiken. Met name de laatste periode heb ik meer aandacht besteed aan motievenreflectie en kwaliteitenreflectie.

Mijn 1e jaars LOB-groep vind het soms lastig om aan te geven waarom ze een keuze hebben gemaakt voor de opleiding Pedagogisch Werk. Ze zijn vooral bezig met elkaar, baantjes, verliefdheden, opdrachten en dingen die moeten. Slechts een handjevol heeft helder dat ze bewust hebben gekozen voor de opleiding en kunnen dit ook beargumenteren.

Met de kennis die ik nu heb opgedaan zou ik dan ook het volgend studiejaar heel anders starten in de LOB. Ik zou meer in willen zetten op de motivatie en keuze voor de opleiding en hierbij middels oefeningen op zoek gaan naar de eigen kwaliteiten van de studenten. Daarnaast zou ik meer willen inzetten op de groep als geheel: meer samenwerkingsopdrachten, thema-gesprekken, etc.

Vorig jaar heb ik een module Zelfbeeld en reflectie gegeven. Dit was voor de studenten erg leerzaam. Middels diverse oefeningen kwamen ze met elkaar in gesprek over hun kwaliteiten en valkuilen en vooral hoe je naar jezelf kijkt en hoe jij denkt dat anderen naar jou kijken. Een mooie basis voor de opleiding en zeker zinvol binnen LOB.

Ik heb dit jaar met verschillende werkvormen gewerkt:

! Het visitekaartje: maak over jezelf een visitekaartje waarin je aangeeft wat je kwaliteiten zijn. Deze wordt gemaakt op A4-papier.

! Het schip: een leuke energizer waarin je de groep in kleine groepjes laat invullen welke plek iemand heeft in de groep: staat hij of zij aan het roer, is hij of zij de kaptitein of het hulpje of valt hij buiten boord? Vervolgens bespreek je deze oefening klassikaal.

! Spellen: eigenwijsjes, associatiekaarten ! Passiemeter ! Themagesprekken/ kringgesprekken

Terug naar het self-assessment: hoe is mijn ontwikkeling geweest ten aanzien van mijn leervragen?

1. Ik wil de scheidslijn bewaken tussen hulpverlener en LOB-er; waar ligt de grens van mijn mogelijkheden en kunnen maar vooral ook mogen? (ethische en morele afbakening)

Ik heb dit schooljaar verschillende gesprekken gevoerd met mijn mentorleerlingen uit het 1e en 2e jaar. Hierbij was vaak sprake van psychosociale problematiek welke invloed heeft op school en stage. Vanuit mijn baan als hulpverlener heb ik een grote kennis opgedaan in het

! 20!

voeren van dergelijke gesprekken. Ik merk dan ook dat ik deze kwaliteit goed kan inzetten in het werk als LOB/SLB-er. Ik heb goede contacten met de Studentadviseur. Met de schoolmaatschappelijk werker heb ik een interessant gesprek gehad en daaraan aangegeven dat ik een achtergrond heb in het maatschappelijk werk en het soms lastig vind om de scheidslijn aan te geven. Zij begreep dit goed. Doordat ik open ben en helder in mijn communicatie merk ik dat het ook makkelijker wordt om te verwijzen naar de juiste personen. Hierdoor blijf ik wel betrokken bij de leerling, maar kan ik een deel loslaten.

Ik vind het echter wel belangrijk om een laagdrempelig contact te hebben met mijn leerlingen en een vertrouwensband op te bouwen, ook al zit er soms weerstand bij de leerlingen of zijn we het niet altijd met elkaar eens. Duidelijkheid en openheid zijn hierin voor mij heel belangrijk.

Een aandachtspunt blijft de lengte van de gesprekken. Ik heb simpelweg niet de tijd om lang te praten met de leerlingen, maar ik merk dat ik regelmatig zo een uur in gesprek ben. Dit heeft te maken met de aard van de gesprekken maar ook de ruimte die ik de studenten wil bieden.

2. Ik wil leren hoe ik vanuit het accent studieloopbaan naar het accent loopbaan kan komen: waar zit het accentverschil nu werkelijk? Wat is er nu wezenlijk anders aan LOB? En hoe kan ik mijn kwaliteiten hierop inzetten? Vanuit hier wil ik leren hoe ik de de leer- en loopbaancompetenties kan ontwikkelen bij mijn leerlingen.

Ik heb erg geworstelt met de verschillen tussen LOB en SLB. Ik denk dat mijn gebrek aan ervaring hier debet aan is. Uiteindelijk heb ik wel steeds beter in de gaten gekregen hoe ik de motievenreflectie en kwaliteitenreflectie kan inzetten en hierbij de toekomst kan betrekken. Ik heb dit zelf in een schema gezet onder de kop Conclusie.

3. Ik wil helderheid krijgen over de termen personal branding en modelfunctie m.b.t. profileren: hoe kan ik mij zelf hierin ontwikkelen? En hoe kan ik hierbij mijn collega's inzetten?

Aan dit leerdoel ben ik niet toegekomen. Naar mijn idee is dit in de cursus ook niet echt naar voren gekomen.

Bij de individuele coaching zijn nog een aantal vragen naar voren gekomen:

“Hoe krijg je in deze tijd de leerlingen dan op een adequate manier in de leerstand?”

Ik heb gemerkt dat de spanningsboog kort is bij onze jongere leerlingen. En dat je creatief moet zijn in je werkvormen en hierbij moet aansluiten bij de belevingswereld. Als een leerling naar mij toekomt en trots haar nieuwe tatoeage laat zien, dan geef ik haar hierin een compliment. Ze is trots op haar moeder en laat een tatoeage zetten. Dit is haar wereld, dit zijn de dingen die belangrijk zijn voor haar op dit moment. Door hier op in te gaan op een positieve manier ontstaat er een band waardoor ik ook makkelijker kan sturen in de lessen en dingen kan vragen van de leerlingen.

! 21!

“Hoe betrek je ze bij hun eigen leerproces, beroepsontwikkeling en loopbaanontwikkeling?”

In de lessen stimuleer ik de leerlingen om na te denken over het waarom van dingen. Waarom vind je kinderen leuk? Waarom wil je op een kinderdagverblijf werken? Wat heb je daarvoor nodig?

“Hoe maak je hierbij als leerling het leerproces van jezelf? Welke tools heeft de leerling nodig om dit proces vorm te geven?"

In de diverse gesprekken die ik heb gehad met leerlingen en groepen komt vooral naar voren dat structuur en duidelijkheid van belang is. Ik probeer binnen de LOB dan ook de structuur te geven en de verbindingen tussen de vakken helder te krijgen. Bijvoorbeeld: ik krijg als opmerking: “mevrouw we hebben het bij agogiek ook al over de visie van de stage gehad, waarom moet dat nu weer?”

Ik probeer de verbinding te leggen tussen de diverse vakken en het thema en de leerlingen door te laten krijgen dat sommige zaken vaker voorkomen, in de hoop dat ze gaan begrijpen dat bepaalde onderdelen zoals visie, reflectie, agogische vakken met elkaar samenhangen.

Ik heb een aantal keren gewerkt met een bordsessie ( St. Leerkracht). Hierbij worden de leerlingen verzocht om voor het bord plaats te nemen. De doelen staan geformuleerd op het bord. Eerst doe je dan een stemmingsmeter aan de hand van smileys: hoe staan we er bij vandaag?Vervolgens vragen we naar de successen van deze week. Dat hoeft niet persé school/stage gerelateerd te zijn. Als een leerling een nieuw baantje bij de Albert Heijn heeft gekregen, dan is dat ook een succes.

Door in te gaan op de stemming en de successen probeer je een positieve flow mee te geven. De doelen zijn helder en staan op het bord en dat geeft de groep houvast.

!

!

! 22!

Conclusie!

Ondanks dat ik het in het begin lastig vond om helderheid te krijgen in de cursus: waar gaat het nu om, wat is de kern van LOB? – moet ik zeggen dat ik met plezier terugkijk op de bijeenkomsten. Ze hebben me zeker inzicht gegeven. En dat inzicht heb ik hieronder in een afbeelding vertaald. Toen ik het verslag teruglas kwam ik ineens tot de conclusie dat ik het wel steeds beter kan visualiseren en verwerken. Onderstaande afbeelding is hiervan een uitvloeisel. Het eerste deel van de afbeelding – het hier en nu – bestaat uit allerlei verschillende stippen. Dit is eigenlijk de chaos waarmee de leerling bij ons binnenkomt. De stippen hebben verschillende kleuren en groottes – en staan voor verschillende items in hun leven. Iedere leerling neemt zichzelf mee in de opleiding, soms met heel veel problemen en/of zorgen. Daarnaast is de nieuwe opleiding warrig, veelomvattend en is het traject waar naar toe, nog onduidelijk. Daar zouden de verschillende stippen dus ook voor kunnen staan. Uiteindelijk wil je naar dat doel, een duidelijke bal met 1 kleur. Het belang is hoe dat traject er naar toe gaat. Hier zet je de verschillende vormen van reflectie op in en blijf je gedurende het hele traject in dialoog met de leerling. Samen kijk je wat iemand nodig heeft en welke passende oplossingen er zijn om uiteindelijk het doel te bereiken.

Dit is een boeiend proces, maar eigenlijk geldt deze afbeelding niet alleen voor de leerling, maar ook voor mij als docent. Waar sta ik, waar wil ik naar toe, wat heb ik nodig en wat vind ik ervan? Blijven kijken naar de eigen professionalisering is een must om als LOB-er te blijven ontwikkelen.

!

!

!

Hier!en!nu! het!traject!er!naar!toe!

Wat!heeI!iemand!nodig?!

Passende!oplossingen!

het!uiteindelijke!

doel!

Motievenreflectie kwaliteitenreflectie

DIALOOG!AANGAAN!

! 23!

In!het!nieuws:!Profiel!

Ik heb als bijlage een aantal bladzijden uit de nieuwste “Profiel” toegevoegd. Ik heb hieronder een aantal opvallende uitspraken weergegeven. In het rood heb ik mijn persoonlijke mening toegevoegd.

Helicon Opleidingen Nijmegen gaat er uit van de visie dat medewerkers die hun eigen loopbaan kunnen vormgeven en sturen, ook beter in staat zijn een studentenloopbaan te ondersteunen. Daarom is loopbaanontwikkelin zowel bij docenten als studenten opgepakt. Helicon doet dit door het voeren van gesprekken waarbij een profiel wordt opgesteld met de kwaliteiten en wensen die de docent heeft. Bij de jaarlijkse taakverdeling wordt hier rekening mee gehoudenen is dit onderwerp van gesprek bij de functioneringsgesprekken.

Bij Landstede staat talentontwikkeling bij studenten voorop. Dit werkt ook door op het team: er worden teamontwikkelplannen gemaakt waarin professionalisering een duidelijke plek heeft. Landstede heeft nagenoeg alle medewerkers een training “Loopbaancoaching” laten doen en alle nieuwe docenten hebben een compacte training “Talentvol ontwikkelen” gevolgd.

Vanuit visie en beleid zal LOB op de werkvloer gerealiseerd moeten worden. Dit sluit mooi aan bij de missie van het DC. Kritische noot: in hoeverre sluit de missie nu aan bij de uitvoering van de huidige invulling van de LOB?

De samenleving vraagt beroepsbeoefenaars die ondernemend zijn, die kunnen anticiperen op wisselende omstandigheden, die kunnen reflecteren op het eigen functioneren en in staat zijn zich blijvend te ontwikkelen. In het mbo moet het daarom niet alleen gaan om het leren maken van producten of het leveren van diensten, maar ook om het kunnen anticiperen op een arbeidssituatie en/of maatschappelijke situatie. Niet de vakken, maar (kritische)beroepssituaties en/of maatschappelijke situaties dienen de rode draad van het curriculum te vormen. Dan hebben we het over bekwaamheden op het gebied van loopbaanleren (LOB) en de zogenaamde 21e eeuw vaardigheden en over een principe van een “leven lang leren”. Dit betekent dat niet alleen binnen de LOB, maar ook in het gehele curriculum aandacht moet komen voor deze vaardigheden. Dit betekent een omslag in het denken en handelen bij het team.

Onderstaand citaat vind ik erg belangrijk in mijn eigen rol als LOB-er. Dit zijn de thema’s die door de hele opleiding vervlochten zijn en binnen de LOB een belangrijke rol spelen.

Een van de conclusies van het onderzoek, gericht op de capaciteitenreflectie, was dat studenten, die een loopbaangesprek nieuwe stijl hebben gevoerd, meer inzicht krijgen in:

- de eigen kwaliteiten/ontwikkelpunten met betrekking tot kennis en vaardigheden (capaciteitenreflectie)

- het beroep - persoonlijke kenmerken - zichzelf als persoon - het maken van keuzes

! 24!

Bijlagen - Self-assessment

- Aantekeningen van de bijeenkomsten - Artikelen uit het vaktijdschrift Profiel

angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis
angelarondhuis