Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

download Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

of 44

Transcript of Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    1/44

    Outlook 2015 - 2016Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    2/44

    Transformatie in beeld: Westerhoek

    Het nieuwe wooncomplex stond voorheen bekend

    als het kantoorgebouw Molenwerf. Ruim voordat

    de kantoormeters leeg kwamen, ontstond als

    alternatief voor verhuur het plan voor deze

    grootschalige transformatie. Syntrus Achmea Real

    Estate & Finance zocht samen met de eigenaren

    en de gemeente Amsterdam naar een geschikte

    bestemming voor dit gebouw. Ondanks complexe

    wet- en regelgeving, een gedeeld eigendom bij

    meerdere pensioenfondsen en het benodigdeoverleg met belanghebbenden, is het vanuit een

    goede samenwerking gelukt telkens een volgende

    stap te kunnen zetten. Met de uitstekend geslaagde

    transformatie als resultaat. Wat voorheen de

    werkplek was van zon duizend werknemers, is

    binnenkort de huiskamer van 185 Amsterdamse

    huishoudens.

    Duurzaam wonen in Westerhoek

    Het gebouw is op duurzame wijze herontwikkeld.

    Van de bestaande materialen is het maximale

    hergebruikt zoals de centrale entree met marmerenvloer, liften, buitenruimten, WKO-installatie,

    trappenhuizen en kozijnen. Ook de karakteristieke

    lichtarmaturen zijn hergebruikt in de gangen van

    het gebouw.

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    3/44

    03/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    Inhoudsopgave

    Voorwoord 05

    1 Beleggen in Nederland 06

    1.1 De Nederlandse huurwoningmarkt 10

    1.2 De Nederlandse markt voor zorgvastgoed 16

    1.3 De Nederlandse winkelmarkt 21

    1.4 De Nederlandse kantorenmarkt 26

    1.5 De Nederlandse markt voor beleggen in woninghypotheken 31

    1.6 De Nederlandse markt voor beleggen in zakelijke hypotheken 37

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    4/44

    Oude situatie kantoor Molenwerf

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    5/44

    05/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    VoorwoordVerandering is de

    enige constante

    Verandering is de enige constante, zo stelde de

    Griekse filosoof Heraclitus. Anno 2014 - zon

    tweenhalfduizend jaar later - lijkt deze wijsheid

    actueler dan ooit tevoren. Economie, sociaal

    maatschappelijke ontwikkelingen, vastgoedmarkten:

    ze veranderen in een ongekend hoog tempo.

    In deze Outlook zetten wij die veranderingen op

    een rij. Welke structurele trends zien we in de

    markt? Welke conjuncturele bewegingen tekenen

    zich af? We leggen de relatie met de verschillende

    vastgoedmarkten en verbinden daar telkens een

    concreet beleggingsadvies aan. We geven aan

    waar we waardegroei zien en waar we prijzen juist

    onder druk zien staan. Wat betekent dat voor de

    beleggingsportefeuille? Door vooruit te blikken,

    leggen we de basis voor onze beleggingsstrategie

    en ons aan- en verkoopbeleid in de komende

    jaren.

    Ons vakgebied is de afgelopen sterk in beweging

    geweest. We hoeven de inhoudsopgaven van de

    opeenvolgende edities van de Outlook maar naast

    elkaar te leggen om dat te zien. We zijn ons op

    steeds meer sectoren gaan richten. Zo maakt onze

    marktvisie op zorgvastgoed sinds een paar jaar

    deel uit van de Outlook. En waar zakelijke en

    woninghypotheken ooit n hoofdstuk deelden,

    worden zij tegenwoordig afzonderlijk onder de

    loep gelegd. Zeker voor woninghypotheken is de

    belangstelling van institutionele beleggers sterk

    gegroeid het afgelopen jaar.

    In deze Outlook geven we onze marktvisie op

    zowel Nederlandse sectoren als internationale

    markten. Met de toenemende belangstelling van

    institutionele investeerders voor internationaal

    vastgoed, neemt ook het aantal landen dat in

    scope is, toe. Zeker voor directe strategien - waar

    veel investeerders de voorkeur aan gevenvanwege de hoge mate van controle - is het van

    belang om zelf nauwgezet de marktontwikkelingen

    te volgen. Directe investeringen in Duitse

    woningen en Franse winkels vragen om een zeer

    zorgvuldige onderbouwing met eigen

    marktonderzoek.

    Wij hopen met deze Outlook in een behoefte te

    voorzien. Er is met veel aandacht en zorg aan

    gewerkt, maar we staan altijd open voor suggesties

    om onze Outlook te verbeteren. Daar kunnen we

    dan bij de volgende editie ons voordeel mee doen.

    Ook bij ons is verandering de enige constante.

    Met vriendelijke groet namens de directie van

    Syntrus Achmea Real Estate & Finance,

    Henk Jagersma

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    6/44

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    7/44

    07/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    veroorzaakt door de stijgende vraag in combina-

    tie met een achterblijvend aanbod, daar het

    politieke momentum voor gaat generen. In ieder

    geval is duidelijk dat bij de klanten voor de

    woningen een toenemende indifferentie bestaat

    tussen koop en huur. Zij kiezen steeds vaker

    primair voor de stad en het bijbehorende

    voorzieningenniveau en zijn ambivalent over de

    financile vorm van de uiteindelijke gekozen

    woonoplossing. Beleggers zullen op die keuzevoor de stad moeten anticiperen door het

    aanbieden van nieuwe woonvormen, kleinere

    woningen gericht op de flexibelere huurder,

    woningen gekoppeld aan service en eventueel

    ook zorg voor de groeiende groep senioren of

    juist grotere woningen gericht op grote alloch-

    tone huishoudens. Beleggers zullen hun investe-

    ringsvraagstukken op een ander niveau moeten

    bezien. Verwerving van individuele projecten zal

    niet genoeg zijn om de aanhoudende beleggings-

    druk te accommoderen. Er zal op het niveau van

    de wijk moeten worden genvesteerd, op basis

    van een grotere langjarige betrokkenheid en

    gericht op nieuwbouw, evenals op waardegroei

    van bestaand bezit en het oplossen van de

    problematiek van bestaand vastgoed. Beleggers

    worden daarmee een onmisbare partner voor

    gemeenten en corporaties. Zo kan het verwachte

    positieve rendement van investeringen in

    woningen vorm krijgen binnen een maatschappe-

    lijke context .

    Commercieel Vastgoed

    Ook voor beleggers in commercieel vastgoed,

    winkels en kantoren ziet het er naar uit dat zijniet langer alleen op waardegroei van individuele

    assets kunnen sturen. Juist door investeringen in

    de bredere gebiedskwaliteit kan de waarde van

    de in dat gebied gelegen assets toenemen.

    We zien dat al in buitenlandse kantoorparken,

    met het Londense Canary Wharf misschien wel

    als meest aansprekende en bekende voorbeeld.

    In Nederland komt het denken hieromtrent

    voorzichtig op gang. We zien het nu al gebeuren

    in binnensteden, waar winkelstraten en gebieden

    steeds vaker als een winkelcentrum worden

    gemanaged. Het Lijnbaanakkoord is exemplarisch:private partijen die de handen ineen slaan om de

    kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren

    om aldus de aantrekkelijkheid en daarmee de

    waarde van de winkels of kantoren te vergroten.

    Er is wat dat betreft nog veel te winnen in het

    denken. De volgende stap voor retail is het

    samen organiseren van beleving, een gezamen-

    lijke digitale infrastructuur die het on- en het

    offline winkelen combineert en het toevoegen

    van voorzieningen. Het is toch vreemd dat de

    winkelbeleving van succesvolle retailers als IKEAbegint bij een oplossing voor kinderopvang,

    terwijl zon voorziening voor het winkelend

    publiek in stadscentra niet voorhanden is. Ten

    onrechte voelt niemand zich daar verantwoorde-

    lijk voor. Passend binnen deze denklijn zal het

    voor kantoren steeds vaker gaan om het

    toevoegen van de juiste dienstverlening op een

    kantorenlocatie, die niet langer per pand, maar

    collectief voor het hele gebied wordt ontsloten.

    Hier valt wellicht eveneens aan kinderopvang te

    denken, maar in ieder geval aan voorzieningen

    die de kantoorgebruiker ondersteunen, zoals

    vergadercentra, onderscheidende presentatie-

    ruimtes en het simpelweg aanbieden van nu eens

    echt goede koffie. Zeker verouderende kantoren-

    locaties die qua bereikbaarheidsprofiel of ligging

    in de stad in principe veel potentie hebben,

    zouden baat kunnen hebben bij zon aanpak.

    Het economisch herstel kan daar bovendien tot

    wat extra investeringsruimte leiden, afkomstig

    van bestaande eigenaren of van nieuwe inves-

    teerders die de mogelijkheden wel zien en die

    over de financile middelen beschikken om ze te

    realiseren.

    In algemene zin geldt voor commercieel

    vastgoed nog dat de investeringsdruk die het

    mondiale economisch herstel teweeg heeft

    gebracht, kan worden benut voor een kwaliteits-

    slag in de portefeuilles van kantoren en winkels.

    Het toenemende verschil tussen winnende en

    verliezende locaties maakt zon kwaliteitsslag

    noodzakelijk. Verkoop aan een investeerder die

    opereert vanuit een value added of opportunisti-

    sche beleggingstrategie kan voor veel institutio-

    nele beleggers met een core profiel een uitweg

    bieden voor in ieder geval een deel van deverversingsopgave in hun portefeuille.

    De vastgoedmarkten, met de

    woningmarkt voorop,

    profiteren van het herstel

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    8/44

    08/44

    Zorgvastgoed

    Voor investeren in zorgvastgoed is het econo-

    misch herstel misschien minder relevant. De wijze

    waarop de zorgsector richting de toekomst

    wordt ingericht en de mate waarin hier aan

    investeerders duidelijkheid over kan worden

    gegeven, zijn bepalend voor de investeringsper-

    spectieven in deze relatief nieuwe assetclass.

    Het afgelopen jaar heeft het kabinet flinke

    stappen gemaakt en zijn er relevante wetsvoor-stellen gepresenteerd. De komende maanden

    moeten uitwijzen of de ingezette koerswijziging

    ook op operationeel niveau voldoende is vormge-

    geven. De beleidsontwikkelingen zijn relevant

    voor de korte termijn en voor het vertrouwen van

    beleggers. Voor de lange termijn wordt de

    zorgvraag ondersteund door een sterke

    demografische motor. De zorgvraag zal met de

    snel toenemende vergrijzing toenemen. Tot 2030

    groeit het aantal 75+-ers met 600.000 huishou-

    dens, veelal alleenstaand, met daarin een

    oververtegenwoordiging van vrouwen. Een

    belangrijk deel van de zorgvraag van deze groep

    ouderen kan binnen de bestaande woonomge-

    ving worden opgelost. Omdat een groeiende

    groep senioren steeds vaker behoefte heeft aan

    zwaardere zorg en omdat de bestaande

    woonomgeving daar kwalitatief niet altijd

    voldoende geschikt voor is, ligt er toch een

    belangrijke investeringsopgave. In onze steden

    zijn de komende jaren tienduizenden extra

    intramurale en levensloopbestendige woningen

    nodig die in deze zorgvraag kunnen voorzien en

    die tegelijkertijd een oplossing kunnen bieden

    voor het sociale isolement van veel ouderen.Omdat huur met de daaraan gekoppelde onder-

    houdsplicht voor de eigenaar misschien wel beter

    bij de seniorendoelgroep past dan koop, zal een

    groot deel van de investeringsopgave bij instituti-

    onele investeerders en woningcorporaties

    terechtkomen. Een opgave, waarbij een positief

    rendement zich laat uitstekend verbinden met

    een maatschappelijk profiel.

    Woninghypotheken

    Het herstel van de economische zekerheid, dat

    zich vertaalt in een snel aantrekkend transactie-volume op de Nederlandse hypotheekmarkt,

    is goed nieuws voor beleggers in

    woninghypotheken. Met de vraag neemt echter

    ook het aanbod toe, wat leidt tot intensivering

    van de concurrentie en het teruglopen van de

    marge ten opzichte van de nog altijd lage basis-

    rente. Vooral verzekeraars zijn actiever geworden

    in de verstrekking van hypotheken. Een verder

    herstel van de woningmarkt zal het aantal actieve

    verstrekkers kunnen laten toenemen. Het is

    daarbij wel de vraag of Nederlandse banken op

    lange termijn hun bestaande marktaandelen opde hypotheekmarkt willen behouden. De herkapi-

    talisatie van banken staat dit mogelijk in de weg

    en kan op termijn voor een daling in het aanbod

    en daarmee voor een bodem in de margedaling

    zorgen. Het oplopen van de basisrente vormt

    daarbij een risico voor deze assetclass. Op korte

    termijn neemt de basisrente echter niet, of maar

    zeer beperkt toe. Omdat daarbij het aantal

    defaults nog altijd laag is en een deel van de

    beleggingsrisicos wordt afgedekt door de NHG,

    blijft de rendement-risicoverhouding van deze

    assetclass vooralsnog zeer aantrekkelijk. Waar er

    in de woningmarkt een strijd is om deze assets,

    kan het investeringsvolume middels beleggingen

    in woninghypotheken relatief eenvoudig worden

    opgeschroefd.

    Zakelijk hypotheken

    De performance van de beleggingen in zakelijke

    hypotheken was de afgelopen jaren wel aan het

    economisch herstel gekoppeld. Ook in deze

    markt is een omslag te zien. Helaas neemt de

    omvang van probleemgevallen in de portefeuilles

    met zakelijke kredieten nog niet snel af, maar het

    aantal probleemgevallen is in ieder geval stabiel.De omslag zit meer in de toenemende mate

    waarin krediet wordt verstrekt; nog in zeer

    geringe mate door de traditionele partijen die

    vastgoed in het verleden voorzagen van financie-

    ringen, maar vooral door buitenlandse debt

    funds. Via het hypotheeksysteem met beperkte

    risicos willen deze funds toegang krijgen tot de

    transparant en relatief stabiel veronderstelde

    Nederlandse vastgoedmarkten. Ook institutionele

    beleggers onderzoeken weer de mogelijkheid om

    met nieuwe fondsen leningen te verstrekken.

    Soms financieren zij, deels noodgedwongen,ook de kopers van niet-strategische onderdelen

    van hun portefeuilles. De grotere hoeveelheid

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    9/44

    09/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    beschikbaar krediet heeft voor het eerst sinds

    jaren tot een daling van de marges voor zakelijke

    hypotheken geleid, zeker voor kwalitatief

    hoogstaand vastgoed met sterke debiteuren.

    De verstrekte leningen zijn altijd prudent, met

    een lage LTV. Er is duidelijk geleerd van de

    economische crisis. Voor de komende tijd wordt

    met het verder stabiliseren van de vastgoedmark-

    ten en de Nederlandse economie en het afronden

    van de stresstesten van de verschillende banken

    een verdere toename van de financieringsmoge-

    lijkheden verwacht. Gezien de huidige marges,

    vormen ook nieuwe zakelijke hypotheken een

    aantrekkelijke investeringscategorie.

    Oude entree kantoor Molenwerf

    De rendement-risicoverhouding

    van woninghypotheken blijft zeer

    aantrekkelijk

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    10/44

    10/44

    De perspectieven voor de Nederlandse huurwo-

    ningmarkt zijn in een ongekend tempo verbeterd.

    Tegelijkertijd is sprake van toenemende concur-

    rentie voor institutionele investeerders. Die

    concurrentie komt van binnenlandse, maar steeds

    vaker ook van buitenlandse investeerders.

    Daarnaast begint de koopsector terrein te winnen.

    Ontwikkelaars die de afgelopen jaren voor

    verhuur kozen, richten hun pijlen nu steeds vaker

    op de fiscaal gestimuleerde koopwoningmarkt.

    Toenemende concurrentie betekent dat beleggers

    meer risicos accepteren. En onder voorwaarde

    van een hoog direct rendement, zijn ook investe-

    ringen in herstructureringswijken en steden

    buiten de Noordvleugel opportuun. In het huidige

    tijdsgewricht is het de uitdaging om snel

    voldoende pijplijn op te bouwen.

    Outlook

    2015 2016

    Waardegroei + +

    Huurniveaus + +

    1.1 De Nederlandsehuurwoningmarkt Focus in beleggingsstrategie

    Focus op geliberaliseerd segment (vanaf

    700) of in potentie te liberaliseren

    bestaande woningen

    In beperkte mate huurprijzen boven

    1.000 buiten centrumstedelijk gebied tot

    1.200 in centra binnensteden (inclusief

    parkeren en servicekosten)

    Verbreding regionale focus naar Randstad

    inclusief kustgemeenten, t Gooi, Veluwe,

    Brabantse Stedenrij en omliggende

    stedelijke regios

    Binnen de stad ook richten op kansen die

    intensief samenwerken met

    woningcorporaties oplevert

    Productfocus, appartementen alleen op

    echt stedelijke locaties of op bijzondere

    locaties met sfeer/identiteit Verbreding van beleggingsscope naar

    grotere woningprojecten (100-150

    eenheden)

    SWOT-analyse markt voor geliberaliseerde huurwoningen

    Strengths Weaknesses

    Aanhoudende groei huishoudens (+ 1 mi ljoen) Geliberal iseerde huurwoningen missen fiscale subsidie die

    koopwoningen wel hebben

    Vergrijzing zorgt voor stimulans vraag naar huurwoningen Grote afhankelijkheid van overheidsbeleid in gereguleerd

    segment huurmarkt met grote invloed op marktcondities

    geliberaliseerd segment

    Urbanisatie zorgt voor extra vraag in steden Verbeterde betaalbaarheid koopwoningen (door prijsdaling en

    lage rente) maakt huren relatief minder aantrekkelijk

    Relatief beperkt aantal beschikbare middeldure huurwoningen

    in de Nederlandse woningvoorraad

    Beperkte hoeveelheid beschikbare woningen om nu in te

    investeren

    Opportunities Threats

    Eenzijdige focus van veel beleggers op Amsterdam en Utrecht

    biedt kansen op gezonde rendement-risicoverhouding op

    overige locaties

    Achterblijvende inflatie op korte termijn zorgt voor beperkte

    huurgroei

    Herstel en dynamiek koopwoningmarkt zorgt voor waardegroei Gendexeerde huurniveaus in vooral het hogere segment die op

    lange termijn boven de markthuur uitkomen en bij mutatie dus

    leiden tot huurverlaging (zaagtandeffect)

    Overheidsbeleid gericht op beperking concurrentie van

    corporaties in het middensegment zorgt voor extra aanbod van

    woningen vanuit corporaties

    Mismatch tussen samenstelling woningvoorraad en

    toekomstige vraag; te veel eengezinswoningen in snel

    vergrijzende buitenwijken

    Kopers moeten steeds meer eigen vermogen meenemen bij

    aankoop eigen woning

    Toenemende concurrentie tussen bestaand bezit met

    nieuwbouwwoningen die n levensloopbestendig n duurzaam

    zijn

    Huren meer populair bij nieuwe, op flexibiliteit gerichte

    generatie

    Legenda

    + verwachte stijging=/+ stabiel tot lichte stijging

    = stabiel=/- stabiel tot lichte daling- verwachte daling

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    11/44

    11/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    stadscentra, dicht bij hoogstedelijke culturele

    voorzieningen. Naast de demografische

    ontwikkeling is het overheidsbeleid van invloed

    op ontwikkelingen op de woningmarkt.

    De Rijksoverheid heeft de afgelopen jaren

    maatregelen genomen om de huurwoningmarkt

    verder te liberaliseren. Als gevolg daarvan zullen

    woningcorporaties er zeker op langere termijn

    toe worden gedwongen een deel van hun

    geliberaliseerde voorraad op te geven. Door hetontbreken van een sense of urgency bij de

    corporaties, is het effect op korte termijn echter

    beperkt; veel corporaties staan er financieel gezien

    nog voldoende sterk voor. Doordat mensen met

    hoge inkomens en bestaande scheefhuurders

    nog maar beperkt voor corporatiewoningen in

    aanmerking mogen komen, valt er van hen uit op

    termijn wel extra vraag te verwachten. Het huidige

    aantal van 800.000 scheefwoners zal geleidelijk

    aan teruglopen.

    Conjuncturele ontwikkelingen

    De basis voor het herstel van de Nederlandse

    woningmarkt ligt in het feit dat Nederland in

    rustiger economisch vaarwater is gekomen.

    Consumenten zien positieve economische groei-

    cijfers. Daarmee zijn de inkomensperspectieven

    voor veel huishoudens gestabiliseerd: er zijn

    minder reorganisaties en het aantal werklozen

    neemt voorzichtig af. De huizenmarkt weet

    duidelijk van het herstel in consumenten- en

    producentenvertrouwen te profiteren. Recente

    aanscherping van het maximaal toegestane

    leenbedrag (LTV naar 104%) heeft nauwelijks

    impact gehad op het ingezette herstel. Hetbelangrijkste risico voor de woningmarkt is de al

    lang verwachte rentestijging. Hoewel dit een

    duidelijk negatieve impact heeft op de waarde-

    ontwikkeling van woningen, betekent een rente-

    stijging wel dat de huurmarkt weer relatief

    aantrekkelijker wordt. Andere risicos voor de

    woningmarkt liggen voor een belangrijk deel

    buiten onze landsgrenzen. Het gaat om factoren

    die het ingezette economische herstel zouden

    kunnen bedreigen, zoals en verdere escalatie van

    het conflict in Oekrane of het serieus vertragen

    van de Chinese economie.

    Structurele veranderingen

    De toekomstige vraag naar (huur)woningen

    wordt bepaald door de ontwikkeling van het

    aantal huishoudens. Dat aantal neemt met

    1 miljoen toe tot circa 8,5 miljoen huishoudens in

    2040. De meeste groei zien we in het aantal

    eenpersoonshuishoudens, voornamelijk

    bestaande uit ouderen (70 jaar en ouder). Groei

    komt eveneens voort uit verdere gezinsverdunning.

    In 1980 bedroeg de gemiddelde gezinsgrootte2,87, in 2014 was dat 2,24 en voor 2040 wordt

    een gezinsomvang van 2,0 verwacht. Onder

    invloed van toenemende migratie kan het aantal

    huishoudens overigens met veel meer dan

    1 miljoen toenemen. De groei van het aantal

    huishoudens is geografisch gezien ongelijk

    verdeeld. Aan de randen van Nederland, maar

    ook in satellietsteden en buitenwijken van de

    grote steden zal sprake zijn van enige krimp,

    terwijl andere regios er in aantal huishoudens

    juist weer op vooruit gaan. Overigens moet de

    Nederlandse krimp niet worden gedramatiseerd;

    in vergelijking met andere krimpregios binnen

    Europa valt het mee. Bovendien is in de meeste

    Nederlandse regios nauwelijks tot geen sprake

    van krimp. Wel wordt overal een toenemende

    vervangingsvraag zichtbaar.

    In Nederland is de vraag naar huurwoningen het

    grootst in de stedelijke agglomeraties.

    Doelgroepen zijn jongeren in de leeftijd van 18 tot

    35 jaar en ouderen vanaf 70 jaar, voor beide

    doelgroepen geldt dat het om vaak om alleen-

    wonenden gaat. Niet alleen het feit dat zij meer

    eigen vermogen moeten meebrengen, dwingtjongeren tot huur, vaak is huur ook een bewuste

    keuze op grond van veranderende woonvoorkeu-

    ren en de behoefte aan flexibiliteit in werk en

    relatie. Dat mogen dus ook kleinere woningen

    zijn, liefst met meer identiteit en aandacht voor

    duurzaamheid. Daarnaast is er de snel in omvang

    toenemende groep ouderen. Mutaties richting

    huurwoningen in deze groep zijn nu vaak

    incidentgedreven. Tot die tijd verkiest men de

    eigen (koop)woning. Toch zijn er steeds meer

    ouderen die bewust voor huur kiezen. Zij zijn

    genteresseerd in woonconcepten in de eigenwijk, waar zij in de toekomst gemakkelijk verzorgd

    kunnen worden of juist in appartementen in

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    12/44

    12/44

    vraag naar woningen staat een snel afnemend

    aanbod van nieuwbouw. Het aantal bouwvergun-

    ningen is sinds het begin van de crisis met 70%

    gedaald naar ruim 26.000 vergunningen in 2013.

    Hoewel ook hier in 2014 een eerste herstel is te

    zien, is duidelijk dat de productiecapaciteit niet

    snel weer op een niveau kan komen waarop de

    uitbreidingsvraag kan worden bijgebeend. Het

    aantal architecten, projectontwikkelaars en

    specialisten bij gemeenten is te ver teruggebracht.De komende jaren zal het in de media weer vaker

    gaan over woningtekorten in met name de

    grotere stedelijke regios. Dit zal een extra positief

    effect op huurprijs en waardeontwikkeling van

    beleggershuurwoningen hebben. Ook de daling

    van de leegstand in huurwoningen zet naar

    verwachting door.

    Beleggingsmarkt

    De interesse op de beleggersmarkt is, historisch

    gezien, ongekend groot. Waar de afgelopen jaren

    vooral Syntrus, Amvest, Vesteda en Bouwinvest

    tot deals kwamen op de beleggershuurmarkt,

    zien we nu ook andere partijen weer op grotere

    schaal projecten kopen. In het eerste half jaar van

    2014 bedroeg het beleggingsvolume 846

    miljoen; een stijging van 59% ten opzichte van

    dezelfde periode vorig jaar. De drie grootste

    portefeuilletransacties van het afgelopen half jaar

    hadden betrekking op de verkoop van woningen

    van Amvest, CBRE Global Investors en Stichting

    Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel

    (BPFD). Dit betrof respectievelijk de verkoop van

    238 woningen aan Beleggingsmaatschappij

    Grouwels, 1.534 woningen aan Round Hill Capitalen 996 woningen aan Quadrigo. Anders dan in de

    afgelopen jaren, komt de interesse dus niet alleen

    van Nederlandse beleggers, maar ook van

    buitenlandse partijen, zoals Patrizia Immobilien,

    een Duitse investment manager die vanuit een

    eigen kantoor op de Zuidas voor 1 miljard euro

    aan Nederlands vastgoed wil verwerven en daar

    met Vestia een grote eerste slag in heeft

    geslagen.

    Waar beleggers in Duitsland vaak genoegen

    moeten nemen met een totaal rendement vanrond de 4,5%, schommelt in Nederland het direct

    rendement van nieuwbouwwoningen al jaren

    Vastgoedmarkt woningen

    De Nederlandse woningmarkt liet het afgelopen

    jaar een duidelijke omslag zien, zowel aan de

    gebruikers- als aan de beleggerskant. Aan de

    gebruikerskant nam het aantal transacties op de

    koopmarkt onverwacht snel toe. In lijn daarmee,

    maar voorzichtiger, laten ook woningprijzen sinds

    halverwege 2013 herstel zien, met de steden in de

    Noordvleugel van de Randstad voorop.

    Er is dan ook veel latente vraag op de woning-

    markt. Veel woningkopers en huurders hebben

    vanwege economische onzekerheid hun verhui-

    zing in de afgelopen jaren uitgesteld. Hier en daar

    waren woningen eenvoudigweg niet verkoopbaar,

    maar dat is langzaam aan het veranderen. Wel is

    er de potentile restschuld die veel huishoudens

    er nog van weerhoudt om een nieuwe stap in hun

    wooncarrire te zetten. De latente vraag kan

    samen met de fors teruggelopen woningbouw-

    productie en de aanhoudende groei van het

    aantal huishoudens tot een versnelde prijsstijging

    op de woningmarkt leiden. Daar komt bij dat de

    rente momenteel erg laag is; in combinatie met

    de prijsdaling van de afgelopen jaren heeft dit de

    betaalbaarheid van veel woningen fors verbeterd.

    Voor de langere termijn wordt een stijging van de

    rente verwacht die het tempo van de prijsstijging

    wat zal afremmen. Herstel van de koopwoning-

    markt leidt weliswaar tot het wegvallen van

    conjuncturele huurders, maar zorgt tegelijkertijd

    wel voor positieve waardegroei en dus een hoger

    indirect rendement. Een te snelle stijging van de

    rente kan zorgen voor een extra vraag naar

    huurwoningen van huishoudens die de hogemaandlasten van een hypotheek niet kunnen of

    willen opbrengen.

    Ondanks het herstel op de koopwoningmarkt,

    waardoor consumenten actiever worden op de

    koopmarkt, groeide de gemiddeld gerealiseerde

    huurprijs voor zowel appartementen als grond-

    gebonden woningen. De leegstand bereikte

    medio 2013 een piek van 5,4% en loopt sindsdien,

    mede met het herstel op de koopwoningmarkt,

    gestaag terug. Kennelijk is het herstel van

    vertrouwen in werkgelegenheid en economie ookvoor mensen met een voorkeur voor huur een

    reden om te verhuizen. Tegenover de groeiende

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    13/44

    13/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    voorzichtig zijn met vastgoedfinancieringen.

    Tussen 2008 en 2013 daalde de waarde van

    huurwoningen met 14,5% en die van koopwonin-

    gen zelfs met 21,1%. Maar voor de woningmarkt

    staan nu alle seinen op groen: de beleggersvraag

    neemt toe, yields dalen, uitpondopbrengsten

    lopen op en huren kunnen extra stijgen dankzij

    het beleid van de Nederlandse overheid en de

    toenemende schaarste. Voor de komende jarenzien we vooral verdere verbetering: een verdere

    daling van de yield, boveninflatoire stijging van

    woningprijzen in de centrale regios in Nederland

    en aanhoudende huurgroei. Waar 2014 nog een

    duidelijk overgangsjaar is, zijn rendementen

    richting de 7-8% op Nederlandse woningen

    rondom dit percentage, waarbij de verwachte

    waardestijging daar nog bovenop komt. Voor

    bestaande bouw gelden nog hogere directe

    rendementen. Naast Duitse partijen zijn er steeds

    meer Angelsaksische partijen actief, vaak met

    een meer opportunistische strategie en daarbij

    behorende dubbelcijferige rendementsverwach-

    tingen. Het corporatiebezit dat nu heel voorzich-

    tig op de markt komt (Vestia, WIF), biedt hier

    misschien wel de mogelijkheden voor. Naast hetactief verwerven van vastgoed, kiest een aantal

    buitenlandse investeerders voor het openstellen

    van een debtfund gericht op beleggingen op de

    Nederlandse woningmarkt. Nederlandse

    beleggers hebben daarmee steeds vaker een

    alternatief voor de banken die nog steeds

    Figuur 1 Nieuwbouwproductie en verleende bouwvergunningen (voor nieuwbouw) naar eigendomsvorm

    Bron: CBS, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance (2014)

    0

    20.000

    40.000

    60.000

    80.000

    100.000

    120.000

    2014 jan201320122011201020092008200720062005

    Nieuwbouwproductie (r)

    (schatting)

    Bouwvergunningen huurwoningen (l)Bouwvergunningen koopwoningen (l)

    0

    10.000

    20.000

    30.000

    40.000

    50.000

    60.000

    70.000

    80.000

    90.000

    Huur is vaak een bewuste keuze

    op grond van veranderende

    woonvoorkeuren

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    14/44

    14/44

    sorteren op enerzijds de aanhoudende urbanisa-

    tie, vergrijzing en gezinsverdunning en anderzijds

    op de concurrentieslag met nieuwbouw die

    zowel duurzaam als levensloopbestendig is.

    Gelet op de toenemende concurrentie met zowel

    (buitenlandse) beleggers als de koopmarkt,

    adviseren wij om de pijplijn voor woningen

    versneld uit te bouwen. Dit kan worden bereikt

    door intensief te gaan samenwerken met woning-corporaties en gemeenten en door samen met

    hen invulling te geven aan de grote opgave aan

    nog te bouwen woningen in wijken en stedelijke

    centra. Een verbreding van de beleggingsscope is

    onontkoombaar. Veel beleggers focussen in hun

    beleid op de steden in de Noordvleugel van de

    ineens niet meer ondenkbaar. Keerzijde van dit

    succes is de toenemende concurrentie die het

    steeds moeilijker maakt om goede assets aan de

    portefeuille toe te voegen.

    Beleggingsadvies

    Als gevolg van de structurele en conjuncturele

    ontwikkelingen zijn we positief over de beleg-

    gingsmarkt van woningen. Het aantrekken van de

    woningmarkt en de toenemende interesse vanbuitenlandse beleggers maakt dat dit een goed

    moment is voor een kwaliteitsslag in de woning-

    portefeuille: verkoop van niet-strategisch

    vastgoed en toevoeging van nieuwe projecten.

    In de bestaande portefeuille wordt het daarnaast

    steeds belangrijker om in kwaliteit voor te

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    2013 Q42013 Q32013 Q22013 Q120122011201020092008

    %

    Figuur 2 Aanvangsrendementen (bestaand bezit)

    Bron: IPD (2014)

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    15/44

    15/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    Randstad, wat daar gemakkelijk tot een te snelle

    daling van de aanvangsrendementen kan leiden.

    Andere regios bieden qua waardegroei misschien

    minder goede perspectieven. Maar dit kan

    worden gecompenseerd door een veel hoger

    direct rendement, die is te bereiken door een

    relatief lagere aankoopprijs te betalen. Door iets

    meer risico te lopen, ontstaat er zo zicht op meer

    rendement. Hierbij hoort een verbreding van de

    regionale focus naar Randstad inclusief kustge-meenten, Utrecht/t Gooi, Veluwe en Brabantse

    Stedenrij en omliggend stedelijke regios

    (zie zwart, rode, oranje en gele gebieden).

    Alternatieven voor nieuwbouw zijn de overname

    van portefeuilles of de aankoop - met een discount -

    van transformeerbaar leegstandvastgoed.

    Bij elke woningbelegging geldt dat een

    hoogwaardig voorzieningenniveau in en de

    kwaliteit en uitstraling van de directe omgeving

    belangrijke randvoorwaarden zijn. Zeker in

    grotere projecten kan de belegger daar ook zelf

    invloed op uit oefenen. Gelet op het herstel van

    de woningmarkt en de groeiende behoefte aan

    huurwoningen, kunnen steeds vaker grotere

    projecten (100-150 woningen) worden aange-

    kocht. Incidenteel, op de beste plekken, zou het

    zelfs om nog grotere aantallen kunnen gaan.

    Qua type product zijn meergezinswoningen,

    maar vooral eengezinswoningen interessante

    beleggingen in jonge wijken. Ook de focus op de

    doelgroepen starters en senioren met daarbij

    behorende producten zoals huurwoningen in het

    segment 700 850 en woningen met

    zorgservice zijn zeer interessant. Bij de meerge-zinswoningen blijft het van belang dat ze alleen

    op (centrum)stedelijke locaties of op bijzondere

    locaties met sfeer/identiteit worden ontwikkeld.

    De verhuurbaarheid is momenteel het grootst in

    de segmenten 700 - 1.000. Boven de 1.000

    is het buiten de centra van de grote steden zaak

    om zeer selectief te beleggen.

    heel hoog

    hoog

    lichte tot sterke groei

    stabiel tot lichte groei

    stabiel

    stabiel tot daling

    Figuur 3 Verwachte waardestijging en

    woningvraag

    Bron: Syntrus Achmea Real Estate & Finance

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    16/44

    16/44

    Voor het investeren in zorgvastgoed staan de

    meeste seinen op groen. De vergrijzing en de

    marktwerking in de zorg zorgen voor een structu-

    rele verbetering van het investeringsklimaat voor

    zorgvastgoed. De beleidsmatige focus op langer

    thuiswonen van ouderen en zorgbehoevenden en

    het verplaatsen van zorg naar eerstelijnscentra in

    de wijk biedt perspectieven voor investeringen in

    die steden waar de vraag naar wonen en zorg het

    grootst is. Een voorwaarde voor aantrekkelijke

    investeringen is dat er voldoende voorzieningen in

    de nabijheid zijn te vinden. De markt voor

    zorgvastgoed staat aan de vooravond van verdere

    institutionalisering. Het aantal beleggers dat de

    markt betreedt, neemt toe. De beginfase waarin de

    markt van zorgvastgoed zich bevindt, biedtkansen voor early adopters.

    Outlook

    2015 2016

    Waardegroei + +

    Huurniveau + +

    1.2 De Nederlandse markt voorzorgvastgoed Focus in beleggingsstrategie

    Ligging in meest kansrijke gebieden in

    Nederland: Randstad inclusief

    kustgemeenten, Gooi, Veluwe en Brabantse

    Stedenrij

    (zorg)Woningen

    - Middeldure huurwoningen ( 700 tot

    1.000) met een zorglabel, dan wel

    levensloopbestendig

    - Duurdere huurwoningen (tot 1.200 kale

    huur) in centra binnensteden

    - Focus op objecten met openbaar

    vervoers- en winkelvoorzieningen in

    directe omgeving

    Niet-woningen

    - Eerste- en anderhalvelijnscentra, kleinere

    particuliere behandelcentra, kleinschalige

    intramurale zorgcentra met solvabele endeskundige zorginstellingen als huurder

    - Alternatief hergebruik van het vastgoed is

    voorwaarde

    Ziekenhuizen blijven door specialistische

    karakter buiten scope

    Swot-analyse Nederlandse zorgmarkt

    Strengths Weaknesses

    Komende 25 jaar 1,3 miljoen extra 75-plussers Terugvallend inkomen ouderen na pensionering

    Wens tot langer thuiswonen van ouderen en zorgbehoevenden

    voedt vraag naar zorgwoningen

    Impact herstructurering zorg nog niet volledig uitgewerkt

    Beleggingskarakteristieken zorgwoningen sterk gerelateerd aan

    woningvastgoed

    Beperkte omvang huidige institutionele zorgmarkt

    Eigen vermogen en solvabiliteit van zorginstellingen gemiddeld

    hoog

    Weinig historische cijfers beleggingskarakteristieken

    Langjarige huurcontracten met zorginstellingen mogelijk

    Opportunities Threats

    Beleggingsmarkt in beginstadium biedt early adopter

    premium

    Hoe ouder mensen worden, hoe beperkter hun

    verhuisgeneigdheid is

    Noodzakelijke vervangingsvraag in bestaande woningvoorraad

    t.b.v. levensloopbestendigheid

    Veel zorginstellingen die uit onbekendheid beleggers nog te

    weinig als partner zien

    Zorg meer decentraal georganiseerd in de wijk met grotere rol

    eerstelijnszorg

    Zwakke zorginstellingen zorgen voor slecht imago

    zorgvastgoed

    Verouderde vastgoedvoorraad zorginstellingen is niet

    concurrerend met nieuwbouw

    Verhuurdersheffing voor gereguleerde kleine zelfstandige

    eenheden

    Nauwelijks kredietverlening voor zorginstellingen door banken

    en beperktere rol corporaties zet beleggers op de kaart

    Bijdrage aan maatschappelijke profilering

    Legenda

    + verwachte stijging=/+ stabiel tot lichte stijging

    = stabiel

    =/- stabiel tot lichte daling- verwachte daling

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    17/44

    17/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    Structurele veranderingen

    In de zorgmarkt vinden momenteel veel verande-

    ringen plaats als gevolg van een aantal structurele

    ontwikkelingen. Door de aanhoudende bevolkings-

    groei in zijn algemeenheid en vergrijzing in het

    bijzonder, neemt de vraag naar zorg de komende

    decennia toe. De komende 25 jaar stijgt het

    aantal 75-plussers met 1,3 miljoen. Dit zorgt voor

    een aanzienlijke absolute opgave in de zorgmarkt

    en bijhorende vastgoedmarkt. Enerzijds is er eenkwantitatief tekort, anderzijds doet zich een

    kwalitatieve mismatch tussen woonwensen en de

    huidige woningvoorraad voor. De huidige

    voorraad is vaak verouderd en het toenemend

    aantal eenpersoonshuishoudens vraagt in de

    regel om kleinere wooneenheden.

    Een andere belangrijke structurele ontwikkeling is

    de keuze voor herinrichting en bijbehorende

    decentralisatie van de zorgmarkt. De kaders voor

    het nieuwe zorgstelsel zijn inmiddels duidelijk.

    De wijkgebonden zorg met de wijkverpleegkun-

    dige en de eerstelijnszorgvoorzieningen wordt

    belangrijker ten koste van duurdere tweedelijns-

    zorg. Doel is om mensen zo lang mogelijk thuis te

    laten wonen. De beleidsmatige scheiding van

    wonen en zorg betekent dat licht zorgbehoeven-

    den niet langer een vergoeding voor een verblijf

    in een instelling krijgen. In plaats daarvan kunnen

    zij in sommige gevallen budget krijgen om de

    noodzakelijk zorg thuis in te kopen. Met de

    herinrichting en decentralisatie moet de zorgmarkt

    nu een omslag maken naar meer marktgericht

    denken. Zorgorganisaties moeten structureel

    efficinter omgaan met de zorgproductie en zijnbovendien financieel verantwoordelijk voor het

    eigen gevoerde beleid. Een deel van het zorg-

    vastgoed gericht op de licht zorgbehoevenden is

    met de beleidswijziging voor zorginstellingen

    overbodig geworden.

    Conjuncturele ontwikkelingen

    Hoewel zorgvastgoed relatief minder afhankelijk

    is van conjuncturele ontwikkelingen, heeft ze wel

    met diverse kortetermijnontwikkelingen te

    maken. De economische tegenwind van de

    afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat zorgin-stellingen voor investeringen nauwelijks meer bij

    banken terecht kunnen. Banken zijn strengere

    eisen gaan hanteren bij het verlenen van financie-

    ringen. Beleggers worden daarmee aantrekkelijke

    samenwerkingspartners.

    Door het scheiden van wonen en zorg kampen

    zorginstellingen die lichte zorg aanboden - en die

    dit als inkomstenbron zagen wegvallen - in meer

    of mindere mate met leegstand in hun verzor-

    gingstehuizen. Particuliere verhuur blijft een

    moeilijke optie voor hen; enerzijds vanwege de

    investeringsopgave om een woning courant temaken, anderzijds vanwege de verhuurdershef-

    fing in het gereguleerde segment. Het kabinet

    probeert een deel van deze problematiek te

    ondervangen door een korting op de verhuur-

    dersheffing per omgebouwde eenheid te verlenen.

    De economische groei in de zorgsector blijft

    achter bij het herstel in andere sectoren in

    Nederland. Dit komt met name door de verschui-

    ving van zorg in de duurdere tweedelijn naar de

    goedkopere eerstelijn.

    Vastgoedmarkt zorg

    De enorme vergrijzing die op ons afkomt, resul-

    teert de komende 25 jaar in een tekort van ruim

    855.000 wooneenheden die geschikt zijn voor het

    verlenen van lichte tot zware zorg (bron: Fortuna

    2013, zie figuur 4). Ongeveer 95.000 eenheden

    daarvan bestaan uit intramurale zorgwoningen

    vanaf het huidige zorgzwaartepakket 5. Voor

    zorgzwaartepakket 4 bestaat nog onduidelijkheid

    in welke mate deze onder het scheiden van wonen

    en zorg gaat vallen. De voornaamste groei op het

    gebied van zorgwoningen ontstaat door ouderen

    die langer thuis blijven wonen door hun eigen

    woning geschikt te maken voor het verlenen vanzorg aan huis. In veel gevallen zal dit goed te

    realiseren zijn, zeker wanneer de techniek zich zo

    blijft ontwikkelen dat een deel van de zorgvraag

    draadloos kan worden vervuld via bijvoorbeeld de

    tablet. Ook beperkte bouwkundige aanpassingen

    kunnen een woning geschikt maken voor zorg

    aan huis. Er ligt een markt open voor slimme

    huisvestingsconcepten en ondersteunende

    voorzieningen om de bestaande voorraad

    toekomstbestendig te maken.

    De vraag naar levensloopbestendige woningenkan niet geheel worden vervuld vanuit de huidige

    en nog aan te passen woningvoorraad.

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    18/44

    18/44

    investeerders interessant. Regionaal zijn er flinke

    verschillen in locaties. In perifeer gelegen steden

    en regios is het percentage ouderen op dit

    moment groot, maar ook de voormalige groeiker-

    nen in de Randstad vergrijzen in rap tempo. De

    grotere steden verouderen relatief nauwelijks

    door de aanwas van jongeren, maar in absolute

    aantallen is ook hier sprake van forse groei.

    Binnen steden manifesteert de vergrijzing zich

    met name in de voormalige uitbreidingswijken.Dit gaat in potentie goed samen met de decen-

    trale rol die de eerstelijnszorg in het nieuwe

    zorgstelsel heeft toebedeeld gekregen. De

    groeiende leegstand bij instellingen die voorheen

    lichte zorg verleenden, zorgt ervoor dat sommige

    instellingen overwegen om deze eenheden

    Nieuwbouw is sowieso nodig vanuit een gebrek

    aan aanbod en - daar bovenop - een noodzake-

    lijke vervangingsvraag. De bestaande woning-

    voorraad is namelijk verouderd, zeker wanneer de

    komende decennia daarin worden meegenomen.

    Er zitten vaak slechte woningen tussen die ook

    op het gebied van duurzaamheid ver achter

    lopen op huidige en toekomstige standaarden.

    Nieuwe woningen zullen, gezien de groeiende

    doelgroep, meer dan ooit levensloopbestendigworden gemaakt. Voor een deel gaat dit samen

    met nieuwe zorgconcepten waarbij de zorg in de

    wijk centraal staat. Dergelijke woningen kunnen

    in n gebouw worden gecombineerd met

    zorgvoorzieningen.

    Niet alle regios, locaties en instellingen zijn voor

    Figuur 4 Vraag naar wonen met zorg, intramuraal, extramuraal

    Bron: Fortuna (2013), prognose Wonen met zorg

    0

    100.000

    200.000

    300.000

    400.000

    500.000

    600.000

    700.000

    800.000

    900.000

    1.000.000

    204020352030202520202014

    Intramuraal Overig

    (ZZP 9-10)

    Verzorgd Wonen Overig geschikte huisvestingBeschermd Wonen

    (ZZP 5-8)

    Beschut Wonen

    (ZZP 1-4)

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    19/44

    19/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    karakteristieken vertonen met commercieel

    vastgoed. De aanvangsrendementen voor

    zorgwoningen zullen naar verwachting in de

    komende twee jaar verder dalen, wat betekent

    dat nu investeren gelijk een extra hoog direct

    rendement als gevolg heeft. Een stijgende

    markthuurgroei en het voorziene herstel in de

    waardering levert aantrekkelijke totaalrendemen-

    ten op. Op het gebied van zorgvastgoed zien we

    momenteel veel initiatieven en projecten waarbijsprake is van een combinatie van zorg(gerela-

    teerde) functies: intramurale zorgwoningen in

    combinatie met reguliere woningen in het

    gereguleerde en/of het geliberaliseerde segment.

    Daarnaast kan, afhankelijk van de locatie, ook

    nog sprake zijn van eerstelijnszorgvoorzieningen.

    Waar corporaties van oudsher natuurlijke

    partners van zorginstellingen waren, zal dat in de

    toekomst anders zijn. Corporaties worden geacht

    zich meer op hun sociale taak te richten. Dit

    benvloedt de betrokkenheid bij projecten met

    een beperkte sociale huurcomponent.

    Beleggingsadvies

    Als gevolg van demografische ontwikkelingen en

    de terugtrekkende overheid staan de seinen voor

    het investeren in zorgvastgoed op groen. Er is

    vraag naar kwalitatief goede woningen in stede-

    lijke gebieden met groeipotentie waar bewoners

    in de toekomst thuis zorg kunnen ontvangen en

    zo langer thuis kunnen blijven wonen. Dit kan zijn

    in een bestaande wijk waar mensen al wonen of

    juist in centrumstedelijke gebieden waar ook

    niet-zorggerelateerde voorzieningen voor extra

    aantrekkingskracht kunnen zorgen. Omdat dezewoningen bijna 1-op-1 vergelijkbaar zijn met

    reguliere woningen, is het risico beperkt vanwege

    de hoge alternatieve aanwendbaarheid.

    Geografisch voorzien wij de beste kansen in de

    Randstad, inclusief kustgemeenten, het Gooi, de

    Veluwe en Brabantse Stedenrij. Zorgwoningen

    hebben idealiter een kale huurprijs van 700 tot

    1.000. In centrumgebieden van de grootste

    steden kan dit oplopen tot 1.250. Een door de

    overheid ondersteunde trend is de stijgende

    lokale functie van eerste- en anderhalvelijnszorg.

    Dit type zorgvastgoed wint naar verwachting aanimportantie en biedt kansen voor combinaties in

    n zorgconcept met andere typen

    individueel te verhuren. De concurrentie die dit

    mogelijk oplevert voor beleggers is beperkt.

    De leegstaande verzorgingstehuizen zijn in veel

    gevallen namelijk verouderd en moeten grondig

    worden gerenoveerd. De verhuurdersheffing voor

    kleine zelfstandige eenheden maakt, ondanks de

    korting van het kabinet, de businesscase voor

    hen vaak moeilijk. De verwachting is dat zorgin-

    stellingen een beperkte rol gaan spelen op het

    vlak van niet-intramurale zorgwoningen. Dit biedtkansen voor beleggers, zeker wanneer er combi-

    naties worden gevormd met zorginstellingen die

    zorg dragen voor het intramurale deel. Een

    kritische blik op dit vlak is noodzakelijk omdat

    niet elke zorginstelling als financieel solide

    huurder kan worden gezien. Het aantal zorgin-

    stellingen dat er financieel nog goed voor staat is

    nog steeds omvangrijk en op basis van een

    goede analyse voorspelbaar.

    Beleggingsmarkt

    Er is veel bestaand zorgvastgoed (naar schatting

    circa 52 miljoen m2), maar slechts een klein deel

    hiervan is nu geschikt voor beleggers. Een deel

    van het zorgvastgoed is in handen van zorginstel-

    lingen die geen reden zien om het zorgvastgoed

    te verkopen, een deel is in omvang te klein

    (individuele praktijken) of juist te groot (bijv.

    ziekenhuizen). Omdat zorginstellingen worden

    gedwongen om naar alternatieve manieren van

    financiering uit te kijken en de investeringspropo-

    sitie voor beleggers aantrekkelijker wordt, is de

    verwachting dat het investeringsvolume van

    particuliere en institutionele beleggers in

    zorgvastgoed de komende jaren snel gaatgroeien naar enkele honderden miljoenen per jaar.

    Er is nu een grote investeringsbereidheid bij de

    grote Nederlandse beleggers, met name richting

    care-gerelateerd zorgvastgoed. Ook buitenlandse

    partijen kijken naar investeringsmogelijkheden

    vanwege de potentie, maar ook omdat in veel

    Angelsaksische landen het beleggen in health

    care tot op heden meer gemeengoed is dan in

    Nederland. De te realiseren rendementen zijn in

    potentie aantrekkelijk. Voor zorgwoningen is het

    rendements/risicoprofiel vergelijkbaar met datvan woningen, terwijl zorginstellingen en onder-

    steunende zorgdiensten vergelijkbare

    Voor het investeren in zorgvastgoed

    staan de meeste seinen op groen

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    20/44

    20/44

    mogelijk is, wordt het neerwaarts risico als zeer

    beperkt beschouwd. Voor zelfstandige behandel-

    centra wordt geadviseerd pas op de plaats te

    maken en de uitwerkingen van de herstructurering

    van de zorg en de toebedeling van zorgkantoren

    goed te analyseren. Voor ziekenhuisfuncties zijn

    de risicos momenteel relatief groot. Veel zieken-

    huizen staan er financieel niet goed voor en

    decentralisatie en specialisering van zorg maakt

    het toekomstperspectief van veel ziekenhuizenonzeker.

    zorgvastgoed, zoals intramurale zorgwoningen

    en levensloopbestendige woningen.

    Voor intramurale zorgwoningen zijn de vooruit-

    zichten ook goed, zolang de betrokken zorgin-

    stelling maar een stevig financieel fundament en

    vooruitzicht heeft. Bij het eventueel omvallen van

    een zorginstelling wordt de zorgfunctie zeer

    waarschijnlijk overgenomen door een andere

    instelling. Immers, de zorgvraag blijft. Wanneerde bouwkundige voorzieningen dusdanig zijn dat

    transformatie naar courante wooneenheden ook

    Sloopwerkzaamheden Molenwerf

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    21/44

    21/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    De winkelmarkt verkeert nog steeds in lastig

    vaarwater. Daadwerkelijk herstel in de

    consumentenbestedingen laat nog tot 2015 op

    zich wachten. We zien daarbij wel een steeds

    duidelijker tweedeling. Waar we enerzijds

    generiek dalende huren en oplopende leegstand

    zien, geldt voor de beste locaties dat het herstel is

    ingezet. Het gaat hier om locaties in de grootste

    steden die naast winkelen wat extras bieden in de

    vorm van horeca, cultuur en vermaak: total

    retail. Qua rendement-risicoprofiel kan op lange

    termijn het best worden belegd in deze

    binnensteden, evenals in de nog altijd goed

    presterende dominante boodschappencentra.

    Outlook

    2015 2016

    Waarde-

    groei

    Top 4 binnensteden =/+ +

    Overige binnensteden top 15 =/ =

    Dominante ondersteunde centra =/ =/

    Huur-

    niveaus

    Top 4 binnensteden =/+ +

    Overige binnensteden top 15 =/ =/

    Dominante ondersteunde centra =/ =/

    1.3 De Nederlandse winkelmarktFocus in beleggingsstrategie

    Binnensteden

    - Winkelunits in het kernwinkelgebied van

    de 15 grootste retailsteden, of - voor de

    allergrootste steden - winkels die direct

    aansluiten op dit kernwinkelgebied

    Ondersteunende winkelcentra

    - Dominante wijk- en stadsdeelcentra

    - Met compleet dagelijks aanbod

    - Minimaal twee grote supermarkten

    - Goede bereikbaarheid en

    parkeervoorzieningen

    Algemeen

    - Actief en innovatief management van

    winkelcentra

    - Samenwerking met gemeenten en

    eigenaren op binnenstedelijk niveau

    - Dispositie niet-strategische assets

    Swot-analyse Nederlandse winkelmarkt

    Strengths Weaknesses

    Regionale groei verzorgingsgebieden Regionale krimp verzorgingsgebieden

    Planologische restricties op uitbreiding Vergrijzing verandert bestedingen

    Weinig leegstand op goede locaties Gebrek aan beleidsmatige keuzes ten behoeve van begeleiding

    krimp in winkelstructuur

    Waardegroei op goede locaties Groeiende structurele leegstandHoog direct rendement Dalende markthuren en waarderingen

    Opportunities Threats

    Vernieuwend winkelgedrag door internet en social media te

    integreren in koopproces, toevoeging van niet-winkelfuncties

    (horeca, cultuur en vermaak) trekt extra passanten

    Veranderend winkelgedrag maakt sommige winkelgebieden en

    -formules overbodig

    Nieuwe doelgroep: winkelende senior Internetverkopen tast omzet fysieke winkels aan

    Consumentenvertrouwen dieptepunt gepasseerd, herstel

    stijgende bestedingen

    Oplopende leegstand, faillissementen

    Actief centrummanagement kan winkelgebieden meer

    onderscheidend maken (winkelcentrum n binnenstad)

    Werkloosheid, daling koopkracht; ontschulding van consument

    nog in gang

    Strategisch huurbeleid door korte contracten in neergaande

    huurmarkt wanneer latere stijging wordt verwacht

    Vernieuwende huurvormen bieden minder zekerheid op

    langjarige inkomstenInvesteringen van internationale formules Gebrek aan identiteit in veel winkelgebieden

    Legenda

    + verwachte stijging=/+ stabiel tot lichte stijging

    = stabiel=/- stabiel tot lichte daling

    - verwachte daling

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    22/44

    22/44

    Structurele veranderingen

    De winkelmarkt in Nederland is in transitie. Er is

    sprake van structurele drivers die blijvend van

    invloed zijn en die daarmee richting geven aan de

    beleggingsfocus van Syntrus Achmea. De winkel-

    markt ondervindt de gevolgen van regionale

    bevolkingsgroei en -krimp. Vergrijzing en urbani-

    satie-effecten zorgen ervoor dat de groei voorna-

    melijk in de Randstad en regionale steden

    daaromheen plaatsvindt. De consument zitsteeds meer aan het stuur in het winkelproces en

    maakt gebruik van de keuzevrijheid en informa-

    tiemogelijkheden die er zijn. Consumptie wordt

    vraaggedreven en individuele wensen spelen een

    steeds sterkere rol. Het verzorgingsgebied van

    winkels is aan het veranderen omdat nabijheid

    van winkels niet per se meer het belangrijkste

    motief voor consumenten is. Recreatief winkelen

    is steeds meer een dagje uit en de consument is

    daarbij in toenemende mate gericht op het

    verblijfsklimaat en is bereid om daar verder voor

    te reizen. Niet alleen horeca, cultuur en vermaak

    spelen een steeds grotere rol (naast de traditio-

    nele succesfactor van gemakkelijk kunnen

    parkeren), het is eveneens een groeiende techno-

    logische invloed die het succes bepaalt. Het zijn

    namelijk juist ook de grotere steden en winkel-

    formules die optimaal gebruik maken van social

    media en de integratie van internet in het winkel-

    proces. De grootste fysieke winkels in de grote

    steden worden onmisbare marketingtools voor

    de grote merken. Het bieden van total retail

    wordt belangrijk om consumenten te binden.

    Eigenaren, winkelformules en gemeenten moeten

    daarbij de handen ineen slaan. Vernieuwendecoalities, zoals het dit jaar bekrachtigde

    Lijnbaanakkoord in Rotterdam, maken eigenaren

    en ondernemers zelf verantwoordelijk voor de

    programmering en buitenruimte. Dat biedt

    binnensteden extra slagkracht in de strijd om de

    consument. De verwachting is dat kleinere steden

    steeds meer het onderspit delven omdat zij niet

    in staat zijn om het totale retailpakket te bieden.

    Voor ondersteunende winkelgebieden die

    voorzien in de dagelijkse behoefte en die meer

    doelgericht worden bezocht, blijven service,

    gemak en compleetheid van aanbod belangrijkewaarden. Maar ook hier zijn in de toekomst

    minder winkellocaties die er echt toe doen en zal

    een natuurlijke selectie plaatsvinden van

    toekomstbestendige winkelgebieden. In dit

    proces kunnen overheden een rol spelen door

    met duidelijke keuzes de herschikking in de

    winkelstructuur te begeleiden.

    Conjuncturele ontwikkelingen

    Op de kortere termijn heeft de winkelmarkt met

    diverse conjuncturele problemen te kampen.

    Door de toegenomen werkloosheid en bezuini-gingsoperaties van de overheid is het besteed-

    baar inkomen gedaald. Hierdoor zijn de

    bestedingen in de detailhandel de afgelopen

    jaren fors teruggelopen en veel winkels kampen

    met verliezen of zelfs faillissementen. In de eerste

    helft van 2014 zijn de eerste signalen van een

    kentering in het consumentenvertrouwen en

    detailhandelsbestedingen zichtbaar, als is van

    echt herstel nog geen sprake (zie figuur).

    Consumentenbestedingen zullen pas echt

    aantrekken wanneer het ontschuldingsproces van

    overheid en consument is voltooid. Naar

    verwachting vindt dit pas in de loop van 2015

    plaats. Tot die tijd zal er sprake zijn van beperkt

    herstel, omdat consumenten kritisch blijven op

    hun uitgaven.

    Vastgoedmarkt winkels

    De structurele en conjuncturele effecten hebben

    veel impact op het vastgoed in de winkelmarkt.

    Vraag en aanbod zijn al een tijd niet meer met

    elkaar in verhouding. Er is sprake van overaanbod

    aan winkels en het deel dat structureel leegstaat,

    groeit in omvang. Momenteel staat circa 7,7% van

    de winkelmeters leeg, ongeveer 3,5 miljoen m2.Ruim 60% daarvan is langdurig of structureel van

    aard. Er is binnen de winkelmarkt een duidelijke

    polarisering zichtbaar. Dit uit zich in verschillen in

    leegstand per locatie; niet alleen per regio of

    type winkelgebied, maar ook binnen winkelgebie-

    den. Op A-locaties in de 15 grootste steden blijft

    de leegstand met maximaal 2% onveranderd laag.

    In de vijf grootste winkelsteden blijven ook

    B1-locaties met een leegstandspercentage van

    2,5% buiten schot. Op overige locaties loopt de

    leegstand flink op.

    De teruggelopen omzetten en opgelopen

    leegstand hebben hun uitwerking in de

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    23/44

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    24/44

    24/44

    zorgen dat deze winkelgebieden blijvend op het

    vizier van de inwoners van een wijk, dorp of stad

    blijven staan. Wie niet meedoet, valt af.

    Beleggingsmarkt

    De ontwikkelingen op de winkelvastgoedmarkt

    hebben duidelijk hun weerslag op de waardering

    van winkelvastgoedbeleggingen. Op bijvoorbeeld

    plekken waar de leegstand verder oploopt, gaan

    markthuurdalingen gepaard met flinke waardeda-lingen. Dat komt doordat ook de yields voor deze

    locaties zijn opgelopen. Door het inprijzen van

    waardedalingen door verkopers enerzijds en de

    inschatting van kopende partijen dat de bodem

    in zicht is anderzijds, zit in 2014 het transactie-

    volume voor winkelvastgoed weer flink in de lift.

    veel aanbod op het gebied van horeca en cultuur

    hebben een duidelijke voorsprong in de mindset

    van consumenten. Hier ligt een belangrijke

    opgave voor eigenaren en gemeenten. Door

    actief management kan een winkelgebied interes-

    sant blijven voor bezoekers. Realiteit is echter dat

    veel middelgrote steden het zwaar zullen krijgen

    om de gunst van de bezoeker te winnen. Voor

    ondersteunende winkelgebieden, waar veel van

    de dagelijkse boodschappen worden gedaan, iseveneens een belangrijke rol weggelegd voor de

    ondernemers. Zij zullen zich op een actieve

    manier moeten inzetten om de wispelturige

    consument in een snel veranderende omgeving

    op de juiste manier te kunnen bedienen. Actief

    winkelcentrummanagement moet daarnaast

    Figuur 6 Opname, aanbod en leegstand winkelruimte

    Bron: JLL (2014), Locatus (2014)

    0,0

    0,5

    1,0

    1,5

    2,0

    2,5

    3,0

    3,5

    4,0

    20142013201220112010200920082007200620052004

    Leegstand winkeloppervlakte (r) Leegstand verkooppunten (r)Aanbod (l)Opname (l)

    %

    xmiljoen

    m2

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    25/44

    25/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    twee supermarkten, overig dagelijks aanbod,

    persoonlijke verzorging, huishoudelijk aanbod en

    diensten de boventoon. Met uitzondering van

    stadsdeelcentra zijn de branches mode en sport

    en spel in dit type centra minder op hun plaats.

    Gemak en bereikbaarheid staan hierbij voorop.

    Overige kansrijke winkellocaties zoals ov-knoop-

    punten of onderscheidende thematische winkel-

    gebieden kennen een te hoog risicoprofiel in

    relatie tot het rendement om voor de klanten vanSyntrus Achmea interessant te zijn. Voor alle

    andere winkelgebieden geldt een strategie

    waarbij dispositie op het juiste moment moet

    worden overwogen. Vanwege de dan te verwach-

    ten discounts en het uitstralingseffect is

    overhaaste verkoop naar het resterende vastgoed

    niet wenselijk, ook al niet vanwege het herstel

    van de beleggingsmarkt. Met de toenemende

    internationale kapitaalstromen lijkt immers

    momentum te ontstaan om zonder veel

    discounts afscheid van een deel van de niet-

    strategische portefeuille te nemen.

    Het volume in het eerste half jaar ligt met bijna

    1 miljard 242% boven dat van 2013.

    Veel grote winkelbeleggers kiezen ervoor zich te

    focussen op core winkelvastgoed en verkopen

    - soms met hoge discounts - delen van hun

    portefeuille. Door schaarste in aanbod is het

    aantal transacties op de beste locaties nog

    beperkt. Door de waardecorrectie in de

    afgelopen jaren en de nu nog hoge directerendementen blijven deze locaties interessant.

    Voor de 4 grootste steden zien we dat de

    waarden zich alweer herstellen, daarbuiten

    bodemt de waardedaling uit. Over de gehele linie

    wordt verwacht dat de yields licht zullen dalen

    als gevolg van een dalende risicopremie op

    vastgoed. Dalende markthuren zorgen op de

    meeste locaties echter voor een beperkt totaal-

    rendement. Qua rendement-risicoverhoudingen

    ontstaat er dus een steeds scherper onderscheid

    tussen de verschillende winkellocaties.

    Investeerders moeten in de toekomst in toene-

    mende mate rekening houden met kortere

    huurcontracten en flexibele huurniveaus. Hoewel

    omzethuur en huurdifferentiatie wettelijke en

    praktische beperkingen kent, vormt het misschien

    wel een noodzakelijke driver voor winkeliers en

    eigenaren om een winkelgebied tot een blijvend

    succes te maken.

    Beleggingsadvies

    Als gevolg van de huidige en voorziene toekom-

    stige ontwikkelingen op de winkelmarkt zijn er in

    de visie van Syntrus Achmea duidelijke verschil-

    len tussen winkellocaties. Enerzijds zijn er locatiesmet een langjarig toekomstperspectief en weinig

    risicos op leegstand en waardedaling. Anderzijds

    zijn er locaties waarvan op termijn wordt

    verwacht dat de winkelfunctie inboet ten gunste

    van andere locaties. Er is hier een verhoogd risico

    op toekomstige leegstand en waardedaling.

    Syntrus Achmea adviseert om in het beleggings-

    beleid de komende jaren te focussen op het

    kernwinkelgebied van de top 15 retailsteden. Voor

    de grootste 5 winkelsteden zijn ook locaties die

    direct op het kernwinkelgebied aansluiten

    interessant. Daarnaast is er veel perspectief voordominante ondersteunende winkelcentra voor

    dagelijkse voorzieningen. Hier voeren minimaal

    Start verhuur wooncomplex Westerhoek

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    26/44

    26/44

    De dynamiek op de Nederlandse beleggingsmarkt

    voor kantoren is de laatste twee kwartalen sterk

    toegenomen. Dit was vooral zichtbaar in het

    topsegment van de markt (en dan met name de

    Zuidas) en het segment daaronder. Een nieuwe

    wall of money stuwt het aantal transacties snel

    op. Angelsaksische partijen richten zich met

    name op meer opportunistische beleggingen,

    waarbij de focus op grote volumes ligt. Aan de top

    van de markt zijn het Duitse institutionele

    partijen die tegen zeer scherpe aanvangsrende-

    menten instappen. Met secundaire locaties en

    kleinere kantoorgebouwen blijft het moeizaam.

    Dit zijn voornamelijk particuliere producten waar

    beleggers nog steeds terughoudend tegenover

    staan en waarvoor de financieringsmogelijkheden

    beperkt zijn. De internationale kapitaaldruk, incombinatie met grote verschillen in beleggingsvi-

    sies ten aanzien van de waardeontwikkeling van

    de verschillende deelmarkten, zorgt voor

    mogelijkheden om portefeuilles te verversen en

    kwalitatief te versterken.

    Outlook

    2015 2016

    Waarde-

    groei

    Hoogwaardige kantorenlocaties + +

    Overige kantorenlocaties

    Huur-

    niveaus

    Hoogwaardige kantorenlocaties =/+ +

    Overige kantorenlocaties

    1.4 De Nederlandsekantorenmarkt Focus in beleggingsstrategie

    Dynamiek in de markt benutten om

    portefeuilles te verversen en kwalitatief te

    versterken

    Bij aankoop focussen op goede kantoren en

    kantoorlocaties in sterkste stedelijke regios

    (centrum/stationslocaties met

    hoogwaardige uitstraling) met binnen de

    de vier grote steden een accent op

    Amsterdam, waarbij binnen een value add

    strategie ook een korter huurcontract

    acceptabel is

    Opportunistic: inzetten op verwerving van

    distressed kantoren die geschikt te maken

    zijn voor transformatie (woningen)

    Waarde toevoegen door optimalisering

    bezettingsgraad en andere vormen van

    verhuur te verkennen, waaronder decombinatie met meer dienstverlening,

    flexibelere contracten

    Swot-analyse kantorenmarkt

    Strengths Weaknesses

    Toenemende schaarste aan hoogwaardige kantoren op de

    beste locaties

    Overaanbod en forse gemiddelde leegstand voor de totale

    kantorenmarkt zorgt voor druk huur- en waardegroei

    Liquide beleggingsmarkt hoogwaardige gebouwen op de beste

    locaties

    Dalende huurprijzen in midden- en lage segment

    Beperkte nieuwbouw, ook op goede plekken Trage herstructurering van de kantorenvoorraad

    Relatief hoge directe rendementen

    Opportunities Threats

    Snelle groei van beschikbaar kapitaal voor investeringen in

    zowel core, value add opportunistic als opportunistic

    Structurele krimp werkgelegenheid bij kantoorgebonden

    sectoren

    Verschillende marktvisie van verschillende actoren biedt ruimte

    voor arbitrage

    Optimalisatie ruimtegebruik per persoon leidt tot besparing op

    ruimtegebruik

    Verbeterde kansen voor alternatieve bestemmingen door forse

    waardecorrectie

    Toenemend aanbod aan kwalitatief mindere kantoren tegen

    lage huren

    De mogelijkheid om waarde toe te voegen met voorzieningen,

    kortere huurcontracten en dienstverlening

    Herstel particuliere beleggingsmarkt sterk afhankelijk van

    financieringsmogelijkheden

    Legenda

    + verwachte stijging

    =/+ stabiel tot lichte stijging= stabiel

    =/- stabiel tot lichte daling- verwachte daling

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    27/44

    27/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    Structurele veranderingen

    De bestaande hoeveelheid beschikbare kantoren

    enerzijds en de dalende beroepsbevolking in

    combinatie met het dalende ruimtegebruik per

    werknemer anderzijds zorgen ervoor dat de

    huidige kantoorvoorraad in omvang ruim

    voldoende is om de vraag naar werkruimte op te

    vangen. Hoewel er op papier dus voldoende

    kantoren zijn, is het wel duidelijk dat niet de

    gehele kantorenvoorraad de gevraagde kwaliteitbezit. Dat betekent niet alleen dat in individuele

    gebouwen moet worden genvesteerd, maar ook

    dat kantoren op minder goede locaties hun

    functie gaan verliezen ten gunste van kantoren

    op de sterke stedelijke kantorenenlocaties met

    voldoende toekomst. We zien in Nederland een

    duidelijke urbanisatietrend, waarin de G4 harder

    groeien dan de rest van Nederland. Het is niet

    meer dan logisch dat de omvang van de kanto-

    renmarkten zich aan deze trend aanpassen.

    De toekomstige vraag naar kantoorruimte wordt

    voor een belangrijk deel bepaald door de groei

    van de beroepsbevolking. De potentile beroeps-

    bevolking bedroeg in 2010 circa 11,1 miljoen

    inwoners en zal de komende jaren dalen met

    800.000 naar circa 10,4 miljoen inwoners in 2040

    (bron: PBL). De regionale verschillen zijn fors. De

    grootstedelijke regios in met name de

    Noordvleugel van de Randstad kennen nog wel

    een duidelijke groei. Binnen de beroepsbevolking

    zien we daarbij een verdere verschuiving naar

    niet-kantoorgebonden werkgelegenheid, met

    zorg als grootste groeier. Tussen 2008 en 2013 is

    de kantoorwerkgelegenheid gekrompen met 6,9%.

    Aan de gebruikerskant zien we op werkplekni-

    veau structurele veranderingen. Het Nieuwe

    Werken betekent dat individuele werkruimtes

    kleiner worden en minder in aantal. Er is een

    duidelijke trend gaande van daling van het

    aandeel van de werkplek per FTE. Dit is een

    duidelijk gevolg van steeds betere mogelijkheden

    om mobiel te werken. Als gevolg hiervan zien we

    ook een wijzigende indeling van de kantoorruimte:

    terugkeer van open werkplekken (de kantoortuin),

    maar nu gecombineerd met meer vergader-,ontmoetings- en recreatiefunties. Het ruimtege-

    bruik is flexibel en wordt vaker gecombineerd

    met een behoefte aan dienstverlening. Het lijkt

    een kwestie van tijd voordat aanbieders van

    kantoorruimte hier op veel grotere schaal dan nu

    het geval is, op gaan inspelen, deels door grotere,

    transparante werkvloeren aan te bieden.

    Daarnaast gaat het aanbieden van flexibele, soms

    kortere, huurcontracten naar verwachting een

    veel grotere vlucht nemen. Door een toenemende

    transparantie op het gebied van huurprijzen kan

    het huurniveau in de toekomst onder druk komente staan. Maar door het aanbieden van de juiste

    dienstverlening kan mogelijkerwijs toch marge-

    verbetering worden gerealiseerd. Dit vraagt wel

    een rigoureuze aanpassing van het management-

    concept van kantoren. Aan de andere kant

    nemen de kosten per/m2in gebruik zijnde ruimte

    af als gevolg van een intensivering van het

    ruimtegebruik per FTE. Hierdoor zijn gebruikers

    bereid meer per m2te betalen voor de gewenste

    kwaliteit.

    Aan de gebruikerszijde zien we dat er een

    toenemend belang wordt gehecht aan duurzaam-

    heid. Wrang hierbij is dat de toevoeging van

    nieuwe duurzame kantoren elders vaak tot

    leegstand leidt. Daarnaast is sprake van een

    toenemende behoefte aan gebouwen en

    gebieden waar de werknemer identiteit aan kan

    ontlenen. Een structurele trend, met een flinke

    impact op regionale kantorenmarkten, is de forse

    reductie in gebruik van de Nederlandse overheid;

    Nederlandse grootste gebruiker. De kantoorruimte

    van de Rijksoverheid zal tot 2020 gemiddeld met

    een kleine 30% afnemen (bron: brief minister

    Blok). Tegelijkertijd heeft de overheid gezorgdvoor flexibeler randvoorwaarden voor transfor-

    matie van een kantoor naar een woonfunctie. Dit

    heeft een positieve impact op de kantorenmarkt.

    Conjuncturele ontwikkelingen

    De Nederlandse economie herstelt voorzichtig,

    het producentenvertrouwen is op het hoogste

    punt sinds juli 2011, met als gevolg dat bedrijven

    voorzichtig weer meer investeren. Al acht

    maanden achtereen zijn de investeringen hoger

    dan in dezelfde maand een jaar eerder. Sinds

    februari 2014 is de werkloosheid (seizoensgecor-rigeerd) weer stapje voor stapje aan het dalen.

    Met 7% (Eurostat definitie; conform CBS definitie

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    28/44

    28/44

    is 8,4% juli 2014) is deze echter nog altijd hoog.

    Voor 2015 verwachten we een verdere daling van

    de werkloosheid, en daarmee dus een herstel van

    de werkgelegenheid. Het herstel is echter zo

    marginaal, dat hier vooral een psychologisch

    effect voor de kantorenmarkt als geheel vanuit

    zal gaan.

    Vastgoedmarkt kantoren

    In tegenstelling tot de dynamiek op de beleggers-markt, blijft de dynamiek op de gebruikersmarkt

    vooralsnog beperkt. Het opnamevolume van circa

    400.000 m2vvo over het eerste half jaar van

    2014 betekende een gelijke opname ten opzichte

    van dezelfde periode vorig jaar. De vraag naar

    kantoorruimte is voornamelijk afkomstig van

    bedrijven die op zoek zijn naar kostenbesparing

    en/of werkplekoptimalisatie; geen uitbreidings-

    vraag, maar een vervangingsvraag. Daarbij is wel

    steeds duidelijker sprake van winnende en

    verliezende locaties. De toplocaties laten een

    stabiele situatie of daling van de leegstand zien,

    de overige locaties kennen juist een toename van

    de leegstand. In weerwil van de tweedeling is de

    bouwproductie van kantoren de afgelopen jaren

    op een zeer laag pitje komen te staan, ook op

    goede locaties. Hierdoor is er op lokaal niveau

    schaarste ontstaan, met een duidelijke positieve

    impact op de huren en de waardeontwikkeling

    van vastgoed. Op een aantal plekken geldt dat er

    additionele waardegroei mogelijk is door - naar

    internationaal voorbeeld - niet alleen te investeren

    in de kwaliteit van het gebouw, maar ook in de

    gebiedskwaliteit.

    De tophuurprijzen worden gerealiseerd op de

    Amsterdamse Zuidas en Schiphol. Door de

    schaarste aan marktconforme kantoorruimte

    zullen op toplocaties de nettohuurprijzen naar

    verwachting stijgen. Hierbij moet wel worden

    aangetekend dat de brutohuren die op bepaalde

    locaties worden gepubliceerd nog steeds

    negatief afwijken van de nettohuren als gevolg

    van incentives.

    Bij het beoordelen van de kracht van de

    kantorenmarkten moet dan ook worden bedachtdat de hoofdstad met afstand de sterkste kanto-

    renmarkt van Nederland is. Kijkend naar de

    opname op de kantorenmarkt in 2013, dan is het

    aandeel van de vier grootste gemeenten 44%,

    waarvan Amsterdam alleen 21% voor haar

    rekening neemt. In de eerste helft van 2014 is te

    zien dat de concentratie van het Amsterdamse

    aandeel is gegroeid naar 22%, terwijl de opname

    in de vier grootste gemeenten is gedaald naar

    42%. Gezien de dominante positie van

    Amsterdam, is bij de verwachte huurstijging voor

    de toplocaties duidelijk geen sprake van eenlandelijke trend. Wel lijken de huurprijzen op de

    betere locaties buiten de hoofdstad uit te

    bodemen. In Den Haag staan als gevolg van de

    grootschalige herhuisvestingsoperatie van de

    overheid de huurprijzen nog langer onder druk.

    Hetzelfde geldt generiek voor locaties met veel

    structurele leegstand, bijvoorbeeld in de

    satellietsteden.

    Zeker voor stedelijke locaties met veel leegstand

    biedt transformatie steeds vaker een rendabel

    alternatief voor kantoorruimte. In 2013 is circa

    440.000 m2getransformeerd, dat is bijna 6% van

    het totale aanbod op de kantorenmarkt. In de

    eerste helft van 2014 is opnieuw circa

    320.000 m2aan de markt onttrokken. Gezien de

    significante hoeveelheid meters waar het bij

    transformatie nu om gaat, draagt functieverande-

    ring inmiddels daadwerkelijk bij aan het in balans

    brengen van de kantorenmarkt.

    Beleggingsmarkt

    De interesse op de beleggersmarkt is snel

    toegenomen, vooral dankzij de koopkracht van

    buitenlandse spelers. Het eerste halfjaar van 2014kon een beleggingsvolume van 1,2 miljard worden

    genoteerd: een stijging van 130% ten opzichte van

    dezelfde periode vorig jaar. Met een percentage

    van 90% waren de transacties geconcentreerd in

    de Randstad, met name in Amsterdam, Utrecht,

    Rotterdam en Den Haag. Amsterdam trok, net als

    vorig jaar, het merendeel van het beleggings-

    volume naar zich toe. Amsterdam heeft dan ook

    een goede uitgangspositie; sterke bevolkings-

    groei, veel hoogopgeleide mensen, kennisecono-

    mie, groei van de werkgelegenheid, aanwezigheid

    van bedrijven in de financile dienstverlening eneen internationale uitstraling. De kopers zijn

    voornamelijk Duitse institutionele beleggers en

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    29/44

    29/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    in Amsterdam. De transacties op de meer secun-

    daire kantorenlocaties worden gedomineerd door

    Angelsaksische partijen die op zoek zijn naar

    hoge aanvangsrendementen en value add

    beleggingen. Zij hebben vele miljarden aan

    private equity opgehaald in Noord-Amerika, het

    Midden-Oosten en Azi. Een deel van dit kapitaal

    alloceren zij naar kantoorbeleggingen met een

    opportunistisch karakter in Nederland en de rest

    van West-Europa. Deze opportunistische beleg-gingen zijn vaak enigszins verouderde kantoren

    met een mix van kortere contracten en leegstand

    op secundaire locaties. Zij kenmerken zich door

    een relatief hoog aanvangsrendement, maar

    kennen ook een hoger risicoprofiel. Voor partijen

    met een verversingsopgave zijn er dus

    Angelsaksische private equity partijen, met elk

    hun eigen beleggingsstrategie. Duitse beleggers

    focussen met name op de toplocatie van de

    Nederlandse kantorenmarkt. Dit is terug te zien in

    de transacties. De grootste transacties van het

    afgelopen halfjaar hadden betrekking op de

    verkoop van kantoren op de Amsterdamse

    Zuidas. De kopende partij waren zonder uitzon-

    dering Duitse institutionele beleggers. Door de

    toenemende interesse zijn de aanvangsrende-menten op deze toplocaties onder neerwaartse

    druk komen te staan. De aanvangsrendementen

    in Amsterdam liggen momenteel binnen een

    bandbreedte van 5,50% tot 6,25%. In de overige

    grote kantoorsteden liggen de bruto-aanvangs-

    rendementen 100 tot 150 basispunten boven die

    Figuur 7 Opname, aanbod en leegstand

    Bron: JLL (2014)

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    2014 Q22014 Q1201320122011201020092008200720062005

    Leegstand (r)Aanbod (l)Opname (l)

    xmiljoenm2

    5

    6

    7

    8

    9

    10

    11

    12

    13

    14

    15

    %

    Een nieuwe wall of money stuwt

    het aantal transacties snel op

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    30/44

    30/44

    andere grote steden, zijn er mogelijkheden om

    beleggingen te verwerven met een gunstig

    rendement-risicoprofiel. Kansen hiertoe bieden

    bijvoorbeeld de kantoren op A-locaties met

    kortere contracten. Voor de Duitse institutionele

    beleggers zijn de huurcontracten te kort en voor

    de Angelsaksische partijen zijn de aanvangsren-

    dementen te laag. Hier ligt een uitdaging voor

    beleggers die de markt goed kennen en die door

    een value add bril voorbij enkel de korte termijnvan het huurcontract durven te kijken. Om voor

    waardegroei in aanmerking te komen, is naast de

    kwaliteit van de locatie (mix van functies, goede

    bereikbaarheid per ov/auto, een hoogwaardige

    uitstraling en een hoog voorzieningenniveau) de

    kwaliteit van het individuele kantoorgebouw van

    belang. Heeft het gebouw (potentie voor) grote

    vloeren, flexibele indeelbaarheid en - steeds

    belangrijker - de mogelijkheid voor de gebruiker

    om er identiteit aan te ontlenen? Minder goede

    gebouwen op sterke locaties, die met een

    ingreep courant te maken zijn, zijn vanuit een

    value add strategie eveneens een mogelijkheid.

    Vanuit een opportunistische strategie is het

    inzetten op transformatie een optie: aankoop van

    kantoren die tot woningen kunnen worden

    omgebouwd. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het

    gebouw n de locatie goed passen bij de nieuwe

    functie. Daarbij zal er een risicodrager gevonden

    moeten worden voor de publiekrechtelijke en

    technische risico die bij transformatie horen.

    mogelijkheden om een kwaliteitsverbetering in de

    portefeuille te realiseren; een window of oppor-

    tunity. Hierbij dient wel te worden opgemerkt

    dat de beleggingsmarkt voor de kleinere kantoor-

    gebouwen op secundaire en tertiaire locaties

    zeer moeizaam is. Door de terughoudendheid

    van particuliere beleggers en de schaarse finan-

    cieringsmogelijkheden zal dit naar verwachting

    op korte termijn zo blijven.

    Kijkend naar Amsterdam, dan is de vraag naar

    een geschikt beleggingsproduct zeer groot. Als

    gevolg hiervan daalden daar de aanvangsrende-

    menten; dit in tegenstelling tot het landelijke

    beeld. Vanwege een overloopeffect van de

    aanhoudende investeringsdruk in Amsterdam

    gaan beleggers zich ook richten op de prime

    locaties van kantoorsteden als Utrecht, Den Haag

    en Rotterdam. Gevolg is dat de aanvangsrende-

    menten ook daar (licht) gaan dalen in de loop van

    2014 en 2015, mede geholpen door de lage rente.

    Beleggingsadvies

    Door de groeiende kapitaaldruk en verschillen in

    beleggingsvisies ten aanzien van de waardering

    en de potentie van individuele kantorenlocaties,

    zijn er nu mogelijkheden om te komen tot een

    strategische verbetering van de portefeuille.

    Vooral op de sterke locaties in Amsterdam, maar

    in mindere mate ook op de beste locaties in de

    Keuken woning Westerhoek

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    31/44

    31/44Beleggen in Nederlands vastgoed en hypotheken

    De Nederlandse hypotheekmarkt is structureel

    aan het veranderen. De traditionele aanbieders

    hebben in de afgelopen tijd stap voor stap plaats

    gemaakt voor nieuwe hypotheekverstrekkers:

    vooral Nederlandse verzekeraars en pensioen-

    fondsen die op zoek zijn naar een alternatief voor

    de zeer lage rendementen op staatspapier. Banken

    lijken echter ook voorzichtig terug te keren als

    belangrijke spelers op de hypotheekmarkt,

    waardoor de concurrentie tussen de verstrekkers

    groot te noemen is. Dit uit zich in een historisch

    lage hypotheekrente en voor de consument

    gunstige polisvoorwaarden - langere looptijden en

    meer bedenktijd. Desondanks wegen de relatief

    hoge spreads nog altijd op tegen de risicos op de

    hypotheekmarkt.

    Outlook

    2015 2016

    Basisrente =/+ +

    Spread woninghypotheken - =/-

    Hypotheekrente - -

    1.5 De Nederlandse markt voorbeleggen in woninghypotheken

    Focus in beleggingsstrategie

    Inzetten op verdere groei

    Gunstige marktcondities woningmarkt

    benutten door beperkt oprekken

    toegestane LTV (naar 80%) in ruil voor

    aantoonbare margeverbetering.

    SWOT-analyse Nederlandse markt voor beleggen in woninghypotheken

    Strengths Weaknesses

    Sterke rendement-risicoverhouding woninghypotheken Groot aantal hypotheken in de Nederlandse markt hebben een

    te hoge LTV in de portefeuilles (onder water)

    Marktsituatie woninghypotheken zal door lopende

    herkapitalisatie bij banken niet snel verruimen

    Precieze looptijd individuele hypotheken onbekend door het

    kunnen aflossen bij woningverkoop

    Goede betaalmoraal, weinig defaults op woninghypotheken

    Opportunities Threats

    Herstel koopwoningmarkt, stijgend aantal transacties en

    omzetten hypotheekmarkt

    Daling spreads door groeiende concurrentie op

    woninghypotheekmarkt

    Relatief hoge marges bij lange looptijden of bij hogere LTVs Hoewel relatief beperkt en gedeeltelijk middels NHG afgedekt,

    nog steeds stijgend aantal defaults

    (Aanhoudend) herstel woningmarkt en een snelle stijging van

    het aantal transacties

    Daling NHG-grens die marktsegment woninghypotheken met

    overheidsborging kleiner maakt

    Legenda

    + verwachte stijging

    =/+ stabiel tot lichte stijging= stabiel=/- stabiel tot lichte daling

    - verwachte daling

  • 8/10/2019 Syntrus Achmea Outlook 2015-2016: beleggen in vastgoed en hypotheken

    32/44

    32/44

    Basisrente stijgt voorzichtig

    Met de extreem lage rente op staatsobligaties

    bieden woninghypotheken een aantrekkelijk

    alternatief voor beleggers die op zoek zijn naar

    rendement (yield). Een relatief hoog cashrende-

    ment wordt voor beleggers gecombineerd met

    beperkte risicos en daarbij een verwachte

    contractduur die redelijk goed bij verzekeraars en

    pensioenfondsen lijkt