TeleTOP

Richtlijnen voor het schooljaar

Over het bijhouden van een studiewijzer in

TeleTOP gebaseerd op het jaar-PTA.

Het gebruik van TeleTOP is niet vrijblijvend.

Elk schooljaar worden deze richtlijnen

bijgesteld n.a.v. de opgedane ervaringen.

Richtlijnen TeleTOP-gebruik

Voor schooljaar 2009-2010 Pagina 1

Inhoud

Visie van de directie 2

Inleiding 3

Hoofdstuk 1 : De studiewijzer 5

Hoofdstuk 2 : Klassen en groepen 10

Hoofdstuk 3 : Sjabloon 2009/2010 12

Hoofdstuk 4 : Controle procedures 15

Samenvatting 17

Tot slot 18



Visie van de directie

De directie van RSG Lingecollege, locatie Heiligestraat, wil er naar

streven de leerlingen op een degelijke en eigentijdse wijze onderwijs

te bieden.

Tegelijk met de invoering van digitale schoolborden is vanaf 2007 ook

de elektronische leeromgeving TeleTOP beschikbaar en het gebruik

hiervan moet in de komende jaren snel toenemen. De directie zal

scholing en ondersteuning van docenten voor het gebruik van

TeleTOP en digitale schoolborden stimuleren en financieel mogelijk

maken.

Het gebruik van TeleTOP is geen vrijblijvende zaak.

ICT-gebruik in het algemeen en TeleTOP in het bijzonder is een

noodzaak naast – en niet in plaats van – het gebruik van de meer

traditionele leermiddelen.

Van elke vakdocent wordt komend schooljaar 2009-2010 verwacht

dat ze minimaal één studiewijzer bijhouden en dat ze minimaal één

keer een digitale opdracht laten inleveren.

Namens de directie,

Emile Smit en Antoon vd Heuvel

RSG Lingecollege

Locatie Heiligestraat



Inleiding

In dit boekje worden richtlijnen gegeven voor het bijhouden van een

goede studiewijzer in TeleTOP die gebaseerd is op het PTA.

In mei worden de PTA’s voor het nieuwe schooljaar gemaakt. De

sectieleider zorgt er voor dat de juiste PTA’s in Excel correct en tijdig

(medio juni) worden klaargezet in de map : I:\Personeel\PTA

Vervolgens zorgt de afdelingsleider er voor dat ze in de TeleTOP-site

met de naam PTA opvraagbaar zijn voor leerlingen in pdf-formaat.

Dit boekje beschrijft de richtlijnen hoe je op basis van dit PTA een

goede studiewijzer in TeleTOP maakt en gedurende het schooljaar

wekelijks bijhoudt. Het geeft daarbij aan wat belangrijk en minder

belangrijk is.

Aangegeven wordt dat:

- iedere vakdocent een TeleTOP-studiewijzer(s) moet bijhouden

- dat deze minstens elke week bijgewerkt dient te worden

- dat leerlingen alleen geïnteresseerd zijn in de actuele weken

- dat ze per dag het huiswerk willen kunnen zien

- dat TeleTOP veel meer is dan een planner. Het is ook een

communicatiemiddel en een poort naar andere bronnen

- dat elke docent z’n eigen klassenmanagement moet doen

- dat uitwerkingen ook heel goed in TeleTOP kunnen

- dat TeleTOP bedoeld is voor tweerichtingsverkeer

- dat opdrachten laten inleveren derhalve een ‘ must’ is.



Elke leerling heeft voor elke vak een PTA en een bijbehorende

studiewijzer in TeleTOP (m.u.v. LO)

Bijvoorbeeld het PTA van Aardrijkskunde in Ath. 2 in de map

'i:/Personeel/PTA/.../09 A3/A3 AK JAAR PTA 2009-2010 A3'

heeft in TeleTOP de bijbehorende studiewijzer met de

code '09-A3-AK'

De standaard naamgeving is dus met ingang van het schooljaar 2009-

2010 gewijzigd. De TeleTOP-beheerder zal er voor zorgen dat er op

het eind van schooljaar 2008-2009 bij elk PTA een bijbehorende lege

studiewijzer is waarbij de weken en belangrijke data al ingevuld zijn.

De sectieleider is net als bij het PTA verantwoordelijk voor de vulling

van deze studiewijzer. Hij kan zijn vakdocenten die ook met de door

hem gemaakte studiewijzer willen werken autoriseren in de rol van

'Externe docent' met flexibele rechten (zie handleiding). Hij kan ook

het onderhouden van een studiewijzer helemaal delegeren aan zijn

sectieleden. In dat geval worden de (TeleTOP)rollen omgedraaid. Dit

kan alleen gedaan worden door een iCoach of de ICT-coördinator. De

sectieleider is dan niet langer de 'eigenaar' en het aanspreekpunt

voor de juiste vulling van de studiewijzers.

Indien de leerstof in twee of meer PTA's vrijwel dezelfde is, kan in

TeleTOP ook met één studiewijzer gewerkt worden. In de

studiewijzer die niet gebruikt wordt kan een verwijzing worden gezet

of hij kan gearchiveerd worden zodat deze geen verwarring

veroorzaakt voor de leerling.

In 2009-2010 gaan we met Flexibele rechten werken. Dat betekent

dat de docent (die de eigenaar van de studiewijzer is) kan aangeven

welke docenten flexibele rechten krijgen. Een docent met flexibele

rechten kan alles zelf instellen, ook welke rechten hij wil (via

instellingen, Menu en Bewerk… zie de handleiding).



Hoofdstuk 1 : De Studiewijzer

Hieronder staat kort aangegeven wat een studiewijzer een goede

studiewijzer maakt. Wat moet er minimaal in staan? En hoe gaan

we hiermee om? Hoe gebruikt u de studiewijzer in de praktijk? Hoe

controleert u wat de leerling er mee gedaan heeft?

1.1 TeleTOP-studiewijzer is de startpagina

Om voor de leerlingen structuur en uniformiteit te brengen in de

lessen met een digitaal bord is het belangrijk om zoveel mogelijk te

beginnen met het overzicht van de studiewijzer in TeleTOP.

Omdat elke leerling thuis ook de

beschikking heeft over precies

hetzelfde startscherm is het

belangrijk om allemaal vanuit de

studiewijzer, de eigen vaksite, te

beginnen. Het dwingt de docent

om eventuele onjuistheden

meteen te wijzigen. Een

studiewijzer bevat standaard

regels en kolommen. Een (studiewijzer)regel is in principe één week.

De eerste drie kolommen zijn standaard “Lesstof”, “Huiswerk”, “Extra

opm./opdrachten”. Deze titels kunnen aangepast worden.

1.2 Alleen de actuele weken behoren direct zichtbaar te zijn

Om meteen te zien waar we zijn, is het belangrijk dat alleen de

actuele studiewijzerregels zichtbaar zijn. Voorbije weken worden

meteen na afloop van die week gearchiveerd. Via “Toon Archief”

kunnen ze nog wel opgeroepen worden, maar ze zijn niet meteen

zichtbaar. Maak weken die na de eerstvolgende vakantie t/m het

einde van het schooljaar liggen ook onzichtbaar voor leerlingen (via

het ‘slotje’) zodat alleen de actuele weken direct zichtbaar zijn. Een

goede richtlijn voor een studiewijzer is dat een eventuele ‘landscape’

uitdraai mooi past op een A4-tje.



Werkt u met meerdere parallelklassen in één studiewijzer, dan is het

gebruik van groepen verreweg de handigste werkwijze. Zie verderop.

Om de studiewijzer groot en duidelijk in beeld te brengen (thuis of op

een digitaal

bord) kunt u

hem laten

openen in een

nieuw venster.

Zorg ook dat de Opdrachten voor u zichtbaar zijn. Die gaan we

verderop gebruiken. Dat de leerlingen regelmatig iets inleveren zorgt

voor tweerichtingsverkeer en dat is het allerbelangrijkste bij het

gebruik van een ELO. Controle van de docent of de leerling gekeken

heeft in TeleTOP is net zo noodzakelijk als het op een traditionele

wijze controleren wat de leerling gedaan heeft.

In dit voorbeeld ziet u een stukje van de Wiskunde-studiewijzer uit de

brugklas. Stel het is maandag 18 mei. Alleen die week is actueel en

bevat een inleveropdracht “Nakijken & verbeteren”. De weken die

nog moeten komen zijn slechts globaal ingevuld. Elke week werkt u

de studiewijzer even bij. De studiewijzerregel van de voorbije week

wordt gearchiveerd en de nieuwe week wordt bijgewerkt.



1.3 Huiswerk per les in TeleTOP

TeleTOP is dé plek waar leerlingen moeten kunnen zien wat het

huiswerk is voor de komende weken. Dit hoeft dan ook niet meer in

het klassenboek genoteerd te worden. Het is wel raadzaam om de

leerlingen het te laten noteren in hun agenda, want er is niet altijd

een computer bij de hand. Een goede studiewijzerregel ziet er als

volgt uit:

- 1e kolom: voor welke klas de regel bedoeld is (alleen nodig

wanneer de studiewijzer door meerdere klassen gebruikt wordt).

- 2e kolom: de juiste datum van de maandag van die week.

- 3e kolom: de te behandelen lesstof.

- 4e kolom: Het huiswerk per dag.

- 5e kolom: eventuele ICT-opdrachten of andere opmerkingen

- 6e kolom: is nu onzichtbaar maar kan evt. ook aangezet worden.



1.3 Details en Opdrachten

Door op het potloodje te klikken kan een studiewijzerregel bewerkt

worden. Aan de kolommen na de datum kunnen details gehangen

worden met meer uitleg. Zo zijn in dit voorbeeld alle drie de

kolommen in gebruik. Dat hoeft niet elke week zo te zijn, maar dat is

wel aan te bevelen. Zo blijft de regelinformatie kort en bondig.

Om opdrachten te kunnen koppelen moeten die wel eerst gemaakt

zijn. In dit voorbeeld moet de leerling deze week 2 opdrachten

inleveren.

De eerste opdracht is het nakijken en verbeteren. Wanneer alle

uitwerkingen digitaal in TeleTOP staan, kan als huiswerk het

zelfstandig nakijken en verbeteren een thuisopdracht zijn. Met zo’n

“huiswerkcontroleopdracht” is de docent al vóór de les geïnformeerd

over wie z’n huiswerk wel of niet gemaakt heeft.

Een 2e ICT-opdracht is in dit voorbeeld opdr.nr 25 uit Hoofdstuk 11.

Het is verstandig een dergelijke naamgeving aan te houden.

Op deze manier kunnen de meest veelzijdige ICT-opdrachten worden

gegeven. Zie ook de uitleg in de TeleTOP-handleiding hierover.



1.3 Plagiaatcontrole

Een krachtige functie van een ELO is het ingeleverde werk

automatisch op plagiaat te laten controleren. In samenwerking met

Ephorus, (zie www.ephorus.nl) de Nederlandse specialist op het

gebied van plagiaatdetectie, stelt TeleTOP u in staat de

plagiaatmodule uit te gebruiken. U hoeft zich hier niet voor aan te

melden en er hoeven ook geen instellingen in de ELO gewijzigd te

worden. De functie is automatisch ingeschakeld.

Hoe controleert u ingeleverd werk op plagiaat?

Voorbereiding

- Maak een opdracht… bijvoorbeeld ‘inleveren werkstuk’

- Selecteer onder ‘Instellingen’ de optie ‘Controleren op plagiaat’

Resultaten

- Kies in het menu het onderdeel ‘Administratie’

- Klik op een ingeleverd werkstuk

- De resultaten van de plagiaatdetectie staan onderaan de pagina

Alle resultaten van de plagiaatdetectie in één overzicht? Kies in de

administratietabel uit de lijst ‘Toon’ de optie ‘plagiaatstatus’

1. indien dit menuonderdeel niet zichtbaar is, kunt u deze

aanzetten in het menuonderdeel ‘Instellingen’ onder Stap 3

2. het normale tolerantieniveau voldoet in de regel het beste

Kijk voor meer info ook in de helpfunctie van TeleTOP.



Hoofdstuk 2 : Klassen en groepen

Om tweerichtingsverkeer tussen docenten en leerlingen in TeleTOP

mogelijk te maken, dient er een adequaat klassenmanagement te

zijn. De ICT-coördinator zorgt er voor dat in het begin van het

schooljaar alle leerlingen kunnen inloggen en dat per leerling de

juiste klas is toegekend.

2.1 Oefening baart kunst

Van docenten wordt in het schooljaar 2009/2010 verwacht dat ze

hun eigen TeleTOP-studiewijzer(s) wekelijks bijhouden. Voor elk vak

behoort er een bijgewerkte, actuele studiewijzer te zijn. In 2007 en

2008 zijn alle docenten hiervoor opgeleid.

Om de werkwijze uit hoofdstuk 1 te kunnen uitvoeren is het

noodzakelijk dat elke docent zelfstandig de eigen klassen met

leerlingen onderhoudt via het menu deelnemers.

In de opstartfase van het gebruik van TeleTOP hebben we ervoor

gekozen dat leerlingen zichzelf konden aanmelden voor een

studiewijzer. Vanaf schooljaar 2009/2010 willen we via de mentoren

laten controleren wat er in het tabblad “Mijn studiewijzers” staat.

Zie ook de TeleTOP-handleiding voor het toekennen van leerlingen.



2.2 De blijvende rol van iCoaches

In het schooljaar 2009-2010 zijn de volgende iCoaches beschikbaar

om te helpen bij het maken en onderhouden van studiewijzers.

Docenten kunnen

niet zelf een

nieuwe

studiewijzer

aanmaken. Deze

dienen bij de

iCoach of de ICT-

coördinator

aangevraagd te

worden.

Op het 2e tabblad “Veel gestelde vragen” staan de namen van de

actuele iCoaches (vraag 2c).

2.2 Werken met groepen

Veel docenten hebben één of meer parallelklassen. Om goed te

kunnen werken met studiewijzers en

inleveropdrachten wordt aanbevolen om

met groepen te gaan werken.

Zo’n groep is in principe gewoon de klas.

Het werken met klassen cq groepen biedt

de volgende voordelen:

- eenvoudig de klas een bericht sturen

- zien wie de studiewijzer heeft geraadpleegd

- zien hoe laat een opdracht is ingeleverd



Hoofdstuk 3 : Sjabloon 2009/2010

Elk schooljaar wordt er een nieuw sjabloon beschikbaar gesteld. In

2009/2010 wordt geadviseerd om een nieuwe studiewijzer aan te

maken op basis van dit sjabloon. Laat die aanmaken door je iCoach.

3.1 Duidelijke planning

Om uniformiteit in de studiewijzers te krijgen wordt aanbevolen om

op een korte en duidelijke wijze de planning in te vullen.

Uit de ervaringen in voorgaande jaren blijkt dat het handig is om

gewoon elk schooljaar opnieuw te beginnen met het vullen van het

nieuwe sjabloon op basis van de planning van het voorgaande jaar.

Vul of importeer de eerste weken en voorzie de rest van het jaar van

een slotje zodat de leerling alleen maar die eerste weken ziet.

In de datum-kolom staat altijd de maandag van die week. In de

lesstof-kolom staat kort wat de stof is. In de huiswerk-kolom staat

het huiswerk per dag en in de laatste kolom kan een extra toelichting

worden gegeven of extra inleveropdrachten.



3.2 Standaard menu’s

In het sjabloon 2009/2010 zijn er weer twee

menu’s toegevoegd: Opdrachten en

Uitwerkingen. Het beschikbaar stellen van

digitale uitwerkingen wordt door leerlingen

zeer gewaardeerd. Omdat de meeste docenten

het niet plezierig vinden wanneer leerlingen al vóór de les weten wat

het antwoord is wordt aangeraden om te werken met het op ’t juiste

moment ‘open en dicht’ zetten van de uitwerkingen. D.w.z. wanneer

de opgaven behandeld zijn zet je ze open en wanneer de toets over

die stof is geweest, zetten we het weer dicht.

3.3 Naamgeving studiewijzers

Zoals eerder meegedeeld worden niet gebruikte studiewijzers na een

half jaar automatisch gearchiveerd. Om geen wildgroei te krijgen van

niet gebruikte studiewijzers dienen nieuwe studiewijzers handige

namen te hebben. M.i.v. 2009-2010, wanneer we één-op-één met de

PTA’s gaan werken, gebruiken we ook die naamgeving. Dus

bijv. 09-A2-WI (PTA map nr 9 – Atheneum 2 – Wiskunde)

Denk als ezelsbruggetjes aan het kenteken van een auto… we gebruiken geen ‘underscores ‘

meer. iCoaches, afdelingsleiders en de ICT-coördinator kunnen studiewijzers aanmaken.

In principe wordt eerst de PTA-studiewijzer gevuld. Wanneer een

tweede docent met een eigen studiewijzer wil werken, dan krijgt

deze als toevoeging de afkorting van de docent: 09-A2-WI-VLB

Oude namen bijv. 1VHT_WI_VLB (leerjaar+richting_vak_docentafkorting)

blijven bestaan, deze naam kan namelijk niet gewijzigd worden.

Denk er aan dat niet gebruikte studiewijzers na een half jaar

automatische gearchiveerd worden.



3.4 Werken met groepen

Wanneer meerdere klassen dezelfde studiewijzer gebruiken kan er

het beste met groepen (=klassen) gewerkt worden. Om goed met

inleveropdrachten e.d. te werken is dit zelfs noodzakelijk.

Lees de handleiding hoe dit precies werkt.

3.4 Flexibele rechten

In principe is er slechts één docent de eigenaar van een studiewijzer.

Wanneer andere docenten ook van die studiewijzer gebruik willen

maken kunnen ze flexibele rechten krijgen van de docent die

eigenaar is. Standaard is ingesteld dat een docent met flexibele

rechten ook alles kan. Via “instellingen” -> Stap 3 Menu en ‘bewerk’ kunnen alle mogelijke rechten handmatig ingesteld worden.

In het menu verschijnen dan ‘plusjes’ waarmee aangegeven wordt

dat alle docenten met flexibele rechten dit kunnen wijzigen. Hoe

meer docenten met één studiewijzer werken des te moeilijker wordt

het om samen deze te onderhouden. Het werken met groepen en

laten inleveren van opdrachten wordt dan steeds lastiger.

Aanbevolen wordt om met eigen

studiewijzer te beginnen wanneer de

docent graag tweerichtingsverkeer met

leerlingen wil. Dit kan op ieder moment van het jaar door een kopie

te laten maken door een iCoach, een afdelingsleider of de ICT-

coördinator. De naam of het

label van de term ‘Externe

docenten’ kan ook aangepast

worden. In dit voorbeeld is er ‘college docenten’ van gemaakt.



Hoofdstuk 4 : Controle procedures

De praktijk leert dat zonder een adequate controle op het naleven

van afspraken veel van die afspraken na verloop van tijd

verwaarloosd worden. Om de kwaliteit van de studiewijzers te

waarborgen moeten we controlemaatregelen inbouwen.

4.1 Nieuwe (TeleTOP)controletaken voor de mentor

Omdat de mentor hét aanspreekpunt is voor zowel de leerling als de

ouders, ligt het voor de hand om de mentor een cruciale rol te

bedelen in de controle procedures. De mentor controleert en help de

leerlingen de juiste studiewijzers te selecteren.

De mentor dient er op toe te zien welke lijst hier bij zijn/haar

leerlingen staat. Dat kan bijvoorbeeld door regelmatig dit lijstje uit te

draaien en in te laten leveren (via TeleTOP of op papier !). De

brugklasleerlingen krijgen in de eerste schoolweken van het nieuwe

schooljaar bij het vak informatie uitleg over het gebruik van TeleTOP.



Vraag aan de leerlingen uit je (mentor)klas om zichzelf in te schrijven

voor de juiste studiewijzers. Zie veelgestelde vraag 3e.

Laat dit lijstje uitprinten en inleveren. Op deze manier krijgt u snel

een goed beeld van wie het wel en niet is gelukt om de juiste

studiewijzers in het tabblad “Mijn studiewijzers” te zetten.

4.2 Nieuwe (TeleTOP)controletaken voor de afdelingsleider

Omdat de afdelingsleider verantwoordelijk is voor de PTA’s dient

deze ook te checken in hoeverre de studiewijzers beschikbaar zijn en

een correcte detaillering zijn van de losse PTA’s. Indien studiewijzers

ontbreken of niet juist gevuld zijn is het de taak van de

afdelingsleider om de betreffende docent daarop aan te spreken.



Samenvatting

Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het gebruik van ICT in het

onderwijs. Zie bijvoorbeeld de wetenschappelijk onderbouwde

studies in de site “ Cursus TeleTOP voor docenten”. Uit alle

onderzoeken blijkt steeds weer hoe belangrijk de rol van de docent

is. ICT kan het rendement flink verhogen, maar alleen wanneer de

docenten er in geloven en het daadwerkelijk oppakken.

Het gebruik van een ELO is tweerichtingsverkeer

Een goede studiewijzer is veel meer dan een goede planning.

Controle of de leerling weet wat het huiswerk en controle of de

leerling het huiswerk gemaakt is minstens zo belangrijk. TeleTOP is

een handig hulpmiddel om die controle automatisch te laten

uitvoeren. De docent kan eenvoudig (voor de les) zien of en hoe laat

de leerling gekeken heeft of iets ingeleverd heeft. Vervolgens is het

de taak van de docent om de leerling daarop aan te spreken (het

bedoelde tweerichtingsverkeer).

Het gebruik van digitale schoolborden

We zien een enorme toename in het gebruik van digitale

schoolborden. Wanneer u in de les de beschikking heeft over zo’n

bord dan is de ELO de poort naar de digitale schatkist waar elke

docent automatisch over kan beschikken.

TeleTOP en Hitachi zijn slechts merknamen

TeleTOP is de naam van de leverancier van onze ELO en Hitachi is de

naam van het door onze school gekozen digitale bord. Deze

productnamen zijn niet belangrijk. Het gaat om het inzicht bij zowel

de docent als bij de leerling dat in deze moderne tijd ICT-

hulpmiddelen het plezier in het onderwijs kunnen bevorderen, zoals

dat in het verleden een aangename temperatuur of goed licht was.



Tot slot

Hoe u ook tegen het gebruik van ELO’s en digitale borden aankijkt,

feit is dat onze leerlingen moeten gaan functioneren in een wereld

met heel veel ICT. Ze krijgen gegarandeerd te maken met een nieuwe

fase in de ontwikkeling van internet; het zogenaamde Web 2.0

Bekende voorbeelden van web 2.0 diensten en toepassingen zijn

sites als Wikipedia, Flickr en YouTube, sociale netwerksites zoals

Hyves, blogs, podcasts, RSS en social bookmarking. Vandaag de dag

brengen tieners meer tijd door op de sociale netwerksites dan dat ze

besteden aan huiswerk of aan TV kijken.

Iedere docent weet dat onze taak niet alleen is om de leerlingen een

goed cijfer te laten halen voor

je eigen vak, maar dat we ook

een belangrijke bijdrage

leveren aan het plezier

waarmee ze nieuwe kennis

opdoen en ze voorbereiden op

‘ een leven lang leren’.

En dan nog dit: op dit moment

is het mogelijk om een digitaal

portfolio in per leerling te laten invullen in TeleTOP.

Daar mag u als individuele docent gerust gebruik van maken.



Zie de site “Cursus TeleTOP voor Docenten”

Daar is alle informatie van dit boekje

(en nog veel meer) terug te vinden.

Niet gebruikte (oude) studiewijzers worden

automatisch na een half jaar gearchiveerd.

D.w.z. dat ze niet kwijt zijn, maar dat ze niet meer zichtbaar zijn. Ze

kunnen met enkele klikken weer teruggehaald worden door een

iCoach, een afdelingsleider of de ICT-coördinator.

Herbruikbare inhoud van een oude studiewijzer kan door de docent

zelf geïmporteerd worden in de nieuwe studiewijzer 2009-2010.

Voorwaarde is wel dat de docent in beide docentrechten heeft.

In principe heeft slechts één docent docentrechten voor een

studiewijzer. De sectieleider geeft aan wie dat zijn. Collega’s die ook

met deze studiewijzer werken kunnen flexibele rechten krijgen.

TeleTOP

Documents

Transcript of TeleTOP