Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een...

36
Science and Technology Options Assessment Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen Interacties tussen landbouw en klimaatverandering en tussen landbouw en biodiversiteit Samenvatting Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties Directoraat-generaal voor parlementaire onderzoeksdiensten Europees Parlement September 2013 PE 513.514 NL

Transcript of Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een...

Page 1: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Science and Technology Options Assessment

Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen

Interacties tussen landbouw en klimaatverandering en tussen landbouw en biodiversiteit

Samenvatting

Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties Directoraat-generaal voor parlementaire onderzoeksdiensten Europees Parlement September 2013 PE 513.514

NL

Page 2: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot
Page 3: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen

Interacties tussen landbouw en klimaatverandering

en tussen landbouw en biodiversiteit

Samenvatting

IP/A/STOA/FWC/2008-096/Lot3/C1/SC 5 - SC 9

September 2013

PE 513.514

Page 4: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

Het STOA-project "Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - Interacties tussen

klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw" is uitgevoerd door het

Instituut voor Europees milieubeleid (IEEP) in samenwerking met BIO Intelligence Service, Ecologic

Institute en het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit Amsterdam.

AUTEURS

Underwood, E.; Poláková, J.; Kretschmer, B.; McConville, A.J.; Tucker, G.M. - IEEP

Dooley, E.; Naumann S.; Frelih-Larsen, A. - Ecologic Institute

Berman, S.; Sarteel, M.; Tostivint, C. - BIO Intelligence Service

Van der Grijp, N.M. - Instituut voor Milieuvraagstukken, Vrije Universiteit Amsterdam

Maxted, N. - School of Biosciences, Universiteit van Birmingham

STOA-ONDERZOEKSCOÖRDINATOR

Lieve Van Woensel

Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (STOA)

Directoraat voor effectbeoordeling en Europese Meerwaarde

DG Intern beleid van het Europees Parlement

Wiertzstraat 60 - RMD 00J012

B-1047 Brussel

E-mail: [email protected]

TAALVERSIE

Origineel: EN

OVER DE UITGEVER

U kunt contact opnemen met STOA via [email protected]

Dit document is op internet beschikbaar op: http://www.europarl.europa.eu/stoa/

Manuscript voltooid in juli 2013.

Brussel, © Europese Unie, 2013

BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID

De meningen die in dit document worden geuit, vallen uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van

de auteurs en geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer.

Nadruk en vertaling met bronvermelding voor niet-commerciële doeleinden zijn toegestaan, mits de

uitgever daarvan vooraf op de hoogte wordt gesteld en een exemplaar krijgt toegestuurd.

PE 513.514

CAT BA-03-13-494-NL-N

ISBN 978-92-823-5094-2

DOI 10.2861/40361

Page 5: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

Inhoud

De komende decennia zullen we te maken krijgen met een wereldwijd toenemende vraag

naar voedsel en energie van het land als gevolg van bevolkingsgroei en economische

ontwikkeling. Tegelijkertijd is het noodzakelijk de landbouw aan te passen aan toenemende

klimaatgerelateerde bedreigingen (die waarschijnlijk kansen in Europa teniet zullen doen) en

het effect van emissies van de landbouw op de klimaatverandering te beperken. Ook wordt

een verder verlies van biodiversiteit verwacht als gevolg van intensieve landbouwpraktijken

en het in onbruik raken van landbouw met een rijke biodiversiteit.

De duurzaamheid van de landbouw op lange termijn wordt ondermijnd door tendensen

zoals bodemverslechtering, de afname van het aantal bestuivers, het verlies van natuurlijke

biologische bestrijding van schadelijke organismen en ziekten, en het verlies van genetische

diversiteit van planten en dieren. Er zijn wezenlijke veranderingen in de landbouwsystemen

in Europa nodig om te zorgen voor een snelle afname van de uitstoot van broeikasgassen

door de landbouw, een effectieve aanpassing aan de klimaatverandering en een betere

instandhouding van de biodiversiteit.

In dit verslag wordt een reeks praktijken en ontwikkelingen in de landbouw beschreven die

de productiviteit van de landbouw aanzienlijk kunnen verhogen en bovendien bijdragen aan

de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering, en de biodiversiteit ten goede

komen. Beleid kan een grotere rol spelen in de ondersteuning van innovatie en ontwikkeling

in alle landbouwsystemen in Europa en in het gebruik van bepaalde afvalstoffen en residuen

voor energiedoeleinden.

In het verslag wordt een reeks aanbevolen opties uiteengezet voor het stimuleren van

bevorderlijke maatregelen, het beperken van onduurzame praktijken en het bevorderen van

innovatieve opties waarbij tegelijkertijd milieuwaarborgen worden gehandhaafd voor

nieuwe technologieën die onbedoelde negatieve effecten op de biodiversiteit kunnen hebben.

Page 6: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot
Page 7: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

Inhoud

1 INLEIDING .................................................................................................................................................. 1

2 KLIMAATVERANDERING EN LANDBOUW .................................................................................... 3

2.1 DE GEVOLGEN VAN DE KLIMAATVERANDERING VOOR DE EUROPESE LANDBOUW .............................. 3

2.2 HET EFFECT VAN DE EUROPESE LANDBOUW OP KLIMAATVERANDERING ............................................ 4

2.3 HOE KAN DE EUROPESE LANDBOUW BIJDRAGEN AAN ZOWEL DE MATIGING VAN ALS DE

AANPASSING AAN DE KLIMAATVERANDERING? ................................................................................................ 5

3 BIODIVERSITEIT EN LANDBOUW ...................................................................................................... 8

3.1 BIODIVERSITEIT IN DE LANDBOUWECOSYSTEMEN IN DE EU ................................................................. 8

3.2 DE EFFECTEN VAN LANDBOUWPRAKTIJKEN OP DE BIODIVERSITEIT ...................................................... 8

3.3 WAAROM IS BIODIVERSITEIT IN LANDBOUWSYSTEMEN VAN BELANG? ............................................... 10

3.4 WAT KAN ER WORDEN GEDAAN OM DE BIODIVERSITEIT OP LANDBOUWGRONDEN IN DE EU IN

STAND TE HOUDEN EN TE VERHOGEN? ............................................................................................................ 11

4 TEELTSYSTEMEN NADER BEKEKEN:GG-GEWASSEN EN GRONDSTOFFEN VOOR

BIOBRANDSTOF ............................................................................................................................................. 13

4.1 MOGELIJKE EFFECTEN VAN GG-GEWASSEN OP DE BIODIVERSITEIT IN DE EU ........... 13

4.1.1 GG-gewassen in de EU .............................................................................................................. 13

4.1.2 Wat zijn de mogelijke toekomstige effecten van GG-gewassen op de biodiversiteit in

Europa? ....................................................................................................................................................... 13

4.2 EFFECTEN VAN GRONDSTOFFEN VOOR BIOBRANDSTOFFEN OP DE BIODIVERSITEIT

15

4.2.1 De biobrandstoffenmarkt binnen de EU ................................................................................. 15

4.2.2 Gevolgen van het gebruik van biobrandstoffen voor de biodiversiteit .............................. 15

4.2.3 Beleid voor duurzamere biobrandstoffen ............................................................................... 16

5 PLANTGENETISCHE HULPBRONNEN EN BESTUIVERS NADER BEKEKEN ....................... 18

5.1 PLANTGENETISCHE HULPBRONNEN VOOR VOEDSEL EN LANDBOUW IN EUROPA 18

5.1.1 Het belang van plantgenetische hulpbronnen ....................................................................... 18

5.1.2 Instandhouding en gebruik van plantgenetische hulpbronnen .......................................... 18

5.2 HONINGBIJEN, BESTUIVERS EN BESTUIVING IN EUROPA .................................................. 19

5.2.1 Het belang van bestuivers ......................................................................................................... 19

5.2.2 De factoren die van invloed zijn op de bijen-/bestuiverspopulaties in de EU .................. 20

5.2.3 Wat is er nodig om de afname van het aantal bestuivers in Europa om te keren? ........... 20

6 AANBEVELINGEN .................................................................................................................................. 21

7 REFERENCES ............................................................................................................................................ 26

Page 8: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot
Page 9: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

1

1 INLEIDING

Er is een steeds grotere behoefte aan 'duurzame intensivering'1 van de landbouw om de

voedselzekerheid te waarborgen met het oog op de verwachte toename van de wereldbevolking naar

10 miljard mensen tegen het eind van deze eeuw. Deze studie is er voornamelijk op gericht te

onderzoeken hoe landbouw, klimaatverandering en biodiversiteit onderling met elkaar verbonden

zijn, en hoe gebruik kan worden gemaakt van het potentieel van een reeks innovatieve opties voor een

duurzamere, veerkrachtigere en efficiëntere landbouw in de EU, met minder negatieve gevolgen voor

klimaatverandering, biodiversiteit en ecosysteemdiensten2.

De belangrijkste twee factoren die van invloed zijn op de algemene vraag naar voedsel en landbouw

zijn de bevolkingsgrootte en economische groei. Een groot deel van Europa heeft tot voor kort een

aanzienlijke economische groei gekend, hetgeen een enorme weerslag heeft gehad op de consumptie

en dientengevolge ook op het milieu. De Food and Agriculture Organisation (FAO) schat dat de

wereldwijde vraag naar voedsel als gevolg van de groeiende wereldbevolking de komende 40 jaar met

ca. 70% zal toenemen, terwijl ondertussen ook de voedingsgewoonten van mensen veranderen

ADDIN REFMGR.CITE . Doordat onze maatschappijen welvarender zijn geworden, consumeren ze

ook meer verwerkt voedsel en dierlijke producten (vlees en zuivel), en produceren ze bovendien meer

afval, waardoor de vraag naar landbouwgronden groter wordt. Er zal aan de wereldwijde vraag naar

voedsel worden voldaan door een combinatie van het in productie brengen van niet voor

landbouwdoeleinden gebruikt land en het verhogen van opbrengsten. Hoewel verwacht wordt dat

deze toenemende behoefte merendeels buiten de EU zal ontstaan en zal worden vervuld, met name in

Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

granen in Oost-Europa.

De opbrengsten in de voornaamste productiegebieden in West-Europa zijn al hoog en de effecten van

de productie op het milieu zijn aanzienlijk en in sommige situaties niet duurzaam, waarbij ernstige

zorgen bestaan over de toestand van de biodiversiteit en over water en grond. Hoewel er enig

potentieel bestaat om de gewasopbrengsten in de EU te verhogen, zullen deze toenamen slechts voor

een beperkt deel duurzaam zijn en zullen ze waarschijnlijk afhankelijk zijn van nieuwe technologische

ontwikkelingen en een bredere inzet hiervan. Daarom zijn wezenlijke veranderingen in de Europese

landbouwsystemen vereist om de huidige milieueffecten te reduceren en de productie van gewassen

te verhogen, en daarnaast het hoofd te bieden aan nieuwe moeilijkheden zoals de problemen die de

klimaatverandering met zich meebrengt.

Dat wereldwijde voedselsystemen met deze ernstige uitdagingen worden geconfronteerd, duidt erop

dat ingrijpen dringend noodzakelijk is om de problemen in verband met de klimaatverandering,

afbraak van het milieu en schaarste van hulpbronnen aan te pakken, en tegelijkertijd de

voedselzekerheid te waarborgen. Aangezien de landbouw binnen een wereldwijde markt

functioneert, zal de belangrijkste uitdaging erin bestaan de productiviteit van de landbouw op

dusdanige wijze te verhogen dat de negatieve milieueffecten van de huidige landbouwsystemen

worden vermeden en weggenomen. Veranderingen in technologieën en praktijken op het gebied van

1 Duurzame intensivering: meer produceren met hetzelfde areaal en tegelijkertijd de negatieve milieueffecten

reduceren en de bijdragen aan het natuurlijk kapitaal en de stroom van milieudiensten vergroten.

2 Ecosysteemdiensten: de directe en indirecte bijdragen van ecosystemen aan het welzijn van de mens,

onderverdeeld in vier hoofdsoorten: voorzieningsdiensten (bijv. voedsel, water, brandstof); regulerende diensten

(bijv. bescherming tegen overstromingen en ziekten); ondersteunende/habitatdiensten (bijv. kringlopen van

voedingsstoffen, bestuiving, bodemvorming); en culturele diensten (bijv. recreatie, culturele, spirituele en

esthetische waarden).

Page 10: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

2

landbeheer die tot een duurzamere voedselproductie leiden, zullen een centraal onderdeel vormen

van de strategieën voor het verlagen van de druk op het landgebruik in Europa en in de landen

waarvan de EU producten importeert. De belangrijkste gedachte achter deze studie is daarom het

zorgen voor een beter begrip van de potentiële opties voor een duurzamere, veerkrachtigere en efficiëntere

landbouw in de EU, met minder negatieve gevolgen voor klimaatverandering, biodiversiteit en

ecosysteemdiensten.

Page 11: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

3

2 KLIMAATVERANDERING EN LANDBOUW

2.1 De gevolgen van de klimaatverandering voor de Europese landbouw

Veranderingen in het klimaat brengen veel uitdagingen voor de verhoging van de Europese

landbouwproductie met zich mee, en de toekomstige effecten van de klimaatverandering zullen

waarschijnlijk complex en moeilijk voorspelbaar zijn. Vaker voorkomende extreme

weersomstandigheden, aanvallen van schadelijke organismen en uitbraken van ziekten,

veranderlijkheid van het klimaat en een stijging van de gemiddelde temperatuur kunnen allemaal

zwaarder wegen dan de eventuele positieve invloeden van de hoge concentraties CO2 en de

opwarming op de opbrengsten van sommige gewassen.(EEA, 2012)

De combinatie van temperatuurstijging en veranderende patronen in de regenval zullen waarschijnlijk

de behoefte aan irrigatiewater voor de teelt van gewassen doen toenemen. Het kan lastig zijn op

langere termijn in voldoende irrigatiewater te voorzien om aan deze groeiende behoefte te

beantwoorden, met name in het zuiden en zuidoosten van Europa. In Zuid-Europa kan de teelt van

gewassen bovendien te lijden hebben onder de stijgende temperaturen, die voor de teelt in het

noorden van Europa juist gunstig kunnen zijn doordat het teeltseizoen kan worden verlengd en de

potentiële snelheid van de teelt kan worden verhoogd. Sommige van deze voordelen kunnen echter

teniet worden gedaan door naar verwachting vaker voorkomende extreme weersomstandigheden,

zoals overstromingen, die oogsten onvoorspelbaarder kunnen maken. Voorspeld wordt dat de

verandering van de temperatuur ertoe zal leiden dat de voor bepaalde gewassen geschikte omgeving

zich naar het noorden zal verplaatsen, hetgeen echter niet noodzakelijkerwijs een algemene toename

van de productiviteit tot gevolg zal hebben. De overige grote gevolgen die op dit moment voorspeld

kunnen worden, zijn de risico's die veranderende complexe bodeminteracties en schadelijke

organismen en ziekten met zich meebrengen. De klimaatverandering zal nieuwe mogelijkheden

creëren voor de verspreiding van schadelijke organismen en ziekten, waarbij het risico bestaat dat

vaker schade zal ontstaan en vaker nieuwe gebieden worden getroffen.

De klimaatverandering zal zowel bedreigingen als kansen voor de Europese landbouw met zich

meebrengen. Waarschijnlijk zijn wezenlijke veranderingen noodzakelijk om de Europese landbouw

aan te passen aan de uitdagingen die het gevolg zijn van de klimaatverandering, wat het bereiken van

duurzame intensivering - een toch al uitdagende taak - nog ingewikkelder maakt.

Tekstvak 1: De gevolgen van klimaatverandering voor het klimaat en de landbouw

Directe veranderingen in de omstandigheden voor de teelt van gewassen

Veranderingen in de beschikbaarheid van water

Veranderingen in de frequentie en ernst van extreme weersomstandigheden

Beïnvloeding van bodems en bodemprocessen

Veranderingen in de omstandigheden voor de verspreiding van schadelijke organismen en ziekten

Veranderingen in het brandgevaar

Veranderingen in de patronen van het energiegebruik

Page 12: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

4

2.2 Het effect van de Europese landbouw op klimaatverandering

De landbouw is een belangrijke nettobron van broeikasgassen in de atmosfeer. Enkele belangrijke

bronnen van broeikasgasemissies zijn koolstofdioxide door het verlies van koolstof in bewerkte

landbouwgronden, methaan van vee en mest, en distikstofoxide van het gebruik van mest, kunstmest

en externe grondstoffen voor bodems. De uitstoot van methaan en distikstofoxide vereist bijzondere

aandacht, omdat deze in veel grotere mate per eenheid bijdraagt aan de opwarming van de aarde dan

koolstofdioxide. Met name akkerbouwgronden vormen een nettobron van emissies, bijvoorbeeld via

de oxidatie van bodemkoolstof door bodemerosie of grondbewerking. Er wordt van uitgegaan dat

N2O-emissies te wijten zijn aan de cultivering van organische bodems en de mineralisering van

organische stof in de bodem als gevolg van verandering in het landgebruik en drainage

(European Commission, 2009).

Door echter akkerbouwgronden om te vormen naar grasland kunnen de netto-emissies worden

verminderd, omdat grasland grotere hoeveelheden koolstofdioxide als organische koolstof in de

bodem opbergt. Ook bestaande graslanden en veengronden bevatten grote reservoirs aan opgeslagen

koolstof die adequaat moeten worden beheerd zodat ze hun inhoud niet loslaten. Bebossing van

landbouwgronden kan eveneens zorgen voor de opname van koolstof, zowel in de bodem als in de

bomen zelf. Door de landbouw geproduceerde CO2-emissies kunnen tevens het gevolg zijn van het

gebruik van fossiele brandstoffen voor landbouwmachines, vervoer, verwarming en droging, en van

activiteiten die eerder in de keten plaatsvinden, zoals de productie van kunstmest en pesticiden, of de

vervaardiging en het onderhoud van machines.

Tekstvak 3: De effecten van cultivering en drainage op veengronden

Circa 16% van de veengronden in Europa, en in sommige lidstaten tot wel 70%, wordt op dit

moment voor landbouwdoeleinden gebruikt en wordt gedraineerd. Dit omvat een ruime

meerderheid van de veengronden in Noord- en West-Europa. Na drainage komt nog decennialang

distikstofoxide uit bewerkte veengronden vrij. In 2007 bedroegen de emissies van akkerbouw op

veengronden in de EU-27 37,5 miljoen ton CO2-equivalent, wat neerkomt op 88% van de totale

emissies van akkerland. (European Commission, 2009; Gobin et al, 2011; Schils et al, 2008).

De gevoeligheid van de landbouw voor de klimaatverandering leert ons dat het noodzakelijk is dat de

landbouw deel uitmaakt van de wereldwijde inspanning om de uitstoot van broeikasgassen te

reduceren. Er bestaat een aanzienlijk potentieel om de netto-emissies afkomstig van de landbouw te

reduceren, maar sommige van de hiervoor vereiste veranderingen zijn wellicht moeilijk te verenigen

met de doelstelling om de landbouwproductie te verhogen.

Tekstvak 2: De uitstoot van broeikasgassen

9,8% van alle broeikasgasemissies in de EU is afkomstig van de landbouw (emissies door landgebruik, verandering in landgebruik en bossen niet meegerekend)(EEA, 2012). Akkerlanden in de EU-27 stoten ongeveer 70 miljoen ton CO2 -equivalent per jaar uit. De landbouw is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de totale uitstoot van distikstofoxide en methaan.

Page 13: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

5

2.3 Hoe kan de Europese landbouw bijdragen aan zowel de matiging van

als de aanpassing aan de klimaatverandering?

Er zijn binnen de landbouwsector talrijke acties mogelijk voor de matiging van en de aanpassing aan

de klimaatverandering, waarvan een groot aantal op het niveau van landbouwbedrijven kan worden

uitgevoerd. Veel van deze acties vereisen echter collectief optreden van een aantal belanghebbenden.

Maatregelen voor matiging zijn gericht op de vermindering van de uitstoot van CO2, CH4 en N2O -

door landgebruik en bodems, door koolstof af te scheiden en te voorkomen dat het vrijkomt; door het

gebruik van machines en energie op landbouwbedrijven; door indirecte bronnen zoals de productie

van kunstmest; door de opslag, verwerking en toepassing van mest; door bodems en drainage; en

door de veehouderij. Er zijn diverse soorten beheersmethoden met mogelijke voordelen voor zowel de

matiging van als de aanpassing aan de klimaatverandering beschikbaar voor:

de sectoren die verband houden met de dierlijke productie, met inbegrip van veranderingen

in het beheer van de veestapel en in het beheer van grasland en weidegronden;

akkerlandbeheer;

veranderingen in het landgebruik en andere maatregelen in verband met land;

energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie in landbouwbedrijven en in

plattelandsgebieden;

duurzaam gebruik van water en optimale efficiëntie bij het waterverbruik, bijvoorbeeld bij

irrigatie;

overige belangrijke acties voor aanpassing; en

horizontale maatregelen.

Enkele van de belangrijkste vormen van gewasbeheer die op grotere schaal moeten worden

ondersteund en toegepast, zijn de diversificatie van de vruchtwisseling; tussenteelten, meer winterse

bodembedekkers, meer groenbemesting en minder braakland; onderzaaien en het toevoegen van

stikstofbindende gewassen aan vruchtwisselingen; tussengewassen; minimale grondbewerking; meer

gebruik van residuen van landbouwgewassen in het veld; effectieve restricties voor

landbouwactiviteiten op hellingen; reduceren of optimaliseren van het gebruik van meststoffen en

pesticiden; en precisielandbouw.

Tegelijkertijd kunnen acties worden bedacht om aanpassing van het bodemgebruik, het gebruik van

water, het gebruik van inputs en het beheer van de veestapel te bewerkstelligen. Het zal tevens

noodzakelijk zijn het toekomstige effect van de klimaatverandering op de biodiversiteit zo veel

mogelijk te beperken, en te reageren op de veranderingen als gevolg van de maatregelen voor de

matiging van de klimaatverandering. Adequate aanpassingsmaatregelen hebben de potentie om de

veerkracht van landbouwbedrijven en landbouwecosystemen te versterken en de kwetsbaarheid

ervan te verminderen. Op het niveau van de landbouwbedrijven kunnen we onderscheid maken

tussen drie hoofdtypen aanpassingsmaatregelen(OECD, 2010):

maatregelen die de kwetsbaarheid van de betreffende landbouwecosystemen en

landbouwgronden verminderen;

maatregelen die de blootstelling van een landbouwsysteem aan de effecten van

klimaatverandering, zoals droogte, zware regenval en noodweer, verminderen door middel

van risicobeheersing; en

maatregelen die de veerkracht vergroten, zowel die van ecosystemen door hulpbronnen in

stand te houden, als die van de landbouwers, om hen in staat te stellen eventuele verliezen te

kunnen opvangen.

Er wordt voorspeld dat de Europese landbouw het potentieel heeft niet-CO2-emissies (waaronder

emissies van veehouderijsystemen en het gebruik van kunstmest) tegen 2050 met 42 tot 49% te

Page 14: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

6

reduceren ten opzichte van 1990 ADDIN REFMGR.CITE (Europese Commissie, 2011). Er zijn 46

afzonderlijke acties aangewezen die ertoe kunnen bijdragen dat de landbouw deze reductie bereikt.

Sommige van deze maatregelen dragen bij aan zowel de matiging van als de aanpassing aan de

klimaatverandering, en verhogen tegelijkertijd de productiviteit op lange termijn, terwijl andere van

essentieel belang zijn voor de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering, maar de

productiviteit in meer of mindere mate zouden kunnen verlagen. Dit wordt in de onderstaande figuur

getoond:

Tekstvak 4: Potentiële synergieën en wisselwerkingen tussen aanpassing aan klimaatverandering, matiging van klimaatverandering en voedselproductie (gewijzigd diagram gebaseerd op Campbell et al. 2011)

Landbouwproductiviteit creëren,grotendeels door meer kunstmest en pesticiden te gebruiken, en door het

gebruik van hybriden en rassen met een hoge productiviteit

Voedselproductie

Aanpassing Matiging

Verbeterd watergebruik en

efficiëntie bij waterverbruik; geïntegreerde bestrijding van

schadelijke organismen;

geoptimaliseerde patronen van

gewassen

Verandering van inzaaidata;aanleg van

brandgangen en bescherming tegen

overstromingen

Invoering van buffer-

stroken; bosgebieden

Instandhouding en herstel van koolstofrijke graslanden; herstel van

watergebieden en veengronden; bebossing;

extensivering

Niet-kerende bodem-

bewerking; tussenteelten;

beheer van residuen; vrucht-

wisselingen; precisie-

landbouw

Boslandbouw

Een strategie voor het verwezenlijken van de centrale doelstelling van duurzame intensivering bestaat

erin om in eerste instantie de aandacht te richten op acties die binnen alle drie de cirkels in dit

diagram liggen – matiging van de negatieve milieueffecten, aanpassing, en verhoging van de

voedselproductie. Deze stappen zullen overal waar ze worden toegepast van voordeel zijn en kunnen

door landbouwers om puur economische redenen worden uitgevoerd, aangezien ze gunstig zijn voor

Page 15: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

7

de voedselproductie. Het is helaas onwaarschijnlijk dat enkel deze acties zullen volstaan om de

reductie in zijn geheel te bereiken. Er zijn verdere acties nodig voor het beheer van de resulterende

wisselwerkingen die zullen worden ingevoerd. Het voor dit verslag verzamelde onderzoeksmateriaal

duidt erop dat hiervoor het volgende vereist is:

een holistische benadering;

advies en steun aan landbouwers;

gecoördineerde en doelgerichte actie op landschapsniveau;

samenwerking;

meer doelgerichte onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven; en

de actieve betrokkenheid van de overheid op alle niveaus.

Page 16: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

8

3 BIODIVERSITEIT EN LANDBOUW

3.1 Biodiversiteit in de landbouwecosystemen in de EU

De biodiversiteit en de landbouwsystemen in Europa zijn nauw met elkaar verweven. Ten eerste is de

landbouw uiteindelijk afhankelijk van de ecosysteemprocessen die de productie van planten

ondersteunen, zoals bodeminstandhouding, bestuiving en beheersing van schadelijke organismen en

ziekten, en deze processen zijn mogelijk dankzij de biodiversiteit. Ten tweede zijn de meeste

bestaande habitats in Europa het resultaat van duizenden jaren van menselijke activiteiten, wat tot

vele seminatuurlijke habitats heeft geleid die voor hun bestaan afhankelijk zijn van traditionele,

extensieve landbouwpraktijken..De landbouw heeft sinds de jaren vijftig echter een ontwikkeling

doorgemaakt die geleid heeft tot de predominantie van sterk gewijzigde en vereenvoudigde

landbouwhabitats en -landschappen in een groot deel van het laagland in de EU, wat geresulteerd

heeft in het verlies van seminatuurlijke landbouwhabitats, alsmede in een aanzienlijke verdere afname

van de diversiteit en het verlies van specialistische landbouwgewassen in het grootste deel van

Europa (Poláková et al 2011).

Als gevolg daarvan zijn de landbouwsystemen met het grootste belang voor de biodiversiteit de

resterende traditionele landbouwsystemen met een lage intensiteit, die seminatuurlijke habitats in

stand houden - landbouwsystemen met een hoge natuurwaarde (HNV) - en die nog altijd ongeveer

een derde van het landbouwareaal in de EU omvatten (Oppermann et al 2012). De ernstigste

bedreiging van de diversiteit in de landbouw is in de meeste delen van de EU het voortdurende

verlies en de voortdurende achteruitgang van seminatuurlijke habitats die afhankelijk zijn van de

landbouw - de EU heeft sinds 1990 2,4% van haar seminatuurlijke landbouwgrond verloren - wat het

gevolg is van het gedeeltelijk of volledig opgeven van het landbouwkundig beheer op grond van de

lage rentabiliteit en sociale en agronomische veranderingen (EEA 2010). Veel seminatuurlijke habitats

en de daarin voorkomende planten- en dierensoorten zijn van belang voor de instandhouding in heel

Europa, en zijn daarom het onderwerp van instandhoudingsmaatregelen die getroffen worden in het

kader van de habitatrichtlijn en de vogelrichtlijn van de EU.

3.2 De effecten van landbouwpraktijken op de biodiversiteit

Landbouwpraktijken die in verband kunnen worden gebracht met intensievere en meer

gespecialiseerde landbouwmethoden, kunnen significante gevolgen hebben voor habitats en de

biodiversiteit, zowel binnen als buiten landbouwsystemen. Bepaalde landbouwpraktijken, zoals

conventionele bodembewerking, het gebruik van pesticiden, drainage en irrigatie, en het gebruik van

kunstmest, leiden bijna altijd tot een afname van de biodiversiteit, terwijl andere wisselende effecten

kunnen hebben, afhankelijk van het type ecosysteem en de intensiteit. Een optimaal begrazingsniveau

Tekstvak 5: De vermindering van de biodiversiteit

De vogelpopulaties in landbouwgebieden in Europa zijn sinds 1980 met 51% afgenomen, de

graslandvlinderpopulaties zijn in heel Europa sinds 1990 met bijna 50% afgenomen, en er is sprake

van een aanzienlijke afname van het aantal wilde bijen en hun voedergewassen.

Page 17: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

9

kan bijvoorbeeld helpen habitats in stand te houden, maar over- en onderbegrazing kan schadelijk

zijn. Veelvuldig gebruik van kunstmest, het beploegen van grasland en bodemerosie door

overbeweiding hebben tot een toename van de waterverontreiniging geleid.

Intensief gebruik van kunstmest verlaagt de diversiteit van onkruid, en heeft een sterk negatief effect

op de diversiteit van planten in veldzomen. In grasland vermindert kunstmest het aantal

plantensoorten die typerend zijn voor natuurlijke en seminatuurlijke habitats, doordat het wordt

omgevormd tot dicht begroeid, soortenarm grasland met minder insecten en andere ongewervelden,

minder voedsel voor akker- en weidevogels, en soms minder organische stof in de bodem en een

afname van de biodiversiteit. Stikstofemissies van kunstmest in water en in de lucht worden

tegenwoordig gezien als een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit, zowel op

het land als in het water.

Pesticiden hebben ook aanzienlijke gevolgen voor soorten in zoetwaterhabitats; amfibieën, de meest

bedreigde en snel in omvang afnemende groep van gewervelden in Europa, zijn bijzonder kwetsbaar

voor de giftigheid van pesticiden. Er zijn onderzoeksresultaten die er sterk op duiden dat het gebruik

van pesticiden met een breed werkingsspectrum3 een belangrijke rol heeft gespeeld in de afname van

andere planten dan gewassen, groepen ongewervelden en vogels in bebouwbare landbouwhabitats

3 Pesticiden met een breed werkingsspectrum zijn pesticiden die dodelijk of schadelijk zijn voor veel

verschillende soorten en niet alleen het (de) schadelijke organisme(n) waarvoor ze bedoeld zijn.

Tekstvak 6: Veranderingen in landbouwpraktijken die het verlies van biodiversiteit op landbouwgronden tot gevolg hebben

Afname van gemengde landbouwsystemen

Het wegnemen van de eigenschappen van een landbouwhabitat

Drainage van graslanden

Beploeging en inzaaiing

Intensieve begrazing

Vroege maaiing van gras voor het maken van kuilgras

Het gebruik van avermectines en andere geneesmiddelen tegen veeparasieten

Omschakeling van in het voorjaar gezaaide gewassen naar in de winter gezaaide gewassen

Beploeging en andere bodembewerkingsactiviteiten

Irrigatie

Tekstvak 7: Biodiversiteitsvoetafdruk buiten de EU

De EU heeft een wezenlijke invloed op de landbouwgerelateerde biodiversiteit buiten de EU,

grotendeels vanwege de import uit derde landen, die omstreeks 70% van haar behoefte aan

dierlijke voedselproducten omvat. De verbouwing van sojabonen in Brazilië en Argentinië heeft

geleid tot de omschakeling van seminatuurlijke habitats met een rijke biodiversiteit, en heeft

indirecte ontbossing veroorzaakt door de verplaatsing van veehouderijactiviteiten naar

bosgebieden. De netto-ontbossing die in verband kan worden gebracht met de import in de EU-27

van gewas- en dierlijke producten tussen 1990 en 2008 is vastgesteld op 7,4 miljoen ha, wat gelijk is

aan 4% van het beboste gebied van de EU (EC 2013).

Page 18: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

10

in een groot deel van Europa. Met name de effecten van insecticiden op bijen en andere bestuivers

baren ernstige zorgen. Vier systemische insecticiden4 mogen nu vanwege zorgen over de gevolgen

van de inzet ervan voor honingbijen en hommels twee jaar lang alleen gebruikt worden voor niet-

bloeiende gewassen, kasteelt en wintergranen.

Twee nieuwe landbouwtechnieken die van grote invloed kunnen zijn op de landbouw in de EU in de

toekomst zijn grondstoffen voor biobrandstoffen van een geavanceerde generatie en genetisch

gemodificeerde gewassen. Hun mogelijke effecten worden beschreven in paragraaf 5.

3.3 Waarom is biodiversiteit in landbouwsystemen van belang?

De afname van de biodiversiteit kan een bedreiging vormen voor de duurzaamheid van de landbouw

in bepaalde gebieden op lange termijn als gevolg van de afbraak van de ecosysteemdiensten waarvan

de landbouw afhankelijk is, zoals bodemprocessen, natuurlijke bestrijding van schadelijke organismen

en bestuiving.

Bodems zijn uiterst complexe systemen met een hoog niveau van biodiversiteit, waarvan het grootste

deel onbekend is. Het bodemleven ondersteunt de landbouwproductie doordat het plantresiduen

afbreekt en de kringloop van voedingsstoffen in stand houdt, en doordat het bijdraagt aan de

stabiliteit van de bodemstructuur, vervuilende stoffen tegenwerkt en schadelijke organismen en

ziekten in de bodem onder controle houdt. Een recente deskundigenbeoordeling toont echter aan dat

de biodiversiteit van de bodem mogelijk in bijna een kwart van de EU onder grote druk staat (Gardi

et al 2013). Dit is grotendeels te wijten aan de ernstige afbraak van organische stof in de bodem in het

grootste deel van het bebouwbare land in Europa.

Onderzoek toont bovendien aan dat de natuurlijke biologische bestrijding van schadelijke

organismen, ziekten en onkruid op de bebouwbare landbouwgronden in heel Europa in gevaar wordt

gebracht door het gebruik van insecticiden en het gebrek aan uitwijkhabitats en plantaardige stoffen

voor de duurzame instandhouding van de populaties ongewervelden (Geiger et al 2010).

4 De neonicotinoïde pesticiden imidachlopride, clothianidine, thiamethoxam en de fenylpyrazole pesticide

fipronil

Tekstvak 8: Schadelijke organismen, ziekten en onkruid, en hun natuurlijke vijanden

Diversiteit van schadelijke organismen, ziekten en onkruid vormt uitdagingen voor de

landbouwproductie in Europa en kan zonder adequaat beheer de vernietiging van opbrengsten tot

gevolg hebben. Een voorbeeld hiervan is de stengelboorder, een schadelijk insect dat mais aantast

door de planten te verzwakken, de korrelkwaliteit te verlagen en schimmelinfecties te bevorderen.

Ziekten kunnen worden veroorzaakt door schimmels, virussen, bacteriën en/of andere

ziekteverwekkers en kunnen worden overgedragen via water, wind, de bodem, plantaardig

materiaal, insecten of andere dieren. Voorspeld wordt dat de klimaatverandering en

klimaatschommelingen voor meer verliezen in de landbouw als gevolg van schadelijke organismen

en ziekten zullen zorgen, met name in Zuid-Europa.

Onkruid vormt uitdagingen voor het beheer van bijna alle gewassen en kan aanzienlijke verliezen

van gewasopbrengsten tot gevolg hebben. Bij elk gewas zijn enkele hardnekkige onkruidsoorten

Page 19: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

11

Bestuiving door dieren is belangrijk of cruciaal voor de productie van veel gewassen.

Gedomesticeerde honingbijen zijn belangrijke bestuivers in gebieden waar bijenhouders actief zijn,

maar van even groot belang zijn wilde bestuivers, zoals wilde bijen, vliegen, vlinders en motten. Het

aantal bestuivers neemt echter af in de EU, zoals beschreven in paragraaf 6. In die paragraaf wordt

bovendien de situatie van een ander belangrijk element van de diversiteit in de landbouw in de EU

beschreven - plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen voor voedsel en de landbouw.

Het stoppen en omkeren van het verlies van biodiversiteit en ecosysteemdiensten in

landbouwhabitats in de EU en in habitats die onder invloed staan van landbouwactiviteiten, is van

levensbelang als de EU de doelstellingen in verband met de instandhouding van de natuur van de

biodiversiteitsstrategie 2020 en het Verdrag inzake biologische diversiteit wil verwezenlijken.

3.4 Wat kan er worden gedaan om de biodiversiteit op landbouwgronden in

de EU in stand te houden en te verhogen?

Er is een groot aantal landbouwpraktijken en acties in Europa waarvan is aangetoond dat ze de

biodiversiteit op het niveau van het landbouwbedrijf en het veld verhogen. Veel van deze nuttige

praktijken komen in aanmerking voor steun in het kader van milieuregelingen voor de landbouw5

binnen de programma's voor plattelandsontwikkeling van de lidstaten. Biodiversiteitsvriendelijke

landbouwpraktijken zijn onder andere:

de bescherming en instandhouding van seminatuurlijke landbouwhabitats zoals graslanden,

en van de eigenschappen van landbouwgronden die habitats bieden, zoals brede heggen,

muurtjes zonder cement en terrassen, sloten en vijvers;

5 Milieuregelingen voor de landbouw zijn subsidies die bedoeld zijn om landbouwers aan te moedigen

milieuvriendelijkere en duurzamere landbouwpraktijken toe te passen die zorgen voor de instandhouding van de

biodiversiteit, landschappen en andere natuurlijke hulpbronnen.

verantwoordelijk voor de ergste problemen, en geïntegreerde onkruidbeheersingssystemen zijn er in

feite op gericht de diversiteit van onkruid te vergroten, zodat dominante onkruidsoorten in toom

worden gehouden. Enkele gangbare weideonkruidsoorten zijn giftig voor vee.

Gelukkig worden de meeste inheemse soorten schadelijke organismen, ziekteverwekkers en

onkruidsoorten gegeten, met ziekten bedreigd en besmet door een grote verscheidenheid aan

roofvijanden, parasitoïden, parasieten en ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen, insecten,

andere ongewervelden, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Deze worden 'natuurlijke

vijanden' genoemd en hun functie voor de bestrijding van schadelijke organismen noemen we

natuurlijke biologische bestrijding. In ecosystemen die ecologisch intact zijn, zorgen natuurlijke

vijanden ervoor dat populaties schadelijke organismen beperkt blijven. In monoculturen van

gewassen kunnen populaties schadelijke organismen sneller groeien dan hun natuurlijke vijanden,

tenzij de natuurlijke vijanden in staat zijn te overleven met alternatief voedsel of gastheren in of nabij

het veld en zich vervolgens snel genoeg naar het gewas verplaatsen om de populatie schadelijke

organismen onder controle te houden. Natuurlijke vijanden hebben uitwijkhabitats en alternatieve

prooien nodig op onkruid en in veldzomen; van bijzonder belang zijn bloemen met veel nectar en

stuifmeel als alternatief of aanvullend voedsel.

Page 20: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

12

de totstandbrenging en het beheer van veldzomen, vruchtwisselingen, stukjes braakland en

braakvelden, en stoppelakkers van gewassen, zodat deze voortplantingshabitat en voedsel

(bijv. bloemen en zaden) voor wilde organismen bieden; en

de vermindering en de aanpak van het gebruik van kunstmest, pesticiden en irrigatie, zodat

deze minder negatieve gevolgen hebben voor wilde organismen.

Een voorbeeld is de aanleg van veldzomen en bufferstroken. Bufferstroken beschermen waterlopen

tegen de afspoeling van pesticiden en de overwaaiing van spuitnevel, kunnen bodemerosie

verminderen en de wateropnamecapaciteit verbeteren. Als ze worden beheerd met het oog op

biodiversiteit, kunnen ze bovendien de diversiteit van planten verhogen en zorgen voor meer

voedselbronnen voor bestuivers, andere insecten en vogels, en zodoende de vogel- en

bestuiverpopulaties in stand houden. Bufferstroken kunnen daarnaast de gevoeligheid voor

schadelijke organismen en ziekten reduceren, doordat ze de natuurlijke biologische bestrijding in

stand houden en de broeikasgasemissies verlagen, omdat het gebruik van kunstmest en pesticiden

vermindert als de natuurlijke biologische bestrijding wordt verbeterd, en de planten in de zomen

kunnen bovendien koolstof opslaan.

Onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat milieuregelingen voor de landbouw ten goede komen aan

de rijkdom en overvloed van soorten op zowel bebouwbare grond als grasland in heel Europa (Bátary

et al 2010), maar momenteel niet voldoende zijn om de teruggang van de biodiversiteit op de

landbouwgronden in Europa om te keren omdat de reikwijdte gering is en ze onvoldoende

doelgericht zijn (Merckx et al 2009). Milieuprogramma's voor de landbouw moeten beter worden

afgestemd op de aard van de landschappen van de gebieden waar ze ten uitvoer worden gelegd en op

de soortengroepen die moeten worden gestimuleerd om significante voordelen voor de biodiversiteit

te behalen.

De ruimtelijke schaal waarbinnen biodiversiteit in de landbouw tot stand moet worden gebracht,

moet aanzienlijk worden uitgebreid, en de efficiëntie en doeltreffendheid van maatregelen moet

worden verbeterd om te zorgen voor een bloei van de biodiversiteit in zowel het platteland in ruime

zin als beschermde gebieden ADDIN REFMGR.CITE (Poláková et al, 2011). In een studie werd

bijvoorbeeld geschat dat Duitsland actieve beheersmaatregelen in ten minste 15% van zijn gebruikte

landbouwareaal nodig heeft om de teruggang van soorten op landbouwgronden om te keren en

waardevolle habitats in landbouwgebieden te handhaven. Deze maatregelen zouden onder meer

bestaan uit het herstel en de instandhouding van semi-natuurlijke landschappen, de extensivering van

10% van zijn intensief grasland en de toewijzing van 7% van zijn bebouwbare grond en grasland aan

landbouwgrondeigenschappen(Hampicke, 2010).

Page 21: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

13

4 TEELTSYSTEMEN NADER BEKEKEN:GG-GEWASSEN EN

GRONDSTOFFEN VOOR BIOBRANDSTOF

Twee technologische innovaties die van grote invloed kunnen zijn op de Europese

landbouwproductie in de toekomst, waaronder ook de voetafdruk ervan in de rest van de wereld, zijn

gewassen voor de productie van biobrandstoffen en genetisch gemodificeerde gewassen. We

beschikken over bepaalde onderzoeksgegevens om een schatting te maken van de huidige en

potentiële toekomstige effecten van deze teeltsystemen en om negatieve effecten tegen te gaan, maar

er bestaat ook veel onzekerheid rondom de voorspelling van deze effecten.

4.1 MOGELIJKE EFFECTEN VAN GG-GEWASSEN OP DE BIODIVERSITEIT IN DE EU

4.1.1 GG-gewassen in de EU

Genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) zijn dieren- of plantensoorten waarbij met behulp van

voortplantingstechnologie een of meer genen in het genoom zijn ingevoegd. Zodoende is het mogelijk

genen van niet-verwante soorten in te voegen die over bepaalde gunstige eigenschappen beschikken.

GG-gewassen kunnen worden ontworpen met het oog op bepaalde agronomische, economische,

voedselkundige of milieuvoordelen. Er bestaan echter ook potentiële risico's voor het milieu. In

Europa zijn momenteel slechts twee GG-gewassen toegestaan om te worden geteeld: insectresistente

Bt-mais (MON810) en de aardappel Amflora met gemodificeerd zetmeel. Deze gewassen worden op

relatief kleine schaal geteeld. Nieuwe genetisch gemodificeerde eigenschappen, genen en gewassen

die in het kader van kleinschalige proeven zijn ontwikkeld, maar die nog niet zijn goedgekeurd voor

commercieel gebruik, zijn gewassoorten die diverse voordelen bieden op het gebied van

voedingswaarde of industriële toepassingen, zoals een eenvoudigere omschakeling naar

biobrandstoffen, of een verhoogde tolerantie voor invloeden vanuit het milieu, zoals vorst, droogte of

de aanwezigheid van zout. Het lijkt door een gebrek aan overeenstemming tussen de EU-lidstaten

echter onwaarschijnlijk dat de nieuwe GG-gewassen waarvoor goedkeuring is aangevraagd in de

komende tien jaar in de EU worden toegestaan.

4.1.2 Wat zijn de mogelijke toekomstige effecten van GG-gewassen op de

biodiversiteit in Europa?

Het is onmogelijk algemene uitspraken te doen over de consequenties voor de biodiversiteit,

aangezien GGO's een zeer breed spectrum omvatten, met eigenschappen en mogelijke invloeden die

sterk van elkaar verschillen. De voordelen voor de biodiversiteit van de op dit moment voor de EU

relevante GG-gewassen, zoals een beperkter gebruik van insecticiden met een breed

werkingsspectrum en een bredere inzet van systemen zonder bodembewerking, zijn hoofdzakelijk

aangetoond door onderzoeksmateriaal dat afkomstig is van Noord- en Zuid-Amerika, en kunnen

anders uitpakken voor de situatie in de EU. Er is ook onderzoek dat erop duidt dat sommige

bestaande GG-gewassen ongunstige effecten hebben op de biodiversiteit, zoals hybridisering met

verwante wilde soorten, de ontwikkeling van resistentie bij schadelijke organismen en onkruid, en het

verlies van biodiversiteit door intensievere verbouwingspraktijken. Onderzoek afkomstig uit de VS en

andere delen van de wereld kan ter informatie dienen voor de beoordeling en analyse van risico's,

maar elke GG-soort moet in de specifieke lokale omstandigheden van de Europese teeltsystemen

worden geëvalueerd (EFSA 2010). Een aantal regeringen in de EU heeft ervoor gekozen het

voorzorgsbeginsel te volgen en tegen het gebruik van GGO's te pleiten. Acht lidstaten hebben een

Page 22: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

14

nationaal verbod op het verbouwen van GG-gewassen ingevoerd op grond van bezorgdheid over de

effecten op de biodiversiteit.

In het grootste deel van de EU is het verbouwen van GGO's voor commerciële doeleinden tot dusver

slechts op zeer kleine schaal toegepast. Indien de teelt van GG-gewassen in Europa in omvang

toeneemt, zal deze waarschijnlijk ook een grotere verscheidenheid aan GG-eigenschappen van een

nieuwe generatie omvatten dan de soorten die op dit moment in vergelijkbare regio's worden

verbouwd, waarnaar nog heel weinig onderzoek is verricht. Daarom is het moeilijk voorspellingen te

doen over de balans van risico's en voordelen voor de biodiversiteit van een grootschaliger gebruik

van GGO's in Europa.

Indien op langere termijn wordt vastgesteld dat op GGO gebaseerde teeltsystemen op langere termijn

stabiel zijn en tegelijkertijd in staat zijn een blijvend hoger opbrengstniveau te realiseren dan

conventionele gewassen zonder nadelige milieueffecten, dan ontstaat het vooruitzicht dat de druk om

het landbouwareaal uit te breiden kan worden beperkt en kan er meer land beschikbaar komen voor

de instandhouding van de biodiversiteit. Heden is echter onduidelijk of op GGO gebaseerde

teeltsystemen in Europa een dergelijke rol kunnen spelen, en het is te vroeg om te concluderen dat de

biodiversiteit op deze manier kan worden bevorderd. Belangrijke factoren die met het oog op de

biodiversiteit in ogenschouw genomen moeten worden, zijn de kans op en de gevolgen van

hybridisering en het risico van invasieve wilde populaties6 met tolerantie voor milieu-invloeden.

6 Wilde populatie: een populatie van een plantensoort die zich zelfstandig verspreidt buiten het akkerland zelf (d.w.z. in

veldzomen, bermen, braakland enz.).

Tekstvak 9: Mogelijke routes voor genenstroom van GG-gewassen in Europa in de

toekomst

Een van de belangrijkste milieurisico's van GG-gewassen is het risico dat genenstroom naar wilde

gewassenpopulaties of met gewassen verwante wilde soorten tot ofwel problemen met invasieve

planten ofwel het verlies van waardevolle wilde genetische diversiteit leidt. Het is bekend dat

genenstroom van veel van de in Europa geteelde gewassen al van invloed is op met deze gewassen

verwante wilde soorten. Als GG-koolzaad op grote schaal in de EU geteeld werd, zou dit

waarschijnlijk leiden tot het ontstaan van wilde GG-koolzaadpopulaties en wilde hybride gewassen,

maar het is niet duidelijk of dit schade voor de biodiversiteit tot gevolg zal hebben, omdat de

effecten variëren afhankelijk van de GG-eigenschap en mogelijk pas na jaren merkbaar zijn.

Genenstroom van tarwe, suikerbieten, gras en boomsoorten is ook te verwachten.

Page 23: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

15

4.2 EFFECTEN VAN GRONDSTOFFEN VOOR BIOBRANDSTOFFEN OP DE

BIODIVERSITEIT

4.2.1 De biobrandstoffenmarkt binnen de EU

De belangrijkste stimulans voor het gebruik van biobrandstoffen in de EU is de in de richtlijn

hernieuwbare energie vastgestelde doelstelling om het aandeel hernieuwbare energie in de

vervoerssector in elke lidstaat te verhogen naar 10% tegen 2020. Op dit moment is vloeibare

biobrandstof de voornaamste optie om de doelstelling te bereiken, dat wil zeggen bio-ethanol en

biodiesel vervaardigd door de verwerking van plantaardig materiaal of afvalproducten van voedsel.

In de huidige biobrandstoffenmarkt van de EU spelen conventionele biobrandstoffen die gemaakt

zijn van voedsel en voedergewassen een overheersende rol. Koolzaadolie domineert in de

biodieselmarkt met een omvang van bijna de helft van het totale verbruik, en suikerbieten, tarwe,

mais en suikerriet domineren in de ethanolmarkt. Sinds enige tijd zijn geavanceerde biobrandstoffen,

of biobrandstoffen van de "tweede generatie", in opkomst. Hoewel deze nog niet als zodanig voor

commerciële doeleinden zijn gebruikt, wordt over het algemeen verwacht dat het gebruik ervan in

2020 economisch haalbaar zal zijn.

4.2.2 Gevolgen van het gebruik van biobrandstoffen voor de biodiversiteit

Biobrandst

offen

Grondstoffen

Bio-ethanol EU: tarwe, suikerbieten of mais

Buiten de EU: suikerriet, mais

Geavanceerde biobrandstoffen: Hoge grassen (bijv. Miscanthus, kanariegras,

vingergras); hakhout met korte omlooptijd (bijv. wilg, populier); en gewasresten (bijv.

stro)

Biodiesel EU: koolzaad, zonnebloem, afvalproducten (bijv. gebruikte bak- en braadolie en talg)

Buiten de EU: soja, jatropha en palmolie

Tekstvak 10: Totaal verbruik van biobrandstoffen in de EU

Het totale verbruik van biobrandstoffen in de EU bedroeg in 2010 bijna 13 miljoen ton olie-equivalent

(Mtoe), wat neerkomt op 4,27% van het totaal aan voor vervoer gebruikte energie.

Tekstvak 11: Internationale gevolgen

Palmolieplantages in Zuidoost-Azië worden vaak beschouwd als belangrijke veroorzakers van de

verdwijning van bossen en het verlies van biodiversiteit. Naar schatting 27% van de

palmaanplantingen verdringt delen van regenwouden met veenrijke bodems in Maleisië, en 56%

van de palmaanplantingen in Indonesië ging ten koste van het groenblijvende tropische

laaglandregenwoud met een hoge biodiversiteit (Campbell and Doswald 2009). In Brazilië vormt

de productie van ethanol een van de belangrijkste economische drijfveren voor de uitbreiding van

suikerriet dat de Braziliaanse Cerrado, 's werelds meest biodiverse savanne, binnendringt.

Page 24: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

16

De vraag naar voedsel- en voedergewassen voor de productie van conventionele biobrandstoffen voor

gebruik in de EU zal tot een significante toename van de vraag naar land leiden. Een belangrijke bron

van zorgen in verband met het gebruik van biobrandstoffen is de omschakeling van natuurlijke of

seminatuurlijke ecosystemen, ofwel voor de productie van de grondstoffen voor biobrandstoffen zelf

(d.w.z. directe veranderingen in het landgebruik), ofwel voor de productie van andere gewassen die

door biobrandstoffen zijn verdrongen (d.w.z. indirecte veranderingen in het landgebruik). Extra land

zou beschikbaar kunnen komen via de omschakeling van seminatuurlijke gebieden, via

landbouwgronden die al voor productie worden ingezet (doordat bestaande vormen van productie

worden verdrongen), of via het gebruik van marginaal of aangetast land.

Volgens een schatting zal 3 tot 8% van de seminatuurlijke vegetatie in de EU tegen 2020 verloren zijn

gegaan ten opzichte van 2000 als gevolg van de verdringing van graslanden en akkerbouw (Hellmann

& Verburg 2010). Er wordt echter van uitgegaan dat 50% van de productie van biobrandstoffen buiten

de EU zal plaatsvinden. Algemeen gesproken vormt de omschakeling van natuurlijk of seminatuurlijk

land naar landbouw een van de meest significante bedreigingen voor de biodiversiteit wereldwijd, en

deze omschakeling vindt overigens steeds vaker plaats – de doelstelling van de EU inzake

biobrandstoffen kan tot een wereldwijde toename van akkerland van 1,73 naar 1,87 miljoen ha leiden

(Laborde 2011). Schattingen lopen uiteen naargelang verschillende modelleringsbenaderingen, met

name ten aanzien van het gebruik van nevenproducten van biobrandstoffen7 en

opbrengstontwikkelingen. Vast staat echter dat indirecte veranderingen in het landgebruik door de

vraag naar biobrandstoffen in de EU een reëel en concreet probleem vormen dat gevolgen heeft voor

de wereldwijde biodiversiteit, voedselprijzen, toegang tot land, maar ook andere sociale en

milieueffecten.

Grondstoffen voor geavanceerde biobrandstoffen zoals hakhout van wilgen of Miscanthus-gras

kunnen voordelen voor de biodiversiteit opleveren in vergelijking met akkerbouwgewassen. Het is

echter te vroeg om de algehele gevolgen voor de biodiversiteit van productie op commerciële schaal

van gewassen voor biobrandstoffen te kunnen beoordelen, omdat veel zal afhangen van de habitats

die worden vervangen, het beheer, en de schaal en locatie van de aanplantingen. Bovendien hebben

studies naar de gevolgen voor de biodiversiteit nog geen aandacht besteed aan de cumulatieve

effecten van grote ontwikkelingen en regionale concentraties van monoculturen van gewassen voor

biobrandstoffen die noodzakelijk zullen zijn om grote energiecentrales te bevoorraden.

4.2.3 Beleid voor duurzamere biobrandstoffen

In het kader van de richtlijn hernieuwbare energie van de EU zijn duurzaamheidscriteria voor

biobrandstoffen voor de EU ingevoerd, met als doel te voorkomen dat habitats met een rijke

biodiversiteit en gebieden met een hoge koolstofopslagcapaciteit worden omgeschakeld naar

akkerland om grondstoffen voor biobrandstoffen te verbouwen. Hoewel de criteria van groot belang

zijn als eerste stap in het beperken van de gevolgen van de biobrandstoffenindustrie, vormen deze

maatregelen geen beperking van de risico's in verband met indirecte veranderingen in het

landgebruik. De indirecte gevolgen, die voortkomen uit een keten van verdringingseffecten, worden

momenteel in het kader van de duurzaamheidsregeling van de richtlijn niet in kaart gebracht, laat

staan beheerst, hoewel ervan wordt uitgegaan dat deze een ernstig risico vormen. De in de richtlijn

vastgestelde duurzaamheidscriteria zullen waarschijnlijk weinig of geen effect hebben op wereldwijde

landbouwsystemen als gevolg van de verdringing van voedsel- en diervoedergewassen naar

gebieden die belangrijk zijn voor de biodiversiteit en/of de opslag van koolstof, en de

7 zoals perskoeken van de productie van biodiesel en gedroogde spoeling van de productie van bio-ethanol.

Page 25: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

17

biobrandstoffensector buiten Europa. Om effect te hebben moet het beleid gericht zijn op een groter

aantal landbouwproducten en een grotere groep landen.

Een oplossing die als concept en mogelijk ook in politiek opzicht ongecompliceerd lijkt, is de

uitfasering van volumedoelstellingen voor conventionele biobrandstoffen in de EU. Waar

volumedoelstellingen hun nut hebben bewezen door een aanzienlijke opschaling van de productie

van biobrandstoffen van de eerste generatie teweeg te brengen, blijken ze inflexibel met het oog op de

noodzaak om te reageren op aangetoonde uitdagingen zoals indirecte veranderingen in het

landgebruik en alle daarmee samenhangende gevolgen. Daarom moeten dergelijke doelstellingen

worden vervangen door emissiereductiedoelstellingen voor brandstofleveranciers en geleidelijk

strengere CO2-normen voor voertuigen op langere termijn.

Page 26: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

18

5 PLANTGENETISCHE HULPBRONNEN EN BESTUIVERS NADER

BEKEKEN

Twee cruciale elementen van de biodiversiteit die het fundament vormt voor duurzame landbouw

zijn bestuivers – zowel honingbijen als wilde bestuivers – en plantgenetische hulpbronnen voor

voedsel en landbouw. Beide worden om tal van redenen in Europa bedreigd, zoals hieronder

beschreven.

5.1 PLANTGENETISCHE HULPBRONNEN VOOR VOEDSEL EN LANDBOUW IN

EUROPA

5.1.1 Het belang van plantgenetische hulpbronnen

De genetische diversiteit binnen gewassen en verwante soorten speelt een belangrijke rol voor de

landbouw om in staat te kunnen zijn tot aanpassing aan de klimaatverandering, tot weerstand tegen

nieuwe schadelijke organismen en ziekteverwekkers, en tot productie van variëteiten met een hoge

opbrengst onder verschillende omstandigheden. De aanhoudende afbraak of vernietiging van

plantgenetische diversiteit vermindert echter het aantal opties voor plantenteelt, en het aantal opties

voor toekomstige generaties om verschillende gewassen te gebruiken, om zich aan te passen aan de

klimaatverandering en om te zorgen voor voldoende en voedzaam voedsel voor allen. De FAO

waarschuwt dat de voedselzekerheid in de wereld wordt bedreigd, omdat we de genetische

diversiteit van onze gewassen en met gewassen verwante wilde soorten niet in stand houden, en schat

dat sinds 1900 wereldwijd driekwart van de diversiteit van onze gewassen verloren is gegaan (FAO

2010).

Plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw (PGRFA) omvatten een groot aantal

verschillende gewassen en wilde planten, waaronder moderne gewasvariëteiten, teeltlijnen en

genetische rassen, verouderde variëteiten, ecotypes, landrassen en met gewassen verwante wilde

soorten, alsook onkruidachtige rassen en primitieve vormen van gewassen.

5.1.2 Instandhouding en gebruik van plantgenetische hulpbronnen

Het is van essentieel belang dat het beleid van zowel de EU als de lidstaten de huidige bedreiging van

de Europese PGRFA erkennen en dat wordt ingezien dat beleid een cruciale bijdrage kan leveren aan

de aanpak van de uitdagingen die gepaard gaan met de duurzame intensivering van de

voedselproductie. Er moet worden erkend dat de diversiteit van plantgenetische hulpbronnen een

noodzaak is, en er moet een hogere prioriteit aan worden gegeven om de instandhouding ervan te

waarborgen. Hoewel Europa circa 500 genenbanken heeft die ex situ8 2 miljoen soorten in stand

houden, houden zij niet effectief het niveau van diversiteit in stand dat hedendaagse plantenkwekers

nodig hebben, wordt ten minste 11,5% van de Europese met gewassen verwante wilde soorten

bedreigd (Bilz et al 2011), is er geen schatting van het percentage traditionele, door landbouwers

geteelde landrassen9 dat in stand wordt gehouden, en is er geen duurzame instandhouding in situ10 of

8 Instandhouding ex situ betekent de instandhouding van componenten van biologische diversiteit buiten hun

natuurlijke habitats, bijvoorbeeld in genenbanken of botanische tuinen.

9 Landrassen zijn unieke gewasvariëteiten die zich via een proces van selectie door de landbouwer hebben

aangepast aan de lokale omstandigheden.

Page 27: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

19

op het landbouwbedrijf van de biodiversiteit in verband met gewassen in Europa (Maxted et al 2012).

Daarom is het noodzakelijk dat beleidsmatig wordt ingegrepen om een verbeterde instandhouding

en inzet te ondersteunen.

Het tweede globale actieplan van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen

voor voedsel en landbouw (ITPGRFA) omvat overeengekomen prioritaire plannen en acties om de

diversiteit van genetische hulpbronnen te beschermen en te zorgen voor de duurzame

totstandbrenging van verbeterde variëteiten door plantenteelt. De huidige uitdagingen voor de

instandhouding en het gebruik van PGRFA en de behoeften van de toekomstige generaties vergen een

geïntegreerde, veelzijdige benadering die voortbouwt op de initiatieven van alle belanghebbenden

en gebaseerd is op versterkte samenwerking en de uitwisseling van kennis.

5.2 HONINGBIJEN, BESTUIVERS EN BESTUIVING IN EUROPA

5.2.1 Het belang van bestuivers

Bestuivers zorgen voor de voortplanting en vruchtzetting van veel gewassen en wilde planten door

stuifmeel van de ene naar de andere bloem te brengen, en maken zodoende gewasopbrengsten en de

overdracht van genen binnen en tussen populaties van plantensoorten mogelijk, waardoor de

genetische diversiteit in stand blijft. In Europa staan meer dan 150 gewassoorten en 80% van de

Europese wilde plantensoorten onder directe invloed van bestuiving door insecten voor vrucht- en

zaadzetting, met inbegrip van een groot aantal fruit- en groentesoorten, industriële gewassen, zaden

en noten, kruiden en veevoedergewassen. Voor de meeste gewassen die door dieren bestoven moeten

worden, zijn bijen de belangrijkste bestuivers, waaronder de gewone honingbij en wilde soorten zoals

angelloze bijen, hommels en solitaire bijen.

Er is wereldwijd al enkele decennia sprake van een abnormale vermindering van zowel het aantal

honingbijen als het aantal wilde bijen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het verlies van

bestuivers in Europa economische gevolgen heeft voor de productie van voedsel en ecologische

gevolgen voor wilde plantensoorten. Bovendien zijn we voor een veelzijdige en evenwichtige

voedselvoorziening sterk afhankelijk van zowel honingbijen als wilde bestuivers, wat leidt tot de

conclusie dat de sterfte van bestuivers kan leiden tot evenwichtstekorten en gebreken in ons

voedingspatroon in de toekomst.

10 Instandhouding in situ betekent de instandhouding van ecosystemen en natuurlijke habitats en de

instandhouding en het herstel van levensvatbare populaties in hun natuurlijke omgeving en, in geval van

gedomesticeerde of gecultiveerde soorten, in de omgeving waarin zij hun onderscheidende eigenschappen

hebben ontwikkeld.

Page 28: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

20

5.2.2 De factoren die van invloed zijn op de bijen-/bestuiverspopulaties in de EUDe

huidige kennis gaat ervan uit dat de afname door een groot aantal factoren wordt veroorzaakt,

waarbij de frequentie, ernst en snelheid van de sterfte van bijenvolken naargelang de omstandigheden

verschillen. Belangrijke negatieve invloeden en veroorzakers van de sterfte van bijenvolken die met

substantieel wetenschappelijk onderzoek zijn aangetoond, zijn: schadelijke organismen en

ziekteverwekkers, in het bijzonder Varroa destructor (die in combinatie met ziekten in heel Europa een

belangrijke veroorzaker van de sterfte van wintervolken is); landbouwpraktijken, waaronder het

gebruik van pesticiden, toegenomen fragmentatie en verlies van habitat, afname van de kwaliteit van

stuifmeel, en een gebrek aan voedselbronnen, diversiteit en kwaliteit als gevolg van de intensivering

van grasland en akkerland; en slechte bijenteeltpraktijken, waaronder het gebrek aan genetische

diversiteit van honingbijen (AFSSA 2008, Europees Parlement 2011). Er is minder onderzoek verricht

naar de oorzaken van de afname van het aantal wilde bijen, maar deze zijn naar verwachting

ongeveer gelijk.

Tussen veel van deze factoren bestaat een verband of een wisselwerking, wat de precieze oorzaken

van de bijensterfte nog moeilijker te begrijpen maakt. Onderzoek naar neonicotinoïde pesticiden duidt

er bijvoorbeeld op dat deze producten op zichzelf niet noodzakelijkerwijs wezenlijke gevolgen

hebben, maar de weerstand tegen schadelijke organismen verlagen, waardoor de combinatie van

beide factoren voor bijen een aanzienlijke bedreiging vormt (bijv. Alaux et al 2010). De effecten van

wisselwerkingen zouden bijna net zo groot kunnen zijn als de effecten van elke veroorzaker op zich.

Controle en rapportage, en het vinden van oorzaken en oplossingen zijn lastig, omdat de

bijenteeltsector sterk gefragmenteerd is, en de meeste bijenhouders hobbyisten zijn. In de meeste

lidstaten worden nu echter controlesystemen ingevoerd, en er zijn belangrijke nieuwe

onderzoeksprogramma's in aantocht.

5.2.3 Wat is er nodig om de afname van het aantal bestuivers in Europa om te

keren?

De afname van het aantal honingbijen wordt veroorzaakt door de wisselwerking van velerlei factoren,

wat betekent dat een reeks maatregelen nodig is die gezamenlijke acties vereisen van overheden,

bijenhouders, landbouwers, de farmaceutische industrie en onderzoekers. In de erkenning dat deze

uiteenlopende factoren om ingrijpen vragen, zijn twee specifieke acties te noemen: (1) lokale teelt met

het oog op varroaresistentie, die noodzakelijk is aangezien de huidige methoden voor

varroabestrijding niet werken vanwege weerstand en de hoge kosten, en (2) de uitbreiding van het

aantal bloemen voor bestuivers in landbouwgebieden. De hoeveelheden stuifmeel en nectar in

landbouwgebieden zijn aanzienlijk afgenomen, wat de belangrijkste oorzaak is voor de afname van de

populaties wilde bestuivers. Milieumaatregelen in de landbouw kunnen landbouwers stimuleren om

op grotere schaal stukjes seminatuurlijke habitats op akkerland te beschermen en veldzomen met veel

bloemen voor bijen aan te leggen.

Tekstvak 12: Economisch belang van bestuivers

Er is berekend dat bestuivers van invloed zijn op de opbrengst van 35% van de voedselproductie in

Europa (per gewicht) en de economische waarde van de voedselproductie op basis van door dieren

bestoven gewassen wordt geschat op 15 miljard euro per jaar (Europees Parlement, 2011).

Page 29: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

21

6 AANBEVELINGEN

De onderling verbonden uitdagingen van de klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit

leiden tot de conclusie dat indien we de landbouwproductie uitbreiden door middel van

intensivering, dit op duurzame wijze moet worden bereikt, rekening houdend met behoeften in

verband met het klimaat en de biodiversiteit in de EU en elders. Het begrip 'duurzame intensivering'

is bedacht voor het beschrijven van deze dubbele uitdaging van het enerzijds verhogen van de

productiviteit van landbouwgrond om meer voedsel te produceren, en anderzijds meer

milieudiensten met het oog op de klimaatverandering. Er zijn in Europa substantiële veranderingen in

landbouwsystemen nodig om de bestaande milieuachterstand te verminderen en om het hoofd te

bieden aan nieuwe schadelijke invloeden, zoals de gevolgen van de klimaatverandering. Er zijn ook

veranderingen in consumptiepatronen (met name een afname van de vleesconsumptie) en een grotere

inspanning op termijn om voedselverspilling te verminderen nodig. EU-beleid, waaronder het GLB en

het Europees Innovatiepartnerschap (EIP) voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw, moet

een sleutelrol spelen in de vergroting van de reikwijdte, het tempo en de doeltreffendheid van

maatregelen. Dergelijke maatregelen zouden kunnen bestaan uit stimulansen voor klimaatbestendig

en biodiversiteitsvriendelijk beheer van akkerland, het doeltreffend gebruik van beleidsinstrumenten

zoals regelgeving om onduurzame praktijken te voorkomen en belangrijke ecosystemen en hun

biodiversiteit te beschermen, en financiering om onderzoek naar en toepassing van innovatieve

beheersmogelijkheden te bevorderen.

Hieronder volgen aanbevolen prioritaire opties voor het duurzaam verhogen van de productiviteit in

de landbouw en tegelijkertijd het ondersteunen van essentiële maatregelen voor de aanpassing aan en

matiging van de klimaatverandering in verband met de landbouw en voor de instandhouding van de

biodiversiteit. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op een evaluatie van de implicaties van de

onderlinge samenhangen tussen de klimaatverandering en de landouw, en tussen de landbouw en de

biodiversiteit, en houden rekening met het potentieel voor het gebruik van een reeks innovatieve

opties voor het op duurzame wijze verhogen van de productiviteit in de landbouw.

Opties die adequate stimulansen bieden voor klimaatbestendig en

biodiversiteitsvriendelijk beheer door landbouwers

Maatregelen bevorderen die de aanpassing aan en matiging van de klimaatverandering ten goede komen en

significante schade aan de biodiversiteit vermijden, en bovendien economisch voordelig zijn voor landbouwers in

de EU

Een sterkere klimaatdimensie in het GLB vanaf 2014, maar ook in toekomstige perioden, met

inbegrip van programma's voor plattelandsontwikkeling. Landbouwers moeten worden

gestimuleerd om adequate maatregelen vast te stellen en uit te voeren om efficiënter om te

gaan met de hulpbronnen water, bodem, energie en afval.

Doordachte, doelgerichte en onder toezicht gehouden milieuregelingen voor de landbouw,

maar ook andere stimulerende maatregelen, kunnen de biodiversiteit en de aanpassing aan de

klimaatverandering ten goede komen. Enkele voorbeelden zijn verbeterde vruchtwisselingen,

geïntegreerd beheer van onkruid en schadelijke organismen, tussengewassen, een beter

nutriëntenbeheer, niet-kerende bodembewerking, onbewerkte bloemrijke bufferstroken, en

een verminderde dierdichtheid.

Overheidsfinanciering moet ertoe bijdragen dat landbouwers die maatregelen voor de aanpassing aan

en matiging van de klimaatverandering nemen hindernissen voor het nemen van deze maatregelen

overwinnen waar noodzakelijk via een bescheiden tegemoetkoming in de initiële investeringskosten

Page 30: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

22

en opstartkosten, met name in de veehouderij, waar minder directe voordelen voor de productiviteit

bestaan. Veel van de vereiste maatregelen hebben grotere voordelen als ze worden gepland voor en

toegespitst op een grotere schaal dan het afzonderlijke landbouwbedrijf. De verordening inzake

plattelandsontwikkeling bevat steunmaatregelen die kunnen bijdragen aan de bevordering en de

financiering van de noodzakelijke planning en toespitsing van langetermijnmaatregelen op

landschapsniveau door de verstrekking van financiering aan lokale partnerschappen, facilitators en

adviesverlenende diensten.

De bescherming en het beheer van seminatuurlijke landbouwhabitats, en de economische levensvatbaarheid van

de landbouwsystemen die hen in stand houden, versterken

Dit vereist een combinatie van extra steun aan en investering in traditioneel beheer naast de

ontwikkeling van nieuwe benaderingen en aanpassing aan veranderende sociaaleconomische

omstandigheden.

Steun en advies moet worden toegespitst op landbouwsystemen die Natura 200011-habitats

en -soorten in stand houden en herstellen, zowel binnen Natura 2000-gebieden als

daarbuiten, in het bijzonder wanneer ze tegen Natura 2000-gebieden liggen of hiervoor als

buffer fungeren.

Voor een doeltreffende matiging van de klimaatverandering en de instandhouding van de

biodiversiteit zal het noodzakelijk zijn hoge productie in enkele beperkte gebieden te

stoppen, onder meer door veengronden opnieuw te bevochtigen en graslanden te

extensiveren.

De lidstaten kunnen gebruikmaken van het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid om

maatregelen te ontwikkelen die landbouw met een hoge natuurwaarde bevorderen, door het

ondersteunen van adequaat beheer van waardevolle seminatuurlijke habitats op landbouwgronden en

door minder directe maatregelen die waarde toevoegen aan producten van landbouw met een hoge

natuurwaarde, teneinde de economische en sociale duurzaamheid te verbeteren en te voorkomen dat

landbouwactiviteiten worden opgegeven. Acties voor het herstel en de oprichting van seminatuurlijke

landbouwsystemen moeten worden ondersteund door beleidsmaatregelen waarmee de wezenlijke

ecosysteemdiensten die deze verlenen, worden erkend, door overheidssteun nadrukkelijker te

verbinden met de verlening van ecosysteemdiensten, via analysen van ecosystemen, strategische

multifunctionele planning van landgebruik en -beheer, regelingen inzake betaling voor

ecosysteemdiensten en verbeterde controle.

2. Opties die onduurzame praktijken in Europa beperken

Zorgen voor naleving van de nitratenrichtlijn en andere EU-wetgeving die milieubedreigingen beperkt

Een beter beheer van de stikstofkringloop op akkerland zal in aanzienlijke mate ten goede

komen aan de biodiversiteit, broeikasgasemissies verminderen en de waterkwaliteit

verbeteren. Dit vereist een consistenter en rigoureuzer ingrijpen in de hele EU voor een

evenwichtig gebruik van kunstmest12, een verbeterd beheer van gewassen en mest; eiwitarm

11 Natura 2000 is een kader van EU-wetgeving inzake natuurbehoud (met inbegrip van de vogelrichtlijn en de

habitatrichtlijn) dat belangrijke habitats en soorten beschermt, waaronder een EU-breed netwerk van beschermde

gebieden.

12 d.w.z. een zodanig gebruik van kunstmest dat de gewasopbrengsten niet worden verminderd, maar wel de

stikstofverliezen worden gereduceerd tot minder dan 50 mg NO3-l-1

Page 31: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

23

diervoeder; en een verbeterde opslag van mest. Opbrengsten kunnen worden gehandhaafd

terwijl de vervuiling wordt verminderd.

Druk uitoefenen om ambitieuze doelstellingen voor de vermindering van het gebruik van pesticiden vast te

stellen en om de geïntegreerde bestrijding van schadelijke organismen volledig uit te voeren

De lidstaten hebben op dit moment geen ambitieuze doelstellingen voor de reductie van

pesticiden vastgesteld in het kader van de richtlijn inzake een duurzaam gebruik van

pesticiden. In het nieuwe kader van het GLB zijn bedrijfsadviseringsdiensten echter verplicht

landbouwers van advies te voorzien over geïntegreerde bestrijding van schadelijke

organismen, waarmee de biodiversiteit in aanzienlijke mate kan worden bevorderd.

Randvoorwaarden13 van het GLB gebruiken om te zorgen voor de bescherming en het beheer van elementen van

landbouwgrond die ten goede komen aan de biodiversiteit en de aanpassing aan de klimaatverandering

Ervoor zorgen dat de lidstaten meer flexibiliteit gebruiken om de eisen inzake GLMC in

het nieuwe randvoorwaardenstelsel van het GLB vast te stellen, teneinde de bescherming

en het beheer van permanent grasland, aanpalende bufferstroken en

landbouwgrondeigenschappen, alsmede de efficiëntie van het water- en stikstofgebruik te

verbeteren.

3. Innovatieve opties bevorderen voor een productieve, klimaatbestendige landbouw die

ten goede komt aan de biodiversiteit, en tegelijkertijd milieuwaarborgen in stand

houden voor nieuwe technologieën

Ervoor zorgen dat investering in innovatie gericht is op gebieden met een groot potentieel en lacunes in de

kennis, met een combinatie van opbrengstverhoging en duurzaamheidsdoelstellingen

Bestaande stromen van vervroegde opbrengst moeten beter worden geïntegreerd met

innovatieve praktijken die de schadelijke milieueffecten van landbouw met een hoge

opbrengst beperken Het Europees Innovatiepartnerschap voor productiviteit en

duurzaamheid in de landbouw biedt een mogelijkheid om meer middelen te verzamelen en

aan deze prioriteit toe te wijzen. Onderzoekers moeten zich daarnaast richten op extensievere

systemen, via onder meer onderzoek naar methoden om de opbrengst in biologische

landbouwsystemen te verhogen.

De ontwikkeling van productiesystemen die de grootste voordelen voor tegelijkertijd de

voedselproductie, de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, verbeterde

efficiëntie van het gebruik van hulpbronnen, en de instandhouding van de biodiversiteit,

zoals precisielandbouw, paludicultuur14 op opnieuw bevochtigde veengronden en bepaalde

vormen van boslandbouw, biedt.

Het doelgericht ontwerp van groene infrastructuur om de verbondenheid en

ecosysteemdiensten in landbouwgebieden te herstellen.

Milieuwaarborgen, onderzoek en evaluatie van de mogelijke negatieve effecten van nieuwe technologieën

Er bestaan omvangrijke mogelijkheden voor de productie van geavanceerde

biobrandstoffen uit afval en resten in Europa, maar er is een nieuw beleidskader nodig om

13 Randvoorwaarden zijn een reeks normen die goede landbouw- en milieupraktijken vaststellen op

landbouwgrond in de EU

14 Duurzame landbouwproductie op veengronden die opnieuw zijn bevochtigd

Page 32: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

24

deze te kunnen benutten. Er zullen adequate milieuwaarborgen nodig zijn om schadelijke

indirecte effecten te voorkomen, zoals effecten die verband houden met de verdringing

van stro en andere gewasresten die nodig zijn om bodemkoolstof in velden vast te houden.

Nieuwe biologisch onbekende gewassen die via zowel genetische modificatie als nieuwe

plantenteelttechnieken worden geproduceerd, moeten zorgvuldig worden onderzocht om

potentiële milieu- en agronomische effecten te kunnen vaststellen. In de nabije toekomst zal

een groot aantal eigenschappen en gewassen van een nieuwe generatie beschikbaar zijn. Deze

gewassen kunnen gunstig dan wel schadelijk zijn voor de biodiversiteit, afhankelijk van hun

eigenschappen en beheer.

Ervoor zorgen dat de plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw (PGRFA) beter worden gebruikt

en in stand worden gehouden

Structureel bevorderen van de diversiteit van plantgenetische hulpbronnen in elke schakel

van het plantenteeltproces. In het Horizon 2020-programma hogere prioriteit geven aan

onderzoek naar plantgenetische hulpbronnen voor een meer biodiverse basis van gewassen

die beter zijn aangepast aan de klimaatverandering.

Een Europees netwerk oprichten van genetische reserves in situ voor aan gewassen verwante

wilde soorten en locaties waar binnen landbouwbedrijven landrassen in stand worden

gehouden, ondersteund door een Europees actieplan voor de instandhouding van aan

gewassen verwante wilde soorten.

Een meer gecoördineerd geïntegreerd systeem van een Europese genenbank oprichten dat

telers van gewassen voorziet van actuele of vooruitziende karakterisering en evaluatie van in

stand gehouden plantgenetische hulpbronnen, en meer online beschikbare informatie in

samenhang met betere wederzijdse samenwerking tussen genenbanken.

Meer directe financiële steun verstrekken voor onderzoek naar de aanpak van de talrijke factoren die de afname

van het aantal honingbijen en wilde bestuivers veroorzaken

Overheidsfinanciering is dringend noodzakelijk om de talrijke factoren die de afname van het

aantal honingbijen en wilde bestuivers veroorzaken aan te pakken. Het feit dat er niet één

factor aan te wijzen is als oorzaak van de bijensterfte, mag niet als reden worden gebruikt om

niet in te grijpen.

Er is een geïntegreerd antwoord vereist met gezamenlijke maatregelen van overheden,

bijenhouders, landbouwers, de sector van landbouwchemicaliën en onderzoekers.

Specifieke prioritaire acties omvatten: uitbreiding van de kennis over de risico's die worden

gevormd door neonicotinoïde en andere systemische pesticiden; maatregelen om de teelt met

het oog op varroaresistentie uit te breiden en de beschikbaarheid van betere

behandelmethoden te verbeteren; en maatregelen die de beschikbaarheid van bloemen voor

bestuivers in landbouwgebieden vergroten.

4. Opties voor de vermindering van de negatieve externe effecten van de Europese

landbouw en de import van biobrandstoffen

De inspanningen van de EU om op termijn haar wereldwijde milieuvoetafdruk in verband met voedsel, voeder

en bio-energie te reduceren, intensiveren, door de vraag van consumenten naar voor het milieu duurzaam

voedsel te stimuleren

De EU speelt een belangrijke rol in intergouvernementele initiatieven voor de ontwikkeling

van wereldwijde milieubeginselen en overeenkomsten voor voedsel-, vezel- en

Page 33: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

Interacties tussen klimaatverandering en landbouw en tussen biodiversiteit en landbouw

25

energieproductie, en kan daarnaast doelgerichte vrijwillige en private

milieucertificeringsregelingen en -producten bevorderen.

Wat biobrandstoffen betreft is ingrijpen vereist om de indirecte effecten van de

veranderingen in landgebruik in verband met biobrandstoffen aan te pakken, en zijn

bovendien geschikte duurzaamheidsnormen voor de grondstoffen nodig. De bevordering

van geavanceerde biobrandstoffen op basis van afval en resten zou samen met

milieuwaarborgen om schadelijke indirecte effecten te voorkomen ertoe bijdragen de

negatieve gevolgen te overwinnen van het overmatige vertrouwen van de EU op

conventionele biobrandstoffen.

Bevorderen van bedrijfsinterne productie van diervoeder die de biodiversiteit en de

aanpassing aan de klimaatverandering ten goede komt, zoals gewassystemen van

leguminosen die geen hoog niveau van pesticidengebruik vereisen, waarmee tevens de

milieukosten in verband met de import van diervoeder kunnen worden vermeden.

'Land sparing'-strategieën versus 'land sharing'-strategieën en verder onderzoek zodat de

compromissen voor biodiversiteit en landbouwproductie op zowel wereldwijd als EU-niveau beter in

kaart kunnen worden gebracht en beleid hierop kan worden afgestemd.

Page 34: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

STOA - Evaluatie van wetenschappelijke en technische opties)

26

7 REFERENCES

Alaux,C., Brunet,J.-L., Dussaubat,C., Mondet,F., Tchamitchan,S., Cousin,M., Brillard,J.,

Baldy,A., Belzunces,L.P. & Le Conte,Y. (2010) Interactions between I microspores and a

neonicotinoid weaken honeybees (Apis mellifera). Environmental Microbiology, No 12, pp774-

782.

Batáry, P, Báldi, A, Kleijn, D and Tscharntke, T (2010) Landscape-moderated biodiversity

effects of agri-environmental management: a meta-analysis. Proceedings of the Royal Society B

Biological Sciences, No 278, (1713) pp1894-1902.

Bilz, M, Kell, S P, Maxted, N and Lansdown, R V (2011) European Red List of Vascular Plants.

IUCN Regional Office for Europe. Publications Office of the European Union, Luxembourg.

Campbell, A and Doswald, N (2009) The impacts of biofuel production on biodiversity: A review of

the current literature. UNEP-WCMC, Cambridge, UK.

EEA (2010) EU 2010 Biodiversity Baseline. EEA Technical Report No 12/2010, European

Environment Agency, Copenhagen.

EEA (2012) Climate change, impacts and vulnerability in Europe 2012. An indicator-based report.

EEA Report No12/2012, European Environment Agency, Copenhagen.

EFSA (2010) EFSA Guidance on the environmental risk assessment of genetically modified

plants. EFSA Journal, No 8, (11) 1879.

European Commission (2009) The role of European agriculture in climate change mitigation.

Commission Staff Working Document, SEC(2009) 1093 final, 23.7.2009b, European

Commission, Brussels.

European Commission (2011) Roadmap to a resource efficient Europe. Communication from the

Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social

Committee and the Committee of the Regions, COM(2011) 571, 20.9.2011a, European

Commission, Brussels.

European Commission (2013) The impact of EU consumption on deforestation: Comprehensive

analysis of the impact of EU consumption on deforestation. Study funded by the European

Commission DG ENV and undertaken by VITO, IIASA, HIVA and IUCN NL. Views or

opinions expressed in this report do not necessarily represent those of IIASA or its National

Member Organizations, European Commission DG Environment,

http://ec.europa.eu/environment/forests/impact_deforestation.htm.

European Parliament (2011) Report on honeybee health and the challenges of the beekeeping sector.

Committee on Agriculture and Rural Development Report. Rapporteur: Csaba Sándor

Tabajdi. 2001/2108(INI), European Parliament, Brussels.

FAO (2010) The State of the World's Plant Genetic Resources for Food and Agriculture. Food and

Agriculture Organisation of the United Nations, Rome.

Gardi, C, Jeffery, S and Saltelli, A (2013) An estimate of potential threats levels to soil

biodiversity in EU. Global Change Biology, No 19, (5) pp1538-1548.

Geiger, F, Bengtsson, J, Berendse, F, Weisser, W W, Emmerson, M, Morales, M B, Ceryngier, P,

Liira, J, Tscharntke, T, Winqvist, C, Eggers, S, Bommarco, R, Pärt, T, Bretagnolle, V,

Plantegenest, M, Clement, L W, Dennis, C, Palmer, C, Oñate, J J, Guerrero, I, Hawro, V, Aavik,

T, Thies, C, Flohre, A, Hänke, S, Fischer, C, Goedhart, P W and Inchausti, P (2010b) Persistent

negative effects of pesticides on biodiversity and biological control potential on European

farmland. Basic and Applied Ecology, No 11, (2) pp97-105.

Gobin, A, Campling, P, Janssen, L, Desmet, N, van Delden, H, Hurkens, J, Lavelle, P and

Berman, S (2011) Soil organic matter management across the EU - best practices, constraints and

trade-offs. Final Report for the European Commission, DG Environment. Technical Report -

2011 - 051, European Communities, Luxembourg.

Page 35: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

PE 513.514

ISBN: 978-92-823-5094-2

DOI: 10.2861/40361

CAT: BA-03-13-494-NL-N

Dit is een publicatie van het

Directoraat voor effectbeoordeling en Europese toegevoegde waarde

Directoraat-generaal voor parlementaire onderzoeksdiensten

Europees Parlement

Page 36: Technologische opties voor het voeden van 10 miljard mensen - … · 2014-09-10 · Afrika, is een zekere toename in de productie binnen de EU reëel, met name met betrekking tot

PE 513.514

CAT BA-03-13-494-NL-N

ISBN 978-92-823-5094-2

DOI 10.2861/40361

Dit is een publicatie van het Directoraat voor effectbeoordeling en Europese toegevoegde waarde Directoraat-generaal voor parlementaire onderzoeksdiensten, Europees Parlement