The happening - proloog

24
The Happening The Happening The Happening

Transcript of The happening - proloog

Page 1: The happening - proloog

The HappeningTh

e H

app

enin

gTh

e Hap

pen

ing

Page 2: The happening - proloog

Daar zat ik dan, in een kamer in

spuuglelijk geel. Ik zweerde dat

ik, wanneer ik hier ooit zou

uitkomen, nooit meer geel zou

dragen.

Page 3: The happening - proloog

Geel is de kleur van post-its, de

zon … en de muren van een

psychiatrische instelling, of in

de volksmond: het zottenhuis.

Page 4: The happening - proloog

Ik zat hier zonder reden! Maar mijn medezotten beweerden dat ook. Niemand geloofde mij, zelfs mijn ouders niet! Er was veel kans dat ik hier nog lang zou zitten.

Page 5: The happening - proloog

Ik plofte mij op de veel te

harde matras van het kleine

bedje, hopend dat ik nooit

meer zou wakker worden.

Page 6: The happening - proloog

Ik had afgesproken met mijn

beste vriendin Lise in de

Groenstraat, DE winkelstraat

van Hese en omstreken.

Page 7: The happening - proloog

Toen we na vijf uur shoppen

met voeten vol blaren op een

terrasje waren beland, lachte

een super hete gast naar me.

“Dat is de zoon van een

chirurg! Ga iets zeggen tegen

hem.” Moedigde Lise mij aan.

Page 8: The happening - proloog

Zonder na te denken liep ik op hem af en zei: “Hey, ik ben Imke.”

“Ik ben Milan.”

Toen volgde er een pijnlijke stilte.

Page 9: The happening - proloog

“Ken ik jouw niet ergens van?”

Zei hij met zijn zwoele stem met

elegante touche.

“We zitten bij elkaar op

school.”

“Nu je het zegt. Zitten jij en je

vriendinnen niet altijd in

cafetaria 2?” Zei hij wenkend

op Lise.

“Dat klopt.”

Page 10: The happening - proloog

“Je vriendin zit te

wachten, misschien moet je

maar teruggaan naar haar.

Maar eerst wil ik wel een datum

afspreken om samen iets te

doen… Dat klonk fout.”

“Is goed.” Zei ik overweldigd.

“Morgen om 18 uur bij mijn

thuis.”

“Oké, daag.”

“Daag.”

Page 11: The happening - proloog

Er volgde een zou-ik-hem-nu-

een-kus-op-de-wang-geven-

moment, maar na nog wat

debiel gestaar, draaide hij zich

om en zwaaide hij.

Page 12: The happening - proloog

Ik bleef nog een tijdje kijken

hoe hij wegwandelde en zette

de zaken die er net gebeurd

waren even op een rijtje. IK

ging morgen naar ZIJN thuis.

Maar wacht even, waar

woonde hij?

Page 13: The happening - proloog

Ik keerde terug naar het

tafeltje waar Lise hard

zwaaiend naar mij zat te kijken.

“Vertel! Wat zei hij?”

“Ik heb morgen een date!”

Riep ik dolenthousiast.

“Go Imke! Je hebt een rijke

vent versierd!” Riep Lise terug.

De man die net aan het tafeltje

naast ons was gaan zitten keek

ons boos aan.

Page 14: The happening - proloog

“Ik weet enkel niet waar hij woont.” Zei ik iets bedeesder.

“Je hebt afgesproken bij zijn thuis?”

“Ja, maar ik moet er wel nog geraken.”

Page 15: The happening - proloog

“Ik weet waar hij woont. Je

weet de Vogelstraat zijn, hé?”

“Ja”

“Als je van het centrum komt,

in de Vogelstraat de eerste

straat links nemen. Dan kom je

in een straat met allemaal

gigantische villa's. Het vijfde

huis aan de rechterkant, daar

moet je zijn.”

“Oké, ik weet het zijn.”

Page 16: The happening - proloog

Dan volgden er nog wat

gesprekken over wat ik zou

aandoen.

Page 17: The happening - proloog

De volgende dag ijsbeerde ik

in mijn kamer. Wanneer ik voor

de 32ste keer van de badkamer

naar mijn kleding kast liep, keek

mijn kat me aan met een

verwarde blik. Normaalgezien

liep Smoske als een

verdwaalde kip in huis, maar

nu had ik haar taak

overgenomen.

Page 18: The happening - proloog

Omdat ik niet goed

uitkeek, trapte ik op Smoske „s

staart. De kat begon te

miauwen.

“Sorry Smos.” Zei ik.

Aan haar verwarde snuitje te

zien had ze er niet veel van

begrepen.

Page 19: The happening - proloog

Toen het eindelijk half zes was

ging ik naar zijn huis. Ik wou niet

te vroeg zijn, want dan zou ik

hopeloos overkomen. Ik wou

overkomen als een sociaal

meisje dat iedere dag met

vriendinnen afsprak.

Page 20: The happening - proloog

Om stipt 6 uur stond ik voor zijn

huis, eigenlijk stond ik voor een

gigantische poort. Ik drukte op

de bel en een paar seconden

later ging de poort open. Ik

wandelde de ellelange oprit af

tot ik aan de voordeur kwam,

die op dat moment openging.

Page 21: The happening - proloog

“Hey” Zei ik stuntelig.

“Hoi” Zei hij zenuwachtig terug. “Mag ik je jas aannemen?”

“Ik heb geen jas aan.”

“Ow.”

Hij is gelukkig even zenuwachtig als mij.

Page 22: The happening - proloog

Hij liep door naar een andere

kamer. Als een schoothondje

volgde ik hem. Dit leek mij de

living. De stoelen waren in

leder en tegen de muur hing

een breedbeeldtv. Bij mijn

thuis stond er een klein tv'tje

op een plastieken tafeltje dat

tevens als salontafel werd

gebruikt.

Page 23: The happening - proloog

Ik hoorde de deur achter mij

opengaan. Voor ik mij kon

omdraaien om te kijken wie het

was, voelde ik ineens een

pijnlijke prik in mijn arm. Enkele

tellen later werd het zwart voor

mijn ogen en zakte ik in elkaar.

Page 24: The happening - proloog

Wordt

vervolgd…