Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van docent · Succesvolle inzet ict vereist meer...
Transcript of Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van docent · Succesvolle inzet ict vereist meer...
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 1
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde
van docent Onderzoek onder docenten in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en
beroepsonderwijs
Suzanne Plantinga | Ferieke de Heer
F4371 | februari 2009
Bestemd voor:
Kennisnet
Grote Bickersstraat 74
1013 KS Amsterdam
Postbus 247
1000 AE Amsterdam
t 020 522 54 44
f 020 522 53 33
www.tns-nipo.com
Rapport
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 2
Inhoud
Inleiding 6
1 Ict-gebruik: primair onderwijs en beroepsonderwijs liggen voor op
voortgezet onderwijs 8
1.1 Ict-coördinator aanwezig, docenten veel keuzevrijheid 8
1.2 Binnen meerderheid scholen ruimte om te experimenteren met ict 8
1.2.1 Voortgezet onderwijs blijft iets achter in vergelijking tot primair en
beroepsonderwijs 10
1.3 Toename intensiteit ict-gebruik in primair onderwijs 14
1.4 In het primair onderwijs minder docenten die zelf digitaal leermateriaal
ontwikkelen 16
1.5 Vrijwel alle docenten werken thuis op computer aan
schoolwerkzaamheden 19
1.6 Internet meest gebruikte manier om buiten school verder te oefenen met
kennis die in de klas is opgedaan 19
1.7 Frequentie van gebruik verschillende toepassingen neemt verder toe 24
1.8 Vooral spelletjes aansluitend op de lesstof worden gebruikt 30
1.8.1 Limiet lager binnen primair onderwijs 32
1.8.2 Ondersteuning informatievaardigheden grootst binnen beroepsonderwijs 34
2 Ambities voor de toekomst blijven positief 36
2.1 Docenten verwachten net als ieder jaar stijging computergebruik 36
2.2 Hardware en software heeft in alle sectoren prioriteit 39
2.2.1 Educatieve software en ict-infrastructuur prioriteit in primair onderwijs 39
2.2.2 Voortgezet onderwijs prioriteit zou moeten liggen bij ict-infrastructuur 40
2.2.3 Beroepsonderwijs geeft hoogste prioriteit aan educatieve software 41
2.3 Beleidsplan meestal aanwezig 42
3 In primair onderwijs tevredenheid over de toereikendheid van ict-
voorzieningen gestabiliseerd en behoefte aan ondersteuning
verminderd 43
3.1 Docenten op primair onderwijs meest tevreden over toereikendheid ict-
voorzieningen 43
3.1.1 Ict-materiaal in primair onderwijs vaak verkregen via de lesmethode of
internet 46
3.1.2 Behoefte aan ondersteuning over algemeen gedaald t.o.v. 2008 47
3.1.3 Nog steeds grote behoefte aan het vindbaar maken van digitaal
leermateriaal voor het onderwijs 50
4 Docenten primair onderwijs vinden meeste steun bij ontwikkeling
ict-vaardigheden zowel van collega’s, de ict-afdeling als in de vorm
van cursussen 53
4.1 Kantoortoepassingen belangrijk voor onderwijs 53
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 3
4.2 Meeste leerkrachten voldoende op de hoogte van computertoepassingen
die in onderwijs gebruikt kunnen worden 55
4.2.1 Docenten ook relatief kritisch over eigen vaardigheden 59
4.2.2 Docenten in beroepsonderwijs meer behoefte aan ondersteuning 62
4.3 In beroepsonderwijs verwacht men over 3 jaar meer digitale leermiddelen
dan boeken 66
Samenvatting 69
Bijlagen
1 Onderzoeksverantwoording
2 Herweging
3 Methode van onderzoek: CATI
4 Vragenlijst
5 Tabellen
6 Open antwoorden
Inhoud figuren en tabellen
1 Q8001: Typering computergebruik op school 8
2 Q8910: Werkwijze met ict- situaties die regelmatig tot vaak voorkomen 9
3 Q40: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen? 10
4 Q40 po: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen –
ontwikkeling 11
5 Q40 vo: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen –
ontwikkeling 12
6 Q40 mbo: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen –
ontwikkeling 13
7 Q50 po: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven 14
8 Q50 vo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven 15
9 Q50 mbo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven 16
10 Q8960 Ontwikkelt u zelf digitaal leermateriaal? 17
11 Q8970 bent u bereid het door u zelf ontwikkelde leermateriaal via internet
beschikbaar te stellen aan andere docenten? 18
12 Q80: Intensiteit van computergebruik voor schoolwerkzaamheden door leraren
thuis 19
13 Q8002: Kunnen leerlingen via een computer thuis of buiten de school nog verder
oefenen wat ze in de klas hebben geleerd? 20
14 Q60 po: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de
computer moeten uitvoeren 21
15 Q60 vo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de
computer moeten uitvoeren 22
16 Q60 mbo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de
computer moeten uitvoeren 23
17 Q100 po: Hoe vaak wordt in het basisonderwijs gebruik gemaakt van de
computer voor… 24
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 4
18 Q100 po: Gemiddeld gebruik per week van verschillende toepassingen door de
tijd heen (aantal keer) 25
19 Q100 vo: Hoe vaak wordt in het voortgezet onderwijs gebruik gemaakt van de
computer voor… 26
20 Q100 vo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen door de tijd heen
(aantal keer) 27
21 Q100 mbo: Hoe vaak wordt in het beroepsonderwijs gebruik gemaakt van de
computer voor… 28
22 Q100 mbo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen (aantal keer per
week) 29
23 Q8920 po:Hoe vaak komt een van de volgende vormen van inzet van ict binnen
uw onderwijs voor? 30
24 Q8920 vo: Hoe vaak komt een van de volgende vormen van inzet van ict binnen
uw onderwijs voor? (wekelijks gemiddelde) 31
25 Q8930 Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het
onderwijs? 32
26 Q8930 Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het
onderwijs?Percentage van de lessen waarin ict wordt toegepast 33
27 Q8930 Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het
onderwijs? Aantal computers of laptops per klas 34
28 Q8940 Hoe vaak biedt u tijdens uw lessen leerlingen ondersteuning bij het
verwerven van de volgende vaardigheden (gemiddelde per week) 35
29 Q50 en Q160 po: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week 36
30 Q50 en Q160 vo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week 37
31 Q50 en Q160 mbo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week 38
32 Q162 po: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten
krijgen? 39
33 Q162 vo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten
krijgen? 40
34 Q162 mbo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten
krijgen? 41
35 Q8004: Welke van de volgende omschrijvingen is het meest van toepassing op
het ict-beleid van uw school/instelling? 42
36 Q70: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw
functioneren als docent? 43
37 Q70 po: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor
uw functioneren als docent? 44
38 Q70 vo: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor
uw functioneren als leraar? 45
39 Q80030: Tabel: Hoe verkrijgt u uw ict-lesmateriaal? 46
40 Q150 po: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten 47
41 Q150 vo: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten 48
42 Q150 mbo: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten 49
43 Q800100 po: Wat moet volgens u gebeuren om te voorzien in de behoefte aan
bruikbare digitale leermaterialen? (top 6) 50
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 5
44 Q800100 vo: Wat moet volgens u gebeuren om te voorzien in de behoefte aan
bruikbare digitale leermaterialen? (top 6) 51
45 Q800100 mbo: Wat moet volgens u gebeuren om te voorzien in de behoefte aan
bruikbare digitale leermaterialen? (top 6) 52
46 Q8005: Tabel software (gemiddeld gebruik per week) 53
47 Q80060: Welk computerprogramma of digitale content vindt u voor uw
onderwijs het waardevolst? 54
48 Q90: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij
uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 55
49 Q90 po: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u
bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 56
50 Q90 vo: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u
bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 57
51 Q90 mbo: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u
bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 58
52 Q1201 po: Hoe vaardig zijn docenten in het primair onderwijs in… (gevorderd
+ zeer gevorderd) 59
53 Q1201 vo: Hoe vaardig zijn docenten in het voortgezet onderwijs in…
(gevorderd + zeer gevorderd) 60
54 Q1201 mbo: Hoe vaardig zijn docenten in het beroepsonderwijs in… (gevorderd
+ zeer gevorderd) 61
55 Q80110: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen? 62
56 Q80110 po: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen? 63
57 Q80110 vo: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen? 64
58 Q80110 mbo: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen? 65
59 Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is
digitaal? En hoe ziet die verdeling er volgens u over drie jaar uit? 66
60 Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is
digitaal? Huidige verdeling 67
61 Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is
digitaal? Verwachting over drie jaar 68
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 6
Inleiding
Achtergrond
Sinds 2001 heeft TNS NIPO voor Kennisnet (en Ict op school) verschillende
bekendheids- en gebruikersonderzoeken uitgevoerd. Kennisnet heeft aan TNS NIPO
gevraagd ook in 2009 een vervolgonderzoek uit te voeren.
Kennisnet is benieuwd in welke mate scholen in het primair, voortgezet en middelbaar
beroepsonderwijs het afgelopen jaar ict verder hebben geïntegreerd in de lessen
(middelbaar beroepsonderwijs wordt verder in dit document kortweg aangeduid als
beroepsonderwijs). Ook vindt Kennisnet het belangrijk meer inzicht te krijgen in de
wensen, behoeften, verwachtingen en ambities van zijn doelgroepen bij de integratie van
ict in het onderwijs.
Doel van het onderzoek
Kennisnet wil met dit onderzoek meer inzicht verkrijgen in de ambities en verwachtingen
van docenten en ict-managers op het gebied van ict en de ondersteuning die Kennisnet
kan bieden om deze ambities te realiseren.
De resultaten van het onderzoek geven inzicht in:
� stand van zaken omtrent ict-gebruik in het onderwijs;
� wensen/behoeften aan ondersteuning in de toekomst;
� het belang van samenwerking.
Doelgroep
Het totale onderzoek heeft binnen het primair, voortgezet en beroepsonderwijs
plaatsgevonden en is gehouden onder de volgende doelgroepen:
� ict-management
� docenten
In dit rapport worden de belangrijkste resultaten weergegeven van het onderzoek onder
docenten. Waar mogelijk worden de resultaten vergeleken met eerdere metingen.
Aangezien het beroepsonderwijs in 2008 voor het eerst is meegenomen, kunnen we voor
deze doelgroep alleen de resultaten van 2008 en 2009 vergelijken.
Bij weergave van de resultaten valt op dat de meting van 2007 mist. De meting van 2006
heeft echter in het najaar plaatsgevonden, terwijl de meting van 2008 begin 2008 heeft
plaatsgevonden.
Vragen die in dit rapport beantwoord worden, zijn: Hoe wordt het computergebruik
tijdens de lessen door de docenten getypeerd? Hoeveel wordt er gebruik van gemaakt;
voor welke doeleinden wordt gebruik gemaakt van de computer en betrekken docenten de
computer ook bij het maken van schoolopdrachten thuis?
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 7
Methode en steekproef
In totaal hebben 658 docenten meegedaan aan het onderzoek (po: n=281, vo: n=284,
mbo: n=93) via CAWI (Computer Assisted Web Interviewing). Het veldwerk heeft
plaatsgevonden van 22 januari tot en met 30 januari 2009.
Voor een beschrijving van de gebruikte methode en steekproef wordt verwezen naar de
onderzoeksverantwoording in de bijlagen. Als bijlagen vindt u tevens de gebruikte
vragenlijst en de tabellen van dit onderzoek.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 8
1 Ict-gebruik: primair onderwijs en beroepsonderwijs liggen voor op voortgezet onderwijs
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de typering van computergebruik door leraren.
Vervolgens wordt aandacht besteed aan de omvang en aard van het computergebruik in
het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.
1.1 Ict-coördinator aanwezig, docenten veel keuzevrijheid
Sinds 2008 is gevraagd naar de afspraken die gemaakt zijn omtrent de didactische inzet
van ict op school. In veel gevallen is er wel een ict-coördinator aanwezig, maar over het
algemeen is er redelijk veel keuzevrijheid bij het inzetten van ict. Het aantal scholen dat
voor vrijwel alle leerstofonderdelen afspraken heeft gemaakt omtrent de inzet van ict is
dan ook bij alle onderwijsniveaus zeer beperkt (maximaal 13% bij mbo).
Zowel in 2008 als in 2009 is kiest in alle sectoren het merendeel van de leraren zelf voor
welke leerstofonderdelen ict ingezet wordt (po: 60%, vo: 87%, mbo: 65%).
1 | Q8001: Typering computergebruik op school
po vo mbo
% % % % % %
2008 2009 2008 2009 2008 2009
n=250 n=281 n=259 n=284 n=158 n=93
� verantwoordelijkheid van leraar wel of geen
gebruik van ict bij lesgeven 7 8 31 35 32 32
� coördinator aanwezig voor ict-voorzieningen
waarbij leraar zelf kiest voor welke
leerstofonderdelen ict ingezet wordt
51 52 54 52 34 33
� voor merendeel leerstofonderdelen afspraken
over didactische inzet van ict 34 31 11 8 22 22
� voor vrijwel alle leerstofonderdelen
afspraken over didactische inzet van ict 8 9 4 5 13 13
Bron: TNS NIPO, 2009
1.2 Binnen meerderheid scholen ruimte om te experimenteren met ict
Op scholen wordt verschillend omgegaan met het gebruik van ict. Op zowel primair
onderwijs, voortgezet onderwijs als beroepsonderwijs krijgen docenten op ruim twee
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 9
derde van de scholen regelmatig tot vaak de ruimte om met ict te experimenteren (po:
78%, vo: 77%, mbo: 67%).
In het PO is de afstand tussen directie en docenten omtrent ict-gebruik en ondersteuning
van ict-gebruik kleiner dan binnen het VO en MBO.
2 | Q8910: Werkwijze met ict- situaties die regelmatig tot vaak voorkomen
78
61
60
58
57
57
54
77
45
47
30
49
29
39
67
32
39
20
31
32
32
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
ruimte voor docenten om met ict in het onderwijs te
experimenteren
directie stelt tijd en middelen beschikbaar voor
onderwijsplannen met ict
docenten krijgen ondersteuning bij uitvoering van ict-
gebruik in hun onderwijs
stand van zaken van ict-gebruik wordt met docenten
besproken
directie volgt wat docenten doen op gebied van ict en
onderwijs
afspraken over werkwijze met ict in onderwijs worden
bewaakt
stimuleren en organiseren van teamprofessionalisering
op gebied van onderwijskundig gebruik ict
%
po
vo
mbo
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 10
1.2.1 Voortgezet onderwijs blijft iets achter in vergelijking tot primair en
beroepsonderwijs
In figuur 3 wordt duidelijk in welk stadium het computergebruik voor
onderwijsdoeleinden zich momenteel bevindt in primair, voorgezet en beroepsonderwijs.
3 | Q40: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen?
2 5 33
9 10
41
41
23
46
37
51
8 713
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
po vo bve
%
Weet niet
Vergevorderd gebruik
Gevorderd gebruik
Beginnend gebruik
Oriëntatie op de mogelijkheden
Geen gebruik, ook nog geen plannen
Bron: TNS NIPO, 2009
In alle onderwijstypen bevindt het gebruik van ict voor onderwijsdoeleinden zich
voornamelijk in een begin- of een gevorderd stadium. Bij het primair onderwijs en het
voortgezet onderwijs zijn deze twee groepen vrijwel even groot. 41% in het primair
onderwijs geeft aan dat het computergebruik in het beginstadium is, 46% zegt dat dit in
een gevorderd stadium is. Ook bij het voortgezet onderwijs zijn deze groepen vrijwel
even groot, 41% geeft aan dat het computergebruik nog in een beginstadium ligt en 37%
ziet gevorderd gebruik van ict voor onderwijsdoeleinden. In het beroepsonderwijs
verschillen deze groepen meer van elkaar: in dit onderwijstype geeft de helft van de
ondervraagde docenten aan (51%) dat het ict-gebruik zich in een gevorderd stadium
bevindt, een kwart geeft een beginstadium aan (23%).
Het beroepsonderwijs vindt zichzelf redelijk ver ontwikkeld wat ict-gebruik voor
onderwijsdoeleinden betreft. Het percentage vergevorderd gebruik onderstreept dit: 13%
in het beroepsonderwijs ten opzichte van 7% in het voortgezet onderwijs en 8% in het
primair onderwijs.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 11
De ontwikkeling door de tijd heen laat voor zowel het primair als het voortgezet
onderwijs zien dat er wel een verschuiving van beginnend naar gevorderd gebruik
plaatsvindt. Figuur 4 laat de cijfers vanaf 2001 zien voor het primair onderwijs, figuur 5
doet hetzelfde voor het voortgezet onderwijs.
4 | Q40 po: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen – ontwikkeling
5 7 6 4 2 2 2
10 6 515
3 3 3
45 52 56 38
50
42 41
32
31 30
3939
45 46
42 3
7 84 2 1 0
74
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
%
Geen gebruik, ook nog geen plannen Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik Weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Na de toename van (ver)gevorderd gebruik die te zien was sinds 2001 is voor het eerst
sinds jaren het (ver)gevorderd gebruik stabiel gebleven.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 12
In het voorgezet onderwijs is er ook sinds 2005 sprake van een toename in
(ver)gevorderd gebruik.
5 | Q40 vo: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen – ontwikkeling
611 12
36 8 5
18
1610
118 6
9
49 40
39 57 56
4541
1924
30
20 20
31 37
6 8 7 9 10 10 72 1 1 0
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
%
Geen gebruik, ook nog geen plannen Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik Weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Het percentage ondervraagden dat aangeeft in een oriënterende fase te zitten, is dit jaar in
tegenstelling tot voorgaande jaren toegenomen. Daarentegen is het percentage dat
aangeeft geen plannen te hebben voor toekomstig gebruik afgenomen. Ict neemt de
laatste jaren een steeds vooraanstaander plek in het onderwijs in. Het vergevorderde
gebruik is nog niet significant veranderd de laatste jaren. Wanneer we kijken naar het
totaalpercentage van gevorderd en zeer gevorderd, zijn er steeds meer leraren die van
mening zijn op gevorderd niveau gebruik te maken van ict voor leren.
Ondanks de groei van gevorderd gebruik in het voortgezet onderwijs, blijft het voortgezet
onderwijs achter in vergelijking tot het primair en het beroepsonderwijs.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 13
6 | Q40 mbo: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen – ontwikkeling
73
5 10
24 23
4751
1713
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2008 2009
%
Geen gebruik, ook nog geen plannen Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik
Bron: TNS NIPO, 2009
Wanneer we de categorieën bij elkaar optellen is er niks veranderd ten opzichte van 2008:
het aantal docenten binnen het beroepsonderwijs waarbij het computergebruik in een
gevorderd of vergevorderd is, is gelijk (2008 en 2009: 64%).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 14
1.3 Toename intensiteit ict-gebruik in primair onderwijs
In het primair onderwijs is dit jaar sprake van een toename van het aantal uren dat er
gebruik gemaakt wordt van computers. De groep die aangeeft twee tot vijf uur gebruik te
maken van computers (29%) is even groot als de groep die aangeeft vijf tot tien uur
gebruik te maken (28%). De groep die tien tot vijftien uur gebruik maakt van computers
blijft groeien, net zoals de groep die twintig uur of meer gebruik maakt.
7 | Q50 po: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven
1
22
36
18
10
5 53
1
22
30
23
17
3 3 21
23
34
26
9
3 4
01
27
40
119
47
1
13
37
25
12
5 5
1
16
29 28
14
4
9
1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2 uur
per week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer Weet niet
%
2003
2004
2005
2006
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Ten opzichte van 2006 is het percentage docenten dat aangeeft minder dan vijf uur per
week ict in te zetten, flink gedaald (68% in 2006, 46% in 2009).
De weinige docenten die helemaal geen gebruik maken van ict in de lessen, geven aan dat
er te weinig computers aanwezig zijn om ict in de lessen te integreren, of dat de software
niet is afgestemd op de methode die in de les gebruikt wordt.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 15
In het voortgezet onderwijs maken van de ondervraagde leraren ruim zeven op de tien
docenten maximaal vijf uur per week gebruik van computers bij het geven van onderwijs
(69%).
Het percentage docenten dat minstens tien uur per week gebruik maakt van computers
voor het geven van onderwijs ligt in het voortgezet onderwijs op 15%. In het primair
onderwijs is dit 27%.
8 | Q50 vo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven
2
53
25
9 8
23
43
2218
53
75
48
23
129
31
4239
7 74
1 1 12
46
25
13
62
411
37
31
15
75
31
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2 uur
per week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer Weet niet
%
2003
2004
2005
2006
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
De meest genoemde reden voor het niet gebruik maken van ict in het voortgezet
onderwijs (2%) een gebrek aan tijd.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 16
In onderstaande grafiek zien we een overzicht van de intensiteit van computergebruik
door leraren in het mbo.
9 | Q50 mbo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven
3
19
30
1517
5
9
21
14
31
25
16
6 6
1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2 uur
per week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer Weet niet
%
2008 2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Vorig jaar vielen de verschillen met de andere onderwijstypen op. Bij het
beroepsonderwijs was er sprake van een relatief hoog percentage bij tien tot vijftien uur
per week. Ook het percentage docenten dat twintig uur of meer per week gebruik maakt
van de computer in de les, was in het beroepsonderwijs relatief hoog (9%). Dit jaar is het
verschil met de andere onderwijstypen en met name met het primair onderwijs minder
groot. Dit lijkt veroorzaakt te worden door de toename van het aantal uren dat gebruik
gemaakt wordt van computers in het primair onderwijs.
De 1% die geen gebruik maakt van ict in de lessen, geeft voornamelijk aan dat het gebrek
aan computers de oorzaak daarvan is. Tevens geven zij aan dat de software niet altijd
goed is afgestemd op de methode die in de les gebruikt wordt.
1.4 In het primair onderwijs minder docenten die zelf digitaal leermateriaal ontwikkelen
Voor het eerst hebben we dit jaar de vraag voorgelegd of docenten zelf digitaal
leermateriaal ontwikkelen.
In het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs ontwikkelen drie op de tien docenten
digitaal leermateriaal. In het primair onderwijs komt dit veel minder voor: slechts 13%
van de docenten ontwikkelt zelf digitaal leermateriaal.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 17
Tevens is hier het aantal docenten dat ook geen digitaal leermateriaal ontwikkelt en niet
van plan is dit zelf te ontwikkelen veel groter dan in het voortgezet onderwijs of het mbo.
In het mbo zijn in vergelijking met het primair onderwijs en voortgezet onderwijs meer
docenten van plan digitaal leermateriaal te ontwikkelen.
10 | Q8960 Ontwikkelt u zelf digitaal leermateriaal?
13
29 30
21
21
31
66
50
40
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
po vo mbo
%
Nee en niet van plan
Nee, maar wel van plan
Ja
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 18
Van de docenten die aangeven zelf digitaal leermateriaal te ontwikkelen of van plan te
zijn dit te ontwikkelen, is ruim de helft zonder meer bereid het ontwikkelde materiaal via
internet beschikbaar te stellen aan andere docenten. Ongeveer twee op de tien docenten
geven aan niet door hen zelf ontwikkeld leermateriaal via internet beschikbaar te stellen.
Twee tot drie op de tien docenten geven aan het ontwikkelde leermateriaal alleen op
bepaalde voorwaarden te willen delen via internet. De meest genoemde voorwaarde is dat
er sprake is van uitwisseling waardoor zij ook over leermateriaal van andere docenten
kunnen beschikken. Tevens geven docenten aan dat zij alleen leermateriaal beschikbaar
willen stellen als hier tijd voor is of als er een vergoeding wordt gegeven. Een andere
voorwaarde die genoemd wordt heeft betrekking op de veiligheid. We verwijzen naar de
open antwoorden in de bijlage voor de overige antwoorden.
11 | Q8970 bent u bereid het door u zelf ontwikkelde leermateriaal via internet
beschikbaar te stellen aan andere docenten?
62
52 52
21
27 29
1721 19
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
po vo mbo
%
Nee
Ja, mits…
Ja, zonder meer
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 19
1.5 Vrijwel alle docenten werken thuis op computer aan schoolwerkzaamheden
Bijna elke docent maakt thuis gebruik van een computer om schoolwerkzaamheden uit te
voeren. In het primair en voortgezet onderwijs zegt respectievelijk 3% en 2% dit niet te
doen, in het beroepsonderwijs is er niemand die geen gebruik maakt van een computer.
Het merendeel van de docenten in het primair onderwijs (37%) maakt thuis meer dan 5
uur per week gebruik van de computer. Binnen het voortgezet onderwijs en het
beroepsonderwijs maken docenten thuis meer gebruik van de computer, namelijk
respectievelijk 52% en 54% maakt thuis meer dan 5 uur per week gebruik van de
computer.
12 | Q80: Intensiteit van computergebruik voor schoolwerkzaamheden door leraren thuis
3
21
39
19
11
3 42
13
33
24
17
5 6
0
15
3129
16
63
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2 uur per
week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer
%
po vo mbo
Bron: TNS NIPO, 2009
1.6 Internet meest gebruikte manier om buiten school verder te oefenen met kennis die in de klas is opgedaan
Circa de helft van de docenten in het primair onderwijs verlangt vrijwel nooit van hun
leerlingen dat zij computeropdrachten thuis doen. In het voortgezet onderwijs worden
computeropdrachten die thuis uitgevoerd moeten worden op ruim de helft van de scholen
wekelijks tot maandelijks gegeven. In het beroepsonderwijs gebeurt dit op bijna de helft
van de scholen wekelijks en veel vaker dan op het primair of voortgezet onderwijs zelfs
dagelijks. Ook uit deze cijfers blijkt dat ict door docenten en leerlingen in het
beroepsonderwijs het intensiefst wordt gebruikt.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 20
Onderstaande tabel geeft weer op welke manier leerlingen kunnen werken aan opdrachten
buiten school om.
13 | Q8002: Kunnen leerlingen via een computer thuis of buiten de school nog verder
oefenen wat ze in de klas hebben geleerd?
po Vo Mbo
% % % % % %
2008 2009 2008 2009 2008 2009
� ja, via internet 21 23 34 44 32 35
� ja, leerlingen beschikken over een cd met
oefeningen
14 9 29 23 12 16
� ja, via elektronische leeromgeving 3 2 12 17 17 25
� ja, anders 7 7 5 4 14 7
� nee 55 58 19 12 25 17
Bron: TNS NIPO, 2009
In het voortgezet onderwijs lijken er dit jaar meer scholieren die thuis op de computer
kunnen oefenen dan vorig jaar het geval was. In het primair onderwijs kan ruim de helft
van de leerlingen nog steeds geen gebruik maken van de computer om thuis verder te
gaan met de leerstof. Internet is in alle onderwijstypen de meest gebruikte manier om
buiten school leerstof te oefenen, vooral in het voortgezet onderwijs is er een toename in
het gebruik te zien.
Net zoals vorig jaar wordt in het voortgezet onderwijs het vaakst aangegeven dat het
mogelijk is om buiten school om leerstof te oefenen (88%, mbo 83%, po 42%). Het
verschil tussen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs is echter minder groot dan
vorig jaar.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 21
14 | Q60 po: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer
moeten uitvoeren
7 6
1917
48
1
1411
21
51
5
15
119
60
3
14
10
25
48
1
1214
20
51
3
1113
19
54
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Dagelijks Wekelijks Ongeveer 1 keer per maand Enkele keren per jaar Minder vaak of nooit
%
2003 2004 2005 2006 2008 2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Ruim de helft van de docenten in het primair onderwijs geeft (bijna) nooit opdrachten
mee naar huis die leerlingen op de computer moeten uitvoeren (54%). In het primair
onderwijs worden de computeropdrachten voor thuis voornamelijk enkele keren per jaar
gegeven (19%). Uit deze grafiek blijkt dat het geven van computeropdrachten voor thuis
in de loop der jaren weinig verandert.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 22
In het voortgezet onderwijs geven docenten vaker opdrachten mee naar huis die
leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren.
15 | Q60 vo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer
moeten uitvoeren
3
29 31
15
23
6
23
39
19
13
4
29
22
35
106
25
42
16
106
33 33
17
11
4
3531
25
6
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Dagelijks Wekelijks Ongeveer 1 keer per
maand
Enkele keren per jaar Minder vaak of nooit
%
2003 2004 2005 2006 2008 2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Bijna drie kwart van de docenten geeft de leerlingen minimaal maandelijks een
computeropdracht mee naar huis (31% eens per maand, 35% eens per week, 4%
dagelijks, totaal 70%). Dit is beduidend vaker dan in het primair onderwijs (27%
minimaal maandelijks). Vorig jaar gaf ruim een op de tien docenten in het voortgezet
onderwijs bijna nooit opdrachten voor op de computer mee naar huis, dit jaar is dit nog
maar 6%.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 23
Dit jaar geven nog meer docenten in het beroepsonderwijs wel eens een
computeropdracht mee naar huis dan vorig jaar het geval was. Nog maar 5% doet dit
nauwelijks of nooit, terwijl dit vorig jaar nog 16% was. Ruim zes op de tien docenten
sturen hun leerlingen minimaal wekelijks met opdrachten naar huis die op de computer
uitgevoerd moeten worden (48% wekelijks, 17% dagelijks, totaal 65%).
16 | Q60 mbo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de
computer moeten uitvoeren
16
45
16
6
1617
48
21
95
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Dagelijks Wekelijks Ongeveer 1 keer per maand Enkele keren per jaar Minder vaak of nooit
%
2008 2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 24
1.7 Frequentie van gebruik verschillende toepassingen neemt verder toe
In het primair onderwijs worden computers verreweg het meest ingezet voor het oefenen
van de leerstof. Meer dan de helft van de docenten (59%) geeft aan dagelijks gebruik te
maken van computers voor oefenprogramma’s, nog eens 30% doet dit wekelijks
(gemiddeld 3,3 keer per week). Op de tweede plaats volgt de elektronische leeromgeving
(20% dagelijks, 26% wekelijks, gemiddeld 1,7 keer per week) op de voet gevolgd door
het opzoeken van informatie op internet (16% dagelijks, 39% wekelijks, gemiddeld 1,5
keer per week). De computer wordt door twee op de vijf docenten minimaal wekelijks
ingezet voor tekstverwerking (42%, gemiddeld 1 keer per week) en door bijna een derde
voor zelfstandig werken (29%, gemiddeld 1 keer per week). De computer wordt het minst
gebruikt voor portfolio (5% wekelijks, 1% dagelijks, gemiddelde 0,3 keer per week)
communicatie (4% dagelijks, 11% wekelijks, gemiddeld 0,5 keer per week). Ook wordt
in het primair onderwijs nog weinig gebruik gemaakt van de computer voor toetsen (2%
dagelijks, 6% wekelijks).
17 | Q100 po: Hoe vaak wordt in het basisonderwijs gebruik gemaakt van de computer
voor…
15
211
2226
17 15
40
17
0
0
0
00
21
1
010
2
12
32
42
2035
40
3419
1
9
6
8
5
24
6
15
15
6
12
11
8
9
17
7
1133
30
39
19
11
26
6 5
19
9
59
1610
4
20
2 1 4
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Tekstverwerking
Oefenprogram
ma's
Opzoeken op internet
Zelfstandig werken
Internet voor comm
unicatie
Elektronische leeromgeving
Digitaal toetsen
Portfolio
Gam
es
%niet van toepassing weet niet minder vaak of nooit enkele keren per jaar ongeveer 1 keer per maand wekelijks dagelijks
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 25
Ten opzichte van vorig jaar is het gemiddeld gebruik per week van veel toepassingen
verder toegenomen. De grootste toename is te zien bij de toepassing opzoeken op internet
en de elektronische leeromgeving. Net zoals in alle voorgaande jaren zijn
oefenprogramma’s de meest gebruikte toepassing.
18 | Q100 po: Gemiddeld gebruik per week van verschillende toepassingen door de tijd
heen (aantal keer)
2,2
2,72,8
3,7
2,92,8
3,3
0,6
0,80,9 0,9
1,1
0,7
1
0,3
0,8
1
1,2 1,2
0,9
1,5
0,70,8
1,1
0,9
0,7 0,7
1
0,3
0,7
0,50,4 0,4
0,5
1,1
1,7
0,4 0,40,3
0,6
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
Oefenprogramma's Tekstverwerking Opzoeken op internet
Programma's ter ondersteuning zelfstandigheid Internet voor communicatie Elektronische leeromgeving
Digitaal toetsen Gebruik portfolio Games
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 26
Als we in het voortgezet onderwijs kijken naar het percentage docenten dat dagelijks of
wekelijks gebruik maakt van computers voor bepaalde toepassingen, dan worden de
computers het meest dagelijks of wekelijks gebruikt voor het zoeken op internet (61%),
tekstverwerking (48%), communicatie (47%) en elektronische leeromgeving (41%). Er
wordt nog weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om digitaal te toetsen.
19 | Q100 vo: Hoe vaak wordt in het voortgezet onderwijs gebruik gemaakt van de
computer voor…
0 2 08 6 9 8
23 26
12
0
2 31 1
32
4
9
1
32
1820
39
34
45
20
22
18
14
16 13
27
14
11
27
25
20
16
916
14 14
5
31
30
40
20
28
25
7 10417
821
7
1916
4 28
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Tekstverwerking
Oefenprogram
ma's
Opzoeken op internet
Zelfstandig werken
Internet voor comm
unicatie
Elektronische leeromgeving
Digitaal toetsen
Portfolio
Gam
es
%Niet van toepassing Weet niet Minder vaak of nooit Enkele keren per jaar
Ongeveer 1 keer per maand Wekelijks Dagelijks
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 27
Het gebruik van de verschillende toepassingen is over het algemeen toegenomen of gelijk
gebleven. De computer wordt steeds meer gebruikt voor het opzoeken van informatie op
het internet (gemiddeld 1,6 keer per week), internet voor communicatie (gemiddeld 1,5
keer per week), en voor een elektronische leeromgeving (gemiddeld 1,3 keer per week).
20 | Q100 vo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen door de tijd heen
(aantal keer)
0,80,9
1,3
1,6
1,4
0,8
1,4
0,70,8
0,9
1,6
0,90,8
0,9
0,4
0,9
1,1
1,3
1 1
1,6
0,5 0,5
0,7
1,3
0,8 0,8 0,8
0,3
0,70,8
0,9 0,9
1,5
0,8
1,3
0,30,40,4
0,7
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
Tekstverwerking Oefenprogramma's Opzoeken op internet
Programma's ter ondersteuning zelfstandigheid Internet voor communicatie Elektronische leeromgeving
Digitaal toetsen Gebruik portfolio Games
aantal keer per
week
Bron: TNS NIPO, 2009
In het beroepsonderwijs wordt ict het meest gebruikt voor het opzoeken van informatie
op internet, tekstverwerking en communicatie. Digitaal toetsen en games worden
verhoudingsgewijs het minst gebruikt.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 28
21 | Q100 mbo: Hoe vaak wordt in het beroepsonderwijs gebruik gemaakt van de
computer voor…
16
08
2 412
6
2111
60
1
0
1
0 0
0
0
6
22
0
7
1
19
512
22
12
41
32
11
4
8
2
12
1
6
31
10
7
12
8
5
22
6
13
13
5
14
15
4
17
12
34
37
28
26
25
47
16
36
4 15
33
55
19
63
22
54
25
5
21 1610
28
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Tekstverwerking
Oefenprogram
ma's
Opzoeken op internet
Zelfstandig werken
Internet voor comm
unicatie
Elektronische leeromgeving
Digitaal toetsen
Portfolio
Gam
es
Programm
a's voor leerroute
Com
puter om begeleiding te raadplegen
%
Niet van toepassing Weet niet Minder vaak of nooit Enkele keren per jaar
Ongeveer 1 keer per maand Wekelijks Dagelijks
Bron: TNS NIPO, 2009
De percentages voor dagelijks gebruik liggen beduidend hoger dan in de andere
onderwijstypen. De ruime meerderheid (63%) gebruikt dagelijks internet als
informatiebron. Daarnaast geeft de meerderheid (55%) van de ondervraagde docenten aan
dat leerlingen dagelijks gebruik maken van de computer voor tekstverwerking. Het
gebruik van internet voor communicatiedoeleinden wordt door eenzelfde groep (54%)
genoemd als toepassing van de computer. Volgens een vijfde van de docenten worden
computers dagelijks gebruikt voor oefenprogramma’s, programma’s om zelfstandig te
kunnen werken, de elektronische leeromgeving en voor een portfolio.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 29
Onderstaande figuur geeft het geschatte gemiddelde gebruik van de verschillende
toepassingen in het beroepsonderwijs weer.
22 | Q100 mbo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen (aantal keer per
week)
2,2
3,2
1,4
1,6
2,1
3,5
1,3
1,6
1,8
3,1
1,6
1,9
0,4
0,6
1,6
1,2
0,9
2
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
2008 2009
Tekstverwerking Oefenprogramma'sOpzoeken op internet Programma's ter ondersteuning zelfstandigheidInternet voor communicatie Elektronische leeromgevingDigitaal toetsen Gebruik portfolioGames Programma's voor planning van eigen leerroutePc om docent, studiebegeleider te raadplegen
aantal keer per
week
Bron: TNS NIPO, 2009
De frequenties waarmee de toepassingen in het beroepsonderwijs gebruikt worden, zijn
net zoals bij de andere twee onderwijstypen verder toegenomen. Vooral het opzoeken op
internet wordt frequenter gedaan dan in het vorige jaar, maar ook tekstverwerking en het
internet voor communicatie zijn veelgebruikte toepassingen.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 30
1.8 Vooral spelletjes aansluitend op de lesstof worden gebruikt
De helft van de docenten geeft aan dagelijks gebruik te maken van oefeningen en
spelletjes aansluitend op de lesstof, 35% wekelijks. Ict ten behoeve van klassikale uitleg
wordt minder gebruikt. Bijna vier op de tien docenten (37%) maken dagelijks tot
wekelijks gebruik van ict voor klassikale uitleg. Bijna de helft van de docenten maakt
dagelijks tot wekelijks gebruik van oefeningen en spelletjes die niet per definitie
aansluiten op de lesstof.
23 | Q8920 po:Hoe vaak komt een van de volgende vormen van inzet van ict binnen uw
onderwijs voor?
22
50
15
15
35
32
7
5
18
8
3
14
47
6
20
1
0
1
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Ict voor klassikale uitleg
Oefeningen en spelletjes
aansluitend op de lesstof
Oefeningen en spelletjes die niet
per se aansluiten op de lesstof
dagelijks wekelijks maandelijks enkele keren per jaar (bijna) nooit weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 31
Onderstaande grafiek maakt duidelijk hoe vaak er gemiddeld per week gebruik gemaakt
wordt van deze vormen van inzet van ict binnen het onderwijs. Oefeningen en spelletjes
aansluitend op de lesstof zijn duidelijk het populairst. Deze vorm wordt gemiddeld drie
keer per week ingezet binnen het primair onderwijs. ict voor klassikale uitleg en het
gebruik van oefeningen en spelletjes die niet aansluiten op de lesstof worden minder vaak
gebruikt (respectievelijk 1,3 en 1,1 keer per week).
24 | Q8920 vo: Hoe vaak komt een van de volgende vormen van inzet van ict binnen uw
onderwijs voor? (wekelijks gemiddelde)
2,9
1,31,1
1
2
3
4
5
6
7
Oefeningen en spelletjes aansluitend op de
lesstof
Ict voor klassikale uitleg Oefeningen en spelletjes die niet per se
aansluiten op de lesstof
wekelijks gemiddelde
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 32
1.8.1 Limiet lager binnen primair onderwijs
Dit jaar hebben we docenten ondervraagd over de limiet voor effectief gebruik van ict in
het onderwijs.
Over het algemeen zien we dat docenten binnen het primair onderwijs de limiet voor het
effectief gebruik van ict in het onderwijs lager leggen dan de docenten binnen het
voortgezet en het beroepsonderwijs.
Het maximale aantal uren per week dat een leerling gebruik maakt van een computer of
internet voor schooltaken ligt in het primair onderwijs gemiddeld op 5 uur tegenover 10
uur in het voortgezet onderwijs en 11,7 uur in het beroepsonderwijs.
Docenten binnen het primair onderwijs vinden dat scholieren niet meer dan 6,8 uur per
week achter de computer zouden moeten werken. Dit gemiddelde ligt hoger binnen het
voortgezet onderwijs (11,6 uur) en het beroepsonderwijs (15,3 uur).
25 | Q8930 Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs?
6,8
5
11,6
10
15,3
11,7
0 5 10 15 20 25 30 35 40
aantal uur per week dat een student
op school achter de computer
werkt
aantal uur per week dat een student
thuis gebruikmaakt van computer
of internet voor schooltaken
mbo
vo
po
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 33
De limiet met betrekking tot het aantal lessen waarin ict nog effectief zou worden ingezet,
ligt volgens de docenten in het primair onderwijs op 40%. Binnen het voortgezet
onderwijs zou in 45% van de lessen nog effectief ict toegepast kunnen worden. Bij het
beroepsonderwijs is dit 47%.
26 | Q8930 Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het
onderwijs?Percentage van de lessen waarin ict wordt toegepast
39,7
45,147,4
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
percentage van de lessen waarin ict wordt toegepast
%
po vo mbo
B
ron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 34
Zowel binnen het voortgezet onderwijs als binnen het beroepsonderwijs is het maximale
aantal computers in de klas ongeveer twintig. Binnen het primair onderwijs vindt men
tien computers per klas al maximaal.
27 | Q8930 Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs?
Aantal computers of laptops per klas
9,6
20,1 20,4
0
5
10
15
20
25
aantal computers of laptops in de klas
po vo mboB
ron: TNS NIPO, 2009
1.8.2 Ondersteuning informatievaardigheden grootst binnen beroepsonderwijs
Dit jaar zijn we voor het eerst ingegaan op de ondersteuning die docenten leerlingen
bieden bij het verwerven van vaardigheden die nodig zijn voor het werken met ict,
omgaan met informatie en veilig omgaan met internet.
Binnen het primair onderwijs wordt gemiddeld minimaal een keer per week
ondersteuning geboden bij het bedienen van de computer (1,5 keer ), het uitvoeren van
zoekopdrachten (1 keer) en ergonomisch verantwoord werken met de computer (1 keer).
Binnen het voortgezet onderwijs wordt er minder ondersteuning geboden. Slechts bij het
aannemen van een kritische houding tegenover gevonden informatie wordt er minstens
een keer per week binnen de lessen ondersteuning geboden (1,1 keer). Ondersteuning bij
het uitvoeren van zoekopdrachten komt ook nagenoeg wekelijks voor (0,9 keer).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 35
Binnen het beroepsonderwijs wordt bij vrijwel alle bevraagde vaardigheden minimaal 1
keer per week ondersteuning geboden door de docenten, behalve bij omgang met virus,
spams, pop-ups (0,7 keer per week).
28 | Q8940 Hoe vaak biedt u tijdens uw lessen leerlingen ondersteuning bij het
verwerven van de volgende vaardigheden (gemiddelde per week)
0,8
0,5
0,8
0,9
1
0,7
1,5
1
0,7
0,3
0,6
0,5
0,7
1,1
0,9
0,7
0,6
0,4
0,6
0,4
1,2
1,2
1,4
1,5
1,5
1
1,3
1,1
1
0,7
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 1,4 1,6
bepalen welke internetbronnen het
geschiktst zijn voor een opdracht
het ordenen van digitale informatie
het zoekproces bijsturen op basis
van gevonden resultaten
een kritische houding tegenover
gevonden informatie
zoekopdrachten uitvoeren
respecteren van omgangsvormen
bij electronische communicatie
bedienen van de computer en
beschikbare randapparatuur
ergonomisch verantwoord werken
met computer
respect voor intellectueel
eigendom van anderen
omgang met virus, spams, pop-ups
po vo mbo
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 36
2 Ambities voor de toekomst blijven positief
Docenten in alle ondervraagde onderwijstypen verwachten net als vorig jaar een flinke
stijging van het computergebruik in de lessen. In het voortgezet onderwijs wordt de
kleinste stijging verwacht. Docenten zijn net als vorig jaar positief over het ict-gebruik in
de toekomst, maar de verwachte stijging is nog niet naar voren gekomen als
daadwerkelijke stijging van het computergebruik in de les (zie figuren 7 en 8). Ieder jaar
lijken docenten een te hoge inschatting te maken van het toekomstig ict gebruik binnen
het onderwijs.
2.1 Docenten verwachten net als ieder jaar stijging computergebruik
Momenteel maakt iets meer dan de helft van de docenten in het primair onderwijs meer
dan vijf uur per week gebruik van computers in het onderwijs (55%). Verwacht wordt dat
dit aantal over drie jaar gestegen zal zijn naar twee derde (68%).
29 | Q50 en Q160 po: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week
0
16
29 28
14
4
9
25
20 21 20
13 14
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2 uur
per week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer
%
Nu Over drie jaar
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 37
De intensiteit van computergebruik in de lessen in het voortgezet onderwijs ligt lager dan
bij het primair onderwijs. Het toekomstbeeld van de docenten in het voortgezet onderwijs
is wel vergelijkbaar, in de zin dat men een flinke stijging verwacht. Wel blijft het
verwachte computergebruik in de toekomst lager dan dat van de docenten in het primair
onderwijs. Zo verwacht 58% dat in de komende jaren vijf uur of meer gebruik gemaakt
gaat worden van computers, tegenover 68% in het primair onderwijs.
30 | Q50 en Q160 vo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week
1
37
31
15
75
31
4
9
27 27
14
8
4 5
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2 uur
per week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer Weet niet
%
Nu Over drie jaar
Bron: TNS NIPO, 2009
Momenteel maakt een derde van de docenten minimaal vijf uur per week gebruik van
computers in het onderwijs (31%). Verwacht wordt dat dit aantal over drie jaar bijna
verdubbeld is, naar 58%.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 38
31 | Q50 en Q160 mbo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week
1
14
31
25
16
6 6
11
6
1922
1715 14
7
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Geen Minder dan 2
uur per week
2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 20 uur of meer Weet niet
%
Nu Over drie jaar
Bron: TNS NIPO, 2009
Momenteel geeft iets meer dan de helft van de docenten in het beroepsonderwijs aan dat
zij vijf uur of meer per week gebruik maken van de computer in de lessen (54%). Ook
deze docenten verwachten dat het computergebruik over drie jaar gestegen zal zijn.
Verwacht wordt dat drie kwart van de docenten dan minstens vijf uur per week de
computer zal inzetten bij het lesgeven. Deze cijfers komen het meest overeen met de
verwachting van de docenten in het primair onderwijs.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 39
2.2 Hardware en software heeft in alle sectoren prioriteit
Bij de invoering van ict in het onderwijs zijn vier aandachtsvelden te onderscheiden:
� apparatuurvoorzieningen/ ict-infrastructuur;
� educatieve software;
� kennis en vaardigheden (de eigen deskundigheid van de docent);
� visie op het gebruik van ict (onderwijsopvattingen).
De docenten in het voortgezet onderwijs zouden vooral prioriteit willen geven aan ict-
infrastructuur. In het beroepsonderwijs heeft volgens leraren educatieve software de
hoogste prioriteit om verdere ontwikkeling van ict-gebruik in het onderwijs te realiseren.
In het primair onderwijs wil men graag dat er aandacht besteed wordt aan beide
aandachtsgebieden.
2.2.1 Educatieve software en ict-infrastructuur prioriteit in primair onderwijs
Om in de toekomst goed gebruik te kunnen maken van ict in de lessen, zou er volgens de
docenten in het primair onderwijs op dit moment vooral aandacht moeten worden
geschonken aan educatieve software (30%) en aan de ict-infrastructuur (31%). Dit is
onveranderd ten opzichte van vorig jaar. Dit komt net zoals vorig jaar overeen met de
redenen waarom docenten in het primair onderwijs momenteel nog geen gebruik maken
van ict in de les (n=17): deze groep ondervraagden gaf vooral het gebrek aan computers
aan en de slechte aansluiting van de software op de methode.
32 | Q162 po: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen?
23
45
12
18
33 32
14
18
33 32
14
19
38
20
16
23
2932
19 19
31 30
17
23
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Ict-infrastructuur Programmatuur/educatieve
software
Kennis en vaardigheden Visie op het gebruik van ict
%
2003
2004
2005
2006
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 40
2.2.2 Voortgezet onderwijs prioriteit zou moeten liggen bij ict-infrastructuur
In het voortgezet onderwijs geven de docenten aan met name prioriteit te willen geven
aan ict-infrastructuur (40%). Op de tweede plaats volgt educatieve software (28%). Een
vijfde van de docenten in het voortgezet onderwijs geeft aan visie op het gebruik van ict
prioriteit te willen geven (19%), terwijl een op de acht (13%) aangeeft dat de eigen
deskundigheid van de docenten de hoogste prioriteit verdient.
33 | Q162 vo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen?
33 34
11
23
39
30
6
23
3026
24
20
49
2118
12
39
25
12
21
40
28
13
19
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Ict-infrastructuur Programmatuur /educatieve software Kennis en vaardigheden Visie op het gebruik van ict
%
2003 2004 2005 2006 2008 2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Wanneer we kijken naar de afgelopen metingen, zien we een duidelijke terugloop van het
belang van educatieve software tot en met 2006. Sinds 2008 is deze terugloop
gestagneerd. De aanschaf van apparatuur staat nog steeds bovenaan het prioriteitenlijstje.
Als het aan de docenten ligt, krijgt de ontwikkeling van eigen deskundigheid minder
prioriteit dan de overige aandachtsgebieden.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 41
2.2.3 Beroepsonderwijs geeft hoogste prioriteit aan educatieve software
In het beroepsonderwijs is een duidelijke verandering te zien in de prioriteiten voor de
aandachtsgebieden. Er is een forse stijging te zien in het aantal docenten dat vindt dat
educatieve software de hoogste prioriteit verdient waardoor dit aandachtsgebied op de
eerste plaats komt. Vorig jaar was dit nog het aandachtsgebied visie op het gebruik van
ict. Dit jaar vinden echter aanzienlijk minder docenten dat dit gebied de hoogste prioriteit
moet krijgen.
34 | Q162 mbo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen?
22
28
14
33
27
43
13
18
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Ict-infrastructuur Programmatuur/educatieve software Kennis en vaardigheden Visie op het gebruik van ict
%
2008 2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 42
2.3 Beleidsplan meestal aanwezig
In de meeste gevallen is er een beleidsplan voor ict-gebruik aanwezig op de verschillende
onderwijsinstellingen. In het primair onderwijs wordt dit plan het vaakst ook
daadwerkelijk uitgevoerd.
35 | Q8004: Welke van de volgende omschrijvingen is het meest van toepassing op het
ict-beleid van uw school/instelling?
1419 21
9
2230
30
34 31
26
29
23
49 34 33
57
38 31
812 15
8 1116
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
po vo mbo po vo mbo
2009 2008
%
helemaal geen beleidsplan beleidsplan aanwezig, maar wordt niet gebruikt beleidsplan aanwezig en uitgevoerd weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
In het primair onderwijs geven de minste docenten aan dat er helemaal geen beleidsplan
is. Circa een derde van de docenten van de onderwijstypen geeft aan dat er wel een
beleidsplan is, maar dat het niet gebruikt wordt.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 43
3 In primair onderwijs tevredenheid over de toereikendheid van ict-voorzieningen gestabiliseerd en behoefte aan ondersteuning verminderd
In dit hoofdstuk gaan we in op de ict-infrastructuur. Docenten zijn redelijk kritisch over
de toereikendheid van de ict-voorzieningen. Nog steeds is er behoefte aan meer
computers en meer bruikbaar materiaal om beter te kunnen functioneren.
3.1 Docenten op primair onderwijs meest tevreden over toereikendheid ict-voorzieningen
Ruim een derde van de docenten in het primair onderwijs vindt de ict-voorzieningen op
hun school uitstekend of goed (34%) toereikend om als docent goed te kunnen
functioneren. In het voortgezet onderwijs (16%) en het beroepsonderwijs (19%) liggen
deze percentages lager. De percentages docenten die de voorzieningen matig of slecht
vinden, liggen in deze onderwijstypen dan ook hoger (vo: 49% matig of slecht, mbo: 52%
matig of slecht). Nog geen drie op de tien docenten in het primair onderwijs vinden de
ict-voorzieningen matig of slecht (28% matigof slecht).
36 | Q70: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw
functioneren als docent?
2 2 0
711
11
21
38 41
36
32 29
26
13 18
83
1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
po vo mbo
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 44
In onderstaande grafieken zetten we de resultaten van het primair onderwijs en het
voortgezet onderwijs af tegen de voorgaande metingen. We zien met name bij het primair
onderwijs een gunstige ontwikkeling, waarbij er in 2006 een kritische houding onder
docenten zichtbaar is.
37 | Q70 po: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw
functioneren als docent?
93 3 1 2
10
4 67
23
37
28
23
28 32
32
22
21
33
37
3233
38
46 36
16
2515
24
7
23
26
48
16
4 58
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
In 2008 is drie kwart van de docenten binnen het primair onderwijs tevreden over de
toereikendheid van de ict-voorzieningen. Sinds 2006 zien we een behoorlijke toename
van het aantal docenten dat tevreden is met de toereikendheid van de ict-voorzieningen.
In 2006 is nog niet de helft (45%) van de docenten tevreden. De toename van het aantal
docenten dat de toereikendheid van de ict-voorzieningen voldoende, goed of uitstekend
beoordeelt, lijkt zich ondanks een minimale daling te stabiliseren (74% in 2008 en 70% in
2009). Dezelfde trend zien we in gunstig opzicht voor het aantal ontevreden docenten
binnen het primair onderwijs. Van 2006 op 2008 zien we een daling die zich in 2008 lijkt
te stabiliseren (2006: 55%, 2008: 25% en 2009: 28%).
Tevens valt op dat docenten dit jaar een meer uitgesproken mening hebben: 2009 laat ten
opzichte van 2008 zowel een lichte stijging zien in het aantal docenten zeer ontevreden
docenten (3% in 2008 naar 7% in 2009).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 45
38 | Q70 vo: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw
functioneren als leraar?
4 2 1 2 2
10
29
18 1610 11
34
4138
3733
3438
25 3333
2631 37
32
2114
14 15 1315 13
5 8 65
62
3
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Van 2005 tot 2008 nam het aantal tevreden (uitstekend, goed, voldoende) docenten
binnen het voortgezet onderwijs toe (2005: 46%, 2006: 50%, 2008: 54%). Hoewel er
sinds 2003 sprake was van een daling in het aantal docenten dat de toereikendheid van de
ict-voorzieningen matig vindt, lijkt dit nu te stagneren (2008: 34%, 2009: 38%).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 46
3.1.1 Ict-materiaal in primair onderwijs vaak verkregen via de lesmethode of
internet
In het primair onderwijs wordt het meeste ict-materiaal verkregen via de lesmethode
(64%) of door zelf op internet te zoeken (64%), gevolgd door collega’s (55%) en
Kennisnet (51%).
In het voortgezet onderwijs zijn internet (70%) en het lesboek (64%) ook de twee meest
genoemde bronnen van ict-materiaal. In het beroepsonderwijs ontwikkelen de meeste
docenten zelf ict-materiaal of zij bewerken bestaand materiaal (54%) of zoeken zij op
internet (51%). Daarnaast is het lesboek ook een populaire informatiebron van ict-
materiaal binnen het beroepsonderwijs (47%).
39 | Q80030: Tabel: Hoe verkrijgt u uw ict-lesmateriaal?
po vo Mbo
2008 2009 2008 2009 2008 2009
% % % % % %
� ict-materiaal wordt bij lesboek
geleverd
63 64 66 64 46 47
� zelf zoeken op internet 52 64 68 70 46 51
� via Kennisnet 49 51 27 31 19 16
� via collega’s 48 55 36 41 37 40
� zelf ontwikkelen of
bestaand materiaal bewerken
18 26 45 51 52 54
� via ict-coördinator 2 - - - 1 -
� via de website (van uitgever) - - 1 - 1 -
� anders 3 8 1 5 5 2
� weet niet 3 2 1 0 2 1
Bron: TNS NIPO, 2009
In vergelijking met vorig jaar is er binnen het primair onderwijs sprake van een stijging in
het gebruik van internet als informatiebron (2008: 52%, 2009: 64%). Tevens wordt er
vaker gebruik gemaakt van zelf ontwikkeld materiaal (18% naar 26%).
In het voortgezet onderwijs zien we ook dat er veel materiaal zelf ontwikkeld wordt
(51%) en dat er veel materiaal via collega’s wordt verkregen (41%).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 47
3.1.2 Behoefte aan ondersteuning over algemeen gedaald t.o.v. 2008
In onderstaande tabellen zien we welke ondersteuning de docenten in de verschillende
onderwijstypen het liefst zien of het hardst nodig hebben.
40 | Q150 po: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten
primair onderwijs 2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
(zeer) grote behoefte % % % % % % %
� programma’s waarmee leerlingen
zelfstandig kunnen werken
81 79 77 78 81 76 68
� 2001-2008: extra computers of andere
computervoorzieningen/2009: extra
computers zoals laptops
64 53 65 66 71 75 67
� een bruikbaar computerprogramma dat
hulp biedt bij het afnemen en nakijken van
toetsen
-1 - - - - 64 62
� meer bruikbaar lesmateriaal voor
computergebruik
- - 67 68 72 73 61
� directe deskundige hulp als de computers
of het netwerk haperen
72 59 74 77 72 75 58
Bron: TNS NIPO, 2009
Binnen het primair onderwijs valt op dat alle percentages lager zijn dan vorig jaar. Er lijkt
dus sprake van een afname in de behoefte van docenten aan ondersteuning. Programma’s
waarmee leerlingen zelfstandig kunnen werken, blijven, ondanks een daling ten opzichte
van 2008, hoog in het lijstje ondersteuningsbehoeften staan (68%). Directe deskundige
hulp bij computerproblemen lijkt minder hard nodig dan vorig jaar (2008: 75%, 2009:
58%). Hetzelfde geldt voor de behoefte aan meer bruikbaar lesmateriaal voor
computergebruik (2008: 73%, 2009: 61%) en extra computers (2008: 75%, 2009: 67%).
Wel is de behoefte aan een bruikbaar programma dat hulp biedt bij het afnemen en
nakijken van toetsen stabiel (2008: 64%, 2009: 62%).
1 De top 5 is dit jaar veranderd. Dit antwoord is mogelijk wel genoemd in voorgaande
jaren.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 48
41 | Q150 vo: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten
voortgezet onderwijs 2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
(zeer) grote behoefte % % % % % % %
� 2001-2008: extra computers of andere
computervoorzieningen/2009: extra
computers zoals laptops
70 60 70 75 72 72 66
� meer bruikbaar lesmateriaal voor
computergebruik
75 67 71 79 67 72 66
� computerprogramma’s waarmee
leerlingen zelfstandig kunnen werken
82 67 73 74 74 70 62
� goede voorbeelden van ict en didactiek - - - - - 68 60
� directe deskundige hulp als computers of
netwerk haperen
77 58 76 75 79 68 56
Bron: TNS NIPO, 2009
Ook in het voortgezet onderwijs lijkt er in het algemeen sprake van een verminderde
behoefte aan ondersteuning. De behoefte aan extra computers en meer ict-lesmateriaal is
nog steeds het grootst (beide 66%). Daarnaast hebben docenten behoefte aan
computerprogramma’s waarmee leerlingen zelfstandig kunnen werken (62%) en aan
goede voorbeelden van ict en didactiek (60%). De behoefte aan directe deskundige hulp
als computers of netwerk haperen, zit nog steeds in de top 5, maar is sterk gedaald ten
opzichte van 2008 (2008: 68%, 2009: 56%).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 49
42 | Q150 mbo: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten
beroepsonderwijs 2008 2009
(zeer) grote behoefte % %
� directe deskundige hulp als de computers of het
netwerk haperen
67 68
� meer bruikbaar lesmateriaal voor computergebruik
(content)
65 66
� goede voorbeelden van ict en didactiek 58 62
� betere afstemming tussen ict-voorzieningen voor
schooladministratie en de programmatuur voor
onderwijsdoeleinden waar leraren en
leerlingen/studenten gebruik van maken
60 59
� extra computers of andere computervoorzieningen
(2008)/extra computers zoals laptops (2009)
64 58
Bron: TNS NIPO, 2009
Over het algemeen is de behoefte aan ondersteuning binnen het beroepsonderwijs stabiel.
Directe deskundige hulp bij computerproblemen is in het beroepsonderwijs de grootste
behoefte (68%), gevolgd door meer bruikbaar lesmateriaal (66%) en goede voorbeelden
van ict en didactiek (62%). Daarnaast heeft een groot deel van de docenten behoefte aan
extra computers (58%). Vorig jaar was de behoefte aan programma’s waarmee leerlingen
zelfstandig kunnen werken het grootst (68%). Deze behoefte is dit jaar sterk gedaald
(55%) en behoort niet tot de top 5 van 2009.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 50
3.1.3 Nog steeds grote behoefte aan het vindbaar maken van digitaal
leermateriaal voor het onderwijs
Al ruim tien jaar geven veel docenten aan behoefte te hebben aan meer bruikbare digitale
leermaterialen. Sinds 2008 vragen we de docenten wat er volgens hen moet gebeuren om
te voorzien in deze behoefte.
43 | Q800100 po: Wat moet volgens u gebeuren om te voorzien in de behoefte aan
bruikbare digitale leermaterialen? (top 6)
Po
2008 2009
% %
� beschikbare digitale leermaterialen voor het onderwijs vindbaar maken 37 46
� meer digitale leermaterialen via Kennisnet beschikbaar stellen 40 44
� gebruik maken van open source software zonder kosten 47 43
� inzichtelijk maken welke digitale leermaterialen het beste passen bij een bepaalde
manier van lesgeven
46 40
� onderzoeken met welke digitale leermaterialen leerlingen beter presteren 49 36
� een kwaliteitskeurmerk voor digitale leermiddelen toepassen 30 32
Bron: TNS NIPO, 2009
In het primair onderwijs vindt bijna de helft (46%) van de docenten dat om te voorzien in
de behoefte aan bruikbare digitale leermaterialen de beschikbare digitale leermaterialen
voor het onderwijs vindbaar gemaakt moeten worden. Vorig jaar deelde slechts 37% deze
mening.
De behoefte aan meer digitale leermaterialen via Kennisnet is redelijk hoog, maar
onveranderd ten opzichte van 2008. Ook het gebruik van open source software zonder
kosten scoort hoog in de top 6 (2008: 47%, 2009: 43%).
Tevens hebben veel docenten het idee dat om te voorzien in de behoefte aan bruikbare
digitale leermaterialen het van belang is inzichtelijk te maken welke digitale
leermaterialen het beste passen bij een bepaalde manier van lesgeven (2008: 46%, 2009:
40%).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 51
44 | Q800100 vo: Wat moet volgens u gebeuren om te voorzien in de behoefte aan
bruikbare digitale leermaterialen? (top 6)
Vo
2008 2009
% %
� beschikbare digitale leermaterialen voor het onderwijs vindbaar maken 43 47
� leraren meer faciliteiten geven om zelf te ontdekken welke digitale leermiddelen
het beste passen bij de eigen manier van lesgeven
34 42
� gebruik maken van open source software zonder kosten 45 41
� onderzoeken met welke digitale leermaterialen leerlingen beter presteren 40 39
� inzichtelijk maken welke digitale leermaterialen het beste passen bij een bepaalde
manier van lesgeven
34 37
� meer digitale leermaterialen via Kennisnet beschikbaar stellen 31 33
Bron: TNS NIPO, 2009
Docenten binnen het voortgezet onderwijs noemen ook het vaakst het vindbaar maken
van digitale leermaterialen (47%). Daarnaast vinden zij dat leraren meer faciliteiten
zouden moeten krijgen om zelf te ontdekken welke middelen het beste passen bij de
eigen manier van lesgeven (42%) en dat er gebruik gemaakt moet kunnen worden van
kosteloos open source software (41%).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 52
45 | Q800100 mbo: Wat moet volgens u gebeuren om te voorzien in de behoefte aan
bruikbare digitale leermaterialen? (top 6)
Mbo
2008 2009
% %
� beschikbare digitale leermaterialen voor het onderwijs vindbaar maken 35 47
� transparant maken voor welke leerdoelen digitale leermaterialen bedoeld zijn 30 42
� leraren meer faciliteiten geven om zelf te ontdekken welke digitale leermiddelen
het beste passen bij de eigen manier van lesgeven
31 37
� gebruik maken van open source software zonder kosten 42 35
� meer digitale leermaterialen via Kennisnet beschikbaar stellen 38 32
� een kwaliteitskeurmerk voor digitale leermiddelen toepassen 20 28
� onderzoeken met welke digitale leermaterialen leerlingen beter presteren 37 28
Bron: TNS NIPO, 2009
Ook in het beroepsonderwijs wordt het vindbaar maken van beschikbare digitale
leermaterialen het vaakst genoemd (47%). Dit percentage is gegroeid ten opzichte van
vorig jaar (35%).
Binnen het beroepsonderwijs vindt men het ook van groot belang dat het transparant
wordt gemaakt voor welke leerdoelen digitale leermiddelen bedoeld zijn (42%). Net als
in het voortgezet onderwijs vinden de docenten in het beroepsonderwijs het nodig leraren
meer faciliteiten te geven om zelf te ontdekken welke leermiddelen het beste passen bij
de eigen manier van lesgeven (37%).
De rol van Kennisnet wordt vooral in het primair onderwijs genoemd (44%). In het
voortgezet en beroepsonderwijs wordt Kennisnet door drie op de tien docenten genoemd.
Uiteraard zijn er zeer veel verschillende antwoorden gegeven op deze vraag. Voor de
complete lijst met antwoorden wordt verwezen naar de tabellen in de bijlage.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 53
4 Docenten primair onderwijs vinden meeste steun bij ontwikkeling ict-vaardigheden zowel van collega’s, de ict-afdeling als in de vorm van cursussen
Docenten verwachten dat het aandeel van digitale materialen verder toe zal nemen. Het
aantal leraren dat de eigen vaardigheden in het gebruik van ict in het onderwijs als
gevorderd beoordeelt, groeit.
4.1 Kantoortoepassingen belangrijk voor onderwijs
E-mail, methodegebonden software en kantoortoepassingen zijn net zoals voorgaande
jaren de computerprogramma’s die het meest gebruikt worden door de drie
onderwijstypen. Mailprogramma’s lijken in het voortgezet en beroepsonderwijs minder
vaak gebruikt te worden dan vorig jaar. Opvallend is de forse toename van het gebruik
van specifieke software in het primair onderwijs.
46 | Q8005: Tabel software (gemiddeld gebruik per week)
Po vo Mbo
2008 2009 2008 2009 2008 2009
� mailprogramma 2,3 2,1 3,4 2,6 3,7 3,1
� leerboek of methodegebonden software 1,8 2,3 1,2 1,1 1,3 1,2
� kantoortoepassingen (bv. tekstverwerking,
presentatiesoftware)
1,7 2,1 2,4 2,7 2,7 3,1
� software om samen aan taak te werken (bv.
Wiki, Googledocs, Blog)
0,4 0,3 0,3 0,5 0,3 0,5
� specifieke software voor oefenen van leerstof 0,4 2,7 0,3 0,7 0,5 1,2
� grafische software (bv. fotosoftware,
videosoftware)
0,3 0,5 0,4 0,6 0,7 0,8
� simulaties (bv. voor nabootsen van proefjes) 0,2 0,2 0,3 0,3 0,4 0,5
� games - 0,4 - 0,2 - 0,3
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 54
Vorig jaar vonden ongeveer evenveel docenten in het primair onderwijs de
software/website behorende bij de methode en Ambrasoft het waardevolst. Dit jaar zijn er
aanzienlijk meer docenten die het digitale schoolbord het waardevolst vinden voor hun
onderwijs (20%, 2008: 4%).
In 2008 hebben we voor het eerst gevraagd welk computerprogramma of digitale content
docenten het waardevolst vinden voor het onderwijs. Deze vraag hebben we dit jaar
herhaald, maar met behulp van antwoordcategorieën in plaats van een open vraag.
Vanwege deze trendbreuk is vergelijking met vorig jaar echter niet mogelijk.
Software/website behorende bij de methode wordt in het primair onderwijs en het
voortgezet onderwijs het vaakst het waardevolst gevonden. Het computerprogramma
Microsoft Office komt in het voortgezet onderwijs op de tweede plaats en in het
beroepsonderwijs op de eerste plaats. Internet of website wordt ook binnen het voortgezet
onderwijs en het beroepsonderwijs door veel docenten het waardevolst gevonden.
47 | Q80060: Welk computerprogramma of digitale content vindt u voor uw onderwijs het
waardevolst?
po vo Mbo
% % % % % %
2008 2009 2008 2009 2008 2009
� software/website behorende bij
methode
14 21 9 21 2 17
� digitale schoolbord 4 20 1 7 - 1
� zoekmachines 3 1 0 4 1 4
� Ambrasoft 12 12 - - - -
� Kennisnet 7 8 2 2 1 5
� Veilig Leren Lezen 6 5 - 0 - -
� leerlingvolgsysteem 5 9 2 2 3 6
� elektronische leeromgeving - 1 - 15 - 19
� internet, website 3 5 8 16 8 11
� Microsoft Office (in het algemeen,
2008)/ Microsoft Office (bijv. Word,
PowerPoint, Excel, 20092)
- 5 5 19 8 28
Bron: TNS NIPO, 2009
De meerwaarde van de programma’s die genoemd worden, zit vooral in het zelfstandig
kunnen werken door leerlingen en het op een aantrekkelijke manier kunnen oefenen met
leerstof en programma’s.
2 In 2008 waren ‘PowerPoint’ en ‘Word’ aparte antwoordcategorieën.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 55
4.2 Meeste leerkrachten voldoende op de hoogte van computertoepassingen die in onderwijs gebruikt kunnen worden
Twee derde van de docenten in het primair onderwijs (66%) zegt voldoende tot
uitstekend op de hoogte te zijn van de mogelijkheden voor ict-inzet bij het onderwijs.
Docenten in het voortgezet onderwijs zijn over het algemeen iets minder goed op de
hoogte dan hun collega’s in het primair onderwijs. Meer dan de helft van de docenten
(59%) geeft aan (meer dan) voldoende op de hoogte te zijn van de mogelijkheden van ict
in de les.
48 | Q90: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw
onderwijs zou kunnen gebruiken?
1 0
5 83
30
33 44
44 36
36
1619
17
4 4
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
po vo mbo
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Docenten in het beroepsonderwijs zijn net zoals vorig jaar over het algemeen slechter op
de hoogte van de mogelijkheden van ict in de lessen dan hun collega’s in het primair en
voortgezet onderwijs.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 56
Onderstaand figuur geeft weer wat de trend in het primair onderwijs is over de periode
2001 tot en met 2009. Sinds 2001 is de mate waarin docenten op de hoogte zijn van de
computertoepassingen die in het onderwijs gebruikt kunnen worden, nagenoeg stabiel.
49 | Q90 po: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij
uw onderwijs zou kunnen gebruiken?
5 61 2 1
5 4
72 1
85
2824 30
32
24
33
30
35
33
41 46
50
39
44
20 3015
1823
1616
64
72 43 2
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 57
In het voortgezet onderwijs is ten opzichte van voorgaande metingen het percentage
docenten dat matig of slecht op de hoogte is van de mogelijkheden van ict in de les
nagenoeg onveranderd (42% in 2008, 41% in 2009).
50 | Q90 vo: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij
uw onderwijs zou kunnen gebruiken?
1 1 04
3 510
3 7 8
3330
22
24
25
35 33
3338
44
43
44
3836
22 23 22
20
20
15 19
67 7
38 4 4
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2001 2003 2004 2005 2006 2008 2009
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 58
De resultaten van het beroepsonderwijs laten een forse verandering zien in het
kennisniveau van de computertoepassingen voor in het onderwijs. Meer dan twee keer zo
veel docenten zijn (meer dan) voldoende op de hoogte van computertoepassingen dan
vorig jaar het geval was (21% in 2008 versus 53% in 2009).
51 | Q90 mbo: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij
uw onderwijs zou kunnen gebruiken?
8
0
35
3
36
44
11
36
917
1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2008 2009
%
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 59
4.2.1 Docenten ook relatief kritisch over eigen vaardigheden
Aan docenten is gevraagd aan te geven in hoeverre zij zichzelf vaardig vinden in
bepaalde ict-vaardigheden. Binnen een 4-puntsschaal kon men kiezen voor ‘helemaal
niet’, ‘basaal’, ‘gevorderd’ en ‘vergevorderd’. Docenten in het primair en voortgezet
onderwijs vinden zichzelf lang niet allemaal deskundig genoeg, vooral docenten in het
beroepsonderwijs zijn kritischer over hun eigen deskundigheid. In deze paragraaf gaan
we in op de vaardigheden van de docenten.
Vorig jaar vonden vier op de tien docenten in het primair onderwijs zichzelf vaardig in
het gebruik van een leerlingvolgsysteem, het gebruik van educatieve programmatuur en
het gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel in het algemeen. Dit jaar is dit
percentage verder toegenomen en vindt iets meer dan de helft zichzelf nu vaardig op deze
gebieden. Ook is er groei te zien in het aantal docenten in het primair onderwijs dat
zichzelf vaardig acht in het organiseren van lessen waarin ict wordt gebruikt en het
integreren van ict in het onderwijs.
52 | Q1201 po: Hoe vaardig zijn docenten in het primair onderwijs in… (gevorderd +
zeer gevorderd)
24
31
45
43
49
51
45
35
42
46
47
54
56
21
32
32
33
33
35
36
42
42
42
45
25
41
42
29
39
40
32
54
53
59
24
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Gebruik van elektronische leeromgeving
Organiseren van lessen waarin ICT wordt gebruikt
Integreren van ICT in het onderwijs
Digitaal lesmateriaal van internet aanpassen voor in de les
Met de klas werken aan project met verschillende ict-toepassingen
Beoordelen bruikbaarheid educatieve programmatuur
Communiceren via ict met leerlingen
Gebruik van computer als didactisch hulpmiddel
Gebruik van educatieve programmatuur
Gebruik van leerlingvolgsysteem
Ict gebruiken voor lesvoorbereiding
%
2005
2006
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 60
In het voortgezet onderwijs zijn docenten het meest bedreven in de communicatie met
leerlingen via ict-middelen (61%), het gebruik van het leerlingvolgsysteem (50%) en het
gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel (48%).
53 | Q1201 vo: Hoe vaardig zijn docenten in het voortgezet onderwijs in… (gevorderd +
zeer gevorderd)
28
38
36
33
39
44
34
39
37
44
37
47
49
49
22
30
30
33
35
35
35
37
40
58
61
36
38
43
50
47
37
39
48
40
61
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Gebruik van elektronische
leeromgeving
Integreren van ICT in het onderwijs
Gebruik van educatieve
programmatuur
Gebruik van leerlingvolgsysteem
Organiseren van lessen waarin ICT
wordt gebruikt
Beoordelen bruikbaarheid
educatieve programmatuur
Digitaal lesmateriaal van internet
aanpassen voor in de les
Gebruik van computer als
didactisch hulpmiddel
Met de klas werken aan project met
verschillende ict-toepassingen
Ict gebruiken voor lesvoorbereiding
Communiceren via ict met
leerlingen
%
2005
2006
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 61
In het beroepsonderwijs is sprake van een algemene toename van vaardigheden met
verschillende ict-toepassingen. De grootste veranderingen zijn te zien op het gebied van
het gebruik van de elektronische leeromgeving en het gebruik van het
leerlingvolgsysteem. Het aantal docenten dat aangeeft hier (zeer) gevorderd mee te zijn,
is toegenomen tot respectievelijk 49% en 36%. Ook zijn er aanzienlijk meer docenten die
aangeven vaardig te zijn met het organiseren van lessen waarin ict gebruikt wordt.
54 | Q1201 mbo: Hoe vaardig zijn docenten in het beroepsonderwijs in… (gevorderd +
zeer gevorderd)
68
60
46
38
37
36
34
34
31
29
16
72
58
50
38
34
40
50
36
49
36
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Communiceren via ict met
leerlingen
Ict gebruiken voor lesvoorbereiding
Met de klas werken aan project met
verschillende ict-toepassingen
Gebruik van computer als
didactisch hulpmiddel
Digitaal lesmateriaal van internet
aanpassen voor in de les
Beoordelen bruikbaarheid
educatieve programmatuur
Integreren van ICT in het onderwijs
Organiseren van lessen waarin ICT
wordt gebruikt
Gebruik van educatieve
programmatuur
Gebruik van elektronische
leeromgeving
Gebruik van leerlingvolgsysteem
%
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 62
4.2.2 Docenten in beroepsonderwijs meer behoefte aan ondersteuning
De meeste steun bij het ontwikkelen van ict-vaardigheden ervaren docenten van
collega’s. Verder biedt de school in veel gevallen mogelijkheden voor het volgen van
cursussen (po: 53%, vo: 41%, mbo: 38%).
55 | Q80110: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen?
69
53
44
9
36
50
4138
11 11
5
50
38
31
22
11
1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
hulp van collega's mogelijkheden voor
cursussen
samenwerking met
ict-afdeling die uitleg
geeft
geen, maar heb wel
de behoefte
geen, maar heb ook
geen behoefte
anders
%
po vo mbo
Bron: TNS NIPO, 2009
In het beroepsonderwijs krijgt een op de vijf docenten net zoals vorig jaar nog steeds
geen ondersteuning, terwijl hij of zij daar wel behoefte aan heeft (22%). In de andere
sectoren ligt dit percentage lager: po 9%, vo 11%.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 63
In vergelijking met 2008 zien we dat men in het primair onderwijs steeds vaker de hulp
van een collega inschakelt.
56 | Q80110 po: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen?
60
53
38
9
7
3
69
53
44
9
3
6
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
hulp van collega's
mogelijkheden voor cursussen
samenwerking met ict-afdeling die
uitleg geeft
geen, maar heb wel de behoefte
geen, maar heb ook geen behoefte
anders
%
2008
2009
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 64
In het voortgezet onderwijs zien dit jaar nauwelijks veranderingen ten opzichte van vorig
jaar als het gaat om de steun die men ontvangt voor de ontwikkeling van ict-
vaardigheden.
57 | Q80110 vo: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen?
51
47
39
13
9
2
50
41
38
11
11
5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
hulp van collega's
mogelijkheden voor cursussen
samenwerking met ict-afdeling die
uitleg geeft
geen, maar heb wel de behoefte
geen, maar heb ook geen behoefte
anders
%
2008
2009
Voortgezet Onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 65
Ook binnen het beroepsonderwijs zien we dit jaar een vergelijkbaar beeld met 2008. We
zien wel een toename in de samenwerking met de ict-afdeling voor uitleg om de ict-
vaardigheden onder leerkrachten te ontwikkelen.
58 | Q80110 mbo: Welke steun ontvangt u vanuit school om uw ict-vaardigheden te
ontwikkelen?
48
38
24
22
13
50
38
31
22
11
1
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
hulp van collega's
mogelijkheden voor cursussen
samenwerking met ict-afdeling die
uitleg geeft
geen, maar heb wel de behoefte
geen, maar heb ook geen behoefte
anders
%
2008
2009
Beroepsonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 66
4.3 In beroepsonderwijs verwacht men over 3 jaar meer digitale leermiddelen dan boeken
Momenteel wordt in het beroepsonderwijs het meest gebruik gemaakt van digitale
leermiddelen. In alle onderwijsvormen verwachten docenten dat het gebruik van boeken
af zal nemen en dat de digitale leermiddelen steeds meer ingezet zullen worden.
59 | Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is digitaal?
En hoe ziet die verdeling er volgens u over drie jaar uit?
85
66
83
64 64
47
15
34
17
36 36
53
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
nu over drie jaar nu over drie jaar nu over drie jaar
%
digitaal
boeken
po mbovo
Bron: TNS NIPO, 2009
In het beroepsonderwijs denken de docenten dat over drie jaar het merendeel van het
lesmateriaal digitaal is (53% digitaal, 47% boeken). In primair en voortgezet onderwijs
zien docenten in de toekomst nog steeds twee derde van het lesmateriaal in de vorm van
boeken. Het aandeel digitale leermiddelen is volgens hen over drie jaar wel ruim
verdubbeld (po: van 15% nu naar 34% over drie jaar, vo: van 17% nu naar 36% over drie
jaar).
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 67
Ten opzichte van vorig jaar zien we geen veranderingen in de verhouding van
schriftelijke leermiddelen en digitale leermiddelen.
60 | Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is digitaal?
Huidige verdeling
87 85 84 83
65 64
13 15 16 17
35 36
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2008 2009 2008 2009 2008 2009
PO VO MBO
%
digitaal
boeken
B
ron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 68
Ook de verwachting van de hoeveelheid digitale leermiddelen ten opzichte van de
hoeveelheid schriftelijke leermiddelen over 3 jaar is nagenoeg onveranderd.
61 | Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is digitaal?
Verwachting over drie jaar
69 66 64 64
47 47
31 34 36 36
53 53
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2008 2009 2008 2009 2008 2009
PO VO MBO
%
digitaal
boeken
Bron: TNS NIPO, 2009
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371| TNS NIPO | februari 2009 69
Samenvatting
Op de meeste scholen krijgen docenten ruimte om met ict in het onderwijs te
experimenteren. Het computergebruik in de lessen bevindt zich volgens leraren steeds
meer in een (ver)gevorderd stadium. In vergelijking met voorgaande metingen is de
ontwikkeling in frequentie van ict-gebruik voor het eerst sinds jaren gestabiliseerd.
Docenten in het primair onderwijs maken vooral gebruik van ict voor oefenprogramma’s,
en zijn, zeker in vergelijking met hun collega’s uit het voortgezet onderwijs en het
beroepsonderwijs, tevreden over de toereikendheid van de ict-voorzieningen op hun
school om goed te kunnen functioneren als docent. Hun collega’s in het voortgezet
onderwijs en beroepsonderwijs maken vooral gebruik van internet om informatie op te
zoeken, om te communiceren en van ict als tekstverwerking.
Binnen het beroepsonderwijs bieden docenten het vaakst ondersteuning aan leerlingen bij
het werven van vaardigheden die nodig zijn om met ict te werken, om te gaan met
informatie en veilig om te gaan met internet.
In alle drie onderzochte typen onderwijs hebben leraren vooral behoefte aan ict-
infrastructuur en educatieve software.
Al meer dan tien jaar geven veel docenten aan behoefte te hebben aan meer bruikbare
digitale leermaterialen. Er is vooral veel behoefte aan het vindbaar maken van
beschikbare digitale leermaterialen, zodat leraren beter gebruik kunnen maken van de
beschikbare ict voor het onderwijs.
Docenten verwachten dat de verhouding tussen boeken en digitaal materiaal steeds meer
verschuift in de richting van een groeiend aandeel digitale leermiddelen. In het primair en
voortgezet onderwijs verwachten docenten dat de verdeling over 3 jaar verschoven is
naar eenderde digitaal materiaal en tweederde schriftelijk. Collega’s in het
beroepsonderwijs verwachten dat over drie jaar meer dan de helft van het lesmateriaal
digitaal is.
Het merendeel van de ondersteuning voor het ontwikkelen van ict-vaardigheden
ontvangen leraren van collega’s.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlagen
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
In totaal zijn er 658 leerkrachten ondervraagd, waarvan 281 in het basisonderwijs, 284 in
het voortgezet onderwijs en 93 in het beroepsonderwijs. De resultaten van het onderzoek
zijn herwogen op regio, denominatie en op aantal leerlingen. De resultaten van het
beroepsonderwijs zijn alleen herwogen op regio.
Veldwerk
Het veldwerk heeft telefonisch bij TNS NIPO Callcenter plaatsgevonden (zie bijlage 3) in
de periode van 22 januari 2008 t/m 30 januari 2009. De vragenlijst is opgenomen in de
bijlagen.
Toelichting bij de tabellen
De computer berekent het percentage van elk cijfer afzonderlijk volgens een vaste
afrondingsinstructie. Het gevolg is dat de optellingen van percentages niet altijd gelijk
zijn aan het percentage van de som de (absolute) basiscijfers. Dergelijke (kleine)
verschillen zijn dus slechts afrondingsverschillen.
Meervoudige antwoorden
In sommige gevallen komen antwoorden van ondervraagden in meer dan een
antwoordcategorie voor, waardoor een optelling boven de 100% uitkomt. Percentuele
uitkomsten van minder dan 0,5 worden in de resultaten aangegeven met ‘0’.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlage 2 Herweging
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlage 3 Methode van onderzoek: CATI
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
CATI
Snel een representatief onderzoek
Telefonisch ondervragen is snel en dankzij de goede sturingsmogelijkheden
bijzonder representatief. Door voortdurend optimaal gebruik te maken van
technologische ontwikkelingen heeft TNS NIPO telefonisch onderzoek ofwel CATI
(Computer Assisted Telephone Interviewing) uitgebouwd tot een uniek instrument.
De telefoon is nog steeds het communicatiemiddel met de hoogste penetratiegraad en
daardoor uitstekend geschikt om snel een representatief onderzoek uit te voeren.
CATI biedt alle voordelen van computergestuurd onderzoek, zoals optimale
steekproeftrekking, foutloze routing in de vragenlijsten en directe data output. Daarnaast
heeft de combinatie van telefonisch enquêteren en computergestuurde dataverzameling
nog een aantal specifieke voordelen:
� Representatief. De respondenten kunnen worden geselecteerd uit TNS NIPObase,
maar het is ook mogelijk te werken met een databestand van een opdrachtgever of om
uit alle telefoonnummers in Nederland at random respondenten te generen.
� Top of mind. Telefonisch onderzoek is uitermate geschikt als het gaat om onderzoek
naar actuele onderwerpen waarbij reactie of opinie moet worden geregistreerd. Ook
voor onderzoek naar spontane bekendheid van producten, merken of campagnes, is
telefonisch onderzoek zeer geschikt.
� Effectief. Computergestuurd enquêteren betekent het efficiënt afnemen van
ingewikkelde vragenlijsten omdat de juiste volgorde van de vragen is
voorgeprogrammeerd. Doorverwijzingen worden automatisch door de computer
gevolgd. Hoe ingewikkeld de vragenlijst ook is, de enquêteur hoeft alleen maar de
vragen die op zijn scherm verschijnen op te lezen en kan zich verder geheel op de
antwoorden concentreren.
� Direct controle door opdrachtgever. De opdrachtgever kan inloggen op de computer
van de enquêteur. Dit maakt meekijken en –luisteren bij het doorlopen van de
vragenlijst mogelijk.
TNS NIPO Callcenter
TNS NIPO beschikt over uitgebreide faciliteiten voor computergestuurd telefonisch
onderzoek. Door het gebruik van de computer is een optimale voortgangsbewaking van
het veldwerk mogelijk. TNS NIPO Callcenter beschikt over een geautomatiseerd
afsprakensysteem waardoor de gesprekken plaatsvinden op tijdstippen die de
respondenten het beste uitkomt. Bovendien is het mogelijk om afgebroken interviews op
een later tijdstip te hervatten.
Net als bij CAPI bewaakt de computer de voortgang van het veldwerk. Aan het eind van
elke dag wordt automatisch een responsverslag gemaakt. Op deze wijze kan onmiddellijk
worden ingegrepen als de respons in bepaalde groepen achterblijft.
Het systeem levert tevens informatie over de gemiddelde gespreksduur (totaal en per
enquêteur), het aantal gesprekken dat is gerealiseerd (totaal en per enquêteur), het aantal
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
afspraken, het aantal weigeringen (met motief) en het aantal nummers/adressen dat nog
openstaat. Zo is er permanent inzicht in de vorderingen van het veldwerk en kan er tijdig
worden bijgestuurd of ingegrepen.
In het TNS NIPO Callcenter bewaken supervisors continu de kwaliteit van het veldwerk
vanuit speciaal ingerichte controle-units (meeluister- en meekijkfaciliteiten). Volgens een
vaste steekproefroutine wordt met enquêteurs meegekeken en -geluisterd. De supervisor
maakt een verslag van het functioneren van de enquêteur dat wordt opgeslagen in een
evaluatielogboek. Indien nodig geeft de supervisor aanwijzingen en fungeert bij
problemen als vraagbaak voor de enquêteurs.
Database met ongekende mogelijkheden
Uiteraard kan CATI worden ingezet voor onderzoek onder specifieke doelgroepen of
onder relaties van opdrachtgevers. Daarnaast beschikt TNS NIPO over verscheidene
bronnen voor steekproeftrekking. TNS NIPO selecteert voor CATI haar respondenten uit
TNS NIPObase, een unieke database met ruim 200.000 respondenten. Door de omvang
van TNS NIPObase en de rijkdom aan geregistreerde socio-economische, demografische,
gedrags- en bezitskenmerken kunnen we voor elke doelgroep omvangrijke en
representatieve steekproeven samenstellen. In de database is veel informatie over alle
respondenten beschikbaar. Dit maakt het mogelijk om snel onderzoek te doen naar zeer
laag gepenetreerde artikelen of diensten. Een tijdrovende screening is niet meer nodig. En
omdat de instrumenten in TNS NIPObase gebruik maken van dezelfde software, is het
mogelijk om binnen een onderzoek of zelfs binnen één interview verschillende
veldwerkinstrumenten te combineren (bijvoorbeeld bij lange vragenlijsten).
TNS NIPO besteedt veel zorg aan de samenstelling en instandhouding van TNS
NIPObase. Daarom is het goed mogelijk continue effectmetingen van kort- of
langlopende reclamecampagnes of bijvoorbeeld sponsoringacties uit te voeren. Ook het
uitvoeren van vervolgonderzoek is zeer gemakkelijk. Gegevens uit eerdere onderzoeken
kunnen worden benut om vervolgonderzoek uit te voeren bij (delen) van de respondenten
die eerder voor de opdrachtgever zijn ondervraagd. Daarnaast kan TNS NIPObase
worden verrijkt met gegevens die van de opdrachtgever afkomstig zijn. Zo zijn single-
source koppelingen en analyses mogelijk.
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlage 4 Vragenlijst
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlage 5 Tabellen
Succesvolle inzet ict vereist meer kennis en kunde van leerkracht | F4371 | TNS NIPO
februari 2009
Bijlage 6 Open antwoorden