Testen voor sacro-iliacale regio.Gappingtest = specifieke kapselbandtest.

Compressie test = provocatietest SI gewricht. Patiënt in ruglig – met beide handen druk geven op bekken aan zijkant.Of patiënt in zijlig en druk geven op het bekken.

Test voor beweeglijkheid.Vorlauf test = duimen op sips – patiënt voorover laten buigen.

Rucklauf test = duimen op sips - patiënt 1 been laten heffen. Duimen moeten op gelijke hoogte blijven.

Lateroflexie test = duimen op sips – patiënt zijwaarts laten buigen.

Test van Mennell = 3 fasen test – Patiënt in buiklig – been heffen in 3 fasen – handen verplaatsen van sacrum naar SI naar wervels lumbaal.

Test van Patrick = hyperabductie test.

Testen voor heup.

Spiertesten: AdductorenGluteus maxGluteus mediusGluteus minimusIliopsoasSartorius

Spierlengte testen:

Adductoren: patient in ruglig – 1 been vastpakken bij knie en naar lateraal bewegen. Andere hand op sias andere been en stil houden.

Iliopsoas test = Thomas test. Op eind van bank – op zitbeen knobbels gaan zitten en achterover vallen op tafel- 1 been heffen andere ontspannen.Verschil opmerken.

M tensor fascia latae = patiënt in zijlig – onderste been goed buigen – bovenste been van bank af laten hangen. Voorkant.

Test v Patrick = hyperabductie test = voet naast knie en been/knie naar buiten laten vallen

.