Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

52
talent@work Departement Lerarenopleiding KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat 10 B-8200 Brugge (Sint Michiels) Departement Lerarenopleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Voorbereiden van praktijkactiviteiten 2008-2009 Eerste opleidingsfase

description

Bundel voor de studenten uit het eerste jaar kleuteronderwijs aan de KHBO.

Transcript of Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Page 1: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

talent@work

Departement Lerarenopleiding ● KHBO Campus Brugge ● Xaverianenstraat 10 ● B-8200 Brugge (Sint Michiels)

Departement Lerarenopleiding

Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Voorbereiden van praktijkactiviteiten

2008-2009 Eerste opleidingsfase

Page 2: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 1

WOORD VOORAF Tijdens de lessen didactiek leren de studenten hoe ze zich moeten voorbereiden op een stageactiviteit. Deze syllabus wil hierbij een steun zijn. De studenten kunnen dit na de les nog eens nalezen en zo wordt dit een naslagwerk. Door de flexibilisering van de studietrajecten worden we geconfronteerd met studenten die de lessen didactiek niet meer volgen maar toch stage lopen. Ze hebben hierbij behoefte aan een leidraad voor het maken van hun voorbereidingen. Dit geldt ook voor studenten die van een andere hogeschool komen en dus later instromen. Ook vanuit het werkveld, van mentoren die voorbereidingen nakijken, kregen we de vraag naar een soort handleiding om studenten nog beter feedback te kunnen geven op hun voorbereidingen die ze vooraf indienen. Een syllabus rond voorbereiding op stage drong zich dus op. Zo’n cursus kan je volgens ons niet in 1 keer schrijven, dit moet rijpen. We beseffen dus dat dit werkinstrument nog (steeds) bijsturing kan gebruiken. Opmerkingen en suggesties zijn dus steeds welkom! Tina Depoorter en Liesbeth Baeten, docenten didactiek 1BAKO

Page 3: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 2

1 INLEIDING

1.1 Een ‘les’voorbereiding We spreken in de lerarenopleiding of het lerarenberoep meestal over lesvoorbereiding om de schriftelijke voorbereiding aan te geven. Deze term klopt echter niet voor het kleuteronderwijs waarin we niet spreken over lessen maar wel over activiteiten die worden gegeven. De juiste term binnen het kleuteronderwijs moet dus de volgende zijn: voorbereiden van een activiteit. Gemakshalve zullen we vanaf nu spreken over de voorbereiding als we de schriftelijke voorbereiding van de activiteit bedoelen.

1.2 Hoe schrijf je een voorbereiding van een activiteit uit? Er zijn verschillende goeie manieren om een voorbereiding van een activiteit uit te schrijven. Het is evident dat iemand met ervaring op een andere manier een voorbereiding maakt dan een beginneling. De volgende principes vinden wij evenwel voor iedereen belangrijk:

• Een voorbereiding vormt een neerslag van het nadenken over alle kernbegrippen van het didactisch model. Onderwijs is immers doelgericht. We willen dat er zeker voldoende accent gelegd wordt op de vormingskansen van een activiteit of een aanbod. Studenten moeten de link kunnen leggen tussen de ontwikkelingskansen (concrete doelen, leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn ) die ze willen bevorderen en de manier waarop ze die willen nastreven.

• Een voorbereiding is gestructureerd. Alleen op die manier geeft het je steun tijdens de voorbereiding en tijdens de uitvoering ervan. Je zult immers al heel wat moeilijkheden voorzien hebben en erop kunnen anticiperen (zowel vooraf als op het moment zelf).

• Een voorbereiding is voldoende uitgebreid om 2 redenen: - Op die manier kan je over je activiteit die je plande communiceren met

anderen : je stagementor, je docenten of je medestudenten - Je hoeft het hele denkwerk niet meer opnieuw te doen als je een gelijkaardige

activiteit nog eens wil organiseren

1.3 Algemene structuur in de voorbereiding van activiteiten? Een algemene structuur of een basisstructuur is noodzakelijk bij het voorbereiden en begeleiden van de verschillende activiteiten. De structuur van een voorbereiding van een activiteit in het kleuteronderwijs is vergelijkbaar met lesvoorbereidingen die worden gebruikt in het lager en secundair onderwijs. De basisstructuur bestaat uit: • De aanzet: inleiding of aanloop naar de activiteit • De kern: de verschillende fasen van de activiteit • Het afsluiten: afronden van de activiteit .

Page 4: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 3

1.4 Afspraken De normen waaraan een voorbereiding moet voldoen verschilt niet alleen volgens de soort activiteit maar ook volgens de mate van vertrouwdheid met een activiteit. Het spreekt dan ook voor zich dat de eisen voor het eerste jaar lerarenopleiding verschillen van deze voor het derde jaar en zeker ook verschillen van wat een beginnende of een later ervaren beroepsbeoefenaar zal uitwerken. Wij willen met de voorbereidingen van verschillende activiteiten een handvat bieden. De eerstejaarsstudenten zijn verplicht deze leidraden te volgen d.w.z. élke activiteit grondig uit te schrijven! Een voorbereiding wordt steeds uitgetikt. Dit vergemakkelijkt de verbetering voor de student en heeft als bijkomend voordeel dat het professioneel en netjes overkomt. De voorbereiding wordt in zijn geheel aan elkaar geniet waarbij de bladzijden natuurlijk in de juiste volgorde zitten.

Page 5: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 4

2 HET VOORBLAD Elke voorbereiding van een activiteit heeft eenzelfde voorblad. Het geeft informatie over de soort activiteit, de klas waar die zal plaatsvinden, het aantal kinderen, de deelactiviteiten die zullen doorgaan samen met de doelstellingen die hierbij zullen nagestreefd worden,… De student gebruikt steeds een voorblad waarop het logo en het adres van de hogeschool vernoemd wordt. Hierdoor wordt het voor iedereen (bv. directie van een basisschool, stagementoren,…) duidelijk dat de eisen van deze hogeschool worden gevolgd.

2.1 Hoe ziet een voorblad eruit?

2.2 Hoe het voorblad invullen? We overlopen nu de verschillende rubrieken.

1. Bovenaan wordt de naam van de student en zijn (klas)groep genoteerd.

2. Met omschrijving van de activiteit bedoelen we de activiteit die de student gaat doen met de kleuters. Deze opdracht wordt in het eerste jaar van de opleiding opgelegd door de hogeschool. Bv. verhaal vertellen met prenten, vlak boetseren,…

3. Vervolgens worden enkele concrete gegevens genoteerd zoals school, klas (vb.

2A of muizenklas) en mentor (naam van de kleuteronderwijzer(es) van die klas),

1

2

3

4

5 6

7

8 9

Page 6: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 5

het belangstellingscentra (BC) of thema waarbinnen gewerkt wordt (vb. paddestoelen, de lente), het aantal keuters (aantal kleuters in de klas – dit staat vermeld in de klasmap die de studenten kunnen vinden op het elektronisch leerplatform Toledo) en tenslotte de leeftijd van de kleuters (vb. 4 - 5 jarigen)

4. De studenten moeten zich bezinnen over de beginsituatie (Wat kennen, kunnen

de kleuters al en hoe zijn ze?). In het eerste jaar van de opleiding verwachten wij dat de studenten enkele gerichte vragen stellen over mogelijke factoren die de activiteit die ze voorbereiden zouden kunnen beïnvloeden. Voorbeelden: Kennen de Kleuters de verhalen van Jip en Janneke? Hebben de kleuters al met klei gewerkt? Hebben ze al zonder begeleiding op de computer gewerkt? Gedragen de kleuters zich anders door de komst van de Sint op 5 december? Op die manier willen we hen een eerste aanzet geven om na te denken over de beginsituatie zonder al een antwoord te kennen op deze vragen. Indien de voorbereidingen worden verbeterd door mentoren helpen zij de studenten nog meer op weg als zij een antwoord formuleren op de vragen. Vanaf het 2e en 3e jaar van de opleiding noteren wel de informatie die een invloed zou kunnen hebben op de activiteit.:enerzijds informatie over de leerlingen (reeds verworven leerdoelen (kennis, vaardigheden en attitudes), begaafdheid en behoeften, milieuachtergrond, …) en anderzijds informatie over de context van de groep kleuters waarvoor ze een activiteit plannen.

5. In het eerste jaar van de opleiding duiden de studenten nog geen

ervaringssituatie aan. De studenten leren in het eerste jaar van de opleiding de ontwikkelingsdoelen en de leerplannen gebruiken om daaruit concrete doelstellingen te formuleren. Vanaf het 2e jaar gebruiken de studenten het ontwikkelingsplan. Studenten noteren de organisatie van de activiteit: werken in groepen of klassikale activiteit.

6. Het klasgebeuren kan worden georganiseerd of klassikaal of werken in

groepen. Bij het klassikaal werken wordt er enkel een fiche voor voorbereiding (zie 3.1 p. 6) gemaakt voor die ene activiteit. Bij het werken in groepen wordt er een fiche voor voorbereiding gemaakt voor de groep die de kleuteronderwijzer(es) begeleidt én worden er fiches voor zelfstandig spelen opgemaakt (zie 4.1 p. 9) voor alle groepen die georganiseerd worden.

7. Vervolgens formuleren de studenten concrete doelen en leerplandoelen als

ontwikkelingskansen (OWK). De studenten noteren minstens 3 doelstellingen waarvan 1 leerplandoelstelling met verwijzing naar het leerplan met het bijhorende nummer Vanaf het 2e jaar van de opleiding kunnen dit ook ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn zijn.

8. De bronnen die geraadpleegd werden voor de activiteit (leerplannen, , boeken,

…)

9. En tenslotte de Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen Dit is een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen.

 

Page 7: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 6

3 FICHE VOOR VOORBEREIDEN VAN ACTIVITEITEN De fiche of het blad waar de voorbereiding genoteerd wordt, is onderverdeeld in 4 kolommen: 1.verloop en inhoud; 2.ontwikkelingskansen (OWK); 3.begeleiding en 4. organisatie/tijd/materiaal. Je hebt op je voorblad al genoteerd welke ontwikkelingskansen je wil stimuleren en nu moet je noteren hoe je dit wil bevorderen. In de meeste gevallen noteer je dan best eerst het verloop en inhoud. Nadien zoek je de passende begeleiding, organisatie en het materiaal. Op het einde van je voorbereiding ga je nog eens na of de geplande ontwikkelingskansen voldoende aan bod komen in je activiteit.

3.1 Hoe ziet een voorbereiding er uit?

3.2 Hoe een voorbereiding maken volgens de basisstructuur?

3.2.1 DE 4 KOLOMMEN

3.2.1.1 Kolom1: Verloop en inhoud Studenten noteren schematisch, in trefwoorden of samenvattende titels, het verloop en inhoud waaraan en/of waarmee geleerd moet worden,gestructureerd volgens de 3 fasen: 1.Aanzet, 2. Kern en 3.Afsluiten De opbouw, de stappen, de fasen, de spelletjes, de oefeningen worden schematisch genoteerd. Bv.:

Page 8: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 7

• Essentie van de activiteit • Korte inhoud van een verhaal • Nieuwe woorden of te onthouden begrippen • Vaardigheden en deelvaardigheden

3.2.1.2 Kolom2: Ontwikkelingskansen/OWK Studenten noteren door te verwijzen met cijfers de doelstellingen (D) of leerlijnen van de ontwikkelingsaspecten (OA) die ze op het voorblad hebben genoteerd in het schema, daar waar ze een tussenkomst of een interventie doen om die doelstelling of leerlijn te bereiken.

3.2.1.3 Kolom 3: Begeleiding Hier noteer je de regieaanwijzingen (het draaiboek).Wat doe ik, als kleuteronderwijzer(es) om de kleuters te begeleiden. Begeleiden is alles wat je als kleuteronderwijzer(es) bewust onderneemt om kinderen in hun ontwikkeling te stimuleren. Vb: Welke opdracht geef je? Welke gerichte vragen stel je? : inhoudelijke, beleving -, waarneming -, benoeming -, om oplossend denken te stimuleren en kritische vragen Vanaf het 2e jaar van de opleiding kan je in de begeleiding ook variatie en differentiatie noteren.

3.2.1.4 Kolom4: Organisatie, tijd en materiaal • Organisatie :o.a. groeperingvormen, werkvormen, schetsen van bewegingen,

schetsen van werktafel (tafelschikking) of andere schikkingen die afwijken van de gebruikelijke opstelling

• Tijd: Je noteert bij elke fase hoeveel tijd (T) die fase in beslag neemt. Hoelang plan

je een bepaalde fase in je activiteit. Naargelang van de activiteit kan de tijd meer of minder gedetailleerd ingevuld worden, bijvoorbeeld enkel tijdsaanduiding van aanzet, kern en afsluiten tot tijdsaanduiding per oefening in een bewegingsactiviteit.

• Materialen: Materialen waarmee de kleuters werken, bijvoorbeeld penselen, verf

(rood, geel, groen), muziekinstrumenten. En ook de materialen die de kleuteronderwijzer(es) gebruikt, bijvoorbeeld blokfluit, prenten, … Dit wordt genoteerd zowel in de aanzet, de kern (per fase) als in het afsluiten. Een zelfde materiaal kan herhaald worden met ‘idem’ of ‘zelfde materiaal’

3.2.2 DE 3 FASEN:

3.2.2.1 Fase 1: Aanzet Tijdens de aanzet kan het volgende gebeuren: • Instappen of terugblikken: aanknopen met thema, met vroegere activiteiten, met wat

er reeds gebeurde in de klas, met de tijd van het jaar • Sfeer scheppen, interesse wekken • Uitleggen wat er gaat gebeuren • Opwarming • Activiteiten voorstellen (werken in groepen) • Verdelen in deelgroepen (werken in groepen) • Deelgroepen opstarten (werken in groepen)

Page 9: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 8

3.2.2.2 Fase 2: Kern

In deze fase noteert de student het chronologisch verloop van de eigenlijke activiteit. De invulling is gekoppeld aan de specifieke activiteit . Verder in de syllabi vind je per activiteit specifieke richtlijnen en tips. Bijvoorbeeld voor verhaal • Op de fiche vermelden de studenten de verschillende fasen van het verhaal; hierbij

kunnen ze verwijzen naar de regels van het verhaal. • In bijlage steken de studenten de tekst van het verhaal (een kopie), met

genummerde regels en voorzien van aantekeningen (al dan niet in 2 kolommen).

3.2.2.3 Fase 3: Afsluiten

Wat kan er in deze fase gebeuren? • Nabespreking • Opruimen (aparte fiche) • Terugblikken • Vooruitblikken • Feedback van de kleuteronderwijzer(es) • Overgangsmoment/ bewegingsmoment/ tussendoortje

Page 10: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 9

4 FICHE VOOR ZELFSTANDIG SPELEN Het klasgebeuren kan worden georganiseerd of klassikaal of werken in groepen. Bij het werken in groepen worden er fiches voor zelfstandig spelen opgemaakt voor alle groepen die georganiseerd worden. In het ontwikkelingsplan lezen we (p. 86 ev.): zelfstandig spel zijn die klasmomenten waarin de kleuter zelf voor het grootste deel het verloop en de invulling van zijn activiteit mag bepalen, zonder veel sturende inbreng van de leid-st-er. De leid-st-er kan bij de begeleiding het spel van de kleuters wel verrijken. Zelfstandig spel kan spel aan een tafel of in een hoek betekenen. We sommen enkele voorbeelden op. • Spel aan een tafel: vrij boetseren, schilderen, gezelschapsspel,puzzelen, rijgen…. • Spel in een hoek : bouwhoek, zandtafel, winkel, themahoek….

4.1 Hoe ziet een fiche voor zelfstandig spelen er uit?

Page 11: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 10

4.2 Hoe de fiche voor zelfstandig spelen invullen?

4.2.1 ONTWIKKELINGSKANSEN

Het heeft weinig zin om veel concrete doelen te expliciteren. Zelfstandig spel ondersteunt de ontwikkeling van basisinzichten, vaardigheden en attitudes . Zelfstandig spel speelt ook een rol in het versterken van de positieve ingesteldheid. Sommige domeinen komen bij een bepaald moment van zelfstandig spel natuurlijk dominant naar voren ( vb. motorische ontwikkeling, denkontwikkeling, sociale ontwikkeling…) Noteer twee ontwikkelingsdomeinen die je zelf ziet voor dit zelfstandig spel bij die leeftijdsgroep. Geef ook per ontwikkelingsdomein 2 concrete omschrijvingen van gedrag of voorbeelden van gedrag die zich bij dit zelfstandig spel zouden kunnen voordoen. Tijdens het zelfstandig spelen van kinderen leer je KIJKEN naar kinderen en ontwikkelingskansen van dit soort spel ontdekken. Ervaring leert je steeds meer ontwikkelingskansen te ontdekken en er gepast op in te spelen.

4.2.2 MATERIAAL

In de klasmap die per klas werd opgemaakt, vinden de studenten informatie over het materiaal van de hoek/ klas. Wat is zinvol / boeiend om te gebruiken ? Wat kan ik nog zelf aanbieden ?

4.2.3 AFSPRAKEN EN REGELS

Naast het maximum aantal kleuters voor dit zelfstandig spelen noteer je welke afspraken er moeten gemaakt worden om het spel goed te kunnen begeleiden. Noteer ook de regels die reeds vast liggen.

Page 12: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 11

5 BIJLAGEN: TYPEVOORBEREIDINGEN PER ACTIVITEIT

Wat nu volgt zijn specifieke richtlijnen en tips zijn voor de activiteiten die verwacht wordt in het eerste jaar van de opleiding. Wij willen met de voorbereidingen van verschillende activiteiten een handvat bieden. De eerstejaarsstudenten zijn verplicht deze leidraden te volgen d.w.z. élke activiteit grondig uit te schrijven zoals in de voorbeelden! Bijlage 1: Verhaal vertellen Bijlage 2: Schilderen Bijlage 3: Zintuigspelletjes Bijlage 4: onthaal Bijlage 5: muzikale activiteit: speelliederen en spelletjes met instrumenten Bijlage 6: Levensbeschouwelijke activiteit Bijlage 7: Gezelschapsspel Bijlage 8: Muzikale activiteit: vormend voorstellen van een lied Bijlage 9: Bewegingsactiviteit: spellenles

Page 13: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

Syllabus voor het voorbereiden van activiteiten 2008-2009 – Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs 12

6 BIBLIOGRAFIE DE GRAEVE, S. (1995) We beleven wat in de kleuterklas, Leuven, Wolters DE BLOCK, A. & HEENE, J. (1997) Inleiding tot de algemene didactiek, Antwerpen, Standaard uitgeverij VVKBaO (….) Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool DE ROO, F.(2000) Algemene didactiek, Brugge, niet-gepubliceerde syllabus

Page 14: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

Departement Lerarenopleiding Xaverianenstraat 10 – 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01 Stagecoördinatie: [email protected] Contactpersoon: [email protected] (050 30 51 38)

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vertellen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Naam student: Groep:

 

Omschrijving van de activiteit: Vertellen School/klas/mentor: BC/thema: Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: Beginsituatie (Wat kleuters al kennen kunnen en/of hoe ze zijn bij het begin van de activiteit) : Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen (enkel voor 1 BAKO), leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn(minimum 1 voor 2 BAKO) – in totaal moeten er minimum 3 op staan): - De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen (S.1.7). - De kleuters zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit te drukken (S.1.15). - De kleuters kunnen zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit eigen verbeelding/beleving hierop inspelen (S.1.44). - De kleuters kunnen het verhaal zo herformuleren, dat de inhoud ervan herkenbaar overkomt (S.1.4). - De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen i.v.m. betekenis en inhoud van het verhaal (S.1.17). Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …):

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

Bijlage 1

Page 15: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vertellen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET

- jezelf voorstellen - namen van kleuters vragen en

stickers/naamkaartjes met hun naam erop aanbrengen

- (kort) onthaalgesprekje houden

- overgang naar het verhaal:

S.1.7 S.1.15

Noteer concreet enkele passende vragen zoals:

- Mogen jullie soms met papa of mama’s spullen spelen? Waarmee dan?

- Weten jullie wat nagellak is? Wat kun je daarmee doen? - Mag je je mama’s schmink soms gebruiken? Vind je dat

leuk? Wie schmink je dan? - Probeer je soms eens nieuwe dingen uit (iets dat je

voordien nog nooit had gedaan)? Wat dan? - Wat zou je thuis heel graag eens willen doen, iets dat

eigenlijk niet mag? - ...

KERN : vertellen

Inleiding

Midden

S.1.44

Het verhaal zelf: zie bijlage 

Bijlage 1

Page 16: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vertellen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Terugblik: Kleuters laten vertellen over eigen ervaringen en gevoelens naar aanleiding van het verhaal.

AFSLUITEN Naar aanleiding van het verhaal een kort expressiemoment voorzien (moet organisatorisch mogelijk zijn en je moet er ook voor zorgen dat je de andere groepen niet stoort).

S.1.17 S.1.4 S.1.15

Noteer enkele concrete vragen. Bv.:

Inhoudelijke vragen

- Was de moeder van Janneke erg boos dat ze aan het flesje nagellak gekomen waren?

- Waarom zou ze niet zo boos geweest zijn? - Is dat heel erg wat ze gedaan hebben? - ...

Belevingsvragen

- Wat doe je als je erg nieuwsgierig bent naar iets? - Vraag je het eerst aan je mama of papa? - Vind je het leuk om nieuwe dingen te ontdekken? - …

- Een leuk bewegingsmoment vanuit de personages van het verhaal.

- Een tekening laten maken rond het verhaal. - Een spelletje - ...

Bijlagen: 1e kleuter: “Tien rode nageltjes en een rode neus” A.M.G. Schmidt Verhaalgegevens:

- Om dingen te ontdekken moet je soms risico’s nemen. - Het is maar door dingen uit te proberen dat je ontdekkingen doet.

Bijlage 1

Page 17: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vertellen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

- …

Karakterisering van de personages: - Jip en Janneke: ondeugend, nieuwsgierig, ondernemend, durvers - moeder: begrijpend, correct, consequent

Bijlage 1

Page 18: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

     

 [ KHBO vzw ] � Xaverianenstraat 10 � B‐8200 Brugge � Tel. +32 50 30 51 00 � Fax +32 50 30 51 01 � www.khbo.be � [email protected] 

 

Tien rode nageltjes en een rode neus   Motorisch moment/element

Vragend

Nieuwsgierig Opgewonden

Spanningsmoment

Vragend

Absolute climax 

Jip en Janneke zijn dikke vrienden van elkaar. Ze zijn allebei drie jaar. Ze wonen naast elkaar en als ze met elkaar willen spelen, kruipen ze door een gaatje in de haag. Zo geraken ze van de ene tuin in de andere. Maar vandaag regent het. Jip en Janneke weten niet goed wat ze gaan doen. Ze lopen zich een beetje te vervelen binnen.

Maar opeens ziet Jip een tafeltje staan in de slaapkamer. Dat tafeltje is van Jannekes moeder. En op dat tafeltje staat een flesje. Dat flesje is ook van Jannekes moeder. Er zit iets in en het is rood.

Wat is dat? zegt Jip. Dat is nagellak, zegt Janneke. Als moeder uitgaat, doet ze dat op haar nagels. Dat is erg mooi.

Kan het open? vraagt Jip. Ja, het kan open, kijk maar. En er zit een klein kwastje in. Kijk, zo. En Janneke laat het zien. Ze doet een beetje lak op haar nageltje. Mooi, zegt Jip. Ik ook. En deze vinger ook. En de pink ook. En nu de duim nog.

Nou ik weer, zegt Janneke. Het is een leuk spelletje en na een poosje hebben Jip en Janneke allebei rode nageltjes.

Er zit nog meer in, zegt Jip. Maar onze nagels zijn op, zegt Janneke. Zullen we Beer zijn nagels ook rood maken? Maar Beer heeft geen nagels. Hij heeft wel een neus. Een zwarte neus.

Wil jij een rode neus hebben, Beer? Beer zegt niets. Hij vindt het dus goed. En Jip maakt de neus van Beer rood. Helemaal rood. Het staat gek. En het glimt zo.

Kan het er nooit meer af? vraagt Jip. Nooit meer, zegt Janneke.

Maar dan komt moeder. En ze lacht en ze is boos tegelijk. Jullie booswichten, zegt ze. En ze neemt een ander flesje en een stukje watten. En ze veegt al het rood eraf. Al het rood van alle twintig nageltjes. En van Beer z’n neus. Ziezo, zegt moeder. En nooit meer aan dat flesje komen. Nooit meer, zeggen Jip en Janneke. 

 

 

Bijlage 1

Page 19: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat 10 8200 Brugge Contactpersoon voor stages: [email protected] 050.30.51.38

Naam student: Groep:

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Omschrijving van de activiteit: schilderen School/klas/mentor: BC/thema: Voeding – gerecht - kookboek Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: 5-6 jaar Beginsituatie (Wat kleuters al kennen , kunnen en/of hoe ze zijn bij het begin van de activiteit) : Derde kleuterklas: - Representeren. - Beseffen dat je een nieuw kleur kunt maken door mengen. - Beginnende aandacht voor ‘achtergrond’ in een compositie. Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen, leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn – in totaal moeten er 3 op staan): Voor beeldopvoeding kunnen studenten 1 bako informatie vinden in het leerplan en in de syllabus. Voor beeldende activiteiten wordt gevraagd om een viertal doelstellingen te formuleren.

- telkens (minimum) één doelsteling i.v.m. beeldaspecten (bv. ‘ Beseffen dat je een nieuw kleur kunt maken door twee of meer kleuren te mengen en dat toepassen’). Studenten mogen dit overnemen uit het leerplan.

- Telkens (minimum) één doelstelling i.v.m. materiaal/techniek (bv. ‘Het penseel zelf uitspoelen’). Deze doelstellingen kunnen studenten vinden in de syllabi (i.v.m. schilderen, boetseren, stempelen, collage, …).

- Telkens (minimum) één doelstelling i.v.m. creëren/beschouwen (bvb. ‘af en toe een werkstuk van op een afstand bekijken’). Inspiratie kan gehaald worden uit het leerplan.

Bijlage 2

Page 20: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat 10 8200 Brugge Contactpersoon voor stages: [email protected] 050.30.51.38

Naam student: Groep:

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Voorbeelden:

1. De achtergrond schilderen mits de contouren te respecteren (M&T) 2. Kunnen wachten tot een kleur droog is om er overheen te schilderen (M&T) 3. Door middel van kleur een bepaald element in een werkstuk of een deel ervan in het oog laten springen (Beeldaspect) 4. Af en toe het werk van op een afstand bekijken (Creëren/Beschouwen)

Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …): Syllabus beeldopvoeding ‘Schilderen’ Leerplan

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

Bijlage 2

Page 21: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET

Kennismaking Inleiding

- Goeie morgen, ik ben juf/meester … Wij gaan straks schilderen.

- schorten (laten) aantrekken.

- namen van de kleuters vragen en zelfklevers met hun naam erop aanbrengen. - Kort inleidend gesprekje. Heb jij al eens een gerechtje gemaakt? Help je soms met je mama of papa? Wat is je lievelingsgerecht? Gebruiken papa en mama soms een kookboek?

De stoelen staan aan de kant. We werken straks rechtstaand.

‐ Stickers met namen ‐ Stift ‐ Schorten

3e kk: de kleuters kunnen hun schort in principe zelfstandig aantrekken.

KERN Impressiemoment - beschouwen Een fotograaf houdt o.a.rekening met:

‐ compositie ‐ kleur

om iets duidelijk en aantrekkelijk weer te geven. Door contrasten (bv. Rustig- drukke compositie

Aanbrengen van het thema met concreet materiaal, gesprekje, concrete kijkvragen.

Hier op tafel liggen enkele kookboeken. Weten jullie waarvoor een kookboek dient? Er staat tekst (letters, woorden) in … maar ook mooie foto’s.

Een kok maakt lekker eten. Een kok probeert er meestal ook op te letten dat het eten er ook mooi uitziet. De fotograaf probeert het eten ook zo mooi mogelijk in beeld te brengen. Zo krijg je ongetwijfeld zin om het gerecht zelf klaar te maken of op te eten?

‐ Hoe maakt men de foto aantrekkelijk? (het voedsel is voldoende groot weergegeven zodat het goed duidelijk

Op de werktafel is wat plaats vrijgehouden voor de ‘documentatie’. Enkele kookboeken met foto’s van gerechten: ‘Ons kookboek’ (KVLV), pag. 138, 315

Bijlage 2

Page 22: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Veel kleur – weinig kleur) kan je een goed leesbaar en aantrekkelijk beeld maken. Voorgrond – achtergrond (hoeft niet steeds ‘wit’ te zijn). Een ‘achtergrond’ bepaalt mee hoe een ‘beeld’ overkomt. Bespreking en verkenning van het materiaal

Voortonen en verwoorden van de techniek

Als je veel water bij de verf doet zie je nog een beetje door de verf (= transparant).

DS 3 DS 1 DS 2

is. De fotograaf besteedt ook aandacht aan een mooie passende achtergrond.

‐ Wat is hier te zien op de achtergrond? ( rustige achtergrond, drukke achtergrond? Veel/weinig kleur?

‐ Een kok zorgt ervoor dat het gerecht lekker is, maar het mag er ook ‘mooi’ uitzien. Bv. Groen blaadje als versiering. Bv. schotel versierd met gedroogde herfstbladen …

‐ We werken straks met deze kleuren: … geel, paars, rood, enz.

‐ We bekijken eens het papier. Je kan straks kiezen welk papier je wil gebruiken: vierkant of rechthoekig formaat. Voel eens aan het papier. Glad of korrelig?

(Oudere kleuters hebben al vaker geschilderd. We hoeven dus niet alles te demonstreren of vooraf te verwoorden – bv. verf afstrijken, correcte penseelgreep, enz.

Transparant of dekkend schilderen (veel water, weinig water gebruiken), wachten om details te schilderen tot de onderliggende laag droog is, mengen op het tekenblad, mengen op een palet, enz.

Naast de werktafel, op een goed zichtbare plek de boeken (ter inzage) presenteren. Centraal: verf in antiknoeipotten. Kleuren: rood, geel, blauw, groen, paars, oranje, wit. In elke pot 2 penselen (verschillende diktes) Tafelbescherming Vellen papier A3, 200 gr/m2 Voor de kleuters die reeds kunnen/willen mengen: waterpot, vod, palet

Bijlage 2

Page 23: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Als je geen water bij de verf doet kan je het tekenblad achteraf niet meer zien (= dekkend). Opdracht geven Creëren – begeleiding tijdens het creëren. Techniek: Verf kan gemengd worden op een palet. Verf kan gemengd worden op het tekenblad (een kleur schilderen op een laag die nog niet helemaal droog is). Als je dit wil vermijden: wachten met schilderen tot de onderste laag droog is.

DS 3

Je mag zelf een gerecht ‘uitvinden’ en schilderen. Je lievelingsgerecht ... of een heel speciaal gerecht dat nog niet bestaat! Probeer het gerecht zo mooi mogelijk te schilderen (door kleur, achtergrond, …) zodat mensen die jouw prent zien echt zin krijgen om dit gerecht ook uit te proberen.

Vragen/tips

INHOUD

Wat ben je aan het schilderen? Wat eet je graag? Heb je zelf al eens een gerecht gemaakt? Ben je van plan het gerecht mooi te presenteren? (suggesties: wat groen, een mooie schotel, een tafelkleedje of andere passende achtergrond …)

INTENTIE

We zullen de schilderijen samenbundelen en een echt kookboek maken!

BEELDASPECTEN

‐ Welke kleuren gebruik je? Welke kleuren gebruik je in de achtergrond?

‐ Compositie: hou je het tekenblad horizontaal of vertikaal? Waarom?

‐ Komt het gerecht goed uit t.o.v. de achtergrond?

Fotomateriaal ligt, duidelijk aanwezig, ter inzage. De KO vraagt wel dat de kleuters de boeken niet vastnemen met vuile handen.

Bijlage 2

Page 24: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

DS 2 DS 4

‐ Let er op dat het gerecht voldoende groot wordt geschilderd. De mensen die het kookboek lezen moeten het duidelijk kunnen zien.

MATERIAAL/TECHNIEK

Als je details wil aanbrengen kun je misschien wachten tot de onderste laag verf is gedroogd.

‐ Kleuters die graag kleuren mengen wat helpen (palet, penseel uitspoelen en drogen met een vod).

Bij het schilderen van de achtergrond moet je wat voorzichtig zijn zodat je de geschilderde vormen niet kapot maakt!

BESCHOUWEN/CREEREN

KO stelt de kleuter voor om het werk af en toe eens te onderbreken. Bekijk het schilderij eens van op een afstand!

Is het gerecht goed zichtbaar? Wat zou je nog veranderen?

AFSLUITEN Opruimen Terugblik Beschouwen

Enkele kijkvragen: ‐ Vertel eens iets over jullie gerecht. ‐ Bekijk eens de schilderijen van je klasgenoten- Welk

gerechtje zou je wel eens willen proeven? ‐ Ziet het er lekker uit? ‐ Waarom? ‐ Wat heb je gedaan om je gerecht er zo goed mogelijk te

‐ Penselen uitspoelen ‐ Handen wassen ‐ Schorten aan de kapstok

Schilderijen liggen langs één kant van de tafel zodat we ze samen gemakkelijk kunnen bekijken.

Bijlage 2

Page 25: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld schilderen] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

laten uitzien? ‐ Was het moeilijk om een achtergrond te schilderen?

Bijlagen:

Bijlage 2

Page 26: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

Departement Lerarenopleiding Xaverianenstraat 10 – 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01 Stagecoördinatie: [email protected] Contactpersoon: [email protected] (050 30 51 38)

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [Voorbeeld zintuigspelletjes] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Naam student: Groep:

 

Omschrijving van de activiteit: School/klas/mentor: BC/thema: Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: Beginsituatie (Wat kleuters al kennen kunnen en/of hoe ze zijn bij het begin van de activiteit) :

Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen (enkel voor 1 BAKO), leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn(minimum 1 voor 2 BAKO) – in totaal moeten er minimum 3 op staan):

Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …):

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

 

Bijlage 3

Page 27: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld zintuigspelletjes] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET Inleiding of aanloop naar de activiteit

MAXIMAAL TWEE SOORTEN ZINTUIGSPELLEN uit de reeks: kijk-, tast-,voel-,hoor- of smaakspel. Minstens 4 verschillende spelletjes met stijgende moeilijkheidsgraad, voor elk spel een variant voorzien. Een aanknopingspunt zoeken met het thema of de leefwereld van de kleuter. Vb. Proeven; het onderscheiden en benoemen van verschillende smaken. 1. Aanloop; ‘ik denk dat jullie allemaal al iets geproefd hebben dat je erg lekker of juist echt vies vond’. 2.Aanloop; ‘het is nu herfst, ik heb veel noten gevonden, wie weet welke noten we mogen eten en welke niet?’

Klassikaal

Voorstellen van aanbod + verwijzing naar fiche voor Zelfstandig Spel Kiezen

0.5 Aanbod zintuigspel. Vb. tastspel. Je toont de kls een tastdoos en je vraagt hen wat het is, wat je ermee kan doen. Je toont een voorwerp dat je tijdens een spelletje zal gebruiken. Je maakt m.a.w. de kls. nieuwsgierig.

Klassikaal

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren)

0.12 0.14 1.11 4.10 …

BELANGRIJK: Verwoording Doe-kansen Waarnemen met als doel, herkennen en onderscheiden van de aangeboden voorwerpen of materialen. Elk spel wordt opgestart met de nodige uitleg over het spelverloop en het maken van afspraken. Klaarleggen, verkennen en laten benoemen van de verschillende materialen of voorwerpen.

Begeleide groep, liefst rond een tafel of in de zithoek. (kls. niet in een rechte rij voor de student laten zitten). Noteer in de juiste volgorde alle voorwerpen en materialen die je per spel (en zijn variant) nodig hebt.

Bijlage 3

Page 28: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld zintuigspelletjes] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Spelopdracht formuleren voor spel 1. Taak van de begeleider ; - Er op toezien dat alle kls voldoende aan de beurt komen. - Indien nodig het niveau van het spel aanpassen zodat het hen boeit en uitdaagt. - Er voor zorgen dat de kls. zich aan de gemaakte afspraken houden. - Een vlotte opeenvolging van de spellen bewaken. - Noteren van gerichte vragen. Een variant op spel 1. Spel 2 Variant Spel 3 Variant Spel 4 variant

AFSLUITEN Opruimen (zie ook fiche) Terugblikken

Enkele mogelijkheden: Een laatste spel met het aanwezige materiaal door de kls. zelf laten bedenken. De kls. mogen als afsluiter een voorgaand spel kiezen. Kls. laten opruimen. Een nabespreking houden waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de ervaringen die voor de kls nieuw waren.

Begeleide groep

Bijlagen:

Bijlage 3

Page 29: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

Departement Lerarenopleiding Xaverianenstraat 10 – 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01 Stagecoördinatie: [email protected] Contactpersoon: [email protected] (050 30 51 38)

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld onthaal] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Naam student: Groep:

 

Omschrijving van de activiteit: School/klas/mentor: BC/thema: Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: Beginsituatie (Wat kleuters al kennen kunnen en/of hoe ze zijn bij het begin van de activiteit) :

Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen (enkel voor 1 BAKO), leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn(minimum 1 voor 2 BAKO) – in totaal moeten er minimum 3 op staan):

Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …):

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

 

Hier concrete doelen voor jouw onthaal opgegeven 

Bijlage 4

Page 30: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld onthaal] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET Inleiding of aanloop naar de activiteit

Goedemorgenlied zingen.

Voorstelling van jezelf en partner(s)

Naamkaartjes verdelen: zeg goedemorgen en laat de kls. je teruggroeten

Vergeet je blokfluit niet voor toonovername

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren)

Kalenders in orde brengen: Welke kalenders? Wie moet dit

doen? Wat vraag/zeg je?

Weerkaart/kalender bespreken: welke vragen stel je? (noteer concreet enkele vragen)

Eventueel andere taken vervullen die tot de klasgewoontes behoren (planten, dieren verzorgen…)

Onthaalgesprekje houden - noteer enkele richtvragen (niet: wie wil er iets vertellen?)

Bv. Scheurkalender, daglijn Weerkalender Bv. vis voederen noteer de organisatie van het verloop van het gesprekje: wie mag vertellen? Hoeveel kls. mogen vertellen?

AFSLUITEN

Overgang naar volgende activiteit

Bijlagen: kopie van het goeiemorgenlied opkleven

In deze kolom naar jouw specifieke doelen / ontwikkelingskansen  verwijzen 

Bijlage 4

Page 31: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat 10 8200 Brugge Contactpersoon voor stages: [email protected] 050.30.51.38

Naam student: Groep:

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [Muziek: speelliederen en spelletjes met instrumenten] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Omschrijving van de activiteit: Activiteit met muziekinstrumenten + speellied voorstellen School/klas/mentor: BC/thema: Aantal kleuters: Klassikale activiteit Leeftijd kleuters: 2de en 2/3de kleuterklas Beginsituatie (Wat kleuters al kennen (kennis), kunnen (vaardigheden) en/of hoe ze zijn (attitudes) bij het begin van de activiteit) : De kleuters kennen enkele instrumenten – hadden tot nu toe nog niet zoveel activiteiten met muziekinstrumenten Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen, leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn – in totaal moeten er 3 op staan): 4.2 Bij het musiceren verschillende rolverdelingen herkennen en toepassen 2.3 bij het musiceren met instrumenten de juiste speeltechniek toepassen 12.3 zich verbonden voelen met anderen tijdens een groepsgerichte omgang met klank en muziek Andere doelen die ook aan bod komen: 11.1 auditieve ervaringen aan een gepaste woordenschat linken 2.1 De klankmogelijkheden van instrumenten onderzoeken Reserveact: 10.4 de eigen beweging afstemmen op de muziek Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …): Leerplan muziek, syllabus BAKO – muzikale opvoeding - didactiek

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

Bijlage 5

Page 32: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld muzikale: speelliederen en spelletjes met instrumenten] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET Voorstellen van een vijftal verschillende muziekinstrumenten Uitdelen van de muziekinstrumenten

LD: 11.1

De instrumenten één voor één tonen, de correcte benaming geven en op de juiste manier demonstreren:

- een korte tik van de stokjes - de ribbelende raspende ribbelfles - De rinkelende bellenkrans klinkt hoog/ helder - Op de trom slaan klinkt ook kort, dieper en lager dan de tikkende stokjes. Op de trom kan je ook zacht trippelen met de vingers of wrijven over het vel met de vingernagels - de ritselende rasta’s

de namen van de instrumenten worden - indien deze nog niet gekend zijn – herhaald/kort ingeoefend.

Tijdens het zingen van het uitdeellied ‘Hallo, hier zijn

2 stokjes/ trommen /is een rasta/…): uitdelen van verschillende instrumenten.

Materiaal: een aantal ribbelflessen / ritmestokjes / rasta’s/ bellenkransen/ trommen

Vooraleer de eerste keer het lied te zingen: toon opgeven/overnemen van de blokfluit!

Bijlage 5

Page 33: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld muzikale: speelliederen en spelletjes met instrumenten] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Vooraf: duidelijke afspraak maken: voorlopig de instrumenten niet bespelen – eerst luisteren!

Gelijke instrumenten zitten naast elkaar (‘zoals in een orkest’)

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren) 1. Reactiespelletjes met instrumenten: Reactiespelletje 1: met de hand geeft de KO aan hoe de kinderen mogen spelen op hun instrument: Reactiespelletje 2: Volg de handschoen

LD: 2.1 2.3

1 iedereen reageert volgens de hand van de KO: - Hand hoog houden: luid spelen - Hand laag tegen de grond: zacht spelen Luid / zacht / sterker worden / verzachten / stilte (=hand op de grond) 2 Instrumenten onderling wisselen LH: een groene handschoen – te volgen door ritmestokjes en trommen (linkerkant) RH: een rode handschoen – te volgen door bellenkransen, rasta’s en ribbelflessen (rechterkant)

De L. dirigeert beide groepen met twee handen tegelijk: afwisselend en/of samen: luid / zacht / sterker worden / zachter worden Observeer of de beide groepen correct reageren/ of de overgangen (verluiden/verzachten) niet te vlug gebeuren/ of de kinderen hun instrument op een juiste manier bespelen/ of ze een mooie klank produceren (niet té luid spelen)

Materiaal: 2 handschoenen: één rode en één groene

zorg dat de stokjes en trommen samen aan de linkerkant zitten

ribbelflessen, rasta’s en bellenkransen aan de rechterkant. Aandachtspunt: tussen de verschillende spelletjes eens te wisselen van instrument!

Het is een must om een  activiteit met muziekinstrumenten te starten met een  reactiespel waarbij alle kinderen kunnen meespelen op een instrument. 

Bijlage 5

Page 34: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld muzikale: speelliederen en spelletjes met instrumenten] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

2. Als een orkest meespelen met de muziek. 3.Speellied: Weet je hoe dat moet? De L. zingt het lied: “Weet je hoe je tikken/trommelen/ritselen/ribbelen/rinkelen moet…”

de kinderen luisteren naar de opdracht die zingend in deel 1 gegeven wordt. De kinderen met het juiste instrument reageren tijdens het tweede deel van het lied door mee te spelen in de maat/juiste tempo van het lied.

LD: 2.3 4.2 12.3 LD 7.3

Terwijl de muziek speelt, wijst de L. de instrumentengroep aan die mag meespelen ( de KO richt zich tot die doelgroep, en speelt ook mee op een ‘onzichtbaar instrument’ in de juiste maat/tempo van de muziek – De KO geeft dan ook een duidelijk ‘stopteken’ wanneer een andere groep aan de beurt zal komen) Aandachtspunt: wisselen van instrumentengroep volgens de motieven in de muziek! soms ook eens 2 groepen samen aanduiden/ soms iedereen samen laten meespelen. Observeer of de kinderen luisteren naar de muziek en de juiste maat en tempo volgen / hun instrument op een juiste manier bespelen/ niet te luid spelen/ op het juiste ogenblik reageren

Materiaal: Een instrumentaal muziekstuk in een duidelijke stapmaat - niet te vlug – en met duidelijke motieven. Organisatie: De kinderen wisselen van instrument; de gelijke instrumenten zitten samen (cfr orkest).

Vooraf: eerst nog eens wisselen van instrument. Alle instrumenten mogen voor deze act. door elkaar zitten.

Toon opgeven op de blokfluit vooraleer te beginnen zingen!

 

Bijlage 5

Page 35: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld muzikale: speelliederen en spelletjes met instrumenten] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AFSLUITEN Ophalen van de instrumenten: Lied: “Onze … zijn nu moe – zij gaan nu slapen…” De kinderen die in het lied hun instrument horen vernoemen, komen het in de juiste doos leggen. Reserveactiviteit/tussendoortje: -Speellied aanbrengen: “Tis tos tuis, wie woont er in dit huis”

LD 10.4

Tijdens het zingen van het lied: de juiste doos aanwijzen waarin de betreffende instrumenten moeten terechtkomen. Speellied “Tis tos tuis”: - Het lied voorzingen met heel veel mimiek, expressie en duidelijke bewegingen van de vingers - De kinderen uitnodigen om de bewegingen mee te doen op het juiste ogenblik + het lied een tweede maal voorzingen - Observeren in hoeverre de kinderen slagen in de opdracht - Na gerichte opmerkingen/tips nogmaals herhalen de kinderen doen de bewegingen mee. NB: de kinderen niet expliciet uitnodigen om mee te zingen bij dit speellied. Als de kinderen vanzelf beginnen mee te zingen, mag dat gerust als ze het juist zingen. Als ze slordig of fout meezingen: stimuleren om enkel de bewegingen mee te doen, en vooral goed te luisteren!

Toon opgeven met de blokfluit! -In de zithoek: de kinderen kunnen allemaal van op hun plaats duidelijk zien welke bewegingen de KO. voordoet. -Met de blokfluit: toon opgeven/toon overnemen.

 

Bijlagen: Alle liederen die tijdens deze activiteit gezongen worden

Bijlage 5

Page 36: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat 10 8200 Brugge Contactpersoon voor stages: [email protected] 050.30.51.38

Naam student: Groep:

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld levensbeschouwelijke activiteit] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Omschrijving van de activiteit: Levensbeschouwelijke Activiteit (LBA): De goede herder zorgt voor zijn schapen. School/klas/mentor: x BC/thema: Een dier uit de leefwereld van het kind. Aantal kleuters: x Leeftijd kleuters: 4-5j. Beginsituatie (Wat kleuters al kennen (kennis), kunnen (vaardigheden) en/of hoe ze zijn (attitudes) bij het begin van de activiteit) : Sommige kinderen hebben ervaring met een huisdier en het (mee)zorgen voor een huisdier. Voorafgaand aan de LBA hebben de kleuters de kans gehad deel te nemen aan een waarneming van een (huis)dier. Er is een goede kans dat ze de parabel van het verloren schaap reeds vroeger gehoord hebben en herkennen. Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen x Ontmoeten

Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen x Klassikale activiteit DUUR: 15 à 20 min.

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen, leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn – in totaal moeten er 3 op staan): OA 33: zich identificeren met inspirerende figuren: eigen beleving en gevoelens associëren met wat volwassenen over inspirerende figuren vertellen. OA 25: zich oriënteren op waarden: zich inleven in waardevol gedrag en praten over wat waardevol is. OA 30: stil worden: stil worden omdat de leidster het voordoet en stilte vraagt. Werkplan RK Godsdienst: Componenten B4:Verbondenheid met natuur, en C: Groeien in gevoeligheid voor goed en kwaad Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …): TOV. Bijbelverhalen in Woord en Beeld. (prenten, doorvertaling, achtergrondinformatie)

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen) De activiteit speelt zich af in de zithoek van de klas.

 

Bijlage 6

Page 37: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld Levensbeschouwelijke activiteit] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET Aanknopen bij het thema (met name de waarneming van een dier) en het verhaal inleiden.

Via enkele vraagjes i.v.m. de waarneming (het dier en hoe ervoor gezorgd wordt); kennen de kleuters een schaap, een herder? Het verhaal over een schaapherder wordt uitdrukkelijk voorgesteld als een verhaal (parabel) van Jezus.

Eventueel een foto van een schaap.

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren) 1. Het verhaal vertellen Het accent wordt gelegd op de herder en de verschillende manieren waarop hij voor zijn schapen zorgt (zoeken naar vers gras, zorgen voor veiligheid, ’s avonds terugbrengen naar de stal). Het zoeken, verzorgen en terugbrengen van een verloren schaap is één aspect van dit zorgen en krijgt dus iets minder de nadruk (als climax) dan gebruikelijk bij deze parabel. 2. Verwerking en toepassing In een gesprekje wordt de link gelegd tussen het zorgen van de herder en de eigen ervaringen met zorgen voor (huis)dieren. Aandacht voor de volgende inhoudelijke aspecten: dieren zijn voor hun welzijn vaak afhankelijk van de zorg van mensen, deze zorg omvat allerlei aspecten, continuïteit of ‘trouw’ in de zorg is heel belangrijk, kinderen kunnen hun steentje

OA33 OA25

Het verhaal wordt levendig verteld met de juiste klemtonen. De prenten dienen daarbij als inspiratie om dit eenvoudige verhaal op te frissen met enkele boeiende details (bv. de herdershond). Aan de hand van enkele prenten kunnen de kleuters uitgenodigd worden om nogmaals te verwoorden hoe de goede herder zorgt voor zijn schapen. Via vraagjes worden de kleuters gestimuleerd om te vertellen over hun eigen ervaringen in verband met zorgen voor dieren. ‐ wie heeft er thuis een dier? ‐ Wat gebeurt er allemaal om dit dier goed te verzorgen?

(eten geven, drinken geven, kooi verversen…) Gaat het ook zoals bij de goede herder? Wie zorgt er voor het dier?

‐ Wat gebeurt er als een dier ziek wordt of verloren raakt? ‐ Zou het erg zijn als een dier een tijdje geen eten/drinken

meer krijgt? ‐ Wie helpt er al mee met zorgen voor…? Doe je dit graag?

Prenten uit ‘TOV. Bijbelverhalen in woord en beeld.’ Kringgesprek

Bijlage 6

Page 38: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld Levensbeschouwelijke activiteit] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

bijdragen en zich op die manier bewust worden van wat zorgen en verantwoordelijkheid concreet inhoudt.

‐ Wie zou er ook graag voor een dier zorgen? Zou je al alleen voor een dier kunnen zorgen? Heb je al eens voor een dier van iemand anders gezorgd?

‐ …

AFSLUITEN Een bezinnend momentje of gebed, waarbij de essentie nog eens rustig wordt verwoord (naar de goede God toe).

OA20

Met het kaarsje en het liedje worden de kleuters uitgenodigd om het stil te maken. De KO vat rustig de essentie samen van het verhaal en het gesprekje (mag vooraf uitgeschreven worden). Een kleuter mag het kaarsje uitblazen. Opm.: Het is goed om hier op de klasgewoonte in te spelen, zodat het afsluitend stilteritueeltje herkenbaar blijft voor de kleuters (bv. kruisteken maken, gebedshouding).

Kaarsje/ aansteker of lucifers/ liedje ‘Kijk ik steek een kaarsje aan’.

Bijlagen:

Bijlage 6

Page 39: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

Departement Lerarenopleiding Xaverianenstraat 10 – 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01 Stagecoördinatie: [email protected] Contactpersoon: [email protected] (050 30 51 38)

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld gezelschapsspel] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Naam student: Groep:

 

Omschrijving van de activiteit: School/klas/mentor: BC/thema: Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: Beginsituatie (Wat kleuters al kennen kunnen en/of hoe ze zijn bij het begin van de activiteit) :

Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen (enkel voor 1 BAKO), leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn(minimum 1 voor 2 BAKO) – in totaal moeten er minimum 3 op staan):

Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …):

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

 

Hier concrete doelen voor jouw gezelschapsspel opgegeven. 

Bijlage 7

Page 40: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld gezelschapsspel] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET Inleiding of aanloop naar de activiteit

Korte klassikale uitleg over het spel

Organisatie van de tafel: beschrijf wat klaarligt, waar de kls moeten zitten,…  

 

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren)

  a) Samen bekijken van het materiaal b) Uitleg voor het spelen begint (zo kort mogelijke introductie - de kls onthouden de handelingen beter dan de mondelinge uitleg):

• doel van het spel • Spelverloop: wie begint, wat doen als je aan de beurt

bent,… • Einde: wanneer is het gedaan?

c) Welke uitleg geef je tijdens het spel? (denk o.a. wie is er aan de beurt, wat moet degene die aan de beurt is doen en waar moet je op letten als speler,…) d) Andere aandachtspunten in je begeleiding:  

Voorbereiding bv. hoe moet het spelbord gezet worden bij het begin, wat moet iedereen krijgen om te starten,…  

 

AFSLUITEN Opruimen (zie ook fiche) Terugblikken

    Alles terug in de doos 

 

 Bijlagen: Eventueel een kopie van de originele spelregels  

In deze kolom verwijs je naar jouw concrete doelen  / ontwikkelingskansen 

Bijlage 7

Page 41: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat 10 8200 Brugge Contactpersoon voor stages: [email protected] 050.30.51.38

Naam student: Groep:

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld muziek: vormend voorstellen van een lied] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

Omschrijving van de activiteit: Vormend voorstellen van een lied School/klas/mentor: BC/thema: fietsen Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: 2,5 – 3jaar Beginsituatie (Wat kleuters al kennen (kennis), kunnen (vaardigheden) en/of hoe ze zijn (attitudes) bij het begin van de activiteit) : Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen, leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn – in totaal moeten er 3 op staan): 1.2: Aandacht schenken aan een goede stemplaatsing in resonantie. 5.2: Klankeigenschappen en muzikale tegenstellingen ervaren en benoemen. 10.4: De eigen beweging afstemmen op een klank, op muziek of op andere bewegingen. Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …): Deelleerplan muzikale opvoeding (muzische opvoeding)

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

 

Bijlage 8

Page 42: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vormend voorstellen van een lied]– Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

N.B.: Bij een voorbereiding van een activiteit ‘vormend voorstellen van een lied’ hoort steeds een volledige liedanalyse die de studenten invullen op speciaal daartoe bestemde formulieren. 

Het liedje waaruit de voorbeelden komen in onderstaand schema is het lied ‘ting ting ting’ voor de eerste kleuterklas: 

 

AANZET Inleiding of aanloop naar de activiteit

Overgang van het onthaal naar de liedles: Klassengesprekje dat de brug maakt naar en het thema van het lied inleidt Vb. Wie kan al fietsen? Wie heeft er een fiets, Wie komt er met de fiets naar school?

De kinderen zitten in de kring.

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren)

VOORBEREIDENDE FASE

Ongemerkt wordt overgestapt van het inleidend verhaal naar de eigenlijke liedles.

Bijlage 8

Page 43: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vormend voorstellen van een lied]– Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Vb. ‘Ik ken ook twee vriendjes die graag fietsen: Kris heeft een groene fiets met een bel, en Arne heeft een rode fiets met daarop een mooie toeter…

De kern van de les ‘vormend voorstellen van een lied’ is een verhaalschets die de 5 oefeningen/spelvormen bevat:

Ritmische voorbereiding

10.4

(Verhaalschets met daarin de ritmische voorbereiding verwerkt. Vb. “Op de fiets van Kris staat een mooie, grote bel. Als hij toetert gaat dit zo”:

“Als Arne dit hoort, doet hij graag mee! Maar bij zijn fiets klinkt dat natuurlijk anders!

De kleuteronderwijzer(es) doet de oefening voor; de kinderen herhalen. Daarbij doen we de beweging alsof we op een fietsbel / op een toeter duwen (in het ritme van de oefening)

Elke les ‘vormend voorstellen van een lied’ bevat steeds 5 elementen (oefeningen/spelvormen):

-ritmische voorbereiding -melodische voorbereiding -oefening op toonovername -muzikale tegenstelling -spelvorm

Ritme (=kort‐lang) wordt genoteerd op één lijn! 

Bijlage 8

Page 44: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vormend voorstellen van een lied]– Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Oefening op toonovername 1.2

(Verhaalschets met daarin de oefening op toonovername verwerkt)

De kleuteronderwijzer(es) neemt de toon over van de blokfluit

Melodische voorbereiding 1.2 (Verhaalschets met daarin de melodische voorbereiding verwerkt)

De kleuteronderwijzer(es) neemt de toon over van de blokfluit

Muzikale tegenstelling 5.2

(Verhaalschets met daarin een muzikale tegenstelling verwerkt) vb. luid – zacht; snel – traag, … Vb. de fietsende kinderen bellen. Je hoort ze van in de verte dichterbij komen (m.a.w.: ‘toet toet toet’ uit de melodische voorbereiding van stil naar luid zingen)

LUISTERFASE

N.B.: Het is pas in de luisterfase dat de kinderen het lied voor het eerst te horen krijgen. (steeds het volledige lied laten horen in zijn totaliteit). In deze fase zingt de kleuteronderwijzer(es) het volledige lied zoveel mogelijk voor. De kleuters moeten het lied een aantal keer, telkens met een andere activatie

Als de kleuteronderwijzer(es) zingt, luisteren de kleuters; Als de kleuters zingen, luistert

Melodie (= hoog‐laag) wordt genoteerd op een notenbalk; bij het begin van elke notenbalk een solsleutel. 

Alle oef. en vb. staan in dezelfde maatsoort als het lied.  Alle melodische notaties hebben dezelfde 

voortekening als het lied!

Bijlage 8

Page 45: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vormend voorstellen van een lied]– Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Wisselzang

te horen krijgen (5 a 8 keer). Eventueel kan hier met prenten gewerkt worden: VB.

1.kleuteronderwijzer(es) zingt het lied en vraagt de kleuters waarover het lied gaat 2.kleuteronderwijzer(es) zingt het lied en stelt tegelijkertijd de prenten voor 3.kleuteronderwijzer(es) zingt het lied, een kleuter komt de prenten in de juiste volgorde leggen 4.kleuteronderwijzer(es) zingt het lied nogmaals om de kleuter die de prenten in de juiste volgorde moet leggen te helpen. 5.kleuteronderwijzer(es) zingt het lied, de klas controleert of de prenten in de juiste volgorde liggen, …

de kleuteronderwijzer(es); Prenten

ZINGFASE We zingen het lied.

AFSLUITEN

Afsluiten kan met een spelvorm. Vb. kleuteronderwijzer(es) heeft een rode en groene handschoen. Als de groene handschoen de lucht ingaat zingen de kleuters, als de rode handschoen de lucht

Groene en rode handschoen.

2de +3de kks.: In de overgang naar de zingfase zingen de kls. een eenvoudige passage uit het lied. De kleuteronderwijzer(es) vult verder aan. (Let er op dat de kls. het lied in zijn totaliteit blijven horen!)  P‐1ste kks.: Voor de kleinste kinderen is wisselzang zoals hierboven beschreven nog wat moeilijk. Een leuk alternatief kan zijn dat de kleuteronderwijzer(es) bij het voorzingen het laatste woord van een zin weglaat;  de kls vullen aan. 

Bijlage 8

Page 46: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld vormend voorstellen van een lied]– Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

ingaat, zingen ze inwendig verder (op de wijze van het swingpaleis…)

Bijlagen: Liedanalyse

Bijlage 8

Page 47: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

Departement Lerarenopleiding Xaverianenstraat 10 – 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01 Stagecoördinatie: [email protected] Contactpersoon: [email protected] (050 30 51 38)

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld bewegingsactiviteit] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Naam student: Groep:

 Omschrijving van de activiteit: Activiteitsdomein beschrijven vb. vaardigheden rond klein materiaal: ballonnen (het soort materiaal beschrijven) School/klas/mentor: BC/thema: Aantal kleuters: Leeftijd kleuters: Beginsituatie (Wat kleuters al kennen kunnen en/of hoe ze zijn bij het begin van de activiteit) : Vragen die je hierbij kunnen helpen: - beschrijving locatie: sportzaal, refterzaal, … hoe ver verwijderd van de klas. - In welke mate heeft de kleuter ervaring in het gekozen activiteitsdomein? Beschrijving van zijn motorische vaardigheden. - In welke mate bouw je verder op de vorige activiteit of herhaal je zaken? Is er afwisseling met wat voorafging? Hoe bouw je verder op die vorige activiteit? - In welke mate hebben de kleuters ervaring met het materiaal? - In welke mate hebben de kleuters ervaring met de gebruikte organisatievorm? Werkten ze al in hoeken, omloop, in duo, … - Wat is hun ervaring met bepaalde didactische werkvormen? doorschuifsystemen, kring, rijen, estafettes, … - Zijn er bepaalde gewoontes die kleuters kennen en belangrijk zijn om rekening mee te houden tijdens de bewegingsactiviteit? - Hoe is de ruimte en tijdsperceptie van de kleuter: kan de kleuter richting kiezen, afstand inschatten? - Hoe groot is de zelfstandigheid van de kleuters, waarin werden ze gestimuleerd en zo ja, op welke wijze? - Zijn er kleuters met bepaalde motorische, sociale, medische e.d. problemen waar in het bijzonder rekening mee gehouden moet worden? - Is het een klas die gemotiveerd is, actief, snel leert? - Met oog op integratie: in welke mate zijn de kleuters bekend met wiskundige begrippen, liedjes die je zal gebruiken, … Ervaringssituatie: (niet voor 1 BAKO)

Zelfstandig spelen Ontmoeten Explorerend beleven Ontwikkelingsondersteunend leren

Organisatie: Werken in groepen Klassikale activiteit

Bijlage 9

Page 48: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

 

Departement Lerarenopleiding Xaverianenstraat 10 – 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01 Stagecoördinatie: [email protected] Contactpersoon: [email protected] (050 30 51 38)

 

Voorblad voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld bewegingsactiviteit] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Ontwikkelingskansen/OWK (kunnen zijn: concrete doelen (enkel voor 1 BAKO), leerplandoelen, ontwikkelingsaspecten met bijhorende leerlijn(minimum 1 voor 2 BAKO) – in totaal moeten er minimum 3 op staan): Graag 2 tot 3 leerplandoelen of ontwikkelingsaspecten (overkoepelend voor de volledige bewegingsactiviteit) + Activiteitendoelen (doel per opdracht, spel dat je binnen de bewegingsactiviteit geeft) vb. kan zijn hoepel terugvinden in de zaal: omgaan met plaats vb. Kan met 2 voeten samen achtereenvolgens springen over de 5 linten op de grond: bewegingen timen Bronnen geraadpleegd voor deze activiteit (leerplannen, ontwikkelingsplan, syllabi, boeken, …):

Klas-, hoek- en tafelschikking bij werken in groepen (een schets van de organisatie/schikking van de werktafel of zithoek en een uitgebreide schets van de hele klas op de achterzijde of in bijlage met verwijzing naar klasplan met nummering van de groepen):

 

Bijlage 9

Page 49: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld beweging/spellenles] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AANZET Inleiding of aanloop naar de activiteit

Aankondiging / inleiding / sfeerschepping uitschrijven: dus wat je zelf als KO zegt (schrijf dit in cursief) in het begin (kort en bondig houden), denk aan:

- voorstellen van jezelf (indien nodig), verwelkoming kls.

- algemene afspraken die gelden voor de hele activiteit: vb. signaal, veiligheid

- via kort sfeerscheppend verhaal of via link naar het B.C. de eerste opdracht van de opwarming verduidelijken.

Wat moeten de kls doen bij het binnenkomen van de bewegingszaal: vb. op een bank neerzitten, in het “nestje” (schept al sfeer).

TEKENING opstelling

+ timing voorzien voor opwarming (liefst nog opgedeeld per oefening, zo concreet mogelijk)

Voorstellen van aanbod + verwijzing naar fiche voor Zelfstandig Spel Kiezen

uitschrijven opwarming (concreet):

- opeenvolgende opdrachten die de opwarming vormen, uitschrijven: wees concreet, welke bewegingsvormen wil je zien!

- eventuele varianten uitschrijven

- schrijf de opdrachten in chronologische volgorde, met de juiste didactische opbouw!

begeleiding KO:

- specifieke afspraken m.b.t. deze opwarming?

- Wat is jouw taak tijdens de opwarming?

- Wat zeg je tegen de kleuters? Zijn er belangrijke accenttermen die je regelmatig moet herhalen?

organisatie opwarming:

- Hoe moeten de kls. zich opstellen?

- Welk materiaal moet er uitgedeeld worden en hoe?

- Waar sta de KO tov de kls?

- Denk bij elke nieuwe opdracht, of lichte wijziging van de opdracht na of er organisatorisch iets verandert

TEKENING opstelling per spel (indien opstelling niet verandert, hoef je geen nieuwe tekening te maken) +timing voorzien voor spel 1 (indien mogelijk ook opdelen per

Bijlage 9

Page 50: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld beweging/spellenles] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

didactische opdracht) Hoe verloopt overgang naar de kern (spel 1)? KO iets klaarzetten, wat doen kls. ondertussen?

KERN (opbouw / stappen / fasen / spelletjes / oefeningen… schematisch noteren)

SPEL 1: [naam spel]

aankondiging naar kls., hoe inleiden: “wat je zelf als KO zegt en doet”:

didactische opbouw spel:

- voorbereidende activiteiten i.f.v. het spel worden hier chronologisch uitgeschreven, speelse opdrachten i.f.v. het spel. Hoe bouw je het spel op? Stap voor stap concreet uitschrijven.

- varianten, aantal herhalingen, hoeveel kls. hoofdrol laten spelen?

- specifieke afspraken, veiligheid m.b.t. dit spel?

Begeleiding als KO:

- wat mag je niet vergeten herhalen?

- Wat is je taak tijdens deze opdrachten als KO?

- Waar liggen je accenten, termen die je wil meegeven via deze activiteit? Vb. sneller dan, even ver, aantikken, klauteren, eerste, achteraan, … (m.a.w. taal die je aanbrengt via de oefening.)

organisatieverloop uitschrijven: naast tekening hiernaast, ook uitschrijven!:

- plaats kls., materiaal verdelen, plaats KO

Bijlage 9

Page 51: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld beweging/spellenles] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

SPEL 2 (uitschrijven volgens uitleg spel 1)

SPEL 3 (uitschrijven volgens uitleg spel 1)

SPEL 4 (uitschrijven volgens uitleg spel 1)

SPEL 5 (uitschrijven volgens uitleg spel 1)

Het aantal spellen dat je kan spelen is afhankelijk van de tijdsduur die je ter beschikking hebt voor de kern. Reken dit zelf uit. Afhankelijk van de tijd die je per spel voorziet en de mate waarin het spel al gekend is bij de kleuters, kan je een spel meer of minder geven. Zorg ervoor dat je een 5-tal spellen voorbereid hebt. Als elk spel slechts 5 minuten duurt en dus al gekend was voordien, kunnen er zeker 7 spellen gespeeld worden binnen 35 minuten. De regel geldt: beter te veel voorbereiden dan te weinig!

Overgang naar spel 2: organisatie uitschrijven, KO iets klaarzetten, wat doen de kls. ondertussen? wat zeggen? Hou rekening met de timing die voorzien moet worden bij wijziging in organisatiestructuur!

Idem overgang naar spel 3,4,… overgang naar slot: organisatie uitschrijven, KO iets klaarzetten, wat doen de kls. ondertussen? wat zeggen?

Bijlage 9

Page 52: Syllabus bij het voorbereiden van stageactiviteiten

VERLOOP EN INHOUD OWK BEGELEIDING (alles wat je als KO bewust onderneemt om

ontwikkelingskansen te bevorderen)

ORGANISATIE/TIJD/ MATERIAAL

 

Fiche voor voorbereiden van activiteiten [voorbeeld beweging/spellenles] – Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 

AFSLUITEN Opruimen (zie ook fiche) Terugblikken

aankondiging/inleiding/sfeerschepping uitschrijven: dus “wat je zelf als KO zegt en doet”:

activiteit uitschrijven:

- verloop activiteit uitschrijven met de juiste inkleding, is bij het afsluiten heel belangrijk

- activiteit kan een spel (voor 1 BAKO) zijn, kan eventueel ook opruimen betekenen of een afrondingsgesprek (terugblikken). Indien opruimen: duidelijk uitschrijven hoe je dit aanpakt: waar zitten de kls. die niets te doen hebben, wat vraag je aan welke kls.

Begeleiding als KO:

- wat mag je niet vergeten te herhalen?

- Wat is je taak tijdens deze opdrachten als KO?

- Waar liggen je accenten, termen die je wil meegeven via deze activiteit? Vb. sneller dan, even ver, aantikken, klauteren, eerste, achteraan,… taal die je aanbrengt via de oefening.

organisatieverloop uitschrijven: naast tekening hiernaast, ook uitschrijven!:

- Postitie van de kls., materiaal verdelen, plaats KO

TEKENING opstelling

+timing

Bijlagen:

Bijlage 9