TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel...

22
SLAPENDE KERSTMANNETJES, GOUDEN ENGELTJES EN ZEEHONDJES GECOMBINEERD MET BLAUW-PAARSE BALLEN UIT FEDOSKINO KOMT VOLKSKUNST ZONDER CONCESSIES T I J D S C H R I F T OV E R T R A D I T I E S E N T R E N D S W I N T E R 1 9 9 5 D R B De nieu we kersttrend Bedelliedjes overleven in moderne industriestad Russische miniaturen DRIEKONINGENZINGEN IN MIDDEN-BRABANT

Transcript of TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel...

Page 1: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

S L A P E N D E

K E R S T M A N N E T J E S ,

G O U D E N E N G E L T J E S

E N Z E E H O N D J E S

G E C O M B I N E E R D M E T

B L A U W - P A A R S E

B A L L E N

U I T F E D O S K I N O K O M T

V O L K S K U N S T Z O N D E R

C O N C E S S I E S

T I J D S C H R I F T O V E R T R A D I T I E S E N T R E N D S

W I N T E R 1 9 9 5

DD

RR

BB

De nieuwe kersttrend

Bedelliedjes overleven inmoderne industriestad

Russische miniaturen

D R I E K O N I N G E N Z I N G E N I N M I D D E N - B R A B A N T

Page 2: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

1

Want de sint is eentaaie man. Door deeeuwen heen heeft hijregelmatig strijd moe-ten leveren. Na dehervorming bijvoor-beeld kreeg SintNicolaas het heelzwaar te verduren. De protestantse over-heid wilde het feestvan de katholieke hei-lige afschaffen en ver-

bood het schoen zetten en het specu-laaspoppen bakken. Maar de sint wiststand te houden, zowel in katholiekeals in protestantse gezinnen bleef hijgeschenken brengen. Wij lieten ons ditvolksfeest niet zomaar afpakken.

Ook nu weer staat sinterklaas onderdruk. Waar geen kinderen zijn, wordthet kerstfeest belangrijker. De vrijedagen met kerstmis geven dat feest eenvoorsprong. Sinds een viertal jarenroept de winkelstand dat kerstmis hetwint van sinterklaas, want met kerstmiswordt er meer gekocht. Dat is een argu-ment dat volgens mij niet helemaalopgaat, want met sinterklaas ligt denadruk niet op het kópen van geschen-ken, maar op het máken.

Maar door van kerstmis de winnaarvan sinterklaas te maken, kwam hetsinterklaasoffensief op gang. In Vlaan-deren bestond in Sint Niklaas al het

Sint Nicolaas Genootschap. In Neder-land werd dat voorbeeld gevolgd doorallerlei actiegroepen. Sinterklaas weg,dat nooit! En het overleven van sinter-klaas werd op een eigentijdse manieraangepakt: onze heilige werd gepro-moot. Er kwamen cursussen die van desint(en) professionele sint(en) moestenmaken. En ook Piet ontkwam niet aankwaliteitsverbetering.

Voor mij is sinterklaas het feest bij uit-stek om eens iemand anoniem te ver-rassen. Of om iemand op een grappigemanier een spiegel voor te houden. En bovendien heeft de sint altijd eenbijzondere band met vrouwen gehad.Of kent u het verhaal niet van de driemeisjes die geen geld hadden voor eenbruidsschat en daarom de prostitutie inmoesten. Zij baden tot Sint Nicolaas.Deze heilige had met hun te doen engooide drie nachten achter elkaar eenbuidel met gouden munten door hunvenster. Met dat geld konden zij eengoed huwelijk sluiten.

Zo is er nog veel meer te vertellen overde rijke geschiedenis van de sint. Ik benheel benieuwd hoe het met hemafloopt. Zelf zou ik het erg jammer vin-den als dit feest in de vergetelheid zouverdwijnen.

Ineke Strouken

hoofdredacteur

VVHet is de tijd van de vele feesten: Sint Nicolaas, Sint Thomas,

Kerstmis, Onnozele Kinderen, Oud en Nieuw en Driekoningen.

Hoewel in dit nummer van Traditie veel aandacht

besteed wordt aan het kerstfeest, gaat mijn voorkeur

toch uit naar Sint Nicolaas. Niet alleen hield ik als

kind al van de geheimzinnigheid die bij het sinter-

klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of

sinterklaas deze crisis weet te overwinnen.

ooraf

Sinterklaas op de omslag van Taptoe,

december 1964

Sinterklaas trok zich het lot van drie verarmde meisjes aan

die geen geld hadden om een geschikte man te trouwen,

Otto van Veen (16e eeuw).

Uit: R. van der Linden, Ikonografie van Sint-Niklaas in

Vlaanderen (Ledeberg 1972)

N A J A A R 1 9 9 5

Het kerstverhaalDe os en de ezel, en andere ‘verzinsels’

Thee: een multiculturele traditie

Minnekozen, donderslagen en platte humor

Winterherinneringen

Bedelliedjes overleven in een moderneindustriestad D r i e ko n i n g e n z i n g e n i n M i d d e n - B r a b a n t

Russische miniaturen U i t F e d o s k i n o ko m t

v o l k s k u n s t z o n d e r

c o n c e s s i e s

De nieuwe kersttrend S l a p e n d e k e r s t m a n n e t j e s , g o u d e n

e n g e l t j e s e n z e e h o n d j e s g e c o m b i n e e r d

m e t b l a u w - p a a r s e b a l l e n

II I N H O U D

24

6

11

15

2

18

20

☞RECEPT H i g h t e a

SPREEKWOORD w a a r w o o r d ?

WERKTEKENING P o m p o e n l a n t a a r n

BOEK V e r v a l s t e v o n d s t e n v a n e i g e n b o d e m

TENTOONSTELLING V a n S i n t N i c o l a a s t o t S i n t e r k l a a s

ACTUEEL

Rubrieken:8

29

30

32

34

36

Page 3: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

3

Bladelin Altaar (circa 1460), Rogier van der Weyden (1399/1400-1464), Staatliche Museen, Berlijn

V e r b o d e n b o e k e nDe kerk had aanvankelijk weinig pro-blemen met deze volksverhalen. Maardat veranderde met de reformatie. Deprotestanten wilden het geloof terug-brengen tot de kern van de zaak envoor hen lag die in de Bijbel. Allelegenden, visioenen en volksverhalendaaromheen deden zij in de ban.

Aan katholieke zijde maakte de refor-matie de contra-reformatie los en ookde katholieke kerk ging nu agerentegen de legenden en de apocriefe lite-ratuur. Veel van die werken belanddenop de Index, de lijst van verboden boe-ken die het Vaticaan bijhield. Wie der-gelijke werken in huis had of las, steldezich bloot aan vervolging door de ker-kelijke rechtbank.

De kerk slaagde erin veel kleurrijkelegenden uit te bannen. Dat ging overi-gens met enige willekeur gepaard. Zolegde de kerk de os en de ezel geenstrobreed in de weg, maar de aanwezig-heid van vroedvrouwen bij Jezus’geboorte, net als de os en de ezelafkomstig uit het pseudo-evangelie vanMattheus, werd zelfs al vóór de contra-reformatie door de kerk bestreden.

B l a d e l i n A l t a a rOok de beeldende kunst kreeg met deze‘zuiveringen’ te maken. Vanaf de zes-tiende eeuw komen veel middeleeuwse

thema’s niet meer voor. De schilderskonden niet langer putten uit de zorijke middeleeuwse beeldtraditie.

De Vlaming Rogier van de Weyden(1399/1400-1464) had daar bij hetmaken van zijn Bladelin Altaar noggeen last van. Hij schilderde dit altaar-stuk in opdracht van een belangrijkefamilie. Net als de meeste anderealtaarstukken is het een drieluik. Dathad een praktische reden: schilderijenwaren duur en in gesloten stand was deafbeelding goed beschermd. Tegelijkgaven die drie luiken de schilder demogelijkheid om een zware symboli-sche lading aan de afbeelding mee tegeven.

S i b i l l e v a n T i b u rHet Bladelin Altaar bevat verwijzingennaar tal van middeleeuwse legenden.De geknielde man op het linkerpaneelis de romeinse keizer Augustus (63 voorChr. tot 14 na Chr.) die de senaat alseen God wenste te vereren, omdat hijlangdurig vrede, de pax romana, in hetromeinse rijk had gebracht. Augustuswilde deze eer pas accepteren als hij erzeker van was dat er nooit meer eenmachtiger man dan hij op aarde zouleven. Om daarover uitsluitsel te krijgenconsulteerde hij op de dag van Chris-tus’ geboorte een orakel bij Rome. Daaraan was de sibille van Tibur ver-bonden, een maagdelijke priesteres die

van Mattheus, waar de Bijbelse evange-lieschrijver overigens niets mee temaken had. In dit verhaal duiken de osen de ezel bij de geboorte voor het eerstop.

Van de kerk kreeg dit geschrift nooitdezelfde status als de vier Bijbelseevangeliën. Daarom behoorde het tot deapocriefe (verborgen) literatuur.Daarnaast waren er nog tal van mysticidie hun persoonlijke overpeinzingen,meditaties en visioenen over de gebeur-tenissen rondom Jezus’ geboorte opschrift stelden.

Heel bekend was bijvoorbeeld het boekde Openbaringen van Brigitta vanZweden (1302/3-1373). Hierin had dekloosterzuster Brigitta de gebeurtenis-sen in de stal, vanaf de aankomst vanJozef en Maria, opgetekend. Ze warenhaar in een visioen geopenbaard.Andere geliefde werken waren deMeditationes Vitae Christi van depseudo-Bonoventura (rond 1300) en deVita Jesu Christi van Ludolf vanSaksen (omstreeks 1350).

Maar het bekendst was waarschijnlijkde Legenda Aurea van de dominicanermonnik Jacobus de Voragine, uit circa1250. Het was een compilatie van aller-lei volkslegenden, visioenen en middel-eeuwse theologie, onder andere overChristus’ geboorte.

HHW I N T E R 1 9 9 5

22

W I N T E R 1 9 9 5

hebben overgeleverd, noemen hen niet.Er zijn overigens wel meer details uithet ons bekende kerstverhaal die niet inde Bijbel voorkomen.

V i s i o e n e n Waar komen deze ‘verzinsels’ dan van-daan? Dat is heel simpel: de gewonegelovigen uit de middeleeuwen haddenniet genoeg aan de sobere verhalen uitde Bijbel. De officiële evangeliën vanLucas en Mattheus misten de kleurrijkedetails waar de gelovigen behoefte aanhadden. Ze verlangden een soort oog-getuigeverslag van Jezus’ geboorte.

Aan die wens werd tegemoet gekomendoor tal van verhalen die al sinds hetvroege christendom in omloop warenen die het kerstverhaal in geuren enkleuren vertelden. Zo circuleerde ervanaf de vijfde of zesde eeuw eengeschrift dat tegenwoordig bekend staatonder de naam het pseudo-evangelie

Het kerstverhaal

Het verhaal van Jezus’

geboorte is vaak door

middeleeuwse schilders

uitgebeeld. Probleem is alleen

dat veel van hun schilderijen

nu nauwelijks meer te

begrijpen zijn. Ze staan vol

met verwijzingen naar lang

vergeten legenden.

Boodschap aan Maria (1435) , Jan van Eyck

(circa 1390-1441), National Gallery, Washington

De os en de ezel, en andere ‘verzinsels’

Bethlehem in het eerste jaar van onzejaartelling. Een os en een ezel staan ineen tochtige stal verbaasd over eenkribbe gebogen waarin een klein man-netje ligt. Het moet een vertederendgezicht geweest zijn, die twee nattesnoeten zo vlak boven Christus’ gelaat.Via de dampende adem van de os en deezel ontvangt de kleine Jezus zijn eer-ste aardse warmte.

De os en de ezel zijn een algemeenbekend detail uit het kerstverhaal en ingeen enkele moderne kerststal ontbre-ken ze. Des te vreemder is het te wetendat de Bijbel met geen woord rept overde aanwezigheid van beide dieren bijJezus’ geboorte. Lucas en Mattheus, deevangelisten die ons het kerstverhaal

Geboorte-icoon

(eerste helft 15e eeuw)

Kathedraal van de

Annunciatie, Moskou

Page 4: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

55

beeld, van de ezel is alleen de snoetzichtbaar. De putten met ijzeren roos-ters zijn ongetwijfeld een verwijzingnaar een legende, maar onbekend isnaar welke.

Als we dan het schilderij nog eens inzijn totaliteit bekijken, dan wordt dui-delijk dat het centrale thema ‘de vere-ring van Christus’ is. Op het linkerpa-neel aanbidt Augustus Jezus. Op hetrechter luik doen de drie wijzen (en dusde hele wereld) dat. Op het middenluikvereren Jozef, Maria en de opdrachtge-ver Jezus.

K o n i n g H e r o d e sUit de Bijbel weten we dat koningHerodes furieus was toen hij hoorde dater een nieuwe Koning der Joden wasgeboren. Er kon er maar één koningzijn, en dat was hij zelf. Herodes wildeJezus daarom doden, maar wist alleendat hij in de buurt van Bethlehem wasgeboren en hooguit twee jaar oud was.Hij gaf zijn soldaten de opdracht inBethlehem en directe omgeving allekinderen onder de twee te doden.Baby’s en peuters gingen een zekeredood tegemoet, maar Jezus ontsnapte.

Het evangelie van Mattheus vermeldtdat een engel Jozef in zijn droom waar-schuwde: “Sta op, neem het kind enzijn moeder en vlucht naar Egypte’’.Zonder aarzelen wekt Jozef vrouw enkind en het gezin vlucht naar Israëlsbuurland. Mattheus meldt geen verdere bijzonder-heden. Hij volstaat met de mededelingdat na verloop van tijd in Egypteopnieuw een engel aan Jozef ver-scheen. Deze deelde hem mee datHerodes was overleden en dat hij zon-der gevaar weer terug kon keren naarIsraël.

H a n d e n v o l d a d e l s Met zo’n kaal verhaal konden de mid-deleeuwse gelovigen niet uit de voetenen al snel deden er talloze legenden deronde die in geuren en kleuren uit dedoeken deden welke avonturen enwonderen Jezus, Jozef en Maria tijdenshun vlucht naar Egypte meemaakten.

De hier afgebeelde miniatuur uit hetboek Très riches heures du duc de Berry(vijftiende eeuw) verbeeldt twee avon-turen die Jozef en Maria zouden heb-ben meegemaakt tijdens hun vluchtnaar Egypte, een dag of vijftien naJezus’ geboorte.

De hoofdafbeelding toont de legendevan de dadels. Als Jozef met zijn gezintijdens de tocht door de woestijn watrust zoekt in de schaduw van een palm,vraagt Maria hem wat dadels te pluk-ken. Jozef weigert kribbig: heeft ze danniet door dat hij een oude man is, teoud om in een boom te klimmen?Bovendien zoekt hij liever naar water,want de voorraad is op. Jezus hoort dit gekissebis aan enspreekt de boom toe: “Buig je tak,zodat je met je vruchten mijn moederkunt verfrissen.’’ De boom buigt enMaria en Jozef kunnen moeiteloos han-denvol dadels plukken. Opmerkelijk isdat de miniatuur Jezus afbeeldt als eenjongen van een jaar of zes, hoewel hijvolgens de Bijbel een baby van eenpaar dagen zou moeten zijn. Links enrechts van Jezus staan zijn half-broersen half-zusters, kinderen uit een eerderhuwelijk van Jozef, waar de Bijbel metgeen woord over rept.

D e a k k e r b o u w e rOnder de hoofdvoorstelling wordt delegende van de akkerbouwer nog weer-gegeven, een buitengewoon populairverhaal in de middeleeuwen. Er warenallerlei versies van in omloop, die alle-maal op het volgende neerkwamen.Herodes was ter ore gekomen dat de

Koning der Joden met zijn ouders naarEgypte was gevlucht en hij zette metzijn leger de achtervolging in. Met desoldaten op hun hielen passeerdenJezus, Jozef en Maria een boer die aanhet zaaien was. Maria groet hem endaarop gebeurt het wonder: het zaai-zaad ontkiemde en in mum van tijdstond de akker vol met ruisend graan.Al direct na het zaaien kon de boergaan oogsten.

Als de boer van zijn verbazing is beko-men, trekken Herodes en zijn soldatenlangs. Of hij onlangs een gezin opdoorreis heeft gezien, vragen ze: eenjonge vrouw, een oude man en eenpasgeboren baby. De boer knikt, wantdat herinnert hij zich maar al te goed.“Toen ik zaaide wat ik nu oogst heb ikde familie die u bedoelt voorbij zienkomen,’’ antwoordde hij. Herodesdacht, dat moet maanden geleden zijnen staakte zijn zinloze achtervolging.

Op de miniatuur is deze legende prach-tig verbeeld: Herodes praat met de boer,die voor een veld vol graan staat. Deboer heeft zijn zaaischort nog op debuik hangen en naast hem staat eenzak zaaigoed.

Dit zijn maar enkele van de vele prach-tige verhalen die ooit rondom Christus’geboorte zijn ‘verzonnen’.Middeleeuwse schilderijen bevatten ertal van verwijzingen naar en zonder dieverhalen zijn deze schilderijen maardeels te begrijpen.

Paul Bröker

Maria en Jozef arriveren in Bethlehem, miniatuur uit het

Breviarium genaamd Mayer van den Bergh (begin 16e

eeuw), Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen

W I N T E R 1 9 9 5

44

zichzelf in trance kon brengen. In dietoestand was ze ontvankelijk voor god-delijke ingevingen. Op het schilderij isze de vrouw met de ‘witte tulband’.Eenmaal onder invloed kraamde desibille wartaal uit. Het was de taak vande tempelpriester hieruit een zinvolleboodschap te halen. Voor Augustusluidde die: “Dit kind, geboren uit demaagd, zal groter worden dan Gij’’.

De keizer realiseerde zich wat die uit-spraak zo ongeveer betekende en zagdefinitief af van zijn goddelijke vere-ring. Op het schilderij zien we hemgeknield zitten voor Maria en Jezus, diedoor het venster heen zichtbaar aan inde hemel zijn. Augustus’ handen zijngevouwen en hij zwaait met een wie-rookvat.

De essentie van de voorstelling is datde sibillen Jezus’ geboorte aan de men-sen uit de Oudheid voorspelden, zoalsde profeten uit het Oude Testament dataan de Joden deden. Er zouden intotaal twaalf sibillen zijn geweest, ana-loog aan de twaalf profeten uit hetOude Testament.

D e d r i e w i j z e nHet rechterpaneel toont ons de drie wij-zen uit het oosten. Ze zijn bekend uithet Bijbelse evangelie van Mattheus,die hun aantal echter in het middenlaat. Wel noemt Mattheus drie geschen-ken: goud, wierook en mirre. Het wasde kerkvader Origenes die het aantalwijzen op drie stelde; één uit Europa,één uit Azië en één uit Afrika. Op hetafgebeelde schilderij hebben de wijzenrespectievelijk blanke, Aziatische ennegroïde trekken. De wijzen, afkomstig uit de drie toenbekende werelddelen, waren volgens dekerkvader Augustinus in feite konin-gen. Door hun aanbidding van Jezuswordt Christus voorgesteld als deKoning der koningen. De hele toenma-lig bekende wereld erkende hem daar-mee als opperheerser.

Tegelijk vereren alle leeftijden Jezus,want de drie afgebeelde wijzen ver-schillen duidelijk in leeftijd. Op hetschilderij aanbidden ze gedrieën eenstralend kindeke Jezus, wat mooi pastbij het linkerpaneel, waar Augustus ookeen verschijning aan de hemel aanbidt.

B r i g i t t a - g e b o o r t eHet middenluik toont een man in hetzwart, zonder twijfel de opdrachtgevervan het schilderij. De man heeft geenbekende rol in de compositie: hij isnoch Jozef, noch wijze, noch herder.Haar en kleding draagt hij volgens demode van zijn tijd. Zijn gezicht heeftde kenmerken van een portret, terwijlde andere afgebeelde personen meereen standaard-gelaat hebben. Ook deze opdrachtgever knielt voor depasgeboren Jezus, die als een naakt enverkleumd mensje voor zijn moeder opde grond ligt. Deze wijze van voorstel-len staat bekend als een ‘Brigitta-geboorte’, zo genoemd naar deOpenbaringen van Brigitta van Zweden.De kloosterzuster Brigitta wist doorhaar visioenen tot in de kleinste detailshoe Jezus ter wereld was gekomen. De manier waarop Maria is afgebeeld iseveneens kenmerkend voor eenBrigitta-geboorte. Ze aanbidt haar babyen ziet er stralend uit. Ze gaat gekleedin een wit gewaad, met losse haren, dieals gouden lokken over haar schoudersvallen. Ze ziet er uit alsof ze een moei-teloze bevalling heeft gehad, zondereen centje pijn. “Zonder weeën’’,schrijft Brigitta.

D e o u d e m a n J o z e fDe plaats van handeling in het midden-luik is de tot ruïne vervallen tempelvan Salomon. Dat accentueert nog eensde armoedige situatie waarin Jezus terwereld kwam. Tegelijk symboliseert hetvervallen gebouw het Joodse geloof. Opde fundamenten van dit oude geloofwerd het Christelijke geloof gevestigd.

Alle legenden vertellen dat Jozef nietbij de geboorte aanwezig wilde zijn. Hijging erop uit om licht te halen. Op hetschilderij is hij al weer teruggekeerdvan die missie en hij knielt, zoalsBrigitta ook zegt, voor Jezus neer. Het licht van zijn kaars wordt daarbijvolkomen overstraald door het hemelselicht van Jezus.

Het feit dat Jozef is afgebeeld als oudeman, accentueert nog eens de maagde-lijke geboorte. De os is prominent in

Het wonder van de

buigende palmboom en

de legende van de

akkerbouwer, miniatuur

uit de Très riches heures

du duc de Berry (begin

15e eeuw - voltooid na

1485)

Begonnen door de

Gebroeders van

Limburg (Paul, Jan en

Herman, werkzaam

begin 15e eeuw) en

voltooid door Jean

Colombe

(circa 1467-1529)

Musée Condé, Chantilly

Page 5: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

79

rond 3000 voor Christus. Toen hij opeen dag buiten water zat te koken, vie-len er wat blaadjes in zijn pan. Al snelscheidde de pot heerlijke geuren af entoen de keizer ervan proefde, was hijverkocht. Hij had een nieuwe drankontdekt: thee.

Theeblaadjes zijn verse scheuten van detheestruik. Van vijf kilo versgeplukteblaadjes blijft na bewerking een kilo’tjeover. Eerst moeten de blaadjes verflen-zen, verwelken. Daarna worden ze ge-rold en gewreven, waardoor de sappenlos komen. Dat is het begin van fer-menteren (oxyderen) waardoor de theevan groen in twee uur bruin wordt.

Daarna worden de blaadjes gedroogdbij zo’n 80 graden, wat ze zwart maakt.Op deze manier wordt de smaak gecon-serveerd en komt pas weer vrij als erkokend water over de blaadjes gegotenwordt. Europeanen drinken uitsluitendgefermenteerde zwarte thee. Japannersjuist ongefermenteerde groene thee.Chinezen zitten er tussenin: zij drinkenhalf-gefermenteerde thee.

B e r g a m o tElke thee is een melange, door vaklie-den met een goede neus samengesteld.Na het mengen moet de melange eendag of tien rijpen, op elkaar inwerken.Engelse melange is heel bekend enwordt gemaakt van soorten uit India,Sri Lanka, Kenya, Sumatra en Java. Het heeft een krachtige, opwekkendesmaak.

Darjeeling wordt wel de champagneonder de thee genoemd. Het heeft eenfijne smaak en is samengesteld uitsoorten die op de hellingen van deHimalaya groeien. Daarbij geldt datstruiken van de grootste hoogten debeste blaadjes opleveren.

Earl Grey is een Engelse melange waar-aan bergamot, een Zuideuropesecitroensoort, is toegevoegd. Ceylon-melange is een mengsel van 50% theeuit Sri Lanka, gecombineerd met theeuit Kenya, Indonesië en India. OrangePekoe is een traditionele Nederlandsemelange.

W o l k j e m e l kNederland kwam pas in 1610 met theein aanraking, toen de eerste partij inAmsterdam werd verhandeld. Wie zes-honderd gulden voor een kilo neerteldekon thuis thee gaan zetten. Thee waspeperduur en bracht de VOC enormewinsten.

Aanvankelijk groeide de struik alleen inChina, maar de Engelsen gingen ermeeexperimenteren op Ceylon, India enAfrika en de Nederlanders op Java.Rond 1835 was er in Assam, Noord-India, een volwassen theecultuur ont-staan. Die Assamthee had een veel ster-kere smaak dan de traditionele Chinesethee. Om de smaak te verzachten gingen deEngelsen hun beroemde wolkje melkaan de thee toevoegen. Bart Derks zalhet nooit doen; hij vindt het afbreukdoen aan de smaak. Voordeel is wel datmelk het looizuur in de thee afbreekt.

H i g h t e aHoewel Nederland traditioneel een ster-ke positie had in de theehandel, is hiernooit een uitgebreide theecultuur ont-staan. In Engeland wel. De Brittenmaakten er in de vorige eeuw een

gewoonte van om tussen lunch endiner tea te houden.

Alle Engelsen deden aan die gewoontemee, maar er waren verschillen naarstreek en klasse. Bij de harde werkersvan het ‘simpele volk’ ging het om eenkorte pauze met een paar kopjes theeen wat sandwiches.

De verfijnde dames uit de society echterhadden veel meer tijd. Ze raakten ver-wikkeld in een onderlinge strijd om wiede uitgebreidste tea kon organiseren.Zo ontstond de high tea, een urendurend ritueel, waarbij naast thee ookpies, sandwiches en quiches geserveerdwerden. Bij de stedelijke burgerij hadzo’n high tea over het algemeen eenwat lichter en verfijnder karakter danop het platteland, waar veel met brooden ham gewerkt werd.

C o r n e l i s B o n t e k o eTheefanaat Bart Derks organiseertregelmatig een Engelse high tea. Vanafeen uur of drie serveert hij dan theemet een tiental zoetigheden als cherry-cheese cake, Victorian sponge cake,lemon merengue pie, apple-crumble enDevonshire scones.

Na een paar uur wordt er overgescha-keld op hartige zaken, waarbij men kankiezen uit een stuk of acht soorten qui-ches, sandwiches, pies en casseroles.Tegen een uur of zes wandelen zijngasten aanmerkelijk verzwaard weerhuiswaarts, zonder een enkel verlangennaar het avondeten.

Hoewel er nog geen Engelse toestandenzijn gesignaleerd rukken het beteretheezetten en de high tea ook in Neder-land op. Hopelijk zal het die theelief-hebbers niet zo vergaan als CornelisBontekoe, een Nederlandse arts uit dezeventiende eeuw. Hij dronk 30 koppenthee per dag in de rotsvaste overtuiginghierdoor oud te worden. In 1685 vielhij, 38 jaar oud, van de trap en over-leed.

Ineke Strouken

Russisch theedoosje, aan vijf kanten beschilderd.

De paarden trekken een wintertrojka, een slede

Fedoskino-miniatuur, 1994

Foto: Janssen en Kievith Fotografie

E e n p o p u l a i r z a k j eONGEVEER 90% VAN ALLE THEE VERDWIJNT

TEGENWOORDIG IN KLEINE ZAKJES VAN SPECIAAL

PAPIER. DEZE THEEZAKJES BESTAAN SINDS

1904, TOEN DE NEW YORKSE THEEMAKELAAR

THOMAS SULLIVAN THEEMONSTERS GING

VERZENDEN IN KLEINE, ZIJDEN ZAKJES. AL GAUW

WERD OOK IN DE WINKEL THEE AANGEBODEN IN

KATOENEN OF ZIJDEN ZAKJES, LATER OOK IN

MACHINAAL GEMAAKTE GEPERFOREERDE

CELLOFAANZAKJES. ZE PASSEN IN ONZE

MODERNE TIJD VAN GEMAK EN SNELHEID, MAAR

DE ECHTE THEELIEFHEBBER OPEREERT LIEVER MET

LOSSE THEE EN EEN ZEEFJE.

TTW I N T E R 1 9 9 5

66

water. Dat moet zacht zijn. Hard watermaakt de thee troebel en geeft een vliesop de pot. Hard water wordt simpelwegzacht als je het vijf minuten door laatkoken.

Een andere goede gewoonte is om detheepot vooraf goed heet te maken. Ineen koude pot koelt het theewater tesnel af, waardoor de thee slecht trekt.Wees ook niet te karig met de blaadjesis een volgend advies van Derks. Hijvindt dat thee vaak veel te slap gezetwordt. Zelf gebruikt hij een halve eetle-pel per kopje. Laat de thee tenslotte vijfminuten trekken en roer hem even doorom de smaakstoffen gelijkmatig te ver-delen.

S c h a a r s e v r i j e t i j dOok aan potten en koppen stelt de waretheefanaat zo zijn eisen. Ze moeten vanglas, porselein of aardewerk zijn.Roestvrij staal is ongeschikt omdat hetwater er te snel in afkoelt. Aluminiumis zelfs taboe: het maakt de thee donker

en geeft de drank een vreemde, blau-wige glans.

Gaaf emaille voldoet ook, maar gebar-sten emaille-potten geven problemen,omdat er ijzer uitlekt, wat de smaak enkleur van de thee bederft. Natuurlijkheeft de echte theeliefhebber minimaaltwee theepotten staan: één voor ‘gewo-ne’ en één voor sterk geurende soortenals lapsang (gerookte thee).

Wie al deze thee-regels nauwgezetvolgt haalt het maximale uit dezedrank. Steeds meer mensen willen datook, is de ervaring van Bart Derks.‘’Men gaat steeds bewuster met smaakom. Mensen hebben steeds meer geld,maar steeds minder tijd. In hun schaar-se vrije tijd willen ze genieten van hetallerbeste.’’

F e r m e n t e r e nEn aan thee valt veel te genieten. Deeerste die dat ervoer was - volgens delegende - Shen Nung, keizer van China

De tijd dat elk café dezelfde huis-tuin-en-keuken-

thee serveerde is voorbij. Wie tegenwoordig thee

bestelt, moet kiezen uit een doos vol soorten.

Langzamerhand ontdekken Nederland en België

het chique karakter van de volksdrank thee.

Maar hoe haal je het onderste uit de theekan?

Thee: een multiculturele traditie

De Russen zijn echte theedrinkers.

Hier een Russische familie aan de thee.

Fedoskino-miniatuur, 1956

In tegenstelling tot thee vinden we wijneen chique drank, die we met uiterstezorg omgeven. De flessen liggen in kel-ders met een constante temperatuur.We kiezen een soort die goed combi-neert met de maaltijd en voordat we defles openen laten we hem ‘chambreren’.

Vergelijk dat eens met hoe we theebehandelen. Lusteloos wordt een thee-zakje door wat kokend water gehengelden het verkregen lichtbruine vochtdrinken we als thee. Wie zó theezet zalnooit de volle rijkdom ervan ontdek-ken. Een echte theeliefhebber behandeltthee met respect en beleid.

T e s l a pBart Derks van Pilkington’s Tearoom &Restaurant in de oude binnenstad van’s-Hertogenbosch is zo’n liefhebber. Inzijn zaak schenkt hij 38 soorten thee.“Voor een goed kopje thee moet je evende tijd nemen’’, zegt hij beslist. Hoe moet het dan, dat echte theezet-ten? De basis is volgens Derks lekker

Page 6: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

88

RR

kommen of glazen schenken. Heetopdrinken.

P e r z i s c h e t h e e :■ 3 theezakjes of 12 gram losse thee■ 80 gram kristalsuiker■ partjes perzik■ schijfjes sinaasappel■ rum■ ijsblokjes

Laat vers water 3 tot 5 minuten door-koken. Gebruik daarvoor 1 liter waterop 3 theezakjes. Schenk het waterkokend op de thee. Laat de thee 5minuten trekken en verwijder dan detheezakjes. Los de suiker al roerende open laat het zetsel afkoelen tot kamer-temperatuur. Zet voor het serverenhoge theeglazen klaar met wat partjesperzik, een schijfje sinaasappel en eenscheutje rum er in. Voeg ijsblokjes toe.Giet de afgekoelde thee hierop.

I J s t h e e :■ 3 theezakjes of 12 gram losse thee■ 100 gram kristalsuiker■ sap van 1 citroen

Kook het water vijf minuten door. Zetthee, en laat die vijf minuten trekken.

Verwijder de thee en voeg het citroen-sap en de suiker toe. Laat afkoelen enmaak ijskoud in de koelkast. Serveermet een schijfje citroen.

V r u c h t e n c a k e :■ 300 gram cakemeel■ 300 gram gewone kristalsuiker■ 300 gram gezouten roomboter■ 7 kleine eieren■ 2 zakjes vanillesuiker■ 100 gram puddingvruchten■ 100 gram rozijnen■ rum■ 1 tulband van 22 centimeter

diameter

Laat de rozijnen 8 uur wellen in derum. Verwarm de oven voor op 160graden. Klop de eieren, suiker, deroomboter en de vanillesuiker geduren-de 5 minuten luchtig met een mixer opvol vermogen. Klop vervolgens hetmeel erdoor tot er een luchtig mengselontstaat. Bestrooi de puddingvruchten met watmeel zodat ze niet aan elkaar plakken.Meng de vruchten met de gewelderozijnen. Meng vervolgens de vruchtendoor het beslag. Doe het deeg in eeningevette tulbandvorm. Bak de cake

Vroeger werd high tea vooral geserveerd

bij Engelse dameskransjes. In de namiddag

kregen de gasten van hun gastvrouw een

lekker kopje sterke thee met zoete en

hartige hapjes. Nu is het een sociale

aangelegenheid voor dames én heren.

Een high tea kun je het beste organise-ren om een uur of drie ’s middags.Naast een aantal soorten thee staan ervruchtencake’s, scones, brownies, pies,quiches en sandwiches op tafel. De zoe-te gerechten worden het eerst gegetenen daarna komen de hartige hapjes aande beurt.Heerlijk voor de kerstmiddag.

Bart Derks

R u s s i s c h e t h e e : ■ 3 theezakjes, of 12 gram losse thee■ 4 eetlepels honing■ 5 kruidnagelen■ 1/3 kaneelstokje■ sap van 1 citroen en 2 sinaas-

appelen

In de theepot honing, kruidnagelen eneen kaneelstokje in een bodempje watergoed heet laten worden. Na 7 minutende thee(zakjes) toevoegen. Bijvullenmet kokend water, dat een minuut ofvijf heeft staan doorkoken. Thee 5minuten laten trekken. Als laatste alroerend het sap van de citroen en desinaasappelen toevoegen. De krachtigeen kruidige drank door een zeef in

H i g h t e a

R E C E P T

99

gaar op 160 graden in het midden vande oven in ongeveer 1 uur.

D e v o n s h i r e s c o n e s ( 3 0 s t u k s ) :■ 4 dl. melk■ 400 gram boter■ 1 kilo bloem■ 2 eieren■ snufje zout en suiker

Bloem en boter mengen. Eieren toevoe-gen en de melk, onder constant roeren,erbij gieten. Snufje zout en suiker erbijen mengen tot er een bol deeg ontstaat.Deegbol uitrollen tot zo’n 3 centimeterdikte. Scones met vormpje uitsteken.Deze op 180 graden afbakken tot zegaar en goudbruin gekleurd zijn.

S c o n e s ( 2 0 s t u k s ) :■ 500 gram zelfrijzend bakmeel ■ 50 gram witte basterdsuiker■ 125 gram boter■ 1 theelepel zout■ 2 eieren en 1 eierdooier ■ 1 liter melk■ 1/4 liter slagroom stijfkloppen met

2 eetlepels suiker■ Jam en marmelade naar keuze

Roer in een kom de bloem met zelfrij-zend bakmeel, de basterdsuiker en zoutdoor elkaar. Voeg de boter toe en snijddeze met twee messen in kleine stukjes.Kneed het deeg met koele hand en metuw vingertoppen tot de boter goedgemengd is. Voeg de losgeklopte eierenen de melk toe en kneed het deeg toteen homogeen mengsel. Verwarm deoven voor op 200 graden.

Bestuif uw werkblad met bloem. Rol hetdeeg op het werkblad uit tot een diktevan 1 centimeter. Steek met een rondglas of met een stekertje de scones uit,en leg ze op een ingevette bakplaat. Dedeegresten kunt u weer samenvoegen,uitrollen en opnieuw uitsteken. Klop deeierdooier los en bestrijk de scones meteierdooier. Bak ze op 200 graden in het

midden van de oven gedurende 15 tot20 minuten gaar, tot ze lichtbruin zien.

C h o c o l a t e B r o w n i e ( 1 2 p o r t i e s ) :■ 100 gram boter■ 50 gram bloem■ 3 eieren■ 2 eetlepels cacao■ 1 theelepel bakpoeder■ 200 gram pure chocolade■ 200 gram melkchocolade■ 100 gram suiker■ 1/2 dl. crème fraiche■ 100 gram gehakte hazelnoot

Boter, bloem, ei, cacao, gesmolten cho-colade en suiker met de mixer vermen-gen. Crème fraiche en hazelnoten toe-voegen. De massa in een springvorm(16 centimeter) gieten en in 50 minutenop 160 graden afbakken.

S a n d w i c h e s :■ gerookte zalm en komkommer■ kaas en tomaten■ paté met groene kruiden■ tonijn■ casinobrood■ roomboter

Casinobrood besmeren met echte room-boter. Beleggen met gerooktezalm/komkommer of kaas/tomaten ofpaté met groene kruiden of tonijn.Daarop weer casinobrood. Korst verwij-deren en de sandwiches overlangsdoorsnijden.

C o u n t r y G a r d e n P i e ( v e g e t a r i s c h ) :■ roomboter■ 1 ui■ 800 gram seizoensgroenten

(wortel, prei, boontjes)■ roux van 20 gram boter en 30 gram

bloem■ 1/2 liter melk■ cheddar kaas■ nootmuskaat, peper, zout ■ bladerdeeg

Smelt de roomboter in de pan. Fruithierin lichtjes de ui. Doe de seizoens-groenten er bij en laat het geheel smo-ren. Maak in een andere pan de rouxen laat deze garen. Giet de melk er bijen roer totdat er een gladde saus is ont-staan. Voeg dan de kaas en de specerij-en toe. Meng de groente en de saus endoe het mengsel in een ovenvaste

schaal. Afdekken met bladerdeeg en 15 minuten op 180 graden afbakken(stand 4-5).

Q u i c h e :■ 6 plakjes diepvriesbladerdeeg■ 1 kilo prei■ 50 gram blokjes spek■ 75 gram geraspte kaas■ 3 eieren■ 1 dl room■ boter■ zout en peper

Laat het bladerdeeg ontdooien.Verwarm de oven op 200 graden.Beboter de quiche- of springvorm (22cm). Maak de prei schoon en snij hemin dunne ringen. Bak de blokjes spek ineen braadpan uit. Voeg de prei, zout enpeper toe en smoor de groente onge-veer 5 minuten mee. Klop de eieren losmet room, zout en peper. Roer ook dekaas door dit mengsel. Bekleed de vormmet het bladerdeeg, schep de prei in devorm en giet het eimengsel erover. Laatde quiche in 30 minuten gaar wordenin de oven.

S t e w e d S t e a k :■ 1/2 kilo biefstuk■ 1 theelepel gesneden thijm■ 1 theelepel gesneden peterselie■ 1 gesneden ui■ 1 kop lager bier of light ale bier■ 1 kop bruine saus (sterk ingedikte

bouillon)■ 1/4 theelepel nootmuskaat■ 1 dessertlepel boter met 1 theelepel

bloem vermengd■ 1 eetlepel olie

Verwarm de olie en laat de biefstukvlug kleuren. Voeg het bier toe en laathet vlees ongeveer vijf minuten voor-sudderen. Doe de kruiden, ui en bruinesaus erbij. Laat daarna het vlees weer25 minuten sudderen, totdat de steakzacht is. Haal de steak uit de pan enmeng de nootmuskaat en het boter-bloemmengsel door de jus. Roer tot slotde saus goed door, totdat de juiste dikteis bereikt.

☞Op zondagmiddag 4 februari 1996 kunt u met de

Academie voor Cultuur en Gastronomie op high

tea gaan bij Bart Derks in Vught. Opgave door

overmaking van ƒ 35,- (vrienden van ACG / NCV)

of ƒ 40,- (niet-vrienden) op postgiro 810806 t.n.v.

Nederlands Centrum voor Volkscultuur te Utrecht

o.v.v. high tea.

Page 7: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

10

In de sfeervolle expositie WINTERTIJD - FEESTTIJD!ziet u hoe de Nederlandse burgers van 1800 tot1950 de feesten in de winter vierden. En er wasveel om te vieren: Sint Maarten op 11 november,Sinterklaas, Kerstmis, Oud en Nieuw, Driekoningenop 6 januari en in februari of maart Carnaval. Nietalleen schilderijen, prenten en tekeningen maar ookschoolplaten, kerststallen, lees- en liedboekjes vanvroeger, speculaasplanken, oud speelgoed en choco-ladevormen laten de bezoeker terug gaan in de tijd.De bezoeker zal verrast zijn door de speelse entou-rage waarin de feesten in beeld worden gebracht.WINTERTIJD - FEESTTIJD! is een expositie voor jongen oud!

Bij de tentoonstelling wordt een aantal activiteiten georganiseerd:• Kleurwedstrijd.Bij elk feest een andere kleurplaat!

• Workshops tijdens de kerstvakantie.Ontwerp je eigen nieuwjaarskaarten in de hout-snede-techniek!

• Rondleidingen op afspraak vanaf ƒ 25,=.Elke woensdag om 11.00 (gratis) rondleiding voorindividuele bezoekers over de expositie WINTER-TIJD - FEESTTIJD!

• Gratis toegang voor kinderen t/m 12 jaar enoverige bezoekers ƒ 1,= p.p. tijdens de kerstva-kantie (23 december 1995 t/m 7 januari 1996)en op 16 en 17 december 1995 (weekend van dekerstmarkt in Helmond).

Voor een folder met meer informatie kunt u contactopnemen met het museum.

Gemeentemuseum HelmondKasteelplein 15701 PP Helmondtel. 0492 - 547475

WINTERTIJD FEESTTIJD!

van Sint Maarten tot Carnaval

12 november 1995 tot en met 25 februari 1996

Gemeentemuseum Helmond

Rondom Kerstmis,iconografie en symboliek in de beeldende kunst rondom de geboorte van Christus

Mooi platenboek over het kerst-verhaal uit de bijbel en de enormehoeveelheid legenden die daar inde periode van het vroege chris-tendom en in de middeleeuwenomheen geweven zijn.

De geboorte van Christus was eenbelangrijk thema in de middel-eeuwse beeldende kunst. De kun-stenaars, die zich daarmee bezighielden, volgden niet alleen trouwde bijbel, maar lieten zich ookinspireren door tal van legenden,die aan de volksfantasie warenontsproten. Hun kunstwerken slo-ten nauw aan bij de gangbareverhalen uit de eigen tijd. Kennisvan die verhalen is voor een goed

begrip van deze middeleeuwsekunst onontbeerlijk.

Het boek van Paul Bröker vertelthet bijbelverhaal over de geboorte

van Christus samen met de legen-den, die in de loop der eeuwenontstonden. Het laat zien hoe debeeldende kunst in de middeleeu-wen haar motieven zowel aan debijbel als aan de volksverhalen enlegenden rondom Christus’geboorte ontleende. De essentielesamenhang tussen middeleeuwsebeeldende kunst en literatuurwordt op deze manier zichtbaargemaakt.

Te bestellen door overmaking van ƒ 34,50 + ƒ 5,00 verzendkosten oppostgiro 810806 van hetNederlands Centrum voorVolkscultuur te Utrecht, ov.v. Kerstmis.

Rondom Kerstmis

iconografie en symboliek in de beeldende

kunst rondom de geboorte van Christus

Paul Bröker

MM

11

Kapitein Cardon: “Zeg mij eens, señora,van wie zijn die tietjes?’’Isabella: “Van kapitein Cardon.’’Kapitein Cardon: “En die ogen en dieoren?’’ Isabella: “Van kapitein Cardon.’’Kapitein Cardon: “En het leven en hethart?’’ Isabella: “Van kapitein Cardon.’’

Die samenspraak tussen Isabella enkapitein Cardon is typerend voormadrigaalkomedies. Het zijn de bas-taarden van de verstrengeling van hetItaliaanse volkstoneel, de commediadell’arte en madrigalen, meerstemmigeliederen. Van beide kunstvormen liggende wortels diep in Italië verankerd. Enbeiden zijn directe afspiegelingen van

een tijd waarin met volle teugen vanhet leven genoten werd. Sexualiteit enhet verheerlijken van de natuur bij-voorbeeld stonden hoog in het vaandel.

M a d r i g a l e nDe muzikale helft van de madrigaalko-medie is het oudst, madrigalen ontston-den rond de veertiende eeuw. Het zijn

Minnekozen, donderslagenen platte humor

Madrigaalkomedies waren in Italië aan het eind van de zestiende eeuw razend

populair. Dat is geen wonder. De muziek is ijzersterk en, mits de humor niet al te

serieus genomen wordt, valt er heel wat te lachen. Dat de formule van destijds ook

nu nog werkt, werd duidelijk tijdens het recente Festival Oude Muziek Utrecht.

Ensemble Doulce Mémoire en La Péniche Opéra voerden met veel succes en voor

volle zalen een aantal madrigaalkomedies uit.

La Péniche Opéra.

Links: kapitein

Cardon

Rechts: Pedrolino

Foto’s: Stichting

Organisatie Oude

Muziek

Page 8: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

1212

meerstemmige, in principe wereldlijkecomposities, die oorspronkelijk in delandstaal - madriale is ‘poëzie in demoedertaal’ - gezongen werden. Ineerste instantie werden de liederen zon-der begeleiding, dus a cappella uitge-voerd, later werden naar believen ins-trumenten toegevoegd.

Madrigalen zijn er in allerlei soorten.Ook nu nog ontroeren de lamento’s,klachten bij de dood van een geliefde,bijvoorbeeld de Lamento d’Ariana vanClaudio Monteverdi. Het spreekt van-zelf dat deze liederen bij de serieuzemadrigalen horen, net zoals de drama-tische en heldhaftige op teksten vanberoemde dichters zoals Tasso.

Eén ding hebben ze gemeen: Het zijnstuk voor stuk muzikale juweeltjes. Defraaie teksten op fraaie muziek werdendestijds al uitgevoerd door virtuozezangers aan de hoven van de Italiaansevorsten. Want juist die vorsten, debobo’s van de zestiende eeuw, zatenwat muzikaal genot betreft op de eersterang. Zij waren immers financieel instaat om de rondtrekkende zangers enmuzikanten uit te nodigen bij hen aanhet hof te musiceren.

Z i n n e l i j k g e n o tOngetwijfeld hebben de hovelingen diemuziek naar waarde weten te schatten.Maar recht tegenover die verfijndegenietingen stond de tendens om nietmoeilijk te doen over zinnelijk genot enuit het leven te halen wat erin zat. Hetparool was: geniet ervan.

Daar horen andere madrigalen bij.Speels en vol humor. Of luchtig en sen-sueel, waarbij met liefdeszuchten ensmarten van harte de draak gestokenwordt. Er zijn heel wat madrigalenwaarin minnaars zich van rotsen stor-ten of zich samen met hun geliefde vankant maken. En dat allemaal op zo’nmanier dat het onmogelijk is om nietde humor ervan in te zien.

Grappig ook zijn de muzikale klankna-bootsingen. Zoals die van kletsendevrouwen aan de was of een realistischaandoende jachtpartij compleet metblaffende honden.Ook zijn er landschapsstukjes vol zin-gende vogels, ruisende beekjes en knet-terende donderslagen.

V o l k s e h u m o rHelemaal in het kader van ‘genieten’pasten natuurlijk de vele feestdagenvan destijds. Dan was het op de markt-pleinen en in de straten één groot feest,waar gezongen, gedanst, gedronken engeminnekoosd werd dat de stukken erafvlogen.

De liedjes die daar gezongen werden,logen er niet om. Dat waren natuurlijkmadrigalen, maar ook villanella’s encanzona’s. Vooral die laatste twee lied-genres vallen op door recht voor zijnraap teksten over fruitige borstjes endrankgelagen met hier en daar eenhondedrol. Een voorbeeld: een baas roept zijnknecht, die zich in de kelder aan dewijn aan het bezatten is. Dat gaatongeveer zo: Baas: “Pedrolino, Kom onmiddellijkhier.’’

Pedrolino: “Ik kan niet, de stop van hetwijnvat is weg.’’ Baas: “Dan steek je je vinger er maarin.’’De knecht zoekt radeloos met één handop de grond. Goddank! een stokje. Hijwurmt het in de opening van het vat.Helaas blijkt hij bij nader inzien geenstokje, maar een opgedroogde honde-drol in zijn hand te hebben.

C o m m e d i a d e l l ’ a r t eNet zo populair als het zingen vanmadrigalen was de commedia dell’arte,het Italiaanse volkstoneel. De figurendie daarin de hoofdrol spelen kennenwe ook nu nog: de oude wellustelingPantalone, de pedante DottoreGratiano, de bluffende Portugese kapi-tein Cardon en diverse slimme en intri-ges opzettende bedienden. Ook steevastaanwezig zijn geliefden die elkaar eerstnièt en later wèl krijgen. Al die figurenhebben standaard houdingen en bewe-gingen. Bovendien hebben ze hun eigen mas-kers met specifieke uitdrukkingen.Kapitein Cardon bijvoorbeeld, steektoveral zijn neus in. Die heeft dan ookaltijd een lange steekneus op. EnPantalone, die oude meidengek ook. Bijhem is die lange neus een sekssymbool.

Van oudsher gaat het om geïmprovi-seerd toneel. Opmerkingen uit hetpubliek of actuele gebeurtenissen wer-den en worden direct in de opvoeringengeweven. Overigens: ons eigen poppe-kastspel van Jan Klaassen en KatrijnIsabella

Capitano Cardon

heeft banden met de commedia dell’arte. Jan Klaassen is een figuur die inde commedia dell’ arte voorstellingenals een van de knechten geldt.

M a d r i g a a l k o m e d i eAls vanzelf sloop er muziek in deItaliaanse voorstellingen van destijds.Want wat was er toepasselijker, dat alseen knecht betrapt werd bij het al telangdurig afsluiten van de wijnvaten,om een populair drinklied te zingen? Ofals de minnaars elkaar weer eens nietkonden krijgen, een smachtend liefdes-lied?

Omgekeerd ging het ook: madrigalenwerden als een soort vertelling aanelkaar geregen, waarbij er toepasselijkegebaren gemaakt werden. En langza-merhand ontstond een mengvorm vancommedia dell’arte en madrigalen: demadrigaalkomedie.

Hoe die eerste madrigaalkomedies eruitgezien hebben, is niet bekend. Erbestaat een afbeelding van een groeppantomimespelers waarbij de zangersachter een gordijn staan. Maar ongetwijfeld ook zullen er zan-gers geweest zijn die zelf acteerden.Want dat is nu precies het aardige vaneen madrigaalkomedie: alles kan enmag. Iedereen mag wat hij ziet op zijneigen manier interpreteren.

O r a z i o V e c c h iDe eerste componist die met een uitge-schreven madrigaalkomedie voor dedag kwam, was Orazio Vecchi. Hedenten dage niet bepaald een bekendecomponist, maar destijds genoot Vecchiin Italië grote bekendheid. Vecchi studeerde muziek en bekleeddediverse kerkelijke functies. Onder anderin Salò, Modena, Reggio Emilia enCorregio. In 1593 werd hij koormeestervan de kathedraal, vanaf 1598 bekleed-de hij dezelfde functie aan het hof vanCesare d’Este. Zijn compositie ‘L’Amfiparnasso’, werdvoor het eerst in 1594 in Modena uit-gevoerd. En aangezien dit meer wasdan zomaar een willekeurige opeenvol-ging van madrigalen versierd met

bewegingen, wordt dit als de eerstemadrigaalkomedie beschouwd. De intrige is gebaseerd op de figurenuit de commedia dell’ arte. Het spel kanzowel als mimespel of als toneelspelopgevoerd worden.

Vecchi schreef een proloog bij zijnmadrigaalkomedie: dit werk moet aan-schouwd worden door de verbeelding,waarin ze binnendringt door de oren,niet door de ogen. Oftewel: laat demuziek tot je doordringen en kijk vandaaruit naar de beelden die je op hettoneel ziet.

I l s t u d i o D i l e t t e v o l eDie opmerking is ook nu nog vankracht. Tijdens het recente FestivalOude Muziek Utrecht voerde ensembleDoulce Mémoire de madrigaalkomedie‘Il studio Dilettevole’ van Bianchieri uit.Het is een schitterende voorstelling,muzikaal gezien op hoog peil. De grap-pen en grollen zijn soms leuk, somsgeeft het een gevoel van: dat is al tevoorspelbaar. Of: die grap is als eenoude koe die vergaan is.

K o r t e i n h o u d v a n ‘ I l s t u d i o D i l e t t e v o l e ’ : Eerste akte: Pedrolino (knecht) staatzich in de keuken vol te proppen.Pantalone - de oude geilaard - roepthem en deelt hem mee dat hij zijndochter Isabella wil uithuwelijken aanDottore Gratiano. Pedrolino lacht zicheen aap om het idee alleen al. Gratianoen Pantalone begroeten elkaar enkomen het huwelijk overeen. Gratianois dolgelukkig en zingt: “Ik wil haar behagen dat lieve scheet-je.’’ Isabella daarentegen bezingt haarliefde voor Lutio: “Vanochtend vanafmijn balkon uh uh wee mij, heb ik mijnLutio gehoord fa la la.’’

Tweede akte: Isabella flirt met CapitanoCardon .Lutio hoort dat en besluit, nu zijngeliefde Isabella met de kapiteingepraat heeft, dat het leven geen zinmeer heeft. Hem rest niets anders danzich als een waanzinnige in eenafgrond te werpen.

Voordat hij de daad bij het woordvoegt zingt hij nog even een bloedstol-lend madrigaal: “Arme ik wat moet ikdoen, ongelukkige Lutio? Als alles watik lief had mij is ontnomen.’’

Derde akte: Inmiddels heeft Isabellagehoord dat Lutio dood is. Ook zijbesluit om er een eind aan te maken.Vlak voordat zij zich met een mes wildoorsteken, komt een van haar bedien-den aangerend en vertelt dat Lutio nogleeft. Isabella ziet Lutio, de twee verlo-ven zich en zweren dat ze zullen trou-wen en altijd samen blijven. Pantaloneen Gratiano zijn flink nijdig.

Het spreekt vanzelf dat een dergelijkverhaal met een korreltje zout genomenmoet worden. De reacties in de zaal zijnverschillend: sommigen liggen dubbelvan het lachen, anderen concentrerenzich meer op de schitterende muziek.

R e v i v a lMadrigaalkomedies bestonden maarkort, er zijn er maar een handjevolgemaakt. Door de opkomst van deopera raakten ze al spoedig op de ach-tergrond. Maar dat neemt niet weg dat madri-gaalkomedies spetterende spektakel-stukken zijn. Het volksvermaak uit dezestiende eeuw beleeft een revival. En dat is helemaal terecht.

Jeanet Zandbergen

Met dank aan: Organisatie Oude Muziek Utrecht

13

Pantalone

Page 9: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

15

leggen aan schoolklasjes en in de lateuurtjes aan enkele huiskamers.De dagen vóór Sints verjaardag warende winkeliers druk in de weer hunwaren aan te prijzen.

Deze foto is gemaakt in 1952 in eenkledingzaak in Maastricht. Ik was toen7 jaar. De gezichten van mij (achter) enmijn broer verraden onze angst voordeze grote oude man met z’n dikkeboek. We moesten een liedje voor hemzingen en kregen een cadeautje. Doorm’n angst ben ik helemaal vergeten watdat ook alweer was.

Wil van Kessel uit Geleen, 50 jaar

zou overslaan dat jaar. Gelukkig vieldat altijd weer reuze mee. We mochtenvan ons ‘ma’ onze schoongewassenbordjes op de salontafel plaatsen, zodatSinterklaas in gezelschap van depakjespiet ’s nachts de bordjes kon vul-len met lekkernijen. De pakjes vondenwe later onder de tafel en vanzelfspre-kend in de schouw die toen menigwoonkamer sierde. De cadeautjes zagener in de jaren 50 heel anders uit dannu. We waren met vier jongens en onsspeelgoed bestond voornamelijk uithouten treinen en blokkendozen.

6 december was altijd één groot feest.Heel Maastricht had vrij en de Pietenwerkten hard over om bezoekjes af te

WWW I N T E R H E R I N N E R I N G E N

De sinterklaasdagen laten me weerterugdenken aan mijn eigen jeugd. Watwas ik toch altijd weer bang als de Sintons land kwam bezoeken en de Pietendoor de schoorstenen kinderen kwamenbegluren. Ik kan me goed herinneren dat Sint-Nicolaas met zijn Pieten in aantochtwas met z’n boot op de Maas. Iedereenwilde een glimp opvangen van de manmet z’n meiter en gouden staf, maareigenlijk was je ook weer bang om bijdeze man, die alles van je wist, in hetgezichtsveld te verschijnen.

Ik had vroeger nogal eens een fikseruzie met mijn jongere broer Giel en wewaren als de dood dat Sinterklaas ons

Angst voor deGoed HeiligmanAls de bladeren van de bomen vallen en de

wind gaat gieren rond de huizen, krijg ik elk

jaar weer zin in de feestdagen. Spannende

tijden gaan weer aanbreken voor iedereen die

zich bezig houdt met het schrijven van

gedichtjes of het maken van surprises. Maar

met name de kinderen die nog oprecht geloven

in de Goed Heiligman moeten weer angstige

momenten trotseren.

Page 10: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

KerstmisToen wij klein waren (rond 1920) vier-den wij op tweede kerstdag feest met dezondagsschool. Om een uur of vijf gin-gen wij dan naar de Hervormde Kerk endaar stond een grote denneboom, die zeuit het bos hadden gehaald. Die boomwas versierd met ballen en slingers endikke witte huishoudkaarsen die metelkaar verbonden waren met een katoe-nen lont. Ome Biem, een oude man diejarenlang in het bestuur van de zon-dagsschool gezeten had, doopte diekaarsen en lont in de olie en knooptedan heel voorzichtig met een losknoopje het lont om de kaarsen heen.De kaarsen en het lont werden dan vanbeneden naar boven en van boven naarbeneden in de boom bevestigd.

Om vijf uur als het zondagsschoolfeestbegon, was het eerst nog schemer endat gaf een hele speciale sfeer in dekerk. Wij begonnen met het zingen vankerstliedjes en als wij een paar liedjesgezongen hadden dan was het inmid-dels helemaal donker geworden. En danwas het grote moment... Ik herinner medat nog zo goed: een grote mannen-hand die met een flikkerig vlammetjehet onderste puntje van het lont aan-stak. Het vuur slingerde dan naar detop van de boom en weer terug. Totalles brandde. Schitterend.

In het midden van de kerk stond eengrote kachel met de kachelpijp hele-maal de nok uit. Je wist niet wat je zag.En boven op de kachel stonden ketelsmet warme chocolademelk. Alle kinde-ren zaten aan lange tafels en kregenvan die heerlijk romige zoete choco-lademelk met een kerstkransje en eensinaasappel.

Op het einde van het feest kreegieder kind een stichtelijk boekjemee, wat persoonlijk voorieder kind afzonderlijk wasuitgezocht. En ieder gezinkreeg een christelijke kalender,zo’n dagkalender met eenchristelijk woordje erop.

Mevrouw G. Dros, Den Burg

O p d e s o pLEZEND IN HET BOEKJE ‘TEXEL:EILANDERS VERTELLEN’ HERINNERDE IK

MIJ OOIT OVER EEN GEBRUIK GEHOORD TE

HEBBEN DAT ZEKER UIT DE VORIGE EEUW

DATEERT. IN OOSTEREND, OP TEXEL,WERDEN VISSERSKNECHTEN VERHUURD

VOOR DE DUUR VAN ÉÉN JAAR. OP

KERSTMIS KWAMEN ZE DAN BIJ HUN

NIEUWE BAAS KERSTMIS WENSEN EN DAN

ATEN ZE SOP. DAT WAS MELK MET

BROOD, BOTER EN SUIKER. HET HEETTE

DAN DAT DE KNECHTEN OP DE SOP

KWAMEN BIJ DE SCHIPPERSBAAS.

Naam en adres bekend bij de redactie

‘ N i e u w j a a r z i n g e n ’

Nu Oud en Nieuw weer in het ver-schiet komt, denk ik terug aan detijd van mijn jeugd (de twintiger totdertiger jaren) toen ik in een dorpwoonde, even buiten Antwerpen.

De kinderen daar, gingen opOudejaarsdag, heel vroeg al langs dehuizen om `Nieuwjaar te zingen’.Met mandjes aan de arm of kussen-slopen om de hals, belden groepjeskinderen huis aan huis aan. Ze zon-gen meestal:“ Nieuwejaarke zoete,

Ons varken heeft vier voeten,Vier voeten en ‘nen steert,Ik ben een koppel worsten weerd.”

Dat werd beloond met een appel,noten of speciaal bij de gele-

genheid passende kleinekaakjes met aan één kant

geglazuurde, gekleurde suiker.

De wat oudere kinderen zongen eenwat ondeugender tekst:“ Nieuwejaarke hottentot,

Ons Vader hee(f)t ‘nen kletskop,Zeuven jaren zonder haar,

‘k Wens oe ‘n gelukkigNieuwejaar.”

Waar de deur gesloten bleef, of nietsuitgedeeld werd, schold men debewoners in een koor uit: “Gierigepin! Gierige pin!”Op Oudejaarsavond werd dan de buitverdeeld en/of verorberd.

Ik vernam van mijn zuster die daarnog woont, dat hetNieuwjaarszingen er tot op de huidi-ge dag in zwang bleef.

Het innigste voor die gelegenheid,dat ik vaak meezong luidt:“ ‘k Heb een rozeken gevonden,

‘k Zal ‘t planten al op ‘nen berg,‘k Zal de blaaikens laten rijzen,Over Uwen levensweg.O ja, ‘t is waar, o ja, ‘t is waar,met verblijden, met verblijden,‘k Wens U een gelukkigNieuwejaar.”

Froukje B. Hardam-van Omme

16 1717

Tot het begin van deze eeuw wasOud-Beijerland in de HoekscheWaard beroemd om zijn krieken(een soort zwarte kersen), waarvangezegd werd dat ze alleen op Oud-Beijerlandse grond wilden groeienen waarvan men tevens vertelde,dat een stuk hout van zo’n krieken-boom, in het water gegooid, door dezwaarte zonk. Als je onder zo’nreuzeboom vol met zwarte kriekenstond, leek het wel of je een zwart-geblakerde schoorsteen inkeek.

Rondom Oud-Beijerland waren ver-scheidene kriekenboomgaarden. Inhet voorjaar was dat waarlijk eensprookjesachtig gezicht, al die bloe-sem. Men onderscheidde twee soor-ten: de ‘Wilsies’ (de vroege) en de‘Klerken’ (de latere soort). De opko-pers brachten ze hoofdzakelijk teRotterdam aan de markt, de ‘kler-ken’ waren voornamelijk bestemdvoor de Londense markt. De verpachting had omstreeks halfjuni plaats. De aspirant-pachtersgingen dan in de boogerds (boom-gaarden) bloken - schatten hoeveelponden krieken er hingen - aan dehand waarvan men bijvoorbeeld 6cent per pond schatte. Degene diehet hoogste bood, kreeg de boogerdtoegewezen en pachtte dus deopbrengst van de eigenaar. Zo ookmijn grootvader CornelisGroeneveld.

Uit familieoverlevering vernam ikde volgende leuke anekdotebetreffend hem.Toen het ‘kriekenploktijd’ (pluktijd)

was kwam hij op eenlumineus idee, nam eengrote stopfles en vuldedie met een grote,mooie, pikzwarte krie-ken. Hij deed de stopstevig op de fles, bonddie aan een lang touwen wandelde ermee naarhet zogenaamde‘Kraaienbosch’ aan deoverkant van de havente Oud-Beijerland. Daar,aan het havenhoofd,sloeg hij een paaltje inde grond, bond het touwmet de fles eraan vast en gooide dieaan de kant in het water.Vanzelfsprekend onthield hij hetplekje goed.

Dat jaar was de winter streng, hetvroor dat het kraakte. Het Spui voorOud-Beijerland en de haven vrorendicht. Er werden schaatswedstrijdengehouden. De ijsbaan op het Spuireikte van Hollaar tot het geheleBrouwersteensche gat door. Het waseen vrolijke drukte op het ijs, rinke-lende tikkers (arresleden) reden afen aan, heel Oud-Beijerland was ophet ijs. Daar had Cornelis opgewacht!! Hij had al een binnen-pretje over wat komen zou, nameen tafeltje en een paar stoelen enliep ermee naar het plekje waar defles met krieken onder het ijs moestliggen, plaatste het tafeltje en destoelen triomfantelijk op het ijs,hakte een wak op de plek waar hettouw eruit stak en haalde de flesmet krieken, die uitstekend gecon-

serveerd waren, uit het ijskoudewater, tot verbazing der beschou-wers! De krieken zagen er nogprachtig uit! Temidden van hetschaatsgewoel ging hij demonstra-tief krieken eten en deelde er ookaan de haastig toegesnelde, ver-baasde omstanders uit.Dat was een stunt, nog nooit ver-toond, iedereen op ‘t dorp sprakerover. In die tijd (ongeveer 1855)was het natuurlijk iets heel bijzon-ders om krieken te eten op het ijs in‘t hartje van de winter, want vries-of ijskasten waren er nog lang niet.

Dit was mijn krieken anekdote,waar gebeurd! Wat jammer, datdeze heerlijke vruchten zijn uitge-storven!

A. E. J. Groeneveld,

Barendrecht

A l l e e n m a a r s o k k e n e n s c h o o l s c h r i f t e nTOEN IK EEN JAAR OF ZEVEN WAS, BEN IK EENS DIEP TELEURGE-STELD IN DE HEILIGE SINTERKLAAS. DAT WAS IN DE CRISIS VAN DE

JAREN DERTIG. ALS KIND HAD JE NIET ZO’N NOTIE VAN DE ECONO-MISCHE MALAISE. EN ALS ALTIJD VERHEUGDE IK ME OP DE CADEAU-TJES DIE DE SINT ZOU RIJDEN. HET WAS VLAK VOOR 5 DECEMBER

DAT MIJN VADER WERKELOOS WERD. DAT MOET VRESELIJK GEWEEST

ZIJN VOOR MIJN OUDERS. MAAR DIE LIETEN NIETS MERKEN, ZODAT

WIJ KINDEREN GEWOON EVENVEEL SPEELGOED EN SNOEP VERWACHT-TEN ALS ANDERE JAREN. DAT BLEEK VRESELIJK TEGEN TE VALLEN.WE KREGEN VAN SINTERKLAAS ALLEEN MAAR PRAKTISCHE CADEAUS

ALS DIKKE SOKKEN, EEN BROEK EN SCHOOLSCHRIFTEN. ALS SNOEP

WAS ER EEN WINTERWORTEL. TOEN WIJ DIEP TELEURGESTELD MOE-DER VROEGEN WAAROM DAT WAS, ANTWOORDDE ZIJ DAT DE SINT

BIJ KINDEREN WIENS VADER GEEN WERK HAD ALLEEN MAAR ‘NODI-GE’ PRESENTJES BRACHT. EN DAT VIEL ME TOCH TEGEN VAN DIE

MAN!

De heer Kerpel, geboren in 1922

K r i e k e n e t e n o p h e t i j s

Page 11: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

DDW I N T E R 1 9 9 5

1818

Om koning-klant tevre-den te stellen had Theo

Jongerius vorig jaar 20.000lampjes branden op

zijn kerstshow, deelektrische

installatiekon het maar

net aan.Jongerius is

eigenaar van eentuincentrum inUtrecht en houdt

daar sinds 1974kerstshows. Met zijnervaring van 21 jaar

mag hij met recht een kerstex-pert genoemd worden.

Zijn eerste show in 1974 bestond uitwat tafels met dozen kerstballen.

Zijn assortiment is de afgelopen jarensterk veranderd. Vroeger was het 90%kerstballen. Nu nog maar 20%. Voorhet overige zijn het kransen, kande-laars, riet, tafellakens, kussentjes enallerhande snuisterijtjes. Toch blijvende kerstballen ook goed lopen. In al diejaren heeft Jongerius er tienduizendenverkocht. Zijn grote vraag is: “Zoudende mensen die ballen kapot gooien? Zemoeten toch ergens blijven.”

T r e n d sZijn vrouw gaat over het assortiment.“Vrouwen hebben een betere neus voortrends. Ze ruiken gewoon wat het gaatworden.” Lies Jongerius (45) houdtdaarom de damesbladen en woontijd-schriften goed bij.

Een aantal toppers van de afgelopenjaren weet ze zich nog wel te herinne-ren. Drie jaar terug was het de kluit-boom, die de zaagboom compleet ver-drong. Maar tegelijk namen dekunstbomen de plaats in van denatuurbomen. Van kunstbomen is demarkt nog steeds niet verzadigd. Elkjaar zijn er weer mooiere te koop.

Ook een nieuw kleurtje stimuleert deverkoop. Vier jaar geleden waren rozebomen populair, drie jaar terug blauwe.Bovendien wil men tegenwoordig eentweede of derde boom in huis. En demensen die zich in december naar dewintersport spoeden, nemen vaak eenklein kunstboompje mee.

H e t j a a r v a n d e k e u k e nSoms houdt Lies Jongerius - ogen-schijnlijk tegen beter weten in - koppig

Binnen drie uur was alles weg en deklanten waren dik tevreden.Kerstspullen werden toen, net als vuur-werk nu, verkocht bij de drogist, despeelgoedzaak en de zaak in huishou-delijke artikelen. Daar lag een mageresortering aan ballen en pieken, waar deklant het mee kon doen.

K e r s t g e k t eDie tijd is voorbij. Tegenwoordig eist deklant een in kerstsfeer ondergedompeldtuincentrum. Vanaf begin septemberwordt daar met zes man aan gewerkt.Half oktober moet alles klaar zijn, wantde klanten accepteren het niet als dezaak dan niet in kerstsfeer is. “Vooralde vrouwenbladen maken de klantengek”, zegt Jongerius. “Ze beginnen inoktober al over de nieuwe trends teschrijven.”

Slapende kerstmannetjes, gouden engeltjes en zeehondjes gecombineerd met blauw-paarse ballen

Groots kerstmis vieren is erg in. Kerstmarkten,

kerstshows en een overdaad van kerstspullen horen

bij onze kerstsfeer. De manier waarop

wij dit feest vieren, is de laatste

jaren sterk veranderd. Was

kerstmis vroeger een sober feest

dat vooral in de kerk gevierd

werd, nu staat het hele huis in

teken van Christmas.

e nieuwe kersttrend

Martin Jansen

vast aan haar eigen intuïtie. Zo had zeal vier jaar geleden een hoekje metvoorwerpen van natuurlijke materialeningericht. Ze waren de deur niet uit tebranden, maar ze bleef erin geloven.Vorig jaar begon het aarzelend te lopenen nu koopt bijna iedere klant egeltjesvan riet, strovlechtfiguurtjes en rietenmandjes.

1995 wordt het jaar van de keuken,voorspelt ze. In de woonbladen staat dekeuken al een tijdje centraal, metreportages over terrazzo-aanrechten,kookeilanden en design-mengkranen.Daarom plaatste een bevriende anti-quair onlangs een nostalgische keukenin haar zaak, als decor voor haar kerst-spullen. “Want je kunt al die duizendenartikelen niet zomaar in een bak stor-ten. Je moet ze zorgvuldig etaleren ener een compleet verhaal rond maken.”

Ook van de frosty-line, de sneeuwlijn,verwacht ze veel. Daar horen wittepluche beesten als zeehondjes en pin-guins bij en witte ballen. Gecombineerdmet blauw-paarse ballen geeft dat eenheel chique effect.

S l a p e n d e k e r s t m a n n e t j e sVerleden jaar waren beweegbare pop-pen een grote klapper: poppen dietrommelen, schommelen, slapen ofdansen. Ook dit jaar zullen ze weer veelverkocht worden, verwacht ze. Deberenmanie, twee jaar terug op eenhoogtepunt, was vorig jaar duidelijk opzijn retour. De karakterpoppen - pop-pen die pruilen of hun tong uitsteken -deden het het vorig jaar erg goed endat zet door, voorspelt ze.

Engelen heeft ze dit jaar in grote hoe-veelheden ingekocht, maar misschientoch nog te weinig. Vorig jaar liepen ze

redelijk, maar dit jaar worden zeeen topper. Daarnaast

heeft ze veel voor-werpen ingekocht

van goud en zil-ver, gecombi-

neerd

met glas. Ook de zinken voorwerpenvliegen de deur uit.

In het thema ‘zon en maan’, dat debranche vorig jaar wilde pluggen, heeftze nooit geloofd. Op het waarom kan zegeen antwoord geven. “Gewoon, hetgevoel. Het liep ook niet. We blevenzitten met grote partijen servetten enkandelaars.”

D u i t s e k e r s t m a r k t e nTheo Jongerius bezoekt vaak kerst-shows in het buitenland. Wat hem inDuitsland opviel is dat daar hele dunnebomen worden verkocht.“Soms knippen zeuit die iele boom-pjes ook nog eenstakken, zo kun je ermeer inhangen.”

Deze ‘overdaad’ ken-merkt de Duitse maniervan versieren. Ookdoet de Duitser veelmeer aan buitenversie-ring: een krans aan dedeur, op de stoep een matje met ‘wel-kom’, lichtjes in de tuin. Dat begintoverigens in Nederland ook op gang tekomen. De Duitse steden zijn met kerstmis veelmooier aangekleed dan de Nederlandse.De warenhuizen en straten zijn prach-tig versierd met lampjes. In drukkewinkelstraten staan smaakvolle kraam-pjes waar een verkoper chique produk-ten verkoopt.

“Er gaan al 15 jaar bussen vol de grensover om in Keulen en Düsseldorf te kij-ken, maar in Nederland komt het nietvan de grond”, zegt Jongerius spijtig.“Den Haag probeert het wel met eenkerstmarkt bij het Binnenhof, maar datis een zielig aftreksel van het Duitsevoorbeeld.” Opvallend vindt hij dat Duitsers veelmeer aan kerstmis uitgeven danNederlanders. “Ballen van ƒ 15,- gaan

daar grif over de toonbank.Probeer zo’n bedrag maar eens bijeen Nederlander uit zijn zak tekloppen.”

A m e r i k a a n s ek e r s t w i n k e l sIn Canada en Amerika ishet nog gekker: kers-twinkels die het hele jaar door openzijn. Ook in Amsterdam bestaat zo’nwinkel: Christmasworld. Jaarlijks gaandaar 350.000 bezoekers naar binnen.

Eigenaar André Uriot verkoopt onge-veer 2000 verschillende, exclusievekerstdecoraties, bijna allemaal naareigen ontwerp. Vreemd genoeg behaalt hij zijn groot-ste omzet in de zomermaanden. Dankomen er toeristen die zonder blikken

of blozen ƒ 1500,- uitgeven.Nederlanders, die vooral in de

weken voor kerst komen aanwaaien,kopen veel minder. “Als een

Nederlander ƒ 300,- uitgeeft, dan is datveel”, volgens Uriot.

Zijn belangrijkste bezit is zijnadressenboekje. Hiermee weet hij

zijn leveranciers en vakmensen tevinden, die zijn schetsen en ideeën tot

leven moeten wekken: mallenmakers,stoffenontwerpers, kunstschilders, gie-ters, enz. Járen werk zit erin om al dievakmensen bij elkaar te krijgen endaarom krijgt geen buitenstaander ditadressenboekje te zien.

Uriot is nauwelijks trendgevoelig.De waan van de dag gaat aanhem voorbij. Dat kan ook nietanders als er twee jaar zit tus-sen schets en verkoopbaarprodukt. Zijn ideeën voorweer nieuwe decoraties haalt hijvooral uit gesprekken met klan-ten. “Ze zijn mij grootse ideeën-bron.”

Eén ontwikkeling tekent zich voorde nabije toekomst duidelijk af,volgens Uriot, en dat is een anderkleurgebruik. “De kleuren zijn de laat-ste jaren steeds intensiever, vollergeworden. Dat kan niet zo doorgaan,want we zitten nu aan het maximum.Daarom verwacht ik binnen twee jaareen omslag naar meer gedekte tinten.Daar probeer ik nu al op in te spelen.”

19

Page 12: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

RRW I N T E R 1 9 9 5

2020

In een dorpje vlakbij Moskou wordt mooie volkskunst

gemaakt. Het gaat om doosjes van papiermaché, met daarop

handgeschilderde miniatuurvoorstellingen. Gorbatsjov nam er

ooit één mee voor Reagan, Clinton kreeg er één van Jeltsin.

Sinds kort zijn ze ook in Nederland te koop. Wat maakt die

doosjes zo bijzonder?

ussische miniaturenUit Fedoskino komt volkskunst zonder concessies

Martin Jansen

Fedoskino is de naam van een nietigRussisch dorpje met zo’n duizend zie-len. Het ligt midden in het voorRusland zo typerende zacht glooiendelandschap met veel bossen en riviertjes.Naast het boerenbedrijf is de enigewerkgever hier een groot atelier waarvolkskunst gemaakt wordt.

In dit atelier beschilderen 300 schilderskleine juwelen- en tabaksdoosjes metminiatuurvoorstellingen. Hun doosjeszijn wereldberoemd èn prijzig: eenkleintje, zo groot als een luciferdoosje,kost minimaal ƒ 250,-. Een wat groterexemplaar al gauw twintig keer zoveel.

De Capelse ondernemer en verzamelaarFranz Krampf verkoopt deze kleinood-jes sinds kort in zijn galerie in hetRotterdamse Hilton hotel. Hij erkent datze veel geld kosten, maar duur zijn zevolgens hem niet. Wie weet met hoe-veel zorg en liefde ze gemaakt enbeschilderd zijn, zal hem gelijk geven.Zijn kostbaarste stuk is een aan vijfkanten met zeegezichten beschilderdjuwelendoosje. Het is getaxeerd op ƒ 12.500,-.

K w a s t j e m e t é é n h a a rDe miniatuur-afbeeldingen op de doos-jes zijn geschilderd met een weergalozeprecisie, soms met een kwastje metmaar één haar. De kleinste details zijnnog scherp te onderscheiden en aan degezichten van de afgebeelde mensen ishun stemming af te lezen. De helderekleuren geven de afbeeldingen ietssprankelends, wat nog versterkt wordtdoor het gebruik van bladgoud enparelmoer.

Opvallend is dat er diepte in de minia-tuurtjes lijkt te zitten. Daar zorgt hetwat bolle oppervlak van het dekselvoor, maar ook de minimaal 15 lagenverf en lak waaruit de afbeelding isopgebouwd.

Voor een miniatuurtje heeft deFedoskino-schilder minstens een paarweken nodig. Hij schildert eerst de con-touren op het nog maagdelijke zwartedoosje. Daaroverheen gaan enkele lak-lagen. Deze laklagen moeten stuk voorstuk goed drogen. Daarna schildert hijde fijnere delen van de afbeelding,waar opnieuw lak overheen gaat. Datherhaalt zich tot de fijnste details aan

Doosje met portret van de Fedoskinoschilder M. Chizhov,

geboren in 1923

De miniaturen moeten eerst worden gekeurd door

de kunstraad, voordat ze verkocht kunnen worden

2121

de beurt zijn. Als de miniatuur klaar is,gaan er nogmaals een vijftal laklagenoverheen.

B l a d g o u dNaast lak en verf gebruiken de schildersook bladgoud en parelmoer. Parelmoerwordt uit schelpen gesneden en inge-legd. Dat geeft een bijzondere glinste-ring; in een afgebeeld landschap geefthet bijvoorbeeld de suggestie dat derivier met ijs bedekt is.

De schilders gebruiken ook flinterdunbladgoud. Dat tamponneren ze op deafbeelding en het teveel krassen ze laterweer weg. Daarna wordt het laagje

goud gedeeltelijk overgeschilderd enonder de laklagen gestopt, zodat hetgoud een integraal onderdeel van deafbeelding wordt.

Als de doos af is, gaat ze de oven in.Op 70 graden wordt het kleinood nogeens ‘doorgebakken’. Dat maakt allelagen keihard en glanzend en onder

invloed van de hitte gaan de laagjeseen verbinding met elkaar aan. Twee honderd jaar lang veranderde ernauwelijks iets aan de manier waaropin Fedoskino de doosjes beschilderdwerden. Hooguit is het bladgoud tegen-woordig wat mooier en de lak watanders. Parelmoer wordt sinds een jaarof dertig gebruikt.

K u n s t e n a a r s r a a dEen Fedoskino-doosje verlaat het ate-lier pas na een strenge controle door dekunstenaarsraad. Dit college van 24kunstenaars, elk met minimaal 40 jaarervaring, keurt de stukken van hunjongere of minder talentvolle collega’s.Wat niet aan hun minimumeisen vol-doet keuren ze onverbiddelijk af.Wéken werk zijn dan voor nietsgeweest.

De directeur kan de mening van dekunstenaarsraad op geen enkele manierbeïnvloeden. Zo komt hij ook niet in deverleiding om in financieel barre tijdensnel geld te verdienen door de kwali-teitseisen wat te verlagen. Dat zou zichop de lange duur ook wreken in de ver-koopcijfers. Fedoskino heeft een naamte verliezen.

De raad beoordeelt niet alleen deambachtelijke kwaliteit van de afbeel-ding, maar ook of deze past binnen deFedoskino-traditie. De belangrijkste eisis dat alles naar de natuur is afgebeeld:de bloemen, de bomen, de mensen, depaarden, alles moet kloppen. Wie eentovenaar schildert, een heks of een trol,ligt eruit. Realisme is de stijl vanFedoskino en daar houdt men aan vast.

L e v e n s l u s tPrecies 200 jaar gelden werd hetFedoskino-atelier geboren; in 1795begon koopman Pyotr Korobov op eenbuitenplaats in de buurt van Moskoumet de produktie van beschilderdekleppen voor uniformpetten en doosjesvan papiermaché. Er waren wel meervan dergelijke ateliertjes in de omge-ving van Moskou, maar dat vanKorobov stond al na enkele jarenbekend als één van de betere.

Vanaf 1818 zwaaide schoonzoon PyotrLukutin de scepter over het atelier.Twee categorieën volkskunst werden ertoen gemaakt. Voor aristocraten enrijke kooplieden maakte men duretopstukken met allegorieën, voorstel-lingen uit de Oudheid en de modernegeschiedenis, stillevens en portretten.Voor de boeren, handwerkslieden enkleine kooplieden maakte men goed-kopere doosjes, waarvan de miniaturenwat sneller en slordiger geschilderdwaren.

Het eenvoudige volk hield van land-schappen, dorpsgezichten, voorstellin-gen uit het boerenleven en afbeeldin-gen van Ruslands grote figuren. Dezegenres verschenen in geïdealiseerdevorm op de doosjes. De afgebeelde boe-ren bijvoorbeeld stralen onveranderlijklevenslust en blijheid uit. Dat wasnatuurlijk in schril contrast met de kei-harde werkelijkheid van het dagelijksleven van menig Russische boer.

I c o n e n Met dit soort ‘geïdealiseerd realisme’onderscheidt de Fedoskino-school zichvan drie andere nog actieve ateliers vanminiatuur-voorstellingen in Rusland. InPalech schildert men graag fantasie-figuren, zoals heksen, spoken, geesten.In Mstera hebben de afbeeldingen eenmoors karakter door gebruik van geo-metrische figuren. In Cholui maakt mengeen zwarte, maar rode doosjes metminiaturen.

Portret van Alexander Pushkin, 1977

Een accordeonspeler met zijn meisje, 1930

Page 13: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

22

De gelukkigen krijgen les in gebruike-lijke vakken als stijl, compositie enkleurgebruik. Jaarlijks moeten ze ookeen werkstuk maken en in die tijd zit-ten ze naast een senior-schilder, diehun de fijne kneepjes van het vak bij-brengt. Als ze na vijf jaar studie slagenvoor hun meesterproef hebben ze eendiploma van de beste opleiding totminiatuurschilder ter wereld op zak.

K o p i e e r w e r kNiet alle gediplomeerden gaan vervol-gens in het Fedoskino-atelier werken.Sommigen gaan naar ateliers in debuurt, waar emaille en blik wordenbeschilderd. Wie wel in Fedoskino blijftbegint weer onderaan, als kopiïst derdeklasse. Alleen de zeer getalenteerdenonder de 300 Fedoskino-schilders klim-men uiteindelijk op tot schilder-eersteklasse.

Van deze cracks krijgen alleen de aller-besten het recht om een totaal nieuweafbeelding te ontwerpen. Als de kunste-naarsraad dat ontwerp goedkeurt,wordt het opgenomen in het bedrijfs-museum en dient het de mindere godenals voorbeeld bij hun kopieerwerk.

De afbeelding wordt echter nooit exactnageschilderd. Elke schilder heeft hetrecht er wat eigens aan toe te voegen:de afgebeelde mensen hebben een eigengezichtsuitdrukking of de achtergrond

wijkt af. De Fedoskino-volkskunst isdus het resultaat van teamwork tussende allerbeste schilders die een afbeel-ding samenstellen en de kopiïst die ernog wat eigens aan toe voegt.

Toch moeten ook de ontwerpers van deoriginele afbeeldingen zich houden aande traditie van de Fedoskino-volks-kunst. Nieuwe afbeeldingen moetenzich voegen naar oude patronen. Zopast een portret van de kosmonaut YuriGagarin binnen de traditie van hetafbeelden van Ruslands grote mannen.En binnen het genre stads-en dorpsge-zichten past een afbeelding van hetmoderne Moskou met hijskranen engloednieuwe flatgebouwen.

B e d r i j f s g e h e i mHet ware geheim van Fedoskino huistmisschien eerder in de doosjes dan inde manier van beschilderen. De doosjeszijn van papiermaché en de produktieervan is een gekoesterd bedrijfsgeheim.Dat merkte ook een Amerikaansefilmploeg, die bij het maken van eendocumentaire over Fedoskino overaltoegang had, behalve tot de papier-maché-afdeling.

Desondanks is het principe van defabricage in grote lijnen wel bekend.Van wat afvalkarton en water wordtpapiermaché gekneed. Vermengd metolie en lijm wordt deze pulpmassaonder druk en met behulp van warmtetot plaatjes geperst. Daarvan wordendoosjes gemaakt, die worden geasfal-teerd, gepolijst, nogmaals geasfalteerd

W I N T E R 1 9 9 5

Oorspronkelijk waren deze drie concur-renten, ateliers waar iconen werdengeschilderd. Toen de communistischemachthebbers dat in 1924 verbodenmoesten ze omzien naar een alter-natieve broodwinning. Ze gingen terade bij de Fedoskino-bedrijfsschool enmaakten zich daar de geheimen van hetminiatuurschilderen eigen. Uiteindelijk ontwikkelde elk van deateliers daarin weer een eigen stijl.

M e e s t e r p r o e fDe oudste schilder van het Fedoskino-atelier houdt het nu al sinds 1935 vol,tegenwoordig met behulp van eendagelijks rantsoen wodka. Zoals hij inzijn jeugd met de schilderkunst kennis-maakte, zo gaat het nog steeds inFedoskino. Al op de kleuterschoolbeginnen de kinderen met het beschil-deren van potloodjes, eieren, dienbla-den en broches. Op de lagere schoolgaan ze daarmee door.

De meesten stromen na de lagereschool door naar de Fedoskino-fabrieksschool die sinds 1920 bestaat.Het is een vijfjarige beroepsopleidingtot miniatuurschilder met jaarlijks 24plaatsen. Er zijn gegadigden uit de heleregio, maar de kinderen uit het dorphebben voorrang. Voor elke opleidings-plaats moeten veertien gegadigdenteleurgesteld worden.

Een van de mooiste exemplaren uit het ateliermuseum van Fedoskino. Het is 100 jaar oud en verzekerd voor

ƒ 200.000. De rivier is geheel ingelegd met parelmoer, waardoor het lijkt alsof er ijs op de rivier ligt.

22 2323

en opnieuw gepolijst. Het is snel ver-teld, maar in werkelijkheid duurt ditproces een half jaar en neemt het 70arbeidsgangen in beslag.

C o m m u n i s m eOnder de communisten was de kwaliteitvan de miniaturen veel slechter dantegenwoordig. Het atelier kreeg toenbotweg de opdracht een bepaalde, veelte hoge jaarproduktie te halen. Dat gingten koste van de kwaliteit. Verlietentien jaar geleden nog 60.000 doosjesper jaar het atelier, vorig jaar waren dater slechts 8.000. Daarvan mogen ermaar enkele geëxporteerd worden endaar is een officieel document voornodig, net als bij archeologische vond-sten en antieke iconen.

De verbeterde kwaliteit en de onafhan-kelijke kunstenaarsraad zijn verwor-venheden van de nieuwe tijd, maar deomwenteling zorgde ook voor moeilijk-heden. Het atelier dreigt leeg te lopen,omdat de schilders nu ook als zelfstan-dige kunnen werken. Ze beschilderenthuis hun doosjes en verkopen die opde markt van Moskou.

Zo krijgt Fedoskino concurrentie van ineigen huis opgeleide schilders. Welmoeten hun produkten het officiëlegouden Fedoskino-stempel en het certi-ficaat ontberen. Maar ook die stempelsen certificaten worden wel nagemaakt.

V e r v a l s i n g e nEchte vervalsingen pikt de kenner ermet gemak uit. Ze zijn vaak zwaarder,

omdat de doosjes van hout zijn. Degebruikte lak is zachter, de afbeeldingheeft minder diepte en de schildering isvaak minder goed. Soms is de afbeel-ding zelfs een plaatje uit de Fedoskino-catalogus. De vervalser plakt het op dedeksel en bedekt het met laklagen. Meteen loep is het raster nog te zien, maarde vraagprijs is die van een origineeldoosje.

Maar niet altijd is een vervalsing zogemakkelijk te ontdekken. FranzKrampf, beëdigd taxateur en dealer vande doosjes, kocht ooit ter vergelijk eenheel goede vervalsing. Die raakte hijvervolgens kwijt. Vermoedelijk was hetexemplaar tussen de rest van zijn col-lectie opgegaan. Pas na een intensievezoektocht met een loep kwam hij devervalsing weer op het spoor.

V i k t o r K o r n e e vKrampf, in het dagelijks leven werk-zaam in de machinebouw, werd eenpaar jaar geleden tijdens een reis doorRusland verliefd op de Fedoskino-kunst. Zijn onlangs geopende galerie inhet Hilton is het enige officiëleFedoskino-verkoopkanaal ter wereld.Viktor Korneev, directeur van hetFedoskino-atelier, kwam in septemberspeciaal naar Nederland om deze gale-rie te openen.

De populariteit van de Fedoskino-doos-jes verklaarde de directeur desgevraagduit het feit dat we in de eeuw van detechniek leven. Handwerk krijgt daar-door een enorme glans. Zódanig dat hijvoor zijn exclusieve kunstwerkjes nooitreclame hoeft te maken. EenFedoskino-produkt verkoopt zichzelf.

N j e tMijn vraag of ik het atelier de opdrachtkan geven een willekeurige afbeeldingop een doosje te schilderen, beant-woordt hij met een krachtig ‘njet’.“Mijn katten bijvoorbeeld’’, houd ikaan. “Het afbeelden van dieren pastniet binnen de Fedoskino-traditie endaarom zal zo’n afbeelding niet langsde Kunstraad komen’’, is zijn beslisteantwoord.

“En als ik een flinke zak geld op tafelleg?’’, druk ik door. “Voor de kunste-naarsraad is geld onbelangrijk. Zijwaakt over kwaliteit en traditie. In hetverleden boden de Amerikanen veelgeld voor doosjes met honden. We hebben het niet gedaan.’’

Foto’s: onder andere van Janssen en

Kievith Fotografie Rotterdam

Dansende mensen

in het bos, 1950

Midden: Wie het echte doosje met ‘de bevroren

waterput’ in zijn handen heeft, ziet dat de put

blauwgroenig glinstert door het ingelegde parel-

moer. Twee vrouwen roddelen, terwijl een derde er

met opgeheven hoofd voorbij gaat.

Onder: ‘Spelen in de sneeuw’ is een nieuw doosje

met het landschap van het dorpje Fedoskino erop.

Moskou in de sneeuw. Het doosje is 200 jaar oud en

een van de oudste doosjes van het ateliermuseum.

☞DE FEDOSKINO-MINIATUREN ZIJN TE ZIEN

IN DE WINKELGALERIJ VAN HET HILTON

HOTEL, WEENA 10, ROTTERDAM, TEL. 010-4110078

Page 14: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

24

BB

24

W I N T E R 1 9 9 5

edelliedjes overleven in

Generaties lang, en dat is in dit gevalmet zekerheid vanaf de eerste decenniavan deze eeuw, werd dit bedelliedje inMidden-Brabant gezongen tijdens hetfeest van Driekoningen. En het staatnog steeds op het repertoire van de dui-zenden kinderen die op 6 januari inTilburg en de omliggende dorpen ver-kleed langs de deuren trekken .

Het lijkt een mirakel dat de kinderenvan een stad, die zich graag als ‘moder-ne industriestad’ afficheert, deze enandere Driekoningenevergreens nietvergeten zijn. Toch is dit wondertje welte verklaren. De belangrijkste reden isdat het Driekoningenzingen anders dande meeste tradities de tand des tijdsheeft doorstaan en zelfs springlevendis. Een tweede meer simpele verklaringis de voorkeur die kinderen aan hetbedelliedje geven om deur-voor-deursnel even hun slag te slaan, zodat zeaan het eind van een Driekoningendagde spaarpot hebben gespekt en desnoepvoorraad aangevuld.

‘Driekoningen, Driekoningen’ zingtvoor dit doel lekkerder weg dan meerhedendaagse Driekoningenliedjes, dievrij massaal voor een optreden vooreen jury worden ingestudeerd. Diejury’s zetelden in 1995 in negentienbuurtcentra, basisscholen en dergelijkein Tilburg en verder in één of meerderelokaties in dorpen als Diessen, Goirle,Haaren, Hilvarenbeek, Kaatsheuvel,Loon op Zand, De Moer, Moergestel enOisterwijk. Ongeveer vierduizend

Driekoningenzingen in Midden-BrabantPaul Spapens

“Driekoningen, driekoningen

Gif me ‘ne nuwen hoed

M’nen awen is versleten

Ons moeder mag ‘t nie weten

Ons vadder heej ‘t geld

Al op de russel* neergeteld.’’

(*) Rooster van een kachel. Als variant wordtook wel ‘toonbank’ gezongen.

Bedelliedjes doen het nog steeds goed bij het langs de deuren gaan

Foto: Gemeente-archief Tilburg

Driekoningen gaven daar een optredenten beste in een door de Streek VVVHart van Brabant georganiseerde wed-strijd. In deze gestructureerde aanpakschuilt het grote geheim van het over-leven van deze traditie in Midden-Brabant.

B e d e l e nEr gingen zich organisaties mee bezighouden omdat het Driekoningenzingenvolgens de notabelen in meerdere groteBrabantse plaatsen was ontaard in eenbedelpartij. In het Brabant van dezeventiende en de achttiende eeuwwaren het vooral de volwassenen diehet bezoek van Caspar, Balthazar enMelchior aan het kerstkindje aangrepenom langs de deuren te ‘schooien’.Verboden van hogerhand maaktenslechts kort indruk. Opmerkelijk is ove-rigens dat de laatste jaren weer steedsmeer groepen volwassenen op 6 januaride straat opgaan om verkleed en zin-gend de verenigingskas aan te vullen.

Voor zover bekend was het in ‘s-Hertogenbosch, waar Vincent Cleerdinin 1924 er voor het eerst in Brabanteen andere draai aan gaf; in dat jaarorganiseerde hij het sterrezingen. Eenpaar honderd kinderen deden daar aanmee. Het Bosche succes inspireerdeTilburg Vooruit, de vroegere Verenigingvoor Vreemdelingen Verkeer (VVV) envoorloper van de Streek VVV Hart vanBrabant om in Tilburg ook iets derge-lijks op touw te zetten. In 1937 werd deTilburgse jeugd opgeroepen de

“Driekoningenavond feestelijker te vie-ren dan anders’’. Nadat ze traditioneellangs de huizen waren getrokken,mochten ze zich aan “enkele heeren’’laten zien en een liedje ten gehorebrengen. Datzelfde jaar waren voor heteerst ook prijzen te winnen.

D r i e k o n i n g e n l i e d j e sHoewel dat niet in de verdeling van deprijzen tot uitdrukking kwam is toen al,maar ook in latere jaren, geprobeerd dekinderen tot het zingen van ‘betere’liedjes aan te zetten. Het werd maarniks gevonden dat de jeugd, vanwegede haast om zoveel mogelijk deurengeopend te krijgen, liever koos voor‘Driekoningen, Driekoningen’. Het

advies in 1938 was toch vooral het ‘Opeenen Driekoningenavond’ in te stude-ren. Dat dit lied goed bekend was, blijktuit het onlangs gepubliceerde boekjeIeze Wieze Wamen, waarin mevrouw J.Jansen-Klerckx de in het Tilburg vanvóór de tweede wereldoorlog gespeeldekinderspelletjes heeft vastgelegd:

“Op eenen DriekoningsavondDe bakker sloeg zijn wijfAl meej unnen dikken knuppelGeduchtig op haar lijf.De vrouw, die wou niet sprekenEn de knuppel wou niet breken.De knuppel, die brakEn de vrouw, die sprakEn de bekker viel in den krintenzak.’’

25

een moderne industriestadVoor de optredens voor de jury’s worden steeds meer eigentijdse

liedjes en voordrachtjes ingestudeerd. De foto is gemaakt in 1981 in

wijkgebouw Groenewoud in Tilburg.

Foto: Gemeente-archief Tilburg

Page 15: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

26

W I N T E R 1 9 9 5

26

G e s c h m i n k t e g e z i c h t e nStichtelijk was dit lied bepaald niet,maar achter de oproep in 1938 gingenveel meer folkloristische intentiesschuil. De bemoeienis van Lambert deWijs was daar niet vreemd aan: tot aanzijn dood in 1949 heeft deze verdien-stelijke amateurhistoricus op dit terreinveel voor Tilburg betekend.In 1948 signaleerde hij ‘Hier treden wij,Heere, met onze sterre’ als het meestverbreide en ook nog eens stichtelijkesterrelied. Maar in 1938 moest de juryenigszins misnoegd vaststellen dat vande 52 wedstrijddeelnemers er slechtstwintig met een door de organisatiegewenst lied voor de dag kwamen.

Heel wat meer waardering was er voorde verkleedpartijen en de geschminktegezichtjes. Het is aardig in het verslagvan die tweede wedstrijd te lezen, hoeweinig het verkleden verschilde vantegenwoordig. “Er waren talrijke fraaiegroepjes, die de uiterste aandacht aanhun kleding hadden besteed.Kunstzinnig vervaardigde koningskro-nen, zilveren en gouden sterren, waar-bij er waren die zelfs konden draaien.Op de meest vernuftige wijze wistensommigen door middel van kleine bat-terijen hun ster te verlichten. Wij zagen‘koninklijke hoogheden’ getooid mettafelkleedjes, gordijnstof, schoorsteen-lopers bij wijze van sjerp, zelfs een ori-gineel divankleed was om een gestalte

van een hunner gedrapeerd. Dan konmen kunstbaarden en snorren in groteverscheidenheid aanschouwen.’’

D r i e k o n i n g e n s t o e tNa de tweede wereldoorlog kwam hetDriekoningen sterker terug dan het ooitgeweest was. In 1951 werd voor heteerst een Driekoningenstoet samenge-steld. De motivatie werd door D. vander Ven als volgt verklaard: “Waar inTilburg de buurtsaamhorigheid zulk eensterk sociaal-bindende kracht bezit,daar acht ik juist hier de omstandighe-den aanwezig het Driekoningenfeest teverheffen van een kinderpretje tot eenalgemeen volksfeest’’.

De Driekoningenstoet was nadrukkelijkpedagogisch van opzet. In 1955 werdde stoet op een strooifolder onder deaandacht gebracht: “In een geschied-kundige vormgeving beoogt deze stoette zijn een hulde aan het Goddelijk

Kerstkind van de Tilburgse bevolking inwier naam de Drie Koningen hungeschenken zullen leggen aan de voetvan het Christusbeeld in de Kerststal ophet Heuvelplein’’. De in die tijd nogzeer katholieke Tilburgers zagen ondermeer herauten te paard, een herders-koor, het ‘volk van Bethlehem’, eenschaapherder met kudde, ‘slaven dra-gend de bagage der reizigers’, hoorn-blazers en tamboers, muzikanten, dans-ende herders en herderinnen enuiteraard de Driekoningen zelf.

B o n e n k o e kWaarschijnlijk is toen de ‘bonenkoek’opnieuw geïntroduceerd. Deze lekkernijis tegenwoordig een vast onderdeel vanhet georganiseerde Driekoningenzingenin Midden-Brabant. Alle kinderen diein Tilburg en de dorpen voor een juryoptreden, krijgen een eierkoek. In hon-derd koeken zit een boon gebakken.Wie deze treft ontvangt een prijs: in1995 een entreekaartje voor het Landvan Ooit in Drunen.

De oorsprong van dit gebruik gaat hon-derden jaren terug. De boon speeldeeen belangrijke rol in het in huiselijkekring gespeelde Driekoningenspel. De deelnemer, die de boon trof, waskoning en moest trakteren. Kort na de

Enige ‘heeren’ krijgen een nadere toelichting op

een voordracht

Foto: Gemeente-archief Tilburg

In 1960 trok nog een Driekoningenoptocht door de

Heuvelstraat in Tilburg. ‘Slaven’ dragen het goud

van de koningen.

Foto: Gemeente-archief Tilburg

tweede wereldoorlog werd dit spel nogin een aantal Tilburgse gezinnengespeeld. De bonen-eierkoek is eenmooi voorbeeld van een gebruik dat ineen nieuwe opzet is blijven bestaan.

Het al even traditionele ‘kèrske(kaars-je)springen’ is evenwel verdwenen. Devan het Kerstfeest overgeschoten kaars-jes mochten op de avond van zes janu-ari worden uitgesprongen: drie keerheen en terug zonder ze te raken. Wiedat lukte kreeg een prijs.

G e o r g a n i s e e r d z i n g e nHet Tilburgse voorbeeld van een geor-ganiseerd Driekoningenzingen kreegnavolging in de omliggende dorpen.Frans Kuijpers, in de tweede wereldoor-log ondergronds leider van de verken-nerij en geïnteresseerd in het plaatselijkheem, geschiedenis en folklore, was inde eerste oorlogsjaren gangmaker ach-ter het Driekoningenzingen inHilvarenbeek. Het was slechts eenbeperkt aantal koningen dat voorname-lijk in de familiekring iets aan het feestdeed, maar de oorlog was goed en welvoorbij of het Driekoningenzingengroeide uit tot een evenement dat klonkals een klok. Jan Naaijkens, een van de culturelevoormannen van Brabant, heeft een

simpele verklaring voor deze ontwikke-ling: krant en radio doorbraken het iso-lement van de dorpen. De inwonersraakten zo massaal op de hoogte vanhet Tilburgse succes. Daarbij kwamende katholieke traditie, de corporatievegeest tijdens de wederopbouw en denogal spectaculaire effecten die dejeugd met het Driekoningenzingen konnastreven.

De plaatselijke heemkundekring, laterIoannus Goropius Becanus, genoemdnaar een beroemde Hilvarenbeeksegeleerde, organiseerde eind jaren veer-tig voor het eerst een wedstrijd. Degemeente Hilvarenbeek stelde prijzenbeschikbaar. Logisch, want burgemees-ter J. Meuwese was bestuurslid van deheemkundekring. Midden jaren vijftig was sprake van

een flinke competitie onder de Hil-varenbeekse lagere schooljeugd. Voorde jury verschenen groepen waar ookengeltjes deel van uitmaakten. De‘vleugeltjes’ waren gemaakt van was-draad en wit kastpapier, de ‘Mel-chiorren’ kregen een zwart gelaat metbehulp van roet uit de kachel. Zelfswerd een kameel ten tonele gevoerd.Het beest bestond uit een houten paardop wieltjes. Op zijn rug, onder eenwandkleed verstopt, suggereerden tweerode kolen de bulten van het dier. En hoewel tijdens het optreden voor dejury de kolen helaas over de grond rol-den, haalde deze groep de eerste prijs.

V o o r d e m i s s i eHet is een leuk bewijs dat de jury toen,net als nu, de meeste waarde hechtteaan een verzorgde en originele presen-tatie. En dat is niet zonder gevolgengebleven. Volgens directeur Ton terHorst van de Streek VVV Hart vanBrabant is hem in de tien jaar dat hijaan het roer staat van deze organisatieeen ‘stijging van het aantal deelnemers,van de kwaliteit van de liedjes en vande aandacht voor de outfit’ opgevallen.

Het bedrijfsleven is de publicitairewaarde van het evenement niet ont-gaan. Geheel naar de aard van deze tijdwordt het Driekoningenzingen inMidden-Brabant mede mogelijkgemaakt door sponsors. TrokkenCaspar, Balthazar en Melchior enkeledecennia geleden met een sigarenkistjemet het opschrift ‘voor de missie’ langsde deuren, nu gaan de prijswinnaarsnaar huis met de Interpolisbokaal eneen flesje Raak Kindercola.

Een kinderkoortje dingt mee naar een prijs

Foto: Streek VVV Hart van Brabant

Koninkjes smullen van

de eierkoek

Foto: Streek VVV Hart

van Brabant

27

Page 16: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

Bier op wi jn schenkt veni jnBier voor whisky, nogal r iskyWhisky voor bier , vee l p lez ier

Er is niet de minste aanwijzing dat devolgorde van inname van alcohol-houdende dranken in oorzakelijk ver-band staat met de stemming. Slechts dehoeveelheden lijken ertoe te doen.

Toen wij een aantal deskundigen overdeze stelling raadpleegden, was huneerste reactie dan ook: “Flauwekul.Alcohol is alcohol en je wordt dronkenvan de hoeveelheid en niet van de

volgorde waarin deze wordt gedron-ken.’’

Maar na even wat langer te hebbennagedacht, stelde iemand met betrek-king tot de tweede zegswijze dat ertoch een voordeel in kon schuilen omde whisky als eerste te drinken. Je kunthet ene pilsje na het andere drinkenzonder je dronken te voelen, daarnaovergaan op whisky en uiteindelijkgevaarlijk veel alcohol in je bloed heb-ben. Maar als je met whisky begint, is dekans groot dat je uiteindelijk niet

In spreekwoorden en gezegden legden onze voorouders hun

levenservaring vast. Er bestaan erg veel spreuken die met

drank te maken hadden. Komen deze gezegden uit?

De rubriek ‘spreekwoord, waar woord?’ onderzoekt het

waarheidsgehalte van spreekwoorden en gezegden.

29

w a a r w o o r d ?

S S S P R E E K W O O R D

zoveel alcohol naar binnen krijgt,omdat je sneller aangeschoten raakt.Als je daarna nog een biertje of tweedrinkt, is de kans groot dat je bij elkaarniet zoveel alcohol hebt genuttigd. Op die manier wordt je misschien welsneller vrolijk zonder dat je zoveelalcohol binnen krijgt, als je zou doenwanneer je met bier was begonnen.

De eerste zegswijze snijdt ook nog enighout in die zin dat je volgens kennerseerst bier (of een borrel) hoort te drin-ken en dan pas wijn, zoals men eersthartig beleg neemt en dan pas zoetig-heid.

Melk is goed voor e lk

De wetenschapsjournalist Hans vanMaanen stelt in zijn boek Kleine ency-clopedie van misvattingen dat melk vande koe voor een aanzienlijk deel van dewereldbevolking niet goed is. Melkbevat namelijk melksuiker, lactose, datin de darmen moet worden afgebroken.Daartoe dient een bepaald enzym, lac-tase. Veel niet-blanken missen echterde erfelijke instructies voor het aanma-ken van lactase, waardoor zij koeiemelkniet kunnen gebruiken. Als zij tochzoetemelkprodukten nemen, krijgen zijernstige diarree. Karnemelk en yoghurtzijn voor hen wel ongevaarlijk.

De mogelijkheid melksuiker af te bre-ken is meer uitzondering dan regel:‘Lactase-deficiëntie komt bij drie kwartvan de volwassen wereldbevolkingvoor. Alleen Noordwesteuropeanen (enhun afstammelingen overzee) hebben erin principe geen problemen mee.’

Girbe Buist

Page 17: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

30

WWW E R K T E K E N I N G

Pompoenlantaarn

30

Op Sint Maarten (11 november), Nieuwjaar (1 januari) en

Driekoningen (6 januari) liepen kinderen vroeger, en nu ook

nog wel, langs de huizen om een liedje te zingen om daarvoor

snoep of geld te krijgen. In het donker droegen ze dan

een lampion mee. Dat was vaak een

uitgeholde suikerbiet met een

kaarsje er in. Van

pompoenen zijn

prachtige

lampionen te

maken. Ze zijn

ook mooi als

kerstversiering.

3131

T i p :TER VERSIERING VAN DE POMPOENLANTAARN

KUNT U KLIMOPBLAADJES OP DE RAND LEG-GEN (SPUIT ZE EVENTUEEL GOUD MET SPUIT-BUSVERF).

NAAST ‘HET GEZICHT’ KUNT U OOK ANDERE VORMEN

UIT DE POMPOEN SNIJDEN. EEN HERHALING VAN MOTIEVEN

GEEFT EEN LEUK EFFECT.

H o e m a a k i k e e n p o m p o e n l a n t a a r n ?

S t a p 1Snij met een scherp aardappelmesje hetkapje van de pompoen. Hol de pom-poen uit met het mesje en eventueeleen lepel of appelboor (oranje pompoe-nen zijn gemakkelijker te bewerken dangroene).

S t a p 2Teken met een gekleurd potlood of stifthet gezicht op de pompoen. En snij hetgezicht er uit.

S t a p 3Plaats een waxinelichtje in de hollepompoen. Laat het kapje er af. Als uhet waxinelichtje niet laat branden,kunt u het kapje er op laten zitten.

Elsa Reicheld

B e n o d i g d h e d e n :• ORANJE OF GROENE POMPOEN

• AARDAPPELMESJE

• APPELBOOR

• LEPEL

• POTLOOD OF STIFT

• WAXINELICHTJE

1

2

3

Page 18: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

32

BB B O E K

32

Oudheidkundige vondsten worden regelmatig

vervalst. Goedgelovige amateurs, maar ook

archeologen van naam trapten daar in het

verleden met open ogen in. De vervalsers ging

het om de eer, het geld of de lol. De nazi’s

vervalsten uit

ideologische motieven.

Vervalste vondsten van

Het openleggen van een ‘prehistorisch graf’

op de heide van Odoorn.

Links op de foto staan de vervalsers Egberts en

Arends. Rechts zit de koper Van Genderen Stort.

eigen bodemuit het Scheldebekken, zouden er danhandelscontacten tussen de Schelde- ende IJsselregio zijn geweest? Was hetafgebeelde dier een visotter?Collega-archeologen hadden zo hunbedenkingen. De meesten vonden hetgaatje wel érg mooi rond en dat moestde archeoloog bekennen. Toen hij hetvoorwerpje onder een microscooponderzocht en draaisporen van eenelektrische boormachine ontdekte, gingbij hem een lampje branden.

Hij nodigde de student-vinder, die thuiseen grote collectie fossielen had, uitvoor een etentje. Gezeten aan de maal-tijd zette hij de jongen onder druk: alshij alles opbiechtte, zou de zaak meteen sisser aflopen. Als hij zou volhar-den, werd het menens. De student kooseieren voor zijn geld en bekende zijnbedrog. Zijn grap was uit de hand gelo-pen. Toen hij hoorde van het weten-schappelijke artikel durfde hij nietsmeer te vertellen.

V i k i n g s c h a t v a n W i n s u mTrots was het Fries Museum toen het in1964 een verzameling van 15 zilverenringen, hangers en beeldjes, afkomstiguit een terp bij Bruggeburen, wist aante kopen. Het was iets unieks, want vande Noormannen die Nederland rond800 teisterden, waren tot dan toe nau-welijks sporen in de bodem terugge-vonden.

De verkoper van de ‘Vikingschat’ waseen verzamelaar van oude munten en

Toen de polder oostelijk-Flevolandwerd drooggepompt, waren de archeo-logen er als de kippen bij om de bodemte onderzoeken. Bij Swifterbant legdenze enkele 6000 jaar oude woonplaatsenbloot. Honderdduizend voorwerpenwerden daar gevonden. De meestevondsten waren weinig spectaculair,maar vondst 16.387 was heel bijzonder.Het was een fossiele haaietand, metdaarin een dierenkop gegraveerd enmet een gaatje in de wortel; het leekwel een hangertje. De leider van deopgraving dacht aanvankelijk aan eenstudentengrap, maar al snel kwam hijin de ban van het bijzondere voorwerp-je en hij schreef er een artikel over.

S t u d e n t e n g r a pIn dit artikel stelde de archeoloog prik-kelende vragen. Zou de prehistorischemens belangstelling hebben gehad voorfossielen? Als de tand afkomstig was

3333

schipper van beroep. Naar eigen zeggenhad hij de schat geërfd van zijn groot-vader, eveneens een binnenvaartschip-per. Deze man leefde in de negentiendeeeuw, toen veel Friese terpen werdenafgegraven. Met de vruchtbare grondwerden de schrale Drentse en Friesezandgronden bemest. Het was heel nor-maal dat gravers en schippers in dezebuitengewone mest oude voorwerpenvonden.

Over de schat van Winsum rezen echteral snel twijfels en de conservator vanhet Fries Museum stelde daarom eenonderzoek in. Hij ontdekte dat het zil-vergehalte, bij Viking-voorwerpendoorgaans 90%, tussen de 25 en 65%lag. Ook zag het oppervlak van devoorwerpen er niet uit alsof het al eeu-wen in de grond had gezeten.Waarschijnlijk had leverancier Romke,die contacten onderhield met de natio-naal-socialisten, de spullen gekochtvan Duitse ateliers, die in de periode1935-1945 Germaanse voorwerpen inalle openheid namaakten.

O d o o r n e r a a r d e w e r kIn 1899 werd het Provinciaal Museumvan Drenthe in Assen verrast door eenspectaculair bericht. Bij Odoorn, tennoorden van Emmen, waren twee voor-malige veenarbeiders gestuit op eengrote hoeveelheid prehistorische werk-tuigen en aardewerk. Zo bijzonder wasde vondst, dat de voorwerpen een eigennaam kregen: Odoorner baksel. De suc-cesvolle opgravers, Egberts en Arends,leverden de waardevolle voorwerpenmet karreladingen tegelijk bij hetmuseum af. De roem van de vondstverspreidde zich snel en tot inEngeland hadden musea er belangstel-ling voor.

Ook het Rijksmuseum van Oudheden teLeiden kocht enige voorwerpen. Totdatde conservator, dr. W. Pleyte, eenbeeldje in water legde om het schoon temaken. Er gebeurde toen namelijk ietsmerkwaardigs: het beeldje loste op ener bleef slechts modder over. Het aarde-werk was nooit gebakken en Pleyteconcludeerde: het is vals.

Zijn collega’s in Assen waren nog nietovertuigd. Een lid van het museumbe-stuur, Van Genderen Stort, had immerszelf de opgraving bezocht en met eigenogen gezien hoe Arends en Egberts eenprehistorisch graf blootlegden. Maarnaarmate de tijd verstreek, werden detwijfels toch groter. Zo waren de kruis-beeldjes en andere christelijke symbo-len die waren gevonden, wat vreemdvoor prehistorisch materiaal. Het vin-dersduo werd onder druk gezet en in1902 bekenden ze. Daarmee viel hetdoek voor de Odoorner baksels. In 1906liet het museum ze vernietigen.

H e n d r i k d e R u y t e rWaarschijnlijk heeft Hendrik de Ruyterde grootste Nederlandse vervalsingsaf-faire van oudheden op zijn naam staan.Deze straatmaker en landarbeiderzwierf in de jaren dertig veel over deVeluwe en altijd kwam hij van dietochten thuis met oudheidkundigevondsten. Dat kwam ook de gepensio-neerde onderwijzer J. Zwart uit Lun-teren ter ore en deze kocht een partijvoorwerpen.

Ook andere notabelen schaften massaalvondsten bij Hendrik aan. Al gauwwerd echter gefluisterd dat hij een ver-valser zou zijn. Toeristen, die naar deVeluwe op vakantie gingen, werdenspeciaal voor hem gewaarschuwd. EenLeidse archeoloog bewees in 1939Hendriks bedrog, toen hij twee pottenin het water zette en deze bleken op telossen tot modder. De gedupeerdeonderwijzer Zwart diende daarop eenaanklacht in en de politie bezochtHendrik thuis. Daar troffen ze een ate-liertje aan, waarin hij zijn potjes ver-vaardigde. Hendrik ontliep zijn veroor-deling, omdat de oorlog ertussen kwam.

T w e e s p a l tDe zaak die in archeologisch Nederlandde meeste beroering heeft gewekt, is dievan Tjerk Vermaning. In de jaren zestigen zeventig doorkruiste deze grasmaai-machineslijper op zijn brommertje hetDrentse land. Onderweg deed hij de enespectaculaire vondst na de andere: veelstenen werktuigen, waaronder vuistbij-

len. Zijn vondsten bewezen dat er55.000 jaar geleden mammoetjagersdoor Nederland getrokken moeten zijn.Dat was opmerkelijk, want tot dan toeging men ervan uit dat de geschiedenisvan de menselijke bewoning inNederland niet ouder was dan 15.000jaar. Vermanings vondsten voegdendaar nog eens 40.000 jaar aan toe.

Vermaning kreeg alle eer voor dezeontdekking; radio en t.v. interviewdenhem en in 1966 kreeg hij de CulturelePrijs van de provincie Drenthe. In 1968verkocht hij zijn complete collectie aanhet Provinciaal Museum in Assen. Maarin 1975 viel het doek. Op de brommerop weg naar een slijpklus, werdVermaning door de politie aangehou-den op beschuldiging van oplichting.Met zijn slijpgereedschap zou hij stenenbewerkt hebben om ze een oud en ver-weerd oppervlak te geven. De rechtersprak hem in 1978 vrij, maar deed geenuitspraak over de echtheid van devondsten.

De kwestie Vermaning leidde tot twee-spalt in de archeologische wereld. Deberoeps kwamen recht tegenover deamateurs te staan. Ze steundenVermaning door dik en dun.Opmerkelijk genoeg leverde intensiefspeurwerk van tientallen archeologenin Midden- en Zuid-Nederland vond-sten op die nog veel ouder waren dande stenen voorwerpen uit Drenthe. HadVermaning de geschiedenis van demenselijke bewoning in Nederland met40.000 jaar verlengd, als gevolg van decontroverse die hij opriep is daar nogeens 200.000 jaar bij gekomen.

☞Verhart, L., List & bedrog. Vervalsingen in de

Nederlandse archeologie, Utrecht 1995.

‘Typisch Odoorner baksel’, een vervalst aardewerk

beeldje uit de collectie van het Drents Museum

Foto: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden

Page 19: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

34

T T

34

Het begon allemaal in de vierde eeuwop de kust van Klein-Azië, in Myra,waar ene Nicolaas bisschop was. Hijverrichtte zoveel wonderen dat hij bijzijn dood al een legende was. Heel watmensen gingen hem beschouwen alshun beschermheilige. Kinderen, scholie-ren en ongehuwde meisjes, maar ookbakkers, dieven en misdadigers en zee-lieden. Als patroon van zeelieden werdhij veel in havensteden vereerd, onderandere in Amsterdam. Nog altijd heeftdeze stad een grote Sint Nicolaaskerk.

Na de komst van de Hervorming kreegSint Nicolaas het als rooms-katholiekeheilige zwaar te verduren. In Amster-dam werd de toen bekende SintNicolaasmarkt verboden en er kwamenzelfs stevige boetes te staan op het zet-ten van schoen of klomp of het bakkenvan sinterklaaspoppen.

Toch wist de sint stand te houden,vooral doordat zijn feest niet zomaarhet feest van een roomse heilige was,maar een huiselijk fenomeen, een po-pulair kinderfeest. Schilderijen van bij-voorbeeld Jan Steen geven daar eenindruk van. Ze laten zien hoe dit feestook in het hervormde Nederland volopgevierd werd. Dat gebeurde, net als nu,

met het anoniem geven van pakjes (ofvan een roe!) en het strooien vansnoepgoed. De kinderen op hun beurtlegden in hun schoen wat stro voorsints paard.Sint zelf is echter de grote afwezige opdeze schilderijen. Pas in het middenvan de vorige eeuw begint hij te ver-schijnen in kinderprentenboeken. Dekleurrijke platen brachten kindervrien-den al snel op het idee om zelf de rolvan goedheiligman op zich te nemen.

Het bekende lied ‘Zie ginds komt destoomboot’ dateert uit dezelfde tijd. Deschrijver J. Schenkman liet de sint in1851 op dit toenmaals moderne ver-voermiddel arriveren. Merkwaardig wasdat hij de stoomboot niet uit Klein-Azië, maar uit Spanje liet komen. Hijschiep daarmee een verwarring over deherkomst van de heilige die tot op dedag van vandaag voortduurt.

In het midden van de vorige eeuw wassinterklaas nog een boeman die stoutekinderen de stuipen op het lijf moestjagen. Maar weldra dook naast hemZwarte Piet op die deze taak van hemovernam. Van toen af werd sinterklaasde kindervriend. Inmiddels is trouwensook Zwarte Piet geen boeman meer.

T E N T O O N S T E L L I N G

Van Sint Nicolaas tot Sinterklaas

Het is weer december en dus duikt hij overal in het land op: sinterklaas.

Niet alleen op stoomboten en daken, maar ook in de musea. De goedheiligman

heeft dan ook een lange geschiedenis waarover heel wat te vertellen valt.

Sinterklaas verschijnt in het midden van de vorige

eeuw in kinderprentboeken

Foto: Museum Swaensteyn

3535

Sinterklaas is de ster op tentoonstellin-gen in Amsterdam en Hoorn. De tentoonstelling in het AmsterdamsHistorisch Museum is ook voor kinde-ren een grote verrassing. Zo zijn er‘luistermijters’: zet er een op je hoofden je hoort de voornaamste legendesover Sint Nicolaas. Wie goed heeftgeluisterd kan daarna het spel met de‘vraagpakjes’ spelen. De tentoonstellingin het Museum van de Twintigste Eeuwin Hoorn laat zien hoe de viering vanhet sinterklaasfeest de afgelopen hon-derd jaar veranderd is. Kent u bijvoor-beeld het gebruik van het ‘stoeltjezet-ten’?

Dat Sinterklaas in de winter wordtgevierd is geen toeval. In deze donkere

tijd van het jaar was vroeger iedereaanleiding voor een verzetje welkom.Zo ontstond een hele reeks winterfees-ten, van Sint Maarten op 11 novembertot carnaval in februari of maart.De manier waaròp deze feesten gevierdworden, is vaak heel wat veel minderoud. Neem de kerstboom. Hoewel som-mige mensen dit voor een Germaanssymbool houden, is het gebruik pas inde vorige eeuw ingeburgerd geraakt.Het werd overgenomen van de Duitsers.

Het sturen van kerstkaarten kwam indezelfde tijd in zwang. Rond 1840kwam een Engelsman als eerste op hetidee om familie en vrienden met kerst-mis zo’n kaartje te sturen. Hij bracht dekaartjes ook in de handel, maar had

aanvankelijk weinig succes. Het druk-ken was niet goedkoop en ook kosttehet versturen van post in die tijd nogeen klein fortuin. Pas tegen het eindvan de eeuw werd het versturen vankerstkaarten in brede kring populair.

Sinterklaas, Sint Maarten en SantaClaus zijn samen de ‘winterheiligen’.Aan hun geschiedenis is een tentoon-stelling gewijd in Museum Swaensteynte Voorburg. De cultus rond deze gullefiguren wordt belicht aan de hand vaneen bonte verzameling objecten, vankoekplanken tot liturgische voorwer-pen. Op een expositie in hetGemeentemuseum Helmond wordenook de feesten na kerst nog meegeno-men. Hier is te zien hoe tussen 1800 en1950 de Nederlanders hun winterfees-ten vierden. De tentoonstelling geeftonder andere antwoord op de vraaghoe Sint Maarten en Driekoningentypische kinderfeesten zijn geworden.

☞De tentoonstelling ‘Een eeuw goedheilig-

man’ is tot en met 10 december 1995 te zien

in het Museum van de Twintigste Eeuw,

Bierkade 4/4a, Hoorn, tel. 0229-242089.

‘☞Sinterklaas & Co’ is tot en met 7 januari

1996 te zien in Museum Swaensteyn,

Herenstraat 110, Voorburg,

tel. 070-3861673.

☞‘O kom er eens kijken’ is tot en met 7 januari

1996 te zien in het Amsterdams Historisch

Museum, Kalverstraat 92, Amsterdam, tel.

020-5231822.

☞’Wintertijd - Feesttijd! Van Sint Maarten tot

Carnaval’ is tot en met 25 februari 1996 te

zien in Gemeentemuseum Helmond,

Kasteelplein 1, Helmond, tel. 0492-547475.

tel. 05945-12260

☞’De leukste liedjes over Sint Nicolaas en

Zwarte Piet zijn verschenen onder de titel

‘Makkers staakt uw wild geraas’ bij uitge-

verij De Zilverdistel, Johan Wagenaarstraat

1, 1443 LP Purmerend, tel. 0299-439965

Vlaamse devotieprent van Sint Nicolaas,

negentiende eeuw

Foto: Museum Swaensteyn

Page 20: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

AA

36

Glans en glitter uitde achttiende eeuw

In de achttiende eeuw werd de modevooral bepaald door het Franse hof. Pasaan het einde van die eeuw ging deEngelse mode een rol spelen. Dit bete-kende een geleidelijke verandering inde snit en het silhouet van zowel devrouwen- als mannenkleding. Eenprachtig voorbeeld van een opmerkelijksilhouet uit de achttiende eeuw is eenzogenaamde robe à l’anglaise, eenvrouwenkostuum met een smal lijfje enbreed uitstaande rokken op de heupen.

In het Groninger Museum zijn ruimvijftig kledingstukken, voornamelijkkostuumonderdelen van zowel vrouwenals mannen te bewonderen. De acht-tiende-eeuwse kledingstukken behorentot de oudste van de kostuumcollectievan het museum.

Een zeer rijk bewerkt jak, dat de ten-toonstelling siert, stamt waarschijnlijkzelfs uit de zeventiende eeuw. Het jak isrijk bewerkt, gemaakt van zijde engeborduurd met een bloemenpatroon ingekleurde zijde. In de loop van de tijdis er wel het een en ander veranderdaan het jak. De linnen voering van hetjak is gedeeltelijk verdwenen en deafwerking langs de halslijn, de zoom ende voorzijde zijn niet meer intact.

Ondanks het feit dat er hier en daarslijtage en verkleuringen zijn opgetre-den, geven de ruim 200 jaar oude kle-dingstukken nog een schitterende aan-blik. Met name de vrouwenkleding isheel gevarieerd. Zo is de robe à l’ang-laise gemaakt van zachtgroene zijde-damast en het zeventiende-eeuwse jakvan lichtgele zijde. Daarnaast zijn erjakken en rokken gemaakt van katoen,zowel beschilderd als bedrukt met

Vlaamse sprookjesEr was eens een vrouw die in een rodekool een klein ventje vond. Omdat hijzo klein was, noemde ze hem Duimke.Groeien deed Duimke niet, maar slimwerd-ie wel. Op een dag viel hij tussende klaver in slaap en werd opgeliktdoor een koe. Direct kwam een slagerom de koe te slachten, maar Duimkewas niet te vinden. Niemand wist dathij nog in de maag zat, die de slager opeen mesthoop had gegooid.‘s Nachts verzamelde zich een benderovers bij de mesthoop om een rijkebuit te verdelen. Hardop telde dehoofdman zijn mannen: ‘Eén, twee,drie... elf, twaalf’. ‘Dertien’, riep Duimkevanuit de koeiemaag. De roverhoofd-man schrok geweldig. Dertien rovers?Dan was er een indringer! Direct sloeghij een van de rovers dood. De andererovers dachten dat hun hoofdman debuit zelf wilde inpikken. Ze begonnenop hem in te slaan, en daarna opelkaar. Binnen een half uur lagen allerovers kermend op de mesthoop.Duimke kroop uit de koeiemaag en namde rijke buit mee naar huis. Iedereen

A C T U E E L

diverse patronen in vele kleuren.De herenkleding bestaat voornamelijkuit jassen en vesten, zoals een jas metbijbehorend vest van wijnrode zijde-damast, een zwart met beige fluweel-zijden mannenjas en een goudbruindamasten vest.

De textielcollectie van het GroningerMuseum bestaat uit interieur- en huis-houdelijke textiel en kleding. De collec-tie van ruim 2500 voorwerpen is voorhet merendeel tot stand gekomen doorlegaten en schenkingen uit Groningen.Dankzij het Deltaplan (een rijkssubsidievoor het actief en passief conserverenvan museale collecties) konden dezekledingstukken gereinigd en waarnodig hersteld worden door textielres-tauratoren. Met behulp van op maatgemaakte torso’s worden ze nu, vaakvoor het eerst, getoond.

☞De tentoonstelling Glans en glitter, acht-

tiende-eeuwse kleding uit eigen collectie is

tot en met 11 februari 1996 te zien in het

Groninger Museum, Museumeiland 1,

Groningen, tel. 050-3120815

3737

Sint-Jansgilde inLeenderstrijp

In Leenderstrijp, een plattelandsdorponder Eindhoven, is Sint Jan eenbelangrijke heilige. Men kent er eenSint-Janskapel, een Sint-Janswinkel,een Sint-Jansschool.Maar vooral kent mener het Sint-Jansgilde.Waarschijnlijk is het alruim vier eeuwen oud,maar omdat de oudstbekende reglementendateren uit 1645, wordtdit jaar ‘slechts’ het350-jarig jubileumgevierd. Ter gelegenheid daarvan is eenkloek boek verschenen. Daarin wordt gedetailleerd ingegaan opde gebruiken binnen gilden en hetSint-Jansgilde in het bijzonder. Neemhet vendelzwaaien, dat in 1938 in hetSint-Jansgilde werd ingevoerd. Voorhet gilde, dat toen net uit een jarenlan-ge winterslaap ontwaakte, was dat vangrote betekenis. Het bracht een wed-strijdelement binnen, dat veel ledenaantrok en de basis werd voor eenbloeiperiode.

Het repertoire van de vendeliers telteen twintigtal zwaaien, die elk eensymbolische betekenis hebben. Iederezwaai komt overeen met een gedeeltevan het vendelgebed dat de strijd uit-beeldt tussen Sint Joris en de Draak,tussen goed en kwaad. Zo is er een‘voetzwaai’ die een fase verbeeldt uithet gevecht waarbij Sint Joris bijnazijn wapen laat vallen, maar het nogjuist bijtijds grijpt met de voet. ‘Hoeweinig scheelde het of ik had eerloosde vlag laten vallen, mede door eigenschuld!’

Over het schieten, vanouds een van debelangrijkste activiteiten van het gilde,valt al evenveel te vertellen. Tot hetmidden van deze eeuw werd geschotenop de ‘grote puist’. Dat is een stukvurenhout van ongeveer 20 bij 50 cmdat aan een paal wordt opgehangen. Dedeelnemers schieten de puist met forskaliber geweren aan stukken. Wie hetlaatste restje wegschiet is winnaar. Hetknallende geweld en de rondvliegendespaanders kunnen deze sport spectacu-lair maken, maar geluk speelt vaak eengrotere rol dan subtiele richtkunst.

Onder de schutters zijn daaromtegenwoordig andere schietspelenpopulairder, die meer een beroep

doen op hun scherpschutterstalenten.

Individuele Strijpenaren ontmoeten wein het hoofdstuk over de ‘koningen’ vanhet gilde. De koning is de winnaar vanhet driejaarlijkse koningschieten opSint-Jansdag (24 juni), waarbij eenkoningsvogel moet worden geschoten.Deelname aan het koningschieten isvoor alle gildebroeders verplicht, maarvermogende gildeleden hadden vroegereen grotere kans om te winnen. Hetschieten ging namelijk niet op beurt,maar iedereen mocht zo vaak schietenals hij kon. Vermogende gildebroedersnamen daarom extra geweren mee enhelpers die de geweren voor hen laad-den. Zij konden dus achter elkaar doorschieten, terwijl anderen telkens zelf hetgeweer moesten laden, wat veel tijdkostte.

De ‘koning’ was wel verplicht om eenkoperen koningsschild aan het gilde teschenken, dus het kwam wel goed uitals hij vermogend was. Op dit momentzijn er zo’n vijftig schilden in het bezitvan het gilde. Het oudste dateert uit1644 en werd geschonken door AdriaenHeindryckx Maes, die brouwer, land-bouwer en schepen was. Tot omstreeks1970 zouden nog heel wat koningenvan beroep landbouwer zijn, maar delaatste jaren hebben ze ook andereberoepen, zoals kantoorman of vracht-wagenchauffeur. Zo weerspiegelt deKoningslijst van het gilde hoe deStrijper samenleving in de loop der tijdveranderd is.

☞Max Farjon, Het gilde St-Jan Baptista &

Leenderstrijp. 350 jaar historie en gebruiken

(Leenderstrijp 1995)

was blij dat de streek verlost was vande gevaarlijke bende, en Duimke leefdemet zijn ouders nog lang en gelukkig.

Dit is in het kort de inhoud van hetVlaamse sprookje ‘Van Duimke’. Het iseen voorbeeld van een groep sprookjeswaarin een arme, slimme kleine hetwint van een grote, maar slechte rijke.Het bespotten van rijken en machtigenis populair in Vlaanderen en veelVlaamse sprookjes getuigen daarvan.Het is een van de redenen waaromVlaanderen zo’n rijke sprookjestraditieheeft.

Een andere reden heeft te maken met deligging: nabij de culturele grens tussenhet Germaanse en het Romaanse taalge-bied. Daardoor zijn niet alleen de oudesprookjes uit de Germaanse cultuur erbekend en levend, maar ook sprookjesafkomstig uit Wallonië en Frankrijk.In 1840 begon de Duitse onderzoekerJohann Wilhelm Wolf als eerste doelge-richt Vlaamse sprookjes te verzamelenen op te tekenen. Sindsdien zijn tiental-len enthousiaste verzamelaars hemgevolgd. Vooral onderwijzers en pries-ters hebben zich op dit gebied verdien-stelijk gemaakt.

De laatste vijftig jaar is er echter weinigmeer uitgekomen, terwijl de oude tek-sten niet meer verkrijgbaar zijn.Daarom is het mooi dat zojuist eenbloemlezing is verschenen die 75Vlaamse sprookjes aan de vergetelheidheeft ontrukt. Ze zijn verzameld doorGeert van Istendael, die vooral bij deonbekendere sprookjes de originele tek-sten zoveel mogelijk intact heeft gela-ten. Voor wie zich mocht afvragen wateen puit is of een schapraai, is een ver-klarende woordenlijst toegevoegd.

☞Geert van Istendael, Vlaamse sprookjes

(Amsterdam/Antwerpen 1995)

Page 21: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

W I N T E R 1 9 9 5

3838

Hedendaagsekunstnijverheid vanTanimbarOp Tanimbar, een kleine eilandengroepop de Molukken met 65.000 bewoners,was rond 1900 de band met de overle-denen voor iedereen voelbaar. De over-al aanwezige houten beelden die deoverleden voorouders voorstelden zorg-den daarvoor.

Ze dienden als herinnering, zoals bijons een bidprentje. Maar ze hadden ookeen magisch kantje. Door de beeldenwaren de mensen verbonden met hunoverleden familieleden. De continuïteitvan het leven werd er door uitgedrukt. Door die relatie met de wereld derdoden dacht men dat die beelden dra-gers van bovennatuurlijke krachtenwaren. Het snijden ervan was dan ookmet de nodige rituelen omgeven.

Houten beelden waren er in soorten enmaten. De voorouders van de kernfami-lie werden kleine, enkele centimetershoge beeldjes toebedeeld; de patungluvu dalam. Na het overlijden werdenze gesneden en thuis bewaard.De overleden grondlegger van een gro-ter sociaal verband, zoals de soa, eenwijk, bestaande uit verschillende fami-lies, werd herdacht met een veel groterbeeld, de patung taware. Deze werd bij-gezet op het houten huisaltaar, aanwe-zig in de grootste huizen in een soa,Soms ook stonden ze onder een afdak-je, midden in het bos. Ze dienden danals grenspalen om het eigendomsrechtop de grond te markeren.De meeste voorouders werden afge-beeld in zittende houding: de ellebogenop de knieën, de handen voor de borst:

de tongkatdagu-houding, het kin-steun-standje in het Indonesisch.

Zo ging men in het verleden op deTanimbar-eilanden met de doden om.Na 1900 veranderde dat als gevolg vande vestiging van het Nederlands gezagen de activiteiten van zending en mis-sie. Onderling gingen missie en zendingeen felle concurrentieslag aan, maarsamen slaagden ze erin de completebevolking te kerstenen. Dorpen gingendaarbij in hun geheel over naar hetnieuwe geloof, nooit werd een dorpdeels protestant, deels katholiek.Het rituele houtsnijden verdween,omdat het niet paste bij het nieuwegeloof. Veel houten beelden werdenverkocht of vernietigd. De grote fami-liehuizen met hun huisaltaren vervie-len. Bij het overlijden van iemand wer-den er niet langer beelden gesneden.

Toch stak in de jaren zeventig hethoutsnijden de kop weer op. Westersetoeristen bleken nogal geïnteresseerd inhet traditionele houtsnijwerk. Daardoorontstonden onder meer in het dorpTumbar op het eiland Jamdena coöpe-raties van houtsnijders.De Indonesische overheid stimuleerdedeze ontwikkeling, omdat het gebied ertoeristisch aantrekkelijker van werd.Ook de katholieke kerk stond er achter,omdat zo een nieuwe bron van inkom-sten werd aangeboord. Tegelijk hooptede kerk dat houtsnijden voor toeristende laatste echo’s van de magisch-rituelesfeer rond houtsnijden weg zou nemen.De houtsnijders zelf zagen hun vakaanvankelijk als een bijverdienste,naast de jacht en de landbouw. Laterkwamen er ook full-time houtsnijders,die behoorlijk verdienden.

De Tumburese houtsnijders leveren dehoogste kwaliteit snijwerk van de gehe-le Tanimbar eilandengroep. Toeristenvragen hen vooral naar traditionelebeelden, waaraan sommige houtsnijderstoch wat eigen details toevoegen.Indonesiërs zelf zijn verzot op modernewerken, die vaak het dagelijks leven alsinspiratiebron hebben.

Een heel aparte tak van houtsnijden ishet maken van heiligenbeelden voor inde kerk. De vaklui die dit doen schijnennog altijd hun oude rituele handelingente volvoeren, waar de zending en mis-sie juist zo afkerig van waren.

☞De tentoonstelling Hedendaagse

Kunstnijverheid van Tanimbar is t/m 26

februari 1996 te zien in het Moluks

Historisch Museum, Kruisstraat 331,

Utrecht, tel. 030-2367115

Third Collectors Fair

De Collectors Fair in Eindhoven heeftinmiddels een vaste plaats verworvenin de agenda van elke enthousiaste ver-zamelaar. In de sfeer vanBourgondische gezelligheid valt er danook veel te genieten, te zien en te ont-dekken op de Collectors Fair.

Verzamelen is een leuke hobby. Meestalbegin je er ‘per ongeluk’ aan. Je krijgtiets wat je aantrekt, je koopt er iets bijen voordat je het weet, ben je aan hetverzamelen. Verzamelen is een passie.Alles wil je weten van je verzamelingen het kan heel hard zijn, als net eenstuk dat precies in jouw collectie past,weggekocht wordt door een ander.

De Collectors Fair is een algemene ver-zamelbeurs met zo’n 400 stands. Erwordt verkocht, gekocht en geruild.Men kan er met geestverwanten vangedachten wisselen, oude bekendenontmoeten en nieuwe relaties aankno-pen. Het is een ideale manier om uwverzameling uit te breiden.

☞De beurs wordt gehouden op 20 en 21

januari van 10.00 tot 17.00 uur in het

Beursgebouw Eindhoven, Lardinoisstraat 8,

Eindhoven, tel. 040-2463626.

Modern houtsnijwerk

uit Tanimbar

Voorouderbeeld

T r a d i t i e ,tijdschrift over tradities en trendsjaargang 1nummer 41995

Een uitgave van hetNederlands Centrum voor Volkscultuurmet medewerking van de Federatie voor Volkskunde inVlaanderen

R e d a c t i e e n e x p l o i t a t i e :Lucasbolwerk 113512 EH Utrechttel. 00-31-(0)30-2319997fax. 00-31-(0)30-2334047

R e d a c t i e r a a d :Prof. dr. Stefaan Topdrs. Albert van der Zeijden

R e d a c t i e :drs. Ineke Strouken (hoofdredactie)drs. Martin Jansen (eindredactie)

Traditieverschijnt vier keer per jaar.Een abonnement kost ƒ 35 of Bfrs 700per jaar.

Opzegging van abonnementen moet uiterlijk op 1 december schriftelijk aande administratie zijn doorgegeven.

© Nederlands Centrum voor Volkscultuur

Niets uit deze uitgave mag wordenovergenomen zonder toestemming vande uitgever.

ISSN 1382-4104

C C C O L O F O N

Page 22: TIJDSCHRIFT OVER TRADITIES EN TRENDS RRussische … · klaasfeest hoort, maar ik ben ook heel benieuwd of sinterklaas deze crisis weet te overwinnen. ... Mattheus, werd zelfs al vóór

Een uitgave van het

Nederlands Centrum voor Volkscultuur

met medewerking van de

Federatie voor Volkskunde in Vlaanderen

R e d a c t i e e n e x p l o i t a t i e :

Lucasbolwerk 11, 3512 EH Utrecht

Tel. 00-31-(0)30-2319997

Fax. 00-31-(0)30-2334047

© Nederlands Centrum voor Volkscultuur

T I J D S C H R I F T O V E R T R A D I T I E S E N T R E N D S