Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 ›...

48
Tijdschrift voor Verloskundigen Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen april 2013 38e jaargang

Transcript of Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 ›...

Page 1: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

Tijdschrift voor Verloskundigen

Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen

april 201338e jaargang

Page 2: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

FINANCIEEL ADVISEURS VOOR VERLOSKUNDIGENSibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder verlos-kundigen. Wij bieden u een gevarieerd dienstenpakket voor al uw financiële zaken, nu en in de toekomst.

Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl

Langdurige waarneming gezocht

Onze gezellige en goed lopende 3 vrouws praktijk in Noord-Limburg zoekt vanaf eind juni tot maart 2014 waarneming. Het gaat om gemiddeld 3-4 dagen per week.

Werkzaamheden bestaan uit alle verloskundige taken en het zou fijn zijn als je een echo opleiding hebt afgerond.We werken met Onatal en maken termijn, groei- en liggingsecho’s in eigen praktijk. Verenigd in een goed lopende coöperatie worden NT’s en SEO’s in ons eigen 1e lijns echocentrum CVONL gedaan.

Kom jij ons team versterken in het zonnige zuiden?

Mail ons: [email protected] mag ook: 06-13854485.

Verloskundigenpraktijk Venlo-BlerickJudith Schrouff, Ingrid Lamers en Daisy Gilissen-Derkx

Wij zoeken een vaste waarneemster voor onbepaalde tijd

We zijn een collegiaal, stabiel en toegewijd team met 4 maten en een professionele praktijkassistente. We hebben veel aandacht voor persoonlijke en cliëntgerichte zorg. In ons verloskundig centrum kunnen cliënten ook terecht voor echo’s, fysiotherapie, zwangerschapscursus, voetreflex, psychologe. We hebben een prachtige praktijk in een gezellige buurt in Amsterdam-Noord. Landsmeer en Oostzaan behoren ook tot ons werkgebied. Gemiddeld hebben we 25-30 a-termen per maand.De samenwerking met de 2e lijn is uitstekend en we hebben een goed functionerend VSV.

Ben jij een verloskundige die:

in cliëntgerichte zorg

die daarbij hoort.

Stuur dan je sollicitatiebrief met cv naar [email protected] Voor vragen, bel Meike Leurink: 06-30980198Jet Gooskens, Marieke Niehe, Meike Leurink, Jacqueline Woonings www.liva-verloskundigcentrum.nl

Page 3: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

3

TIJDSCHRIFT

Honderd jaar geleden - over honderd jaar 5Wil van Veen

KNOV

Bestuurlijke zaken 6Jos Becker Hoff

Generalist versus specialist 7Angela Verbeeten

Verruim uw vak en beteken meer voor uw cliënten! 8Karlijn van Driel en Diny Kolkman

Mag ik mij even aan u voorstellen? 9Lieke Montagne

Vraag van de maand [email protected]

WETENSCHAP

Begeleiding stoppen met roken aanzienlijk verbeterd 11Staat van de Gezondheidszorg 2012

Kennispoort Verlsokunde 15

ONDERWIJS

Op buitenlandstage: leuk, leerzaam en een persoonlijke verrijking 21Nic van Son en Hanneke Tory

De AIOS op stage in de eerste lijn 24M. van der Ven et al

Refereerdag Maastricht op 7 juni a.s. 26

INNOVATIE

Zorg voor morgen, onze zorg 27Wil van Veen

Dokter Petrus de Vries en de couveuse van Auvard 30Jan van Zijverden

PRAKTIJK

‘Afhijsen” 33Ruth Evers

Moeder & Baby in de psychiatrie; een kwetsbare combinatie 34Marja J. Boon-Hoogendijk

INTERNATIONAAL

Zwanger in de Big Apple 1 – kikkervisje 37Maartje van Hoek

Eerste White Ribbon Award: Barbara Kwast 38Sarah Lips

Marikenloop 2013

Verloskundigen in Marokko 39Wil van Veen en Malika Tibhiri

BERICHTEN

Media 41NEXT 43Personalia 46

Page 4: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

4

RedactieRelinde van der Stouwe, Suze Jans, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman

Medewerkers april 2013Barbara Bekker, Marja Boon, Ton van de Coevering, Jeroen van Dillen,Karlijn van Driel, Ruth Evers, Maartje van Hoek, Jos Becker Hoff,Diny Kolkman, Siebrand Krul, N. van der Lee, Sarah Lips, Lieke Montagne, Pien Offerhaus, Henk van Ruitenbeek, Nic van Son,Malika Tibhiri, Hanneke Torij, M. van der Ven, Angela Verbeeten,Jolanda Zocchi, Jan van Zijverden

RedactieadresTijdschrift voor VerloskundigenWielingenweg 318, 1826 BX AlkmaarE: [email protected]: [email protected]: 06 53359153Facebook: Tijdschrift voor Verloskundigen

Abonnementen, personalia en adreswijzigingenKNOV, Jolanda ZocchiPostbus 2001, 3500 GA Utrecht T: 030 282 3115, F: 030 282 3101E: [email protected]

PersoneelsannoncesWil van VeenT: 06 53359153 E: [email protected]

Advertentie-exploitatieOvimex bv, Frank DijkmanT: 0570 674240 E: [email protected]

Cross Media NederlandT: 010 - 7421023E: [email protected]

VormgevingAnnemiek Voogd, Ovimex bv

DrukOvimex bv, Deventer

AbonnementsprijzenAbonnementsprijs voor niet-leden van de KNOV: € 133,- per jaar (10 nummers); Europa € 159,-; buiten Europa € 186,-.Voor studenten (buitenlandse opleiding): € 107,-Los nummer: € 18,-

Voorzitter KNOVAngela Verbeeten

Foto’sNationale BeeldbankHenny van Nieuwpoort, Den HaagSander van der Torren, Haarlem

© 2013 Koninklijke Nederlandse Organisatie van VerloskundigenMercatorlaan 1200, 3528 BL UtrechtT: 030 282 3100

Oplage: 4000

ISSN 0378-1925

Inzenden kopij en advertenties

20 april 2013

8 mei 2013.

Marjo Wiltingh maakte dit beeld. Het is gemaakt uit wit blauwe albast in bronzen nerf en draagt de titel: “Vol verwachting”. Vol vertrouwen groeit nieuw leven in mij.Vol verwachting wij.Straks weer jij en ikOvergaveVol verwachting Marjo Wiltingh is directeur van de Ideeënfabriek; www.ideeenfabriek.info

Page 5: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

5

Vandaag staan verloskundigen voorop in een tijdperk vol verloskundige verandering:

andere organisatievormen, veranderende vormen van samenwerking, veranderende

en nieuwe taken, noemt u maar op. Ze communiceren daar krachtdadig over.

Dank zij Facebook, Twitter en LinkedIn, om de belangrijkste digitale media te

noemen, zijn we in staat elkaar snel, efficiënt en optimaal te informeren. Privé en

zakelijk lopen vaak wat door elkaar heen, wat ons - ook in onze puur zakelijke

contacten - een menselijk gezicht geeft. Zo zijn endorsements bedoeld om derden

te informeren over de door jou bevonden kwaliteiten bij een ander, retweeten

we een bericht omdat we deze specifieke informatie ook belangrijk vinden en

‘liken’ we elkaar om mee te delen dat we kennis hebben genomen van het

nieuwsfeit en de ander daarin waarderen. Zo informeren we elkaar effectief en

overstelpen elkaar met (ir)relevante informatie.

Ik haat en houd van digitale media. ‘Haat’ het omdat ik er door wordt overstelpt,

‘houd’er van omdat ik veel van die informatie met een smiley op mijn eigen

gezicht tot mij neem en er wat van opsteek.

In de rubriek ‘Innovatie’ een bijdrage uit het Historisch Tijdschrift Fryslân. Dat

wijdde een themanummer aan de geschiedenis van ‘bevallen en opstaan’ in

Friesland1. In een ‘innovatief’ artikel over de couveuse van Auvard intrigreert de

baker die volgens kwade tongen in een ander artikel van dit historisch tijdschrift

gek is op geld en vooral ook op sterke drank. Haar hersenen zitten sinds haar

geboorte vastgeroest. De baker in het artikel over de couveuse remt een

belangrijke ontwikkeling, zij kan dit op dat moment, maar kan de ontwikkeling

zelf - zo leert de geschiedenis - toch niet tegenhouden. Het maakt haar in die tijd

onder artsen niet geliefd.

Het Slotervaartziekenhuis start als eerste in Nederland met ‘gentle sectio’s. Deze

sectio is resultaatgericht: minder stress, minder pijnbestrijding, goede start

borstvoeding én betere hechting moeder en kind. De moeder ziet haar kind

geboren worden en krijgt hem, na een korte check door de kinderarts, direct bij

zich en daar blijft hij ook. Op facebook, weblogs en twitter lees ik direct

enthousiaste verhalen: ik begrijp dat. In de tijd van Petrus de Vries begeleidden

huisartsen, hopelijk zonder poppenslok op, stuitbevallingen thuis. Wie kan dat

vandaag nog? Gentle sectio’s zijn dan een noodzakelijke redding, omdat we een

kunst niet meer beheersen of de risico’s te groot achten.

Over risico’s gesproken. In het Slotervaartbericht wordt met geen woord gerept

over risico’s. Niets dan Halleluja, geen woord in het bericht over het feit dat hier

sprake is van een medische ingreep, eveneens niet zonder risico’s voor moeder

en kind en voor de eventuele kinderen die nog zullen volgen.

Hoe zullen onze nakomelingen over honderd jaar over ons oordelen? Hoe zullen

zij oordelen over onze gentle sectio, over onze skills, over onze endorsements of

over het ontbreken er van?

Wil van Veen

Agenda

FebruariIn het tijdschrift van februari 2013 stond een artikel van Bahareh Goodarzi, getiteld: De cliënt centraal: betekent dat ‘u vraagt en wij draaien’?In het artikel stond onder-staande figuur. Bij het over-nemen van figuur en bijbeho-rende tekst zijn de boven en onderliggende tekst verwisseld en daarmee de + en de -.Onderstaand de correcte figuur.

MaartBij het artikel ‘GROW-NL, een eerste proeve’ in het Tijdschrift van maart staat niet de naam van mede-auteur Anne Verheijen, MSc vermeld. Anne is verlos-kundige in Helmond.

Page 6: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

6

De KNOV heeft opnieuw overeenstemming bereikt met

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) over de financiering van

het KNOV-kwaliteitsbeleid voor de jaren 2013, 2014 en

2015. Het contract is ondertekend door de voorzitter van

ZN, de heer André Rouvoet, en Angela Verbeeten, helaas

niet tijdens een gezamenlijke bijeenkomst. Het contract is

wat genoemd wordt een ‘mantelcontract’. Jaarlijks wordt

op basis van het contract een werkprogramma opgesteld

waarin concreet wordt uitgewerkt welke producten en

activiteiten worden geleverd binnen het contract. Een

werkgroep van KNOV en ZN bespreken en evalueren het

werkprogramma regelmatig. Het werkprogramma 2013 is

inmiddels vastgesteld. Wij mogen zeer tevreden over zijn

met het resultaat in een tijd van stevig bezuinigen.

Het bestuur heeft onderling en met het management-

team van de KNOV werkorganisatie een bezinningsdag

gehouden. We hebben gesproken over competenties

en rollen van de bestuursleden die wij in het bestuur

hebben verenigd en het belang dat deze zoveel mogelijk

complementair zijn. Ook is gesproken over de positione-

ring van het bestuur met als vaststelling dat het bestuur

een betrokken bestuur is en zich ook verder wil ontwik-

kelen in die richting.

Met het managementteam is uitvoerig en indringend over

de stand van zaken en verdere uitwerking van de visie

gesproken. De rode draad van onze visie is het vormgeven

van continue begeleiding en zorg van de cliënten waarin

intensievere samenwerking van verloskundigen in de wijk

en in het ziekenhuis accent krijgt. Uiteraard met de

onderkenning dat ook de samenwerking met de andere

ketenpartners een plaats moet hebben.

Met de NVOG is gesproken over het gezamenlijk zoeken

naar een situatie waarin onderling overleg en afstemming

op centraal niveau van belangrijke ontwikkelingen en

thema’s, soepeler kan plaatsvinden. Een eerste aanzet

hiertoe was open en constructief.

Het CPZ (College Perinatale Zorg) ontwikkelt zich tot een

platform waarin op een aantal relevante aspecten

oriëntaties en analyses worden gemaakt. Het doel is het

bevorderen van concrete acties om te komen tot meer

kwaliteit en doelmatigheid. Samenwerking in VSV vormt

voor het CPZ nu het kernpunt. Mevrouw Gea Vermeulen,

directeur van de AVAG, vervangt wegens ziekte tijdelijk

mevrouw Margreeth van der Meijden in het CPZ.

Jos Becker Hoff,

Secretaris van het bestuur en directeur KNOV

13 februari 2013:@andre_rouvoet

Heb zojuist een overeen -

komst tussen #ZN en #KNOV

getekend inzake het

kwaliteitsbeleid voor de

verloskundige zorg. #mooi!

© H

enn

y va

n N

ieu

wp

oo

rt

Page 7: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

7

Op 3 mei aanstaande neemt Sasha de Boer afscheid als presentator van het

NOS journaal. Zij kondigde dit vorige maand aan met de volgende motivatie:

“Als journaalpresentator ben je generalis; je weet een beetje van veel onder-

werpen. Ik wil meer de kant op van een specialist: veel weten van weinig. En

deze weg sla ik graag in, samen met mijn fotocamera.“

Hoewel Sasha niet sprak over ons vak, zullen verloskundigen zich herkennen in

de keuze voor generalisme versus specialisme.

Veel verloskundigen willen de verloskunde in de breedte uitoefenen als

allrounders: ze willen vrouwen begeleiden van conceptie tot kraambed. Zij

weten, om met Sasha te spreken, van veel onderwerpen ‘een beetje’. Genoeg

om veiligheid en kwaliteit te bieden. Voor hen wordt het vak echter steeds

breder. Na het kinderwensspreekuur komt nu het anticonceptiespreekuur er

aan. De eerstelijnspraktijk wordt almaar breder en vindt enerzijds aansluiting

met de nulde lijn (gezamenlijke voorlichting met GGD) en anderzijds worden

afspraken gemaakt om barende vrouwen langer bij te staan in het ziekenhuis.

Met de toename van het takenpakket daalt de caseload. Twintig jaar geleden

zag een verloskundige met een normpraktijk 150 vrouwen per jaar. Met de

huidige norm van rond de 100 kunnen veel verloskundigen nog steeds niet uit

de voeten, in ieder geval niet met een ‘normale’ werkbelasting.

Andere verloskundigen kiezen er voor om in de diepte van de verloskunde te

duiken. Zij bekwamen zich op een deelgebied van de verloskunde en weten veel

van weinig.

Zij worden bijvoorbeeld echoscopist, HIV-verloskundige, versiekundige, lactatie-

kundige, onderzoeker, docent, beleidsmaker ...

Volgens minister Schippers gaan verloskundigen in het ziekenhuis steeds meer

taken overnemen van gynaecologen. Als je als verloskundige in het ziekenhuis

wilt blijven werken, zul je in de nabije toekomst in een specialistenregister

ingeschreven staan.

Vroeger werd een student verloskunde opgeleid als generalist voor de eerstelijns

verloskunde en kon zij na de opleiding ervoor kiezen zich te specialiseren als

tweedelijns verloskundige. De verloskundige van de toekomst wordt opgeleid

voor zowel de wijk als het ziekenhuis met nog steeds de optie om zich verder te

specialiseren.

Of je nu generalist of specialist bent, we zijn allemaal op weg naar ‘De Nieuwe

Verloskundige’. De vraag is niet zo zeer specialist of generalist maar hoe we met

verschillende profielen samen de geboortezorg vorm geven. Want ik moet er

niet aan denken dat we straks verloskundigen hebben die alles van niets óf niets

van alles weten. Wel wil ik denken aan verloskundigen die met veel oog voor

detail er breed voor zorgen dat al die verschillende moeders en baby’s zorg op

maat krijgen. Veilig én persoonlijk.

Angela Verbeeten

Vervolg agenda

8 april 2013MIO in Zoetermeer

10 april 2013 MIO in Roermond

5 mei 2013Dag van de verloskundigen

16 mei 2013 Eeuwfeest AV-M

20-27 mei 2013Internationale Week van Respect voor de geboorte

26 mei 2013Marikenloop in Nijmegen

14 juni 2013Algemene Ledenvergadering

24 juni 2013Platform Internationaal 13.30 uurTwin2twin 16.30 uur

9 september 2013Kringvoorzittersoverleg

19 september 2013 Ledencongres KNOV

14 oktober 2013Platform Internationaal 13.30 uurTwin2twin 16.30 uur

15 november 2013Algemene Ledenvergadering

29 en 30 november 2013EMA-conferentie

1-5 juni 2014ICM Congres in Praag

Page 8: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

8

Op 1 juli 2013 worden de bevoegdheden van verloskun-

digen in de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur)

uitgebreid met het geven van steriele waterinjecties,

toedienen van lachgas en het voorschrijven en plaatsen

van anticonceptie. Wijzingen in de AMvB komen niet

vaak voor. De laatste wijziging van de AMvB was in 2008.

Deze uitbreiding is een resultaat van een lobby van de

KNOV.

De uitbreidingen passen in de nieuwe visie: achter iedere

zwangere een verloskundige. Meer en langere zorg aan

zwangeren, barenden en kraamvrouwen. In de loop van

dit jaar gaat de KNOV uitgebreid aandacht besteden aan

deze bevoegdheden. Nu alvast een korte impressie.

Wat houden de uitbreidingen in?Pijnbehandeling steriele waterinjecties

Uit een reeks internationale placebo-gecontroleerde

onderzoeken blijkt dat het geven van steriele waterinjec-

ties een effectieve en veilige pijnbehandeling is tijdens de

baring. Vooral bij pijn in de onderrug. Deze rugpijn, die

op andere manieren moeilijk te bestrijden is, vermindert

aanzienlijk door de waterinjecties. Ook blijkt uit onder-

zoek dat waterinjecties geen bijwerkingen geven en veilig

zijn voor zowel moeder als kind. Gezien de toenemende

vraag naar pijnbestrijding bij bevallingen kunnen steriele

waterinjecties een goed én goedkoper – vergeleken met

medicamenteuze behandelingen – alternatief zijn. We

weten dat veel vrouwen het prettig vinden om zonder

pijnmedicatie te bevallen. Omdat water geen medicatie is

en er geen monitoring van de moeder of het kind nodig

is, kan het ook thuis worden toegepast. Steriele water-

injecties kunnen in bepaalde situaties uitkomst bieden.

Ook ter overbrugging naar een andere, medicamenteuze

pijnbehandeling of aan het einde van de ontsluitingsfase

wanneer er geen ruggenprik meer mogelijk is, komt deze

methode van pijnbestrijding goed van pas.

Toedienen van lachgas

Relivopan (een mengsel van 50% distikstofoxide (lachgas)

en 50% zuurstof) heeft een aangetoonde, pijnstillende

werking. Het middel werkt onmiddellijk en kan gemakke-

lijk en snel worden ingezet. Lachgas heeft geen nadelige

consequenties voor moeder of kind. In verschillende

Karlijn van Driel en Diny Kolkman

Karlijn van Driel is hoofd Communicatie KNOV en Diny Kolkman is

hoofd Richtlijnontwikkeling KNOV

© Is

tock

foto

Page 9: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

andere landen wordt Relivopan tijdens de baring dan ook

veelvuldig toegepast. In Nederland heeft de Gezondheids-

raad lachgas geclassificeerd als mogelijk gevaarlijk voor

de gezondheid. Daarom zijn er bijzondere maatregelen

ter bescherming van werknemers die beroepsmatig

veelvuldig blootstaan aan lachgas. In geboortecentra en

ziekenhuizen is het toedienen van lachgas mogelijk. Het

gebruik van lachgas is van toepassing voor verloskundigen

die daar werken. De KNOV verwacht van alle verloskun-

digen dat zij zwangeren hierover in de toekomst kunnen

voorlichten en lachgas kunnen gebruiken.

Het voorschrijven en plaatsen van anticonceptie

Veel verloskundigen adviseren vrouwen in de kraamperiode

al over diverse anticonceptiemethoden en helpen hen

desgewenst bij het maken van een keuze. Deze advisering

is echter niet vastgelegd in een protocol of standaard.

Hierdoor is de informatie over anticonceptie niet uniform.

Verder is het uit praktische overwegingen wenselijk dat

de verloskundige, evenals de huisarts en de medische

specialist, anticonceptie voorschrijft. Vanaf 1 juli 2013 is

dit mogelijk. De verloskundige kan dan anticonceptiezorg

geven aan vrouwen en hun partners tijdens de periode

waarin zij, in het kader van de verloskundige zorg, met

hen in contact is. Na een uitgebreid scholingstraject kan

de verloskundige bij vrouwen, die dat willen en een

ongecompliceerde voorgeschiedenis hebben, (hormonale)

anticonceptie voorschrijven en het spiraal of het implan-

tatiestaafje plaatsen. Vrouwen met een gecompliceerde

algemene of obstetrische voorgeschiedenis verwijst zij

naar de huisarts of medisch specialist. Wanneer hormo-

nale anticonceptie wordt voorgeschreven, een spiraal of

een implantatiestaafje geplaatst is, verzorgt de verlos-

kundige ook het eerste evaluatieconsult. Dat vindt veelal

na het nacontroleconsult plaats.

Hoe kunt u zich bekwamen voor deze bevoegdheden?Voor alle uitbreidingen zijn protocollen of is een standpunt

ontwikkeld. In de tweede helft van 2013 verstrekken we

deze aan alle leden. Verder bieden we scholingstrajecten

aan voor de verschillende onderwerpen. Er komen

persoonlijke trainingen en e-learning programma’s via

KNOV-plein. Daarvoor krijgt u accreditatiepunten. In de

loop van dit jaar zijn de data en inhoud voor de trainingen

bekend. Verwacht wordt dat verloskundigen zich het

standpunt en de protocollen snel eigen maken en met de

andere scholingsmogelijkheden aan de slag gaan.

Zodoende kunnen verloskundigen de uitbreiding van de

AMvB operationaliseren in 2014.

9

Mijn naam is Lieke Montagne. Ik ben 34 jaar, woonachtig in Utrecht, getrouwd en moeder van twee prachtige dochters van 3 en 5 jaar. In augustus verwachten wij ons derde kindje. Sinds 1 maart jongstleden werk ik als commu-nicatieadviseur bij de KNOV. Ik verdiep mij dus niet alleen als adviseur in het werk van de KNOV, maar ook als zwangere.

“De KNOV is onze club en ze doen ook heel veel, maar

dat is niet altijd zichtbaar,” aldus een bevriende verlos-

kundige. Een mooie uitdaging om als communicatie-

adviseur een bijdrage te leveren aan het verbeteren van

die zichtbaarheid. Daarnaast ga ik mij de komende tijd

richten op de voorlichting over drie nieuwe bevoegd-

heden van verloskundigen. Per 1 juli 2013 zullen het

geven van steriele waterinjecties, toedienen van lachgas

en voorschrijven en plaatsen van anticonceptie namelijk

binnen de bevoegdheid van verloskundigen vallen.

Met veel enthousiasme en energie – mijn eigenschappen

– ben ik aan de slag gegaan bij de afdeling Communicatie.

Mijn enthousiasme wordt aangewakkerd op een werk-

plek binnen een organisatie met een maatschappelijke

opgave, met belanghebbenden waar ik prettig mee kan

schakelen en met een uiteenlopend en uitdagend

takenpakket. Voordat ik bij de KNOV kwam werken, heb

ik onder andere gewerkt bij Bartiméus, communicatie-

bureau Mediamaal en projecten gedaan voor Raedelijn,

Reos (ROSsen), Cliëntenbelang Amsterdam en Exodus.

© Is

tock

foto

Page 10: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

10

Nieuwe vakantiewetgeving Op 1 januari vorig jaar is de nieuwe vakantiewetgeving

ingegaan. De nieuwe wetgeving is belangrijk voor

praktijkhouders die verloskundigen in loondienst hebben

en voor loondiensters zelf.

Het doel van deze wetswijziging is om het jarenlang

opsparen van vakantiedagen te voorkomen en om te

stimuleren dat minimum vakantiedagen ook echt worden

opgenomen. Dit ter bevordering van de gezondheid en

veiligheid van werknemers.

De regels vanaf 1 januari 2012

Geldigheid van 6 maanden voor wettelijke vakantiedagen

Vanaf 1 januari 2012 zijn de wettelijke vakantiedagen zes

maanden geldig na het jaar van opbouw.

De nieuwe wet regelt dat werknemers hun wettelijke

vakantiedagen binnen anderhalf jaar moeten opnemen.

Het wettelijke vakantieverlof is te berekenen door de

wekelijkse arbeidsduur met 4 te vermenigvuldigen.

Iemand die vijf dagen per week werkt, heeft dus

20 wettelijke vakantiedagen per jaar. Niet opgenomen

wettelijke vakantiedagen vervallen een half jaar na het

einde van het kalenderjaar waarin deze vakantierechten

zijn opgebouwd.

Wettelijke vakantiedagen die men in 2012 heeft

opgebouwd, moeten dus vóór 1 juli 2013 worden

opgenomen.

Opgebouwde wettelijke vakantiedagen van vóór

1 januari 2012

De verjaringstermijn van 5 jaar blijft gelden voor de oude

wettelijke vakantierechten die opgebouwd zijn vóór

1 januari 2012. Deze dagen komen dus te vervallen na 2017.

Bovenwettelijke (extra) vakantiedagen

In de cao of arbeidsovereenkomst kunnen bovenwettelijke

(extra) vakantiedagen worden afgesproken. Deze

bovenwettelijke vakantiedagen vallen buiten de nieuwe

vakantiewetgeving. Voor deze dagen blijft de verjarings-

termijn van 5 jaar gelden.

Zieke werknemers

Opbouw vakantiedagen: Met ingang van 1 januari 2012

hebben zieke werknemers dezelfde rechten als die van

gezonde werknemers en bouwen dus ook tijdens de

gehele ziekteperiode vakantiedagen op. Vóór 1 januari

2012 werden vakantierechten slechts opgebouwd over

de laatste zes maanden van de ziekteperiode.

Opnemen vakantiedagen: Naast de opbouw van vakantie-

dagen is in de wet een wijziging opgenomen met

betrekking tot het opnemen van vakantie tijdens ziekte.

Ook de zieke werknemer heeft recht (en ook de plicht)

om vakantie op te nemen. In de nieuwe wet is geregeld

dat de opgenomen vakantiedagen tijdens ziekte dan wel

re-integratie volledig worden afgeschreven. Dit kan alleen

anders zijn als de werknemer, bijvoorbeeld door toedoen

van de werkgever, of wegens zijn (ernstige) ziekte niet in

staat is geweest de vakantiedagen op te nemen.

Uitzondering

De vervaltermijn van zes maanden geldt niet voor

werknemers die redelijkerwijs niet in staat zijn geweest

(bijvoorbeeld door ziekte) vakantie op te nemen. In de

nieuwe wet is verder niet expliciet geregeld wanneer

hiervan sprake is. Mocht de werknemer niet in staat zijn

geweest de vakantie op te nemen dan geldt de verjarings-

termijn van vijf jaar.

Gemiddeld worden er zo’n 200 vragen per

maand gesteld aan de helpdesk. In deze

rubriek wordt iedere keer een interessante,

veelgestelde, opmerkelijke of ingewikkelde

vraag behandeld.

[email protected]

Page 11: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

11

De inspectie vindt het belangrijk dat verlos-kundigen zwangere vrouwen begeleiden bij het stoppen met roken, vanwege de gezond-heidsrisico’s voor moeder en kind. Dat zij hiervoor de bewezen effectieve V-MIS toepas-sen, ligt voor de hand. In 2004 paste slechts 45% van de verloskundigen praktijken de V-MIS toe. Van alle verloskundigen in Neder-land voerde slechts 29% de V-MIS goed en volledig uit 1. Dit was aanleiding voor de inspectie om te toetsen in hoeverre verlos-kundigen nu de V-MIS gebruiken en rokende zwangeren structureel ondersteunen om te stoppen met roken.

Roken is een belangrijke risicofactor voor (zwangere)

vrouwen en hun (ongeboren) kind. Voor vrouwen vermin-

dert de vruchtbaarheid, is de kans op een spontane

abortus verhoogd en roken verdubbelt de kans op een

buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Voor het kind

verhoogt een rokende moeder het risico op vroeggeboorte,

een laag geboortegewicht en de kans om rond de

geboorte te overlijden 2, 3. In de periode 2001-2010

daalde het aantal rokende moeders gedurende de hele

zwangerschap van 13% naar 6,3%. Het aantal rokende

zwangeren onder laagopgeleiden is echter zes keer zo

groot (13,8%) als onder hoogopgeleiden (2,4%) 4. Als

geen enkele zwangere vrouw tijdens de zwangerschap

zou roken, daalt de sterfte rond de geboorte en een te

laag geboortegewicht met 10% 5.

Eerstelijns verloskundigen spelen een belangrijke rol in de

ondersteuning van zwangere vrouwen bij het stoppen

met roken. De verloskundige ziet 80% van de vrouwen

vroeg in de zwangerschap en geeft adviezen over een

veilige en gezonde zwangerschap. Hieronder vallen ook

adviezen over leefstijl waaronder stoppen met roken en

de begeleiding daarbij. Vrouwen zijn juist vanwege hun

zwangerschap beter te motiveren om niet meer te roken.

Speciaal voor de verloskundigenpraktijk ontwikkelde

Stivoro de V-MIS, de ‘Minimale Interventiestrategie

Stoppen met roken voor de Verloskundigenpraktijk’ 6.

De V-MIS is gebaseerd op de CBO-richtlijn ‘Behandeling

van tabaksverslaving’ en is een bewezen effectief

instrument 7. Op eigen kracht lukt het 3% van de rokende

zwangeren om te stoppen, met behulp van de V-MIS is

dit 12%. Het RIVM berekende dat – in de meest ideale

situatie – zo’n 4.100 extra vrouwen per jaar zouden

kunnen stoppen met roken als alle verloskundigen de

V-MIS gebruiken 8.

Doel en onderzoeksvraagDe inspectie wil met het thema toezichtonderzoek

bevorderen dat eerstelijns verloskundigenpraktijken

structureel de V-MIS richtlijn implementeren en naleven

om zwangere vrouwen te begeleiden bij het stoppen met

roken. Dit verkleint de risico’s op gezondheidsproblemen

voor de moeder en haar ongeboren kind. De onderzoeks-

vraag is: In welke mate leven eerstelijns verloskundigen-

praktijken de V-MIS en randvoorwaarden voor structurele

invoering na, bij de begeleiding van zwangere vrouwen

om te stoppen met roken?

MethodeOp basis van de beschikbare richtlijnen en veldnormen

stelde de inspectie een toetsingskader op dat de basis

vormde voor het onderzoek. Het toetsingskader beschreef

aan welke eisen de verloskundigenpraktijken moesten

voldoen, waarna de inspectie toetste in hoeverre deze

afwezig, aanwezig, operationeel of geborgd waren.

De inspectie acht het onderdeel voldoende wanneer

operationeel of geborgd is gescoord. Het toetsingskader

bevatte dertien beoordelingsaspecten: vier randvoorwaar-

den (beleid, scholing, doorverwijzing en registratie) en

negen specifieke V-MIS-stappen. Een aselecte steekproef

van 120 praktijken, een kwart van de eerstelijns verlos-

Dit artikel is met toestemming van IGZ overgenomen uit ‘Staat van

de Gezondheidszorg 2013’, hoofdstuk 3.

Als geen enkele zwangere vrouw tijdens de zwangerschap zou roken, daalt de sterfte rond de geboorte en

een te laag geboortegewicht met 10%

Page 12: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

12

kundigenpraktijken, ontving een digitale vragenlijst over

de begeleiding van zwangere vrouwen om te stoppen

met roken. Deze vragenlijst was gebaseerd op het

toetsingskader. 113 praktijken vulden in augustus 2010

de vragenlijst in. Daarnaast bezocht de inspectie tien

praktijken voor aanvullende informatie in september 2010.

De praktijken uit de steekproef kregen een individueel

rapport met hun resultaten en de verbeteringen die de

inspectie verwachtte. Alle verloskundigenpraktijken

ontvingen in april 2011 de uitkomsten van het landelijk

onderzoek en een vooraankondiging van vervolgonder-

zoek in 2012. Op 1 januari 2012 moesten alle verlos-

kundigenpraktijken aan de eisen uit het toetsingskader

voldoen. De inspectie publiceerde de resultaten ook in

Tijdschrift voor Verloskundigen 9.

Het vervolgonderzoek in 2012 bestond uit bezoeken aan

21 verloskundigenpraktijken om na te gaan of er

voldoende verbetering in de stoppen-met-roken-begeleiding

was opgetreden. Leidraad voor de gesprekken met de

verloskundigen was een vereenvoudigde versie van de

vragenlijst die de inspectie bij haar onderzoek in 2010

gebruikte.

ResultatenHet toetsingskader van de inspectie bestond uit rand-

voorwaarden voor een structurele invoering en beoordelings-

aspecten die zijn afgeleid van de V-MIS. Het uitgebreide

toetsingskader staat op www.igz.nl.

Van de randvoorwaarden was de registratie het beste op

orde: de overgrote meerderheid registreerde het rook-

gedrag van hun cliënten op individueel niveau. In de

gesprekken kwam naar voren dat het niet mogelijk was

om met het beschikbare informatiesysteem gegevens op

groepsniveau te verzamelen.

Aan de andere randvoorwaarden voldeden de praktijken

minder goed. De meeste verloskundigenpraktijken (84%)

hadden geen beleid voor de begeleiding bij stoppen met

roken of dit beleid was niet vastgelegd. Van de praktijken

was 80% niet op de hoogte van alle doorverwijsmogelijk-

heden naar andere hulpverleners in hun regio. Daarnaast

was scholing niet vanzelfsprekend. Iets meer dan de helft

van de verloskundigenpraktijken had scholing in de

begeleiding bij stoppen met roken gevolgd. In 45% van

de praktijken was geen enkele verloskundige geschoold.

Geen enkele verloskundigenpraktijk uit de steekproef paste

alle stappen van V-MIS volledig toe. De eerste stappen van

de V-MIS, zoals het inventariseren van het rookgedrag bij

de intake en op andere momenten, voerden bijna alle

praktijken uit. Dat gold niet voor de vervolgstappen; vooral

het afspreken van een stopdatum was geen routine. De

laatste stap, de nazorg, gebeurde vaak weer wel.

De verschillen tussen de verloskundigenpraktijken waren

groot. De best scorende praktijken scoorden op twaalf

van de dertien beoordelingsaspecten voldoende (dat wil

zeggen operationeel of geborgd); bij de slechtst scorende

waren enkel twee beoordelingsaspecten voldoende.

Structurele invoering van de V-MISDe randvoorwaarden voor structurele invoering van de

stoppen-met-roken-begeleiding waren bij veel praktijken

geïmplementeerd. Vooral de scholing was sterk verbeterd:

achttien praktijken hadden (een deel van) de verloskundigen

voor dit doel geschoold. Bij veertien van de bezochte

praktijken was het beleid al geformuleerd. De registratie

van het rookgedrag op groepsniveau was nog geen

gemeengoed: zeven praktijken hielden dit – handmatig

– bij. De meeste praktijken hadden geen geaggregeerde

informatie op praktijkniveau. Hierdoor ontbrak het de

verloskundigen aan inzicht in het aantal rokende zwangere

vrouwen en het effect van hun activiteiten om de

vrouwen te laten stoppen. Ook was vergelijking met

andere praktijken daardoor niet mogelijk. De grootste

verbetering zag de inspectie bij de toepassing van de

V-MIS. Op één na gebruikten alle praktijken dit instrument

en alle praktijken legden het rookgedrag en de begeleiding

om te stoppen vast in het cliëntendossier. Ook beschikten

20 van de 21 praktijken over een sociale kaart, zodat ze

wisten naar welke andere zorgverleners ze hun cliënten

konden doorverwijzen als ze de vertrouwensrelatie niet

op het spel wilden zetten.

Verloskundigen wisten niet goed hoe ze mensen konden motiveren als die zelf niet willen stoppen met roken

Page 13: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

13

Ervaren knelpunten in 2010 en 2012De bezoeken in 2010 en 2012 gaven meer inzicht in de

knelpunten die verloskundigen ervaren. In 2010 was het

verschil tussen de goed geïmplementeerde eerste stap

van de V-MIS (registratie rookgedrag) en het feitelijk

ondersteunen om te stoppen groot. Uit de gesprekken

bleek dat verloskundigen dit lastig vonden. Ze wisten niet

goed hoe ze mensen konden motiveren als die zelf niet

willen stoppen met roken of hoe zij hen daarbij zouden

kunnen begeleiden. Een complicerende factor is dat bij

vrouwen die blijven roken tijdens de zwangerschap vaak

meer problemen tegelijkertijd spelen, zoals een andere

verslaving en psychiatrische of sociale problematiek. Ook

culturele verschillen kunnen begeleiding moeilijker maken.

In 2012 wisten veel verloskundigen dat ze hun cliënten

voor begeleiding konden doorverwijzen en ze wisten

dankzij de sociale kaart ook naar wie. Zo konden ze de

vrouwen helpen zonder de vertrouwensband te schaden.

Opvallend was dat verloskundigen zich niet altijd bewust

zijn van hun invloed op zwangere vrouwen. Ze zijn de

deskundige en wat zij zeggen heeft vaak veel impact.

Tot slot kwam aan de orde dat eerstelijnsverloskundigen

de aansluiting met de tweede lijn misten. In de tweede

lijn kreeg de stoppen-met-roken-begeleiding volgens hen

vaak minder aandacht.

Conclusie: aanzienlijke verbetering geboekt, maar nog meer winst mogelijkEerstelijns verloskundigenpraktijken verbeterden de

begeleiding van zwangere vrouwen om te stoppen met

roken aanzienlijk. De V-MIS werd in het vervolgonderzoek

in 2012 door vrijwel alle bezochte praktijken gebruikt. In

een korte periode zijn veel verloskundigen geschoold,

dankzij de extra opleidingsmogelijkheden van Stivoro.

Toch is er volgens de inspectie nog meer winst te

behalen, vooral op de randvoorwaarden voor structurele

invoering. Alle bezochte praktijken registreerden het

rookgedrag van hun cliënten, maar registratie op

groepsniveau ontbrak vaak, mede omdat niet alle

softwarepakketten dit ondersteunden. In 2010 had een

derde van de praktijken beleid geformuleerd, in 2012

twee derde. De inspectie had een grotere stijging

verwacht, omdat de KNOV met Stivoro naar aanleiding

van het inspectieonderzoek een handreiking voor dit

beleid had opgesteld 10.

Toezicht en handhavingDe inspectie verwacht dat de eerstelijns verloskundigen-

praktijken in 2013 de randvoorwaarden verder verbeteren.

Vooral het opstellen van beleid en het verbeteren van de

geaggregeerde registratie zijn aandachtspunten, naast

het systematisch toepassen van alle stappen van de

V-MIS. De KNOV heeft toegezegd dat ze met de software-

fabrikanten naar praktische oplossingen voor de (geaggre-

geerde) registratie zoeken. In 2012 richt de inspectie zich

op de verantwoordelijkheden die de tweede lijn – vooral

tweedelijns verloskundigen en gynaecologen – heeft om

zwangere vrouwen te begeleiden bij het stoppen met

roken. De inspectie agendeert dit bij de verloskundige

samenwerkingsverbanden waarin eerste en tweede lijn

overleggen; deze zijn inmiddels in het hele land gestart.

Onderzoek effectiviteit toezichtHet Erasmus Medisch Centrum voert onafhankelijk onder-

zoek uit naar de effecten van onder andere dit toezicht-

project. De inspectie wilde met het toezicht bevorderen

dat eerstelijns verloskundigen structureel de bewezen

effectieve V-MIS methode gaan gebruiken om hun

rokende cliënten te begeleiden bij het stoppen met roken.

Het gewenste resultaat is dat minder zwangere vrouwen

roken. De inspectie wil graag weten in welke mate het

toezicht hieraan heeft bijdragen.

Literatuur

Opvallend was dat verloskundigen zich niet altijd bewust zijn van hun invloed op zwangere vrouwen

Page 14: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

management begeleiding vrije beroepen

administraties jaarverslagen belastingen praktijkadvisering opleidingenspecialisatie: medische beroepen

Dé financieel specialist voor

verloskundigenVraag vrijblijvend informatie

aan bij Tiny Nieuwenburg.

Postbus 169

3860 AD Nijkerk

T: 033-4565147

F: 033-4565163

[email protected]

www.mbv-nijkerk.nl

www.sikkingadvies.nl

Page 15: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

15

Nieuwsbrief / April 2013 / Jaargang 8

Kennispoort Verloskunde is ook op Facebook te vinden.

www.facebook.com/kennispoortverloskunde

Deze beschrijvende studie exploreer-

de hoe vrouwen in het midwesten van

de Verenigde Staten het internet ge-

bruiken voor informatie over gezond-

heid, fysieke activiteit en voeding

tijdens de zwangerschap. Ook onder-

zocht men de invloed van het internet

op het vertrouwen van de vrouwen bij

beslissingen over fysieke activiteit en

eetgedrag tijdens de zwangerschap.

De onderzoekers benaderden tussen

maart en december 2011 zwangere

vrouwen en moeders tot een jaar na

de bevalling voor een enquête. De

vrouwen ontvingen een uitnodiging

via bijvoorbeeld moeder- en kindzorg,

huisartsen, zwangerschapscursus-

sen, kinderdagverblijven en websites

voor zwangere vrouwen en moeders.

In totaal beantwoordden 293 vrou-

wen de enquête online of op papier.

Van hen was 41,8% zwanger en

58,2% maximaal een jaar geleden

bevallen. De gemiddelde leeftijd was

29 jaar (19-41 jaar), 89,3% had een

relatie en er was een ruime sprei-

ding qua inkomen en opleiding. De

meeste vrouwen hadden internet

thuis (94,6%) of op het werk (75,4%)

en bezochten internet vooral thuis

(76,9%). Bijna alle vrouwen (94,0%)

gebruikten internet voor gezondheids-

informatie tijdens hun zwangerschap,

vooral als aanvulling op de ontvan-

gen informatie van hun zorgverlener

(87,6%) en om uit zichzelf informatie

te vinden (98,5%). Bijna alle vrouwen

(94,4%) vonden dat hun zorgverle-

ners hen zouden moeten wijzen op

geschikte betrouwbare websites.

Bijna de helft van de vrouwen

(44,8%) gebruikte internet voor infor-

matie over fysieke activiteit tijdens

de zwangerschap en een kwart van

alle vrouwen (25,8%) rapporteerde

door deze informatie fysiek actiever

te worden. De informatie op inter-

net leidde volgens de vrouwen tot

een signifi cante stijging van hun

vertrouwen bij beslissingen over

fysieke activiteit tijdens de zwanger-

schap. De vrouwen die fysiek actiever

werden tijdens de zwangerschap,

rapporteerden ook signifi cant meer

vertrouwen bij beslissing over fysieke

activiteit, dan vrouwen die niet of

minder actief werden. De bevindingen

over internetgebruik, vertrouwen en

gedragsverandering bij voeding (fruit

en groente, suiker, vet, gezoete drank)

waren vergelijkbaar met die bij fysieke

activiteit. Er waren echter geen sig-

nifi cante verschillen in toegenomen

vertrouwen bij beslissingen over

voeding tussen hen die wel of niet

hun voedingsgedrag veranderden.

De uitgebreide enquête biedt nog

meer interessante informatie over

het ontwerpen van interventies voor

zwangere vrouwen ter bevordering

van fysieke activiteit en/of gezonde

voeding. De onderzoekers conclude-

ren dat verwijzing van vrouwen tijdens

prenatale controles naar betrouwbare

websites over gezond gedrag een

betaalbare en praktische vorm van

gezondheidsbevordering is.

Internet bevordert vertrouwen bij beslissingen over bewegen en voeding

Huberty J, Dinkel D, Beets MW et al. Describing the use of the internet for health, physical activity, and nutrition information in pregnant women. Matern Child Health J; DOI 10.1007/s10995-012-1160-2

Page 16: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

16

www.kennispoortverloskunde.nl

In Stockholm, Zweden, werd er in

2009 onderzoek gedaan op vier

verlosafdelingen, waarvan er twee

gericht waren op alle typen beval-

lingen (standard care units) en twee

speciaal op laag-risico bevallingen.

Doel van de studie was om te zien of

de verloskundigen die op de verschil-

lende type afdelingen werkten een

andere risico-inschatting rond de

baring hadden en hoe ze dachten

over het toepassen van interventies

gedurende de baring. Er werd een

web-based vragenlijst gemaakt door

het Karolinska Institute. De enquête

bevatte 31 vragen: 9 demografi sche

en 22 vragen gericht op drie vignet-

tecasus die ingingen op houding en

risicoperceptie. De enquête werd

door 77 verloskundigen ingevuld:

44 uit de laag-risico setting en 33

uit de andere twee klinieken.

Alle verloskundigen hadden als risico-

profi el voor de huidige baring: uitkom-

sten van eerdere baringen, resultaten

van het opname-CTG en de kwaliteit

van het vruchtwater. Verloskundigen

uit de laag-risico groep waren bij nor-

male bevallingen meer afwachtend

ten aanzien van een tweede vaginaal

toucher (p=0.001) en het verrichten

van een amniotomie (p=0.01), boden

minder vaak een epiduraal aan en

stimuleerden het spontaan persen

vaker (p=0.019) dan hun collega’s.

Ook waren ze terughoudender met

het geven van een infuus en bij-

stimulatie (p=0.013).

De onderzoekers concludeerden dat

er een noodzaak is om consensus te

bereiken over het concept ‘normale’

baring en geboorte. Evidence based

richtlijnen voor de beste begeleiding

van een normale baring in de praktijk

zouden kunnen helpen bij het mini-

maliseren van interventies.

IJzertekort bij vrouwen kan leiden

tot anemie, waardoor ze zich moe

voelen, fl auwvallen en een grotere

kans hebben op infecties. Deze

Cochrane review bekijkt het effect

van dagelijkse ijzersuppletie voor

zwangere vrouwen, alleen of in

combinatie met foliumzuur of andere

vitamines en mineralen, op allerlei

maternale en neonatale uitkomsten.

Twee auteurs bepaalden onafhan-

kelijk van elkaar de geschiktheid en

nauwkeurigheid van de studies en

extraheerden gegevens.

De onderzoekers includeerden

zestig (quasi) gerandomiseerde

onderzoeken waarvan 43 (ruim

27.400 vrouwen) data leverden voor

de meta-analyse om het effect van

dagelijkse ijzersuppletie te vergelij-

ken met controles. Een supplement

met andere vitamines of mineralen

of een placebosupplement diende

als controle. Voor enkele uitkomsten

was de heterogeniteit hoger dan

50%. Dat wil zeggen dat de opzet

en uitkomsten van de afzonderlijke

studies verschilden en de resultaten

daardoor voorzichtig moeten worden

geïnterpreteerd.

In vergelijking met controles had-

den vrouwen die ijzersupplementen

gebruikten minder kans op een baby

met laag geboortegewicht (minder

dan 2.500 gram; 8,4% versus 10,2%

(RR 0.81; 0.68-0.97) op maternale

anemie (RR 0.30; 0.19-0.46) en op

ijzertekort na 37 weken zwanger-

schap (RR 0.43; 0.27-0.66). Het

effect van ijzersuppletie op andere

neonatale uitkomsten was onduide-

lijk. Hoewel het verschil tussen de

groepen niet statistisch signifi cant

was, rapporteerden vrouwen die

ijzersupplementen ontvingen (mini-

maal 60 mg per dag) vaker bijwerkin-

gen dan controles, zoals constipatie,

misselijkheid, overgeven, diarree en

verhoogd risico op hoge (meer dan

130g/L) hemoglobine concentraties

na 37 weken zwangerschap.

De auteurs concluderen dat pre-

natale dagelijkse ijzersuppletie de

kans vermindert op een laag geboor-

tegewicht en maternale anemie of

ijzertekort tijdens de zwangerschap.

Nader onderzoek is gewenst naar

het optreden en de gevolgen van

hoge hemoglobine concentraties om

uitspraak te kunnen doen over op-

timale doseringen en voorschriften

voor routinematige ijzersuppletie.

Verschil in risicoperceptie rond de baringWiklund I, Wallin J, Vikstrom M. Swedish midwives’ rating of risks during labour progress and their attitudes toward performing intrapartum interventions: a web-based survey. Midwifery 2012;28:516-520

Positieve effecten van ijzersuppletie voor moeder en kindPeña-Rosas JP, De-Regil LM, Dowswell T et al. Daily oral iron supplementation during pregnancy. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012;12:CD004736. DOI: 10.1002/14651858.CD004736.pub4

Page 17: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

17

www.kennispoortverloskunde.nl

In westerse landen bestaat prena-

tale zorg traditioneel uit individuele

consulten bij een verloskundige zorg-

verlener (verloskundige, gynaecoloog

of huisarts). Een alternatief is zorg

in een groep, zoals dat is ontwikkeld

in de Verenigde Staten: Centering-

Pregnancy. Een verloskundige of

gynaecoloog geeft zorg in groepen

van acht tot twaalf vrouwen met de-

zelfde zwangerschapsduur. Zij komen

op de gebruikelijke momenten voor

prenatale zorg bij elkaar in acht tot

tien bijeenkomsten van 90 tot 120

minuten. Alle zorg vindt plaats in een

groep: integratie van de gebruikelijke

medische controles met informatie,

educatie en onderlinge steun.

Deze Cochrane review vergeleek de

effecten van de groeps- en individu-

ele prenatale zorg op moeder- en

kinduitkomsten. De primaire uit-

komsten waren vroeggeboorte (voor

37 weken), laag geboortegewicht

(minder dan 2.500 gram), small-for-

gestational-age (SGA) en perinatale

sterfte. Secundaire maten waren

onder andere psychologische uitkom-

sten, tevredenheid van de moeder en

tevredenheid van de zorgverlener.

De onderzoekers includeerden

slechts twee Amerikaanse geran-

domiseerde gecontroleerde studies

(n=1.369). Bij de primaire uitkom-

sten waren er geen signifi cante

verschillen tussen prenatale groeps-

zorg versus individueel. Eén studie

(n=993) rapporteerde tevredenheid

van de vrouwen: groepszorg leidde

gemiddeld tot bijna vijf keer hogere

tevredenheid dan individuele zorg.

Eén studie rapporteerde uitkomsten

voor stress, angst en depressie,

maar vond hierin geen signifi cante

verschillen. Geen van de studies rap-

porteerde effecten op tevredenheid

van de zorgverlener.

De onderzoekers concludeerden dat

vrouwen prenatale groepszorg als

positief ervaren, terwijl er geen na-

delige gevolgen voor moeder en kind

waren. Echter, de bewijskracht is

nog beperkt door het geringe aantal

studies en vrouwen en doordat de

meeste uitkomsten waren gebaseerd

op één studie. De onderzoekers

bevelen meer onderzoek aan.

In Nederland startte onlangs, op

basis van een haalbaarheidsstu-

die, onderzoek naar de effectiviteit

en implementatie van een voor

Nederland aangepast Centering

Pregnancy programma in verloskun-

dige eerstelijnspraktijken (Jaarindex

Kennispoort 2012, pag. 44 en 82).

Dit Nederlandse programma richt

zich ook op vrouwen met complexere

behoeften.

Ruim vijf procent van de vrouwen bij

wie borstkanker wordt geconstateerd

is jonger dan veertig jaar. Dit treedt

in Nederland steeds vaker op bij

zwangere vrouwen door de maat-

schappelijke trend om zwangerschap

uit te stellen tot latere leeftijd. In Ne-

derland stelt men jaarlijks bij 20-60

zwangere vrouwen borstkanker vast.

Het stellen van de diagnose ‘borst-

kanker’ is bij zwangere vrouwen

moeilijker door veranderingen in de

borsten als gevolg van de zwanger-

schap en door beperkte diagnos-

tische mogelijkheden tijdens de

zwangerschap. Na de diagnose is

een volledige behandeling met chirur-

gie, radiotherapie en chemotherapie

tijdens de zwangerschap mogelijk,

zonder noemenswaardige belasting

voor de foetus. Dit geldt zelfs vroeg

in de zwangerschap. Ondanks deze

relatief goede mogelijkheden van be-

handeling tijdens de zwangerschap

zijn er ook risico’s, zoals schade bij

de foetus door bestraling.

Voor de vrouw is uitgebreide psycho-

sociale begeleiding nodig. Hierbij

is een persoonlijk multidisciplinair

advies belangrijk over de baten en

risico’s voor de moeder én de risico’s

van diagnostiek en behandeling voor

het kind. Over de langetermijngevol-

gen voor het kind van chemotherapie

tijdens de zwangerschap bestaan

nog weinig gegevens, maar op korte

termijn is dit zeker veilig. Advies tot

zwangerschapsafbreking om die re-

den is dan ook niet gerechtvaardigd.

De behandeling is afhankelijk van

het ziektestadium en de zwanger-

schapstermijn (bijvoorbeeld de keuze

tussen een borstsparende therapie

of een mastectomie).

Als een vrouw met borstkanker ade-

quaat behandeld wordt, beïnvloedt

zwangerschap de prognose zeer

waarschijnlijk niet. Zwangerschap na

behandeling van borstkanker heeft

geen nadelig effect op de kans op

een recidief. Er zijn zelfs aanwijzin-

gen dat een volgende zwangerschap

de kans op een recidief vermindert.

Vrouwen tevreden over prenatale groepszorgHomer CSE, Ryan C, Leap N et al. Group versus conventional antenatal care for women. Cochrane Database Syst Rev 2012;11:CD007622 DOI: 10.1002/14651858.CD007622.pub2

Diagnostiek en behandeling van borstkanker tijdens de zwangerschap

Slingerland M, Kroep JR, Liefers G et al. Mammacarcinoom tijdens de zwangerschap. Huidige inzichten in diagnostiek en behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd 2012;156:A5286

Page 18: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

18

www.kennispoortverloskunde.nl

Proefschrift: Onbedoelde uitslag prenataal onderzoek waardevolIncidental Findings of Sex Chromosome Aneuploidies in Routine Prenatal Diagnostic Procedures, a qualitative study on the perspectivesof parents and professionals. Jacqueline Pieters, 16 januari 2013, Radboud Universiteit Nijmegen

Onverwachte bevindingen bij pre-

nataal vervolgonderzoek, zoals het

syndroom van Turner of Klinefelter,

vinden ouders achteraf waardevol.

Ook professionals onderschrijven

het belang van deze onbedoelde

uitslagen. Dit blijkt uit promotie-

onderzoek van gynaecoloog

Jacqueline Pieters. Zij vindt het dan

ook belangrijk dat ouders vooraf

nadrukkelijk worden gewezen op de

andere mogelijke uitslagen van de

prenatale test.

Zij vroeg ouders die met onbedoel-

de uitslagen geconfronteerd werden

hoe zij hiermee omgingen. Veel

ouders speurden direct internet af

naar meer informatie. Verder waren

ze er liever vooraf beter van op de

hoogte geweest dat de test ook

andere uitslagen dan het Downsyn-

droom kon geven. Ouders die de

zwangerschap hadden beëindigd

na het nieuws, hadden zich veel

zorgen gemaakt over de toekom-

stige gezondheid en het welzijn van

hun kind. Ook vreesden ze de grote

belasting voor het gezin. Ouders die

het kind hadden laten komen, had-

den juist vertrouwen gekregen in de

zorg- en begeleidingsmogelijkheden

voor hun kind en in een goede

toekomst. Pieters vindt dat ouders

na een onbedoelde uitslag goede

begeleiding moeten krijgen bij hun

zoektocht op internet, bijvoorbeeld

door hen links naar betrouwbare

sites te geven. Pieters hield ook

een enquête onder klinisch genetici

en experts in de begeleiding en

behandeling van mensen met het

syndroom van Turner of Klinefelter.

Zij bleken voorstanders van het

meenemen van de geslachtschro-

mosomen bij prenataal onderzoek

op het Downsyndroom. Dit ondanks

de complexiteit van de voorlichting

over de bijbehorende syndromen

en ondanks de mogelijkheid dat

ouders mogelijk besluiten tot zwan-

gerschapsbeëindiging.

kennispoort-verloskunde.nl

pieters

In Noorwegen werd in 2009-2012

op het Sør Trønbdelag University

College een pilot gedaan waarbij zes

studentverloskundigen in totaal 58

ouders begeleidden gedurende zwan-

gerschap, partus en kraambed. Het

doel van de studie was om kennis

en beter inzicht te krijgen over hoe

ouders continue begeleiding door

verloskundestudenten waarderen.

De focus lag op de geboorte en de

periode postpartum. Vier maanden

na de geboorte werden groepsinter-

views gehouden om de ervaringen

van ouders in kaart te brengen: er

was één focusgroep met acht vrou-

wen en twee waar vijf mannen aan

deelnamen.

Na analyse bleken er twee hoofd-

thema’s te zijn: ‘relationeel vertrou-

wen’ en ‘zich empowered voelen’.

Beide thema’s hadden twee sub-

thema’s: relationeel vertrouwen

bestond uit ‘relationele continuïteit’

en ‘aan wezigheid’. Zich empowered

voelen bestond uit ‘individuele zorg’

en ‘het aan kunnen’. Bij de vrouwen

speelde empowerment vooral een

rol in relatie tot de bevalling, bij de

mannen in relatie tot het ouderschap.

De relationele verbondenheid met de

studentverloskundige was voor vrou-

wen belangrijk gedurende het hele

proces, terwijl bij mannen de focus lag

op de geboorte. Beiden vonden het

plezierig dat één persoon de zwanger-

schap en de bevalling begeleidde,

die ook bij het kraambed langskwam.

Ouders waren verrast over hoe goed

dit model van continue begeleiding

verlopen was. Door de positieve hou-

ding van de student voelden vrouwen

zich gesteund en gemotiveerd.

Continue begeleiding tot en met het kraambedAune I, Dahlberg U, Ingebrigtsen O et al. Parents’ experiences of midwifery students providing continuity of care. Midwifery 2012;28:432-438

Page 19: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

19

www.kennispoortverloskunde.nl

Angst voor de bevalling in de eerstelijns populatieSluijs A-M, Cleiren M, Wijma K et al. No relationship between fear of childbirth and pregnancy-/ delivery-outcome in a low risk Dutch pregnancy cohort delivering at home or in hospital. Journal of Psychosomatic Obstetrics & Gynecology, 2012;33(3):99-105. DOI:10.3109/0167482X.2012.685905

Er lijkt sprake te zijn van een vicieuze

cirkel: vrouwen met angst voor de

bevalling (FOC) ervaren vaker datgene

waarvoor ze bang zijn en dat is dan

weer van invloed op hun FOC post

partum. In deze Nederlandse pros-

pectieve cohortstudie (LUMC) werd

onderzoek gedaan naar de associatie

tussen FOC en problemen tijdens de

bevalling, tussen problemen tijdens

de bevalling en FOC post partum

en tenslotte tussen FOC tijdens de

zwangerschap en FOC post partum.

Tussen november 2005 en maart

2006 vulden 105 zwangeren uit

de eerstelijns praktijk in de regio

Leiden bij dertig weken en zes weken

post partum de Wijma Delivery

Expectancy/Experience Question-

naire (W-DEQ-A/B) en een depressie-

vragenlijst (HADS) in. Scores voor

primiparae bij dertig weken waren

signifi cant hoger dan voor multiparae

(gemiddelde score 65.8 vs. 57.6).

Er werd geen verband gevonden tus-

sen FOC en de kans op sectio. Een

mogelijke verklaring hiervoor is dat in

deze eerstelijns onderzoeksgroep het

sectiopercentage laag was (3,8%).

In een regressie analyse bleek een

combinatie van multipariteit met

medische interventies een hogere

post partum FOC te voorspellen.

Dat kan komen doordat vrouwen in

een laag risicogroep minder rekening

houden met eventuele complicaties.

Er was een positieve correlatie tus-

sen FOC tijdens de zwangerschap en

FOC zes weken post partum, ook na

correctie voor complicaties tijdens

de baring (r=0.45, p<0.001). Dat zou

kunnen betekenen dat een hoge FOC

tijdens de zwangerschap van invloed

is op de beleving van de baring.

Het is aan te bevelen om tijdens de

prenatale verloskundige begeleiding

te screenen op FOC en waar nodig

passende zorg aan te bieden.

Angst voor de bevalling (FOC) komt

voor bij 6-10% van alle zwangeren.

Ernstige FOC kan, als het onbehan-

deld blijft, leiden tot een verzoek om

een sectio. Uit eerder onderzoek is

gebleken dat individuele of groeps-

therapie effectief is in het voorkomen

van sectio vanwege FOC.

Tussen oktober 2007 en augustus

2009 vulden 4.575 nulliparae uit de

universiteitskliniek Helsinki de Wijma

Delivery Expectancy Questionnaire

(W-DEQ-A) in. De vragenlijst werd

ingevuld in het eerste trimester van

de zwangerschap. 8,1% scoorde hoog

op FOC (n=371). Er werd geen angst-

en depressie vragenlijst ingevuld.

Vrouwen met ernstig FOC (score

≥ 100) werden gerandomiseerd in

groepsgewijze psycho-educatie ener-

zijds (n=131) en standaard behande-

ling anderzijds (n= 240). Als uitkomst

werd gekeken naar vaginale baring

en tevredenheid.

De interventie bestond uit zes

prenatale en één postnatale groeps-

bijeenkomst met maximaal zes

deelnemers. In de bijeenkomsten

werd telkens een thema besproken

en werden de deelnemers met ont-

spanningsoefeningen voorbereid op

de diverse stadia van de bevalling.

Naast angst en het proces van de

bevalling werden ook thema’s als

ouderschap en veranderingen in de

relatie behandeld. Niet alle vrouwen

uit de interventiegroep namen deel

aan de groepstherapie (90 van de

131). Vrouwen in de interventie-

groep hadden vaker een spontane

vaginale baring dan vrouwen in de

controlegroep: 63,4% versus 47,5%

(p=0.005) en minder vaak een sectio:

22,9% versus 32,5% (p=0.05).

Vrouwen die aan de interventie

hadden deelgenomen (n=83) waren

drie maanden post partum vaker

tevreden over hun bevalling: 36,1%

versus 22,8% (n= 136) (p=0.04).

Angst voor de bevalling een behandeling waardRouhe H, Slamela-Aro K, Toivanen R et al. Obstetric outcome after intervention for severe fear of childbirth in nulliparous women – randomised trial. BJOG 2012; DOI: 10.1111/1471-0528.12011

Page 20: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

20

www.kennispoortverloskunde.nl

Proefschrift: Baarmoeder gespaard bij nieuwe aanpak cervixkanker

A step-by-step approach to early stage cervical cancer treatment. Jonas van de Lande, 19 februari 2013, Universiteit Utrecht

Baarmoederhalskanker in een vroeg

stadium (diameter < 2 cm.) kan net

zo effectief aangepakt worden met

een minimaal invasieve ingreep als

met een operatie waarbij de baar-

moeder verwijderd wordt. Voordeel

van de kijkoperatie is dat baarmoe-

der en vruchtbaarheid behouden

blijven. Dat blijkt uit het proef-

schrift van Jonas van de Lande,

die onderzoek deed bij 67 vrouwen

met baarmoederhalskanker en een

kinderwens.

De minimaal invasieve ingreep die

sinds 2000 wordt uitgevoerd is vei-

lig en effectief, stelt Van de Lande.

In vijf jaar na de operatie werden

31 vrouwen zwanger en kwamen

twintig gezonde baby’s ter wereld.

Bij slechts drie vrouwen keerde

de kanker terug. Dat is verge-

lijkbaar met andere operaties.

Geen  enkele vrouw overleed aan

de ziekte.

Oncologisch chirurgen verwijderen

bij de nieuwe methode de tumor

en de baarmoederhals, maar laten

de baarmoeder intact. De baar-

moedersparende operatie kan ook

via een gewone buikoperatie, maar

vrouwen worden daardoor meestal

toch nog onvruchtbaar.

kennispoort-verloskunde.nl

lande

Proefschrift: Bij obesitas beter geenvruchtbaarheidsbehandeling

Obesity and female infertility. Walter Kuchenbecker, 27 februari 2013, Rijksuniversiteit Groningen

Bij vrouwen met ernstig overgewicht

treden veel meer zwangerschaps-

complicaties op. Zij zouden daarom

geen vruchtbaarheidsbehandeling

aangeboden moeten krijgen, aldus

promovendus Walter Kuchenbec-

ker. Fertiliteitklinieken zouden deze

vrouwen intensieve begeleiding

moeten aanbieden om alsnog af te

vallen. Veel vrouwen met obesitas

en verminderde vruchtbaarheid

hebben grote moeite om af te vallen

en houden zich slecht aan gestructu-

reerde leefstijlprogramma’s (gezond

eten, regelmatig bewegen), zo stelt

Kuchenbecker vast.

Kuchenbecker heeft tevens inge-

schat hoeveel de kosten bedragen

van vruchtbaarheidsbehandelingen

en zwangerschapscomplicaties voor

vrouwen met en zonder eisprong,

met respectievelijk normaal gewicht,

overgewicht en obesitas. De bere-

kende kosten per levend geboren

kind na een vruchtbaarheidsbehan-

deling bij vrouwen zonder eisprong

bedroegen € 6.045 bij vrouwen

met obesitas versus € 3.016 bij

vrouwen met een normaal gewicht.

Toekomstige prospectieve studies

zullen moeten uitwijzen of leefstijlin-

terventies gericht op gewichtsverlies

voorafgaand aan een vruchtbaar-

heidsbehandeling de kosteneffectivi-

teit verbeteren.

Toename van buikvet en vooral het

vet om de darmen (intra-abdominaal

vet) spelen een belangrijke rol in de

vrouwelijke vruchtbaarheid. In vrou-

wen die niet ovuleren en het polycys-

teus ovarium syndroom hebben, leidt

afname van intra-abdominaal vet tot

herstel van de ovulatie. Het meten

van intra-abdominaal vet met behulp

van echografi e is een betrouwbare,

goedkope en toegankelijke manier

om de effecten van intra-abdominaal

vet op de voortplanting bij vrouwen

te bestuderen.

Colofon: Kennispoort Verloskunde is een initiatief

van de Samenwerkende Opleidingen Verloskunde

(SOV). Deze nieuwsbrief verschijnt tien keer per

jaar, ook als emailversie. Aanmelden kan gratis

op www.kennispoort-verloskunde.nl, het grootste

kennisplatform voor Nederlands verloskundig

onderzoek.

SOV (VAR), Postbus 25035, 3001 HA Rotterdam

e-mail: [email protected]

www.facebook.com/kennispoortverloskunde

Hoofdredactie:Paul Heere (Limetree Business Refreshment)

Redactieraad:Elies de Geus (AVAG), Judith Manniën (AVAG/EMGO),

Irene Korstjens (AVM), Stans Verschuren (VAR),

Bernadette Kroon (AVAG).

kennispoort-verloskunde.nl

kuchenbecker

Page 21: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

21

De Academie Verloskunde Amsterdam-Groningen, de Verloskunde Academie Rotterdam en de Academie Verloskunde Maastricht houden actuele verloskundige ontwikkelingen bij en integreren nieuwe kennis en inzichten in hun opleidingsactiviteiten. In deze rubriek brengen zij gezamenlijk elke maand een actueel onder-werp onder de aandacht. Deze keer: Studenten doen ervaring in het buitenland op, door stage te lopen of een opdracht uit te voeren. Hoe bereiden ze zich voor, wat maken ze mee en wat hebben ze van hun ervaring geleerd?

Voor studenten verloskunde is er soms de mogelijkheid

om een buitenlandse stage te lopen of een internatio-

naliseringopdracht uit te voeren. Wij vroegen een aantal

van hen naar hun ervaringen. Ze blijken een paar dingen

gemeen te hebben: zijn nieuwsgierig, hebben geen

vooroordelen over andere verloskundige systemen en

verwachten altijd wel iets te leren, verloskunde-gerelateerd

of niet. Degenen die al geweest zijn, komen enthousiast

terug. De ene heeft precies kunnen doen wat ze van plan

was, de ander heeft al improviserend een onverwacht

project uitgevoerd. Maar allemaal voelden ze zich welkom

en hebben ze warme en inspirerende mensen ontmoet.

En de koffers zijn nog niet uitgepakt, of het kriebelt al weer…

Nic van Son en Hanneke Torij

Nic van Son is freelance tekstschrijver en Hanneke Torij is verbonden

aan de Verloskunde Academie Rotterdam

“We zijn nieuwsgierig naar het Amerikaanse verloskundige systeem”

Karlijn en Mirjam vertrekken binnenkort voor zeven weken naar Ann Arbor in Michigan, waar ze in het

Von Voigtlander Women’s Hospital stage gaan lopen in de verloskamers. Ieder afzonderlijk hebben ze

een sollicitatieprocedure doorlopen om in aanmerking te komen voor het buitenlandse avontuur. Een

verrassend goede match vinden ze elkaar. Karlijn: “Wij kenden elkaar wel van de opleiding, maar zaten

in aparte vriendinnengroepjes. Maar vanaf het begin is er een heel goede klik tussen ons.” Karlijn

hoopt veel te leren van het kijkje in de Amerikaanse keuken. Ook Mirjam is nieuwsgierig: “Ons eigen

verloskundig systeem lijkt de Amerikaanse kant op te gaan, met meer bevallingen in de tweede lijn, dus

ben ik erg benieuwd naar wat dat inhoudt.” De stage is onderdeel van een uitwisselingsprogramma

tussen de University of Michigan en de AVM. Hun stageplan is gedeeltelijk ingevuld. Karlijn: “We gaan

mee lopen op de verloskamers, hopen natuurlijk zelf handelingen te kunnen doen en bevallingen te

kunnen begeleiden. En natuurlijk hopen we nieuwe inzichten te krijgen, dingen op te pikken die we

hier in Nederland kunnen gebruiken.” Mirjam vult aan: “We zien dat ook wel als inspiratie voor het

werken in een systeem dat volgens mij uiteindelijk ook bij ons zal ontstaan.” Ze zien uit naar het avon-

tuur, en niet alleen vanwege de verloskundige stage. Ook naar het verblijf in het studentenhuis en het

snuffelen aan een andere cultuur kijken ze uit. “We hebben er gewoon heel veel zin in!”

Page 22: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

22

“Vrouwen vertrouwen enorm op hun eigen

lijf, op wat ze kunnen”

Lizzy (rechts) is met haar medestudent Susanne

de Boer (links) onlangs een maand in Ethiopië

geweest, in het kader van haar minor Public

Health Promotion. “Wij lopen al heel veel

stage in Nederland, ik wilde nu eens zien hoe

het elders werkt, waar omstandigheden vaak

zo anders zijn. Het hoofd van de opleiding

verloskunde daar was zo enthousiast over

onze komst dat ze een heel vol programma

in elkaar had gezet. Het voelt wel of we vier

maanden geweest zijn in plaats van vier

weken, zoveel hebben we gedaan! We

hebben een goed beeld van de verloskunde

gekregen. Verpleegkundigen en verlos-

kundigen op de verloskamers weten veel

en bieden goede zorg. Ze werken onder de

supervisie van een gynaecoloog. De moeder-

sterfte is hoog omdat veel vrouwen op het

platteland bevallen onder begeleiding van

een familielid. Geen probleem als het low-

risk is, maar zo gauw er iets niet goed gaat,

is het probleem wel groot. Een ziekenhuis

bereiken kost gauw een paar dagreizen. Wat

erg opviel was het warme welkom dat we

kregen, de belangstelling die mensen voor

ons hadden. En vooral: vrouwen vertrouwen

daar zo op hun eigen lijf, hun eigen kunnen.

Bevallen kost energie, doet pijn, oké, dat

hoort erbij en ik kan dat aan, zo’n houding.

Wel een contrast met Nederland. Of ik terug

ga? Jazeker, hopelijk komende oktober, ik wil

graag iedereen weer een keer zien, daar in

datzelfde ziekenhuis.”

“Interessant om te zien hoe verschillend de

aanpak rondom de bevalling kan zijn”

Christel is in oktober 2011 voor een kleine

week naar Canada geweest in het kader

van haar masterthese-onderzoek voor de

studie ‘Master Physician Assistant gericht

op Klinische Verloskunde (MPA-KV). “Ik was

benieuwd naar het gebruik van epidurale

analgesie, de ruggenprik, als pijnbestrijding

tijdens de uitdrijving. In het vorige ziekenhuis

waar ik werkte bleef die aanstaan tijdens de

persfase, in mijn huidige werkplek juist niet.

Omdat de ruggenprik in Canada en de VS

veel gebruikt wordt,

was ik nieuwsgierig,

ik wilde zelf uit-

zoeken waarom en

hoe ze er daar mee

omgaan. Ik ben in het

Mount Sinai Hospital

in Toronto geweest,

een enorm groot

zorgcomplex. Alles

rondom de bevalling

is heel efficiënt gere-

geld, met een low-risk en een high-risk gang,

voortdurend een flink team gynaecologen,

een perinatoloog en een anaestesioloog aan-

wezig, en verpleegkundigen die one-to-one

care gaven en heel zelfstandig de bevalling

begeleidden. Om een idee van de hoeveel-

heid ruggenprikken te geven: in mijn zieken-

huis in Tilburg bevalt 19% met een rug-

genprik, daar 90%. Ook tijdens de persfase

blijft de anaesthesie aanstaan, soms wordt

zelfs een extra bolus gegeven. Het was een

goede ervaring: interessant om te zien dat in

verschillende landen de aanpak rondom iets

dat in principe hetzelfde is, een bevalling, zo

verschillend kan zijn. Ik zou er, denk ik, niet

gauw zelf gaan werken: de one-to-one care is

wel heel goed, het is efficiënt geregeld, maar

de medicatie is te massaal. Mij zou dat te

weinig voldoening geven.”

Page 23: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

23

“Weliswaar geen verloskunde, maar een zinvolle stage en persoonlijke verrijking”

Marieke zit nog helemaal vol van de stage die ze eind 2012 zes weken in Cambodja doorbracht, samen

met haar medestudent Lianne Smit. De stage was onderdeel van de minor International Aid and Deve-

lopment van het Instituut voor Bouwkunde van de Hogeschool Rotterdam. “Ontwikkelingssamenwer-

king heeft altijd mijn interesse gehad. Over het nut ervan wilde ik beter een mening kunnen vormen en

ik wilde hoe het werkt. Onze ervaring is wel apart. Van de verloskundige stage kwam niet veel, maar

we hebben al improviserend zinvol gezondheidswerk kunnen doen. Op een basisschool hebben we een

voorlichting ‘handen wassen, tanden poetsen’ gegeven, met vertaalhulp van onze tuk-tuk chauffeur.

Via een last-minute sponsoractie konden we 400 zakjes met een tandenborstel, tandpasta, zeep en een

handdoekje klaarmaken. Verder hebben we een project ‘luizen uitroeien’ voor een weeshuis opgezet:

binnen twee weken was het luisvrij! En aan de 15+ meiden van het weeshuis hebben we seksuele voor-

lichting gegeven. Op school wordt dat niet gedaan en omdat deze kinderen geen moeders of zussen

hebben om erover te vertellen, is er een groot gebrek aan kennis. Ik ben me bewuster geworden van

het belang van internationale samenwerking en heb meer geleerd dat mijn leefstijl en consumenten-

gedrag op diverse manieren invloed kan hebben op het leven van iemand buiten Nederland. Het is een

verrijking om te zien hoe mensen in andere culturen leven. ‘Anders’ is niet meteen ‘verkeerd’. Door te

reizen, te werken en stage te lopen in het buitenland leer ik steeds beter om met die instelling naar

mensen te kijken.”

Page 24: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

24

SamenvattingSamenwerken is één van de zeven competenties voor

artsen in opleiding tot specialist (AIOS) volgens de

CanMEDS-rollen. Iedere specialist in Nederland moet in

2015 aantoonbaar zijn opgeleid in zeven niet-medische

Can-MEDS competenties, volgens een methode die in

Canada werd ontwikkeld. De eerstelijns verloskundige is

een van de belangrijkste partners waar de gynaecoloog

mee samenwerkt. Hoewel sinds 2005 in het vernieuwde

curriculum voor de opleiding tot gynaecoloog (HOOG)

een eerstelijns verloskundige zorg stage wordt vermeld, is

onduidelijk of er zeven jaar na de invoering dergelijke

stages in het land zijn geëffectueerd. In een recente

enquête onder alle 47 ziekenhuizen met de opleiding

gynaecologie bleek dat slechts in 19% van die ziekenhui-

zen de mogelijkheid aanwezig is tot het lopen van een

stage eerstelijns verloskundige zorg.

Aansluitend volgt een beschrijving van de leerdoelen, de

uitvoering en de overwegingen voor een stage eerstelijns

verloskundige zorg szoals deze in het UMC St. Radboud is

geëffectueerd in een stageplan. Wellicht kan dit als

voorbeeld dienen voor andere klinieken om zo’n stage-

mogelijkheid structureel aan te bieden aan de AIOS.

IntroductieEén van de speerpunten van de Stuurgroep zwanger-

schap en geboorte betreft ‘samen verantwoordelijk’.

Hieronder wordt verstaan dat alle professionals samen een

netwerk vormen om samen een zo gezond en veilig

mogelijke zorg rond zwangerschap en geboorte te bieden 1.

Goede samenwerking is een van de pijlers van goede

gezondheidszorg. Het gaat daarbij niet alleen om

samenwerking tussen professionals van een zelfde

beroepsgroep, maar ook over samenwerking tussen

beroepsgroepen en samenwerking tussen zorgverlener

en patiënt2. Situaties waarbij de kwaliteit van de zorg en

de veiligheid van patiënten in het geding is, zijn veelal

terug te voeren op een gebrekkige samenwerking 3.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Raad voor

Volksgezondheid en Zorg nadrukkelijk aandacht vraagt

voor ‘samenwerken’ in de opleiding van artsen en

verloskundigen. De rol ‘samenwerker’ is namelijk één van

de zeven CanMEDS-competenties die als uitgangspunt

dienen voor de huidige opleiding van artsen 3.

Ter bevordering van de samenwerking met andere

beroepsgroepen wordt al sinds 2005 in het curriculum

voor de opleiding tot gynaecoloog (Herziening Opleiding

Obstetrie en Gynaecologie (HOOG)) een stage eerstelijns

verloskundige zorg vermeldt 4. Onduidelijk is echter of er

zeven jaar na de invoering van HOOG dergelijke stages in

het land zijn geëffectueerd. In dit artikel geven wij de

resultaten van een recente evaluatie van het aantal

opleidingsziekenhuizen waar een stage eerstelijns

verloskundige zorg is geëffectueerd. Tevens geven wij een

voorbeeld van mogelijke implementatie van deze stage.

Evaluatie huidige landelijke situatieMethode

Ter inventarisatie van het aantal geëffectueerde stages in

de eerstelijns verloskundige zorg voor AIOS werden alle

(waarnemend) opleiders van ziekenhuizen met de opleiding

Obstetrie en Gynaecologie benaderd. De contactpersonen

werden geïdentificeerd via een overzicht van opleidings-

plaatsen zoals geregistreerd bij de Koninklijke Nederlandsche

Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG).

Deze contactpersonen werden in december 2011 via

e-mail benaderd voor deelname aan een enquête waarin

de volgende vragen werden gesteld:

1) Wordt er in uw kliniek een stage eerstelijns verlos-

kundige zorg aangeboden aan de AIOS?

2) Is er een stageplan en zo ja, zouden wij deze mogen

inzien?

Bij geen respons na vier weken werd telefonisch contact

gezocht en/of een herinnering-email gestuurd. In die

klinieken die de mogelijkheid bieden voor het lopen van

een stage eerstelijns verloskundige zorg werd ter

aanvulling gevraagd hoeveel AIOS er de afgelopen jaren

deze stage hebben doorlopen.

M. van de Ven, N. van der Lee, P. Offerhaus, J. van Dillen

M. van de Ven is senior co-assistent afdeling verloskunde UMC St

Radboud Nijmegen; N. van der Lee is promovenda Medisch Onder-

wijs, SLAZ Amsterdam; P. Offerhaus is verloskundige en beleidsme-

dewerker richtlijnontwikkeling KNOV; Dr. J. van Dillen is gynaeco-

loog, afdeling verloskunde UMC St. Radboud Nijmegen

Correspondentieadres: [email protected]

Page 25: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

25

Resultaten

Van de 47 ziekenhuizen met de medische vervolgopleiding

tot gynaecoloog werd er vanuit negen ziekenhuizen

geantwoord dat er in hun ziekenhuis een mogelijkheid is

tot het lopen van een stage eerstelijns verloskundige zorg

(19%). In zes van die ziekenhuizen is er geen stageproto-

col en kan de stage adhoc geregeld worden op initiatief

van de AIOS. In drie ziekenhuizen is sprake van een stage

die op papier geëffectueerd is, in twee ziekenhuizen is de

stage opgenomen in het lokale opleidingsplan en in één

ziekenhuis is een protocol aanwezig. Helaas zijn de stage-

plannen niet ingezien. Tevens is bij geen van de negen

ziekenhuizen met een stagemogelijkheid bijgehouden

hoeveel AIOS tussen 2005 en 2012 een stage in de eerste

lijn hebben doorlopen.

Voorbeeld implementatie stageplanHieronder volgt een beschrijving van de leerdoelen, de

uitvoering en de overwegingen voor de stage zoals deze

in het UMC St Radboud is geëffectueerd. In het UMC St

Radboud is er sinds juni 2011 een stageplan voor een

stage eerstelijns verloskundige zorg voor AIOS. Het doel

van de stage is dat de AIOS inzicht krijgt in het systeem

van risicoselectie, beslismomenten vanuit de eerste lijn,

logistiek van controles en partus in de eerste lijn, de rol van

de eerstelijns verloskundige in (psychosociale) begeleiding

van de zwangere en tenslotte de overdracht en samen-

werking tussen de eerste en de tweedelijns zorgverleners 5.

Het stageplan is samengesteld in overleg met AIOS, lokale

opleiders, eerstelijns verloskundigen van het lokaal

verloskundig samenwerkingsverband en is gebaseerd op

ervaringen beschreven in een eerder artikel in dit

tijdschrift5. Discussiepunten betroffen met name de duur

van de stage en de (medische) verantwoordelijkheid en

aansprakelijkheid tijdens de stage.

Wat betreft de duur van de stage wordt in HOOG onder

het thema ‘zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd’

vermeldt dat een verslag van enkele dagen ervaring in de

eerstelijns verloskundige zorg dient te worden opgenomen

in het portfolio. Uit praktische overwegingen en passende

in het huidige lokale opleidingsschema is gekozen voor

een stage van één week. De periode van deze stage

wordt in het UMC St Radboud ingevuld in het eerste jaar

dat de AIOS de academische stages doorloopt, het betreft

hier meestal derde en vierde jaars AIOS. De uiteindelijke

dagindeling wordt in overleg met de betreffende

verloskundige praktijk gemaakt.

Wat betreft verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

tijdens de stage zijn, ter voorkoming van conflicten en

onduidelijkheden, duidelijke afspraken vastgelegd in het

stageplan. Deze afspraken verwijzen naar bestaande

documenten en zijn in samenspraak met de juridische

afdeling van het UMC St. Radboud tot stand gekomen 6-10.

Verantwoordelijkheid

Volgens de beroepscode van de KNOV bestaat de kern

van het beroep verloskundige uit de begeleiding van een

fysiologisch verlopende preconceptie, zwangerschap,

baring en kraamperiode, evenals de begeleiding van

anticonceptie en het verrichten van risicoselecties tijdens

die periodes 6. De AIOS is als arts bevoegd tot het

verrichten van handelingen op het gebied van de

geneeskunst en heeft een eigen medische verantwoorde-

lijkheid 7. Aangezien het een meekijkstage van de AIOS in

de eerstelijns praktijk betreft, is de dienstdoende verlos-

kundige ten alle tijden eindverantwoordelijk voor de

beslisvorming en uitvoering van de behandeling. In deze

meekijkstage worden in principe geen medische handelingen

door de betreffende AIOS verricht. Indien de AIOS wel

medische handelingen verricht geschiedt dat onder

verantwoordelijkheid van de verloskundige. Natuurlijk is

discussie over het beleid mogelijk, waarbij het principe

dat wordt uitgedragen door de Perinatale Audit Nederland

(PAN) wordt ondersteund: ‘bevraag elkaar, beoordeel jezelf’.

Indien er onverhoopt toch sprake is van een onwerkbare

situatie wordt de stage beëindigd en wordt dit besproken

met de eindverantwoordelijken voor deze stage.

Aansprakelijkheid

Wat betreft civiele aansprakelijkheid verklaart de verlos-

kundigenpraktijk, door ondertekening van het stageplan,

zich adequaat verzekerd te hebben voor alle claims

voortvloeiend uit de behandeling van patiënten, ook

indien deze door stagiaires (AIOS) van de praktijk worden

uitgevoerd. Wat betreft medisch tuchtrecht kan de individuele

AIOS als medicus altijd tuchtrechtelijk aansprakelijk

worden gesteld. Aangezien in het stageplan echter

duidelijk omschreven staat dat het een meekijkstage betreft

onder begeleiding van de eerstelijns verloskundige, kan

de AIOS niet verantwoordelijk worden gehouden voor het

medisch beleid door de verloskundige praktijk. Mocht

onverhoopt toch een tuchtrechtelijke procedure tegen de

AIOS worden gestart in het kader van de stagewerkzaam-

heden, zal juridische bijstand voor de eigen AIOS worden

verleend door de opleidingsinstelling van de AIOS.

Het stageplan is ondertekend door de opleiders, het

management team van de afdeling O&G van het UMC

St Radboud en door de voorzitter van het lokaal verlos-

kundig samenwerkingsverband. Per juni 2011 is de stage

vanuit het UMC St Radboud van start gegaan en wordt

ernaar gestreefd alle AIOS een stage in de eerstelijns

verloskundige zorg te laten lopen. In 2012 waren reeds

zes stages ingepland.

Page 26: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

26

ConclusieUit onze landelijke inventarisatie blijkt dat in weinig

opleidingsziekenhuizen een stage in de eerstelijns

verloskundige zorg voor AIOS is geëffectueerd. Daarbij is

dat meestal ad hoc en op initiatief van de betreffende

AIOS. Het hierboven beschreven voorbeeld van het UMC

St. Radboud illustreert hoe een stageplan met duidelijk

omschreven afspraken over leerdoelen, verantwoordelijk-

heid en aansprakelijkheid een houvast biedt voor de

waarborging van een veilig klimaat voor verloskundige,

AIOS en patiënt. Wellicht kan dit als voorbeeld dienen

voor andere klinieken om zo’n stage mogelijkheid

structureel aan te bieden aan de AIOS.

Mogelijke oorzaken van het niet effectueren van de

stages zijn onbekend, maar wellicht liggen de druk in

opleidingseisen, recente ontwikkelingen in opleiding-

structuur, spanningen in het verloskundige veld, organisa-

torisch problemen en/of gebrek aan aantoonbare meer-

waarde van een dergelijke stage hieraan ten grondslag.

Om hier nader onderzoek naar te doen is recent in

samenwerking met onderzoekers van het Sint Lucas

Andreas Ziekenhuis / VUmc onder zowel AIOS als

verloskundigen een evaluatie gestart naar de barrières en

verwachtingen van een dergelijke stage en de samen-

werking tussen beide beroepsgroepen in het algemeen.

Wij hopen in de nabije toekomst de resultaten te

presenteren van deze evaluatie alsook verslag te doen van

de ervaringen betreffende de lokaal gelopen stages.

Referenties

91% van de jonge zwangeren het preconceptie-spreekuur niet kent 1. En dat wanneer 50% van de vrouwen met een zwangerschapswens preconceptioneel advies krijgt dit een grote gezondheidswinst oplevert. Het extra folium-zuurgebruik en de afname van roken zou op jaarbasis 137 ongewenste zwangerschaps-uitkomsten kunnen voorkomen: 22 neurale buisdefecten, 98 neonaten met een laag geboortegewicht, 10 neonaten met een zeer laag geboortegewicht en 7 gevallen van perinatale stefte 2.

Studenten van de Academie Verloskunde Maastricht

hebben in het kader van de minor Gezondheidsbevordering

de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe kan deelname

aan preconceptiezorg vergroot worden bij autochtone

vrouwen, in de fertiele levensfase, met een lage sociaal

economische status (SES)? Na literatuuronderzoek zijn zij

op zoek gegaan naar een passende interventie. Deze

interventie zal bestaan uit een aanvulling voor het VMBO

boek Biologie Voor Jou. Hierdoor zal vooral de kennis van

de doelgroep vergroot worden, waardoor zij later met

een eventuele kinderwens weten dat zij zich voor vragen

kunnen richten op een verlos kundige. Deze interventie zal

de komende periode getest worden. Bent u benieuwd

naar het resultaat? Kom dan naar de refereerdag op

7 juni a.s. waar Mieke Broeren, Anne Driehuis, Miranda

van Stiphout en Anke van Vlerken hun afstudeeropdracht

zullen presenteren.

En naast hen nog vele andere anderen.

Literatuur

Page 27: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

27

Dr. Thomas Plochg is gezondheidswetenschapper en universitair docent aan het AMC, in deeltijd weliswaar, want hij is ook senior beleidsmede-werker bij de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF). De KNOV sloot zich dit jaar aan bij de NPHF. Plochg beschreef voor mede-werkers van de KNOV een toekomstbeeld van de gezondheidszorg en wat dit voor verlos-kundigen zou kunnen betekenen. Ook hield hij een workshop tijdens de laatste ALV van 2012. Beide keren presenteerde Thomas een concept, een reeks van ideeën over de ontwikkelingen in de zorg: op naar de zorg van morgen. Dit artikel is geen volledig verslag, maar noemt een aantal highlights uit het betoog van Thomas Plochg. Over mindset, systeem-denken en open connectiviteit. Waar staat u in uw denken? Wellicht biedt Plochg’s visie op de zorg van nu en morgen u een perspectief?

Plochg start zijn betoog met een metafoor. Kodak, zo

vertelt hij, was in de vorige eeuw de Apple van de

fotografie. Nu is Kodak failliet. Hoe kon dat gebeuren?

De top van Kodak dacht dat Kodak in de fotografie

business zat. De werkelijkheid was dat Kodak deel

uitmaakte van de imaging business. Door die denkfout

miste Kodak de boot van de digitalisering volledig en het

ondenkbare gebeurde: Kodak ging failliet 1.

Indachtig het bovenstaande vraagt Thomas zich af: gaat

de gezondheidszorg niet dezelfde kant op? Binnen de

gezondheidszorg wordt gedacht in de levering van

gezondheidsproducten, een operatie bij een liesbreuk. De

klant is echter louter gericht op gezond worden, niet op

een operatie. Verliezen wij de vraag van de cliënt niet uit

het oog; sterker nog: kennen wij zijn vraag wel? En stellen

wij de juiste vragen?

Veranderende wereld, veranderende problematiekEr wachten ons de komende jaren grote uitdagingen in

de gezondheidszorg. Er is sprake van een toename in

aantallen chronisch zieken. Het echte probleem is

evenwel niet de aantallen, maar de multiproblematiek, de

multimorbiditeit. Een belangrijk gegeven daarbij is dat

vijftig procent van ons ziek-zijn aan onszelf verwijtbaar

is en het gevolg is van leefstijl, leefomgeving en werk-

omgeving. Verwijtbaar omdat we het (hadden) kunnen

voorkomen, maar dat (vooralsnog) niet doen.

Er ontstaat de komende jaren een steeds groter tekort aan

arbeidskrachten, 500.000 in 2025 is een schatting! Door

de toenemende vergrijzing stappen veel mensen uit het

arbeidsproces. De instroom is minder en tekorten ontstaan,

vooral ook in de care. Er is meer werk voor laaggeschoolden

dan er laaggeschoolden zijn en aan de bovenzijde is er een

overschot aan academisch gevormden waarvoor geen

werk voorhanden is en waardoor verdringing binnen lagere

functies ontstaat. Hoe gaan we dit allemaal oplossen?

Plochg constateert dat we in een innovatiecrisis verkeren.

Het duurt in Nederland gemiddeld 17 jaar voor een

vernieuwing is ingevoerd, zegt hij. Dat komt omdat elke

innovatie hier blijkbaar absoluut ‘bombproof’ moet zijn.

Dat werkt natuurlijk niet. We raken hopeloos achterop,

niet alleen in Europees perspectief, maar ook mondiaal.

In 2000 bedroegen de totale zorgkosten rond de 45

miljard euro. Tien jaar later was dat ruim 90 miljard euro.

Bovendien houdt de kostenstijging geen gelijke tred met

onze economische ontwikkeling en produceert onze

gezondheidszorg onvoldoende ‘waarde’ voor de investe-

ringen die het kost. Ging in 1950 één procent van het

bruto nationaal product naar de gezondheidszorg,

inmiddels is dat dertien procent 2. Er moet een streven

ontstaan naar ‘more value for money’.

De toegenomen kosten staan in schril contrast met de

kwaliteit van de zorg, vindt Plochg. Walter Stolz’ boek

‘Gevangen in de zorgketen’ 3 laat een onthutsend gebrek

aan coördinatie en communicatie zien, foutieve verwijzingen

en diagnostisering en het verlies van veel kostbare tijd in de

zorg. Hoewel geschreven rond de zorg voor een kanker-

patiënt is het ongetwijfeld ook van toepassing op andere

specialismen en werkgebieden in de gezondheidszorg.

Als je bovenstaande factoren bij elkaar optelt, mag je je in

alle eerlijkheid afvragen of we wel de juiste zorgprofes-

sionals hebben/zijn: mensen met de juiste vaardigheden.

De uitdaging van de multimorbiditeitDoor de eeuwen heen zijn ziekte- en sterftepatronen

veranderd. In de 16e tot 18e eeuw hadden we te maken

Wil van Veen

Stellen wij de juiste vragen?

Page 28: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

28

met de pest en hongersnood. In de 19e eeuw ontstond

de sociale geneeskunde en kwam het besef van hygiëne

en het belang van schoon water. In de 20e eeuw kwamen

daarbij antibiotica en vaccinatie: we kregen de infectie-

ziekten onder de knie. Zo ontstond meer ‘ruimte’ voor

enkelvoudige aandoeningen, bijvoorbeeld een hartinfarct,

daar ging je vervolgens aan dood. Ook dit soort van

enkelvoudige oorzaken krijgen we steeds beter in de

hand. Doordat we deze aandoeningen steeds vaker

overleven, creëren we een nieuw probleem: de chronische

multiproblematiek en multimorbiditeit met een omvang

van 25% van de bevolking. Ofwel 4,5 miljoen mensen

zijn permanent ziek!

Elke hulpverlener werkt vanuit zijn eigen specialisme en

leeft op zijn eigen eiland. Waarmee Plochg bij de kern

van het huidige probleem komt: voor iedere conditie,

voor elk probleem hebben we een andere specialist/

professional nodig. Heb je alleen een hartprobleem? Zorg

dat je op het cardiologische eiland komt. Helaas heeft

slechts 7% van de patiënten die de cardioloog ziet een

enkelvoudig hartprobleem. De rest is multiproblematiek:

tja, en dan heb je een echt probleem, je wordt een

eilandhopper! Daarbij kan de vraag naar kwaliteit van

leven steeds moeilijker beantwoord worden. Bij Bert (zie

kader) ontstaat geen genezing als hij alle eilanden

langsgaat. Bert is geen optelsom, zijn genezen is geen lijst

om af te vinken.

Plochg houdt geen pleidooi om specialismen en specialisten

af te schaffen. Die zullen we altijd nodig hebben, evenals

superspecialismen. Maar ons specialistische expertmodel

voldoet niet meer bij multimorbiditeit. Gezond worden is

meer dan een eilandenreis, we moeten onze professionele

praktijken vernieuwen, opnieuw inrichten. We zijn nu teveel

gericht op het exploiteren van de bestaande zorgsystemen,

terwijl die modellen ons steeds minder passen.

Nieuwe capaciteitenGezondheid als mindset

Onze primaire opdracht, onze core business, moet zijn: bij

te dragen aan gezondheid. Dat zou voor iedereen moeten

gelden, maar in het bijzonder voor de totale zorgketen.

Een ieder zou zich daar verantwoordelijk voor moeten

weten en dan niet als individu – op het eigen eiland –

maar als collectief. Je ziet die ontwikkeling langzaamaan

plaatsvinden: cure, care en public health raken vervlochten.

www.madeliefverloskundigenroden.nl

TER OVERNAME AANGEBODEN

Madelief Verloskundigen Roden

Een kleinschalige plattelandspraktijk waarin tijd en aandacht centraal staan. Jong, enthousiast

en dynamisch en gelegen in het mooie Drenthe.

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Nicoline van der Vlist.

Praktijkadres: Heerestraat 176, 9301AH Roden. Tel: 06-26830290.

Of via e-mail: [email protected]

aandachtkleinschaligtop locatie

Waarneming gezocht op Aruba

om te komen werken in onze 1e lijns praktijk

als zelfstandige verloskundige.

Aruba is bekend als één van de mooiste

eilanden in het Caribische gebied met onze

mooie witte stranden.

Voor meer informatie:

[email protected]

Tel. 297-5927520 / 297-5930674

Page 29: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

29

Systeemdenken

Gezondheid wordt bepaald door vier aspecten: humane

biologie (fysiek en genetica), de organisatie van de zorg,

leefstijl en omgevingsfactoren, meent Plochg. Wie zijn

core business serieus neemt, moet dit hele (complexe)

gebied in ogenschouw nemen. Wie dat doet, doet aan

systeemdenken, begrijpt wat gezondheid feitelijk bepaalt.

Gezondheid wordt namelijk bepaald door een breed scala

aan interacties die ogenschijnlijk niets met ziek-zijn te

maken hebben, maar waarbij de kwaliteit van de relaties

centraal staat. Een systeemdenkende zorgprofessional

houdt met alle factoren rekening en zet de patiënt in het

midden. Een systeemdenkende zorgverlener werkt ook

niet in zijn eentje, maar heeft professionele relaties met

anderen, ook buiten de zorg. Wie zo werkt, empowert

zijn patiënten.

Open connectiviteit

Plochg introduceert het begrip open connectiviteit, de

verbindingen tussen de verschillende zorgprofessionals.

De kwaliteit van relaties moet voorop staan; maatwerk is

het resultaat van onze zorg.

Helaas, vandaag de dag worden we nog afgerekend op

het gebruik van standaarden, richtlijnen, interventies.

We zijn turfsmurfen! We zijn verworden tot technische

professionals – one size fits all – zonder echte, open

verbindingen. Het antwoord op de vraag ‘waarom ging

ik dit vak studeren?’ kan ons terugbrengen van onze

afdwaling. We moeten het zoeken in specificiteit.

Feiten en voorbeeldenLeuk verhaal van Thomas, maar hoe realistisch is het

bovenstaande? Wilt u evidence? Die zijn er (nog) niet.

Thomas weet het, hij zet de boel op z’n kop. Maar is niet

naïef, want type de zoekterm ‘multimorbiditeit’ in op de

website van het NTvG en u zult u verbazen over de

veelheid aan artikelen (en vooral ook hun kritieken!).

Feit is dat generalisten in opkomst zijn; feit is dat er een

ontwikkeling gaande is naar geïntegreerde eerstelijns zorg;

feit is ook de versterking van de positie van public health.

Wilt u voorbeelden van deze ontwikkelingen: intensive

care geneeskunde, huisartsen op spoedeisende hulp,

sportgeneeskunde, geriatrie, algemene ziekenhuisarts,

wijkverpleegkundige 2.0 en uw eigen integrale verloskunde.

En waar leidt het toe? Domeinen zijn constant in

ontwikkeling, niets is vastgeroest tenzij in de hoofden van

mensen. Onderzoek en ontwikkeling leiden tot professionele

deregulering, geschuif met taken, functies en bevoegd-

heden. Werkplekken verschuiven – bijvoorbeeld van

kliniek naar polikliniek of van huis naar de poort – en

gelukkig, de ‘bad apple doctors’ vallen door/uit de mand.

PreventieHet huidige systeem verandert als de druk van buitenaf te

groot wordt. Voorbeelden zijn de bad apple doctors met

hun schandalen en disfunctioneren die geleid hebben tot

meer aandacht in de opleidingen voor professionaliteit en

ethiek. Ander voorbeeld: een slecht lopende zorgorgani-

satie gaat net zo lang door tot de druk van buitenaf te

groot wordt. Pas dan worden de agenda’s gepakt en

schoon schip gemaakt. Let op: druk is een veranderinstru-

ment. Je zoekt naar middelen om de druk op een

professie of organisatie zo groot te maken, dat het roer

wel om moet.

Verloskundigen zouden moeten nadenken op welke

manier druk een instrument kan zijn om verloskundige

doelstellingen te halen. Fysiologie doet verloskundigen

bezig zijn met gezondheid, met gezonde zorg. Bij veel

zorgprofessionals ontbreekt dit gezondheidsdenken; die

zijn teveel bezig met ziek zijn. We moeten leren uitgaan

van voorzorg en minder van nazorg. In termen van

systeemdenken zou het dus goed zijn als het vakgebied

van de verloskundigen verbreed zou worden naar

vrouwengezondheidszorg van de eerste menstruatie tot

en met de menopauze. Anders: een periode van voor-

zorg, van (brede fysiologische) zorg en van nazorg.

Verloskundigen moeten hierin wel zelf het initiatief

nemen. Druk vanuit de professionals zelf zou het middel

tot verandering moeten zijn.

Bronnen

Hebben we wel de juiste zorgprofessionals voor morgen?

Bert is een 83-jarige weduwnaar met diabetes type

II, is insuline afhankelijk, heeft COPD, hartfalen en

nierinsufficiëntie. Bij de zorg om Bert zijn heel veel

hulpverleners betrokken, immers: voor elk probleem

een andere professional. Huisarts, thuiszorg, internist,

diabetesverpleegkundige, cardioloog, uroloog en

geriater trekken langs Bert.

Page 30: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

30

Op de Wereldtentoonstelling in Amsterdam (1895) ziet dokter Petrus de Vries Jzn. uit Easterein voor het eerst van zijn leven een couveuse. Een beschrijving in het Leerboek der Verloskunde wakkert zijn belangstelling aan. Als er dan in zijn praktijk een jonge boerin verschijnt die voor de tweede keer dreigt te bevallen van een zeven maandkindje, geeft hij de dorpstimmerman opdracht een couveuse te maken. Het wordt de eerst couveuse in Fries-land. De lokale bakers moeten niet veel van deze nieuwlichterij hebben.

In Frankrijk is in de late 19e eeuw sprake van een

dramatische zuigelingensterfte. de angst is groot dat de

volgende generatie niet in staat zal zijn het land te

verdedigen tegen buurland Duitsland. Dat is de aanleiding

om de zuigelingenzorg te verbeteren en leidt onder

andere tot de uitvinding van verschillende typen couveuses.

Een couveuse houdt te vroeg geboren baby’s op de juiste

temperatuur. Dat is nodig, omdat zij nog te weinig vet

hebben om hun eigen temperatuur te regelen. Daarnaast

beperkt de couveuse vochtverlies en de kans op infecties.

Het eerste geschreven bericht over een couveuse dateert

uit 1875. Het gaat om een dubbelwandige metalen kuip

van Jean-Louis-Paul Denucé (1824-1889). De echte

doorbraak komt pas met de houten couveuse die Etienne

Stephane Tarnier (1828-1897) ontwikkelt voor de Parijse

geboortekliniek ‘La Maternité’. Dat is nog een duur en

log apparaat, maar zijn leerling Pierre- Victor-Adolph

Auvard (1855-1941) verbetert het prototype. Hij maakt

de couveuse kleiner en eenvoudiger. ‘This incubator is so

simple that any village carpenter can make it, and cheap

enough to be within the means of all but the most

destitute’. schrijft The illustrated London News op

8 maart 1884. De couveuse van Auvard verschijnt al snel

in ziekenhuizen door heel Frankrijk.

Rondreizende couveuseHet is echter een andere Fransman die de boeken ingaat

als de uitvinder van de couveuse. In 1891 vraagt Alexander

Lion patent aan op zij ‘Lion-couveuse’, een aantrekkelijk

ogend kastje met glazen deurtjes dat onder andere is

uitgerust met een thermostaat die de temperatuur

automatisch regelt. Dit apparaat is weliswaar veel duurder

dan de couveuse van Auvard, maar het grote voordeel is

dat er minder gekwalificeerde zorg nodig is. Lion reist

vervolgens de wereld rond met zijn couveuses om deze

tegen betaling tijdens tentoonstellingen te demonstreren.

In 1895 doet hij de Wereldtentoonstelling van het Hotel-

en Reiswezen in Amsterdam aan. Die is oorspronkelijk

opgezet als internationale vaktentoonstelling, maar dat idee

is losgelaten om er ‘al wat nieuw is op welk gebied ook’

te tonen. Zo is ook de couveuse van Lion in Amsterdam

te zien. De uitvinder maakt er een levensechte show van

met kinderen die hij leent van een lokaal ziekenhuis. Dat

valt niet bij alle bezoekers even goed. Op 14 juni schrijft

een verslaggever van de Leeuwarder Courant: “Ik bracht

een bezoek aan de couveuse d’enfants of liever ‘de bébé’s,

de bekende machine om zwakke of ontijdig geboren

kindertjes zoo mogelijk in leven te houden , door de

lichaamswarmte kunstmatig te verhogen. In een couveuse

zag ik er ‘twee’. De arme wichtjes schreeuwden erbarmelijk;

buiten de houten loods kon men hunne kreten reeds

hooren, en dit trok mijn opmerkzaamheid. Voor 25 cent

zijn die arme wezentjes ‘te kijk!’ Arme kleinen, die reeds

zoo piep, piep jong geëxploiteerd worden! De arme kleine

die het luidste protesteerde, was een zesmaandsch kindje,

Jan van Zijverden

Dit artikel is overgenomen met toestemming van auteur en redactie

uit het Historisch Tijdschrift Fryslân, 19e jaargang, maart 2013

De eerste couveuse van Lion op een ansichtkaart van een

tentoonstelling in Lyon in 1894

Page 31: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

31

den 22en mei geboren, laatstleden Zondag in de

inrichting gebracht. Of ’t in leven zal blijven?’

Platte warmwaterstoofEen van de bezoekers van de Wereldtentoonstelling is

huisarts Petrus de Vries (Lemmer 1865-Arnhem 1954) uit

Easterstein. Ook hij maakt kennis met het fenomeen

couveuse. Enige tijd later leest De Vries er meer over in

het pas verschenen Leerboek der Verloskunde van G.H.

van der Meij en H. Treub. Hij kan niet wachten om zelf

een exemplaar aan te schaffen. Als in december 1898

een jonge boerin na een zwangerschap van zeven

maanden bevalt, stelt hij de jonge ouders voor om het

kind in een couveuse te plaatsen. Die gaan op zijn

voorstel in, waarschijnlijk ook omdat hun eerste kindje

kort na de geboorte is overleden. De Vries laat dorps-

timmerman Jacobus Jelle Timmenga snel een couveuse

van het type Auvard in elkaar zetten. Nog dezelfde avond

ligt het jongetje in zijn nieuwe onderkomen. De stenen

kruiken blijken echter te snel af te koelen. De dokter

verwisselt dan een aantal kruiken voor de platte warm-

waterstoof die hij voor zijn rijtuig heeft laten maken,

maar die hij zelden gebruikt. De Vries heeft succes met zijn

aanpak. “Het kind bleef twee maanden in de couveuse,

groeide voorspoedig en is nu een flinke, normale jongen

van ruim zes jaar,” schrijft de huisarts in 1904.

Bakers verzetten zichWie nu denkt dat iedereen die van de couveuse hoort

even enthousiast reageert, vergist zich. Een paar jaar later

krijgt dezelfde boerin een tweeling. Het jongetje overlijdt

al snel. De Vries probeert het meisje in de couveuse te

krijgen. Maar er is een andere baker. Zij vindt het idee

maar niks en zegt tegen de dokter; ”wanneer die kistjes

zo best waren, moester er immers veel meer komen!”

De Vries schrijft vervolgens: “Tegen deze verpletterende

logica was ik niet opgewassen.” De vooruitstrevende

huisarts stuit vaak op bakers die niets zien in deze

nieuwlichterij. De Vries schrijft de weerstand tegen zijn

‘verwarmingskistje’ vooral toe aan een gebrek aan opleiding

en haalt in zijn artikel uit 1904 over ‘De couveuse ten

plattelande’ zijn collega Hamaker aan, die zegt: ”het zal

waarschijnlijk niet gelukken ze (de beroepsbakers) in

grooten getale en blijvend te ontrukken aan de denk-

wijzen, die er bij haar van hare jeugd af zijn ingeroest!’

Pleidooi voor bakerscursussenMet dit artikel in het gloednieuwe blad van het Witte

Kruis (verpleegkunde) en het Groene Kruis (verloskunde

en kraamzorg) breekt De Vries een lans voor het gebruik

van de couveuse. Hij beschrijft zijn eigen couveuse, geeft

advies over het gebruik ervan en vertelt dat een huisarts

in Sneek en het Groene Kruis in Baarderadeel zijn model

al hebben nagemaakt. De Vries besluit zijn artikel met

een pleidooi voor het geven van (meer) bakerscursussen:

“Dat het houden van bakercursussen tot meerdere

aanwending van dit hulpmiddel bevorderlijk kan zijn,

behoeft geen nader betoog.” Bij de presentatie van de

couveuse op de Jubileumtentoonstelling van het Groene

Kruis in het najaar van 1910 ontvangt timmerman

Jacobus Timmenga een bronzen medaille van de jury

Ziekenzorg en de jury Hygiëne. De originele couveuse van

Petrus de Vries maakt nu deel uit van de collectie

Historisch Verpleegkundig Bezit in Amersfoort.

Meer weten?Auvard A. De la couveuse pour enfants. Archives de

tocologie des maladies des femmes et des enfants

nouveau-nés. Vol.14 (1`883) p.577-609.

Proctor K. Transferring the incubator; fairs and freak-

shows as agents of change (2004).

De Vries Jzn P. De couveuse ten plattelande. Het Groene

en Witte Kruis. (1904): p. 43-48.

De beschrijving van de couveuse van Auvard

uit het Leerboek der Verloskunde van

G.H. van der Meij en H.Treub: ‘Zij bestaat uit

een houten doos met een los deksel, gevormd

door een in een houten raam gevatte ruit. De

breedte van de doos wordt zoo genomen ,

dat een gewone steenen kruik er goed in kan,

terwijl de lengte iets meer is dan de breedte

van zes naast elkaar liggende kruiken. Boven

den bodem, iets hooger dan de dikte van een

kruik is een tweede bodem aangebracht, die

niet geheel doorloopt tot aan de gesloten

korte zijde en aan het vrije einde een open-

staande rand. Op dien tweeden bodem wordt

het bedje voor het kind gemaakt, dat met het

hoofd naar den vrijen rand gekeerd ligt.

Aan den zijwand, die niet door den tweeden

bodem geraakt wordt is een haak, waaraan

een groote spons hangt en eindelijk zijn er

in het houten raam, waarop het losse glazen

dekselraam rust, twee doorboringen ge-

maakt. Den eene boven het hoofdeinde laat

een doorboorde kurk met een thermometer

door in de broedstoof, de tweede, grootere

bevindt zich aan het voeteneinde en draagt

een metalen schoorsteencyclinder. Men heeft

nu slechts het bedje op te maken, de spons

vochtig te maken en op den bodem zes

kruiken, met kokend water gevuld, te leggen

en kan dan het kind in de stoof plaatsen.

Page 32: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

“Als je beseft hoeveel je buik groeit tijdens de zwangerschap, ben je er van overtuigd dat je huidstriemen gaat krijgen. Maar bijna iedereen die ik gesproken heb gebruikte Bio-Oil. Daarom ben ik vanaf het tweede trimester Bio-Oil gaan gebruiken, twee keer per dag. Ik hou van het feit dat het snel geabsorbeerd wordt door de huid en mijn huid ziet er super uit. Nu ik weet dat er een goed product is bij huidstriemen, kan ik dat niet voor mijzelf houden – ik wil het zeker aanbevelen.”

Nicolette met Amy

Bio-Oil® reduceert de kans op huidstriemen door de huidelasticiteit te bevorderen. Twee keer per dag aanbrengen vanaf het tweede trimester. Voor extra product informatie en details van de klinische studies, ga naar bio-oil.com. Bio-Oil® is verkrijgbaar bij alle drogisterijen en apotheken. Adviesprijs: € 12,15 (60ml) en € 20,29 (125ml). Resultaten kunnen per persoon verschillen.

Nummer 1 in huidverzorging

van Nederland.

Nielsen, week 52, 2012

Page 33: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

33

De afgelopen maanden heb ik de eer gehad een van de trainers te mogen zijn in

wat in de wandelgang de ‘ambulancetraining’ is gaan heten. De officiële naam

was ‘training acute zorg voor verloskundigen en ambulancepersoneel’. Doel was

om verloskundigen en ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs gezamenlijk

te trainen in het deel van ons werk wat overlapt. Wat het opleverde was een

zeer geslaagde pilottraining van 21 unieke en soms hilarische dagen vol met

serieuze training, het delen van ervaringen en veel leren van elkaar. Heel leerzaam

voor alle partijen. Goed voor hen om weer eens te voelen hoe je een kind

ontwikkelt, goed voor ons om een baring te begeleiden in een ambulance

zonder bewegingsruimte. Goed voor hen om te horen dat wij soms

twijfelen om een ambulance te bellen, omdat we het een grote heisa

vinden, terwijl zij vaak gebeld worden voor bloedneuzen… Goed voor ons

om te horen dat zij steeds vaker gebeld worden door mensen met een

medische indicatie die sneller 112 bellen dan de verloskunde afdeling

van het ziekenhuis. Goed voor iedereen, samen, om discussie te

voeren over het wel of niet vervoeren in de eigen auto van de

verloskundige. En zo nog veel meer. Veel verhalen ook over het

‘afhijsen’ van onze dames. Afhijsen staat voor het via de

brandweer door het raam takelen van een barende of

kraamvrouw die hoog woont, zonder lift, en niet zelfstandig

van de trap af kan. Voor veel zwangeren een schrikbeeld, voor

die jongens dagelijks werk.

Het bracht mij in gedachten terug naar de zomer-

middag dat ik een bevalling begeleidde op vier hoog

zonder lift. Zij een fotomodel, heel smalletjes ge-

bouwd, nauwelijks meer dan 55 kilo, hij een beer van

een bodybuilder met echte spierballen. Ze beviel heel

mooi vlot thuis van een klein meisje en toen kwam er

geen placenta. Wel een fluxus. En een ambulance. De

verpleegkundige en chauffeur van de ambulance

concludeerden al snel dat de brandweer erbij moest om

de moeder uit het woonkamerraam naar beneden te

takelen. De kersverse vader zat met de kleine op schoot en

wij waren met zijn allen in de weer om alles voor vertrek en

voor de tocht naar beneden in orde te krijgen. De brandweer

kwam, de buurt liep uit, precies zoals het meestal gaat. Eenmaal beneden

en klaar om te gaan rijden, viel de gespierde vader ineens uit tegen ons: “Ja

maar mensen toch! Als ik geweten had dat dit hele circus op touw is gezet alleen

om haar beneden te krijgen dan had ik dit nooit toegestaan! Hebben jullie mij wel

even goed bekeken? Denken jullie dat ik haar niet kan tillen? Ik had haar gewoon

even over mijn schouder gelegd en dan waren we in twee minuten beneden

geweest! “ En mopperend kroop hij achter in de ambulance.

De paar keer dat het me in de jaren daarna nog gebeurd is dat er vrouwen

moesten worden ‘afgehesen’, betrapte ik mezelf erop dat ik goed keek naar de

mate van gespierdheid van ‘de man’ alvorens bekend te maken dat wij het nodig

vonden dat er een brandweerwagen aan te pas moest komen…

Ruth Evers

© T

on

van

de

Co

ever

ing

Page 34: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

34

InleidingOgen vol met angst kijken mij aan. Kijken langs mij heen,

uit het raam. Haar blik richt zij op het dak van het

tegenoverstaande gebouw. Ze vraagt met zachte stem

wat die mensen daar doen. Ik draai mijn hoofd om, kijk

naar het dak en zie niets. Ik draai mijn gezicht weer naar

de vrouw toe. Mijn ogen dwalen naar beneden. Naast

haar stoel staat een Maxi-Cosi. Twee grote ronde ogen in

een klein gezichtje kijken zoekend de wereld in. Het

hoofdje komt in beweging, huilgeluidjes klinken in de

kamer. Vader, die aan de andere kant van de baby zit,

kijkt mij vragend aan. Hij heeft donkere kringen onder

zijn vermoeide ogen.

Vader is zichtbaar uitgeput. De afgelopen negen dagen is

hij dag en nacht bezig geweest. Zorgen voor zijn vrouw

en hun eerste baby. Zijn vrouw die continu bezig was met

de borstvoeding, hier volledig in op ging en het aantal

voedingen dagelijks ophoogde. Aan slapen kwam zij niet

toe, zij bleef bezig met het ordenen van kasten, wat nog

meer chaos tot gevolg had. Wanneer hij zijn vrouw hier

op aansprak of haar vermaande tot rust, reageerde zij

toe nemend geagiteerd. Zij werd dagelijks meer verward.

Gaf aan het idee te hebben achtervolgd te worden in

haar eigen huis. Via de televisie kreeg zij hierover bericht.

Het journaal was dan ook vooral voor haar bestemd. Toen

zij vertelde dat haar baby niet van haar was maar van de

buurvrouw die drie maanden geleden was bevallen,

besloot de vader dat het zo niet langer ging. In overleg

met andere familieleden werd besloten om de baby bij

grootouders onder te brengen. Op dat moment ging het

mis; het liep uit op een handgemeen. Professionele hulp

werd ingeschakeld. Zij werd verwezen voor opname met

een inbewaringstelling.

Nu verblijft ze hier, op de afdeling psychiatrie van het

Erasmus MC te Rotterdam. Ik voel de machteloosheid van

moeder en vader, wat ook mij een gevoel van onmacht

geeft. Deze moeder kan op dit moment niet ingaan op

de behoefte van haar baby. Het huilen van dit kleine kindje

lijkt zij zelfs niet op te merken. Zij kan niet zelfstandig voor

haar baby zorgen. Moeder is het contact met de werkelijk-

heid kwijt, zij maakt een postpartum psychose door. Ik

richt mij op de baby. Probeer het met mijn stem gerust te

stellen. Het mondje maakt sabbelgeluidjes. Vader vertelt

dat het tijd is voor een voeding. Ik stel voor dat we de

baby naar de babykamer brengen. Vader wekt de indruk

dat er een last van zijn schouders valt wanneer hij zijn

baby hier achter kan laten met de geruststelling dat hij te

allen tijde binnen kan komen. Ik observeer dat moeder

dusdanig bezet is met haar gedachten en belevingen dat

zij opdrachten nodig heeft om de zorg voor haar baby

verantwoord uit te voeren. Ik praat tegen de baby terwijl

moeder bezig is met verschonen, benoem wat zij doet.

Ik voel en zie de kwetsbaarheid van deze situatie:

Een kraamvrouw met ernstige psychiatrische klachten die

binnen haar mogelijkheden van het moment probeert te

zorgen voor haar baby van twee weken oud.

Wat kan ik de moeder, haar baby en haar partner als

verpleegkundige tijdens deze moeder-baby opname bieden?

Moeder-baby opnameOp de afdeling Psychiatrie van het Erasmus MC Rotterdam

kunnen moeders met psychiatrische problemen samen

met hun baby tot de leeftijd van zes maanden worden

opgenomen. De baby verblijft tijdens opname in een

afgesloten ruimte op de afdeling die ingericht is voor het

verblijf en de verzorging van maximaal vijf baby’s. De

doelen van een moeder-baby opname zijn behandeling

van de psychiatrische problematiek van de moeder en het

optimaliseren van de interactie tussen beiden. Gedurende

de opname verzorgt moeder daarom zoveel als mogelijk

en verantwoord haar baby. Aan het begin van de opname

zal de moeder de zorg voor haar baby uitvoeren onder

directe begeleiding van een verpleegkundige. Deze één

op één begeleiding wordt ingezet om moeder te onder-

steunen en te structureren in de zorg voor haar baby.

Daarnaast heeft moeder hulp nodig om de signalen die

de baby geeft te herkennen, te interpreteren en daarnaar

te handelen. Rust, reinheid en regelmaat is van grote

waarde voor zowel moeder als baby. Voor moeder

betekent dit dat de avond-, nacht- en eerste ochtend-

voeding van de baby aan het begin van opname over-

Marja J. Boon-Hoogendijk

Marja J. Boon-Hoogendijk is verpleegkundige zorglijn ziekenhuis-

en zwangerschapgerelateerde psychiatrie. ErasmusMC Rotterdam,

afdeling Psychiatrie

Met dit artikel won de auteur de Kitty Verbeekprijs, een verpleeg-

kundige ‘schrijf’prijs

Page 35: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

35

genomen worden, zodat zij een goede nachtrust heeft. In

de loop van de opname neemt moeder in opbouwende

fase de zorg voor haar baby op zich en neemt de

verpleegkundige meer afstand in het begeleiden zodat zij

uiteindelijk zelfstandig voor haar baby zorgt.

Zorg voor moeder op de afdelingMoeder vertoont op de afdeling een ‘klassiek’ postpartum

beeld. Zij heeft perioden van ernstige verwardheid die

afgewisseld worden met korte adequatere momenten.

Haar psychotische klachten en drukke gedrag nemen

zichtbaar toe door de prikkels die zij krijgt door het

groepsprogramma te volgen. Er wordt een individueel

rustprogramma voor haar gemaakt met veel momenten

op haar prikkelarme slaapkamer. Wanneer moeder in de

groep komt, blijft zij bij de verpleegkundige ‘in beeld’,

zodat ingespeeld kan worden op toenemend druk of

grensoverschrijdend gedrag.

Zij is juist die ene vrouw op de 1000 vrouwen die

postpartum een psychose doormaakt. Van dit ernstige

ziektebeeld zijn de eerste symptomen veelal in de eerste

week na de bevalling te zien. Na enkele symptoomvrije

dagen ontstaan er bijvoorbeeld slaapstoornissen,

prikkelbaarheid, ontremming en achterdocht. Vervolgens

ontstaan er psychotische verschijnselen zoals verwardheid,

hallucinaties, wanen, gestoorde realiteitsbeleving en

symptomen van manie of depressie. De kans op agressie

naar de baby en suïcide is toegenomen. Vanwege de

ernst van het ziektebeeld is opname vrijwel altijd nodig1.

Op de afdeling observeer ik moeder. Wanneer ik haar

slaapkamer binnenkom, zie ik dat het bed voor het raam

is geschoven. Ze zit op bed. De spullen die ze heeft,

liggen uitgestald om haar heen. De foto van haar baby

heeft zij in haar handen. Als ik haar vraag hoe het gaat,

kijkt zij mij met onrustige, droevige ogen aan. Emotioneel

antwoordt ze dat de baby op de foto niet haar baby is.

De oogjes van de baby zijn de ogen van de buurvrouw.

De buurvrouw die zij vanmorgen op tv zag. Moeder

spreekt verder. Met oprechte interesse luister ik naar haar,

mezelf realiserend hoe angstig zij moet zijn door deze

gedachten en belevingen. Ik spreek haar niet tegen. Ik

bied realiteit, vertel haar over het ‘hier en nu’. Dit geeft

haar rust en houvast. Ik geef haar de voorgeschreven

medicatie. Ik merk dat moeder toe is aan rusten. Laverend

tussen haar wens om nog een activiteit te doen en mijn

wens dat zij gaat rusten, komen we tot een compromis.

Dit heeft mijn voorkeur boven een directieve benadering

waarbij moeder geen keuze wordt gelaten, om haar zo

nog enig gevoel van autonomie te geven in een omgeving

waar zij al veel hiervan heeft moet inleveren. We spreken

af dat ik haar over een uur zal wekken, het is dan tijd

voor een voeding van de baby.

Zorg voor moeder op de babykamerOp de babykamer observeer ik moeder in haar moederrol.

Hoe reageert zij op haar baby? Maakt moeder oogcontact?

Is moeder in staat om naast de technische handelingen

aandacht te hebben voor de baby? Ondersteunt moeder

de baby voldoende tijdens optillen en verplaatsen? Is zij in

het contact met de baby intrusief, opdringerig of toont zij

respect voor de eigenheid van de baby? Toont de moeder

zich sensitief, invoelend tegenover de baby? Is er sprake

van vijandigheid in het contact? Biedt de moeder

structuur door verbaal dingen te introduceren en af te

ronden?2 De eerste periode van de opname is moeder

met name met zichzelf en de dingen die gebeuren in haar

nabije omgeving bezig. Zij heeft hierdoor minder oog

voor de signalen die de baby afgeeft. Het is duidelijk dat

zij nog veel kan groeien in het contact met de baby. De

één op één begeleiding is niet overbodig. Ik geef haar

tips, ondersteun in de technische verzorging, wijs op het

contact dat de baby met haar probeert te maken om zo

de moeder-kind interactie te optimaliseren. Per keer maak

ik een inschatting of het wijzen op het contact dat de

baby probeert te maken moeder niet nog meer bevestigt

in haar onmogelijkheden van het moment. Wanneer hier

sprake van is, dan betekent dit dat ik naast moeder ga

zitten, de veiligheid van de baby waarborg en hierbij

verdraag hoe zij met de baby omgaat. Dit om te voor-

komen dat de onzekerheid over het moederschap bij

haar toeneemt. Daarnaast probeer ik op deze manier

aansluiting bij haar te vinden, om van daaruit het

vertrouwen in haar moederschap te helpen laten groeien.

Zorg voor de baby Op de babykamer observeer ik de baby. Hoe reageert

deze op moeder? Probeert de baby oogcontact te maken

met moeder? Wanneer dit lukt, wat is de reactie van de

baby? Lukt dit niet, wat doet de baby dan? Laat de baby

ongenoegens merken en zo ja, voor hoe lang? Is de baby

te troosten bij verdriet? Neemt de baby initiatief om

contact met moeder te maken? Hoe reageert de baby op

derden, betrekt het hier moeder bij? Hoe zit het met de

motorische ontwikkeling van het kindje? Maakt de baby

een ontspannen of juist een gespannen indruk? Ik

beoordeel of de baby zich richt op moeder tijdens het

contact tussen hen, of er sprake is van interactie. Dit

interactiegedrag hangt samen met de ontwikkeling van

een relatie tussen ouder en kind3. Deze relatie is de basis

van waaruit de baby zich gaat ontwikkelen. Ook het

gevoel van ‘zelf’ en het gevoel van ‘zelf’ in relatie tot

anderen ontwikkelt zich vanuit deze relatie4. Een relatie

van grote waarde! Wanneer tijdens de opname blijkt dat

moeder voor langere tijd de baby niet kan bieden wat

deze nodig heeft om zich optimaal te kunnen hechten,

wordt de vraag vanuit de afdeling bij het steunsysteem

Page 36: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

36

neergelegd wie een hechtingspersoon voor de baby kan

zijn. Op deze manier kan de baby een start maken met

het opbouwen van een relatie met één vast persoon, een

‘ouder’-kind relatie opbouwen om zich van hieruit te

gaan ontwikkelen.

Zorg voor de partnerOp de babykamer zie en ondersteun ik de partner. Hij

wordt gedurende de opname uitgenodigd om zoveel hij

kan en wil de zorg voor de baby te doen, al dan niet samen

met moeder. Ik bied hem ondersteunde gesprekken waar-

in ik aandacht heb voor zijn eigen welbevinden en voor

zijn vragen. Vragen als: hoe kan het dat mijn vrouw die in

het dagelijks leven psychisch stabiel is, nu zo ziek is? Wat

is de oorzaak hiervan, komt het door hormonen? Wordt

mijn vrouw weer helemaal beter? Is zij in staat om in de

toekomst weer zelfstandig voor de baby te zorgen? Hoe

lang gaat de opname duren? Ik geef vader uitleg over het

ziektebeeld en het verloop van de postpartum psychose.

Het krijgen van een eerste kind blijkt een belangrijk

risicofactor te zijn voor het krijgen van een psychose5.

Vader kan gerustgesteld worden dat zijn vrouw van deze

psychose volledig zal genezen en in de toekomst weer

zelfstandig in de thuissituatie voor de baby kan zorgen.

Hij krijgt uitleg over het opnamebeloop en het ontslag, dat

moeder middels verlof aan de thuissituatie gaat wennen,

dat de opnameduur gemiddeld 40 dagen is6. Ik bespreek

de mogelijkheid van gespecialiseerde gezinsverzorging na

ontslag uit het ziekenhuis. Thuis zal merkbaar zijn dat het

nog tijd kost om verder te herstellen, dat moeder haar

dagelijks leven niet direct zoals zij en vader voorheen

gewend waren, kan oppakken.

Psycho-educatieHet gaat beter met moeder. De medicamenteuze behande-

ling bestaande uit rustgevende medicatie, antipsychotica

en een stemmingsstabilisator slaan aan. Ook de duidelijke

structuur van de afdeling heeft hier aan bijgedragen.

Moeder vertelt mij dat zij bij toenemende vermoeidheid

nog (rand)-psychotische klachten heeft. Ze bemerkt aan

zichzelf dat dan de omgevingsgeluiden harder binnen-

komen, dat het haar meer energie kost om zich te concen-

treren op taken en dat opnieuw de gedachten opspelen

dat het nieuws speciaal voor haar bestemd is. Ik stel met

haar een signaleringsplan op. We onderzoeken hoe zij

hiermee om kan gaan, wat en welke situaties zij beter uit

de weg kan gaan omdat zij ervaren heeft dat dit haar, op

dit moment nog wankele evenwicht, kan verstoren. We

bespreken wat zij zelf kan doen om haar evenwicht te

bewaren en hoe zij hierin ondersteund kan worden door

hulpverleners en naastbetrokkenen. Een ander gespreks-

onderwerp is het schuldgevoel wat moeder naar haar

baby ervaart door achterliggende periode. Zij kan haar

gevoelens uiten in gesprek en wordt gesteund. Zonder

haar gevoelens tekort te doen, wijs ik haar op de groei-

ende band tussen haar en haar baby. Ik geef haar psycho-

educatie over postpartum psychose in de vorm van een

folder en een aantal gesprekken. Hierin leg ik haar de

algemene kenmerken en het beloop van een postpartum

psychose uit en krijgt moeder de mogelijkheid om te

reflecteren op haar eigen doorgemaakte psychose. Ook

vader wordt hierin betrokken, hij krijgt een uitnodiging

om tijdens een gesprek aan te schuiven.

Ook op de babykamer is een verandering zichtbaar. Moeder

heeft minder structuur nodig, wordt zelfstandiger, speelt

sneller in op de signalen die de baby geeft. Onzekerheid

komt naar boven: doe ik het wel goed? Wat vertelt mijn

baby door deze manier van huilen? Kan ik wel goed genoeg

voor mijn baby zorgen? Doe ik de technische zorg zoals

deze behoort te zijn? Vragen die herkenbaar zijn bij vrijwel

alle moeders, ziek of gezond. Het advies en de uitleg destijds

gegeven door de kraamzorg, is niet binnen gekomen. Ik

leg daarom opnieuw zaken uit en geef moeder positieve

bekrachtiging.

OntslagfaseHet herstel zet door. Moeder heeft in opbouwende fase,

tijdens verloven die steeds zijn, voor- en nabesproken,

kunnen wennen aan het thuis zijn. Zowel vader als

moeder hebben weer vertrouwen in elkaar als partner en

als ouder van hun baby. Zij zijn er aan toe om naar huis te

gaan en daar te gaan werken aan de laatste stap in het

herstelproces. Hierin wordt moeder begeleid door de

gespecialiseerde gezinsverzorging. Wekelijks zullen zij

haar bezoeken om te bespreken hoe het gaat om de zorg

voor haar baby in combinatie met goed zorgen voor

zichzelf en zorg voor het huishouden te combineren en

wat zij daar bij nodig heeft. De drie van elkaar losstaande

en zoekende personen die ik bij aanvang van de opname

zag, zie ik vertrekken als samenhangend gezin met

vertrouwen in de toekomst.

NawoordIk denk terug aan de vraag die ik mij stelde bij aanvang

van de opname, wat kan ik dit jonge gezin als verpleeg-

kundige bieden? Ik voel wat een belangrijke en bijzon-

dere rol ik heb kunnen invullen in de zorg voor deze

moeder en haar systeem. Ik zocht en vond een balans

tussen afstand en nabijheid, tussen open staan voor deze

moeder, vader en baby en een professionele weerbaarheid

tegenover hen. En opnieuw realiseer ik mij wat een

bijzonder en veelzijdig werk ik verricht binnen een

bijzondere en kwetsbare doelgroep.

Het literatuuroverzicht behorend bij dit artikel

staat op pagina 38.

Page 37: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

37

Maartje van Hoek is woonachtig in New York. Zij schrijft voor het dagblad Trouw en voor De Standaard. Maartje is zwanger! In vijf bij dragen vertelt zij ons over haar New Yorkse zorg ervaringen.

‘Oh my god,’ zegt de Amerikaanse doktersassistente. Ze draagt een operatiepak –

zo’n groen ziekenhuispak uit tv-series als ER – en het is de bedoeling dat ze zo gaat

kijken of ik zwanger ben. Zes weken, denk ik zelf, eigenlijk vijf weken en vier dagen.

Dat is genoeg vinden ze hier in de Verenigde Staten om te zien of er echt sprake is

van een succesvolle bevruchting. Ik heb daarom vast mijn onderkleding uitgedaan.

Die externe echo had bij mij tijdens mijn eerste zwangerschap tot week 15 geen

enkel resultaat. Niets zag je. Vandaar dat ik me vast heb uitgekleed.

Tot schrik van de assistente. Die wendt direct haar hoofd af en wijst met haar

ene hand voor haar ogen naar een tafeltje, waar een groot papieren laken ligt.

Daarmee moet ik mezelf ‘afdekken’.

Subtiel tilt ze vervolgens het papieren laken een stukje omhoog en begint. Op

het computerscherm verschijnt mijn baarmoeder en ik zie een klein

kikkervisje. Ze zet een cirkel om iets dat in mijn ogen wel eens een

tweede visje zou kunnen zijn. ‘BLOED,’ tikt ze. ‘Hoeveel bloedingen

heeft u gehad?’ Ze kijkt naar de muur. ‘Geen,’ zeg ik, mijn stem

piept en ik schraap mijn keel. De assistente drukt een print van de

echo af.

Die nemen we mee naar de gynaecoloog in hetzelfde pand. In

Amerika gaat iedereen naar de gynaecoloog (bijna iedereen dan,

daarover later meer). Die van ons staart naar haar computerscherm.

Aan haar bureau staat maar één stoel. Ik mag zitten. Voor vaders is

hier geen plek. ‘Is het kind gewenst?’ vraagt ze. Verward kijk ik naar

de vader van het kikkervisje: zei ze wat ik denk dat ze zei? ‘Ja, dit

kind is welkom,’ zeggen we in koor.

‘Con-gra-tu-laaaaaaaaa-tions,’ zegt ze. Opgelucht happen we naar adem. Dan

somt ze een lijst op met verboden. Nu ik zwanger ben, mag ik niet meer op mijn

rug slapen, geen sushi eten. Alcohol, sigaretten, drugs en rauw vlees zijn

allemaal verboden, mogen ook niet af en toe stiekem. Tonijn - gekookt of

gebakken - mag ook niet, evenmin pijnstillers, pittig gekruid voedsel, eieren-

sunny-side-up, vitaminepillen voor niet-zwangeren, bukken, tillen, saunabezoek,

bikram-yoga, bungeejumpen en achtbaan rijden.

‘Vragen?’

‘Ja,’ zeg ik. ‘Ik ben nogal misselijk.’ Misselijk in de zin van: de moeder aller

katers, dag en nacht. Vier keer per dag braken. Duizelig. Neiging tot flauwvallen.

‘Eet ’s ochtends wat gezouten chips,’ zegt de gynaecoloog. ‘Over zeven weken is

het over. Tot dan,’ en ze steekt haar hand uit want het consult is voorbij.

Beduusd staan we buiten. Het regent. Ik moet plassen en huilen. ‘Zal ik vanavond

Thais koken?’ vraagt mijn vriend.

Ik voel een golf maagzuur in mijn neus. ‘Weet ik veel,’ zeg ik.

Ik weet vandaag maar een ding zeker: ik wil hier nooit meer terug.

Maartje van Hoek

© H

enk

van

Ru

iten

bee

k

Page 38: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

38

Op zondag 26 mei aanstaande vindt in Nijmegen weer de Marikenloop plaats. 12.500 vrouwen lopen 5 of 10 km hard en genieten van de Nijmeegse gezelligheid. Midwives4mothers organiseert die dag een sponsorloop om geld op te halen voor het twin2twin-project met Marokko.Schrijf u snel in voor deze Marikenloop! Wilt u meelopen, dan moet u zich zo snel mogelijk inschrijven via de site van de Marikenloop.

Marikenlopers aanmelden bij de KNOVHebt u zich aangemeld voor de Marikenloop? Stuur dan

een e-mail naar de KNOV, [email protected].

Vermeld daarin uw:

Daarna ontvangt u van ons informatie over sponsoring en

organisatie. Ook vriendinnen en familie mogen lopen voor

m4m en zich aanmelden via [email protected].

We hopen zoveel mogelijk deelnemers te zien op 26 mei in

Nijmegen!

2013

www.marikenloop.nl

Ter gelegenheid van Internationale Vrouwen-dag organiseerde White Ribbon NL op 2 maart jongstleden alweer voor de vierde keer een benefietdiner voor Veilig Moederschap. Wij kijken terug op een zeer geslaagde bijeen-komst, waaraan zo’n zestig deskundigen en andere geïnteresseerden deelnamen.

De avond stond in het teken van primeurs. Zo kon iedereen

kennismaken met onze nieuwe bestuursleden en presen-

teerden wij prachtige kaarten, vers van de pers. Maar ook

overhandigden ontving verloskundige en epidemiologe Dr.

Barbara Kwast als eerste de White Ribbon Award, als blijk

van waardering voor al haar niet-aflatende inspanningen

voor Veilig Moederschap gedurende vele werkzame jaren.

Bovendien ging tijdens het diner onze prachtige film

‘Leven en Dood’ in première! Van deze pakkende,

informatieve film bestond al langer een - onder meer -

Engelse versie. Wij hebben ons ingespannen om hiervan

ook een mooie Nederlandse vertaling te maken. En het

resultaat mag er zijn: echt een aanrader voor iedereen die

kort en bondig geïnformeerd wil worden over moeder-

sterfte en wat we hieraan kunnen doen.

De White Ribbon Award 2013, een keramieken beeldje

van een zwangere vrouw, werd gemaakt door kunstenares

en verloskundige Alie van de Wolfshaar.

Prof. Dr. Jos van Roosmalen sprak de award-winnares toe

en memoreerde haar vele verdiensten.

www.whiteribbon.nl

Literatuur pag. 36

Page 39: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

39

Op 10 december 2013 presenteerden Malika Tibhiri en haar collega van de Association Marocaine des Sages-Femmes, de AMSF oftewel de Marokkaanse KNOV, zich voor een verloskundig publiek met een warme belang-stelling voor Afrika en elders. Malika Tibhiri vertelde over de verloskundigen in Marokko die een beroepsbeoefening kennen die nauw verbonden is met het gedachtengoed van public health.

Kaijda Arib, Tweede Kamerlid voor de PvdA en onze

projectambassadeur voor twin2twin Marokko, had zich in

gloedvol maar volstrekt onbegrijpelijk Darizja (Marokkaans-

Arabisch) onderhouden met de Marokkaanse verloskundi-

gen. Gelach steeg op uit de zaal, zo van ‘daar begrijpen

we geen klap van’. De presentatie die volgde was in het

Frans, lastig want voor het mereldeel van de zaal niet de

favoriete taal op de middelbare school. Gelukkig was er

een tolk.

Onze Marokkaanse collega’s wonden er geen doekjes

om. “We proberen te vermijden dat een vrouw die het

leven aan een kind schenkt, haar eigen leven verliest. Wij

zijn actief om de gezondheid van moeder en kind te

verbeteren.” Met deze woorden startte Malika haar

presentatie over de professionele werkzaamheden van

verloskundigen. “Vrouwen die kiezen voor een bevalling

bij een verloskundige maken in Marokko een goede keus.

De verloskundige in Marokko beschikt over een reeks van

professionele kwaliteiten waaronder kennis van de

psychologie en zij heeft een groot verantwoordelijkheids-

besef. Zij levert algemene zorg met inachtneming van

fysieke, psychologische en sociale aspecten.” Malika praat

vlug en brengt in het begin de tolk in de problemen. Ze

maakt duidelijk dat met de inzet van de verloskundige het

percentage moeder- en kindsterfte in Marokko signifi cant

gedaald is. Hoe signifi cant wordt niet duidelijk, maar

volgens Index Mundi bedraagt die thans honderd per

honderdduizend levendgeboren kinderen1. Malika voegt

een ‘ondanks’ toe aan het succes van de daling. Verlos-

kundigen ondervinden vele belemmeringen in het

dagelijks werk. Het gaat om belemmeringen die verband

houden met de positie van de vrouw in het algemeen.

MoualidatIn de Marokkaanse verloskundige geschiedenis is 1951

het jaar dat de eerste opleiding tot Moualidat (verlos-

kundige) start. Vanaf 1975 bestaat de mogelijkheid dat

verpleegkundigen zich specialiseren tot obstetrisch

verpleegkundige. Elf jaar later ontstaat een tweejarige

opleiding die in 1993 driejarig wordt en wordt afgesloten

met een staatsdiploma. Op dit moment is men bezig om

de opleiding opnieuw te herzien: competentiegericht en

van drie- naar vierjarig.

Verdeeld over het land liggen 21 gespecialiseerde opleidings-

instellingen in de gezondheidszorg waar verloskundigen

worden opgeleid. De opleidingen vinden plaats in twee

sectoren: privaat en publiek. De publieke opleiding wordt

gegarandeerd door de Staat en leidt vooral op tot

klinische verloskundige in de staatsziekenhuizen. De

private opleiding is een initiatief van de hogescholen en

leidt voornamelijk op tot zelfstandig werkende verloskun-

dige om te kunnen werken in een eigen praktijk of tot

verloskundige in een privékliniek. De regelgeving tussen

de privaat of publiek opgeleide verloskundigen verschilt.

Ze vallen onder verschillende statuten en richtlijnen, twee

maatstaven dus.

Professionele praktijkDe professionele praktijk onderscheidt drie ‘soorten’ van

verloskundigen: zelfstandigen met een eigen praktijk, in

dienst van de overheid (ambtenaar) in staatsziekenhuizen

en in loondienst bij privéklinieken. De centrale opdracht

luidt: het bevorderen van de gezondheid van moeder en

kind en die van het gezin.

In gezondheidscentra verricht de verloskundige de pre- en

postnatale zorg, houdt zij zich bezig met voorlichting over

familyplanning, werkt op de verloskamers of is actief op

het brede terrein van de gezondheidsvoorlichting. In het

ziekenhuis lijkt zij overal inzetbaar. Werkplekken die

genoemd worden zijn de poli, de opname, het OK-

complex, verloskamers, opleiding en supervisie, neonato-

logie. In welke mate hier sprake is van specialisaties wordt

niet duidelijk. In de eigen praktijk houdt de verloskundige

zich bezig met pre en postnatale consultaties, neemt zij

verantwoordelijkheid voor fysiologische zwangerschappen,

maar volgt ook de risicozwangerschappen blijft zij - na

verwijzing - volgen. Zij bereidt het gezin voor op de

geboorte, geeft zwangerschapscursussen, heeft een

verwijsfunctie, verzorgt het vaccinatieprogramma en

werkt zonodig ook in mobiele teams op het platteland.

Wil van Veen, Malika Tibhiri

39

Page 40: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

Het twin2twin-project waarbij verloskundigen van de

KNOV gekoppeld werden aan verloskundigen uit Sierra

Leone, bleek een groot succes! In navolging hierop zal

een samenwerking gestart worden met de Marokkaanse

Organisatie van Verloskundigen (AMSF).

Er zal gedurende drie jaar kennis en ervaring uitgewisseld

worden tussen twintig verloskundigen uit Marokko met

twintig verloskundigen uit Nederland. Deze samenwer-

king tussen Nederlandse en Marokkaanse verloskundigen

heeft als doel om de beroepsgroepen te versterken en

daardoor de verloskunde in beide landen op een hoger

niveau te brengen.

Criteria voor deelname

verloskundige uit Marokko tot eind 2016

Marokko te reizen

dagen in huis te ontvangen

Verloskundigen, voorgedragen vanuit een kring, coöperatie,

ziekenhuis of verloskunde academie hebben eveneens een pre.

Ben je geïnteresseerd? Een aanmeldformulier is te

downloaden via de ledensite van de KNOV onder:

internationaal/twinning.

Aanmelden is mogelijk tot 15 mei 2013.

Studenten, docenten en onderzoekers worden aangemoedigd zich aan te melden!

40

Beroepsprofiel, stand van zaken en vooruit-zichtenIn de huidige situatie ligt het accent op de bevordering

van de seksuele en reproductieve gezondheid van de

vrouw, de bevordering van de rol en positie van de vrouw

als een pijler voor het welzijn van het gezin en de

gemeenschap en het realiseren van de milieudoelstellingen

op het gebied van de gezondheid voor gezin.

De verloskundigen, verenigd in de AMSF, willen meer.

Zo voorziet het toekomstscenario in de ontwikkeling en

het vastleggen van gedragsregels voor verloskundigen om

hen betere bescherming te kunnen bieden. De huidige

regels zijn verouderd en leiden soms tot lastige situaties

bij klachten en beroepszaken.

De beroepsorganisatie wil overgaan tot het formeren van

een eigen College voor de ontwikkeling en handhaving

van richtlijnen. Ook wil men werken aan de ontwikkeling

van een masteropleiding, het beroepsprofiel actualiseren

en vechten voor betere werkomstandigheden. De

toelichting op het laatste item luidt dat verloskundigen

vaak alleen, eenzaam en onveilig moeten werken, met

name op het platteland. Bij complicaties is er geen hulp

voorhanden.

Het verenigingslevenDe tijd liet geen ruimte om door te vragen naar aanleiding

van deze presentatie. Er bleven veel vragen liggen waarop

in de loop van de komende jaren wel een antwoord zal

komen. Laten we vooropstellen: de AMSF is blij met het

twin2twin-project. Ze hebben zelf gevraagd om deze

mogelijkheid. Ze willen graag met de verloskundigen,

verbonden in de KNOV, een ontwikkelings- en kwaliteits-

slag maken. Het verlanglijstje is lang, maar niet irreëel. Er

is veel te doen, er is veel mogelijk. Belangrijkste thema’s:

versterking van de beroepsorganisatie, verbetering van

het beroepsprofiel, verbreding en verdieping van de

opleiding. Het is een excellente uitdaging voor de

verloskundigen van de AMSF maar ook voor de verlos-

kundigen binnen de KNOV. Wie gaat die uitdaging aan?

http://www.countdown2015mnch.org/

documents/2012Report/2012/2012_Morocco.pdf

Page 41: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

41

Hoe zorg ik voor minder medicalisering in de verloskunde? Hoe kan ik zorgen dat vrouwen hun eigen kracht herkennen en kunnen inzetten?Hoe kan ik bijdragen aan betere verloskundige zorg?Deze vragen en meer moeten in het hoofd van Lilian Wirken hebben gespeeld, waardoor zij aan haar boek ‘Als bevallen spannend is’ begon. Zoals zij in haar dankwoord schrijft; “Voor hun [haar drie dochters, red.] hoop ik dat Nederland een land blijft waar bevallen iets moois, puurs en groots kan zijn, zonder dat techniek en risico’s dat gaan overheersen.” Met dit boek levert zij een hele waardevolle bijdrage.

Wanneer een zwangere vrouw op ons spreekuur komt met

de wens tot pijnstilling tijdens de bevalling, dan zijn wij, als

verloskundige zorgverleners, vaak geneigd te antwoorden

met het geven van informatie over de voor- en nadelen van

pijnstilling. Informatie over en kennis van de mogelijkheden

en risico’s is belangrijk. Daar gaat dit boek ook op in. Het

geeft heldere en duidelijke informatie over het barings-

proces, de hormonale samenwerking en het effect van pijn

en angst hierop, en de voor- en nadelen van diverse

manieren van pijnstilling. Maar, dit boek gaat verder en Lilian

Wirken gaat op zoek naar de werkelijke vraag áchter het

verzoek om pijnstilling, namelijk de angst voor de bevalling,

de angst voor het onbekende, het oncontroleerbare en de

angst voor pijn.

Er wordt dus informatie gegeven, maar er wordt ook

stilgestaan bij ieders eigen manier van omgaan met zoiets

groots als een bevalling. “Een bevalling is zoveel meer dan

een geboorte,” aldus de schrijfster. Mooi gezegd!

In korte overzichtelijke hoofdstukken beschrijft zij de

verschillende aandachtspunten die bij angst voor de

bevalling een rol spelen. Met regelmatige ‘denken en doen

icoontjes’, die uitnodigen tot nadenken of het doen van

opdrachten. Het boek bevat zelfs moderne QR-codes, die je

met een smartphone kunt scannen om een oefening te

downloaden (wat ook gewoon via de website kan, gelukkig!).

Ontspanningsoefeningen, mindfulness en visualisatie

oefeningen. Uiteindelijk moet al dat denkwerk, de doe-

opdrachten en het lezen van alle informatie samenkomen in

een werkblad. Dat werkblad kan samen met een geboorte-

plan toegevoegd worden aan het zwangerschapsdossier.

Ieder kan uit dit boek pikken wat haar of hem aanspreekt,

dat wordt aan het begin van het boek ook duidelijk

gemaakt; “zie het als een meerkeuzemenu!”. De toon is

luchtig en aards tegelijk. Nergens een opgeheven vingertje.

Nergens wordt het zweverig.

De manier waarop partners bij het proces worden betrok-

ken, vind ik heel verrijkend. Zoals door een doe-opdracht,

waarbij de vrouw en haar partner worden uitgenodigd om

elkaar te interviewen. Dat zal heel wat gespreksstof en

nieuwe inzichten opleveren, lijkt mij. “Partners zeggen vaak

vooraf: ik kan niets voor haar doen. Hier ben ik het niet mee

eens. (…) Beste partner: juist jij kunt onmisbare steun

Titel : Als bevallen spannend is

Auteur : Lilian Wirken

bestellen bij : www.alsbevallenspannendis.nl

ISBN : 978-90-820100-0-8

Prijs : €19.80 (inclusief verzenden)

met vertrouwen in verwachting

“Een fantastisch boek voor aanstaande ouders die

graag een goede zwangerschaps- en bevallings-

ervaring willen, maar ook veiligheid belangrijk

vinden. Dankzij dit boek hoeven ze niet te kiezen.

Lilian Wirken combineert op een afgewogen manier

actuele kennis en up-to-date wetendschappelijke

gegevens met veel professionele aandacht voor

het welbevinden van de zwangere,” aldus prof.

Dr. Simone E. Buitendijk, Hoogleraar Women’s and

Family Health, Leids Universitair Medisch Centrum.

Page 42: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

42

bieden. Bedenk dat ze jou het meest nodig heeft om wie je

bent, niet om wat je doet. Alle medische zorg kan jouw

steun niet vervangen. (…)” Vervolgens wordt er handige

informatie gegeven wat een partner kan doen en laten

tijdens een bevalling. Het boek leidt de partner op tot haar

personal coach!

Dit boek kan bij een grote ‘beval-angst’ een individueel

traject bij een verloskundig coach niet vervangen, want in

dat geval is het belangrijk om naar de diepe persoonlijke

overtuigingen van de zwangere vrouw op zoek te gaan.

Maar dit boek wijst vrouwen én hun partners wel de weg

naar hun eigen kracht en levert daarmee een enorme

bijdrage aan gezonde verloskunde en een gezond leven.

En daar kan niet genoeg aan worden bijgedragen!

Het boek is een aanrader voor elke zwangere vrouw.

Dikke pluim voor Lilian Wirken!

Berteld Kok, verloskundige en coach

De KNOV roept verloskundigen en verlos kundigen in opleiding van Marokkaanse

afkomst op voor een overleg op

bij de KNOV, gebouw Domus Medica,

Mercatorlaan 1200 te Utrecht.

Doel van de bijeenkomst is brainstormen over de

mogelijkheden om de Marokkaanse gemeenschap

te betrekken bij het verloskundig samenwerkings-

verband twin2twin.

Meer informatie en aanmelding:

[email protected]

Borstvoedingorganisatie La Leche League (onderdeel van de

Nederlandse Samenwerkende Borstvoedingsorganisaties)

heeft een nieuwe uitgave: de Borstvoedingswaaier.

Dit handzame boekje, dat letterlijk uitwaaiert, bevat

basis informatie voor zorgverleners en ouders over borst-

voeding.

Er zijn zes hoofdstukken met de titels ‘goed aan de borst’,

‘zo werkt borstvoeding’, ‘melk en melkproductie’,

‘afkolven en bewaren’, ‘problemen en oplossingen’ en

‘moeder(en)’ . Per hoofdstuk komt een keur van onder-

werpen aan bod, telkens beschreven op één bladzijde van

100-150 woorden en waar nodig met instructieve foto’s.

De waaier is te bestellen via www.lalecheleague.nl voor

€ 9,50.

De International Confederation of Midwives (ICM) heeft

een nieuwe website.

www.internationalmidwives.org

Page 43: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

43

IWRC staat voor International Week for Respecting

Childbirth, de Internationale week van Respect voor de

Geboorte. Een jaarlijks terugkerende week, ieder jaar in

de derde week van mei, waarin alle organisaties die met

zwangerschap en geboorte te maken hebben hun stem

kunnen laten horen om aandacht te vragen voor de

natuurlijke geboorte, een bevalling zonder onnodige

medische interventies.

De IWRC is een initiatief van de European Network of

Childbirth Associations. Bijna alle landen doen mee.

Nederland doet mee met de deurhanger-actie.

Het idee is ontstaan om een deurhanger te maken, die

aan de deurknop van de verloskamer of de kraamkamer

in het geboortecentrum gehangen kan worden tijdens de

baring. Het is in ziekenhuizen en soms ook in de geboor-

tecentra vrij normaal dat medisch personeel in en uit

loopt. Dit kan zeer verstorend werken op de concentratie

van de barende vrouw.

De Tweede Kamer overlegt binnenkort over Pre-implantatie

genetische diagnostiek (PGD) en het evaluatierapport van

de Richtlijncommissie PGD. PGD ofwel embryoselectie

bestaat twintig jaar, maar is nog steeds een beladen

onderwerp. Alleen het UMC in Maastricht heeft een

vergunning voor deze techniek.

Discussie over PGD bij de aanleg voor erfelijke kanker leidde

enkele jaren geleden tot politieke commotie.

Die werd bezworen met aanvullende regelgeving: de

‘Regeling PGD’ en de instelling van een landelijke ‘Richtlijn-

commissie PGD’. De commissie moest beoordelen of

toepassing voor mogelijke nieuwe indicaties voldoet aan de

criteria uit de regeling. De regeling is onlangs geëvalueerd.

Het evaluatierapport zal naar verwachting een rol spelen in

in het hierboven genoemde politiek overleg over PGD.

Volgens de ethici De Wert en Dondorp bevat het evaluatie-

rapport een lange lijst met zogenoemde ‘knelpunten’ die

bij nader inzien meer het karakter hebben van algemene

discussies naar aanleiding van de PGD-praktijk. Dat zou

op zichzelf nuttig kunnen zijn, maar de bespreking

hiervan is willekeurig en weinig precies. Terwijl uitgebreid

verslag wordt gedaan van de discussie over het nu op te

heffen verbod op de exclusietest (waarmee mogelijke

gendragers van bijvoorbeeld de ziekte van Huntington via

PGD gezonde kinderen kunnen krijgen), wordt aan

actuele vragen rond de ontwikkeling van de indicatie-

stelling slechts enkele woorden gewijd.

Medisch Contact 15 Maart 2013

Een betere wondheling, meer melkproductie en minder

bloedarmoede en depressie post partum dankzij wonder-

pillen gemaakt van je eigen placenta. Hormonen en

mineralen die de placenta bevat zorgen voor de gezond-

heid bevorderende eigenschappen, aldus de Engelse

verloskundige Caroline Baddily onlangs in de Daily Mail.

Zij is een van de vijftig speciaal getrainde verloskundigen

en doula’s, verspreid over de wereld, die voor ouders die

dat wensen placenta’s verwerken tot een gemakkelijk te

slikken capsule. Voor omgerekend zo’n 250 euro wordt

de verse moederkoek gekookt in een stoompan en daarna

gedroogd en vermalen tot poeder. Een fl inke placenta

levert zo’n 100 pillen op. In Groot Brittannië worden de

pillen het meest toegepast, sinds de van oorsprong

Amerikaanse Lynnea Shrief het daar in 2010 introduceerde.

Zij richtte hiertoe het ‘Independent Placenta Encapsulation

Network’ (IPEN) op en traint belangstellenden in het

voorlichten van ouders en het verwerken van de placenta.

In de natuur eten zoogdieren de placenta na de geboorte

op, maar de meeste mensen gruwelen bij het idee. IPEN

publiceert op haar website verschillende wetenschappelijke

artikelen die het nut ervan bewijzen.

www.dailymail.co.uk, placentanetwork.com

Deurhangers bestellenU kunt deurhangers bestellen bij

[email protected]. Ze kosten 1 euro

per stuk, 10 voor € 9,50; 50 voor € 45,-.

Daar komt nog een beetje portokosten bij.

www.enca-nederland.nl

Page 44: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van
Page 45: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

De beroepsorganisatie KNOV is er van en voor

alle verloskundigen: voor de verlos kundigen

in de eerste lijn als voor de klinisch werkende

verloskundigen. De afgelopen jaren is de

groep klinisch werkende verloskundigen sterk

gegroeid. Om goed in te kunnen spelen op

de behoeften en aan te sluiten bij de wensen

van alle verloskundigen – en dus ook deze

groep verloskundigen - gaat de KNOV een

behoeftepeiling houden onder de klinisch

verloskundigen. Daarvoor gaan we de

komende maanden zowel KNOV leden als

niet-leden benaderen.

Op de studiedag Klinisch Verloskundigen van

5 april a.s. wordt de aftrap gegeven voor dit

behoefteonderzoek. Alle deelnemers aan

deze dag vragen we een vragenlijst in te

vullen. In mei vinden brainstormavonden

plaats om in gesprek te gaan met niet-leden

over de producten en diensten van de KNOV.

Om verloskundigen te bereiken die geen lid

zijn, kan het zijn dat we een beroep doen op

onze huidige KNOV leden, werkzaam in de

kliniek.

Binnenkort wordt u persoonlijk verder hier-

over ingelicht. Hebt u bepaalde ideeën om

het aanbod van de KNOV te verbreden? Laat

het ons weten via KNOV beleidsmedewerker

Ruth Hakkenberg ([email protected]).

45

Een groep Griekse zwangere vrouwen en jonge moeders

luiden op Facebook de noodklok over een rechtzaak die

in Thessaloniki is aangespannen door de overheid tegen

zes artsen, een verloskundige en 71 ouders die thuis zijn

bevallen. De artsen worden ervan beschuldigd een

onjuiste medische verklaring te hebben afgelegd, de ouders

van het aanzetten tot een onjuiste medische verklaring.

De verloskundige en de ouders wordt eveneens milieu-

vervuiling ten laste gelegd, omdat ze de placenta niet

hebben afgevoerd volgens de geldende regels. Een

placenta wordt gezien als afval dat een bedreiging vormt

voor de volksgezondheid. Dit terwijl de placenta’s na een

thuisbevalling doorgaans wordt begraven om er daarna

een boom op te planten. Er zijn geen sterfgevallen of

geboortetrauma’s gemeld van de kinderen. De vrouwen

startten een online petitie, omdat zij zich door de

rechtzaak aangetast voelen in hun recht zelf een plek te

kiezen voor de geboorte van hun kind. Zij vinden dat de

thuisbevalling onterecht in verband wordt gebracht met

illegale activiteiten. Met de ingezamelde handtekeningen

willen zij aandacht vragen van het Europese Hof van de

Mensenrechten, dat zich al eerder expliciet uitsprak over

de thuisbevalling als een mensenrecht.

www.avaaz.org/en/petition/Stop_the_coordinated_

attack_on_home_birth_in_Greece/?tNsBmeb

Australische onderzoekers voerden een longitudinaal

cohort onderzoek uit onder 368 primipara om de invloed

van zogenaamd ‘junk food’ op het geboortegewicht van

het kind te onderzoeken. Junk food is voedsel met heel

veel calorieën, maar weinig micro-nutriënten. Van de

totale groep woog 11% van de kinderen meer dan vier

kg (12% jongens; 9% meisjes). Moeders met een

zogenaamd “junk food dieet” hadden een signifi cant

hogere kans op een kind met een geboortegewicht van

meer dan vier kilo (uitkomst gecorrigeerd voor maternaal

gewicht en aantal weken zwangerschap bij bevalling).

Ook moeders die te zwaar of obees waren, hadden in

deze studie een signifi cant verhoogde kans op een kind

met een geboortegewicht van meer dan vier kilo (uit-

komst gecorrigeerd voor junk food en aantal weken

zwangerschap bij geboorte).

Birth 40:1 Maart 2013. Li Ming Wen, Judy M. Simpson,

Chris Rissel and Louise A. Baur. DOI: 10.1111/birt.12028

© N

atio

nal

e B

eeld

ban

k

KNOV zoekt contact

Page 46: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

46

Geboren

Fenna, dochter van Nienke en Bas Bakker-Stam,

Moeflon 29, 1273 JJ Huizen (16/02/2013)

Marte, dochter van Margreet en Jean Paul Borst-van Buren,

Tjallinga 48, 9001 LB Grou (19/02/2013)

Norah, dochter van Helen Cornelissen en Albert Roeleveld,

Jan J. de Goedestraat 19, 6709 TD Wageningen

(17/01/2013)

Finn, zoon van Isabella en Jeroen de Groot-Loeve,

Pond Sterlinglaan 55, 1060 RT Amsterdam (04/03/2013)

Sem, zoon van Heidi en Rindert Janssens, Albert

Oostingweg 7, 7853 TD Wezuperbrug (09/03/2013)

Bram, zoon van Leonie en Mike van Leeuwen-van Loon,

Graslinnen 25, 5658 HR Eindhoven (15/02/2013)

Mees, zoon van Mariëtte en Jan Rodenburg-van der Velde,

Beemstraat 22, 5311 AC Gameren (27/02/2013)

SECTOR NOORDOOST NEDERLAND

Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2013)

Mw. J.A. Bijsterveld-Smid, Pop Dijkemaweg 26, 9731 BE

Groningen – VID-zhs

Mw. P. den Hartigh, IJsselstraat 15a, 9725 GA

Groningen – Asp

Mw. R. Moorlag-Tapper, Postduif 5, 7827 ND

Emmen – VID-zhs

Mw. M. Pluimers, Erve Borgerinck 10, 7468 JL Enter – Asp

Mw. H. Vos-Metselaar, Riegshoogtendijk 84, 7913 AC

Hollandscheveld – VID-zhs

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2013)

Mw. J. Cleveringa, Kleine Bergstraat 36a, 9717 NC

Groningen – Asp

Mw. M.F. Dijkhuizen, Jan Tooropstraat 36, 3817 PZ

Amersfoort – VV-m

Mw. A.J.W.M. Nieuwenhuis-Schooltink, Markeweg 144a,

8398 GS Blesdijke – VID

Mw. A.E. de Waardt, Gerrit Achterberghove 2, 3437 ZE

Nieuwegein - BL

SECTOR NOORDWEST NEDERLAND

Nieuw leden (m.i.v. 01-04-2013)

Mw. N. Bolten, Martin Luther Kinglaan 42, 1945 EE

Beverwijk – Asp

Mw. F. Broers, Schierstins 131, 1082 TG Amsterdam - Asp

Mw. C. Maessen, Apolloweg 73, 2624 MZ Delft – Asp

Mw. C. Marks, Kijkduinlaan 36, 1789 AE Huisduinen - Asp

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2013)

Mw. R. van Ravenswaaij, Lofoten 27, 2721 JD

Zoetermeer - VID

SECTOR ZUID NEDERLAND

Nieuw lid (m.i.v. 01-01-2013)

Mw. A. Thijs, Eikelbosstraat 15, B-3530 Helchteren,

België – VID-zhs

Nieuw leden (m.i.v. 01-04-2013)

Mw. E. Brakke, Bergerstraat 52b, 6226 BD Maasticht – Asp

Mw. S. Hadada, Mispadstraat 23, B-3600 Genk, België – WN

Mw. S. Jentjens, Nieuwstraat 36, 5757 AT Liessel - Asp

Mw. L. Willems, Lariksweg 6, 5453 KE Langenboom – Asp

Mw. H. de Witte, Louis Loyensstraat 8, 6221 AK

Maastricht - Asp

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2013)

Mw. N. Bruens, Grondster 5, 5052 WP Goirle – VID-zhs

Mw. M.P.M. Heldens, Saturnussstraat 5, 5721 BR Asten – BL

Mw. H. van der Meijden-Meelker, Buizerd 49, 5492 PJ

Sint Oedenrode – BL

Mw. H.C.A. Smit-Dronkert, Jan Palachstraat 1, 5231 HW

’s-Hertogenbosch – VID-zhs

Mw. M. de Wever, Tubantenoord 9, 3079 ZR

Rotterdam – WN

Mw. S.P. van Wouwe, Schendersweg 29, 4318 TL

Brouwershaven – VID-zhs

Art. 1

Afkortingen

Verloskunde Academie Rotterdam

Marleen Beerendse

Marlie Maas

Page 47: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

www.medela.nl

Wij zijn er voor de borstvoeding(en tegen tepelkloven!)

Borstvoeding geven hoort geen pijn te doen. Dit neemt niet weg, dat borstvoeding een extra belasting voor de tepel en voor de huid daar omheen kan zijn. Soms heeft een moeder daarom een beetje extra verzorging nodig. Medela verwerkt meer dan 50 jaar ervaring en uitvoerig borstvoedingsonderzoek in producten die de borstvoeding ondersteunen: niet alleen borstkolven, maar ook al het andere dat van pas kan komen. Tegen pijnlijke tepels hebben wij een volledig assortiment borstverzorgingsproducten. Van zoogkompressen die de huid gezond helpen te houden, tot Hydrogel Pads die de huid helpen om snel weer gezond te worden.

Weet u niet zeker welk borstverzorgingsproduct u kan aanraden? Vraag het ons! Bel ons op 073-6904040 of stuur een e-mail naar [email protected].

Wasbare zoogkompressenHelpen de huid droog en gezond te houden

PureLanVerzorging bij pijnlijke tepels

Disposable ZoogkompressenAbsorberen grotere hoeveelheden lekkende melk

Hydrogel PadsSnellere genezing en verlichting bij tepelkloven

Page 48: Tijdschrift voor Verloskundigentvv.knov.nl › uploads › tvv.knov.nl › tvv_editions › 41 › pdf_file › ... · 2019-01-29 · De AIOS op stage in de eerste lijn 24 M. van

Wij hoeven u vast niet te vertellen hoe cruciaal die tien weken zijn om de

kinderwens van een andere vrouw in vervulling te laten gaan. Maar weet u ook

hoezeer wij úw hulp nodig hebben om dit aan uw zwangere cliënten te vertellen?

Iedere nieuw gewonnen deelneemster aan Moeders voor Moeders is belangrijk.

We hebben ze hard nodig. Want zij geven. Waardoor de grootste wens van veel

stellen met vruchtbaarheidsproblemen mogelijk toch kan uitkomen.

Moeders voor Moeders is onderdeel van MSD

Als vrouw heb je maar 10 weken de tijd om een ander zwanger te maken.

www.moedersvoormoeders.nl