Enkele afspraken in het Gravensteen.

Ik stap flink in het Gravensteen.

Er zijn veel trappen in het Gravensteen. Ik hou zo goed mogelijk de trapleuning vast. Zo zal ik

niet vallen.

In het Gravensteen kan ik gemakkelijk verdwalen. Daarom doe ik mijn best om bij mijn

begeleiders te blijven. Dan zal ik niet verdwalen.

Als ik toch verdwaald ben, ga ik terug naar de kassa. Ik probeer hulp te vragen aan de

meneer of mevrouw aan de kassa. Die meneer of mevrouw zal me altijd helpen om mijn

begeleiders te vinden.

Ik probeer afval steeds in de vuilbak te gooien.

De voorwerpen in het Gravensteen zijn breekbaar. Daarom kijk ik naar de voorwerpen in het

Gravensteen. Ik blijf er af zodat ze niet breken.

Als ik iets wil eten of drinken, dan kan ik dit eten en te drinken buiten op het plein.

De omwalling is hoog. Ik kan er gemakkelijk van af vallen op het gras. Op de kantelen

probeer ik zo dicht mogelijk te stappen langs de muur zodat ik er niet af val.

Ik zal proberen om rustig te praten in het Gravensteen. Zo zal ik de andere mensen niet

storen.

Soms hangt er een touw voor de trap. Dan kan ik een andere weg te zoeken of keer ik terug.