svhelios.nlsvhelios.nl/attachments/article/1297/Voetbal Technisch Beleidsplan... · Web viewHet...

114
VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 1 versie 1 – 9 oktober 2016

Transcript of svhelios.nlsvhelios.nl/attachments/article/1297/Voetbal Technisch Beleidsplan... · Web viewHet...

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

InhoudH1. Voorwoord

H2. Organisatiestructuur

H3. Technische organisatie jeugdvoetbal

1. Inleiding2. Mini-pupillen

2.1 Aanvallen2.2 Verdedigen2.3 Omschakelen

3. F-pupillen3.1 Aanvallen3.2 Verdedigen3.3 Omschakelen

4. E-pupillen4.1 Aanvallen4.2 Verdedigen4.3 Omschakelen

5. D-pupillen5.1 Aanvallen5.2 Verdedigen5.3 Omschakelen

6. C-junioren6.1 Aanvallen6.2 Verdedigen6.3 Omschakelen

7. B-junioren7.1 Aanvallen7.2 Verdedigen7.3 Omschakelen

2 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

8. A-junioren8.1 Aanvallen8.2 Verdedigen8.3 Omschakelen

9. Eisen waaraan elke jeugdtraining voor jeugdspelers moet voldoen10. De verschillende fases van een training11. Speelwijze SV Helios jeugd12. Indelingsproces SV Helios13. Kaders samenstelling voorlopige indeling:14. Opleiding, werving en beoordeling technische kader

1. Opleiding2. Werving trainers selectieteams3. Beoordeling trainers selectieteams

15 Functieprofielen algemeen1. Taakomschrijving TC2. Taakomschrijving coördinator3. Taakomschrijving leider4. Taakomschrijving coach5. Taakomschrijving trainer6. Wat een leider/coach/trainer verder weten moet7. Taakomschrijving scout

Bijlage 1: afspraken meetrainen met een hoger team

Bijlage 2: afspraken (uit)lenen van /aan ander team

Bijlage 3: gedragsregels spelers en ouders

Bijlage 4: standaard coach termen

3 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

H1. Voorwoord

SV Helios wil zich profileren als een dynamische voetbalvereniging met een goede balans tussen prestatiegericht en recreatief uitoefenen van de voetbalsport.

In dit technische beleid komt de uiteindelijke visie die we als club willen realiseren tot uiting. We moeten daarbij als leidraad nemen dat de club alleen een gezonde doorstroom kan bewerkstelligen als er vanaf de basis, dus F-teams eenduidig gewerkt wordt aan de speelstijl en ontwikkeling. Dit geldt voor het spelsysteem maar ook voor de manier van coaching en opleiding, waar spelvreugde centraal staat. Door verantwoorde trainingsmethodes op tactisch, technisch, mentaal en sociaal gebied is het ons streven om de individuele speler naar een hoger plan te brengen. Het beleid zal er dan uiteindelijk in resulteren dat alle teams op een zo hoog mogelijk of passend niveau uitkomen. Zo zal er doorlopend gekeken worden naar de ontwikkeling van spelers en trainers.

Het beleid verwijst naar speelwijze, ontwikkeling en spelvreugde. Deze combinatie is de formule voor succes. Teams die met plezier en passie het spelletje spelen boeken vaak de beste resultaten.

Sv Helios staat bekend als een vereniging met veel aandacht voor het jeugdvoetbal. Omdat Sv Helios veel waarde hecht aan een transparant beleid is er voor gekozen om een Technisch Beleidsplan voor het jeugdvoetbal te schrijven en te implementeren binnen alle gelederen van de vereniging.

In dit Technisch Beleidsplan Jeugdvoetbal vormt de leidraad binnen het jeugdvoetbal van sv Helios. Het vormt een handvat voor een ieder binnen Sv Helios Voetbal, het geeft aan waar we me bezig zijn en hoe we hier mee bezig zijn. Het streven is om dit Technisch Beleidsplan Jeugdvoetbal Sv Helios binnen alle lagen van de organisatie ten uitvoering te brengen, op deze manier draagt iedereen bij aan het behalen van de algemene opleidingsdoelstellingen van sv Helios. Om rekening te houden met alle belangen binnen de vereniging is het wenselijk om goede afspraken te maken. Hiermee zal de balans tussen club, team en individueel belang op volgorde van prioriteit in evenwicht zijn rekening houdend met de individuele talenten.

4 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Het is het streven om een ieder op eenduidige wijze te werk laten gaan om jeugdvoetballers op ieders niveau kwalitatief en vooral met heel veel plezier op te leiden.

Het plan dient als leidraad gezien te worden; omstandigheden kunnen er altijd voor zorgen dat er vanaf geweken kan worden. Niet alle omstandigheden zullen in het plan zijn verwerkt maar ervaringen kunnen door de TC worden meegenomen in de overweging om het plan te verbeteren.

Indien het plan niet voorziet in een omstandigheid of indien er verschil van inzicht is mbt de inhoud van het plan dan is de TC voorbehouden daarin te beslissen, rekening houdend met de organisatiestructuur.

Aan dit beleidsplan zijn enkele producten gekoppeld:

Het opleidingsplan scheidsrechters Het opleidingsplan jeugdkeepers Meisjes- en vrouwenvoetbal bij Sv Helios De speelwijze per leeftijdscategorie

8 mei 2023, Deventer

De Technische Commissie

H2. Organisatiestructuur

5 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

H3. Technische organisatie jeugdvoetbal

6 versie 1 – 9 oktober 2016

Voorzitter jeugd commissie

Coordinator A/B Junioren

Leider A1

Leider A2

Leider B1

Leider B2

Leider B3

Coordinator C Junioren

Leider C1

Leider C2

Leider C3

Leider C4

Coordinator D Junioren

Leider D1

Leider D2

Leider D4

Coordinator E/F Pupillen

Leider E1

Leider E2

Leider E3

Leider E4

Leider E5

Leider E6

Leider F1

Leider F2

Leider F3

Leider F4

Leider F5

Leider F6

Leider F7

Leider F8

F-jes

Coordinator Meisjes

Leider MC1

Leider MD1

Leider D3

Leider ME1

Leider E7

Leider E8

Coordinator Dames

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/20171. Inleiding

Het technisch jeugdbeleid van SV Helios is gebaseerd op de KNVB-visie: 'voetballen leer je door te voetballen'. Onderstaand is kort weergegeven wat onder deze KNVB-voetbalvisie wordt verstaan. Het gaat bij het leren voetballen om op een kindvriendelijke –of kind volgende en pedagogisch verantwoorde- manier spelers het spel (beter) te leren spelen. Jeugdspelers hebben plezier in het voetballen als hun ontwikkelingsmogelijkheden op het juiste moment en de juiste wijze worden aangesproken. Spelers hebben er lol in als je ze voetbaltaken geeft die ze ook daadwerkelijk aankunnen. Want ze zijn gaan voetballen omdat ze voetballen zo leuk vinden; dat is scoren, aanvallen, verdedigen en omschakelen. Niks meer en niks minder. Het (beter) leren voetballen van (jeugd)spelers gebeurt dicht bij het voetballen zelf en sluit aan bij de drie teamfuncties in een wedstrijd: aanvallen, verdedigen en omschakelen. Oefeningen in het passen, dribbelen, passeren, schieten, het maken van schijnbewegingen, het uitvoeren van een sliding, enz. Moeten bij herhaling en in wisselende spelsituaties - waarin de relatie naar de echte wedstrijd kan worden gelegd - worden uitgevoerd. De spelers moeten maximaal in de gelegenheid worden gesteld om deze voetbalhandelingen te oefenen zonder onnodige onderbrekingen en wachttijden (z.g. filevorming). Voetballen leer je door te voetballen. De leerbaarheid van het spel wordt vergroot door het voetbal voor jonge spelers te vereenvoudigen en overzichtelijker te maken: 4 tegen 4 en 7 tegen 7 in plaats van 11 tegen 11. Het gevolg is kleinere velden en doelen en het vereenvoudigen van de regels. Hoe jonger de spelers zijn, hoe groter uiteraard de verschillen met het voetbal voor volwassenen. Rekening houdend met de leeftijdskenmerken van de deelnemers en hun specifieke behoefte wordt dit uitgewerkt per leeftijdscategorie.

Het jeugdvoetballeerproces is als volgt weer te geven:

7 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

Hieronder wordt uitleg gegeven over de doelstellingen, algemene uitgangspunten en dominante voetbalhandelingen per leeftijdscategorie.

2.1 Mini-pupillen (o.6 – o.7)

Het in verenigingsverband laten ‘voetballen’ van deze kinderen wil niet zeggen dat er voetbalspel te zien is. Een sterk relativeren van hoe het spel gespeeld moet worden en over welke handelingen spelertjes moeten beschikken is hier op zijn plaats. De bal, daar gaat het om en daar is iedereen druk mee bezig. Het is als een soort magneet die alle aandacht naar zich toe trekt en waar niemand weerstand aan kan bieden. Typeringen voor het spel van deze categorie zijn in dat verband ‘een zwerm bijen’ en ‘kluitjesvoetbal’. Geen reden om hier iets anders van te willen maken, het hoort zo. Vraag is dan of er helemaal niets te beïnvloeden valt. Welzeker, binnen het gegeven dat het om de bal draait, dat het binnen een afgebakend veld moet gebeuren, dat de bal niet met de handen gespeeld mag worden en dat er 2 doelen zijn waarbij in het ene gescoord kan worden en waarbij in het andere scoren voorkomen moet worden, valt het nodige te leren. Vooral onder het motto: ‘al doende, leert men’. De doelstelling voor deze leeftijdscategorie luidt dan ook:

- Het leren beheersen van de bal

2.1.1 AanvallenHet gaat om het ontwikkelen van aanvallende handelingen met het doel om tot scoren te komen.

2.1.2 Algemene uitgangspunten

8 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Het ervaren wat een bal is, wat een bal doet, wat de speler met de bal kan doen en welke richting de bal op moet. Het gaat er om de bal in het doel van de tegenpartij te krijgen. ‘Probeer hem daarheen te trappen, te dribbelen, te drijven’.

2.1.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet proberen te controleren van de bal, het dribbelen en het (weg) trappen van de bal zijn de meest voor de hand liggende handelingen voor deze categorie. Enig inzicht in de bedoeling en richting van het spel is noodzakelijk

2.2.1 VerdedigenHet gaat om het ontwikkelen van verdedigende handelingen met het doel de tegenpartij het scoren te beletten

2.2.2 Algemene uitgangspuntenHet ervaren om de bal af te pakken, welke kant de bal op moet en waar het eigen doel is, zijn belangrijke ingrediënten.

2.2.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenBal afpakken, schot blokkeren, tegenstander achterna zitten, inhalen en tot staan brengen zijn de handelingen die er toe doen. Ook hierbij wordt een beroep gedaan op een basaal inzicht in de bedoeling en de richting van het spel.

2.3.1 OmschakelenDeze doelstelling heeft bij mini-pupillen niet zozeer te maken met het feit dat een team de bal verliest of terugwint. Maar het gaat veel meer om het verliezen of winnen van de bal van de individuele speler. Het maakt niet zoveel uit voor welk team iemand aan de bal is, of voor wel team er gedribbeld, of getrapt wordt. Het gaat erom dat je aan de bal bent, eigen team of tegenpartij het maakt niet zo veel uit. Alleen, als het goed is, gaat de bal bezittende speler richting doel tegenpartij. Omschakelen betekent dan ook zo snel als mogelijk weer in de buurt bij de bal komen en het liefst aan de bal zijn.

2.3.2 Algemene uitgangspuntenBij omschakelen gat het erom zo snel mogelijk weer een bijdrage te kunnen leveren in aanvallende of verdedigende acties. Dit manifesteert zich door zo snel mogelijk weer betrokken te zijn bij het of de bal richting doel tegenpartij te krijgen of de tegenstanders te hinderen in hun aanvallende aspiraties.

2.3.3 Relevante en dominantie voetbalhandelingen

9 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Voor het geld dat er zo snel mogelijk weer deelgenomen aan het ´gevecht ´om de bal wanneer de bal getrapt, gedribbeld is. Achter de bal aanrennen, het spel (de bal) volgen, de bal willen hebben, de bal richting doel tegenpartij verplaatsen door trappen, dribbelen in ruwe vorm en allerhande veelal zeer ongecontroleerd voetbaldeelgenomen handelingen vormen het beeld van deze categorie. Ervaren van alle bovengenoemde handelingen door deel te nemen aan het nog grove spelidee (aanvallen en verdedigen).

10 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

3. F-pupillen (o.8 – o.9)

Eigenlijk is dit de eerste ´voetbal´ categorie. Kinderen van deze leeftijd hebben met de grilligheid van de bal kennis gemaakt. Weten dat het uiteindelijk om scoren gaat en dat er heel wat voor nodig is om de keeper van de tegenpartij te passeren en de wedstrijd te winnen. Inmiddels is de wekelijkse wedstrijd 7 tegen 7 met 2 keepers over een half speelveld in de breedte. Het spel kenmerkt zich nog door veel individueel handelen. Waarbij wel duidelijk wordt dat de bal het middel is om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Door de grote maat van het doel en de aanwezigheid van een keeper wordt er meer een beroep gedaan op schieten, mikken, kijken waar de keeper staat er dergelijke. Er wordt al meer als ´team´. Spelers die liever meer achter dan voor spelen en andersom. En ook keepers komen zich melden. Vanuit welke motieven is nog niet altijd even duidelijk. Meestal verandert er nog wel het een en ander. De doelstelling voor de categorie luidt:

- Het doelgericht leren handelen met de bal

3.1.1 AanvallenNa de ontdekkingsreis van wat de bal is en wat je er allemaal mee kunt (of nog niet kunt) gaat het bij de F-pupillen vooral om bepaalde bedoelingen na te streven. Het gaat dan nog niet om teamdoelen, maar veelal om de individuele beleving en dat vertalen naar de spelbedoeling. De bal wordt bewust naar het ‘vijandelijke’ gedirigeerd. Tegenstanders tracht men met de bal voorbij te lopen (schijnbewegingen zijn vaak nog niet aan orde). Er wordt gericht op doel geschoten. Soms loopt een medespeler nog in de weg, maar er is geen onderling duel binnen het team meer.

Het besef van verschillende kleuren shirts wordt zichtbaar. Het individueel handelen in het aanvallen krijgt hoe langer hoe meer richting. In het ontwikkelen van een groter arsenaal aanvallende handelingen (en meer gevoel voor positie, richting, moment en snelheid) krijgt de rol van de tegenpartij/tegenstander als voorwaarde steeds meer betekenis.

3.1.2 Algemene uitgangspunten

11 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Het gaat om het winnen van de wedstrijd. De bal moet naar het doel van de tegenpartij om te kunnen scoren. De eerste contouren van een teamorganisatie worden zichtbaar: spelers die van achteruit de bal redelijk naar voren kunnen trappen (de eerste ruimtewinst is gemaakt) en spelers die meer gericht zijn op het creëren van schietkansen (vooral voor zichzelf) en het scoren. Opmerkingen als: ‘diepte voor breedte’ zijn in deze fase overbodig. Het gaat per definitie naar voren. Het resultaat is dat aanvallen veelvuldig strandt in de voeten van een tegenstander, dat de bal vaak over de zij- of doellijn (vaak niet tussen de doelpalen) wordt geschoten en struikelen over de bal door te gehaast of te snel willen handelen. Kortom een continu proces van vallen en opstaan, trial en error.

3.1.3 Relevante en dominantie voetbalhandelingenDribbelen, aan- en meenemen, passen en schieten krijgen meer betekenis door het meer afgestemd taken op de bedoeling die wordt nagestreefd. Door het beter leren omgaan met de tijd- en ruimtelijke factoren positie, richting, moment en snelheid begint het aanvallende handelen hoe lang hoe doelgerichter te worden. De rol en de betekenis van de medespelers blijft voorlopig nog van ondergeschikt belang. Wel wordt soms het tempo naar beneden gebracht en even ingehouden om bewust de tegenstander op een tempoversnelling te trakteren. De eerste schijnacties worden zichtbaar. De bal is nog steeds waar de meeste aandacht naar uit gaat, maar nu al worden verschillen in opbouwers en ‘afmakers’ duidelijk.

3.2.1 VerdedigenVerdedigende handelingen worden ontwikkeld binnen wedstrijden 7 tegen 7 en trainingen. Hoe langer hoe meer gaat het besef groeien dat ook het voorkomen van

12 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017doelpunten een belangrijke voorwaarde is om succes te hebben. Het gaat hierbij dan vooral nog om het handelen van de individuele speler die een schot blokkeert, de weg naar het doel afschermt, of een tegenstander met bal een andere richting dan naar het doel dwingt. Alles in het besef dat er geen doelpunten weggegeven moeten worden. Belangrijk punt van aandacht voor de F-pupillen is het stapje voor stapje ontwikkelen van verdedigende handelingen binnen de spelregels. Dus volgens de regels leren de tegenstander af te stoppen en de bal af te pakken. Vooral het meedoen van alle spelers in deze teamfunctie kan bij tweedejaars F-pupillen aandacht krijgen.

3.2.2 Algemene uitgangspuntenOok hier gaat het om het willen winnen van de wedstrijd. De bal mag niet in het eigen doel en getracht wordt om de bal in bezig te krijgen. Allemaal meedoen in het verdedigen is een eerste aanwijzing. Niet allemaal tegelijk aanvallen zonder rekening te houden met het kunnen verliezen van de bal hoort hier ook bij: wat er precies verdedigd moet worden en wat het voorkomen van doelpunten precies inhoudt geeft richting aan het op een nuttige wijze ontwikkelen van verdedigende handelingen. Dus eerst het doel afschermen, tussen de bal en het eigen doel proberen de bal terug te veroveren en alle daarbij behorende handelingen.

3.2.3 relevante en dominante voetbalhandelingenDe verdedigende handelingen zullen zich vooral ontwikkelen door het besef dat het eigen doel verdedigd moet worden en hoe de bal van de tegenstander kan worden afgepakt. Daarnaast zal er meer betekenis wordt gegeven aan het positie kiezen in het verdedigen, dus waar sta je goed, welke richting moet de tegenstander aan de bal worden opgedwongen, wanneer moet je toehappen en hoe snel moet je dit doen?

3.3.1 OmschakelenF-pupillen moeten zoveel mogelijk betrokken zijn op wat er met en rondom de bal gebeurt. Het omschakelen van aanvallen naar verdedigen en omgekeerd moet zo snel en effectief mogelijk gebeuren. Niet in termen van een perfecte uitvoering van alle daarbij noodzakelijke handelingen maar wel in termen van zo snel mogelijk

13 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017weer op de bal gericht zijn. Of naar het doel van de tegenpartij (aanvallen) of naar het eigen doel (verdedigen). Zinvolle opmerkingen zijn in dit verband: snel weer meedoen, naar voren, pak de bal af.

3.3.2 Algemene uitgangspuntenEen snelle betrokkenheid na winnen of verliezen van de bal is gewenst. Meer dan bij de mini-pupillen krijgt de doelgerichtheid en het rendement van het omschakelen vorm. In het omschakelen wordt meer en meer gekozen voor de kortste weg naar het doel (zowel aanvallend als verdedigend).

3.3.3 Relevante en dominantie voetbalhandelingenDoelgerichtheid in waar de bal naar toe moet wanneer hij wordt veroverd en hoe zo snel mogelijk weer een bijdrage kan worden geleverd in het verdedigen zijn de factoren die het handelen ontwikkelen. Het gaat hierbij dan in het aanvallen om de bal zo snel mogelijk richting het doel van de tegenpartij te kunnen brengen.

Dus de eerste balhandelingen moeten doelgericht worden. In het omschakelen naar verdedigen gaat het om de bal weer terug te veroveren, door een (correcte) aanval op de bal en voor spelers verder van de bal af.

14 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

4. E-pupillen (0.10 – 0.11)

Het spelen van de wedstrijden 7 tegen 7 gedurende twee jaren heeft richting en structuur gebracht in het handelen van de spelers. De bedoeling van het spel is inmiddels duidelijker, de bal wordt niet meer als zo weerbarstig ervaren. Het spel is doelgericht geworden. Meerdere opties in het oplossen van problemen zijn ervaren, uitgeprobeerd en ontwikkeld en regels als op welke wijze de bal veroverd mag worden en hoe een bal afgeschermd mag worden krijgen meer betekenis.

Waar hoe langer hoe meer aandacht voor komt bij E-pupillen is het besef dat het een teamsport is. Spelers in hetzelfde shirt vormen het team en het team streeft dezelfde bedoelingen na wanneer het de bal in bezit heeft en wanneer het de bal heeft verloren. Het handelen van de individuele spelers krijgt meer en meer een teambetekenis. Hoe de bal met meer zekerheid bij en het liefst in het doel van de tegenpartij kan worden gespeeld wordt een gezamenlijke uitdaging. Het doelgericht handelen van de individuele speler ontwikkelt zich naar het als team doelgericht handelen. Daar waar bij de mini- enF-pupillen het handelen uitsluitend op de bal was gericht, gaat het nu hoe langer hoe meer om het handelen met bal af te stemmen op het handelen zonder bal van medespelers. Een belangrijk aspect in het ontwikkelen van voetbalhandelingen in deze categorie is het koppen. Doordat spelers grotere afstanden met de bal kunnen gaan overbruggen en ook doelgericht kunnen trappen wordt er hoe lang hoe meer een beroep gedaan op het koppend kunnen oplossen van bepaalde spelsituaties, zowel aanvallend als verdedigen. Hoe langer hoe meer zullen voorkeuren en talenten voor bepaalde facetten van het voetballen naar voren komen.

Spelregels moeten strakker gehanteerd worden en de coach zal aangeven hoe er met de spelregels moet worden omgegaan. Binnen het opereren in teamverband loopt als een rode draad het op en zinvolle wijze organiseren van de spelers op het veld. Wie blijft er meer voor, wie kan het werk op het middelveld aan en wie houdt het achterin in de gaten? Een team organisatie wordt zichtbaar. Om de verdere ontwikkeling van de individuele spelers vorm te geven is een organisatie tussen de verschillende spelers onderling onontbeerlijk. De doelstelling voor de E-pupillen kan worden samengevat als:

- Het leren samen doelgericht te spelen

15 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

4.1.1 AanvallenHet begrip doelgericht binnen het aanvallen houdt in dat middels samenspel de bal een richting op gespeeld kan worden zodat er een doelpoging kan worden ondernomen, of van eigen helft naar de helft van de tegenpartij of het doelgebied van de tegenpartij gespeeld kan worden. Ook kan doelgericht betekenen dat er vanuit de druk van van de verdedigende tegenpartij naar een minder druk speelveldgedeelte gespeeld kan worden. Dit kan van de linker naar de rechter kant van het speelveld, en omgekeerd, of via de keeper naar een van de zijkanten. Als uitgangspuunt in het leren aanvallen geldt voor E-pupillen dat ze de bal zo gecontroleerd mogelijk in de ruimte waar gescoord kan worden krijgen. Dit vraagt om een gezamenlijk idee en zinvol handelen van de verschillende spers ten opzichte van elkaar. Belangrijkste factor om dit samen handelen te ontwikkelen is het bij voortduring de relatie leggen met de rol van de tegenpartij. De tegenpartij is noodzakelijk in het ontwikkelen van voetbalhandelingen. Dit dan in allerlei verschillende afgeleide vormen/situatie van de wedstrijd 7 tegen 7.

4.1.2 Algemene uitgangspuntenIn de ontwikkeling van aanvallende handelingen voor E-pupillen speelt het kiezen van een speler om situaties zelf, (solistisch) op te lossen of samen met medespelers tot het doel van aanvallen te komen de voornaamste rol. Kinderen gaan ook hoe langer hoe beter doorkrijgen wat de medespeler en de tegenstander doet. Meer oog voor, vooralsnog, de directe omgeving. Opmerkingen van medespelers zoals: speel af, schiet, zet voor, ik sta vrij, passen bij deze leeftijd. Nog geen gecompliceerde beschouwingej, maar meer jij en ik bespiegelingen. In het aanvallen wordt al meer en meer een balletje teruggelegd om onder de druk van de tegenstander uit te komen. Dat niet iedereen op een kluitje moet blijven lopen krijgt hoe langer hoe meer betekenis. Door het af en toe confronteren met de moeilijkheden in een kleine ruimte kan het inzicht om bij aanvalen verder van elkaar af te staan zich stap voor stap ontwikkelen. Dit is vooral de fase waarin spelers nog volop de gelegenheid moeten krijgen hun (individuele) handelingen met bal in de teamorganisatie binnen 7 tegen 7 verder te ontwikkelen. Spelers in deze leeftijd zijn aan het uitproberen wat bij hen past en waar ze succesvol mee kunnen zijn en worden. Dus geen teambelang of belang van het resultaat van de wedstrijd centraal stellen. De wedstrijd biedt het platform om kwaliteiten, weerstanden en tekortkomingen te ontdekken.

16 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

4.1.3 Relevante en dominate voetbalhandelingenHet beheersen van de bal krijgt hoe langer hoe meer betekenis van doel. De bedoeling van aanvallen is via opbouwen tot scoren te komen. Om dat doel te realiseren wordt er meer en meer door de spelers ondelring, maar ook door de coach gekeken of het handelen wel zinvol is. Doelgerichtheid, rendement en oog voor andere opties worden toetssteen voor het handelen. Het gaat hierbij om de eerste stappen in de onderlinge afstemming van handelingen met bal (dribbelen, passen, schieten, koppen, aannemen) en zonder bal (vrijlopen, diepgaan, aanbieden, terugzakken). Deze afstemming wordt duidelijk gemaakt in tijdruimtelijke termen, zoals moment, snelheid, positie en richting. Een voorbeeld hiervan is dat een speler bij het voortdurend mislukken van 1-2 combinatie om een tegenstander uit te spelen:

- Te snel met de bal op de tegenstander af komt (verliest de bal aan de tegenstander)

- De bal te ver van de medespeler passt waardoor de tegenstander de bal kan onderscheppen

- De bal te zacht naar zijn medespeler passt.

De voetbalhandelingen zijn niet langer uitsluitend bal en individu-gericht, maar worden meer een middel om een doel na te streven. Kinderen van deze leeftijd gaan zich meer en meer onderscheiden in alles van elkaar. Belangrijk is dit bij het

17 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017ontwikkelen van voetbalhandelingen te herkennen en kansen en voorwaarden te creëren dat kinderen hun eigenheid, hun talenten kunnen ontdekken en uitbouwen.

4.2.1 VerdedigenHet verdedigen wordt naast het groeiend besef dat alle spelers van het team een rol hebben bij het verdedigen. Kinderen gaan zich onderscheiden. Als keeper, verdediger, middenvelder of aanvaller. Of combinaties hiervan, bijvoorbeeld een verdediger die ook goed kan opkomen met de bal of de aanvaller die goed kan blijven storen als dat zo uitkomt. Voor keepers is het soms nog niet echt heel duidelijk, daar wisselt nog wel eens wat. Soms ook niet, want wie kent de geboren keeper niet, onafscheidelijk met z’n keepershandschoenen en keepersbroek met bescherming. Verdedigen is een taak voor iedereen wanneer de tegenpartij de bal heeft en het moet opleveren dat de tegenpartij niet scoort en dat de bal weer wordt terugveroverd. Hoe dit op een effectieve wijze kan gebeuren krijgt bij de E-pupillen meer betekenis.

4.2.2 algemene uitgangspuntenHet besef van wat er verdedigd moet worden en hoe dat op een zo goed mogelijke manier moet gebeuren zijn de uitgagspunten om het handelen van de E-pupillen verder te ontwikkelen. Ook hier gaat het weer om het concreet maken van het individuele handelen in termen van positie, richting, moment en snelheid binnen teamverband. Dus wanneer begint verdedigen, wat is het eerste dat gerealiseerd moet worden, hoe en waar moet de ruimte klein gemaakt worden, wie is verantwoordelijk voor welk speelveldgedeelte en welke tegenstander(s), wie doet een poging om de bal terug te veroveren en wanneer? Kortom al deze vragen vormen de context waarbinnen het verdedigen verder betekenis en inhoud krijgt voor spelers. Hier liggen de aanknopingspunten voor de coach, maar ook voor medespers om het handelen verder gestalte te geven.

4.2.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenNaast wat vooral op ht individuele vlak aan de orde is geweest, komt het er bij E-tjes vooral op aan dat het handelen wordt gestuurd door de juist inschatten van het handelen van de tegenstander(s) en de afstemming met het handelen van medespelers. Dus niet zomaar naar een tegenstander met bal rennen, maar vanuit

18 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017een min of meer georganiseerd team (bij elkaar, het doel afschermend) de tegenpartij volgen en het moment herkennen dat het zinvol en dus kansrijk is om een aanval te doen op de balbezittende tegenstander. Het liefst natuurlijk binnen ‘je eigen zone’. Het tackelen, het maken van een sliding, het koppen, het blokkeren, het rugdekking geven, het jagen en dergelijke, zijn de handelingen die er bij het verdedigen in deze categorie toe doen. Ook hier worden de tijd-ruimtelijke aspecten meer en meer belangrijk. Dit heeft te maken met de groeiende noodzaak om het handelen van spelers beter en zinvoller op elkaar af te stemmen.

4.3.1 OmschakelenVanwege het feit dat heo lange rhoe duidelijker wordt dat het spel slechts als team espeeld kan worden en dat er een zekere taakverdeling en organisatievorm gaat ontstaan in een team zal ook zichtbaar gaan worden wat de meeste effectieve handelingen van spelers zijn wanneer de bal wordt verovrd en verloren. Dit weer in relatie met de positie in een team en waar op het speelveld dit omschakelen plaatsvindt. Samen doelgericht spelen betekent voor het omschakelen dan ookd at wanneer de bal wordt verloren er geen tegendoelpunten geïncasseerd mag worden. Wanneer de bal wordt veroverd word de bal naar het doel van de tegenpartij gespeeld zodat er een scoringskans gecreëerd kan worden en het liefst een doelpunt als resultaat.

4.3.2 Algemene uitgangspuntenEen logische verdeling van de spelers over het gehele speelveld is het eerste anwoord op zinvol en correct handelen wanneer de bal wordt veroverd of verloren. Het gaat er als uitgangspunt om dat spelers, ongeacht waar ze zich in welke positie dan ook op het veld bevinden, zich gaan realiseren wat ze hebben te doen om z snel mogelijk weer in de nieuwe situatie na de omschakeling nuttig te kunnen zijn voor het team. Uiteraard in relatie tot de positities van de tegenstanders.

19 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

4.3.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenBinnen het omschakelen van verdedigen naar aanvallen gaat het om begrip krijgen van wat er wordt verwacht wanneer de bal wordt veroverd, zowel voor de speler die de bal verovert als voor de spelers die een rol moeten vervullen in de voortzetten (opbouwen en/of kansen creëren). De voetbalhandelingen die hierbij belangrijke zijn voor degene die de bal verovert: de bal zo snel mogelijk bespeelbaar maken voor de dieptepass, het contact met de aanvaller en een pass die bij de aanvaller zo aankomt dat hij er iets mee kan. Uiteraard kan opkomen met de bal, een tegenstander passeren en zelf een doelpoging wagen ook een zinvolle oplossing zijn. Alles moet bijdragen aan het zo snel mogelijk tot aanvallen komen. Bij het omschakelen van aanvallen naar verdedigen gaat het ook om het kweken van dit inzicht bij de speler die de bal heeft verloren, de spelers in de directe omgeving, de spelers die verder weg staan er uiteraard de keeper. Alles spelers hebben hierin een taak. De dichtbsbijzijnde speler geeft direct druk op de bal, zodat er geen gevaarlijke dieptepass kan worden gespeeld.

De overige spelers nemen zo snel mogelijk een positie in waarmee ze nuttig zijn en zo lang mogelijk blijven in het verdedigen van het doel. Dit wordt genoemd het klein maken (compact spelen). Vanuit deze min of meer gecontroleerde situatie kan de tegenstande rmet de bal worden opgezocht en druk worden uitgoefend. In het ontwikkelen van deze taken suit de coachi in deze leeftijd op de verschillen die er gaan ontstaan in de spelbeleving van jongeren. Nu gaat duidelijk worden wie van nature een team speler is, wie met wat sturing en aandcht een teamspeler kan gaan worden en wie zo’n individualistische instelling heeft dat het nog de vraag is

20 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017of een teamsport überhaupt wel iets voor hem is. Voor iedere coach van E-pupillen een gegeven en daarmee enorme uitdaging.

5. D-pupillen (0.12– 0.13)

In deze leeftijdscategorie worden belangrijke stappen gezet in het ontwikkelingsproces van de voetballer. Om te beginnen worden de eerste stappen gezet naar het ‘echte voetballen’. Offiële afmetingen van het veld en op een paar punten aan de leeftijd aangepaste spelregels. De westrijd is 11 tegen 11. Wat al weer een extra complicerende factor is. Meer opties, meer om op te letten, nog moeilijker om et totale plaatje te kunnen blijven overzien. De grotere afstanden, de grote doelen, de buitenspelregel, de corner etc. ook de bal is weer iets zwaarder en de duur van de wedstrijd2 x 30 minuten.

Al met al veel wijzigingen ten opzichte van 7 tegen 7. Vooral door de hierboven genoemde nieuwe omstandigheden waarbinnen het spel gespeeldmeot worden, zal het enige tijd in beslag nemen voordat de spelers zich weer optimaal kunne manifesteren. Deze nieuwe situatie is dan ook wee rmiddel om het handelen van de spelers daaraan te laten aanpassen en verder te ontwikkelen. Eht gaan er in deze eerste 11 tegen 11 situatie om dat spelers gegeven de posoitie die ze in een elftal innemen leren wat de bijbehordende taak inhoudt, waarop ze worden aangesproken en welke bijdrage ze moeten leveren in het aanvallen, verdedigen en omschakkelen. De doelstelling voor deze categorie luidt:

- Het leren spelen vanuit een basistaak

5.1.1 AanvallenHet gaat in het ontwikkelen van het aanvallen nog steeds om op te bouwen, kansen te creëren en te scoren. Bij de D-pupillen wordt naast alle handelingen met en zonder bal vooral een beroep gedaan op ondersteunende handelingen: inzicht, (het lezen van eht spek, waarnemen, herkennen, interpreteren, inschatten, anticiperen, beoordelen) en communicatie. Spelers worden gecofronteerd met een groot aantal wisselende spelsituaties. Positiekiezende medespelers, bewegende tegenstanders, de bal en nieuwe buitenspelregel sturen het uivoeren van de taak. Deze taak is gezien de positie in een elftal en de plaats op het veld verschillend maar heeft steeds hetzelfde doel. Met andere woorden, een verdediger die een opbouwende rol 21 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017vervult. Levert een bijdrage aan het creëren van kansen en een middenveldspeler streeft hetzelfde doel na. Echter beide spelers doen dat vanuit een bepaalde positie in een elftal en vanaf een bepaalde speelveldgedeelte. Juist nu wordt de basis gelegd voor het correct handelen op grond van het inzicht van situaties en de onderlinge samenhang van de verschillende taken. Het benoemen van het handelen in tijd-ruimtelijke termen krijgt nog meer betekenis. Voor het coachen van het aanvallen gat het vooral om het ontwikkelen van het waarnemen en inscatten van de juiste tijd-ruimtelijke verhouding

Beter handelen, het gaat dan bijvoorbeeld over: Wordt de bal met de juiste snelheid en de juiste richting ingespeeld? Kiest de speler goed positie om aanspeelbaar te zijn? Biedt de speler zich op het juiste moment aan? Wat is hetmoment om de bal af te spelen? Wat is het moment om een individuele actie te maken?

5.1.2 Algemene uitgangspuntenD-pupillen zullen moeten leren om met elkaar zo aan te vallen dat de tegenpartij moeite moet doen om dit aanvallen te verhinderen. Een principe hierbij is dat de ruimte om richting het doel van de tegenaprtij te komen zo groot mogelijk wordt gehouden of gemaakt, zowel in de lengte als in de breedte. Het spel zonder bal is de meeste gevallen een voorwaarde voor het spel met de bal. De tijd van het zoveel mogelijk aan de bal willen zijn is een gepasseerd station. Het komt nu veel meer aan op het zo positie kiezen dat de tegenstander gedwongen wordt niet uitsluitende op de balbezittende speler te moeten letten maar ook op de vrijlopende, positiekiezende andere spelers.

Het begrip ‘het veld groot maken’is een betrekkelijk begrip. Het gaat uitsluitend om het zo groot mogelijk maken van een bepaalde speelveld gedeelte om beter te kunnen aanvallen.

Uitgangspunten voor het aanvallen van D-pupillen: Ruimte met lkaar grootmaken (lengte/Breedte) De mogelijkheid om diep te spelen gaat voor het spel in de breedte van het

spel Het spelen in de breedte of het terugspelen zijn voorbereidend of inleidend

voor de dieptepass De veldbezetting optimaal houden

5.1.3 Relevante en dominante voetbalhandelingen

22 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Steeds duidelijker wordt welke voetbalhandelingen op een bepaalde plaats in een elftal van belang zijn. Een verdediger die een rol speelt in de opbouw wordt aangesproken op zijn inzicht dat het richting het doel van de tegenpartij moet gaan. De bal mag niet worden verloren. De handelingen met bal zijn afhankelijk van medespelers en tegenstanders en kunnen variëren van dribbelen, passen, koppen en soms dicht bij het doel van de tegenpartij schieten. Het passeren en het maken van schijnacties in een tegen enkele situaties liggen niet zo zeer in zijn takenpakket. Hij is meer een voorwaardeschepper dan een afmaken. Een afmaken, meestal te vinden in de aanvalslinie, wordt dan ook aangesproken op andere handelingen. Hij zal meer gericht zijn op het uit het gezichtsveld van de verdedigers te komen., verrassend aanbieden, een gat induiken, een vleugelverdediger passeren, een kopduel aangaan, een schijnactie maken, op doel schieten enz. Deze handelingen zullen effect hebben wanneer er voldoende inzicht is in de tijd-ruimtelijke factoren. Voor alle D-pupillen geldt dat het handelen meer en meer afhankelijk wordt van de onderlinge afstemming. De ene speler kan pas iets succesvols ondernemen als de andere speler de voorwaarden daarvoor heeft gecreëerd en de volgende speler daar weer zinvol op anticipeert.

5.2.1 VerdedigenHet ontwikkelen van het verdedigen gaat ook niet meer om het individueel kunnen verhinderen dat een tegenstander opbuowt en enventueel scoort, maar meer gaat het om het vervullen van een taal/rol in een linie, een flank of as van het team. Het team voetbalt op een volledig speelveld en moet in deze grote ruimte grip zien te krijgen op het aanvallen van de tegenpartij. Hiervoor is het zinvol om alle spelers een bepaalde plaats en taak te geven. De onderlinge accenten van de taken en de samenhang en afstemming ervan komen aan de orde. Het leren van de functie van de buitenspelregel en het leren hanteren ervan is een nieuw element in het leren verdedigen. Bij de D-pupillen gaat het ook duidelijk worden welke spelers voor welke functies en posities het meest geschikt zijn of het meeste talent hebben. Daarbij zal duidelijkw orden of ze beter centraal, of aan de linker/rechterkant van het team kunnen voetballen.

23 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/20175.2.2 Algemene uitgangspuntenHet leren verdedigen in 11 tegen 11 gaat om het ontwikkeln van het inzicht van wat en wie er waar verdedigd moet worden en welke spelers welke taak daarin moet vervullen. Belangrijk is dat zo lang mogelijk invloed op de aanval van de tegenparti uitgeoefend moet worden. De eerste voorwaarde is de speelruimte voor de tegenpartij zo klein mogelijk maken. Dit kan door zoveel mogelijk spelers tussen de balbezittende tegenstanders en het eigen doel te hebben. De directe weg naar het eigen doel moet worden afgesloten en de tegenpartij naar de zijkanten of terug dwingen en stap voor stap leren welke bijdage de buitenspelregel kan bieden. Het moet duidelijk gaan worden dat alle spelers een rol hebben in het verdedigen.

De eerste taak in het leren verdedigen is dat we met elkaar doelpunten moeten zien te voorkomen. De volgende stap is dat spelers steeds beter weten waar en hoe ze met elkaar de opbouw van de tegenpartij kunnen verstoren. De laatste stap is het herkennen van de momenten om de bal te veroveren. Dit vraagt een aanpak om alle daarbij aan te spreken handelingen voor deze taak te ontwikkelen.

5.2.3 Relevante en dominante voetbalhandelinenOm 11 tegen 11 gaat het op de eerste plaats om het inzicht wat er moet worden verdedigd. Vanuit een bepaalde positie in een elftal moet elke speler exact weten waar het eigen doel staat. Zolang er nog geen reële scoringskans voor de tegenpartij is dan is het verdedigen gericht op het zo lang en zo effectie mogelijk invloed op de tegenpartij kunnen blijven uitoefenen. De kwaliteit van het

verdedigen wordt afgemeten aan het succesvol verhinderen van het scoren door de tegenpartij. Het succesvol storen van de opbouw van de tegenpartij en het terugwinnen van de bal. Alles zonder een overtreding te maken. Met name dit hoort bij D-pupillen. Het op een juiste wijze druk uitoefenen, het dekken van de tegenstander, het duelleren om de bal, de tackle, de sliding, alles wat moet worden ontwikkeld en gecorigeerd als de situatie daarom vraagt.

Bij de verschillende taken in een elftal komen handelingen aan de orde als het kopduel, het naar de buitenkant dwingen, het duelleren op het middelveld, het voorkomen van een voorzet door een sliding en dergelijke. De keeperstraining

24 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017wordt hoe langer hoe meer een training met het gehele team en met de verdedigers in het bijzonder. Naast de genoemde handelingen met bal, komt het samenwerken in het verdedigen aan bod. Bijvoorbeeld op het moment dat de vleugelverdediger druk zet op de bal bij de vleugelspits van de tegenpartij dan schermt de middelvelder de binnenste lijn af, en geeft de vrije verdediger rugdekking. Wanneer de bal vervolgends door de tegenpartij wordt teruggespeeld dan geef een andere speler direct druk op de bal en dan maakt de laatste linie de ruimte naar voren klein.

5.3.1 OmschakelenOok bij het omschakelen van aanvallen naar verdedigen en omgekeerd kost het weer de nodige tijd om te ervaren en te wennen aan de nieuwe omstandigheden. Wanneer de bal wordt verloren of gewonnen worden talrijke opties geopend. Echter een enkele mogelijkheid beantwoordt het doel van het omschakelen, namelijk zo snel mogelijk weer aanvallen of verdedigen. Zeker met de onervarenheid met de buitenspelregel is het beoogde resultaat vaak nog ver te zoeken. Of de bal wordt bij het omschakelen naar aanvallen direct weer in de voeten van de tegenstander gespeeld of direct diep gespeeld, terwijl een medespeler in buitenspelpositie loopt.

Of de bal wordt teruggespeeld op de keeper of op een verdediger, terwijl met een pass een spits in scoringspositie gezet kan worden. Al met al, zal het inzicht zich stap voor stap, met hulp van de coach zich ontwikkelen. Zo ook met het omschakelen van aanvallen naar verdedigen. De bal wordt verloren en wat zijn nu de meest voor de hand liggende directe handelingen die de verschillende spelers moeten uitvoeren om niet direct in de problemen van een tegengoal te komen? De coach moet deze prncipes kennen en zal deze situaties moeten herkennen, oplossingen aandrachten en vervolgens laten ervaren, oefenen en controleren.

Bewust wordt hier nog eens bij de leercirkel stilgestaan gezien de complexiteit van hetgeen wat kinderen in deze fase krijgen voorgeschoteld in hun voetballeerproces.

5.3.2 Algemene uitgangspuntenVoor alle omschakelmomenten geldt dat er zo snel mogelijk kan worden overgegaan naar de nieuwe situatie. Bij de D-pupillen moeten nu 11 spelers alle situaties die zich bij voortduring in een wedstrijd voordoen op dezelfde wijze waarnemen, herkennen, interpreteren, er betekenis aan geven en anticiperen door goed tehandelen (positie, richting, snelheid en moment). Dit is nogal wat. Dit vraagt voor de coach het nodige ‘sleutelwerk’en geduld. Ook hierbij geldt dadt de wedstrijd

25 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017het middel is om te leren, toe te passen en te corrigeren en controleren. Zonder overigens uit het oog te verliezen dat er gespeeld wordt om te winnen. Belangrijk hulpmiddel, zeker nu de echte wedstrijd aan de orde is, is het spelen van de speler in een bepaalde teamorganisatie. De meest voor de hand liggende teamorganisatie is wanneer de spelers zo evenredig mogelijk over het veld verdeeld zijn. Dit betekent 1 keeper, 3 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers. Rest nog 1 speler die naar gelang de samenstelling van de groep, of de kracht van de tegenpartij of de fase van ontwikkeling in de verdediging, het middenveld of in de aanval kan worden ingezet.

Een dergelijke teamorganisatie – een positie en taakverdeling van 11 spelers biedt de nodige houvast in het leerproces. Zo wordt duidelijk aan welke eisen die de wedstrijd vraagt de verschillende spelers moeten voldoen. Zeker voor hetop een juiste wijze omgaan met omschakelmomenten is het zinvol om spelers vanuit een zeker takenpakket en een daarbij behorende verantwoordelijkheid verder te kunnen helpen.

5.3.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet komt nu meer en meer aan op het vanuit een bepaalde positie en taak in een elftal en teamorganisatie ontwikkelen van handelingen die bijdragen aan de eisen die de wedstrijd stelt.

Het veroveren van de bal De speler die in balbezit komt in balbezit te blijven door een diepte pass of

een breedtepass. Spelers die verder van de bal weg zijn vragen om de bal. Speler die de bal veroverd kan ook afhankelijke van zijn plaats op het veld

een loopactie maken. Uit het gezichtsveld van de tegenstander zien te komen

Het verliezen van de bal De speler die het dichts in de buurt van de bal is, probeert directe dieptepass

te voorkomen en de tegenstander op andere gedachten te brengen. Alle spelers schakelen om vanuit hun positie om een tegendoelpunt te

voorkomen door:- Te knijpen (de ruimte naar de as van het veld en naar de bal toe kleiner te

maken)- Schot blokkeren

26 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017- Zodanig positie kiezen dat direct gevaar wordt bestreden- Te pressen op de bal- Scherp dekken op de balbezittende tegenstander en op de tegenstanders

in de directe omgeving.- Ophouden van de tegenpartij- Positie/ruimtedekking bij te weinig medespelers (ophouden en niet erin

vliegen, niet uitgespeeld worden)- Rugdekking geven aan je medespelers- Speelruimte naar voren klein maken- De verdedigers maken de speelruimte naar voren klein om zo d

tegenstanders terug te dwingen of buitenspel te zetten

6. C-junioren (0.14– 0.15)

De C-junioren categorie laat al kenmerken zien van hoe volwassenen het spel spelen. Er wordt op een heel veld gespeeld, 11 tegen 11, met alle volwassenen-regels, er wordt in een bepaalde teamorganisatie gespeeld met een duidelijke taakverdeling. Kortom deze eerste junioren-categorie staat aan de start va de ontwikkeling naar de ‘grote mensen’ wereld.

Het zijn juist deze uiterlijke kenmerken die de werkelijke situatie verdoezelen. De werkelijkheid is dat jongeren in deze periode door een aantal biologische en sociale veranderingen veel minder volwassen zijn dan dat ze zich aan hun omgeving voordoen. Het is de categorie waarin jongens en meisjes snel groeien (de

27 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017zogenaamde groeispurt) en zich verder gaan ontwikkelen tot jonge mannen en vrouwen. Kortom de puberteit. Het komt er op neer dat er veranderingen optreden die de nodige tijd vragen om hier correct mee te kunnen omgaan. Voor kinderen zelf vaak een lastige periode maar zeer zeker ook voor de omgeving. Vooral de relatie naar volwassenen loopt in deze periode niet altijd even soepel. Dus ook niet naar de volwassenen (coach, leider, scheidsrechter, en andere) in de voetbalclub. Vaak heel onterecht en ongenuanceerd wordt een discussie over een meningsverschil op scherp gezet en de grenzen van gestelde regels worden opgezocht, zowel binnen als buiten het veld. Overigens verschillen alle kinderen op dit vlak ook weer van elkaar. Niet ieder kind heeft er last van en niet ieder kind gaat erop een extreme manier mee om. Voor de voetbalontwikkeling heeft deze periode ook consequenties. Al het geleerde uit de vorige perioden blijkt natuurlijk nog steeds geldig.

Het gaat er bij C-junioren vooral om genuanceerd en met oog voor de individuele mogelijkheden verder te werken aan de ontwikkeling van de voetballers. Er zijn nogal eens haperingen in de uitvoering van handelingen zowel met als zonder bal. Op het vlak van intenties om de betere oplossing in voetbalsituaties te kiezen kunnen grote vorderingen gemaakt worden. Vooral door beter ‘lezen’ van situaties, gevoed door meer inzicht en een groeiend gevoel van communiceren met elkaar in het veld kan het een vruchtbare periode zijn. Het verder uitbouwen van het leren beheersen van een bepaalde taak verbonden aan een bepaalde positie binnen een team zal centraal staat. Aanvankelijk zal de uitvoering achter blijven bij de intentie, de bedoeling van het handelen. Ook hier geldt weer geduld en een positieve kijk op waar het uiteindelijk naar zal leiden. De doelstelling voor deze leeftijdscategorie luidt dan ook:

- Het afstemmen van basistaken binnen een team

Om alle handelingen onder grote weerstand van een tegenpartij verder te ontwikkelen is een herkenbare teamorganisatie een voorwaarde. Binnen de teamorganisatie moeten spelers van elkaar op aan kunnen, er moet begrip zijn voor elkaars taak en kwaliteiten. Dit vraagt oefening, met een accent op inzicht en communicatie in deze leeftijdscategorie. De fysieke belastbaarheid kan door de biologische verandering van het lichaam beperkt zijn. Geen speciale aandacht voor het langer kunnen volhouden en zeker geen krachttraining. Net als bij de D-pupillen gaat het in deze periode om het benadrukken van het beter handelen. Daarnaast kom nu ook het vaker handelen meer aan de orde. De wedstrijden voor de C-

28 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017junioren duurt 2 x 35 minuten en de bal heeft hetzelfde gewicht als bij de D-pupillen.

6.1.1 AanvallenBinnen een teamorganisatie worden de eisen die aan de verschillende spelers worden gesteld – gegeven – zichtbaar. Het handelen van de individuele spelers binnen de context van een teamorganistatie zal in eerste instantie beoordeeld worden op het al dan niet realiseren van de bedoeling van aanvallen.

Deze teamfunctie wordt omwille van het beter kunnen beoordelen van het handelen van de spelers en het trainbaar maken van dit handelen opgesplitst in de teamtaken opbouwen en scoren. Inmiddels is in devoorafgaande jaren duidelijk geworden welke talenten en welke voorkeuren spelers hebben ontwikkeld binnen een teamorganisatie.

Bijvoorbeeld linksbenig, aanvallen ingesteld, kan tegenstander passeren en is snel (een potentiële linkervleugelspits). Of is tweebenig, kan goed koppen, heeft talent om leiding te geven aan zijn directe omgeving. Heeft een goede pass over afstand: een centrale verdediger in wording. Het wordt mogelijk om de bijdrage van de individuele spelers op een bepaalde positie met een bepaald takenpakket te beoordelen naar hetgeen wat er als team binnen de teamtaak, bijvoorbeeld opouwen moet worden gepresteerd. De coach beoordeelt het handelen en benoemt de aspecten die het al dan niet bereiken van het doel bevorderen en/of belemmeren. Het in kaart brengen van het handelen van de verschillende betrokken spelers en het op elkaar afstemmen ervan in trainingen en wedstrijden gaat in deze leeftijdscategorie meer en meer vorm krijgen. Alle opbouwende en

scorende handelingen van de verschillende spelers en de onderlinge afstemming daarvan zullen verder moeten worden ontwikkeld en moeten bijdragen aan de bedoelingen van opbouwen en scoren.

6.1.2 Algemene uitgangspuntenDatgene wat in de D-pupillen is gestart met betrekking tot het wennen aan een nieuwe 11 tegen 11 situatie met als extra moeilijkheidsfactor de buitenspelregel moet in deze leeftijdscategorie de eerder geschetste groeistuipen in ogenschouw

29 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017nemend verder wroden uitgebouwd. Dit betekent dat het besef van verantwoordelijk zijn voor een bepaalde taak meer en meer uit het handelen van de spelers moet gaan blijken. Duidelijk zal worden dat spelers begrijpen wat opbouwen tot doel heeft en hoe scoren het best gerealiseerd kan worden. Het spel om de tegenpartij af te troeven wordt hoe langer hoe meer een spel van inziht, communiceren en handelen overeenkomstig tijd-ruimtelijke factoren. De principes van aanvallen blijven, evanals bij de D-pupillen onverminderd van kracht. Dus de ruimte zo grootmogelijk maken, zowel in de lengte als in de breedte van het speelveld en een moeilijkheidsfactor voor de tegenpartij betekenen.

Het ontwikkelen van opbouwen en scoren zal gegeven de eis dat het in deze leeftijd nauwkeuriger en afstemd op andere spelers gebeurt, hoe langer, hoe meer, met wedstrijdechte verdedigende weerstand gepaard gaan. Aanvallen leert men doordat er iets verdedigd word. Is deze verdedigende weerstand te gering of helemaal niet aanwezig dan zullen er ook geen prikkels zijn om het aanvallen te ontwikkelen. Is de weerstand echter te zwaar, de verdedigers zijn te sterk dan demotiveert het en zullen de C-spelers er snel met de pet naar gooien en er zelfs niet een aan willen beginnen. Opbouwen en scoren krijgen hun betekenis wanneer een tegenpartij stoort en scoren wil voorkomen. Hierdoor wordt het spel aantrekkelijk. Deze aantrekkelijkheid, deze uitdaging, spanning heeft men nodig om het beste in spelers op te roepen. Zeker bij C-junioren moet de motivatie en noodzaak om nuttig te handelen iet direct van de coach komen. Maar zal de situatie zo gearrangeerd moeten worden dat dit bepaald handelen oproept. De coach als vraagbaak, probleemoplosser en steun in de rug.

6.1.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet moet meer zichtbaar worden dat het spelen in een bepaalde teamorganisatie helpt bij het verder ontwikkelen van de voetbalhandelingen van elke speler. Specialistatie is nog niet echt een item op deze leeftijd, maar wel wordt reeds duidelijk dat de ene speler meer geschikt is voor een bepaalde taak dan een andere speler. Dit kan zijn z’n oorspong hebben in een sterke voorkeur voor links of rechts in het behandelen van de bal. Maar ook kan het temaken hebben met bijvoorbeeld lichaamsbouw in het algemeen en lichaamslengte in het bijzonder. Een andere reden voor het geschikt zijn voor een bepaalde functie in het elftal kan op het sociale vlak liggen. Graag voorop lopen, het heft in handen hebben en zich verantwoordelijk voelen, werken een bepaalde rol en functie in een team vaak in de hand. Mede op basis van deze individuele verschillen ontwikkelt het handelingspatroon zich eerder. De coach wordt aangesproken op wat een bepaalde

30 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017teamorganisatie, de karakteristieken van het handelen van alle basistaken in een elftal zijn. Eerder was het vooral het ontwikkelen van de voetbalhandelingen in 4 tegen 4 en 7 tegen 7 en bij de D-pupillen de ‘aangepaste’ 11 tegen 11 situatie, nu wordt de fase ingezet waar het team meer moet betekenen dan de optelsom van 11 individuen. Verder bij B en A junioren moet het het karakter hebben van het afstemmen van de 11 taken tot een hecht team. De Engelsen zeggen ‘fine-tuning’. Passen, aannemen, dribbelen, wegblijven, vrijlopen, koppen en schieten worden hoe langer hoe meer middelen om iets gemeenschappelijks van een team gestalte te kunnen geven.

Het wordt meer en meer een team en dus ook een teamverantwoordelijkheid om de verschillende individuele mogelijkheden op elkaar af te stemmen, elkaar er op aan te spreken en ze gezamenlijk te oefenen en te ontwikkelen.

Bijvoorbeeld een op zich goede pass van speler A naar een slechte aannemende speler B helpt niet echt om als team tot scoren te komen. Er moet geleerd worden en goed te passen en de bal zo aan te nemen dat er een zinvolle voortzetting van de opbouw tot stand komt. In het coachen van alle voor aanvallen relevante voetbalhandelingen kan nog niet worden verwacht dat alles haarfijn op elkaar is afgestemd en alles vervolgens plan verloopt afgezien van het feit dat er binnen het voetbalspel per definitie geen sprake kan zijn van een ideaaltypisch verloop van in dit geval aanvallen geldt zeker bij C-junioren dat in eerste instantie gekeken moet worden of de intentie om op een bepaalde wijze situaties op te lossen aanwezig is. Met andere woorden tonen de spelers inzicht in de mogelijkheden en laten ze zien dat ze het plaatje voor ogen hebben. Als dit met ja beantwoord kan worden dan is het op zicht nog niet zo erg dat niet iedere actie/handeling lukt. Dit is een kwestie van doen, doen en nog eens doen. Dus karakteristieke en veelvoorkomende handelingen van een bepaalde speler op een bepaalde positie ontwikkelen door als coach trainingssituaties te creëren waarin dit veelvuldig aan bod kan komen. Met de nodige ondersteuning en beïnvloeding van de coach. En in deze leeftijd zeer bewust rekening houden met het niet langdurig een en dezelfde beweging laten uitvoeren. Hierdoor ontstaat een, in sommige gevallen zelfs zeer ernstige, disbalans in de ontwikkeling van botten, spieren en pezen ten opzichte van elkaar.

6.2.1 VerdedigenHet verdedigen ontwikkelt zich meer en meer tot een collectieve taak van de verschillende spelers. Begrip, inzicht en communicatie zijn de factoren die het handelen van de verschillende individuele spelers moeten vormen tot een team. Een team dat kan verdedigen, opgesplitst in de teamtaken storen en het voorkomen van doelpunten. Hetgeen wat bij de D-pupillen is aangegeven zet zich in

31 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017de C-junioren door. Het handelen, wordt doelbewuster en ook het rendement wordt beter. De omgeving wordt beter ‘begrepen’ en er is minder energie en aandacht nodig voor zaken die er voor het spel niet echt meer toe doen (bijvoorbeeld moeder of vader langs de kant). Situaties worden in een eerder stadium herkend en er wordt daardoor dan ook meer aandacht besteed aan dingen samen doen met medespelers.

Meer met elkaar bezig zijn om een bepaald probleem op te lossen (bijvoorbeeld druk uitoefenen op de tegenpartij door als achterste linie niet achteruit te wijken, maar juiste de tegenpartij terugdrukken). Het handelen met en zonder bal wordt hierdoor zinvoller en duidelijker naar elkaar toe. Dit is een vorm van onderlinge communicatie, het interpreteren van elkaars handelen, om de juiste beslissingen te kunnen nemen. In het afstemmen van het handelen van spelers bij het verdedigen is er steeds meer sprake van een bepaalde strategie. Het ontwikkelen van het daar kunnen storen en op dat moment druk kunnen zetten waardoor een voorspelbare reactie van de tegenpartij word uitgelokt. Bijvoorbeeld het voorkomen van het kunnen terugspelen van de ene centrale verdediger op de andere centrale verdediger en eventueel keeper door het positie kiezen en de loopactie van de spitsen. De opbouw van de tegenpartij wordt zo verstoord dat het resultaat is dat aan een kant van het veld de aangespeelde vleugelverdediger onder druk gezet kan worden door een goed samenwerkend verdedigend team. Resultaat is dat de bal wordt veroverd direct bij de 1e pass of dribbelactie van de vleugelverdediger. Of dat de vleugelverdediger niets anders kan doen dan een langer pass geven in de diepte. De bal kan dan weer gewonnen worden door de verdedigers.

32 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

6.2.2 Algemene uitgangspuntenDe bal mag niet in het eigen doel, proberen de bal, het liefst zo snel mogelijk, weer in bezit te krijgen. Het leren herkennen van die momenten in de opbouw van de tegenpartij waar een kans is om de bal terug te winnen. Bij de pupillen waren dit vaak individuele initiatieven op basis van individuele waarnemingen en inschattingen. Soms ging er dan nog een medespeler mee in het initiatief, maar van een gecoördineerde teamactie was nog geen sprake. En daar gaat het nu juist wel om bij C-junioren, namelijk het als team herkennen van die momenten dat er actief verdedigd kan worden met het resultaat dat er geen tegendoelpunt wordt geïncasseerd, dat er geen scoringskansen ontstaan en dat de bal weer wordt teruggewonnen. Het inzicht in de eigen taak, het handelen zonder bal (positie kiezen, dekken, knijpen, etc.) en het mee kunnen lezen met medespelers op andere posities. Communicatie wordt hoe langer hoe belangrijker om het verdedigen verder te ontwikkelen.

6.2.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenAlle handelingen die bij het verdedigen aan de orde zijn zullen verder ontwikkeld worden in relatie tot de teamcontext. De ‘fine-tuning’ van de handelingen zal meer gestalte krijgen door het beter kunnen omgaan met de tijd-ruimtelijke factoren.

Het gaat nu niet zozeer om of er druk gezet wordt, of er gedekt wordt, of er knepen wordt, ofdat er gedueleerd wordt. Het erom op welk moment en met welk gevolg er wordt gehandeld. Spelers wordt het zo langzamerhand duidelijk dat eenmansacties in het verdedigen niet zoveel zin zullen hebbe. Je in je eentje suf lopen achter de bal aan tewijl je medespelers de ruimte of lucht lopen te dekken geeft niet het idee van verdedigen als team. Als het goed is heeft iedereen minder energie nodig en is het resultaat toch beter.

Dus beter positiekiezen, een paar meter naar voren of naar achter, naar links of naar rechts kan veelal meer rendement opleveren dan het halve veld over rennen. Beter dekken aan de geode kant ten opzichte van eigen doel en tegenstander, scherp dekken of juist wat eer afstand nemen. Juist de tegenstander binnendoor de kans geven of juist buitenom? Ook beter duelleren, het op het juiste moment een aanval op de bal doen, schijnacties maken, de tegenstander uitlokken, de

33 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017blocktackle of sliding inzetten en de bal veroveren of het kopduel. Een belangrijk aspect hierbij is dat de bal na verovering in de ploeg gehouden wordt en niet te makkelijk weer word weggegeven.

Daarnaast is zeer belangrijk in het coachen van verdedigende handelingen dat spelers leren verdedigen zonder een overtreding te maken. De bal wordt zeker niet teruggewonnen wanneer de tegenpartij een vrij trap krijgt. De coach speelt in trainingssituaties daar op in door tevens de rol van scheidsrechter te spelen en betere alternatieven aan te dragen.

6.3.1 OmschakelenIn het omschakelen volgt in deze fase het teamwork, het gecoördineerd handelen van meerdere spelers. Dit op elkaar afgestemd handelen wordt ontwikkeld door het leren kijken naar die dingen die er toe doen bij het omschakelen. Niet van een speler die er het dichts op staat, maar van alle elf spelers. Herkennen van dit omschakelmoment, het verliezen of winnen van de bal, op welke speelveldgedeelte, wat voor consequenties heeft het voor iedere speler aan de hand van zijn positie of taak in het elftal. Hier zal de coach een en probleemoplossende rol in vervullen. Voor de C-junioren zal ten opzichte van de D-pupillen inzicht in de problematiek van het omschakelen meer en meer ontwikkeld worden in relatie tot het afstemmen van de verschillende spelers ten opzichte van elkaar. Communiceren door blijk te geven dat de situatie wordt herkend, dat er gegeven positie een taak juist gehandeld wordt. Zal het beoordelingscriterium voor de coach zijn. Het resultaat van omschakelen is dat er zo snel mogelijk kan worden vervolgd met aanvallen of verdedigen. Het liefst met het uitbuiten van de desorganisatie van de tegenpartij, die meestal ontstaat bij een schakelmoment. Dit vraagt ‘teamwork’. Hetzelfde willen, hetzelfde herkennen, het zelfde interpreteren en hetzelfde anticiperen. Door elf spelers, die gegeven positie en taak de juiste beslissingen nemen.

6.3.2 Algemene uitgangspuntenBij het omschakelen kan nauwkeurig worden aangegeven wat er van welke spelers op welke posities verwacht mag worden. Omschakelen vindt plaats op alle plaatsen van het veld en vaak ook op onverwachte momenten. Toch zijn er speelveldgedeelten en momenten die meer in beeld zijn bij omschakelen dan andere. Er kan verwacht worden dat bij het aanvallen meer kans is om de bal te verliezen bij het strafschopgebied van de tegenstander dan bij de opbouw op eigen helft. Ditzelfde geldt dan ook voor het verdedigen. Meer kans om de bal terug te winnen in en rond eigen strafschopgebied dan op de helft van de tegenpartij.

34 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Hieruit kan worden afgeleid dat bij aanvallen altijd rekening gehouden moet worden met het verliezen van de bal op de helft van de tegenpartij.

Rinus Michels introduceerde de term ‘restverdediging’ hiervoor. Een aantal spelers kiest positie en concentreert zich op het moment dat de bal eventueel verloren kan worden om zo een counter te kunnen pareren. Andersom geldt dit voor het moment dat de bal wordt veroverd door de verdedigende partij in en rond het eigenstrafschopgebied. Een speler meestal een snelle aanvaller loert op dit moment en is beschikbaar en bereikbaar voor de snelle dieptepass.

Ook op de momenten dat er een voorzet, een hoge bal in de diepte of een schot op doel wordt gegeven kan verwacht worden dat het moeilijk zal zijn om de bal in bezit te houden. Er wordt een risico genomen met deze acties en het resultaat kan positief zijn, maar kunnen ook negatief uitpakken. De verschillende scenario’s zijn belangrijke uitgangssituaties voor de training. De mogelijke consequenties voor het handelen van de verschillende spelers zijn vooraf niet te schetsen. De regels die er binnen dergelijke veelvoorkomende situaties zijn e ontdekken geven richting aan de alertheid van de speler in dergelijke situaties. Een algemeen uitgangspunt vooral voor C-junioren is het leren beseffen van spelers dat juist deze omschakelmomenten de momenten zijn waardoor wedstrijden beslist kunnen worden. Dit betekent dat alertheid, anticiperen en het snel handelen kernbegrippen worden. Het is ook de leeftijdscategorie waarin geleerd kan worden dat teleurstelling over een niet geslaagde individuele actie of het zich ergeren aan het handelen van een medespeler, tegenstander of scheidsrechter meer naar de achtergrond gedrongen moet worden.

Vaak gaat daar een beslissende actie of noodzakelijk ingrijpen door verloren. Zelfkritiek is gezond echter binnen het vuur en dynamiek van het spel wordt verwacht dat het teambelang het individuele belang en beleving naar de achtergrond dringt. Geen paniek wanneer spelers op de leeftijd nog te veel met zichzelf zijn begaan, er is nog een aantal jaren nodig en die tijd is er voor om ook dit aspect van de ontwikkeling tot volwassenen voetballer zich te laten voltrekken.

35 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

6.3.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenVerwezen kan worden naar hetgeen wat onder de D-pupillen aan handelingen in kaart is gebracht. Onder de noemer ‘eisen die worden gesteld bij het veroveren van de bal en bij het verliezen van de bal’ is een uitgebreide opsomming gegeven van handelingen die in het omschakelen aan de orde komen. Voor C-junioren gelden dezelfde eisen en dezelfde handelingen. Echter een paar jaar ontwikkeling binnen 11 tegen 11 maakt dat structuur en regels van het spel beter begrepen worden. Dit resulteert in het correct kunnen handelen in tal van situaties.

Bij het omschakelen geldt meer dan voorheen dat juist hierbij veranderingen teweeg gebracht kunnen worden bij een tegenpartij. Dit vraagt inzicht, snel handelen en teamwork. Het ‘lezen’ van situaties wordt meer en meer belangrijk. De betekenis kunnen geven aan het handelen van tegenstanders e medespelers, het kunnen interpreteren van acties, het anticiperen op hetgeen wat er waarschijnlijk gaat gebeuren, zijn kenmerken die het handelen van C-junioren verder vervolmaken en meer en meer binnen de bedoelingen van een team vallen.

7. B-junioren (o.16 – o.17)

36 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017De ontwikkeling van het individu staat nog steeds centraal en dat vraagt zeker in een teamsport als voetballen nog de nodige aandacht, takt en overredingskracht. B-junioren verwegen zich in een periode in hun ontwikkeling die bij de C-junioren in gang is gezet waarbij ze heel erg met zichzelf in de clinch kunnen liggen en waar ze een weg zoeken om hun plek te veroveren. Dit geldt zowel voor de plek in het gezin. Als de school en de voetbalclub. Het zichzelf bewijzen en ‘apart’ willen zijn ontwikkelt zich tot bewustwording van wat belangrijk gevonden wordt, welke verantwoordelijkheid ze nemen. Welke kwaliteiten ze hebben, waar men zich in kan onderscheiden binnen een groep of team.

Ingezet nastreven kan door de resultaten als team. De ene keer lukt alles en de volgende wedstrijd is er door een of twee spelers compleet niets meer van het team terug te vinden. De doelstelling waar B-junioren aan werken is het verder uitbalanceren van de samenwerking van 11 spelers als team. Betere afstemming van de verschillende taken op elkaar. Een beroep doen op medeverantwoordelijkheid voor het team en ook het stimuleren en corrigeren van teamgenoten. De hiërarchie in een team gaat zich aftekenen en ook daarin moet iedereen zijn positie weer vinden. De coach is hierin een belangrijke observator en indien noodzakelijk een bemiddelaar. Belangrijk binnen het leerproces is hoe de coach omgaat met de beste speler die geen leider is, de ‘branieschopper’ die geen teamspelers is, de teamspeler die niet zo goed kan voetballen en de ‘leider’ die erg kortzichtig is en veel te zwart-wit denkt. Kortom, de coach gaat er een team van maken. Het ene jaar lukt het, het volgende jaar blijft het passen en meten. Het belangrijkste wapen in de strijd voor de coach is het kunnen terugbrengen van verschillen van mening in een team tot voetbalproblematiek.

De coach heeft het meeste resultaat wanneer hij de spelers kan bewegen door te handelen als een voetballer. Veelal is de jeugd van deze leeftijd hier gevoelig voor. Argumenten over hun eigen handelen en aanwijzingen en vragen over hoe een en ander beter moet. Kenmerkend voor het handelen van deze leeftijdscategorie is tevens dat alles in een hoog tempo plaats vindt, erg onstuimig en ongecontroleerd. Met een vleugje overschatting van de eigen mogelijkheden. Niet erg, maar kenmerkend en soms lastig vooral voor de betrokkene zelf. De doelstelling voor de B-junioren luidt dan ook:

- Het spelen als een team

7.1.1 AanvallenBinnen aanvallen moet individueel en collectief handelen op zijn minst een doelpoging en als het enigszins kan een doelpunt opleveren. Makkelijker gezegd

37 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017dan gedaan, vandaar dat de teamfunctie aanvallen is opgesplitst in de teamtaken opbouwen en scoren.

Opbouwen kan op eigen helft plaats vinden, of het kan rond de middenlijn, of rondom het strafschopgebied van de tegenpartij plaats vinden. Elke situatie kent zo zijn eigen weerstanden. Zo is er allereerst de rol van de tegenpartij, de druk van het moeten scoren, de tijd waarbinnen dat moet gebeuren, de spelregels etc. over het algemeen komt het in de eindfase van het opbouwen aan op het creëren van kansen en het komen tot doelpogingen en scoren.

Binnen deze onderverdeling construeert de coach trainingssituaties, waarbij de spelers vanuit een bepaalde positie in het elftal het handelen vanuit hun taak verder kunnen ontwikkelen. Het gaat erom dat alle spelers van elkaar door gaan krijgen wat ze van elkaar kunnen verwachten en waarop ze aan te spreken zijn. Steeds meer wordt aandacht besteed aan tijd- ruimtelijke factoren. Wordt de bal op het juiste been aangespeeld? Is de balsnelheid goed? Staat de ontvangende speler in een goede uitgangshouding? Schermt hij de bal goed af? Komt de speler voldoende vrij/los van de tegenstander?De coach is ook hier weer de arrangeur van oefensituaties waar bepaalde soorten handelingen gevraagd worden en tevens is hij degene die de vinger op de zere plek legt ten aanzien van de uitvoering van de verschillende opgeroepen handelingen. Het doel waaraan alle acties worden afgemeten is voor aanvallen of er gescoord wordt met als subdoel voor opbouwen of de bal zo in de buurt van het doel van de tegenpartij kan worden gebracht dat er een scoringskans kan worden gecreëerd. De coach moet niet te snel tevreden zijn in relatie tot wat aanvallen moet opleveren. Dus opmerking als: Goed schot, jammer net over of mooie passeeractie, maar de rugdekking gevende verdediger onderschept alsnog de bal of prima gelopen, maar de bal komt er nooit, vervangen door een wat realistischer benadering in relatie tot hetgeen wat het wel moet opleveren.

7.1.2 Algemene uitgangspuntenHet aanvallen wordt meer een teamfunctie waarbij de winst, het resultaat, het rendement vooral gehaald moet worden uit het (leren) beheersen van spelsituaties overal op het veld. Na het leren beheersen van de bal en het overkomen van de weestanden zoals tegenpartij, spelregels, het spelen in een teamorganisatie en het spelen als een team is een volgende stap waar winst te boeken valt is het leren

38 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017omgaan met tijd en ruimte. Het beheersen van het speltempo moet het verschil gaan maken met alle aspecten die in voorgaande leeftijdscategorieën centraal hebben gestaan. Definitie speltempo:

- De snelheid waarmee de bal in de lengterichting van het speelveld wordt verplaatst

Het kunnen hanteren en reguleren van het speltempo is een belangrijk element in het kader van het kunnen beheersen van opbouwen en scoringssituaties. Het wordt genoemd ‘het temporiseren van het spel’. Het heeft tot doel om het handelen van de tegenpartij zo te beïnvloeden dat er mee tijd en ruimte ergens op een speelveldgedeelte ontstaat waar in aanvallend opzicht behoefte aan is. Een voorbeeld hiervan is het bewust de bal naar de linkerkant van het speelveld verplaatsen. Vervolgens de bal daar middels positie kiezen, passen en/of vasthouden om de tegenstanders naar dat speelveld gedeelte te lokken. Er wordt zodoende aan de andere zijde ruimte gecreëerd zodat bijvoorbeeld met een wisselpass een vleugelspits of opkomende vleugelverdediger tot aanvallende acties kan komen. 7.1.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenDe spelers richten zich hoe langer hoe meer op een taak waarvoor zij zichzelf geschikt vinden en/of door de coach geschikt voor worden gevonden. Specialisatie voor een bepaalde taak bepaalt voor een belangrijk deel in welke richting een speler zich ver gaat ontwikkelen. Los van voorkeuren en geschiktheid staat een ding als een paal boven water: er moet worden aangevallen, omgeschakeld en verdedig. Ook als een speler als aanvaller wordt getypeerd zal hij naast een aanvallende ook een verdedigende rol moeten spelen als de tegenpartij balbezit heeft. Zo geldt dat ook voor verdedigen. Wanneer de verdedigers de bal in bezit hebben, zullen zij op hun beurt weer moeten voldoen aan de bedoeling van opbouwen. Elke taak kent zijn eigen eisen.

Bij B-junioren gaat het om het verder ontwikkelen van het aanvallen in relatie tot een betere onderlinge afstemming en het bewust kunnen ontregelen van het verdedigende spel van de tegenpartij.

7.2.1 VerdedigenAlle spelers hebben een rol in het verdedigen. Bij B-junioren kan het nogal eens voorkomen dat dit onderdeel van het spel, voor de meeste spelers het minst aantrekkelijke, onvoldoende wordt opgepakt. Het is de leeftijdsfase van zich willen

39 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017onderscheiden, niet in de pas willen lopen, overdreven acties ondernemen. Binnen het voetballen gaat het vooral om de juiste beslissing te nemen op het juiste moment. Welke beslissing en welk moment kan over het algemeen niet zelf worden bepaald en gekozen. De spelsituatie met daarin de onvoorspelbaarheid door voornamelijk de rol van de tegenpartij bepaalt welke actie er van spelers wordt gevraagd. Vaak is gedrag te zien waarbij het lijkt dat alles tegen de speler is gericht. Het ligt aan alles en iedereen, behalve aan de speler zelf. Uiteraard komt dit gelukkig niet bij iedereen en bij voortduring voor, maar het is zeker te zien bij het onderdeel verdedigen. Het gaat dan ook vooral om de doelstelling: het spelen als een team. Ondanks individuele verschillen zal iedere speler deel moeten uitmaken van een team dat ook verdedigt. Niet alleen, maar als collectief met een individuele positie en taak, in onderlinge samenhang met elkaar, gericht op die zaken die er toe doen. Een moeilijke klus voor de coach, maar ook wel een uitdaging en meestal, na een paar keer duidelijk te zijn geweest, ook wel een periode waar met voldoening op kan worden terug gekeken. Spelers ervaren dit over het algemeen ook wel zo.

7.2.2 Algemene uitgangspuntenHet verdedigen wordt afgemeten aan hoe een team in staat is de bedoeling van de tegenpartij te verstoren. Het gaat hoe langer hoe meer om het resultaat van de wedstrijd. Verdedigen wordt een collectieve activiteit waar niet een speler kan verzaken. Wat de ene speler doet heeft consequenties voor de andere spelers. Gaat een speler jagen op de bal, dan zal de rest mee moeten doen. Zakt een verdediger terug naar eigen helft dan heeft dat gevolgen voor de rest van het team. Dwingt een spits de opbouw van de tegenpartij naar een zijkant, dan moet de andere spelers daar voorwaarden voor creëren. Het is duidelijk dat er op zulke momenten geen ruimte meer is voor individuele interpretaties of hoogstandjes.

40 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

Het collectief leren verdedigen is verlopen volgens een methodische lijn. Een Uitgangspunt is dat er eerst voor gezorgd wordt dat de tegenpartij niet tot scoren komt. Een volgende fase is dat er invloed wordt uitgeoefend als team op de opbouw van de tegenstander. Aanvankelijk vanuit de makkelijkste situatie om het te organiseren, namelijk alle spelers zo dicht mogelijk bij elkaar rondom het eigen strafschopgebied en de onderlinge afstanden zo dat de tegenstanders hier moeilijk tussendoor kunnen voetballen. Vervolgens wordt stap voor stap en met de nodige instructies de tegenpartij eerder in zijn opbouw gestoord en ook verder van het eigen doel afgehouden.

Het zal duidelijk zijn dat vooral de samenhang met en de samenwerking tussen de verschillende spelers juist bij B-junioren soms een extra moeilijkheidsfactor is in het leerproces.

7.2.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet gaat om de verdere ervaring opdoen, het handelen efficiënter maken, de onderlinge samenhang verfijnen, het beter kunnen omgaan met spelregels en meer invloed uit kunnen oefenen op medespelers (elkaar coachen).

Door een beter inzicht in situaties waar verdedigd moet worden, wordt het handelen zonder bal ook veel efficiënter. Spelers gaan leren situaties of acties van tegenstanders vroegtijdig te herkennen. De interpretatie van dit handelen geeft informatie als: de bal is vrij dus de dieptepass komt eraan of die tegenstander passt de bal te hard op zijn teamgenoot. Dit is het moment om het jagen op de bal in te zetten.

Vervolgens anticiperen spelers op dergelijke ‘gelezen’ spelsituaties en handelen in overeenstemming met het doel, in dit geval het storen van de opbouw van de tegenpartij.

Het inzicht van de verschillende spelers moet in dergelijke situaties overeenstemming te zien geven. Dit inzicht op teamniveau wordt communicatie genoemd. Juist dit aspect van het ontwikkelen van voetbalhandelingen vraagt de nodige aandacht.

7.3.1 OmschakelenHet zal zo langzamerhand voor iedereen duidelijk zijn dat het omschakelen van aanvallen naar verdedigen en omgekeerd een zeer belangrijke plaats in het spelen

41 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017op resultaat van een team inneemt. Het is de periode dat er geen plaats meer is voor stilstaan bij teleurstellingen na mislukte acties. Het mopperen op medespelers en/of de scheidsrchter. Het gaat om alertheid, wakker zijn, pro-actief handelen, medespelers positief beïnvloeden. Het gaat er bij het omsdchakelen om dat er hoe langer hoe meer vooruit gelezen wordt. Sneller interpreteren en anticiperen op hetgeen wat zich voordoet en voor gaat doen. Het omschakelen moet meer en meer geleid worden door het beter herkennen van omschakelsituaties, het interpreteren en correct anticiperen door juist te handelen. En dat voor 11 spelers.

7.3.2 Algemene uitgangspuntenAlle handelingen die bij het omschakelen bij B-junioren aan de orde komen worden bezien tegen de achtergrond van het feit dat het resultaat van de wedstrijd een belangrijke graadmeter wordt. De spelers zullen het uitgangspunt snel omschakelen en diepte gaat voor breedte moeten plaatsen binnen de context van de stand in de wedstrijd, de nog resteren speeltijd, de kracht van de tegenpartij en andere omstandigheden. Omschakelen wordt hoe langer hoe meer een integraal ‘wapen’ in het willen winnen van een wedstrijd. Onderscheid moet worden gemaakt wanneer e bal teruggewonnen is of er risico genomen moet worden om een doelpunt te forceren of dat er geen risico genomen mag worden omdat er nog drie minuten et spelen is met een 1-0 voorsprong. Ook wanneer de tegenpartij de bal heeft is het zinvol om te weten of de bal kost wat kost teruggewonnen moet worden. Of dat er beter georganiseerd met onderling kleine ruimten gewacht kan worden tot de tegenpartij risico’s gaat nemen. Vooral in de wedstrijdvoorbereiding en wedstrijd coaching kan op dergelijke aspecten worden ingespeeld. Dit zijn belangrijke aspecten voor het leerproces van B-junioren

42 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

7.3.3 relevante en dominante voetbalhandelingenOnder de alsmaar groter wordende druk en weerstand van het belang van het resultaat van de wedstrijd en de tegenpartij zal het handelen binnen het omschakelen hierop afgestemd en verder ontwikkeld moeten worde. De vragen waarop door de spelers een correct antwoord in de vorm van handelen word gegeven zijn:

- Als we achterstaan, hoe veroveren we de bal dan weer?- Als we de bal hebben terug gewonnen, hoe kunnen we dan zo snel

mogelijk weer een scoringskans creëren?- Als we voorstaan, hoe verliezen we de bal niet en als we hem verliezen

hoe krijgen we hem dan weer zo snel mogelijk terug?

Met andere worden, hoemanoevreren spelers zich zo nuttig mogelijk in omschakelsituaties in het kader van winst of verlies? Het omgaan met de tijd-ruimtelijke aspecten geeft veelal reeds aan of begrepen wordt wat er in hetkader van het resultaat van de wedstrijd gedaan moet worden. Als een speler bijvoorbeeld bij een achterstand niet doorheeft dat hij moet opsluiten, de afvallende bal moet winnen na een voorzet voor het viajndelijke doel toont hij onvoldoende inzich in de eisen die deze situatie vraagt gegeven de stand in de wedstrijd. De handelingen die er bij het omschakelen toe doen zijn een nieuwe, vreemde handelingen. Het gaat er vooral om dat het handelen (drukzetten, duellere, diepte wegnemen of diepte benutten, reograniseren etc.) vooraf ingeprogammeerd is. Vooraf wordt rekening gehouden met situaties die zich in de wedstrijd kunnen voordoen. Spelers hebben of krijgen op basis van ervaring een beeld van mogelijke oplossingen, zinvolle acties. De kwaliteit van anticiperen daar gaat het om en dat in teamverband en resultaat gericht.

8. A-junioren (o.18– o.19)

43 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017De spelers beginnen zich zo langzamerhand als volwassen spelers voor te doen. De plaats is ‘bevochten’, de kwaliteiten, tekortkomingen en karaktertrekken zijn bekend en de positie op het veld in het team heeft een meer definitief karakter gekregen. Ook de lichamelijke ontwikkeling kent niet meer van die onstuimige kenmerken. Hierdoor kunnen spelers zich ook meer gaan richten op waar ze talent en passie voor hebben. Ze kunnen zich ook meer op verder weg gelegen doelen richten en overzien dingen beter.

De spelers van het team zetten zich in voor het bereiken van een bepaalde doelstelling. Het wordt duidelijk dat ze ergens in willen investeren. Er wordt begrepen dat je eerst meot trainen om daar in een later stadium profijt van te krijgen. Ook is het voor de coachh perttig dat de zin van bepaalde trainingsvormen, wordt herken, geaccepteerd en gewaardeerd. Gegeven de grotere weerstand, het belang van het resultaat gedurdende en gehele competitie is de noodzaak aanwezig om middels een goede planning en invulling van wedstrijden en trainingen spelers optimaat voor te bereiden. De fysieke belastbaarheid is groter en naast het beter en vaker handelen kan in deze leeftijdscategorie ook aandacht besteeds worden aan het volhouden van beter en vaker handelen. Met andere woorden voor A-junioren is het systematisch voetbalconditoneel trainen een onderdeel van het periodiseren.

Wanneer, zoals de doelstelling voor deze leeftijdscategorie aangeeft. Het zo hoog mogelijk eindigen in de competitie wordt nagestreeft, hoort daar zeker aandacht voor de speelwijze, kwaliteiten en tekortkomingen van de tegenpartij bij. Uiteraard afhankelijk van het prestatieniveau is het kennis hebben van de eigenaardiheden van een tegennpartij eenf actor die kan helpen in de voorbereiding op de wedstrijd. Deze informatie kan op verschillende wijzen worden verkregen. Het scouten van de tegenpartij levert gegevens op die het handelen van de spelers nog efficiënter en waardevoller moet maken. De coach is de bepalende factor als het gaat om duidelijkheid te verschaffen in de verschillende details van de analyse. Ook de controle of het bgrepen is en of er naar wordt gehandeld is een typische taak van de coach.

In trainingen en in het begin van een wedstrijd laten spelers zien of de essentie begrepen is. Daarbij is de uitvoering nog niet altijd 100%, maar dat kan ook nog niet altijd worden verwacht. Coach en spelers werken hieraan totdat het gewenste niveau wordt bereikt. A-junioren begrijpen waar het om gaat en vinden het stoer wanneer het positief uitwerkt.

In deze fase van het jeugdvoetballeerproces wordt de speelwijze en teamorganisatie van eht eigen team afgestemd op die van de tegenpartij. Het kan 44 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017voorkomen dat op basisv an de kwaliteiten of tekortkominen van de tegenpartij de eigen teamorganisatie wordt aangepast. Bijvoorbeeld met 3 verdedigers pslen op grond van 2 spitsen bij de tegenpartij. Dat dit consequenties heeft voor de bezetting van hetm iddenveld en de aanval zal duidelijk zijn. Ook kan het voorkomen dat er tegen de‘toppper’ gespeeld moet worden en het team er voor kiest om nadrukkelijk terug te zakken op eigen helft en de tegenpartij daar op te wachten. Dit heeft consequenties voor de manier waarop wordt aangevallen nadat de bal wordt verovert. Het team moet loeren op die momenten dat de counter gespeeld kan worden. Over het algemeen kan worden gesteld dat het waarom van een bepaalde teamorganiatie bij A-junioren aan de orde moet komen. Het inzicht in de voor en nadelen van het spelen in een 1:4:3:3 formatie en variaties daarbinnen (met de punt naar voren of naar achteren, op 1 lijn of in een kommetje) 1:4:4:2, 1:3:4:3, 1:3:5:2, 1:5:3:2 en andere mogelijkhede nmoet verder tot ontwikkeling worden gebracht.

Niet door klakkeloos aan spelers op te dragen, maar door ze te laten meedneken in wat het nut is en op welke wijze ze hun rol dienen te spelen. Relevante vragen zijn: Wat is de rol van de beide spitsen wanneer er 1:4:4:2 word gespeeld, of wat wordt er van de vleugelspitsen verwacht in 1:4:3:3, wat zijn de taken van de verdedigers bij het spelen op lijn, als er met een ‘ruit’ op het middenveld wordt gespeeld, wat moeten de beide middenveldspelers aan de zijkant doen? Deze spelen een belangrijke rol in het zicht van het verder ontwikkelen van jeugdige spelers naar voetbalvolwasssenheiden.De doelstelling voor de A-junioren luidt dan ook

- Het presteren als een team in de competitie

Het winnen van de wedstrijd wrodt een middel in het vergaren van zo veel mogelijk punten om de competitie te kunnen winnen. Overigens wordt ook in de wedstrijdduur van 2 x 45 minuten eht volwassenvoetbal reeds geïntroduceerd.

8.1.1 AanvallenDe bedoeling van aanvallen is altijd dat er doelpunten worden gescoord. Of dit nu gebeurt door vloeiende combinantiespel met een dribbel van een vleugelspits die een vorozet op maat aflevert waaruitd e spits met een schot of een kopbal scoort of dat een lange bal vanuit de verdeding wordt gespeeld op een sterke,elk duelwnnende it die de bal zo tuglegt dat de opkomende middenveldspeler hem

45 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017direct tot doelpunt kan omzetten, hetmaakt in wezen niets uit. Wat wel uitmaakt is of spelers op deze leeftijd in staat zijn elkaars mogelijkheen, ondergebracht in taken binnen een bepaalde teamorganisatie te herkennen en te benutten. En dit niet een keer als toevalligheid, nee systematisch als onderdeel van een speelwijze, een speelplan. Een taak voor de coach om hier structuur in aan te brengen en dit onderdeel zo efficiënt mogelijk te ontwikkelen. In trainingen en aan de hand van het presteren in wedstrijden komen de verschillende aanvallende onderwerpen aan de orde. Het gaat hierin vooral om het juiste moment van handelen met een zonder bal en de juiste opeenvolging van de verschillende handelingen van de overige spelers. Zeker in de A-junioren worden de spelers afgerekend op het feit of het team tot doelpunten maken komt. De onderlinge afstemming is per definitie in het spelen van het voetbalspel een voordurend onderwerp van aandacht, maar in de A-junioren wordt het spel van tijd en ruimte een hoofdthema in het leerproces.

In de uitvoering van alle aanvallende handelingen wordt niet verwacht dat alles zoals bedoeld wordt gerealiseerd, echter de intentie moet wel duidelijk aan het handelen af te lezen zijn.

Overigens kan nooit gesteld worden dat men het aanvallen nu onder de knie heeft. Rinus michels zei jaren terug reeds: de prestatie in het voetballen is nooit een constante . De ene week lukt alels in een wedstrijd, terwijl de volgende week tegen een veel sterkere tegenpartij er niets meer van over is. Dat is voetballen, zeker bij de jeugd.

8.1.2 Algemene uitgangspuntenHet leren beheersen van de ruimte en het speltempo zijn het uitgangspunt voor het verder ontwikkelen van alle voetbalhandelingenmet en zonder bal. Wanneer op het juiste moment positie wordt gekozen in de juiste richting of ruimte en met de juiste snelheid dan moet dat resulteren in een beter aanvalsactie. Dit kan betekenen dat of de speler zelf in een betere positie komt om de bal goed te kunnen behandelen of dat hij zo positie kiest dat een medespeler de bal beter kan behandelen. Een staaltje teamwork gevoed door slimheid en inzicht van de verschillende spelers. Een goede communicatie dus. De taken die aan de verschillende posities binnen een bepaalde teamorganisatie zijn verbonden worden specialistischer. Het in beeld krijgen welke opties voor welke positie relevant zijn krijgt meer inhoud. Op grond van eht beter inb eeld krijgen van deze opties in eht aanvallen wordt het handelingsarsenaal van de speler en ruimer en efficiënter. Bijvoorbeeld de wijze waarop een centrale verdediger in de opbouw zijn taak kan invullen. Zijn doel in de

46 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017opbouw is het bevoorraden van middenvelders en spitsen zodat scoringskansen kunnen worden gecreëerd en dat het uiteindelijk tot een doelpunt leidt. Het beste is dat hij de bal zelf in het doel kan schieten. De volgende optie is dat hij met een dieptepass een medespeler zo voor het doel van de tegenpartij kan zetten dat hieruit gescoord kan wroden. Ookd at komt niet al te vaak voor maar is toch eenv an de eerste opties die voor de centrale verdediger in beeld komt. Wanneer hij via combinatiespel met z’n medeverdedigers komt tot het aanspelen van een middenveldspeler of een opkomende vleugelverdediger heeft hij toch een optie gehanteerd die nog steeds aan het doel van opbouwen tegemoet komt. Zijn positiekiezen kan daarbinnen dan nog worden onderscheiden door vanuit de achterste linie op te bouwen tot inschuiven in het middenveld en vandaar uit weer verder opbouwen. Bij eens terke en druk uitoefenende tegenpartij is de oplossing vaak een lange bal in de diepte naar een van de spitsen.

Ook is een optie, maar dan wel de minste aan het doel beantwoordende, de bal terug te spelen op de keeper zodat daardoor tijd en ruimte gecreëerd wordt om onder de druk van de tegenpartij vandaan te kunnen komen. De genoemde opties doen op hun beurt weer een beroep op verschillende soorten en variateis van handelen. Soms gaat het om het op het juiste moment positiekiezen op het middenveld achter de rug van de spits van de tegenpartij, dan weer gaat het om precisie in de dieptepass op de in de diepte vragende spits. Naast het ontdekken, herkennen en overeenkomstig de situatie kunnen handelen, gaat het bij A-junioren ook om dit niet uitsluitend in het begin van ee wedstrijd te kunnen uitvoeren, maar ook onder vermoeidheid in het eindstadium van de wedstrijd. En ook niet tijdens een wedstrijd, maar ook in een competitiereeks van wedstrijden met steeds wisselende tegenpartijen en onder steeds veranderende druk.

Het kunnen hanteren van eht speltempo. Ook onder wisselende omstandheden, is ook een aspect wat verder benadrukt en ontwikkeld moet worden. Alles gebaseerd op de doelstelling dat er gespeeld meot gaan worden om te winnen. De wedstrijd en de competitie.

8.1.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet beter kunnen hanteren van de tijd-ruimtelijke factoren moment, snelheid, positie en richting moet het handelen efficiënter en doelgerichter maken. In de coaching ligt de nadruk op deze aspecten. Het elkaar coachen tijdens de wedstrijd of oefensituaties krijgt hoe langer hoe meer inhoud en betekenis. Het komt steeds meer uit de aanmoedigende of afkeurende opmerkingen naar een sfeer waarin spelers elkaar zo beïnvloeden dat het een hulpmiddel wordt in het nastreven van

47 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017een goed resultaat. De coach is in dit verband ook weer degene die dit handelen helpt ontwikkelen. Hij is er attent op wanneer een speler in het veld roept ‘kijk uit’. De speler moet geprikkeld worden om de aandacht van z’n medespeler te trekken door te roepen in, voor iedereen betekenisvolle termen zoals: Kijk links of speel diep of tijd, man links, mijn bal etc. Het is aan de coach om het elkaar coachen verder te ontwikkelen door betekenis aan termen toe te kennen. Dit te bespreken met de spelers en in de voetbalsituatie te ontwikkelen, toe te passen en te controleren. Principe is dat meer ogen meer zien. Dan een paar ogen. Gebruik maken hiervan is nuttig maar moet zin hebben door de kwaliteit van de coaching. Ook hierbij geldt weer: de juiste timing.

Niet iedere speler is hiervoor in de wieg gelegd. Het heeft met verschillende factoren te maken of een speler een rol hierin kan spelen. De belangrijkste factor is echt of de speler genoeg ook heeft voor zijn omgeving. Beheerst hij de bal voldoende? Leest hij het spel snel genoeg? Heeft hij voldoende inzicht in zijn eigen opties, maar zeker ook die van zijn medespelers? Kortom kan een speler nog meer voor het team betekenen dan uitsluitend zijn eigen taak uitvoeren. Met goede coaching op dit vlak is ontwikkeling mogelijk. voorwaarde is echter wel dat de coach die momenten die voor onderlinge coaching van speler in aanmerking komen en er toe doen zelf ook wel moet zien. Aanvankelijk zal er middels korte eenvoudige aanwijzingen getracht worden de medespeler ergens op attent te maken. Termen als: tijd, speel, weg en dergelijke geven de medespeler extra informatie die ondersteunend is voor zijn handelen. Volgende stappen zijn coachopmerkingen die meerdere medespelers aanzetten tot het zich richting op meer complexe en vaak meer linie/flank- of team gebonden taken die gegeven een bepaalde spelsituatie worden aangesproken. Wat te denken van: aansluiten, diepte zoeken, wegblijven en dergelijke.

48 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

8.2.1 VerdedigenHet ontwikkelen van de verdedigende teamfunctie biedt de mogelijkheid om de contouren van een hecht team neer te zetten. Het verdedigen is een zaak en taak voor alle spelers. Binnen dit gegeven is voor een coach duidelijker en makkelijker aan te geven dat bij aanvallen hoe hij het wil hebben. het waarom ligt in het feit dat het instellen op de tegenpartij relatief gemakkelijker is dan het spel moeten maken, het initiatief moeten ontplooien en risico’s moeten nemen. Het ontwikkelen van de verdedigende teamfunctie is dan ook de basis van het teambuildingsproces van A-junioren en het vervolg in het seniorenvoetbal.

Eigenlijk zijn nu alle elementen bijeengebracht die het voetallen maken zoals het eigenlijk bedoeld is. De regels, de bedoeling die er in een competitie wordt nagestreefd, de bekendheid van de spelers met de taken en eisen die dit stelt aan hun handelen, kortom alle ingrediënten zijn aanwezig op de drempel naar het senioren voetbal. Binnen het verdedigen worden de verschillen die er zijn wanneer er in een andere gewijzigde teamorganisatie wordt gespeeld aan de orde gesteld en geoefend. Wat is het verschil in verdedigen met een verdedigingslinie die uit vier of uit drie verdedigers bestaat? Wanneer en waar moeten de beiden spitsen gaan verdedigen en/of druk zetten bij het spelen in een 1:4:4:2 formatie wat is de verdedigende taak van de middenvelder die in de punt naar voren speelt? Deze en andere vragen komen aan de orde en de antwoorden hierop zullen door de coach worden gegeven. Van daaruit kan het handelen van de betreffende spelers verder worden ontwikkeld. De regels en bijbehorende methodische stappen in het ontwikkelen van een teamfunctie bieden hiervoor de nodige houvast.

8.2.2 algemene uitgangspuntenHet doelmatiger verdedigen van alle spelers krijgt meer en meer vorm door kennis van en het inzicht in het spelen in een bepaalde teamorganisatie. Naast de algemene principes van verdedigen die aan de orde zijn geweest binnen de basis teamorganisatie 1:4:3:3 komen er nu ook verdedigende handelingen om de hoek

49 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017kijken die horen bij het verdedigen in andere teamorganisaties. Elke teamorganisatie kent zijne eigen structuur, kenmerken, voor en nadelen. De spelers hebben binnen een bepaalde teamorganisatie ene basistaak. De bedoeling van het verdedigen blijft in alle gevallen recht overeind namelijk het voorkomen van doelpunten van de tegenpartij. Alleen hoe dat vorm krijgt en welke eisen dat stelt aan de spelers is uiteraard afhankelijk van kwaliteiten van de tegenpartij maar zeer zeker ook van hoe de spelers ten opzichte van elkaar opereren.

Het spelen met 3 verdedigers ten opzichte van 2 spitsen van de tegenpartij brengt een aantal voor deze situatie specifieke problemen met zich mee. De ruimte in de breedte van het veld die anders door 4 verdedigers wordt bestreken moet nu door 3 verdedigers worden bespeeld. Dat betekent dat deze ruimte ook bespeeld kan worden door de 2 spitsen, de buitenste middenveldspelers van de tegenpartij en andere tegenstanders. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, echter bij het niet goed verdedigen van bijvoorbeeld middenvelders kan het zo zijn dat een van de 3 verdedigers moet gaan kiezen: wel of niet de eigen tegenstanders los laten en de doorkomende tegenstander in de ruimte aan de zijkant opvangen.

Eigenlijk komt het erop neer dat elke teamorganisatie een ‘eigen’ takenpakket kent voor alle spelers. In een aantal gevallen, maar dat is natuurlijk vooral afhankelijk van het niveau, kan het zelf betekenen dat er een speler of meerdere spelers gewisseld moeten worden omdat zij minder geschikt zijn en/of bepaalde voetbalhandelingen niet beheersen om op een bepaalde positie in een andere teamorganisatie te kunnen spelen. Voorbeeld kan zijn een middenvelder die onvoldoende snelheid/energie bezit om ruimte achter zijn rug te kunnen bespelen of een spits die niet in staat is 2 of 3 opbouwende verdedigers op te houden of een centrale verdediger die niet op lijn met andere verdedigers kan spelen, maar uitsluitend als mandekker of vrije man.

8.2.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet beter kunnen verdedigen ontwikkelt zich vooral door het beter en eerder leren herkennen van situaties waarbij verdedigend handelen wordt gevraagd. Het zogenaamde ‘vooruit lezen’ van voetbalsituaties, in dit geval dus de aanvallende situaties van de tegenpartij, moet het handelen meer en meer een beheerst en uitgebalanceerd beeld geven. Het verdedigen wordt verder ontwikkeld binnen en tegen verschillende teamorganisaties, onder wisselende druk en/of belangen. Het gaat dan onder meer om de team gebonden taken zoals ‘doorjagen’, ‘opsluiten’, ‘knijpen’, ‘terugzakken’, ‘vastzetten’, en dergelijke. Bijvoorbeeld een wedstrijd spelen met een versterkte verdediging (1:5:3:2) tegen de koploper onder de druk dat bij verlies degradatie aan de orde is. Dit vraagt wel iets van spelers en coach. Of

50 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017het kampioenschap kan gerealiseerd worden, maar dan moet er in een uitwedstrijd tegen een degradatiekandidaat gewonnen worden. Ook hierbij weer een pakket van specifieke eisen om deze klus te klaren. Verdedigen komt hier dus ook weer om de hoek kijken en hoe wordt er in beide voorbeelden mee omgegaan.

God zegen de greep of een degelijke voorbereiding en proberen zoveel mogelijk factoren onder controle te krijgen. Dit laatste is dan ook een specifiek aspect voor het leren verdedigen in deze leeftijdscategorie.

8.3.1 OmschakelenOmschakelen betekent hoe langer hoe meer een moment dat betekenis krijgt in een bredere context dan of aanvallen of verdedigen. Het gaat om het resultaat van het team. De bal verliezen kan betekenen:

Eerst met alle spelers dicht bij het eigen doel reorganiseren en kost wat het kost het eigne doel verdedigen.

Wanneer de ba na een doelpoging verlore is gegaan, onmiddellijk met man en macht de bal proberen terug te winnen door de tegenpartij direct onder druk te zetten.

Uiteraard zijn er meerdere voorbeelden te geven maar in principe gaat het bij het omschakelen steeds meer en meer om de context waarbinnen het plaats vindt. Zoals bij aanvallen en verdedigen ook is besproken gaat het er bij het omschakelen, zowel van aanvallen naar verdedigen als andersom, ook om het handelen in specifieke teamorganisaties.

Elke teamorganisatie kent zijn eigen eisen, zeker ook in omschakelmomenten. Dit manifesteert zich vooral in de gecreëerde en te bespelen ruimten. Dit heeft op zijn beurt weer consequenties voro het handelen van de spelers. Bijvoorbeeld een team speelt in een sterke bemande verdediging en onderschept de bal in de vrij drukke situatie voor het eigen doel. De ruimte om via combinatiespel op te bouwen stuit meestal op problemen. In dergelijke situaties, gegeven de enorme ruimte die de tegenpartij open laat, is het ultieme omschakelen naar aanvallen vooral een verre dieptepass op een loerende spits die sprintend achter de rug van de verdediger(s) de bal oppikt of meeneemt en richting doel gaat. Het omschakelen krijgt er dus weer een dimensie bij, gegeven de verschillende teamorganisaties. Door de grotere betekenis van het resultaat van de wedstrijd en de grotere weerstanden die een tegenpartij kan mobiliseren, is het trainen van het volhouden van beter en vaker handelen een onderdeel in de wekelijkse training (voetbalconditie training).

51 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

8.3.2 Algemene uitgangspuntenHet omschakelen wordt meer een bewust te hanteren middel. Het feit, zoals dit in het begin van het jeugdvoetballeerproces is aangegeven, dat het omschakelen vooral snel moet gebeuren om weer tot aanvallen of tot verdedigen over te gaan, moet hier worden gerelativeerd. Het omschakelen gaat meer een rol spelen in het reguleren/beheersen van het speltempo, het temporiseren. Het winnen van de bal of het onderscheppen van de bal gaat niet uitsluitend meer om weer zo snel mogelijk tot aanvallen te komen, nee, gegeven de omstandiheden de bal in de ploeg houden, een spelhervatting zo organiseren dat de bal niet wordt verloren zijn aspecten die ontwikkeld moeten worden. Daarbij gaat het om het voorkomen of het juist forceren van het omschakelen. Voorkomen dat de bal wordt verloren en forceren dat de tegenpartij de bal gaat verliezen. Anticiperen op omschakelen. Het herkennen van de mogelijke kritieke momenten in aanvallen en verdedigen en daarop tijdig anticiperen is de volgende stap in het leerproces. Bij het aanvallen en het verdedigen zijn alle spelers betrokken. Alle spelers hebben op grond van hun positie in een team een bepaalde taak. Spelers moeten op die momenten dat de bal gewonnen wordt inzicht gaan ontwikkelen of er nu juist van de desorganisatie bij de tegenpartij gebruik gemaakt moet worden door snel de counter te spelen of juist het tempo gedrukt moet worden door de bal in de ploeg te houden. Wanneer de bal verloren wordt moet duidelijk zijn of er direct druk op de bal gegeven moet worden en de tegenstanders in de omgeving scherp gedekt moeten worden of dat de tegenpartij uitgenodigd wordt om aan de opbouw te gaan beginnen. Inzicht in dit moment, het herkennen ervan, erop anticiperen en vanuit de eigen positie op een juiste manier handelen en dit door alle elf spelers in samenhang met elkaar, doen ertoe bij A-junioren. Dit alles tegen de achtergrond van de doelstelling: het presteren als een team in de competitie.

8.3.3 Relevante en dominante voetbalhandelingenHet vooruit lezen van de wedstrijd wordt steeds belangrijker. Het ontwikkelen van het inzicht in de genoemde kritische momenten stuurt de ontwikkeling van het anticiperen en het correct handelen. Deze situaties van omschakelen van aanvallen naar verdedigen en andersom doen zich in alle wedstrijden voor. Het op deze situaties voorbereiden en het ervaren gebeurt door de coach. Dit kan via het nabespreken van wedstrijden maar ook in trainingssituaties waarin de werkelijkheid van de wedstrijd zo dicht mogelijk wordt benaderd.

52 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

De coach als arrangeur van leer- en oefensituaties zorgt voor het veelvuldig oproepen of laten ontstaan van omschakelsituaties. Bijvoorbeeld door de opbouw van de ene partij zo risicovol te laten plaatsvinden dat er bij voortduring omschakelmomenten aan de orde zijn. De coach richt zich op een omschakelsituatie, bijvoorbeeld alleen als de bal verloren wordt en bewaakt door de organisatie(de juiste speler/hoofdspelers op de juiste positie), en de regels dat dat centraal blijft in het leerproces/de training wat bedoeld was. Hij kan op elk gewenst cruciaal moment spelers wijzen op wat wordt verwacht en/of aanwijzingen geven over hoe het beter kan.

Het leerproces wordt versnelt door herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Het omschakelen vraagt in deze periode ook specifieke aandacht voor het voetbal conditionele aspect. Het gaat om het volhouden van en vaker en beter omschakelen. In wedstrijden waar het resultaat centraal staat en ook gedurende een gehele competitie is het zaak voorbereid en dus getraind aan de start te verschijnen.

Het omschakelen, maar ook na dit moment, het aanvallen of het verdedigen met behoud van de juiste uitvoering volhouden en de benodigde prikkels op het juiste moment binnen de periodisering plannen.

53 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

9. Eisen waaraan elke training voor jeugdspelers moet voldoen

Om het voor de coach van jonge voetballers duidelijk te maken welke randvoorwaarden er zijn en waaraan een training moet voldoen is een aantal richtlijnen geformuleerd. Dit moet resulteren dat het over voetballen gaat, dat het effect heeft, dat het past op het niveau en de belevingswereld van de betreffende groep en dat de coach middels zinvolle coachopmerkingen extra prikkels kan geven. Alles bij elkaar de bouwstenen voor een optimaat leerklimaat. Een training moet aan vier eisen voldoen:

9.1. Voetbaleigen bedoelingenDe training is vooral bedoeld om alle handelingen die zich in de wedstrijd kunnen voordoen te ontwikkelen. Er kunnen natuurlijk echtelijke oefenvormen worden uitgedacht die op zich leuk kunnen zijn om te doen en waar ook nog een bal aan te pas komt. Maar de training is geen ‘loshangend’ evenement op een oefenveld. De ttraining iss een moment in een grotere reeks van trainingsactiviteiten en wedstrijden. Ook allerlei begeleidingsactiviteiten horen daarbij. Van welke kant je het ook bekijkt, de training moet een voetbaleigen-karakter hebben. Hier wordt onder verstaan dat het bij het voetbalspel altijd gaat om het trachten te winnen van de wedstrijd. Al het handelen, dus ook tijdens de trainingen, ademt dit rpincipe. Of het nu bij de allerjongsten gaat om de bal in de richting van het doel van de tegenaprtij te spelen of bij talentvolle junioren het samenwerken in het verdedigen, steeds is de basisgedachte de bal richting doel tegenpartij te spelen om te … en samenwerken in het verdedigen om …

Voor talentvolle spelers is passen in een bepaalde oragnisatievorm zonder richting, zonder tegenstanders, zonder logische voortzetting (bijvoorbeeld niet weer terug passen in de richting waar de ba vandaag komt) niet te bestempelen als voetbal-eigen. Voor talentvolle spelers is passen pas echt een zinvolle activiteit wanneer het in hun specifieke context plaats vindt vanuit de juiste positie, het juiste moment, de juiste richting en de juiste snelheid. En dit betekent dan ook dat voor deze categorie spelers, om echt te verbeteren heel dicht bij de reële wedstrijdweerstanden moet worden gebleven. Dus ook hier weer passen (maar gelijktijdig ook andere handelingen) om te … Deze ‘om te’ relaties zijn afgeleid van de bedoeling van het spel, namelijk winnen. Het spel wordt gespeeld om te winnen. Er wordt aangevallen om via opbouwen en het creëren van kansen tot scoren te komen.

Verdedigen heeft tot doel via het storen van de opbouw van de tegenpartij het scoren van de tegenpartij te verhinderen. Alle oefenvormen die beogen spelers 54 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017beter te laten aanvallen en verdedigen gaan dus over het spel, de bedoeling en niet te vergeten de spelregels. Een voorbeeld: een speler die tjdens de training een nietsontziende manier van tackelen laat zien waarbij menig teamgenoot geblesseerd raakt en die nooit commentaar van de coach krijgt, komt tijdens de wedstrijden meestal van een koude kermis thuis. Zijn team zal onnodige vrije trappen tegen krijgen (en mogelijk doelpunten) en als gevolg van de gele en mogelijk rode kaarten die hij van de scheidsrechter zal krijgen zal de speler wedstrijden gaan missen. Dus ook hier weer tackelen om te winnen.

9.2. Veel hehalingenTrainen en oefenen is herhalen, hoe vaker een speler een bepaalde situatie bepaalde handelingen moet verrichten, hoe beter de speler de spelsituatie zal gaan herkennen en interpreteren. De speler zal gaan anticiperen op de spelsituatie en op de juiste wijze handelen. Hierbij moet weer gedacht worden aan positie, moment, richting en snelheid. Voor de traiingspraktijk betekent dit dat spelers niet te lang stilstaan omdat de coach steeds aan het worod is. Ook moet de indeling van groepejs spelers voor een bepaalde oefenvorm o zijn, dat geen lange wachttijden ontstaan. Er moet voor gewaakt worden dat het onderdeel dat voor de training centraal was gesteld – bijvoorbeeld het scoren en alle daarvoor benodigde handelingen (schieten, koppen, starten en springen en dergelijke) - onvoldoende aan bod komt. Dit ontstaat nogal eens wanneer ern bijvoorbeeld veel tijd gaat zitten in het opbouwen tot het creëren van kansen voor het doel van de tegenpartij. Niet het opbouwen stond centraal maar het scoren. Dus de oraganisatie moet worden bijgesteld. Voldoende herhalingen worden ook gerealiseerd vooraf goed over de organisatie na te denken. Hierbij moet dan gedacht worden aan:

- Netten in doelen (geen tijd verliezen om de bal steeds uit de sloot te halen)

- Voldoende ballen- Goede aantallen spelers (Geen wachttijden, opstoppingen) - Aangepaste spelregels (intrap in plaats van ingooi)

Als bijvoorbeeld de club voor de trainingen van de allerjongsten niet kan zorgen dat iedere speler een bal heeft, is er voor die groep een groot probleem alle activiteiten voor die leeftijd staan in het teken van het ‘de baas over de bal’worden. Wanneer kinderen de bal met andere moeten gaan delen dan ontstaan er twisten over wie

55 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017aan de beurt is, wie welke bal het liefst heeft en ontstaan er wachttijden (wat voor deze leeftijd gelijktijdig een ordeprobleem betekent).

9.3. Rekening houden met de groepSoms komt het voor dat een enthousiaste jeugdcoach een training van een profclub gaat bezoeken. Hij noteert alles wat hij daar aan oefenvormen en opmerkingen van de coach heeft waargenomen. De volgende dag schotelt hij hetzelfde voor aan zijn E4-team van de plaatselijke amateurclub. Het zal duidelijk zijn dat hier de plank volledig misgeslagen wordt. Trainen betekent trainen en oefenen van iets. Dat iets wordt bepaald door hetgeen wat kinderen in een bepaalde fase laten zien, hoe ze dingen beleven, waar ze nog niet of juist wel aan toe zijn, kortom een goede training kenmerkt zich door naadloos aan te sluiten bij de leeftijd, het niveau, de ambities en de ervaring van spelers. Uitgangspunt voor trainen is dat de opdracht rpikkelend, uitdagend moet zijn (de speler ziet er wel ee beetje tegen op) en tegelijkertijd niet te hoog gegrepen, te moeilijk (de speler ziet het als onhaalbaar). Het motto luidt: ‘steeds winnen maakt lui en altijd verliezen demotiveert’. Binnen een groep gaan dezelfde principes ook weer op voor de verschillende individuen. Elk kind is er een, het ene kind is het andere niet. De groep is in een bepaalde competitie ingedeeld, hetgeen garandeert dat er tussen de verschillende clubs een zekere balans in prestatieniveau is. Het spel kan gespeeld worden, echter, de training wordt vooral bepaald door de inbreng van de coach, de coach stelt de doelen, bepaalt trainingsvomen en –inhoud, coacht en beoordeelt. Hij houdt hierbij vooral voor ogen dat zijn inbreng is afgestemd op hetgeen wat de kinderen in de wedstrijden en trainingen laten zien. Daar waar de voetbalbond op voordracht van de clubs teams naar niveau indeelt en zorgt voor een çonfectie’-maatvoering (afgestemd op gemiddelden) daar zorgt de coach voor individueel maatwerk.

9.4. Juiste coachingNaast de hiervoor behandelde eisen die er aan een training moeten worden gesteld gaat het vooral ook om de daadwerkelijke inbreng van de coach, alles onder de noemer: ‘wat de coach ziet en wat de coacht doet of zegt’. De coach arrangeert de voorwaarden voor een goede trainingssituatie. Hij weet wat de bedoeling van de oefensituaties is, hij kan het voor de spelers in een herkenbare context (hun eigen

56 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017prestatie in de wedstrijd) plaatsen. Dit stuurt zijn kijken naar, alert zijn op wat het handelen van de spelers moet opleveren. Vervolgens beïnvloedt hij de spelers door in te grijpen, stop te zetten, aanwijzingen te geven, vragen te stellen, oplossingen te laten aandragen, het voorbeeld te geven en het te (laten) voordoen. Ook kan hij zonder iets te zeggen of te vragen de organisatie van een oefenvorm aanpassen of de regels veranderen waardoor een nieuwe fase van oefenen wordt ingeleid.Het gaat er bij een juiste coaching dan ook niet om of de coach welbespraakt, fanatiek of eisend is, maar wel of de coach weet waarnaar hij moet kijken of waar hij op moet letten en welke maatregelen hij op welke moment neemt en op welk moment hij was zegt. Dit vereist vakmanschap. Jeugdvoetbalcoach is een vak, een moeilijk en gecompliceerd vak.

10. De verschillende fasen van een voetbaltraining

Om het rendement van een training en de daarop volgende trainingen te waarborgen geldt voor iedere training dat er een warming-up wordt uigevoerd. Tevens wordt er na elke training uitgelopen, hetgeen kan worden betiteld als cooling-down. Deze beide onderdelen behoren niet echt tot de trainingsinhoud en zouden dus eigenlijk ook geen tijd van de daadwerkelijke training mogen

57 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017afsneopen. Het is goed wanneer in de ontwikkeling naar voetbal-volwassenheid de verantwoordelijkheid voor deze beide aspecten bij de speler zelf gelegd kan worden. Doel zou moeten zijn om spelers zelfstandig hun warmin-up te laten afwerken en dat op het moment dat de bepaalde oefenvorm start, alle spelers in staat zijn optimaat te presteren. Uiteraard moeten jonge spelers daarin opgevoed en beleid worden.

Zoals eerder aangegeven geld voor de allerjongsten de warming-up niet. Stap voor stap gaan kinderen ervaren dat het prettig en noodzakelijk is om, voordat ze aan de bak moeten, iets aan voorbereiding gedaan te hebben. Bij jongere categorieën kan dit gepaard gaan met allerlei spel- en/ of oefenvormen, mede gericht op het ontwikkelen van handelen met bal.

De training zelf is te onderscheiden in drie fasen. Deze fasen moeten gegaranderen dat er geleerd wordt en dat dit plaatsvindt binnen de context van de doelstelling van de training. De verschillende fasen worden hierna nader uitgewerkt.

10.1. De oriëntatiefaseDeze fase van de training is erop gericht dat de spelers zich bewust gaan worden van hetgeen wat in de training op het programma staat, welke relatie het heeft met de prestaties van hun team, aan welke onderdeel gewerkt gaat worden en hoe het aansluit op of een relatie heeft met eerdere trainingen en/of wedstrijden. Deze fase kan op verschillende manieren gestalte krijgen. De spelers kunnen in een vereenvoudigde voetbalsituatie worden geconfronteerd met de situatie en hun eigen handelen waar het om gaat. Kenmerk van een dergelijke situatie is dat de essentie van hetgeen wat in de training aan de orde gaat komen veelvuldig voorkomt. De speler wordt als het ware met zijn neus op de feiten gedrukt en moet erdoor geprikkeld worden om aan mogelijke oplossingen te denken.

Een andere mogelijkheid om spelers zich te laten oriënteren op de bedoeling van de training is ze te confronteren met videobeelden van hun eigen handelen en/f prestatie. Dit zal meer het geval zijn bij geselecteerde spelers in de hogere divisies en vertegenwoordigende teams. Daarnaast kan deze oriëntatie ook plaatsvinden doordat de coach een beschrijving geeft met wellicht tekeningen van de onder handen te nemen problematiek. Hierbij kan hij zich door zelf te benoemen, vragen te stellen aan de spelers of terug te blikken op vorige oefen- of wedstrijdmomenten de toon voor de training zetten. Nog een andere manier om spelers te prikkelen om na te denken wat er op het programma staat is niets te zeggen, maar vooraf door

58 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017het uitzetten van doelen, pionnen, kleine doeltjes, paaltjes en dergelijke de spelers hiermee te confronteren en te vragen wat er voor die training van hen wordt verwacht: waar gaat het deze training om? Het is dus niet zo dat er elke training een bepaalde tijd ingeruimd moet worden voor de oriëntatiefase. Soms is na afloop van de wedstrijd in het weekend al duidelijk wat er de komende trainingen op het programma zal staan. Voor de allerkleinsten betekent deze fase uitsluitend een oriëntatie en herkenning van hetgeen wat zich in hun beleving van hun wedstrijd voordoet. Het zal meer vertaald moeten worden in ‘het in de sfeer komen’ van wat ze ontmoeten tijdens aanvallen e verdedigen. Centraal kenmerk is voor alle categorieën dat de spelers zich herkennen in wat er met trainingen bedoeld wordt.

10.2. De oefen / leer faseDeze fase vormt eigenlijk het hart, de essentie van de training. Hier moet het handelen van de spelers zich zo ontwikkelen dat de prestatie duurzaam wordt verbeterd. De spelers worden in een situatie gebracht door middel van een vooraf gekozen oefenvorm waarin de te ontwikkelen handelingen, bijvoorbeeld bij het opbouwen, veelvuldig aan de orde zijn. Door het zo te organiseren dat de spelers vaak worden aangesproken op de bedoelde handelingen. In dit geval opbouwhandelingen (passen, aannemen – meenemen van de bal, positie kiezen) kan duidelijk worden welke tekortkomingen verbeterd moeten worden en waar de coach in moet sturen. De coach kan zich in deze situatie uitleven door op het juiste moment de situatie stop te zetten, vragen te stellen, aanwijzingen te geven, voorbeelden te geven, voor te doen etc. Verder zal hij door het aanpassen en wijzigen van de weerstanden (aantal spelers, afmetingen speelveld, spelregels) de situatie moeilijker of makkelijker maken. De coach weet vooraf welke consequenties zijn maatregelen hebben en richt zich op het nieuwe handelen van de spelers.

10.3. De toepassingsfaseDeze fase werd eerder veel gezien en ingevuld als het ‘toetjes’, het partijtje. Binnen de huidige opvattingen van trainen is deze fase bedoeld om het geleerde/ontwikkelde in een min of meer wedstrijd gerelateerde situatie te toetsen en te controleren. De coach kan dus niet. Zoals vroeger, alvast een kopje koffie in de kantine gaat drinken. Maar moet heel goed opletten of hetgeen wat in de vorige fase van de training aan de orde is geweest ook z’n weerslag vindt in deze toepassingsfase. Hij moet dan ook actief spelers volgend, begeleiden en coachen, soms op details. Soms door het spel nog een keer stop te zetten en te vragen of te instrueren. Uiteraard is de uiteindelijke toepassingsfase de volgende wedstrijd. De coach legt steeds weer de relatie tussen training en wedstrijd. Hij draagt zorg voor een logische, betekenisvolle ontwikkelingslijn voor het totale team in het algemeen

59 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017en de individuele spelers in het bijzonder. Steeds is het referentie kader voor toetsing de doelstelling die er voor een bepaalde leeftijdscategorie geld, de afgeleide doelstellingen voor aanvallen, verdedigen en omschakelen en de doelstellingen per training.

Trainingsfasen

Algemeen Spelers Hoe Deze fase zorgt ervoor dat de

spelers een zekere indruk krijgen waar het om gaat tijdens de training: bijv. de teamtaak opbouwen met de spelbedoeling tot scoren te komen

Welke moeilijkheden kunnen zij dan tegenkomen

Een eerste aanzet tot het oplossen ervan

Idee waar de training over Komt regelmatig in de

situatie waar het om gaat Krijgt inzicht in die situatie Ziet de zin van de training

in; waarom doe ik dit? Wordt uitgedaagd en

geprikkeld tot nadenken en oplossen van moeilijkheden die hij/zij tegenkomt

Herkenbaar (voetbaleigen)

Overzichtelijk (vereenvoudiging)

Herhaling Dwingend

(ontdekken)

Algemeen Spelers Hoe Het kunnen realiseren van de Binnen welke situatie, die Herkenbaar

60 versie 1 – 9 oktober 2016

Orientatiefase

Oefe

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017bedoeling (bijv. van opbouwen) door middel van een vereenvoudiging van de wedstrijd

Makkelijker/moeilijker maken om de situatie onder controle te krijgen

Zelf ontdekken/mogelijkheden aanreiken om de situatie onder controle te krijgen

op de wedstrijd lijkt, komt de speler de bedoeling tegen?

Op welke manier kan de speler de situatie onder controle krijgen: oplossen van de moeilijkheden die hij tegenkomt

Overzichtelijk Herhaling Dwingend Uitdagend Coachen

(stoppen, ingrijpen, vraag en antwoord, uitleggen, voordoen, etc)

Algemeen Spelers Hoe Controleren of het geleerde

wordt begrepen en toegepast in een echte wedstrijd

Is de doelstelling bereikt? Coachen van de spelers in de

wedstrijd

Om de relatie te zien tussen de oplossingen/mogelijkheden die zijn aangereikt tijdens de oefenleerfase en de wedstrijd

Leren omgaan met de wedstrijdsituatie

Herkenbaar Overzichtelijk Uitdagend Coachen

(Begeleiden)

11. Speelwijze SV Helios Jeugd

De speelwijze die de jeugd van SV Helios is uitgewerkt in de bijlage speelwijze. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste elementen.

11.1.Formatie1:4:3:3 met de punt naar voren

11.2 OrganisatieDe organisatie word neergezet door de trainer van het team. De aanvoerder coacht in het team op de gemaakte afspraken.

11.3 Opbouw

61 versie 1 – 9 oktober 2016

Oefe

Toepassingsfase

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Bij de opbouw staan de backs diep en breed weg. Het centrale duo staan op de hoeken van de 16M, en we hebben 2 controlerende middenvelders die dan samen met de backs en het centrale duo voor de driehoek verhouding zorgt.

62 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

11.4 OmschakelenAanvallen Verdedigen

- Naar binnen knijpen- Compact gaan staan- Ruimtes klein houden- Duels aangaan- Geen onnodige duels aangaan (aflopen)

Verdedigen Aanvallen- Breed gaan staan , uit elkaar- Spits diep (diepte zoeken)- Snel handelen / Hoog baltempo- Eerste pass vooruit spelen en zorgen dat er altijd iemand onderkom

Inschuiven in verschillende linies- Aanvallende middenvelder wordt extra spits- Laatste man stapt door op het middenveld

Drukzetten, wanneer? Hoe?Wanneer Als het kan de zwakste backHoe Man loslaten en doorstappen

VastzettenZo gaan staan bij de opbouw van de tegenstander, dat ze gedwongen worden om de lange bal te hanteren.

KantelenIs de bal aan de rechter kant, links loslaten / knijpenIs de bal aan de linker kant, rechts loslaten / knijpen

63 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

SpelhervattingenCorner

- De 2 langste lopen in de 5 meter- 2 man voor de afvallende bal, 1 links en 1 rechts- 1 inlopen bij de tweede paal- 1 voor de keeper- 3 man op de middenlijn- 1 op de cirkel

64 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

12. Indelingsproces Helios: Tijdspad:

Stap 1:

Inventariseren/ beschrijven van de kwaliteiten van de speler Maand okt./nov

door trainer/leider d.m.v. Helios beoordelingsformulier.

Stap 2: Maand sep/dec Trainers: bekijken/scouten om inzicht te krijgen in ontwikkeling

spelers.

Coördinatoren: Bekijken/scouten om inzicht te krijgen in

ontwikkeling spelers.

Technische Commissie: Bekijken/scouten om inzicht te krijgen

in ontwikkeling spelers.

Stap3:

Onderling overleg tussen trainers, coördinatoren en TC om Maand feb

ontwikkeling te bespreken en formulieren te beoordelen.

Stap 4:

Eerste voorlopige indeling op basis van uitkomsten in samen- Maand mrt

spraak met scouts, selectietrainers, coördinatoren en TC. Doorstroming en

indeling wordt gebaseerd op basis van kwaliteit. Vertrekpunt

is dat tweedejaars de basis vormt en eerstejaars gezien worden

als leerjaar. Uitzonderingen zijn besproken en overlegd.

65 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Stap 5:

Indeling doornemen en eventuele ontwikkelingen meenemen. Maand april

Update input scout en selectietrainers onafhankelijk van elkaar

Zie kader voor aantallen voorlopige situatie.

Frequent mee laten spelen van talenten met naast hogere leeftijdscat.

Stap 6:

Organiseren van selectiewedstrijden door betrokken trainers Maand mei

op basis van indeling. Bespreken van opgedane inzichten en

eventueel bijstellen. Indien nodig meerdere selectiewedstrijden.

Stap 7:

Update input scout en selectietrainers in samenspraak met elkaar Maand Juni Zie kader voor voorlopige indeling einde seizoen (1e week

Stap 8:

Voorlopige indeling bekend maken.

Twee weken voor overschrijvingsdatum KNVB 15 juni

Stap 9:

Inkoopavond ouders

Eén week voor overschrijvingsdatum KNVB 15 juni

66 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/201713. Kaders samenstelling voorlopige indeling:

Voorlopige indeling gewenste situatie ( stap 5 jaarplan; medio april tbv scout en selectietrainer):

F1 en F2: max 6 spelers,

E1 en E2: max 6 spelers,

D1 en D2: max 10 spelers,

C1 en C2: max 10 spelers,

B1 en B2: max 10 spelers,

A1 en A2: max 10 spelers,

Voorlopige indeling aanvang competitie ( gewenst):

F1 en F2: 8 spelers, overige teams bestaan uit gelijkmatige verdeling

E1 en E2: 8 spelers, overige teams bestaan uit gelijkmatige verdeling

D1 en D2: 13 spelers, overige teams bestaan uit gelijkmatige verdeling

C1 en C2: 13 spelers, overige teams bestaan uit gelijkmatige verdeling

B1 en B2: 14 spelers, overige teams bestaan uit gelijkmatige verdeling

A1 en A2: 15 resp 16 spelers, overige teams bestaan uit gelijkmatige verdeling.

Het ledenaantal van de generatie kan invloed hebben om af te wijken van de gelijkmatige verdeling. Spelers kunnen in overleg met de ouders eerder worden doorgeplaatst naar een hogere leeftijdscategorie om de gelijkmatige verdeling te waarborgen. De coördinatoren adviseren hierbij aan het bestuur.

Wisselbeleid selectie:

67 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Trainer bepaalt wissel evt. in overleg met leider en speler en is toegevoegde waarde indien er gewisseld dient te worden ( sociaal, tactisch/ blessure). Met nadruk op consequente uitvoering van het wisselbeleid en goed communiceren met betrokkenen.

Bij het wisselen en de verdeling van de spelers kan er bij selectieteams afgeweken worden van het wisselbeleid in geval van belang van de specifieke wedstrijd (kampioenschap) en de keuze voor beste opstelling. Bij de A jeugd speelt het beste team. Vanaf de B krijgt een ieder evenredig veel tijd om te spelen. De trainer dient eventueel extra oefenwedstrijden te organiseren om de balans te behouden.

Tot en met tweede klasse ( cat. B) is doorwisselen ( hele en halve competitie) en vanaf D tweede klasse is max ? wissels ( volledige competitie)

Organisatie uitwisselen spelers :

A1 kiest in bij A2 ( bij voldoende Kwaliteit) en B1

A2 heeft mogelijkheid B2,3,4 enz.

B1 kiest in bij B2 ( voldoende kwaliteit?) en C1

B2 kiest in bij C2. ( overige B elftallen in onderling overleg of overige C elftallen)

C1 kiest in bij C2 ( voldoende kwaliteit) en D1

C2 kiest in bij de D2 . ( overige C elftallen in onderling overleg of overige D elftallen)

D1 kiest in bij D2 ( voldoende kwaliteit) en E1

D2 kiest in bij E1 ( overige D elftallen in onderling overleg of E teams)

E1 kiest in bij E2 ( voldoende kwaliteit) en F1

F1 kiest in bij F2 ( overige F teams in onderling overleg)

Bij dit onderwerp onderscheid maken met 1e helft competitie en 2e helft. Voor de winterstop kiest bij D1 in bij D2 en na de winterstop bij E1.

68 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Schaduw ( sub team) dient in principe speler af te staan bij selectieteam. Sub-team kiest vervolgens in bij overige sub-teams. Bij voorkeur opvolgend team.

Speeltijden:

Om de mogelijkheden te benutten van uitwisselen van spelers is het wenselijk om de speeltijden te bekijken van de teams zodat de competitie het mogelijk maakt om spelers in beide teams ( gedeeltelijk) te laten spelen waardoor de belangen van beide teams niet of minder in het geding komen.

Bijvoorbeeld E2 speelt om 09:00 en E1 speelt om 10:30 uur. Zelfs indien een team uit en een ander team thuis speelt geeft dat mogelijkheden.

Seizoen 2012 speelde bijvoorbeeld D1 om 10:00 uur en D2 om 12:30 uur om keepersprobleem op te lossen.

14. Opleiding, werving en beoordeling technische kader

14.1. Opleiding

SV Helios streeft er naar om het technisch kader (verder) te bekwamen voor de taken die moeten worden uitgevoerd. Ook jeugdtrainers en leiders kunnen door SV Helios worden ondersteund in hun ontwikkeling. In de jeugdafdeling is met uitzondering van de selectieteams over het algemeen sprake van een vrijwillig kader dat niet specifiek geschoold is door de KNVB academie. Ook deze groep wordt in de gelegenheid gesteld bijgeschoold te worden. Indien in functie zal deze scholing verzorgd worden door het hoofd jeugdopleiding. Het hoofd jeugdopleiding organiseert in overleg met de KNVB interne workshops.

In geval van overeenstemming tussen een talentvolle trainer en de vereniging kan er voor gekozen worden om de KNVB trainerscursus vanuit SV Helios geheel of gedeeltelijk te financieren. Dit onder de voorwaarde dat de betreffende trainer aan de vereniging blijft verbonden, voor een nader te bepalen periode.

14.2. Werving trainers selectieteams

Bij werving van trainers (lees ook keeperstrainers) van de selectieteams is in principe het uitgangspunt dat zij scholing hebben gevolgd bij de KNVB academie en

69 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017gediplomeerd zijn. Bij de A-selectie van de senioren moet de hoofdtrainer voldoen aan de licentie-eis die past bij het niveau waarop het 1e team speelt. Bij de aanstelling van de hoofdtrainer en assistent trainer van de A-selectie senioren zal de coördinator advies vragen aan diverse spelers (spelersraad) en zullen de overige stafleden geconsulteerd worden.

Het uitgangspunt is dat alle hoofdtrainers van de selectieteams in principe minimaal diploma TC III jeugd hebben behaald. Bij hoofdtrainers voor de E, F en mini-pupillen kan in principe worden volstaan met het certificaat junioren-/pupillentrainer.

14.3. Beoordeling trainers selectieteams

Gedurende het seizoen moet beoordeeld kunnen worden of een selectietrainer naar behoren functioneert. De basis daarvoor is waarneming door de betreffende coördinator, hoofd jeugdopleiding, informatie van kader/spelers (spelersraad)/ouders (jeugd) en het houden van minimaal drie evaluatiegesprekken.

De evaluatiegesprekken met de hoofd trainer van de A selectie senioren met betrekking tot het functioneren worden gehouden en voorbereid door de coördinator en een bestuurslid.

Bij de jeugdopleiding is dit belegd bij de coördinator, een bestuurslid en het hoofd jeugdopleiding.

De functieomschrijving van de betreffende trainers wordt als basisdocument gehanteerd bij het houden van de gesprekken.

Onderwerpen in het voortgangsgesprek:

planning en organisatie trainingsopbouw en uitvoering daarvan coachen begeleiding assistent-trainers en aanvullend kader resultaten

In de eerste twee gesprekken in de periode oktober tot en met januari wordt de basis gelegd voor het eventueel verlengen van een contract naar het daaropvolgend seizoen. Het derde voortgangsgesprek is een evaluatiegesprek. Per gesprek wordt kort verslag gemaakt.

De doelstelling is om uiterlijk eind januari duidelijkheid gegeven worden aangaande de mogelijke contractverlengingen van de selectietrainers (hoofd/assistent trainers)

70 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017van de jeugdopleiding. In geval van een hoofd jeugdopleiding zal er onderling medio eind januari duidelijkheid dienen te zijn aangaande een contractuele overeenstemming voor het aankomende seizoen.

De betreffende coördinatoren brengen voor ieder beslissingsmoment aangaande het technische kader in de senioren- en jeugdafdeling een advies richting de Technische Commissie en het bestuur. Het bestuur geeft al dan niet akkoord.

15. Taak omschrijvingen organen mbt technisch beleidsplan

15.1. Taakomschrijving TC lid:

Hoofddoel: het beoefenen en bevorderen van het voetbal in de meest brede zin

o Het voor iedereen mogelijk maken om het voetbalspel als wedstrijdsport op zowel prestatief als recreatief niveau te beoefenen

o Het creëren van een optimale omgeving voor de ontwikkeling cq het gebruiken van de individuele voetbalkwaliteiten van alle actieve leden, ieder op zijn eigen niveau

o Het bevorderen van het gevoel van verbondenheid van alle leden Tweede doelstelling:

o Streven naar een zo hoog mogelijk niveau van de jeugdopleiding, zodat we daar later de vruchten kunnen plukken mbt de selectie-elftallen bij de senioren, zonder dat we ooit in de verleiding komen spelers te moeten gaan aantrekken.

o Dit mogelijk maken door het aanstellen van goed opgeleide trainers en coaches met als doel

o Het verbeteren van individuele voetbalkwaliteiten waardoor ook de teamprestatie beter wordt

o Spelen in de hoogst haalbare niveaus in de competitie, waardoor ook een hoog weerstandsniveau kan worden behaald. Hierbij wordt rekening gehouden met het niveau in de onderliggende leeftijden mbt de langere termijn.

Taken: Adviserende rol aan jeugdbestuur en bestuur Adviserende rol tbv alle overige organen bij vaststelling beslissing TC.

71 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 Verzamelen en delen van informatie van scouts, coördinatoren en

selectietrainers Het waarborgen en actualiseren van het technisch beleidsplan Zo mogelijk vertegenwoordigers uit Bestuur, Jeugdbestuur en Scout zodat

snel geschakeld kan worden en advies aan eindverantwoordelijke kan worden aangedragen. Op deze wijze kan snel actie worden ondernomen.

Het aanstellen van selectietrainers. Het waarborgen en stimuleren van kwaliteit bij jeugdtrainers. Intentie is om

op alle selectieteams een gecertificeerde trainer aan te stellen. Voorkeur gaat uit naar jonge interne kandidaten die zelf op selectieniveau hebben gespeeld bij SV Helios. Er wordt getracht deze trainers voor langere tijd te verbinden aan de club.

Het organiseren van vergaderingen / bijeenkomsten om ontwikkelingen te waarborgen.

Het ontwikkelen en uitvoeren van een train de trainer tbv de E en F coördinatoren.

Begeleiding van eventuele vervroegde doorstroming van individuele spelers obv heldere criteria

Contacten met BVO’s , bij interesse voor jeugdspelers of algemene zaken en met de KNVB mbt selecties

Het waarborgen van het selectiebeleid. De drie-eenheid van Coördinatoren, Scout en TC input selectieteams voor afsluiting van seizoen van voorlopige indeling en aanvang competitie.

Letten op sportief en gewenst gedrag van alle kaderleden. Leden aan kunnen spreken op normafwijkend gedrag Beschikbaar te zijn bij de inloopavond voor afsluiting seizoen Op positieve wijze een bijdrage leveren aan de continuïteit en verdere

ontwikkeling van sv Helios en een bijdrage leveren aan de uitstraling en het imago van de vereniging.

De TC geeft gevraagd en ongevraagd adviezen op voetbaltechnisch gebied. Voorstellen, visies, beslissingen en beleidswijzigingen van de TC worden via

notulen en of mondeling ter goedkeuring aan ( een afgevaardigde) van het bestuur voorgelegd.

De TC bestaat zoveel mogelijk uit onafhankelijk leden, hoofd scout, voorzitter jeugdbestuur en bestuur.

Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats van het functioneren en indien nodig vindt er bijstelling plaats. Bijstellingen worden aan het bestuur ter goedkeuring voorgelegd.

72 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017De TC bestaat thans uit zeven leden. Om lid te kunnen worden van de TC dient men bij voorkeur zelf minimaal op het huidige niveau van de selectieteams van sv Helios te hebben gespeeld . Men kan zich aanmelden bij de TC en akkoord te gaan met het huidige beleidsplan. Men wordt aangesteld door het bestuur.

15.2. Taakomschrijving coördinator:

administratie persoonsgegevens spelers groep bewaken inhoud en richtlijnen Voetbal Technisch Beleidsplan aansturen stappenplan seizoenvoorbereiding (aantal teams, samenstelling

teams, selectiewedstrijden, oefenwedstrijd(en), teamindelingen KNVB, etc.) werving/aanstelling leiders/trainers coördineert functioneren kader binnen groep bewaakt normen en waarden beleid binnen de club vertegenwoordigt spelers/technisch kader binnen groep naar Technische

Adviserende rol aan Jeugdbestuur. Per leeftijdscategorie is een lid verantwoordelijk mbt A,B,C,D,E,F en mini’s

voor jongens en meisjes afdeling. Draagt positief bij aan de begeleiding van jeugdleiders en –trainers ( helpt

mee met het oplossen van kleine en grote ergernissen e.d.) Het waarborgen van evenredige verdeling van aantallen en teams Het aanstellen van begeleiding ( trainers en leiders) van de niet-

selectieteams Het indelen van alle teams in een klasse die past bij de ambitie, op basis van

de kwaliteit en de aantallen teams per leeftijdscategorie zoals voorschreven /geadviseerd door de KNVB ( bijv 4 D teams, selectieteam speelt 2e klasse).

Het vaststellen van de speel- en trainingstijden

Organiseren van en inschrijven bij toernooien in de regio van alle teams. Met nadruk op na- en voorjaar ivm selectie.

Het organiseren van vergaderingen / bijeenkomsten om ontwikkelingen te waarborgen.

Advies vragen van TC en Scout tbv indeling nieuw seizoen (voorlopige indeling). Deze komt tot stand in overleg met drie-eenheid Coördinatoren, Scout en TC. Bij verschil van inzicht geeft de TC advies aan Jeugdbestuur. De voorlopige indeling komt ca twee weken voor sluitingsdatum KNVB ter publicatie op de website.

Het aanstellen van trainers en leiders voor niet-selectieteams

73 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 Het organiseren van een inloopavond voor ouders / spelers ca een week voor

sluitingsdatum overschrijving KNVB Letten op sportief en gewenst gedrag van alle kaderleden. Leden aan kunnen spreken op normafwijkend gedrag. Aanspreekpunt voor leiders, trainers en scheidsrechters Ontplooit activiteiten/ acties om jonge vrijwilligers te werven en te binden

aan de club. Beschikbaar te zijn bij de inloopavond voor afsluiting seizoen

15.3. Taakomschrijving leider:

1. bij seizoenvoorbereiding spelers (eventueel ouders) informeren over trainingsschema en andere

afspraken zaken regelen rond de wedstrijdtas (kleding, aanvoerdersband,

waterzak, etc.) ballen regelen aanvoerder(s) vaststellen (bij E- en F pupillen bij toerbeurt) bijhouden verdeling trainingspakken rijschema vaststellen regelen kleding wassen

2. tijdens de competitie informeert spelers (ouders) minstens 3 dagen van tevoren via de

website over de spelen wedstrijd geeft verhinderingen door aan medeleider(ster) en regelt (samen)

vervangers maakt afspraken hoe te handelen bij twijfel over het doorgaan van een

wedstrijd maakt afspraken wat te doen bij afgelasting maakt ouders duidelijk dat ze niet in de kleedkamer behoren te komen

(bij pupillen alleen indien nodig bij verkleden)

74 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 maakt ouders duidelijk dat ze van harte mogen aanmoedigen, maar

niet de leider/coach voor de voeten moet lopen met tactische aanwijzingen

de spelers er op wijze dat ze alleen dienen te luisteren naar de tactische aanwijzingen van de leider/coach

3. bij een thuiswedstrijd is minimaal 30 minuten voor aanvang aanwezig (bij pupillen 40

minuten vanwege doeltjes klaarzetten) kijkt op welk veld moet worden gespeeld doelen en hoekvlaggen regelen bij pupillen wedstrijddoelen klaarzetten/na de wedstrijd wegzetten

(indien nodig) begeleidt team naar de kleedkamer ontvangt tegenpartij en begeleidt naar bestuurskamer/kleedkamer ontvangt/begeleidt scheidsrechter (consumptie, bal, vlaggen) maakt digitaal wedstrijd formulier gereed in kleedkamer waardevolle spullen regelen afspraken/mededelingen (was tas, schoonmaken kleedkamer, kleding

wassen, etc.) controle bij verkleden/douchen en voert eindcontrole uit

4. bij een uitwedstrijd is 15 minuten voor vertrek aanwezig controleert of spelers, chauffeurs en team tas aanwezig zijn meldt zich bij de gastheren maakt digitaal wedstrijd formulier gereed

5. algemeen is aanwezig op vergadering onder leiding van coördinator adviseert bij selectieprocedure onderhoudt contacten met coördinator onderhoudt contacten met ouders organiseert/assisteert bij overige activiteiten (seizoenafsluiting,

afgelasting, etc.) toont belangstelling voor de trainingen door deze regelmatig te

bezoeken

75 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/201715.4 Taakomschrijving coach:

1. voor een wedstrijd regelt de opstelling (eventueel in samenspraak met trainer, leider) maakt deze tijdig voor de wedstrijd bekend regelt reservebeurten (evenredig) bespreekt tactiek en geeft duidelijk de individuele spelerstaken aan geeft aanwijzingen over houding en gedrag t.o.v. tegenpartij,

scheidsrechter, publiek, etc. organiseert de warming-up

2. tijdens de wedstrijd geeft vanaf de zijlijn aanwijzingen aan spelers evalueert in de rust de eerste helft geeft eventueel nieuwe aanwijzingen regelt reservebeurten

3. na de wedstrijd evalueert kort de wedstrijd (niet bij de allerkleinsten) vangt bij nederlaag team/individuele spelers op blijft na de wedstrijd kort in de kleedkamer om als aanspreekpunt

te dienen4. voor de volgende wedstrijd

bespreekt met leider/trainer de wedstrijd neemt eventueel nieuwe maatregelen

5. algemeen houdt administratie bij van gespeelde wedstrijden over

reservebeurten adviseert bij selectieprocedure onderhoudt contacten met coördinator is aanwezig bij leidersvergaderingen probeert te komen tot een herkenbaar spelconcept (formatie 1-4-3-

3), afgestemd op de kwaliteiten van de spelersgroep contact houden met de keeperstrainer en bezoekt af en toe, indien

mogelijk, deze trainingen in samenspraak met de wedstrijdsecretaris vriendschappelijke

wedstrijden regelen

76 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/201715.5 Taakomschrijving trainer:

1. algemeen onderhoudt contacten met coördinator, hoofd scouting, betreffende

leider/coach adviseert bij selectieprocedure

2. specifiek leiding geven bij en verzorgen van de trainingen informeert (samen met de leider) de spelers zo vroeg mogelijk over:

trainingsschema en afspraken m.b.t. de trainingmaakt een trainingsschema per training

3. voor de training is minimaal 15 minuten vooraf aanwezig vangt spelers op en let op bij het omkleden zet materiaal gereed heeft zorg voor het materiaal sluiten indien wenselijk kleedkamer en materiaalberging af

4. tijdens de training geeft training aangepast aan leeftijd en niveau let op veiligheid, b.v. stoppen bij onweer, niet werken met kapot

materiaal zorgt ervoor dat er geen materiaal zoekraakt

5. na de training controleert het materiaal en houdt toezicht bij het opruimen houdt toezicht in de kleedkamer en regelt het schoon maken er van sluit de kleedkamer af en verstrekt als laatste

15.6 Wat een leider/coach/trainer verder weten moet

wees een voorbeeld voor de jeugd t.a.v. houding en gedrag tegenover de tegenpartij en wedstrijdleiding

de scheidsrechters worden geregeld door de wedstrijdsecretaris de indeling van de velden en de kleedkamers wordt vermeldt op de website

en het publicatiebord de speelprogramma´s worden opgesteld door de wedstrijdsecretaris de vertrekplaats bij uitwedstrijden is het parkeerterrein van SV Helios of

elders na overleg binnen het team

77 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 niet roken in de kleedkamers: om het goede voorbeeld te geven vragen wij

de teambegeleiding niet in de kleedkamer te roken. Daarnaast heeft het bestuur besloten dat onze accommodatie op zaterdag ROOKVRIJ is (kleedkamers en kantine)

geen alcoholische dranken tijdens de begeleiding. Het nuttigen van alcoholische dranken vinden we niet acceptabel zolang men de verantwoording over een jeugdteam heeft. Bij de uitwedstrijden moet er ook nog met de auto worden gereden en u draagt de verantwoording over andermans kinderen

roken, drugs- en alcoholgebruik is door de spelers in de kleedkamers voor/tijdens/na wedstrijden en trainingen verboden !

scheenbeschermers zijn verplicht ! Schenk hier aandacht aan, met name bij aanvang van het seizoen

15.7. Taakomschrijving scout:

Adviserende rol aan jeugdbestuur en bestuur Adviserende rol tbv alle overige organen bij vaststelling beslissing TC. Verzamelen en verstrekken van gegevens van talentvolle spelers Het beoordelen van alle spelers in hun leeftijdscategorieën Bezoeken van wedstrijden en trainingen

Regelmatig overleg met scouts over het te volgen beleid Stelt zich ten doel om talentvolle spelers de kans te bieden zich sneller en

beter te ontwikkelen Is geïnformeerd over belangstelling BVO’s, heeft inhoudelijk contact met

scout BVO. Begeleidt en adviseert spelers die door BVO’s en KNVB gescout worden of

terug komen van BVO. Is samen met TC, selectietrainer, coördinator verantwoordelijk voor het

uitvoeren van het selectiebeleid en het onafhankelijk voor advies voor het indelen van de selectieteams.

78 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 Beschikken over voldoende voetbalinzicht om talentvolle spelers tijdens

wedstrijden en trainingen te herkennen.

Nieuwe scouts worden voorgedragen aan de TC om de aanstelling te bekrachtigen na vaststelling voldoende voetbalinzicht en kennis van beleidsplan

79 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

Bijlage 1:AFSPRAKEN MEETRAINEN MET EEN HOGER TEAM

Waarom: Het uitdagen van de talenten in je team. Deze talenten blijven prikkelen met als uiteindelijke doel betere spelers voor de club creëren. Ook kun je deze spelers al laten wennen aan de groep of niveau waar zij volgend jaar in terecht komen.

Wie: In basis betreft het de talenten in je team. Als leidraad kun je zeggen de beste van de 2e jaars van elke lichting, kun je laten meetrainen met een hoger team. Maar het zou ook een hele goede 1e jaars kunnen betreffen. Dit kan met toestemming van scout en TC.

Wanneer: - Na iedere winterstop afspraken maken om wie het gaat.

- Tussen trainers onderling afspreken of het om de dinsdag of de donderdag training gaat, c.q. maandag/woensdag training.

- Het is een extra training die aangeboden wordt naast de 2 trainingen met het eigen team. Het mag dus niet zo zijn dat de speler een eigen training laat schieten, omdat hij de training bij een hoger team leuker vindt.

Afspraken: - De speler doet alles met het hogere team mee, dus ook douchen etc.

- Het gaat alleen om spelers van de “eerste” teams (dus A1, B1, C1, D1, E1 en F1).

- De trainers van de bewuste teams maken zelf onderling afspraken over wie het gaat en wanneer en hoe etc. Dus trainer A met de trainer 1/2. Trainer B met trainer A. Trainer C met trainer B etc.

- Het moet ook minimaal 2 spelers betreffen, zodat een jongen “niet alleen” is.

- Indien er meerdere jongens in aanmerking komen, kun je ook een roulatiesysteem bedenken. Bijvoorbeeld ene week 5 personen en de andere week 5 anderen. Ook kan 3-3-4.

- De trainer informeert de persoon die hiervoor in aanmerking komt (dus niet expliciet zijn ouders. Bij F en E is dit uiteraard wel verstandig). Vervolgens legt de trainer aan zijn groep uit waarom we dit doen en wie er voor in aanmerking komt.

80 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017- Dit verhaal gaat in principe alleen over de trainingen, maar bij oefenwedstrijden zou er ook onderling overlegd kunnen worden of het raadzaam is de persoon met het hogere team mee te laten spelen.

Evaluatie: De trainers houden zelf onderling contact (minimaal maandelijks) over hoe het gaat en kunnen dan zelf besluiten of het voortgezet wordt, of dat een speler beter wat rustiger aan kan doen.

81 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

Bijlage 2: Het (uit)lenen van jeugdspelers

Ieder seizoen ontstaan er vanwege blessures, schorsingen, vakanties etc. situaties waarbij spelers incidenteel worden doorgeschoven moeten worden naar andere teams. Het uitgangspunt van het doorschuiven van spelers is dat het verenigingsbelang vóór het teambelang gaat en het teambelang boven het spelersbelang gaat.

Iedere speler dient mee te werken om andere teams compleet te maken. Voor het uitlenen van jeugdspelers gelden onderstaande spelregels:

Trainers zijn gezamenlijk met de overige begeleiding zelf verantwoordelijk voor het lenen en uitlenen van spelers.

Er kan worden geleend indien een elftal minder dan 13 spelers heeft of bij F- en E-pupillen minder dan 8 spelers. Verzoeken vanwege schorsingen van eigen spelers vanwege disciplinaire maatregelen, worden niet gehonoreerd. De disciplinaire maatregel dient dan te worden opgeschort naar een later tijdstip, zodat anderen hier niet de dupe van worden.

De keuze voor spelers dient in goed overleg plaats te vinden tussen trainers onderling en/of de coördinator (van de betreffende categorie(en)).

Trainers van een lenend team kunnen niet bepaalde spelers opeisen. Anderzijds dient een trainer van een uitlenend team tegemoet te komen aan de behoefte van de vragende trainer qua positie en niveau.

De stand van de ranglijst kan van invloed zijn op het uitlenen. Maakt een selectieteam nog een reële kans op een kampioenschap dan is het billijk dat deze niet zijn sterkste spelers inlevert en niet door blessures met te weinig mensen komt te staan. We willen met de selectieteams immers zo hoog mogelijk spelen.

Indien partijen er niet uitkomen wordt e.a. voorgelegd aan de TC en scout en beslissen zij. Deze beslissing is vervolgens bindend.

Trainers benaderen elkaar voor het lenen van spelers. Pas na overeenstemming van beide partijen benadert de trainer zijn speler. Een trainer van het lenende team benadert de speler niet. De eigen trainer van de speler benadert de speler over het meedoen met het andere team.

82 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 Benadert de trainer de speler(s) zonder dat hij daarvoor toestemming heeft

gekregen van de trainer van die speler(s), dan verspeelt hij hiermee het recht op het lenen van spelers.

Een speler die door moet schuiven moet wel speeltijd krijgen (minimaal een speelhelft). Mocht hij echter al met zijn eigen team een hele wedstrijd hebben gespeeld, dan kan hem worden gevraagd als bankzitter te fungeren welke wordt ingebracht bij calamiteiten.

Trainers en leiders kunnen niet 3 keer achtereen dezelfde speler kiezen, tenzij de speler hele wedstrijden in een hoger team meespeelt en er toestemming is van de betreffende coördinator van de TC. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn als een speler als talent is aangemerkt door de TC.

Wordt een team op het allerlaatste moment (de wedstrijddag, of avond daarvoor) geconfronteerd met een afmelding, dan dient de betrokken trainer/leider in redelijkheid naar een oplossing zoeken met de trainer/leider van het lagere team waaruit een speler nodig is.

Wanneer het team, waarvan geleend wordt, minder spelers overhouden dan 12 (of minder dan 8 bij F- en E-pupillen), dan (indien mogelijk) leent deze spelers bij een ander team. Hierdoor wordt voorkomen dat de E1 spelers leent bij de E4 omdat de E2 en E3 niet kunnen uitlenen. Dit om het niveauverschil van de ingeleende spelers niet te groot te laten worden met de overige spelers van het team.

Bij twijfel beslist de Technische Commissie evt. in overleg met de Jeugdcommissie. Deze beslissing is dan bindend.

Van trainers en leiders wordt verwacht dat zij het vermogen bezitten over het belang van het eigen team heen te kijken en in het verenigingsbelang te denken.

Spelers die weigeren door te schuiven worden hierop aangesproken en zijn geïnformeerd over mogelijke consequenties ( reservebeurt eigen team - schorsing). Spelers die geblesseerd blijken te zijn komen niet in actie bij de eerstvolgende wedstrijd van het eigen team. De (selectie)trainers dienen hierbij consequent op te treden.

83 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017 Tijdelijke /incidentele instroom van jeugd naar een oudere leeftijdscategorie

tijdens het seizoen gebeurd in overleg met betrokken trainers. Vanaf januari ( na de winterstop) wordt bepaald welke spelers onder welke condities in aanmerking te komen om mee trainen en evt. spelen op een hoger niveau. Iedere tweedejaars dient in de eindfase van het seizoen in aanmerking te komen voor speeltijd.

Definitieve instroom van jeugd naar een oudere leeftijdscategorie tijdens het seizoen gebeurd in overleg met betrokken trainers en TC. Vanaf januari ( na de winterstop) wordt bepaald welke spelers onder welke condities in aanmerking te komen om mee trainen en evt. spelen op senioren niveau. Iedere tweedejaars dient in de eindfase van het seizoen in aanmerking te komen voor

Instroom van jeugd naar senioren gebeurd in overleg met betrokken trainers en TC. Vanaf januari wordt bepaald welke spelers onder welke condities in aanmerking te komen om mee trainen en evt. spelen op senioren niveau. TC is verantwoordelijk en bepalend voor overstap van jeugd naar senioren.

De communicatie van de trainers/ leiders van de team onderling en vooral naar de spelers / ouders dient optimaal en tijdig te zijn. Wees duidelijk in de afspraken onderling en kom die na.

De spelers van de teams die een speler geleend hebben krijgen evenredig veel speeltijd ongeacht het resultaat, met uitzondering van de A1 en voor alle teams rekening houdend met een mogelijke promotie in de laatste fase van de competitie.

84 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

Bijlage 3: GEDRAGSREGELS SPELERS EN OUDERS

1- Heb plezier in wat je Positief doet. Uiteraard geldt deze regel voor alle leden en vrijwilligers binnen Sv Helios. Voetballen en vrijwilligerswerk gebeurt vanuit de insteek dat het wordt gedaan vanuit plezier. Zorg ervoor dat plezier altijd bovenaan staat. Mocht er om wat voor reden dan ook er geen plezier meer zijn bespreek dit dan met de direct betrokkenen (ouders, trainers, bestuur etc.) zodat er naar een oplossing kan worden gezocht.

2 - We werken altijd Samen, we komen voor elkaar op en we laten elkaar niet in de steek.

3 - Heb Respect voor een ander. Sv Helios is een vereniging met vele leden en vele vrijwilligers. Ieders mening mag en kan gehoord worden als de intentie er maar is om de vereniging nog beter te laten functioneren. In dat kader geldt ook dat we niet over elkaar maar met elkaar praten.

4 - Presteer naar kunnen. Een prestatie is een middel om een doel te bereiken. Dit doel in en buiten het veld is individueel. Zo dient dus ook elke prestatie beoordeeld te worden. Probeer altijd een zo goed mogelijke prestatie te leveren. Haal altijd het maximale eruit.

5 - Kom Duidelijk afspraken na. Dit geldt voor iedereen die betrokken is bij Sv Helios. Het is zeer vervelend wanneer bepaalde zaken niet gerealiseerd kunnen worden omdat een ander de gemaakte afspraken niet nakomt. Spreek elkaar hier ook op aan.

6 - Informeer een ander. Wanneer iets niet na kan worden gekomen informeer elkaar daar dan over en vertel tevens wanneer een en ander wel geregeld is.

Voor spelers:

- Tijdens trainingen en wedstrijden dien je met respect om te gaan met de tegenstander, scheidsrechter, medespelers, leider, trainer. Zowel houding als taalgebruik moeten aan onze (Swift) normen voldoen.

- Op aangegeven tijd aanwezig zijn voor de training of wedstrijd. Alle tijden staan op de site, of worden via de leider bekend gemaakt.

85 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017- Bij verhindering van trainingen of wedstrijden afmelden alleen bellen bij de

trainer of leider. Bellen kan elke dag tussen …. tot …. uur. Gebeurt dit niet dan sta je de eerst volgende wedstrijd niet in de basis. Tel nr. trainer en leider: ………………. en …………………..

- Tijdens de trainingen worden alle spullen naar het veld en van het veld af gedragen door iedereen.

- Tijdens de wedstrijd dragen de reservespelers zorg voor de intrapballen, waterzak etc.

- Als de trainer of leider niet aanwezig is wordt er geluisterd naar de aanvoerder.

- Na training of wedstrijd laten we de kleedkamers altijd schoon achter.

- Tijdens training en wedstrijden is het verplicht scheenbeschermers te dragen.

- In verband met hygiëne douchen we na de wedstrijd en de trainingen.

- Roken alleen voor de kantine of fietsenstalling.

- Als je met een ander team mee gaat is dat met overleg met de trainer dan wel de leider.

Worden aan deze regels niet gehouden is de consequentie voor jezelf

Voor ouders:

- Aanmoedigen is altijd goed, coachen doet de trainer.

- Geef geen negatief commentaar op de deelnemers van de wedstrijd.

- Blijf voor, tijdens en na de wedstrijd achter de omheining.

- Begeef je niet in de dug-out die is bestemd voor de wisselspelers.

- Begeef je niet op het speelveld.

- Geef met je gedrag een voorbeeld voor de spelers.

- Bemoei je niet met de manier van leidinggeven van de trainer en scheidsrechter.

86 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017- Motiveer je kind en gun je kind het kind zijn, want ze moeten nog zoveel

leren.

- Was- en/of rijbeurten: Ben je verhinderd, dan zelf een oplossing regelen en dit door geven aan de leider.

Uiteraard kan het voorkomen dat je het niet eens bent met een aantal zaken en/of voorvallen, bovendien tips zijn altijd welkom. Indien dit het geval is kun je in overleg met de leider en /of trainer een afspraak maken

87 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017

Bijlage 4 STANDAARD COACH TERMEN

VOOR A – D SPELERS:

Tijd:De aangespeelde speler staat zodanig vrij dat hij zelf kan beslissen hoe hij verder wil spelen. Hij kan de bal in elk geval aan-/meenemen.

Kaats:De aangespeelde speler heeft een man in de rug, geen mogelijkheden om de bal aan-/mee te nemen, maar moet direct kaatsen.

Vast:De aangespeelde speler heeft een man in de rug, maar geen mogelijkheden om direct te kaatsen en moet de bal dus vasthouden en afschermen.

Eruit halen:De speler in balbezit is, staat tegen een overtal en moet terugdraaien en terug/breed spelen. Meestal om de bal uit de drukt te halen.

Openen:De speler in balbezit moet de bal openen naar de andere kant dan waar de bal vandaan komt. Door aan te geven waar de bal naar toe moet, wordt het nog duidelijker.

Druk zetten:De speler die het meest dicht bij de bal-bezittende tegenstander staat, moet doorlopen tot voor de tegenstander en deze dwingen tot breed- of terugspelen. De speler moet niet happen en zich niet laten uitspelen.

Helpen / steunen / er onder komen / de verbindingen maken:Bij balbezit van een medespeler dient een speler in de linie daarachter of in de beurt zich duidelijk aan te bieden, maar wel duidelijk achter de bal. Hierdoor kan de balbezitter eventueel terugspelen en kunnen we doorvoetballen. En blijven dus in balbezit.

Aansluiten:Als vanuit de verdediging of keeper de bal naar voren wordt gespeeld, waarbij snel aan-/of bijgesloten moet worden (buitenspel zetten). Kan ook zijn dat de tegenstander de bal terugspeelt.

88 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Laat lopen (veranderen in ”lopende” of “lopende bal”, voor het zeggen van “laat” kan je afgefloten worden):De aangespeelde speler kan de bal laten lopen, waardoor hij sneller om kan draaien en tempo kan maken.

Knijpen / kantelen / naar de as toe komen:Wanneer de aanval van de tegenstander over de andere zijde wordt opgezet moeten de spelers aan de kant waar de bal niet is, naar binnen “knijpen” zodat zij elkaar rugdekking kunnen geven.

Goed staan:Zo gaan staan, dat als we weer balbezit hebben je direct aanspeelbaar bent of bij balverlies goed georganiseerd staat. Zowel verdedigend als aanvallend.

Groot maken / uit elkaar:Verder uit elkaar spelen, om meer speelruimte voor balbezit en aanval te creëren.

Klein maken:Dichter bij elkaar spelen, om de speelruimte kleiner te maken, zodat het verdedigen makkelijker wordt. Vervolgens is het eenvoudiger om druk te kunnen/willen zetten op de bal bezittende speler.

Draai open / open gedraaid staan:De aangespeelde speler moet de bal zo aan-/meenemen dat hij een zo groot mogelijk gedeelte van het veld overziet en ook de pass naar zoveel mogelijk richtingen kan geven.

Doordekken:Het loslaten van de “eigen” tegenstander om in voorwaartse richting druk te zetten op een andere speler om de tegenstander (nog verder) onder druk te zetten. De medespeler achter jou, moet vervolgens jouw man overnemen etc. Dit kan in voorwaartse richting zijn, maar dit kan ook van links naar rechts of van rechts naar links werken.

(Niet) in de dekking lopen (of uit de dekking lopen):Als we balbezit hebben over de andere zijde en de aanval daar wordt opgezet, moeten de spelers aan de kant waar de bal niet is, niet hun tegenstander opzoeken, maar vrij lopen. En aanspeelbaar zijn en blijven.

89 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Afhaken:Als de bal over rechts wordt uitverdedigd en komt terug zorg dan dat je op links aanspeelbaar bent.

Los:De keeper roept dat als hij vindt dat zijn medespelers de bal niet meer mogen raken.

Terug / Achteruit:De keeper of speler roept dat als de bal teruggespeeld moet worden in achterwaartse richting.

Coachen:De trainer coacht, maar ook de spelers kunnen (nee; moeten!) elkaar coachen en dan bedoelen we dat ze in de wedstrijd praten met elkaar, om wedstrijdsituaties beter te kunnen oplossen, dus elkaar helpen.

Duwen / dwingen:Duw de speler die aan de bal is een kant op, dan dwing je die speler om vooruit te spelen. Met name bij de opbouw van de tegenpartij via de vleugelverdedigers. De speler moet niet terug en niet op de andere kant kunnen openen.

In de diagonaal staan:Bij balbezit van de vleugelverdediger tegenpartij, moeten we zelf zo staan dat je zelf binnen de diagonaal staat / speelt en dat de speler in balbezit alleen maar vooruit kan spelen.

Overhouden:Elkaar de bal zo aanspelen, dat je door kunt voetballen en je dus in balbezit blijft.

Achter de bal dekken / eronder blijven:Vanuit jouw situatie gezien achter de bal komen / blijven.

Restverdediging:Wat laat je achter (blijft er achter) als je zelf mee gaat, om ervoor te zorgen dat de organisatie ook na eventueel balverlies nog voldoende is.

Op de tocht zetten / loslaten:Niet te dicht op je man dekken als de bal op de andere kant is, maar wel in de gaten houden, wanneer hij de bal krijgt, en dat je er dan kort op zit.

90 versie 1 – 9 oktober 2016

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Inzakken:Terug zakken en dicht op elkaar spelen, speelruimte klein maken (tegenstander krijgt het moeilijk om een opening te vinden), in de juiste richting.

Voor hem spelen:De bal zo voor hem spelen dat hij zo in de bal kan komen en kan doorvoetballen (zonder eerst te controleren of te corrigeren)

Op de bus wachten:Je doet niet mee / je staat niet goed / je neemt geen deel aan het spel. Er wordt een actie van je verwacht, maar je doet niets.

VOOR E EN F SPELERS:

1e paal = dat is de dichtstbijzijnde paal vanaf de bal gezien.

2e paal = dat is dan verste paal vanaf de bal gezien.

1 – 2-tje = je speelt de bal naar iemand, loopt zelf door en krijgt de bal dan van hem weer terug.

2 meter = dan staat er 2 meter achter je een tegenstander en die komt dan naar je toe gerend.

Aansluiten = naar voren lopen dichter naar de jongens toe die voor je lopen.

Aanspeelbaar zijn = vrijlopen = aanbieden = zo gaan lopen dat je medespeler je een bal kan toespelen.

Breed maken = richting de zijkant van het veld lopen. Daar is vaak de ruimte en kun je vrij aangespeeld worden.

Crossen = de bal naar de andere kant van het veld spelen (van links naar rechts of van rechts naar links). Daar staat dan iemand vrij.

Hakkie = de bal met je hak naar achteren spelen.

Hands = de bal met je handen aanraken, en dat mag dus niet.

91 versie 1 – 9 oktober 2016

2e paal 1e paal

bal

VOETBAL TECHNISCH BELEIDSPLAN 2016/2017Kaatsen = Je krijgt de bal over de grond aangespeeld en laat de bal zo van je schoen stuiten (kaatsen), zodat die in één keer bij een teamgenoot terecht komt. De bal wordt dus niet eerst gestopt.

Knijpen = een speciale vorm van rugdekking geven. Bijvoorbeeld: als de bal aan de linkerkant is moet de rechterverdediger vanaf de zijkant naar binnen komen (knijpen). Hiermee maak je de speelruimte voor de tegenstander zo klein mogelijk.

Kort dekken = zo dicht mogelijk verdedigen bij de tegenstander.

Lobje = de bal met een boog over een tegenspeler heen schieten.

Muurtje maken = op een rijtje naast elkaar gaan staan tussen de bal en het doel.

Pass (je zegt paas) = de bal naar een teamgenoot overspelen.

Poorten = de bal bij iemand door de benen spelen. Bij straatvoetbal heet dit panna.

Positie = de plek op het veld waar je staat.

Puntertje = met de punt van de schoen schieten. Meestal speel je met de zijkant, de wreef, maar soms kom je er niet bij en dan kun je de bal alleen via een puntertje raken.

Rondootje = een positiespelletje waarbij je de bal maar 1 keer (of 2x) mag raken. Het merendeel van de spelers staat in een grote kring. Eén of twee spelers bevinden zich daarin en proberen de bal af te pakken.

Tijd = dan heb je tijd om de bal aan te nemen en is er geen tegenstander direct achter je.

Voorzet = een pass waarmee je de bal voor het doel brengt, zodat een teamgenoot kan scoren.

Zakken = achteruit en verdedigen richting je eigen doel.

92 versie 1 – 9 oktober 2016