Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector€¦ · 4 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport Top...

56
Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector ZOMER 2014

Transcript of Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector€¦ · 4 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport Top...

Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector ZOMER 2014

Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector ZOMER 2014

Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector ZOMER 2014

Top 65 Toeleveranciers Agro & Food sector ZOMER 2014

2

3

Inhoud

Voorwoord ................................................................................................. 4

1. Agro & Food in een notendop ................................................................ 5

1.1 Wereldwijde groei Agro & Food ....................................................... 5

1.2 Nederlandse Agro & Food keten ..................................................... 5

1.3 Trends en ontwikkelingen ................................................................ 6

1.4 Speerpunten Nederlandse Agro & Food .......................................... 8

2. Selectiecriteria Top 65 ............................................................................ 9

2.1 Afbakening ........................................................................................ 9

2.2 Vervolg van het onderzoek ............................................................ 10

Top 65 Toeleveranciers Agro & Food ....................................................... 11

Incotec ‘Innoveren om voorsprong te behouden’ ................................................ 15

Van Aarsen Machinefabriek ‘Slimmere machines en processen maken’ ............. 17

Vostermans Ventilation ‘Kennis staat centraal’ ............................................. 20

De Groot & Slot ‘Samenwerken in innovatie’ ................................................... 22

3. Nadere Analyse Top 65......................................................................... 25

3.1 Groot vs klein .................................................................................. 26

3.2 Top 65 prestatie-indicatoren .......................................................... 27

3.3 Agro & Food Techniek .................................................................... 29

3.4 Zaadveredeling en uitgangsmaterialen .......................................... 31

3.5 Veevoederindustrie ........................................................................ 33

3.6 Verpakkingsindustrie ...................................................................... 34

3.7 Vergelijking met bedrijven in de HTSM sector ............................... 35

3.8 Stabiele prestaties .......................................................................... 36

4. Waardecreatie ...................................................................................... 37

5. Samenvatting ........................................................................................ 38

Bijlage ........................................................................................................ 43

Bijlage A: Afkortingen .......................................................................... 43

Bijlage B: Begrippenlijst ........................................................................ 44

Bijlage C: SBI codes en omschrijvingen ................................................. 49

Bijlage D: Kengetallen Nederlandse Agro & Food keten ...................... 51

Bijlage E: Kengetallen HTSM sector ...................................................... 52

Bijlage F: Toelichting variatiecoëfficiënt ............................................... 53

Met dank aan ........................................................................................ 54

4

Voorwoord

Voor u ligt het onderzoeksrapport Top 65 Toeleveranciers in Agro & Food. Hierin brengen wij

de financiële prestaties van 65 toeleveranciers in beeld met behulp van door ons gekozen

indicatoren.

Waarom dit onderzoek? Ten eerste, de Nederlandse Agro & Food is wereldwijd

toonaangevend. Daar zijn we trots op. Voor het grote publiek onbekende, middelgrote

Nederlandse toeleveranciers van machines, installaties en zaden zijn internationaal actief en

niet zelden marktleider in hun tak van sport. Bij contact met enkele van deze bedrijven werd

duidelijk dat zij met hun kennis en innovatie robuuste marktposities hebben gebouwd en dito

rendementen realiseren. Dat maakte ons nieuwsgierig.

Ten tweede, is er het besef dat deze bedrijven zich bewegen in een groeimarkt. De stijgende

wereldbevolking en de welvaartsstijging hebben in de komende decennia een stijgende

voedselbehoefte tot gevolg. De vooruitzichten voor deze toeleveranciers in de Agro & Food

keten lijken dan ook gunstig. Daarom is het interessant om de mogelijke invloed van deze

groeiverwachting op de potentiële waardegroei van deze bedrijven, in beeld te brengen.

Met dit rapport brengen we de financiële performance van een selecte groep Agro & Food

toeleveranciers in beeld. Het doel van dit rapport is niet zozeer om sterk gedetailleerd

onderzoek per bedrijf uit te voeren of een oorzakelijk verband aan te tonen.

Jacques Jetten | Luuk Swinkels

Dit onderzoek is een initiatief van Aeternus B.V. © 2014 Uitgegeven in eigen beheer email: [email protected] website: www.aeternuscompany.nl

Alle rechten voorbehouden. Deze informatie mag worden bekeken op een scherm, gedownload worden op een harddisk of geprint worden, mits dit geschied voor persoonlijk, informatief en niet-commercieel gebruik, mits de informatie niet gewijzigd wordt, mits de volgende copyright-tekst in elke copy aanwezig is: “© Copyright Aeternus”, mits copyright, handelsmerk en andere van toepassing zijnde teksten niet worden verwijderd en mits de informatie niet wordt gebruikt in een ander werk of publicatie in welk medium dan ook.

5

1. Agro & Food in een notendop

In dit hoofdstuk brengen we vanuit macro-economisch perspectief de internationale en

nationale Agro & Food sector in beeld aan de hand van groeicijfers, trends, ontwikkelingen en

speerpunten. In bijlage D hebben wij nog meer cijfers die de prestaties en structuur van de

Nederlandse Agro & Food keten weergeven, nader in beeld gebracht.

1.1 Wereldwijde groei Agro & Food

Het voedselvraagstuk is een van de grootste uitdagingen van deze eeuw. De wereldbevolking

telt in 2050 ruim 9 miljard mensen. Uit verschillende studies van de ‘Food and Agriculture

Organizatons’ (FAO) blijkt dat op dit moment de groei in de productiecapaciteit van voedsel

de toenemende vraag niet kan bijhouden. Een mondiale toename van 60 tot 70% van de

voedselproductie is vereist om in 2050 te kunnen voldoen aan de vraag naar plantaardige

voedingsstoffen, vlees, zuivel en biobrandstoffen.

Met name de productie van gewassen zoals mais, rijst, tarwe en soja moet omhoog. Voor

de komende jaren tot 2050 zal de productie van deze gewassen moeten groeien met

2,4% per jaar.

In de afgelopen 35 jaar is de voedselproductie wereldwijd gestegen met 105%. In de

periode 2009-2012 is de voedselproductie gestegen met ongeveer 6 procent, wat

neerkomt op een gemiddelde groei van 1,8% per jaar. Zoals te zien in de grafiek op deze

pagina wordt de vereiste groei van graanproducten zoals, rijst, mais en tarwe niet

gehaald met de gemiddelde groeifactor die de afgelopen 30 jaar gemeten is. De productie

moet dus omhoog.

Hiervoor is een verhoogde productiviteit van het bestaande areaal gewenst in plaats van

het vrijmaken van nieuwe landbouwgronden. Ook vanuit het perspectief van

verduurzaming is een hogere productiviteit de meest gewenste strategie naar

voedselzekerheid. Vanuit het oogpunt moet er ook rekening worden gehouden met

minimalisering van afval (tussen 30 en 50% van al het voedsel wordt door de consument

en in de productieketen verspild) en mens- en milieubelastende productie. De

complexiteit van het voedselvraagstuk en het feit dat iedereen gebaat is bij duurzame

oplossingen, hoe klein ook, maakt het tot een van de grootste uitdagingen van de 21ste

eeuw.

1.2 Nederlandse Agro & Food keten

De productie van de Nederlandse Agro & Food keten bedroeg in 2010 ruim 130 miljard

euro (10% van de totale productie in Nederland). De keten was goed voor 11% van de

0

50

100

150

200

250

300

1970

1976

1982

1988

1994

2000

2006

2012

2018

f

2024

f

2030

f

2036

f

2042

f

2048

f

Wereldwijde groei Agro&Food en Non-Food productie ('04-'06 = 100) WereldAgro &Foodproductie

WereldGraanproductie +vereistegroei

WereldGraanproductie +actuelegroei

Bron: FAOSTAT; Aeternus bewerking

6

werkgelegenheid. Bijna 63 miljard euro werd geëxporteerd (16% van totale Nederlandse

export).

De Nederlandse Agro & Food keten investeert relatief veel in R&D. Ruim 14% van de uitgaven

aan R&D werd gedaan in de Agro & Food sector.

Internationaal wordt de Nederlandse Agro & Food keten in veel opzichten tot de wereldtop

gerekend. We zijn na de VS het grootste exportland op het gebied van Agro & Food: 7,5% van

de totale wereldexport van Agro & Food producten is afkomstig uit Nederland1. Daarnaast is de

productiviteit van de Nederlandse Agro & Food sector hoog. Een gemiddelde werknemer in de

Agro & Food sector is vijf keer productiever dan het Europees gemiddelde1. Dit heeft mede te

maken met de aanwezige kennis waaruit we kunnen putten. Zo geldt de Wageningen

Universiteit als de op één na beste Agro & Food kennisinstelling ter wereld.

De toeleveranciers in de Agro & Food kenmerken zich door de relatief hoge toegevoegde

waarde per FTE (84 duizend euro toegevoegde waarde per FTE)2. Ook het percentage van

bedrijven die door het CBS worden aangemerkt als innoverend is zeer hoog (80%). Dit

percentage is hoger dan die van de High Tech Systemen & Materialen sector (64%). De HTSM

sector is goed voor 50% van de totale private R&D uitgave in Nederland. Zie bijlage D voor

meer kengetallen over de Agro & Food keten en HTSM sector.

1 Bron: Topsector Agro & Food ‘Agro & Food: De Nederlandse groeidiamant’; 2011; Top-team Agro&Food 2 Bron: CBS: Monitor Topsectoren, 2012. De toegevoegde waarde per FTE is niet gelijk aan de brutowinst per FTE die verderop in het onderzoek gebruikt wordt. De toegevoegde waarde is in het productieproces verbruikten producten zoals grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen. De brutowinst is de omzet minus de inkoopwaarde van de omzet (inclusief kosten van derden). Zie bijlage B voor uitleg van de belangrijke begrippen in dit onderzoek.

1.3 Trends en ontwikkelingen

Demografie

De wereldbevolking blijft stijgen. De wereldbevolking groeit naar 8,3 miljard mensen in

2030 en 9 miljard in 2050. Dit heeft directe gevolgen voor de mondiale voedselmarkt.

Door verstedelijking komt er bovendien wereldwijd minder landbouwgrond beschikbaar.

In Nederland bijvoorbeeld is, volgens het CBS, tussen 1996 en 2008 ongeveer 100.000

hectare landbouwgrond verdwenen. Ook in groeilanden zoals China, India en Brazilië

verdwijnen landbouwgronden door toedoen van verstedelijking. Hierdoor moet meer

voedsel uit minder landbouwgrond worden gehaald. De productiviteit per hectare moet

dus omhoog.

Daarnaast nemen de eenpersoons huishoudens toe in ontwikkelde landen. In 2030 zullen

volgens het CBS zo’n 3,5 miljoen huishoudens in Nederland bestaan uit één persoon. Dit

heeft invloed op de productie en consumptie van voedsel, zoals kleinere porties en

verpakkingen van voedsel bijvoorbeeld.

Tot slot is de bevolking in ontwikkelde landen aan het vergrijzen. De vraag naar gezonde

voeding gaat naar verwachting hierdoor toenemen in de komende jaren.

Economie

Volgens het OECD stijgt de welvaart in opkomende economieën razend snel. De

middenklasse in Azië is in 2020 bijna verdubbeld. Dit heeft een grote impact op

de vraag naar voedsel. Daarnaast kunnen bedrijven in ontwikkelde landen meer

concurrentie verwachten van bedrijven in opkomende economieën.

Door de toenemende vraag naar en het daardoor schaarser worden van

grondstoffen gaan grondstofprijzen stijgen. Volgens het OECD en FAO kunnen

prijzen van graan en vlees in de periode 2011-2020 met 20-30% toenemen.

7

De marges in de primaire agrarische sector staan al jarenlang onder druk.

Bedrijven in de primaire agrarische sector hebben schaalgrootte nodig een

redelijk inkomen te verdienen. Al decennia lang zien we een trend van

schaalvergroting die nog altijd doorzet en steeds internationaler van aard is.

Het aantal Nederlandse bedrijven in de primaire agrarische sector is de

afgelopen tien jaar met 20% gedaald3.

Cultuur

De bevolking in Zuid-Oost Azië en het Midden Oosten zijn steeds meer aardappelproducten

in hun eetpatroon aan het opnemen. De productie van aardappelen is een stuk minder water

verspillend dan bijvoorbeeld rijst. De Chinese regering kondigde in 2009 al aan dat zij de

productie van 60 miljoen ton aardappelen wil verdubbelen in de komende tien jaar.

3 Bron: CBS Statline

8

Duurzaamheid

Door de toenemende wereldbevolking en aantasting van mens en

milieu is de druk op duurzaam produceren vergroot.

Overheden voeren meer druk uit en komen met strengere

regelgeving.

Consumenten hechten waarde aan duurzame, biologische en

verantwoorde producten. Keurmerken spelen een belangrijke rol.

Innovatie

Precisielandbouw wordt gezien als de grootste technologische

ontwikkeling sinds de landbouwmechanisatie die een omslag zal

brengen in de primaire agrarische sector .

De precisielandbouw in de Verenigde Staten is al goed voor naar

schatting 1,5 tot 2 miljard dollar. Deze vorm van landbouw in de VS

zal in de komende vijf jaar toenemen met 13 procent per jaar en met

25 procent per jaar buiten de VS.

Dankzij precisielandbouw kan er productiever en efficiënter gewerkt

worden en is de productie daardoor duurzamer.

Het volledig benutten van reststromen door middel van gesloten

kringlopen is een innovatieve oplossing om de productie te

verduurzamen.

Toegevoegde waarde

Naast de traditionele criteria, prijs, kwaliteit en voedselveiligheid

kijken steeds meer consumenten naar andere criteria waar men meer

voor wil betalen zoals smaak, gemak, gezond- en duurzaamheid.

Bijvoorbeeld in Duitsland is de markt van biologische groente in 2012

met 6% gegroeid.

Consumenten in Zuid-Amerika en Azië hebben meer te besteden en

willen smaakvollere en kwalitatief betere producten.

Internationaal leidend

Een leidende positie in duurzaam produceren zorgt ervoor dat

Nederlandse bedrijven deze kennis en systeemoplossingen kunnen

integreren in het buitenland wat goed is voor de export.

De Nederlandse Agro & Food sector is bijzonder productief en

efficiënt dankzij technieken die veelal in Nederlands ontwikkeld

worden. Deze technieken zijn en blijven zeer gewild in het buitenland.

Nederlandse Agro & Food producten en -kennis zijn van het hoogste

niveau. Door R&D en hoogopgeleid personeel kan Nederland deze

positie versterken.

1.4 Speerpunten Nederlandse Agro & Food

Gebaseerd op de globale trends die zijn beschreven in paragraaf 4.1 behandelen we hieronder

enkele speerpunten die voor de toeleveranciers in de Agro & Food van belang kunnen zijn.

Duurzaamheid Toegevoegde waarde

Innovatie Internationaal leidend

9

2. Selectiecriteria Top 65

Voordat we de top 65 behandelen, is het van belang de selectiecriteria te kennen, die we

hebben gehanteerd om tot de top 65 te komen. Dit is van belang om de top 65 beter te

begrijpen. Dit hoofdstuk behandelt daarom de selectiecriteria van de top 65.

2.1 Afbakening

Allereerst hebben we de definitie van “Toeleveranciers in de Agro & Food sector” bepaald.

Toeleveranciers in de Agro & Food sector zijn in dit onderzoek gedefinieerd als bedrijven die

actief zijn in de vervaardiging van productiemiddelen of grondstoffen, het doen van

onderzoek, ontwikkeling en/of veredeling voor de Agro & Food sector.

Met behulp van SBI codes zijn we vervolgens bedrijven gaan zoeken en ordenen4. Enkel

‘search’ op basis van SBI codes was echter onvoldoende; bedrijven in bepaalde SBI codes

(bijvoorbeeld SBI code 25) hebben geen of een onvoldoende relatie met de Agro en Food

sector. Daarom hebben we op brede schaal bedrijven gezocht via vakbeurzen en

brancheorganisaties die gelieerd zijn aan de Agro & Food sector.

In de eerste selectie zijn 421 bedrijven verzameld. Deze zijn daarna getoetst op de volgende

selectiecriteria:

Jaarcijfers gedeponeerd inclusief winst en verliesrekening in de periode 2008-2012 (2013

is niet onderzocht, omdat deze jaarcijfers veelal nog niet beschikbaar waren)

Omzet maximaal 350 miljoen

Groothandel zijn uitgefilterd

Onderdelen van een grote buitenlandse multinational zijn uitgefilterd

4 Voor een overzicht van alle SBI codes die in dit onderzoek gedefinieerd zijn als Toeleverancier in de Agro & Food sector zie Tabel C in de Appendix.

Coöperaties of verenigingen zijn uitgefilterd

Rechtsvorm BV of NV en opgericht in Nederland

Produceren en toeleveren van productiemiddelen en/of grondstoffen en/of verpakkingen

Vervolgens is de Top 65 samengesteld op basis van vier verschillende prestatie-indicatoren5.

Deze zijn vervolgens in de periode 2009-2012 gemeten.

Prestatie-indicator Maatstaf Uitgedrukt in:

EBITDA/brutowinst Een maatstaf voor de operationele winst %

Brutowinst per FTE Een maatstaf voor de arbeidsproductiviteit6 € duizenden

Jaarlijkse groei Brutowinst Een maatstaf voor de groei van de onderneming

%

Return On Invested Capital (ROIC)

Een maatstaf om de winstgevendheid van bestaande investeringen te meten

%

De prestatie-indicatoren zijn door ons gekozen omdat ze naar onze mening de meest

relevante financiële kengetallen zijn die op basis van publieke informatie kunnen worden

berekend. De prestatie-indicatoren van de bedrijven in dit onderzoek zijn de gewogen

gemiddeldes over de jaren 2009 tot en met 2012.

Verderop in het onderzoek kijken we naar (sub)sector totaalgemiddeldes. Hier nemen we het

ongewogen gemiddelde, zodat elk bedrijf ongeacht de grootte, evenredig meetelt in het

totaalgemiddelde van de prestatie-indicatoren.

De bedrijven hebben op de eerder genoemde prestatie-indicatoren een ranking gekregen van

hoog naar laag. De vier prestatie-indicatoren hebben een gelijke weging gekregen. Vervolgens

zijn de ranking totalen van de vier prestatie-indicatoren opgeteld en gesorteerd van laag naar

hoog. Zodoende staat het bedrijf met de beste ‘overall’ score bovenaan. In de volgende tabel

is de Top 65 gepresenteerd. De nummer één Ottevanger Machinefabriek behaalde een totaal

score van 15+2+8+1=26.

5 Voor definities en uitleg van de prestatie-indicatoren zie Tabel B: Begrippenlijst en omschrijving in de Appendix 6 Door onvolledige gegevens over het aantal werkzame personen (FTE) bij meerdere bedrijven in 2009 is de brutowinst per FTE gemeten over de periode 2010-2012.

10

2.2 Vervolg van het onderzoek

Op de volgende pagina’s is de ranglijst weergegeven. In hoofdstuk drie volgt een toelicht op de

top 65 en een nadere analyse. Direct na dit hoofdstuk treft u allereerst een aantal interviews

met directeuren van een viertal bedrijven uit de top 65. Deze inspirerende verslagen geven de

ambities van deze toppers weer.

11

Top 65 Toeleveranciers Agro & Food

Rank Naam Omschrijving Brutowinst (x€1000)

Brutowinst per FTE

Groei Brutowinst

EBITDA/ Brutowinst ROIC

1 Ottevanger Machinefabriek Ontwerpen en bouwen van machines en installaties voor de graanverwerkende en mengvoederindustrie 8.521 15 2 8 1

2 Twilmij Producent premixen en melkvervangers voor de diervoederindustrie 6.913 6 13 9 2

3 Gebroeders Fuite Producent van een breed assortiment veevoeders 19.854 4 6 11 21

4 Trioliet Fabrikant van machines en systemen voor het voeren van vee 17.372 31 8 1 9

5 Lias Industries Producent van broedmachines 13.537 14 1 22 16

6 Broer Ontwikkeling en productie van plantuien 3.979 3 12 33 6

7 Winterwarm Fabrikant van diverse verwarmingssystemen en direct gestookte luchtverwarming 3.984 37 9 4 7

8 Bejo Zaden Ontwikkeling, veredeling, productie en internationale distributie van groentezaden 79.013 5 31 10 13

9 Jansen Poultry Equipment Producent en ontwikkeling van huisvestingssystemen en toebehoren voor de pluimveesector 14.670 13 10 13 31

10 Emitech Producent van fronthefsystemen en computergestuurde productiemiddelen 21.507 21 16 6 26

11 Frans Vervaet Producent van bietenrooiers en mestinjectievoertuigen 9.483 23 29 5 12

12 Tolsma Techniek Ontwikkeling en productie van bewaartechniek voor aardappels, uien en wortels 9.387 19 7 32 11

13 Incotec Europe* Levert kwekers en zaadveredelaars producten en diensten op 21.395 12 38 2 19

12

het gebied van zaadcoating, pillering, zaadverbetering en analytisch onderzoek

14 IPN Group Producent van onder andere vulmachines voor flexibele verpakkingsmachiens 20.826 20 26 7 23

15 Christiaens Group Producent van champignontechniek 14.499 11 62 3 8

16 Joz Ontwikkeling en productie van mestruimingsystemen en stalreinigingstechniek 5.710 18 44 18 4

17 Hatch Tech Ontwikkeling en productie van broedmachines 5.430 36 20 26 14

18 Houdijk Holland Producent van verwerkingsmachines in de koek- en snackwarenbranche 6.429 22 5 52 18

19 Lely Industries Fabrikant van onder andere melkrobots 77.070 9 27 38 30

20 Vencomatic Group Producent van automatische nestsystemen en eiertransportsystemen 16.116 7 40 30 27

21 Selo Holding Ontwikkeling en fabrikant van een breed assortiment aan voedselverwerkings- en verpakkingsmachines 8.743 45 37 21 3

22 Royal Duyvis Wiener Vervaardiging van machines en apparaten in de chocoladebranche 18.474 27 3 40 38

23 Van Aarsen Machinefabriek* Producent van veevoederfabriek installaties en bouw van complete veevoederfabrieken 13.826 51 30 27 5

24 Holding Tramper Techniek Ontwerpen produceren van machines en installaties van wegen tot verpakken 4.163 33 18 19 49

25 Rijk Zwaan Ontwikkelen, veredelen en produceren van groentezaden 179.813 38 21 28 35

26 Enza Zaden Ontwikkeling, veredeling en productie van groentezaden 132.276 42 32 17 32

27 Koppert Ontwikkelen en produceren van systemen voor natuurlijke gewasbescherming en natuurlijke bestuiving 36.279 1 25 45 53

13

28 Dinnissen Producent van procestechnieken in de veevoeder- en voedingsmiddelenindustrie 11.059 61 22 31 10

29 Dopharma Ontwikkelen en produceren van dierengeneesmiddelen 16.058 17 47 20 41

30 Vostermans* Fabrikant van ventilatoren en regelapparatuur 22.705 49 28 24 28

31 KIN Machinebouw Rijen Ontwerp en installaties van machines en apparaten 1.445 65 17 14 36

32 Klaremelk Producent van kalvermelkpoeder en opfokmelk 6.244 2 15 58 59

33 Ter Heerdt Broederij van opfok van kuikens en hennen 3.959 30 64 15 25

34 De Groot & Slot* Veredeling van uienzaad 13.958 32 54 16 33

35 Hordijk Verpakkingsindustrie Fabriceren van verpakkingsmateriaal voor vlees, groente, fruit en salades 26.822 10 53 29 45

36 Meteor Systems Fabrikant van irrigatiesystemen, beregeningsinstallaties en teeltsystemen 4.699 24 19 60 37

37 Berg Hortimotive Producent van logistieke systemen in de (glas)tuinbouw 4.252 25 52 43 24

38 Greefa de Greefs's wagen carroserie & machinebouw

Ontwerp en productie van sorteermachines voor groente en fruit 14.615 53 14 49 29

39 Theeuwes Produceren van mengvoeders voor varkens, rundvee, geiten en pluimvee 4.908 8 55 46 40

40 Moba Group Ontwikkeling en produceren van eiersystemen 93.947 62 63 12 15

41 Fransen Gerrits Producent van varkensvoer 12.952 47 65 25 17

42 KIVO Plastic Verpakkingen Producent van plastic verpakkingen voor de voedingsmiddelenindustrie 17.945 34 41 35 47

43 Hendrix Genetics Specialist op het gebied van fokkerij en landbouwhuisdieren 99.755 64 4 39 51

44 Ploeger Agro Producent van oogstmachines 12.641 50 51 23 34

14

45 Qlip Audits, certificering en kwaliteitsbeoordeling van zuivelproducten en onderzoek naar rundveeverbetering 21.036 26 48 37 48

46 Oerlemans Plastics Productie van flexibele kunststof verpakkingen en folie voor onder andere de land- en tuinbouw 20.653 52 43 48 20

47 Van Uitert Producent van transportsystemen en machines voor bottling en verpakkingen 6.589 60 42 41 22

48 Barenbrug Graszaadproducent en plantveredeling voor onder andere de primaire agrarische sector 50.019 48 24 42 52

49 Vredo-Dodewaard Specialist op het gebied van doorzaai- en mesttechniek 4.047 54 11 47 56

50 Krehalon Producent van kunststof verpakkingsmateriaal voor de voedingsmiddelenindustrie 21.009 41 58 34 39

51 Van de Bilt Zaden en Vlas Producent van vezel- en olievlas en vermeerderen van lijnzaad 3.250 28 23 61 62

52 Bio Seeds Research & Development van technieken op het gebied van moleculair biotechnologie en exploitatie van de verworven kennis 16.521 16 39 63 64

53 Meyn Producent van pluimveeslachtinstallaties 109.924 43 61 36 44

54 Food Technology N-O NL (FTNON) Fabrikant van diverse verwerkingssystemen voor hoofdzakelijk groente en fruit 6.913 29 35 62 61

55 Kiremko Producent van (semi)automatische frituurmachines 10.703 40 56 51 42

56 EA Broekema Producent van transportbanden een zeefbanden voor onder andere rooimachines en spoelmachines 7.632 55 33 55 46

57 PET-Power Producent van flessen en potten en verzorgt bijpassende sluitingen en decoraties 26.444 35 60 44 57

58 Miedema Producent van poot- en sorteertechniek van aardappels 9.788 46 49 54 50

59 Rademaker Fabrikant van machines ten behoeve van bakkerijen en 26.771 39 34 65 63

15

snackfabrikanten

60 W/M Systems Produceren van logistieke systemen, management- en besturingssoftware en maatwerk voor de glastuinbouw 9.348 56 50 56 43

61 Tummers Produceren van groenteverwerkingsmachines 7.362 63 36 53 60

62 VB Group Ontwerp en realiseren van complete projecten voor de glastuinbouw 2.657 44 45 64 65

63 Kaak Groep Totaal oplossingen voor bakkerijen 48.705 57 46 59 58

64 Belua (Certhon) Ontwerp en realisatie van kassen en technische installaties voor de glastuinbouw 7.798 58 59 50 54

65 Veenhuis Machines Producent van machines op het gebied van mestaanwending, (silage)transport en weegsystemen 4.749 59 57 57 55

Bedrijven met een (*) zijn geïnterviewd. Zie pagina’s 15-25 voor de interviews.

Hoogst geplaatste bedrijf per subsector Rank Top 65

Agro & Food Techniek Ottevanger Machinefabriek 1

Veevoederindustrie Twilmij 2

Verpakkingsindustrie Hordijk Verpakkingsindustrie 35

Zaadveredeling, uitgangsmaterialen en gewasbescherming Broer 6

Overig Dopharma 29

15

Incotec ‘Innoveren om voorsprong te behouden’

Het verbeteren van groentezaden is een vak apart. Het gaat over zaadcoating, pillering (het

verbeteren van de zaaibaarheid), zaadverbetering, genetische analyse en

kwaliteitsinspectie. Het vak van Incotec, nummer 13 in de Top 65.

Incotec is vanuit Enkhuizen actief in 15 landen. Het bedrijf is dagelijks bezig met het

verbeteren van groente- en bloemenzaden en het ontwikkelen van technologie die nodig is

voor de verbetering van de zaadkwaliteit. Incotec produceert zelf geen zaad. De klantenkring

van Incotec bestaat uit zaadveredelaars en grote telers wereldwijd.

Incotec is een onafhankelijke speler tussen de grote agrochemische bedrijven. Het

ontwikkelen van zaadverbeteringstechnologie behoeft veel innovatie. “We proberen met

innovatie vooruit te lopen op de grote bedrijven in onze sector”, zegt Douwe Zijp, CEO van

Incotec. “De grote zaadveredelaars hebben weliswaar meer investeringskracht in de breedte,

maar dat moet ook verdeeld worden over veel activiteiten. Wij hebben ons gespecialiseerd in

een vakgebied en dat levert ons uiteindelijk een kennisvoorsprong op.”

Wat is het verdienmodel van Incotec?

Douwe Zijp: “Onze omzet bestaat uit een combinatie van uurtarieven, projectafspraken en

betaling per kilo of 1000 zaden.”

Incotec is inmiddels actief in elk continent. Hoe

kies je partners of agenten in het buitenland?

“Allereerst kiezen we een land. De keuze is

afhankelijk van hoe we de marktkansen daar

inschatten. Timing is daarbij ontzettend belangrijk.

Ben je er te vroeg, dan is er nog weinig behoefte

en geld voor zaadverbetering. In markten met een

efficiëntere landbouw is zaadverbetering juist heel

aantrekkelijk”. Zo opende Incotec lang geleden een

vestiging in het Braziliaanse Holambra voordat de

markt daar aantrok. “Er is veel geïnvesteerd maar

we plukken er nu de vruchten van. Onze vestiging

in Brazilië is de belangrijkste dochter geworden. In

China zien we het niveau van de tuinders omhoog

gaan. De zaadtechnologie profiteert hier ook van” zegt

Zijp. De productiviteit van het areaal landbouwgrond

moet omhoog. Door Incotec’s zaadtechnologie stijgt de opbrengst per hectare.

Na de keuze voor een land zoekt Incotec naar de juiste persoon op de juiste plek.. “We zijn

zeer kritisch bij de eerste personen die we aannemen in het buitenland. We kunnen niet zo

maar een Nederlander sturen, het moeten lokale mensen zijn. Deze mensen moeten

ondernemend zijn en moeten affiniteit hebben met de markt. Als de keuze is gemaakt, krijgt

de betreffende persoon ook alle ondersteuning vanuit Nederland.”

Is innovatie voor Incotec de belangrijkste value driver?

“Ja, dat klopt zeker. Incotec is 16 jaar geleden gestart met röntgen technologie. We zijn

begonnen met tomaten- en paprikazaad. De zaadjes worden door de eigen Incotec X-Ray

Directeur Douwe Zijp van Incotec

23

uien gaan er jaarlijks de grens over.

En gaat de omzet de komende 10 jaar dan weer verdubbelen?

“We verwachten een zelfde groei door te maken als de afgelopen 10 jaar. Ten eerste door nog

betere rassen te ontwikkelen die bijvoorbeeld ziekte resistent zijn en een hogere opbrengst

per hectare genereren. Ten tweede verwachten we te groeien doordat wij ons als specialist op

meer landen kunnen richten dan onze concurrenten. Azië is bijvoorbeeld een enorme

groeimarkt voor ons.”

Welke innovaties zijn er in de toekomst te verwachten?

De Haas: “We hebben in al die jaren van alle groeizones in de wereld genetisch materiaal

verzameld en vervolgens met kruisingen en selectie nieuwe rassen ontwikkeld. De ui is een

tweejarig gewas. We hebben een aantal generaties nodig om een nieuw ras te ontwikkelen.

Dus dan duurt het al 12 tot 14 jaar voordat we een nieuw ras met de gewenste eigenschappen

klaar hebben. We hebben samen met onze partner Bejo Zaden nieuwe technieken ontwikkeld

waarbij we positieve eigenschappen van uien kunnen combineren in een nieuw uienras en

deze eigenschappen eerder kunnen blijven volgen. Ziekteresistentie blijft in de toekomst een

belangrijk issue. We hebben inmiddels een aantal rassen met resistentie voor valse meeldauw

ontwikkeld en momenteel wordt gewerkt aan resistentie tegen ziekten als Fusarium en

Pinkroot. Door de breedte van onze kennis en de verzameling genetisch materiaal in alle

teeltzones in de wereld kunnen we allerlei eigenschappen combineren. We hebben

bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van in de natuur voorkomende wilde ui gekruist met

eetbare uien. Hierdoor is de ziekteresistentie toegenomen en dus minder

bestrijdingsmiddel nodig. Over die ontwikkeling hebben we overigens wel 14 jaar

gedaan.”

De samenwerking met Bejo is intensief, op welke vlakken kunnen jullie van elkaar

profiteren?

“Wij zijn specialist in uienzaadveredeling. Samen met Bejo hebben we hiervoor

onderzoeksvelden in alle vijf de continenten. Bejo is door hun onderzoekslaboratorium

gespecialiseerd in zaken als weefselkweek, celbiologie, DNA merkertechnologie en

gezondheid bevorderende stoffen. Daarnaast heeft Bejo Zaden een groot

verkoopapparaat waar we gebruik van kunnen maken. In de Benelux en het zuiden van

Afrika doen we zelf de verkopen, daar buiten verzorgt Bejo dit.”

Als het zo lang duurt voordat je een ras hebt ontwikkeld, hoe weet je dan of er een

markt is?

“De klantrelatie is een belangrijk aspect in de zaadveredeling. We ontwikkelen samen met

Bejo en de klant de rassen en beslissen samen met Bejo over innovaties. De Groot en Slot

wil vooruit lopen en investeert zo’n 15% van de omzet in R&D. De samenwerking met Bejo

vergroot de reikwijdte en innovatiekracht van ons bedrijf. Daarnaast werkten we samen

met kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit en een Amerikaans

onderzoeksinstituut.”

16

machine gehaald en geselecteerd op gezond embrio. Het geselecteerde zaad is van een

superieure kwaliteit. Hierdoor is er een betere kiemkracht, sterkere planten en minder kans

op ziektes. Dit komt de opbrengst per hectare natuurlijk ten goede. Deze techniek wordt

steeds meer toegepast, verfijnd en op steeds bredere schaal ingezet.”

Jullie willen de concurrenten steeds een stap voor zijn. Hoe is dit in het verleden gedaan en

met welke innovaties doen jullie dat in de toekomst?

Zijp: “Voor de toekomst heeft Incotec ingezet op zeven platformen met groeikansen. In

zaadontsmetting/desinfectie kunnen we nog veel groeien. Door intensiever landbouwgebruik

komen er meer bacteriën in de grond die schadelijk kunnen zijn voor de zaden. Met onze

Thermoseeds machines kunnen we door stoombehandeling bacteriën en virussen doden

zonder dat het zaad wordt aangetast.” Deze behandelingsmethode wordt veel toegepast in de

hoogtechnologische landen, maar ook in Brazilië en China is deze behandelingsmethode meer

in opkomst. De innovaties van Incotec zorgen zo ook voor verduurzaming.

Werken jullie samen met instellingen of andere bedrijven op gebied van innovatie?

“We hebben samenwerkingsverbanden met verschillende (landbouw)universiteiten, hoge

scholen en mbo’s. Naast de technologie willen we dat ook jonge mensen ons kennen en op

deze manier instroom van jong talent bevorderen. Mensen zijn ontzettend belangrijk voor ons

bedrijf. Het is een marktniche waarin we opereren. Naast onderzoeksinstellingen willen we

samenwerken met de chemische industrie. Combinaties van technieken in de chemie kan

Incotec veel opleveren.”

Jullie technologische kennis lijkt heel specialistisch. Is personeel daarom voor jullie een

belangrijke valuedriver?

“Absoluut. Onze kennis is heel specialistisch. Mensen moeten bij ons niet alleen veel afweten

van zaadproductie, maar ook van genetica, chemie en machinetechniek. Het is daarom

belangrijk dat onze mensen op alle gebieden kennis delen en samenwerken. De kennis moet

zoveel mogelijk in systemen worden vastgelegd, maar desondanks blijft het ook mensenwerk

en ‘fingerspitzengefühl’. Om technisch hoogopgeleide mensen zover te krijgen wordt veel

gedaan aan peoplemanagement. Wij moeten als management passie overbrengen op het

personeel, zodat zij het technische niveau halen wat we nastreven.” De werknemers van

Incotec zijn zeer belangrijke assets die waarde toevoegen.

In de zaadveredeling worden veel rassen afgeschermd door middel van kwekersrechten.

Hebben jullie de zelfontwikkelde technieken beschermd met behulp van patenten?

Zijp: “We hebben patenten, maar soms zijn patenten niet van toegevoegde waarde. Grote

zaadveredelingsbedrijven hebben meer investeringsruimte, maar investeren liever in ras dan

dure technologie. Het is mede daarom niet van grote toegevoegde waarde om alles af te

schermen. De specialistische kennis van werknemers binnenboord houden en het vooruit

blijven lopen op de grote bedrijven is van groot belang, De kennis die ontwikkeld wordt van de

verschillende technieken blijft binnenshuis.”

Incotec heeft het afgelopen jaar wederom een sterke groei doorgemaakt. En voor 2014 zijn de

vooruitzichten eveneens gunstig. Voor de langere termijn kan Incotec een duurzame

toegevoegde waarde leveren. De wereldbevolking gaat naar zeven en later negen miljard

mensen. Het welvaartspeil stijgt en het landbouwareaal neemt zoals gezegd af. Incotec kan

met haar technieken zorgen voor een hogere productiviteit op een duurzame manier.

16

machine gehaald en geselecteerd op gezond embrio. Het geselecteerde zaad is van een

superieure kwaliteit. Hierdoor is er een betere kiemkracht, sterkere planten en minder kans

op ziektes. Dit komt de opbrengst per hectare natuurlijk ten goede. Deze techniek wordt

steeds meer toegepast, verfijnd en op steeds bredere schaal ingezet.”

Jullie willen de concurrenten steeds een stap voor zijn. Hoe is dit in het verleden gedaan en

met welke innovaties doen jullie dat in de toekomst?

Zijp: “Voor de toekomst heeft Incotec ingezet op zeven platformen met groeikansen. In

zaadontsmetting/desinfectie kunnen we nog veel groeien. Door intensiever landbouwgebruik

komen er meer bacteriën in de grond die schadelijk kunnen zijn voor de zaden. Met onze

Thermoseeds machines kunnen we door stoombehandeling bacteriën en virussen doden

zonder dat het zaad wordt aangetast.” Deze behandelingsmethode wordt veel toegepast in de

hoogtechnologische landen, maar ook in Brazilië en China is deze behandelingsmethode meer

in opkomst. De innovaties van Incotec zorgen zo ook voor verduurzaming.

Werken jullie samen met instellingen of andere bedrijven op gebied van innovatie?

“We hebben samenwerkingsverbanden met verschillende (landbouw)universiteiten, hoge

scholen en mbo’s. Naast de technologie willen we dat ook jonge mensen ons kennen en op

deze manier instroom van jong talent bevorderen. Mensen zijn ontzettend belangrijk voor ons

bedrijf. Het is een marktniche waarin we opereren. Naast onderzoeksinstellingen willen we

samenwerken met de chemische industrie. Combinaties van technieken in de chemie kan

Incotec veel opleveren.”

Jullie technologische kennis lijkt heel specialistisch. Is personeel daarom voor jullie een

belangrijke valuedriver?

“Absoluut. Onze kennis is heel specialistisch. Mensen moeten bij ons niet alleen veel afweten

van zaadproductie, maar ook van genetica, chemie en machinetechniek. Het is daarom

belangrijk dat onze mensen op alle gebieden kennis delen en samenwerken. De kennis moet

zoveel mogelijk in systemen worden vastgelegd, maar desondanks blijft het ook mensenwerk

en ‘fingerspitzengefühl’. Om technisch hoogopgeleide mensen zover te krijgen wordt veel

gedaan aan peoplemanagement. Wij moeten als management passie overbrengen op het

personeel, zodat zij het technische niveau halen wat we nastreven.” De werknemers van

Incotec zijn zeer belangrijke assets die waarde toevoegen.

In de zaadveredeling worden veel rassen afgeschermd door middel van kwekersrechten.

Hebben jullie de zelfontwikkelde technieken beschermd met behulp van patenten?

Zijp: “We hebben patenten, maar soms zijn patenten niet van toegevoegde waarde. Grote

zaadveredelingsbedrijven hebben meer investeringsruimte, maar investeren liever in ras dan

dure technologie. Het is mede daarom niet van grote toegevoegde waarde om alles af te

schermen. De specialistische kennis van werknemers binnenboord houden en het vooruit

blijven lopen op de grote bedrijven is van groot belang, De kennis die ontwikkeld wordt van de

verschillende technieken blijft binnenshuis.”

Incotec heeft het afgelopen jaar wederom een sterke groei doorgemaakt. En voor 2014 zijn de

vooruitzichten eveneens gunstig. Voor de langere termijn kan Incotec een duurzame

toegevoegde waarde leveren. De wereldbevolking gaat naar zeven en later negen miljard

mensen. Het welvaartspeil stijgt en het landbouwareaal neemt zoals gezegd af. Incotec kan

met haar technieken zorgen voor een hogere productiviteit op een duurzame manier.

17

Van Aarsen Machinefabriek ‘Slimmere machines en processen maken’

De hedendaagse Nederlandse Agro & Food sector wordt internationaal geprezen om haar

hoge productiviteit en innovatiekracht. Van Aarsen Machinefabriek, nummer 23 in de Top

65, in het Limburgse Heel zet zich al jaren wereldwijd op de kaart door een continue proces

van product- en procesinnovatie.

Van Aarsen bouwt wereldwijd gespecialiseerde machines en turnkey projecten voor

voornamelijk veevoederfabrikanten. In totaal zijn er ruim 400 medewerkers in dienst,

verspreid over de productielocaties in Heel en in Slowakije. Verkoop vindt plaats via 50

partners wereldwijd, die samen 120 landen bedienen. Engineering, projectmanagement en

productie; alles onder één dak en in één hand. Het bedrijf maakte de afgelopen jaren een

uitstekende ontwikkeling door in omzet, marktpositie en resultaat.

Het fundament van het huidige Van Aarsen werd gelegd in 1949. Henk Derckx is sinds 1987

eigenaar van het bedrijf en was tot 2000 betrokken bij het bedrijf als commissaris. In 2000

werd hij gevraagd de directie te voeren. Het bedrijf stond er toen niet goed voor.

Nu, 14 jaar later, staat Derckx nog steeds aan het roer. Het bedrijf presteert financieel

uitstekend, maar Henk Derckx blijft nuchter: “Ik zie nog veel verbeterpunten en ik weet één

ding zeker: dat verbeteren houdt nooit op. Er zijn nog zoveel uitdagingen voor de toekomst.”

Hoe heeft u de koers van het bedrijf veranderd, toen u het roer overnam?

Henk Derckx: “De afdeling verkoop had toen te veel invloed, er was te weinig beheersing van

interne processen en te weinig aandacht voor productietechniek en innovatie. Allereerst heb

ik de verkoop ‘de macht ontnomen’ om nog zelfstandig prijzen te bepalen. Prijzen voor

projecten moeten worden berekend door mensen die weten hoe het gemaakt wordt.

Hierdoor verbeterden onze marges. Vervolgens zijn we begonnen met het verbeteren van

de productie en de productieaansturing. Door alles wat we maken zoveel mogelijk onder

te verdelen in bouwstenen. Die bouwstenen hebben we los van de maatvoering, zoveel

mogelijk gestandaardiseerd. De aansturing van de productie is daarna verder

geautomatiseerd. Bij elke machine of bewerking in de productie staat een monitor die

verbonden is met het ERP systeem: van machine-aansturing, programmering, het gereed

melden van bewerkingen tot inkoop.”

Over de volgende stappen heeft Derckx al besloten: “De ‘bouwstenen’ worden nu

gekoppeld aan een offertesysteem zodat offertes sneller en met een lagere kans op fouten

bij onze klant liggen. De verkoopkracht wordt hiermee versterkt. Voor deze manier van

werken zijn duidelijke taakbeschrijvingen. Aanpassingen aan de ontwerpen worden

Bedrijfspand van Van Aarsen Machinefabriek

23

uien gaan er jaarlijks de grens over.

En gaat de omzet de komende 10 jaar dan weer verdubbelen?

“We verwachten een zelfde groei door te maken als de afgelopen 10 jaar. Ten eerste door nog

betere rassen te ontwikkelen die bijvoorbeeld ziekte resistent zijn en een hogere opbrengst

per hectare genereren. Ten tweede verwachten we te groeien doordat wij ons als specialist op

meer landen kunnen richten dan onze concurrenten. Azië is bijvoorbeeld een enorme

groeimarkt voor ons.”

Welke innovaties zijn er in de toekomst te verwachten?

De Haas: “We hebben in al die jaren van alle groeizones in de wereld genetisch materiaal

verzameld en vervolgens met kruisingen en selectie nieuwe rassen ontwikkeld. De ui is een

tweejarig gewas. We hebben een aantal generaties nodig om een nieuw ras te ontwikkelen.

Dus dan duurt het al 12 tot 14 jaar voordat we een nieuw ras met de gewenste eigenschappen

klaar hebben. We hebben samen met onze partner Bejo Zaden nieuwe technieken ontwikkeld

waarbij we positieve eigenschappen van uien kunnen combineren in een nieuw uienras en

deze eigenschappen eerder kunnen blijven volgen. Ziekteresistentie blijft in de toekomst een

belangrijk issue. We hebben inmiddels een aantal rassen met resistentie voor valse meeldauw

ontwikkeld en momenteel wordt gewerkt aan resistentie tegen ziekten als Fusarium en

Pinkroot. Door de breedte van onze kennis en de verzameling genetisch materiaal in alle

teeltzones in de wereld kunnen we allerlei eigenschappen combineren. We hebben

bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van in de natuur voorkomende wilde ui gekruist met

eetbare uien. Hierdoor is de ziekteresistentie toegenomen en dus minder

bestrijdingsmiddel nodig. Over die ontwikkeling hebben we overigens wel 14 jaar

gedaan.”

De samenwerking met Bejo is intensief, op welke vlakken kunnen jullie van elkaar

profiteren?

“Wij zijn specialist in uienzaadveredeling. Samen met Bejo hebben we hiervoor

onderzoeksvelden in alle vijf de continenten. Bejo is door hun onderzoekslaboratorium

gespecialiseerd in zaken als weefselkweek, celbiologie, DNA merkertechnologie en

gezondheid bevorderende stoffen. Daarnaast heeft Bejo Zaden een groot

verkoopapparaat waar we gebruik van kunnen maken. In de Benelux en het zuiden van

Afrika doen we zelf de verkopen, daar buiten verzorgt Bejo dit.”

Als het zo lang duurt voordat je een ras hebt ontwikkeld, hoe weet je dan of er een

markt is?

“De klantrelatie is een belangrijk aspect in de zaadveredeling. We ontwikkelen samen met

Bejo en de klant de rassen en beslissen samen met Bejo over innovaties. De Groot en Slot

wil vooruit lopen en investeert zo’n 15% van de omzet in R&D. De samenwerking met Bejo

vergroot de reikwijdte en innovatiekracht van ons bedrijf. Daarnaast werkten we samen

met kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit en een Amerikaans

onderzoeksinstituut.”

18

bijvoorbeeld niet gedaan door de project engineer, maar door de afdeling R&D die hiervoor

verantwoordelijk is.”

Van Aarsen richt zich voornamelijk op de mengvoederindustrie. Een zeer gespecialiseerd

bedrijf dus?

“Ik heb fouten gemaakt en hiervan veel geleerd. Zo zijn we bijvoorbeeld actief geweest in de

bandenrecyclings- en houtverwerkingsindustrie. In 2008 is van Aarsen gestopt met

diversificatie om terug te gaan naar de core business namelijk (machines voor) feed mills. De

tegelwijsheid ‘Schoenmaker blijf bij je leest’ klopt helemaal. Blijf doen waar je voor staat en

waar je veel kennis van hebt. Je hebt veel detailkennis nodig om nieuwe generaties machines

te maken en turnkeyprojecten uit te werken. Te begrijpen waar het bij de klant om draait en

waarde te kunnen toevoegen aan zijn productieproces, dat is belangrijk” aldus Derckx. Los van

technische zaken is een belangrijke financiële maatstaf voor de klanten van Van Aarsen de

laagste kosten per ton veevoeder. En die bereik je op lange termijn alleen maar door de kans

op fouten en productiestilstand te minimaliseren.

In hoeverre is hoog opgeleid (key)personeel een valuedriver?

Derckx: “Goed opgeleid personeel is noodzakelijk, maar praktijkervaring en specialisatie is

minstens zo belangrijk. Door te focussen op een branche en een specialisatie wordt dit

natuurlijk eenvoudiger te organiseren. Iemand die weet wat in de bedrijfsvoering van de

klanten van Van Aarsen belangrijk is, kan gemakkelijker met een klant praten over specifieke

aanpassingen of verbeteringen. Naarmate we kennis en processen beter vastleggen in

systemen, wordt het bedrijf sterker.”

Innovatie lijkt voor jullie de belangrijkste valuedriver?

“Ja, dat is zeker waar. Maar ook productietechnologie en totale productiebeheersing zijn

voor ons belangrijke valuedrivers. Je kunt wel heel innovatief zijn, maar projecten met zo

weinig mogelijk fouten realiseren is minstens net zo belangrijk.”

Wat drijft u om met innovatie waarde te creëren en met welke innovatieprojecten zijn

jullie bezig?

De belangrijkste ontwikkeling in innovatie ziet Derckx met name in de software die de

machines aanstuurt. Van Aarsen heeft plannen om machines en processen ‘steeds

slimmer’ te maken met behulp van geavanceerde software. De software van de machines

volgt het hele proces en herkent of voorspelt zelfs als er iets fout gaat.

Van Aarsen investeert zo’n 7% van de omzet in R&D. “Het is prachtig om met creativiteit

dingen op te lossen en innovatie op de juiste manier in het bedrijf te absorberen. Daar

wordt het bedrijf in de kern beter van”, zegt Derckx.

Het blijft in de toekomst belangrijk om de innovatievoorsprong te behouden. Derckx:

“Onze Chinese concurrent kopieert onze machines en krijgt hiervoor subsidies van de

regering. We kunnen ons blijven onderscheiden door een kennisvoorsprong, zeker als we

blijven innoveren, maar we moeten hierin altijd waakzaam blijven. De Chinezen

exporteren hun goedkopere machines ook steeds meer.”

16

machine gehaald en geselecteerd op gezond embrio. Het geselecteerde zaad is van een

superieure kwaliteit. Hierdoor is er een betere kiemkracht, sterkere planten en minder kans

op ziektes. Dit komt de opbrengst per hectare natuurlijk ten goede. Deze techniek wordt

steeds meer toegepast, verfijnd en op steeds bredere schaal ingezet.”

Jullie willen de concurrenten steeds een stap voor zijn. Hoe is dit in het verleden gedaan en

met welke innovaties doen jullie dat in de toekomst?

Zijp: “Voor de toekomst heeft Incotec ingezet op zeven platformen met groeikansen. In

zaadontsmetting/desinfectie kunnen we nog veel groeien. Door intensiever landbouwgebruik

komen er meer bacteriën in de grond die schadelijk kunnen zijn voor de zaden. Met onze

Thermoseeds machines kunnen we door stoombehandeling bacteriën en virussen doden

zonder dat het zaad wordt aangetast.” Deze behandelingsmethode wordt veel toegepast in de

hoogtechnologische landen, maar ook in Brazilië en China is deze behandelingsmethode meer

in opkomst. De innovaties van Incotec zorgen zo ook voor verduurzaming.

Werken jullie samen met instellingen of andere bedrijven op gebied van innovatie?

“We hebben samenwerkingsverbanden met verschillende (landbouw)universiteiten, hoge

scholen en mbo’s. Naast de technologie willen we dat ook jonge mensen ons kennen en op

deze manier instroom van jong talent bevorderen. Mensen zijn ontzettend belangrijk voor ons

bedrijf. Het is een marktniche waarin we opereren. Naast onderzoeksinstellingen willen we

samenwerken met de chemische industrie. Combinaties van technieken in de chemie kan

Incotec veel opleveren.”

Jullie technologische kennis lijkt heel specialistisch. Is personeel daarom voor jullie een

belangrijke valuedriver?

“Absoluut. Onze kennis is heel specialistisch. Mensen moeten bij ons niet alleen veel afweten

van zaadproductie, maar ook van genetica, chemie en machinetechniek. Het is daarom

belangrijk dat onze mensen op alle gebieden kennis delen en samenwerken. De kennis moet

zoveel mogelijk in systemen worden vastgelegd, maar desondanks blijft het ook mensenwerk

en ‘fingerspitzengefühl’. Om technisch hoogopgeleide mensen zover te krijgen wordt veel

gedaan aan peoplemanagement. Wij moeten als management passie overbrengen op het

personeel, zodat zij het technische niveau halen wat we nastreven.” De werknemers van

Incotec zijn zeer belangrijke assets die waarde toevoegen.

In de zaadveredeling worden veel rassen afgeschermd door middel van kwekersrechten.

Hebben jullie de zelfontwikkelde technieken beschermd met behulp van patenten?

Zijp: “We hebben patenten, maar soms zijn patenten niet van toegevoegde waarde. Grote

zaadveredelingsbedrijven hebben meer investeringsruimte, maar investeren liever in ras dan

dure technologie. Het is mede daarom niet van grote toegevoegde waarde om alles af te

schermen. De specialistische kennis van werknemers binnenboord houden en het vooruit

blijven lopen op de grote bedrijven is van groot belang, De kennis die ontwikkeld wordt van de

verschillende technieken blijft binnenshuis.”

Incotec heeft het afgelopen jaar wederom een sterke groei doorgemaakt. En voor 2014 zijn de

vooruitzichten eveneens gunstig. Voor de langere termijn kan Incotec een duurzame

toegevoegde waarde leveren. De wereldbevolking gaat naar zeven en later negen miljard

mensen. Het welvaartspeil stijgt en het landbouwareaal neemt zoals gezegd af. Incotec kan

met haar technieken zorgen voor een hogere productiviteit op een duurzame manier.

19

Jullie hebben voor een groot deel internationale klanten die projectmatig bestellen. De

relaties met klanten en buitenlandse partners lijken een belangrijke valuedriver voor het

bedrijf. Wat is hierin nog te verbeteren?

“Onze buitenlandse partners zijn hard nodig. Hoe kan ik anders in Heel weten dat er een

veevoerfabriek wordt gebouwd in Brazilië? Hiervoor is een goede communicatie belangrijk. Dit

betekent om te beginnen dat onze buitenlandse partners en onze medewerkers de talen

moeten beheersen. Hier wordt dan ook in geïnvesteerd, zodat de rechtstreekse communicatie

met de klant verbeterd wordt.

Een ander idee is om klanten en partners in de toekomst rechtstreeks te laten inloggen bij Van

Aarsen. Ze kunnen dan prijzen of offertes opvragen of onderdelen bestellen. Maar ook inzage

hebben in de status van projecten en tekeningen.”

Tot slot

Derckx benadrukt dat er nog genoeg uitdagingen en verbeterpunten zijn waar aan gewerkt

wordt. “Wij zijn niet het perfecte bedrijf. Ook bij ons gaan er genoeg dingen mis”, zegt Derckx

bescheiden en kritisch. “Het streven is om zoveel mogelijk processen te automatiseren. Het

zal nog even op zich laten wachten totdat dit doel bereikt wordt. Het is vooral het streven

naar perfectie dat het ondernemen leuk maakt.”

23

uien gaan er jaarlijks de grens over.

En gaat de omzet de komende 10 jaar dan weer verdubbelen?

“We verwachten een zelfde groei door te maken als de afgelopen 10 jaar. Ten eerste door nog

betere rassen te ontwikkelen die bijvoorbeeld ziekte resistent zijn en een hogere opbrengst

per hectare genereren. Ten tweede verwachten we te groeien doordat wij ons als specialist op

meer landen kunnen richten dan onze concurrenten. Azië is bijvoorbeeld een enorme

groeimarkt voor ons.”

Welke innovaties zijn er in de toekomst te verwachten?

De Haas: “We hebben in al die jaren van alle groeizones in de wereld genetisch materiaal

verzameld en vervolgens met kruisingen en selectie nieuwe rassen ontwikkeld. De ui is een

tweejarig gewas. We hebben een aantal generaties nodig om een nieuw ras te ontwikkelen.

Dus dan duurt het al 12 tot 14 jaar voordat we een nieuw ras met de gewenste eigenschappen

klaar hebben. We hebben samen met onze partner Bejo Zaden nieuwe technieken ontwikkeld

waarbij we positieve eigenschappen van uien kunnen combineren in een nieuw uienras en

deze eigenschappen eerder kunnen blijven volgen. Ziekteresistentie blijft in de toekomst een

belangrijk issue. We hebben inmiddels een aantal rassen met resistentie voor valse meeldauw

ontwikkeld en momenteel wordt gewerkt aan resistentie tegen ziekten als Fusarium en

Pinkroot. Door de breedte van onze kennis en de verzameling genetisch materiaal in alle

teeltzones in de wereld kunnen we allerlei eigenschappen combineren. We hebben

bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van in de natuur voorkomende wilde ui gekruist met

eetbare uien. Hierdoor is de ziekteresistentie toegenomen en dus minder

bestrijdingsmiddel nodig. Over die ontwikkeling hebben we overigens wel 14 jaar

gedaan.”

De samenwerking met Bejo is intensief, op welke vlakken kunnen jullie van elkaar

profiteren?

“Wij zijn specialist in uienzaadveredeling. Samen met Bejo hebben we hiervoor

onderzoeksvelden in alle vijf de continenten. Bejo is door hun onderzoekslaboratorium

gespecialiseerd in zaken als weefselkweek, celbiologie, DNA merkertechnologie en

gezondheid bevorderende stoffen. Daarnaast heeft Bejo Zaden een groot

verkoopapparaat waar we gebruik van kunnen maken. In de Benelux en het zuiden van

Afrika doen we zelf de verkopen, daar buiten verzorgt Bejo dit.”

Als het zo lang duurt voordat je een ras hebt ontwikkeld, hoe weet je dan of er een

markt is?

“De klantrelatie is een belangrijk aspect in de zaadveredeling. We ontwikkelen samen met

Bejo en de klant de rassen en beslissen samen met Bejo over innovaties. De Groot en Slot

wil vooruit lopen en investeert zo’n 15% van de omzet in R&D. De samenwerking met Bejo

vergroot de reikwijdte en innovatiekracht van ons bedrijf. Daarnaast werkten we samen

met kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit en een Amerikaans

onderzoeksinstituut.”

20

Vostermans Ventilation ‘Kennis staat centraal’

Groeien is een tweede natuur geworden bij Vostermans (nummer 30 in de Top 65) zo lijkt

het. Die groei komt niet zomaar. Perfecte producten, operational excellence, customer

intimacy, continue innovatie, samenwerking met universiteiten en onderzoekstellingen:

Kennis staat centraal.

Vostermans vierde in 2012 haar 60 jarig bestaan en levert met zo’n 270 medewerkers aan 120

landen wereldwijd ventilatiesystemen. Vostermans heeft vestigingen In Nederland, USA en

Maleisië, waar productie en verkoop plaatsvindt. De overige landen worden bediend door de

klanten van Vostermans, technische installatiebedrijven in de markt voor varkens, rund- en

pluimvee en tuinbouw (70% van de omzet) en industrie (30% van de omzet). Onder de

merken Multifan, EMI en Mf-Flex is Vostermans een belangrijke speler in de markt voor

hoogwaardige ventilatoren. De huidige CEO, Henk Vostermans, is de 2e generatie in het

bedrijf.

Een groot deel van de omzet wordt gerealiseerd in de agrarische sector. Willen jullie ook nog

verder groeien in de industrie?

Henk Vostermans: “Het grootste deel van de industriële ventilatoren is een prijsconcurrerende

markt, daar hebben wij niets te zoeken. In de industrie werken we in nichemarkten, sectoren

zoals powerplants, koelunits, ongediertebestrijding en entertainment. In de industrie zijn de

toepassingen heel divers en is het moeilijk om, naast de groei van de agrarische omzet, een

nieuwe markt te kiezen. We zijn succesvol in de agrarische sector en daar blijft ook onze

focus.”

Directeur Henk Vostermans van Vostermans Beheer B.V.

Wat is de oorzaak van het succes?

Vostermans: “Dat we succesvol zijn komt denk ik omdat we van de problemen van onze

klanten, onze problemen maken. Een klant in Zuidoost Azië bijvoorbeeld heeft te maken

met andere omstandigheden dan een klant in Siberië. Wij verdiepen ons hierin en staan

aan de zijde van onze klanten om perfecte producten te leveren. Onze jarenlange ervaring

heeft ons veel toepassingskennis opgeleverd om dit te doen. Tot slot gunt men elkaar in

de agrarische keten meer. Niet dat er geen concurrentie is, maar men staat meer open

voor kwaliteit en advies dan in de industrie.”

Innovatie lijkt een van de belangrijkste valuedrivers in jullie bedrijf. Klopt dit?

“Ja, dat klopt. Maar het is natuurlijk niet alleen dat. Dagelijks moeten producten met een

concurrerende prijs de deur uit. Dus productietechnologie en logistiek zijn ook belangrijk.

16

machine gehaald en geselecteerd op gezond embrio. Het geselecteerde zaad is van een

superieure kwaliteit. Hierdoor is er een betere kiemkracht, sterkere planten en minder kans

op ziektes. Dit komt de opbrengst per hectare natuurlijk ten goede. Deze techniek wordt

steeds meer toegepast, verfijnd en op steeds bredere schaal ingezet.”

Jullie willen de concurrenten steeds een stap voor zijn. Hoe is dit in het verleden gedaan en

met welke innovaties doen jullie dat in de toekomst?

Zijp: “Voor de toekomst heeft Incotec ingezet op zeven platformen met groeikansen. In

zaadontsmetting/desinfectie kunnen we nog veel groeien. Door intensiever landbouwgebruik

komen er meer bacteriën in de grond die schadelijk kunnen zijn voor de zaden. Met onze

Thermoseeds machines kunnen we door stoombehandeling bacteriën en virussen doden

zonder dat het zaad wordt aangetast.” Deze behandelingsmethode wordt veel toegepast in de

hoogtechnologische landen, maar ook in Brazilië en China is deze behandelingsmethode meer

in opkomst. De innovaties van Incotec zorgen zo ook voor verduurzaming.

Werken jullie samen met instellingen of andere bedrijven op gebied van innovatie?

“We hebben samenwerkingsverbanden met verschillende (landbouw)universiteiten, hoge

scholen en mbo’s. Naast de technologie willen we dat ook jonge mensen ons kennen en op

deze manier instroom van jong talent bevorderen. Mensen zijn ontzettend belangrijk voor ons

bedrijf. Het is een marktniche waarin we opereren. Naast onderzoeksinstellingen willen we

samenwerken met de chemische industrie. Combinaties van technieken in de chemie kan

Incotec veel opleveren.”

Jullie technologische kennis lijkt heel specialistisch. Is personeel daarom voor jullie een

belangrijke valuedriver?

“Absoluut. Onze kennis is heel specialistisch. Mensen moeten bij ons niet alleen veel afweten

van zaadproductie, maar ook van genetica, chemie en machinetechniek. Het is daarom

belangrijk dat onze mensen op alle gebieden kennis delen en samenwerken. De kennis moet

zoveel mogelijk in systemen worden vastgelegd, maar desondanks blijft het ook mensenwerk

en ‘fingerspitzengefühl’. Om technisch hoogopgeleide mensen zover te krijgen wordt veel

gedaan aan peoplemanagement. Wij moeten als management passie overbrengen op het

personeel, zodat zij het technische niveau halen wat we nastreven.” De werknemers van

Incotec zijn zeer belangrijke assets die waarde toevoegen.

In de zaadveredeling worden veel rassen afgeschermd door middel van kwekersrechten.

Hebben jullie de zelfontwikkelde technieken beschermd met behulp van patenten?

Zijp: “We hebben patenten, maar soms zijn patenten niet van toegevoegde waarde. Grote

zaadveredelingsbedrijven hebben meer investeringsruimte, maar investeren liever in ras dan

dure technologie. Het is mede daarom niet van grote toegevoegde waarde om alles af te

schermen. De specialistische kennis van werknemers binnenboord houden en het vooruit

blijven lopen op de grote bedrijven is van groot belang, De kennis die ontwikkeld wordt van de

verschillende technieken blijft binnenshuis.”

Incotec heeft het afgelopen jaar wederom een sterke groei doorgemaakt. En voor 2014 zijn de

vooruitzichten eveneens gunstig. Voor de langere termijn kan Incotec een duurzame

toegevoegde waarde leveren. De wereldbevolking gaat naar zeven en later negen miljard

mensen. Het welvaartspeil stijgt en het landbouwareaal neemt zoals gezegd af. Incotec kan

met haar technieken zorgen voor een hogere productiviteit op een duurzame manier.

21

We zijn bijvoorbeeld al jaren bezig om onze producten modulair te ontwerpen omdat dit ons

veel flexibeler maakt in de productie en zorgt voor een kortere reactietijd naar onze klanten.

Concurrentie uit bijvoorbeeld China is er zeker, maar technisch gezien hebben we een

voorsprong en die proberen we ook te houden. Bovendien, niet alleen goede producten

spelen een rol bij de klant, ook het bedrijf dat er achter zit en zijn performance op het gebied

van logistiek, klantondersteuning en service spelen een rol.”

Innovatie is heel belangrijk. Hoe gaan jullie hiermee om?

“Een aantal jaren geleden hebben we de innovatieafdeling flink uitgebreid en is het aantal

mensen met een wetenschappelijke opleiding fors toegenomen. De R&D afdeling telt nu bijna

20 medewerkers. Die zijn continue bezig met nieuwe producten en productverbetering. Alles

draait bij ons om luchtcirculatie en luchtventilatie. De input hiervoor is divers: uit het eigen

bedrijf, uit klantcontact en uit contacten met onderzoeksinstellingen en universiteiten, zoals

de TU Delft en de TU Twente, maar ook onderzoeksinstellingen in het buitenland. In onze

wereld zijn er in feite twee stromingen van ventilatietechniek: de Europese en de

Amerikaanse. Wij moeten als speler op alle continenten beide stromingen beheersen. Dat

vergt veel van ons bedrijf, niet alleen van R&D. Los van nieuwe ontwikkelingen, hebben we in

het bedrijf natuurlijk veel ervaring en kennis over welke ventilatoren passen in welke

omstandigheden. Die kennis is van grote waarde voor onze klanten en is goed verankerd

binnen ons bedrijf.”

Welke productontwikkelingen zijn er voor de toekomst?

Vostermans: “Uitdagingen voor de toekomst zijn om ventilatoren energiezuiniger en

geluidsarmer te maken. Dit speelt overal in de wereld. Er is tijd voor nodig om een nieuw

goed product op de markt te brengen”.

Staan er nog landen op het verlanglijstje?

“We zijn natuurlijk al in veel landen actief, in het ene land meer intensief dan in het

andere. Daar zit nog genoeg groei. Onze klanten zijn namelijk vaak gericht op slechts één

sector. Zo zitten we in Zuidoost Azië vooral in pluimvee, in de US en West Europa zijn het

vooral varkens en koeien en in de tuinbouw en industrie opereren we wereldwijd. Kansen

genoeg om dit verder uit te breiden. De markten waaraan we leveren blijven natuurlijk

sectoren met emotie. De varkensvirusziekte in de Verenigde Staten of de politieke crisis in

Rusland bijvoorbeeld kunnen het segment snel doen omslaan.”

Het succes van jullie klanten is bepalend voor jullie succes. Hoe kiezen jullie je partners

in het buitenland?

Vostermans: “Doordat we op drie continenten produceren, houden we gemakkelijk

voeling met onze klanten en markten. Je moet er zelf ook regelmatig zijn. Ik ben net zelf in

drie dagen op en neer geweest naar de USA. We werken altijd alleen met lokale bedrijven,

die de cultuur en handelswijze van het land kennen. En natuurlijk moeten ze bij ons passen

qua kennis en ambitieniveau. Vervolgens krijgen ze van ons een onbegrensd commitment.

Problemen van onze klanten zijn ook onze problemen. We proberen naast onze klant te

opereren. Het is onze plicht om hen bij te staan in hun vragen van elke dag.”

23

uien gaan er jaarlijks de grens over.

En gaat de omzet de komende 10 jaar dan weer verdubbelen?

“We verwachten een zelfde groei door te maken als de afgelopen 10 jaar. Ten eerste door nog

betere rassen te ontwikkelen die bijvoorbeeld ziekte resistent zijn en een hogere opbrengst

per hectare genereren. Ten tweede verwachten we te groeien doordat wij ons als specialist op

meer landen kunnen richten dan onze concurrenten. Azië is bijvoorbeeld een enorme

groeimarkt voor ons.”

Welke innovaties zijn er in de toekomst te verwachten?

De Haas: “We hebben in al die jaren van alle groeizones in de wereld genetisch materiaal

verzameld en vervolgens met kruisingen en selectie nieuwe rassen ontwikkeld. De ui is een

tweejarig gewas. We hebben een aantal generaties nodig om een nieuw ras te ontwikkelen.

Dus dan duurt het al 12 tot 14 jaar voordat we een nieuw ras met de gewenste eigenschappen

klaar hebben. We hebben samen met onze partner Bejo Zaden nieuwe technieken ontwikkeld

waarbij we positieve eigenschappen van uien kunnen combineren in een nieuw uienras en

deze eigenschappen eerder kunnen blijven volgen. Ziekteresistentie blijft in de toekomst een

belangrijk issue. We hebben inmiddels een aantal rassen met resistentie voor valse meeldauw

ontwikkeld en momenteel wordt gewerkt aan resistentie tegen ziekten als Fusarium en

Pinkroot. Door de breedte van onze kennis en de verzameling genetisch materiaal in alle

teeltzones in de wereld kunnen we allerlei eigenschappen combineren. We hebben

bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van in de natuur voorkomende wilde ui gekruist met

eetbare uien. Hierdoor is de ziekteresistentie toegenomen en dus minder

bestrijdingsmiddel nodig. Over die ontwikkeling hebben we overigens wel 14 jaar

gedaan.”

De samenwerking met Bejo is intensief, op welke vlakken kunnen jullie van elkaar

profiteren?

“Wij zijn specialist in uienzaadveredeling. Samen met Bejo hebben we hiervoor

onderzoeksvelden in alle vijf de continenten. Bejo is door hun onderzoekslaboratorium

gespecialiseerd in zaken als weefselkweek, celbiologie, DNA merkertechnologie en

gezondheid bevorderende stoffen. Daarnaast heeft Bejo Zaden een groot

verkoopapparaat waar we gebruik van kunnen maken. In de Benelux en het zuiden van

Afrika doen we zelf de verkopen, daar buiten verzorgt Bejo dit.”

Als het zo lang duurt voordat je een ras hebt ontwikkeld, hoe weet je dan of er een

markt is?

“De klantrelatie is een belangrijk aspect in de zaadveredeling. We ontwikkelen samen met

Bejo en de klant de rassen en beslissen samen met Bejo over innovaties. De Groot en Slot

wil vooruit lopen en investeert zo’n 15% van de omzet in R&D. De samenwerking met Bejo

vergroot de reikwijdte en innovatiekracht van ons bedrijf. Daarnaast werkten we samen

met kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit en een Amerikaans

onderzoeksinstituut.”

22

De Groot & Slot ‘Samenwerken in innovatie’

De Groot en Slot, nummer 34 in de Top 65, is marktleider op het gebied van uienzaad. Een

superspecialist met de wereld als haar werkterrein. Goed voor 185 uienrassen, variërend

van zaai- en plantuien, sjalotten, bosuien en knoflook. En dat voor vijf continenten met

verschillende klimatologische omstandigheden.

Al ruim 60 jaar werken vanuit het Noord-Hollandse Broek op Langedijk dagelijks 50

medewerkers aan nieuwe rassen en verbetering van bestaande rassen. In de afgelopen tien

jaar heeft het bedrijf haar omzet verdubbeld, met een jaarlijkse groei van 5% tot 10%.

Directeur Sales en Marketing van De Groot en Slot, de heer Jeroen de Haas, verwacht in de

komende tien jaar wederom de omzet te verdubbelen. “We zijn een R&D bedrijf. We kunnen

goed presteren als we in R&D blijven investeren. Continuïteit is voor dit familiebedrijf een

belangrijk uitgangspunt van het beleid. We keren elk jaar een stukje dividend uit, maar de rest

investeren we in het bedrijf.”

Hoe heeft u in de afgelopen tien jaar de omzet verdubbeld?

Jeroen de Haas: “Wij zijn gespecialiseerd in het veredelen van nieuwe uienrassen. Op het

gebied van groente is Allium, waar uien onder vallen, na tomaten de grootste markt

wereldwijd. Wij zijn als enige speler wereldwijd actief. De meeste uienzaadveredelaars

richten zich op een bepaald segment van de markt. We zijn continue bezig met verbetering

van het zaad en het telen van nieuwe rassen.”

Hoe bereik je dat je als relatief klein Nederlands bedrijf op alle continenten actief bent?

“Door middel van kruisen en selecteren hebben we hybride uienrassen ontwikkeld en zijn

we een steeds groter gebied gaan bestrijken. Je moet weten dat de ontwikkeling van een

ui sterk afhankelijk is van de lengte van de dag. In Nederland oogsten we maar één keer

per jaar, maar kunnen we wel door het jaar heen altijd uien blijven eten. De houdbaarheid

van de ui is een van de belangrijkste eigenschappen. In landen in Noord-Afrika oogsten ze

soms drie keer per jaar, maar de houdbaarheid van de uien is een stuk minder. Daardoor

importeren deze landen nog steeds grote hoeveelheden uien uit Nederland”, zegt De

Haas. India is de grootste exporteur van uien gevolgd door Nederland. Een miljoen ton

Bedrijfspand van De Groot & Slot

16

machine gehaald en geselecteerd op gezond embrio. Het geselecteerde zaad is van een

superieure kwaliteit. Hierdoor is er een betere kiemkracht, sterkere planten en minder kans

op ziektes. Dit komt de opbrengst per hectare natuurlijk ten goede. Deze techniek wordt

steeds meer toegepast, verfijnd en op steeds bredere schaal ingezet.”

Jullie willen de concurrenten steeds een stap voor zijn. Hoe is dit in het verleden gedaan en

met welke innovaties doen jullie dat in de toekomst?

Zijp: “Voor de toekomst heeft Incotec ingezet op zeven platformen met groeikansen. In

zaadontsmetting/desinfectie kunnen we nog veel groeien. Door intensiever landbouwgebruik

komen er meer bacteriën in de grond die schadelijk kunnen zijn voor de zaden. Met onze

Thermoseeds machines kunnen we door stoombehandeling bacteriën en virussen doden

zonder dat het zaad wordt aangetast.” Deze behandelingsmethode wordt veel toegepast in de

hoogtechnologische landen, maar ook in Brazilië en China is deze behandelingsmethode meer

in opkomst. De innovaties van Incotec zorgen zo ook voor verduurzaming.

Werken jullie samen met instellingen of andere bedrijven op gebied van innovatie?

“We hebben samenwerkingsverbanden met verschillende (landbouw)universiteiten, hoge

scholen en mbo’s. Naast de technologie willen we dat ook jonge mensen ons kennen en op

deze manier instroom van jong talent bevorderen. Mensen zijn ontzettend belangrijk voor ons

bedrijf. Het is een marktniche waarin we opereren. Naast onderzoeksinstellingen willen we

samenwerken met de chemische industrie. Combinaties van technieken in de chemie kan

Incotec veel opleveren.”

Jullie technologische kennis lijkt heel specialistisch. Is personeel daarom voor jullie een

belangrijke valuedriver?

“Absoluut. Onze kennis is heel specialistisch. Mensen moeten bij ons niet alleen veel afweten

van zaadproductie, maar ook van genetica, chemie en machinetechniek. Het is daarom

belangrijk dat onze mensen op alle gebieden kennis delen en samenwerken. De kennis moet

zoveel mogelijk in systemen worden vastgelegd, maar desondanks blijft het ook mensenwerk

en ‘fingerspitzengefühl’. Om technisch hoogopgeleide mensen zover te krijgen wordt veel

gedaan aan peoplemanagement. Wij moeten als management passie overbrengen op het

personeel, zodat zij het technische niveau halen wat we nastreven.” De werknemers van

Incotec zijn zeer belangrijke assets die waarde toevoegen.

In de zaadveredeling worden veel rassen afgeschermd door middel van kwekersrechten.

Hebben jullie de zelfontwikkelde technieken beschermd met behulp van patenten?

Zijp: “We hebben patenten, maar soms zijn patenten niet van toegevoegde waarde. Grote

zaadveredelingsbedrijven hebben meer investeringsruimte, maar investeren liever in ras dan

dure technologie. Het is mede daarom niet van grote toegevoegde waarde om alles af te

schermen. De specialistische kennis van werknemers binnenboord houden en het vooruit

blijven lopen op de grote bedrijven is van groot belang, De kennis die ontwikkeld wordt van de

verschillende technieken blijft binnenshuis.”

Incotec heeft het afgelopen jaar wederom een sterke groei doorgemaakt. En voor 2014 zijn de

vooruitzichten eveneens gunstig. Voor de langere termijn kan Incotec een duurzame

toegevoegde waarde leveren. De wereldbevolking gaat naar zeven en later negen miljard

mensen. Het welvaartspeil stijgt en het landbouwareaal neemt zoals gezegd af. Incotec kan

met haar technieken zorgen voor een hogere productiviteit op een duurzame manier.

23

uien gaan er jaarlijks de grens over.

En gaat de omzet de komende 10 jaar dan weer verdubbelen?

“We verwachten een zelfde groei door te maken als de afgelopen 10 jaar. Ten eerste door nog

betere rassen te ontwikkelen die bijvoorbeeld ziekte resistent zijn en een hogere opbrengst

per hectare genereren. Ten tweede verwachten we te groeien doordat wij ons als specialist op

meer landen kunnen richten dan onze concurrenten. Azië is bijvoorbeeld een enorme

groeimarkt voor ons.”

Welke innovaties zijn er in de toekomst te verwachten?

De Haas: “We hebben in al die jaren van alle groeizones in de wereld genetisch materiaal

verzameld en vervolgens met kruisingen en selectie nieuwe rassen ontwikkeld. De ui is een

tweejarig gewas. We hebben een aantal generaties nodig om een nieuw ras te ontwikkelen.

Dus dan duurt het al 12 tot 14 jaar voordat we een nieuw ras met de gewenste eigenschappen

klaar hebben. We hebben samen met onze partner Bejo Zaden nieuwe technieken ontwikkeld

waarbij we positieve eigenschappen van uien kunnen combineren in een nieuw uienras en

deze eigenschappen eerder kunnen blijven volgen. Ziekteresistentie blijft in de toekomst een

belangrijk issue. We hebben inmiddels een aantal rassen met resistentie voor valse meeldauw

ontwikkeld en momenteel wordt gewerkt aan resistentie tegen ziekten als Fusarium en

Pinkroot. Door de breedte van onze kennis en de verzameling genetisch materiaal in alle

teeltzones in de wereld kunnen we allerlei eigenschappen combineren. We hebben

bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van in de natuur voorkomende wilde ui gekruist met

eetbare uien. Hierdoor is de ziekteresistentie toegenomen en dus minder

bestrijdingsmiddel nodig. Over die ontwikkeling hebben we overigens wel 14 jaar

gedaan.”

De samenwerking met Bejo is intensief, op welke vlakken kunnen jullie van elkaar

profiteren?

“Wij zijn specialist in uienzaadveredeling. Samen met Bejo hebben we hiervoor

onderzoeksvelden in alle vijf de continenten. Bejo is door hun onderzoekslaboratorium

gespecialiseerd in zaken als weefselkweek, celbiologie, DNA merkertechnologie en

gezondheid bevorderende stoffen. Daarnaast heeft Bejo Zaden een groot

verkoopapparaat waar we gebruik van kunnen maken. In de Benelux en het zuiden van

Afrika doen we zelf de verkopen, daar buiten verzorgt Bejo dit.”

Als het zo lang duurt voordat je een ras hebt ontwikkeld, hoe weet je dan of er een

markt is?

“De klantrelatie is een belangrijk aspect in de zaadveredeling. We ontwikkelen samen met

Bejo en de klant de rassen en beslissen samen met Bejo over innovaties. De Groot en Slot

wil vooruit lopen en investeert zo’n 15% van de omzet in R&D. De samenwerking met Bejo

vergroot de reikwijdte en innovatiekracht van ons bedrijf. Daarnaast werkten we samen

met kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit en een Amerikaans

onderzoeksinstituut.”

23

uien gaan er jaarlijks de grens over.

En gaat de omzet de komende 10 jaar dan weer verdubbelen?

“We verwachten een zelfde groei door te maken als de afgelopen 10 jaar. Ten eerste door nog

betere rassen te ontwikkelen die bijvoorbeeld ziekte resistent zijn en een hogere opbrengst

per hectare genereren. Ten tweede verwachten we te groeien doordat wij ons als specialist op

meer landen kunnen richten dan onze concurrenten. Azië is bijvoorbeeld een enorme

groeimarkt voor ons.”

Welke innovaties zijn er in de toekomst te verwachten?

De Haas: “We hebben in al die jaren van alle groeizones in de wereld genetisch materiaal

verzameld en vervolgens met kruisingen en selectie nieuwe rassen ontwikkeld. De ui is een

tweejarig gewas. We hebben een aantal generaties nodig om een nieuw ras te ontwikkelen.

Dus dan duurt het al 12 tot 14 jaar voordat we een nieuw ras met de gewenste eigenschappen

klaar hebben. We hebben samen met onze partner Bejo Zaden nieuwe technieken ontwikkeld

waarbij we positieve eigenschappen van uien kunnen combineren in een nieuw uienras en

deze eigenschappen eerder kunnen blijven volgen. Ziekteresistentie blijft in de toekomst een

belangrijk issue. We hebben inmiddels een aantal rassen met resistentie voor valse meeldauw

ontwikkeld en momenteel wordt gewerkt aan resistentie tegen ziekten als Fusarium en

Pinkroot. Door de breedte van onze kennis en de verzameling genetisch materiaal in alle

teeltzones in de wereld kunnen we allerlei eigenschappen combineren. We hebben

bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van in de natuur voorkomende wilde ui gekruist met

eetbare uien. Hierdoor is de ziekteresistentie toegenomen en dus minder

bestrijdingsmiddel nodig. Over die ontwikkeling hebben we overigens wel 14 jaar

gedaan.”

De samenwerking met Bejo is intensief, op welke vlakken kunnen jullie van elkaar

profiteren?

“Wij zijn specialist in uienzaadveredeling. Samen met Bejo hebben we hiervoor

onderzoeksvelden in alle vijf de continenten. Bejo is door hun onderzoekslaboratorium

gespecialiseerd in zaken als weefselkweek, celbiologie, DNA merkertechnologie en

gezondheid bevorderende stoffen. Daarnaast heeft Bejo Zaden een groot

verkoopapparaat waar we gebruik van kunnen maken. In de Benelux en het zuiden van

Afrika doen we zelf de verkopen, daar buiten verzorgt Bejo dit.”

Als het zo lang duurt voordat je een ras hebt ontwikkeld, hoe weet je dan of er een

markt is?

“De klantrelatie is een belangrijk aspect in de zaadveredeling. We ontwikkelen samen met

Bejo en de klant de rassen en beslissen samen met Bejo over innovaties. De Groot en Slot

wil vooruit lopen en investeert zo’n 15% van de omzet in R&D. De samenwerking met Bejo

vergroot de reikwijdte en innovatiekracht van ons bedrijf. Daarnaast werkten we samen

met kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit en een Amerikaans

onderzoeksinstituut.”

24

Broer B.V., nummer 6 in de Top 65, is een gezamenlijke onderneming van de Groot en Slot

en Bejo Zaden, nummer 8 in de Top 65. Hoe is dit ontstaan en wat kenmerkt Broer B.V.?

De Haas: “Broer B.V. verkoopt plantuien, plantsjalotten en knoflook. De rassen die Broer

verkoopt, voornamelijk de Stuttgarter, zijn door ons ontwikkeld samen met Bejo Zaden.

Voorheen verkochten we deze genetica aan soortgelijke bedrijven als Broer, maar dat gaf niet

het gewenste resultaat. We besloten dat we het beter zelf konden doen en deden daarom in

de keten een stapje naar voren. Onder het label ‘Quality Inside’ worden nu de plantuien

wereldwijd in 50 landen in de markt gezet vanuit de vestigingen in Nederland (Andijk en Creil)

en Rusland.”

16

machine gehaald en geselecteerd op gezond embrio. Het geselecteerde zaad is van een

superieure kwaliteit. Hierdoor is er een betere kiemkracht, sterkere planten en minder kans

op ziektes. Dit komt de opbrengst per hectare natuurlijk ten goede. Deze techniek wordt

steeds meer toegepast, verfijnd en op steeds bredere schaal ingezet.”

Jullie willen de concurrenten steeds een stap voor zijn. Hoe is dit in het verleden gedaan en

met welke innovaties doen jullie dat in de toekomst?

Zijp: “Voor de toekomst heeft Incotec ingezet op zeven platformen met groeikansen. In

zaadontsmetting/desinfectie kunnen we nog veel groeien. Door intensiever landbouwgebruik

komen er meer bacteriën in de grond die schadelijk kunnen zijn voor de zaden. Met onze

Thermoseeds machines kunnen we door stoombehandeling bacteriën en virussen doden

zonder dat het zaad wordt aangetast.” Deze behandelingsmethode wordt veel toegepast in de

hoogtechnologische landen, maar ook in Brazilië en China is deze behandelingsmethode meer

in opkomst. De innovaties van Incotec zorgen zo ook voor verduurzaming.

Werken jullie samen met instellingen of andere bedrijven op gebied van innovatie?

“We hebben samenwerkingsverbanden met verschillende (landbouw)universiteiten, hoge

scholen en mbo’s. Naast de technologie willen we dat ook jonge mensen ons kennen en op

deze manier instroom van jong talent bevorderen. Mensen zijn ontzettend belangrijk voor ons

bedrijf. Het is een marktniche waarin we opereren. Naast onderzoeksinstellingen willen we

samenwerken met de chemische industrie. Combinaties van technieken in de chemie kan

Incotec veel opleveren.”

Jullie technologische kennis lijkt heel specialistisch. Is personeel daarom voor jullie een

belangrijke valuedriver?

“Absoluut. Onze kennis is heel specialistisch. Mensen moeten bij ons niet alleen veel afweten

van zaadproductie, maar ook van genetica, chemie en machinetechniek. Het is daarom

belangrijk dat onze mensen op alle gebieden kennis delen en samenwerken. De kennis moet

zoveel mogelijk in systemen worden vastgelegd, maar desondanks blijft het ook mensenwerk

en ‘fingerspitzengefühl’. Om technisch hoogopgeleide mensen zover te krijgen wordt veel

gedaan aan peoplemanagement. Wij moeten als management passie overbrengen op het

personeel, zodat zij het technische niveau halen wat we nastreven.” De werknemers van

Incotec zijn zeer belangrijke assets die waarde toevoegen.

In de zaadveredeling worden veel rassen afgeschermd door middel van kwekersrechten.

Hebben jullie de zelfontwikkelde technieken beschermd met behulp van patenten?

Zijp: “We hebben patenten, maar soms zijn patenten niet van toegevoegde waarde. Grote

zaadveredelingsbedrijven hebben meer investeringsruimte, maar investeren liever in ras dan

dure technologie. Het is mede daarom niet van grote toegevoegde waarde om alles af te

schermen. De specialistische kennis van werknemers binnenboord houden en het vooruit

blijven lopen op de grote bedrijven is van groot belang, De kennis die ontwikkeld wordt van de

verschillende technieken blijft binnenshuis.”

Incotec heeft het afgelopen jaar wederom een sterke groei doorgemaakt. En voor 2014 zijn de

vooruitzichten eveneens gunstig. Voor de langere termijn kan Incotec een duurzame

toegevoegde waarde leveren. De wereldbevolking gaat naar zeven en later negen miljard

mensen. Het welvaartspeil stijgt en het landbouwareaal neemt zoals gezegd af. Incotec kan

met haar technieken zorgen voor een hogere productiviteit op een duurzame manier.

25

3. Nadere Analyse Top 65

In dit hoofdstuk gaan we in op de prestatie-indicatoren die gemeten zijn bij de

bedrijven in de top 65. In paragraaf 3.1 wordt de gemiddelde grootte van de bedrijven

in de top 65 weergegeven. In paragraaf 3.2 geven we de ontwikkeling van de

onderzochte prestatie-indicatoren over de onderzochte jaren weer. In de paragrafen

3.3 tot en met 3.6 worden de prestatie-indicatoren van de bedrijven uit de top 65 per

sub-sector gepresenteerd. De vergelijking met de benchmark van bedrijven in de

HTSM sector komt ter sprake in paragraaf 3.7. In paragraaf 3.8 kijken we naar de

stabiliteit van de bedrijven in de top 65.

In de tabel hiernaast laten we om te beginnen de score zien van de prestatie-

indicatoren over de verschillende subsectoren. De belangrijkste conclusies hieruit zijn:

Prestatie-indicatoren gemeten in de periode 2009-2012

Aantal

bedrijven

Bruto-

winst

(in mln

€)

Werk-

nemers

(FTE)

EBITDA/

brutowinst

Brutowinst

per

werknemer in

Groei

brutowinst

ROIC

Top 65 65 24.0 219 22% 138.664 9% 20%

Agro & Food

Techniek 39 18.1 171 23% 114.290 12% 23%

Veevoeder-

industrie 5 10.2 54 23% 235.031 7% 32% Verpakkings-

industrie 5 22.6 193 17% 119.578 1% 10% Zaadveredeling

en uitgangs-

materialen 10 53.7 440 23% 211.246 10% 14%

Overige 6 25.2 324 19% 110.870 3% 7%

Veel bedrijven zijn actief in de subsector Agro & Food Techniek.

De gemiddelde EBITDA/brutowinst verhouding bij de top 65 bedrijven is 22%

in de periode 2009-2012. De bedrijven in de verpakkingsindustrie en de

subsector overige presteerden onder het gemiddelde.

De gemiddelde brutowinst per FTE bedroeg 139.000 euro in de periode 2009-

2012. De bedrijven in de veevoederindustrie realiseren de hoogste brutowinst

per FTE.

Een top 65 bedrijf zag haar brutowinst in de periode 2009-2012 gemiddeld

groeien met 9%. Bedrijven in de Agro & Food Techniek groeiden het meest.

De ROIC in de top 65 was gemiddeld 20% in de periode 2009-2012. De

bedrijven in de veevoederindustrie realiseerden een aanzienlijk hogere ROIC.

De verpakkingsindustrie en de subsector ‘overige’ hebben een beduidend

lagere ROIC dan de andere subsectoren.

26

3.1 Groot vs klein

De gemiddelde grootte van de bedrijven in de top 65 tussen 2009 en 2012 gemeten in

brutowinst was 24 miljoen en de mediaan is 13,5 miljoen. Gemiddeld waren er per bedrijf 219

personen (FTE) werkzaam tussen 2010 en 2012. De mediaan bedroeg 105 FTE.

De onderzochte bedrijven zijn te typeren als middelgroot.

Gemiddelde prestatie-indicatoren naar grootte van bedrijven

Brutowinst (in mln €) 0-5 5-10 10-15 15-20 20-30 >30

Aantal bedrijven 12 16 10 7 10 10

Groei brutowinst 8,5% 11,4% 8,8% 13,4% 5,3% 8,4%

EBITDA/brutowinst 19% 19% 26% 26% 25% 21%

Brutowinst per FTE (x€1000) 135 136 117 161 124 168

ROIC 13.9% 33.2% 23.6% 13.5% 12.0% 12.2%

De bedrijven met een gemiddelde brutowinst tot 20 miljoen euro in de top 65 zijn

gemiddeld meer gegroeid en kennen een hogere ROIC dan de bedrijven met een

gemiddelde brutowinst van meer dan 20 miljoen euro.

De bedrijven met een gemiddelde brutowinst hoger dan 20 miljoen euro in de top 65

presteren beter op het gebied van brutowinst per FTE. De EBITDA/brutowinst

verhouding is in beide groepen vrijwel gelijk.

Behalve de brutowinst per FTE ontlopen de prestaties van de relatief kleine bedrijven

(brutowinst tot 5 miljoen euro) en de relatief grote bedrijven (brutowinst meer dan 30

miljoen) elkaar niet veel.

Naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt daalt de ROIC (vanaf 5 miljoen)

en vanaf 10 miljoen daalt de EBITDA/brutowinst verhouding.

De brutowinst per FTE bij bedrijven met een brutowinst boven de 30

miljoen wordt sterk beïnvloed door de bedrijven in de subsector

zaadveredeling en uitgangsmaterialen.

27

3.2 Ontwikkeling prestatie-indicatoren

Hieronder geven we de ontwikkeling van de gekozen prestatie-indicatoren weer in de jaren

2009- 2012 van alle top 65 bedrijven. Hierbij is niet gezocht naar een oorzaak van de

ontwikkeling of een oorzakelijk verband tussen bepaalde prestatie-indicatoren.

0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

2009 2010 2011 2012

x€10

00

Ontwikkeling Brutowinst en EBITDA

Brutowinst

EBITDA

Zoals blijkt uit de bovenstaande grafiek, is de gemiddelde brutowinst en EBITDA van

de bedrijven in de top 65 in de periode 2009 - 2012 elk jaar gestegen. De brutowinst

steeg jaarlijks gemiddeld met 9% en de EBITDA steeg jaarlijks gemiddeld met 10%.

Er was sprake van een stijgende EBITDA/brutowinst verhouding in de onderzochte

periode. De ROIC steeg sterk tussen 2009 en 2011. In 2012 was de ROIC vrijwel gelijk

ten opzichte van 2011. Tussen 2009 en 2012 is de ROIC met bijna 10 procentpunten

toegenomen.

De gemiddelde brutowinst per FTE maakte een flinke sprong in 2011 en daalde licht

in 2012. De gemiddelde brutowinst per FTE bedroeg afgerond 139.000 euro in de

periode 2009-2012.

0%

5%

10%

15%

20%

25%

2009 2010 2011 2012

Ontwikkeling EBITDA/brutowinst en ROIC

ROIC

EBITDA/Brutowinst

€124.000 €128.000 €132.000 €136.000 €140.000 €144.000 €148.000

2010 2011 2012

Brutowinst per FTE

Brutowinst per FTE

28

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000

Brut

owin

st (x

€100

0)

EBITDA (x€1000)

Spreiding gemiddelde brutowinst en EBITDA

gecorrigeerd voor 7 uitschieters

-40%

-20%

0%

20%

40%

60%

80%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%Gro

ei b

ruto

win

st

EBITDA/brutowinst

Spreiding gemiddelde groei brutowinst en EBITDA/brutowinst

Zoals blijkt uit de trendlijn in de grafiek hier links hebben bedrijven met een

hogere brutowinst ook een hogere EBITDA.

De bedrijven onder de trendlijn behalen een hogere EBITDA/brutowinst

verhouding dan gemiddeld.

Alle bedrijven in de top 65 hadden gemiddeld een positieve EBITDA/brutowinst

verhouding in de periode 2009 – 2012. Dit geldt ook voor bedrijven die te

maken hadden met een dalende brutowinst.

De groei van de brutowinst is vrijwel gelijk aan de groei van de EBITDA.

Daardoor stijgt (of daalt) de EBITDA/brutowinstverhouding vrijwel niet,

naarmate de brutowinst harder groeit.

29

3.3 Subsector Agro & Food Techniek

In de vorige paragraaf lieten we de ontwikkelingen van de prestatie-indicatoren zien. In de

navolgende vier paragrafen belichten we de verschillende subsectoren. Gestart wordt met de

subsector Agro & Food Techniek.

De groei van de Agro & Food Techniek subsector en de gemiddelde jaarlijkse brutowinst groei

van de 39 Agro & Food Techniek bedrijven zijn weergegeven in de onderstaande grafiek. Het

basisjaar is 2009.

De groei van de mondiale voedselproductie in de periode 2009-2012 was 1,8% per jaar en dit

had een positief effect op de investeringen in de landbouw en voedselverwerking. Met name

in opkomende economieën waar de capaciteit en productiviteit relatief laag is, werd veel

geïnvesteerd. De mondiale groei van de voedselproductie werkt als een accelerator voor de

bedrijven in de Agro & Food Techniek. Deze bedrijven groeiden in de periode 2009-2012 in

brutowinst met 12% per jaar.

In de tabel hiernaast zijn de hoogst geplaatste 10 van de 39 Agro & Food techniek bedrijven

weergegeven. Van de 15 hoogst geplaatste bedrijven in de top 65 zijn er maar liefst 10 actief

in deze subsector.

Prestatie-indicatoren gemiddeldes

Agro & Food

Techniek

Bruto-

winst

(in mln €)

EBITDA/

brutowinst

Brutowinst

per FTE

(in €)

Groei

bruto-

winst

ROIC

18.1 23% 114.290 12% 23%

Top bedrijven in de Agro & Food Techniek

Rank Naam Gem. brutowinst 2009-2012 (x€1000)

1 Ottevanger Machinefabriek 8.521

4 Trioliet 17.372

5 Lias Industries 13.537

7 Winterwarm 3.984

9 Jansen 14.670

10 Emitech 21.507

11 Frans Vervaet 9.483

12 Tolsma Techniek 9.387

14 IPN Group 20.826

15 Christiaens Group 14.499

30

0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000

Brut

owin

st (x

€100

0)

EBITDA (x€1000)

Spreiding gemiddelde brutowinst en EBITDA*

De bedrijven in de Agro & Food Techniek realiseerden alle een positief

gemiddelde EBITDA tussen 2009 en 2012.

De trendlijn laat zien dat een hogere brutowinst gepaard gaat met een hogere

EBITDA.

0

5000

10000

15000

20000

25000

2009 2010 2011 2012

x€10

00

Ontwikkeling brutowinst en EBITDA

"Brutowinst"

"EBITDA"

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

2009 2010 2011 2012

Ontwikkeling EBITDA/brutowinst en ROIC

EBITDA/Brutowinst

ROIC

€108.000

€110.000

€112.000

€114.000

€116.000

€118.000

€120.000

2010 2011 2012

Brutowinst per FTE

Brutowinst per FTE

*Gecorrigeerd voor 5 uitschieters

De bedrijven in de subsector Agro & Food Techniek zijn in economisch slechte

tijden gegroeid in brutowinst (+12%) en EBITDA (9%) in de periode 2009-2012.

De EBITDA/brutowinst verhouding verbeterde elk jaar met uitzondering van

2012.

De gemiddelde ROIC van de bedrijven in de Agro & Food Techniek steeg met

ruim 10 procentpunten.

De gemiddelde brutowinst per FTE steeg sterk in 2011, maar daalde licht in 2012.

31

Bron: CBS Statline; Aeternus bewerking

3.4 Zaadveredeling en uitgangsmaterialen

Het ontwikkelen van het perfecte ras met de beste eigenschappen is het vak van bedrijven

in de zaadveredeling en uitgangsmaterialen. Volgens onderzoek van het LEI investeren zij

zo’n 12-15% van de productie in R&D. Ter vergelijking, de 1000 grootste bedrijven van de

wereld investeren 3,75% van de omzet in R&D7. De innovatie in de zaadveredeling en

uitgangsmaterialen betreft met name productinnovatie (85% van de R&D uitgave).

Nederlanders zijn koploper in het aanvragen van kwekersrecht. Circa 30% van alle

kwekersrechten in de wereld worden aangevraagd door Nederlandse veredelaars. Dit zorgt

voor een sterke concurrentiepositie van de Nederlandse veredelaars. De omzet van

Nederlandse veredelingsbedrijven is tussen de 65 en 70% afhankelijk van de export. De

afgelopen jaren is de export van uitgangsmaterialen sterk gegroeid. De export groeide van

0,7 miljard in 2001 naar ruim 1,3 miljard euro in 2010. Een groei van 82%.

De sector Zaadveredeling en uitgangsmaterialen wordt steeds belangrijker voor de

Nederlandse export. Vanaf 2000 is het aandeel in de totale Nederlandse uitvoerwaarde

gestegen met 72%. Volgens het LEI zijn Nederlandse zaadveredelaars voor 65 tot 70%

afhankelijk van de export.

De bedrijven in de zaadveredeling en uitgangsmaterialen zijn qua omvang het grootst van

alle door ons onderzochte bedrijven. De bedrijven in deze subsector kenden een jaarlijkse

gemiddelde groei van EBITDA van 10 procent over hun laatste drie boekjaren.

7 Bron: Uitgangsmaterialen motor voor export en innovatie, 2011; LEI Wageningen universiteit

Top bedrijven in Zaadveredeling en uitgangsmaterialen

Rank Naam Gem. brutowinst 2009-2012 (x€1000)

6 Broer 3.979

8 Bejo Zaden 79.013

13 Incotec Europe 21.395

25 Rijk Zwaan 179.813

26 Enza Zaden 132.276

27 Koppert 36.279

34 De Groot & Slot Beheer 13.958

48 Barenbrug 50.019

51 Van de Bilt Zaden en Vlas 3.250

52 Bio Seeds 16.521

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

2001 2010

Export Nederlandse uitgangsmaterialen (in mln €)

32

Prestatie-indicatoren gemiddeldes 2009-2012

Zaadveredeling en

uitgangsmaterialen

Bruto-

winst

(in mln €)

EBITDA/

brutowinst

Brutowinst

per FTE

(in €)

Groei

bruto-

winst

ROIC

53.7 23% 211.246 10% 14%

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

70000

2009 2010 2011 2012

x€10

00

Ontwikkeling brutowinst en EBITDA

Brutowinst

EBITDA

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

2009 2010 2011 2012

Ontwikkeling EBITDA/brutowinst en ROIC

EBITDA/Brutowinst

ROIC

€185.000

€190.000

€195.000

€200.000

€205.000

€210.000

€215.000

€220.000

€225.000

2010 2011 2012

Brutowinst per FTE

Brutowinst per FTE

De brutowinst steeg gemiddeld met 10% per jaar en nam elk jaar toe. Ook de

EBITDA nam elk jaar toe met 13%.

Zowel de EBITDA/brutowinst verhouding als ROIC stegen sterk tot 2011.

In 2012 daalden beide kengetallen.

De brutowinst per FTE steeg sterk in de periode 2010 - 2012.

De bedrijven in deze subsector scoren met een gemiddelde brutowinst per FTE het

hoogste van alle subsectoren.

De groei van de brutowinst en ROIC is lager dan die van de bedrijven in de Agro &

Food Techniek.

33

3.5 Veevoederindustrie

In de afgelopen jaren is de wereldproductie van vlees elk jaar toegenomen8. Deze tendens

houdt aan. Naar verwachting zal in 2050 de wereldwijde consumptie van vlees met minstens

35% zijn toegenomen. Deze toename wordt met name bepaald door opkomende landen in

Azië en Zuid-Amerika. Een gemiddelde westerling eet 78,9 kg vlees per jaar, een gemiddelde

consument in ontwikkelingslanden consumeert slechts 32,3 kg vlees. Het verschil wordt in de

toekomst steeds kleiner, door toenemende welvaart in Azië en Zuid-Amerika en een afname

van consumptie van vlees in West-Europa en de VS.

De toenemende vraag naar vlees heeft invloed op de veevoederindustrie.

Veevoederproducenten en toeleveranciers in deze sector kunnen van die ontwikkeling

profiteren. Tegelijkertijd neemt het beschikbaar akkerland wereldwijd af. De productiviteit van

grondstoffen moet per hectare omhoog om de groei van de productie van vlees bij te houden.

Productschap Diervoeder, de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in de productieketen van

diervoeders, richt haar pijlen op China sinds Nederland en China een

samenwerkingsverband zijn aangegaan met als doel de export van veevoeders te stimuleren.

De jaarlijkse groei in productie van veevoeders in China is 8,6% vanaf het begin van deze

eeuw. De wereldwijde productie van veevoeders is sinds 2008 jaarlijks met 2-3% gegroeid.

8 Bron: FAO en het Productschap Pluimveevlees

Top bedrijven in de veevoederindustrie

Rank Naam Gem. brutowinst

2009-2012 (x€1000)

2 Twilmij 6.913

3 Gebroeders Fuite 19.854

36 Klaremelk 6.244

37 Fransen Gerrits 12.952

41 Theeuwes 4.908

Prestatie-indicatoren gemiddeldes 2009-2012

Veevoeder-

industrie

Bruto-

winst

(in mln €)

EBITDA/

brutowinst

Brutowinst

per FTE

Groei bruto-

winst ROIC

10.2 23% 235.031 7% 32%

34

3.6 Verpakkingsindustrie

Vrijwel alle Agro & Food producten worden meermaals verpakt alvorens ze bij de consument

aankomen. Dit is nodig vanuit het perspectief van voedselveiligheid, gemak en houdbaarheid

van producten. Producten worden door verschuiving van het consumptiepatroon steeds meer

verpakt in verschillende vormen en maten.

De productie in de verpakkingsindustrie kromp in 2009 als gevolg van de recessie maar in 2010

herstelde deze subsector zich al9. De verpakkingsproducenten in de Agro & Food keten zijn

sterk gerelateerd aan de consumptie van voedsel. Zoals eerder aangegeven zal de productie

en consumptie van voedsel in de komende 36 jaar met 60-70% groeien en verwacht wordt dat

de verpakkingsproducenten in de Agro & Food keten minimaal dezelfde groei zullen

doormaken. De verwachting is dat deze producenten steeds duurzamer gaan produceren door

toenemende recycling van grondstoffen. Bovendien worden verpakkingsproducten meer en

meer geproduceerd van milieuvriendelijke grondstoffen om zo te kunnen blijven voldoen aan

de eisen van de markt.

Hiernaast zijn de bedrijven uit de top 65 weergegeven die actief zijn in verpakkingsmateriaal

van Agro & Food producten.

9 Bron: Visie op sectoren: Verpakkingsindustrie; 2011; ABN Amro

Prestatie-indicatoren gemiddeldes 2009-2012

Verpakkings-

industrie

Bruto-

winst

(in mln €)

EBITDA/

brutowinst

Brutowinst

per FTE

(in €)

Groei

bruto-

winst

ROIC

22.6 17% 119.513 1% 10%

Top bedrijven in de verpakkingsindustrie

Rank Naam Gem. brutowinst 2009-2012 (x€1000)

31 Hordijk Verpakkingsindustrie 26.822

43 KIVO Plastic Verpakkingen 17.945

46 Oerlemans Plastics 20.653

50 Krehalon 21.009

57 PET-Power 26.444

35

3.7 Vergelijking met bedrijven in de HTSM sector

De toeleverende bedrijven in de Agro & Food sector en in het bijzonder de bedrijven in de

subsector Agro & Food techniek hebben raakvlakken met bedrijven in de High Tech Systemen

en Materialen sector (HTSM). In zowel de Agro & Food techniek als de HTSM sector zijn

bedrijven actief die bezig zijn met vervaardiging van machines, apparaten en systemen.

Bovendien besteden beide (sub)sectoren veel aandacht aan R&D en innovatie. De HTSM

sector is de meest innovatieve sector in Nederland. De HTSM sector is goed voor bijna 50%

van de totale private R&D uitgave in Nederland10 en geeft per medewerker dubbel zoveel uit

aan R&D dan een gemiddelde toeleverancier in de Agro & Food keten. Zie voor kengetallen

van de HTSM sector en vergelijking met de Agro & Food keten bijlage E: Kengetallen HTSM

sector.

We hebben bij de samenstelling van de benchmark van HTSM bedrijven gelet op de grootte,

zodat deze overeenkomen met de gemiddelde grootte van bedrijven uit de top 65. De

benchmark bestaat uit een zevental bedrijven11. We hebben de bedrijven onderzocht op

dezelfde prestatie-indicatoren als de bedrijven uit de top 65.

10 Bron: CBS “Monitor Topsectoren: Uitkomst eerste meting”; 2012 11 De benchmark van HTSM bedrijven bestaat uit NTS Holding, Frencken Europe BV, GEVO BV, Holding Wemo BV, FEI Europe, Neways Electronics

HTSM versus Top 65 en Agro & Food Techniek

Naam Brutowinst (in mln €)

EBITDA/ brutowinst

Brutowinst/ FTE

(in €)

Groei brutowinst ROIC

Gemiddelde HTSM 29.9 21% 79.926 16% 19%

Gemiddelde Top 65 24.0 22% 138.664 9% 20%

Agro & Food Techniek 18.1 23% 114.290 12% 23%

Belangrijkste conclusies vergelijking met benchmark HTSM

De EBITDA/brutowinstmarge is vrijwel gelijk.

Een medewerker in de top 65 realiseert aanzienlijk meer brutowinst dan

een medewerker in de HTSM sector (+72%). Ook een medewerker bij

een van de 39 Agro & Food Techniek bedrijven realiseren aanzienlijk

meer brutowinst dan een medewerker bij een van de bedrijven in de

HTSM sector (+43%).

De bedrijven in de HTSM sector zijn gemiddeld meer gegroeid dan

bedrijven in de top 65 in de periode 2009-2012.

De gemiddelde ROIC is vrijwel gelijk bij de benchmark van de HTSM en

de top 65.

De bedrijven in de Agro & Food Techniek realiseren een hoger ROIC

(23%) dan de benchmark van bedrijven in de HTSM sector (19%).

0

10000

20000

30000

40000

2009 2010 2011 2012

x€10

00

Ontwikkeling gemiddelde brutowinst

HTSMBrutowinst

Top 65Brutowinst

Agro & FoodTechniekBrutowinst

36

3.8 Stabiele prestaties

De Agro & Food sector kenmerkt zich doordat zij in tegenstelling tot vele andere sectoren

zoals de HTSM sector minder volatiel is. De HTSM sector in Nederland is afhankelijk van

volatiele eindmarkten als de automotive en halfgeleiderindustrie. De Agro & Food sector kent

minder pieken en dalen, omdat de voedselproductie minder conjunctuur gevoelig is. Dit zien

we terug in de spreiding van de onderzochte prestatie-indicatoren in de periode 2009-2012.

De toeleveranciers in de Agro & Food sector profiteren van de relatief lage volatiliteit en

presteren veelal zeer stabiel.

Veel van deze toeleveranciers hebben in de onderzochte jaren 2009 tot en met 2012 relatief

kleine veranderingen laten zien in de EBITDA/brutowinst verhouding en Brutowinst per FTE.

Relatief kleine veranderingen wil niet zeggen dat deze bedrijven niet groeien. Zoals in

voorgaande paragrafen is beschreven, hebben de bedrijven in de top 65 een gemiddelde

jaarlijkse groei gekend van 9% van de brutowinst in de (crisis)jaren 2009-2012.

In de tabel hiernaast zijn de meest stabiele bedrijven uit de top 65 weergegeven. In de drie

meest rechtse kolommen zijn de variatiecoëfficiënten van de prestatie-indicatoren

weergegeven (voor uitleg van het begrip variatiecoëfficiënt zie de bijlage: Toelichting

variatiecoëfficiënten).

In het cirkeldiagram hiernaast zien we dat een ruime meerderheid zeer stabiel presteert voor

wat betreft de brutowinst per FTE.

Stabiel presterende bedrijven Top 65 Rank Top 65

Bedrijf EBITDA/ brutowinst Variatie-coëfficiënt

Brutowinst per FTE Variatie-coëfficiënt

ROIC Variatie-coëfficiënt

8 Bejo Zaden 3% 1% 13% 35 Hordijk

Verpakkingsindustrie 9% 3% 10%

26 Enza Zaden 11% 2% 18% 34 De Groot & Slot

Beheer 8% 3% 21%

45 Qlip 11% 5% 34%

43%

17%

19%

3% 18%

Variatiecoëfficiënt EBITDA/Brutowinst

0-25%

25-50%

50-75%

75-100%

>100%

48%

34%

9%

1% 3%

5% Variatiecoëfficiënt Brutowinst per FTE

0-10%

10-20%

20-30%

30-40%

40-50%

>50%

60% van de bedrijven in de top 65 heeft een EBITDA/brutowinst variatiecoëfficiënt van maximaal 50%.

82% van de bedrijven in de top 65 heeft een brutowinst per FTE variatiecoëfficiënt van maximaal 20%.

37

4. Waardecreatie

De verschillende prestatie-indicatoren in dit onderzoek zijn het resultaat van activiteiten die

uiteindelijk moeten leiden tot waarde creatie. Met de door ons gehanteerde dataset van de

top 65, is het ook mogelijk om een indicatie te geven van de waardecreatie van deze bedrijven

in de periode 2009–2012.

De waardecreatie is door ons berekend met behulp van zogenaamde EBIT multiples. Een

multiple is een getal om de bedrijfswaarde te berekenen. De multiple wordt vermenigvuldigd

met een gekozen financieel resultaat. De EBIT multiple wordt verkregen uit historische data

bijvoorbeeld het rekenkundig gemiddelde van een peer groep, verkregen uit transacties van

vergelijkbare bedrijven. De multiples verschillen dan ook per industrie en gekozen financieel

resultaat en fluctueren over de tijd.

Bedrijfswaardering en daarmee ook de berekening van mogelijke waardecreatie, is geen

exacte wetenschap. In de DCF methode, de meest toegepaste methode van waarde

berekening, wordt de waarde en te realiseren waardecreatie, gebaseerd op toekomstige vrije

kasstromen van de onderneming en deze zijn afhankelijk van de markt waarin het bedrijf

opereert. Vanuit een investeringsperspectief is het immers interessant wat er in de toekomst

aan waarde kan worden gerealiseerd.

De insteek van dit hoofdstuk is een andere. We kijken naar het verleden met als doel een

indicatie te geven van de waarde creatie in de afgelopen jaren. Daarbij baseren wij ons op de

historische resultaten van de top 65 bedrijven zoals weergegeven in de gepubliceerde cijfers.

Wij merken op dat eventuele balans- en resultaateffecten welke van invloed kunnen zijn op

het resultaat hierbij niet gecorrigeerd kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn de wijze van

administreren van onderhanden werk posities en het al dan niet activeren van

ontwikkelingskosten.

De door ons gehanteerde EBIT multiples van 2009 en 2012 zijn het resultaat van

rekenkundige gemiddeldes van verschillende (sub)sectoren. De EBIT multiple voor 2009

en 2012 hebben wij op basis van de door ons gehanteerde datasets bepaald op

respectievelijk 5,8 en 6,612. De stijging van de multiple betekent dat de prijzen voor

bedrijven in (sub)sectoren waar de top 65 bedrijven actief zijn de afgelopen jaren zijn

gestegen.

Indien een bedrijf een negatieve EBIT realiseerde in 2009 of in 2012 is de waardecreatie

enkel berekend om een inschatting te kunnen maken wat de totale waardecreatie van de

gehele top 65 is geweest. De multiple methode is niet geschikt voor waarde berekening

als er een negatieve EBIT is gerealiseerd in 2009 of 2012. Bij veertien bedrijven die een

negatieve EBIT realiseerden in 2009 of 2012 is de individuele waarde groei niet berekend

en deze zijn niet opgenomen in de Top 5 waardecreatie op de volgende pagina.

De gehele top 65 creëerde afgerond 615 miljoen euro aan waarde. Gemiddeld was de

waardecreatie 48% per bedrijf.

De totale waardecreatie is te splitsen in een EBIT en een multiple effect. Het EBIT effect is

de stijging van de EBIT in de periode 2009-2012 waarbij geen rekening wordt gehouden

met de multiple stijging. De EBIT steeg gemiddeld met 9% per jaar in de periode 2009-

2012.

Het multiple effect is het effect van de stijging van de multiple op de waardecreatie. In het

figuur op volgende pagina is de totale waardecreatie van de top 65 schematisch

weergegeven.

12 De multiples van de periode 2009 – 2012 zijn door ons bepaald op basis van verschillende bronnen zoals:

- www.finance-magazin.de - Damodaran

38

48%

48%

Waardecreatie in Top 65

Waarde-

creatie

in %

Waarde-

creatie

(x €1000)

Aantal

bedrijven

Top 65 48% 614.856 65

Agro & Food Techniek 54% 312.930 39

Veevoederindustrie 124% 66.864 5

Zaadveredeling en

uitgangsmaterialen 55% 265.400 10

Verpakkingsindustrie -45% -30.451 5

Overig 0% 0.111 6

Top 5 waardecreatie

Rank Top 65 Bedrijf Waardecreatie in %

1 Ottevanger Machinefabriek 2249%

22 Royal Duyvis Wiener 922%

5 Lias Industries 875%

49 Vredo-Dodewaard 871%

47 Van Uitert B.V. 723%

Totale waardecreatie 2009-2012: 615 miljoen

EBIT effect:

385 miljoen

Multiple effect: 230 miljoen

(5.8 * Totale EBIT 2012) – (5.8 * Totale EBIT 2009) = 385 miljoen

(6.6 * Totale EBIT 2012) – (5.8 * Totale EBIT 2012) = 230 miljoen

Nummer één Ottevanger Machinefabriek heeft de afgelopen drie boekjaren relatief de

meeste waarde gecreëerd van alle bedrijven in de top 65.

De verpakkingsindustrie is de enige subsector die in waarde is gedaald.

De mondiale voedselproductie zal de komende jaren blijven stijgen

waardoor er veel potentie is voor waardecreatie in de toekomst. De

afgelopen jaren is de voedselproductie gegroeid met 1,8 % per jaar. Zoals

gezegd liggen de meeste groeikansen voor de Agro & Food sector in Azië,

Zuid-Amerika en Oost-Europa.

39

5. Samenvatting

Agro & Food algemeen

De Nederlandse Agro & Food keten is jaarlijks goed voor een productie van circa 130 miljard

euro en is daarmee goed voor 10% van de totale productie in Nederland. Bovendien is deze

keten goed voor 11% van de werkgelegenheid in Nederland.

De toeleverende bedrijven in de Agro & Food exporteren relatief veel ten opzichte van de

totale productie die zij genereren en hebben in de afgelopen jaren een groter aandeel in de

Nederlandse export verworven. Zo is het aandeel uitgangsmaterialen in de totale Nederlandse

export met 72% toegenomen sinds 2000.

De toeleverende schakel in de Agro & Food keten is bovendien innovatief, gezien het hoge

percentage aan R&D uitgaven van de productie en het aandeel innoverende bedrijven.

Enorme groeikans voor toeleveranciers

De wereldbevolking zal in 2030 gegroeid zijn naar 8,3 miljard mensen en in 2050 naar 9 miljard

mensen. Dit leidt tot verstedelijking en een afname van de beschikbare landbouwgrond. De

voedselproductie moet omhoog.

Daarnaast neemt de welvaart toe. De middenklasse in Azië is in 2020 verdubbeld ten opzichte

van nu. Ook in Zuid-Amerika stijgt het welvaartsniveau razend snel. De druk op prijzen van

grondstoffen en voedsel stijgt. In de periode 2011-2020 verwacht het OECD en FAO een

stijging van 20-30% van de prijzen van graan en vlees. Om te kunnen blijven concurreren met

boeren in Azië, Zuid-Amerika en Oost-Europa wordt er gezocht naar schaalgrootte en alsmaar

hogere productiviteit. Het aantal Nederlandse bedrijven in de primaire agrarische sector is de

afgelopen tien jaar met 20% gedaald.

Om de vruchten van deze ontwikkelingen te plukken zijn de Nederlandse toeleveranciers

uitstekend gepositioneerd. De Nederlandse Agro & Food keten behoort al jaren tot de

internationale top. De toeleveranciers in de Agro & Food hebben hieraan een flinke

bijdrage geleverd door telkens weer met innovatieve oplossingen te komen die leiden tot

een alsmaar hogere productiviteit of hogere toegevoegde waarde van producten. Om die

toppositie in de toekomst te behouden speelt de Nederlandse Agro & Food in op de

mondiale trends en ontwikkelingen. Duurzaamheid van producten en productieproces,

hogere toegevoegde waarde van voedsel, innovatie in landbouwtechnieken en

internationaal leidend zijn door te excelleren op gebied van kennis en innovatie en de

vruchten hiervan mondiaal te exporteren zijn de belangrijkste speerpunten voor de

Nederlandse Agro & Food keten.

Top 65 analyse

Groot vs klein

De nummer één Ottevanger Machinefabriek behoort tot de kleinere bedrijven van de top

65 met een gemiddelde brutowinst van ruim 8 miljoen euro in de periode 2009-2012. De

relatief grote bedrijven in de top 65 (brutowinst>30 miljoen euro) presteren niet beter dan

de relatief kleine bedrijven (brutowinst<10 miljoen euro) op de door ons onderzochten

prestatie-indicatoren. Naarmate de bedrijfsgrootte toenam zagen we een daling van de

ROIC.

De jaarlijkse brutowinst groei van de relatief grote en kleine bedrijven in de top 65 waren

respectievelijk 8,5% en 8,4%. Alle bedrijven wisten dus van de marktontwikkelingen te

profiteren.

Groei

De top 65 bedrijven in de Agro & Food keten hebben de afgelopen jaren een

bovengemiddelde groei doorgemaakt in vergelijking met de totale Nederlandse economie.

Met name de 39 bedrijven in de Agro & Food Techniek zijn hard gegroeid. Gemiddeld

40

groeide de brutowinst van een top 65 bedrijf met 9 procent in brutowinst per jaar in de

periode 2009-2012.

Hoge productiviteit en stabiele prestaties

Medewerkers in de top 65 hebben een hoge arbeidsproductiviteit. Vergeleken met

medewerkers in de benchmark van bedrijven uit de HTSM sector realiseren de medewerkers

in de top 65 gemiddeld 72% meer brutowinst. Dat terwijl de totale HTSM sector goed is voor

bijna 50% voor de totale private R&D uitgave in Nederland en een HTSM bedrijf gemiddeld

twee keer zoveel uitgeeft aan R&D dan een toeleverancier in de Agro & Food keten.

Daarnaast viel op dat de brutowinst per FTE bij veel bedrijven op hetzelfde niveau bleef in de

periode 2009 - 2012. De volatiliteit per jaar was laag.

Geen bulk

De EBITDA/brutowinst verhouding was gemiddeld 22% in de periode 2009 - 2012 bij de

bedrijven in de top 65. De marge op de verkopen zijn ruim. Veel bedrijven behoren tot de top

in hun vakgebied en leveren een hoge kwaliteit waardoor ze hogere prijzen kunnen bedingen

dan concurrenten. Zoals gezegd steeg de brutowinst gemiddeld met 9% per jaar, maar ook de

EBITDA groeide sterk waardoor de EBITDA/brutowinst verhouding bij veel bedrijven vrijwel

gelijk bleef in de periode 2009-2012.

Waardecreatie

Met behulp van EBIT multiples hebben we een inschatting gemaakt van de waardecreatie in

de periode 2009 - 2012. De nummer één in de top 65, Ottevanger Machinefabriek, creëerde

relatief gezien de meeste waarde in de desbetreffende periode. De top 65 bedrijven

creëerden samen naar schatting voor ruim 600 miljoen euro aan waarde in deze periode. De

waardecreatie werd voor bijna 2/3 bepaald door een groei van de EBIT (gemiddeld 9% per

jaar) in de periode 2009-2012. De 9% stijging per jaar overtreft in ruime mate de groei van de

wereldwijde Agro & Food productie (1,8% per jaar). Dit betekent dat deze bedrijven hun

relatieve concurrentiepositie verder verbeterd hebben.

Wanneer we de groei van de mondiale voedselproductie doortrekken en de groei van de

bedrijven in de top 65 doortrekken is er nog veel potentie om verdere waardecreatie te

realiseren in de toekomst.

Tot slot

De geleverde prestaties van de top 65 in de (crisis)jaren 2009-2012 zijn indrukwekkend.

Jaar op jaar hebben deze bedrijven hun marktpositie verbeterd.

De groeiverwachting van de agrarische sector wereldwijd en de positie die Nederlandse

bedrijven hier innemen is grotendeels uitstekend te noemen. Wij zijn dan ook erg

benieuwd hoe deze bedrijven de komende jaren de marktkansen die voorliggen gaan

grijpen. Ze staan uitstekend opgesteld voor een verdere waardecreatie!

41

Geraadpleegde bronnen & literatuur

Agricultural Outlook 2011-2020, OECD Publishing en FAO

Agrofood Strategy Trends 2013; L. van der Veen, R. van Lanen, E. Lambregts, W. Ambrosius; Berenschot; 2013 Comparing environmental impacts for livestock products: A review of lifecycle assessment; M.

de Vries & I.J.M de Boer; Livestock science 128; 2011

De innovativiteit van het MKB in 2013, S.T. Doove en Y.M. Prince, Panteia; 2013

De innovatieve ondernemer; J. De Jong et al.;2009

De markt van de leg: Visie op de Nederlandse legpluimveehouderij; J. van den Hurk et al.;

Rabobank Nederland Directoraat Bedrijven; 2012

Dossier Kassenbouw; AgriHolland; 2013

Draagvlak voor succes: De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020; J van den Hurk,

N.D. Mulder & A. Abbing-Zijgers; Rabobank Nederland Directoraat Bedrijven; 2012

Food 2030: Samenwerking vanuit een nieuwe mindset; M. Erich; Rapport ING Bank; 2012

Hightech agrosystems: made in Holland in het kwadraat; G. Albers et al.; Research report ABN

Amro; 2012

Gira Meat Club Conference 2012 samenvatting via

http://www.pve.nl/wdocs/dbedrijfsnet/up1/ZitwzyuIcB_wereldpluimveevleesmarkt.pdf

In Perspectief Over de toekomst van de Nederlandse agrosector; P.T. Berkhout et al.; LEI-

rapport 2011-051; LEI-Wageningen UR

Innovatie in de land- en tuinbouw 2012; R.W. van der Meer, M.A. van Galen; LEI

Wageningen UR; 2013

Landbouw-Economisch Bericht 2011; P.T. Berkhout en C. van Bruchem; Report 2011-017;

LEI-Wageningen UR

Monitor Technische Arbeidsmarkt 2013; M. Volkerink, E. Berkhout, P. Bisschop, A. Heyma;

SEO Economisch Onderzoek

Monitor topsectoren Uitkomst eerste meting; 2012; Centraal Bureau voor de Statistiek;

Monitor topsectoren: Methodebeschrijvinig en tabellenset, 2012; Centraal Bureau voor de

Statistiek; 2012

Precision Agriculture; M&A, Investments, and Start-ups on the Rise; E.M. Oganesoff, R.

Howard; FOCUS Investment Banking; 2014

The Emerging Middle Class in Developing Coutries; H. Kharas; 2012; OECD Development

Centre; Working Paper no 285; 2012

Topsector Agro & Food – De Nederlandse groeidiamant; C. ’T Hart et al.; 2011;

Rijksoverheid;

Tuinbouwtoeleveranciers veroveren de wereld; W. Baltussen en P. Smits; LEI Wageningen

Universiteit; 2013

Uitgangsmaterialen: motor voor export en innovatie; T. Bakker et al.; Volume 11; issue 91

of LEI-publicatie/LEI Wageningen UR; 2011

42

Valuation: measuring and managing the value of companies; T. Copeland, T. Koller, J. Murrin;

3rd edition; McKinsey & Company Inc.; 2003

Van boterberg naar biobased (47-61); J.H.M. Peerlings & C. Gardebroek; 2009; Wageningen

Academic Publishers

Vee, Vlees en Eieren in Nederland, kengetallen 2012; Productschap Pluimvee en Eieren en

Productschap Vee en Vlees; 2013

Visie op sectoren: Verpakkingsindustrie; 2011; ABN Amro

Voedingsmiddelenindustrie 2013-2018: Een visie op productie, investeringen en assets in vier

branches; J. Witteveen; ING Economisch Bureau; 2013

VDMA Agricultural Machinery Report 2012; 2012

World Agriculture Towards 2030/2050: The 2012 Revision; 2012; N. Alexandratos, J. Bruinsma;

ESA Working Paper; FAO Agricultural Development Economics Divison

www.cbs.nl

www.companyinfo.nl

www.finance-magazin.de

www.faostat.fao.org

www.marktinfo-eier-gefluegel.de

www.rabobankcijfersentrends.nl

www.tno.nl

www.nyu.stern.com

http://pages.stern.nyu.edu/~adamodar/

43

Bijlage

Bijlage A: Afkortingen

Afkorting Begrip

A&F Agro & Food

EBIT Earnings Before Interest and Taxations

EBITDA Earnings Before Interest, Taxations, Depreciations and Amortizations

FTE Full Time Equivalent

HTSM High Tech Systemen en Materialen

MKB Midden- en kleinbedrijf

Mln Miljoen

NOPLAT Net Operating Profit Less Adjusted Taxes

ROIC Return on Invested Capital

44

Bijlage B: Begrippenlijst

Begrippen Omschrijving

Agro & Food keten (inclusief Tuinbouw & Uitgangsmaterialen) De Agro & Food keten wordt door het CBS ingedeeld in de schakels: 1) Primaire agrarische sector, 2) Voedingsmiddelenindustrie 3) Groot- en detailhandel en 4) Overig. Bedrijven in de Tuinbouw & uitgangsmaterialensector zijn door het CBS ingedeeld in de groepen 1) Primaire agrarische sector of 4) Overig. Het CBS bakent de bedrijven af op basis van SBI codes 2008. In dit onderzoek zijn de schakels van de sectoren Agro & Food en Tuinbouw en uitgangsmaterialen samengevoegd.

Agro & Food sector Een van de door het kabinet aangewezen topsector in Nederland bestaande uit twee subsectoren 1) Primaire agrarische sector (zoals landbouwbedrijven) en 2) Voedingsmiddelenindustrie (zoals vlees- en groenteverwende industrie).

Agro Techniek Aanduiding voor een breed scala aan bedrijven die technische productiemiddelen ontwerpen en/of produceren voor de primaire agrarische sector. Hierbij kan het gaan om onder andere bedrijven die landbouwmachines produceren of bedrijven die actief zijn op het gebied van stalinrichting of was- en sorteermachines voor groentesoorten. Deze aanduiding is gebaseerd op de Europees gehanteerde productcode 28.30. Doordat er overlap bestaat tussen de Agro Techniek en Food techniek worden Agro Techniek en Food Techniek gecombineerd, te kennen als de subsector Agro & Food Techniek in dit onderzoek.

Arbeidsjaar (FTE) Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten of ‘full time equivalent’ genoemd (FTE).

Arbeidsproductiviteit De bruto toegevoegde waarde in basisprijzen per arbeidsjaar.

Basisprijs De basisprijs is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van product gebonden belastingen (waaronder) btw en product gebonden subsidies.

Bedrijfslasten, som der In dit onderzoek hanteren we een functionele indeling bij het bepalen van het resultaat van een onderneming. De som der bedrijfslasten zijn de totale lasten (kosten) die een onderneming maakt exclusief de inkoopwaarde van de omzet of kosten van grond- en hulpstoffen én kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten. In dit onderzoek scharen we de afschrijvingskosten, lonen, salarissen en sociale lasten en overige bedrijfslasten tot de som der bedrijfslasten.

Bedrijfsresultaat Het resultaat voor verrekening van rente en belastingen. Het is een maatstaf voor het operationele resultaat van een

45

onderneming. Deze term wordt afwisselend gebruikt met EBIT en kent ook dezelfde definitie.

Brutowinst De omzet van het bedrijf minus de inkoopwaarde van de omzet of de kostprijs van de verkopen en kosten van uitbesteed werk. Zoals deze blijkt uit de gepubliceerde jaarrekeningen.

Brutowinst per FTE De brutowinst gedeeld door het aantal werknemers in voltijdequivalenten (FTE). Het is een maatstaf voor de arbeidsproductiviteit.

Earnings Before Interest and Taxations (EBIT) Engelstalige afkorting voor ‘Earnings Before Interest and Taxations’. In het Nederlands kennen we deze term als het bedrijfsresultaat voor verrekening van rente en belastingen. Het is een maatstaf voor het operationele resultaat van een onderneming. Deze term wordt afwisselend gebruikt met de term bedrijfsresultaat.

Earnings Before Interest, Taxations, Depcreciations and Amortizations (EBITDA)

Engelstalige afkorting voor ‘Earnings Before Interest Taxations Depreciation and Amortization’. Het betreft het bedrijfsresultaat inclusief afschrijvingen op vaste activa en afschrijvingen op goodwill. EBITDA wordt gebruikt als maatstaf voor de winst die een onderneming behaalt met haar operationele activiteiten.

EBITDA/brutowinst Het bedrijfsresultaat inclusief afschrijvingen op vaste activa gedeeld door de brutowinst. Het is een maatstaf voor de operationele winst.

EBITDA Groei De jaarlijkse gemiddelde procentuele groei van de EBITDA. Het groeipercentage vertegenwoordigt de jaarlijkse gemiddelde groei over de drie meest recente jaren. De jaarlijkse groei wordt berekend met CAGR (=beëindigend waarde/startingwaarde)^(1/aantal jaren)-1.

Eigen onderzoek Werkzaamheden binnen het bedrijf en uitgevoerd met eigen personeel, om kennis te vergroten of toe te passen bij het ontwerpen van nieuwe of sterk verbeterde producten en processen.

Exporteur Nederlands bedrijf met buitenlandse handel in goederen.

Food Techniek Aanduiding voor een breed scala aan bedrijven die technische productiemiddelen ontwerpen en/of produceren voor de voedingsmiddelenindustrie. Hierbij kan het gaan om onder andere groenteverwerkingsmachines of verpakkingsmachines, maar ook klimaat- en bewaartechniek. Deze aanduiding is gebaseerd op de Europees gehanteerde productcode 28.93. Doordat er overlap bestaat tussen de Agro Techniek en Food techniek worden Agro Techniek en Food Techniek gecombineerd, te kennen als Agro & Food Techniek in dit onderzoek.

High Tech Systemen & Materialen Een van de door het kabinet aangewezen topsectoren in Nederland. Deze topsector omvat een aantal nauw met elkaar verweven maakindustrieen: de machine- en systeemindustrie, automotive, lucht- en ruimtevaart en materialen

46

inclusief staal. Afgekort als HTSM of HTMS.

Innovatie uitgave Uitgave aan eigen R&D, uitbestede R&D, aankoop van machines, apparatuur en software en aankoop van andere externe kennis.

Innoverende bedrijven Een bedrijf wordt als innoverend bedrijf aangemerkt indien het in de verslagperiode technologische innovatieprojecten – al dan niet-succesvol – heeft uitgevoerd, in de verslagperiode nog bezig was met technologische innovatieprojecten of in de verslagperiode niet-technologische innovatieprojecten succesvol heeft uitgevoerd.

Investeringen Goederen die worden aangeschaft of in eigen beheer worden voortgebracht, met als doel om als kapitaalgoed in het productieproces ingezet te worden. Algemeen worden als zodanig beschouwd goederen met een levensduur van meer dan een jaar (zoals gebouwen, woningen, machines, vervoersmiddelen en dergelijke). In dit onderzoek betreffen het netto investeringen aan materiele activa (exclusief BTW) door niet-financiële bedrijven waargenomen in de statistiek Investeringen.

Net Operating Profit Less Adjusted Taxes (NOPLAT) Engelstalige afkorting voor ‘Net Operating Profit Less Adjusted Taxes’. NOPLAT staat gelijk aan het bedrijfsresultaat voor verrekening van interest inkomsten en kosten én na belastingen. In dit onderzoek hanteren we een belastingdruk van 25% van het bedrijfsresultaat (EBIT).

R&D uitgave Uitgave aan eigen onderzoek en uitbesteed onderzoek.

Return On Invested Capital (ROIC) Engelste afkorting van ‘Return on invested capital’. Het betreft NOPLAT gedeeld door de totale vaste activa inclusief werkkapitaal minus de kortlopende schulden. Het is een maatstaf om de winstgevendheid van bestaande investeringen te meten.

Primaire agrarische sector Met primaire agrarische sector wordt in deze studie de primaire agrarische sector of landbouw (inclusief tuinbouw sector) bedoeld. De primaire agrarische sector is onder te verdelen in de akkerbouw, veeteelt en tuinbouw. Daarnaast zijn er bijzondere vormen binnen de landbouw zoals intensieve landbouw en biologische of duurzame landbouw. Intensieve landbouw is gericht op een zo groot mogelijke opbrengst te verkrijgen d.m.v. gebruik van geavanceerde machines en chemicaliën. Biologische of duurzame landbouw wijst het gebruik van chemicaliën juist af en stelt de houdbaarheid van landbouw als het gaat om gebruik van grond, grondstoffen, water en energie voorop.

Productie De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten, alsmede de waarde van producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheerd, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De productiewaarde van productie voor eigen gebruik wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou

47

hebben ontvangen.

Standaardafwijking Een maatstaf in de statistiek om spreiding te meten van een variabele of een verdeling. De standaardafwijking wordt berekend door de wortel te trekken van de variantie. Daardoor is deze vergelijkbaar met de waarde zelf en wordt op dezelfde manier uitgedrukt. De standaardafwijking wordt gebruikt om de spreiding – de mate waarin de waarden onderling verschillen – van een verdeling aan te geven.

Toegevoegde waarde Het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (excl. aftrekbare btw). Onder intermediair verbruikt wordt verstaan de producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces, gewaardeerd tegen aankoopprijzen, exclusief aftrekbare btw. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn.

Topsectoren Het kabinet heeft 9 topsectoren aangewezen: Agro & Food, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen, Life-Sciences, Logistiek, Water, Chemie, Creative Industrie en Energie. Dit zijn sectoren die (1) kennisintensief zijn, (2) export-georiënteerd, met (3) veelal specifieke wet- en regelgeving die (4) een belangrijke bijdrage (kunnen) leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. In de zogenaamde topteams hebben ondernemers, wetenschappers en de overheid gezamenlijk aan adviezen gewerkt waarin zij aangeven met welke maatregelen de sector kan blijven concurreren op de wereldmarkt.

Uitvoerwaarde goederen (handel) De waarde van de door ingezetenen aan het buitenland geleverde goederen volgens de statistiek van de internationale handel. Dit is de waarde, inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens. Hierbij kan sprake zijn van goederen die in Nederland zijn voortgebracht of vervaardigd, maar ook van aanvankelijk ingevoerde goederen. Tot de uitvoer behoren ook tijdelijk uitgevoerde goederen die in opdracht van een ingezetene in het buitenland een behandeling ondergaan (passieve loonveredeling).

Variatiecoëfficiënt Een maatstaf in de statistiek om de spreiding ten opzichte van de verwachtingswaarde of het gemiddelde te meten. De variatiecoëfficiënt wordt berekend door de standaardafwijking te delen door de verwachtingswaarde of het gemiddelde. De variatiecoëfficiënt kan worden gebruikt om de spreiding te vergelijken tussen twee of meerdere populaties of steekproeven wanneer deze sterk verschillende gemiddeldes hebben. Het is een feite een maatstaf voor relatieve spreiding.

Voedselverwerkende industrie/bedrijven De voedselverwerkende industrie bestaat uit een breed scala aan verschillende bedrijfstakken. Het betreft bedrijven die actief zijn in het slachtproces tot de verwerking van kant en klare producten. De voedselverwerkende industrie valt onder de voedingsmiddelenindustrie.

Waardecreatie De toename van de waarde van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten in een bepaalde periode. De waardecreatie kan zowel

48

in een groeipercentage als absoluut getal worden uitgedrukt.

Werkkapitaal Het werkkapitaal betreft de totale vlottende activa (zoals debiteuren en liquide middelen) minus de handelscrediteuren en overige kortlopende schulden.

Werknemer Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Werkzame personen Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor een of enkele uren per week, ook als zij: - arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door fiscus of sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken ('zwarte arbeid'); - tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet); - tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.

Winst Betreft het netto resultaat van een onderneming in een bepaald boekjaar. De nettowinst is de brutowinst minus de bedrijfskosten (inclusief belastingen).

49

Bijlage C: SBI codes en omschrijvingen

SBI Code Direct

verband

met A&F

Afbakening

CBS

“Overige”

Omschrijving

01.47 Ja Fokken en houden van pluimvee

01.61 Ja x Dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw

01.63 Ja x Behandeling van gewassen na de oogst

01.64 Ja x Behandeling van zaden voor vermeerdering

10.91 Ja Vervaardiging van veevoeders

20.15 Ja x Vervaardiging van kunstmeststoffen en

stikstofverbindingen

20.20 Ja x Vervaardiging van verdelgingsmiddelen

21.2001 Nee Vervaardiging van farmaceutische producten,

geen grondstoffen

22.22 Nee Vervaardiging van verpakkingsmateriaal van

kunststof

28.15 Nee Vervaardiging van tandwielen, lagers en overig

drijfwerkelementen

50

28.22 Nee Vervaardiging van hijs,- hef- en

transportwerktuigen

28.30 Ja x Vervaardiging van machines en werktuigen voor

de land- en bosbouw

28.93 Ja x Vervaardiging van machines voor de productie

van voedings- en genotmiddelen

46.442 Groothandel in was, poets- en reinigingsmiddelen

72.111 Ja x Biotechnologisch speur- en ontwikkelingswerk op

het gebied van agrarische producten en

processen

72.191 Ja x Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van

landbouw en visserij

72.192 Nee Technisch speur- en ontwkkelingswerk

46.212 Ja x Groothandel in zaden, pootgoed en peulvruchten

Bron: CBS; Aeternus bewerking

51

Bijlage D: Kengetallen Nederlandse Agro & Food keten

Het CBS heeft de door de overheid aangewezen topsectoren in beeld gebracht. De Agro & Food sector is een van de 9 topsectoren in Nederland. De cijfers in onderstaande tabel zijn verkregen

uit het CBS onderzoek: “Monitor topsectoren: Uitkomst eerste meting” uit 2012. De gegevens zijn verzameld in 2010 en geven een representatief beeld van hoe de Agro & Food keten is

opgebouwd.

Aantal

bedrijven Productie Toegevoegde

waarde Uitvoer van goederen13

Arbeidsjaar (FTE) Innoverende bedrijven

R&D uitgave Toegevoegde waarde per FTE

Gemiddelde per bedrijf

Toegevoegde waarde

Werk-nemers

R&D uitgave

absoluut mln. € % mln. € % mln. € % x1000 FTE % X€1000 FTE X€1000

Primaire agrarische sector 68.780 24.978 2.2 8.621 1.6 4.026 1.1 169 2.5 40 88 1.7 51 125 2 1

Voedingsmiddelenindustrie 4.540 56.805 5.0 11.923 2.3 21.575 5.8 114 1.7 54 330 6.3 105 2.626 25 73

Groot- en detailhandel 65.760 33.245 2.9 19.506 3.7 20.596 5.5 386 5.7

36

86 1.7 51 297 6 1

Overige (Toeleveranciers)14 5.070 15.200 1.3 6.471 1.2 16.400 4.4 77 1.1 80 243 4.7 84 1.276 15 48

Totaal Agro & Food 144.160 130.228 11.4 46.421 8.8 62.778 16.9 746 11.1 50 747 14.3 62 322 5 5

Totaal Nederland 1.124.410 1.140.223 100.0 526.176 100.0 371.541 100.0 6.718 100.0 48 5.218 100.0 78 468 6 5

Bron: Monitor topsectoren: Uitkomst eerste meting, CBS, 2012; Aeternus bewerking

13 De uitvoerwaarde van goederen weergegeven in bovenstaande figuur is inclusief doorvoerhandel, daarom kan het zijn dat de uitvoerwaarde van goederen in miljoenen euro’s hoger is dan de productie 14 Onder Overige schaart het CBS bedrijven die actief zijn in toelevering van machines, apparaten en systemen voor de primaire agrarische sector en voedingsmiddelenindustrie en bedrijven die onderzoek doen. In dit onderzoek noemen we deze groep Toeleveranciers, omdat op basis van SBI codes deze groep de meeste gelijkenissen vertoont met de door ons gezochte bedrijven voor de Top 65.

52

Bron: Monitor topsectoren: Uitkomst eerste meting, CBS, 2012; Aeternus bewerking bewerking

Bijlage E: Kengetallen HTSM sector Aantal

bedrijven Productie Toegevoegde

waarde Uitvoer van goederen

Arbeidsjaar (VTE)

Innoverende bedrijven

R&D uitgave Toegevoegde waarde per FTE

Gemiddelde per bedrijf

absoluut Mln. € %

Mln. € %

Mln. € %

(x1000) %

% van totaal bedrijven

Mln. € % (x€1000) Toegevoegde

waarde (x€1000)

Werknemers (FTE)

R&D uitgave (X€1000)

Metaal industrie 7.620 17.231 1.5

4.553 0.9

9.114 2.5

63 0.9

56 117 2.2 49 598 8 15

Vervaardiging van machines

10.020 41.458 3.6

11.228 2.1

23.947 6.4

157 2.3

64 1.754 33.6 72 1.121 16 175

Vervaardiging transportmiddelen

1.480 12.711 1.1

3.245 0.6

5.971 1.6

42 0.6

63 115 2.2 77 2.193 28 78

Overige 45.010 23.487 2.1

12.639 2.4

2.436 0.7

181 2.7

68 591 11.3 70 281 4 1

Totaal HTSM 64.120 94.887 8.3

31.665 6.0

41.469 11.2

444 6.6

64 2.578 49.4 71 494 7 40

Totaal Nederland 1.124.410 1.140.223 100.0

526.176 100.0

371.541 100.0

6.718 100.0

100 5.218 100.0 78 468 6 5

High Tech Systemen & Materialen Agro & Food Toeleveranciers

Gemiddelde grootte per bedrijf

494 duizend euro aan toegevoegde waarde en 6 (FTE) werknemers in dienst 1,3 miljoen euro aan toegevoegde waarde en 15 werknemers (FTE) in dienst

Productiviteit 71 duizend euro aan toegevoegde waarde per werknemer (FTE) 84 duizend euro toegevoegde waarde per werknemer (FTE)

Innovatie 64% van de bedrijven in de HTSM sector wordt gezien als innoverend 80% van de toeleveranciers in de Agro & Food keten wordt gezien als innoverend

R&D uitgave per bedrijf

De gemiddelde uitgave aan R&D per bedrijf in de HTSM is 40 duizend euro. Per medewerker is dit gemiddeld 6600 euro

De gemiddelde uitgave aan R&D per bedrijf bij toeleveranciers in de Agro & Food keten is 48 duizend euro. Per medewerker is dit gemiddeld 3200 euro

53

Bijlage F: Toelichting variatiecoëfficiënt

Het variatiecoëfficiënt is de standaardafwijking gedeeld door het gemiddelde. Het is in

feite de relatieve spreiding van de prestatie-indicatoren.

Voorbeeld: Bedrijf X heeft een variatiecoëfficiënt van 5% van de EBITDA/brutowinst

verhouding. Dit wil zeggen dat de standaardafwijking (spreidingsmaat hoe ver de gemeten

waarde uit elkaar liggen) van de EBITDA/brutowinst verhouding die berekend is in de

periode 2009 - 2012 5% is van de gemiddelde van de EBITDA/brutowinst verhouding. De

gemeten EBITDA/brutowinst verhoudingen in de periode 2009 - 2012 schommelen dicht

rondom het gemiddelde en verschillen onderling dus weinig. Dit geeft in dat geval te

kennen dat de EBITDA/brutowinst verhouding redelijk stabiel is gebleven in de jaren 2009

tot 2012.

Een variatiecoëfficiënt van groter dan 100% wil zeggen dat de standaardafwijking groter is

dan het gemiddelde. In dat geval liggen de gemeten waardes ver van het gemiddelde. De

spreiding in de gemeten waardes is dus groot.

54

Met dank aan

Van Aarsen Machinefabriek Henk Derckx

De Groot en Slot Martin Slot en Jeroen de Haas

Incotec Europe Douwe Zijp

Vostermans Henk Vostermans

Disclaimer

De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. Deze publicatie is opgesteld namens Aeternus B.V., gevestigd te Venlo en uitgegeven in eigen beheer. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Aeternus B.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte openbare bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar bevindingen heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. Aeternus B.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. Aeternus B.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrechten en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Deze informatie mag worden bekeken op een scherm, gedownload worden op een hard-disk of geprint worden, mits dit geschied voor persoonlijk, informatief en niet-commercieel gebruik, mits de informatie niet gewijzigd wordt, mits de volgende copyright-tekst in elke copy aanwezig is: “© Copyright Aeternus”, mits copyright, handelsmerk en andere van toepassing zijnde teksten niet worden verwijderd en mits de informatie niet wordt gebruikt in een ander werk of publicatie in welk medium dan ook.

De tekst is afgesloten op 20 augustus 2014

Aeternus BV

Kantoren Dr. Holtroplaan 9, Eindhoven Noorderpoort 39, Venlo Claudius Prinsenlaan 144, Breda

Postadres Postbus 239 5900 AE Venlo t. (077) 320 0610 e. [email protected] i. www.aeternuscompany.nl

Laten we contact houden

Aeternus BV

Kantoren Dr. Holtroplaan 9, Eindhoven Noorderpoort 39, Venlo Claudius Prinsenlaan 144, Breda

Postadres Postbus 239 5900 AE Venlo t. (077) 320 0610 e. [email protected] i. www.aeternuscompany.nl

Laten we contact houden

Aeternus BV

Kantoren Dr. Holtroplaan 9, Eindhoven Noorderpoort 39, Venlo Claudius Prinsenlaan 144, Breda

Postadres Postbus 239 5900 AE Venlo t. (077) 320 0610 e. [email protected] i. www.aeternuscompany.nl

Laten we contact houden

Aeternus BV

Kantoren Dr. Holtroplaan 9, Eindhoven Noorderpoort 39, Venlo Claudius Prinsenlaan 144, Breda

Postadres Postbus 239 5900 AE Venlo t. (077) 320 0610 e. [email protected] i. www.aeternuscompany.nl

Laten we contact houden

Aeternus BV

Kantoren Dr. Holtroplaan 9, Eindhoven Noorderpoort 39, Venlo Claudius Prinsenlaan 144, Breda

Postadres Postbus 239 5900 AE Venlo t. (077) 320 0610 e. [email protected] i. www.aeternuscompany.nl

Laten we contact houden

Aeternus BV

Kantoren Dr. Holtroplaan 9, Eindhoven Noorderpoort 39, Venlo Claudius Prinsenlaan 144, Breda

Postadres Postbus 239 5900 AE Venlo t. (077) 320 0610 e. [email protected] i. www.aeternuscompany.nl

Laten we contact houden