Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die...

55
Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 1 Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 Semester 1 2018-2019

Transcript of Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die...

Page 1: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 1

Studiewijzer Pabo Deeltijd 1

Semester 1

2018-2019

Page 2: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 2

Inhoud

SEMESTER 1 | KENNISMAKEN MET HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS ................................................................... 3

BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING SEMESTER 1 DT .................................................................................. 4

HOOFDSTUK 1.| PEDAGOGIEK – DE BASIS ............................................................................................................. 5

HOOFDSTUK 2.| BEROEPSOPDRACHT – KLASSENMANAGEMENT .......................................................................... 8

HOOFDSTUK 3. | KENNIS EN VAARDIGHEDEN - DE VAKCOLLEGES ....................................................................... 12

NEDERLANDS - TL, BL & WS .......................................................................................................................................... 13 EV NEDERLANDS .......................................................................................................................................................... 19 REKENEN EN WISKUNDE - HG ......................................................................................................................................... 20 EV REKENEN/WISKUNDE ............................................................................................................................................... 25 ONDERZOEKEND EN ONTWERPEND LEREN NATUUR & TECHNIEK 1 ......................................................................................... 26 MUZIEK ...................................................................................................................................................................... 30 CULTUURPROJECT 1 ...................................................................................................................................................... 33

HOOFDSTUK 4. | DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS .................................................................................. 35

HOOFDSTUK 5. | PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING (PPO) 1.2....................................................... 39

HOOFDSTUK 6. | PRAKTISCHE INFORMATIE......................................................................................................... 43

BIJLAGE 1. I BEOORDELINGSFORMULIER DT BEROEPSOPDRACHT - KLASSENMANAGEMENT ............................... 45

BIJLAGE 2. I BEOORDELINGSFORMULIER DT VAKOPDRACHT NEDERLANDS – TL, BL & WS ................................... 46

BIJLAGE 3. I BEOORDELINGSFORMULIER DT VAKOPDRACHT REKENEN/WISKUNDE HG ....................................... 48

BIJLAGE 4. I BEOORDELINGSFORMULIER DT VAKOPDRACHT ONDERZOEKEND EN ONTWERPEND LEREN N&T 1 . 49

BIJLAGE 5. I BEOORDELINGSFORMULIER DT VAKOPDRACHT MUZIEK .................................................................. 51

BIJLAGE 6. I BEOORDELINGSFORMULIER DT TOETS EIGEN VAARDIGHEID MUZIEK ............................................... 52

BIJLAGE 7. I BEOORDELINGSFORMULIER DT PPO 1.2 ........................................................................................... 53

BIJLAGE 8. | DE TAALNORM VAN PABO-HVA ....................................................................................................... 54

Page 3: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 3

SEMESTER 1 | Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs INLEIDING - Je start aan de opleiding tot leraar basisonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam. De Hogeschool

van Amsterdam verzorgt onderwijs in Amsterdam en omgeving en neemt daarmee de problemen en uitdagingen

van de grote stad als uitgangspunt van haar onderwijs. Voor jou betekent dat, dat je je bewust toont van de

diversiteit van de grootstedelijke omgeving.

Niet alleen op de Pabo van de HvA, maar vooral ook in de Amsterdamse basisscholen wordt de basis gelegd voor

de toekomst van een nieuwe generatie Amsterdammers. Leerkrachten zijn daarin onmisbaar. Zij dragen bij aan de

ontwikkeling van kinderen door hen kennis, vaardigheden en een goede houding te laten verwerven. Zij spreken

kinderen aan op hun talenten en mogelijkheden en faciliteren en stimuleren het leren. Zij hebben oog voor alle

kinderen in de klas en steken hun nek uit voor kinderen die extra steun in de rug nodig hebben. Deze leraren

creëren een zodanige sfeer in de klas dat kinderen met plezier naar school komen en zin hebben om te leren.

Het onderwijs op de Pabo richt zich in dit semester op een eerste kennismaking met het lesgeven in de grote stad.

In alle colleges ligt het accent op de basiskennis en –vaardigheden van een leerkracht basisonderwijs, die nodig zijn

om een eerste stap te zetten naar startbekwaamheid.

Binnen het thema ‘Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs’ krijg je oog voor de diversiteit aan kinderen,

hun sociaal-culturele achtergronden en ontwikkelingsniveaus. Daarnaast verdiep je jezelf door middel van

onderzoek in het kader van de beroepsopdracht.

Vanaf eind september maak je als student deel uit van een basisschoolteam en voer je praktijkopdrachten uit in de

middenbouw van je stageschool. In de practica leerkrachtvaardigheden wordt aandacht besteed aan de

lesvoorbereiding en klassenmanagement.

Page 4: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 4

Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing semester 1 DT

STUDIESCHEMA PABO 2018-2019 | 1e JAAR | Semester 1| DT

BLO

K 1

.1 &

BLO

K 1

.2

STUDIEONDERDEEL Blok Studiepunten

Pedagogiek – De basis Blok 1 & 2 3

Beroepsopdracht – Klassenmanagement Blok 1 & 2 3

Nederlands – TL, BL & WS Blok 1 & 2 3

Rekenen Wiskunde – HG Blok 1 & 2 3

Onderzoekend en ontwerpend leren N&T 1 Blok 1 & 2 4

Muziek Blok 1 & 2 4

Cultuurproject 1 Blok 1 & 2 1

Praktijk 1.1 Blok 1 3

Praktijk 1.2 Blok 2 3

Eigen vaardigheid Nederlands Blok 1 & 2 1

Eigen vaardigheid Rekenen / wiskunde Blok 1 & 2 1

PPO 1.2 Blok 1 & 2 2

TOTAAL STP BLOK 1.1 & 1.2 31

Page 5: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 5

HOOFDSTUK 1.| Pedagogiek – De basis

SIS omschrijving (deel)tentamens Vaktoets Pedagogiek – De basis TS

Inleiding

In dit semester maak je kennis met de diversiteit van het Amsterdamse basisonderwijs. Je verdiept je in het

onderwijs en het beroep van leraar vanuit de vraag: wat is goed onderwijs in de grootstedelijke context, waarbij

school, leerkracht, kind en omgeving de belangrijkste componenten zijn. Je verdiept je daarbij in didactische

modellen, groepsdynamische processen en de principes van de ecologische pedagogiek volgens de theorie van

Bronfenbrenner. De generieke kennisbasis is leidraad voor de studieonderdelen pedagogiek.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je kent de pedagogische en didactische basistaken van de leerkracht en de voorwaarden voor goed onderwijs.

Je kent de ontwikkelings- en leerpsychologische aspecten van kinderen in de basisschoolleeftijd en de

verschillende visies hierop.

Je kent verschillende didactische modellen en de wijze waarop instructie daarin wordt vormgegeven.

Je kent de fasen van groepsvorming en de kenmerken van groepsdynamische processen.

Je kent de diversiteit aan leef- en belevingswerelden in de grote stad en de principes van de ecologische

pedagogiek.

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Goed onderwijs en de rol van de leerkracht

We starten deze collegereeks met het bespreken van de criteria die

passen bij kwalitatief goed onderwijs. Daarbij kijken we naar de

taken en rollen van een leerkracht. Tevens zijn de behoeften van

kinderen een onderwerp in dit college. Je maakt kennis met de

theorie van Stevens en Biesta.

2. Wat is leren en hoe leert een kind?

Behaviorisme, Handelingspsychologie, Cognitivisme en Sociaal

constructivisme. Wat is leren? In dit college komt het begrip leren

aan de orde. Daarna maak je kennis met een aantal leertheorieën.

Allereerst behandelen we het behaviorisme. Daarna bespreken we

de handelingspsychologie met pedagogen zoals Vygotsky en

Galperin. Tevens komen de cognitieve psychologen Bruner en

Ausubel aan de orde met hun betekenis voor het onderwijs. We

leggen een link met de basisschool: waar zie je elementen van deze

theorieën terug?

Bestudeer de tekst beschikbaar gesteld op MijnHvA.

3. Ontwikkelingspsychologie: ontwikkelingsaspecten van kinderen

op de basisschool

Kinderen ontwikkelen zich op verschillende aspecten (op sociaal-

emotioneel, fysiek en cognitief gebied) en kinderen verschillen in de

manier waarop zij zich ontwikkelen. De ontwikkelingspsychologie

houdt zich met deze twee vraagstukken bezig. Voor jou als leraar is

het van belang om over beide onderwerpen te leren. In dit college

worden enkele begrippen uit de ontwikkelingspsychologie

behandeld en gaan we in op verschillende ontwikkelingstheorieën.

Bestudeer uit Hooijmaaijers, Stokhof & Verhulst (2016)

paragraaf 2.4.

Bereid een deel van het college voor (of de theorie van één

van de ontwikkelingspsychologen of de verbinding naar de

praktijk).

Page 6: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 6

4. Ontwikkelingspsychologie: ontwikkelingsaspecten van kinderen

op de basisschool

Vervolg: Kinderen ontwikkelen zich op verschillende aspecten en

kinderen verschillen in de manier waarop zij zich ontwikkelen. De

ontwikkelingspsychologie houdt zich met deze twee vraagstukken

bezig. Voor jou als leraar is het van belang om over beide

onderwerpen te leren. In dit college worden enkele begrippen uit de

ontwikkelingspsychologie behandeld en gaan we in op verschillende

ontwikkelingstheorieën.

Bestudeer uit Hooijmaaijers et al. (2016) paragraaf 2.4.

Bereid een deel van het college voor (of de theorie van één

van de ontwikkelingspsychologen of de verbinding naar de

praktijk).

5. Observeren en registreren

Om les te kunnen geven is het goed kunnen observeren van

kinderen een voorwaarde. In dit college leer je de basisprincipes

omtrent observeren. Diverse observatiemodellen komen aan de

orde (kwalitatief en kwantitatief) en de begrippen validiteit en

betrouwbaarheid, obstakels en objectiviteit worden behandeld. Aan

de hand van casuïstiek en filmmateriaal oefen je diverse vormen

van observeren.

Bestudeer uit Van der Donk & Van Lanen (2016) paragrafen 5.2.2, 6.1 en 6.3.

6. Klassenmanagement: didactiek en instructiemodellen binnen

het Amsterdamse onderwijs

In dit college maak je kennis met veel gebruikte instructiemodellen

in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op

je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische

analyse model van Van Gelder. Daarna worden het activerende

directe instructiemodel (ADI), het interactieve gedifferentieerde

directe instructiemodel (IGDI) en het expliciete directe

instructiemodel (EDI) behandeld.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragraaf 4.2.

7. Differentiatie

We gaan in op de soorten en vormen van differentiatie. Ook komt

de organisatie van differentiatie aan bod. Er wordt een koppeling

gemaakt naar de modellen van het vorige college. Termen als

onderwijsbehoefte en handelingsgericht werken komen aan bod.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragraaf 4.3.

Observeer hoe er in de (stage)klas wordt omgegaan met verschillen.

8. Leerstijlen in de klas

Wat houdt de leerstijlentheorie van Kolb in? Wat is de theorie van

Howard Gartner over meervoudige intelligentie? Daarnaast kijken

we naar de theorie van Manon Ruijters over leren. Op welke wijze

kun je de theorieën inzetten bij de differentiatie in je klas en welke

rol speelt motivatie hierbij? We gaan actief aan de slag met

werkvormen waarbij de theorie van Kolb, Ruijters en Gartner wordt

toegepast én waarbij we kritisch kijken naar deze theorieën.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragraaf 2.2.

9. Groepsdynamica en rollen in de groep

Hoe krijg je grip op jouw groep? Wat zijn kenmerken van een

positieve en negatieve groep? Tevens bespreken we instrumenten

om de sfeer en de groepsdynamiek te meten.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragraaf 5.1 en 5.3.

Maak een foto van de regels en routines die gehanteerd worden in jouw (stage)klas.

10. Fasen van groepsontwikkeling

We gaan aan de slag met groepsrollen, groepsfasen, spelletjes en

activiteiten om de groepssfeer te verbeteren.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragraaf 5.2.

Neem jouw quickscan groepsklimaat mee naar de les.

11. Wat is de samenwerking tussen ouders en school?

Aan het einde van het college heb je een overzicht hoe ouders

kunnen samenwerken aan leren en opvoeden in een grootstedelijke

context.

Bestudeer uit Oostdam & De Vries (2014) hoofdstukken 1 en 2.

12. Afsluiting

Tijdens dit college leggen we een relatie tussen alles wat aan bod is

gekomen en je eigen ontwikkeling. Dit doen we aan de hand van

filmfragmenten.

Neem twee zelfgemaakte meerkeuze toetsvragen, inclusief het antwoord, mee over de verplichte literatuur.

Page 7: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 7

Toetsing

Vaktoets (schriftelijke toets)

Op basis van 40 meerkeuzevragen en 4 antwoordmogelijkheden, wordt de toets als voldoende beoordeeld (cijfer:

5,5) indien minimaal 67% van de vragen goed is beantwoord.

Literatuur

Hooijmaaijers, T., Stokhof, T. en Verhulst, F. (2016). Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten

basisonderwijs. Assen: Van Gorcum.

o Hoofdstuk 2.

o Hoofdstuk 3.

o Hoofdstuk 4.

o Hoofdstuk 5.

Klamer-Hoogma, M.G. (2018). Klassenmanagement. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

o Hoofdstuk 2.

o Paragraaf 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4.

Oostdam, R. en Vries, P. de (2014). Samen werken leren en opvoeden. Bussum: Coutinho.

o Hoofdstuk 1.

o Hoofdstuk 2.

o Paragraaf 10.2.1.

Donk, C. van der & Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

o Paragraaf 5.2.2, 6.1 en 6.3.

De tijdens de colleges behandelde onderwerpen, inclusief de bijbehorende presentaties en/of het ter

beschikking gestelde materiaal, maken deel uit van de toetsstof.

Page 8: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 8

HOOFDSTUK 2.| Beroepsopdracht – Klassenmanagement

SIS omschrijving (deel)tentamens Beroepsopdracht – Klassenmanag PD

INLEIDING

Als je een klas binnenstapt kun je vaak snel zien en misschien ook wel opmerken hoe het er in de klas aan toe gaat.

Zichtbaar is de leeromgeving, de wijze waarop de klas is ingericht, de materialen die worden gebruikt en waarmee

de kinderen in de klas op dat moment bezig zijn. Minder zichtbaar, maar wel mérkbaar is het pedagogisch klimaat.

Je zou dat kunnen omschrijven als de wijze waarop kinderen onderling en met de leraar omgaan, de wijze waarop

leraar en kinderen zich opstellen en tot elkaar verhouden. En dus ook de wijze waarop het onderwijs is

georganiseerd en de rol- of taakverdeling tussen leraar en leerlingen. Zowel het pedagogisch klimaat als de

inrichting van de leeromgeving zijn belangrijke voorwaarden voor goed onderwijs. Je doet onderzoek naar de

theorie en praktijk van bovengenoemde onderwerpen.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je kunt aan de hand van actuele vakliteratuur een theoretisch kader samenstellen over een goed pedagogisch

klimaat, een rijke leeromgeving en de rol van de verschillende actoren hierin.

Je kunt een interview voorbereiden en observaties uitvoeren om het pedagogisch klimaat en de leeromgeving

in kaart te brengen.

Je kunt het pedagogisch klimaat en de leeromgeving van de eigen stageklas analyseren.

Je kunt jouw eigen handelen en rol met betrekking tot het pedagogisch klimaat en de rijke leeromgeving

analyseren, beschrijven en persoonlijke ontwikkelpunten benoemen.

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Klassenmanagement

Er wordt uitgelegd wat klassenmanagement inhoudt. We gaan in op

de beroepsopdracht aan de hand van het beoordelingsformulier en

de keuzes die er gemaakt kunnen worden.

2. Voor de klas staan

Hoe houd je overwicht op de groep? Hoe sta je voor de klas? Hoe

zorg je ervoor dat de klas naar jou luistert en de kinderen gewenst

gedrag vertonen?

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) hoofdstuk 2.

Bestudeer de app: Toolbox klassenmanagement (beschikbaar voor Android): pedagogisch vakmanschap: Fysieke & mentale houding en Rolmodel.

3. Practicum Lesgeven de basis

Aan de hand van filmpjes gaan we kijken welke vaardigheden van

belang zijn bij het observeren om de beginsituatie van de kinderen

vast te stellen.

4. Regels, afspraken en routines

Regels, afspraken en routines zijn onmisbaar bij het scheppen van

orde en rust in de klas, ze vormen de ‘lijm’ van je

klassenmanagement & organisatie. We gaan in deze les in op de

basisvaardigheden van klassenmanagement: duidelijk zijn,

consequent zijn en alert zijn en we koppelen deze vaardigheden aan

regels, afspraken en routines.

Verzamel een aantal regels en routines in je stageschool die je

pedagogisch gezien goed vindt en een aantal waar je over

twijfelt. Breng het mee naar de les.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragrafen 3.2 en 3.3.

Bestudeer de app: Toolbox klassenmanagement (beschikbaar voor Android): Regels, afspraken en routines

5. Interview opstellen

In deze les komt het interviewprotocol aan bod.

Page 9: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 9

Daarnaast gaan we in op de verschillende afrondingsvormen van de

beroepsopdracht die er mogelijk zijn. Tevens komen de APA-

richtlijnen aan bod in deze les.

6. Klassenmanagement: inrichten van je klas

Een goede klasinrichting vormt de basis van effectief

klassenmanagement. We gaan in deze les aan de slag vanuit de

vraag: Hoe creëer je een goed voorbereide leeromgeving?

Neem je deelvragen mee naar de les.

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2012) hoofdstuk 3.

Bestudeer de app: Toolbox klassenmanagement (beschikbaar voor Android): Organisatie van de leeromgeving.

7. Rol van de leerkracht

Als leerkracht ben je een belangrijk onderdeel van de rijke

leeromgeving. We gaan in deze les dieper in op jouw rol tijdens

ordeverstoringen: wat doe je wel/ wat doe je niet?

8. Leidinggeven

Lesgeven is leidinggeven. Waar sta jij nu? Welke leiderschapsstijl

gebruik jij?

Bestudeer uit Klamer-Hoogma (2018) paragrafen 5.4 en 5.5.

Bestudeer de app: Toolbox klassenmanagement (beschikbaar voor Android): Leidinggeven.

9. Roos van Leary en basiscommunicatie

Met de roos van Leary kun je je eigen rol en plaats in communicatie

duiden. We gaan aan het werk met basisregels van communiceren.

In deze les bespreken we welke vaardigheden van belang zijn bij het

communiceren met kinderen én ouders.

10. Op weg naar een positief pedagogisch klimaat en

groepsdynamica

Zien en voorkomen van onrust. Dit bereik je door overzicht te

hebben op de groep en direct te reageren als kinderen zich niet

houden aan de regels en routines. Aandacht voor belonen van goed

gedrag en negeren van ongewenst gedrag. Welke tools heb je tot je

beschikking om de groepsdynamica te beïnvloeden?

11. (Peer)Feedback

In deze les kun je feedback ontvangen op je werk. We gaan dan in

groepen met elkaar kijken naar de criteria.

Neem je werk van de beroepsopdracht mee, inclusief de vragen die je over de beroepsopdracht hebt.

12. Spreekuur/ zelfstandig werken Neem je werk van de beroepsopdracht mee.

Toetsing

Beroepsopdracht (product)

Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Studiemateriaal

Donk, C. van der & Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

Klamer-Hoogma, M. (2018). Klassenmanagement. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

De tijdens de colleges behandelde onderwerpen, inclusief de bijbehorende presentaties en/of het ter

beschikking gestelde materiaal / kijkwijzers en overige literatuur.

Page 10: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 10

Beschrijving van de beroepsopdracht

In jaar één maak je twee beroepsopdrachten waar verschillende afrondingen bij mogelijk zijn. Je mag zelf kiezen

welke vorm je wanneer inzet, waarbij je maar eenmaal voor een mondelinge afronding mag kiezen.

De keuze bij semester 1:

1. Onderzoeksverslag met bijlagen (schriftelijk).

2. Instructievideo met bijlagen (schriftelijk).

3. Poster met bijlagen (mondeling).

In semester 2 heb je de keuze uit:

1. Onderzoeksverslag met bijlagen (schriftelijk).

2. Artikel met bijlagen (schriftelijk).

3. Presentatie met bijlagen (mondeling).

Van elke afronding staat een toelichting op Mijn HvA.

Ten eerste verdiep je je in twee onderwerpen waarbij zowel de leraar als de leerlingen een belangrijke rol spelen:

1. Het creëren van een goed pedagogisch klimaat;

2. Het opbouwen van een rijke leeromgeving.

Dit doe je aan de hand van de volgende hoofdvraag: Hoe ziet het klassenmanagement er in klas X op school Y uit?

Daarna stel je minimaal 3 deelvragen op. Je maakt een keuze, waarbij je zorgt dat beide gebieden (pedagogisch

klimaat en leeromgeving) aan bod komen. De mogelijke deelvragen zijn:

Hoe is de leeromgeving ingericht?

Hoe wordt het leren begeleid?

Hoe verloopt de organisatie in de klas? Wat is de verantwoordelijkheid van de kinderen?

Hoe wordt er met conflicten omgegaan?

Hoe is het stemgebruik en de lichaamstaal van de leerkracht?

Hoe wordt de relatie met de kinderen onderhouden en vergroot?

Hoe is de relatie tussen de leerkracht en de kinderen en tussen de kinderen onderling?

Welke afspraken (regels, afspraken en routines) zijn er?

Hoe wordt er tegemoetgekomen aan het competentiegevoel van de leerlingen?

Wat kunnen de leerlingen zelfstandig beslissen?

Hoe wordt de zelfstandigheid van de kinderen vergroot?

Hoe wordt het leren gestimuleerd met behulp van de omgeving?

Waarom is de opbouw en planning van de dag op deze manier opgebouwd?

Hoe wordt de visie van de school vertaald naar de klassenorganisatie (bijv. Montessori)?

Hoe ziet het didactisch vakmanschap (alert zijn, consequent, duidelijk, aandacht verdelen, etc.) eruit op school

Y?

Hoe wordt samenwerken tussen kinderen aangeleerd en gestimuleerd?

Overig (eigen keuze).

Page 11: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 11

Stap 1: Verdiepen in algemene theorie.

Kies minimaal drie deelvragen die samen antwoord geven op de hoofdvraag: Hoe ziet het klassenmanagement er

in klas X op school Y uit? Je schrijft een theoretisch kader (1500-2000 woorden) waarin je alle begrippen van de

hoofd- en deelvragen toelicht. Je maakt hierbij gebruik van minimaal drie bronnen. Je verantwoordt je keuze voor

deze drie deelvragen.

Stap 2: Onderzoeken in de specifieke eigen onderwijspraktijk op de stageschool.

Vervolgens voer je een praktijkonderzoek uit en maak je gebruik van observaties en informatiebronnen zoals

mentor en/of de website en schoolgids Je interviewt de mentor en observeert je klas en de mentor met behulp

van bestaande of zelf ontwikkelde kijkwijzers. Je analyseert deze gegevens en trekt conclusies.

Stap 3: Reflectie op jezelf en het beschrijven van ontwikkelpunten.

Tot slot sta je stil bij de wijze waarop jij in jouw handelen bijdraagt aan het pedagogisch klimaat en de

leeromgeving in de stageklas (concreet wat jij nu inzet op jouw stageschool). Je beschrijft persoonlijke

ontwikkelpunten op dit gebied voor het vervolg van jouw opleiding. Concretiseer hoe je jouw ontwikkelpunten wilt

aanpakken komend semester.

Portfolioproducten

Het tenminste als voldoende beoordeelde eindproduct van de beroepsopdracht wordt door de student

opgenomen in het portfolio.

Page 12: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 12

HOOFDSTUK 3. | Kennis en vaardigheden - de vakcolleges

INLEIDING - Dit onderdeel van de studiewijzer beschrijft de vakcolleges die je dit semester gaat volgen. Iedere

beschrijving hieronder is op dezelfde wijze gestructureerd. We beginnen met een korte inleiding. Dan volgt steeds

een beschrijving van de leerdoelen en een schema met het programma. Dit schema is opgedeeld in een kolom met

daarin het onderwerp van het college en een korte beschrijving van de inhoud. Daarnaast een kolom waarin de

voorbereiding staat vermeld die dat van je vraagt. Verder vind je informatie over de toetsing en een overzicht van

de literatuur/toetsstof.

Page 13: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 13

3.1 Titel: Nederlands - TL, BL & WS

SIS omschrijving (deel)tentamens

Vaktoets Nederlands TL, BL & WS TS

Vakopdracht Nederlands – TL, BL & WS PD

INLEIDING

Zonder goede leesvaardigheid is volwaardige maatschappelijke participatie vrijwel onmogelijk. Het is daarom

belangrijk dat kinderen goede en zelfstandige lezers worden. Nederlands begint met het vak lezen op de

basisschool, van aanvankelijk lezen in groep 3, voortgezet technisch lezen en AVI-lezen tot jeugdliteratuur,

boekpromotie en leesplezier. Alles op het gebied van technisch lezen waarmee Amsterdamse basisschoolkinderen

van groep 3 tot en met 8 te maken krijgen, komt op hoofdlijnen aan bod.

Daarna komt begrijpend lezen aan de orde. Tekstbegrip is niet zomaar aan ieder kind gegeven en daarom moet

een leerkracht in staat zijn te achterhalen waarom een leerling niet tot tekstbegrip komt. Vroeger was lezen een

proces dat zich voornamelijk in stilte voltrok - na het lezen van een tekst werden op papier vragen beantwoord -,

volgens de huidige didactiek moeten leerlingen hun denkprocessen en inzichten juist onder woorden leren

brengen. Door als model te fungeren speelt de leerkracht in dit proces van betekenisgeving een zeer belangrijke

rol.

Essentieel voor tekstbegrip is een goede woordenschat. Daarom is het van groot belang dat een leerkracht op de

hoogte is van de wijze waarop de taal gedurende de eerste tien levensjaren wordt verworven, en welke verschillen

zich tussen kinderen kunnen voordoen wanneer Nederlands de tweede taal en niet de moedertaal is.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Leerdoelen vaktoets:

Je kent de theorie van technisch en begrijpend lezen en de bijbehorende didactiek.

Je kent de wetenschappelijke achtergrond van geletterdheid, informatieverwerking, functies van taal en

tekstbegrip.

Je kent op hoofdlijnen de inhoud van de kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen die betrekking hebben op

gevorderde geletterdheid.

Je kent het belang en effect van woordenschatonderwijs voor alle vakken en leerstofgebieden.

Je kent de theorie van het woordenschatonderwijs en -didactiek.

Leerdoelen vakopdracht:

Je verkrijgt inzicht in de theorie over het leesklimaat.

Je verkrijgt inzicht in de wijze waarop de leerkracht de leesomgeving in de stageklas inricht, het leesplezier van

de kinderen stimuleert en het leesonderwijs – technisch en begrijpend lezen - vormgeeft.

Je kunt het leesklimaat in de stageklas beschrijven, analyseren en waarderen.

Je brengt op heldere en zakelijke wijze verslag uit van je onderzoekingen.

Page 14: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 14

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Nederlands op de pabo: terminologie

Waar bestaat het vak Nederlands uit op de basisschool en hoe

vertaalt zich dat naar het vak Nederlands op de pabo?

Bestudeer uit Paus (red.), Van den Brand (red.), Bacchini, Dekkers, Hofstede, Markesteijn, Meijer & Pullens (2018) hoofdstuk 2.

2. Boekpromotie en leesbevordering I

We praten over onze ervaringen als kind met het lezen van

kinderboeken. Op welke wijze praat jij met kinderen op een

stimulerende manier over jeugdliteratuur?

Bestudeer uit Paus (red.) et al. (2018) hoofdstuk 2.

Neem jouw favoriete kinderboek mee naar de les.

Bestudeer kerndoel 9.

3. Boekpromotie en leesbevordering II

Als leerkracht lever je een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling

van een brede literaire smaak bij kinderen.

Bestudeer uit Paus (red.) et al. (2018) hoofdstuk 5.

4. Geletterdheid: een definitie

Wat verstaan we eigenlijk onder geletterdheid? En welke rol speelt

geletterdheid in onze samenleving?

Bestudeer uit Paus (red.) et al. (2018) hoofdstuk 5.

5. Geletterdheid: technisch lezen I

Kinderen doorlopen verschillende fasen bij het leren lezen. Deze

fasen worden in dit college behandeld.

Bestudeer kerndoel 4a, www.leerlijnentaal.nl (het domein lezen).

6. Geletterdheid: technisch lezen II - leren lezen

Kinderen moeten over verschillende vaardigheden beschikken om

te leren lezen.

7. Geletterdheid: begrijpend lezen 1

Begrijpend lezen is veruit de belangrijkste vaardigheid die kinderen

op de basisschool oefenen. In deze eerste les staat de theorie over

deze vaardigheid centraal.

Bestudeer uit Förrer & Van de Mortel (2010) hoofdstuk 1.

8. Geletterdheid: Begrijpend lezen 2

Begrijpend lezen is het leren kiezen en toepassen van de juiste

strategie of strategieën.

Bestudeer uit Förrer & Van de Mortel (2010) hoofdstuk 3.

9. Geletterdheid: Begrijpend lezen 3

Goede vragen kunnen kinderen helpen bij het begrijpen van een

tekst. In deze les wordt een typologie van vragen besproken en

geoefend.

Bestudeer uit Förrer & Van de Mortel (2010) hoofdstuk 4.

10. Geletterdheid: Begrijpend lezen 4

Taal een zaak van alle vakken is een methodiek waarmee

doelgericht gewerkt wordt aan kennis van de wereld en aan kennis

van de taal. In deze les wordt deze methodiek uitgelegd en

geoefend.

Bestudeer uit Förrer & Van de Mortel (2010) hoofdstuk 5.

11. Geletterdheid: woordenschatonderwijs

Hoe hoort een goede, didactische verantwoorde woordenschatles

eruit te zien? Dat wordt in deze les besproken.

Bestudeer uit Paus (red.) et al. (2018) hoofdstuk 8.

12. Geletterdheid: woordenschatonderwijs

De toetsing van de woordenschat vindt, in het kader van het

leerlingvolgsysteem, regelmatig plaats. In deze les wordt zo’n toets

besproken.

Bestudeer uit Paus (red.) et al. (2018) hoofdstuk 8.

Page 15: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 15

Toetsing

Vaktoets (schriftelijke toets)

Op basis van 40 meerkeuzevragen en 4 antwoordmogelijkheden, wordt de toets als voldoende beoordeeld (cijfer:

5,5) indien minimaal 67% van de vragen goed is beantwoord.

Vakopdracht (product)

Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Studiemateriaal

Förrer, M. & Mortel, K. van de (2010). Lezen... denken... begrijpen! Handboek begrijpend lezen in het

basisonderwijs. Amersfoort: CPS.

o Hoofdstuk 1. Begrijpend lezen.

o Hoofdstuk 3. Strategieën voor begrijpend lezen.

o Hoofdstuk 4. Instructie, organisatie en differentiatie.

o Hoofdstuk 5. Teksten voor begrijpend lezen.

Paus, H. (red.), Brand, A. van den (red.), Bacchini, S., Dekkers, R., Hofstede, D., Markesteijn, C. Meijer, H. &

Pullens, T. (2018, 5e druk). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho.

o Hoofdstuk 2. Taal.

o Hoofdstuk 5. Geletterdheid: lezen.

o Hoofdstuk 8. Woordenschat.

De tijdens de colleges behandelde onderwerpen, inclusief de bijbehorende presentaties en/of het ter

beschikking gestelde materiaal, alsmede de begrippenlijsten LKB, maken deel uit van de toetsstof.

Op hoofdlijnen de inhouden van de kerndoelen 4 t/m 9, tussendoelen en leerlijnen die betrekking hebben op

de deeldomeinen technisch lezen, begrijpend lezen en woordenschat. Zie: www.tule.slo.nl.

Het uitgereikte leerlijn- en tussendoelenoverzicht beginnende en gevorderde geletterdheid.

Beschrijving van de vakopdracht

Onderzoek en beschrijf het leesklimaat in de (stage)klas. Het eindproduct heeft de vorm van een verslag,

bestaande uit verschillende onderdelen.

Toelichting

Wie wel eens een klas binnenloopt zal het zeker opvallen: tussen de leesgedragingen van kinderen zijn heel grote

verschillen waar te nemen. Er zijn leerlingen die het liefst op ieder moment van de dag willen lezen, anderen

houden er helemaal niet van en het kost de leerkracht vaak de nodige inspanning om ook deze kinderen aan het

lezen te krijgen. Daarom is het van groot belang dat een leerkracht zelf een goed voorbeeld voor de leerlingen is

en zorgt voor een aangenaam en inspirerend leesklimaat in zijn of haar klas. Kennis van het kinderboek, weet

hebben van de leesmotivatie en -prestaties van de leerlingen alsmede in staat zijn tot sturing van het leesproces

gelden derhalve als professionele eisen.

Page 16: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 16

Werkwijze

1. Bestudeer op tule.slo.nl kerndoel 9: De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen

bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten, en leerlijn 1, Lees- en schrijfmotivatie, van de

leerlijnen gevorderde geletterdheid (zie bijlage 1).

2. Zoek en bestudeer literatuur die betrekking heeft op het leesklimaat. Suggesties:

Paus, H. et. al. (2018). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Hoofdstuk 5;

Chambers, A. (2002). De leesomgeving. Hoe volwassenen kinderen kunnen helpen van boeken te genieten;

Meer lezen, beter in taal. Effecten van lezen op taalontwikkeling. Brochure van de Kunst van lezen;

Op de website van www.stichtinglezen.nl staan publicaties die te maken hebben met de leesomgeving.

3. Werk de bestudeerde literatuur uit tot een beschouwing over de leesomgeving en het -klimaat in de

basisschool.

4. Interview de collega met wie je samenwerkt - of stel jezelf een aantal vragen - over de leesomgeving en het -

klimaat. Gespreksonderwerpen:

de materiële inrichting van de leesomgeving (denk ook aan de schoolbibliotheek);

de vormgeving en de plaats van het vrij lezen;

de ruimte voor boekpromotie(lessen) en wel andere leesbevorderende activiteiten, zoals

boekbesprekingen, de Kinderboekenweek, etc. in het jaarprogramma;

voorlezen aan de klas;

technisch leesonderwijs;

het onderwijs in begrijpend lezen;

de registratie van de leesprestaties en –vorderingen.

Neem het gesprek op met een geluidsdrager, bijvoorbeeld een mobiele telefoon.

5. Werk het interview vervolgens uit tot een lopende tekst.

6. Maak tenslotte de balans op: waardeer het leesklimaat dat in jouw (stage)klas en op jouw (stage)school

heerst.

Aandachtspunten

De uitwerking wordt in een wordversie in de dropbox ingeleverd, niet als pdf;

Voor de studenten van de deeltijdopleiding / vwo-route: Als voldoende beoordeelde producten worden

opgenomen in het portfolio. Een geactualiseerd portfolio geldt als voorwaarde voor het functioneringsgesprek

met de kerndocent aan het eind van het semester. Houd je portfolio zorgvuldig bij.

Vormgeving vakopdracht

Eisen algemeen

Het verslag kent een heldere structuur en voldoet aan de HvA-taalnorm;

de pagina’s zijn genummerd (de nummering begint bij de inhoudsopgave);

de gebruikte tekengrootte is (Arial) 10, regelafstand 1,15;

ieder onderdeel begint op een nieuwe bladzijde;

de omvang van het verslag is maximaal 13 pagina’s.

Page 17: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 17

Eisen specifiek (negen onderdelen)

Voorblad Vermeld:

naam;

klas;

studentnummer;

naam van de vakopdracht (leesklimaat);

inleverdatum.

Inhoudsopgave Alleen de beginpagina’s van de diverse onderdelen vermelden.

Inleiding (1 A4) Leg uit hoe je te werk bent gegaan en maak duidelijk waar je deze vakopdracht hebt

uitgevoerd; geef de naam en het adres van de (stage)school, de (stage)groep en het

aantal kinderen.

Beschouwing

leesomgeving en –

klimaat (2 A4)

Werk de beschouwing uit aan de hand van de bestudeerde literatuur. Bespreek

elementen die in elk geval op iedere school of in iedere klas aanwezig moeten zijn

en ga in op de rol en het belang van de leerkracht inzake de leesmotivatie.

Leesklimaat in de

(stage)klas (2 á 3 A4)

Werk de beschrijving van het leesklimaat uit in achttal paragrafen:

1. de inrichting van de leesomgeving;

2. vrij lezen;

3. leesbevordering;

4. voorlezen;

5. technisch lezen;

6. begrijpend lezen;

7. registratie leesonderwijs;

8. waardering en conclusies.

Waardering en

conclusies (2 A4)

Hoe waardeer je het leesklimaat en de –omgeving op jouw school? Leg relaties

tussen theorie en dagelijkse praktijk. Wat zijn de sterke en wat de zwakke punten en

waar ligt verbetering binnen bereik? Sluit de waardering af met twee concrete

adviezen aan de leerkracht.

Nawoord (1 A4) Blik terug op het schrijven van het verslag. Wat heb je van deze vakopdracht geleerd

en tot welke inzichten ben je gekomen? Hoe draagt deze opdracht bij aan jouw

ontwikkeling tot leerkracht? Betrek in dit nawoord de doelen voor deze

vakopdracht.

Literatuuropgave Maak een overzicht van gebruikte literatuur.

Bronnenlijst De bronnenlijst is opgesteld volgens de APA-normen.

Bijlage 1: benodigde leerlijnen en tussendoelen gevorderde geletterdheid

Leerlijn 1: lees- en schrijfmotivatie

Middenbouw

1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven.

1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.

1.3 Ze zien geschreven taal als communicatiemiddel.

1.4 Ze hanteren geschreven taal als middel voor informatieverwerving.

1.5 Ze ervaren geschreven taal als expressiemiddel.

Page 18: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 18

Bovenbouw

1.6 Kinderen waarderen bestaande werken op het terrein van fictie.

1.7 Ze waarderen bestaande werken op het terrein van non-fictie.

1.8 Ze waarderen bestaande werken op het terrein van poëzie.

1.9 Ze hebben een positief zelfbeeld tegenover het gebruik van geschreven taal.

1.10 Ze onderkennen het persoonlijk en maatschappelijk belang van geletterdheid.

Portfolioproducten

Het tenminste als voldoende beoordeelde eindproduct van de vakopdracht wordt door de student opgenomen in

het portfolio.

Page 19: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 19

3.2 Titel: EV Nederlands

SIS omschrijving (deel)tentamens EV Nederlands toets digitaal

INLEIDING

Het is belangrijk dat een leerkracht foutloos kan spellen en vaardig is in het redekundig en taalkundig ontleden van

zinnen. Spelfouten op het bord, taal- of stijlfouten in e-mails, notulen, brieven naar ouders of in de tekst op het

rapport van een kind mogen niet voorkomen. Vanzelfsprekend moet een leerkracht boven de leerstof staan om

spelling en grammatica goed aan kinderen te kunnen uitleggen. In het eerste jaar leg je daarom een toets over de

basisvaardigheden spelling, formuleren, interpunctie, redekundig en taalkundig ontleden af. Over deze stof zal

geen college worden verzorgd; de voorbereiding is een programma van zelfstudie.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je hebt kennis van de spellingregels van het Nederlands, de interpunctie, de correcte wijze van formuleren

alsmede de regels voor redekundig ontleden (zinsdelen) en taalkundig ontleden (woordsoorten).

Je kunt die kennis in voldoende mate in de praktijk toepassen en bij de digitale taaltoets behaal je minimaal

een score die gelijk staat aan het cijfer 5,5.

Toetsing

De eigen vaardigheid Nederlands wordt getoetst met een digitale meerkeuzetoets, bestaande uit 150 vragen. In

het eerste jaar zijn er drie mogelijkheden om voor een afname in te schrijven. Voor het behalen van een voldoende

resultaat (128 vragen correct) moet je minimaal een score behalen die gelijk staat aan het cijfer 5,5.

Studiemateriaal (aanbevolen)

Weerdt, H. de (2008). De Taaltoets-pabo haal je zo. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Taalspreekuur voor studenten van FOO

Heb je moeite met het formuleren van goedlopende zinnen? Lukt het je niet om een tekst met een goede

opbouw te schrijven? Krijg je kritiek op de leesbaarheid van je verslag? Is het lezen van lange teksten een

probleem? Heb je een presentatie, maar weet je niet hoe je het aan moet pakken? Heb je je verslag

teruggekregen met rode strepen?

Tijdens het taalspreekuur krijg je op afspraak advies van een docent Nederlands. Samen kan gekeken worden

naar bijvoorbeeld de feedback op je werkstuk, naar de opbouw van je tekst, naar je formuleringen of

schrijfwijzen, naar leesstrategieën bij teksten of naar de uitvoering van je presentatie.

Elke week is er een taalspreekuur voor studenten van DOO. Je kunt je hiervoor aanmelden als je een

specifieke taalvraag hebt. Het is belangrijk dat je werk mailt met voorbeelden van jouw taalprobleem. Kijk

voor meer informatie op de schermen en op foo.mijnhva.nl.

Page 20: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 20

3.3 Titel: Rekenen en wiskunde - HG

SIS omschrijving (deel)tentamens

Vaktoets Rekenen/Wiskunde – HG TS

Vakopdracht Rekenen/Wiskunde – HG PD

INLEIDING

Het domein hele getallen wordt in twee collegereeksen aangeboden: in het eerste deel wordt het onderdeel hele

getallen onderbouw behandeld, in het tweede deel staat het domein hele getallen bovenbouw centraal. Vanaf

groep 1 zijn de leerlingen bezig met het ontwikkelen van hun gecijferdheid. In groep 1-2 noemen we dat

ontluikende en beginnende gecijferdheid. In de colleges staat de didactische begeleiding van de ontwikkeling van

leerlingen van groep 1 tot en met groep 8 centraal. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: (ontluikende)

gecijferdheid, tellen en telontwikkeling, het optellen en aftrekken tot 10, 20 en 100, tafeldidactiek, het leren van

de algoritmen voor optellen, aftrekken vermenigvuldigen en delen en het uitbreiden van het getalbegrip boven de

100 in de richting van hoofdrekenen, schattend rekenen en schriftelijk rekenen. Bij hele getallen in de bovenbouw

hoort ook het didactisch gebruik van de zakrekenmachine en het onderhouden van de basisvaardigheden.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Leerdoelen vaktoets:

Je kent de uitganspunten van realistisch rekenen, waaronder de didactische opbouw context, model, formeel

en kunt deze in praktijksituaties herkennen en toepassen.

Je kunt leerlingen rekenstrategieën aanreiken om rekenproblemen aan te pakken binnen het rekendomein

hele getallen en weet hoe niveauverhogingen te bewerkstelligen.

Je kent de leerlijn tellen en getalbegrip en kan deze herkennen en beschrijven in praktijksituaties.

Je kent de leerlijn basisbewerkingen hele getallen tot 10, 20 en 100 en kan deze herkennen en beschrijven in

praktijksituaties.

Je kent de leerlijn schriftelijk rekenen en hoofdrekenen boven de 100 en kan deze herkennen en beschrijven in

praktijksituaties.

Je hebt een aantoonbaar voldoende niveau van gecijferdheid met betrekking tot hele getallen.

Leerdoelen vakopdracht:

Je kunt de beginsituatie van een leerling bepalen op basis van reeds aanwezige gegevens over de leerling op

het gebied van hele getallen.

Je kunt een les hele getallen ontwerpen op basis van de leerlijn hele getallen.

Je kunt op passende wijze inhoud geven aan context, model, formeel in de lesinhoud van de verschillende

lesfasen.

Je kunt de lesinhoud van een les afstemmen op de beginsituatie van een leerling binnen het domein hele

getallen.

Je kunt aangeven wat je eigen aandeel is geweest in het al dan niet behalen van de lesdoelen.

Page 21: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 21

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Een rekenles op de basisschool

In deze les maak je kennis met het vak rekenen op de basisschool.

Welke onderdelen komen aan bod en hoe geef ik een rekenles? We

behandelen de verschillende domeinen, de didactische opbouw van

een rekenles en jouw rol als leerkracht. Tevens wordt in dit eerste

college de vakopdracht toegelicht.

2. Ontluikende gecijferdheid en getalbegrip

Getallen hebben verschillende betekenissen. Hoe ervaren jonge

kinderen getallen en hoeveelheden? En hoe krijgen peuters en

kleuters geleidelijk besef van deze verschillende betekenissen? Deze

vragen staan centraal in dit college. Vervolgens behandelen we de

verschillende vormen van tellen. Als je kunt tellen, betekent dit

namelijk nog niet dat je ook weet hoeveel iets is. Het leerproces om

dit te bereiken wordt ook behandeld.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders, Van den Bergh, Hutten, en Van Zanten (2014) hoofdstuk 2.

3. Peilen van getalbegrip

Om inzicht te krijgen in de rekenontwikkeling van jonge kinderen

wordt er gebruik gemaakt van peilingsspelletjes. In dit college ga je

zelf aan de slag met deze spelletjes en leer je hoe je getalbegrip bij

kleuters kunt peilen.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) hoofdstuk 2.

4. Rekenen tot 10 en 20

In groep 3 leren de leerlingen optellen en aftrekken tot 20. Hiervoor

zijn een leerlijn en veel materialen beschikbaar, die in dit college

worden behandeld.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) hoofdstuk 3.

5. Rekenen tot 100

In groep 4 en 5 worden de getallen waarmee gerekend wordt steeds

groter. Gebruik maken van contexten, modellen en materialen blijft

hierbij belangrijk. In dit college wordt de didactische opbouw van

het optellen en aftrekken tot 100 behandeld.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragrafen 4.1 en 4.2.

6. Tafeldidactiek

Kennis van de tafels is de basis voor onder andere cijferen en het

werken met breuken. Daarom wordt er op de basisschool veel tijd

aan besteed. De didactiek van realistisch rekenen probeert dat zo

efficiënt mogelijk te doen. In dit college wordt deze didactiek

toegepast op tafels.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragraaf 4.3.

7. Hoofdrekenen

Binnen het domein hele getallen in de bovenbouw neemt

hoofdrekenen een belangrijke plaats in. In deze les worden de drie

vormen van hoofdrekenen behandeld. Tevens komen de

eigenschappen van de bewerkingen aan bod.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragraaf

5.2.

8. Basisvaardigheden

Achterstanden bij rekenen kunnen verschillende oorzaken hebben.

Uit recent onderzoek komt naar voren dat het niet goed beheersen

van de basisvaardigheden een grote invloed kan hebben op de

rekenvaardigheid van leerlingen. Dit college gaat over het belang

van basisvaardigheden. Je leert daarnaast hoe je leerlingen op

speelse wijze de basisvaardigheden kunt laten oefenen en

onderhouden.

Bestudeer Danhof, Bardstra & Hofsetter (2014) en Noteboom (2014).

9. Kolomsgewijs en cijferend optellen en aftrekken

Binnen het domein hele getallen in de bovenbouw valt ook het

schriftelijk rekenen. Dit wordt opgebouwd van kolomsgewijs naar

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragraaf

5.3.

Page 22: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 22

cijferend rekenen. Deze les richt zich op de leerlijn van kolomsgewijs

naar cijferend rekenen binnen optel- en aftrekopgaven.

10. Kolomsgewijs en cijferend vermenigvuldigen en delen &

principes van realistisch rekenen

Deze les is een vervolg op de vorige les en richt zich op de leerlijn

van kolomsgewijs naar cijferend rekenen binnen vermenigvuldig- en

deelopgaven. Deze onderdelen worden behandeld binnen de

didactische opbouw van het realistisch rekenen. Tegenover

realistisch rekenen staat functioneel rekenen. In deze les zetten we

beide benaderingen tegen elkaar af.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragraaf

5.3 en hoofdstuk 7.

11. Schattend rekenen en rekenen met de rekenmachine

Bij rekenen gaat het vaak om het vinden van de exacte uitkomst. De

rekenmachine is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Ook

in het basisonderwijs wordt de rekenmachine gebruikt in de

groepen 7 en 8. Dit vraagt om een goede aanpak. Er zijn echter ook

veel situaties waarin precies rekenen niet kan of niet nodig is, omdat

je alleen maar een schatting wilt weten. In deze les wordt aandacht

besteed aan hoe je kinderen in de bovenbouw kunt leren schatten.

Het beschikken over een set referentiematen en handige

rekenstrategieën is hierbij erg belangrijk. Ook komt het verstandig

gebruik van de rekenmachine aan bod. Tot slot is er in deze les

aandacht voor het onderzoeken van getallen en het ontdekken van

verbanden tussen getallen. Inzicht in de getallen en de getalrelaties

en het hebben van gevoel voor getallen vergroten namelijk de

rekenvaardigheid van kinderen in de bovenbouw.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragrafen

5.4, 5.5 & 5.6.

12. Hele getallen en verbanden & afronding (responsiecollege)

Voor het domein verbanden is (nog) geen doorlopende leerlijn

uitgewerkt, terwijl iedereen vrijwel dagelijks in aanraking komt met

informatie die schematisch is weergegeven. Vaak gaat het bij de

getalsmatige informatie binnen dit domein over

hoeveelheidsgetallen, zoals bezoekersaantallen of om meetgetallen

zoals bedragen of tijdstippen. Er bestaat een belangrijke samenhang

tussen de domeinen hele getallen, verbanden en meten. Een deel

van de bijeenkomst zal gaan over hoe je leerlingen betekenis kunt

laten verlenen aan verschillende visuele representaties en hoe je

leerlingen gegevens kunt laten beschrijven. Een groot deel van deze

laatste les zal in het teken staan van de afronding van de module. Er

wordt een proeftoets aangeboden en er zal gelegenheid zijn vragen

te stellen over de uitgevoerde vakopdracht.

Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragrafen

6.2.

Toetsing

Vaktoets (schriftelijke toets)

Op basis van 40 meerkeuzevragen en 4 antwoordmogelijkheden, wordt de toets als voldoende beoordeeld (cijfer:

5,5) indien minimaal 67% van de vragen goed is beantwoord.

Vakopdracht (product)

Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de verschillende criteria als

goed worden beoordeeld.

Page 23: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 23

Studiemateriaal

Brom-Snijders, P. van den, Bergh, J. van den, Hutten, O. & Zanten, M. van (2014). Hele Getallen. Reken-

wiskundedidactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

o Hoofdstuk 2. Ontluikende gecijferdheid.

o Hoofdstuk 3. Aanvankelijk rekenen.

o Hoofdstuk 4. Basisbewerkingen.

o Hoofdstuk 5. Rekenen-wiskunde met hele getallen in de bovenbouw.

o Paragraaf 6.2. Hele getallen en verbanden op de basisschool.

o Hoofdstuk 7: Leren en onderwijzen van rekenen-wiskunde.

Danhof, W., Bardstra, P. & Hofsetter, W. (2014). Rekendrempels nemen. Een goede basis voor het leren

hoofdrekenen. Volgens Bartjens 34(3), p.4-7.

Noteboom, A. (2014). Juf, laat mij het mezelf leren! Automatiseren en memoriseren van de basisvaardigheden

rekenen. Volgens Bartjens 34(1), p.8-11.

De tijdens de colleges behandelde onderwerpen, inclusief de bijbehorende presentaties en/of het ter

beschikking gestelde materiaal, maken deel uit van de toetsstof.

Beschrijving van de vakopdracht

Kies een leerling (gemiddeld of zwak) uit je (stage)klas.

Kies een onderdeel van het domein hele getallen (bijvoorbeeld getalbegrip, optellen tot 20, vermenigvuldigen,

schattend rekenen).

Beschrijf het ontwikkelingsniveau van de leerling met betrekking tot het gekozen onderdeel.

o Gebruik hiervoor de leerlijn, het leerlingvolgsysteem, leerlingwerk, (methodegebonden) toetsen,

(participerende) observatie, etc.

o Ontwerp op basis hiervan minimaal drie opgaven die je aan de leerling gaat voorleggen.

o Leg de opgaven voor aan de leerling en vraag de leerling alle denkstappen te noteren. Vraag de

leerling waar nodig om verduidelijking.

o Analyseer de uitwerkingen. Wat kan de leerling wel en wat nog niet? Waar staat de leerling op de

leerlijn? Verantwoord je analyse met behulp van bovenstaande.

Ontwerp op basis van het vastgestelde ontwikkelingsniveau een les voor de hele klas. Je kunt eventueel een

bestaande les als uitgangspunt nemen.

Geef de les aan je (stage)klas.

Schrijf een reflectie op de gegeven les. Betrek bij deze reflectie je eigen handelen en de (reken)doelen van

deze les.

CRITERIA VAKOPDRACHT

Beschrijving ontwikkelingsniveau leerling.

Beschreven wordt waar de leerling volgens de leerlijn hele getallen zou moeten zitten.

Aan de hand van voorbeelden (bijvoorbeeld toetsopgaven of leerlingwerk) wordt aangegeven hoe het niveau

van de leerling zich verhoudt tot die leerlijn. Er wordt beschreven wat de leerling kan en wat hij niet kan.

Page 24: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 24

Lesontwerp

De les bevat minimaal 1 productdoel gerelateerd aan het ontwikkelingsniveau van de leerling en een doel op

lange termijn.

Duidelijk wordt gemaakt hoe de les (doelen en lesinhoud) aansluit op de beginsituatie van de onderzochte

leerling.

Er wordt op passende wijze inhoud gegeven aan context, model, formeel in de lesinhoud van de verschillende

lesfasen.

De lesinhoud stuurt aan op het behalen van de lesdoelen.

De focus van de lesinhoud ligt bij het aanleren en bespreken van strategieën.

De les is betekenisvol voor de onderzochte leerling.

De vragen die aan de leerlingen worden gesteld, worden letterlijk uitgeschreven.

De les wordt uitgewerkt in het HvA-lesvoorbereidingsformulier en bestaat uit drie lesfasen.

Reflectie

Beschrijf / verantwoord of de lesdoelen behaald zijn en wat jouw aandeel hierin was.

Geef aan wat gewerkt heeft in de les en wat niet werkte. Bedenk voor wat niet werkte

handelingsalternatieven.

Geef een reflectie op de inzet van de gebruikte contexten en modellen.

Portfolioproducten

Het tenminste als voldoende beoordeelde eindproduct van de vakopdracht wordt door de student opgenomen in

het portfolio.

Page 25: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 25

3.4 Titel: EV Rekenen/Wiskunde SIS omschrijving (deel)tentamens EV Rek/Wisk toets digitaal

INLEIDING

De WISCAT-pabotoets heeft als doel vast te stellen of je kunt rekenen op het niveau van groep 8+. Het gaat hierbij

om alle domeinen van het rekenen. De toets start met een gedeelte hoofdrekenen, waarbij geen aantekeningen

gemaakt mogen worden, en de sommen binnen korte tijd gemaakt moeten worden. De voorbereiding op deze

toets vindt plaats door middel van zelfstudie.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je kunt hoofdrekenen op het niveau van groep 8+.

Je kunt omgaan met grote en kleine getallen, positief, negatief en ook kommagetallen/breuken.

Je kunt globaal benaderend rekenen en schattend gebruikmaken van een set referentiematen.

Je kunt op reflectieve wijze eigen oplossingen en die van anderen analyseren, dat wil zeggen aangeven hoe

gerekend is en de procedure controleren op juistheid en dit categoriseren op oplossingsniveau en –strategie.

Je kunt de context, het model en de formele oplossing in uitwerkingen herkennen en hanteren.

Toetsing

Toets eigen vaardigheid (toets digitaal)

Dit studieonderdeel wordt getoetst middels de WISCAT-pabotoets. De HvA-norm voor een voldoende ligt op een

score van 115 (het cijfer is dan: 5,5). Deze score is hoger dan het landelijk gemiddelde voor een voldoende.

Studiemateriaal

Bergh, J. van den, Brom-Snijders, P. van den, Hutten, O. & Zanten, M. van (2012). Reken Wijzer. Amersfoort:

ThiemeMeulenhoff.

Page 26: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 26

3.5 Titel: Onderzoekend en ontwerpend leren Natuur & Techniek 1

SIS omschrijving (deel)tentamens

Vaktoets O&O N&T1 TS

Vakopdracht O&O N&T1 PD

INLEIDING

In dit studieonderdeel maak je een start met het verwerven van de basisvaardigheden die benodigd zijn voor het

kunnen voorbereiden en uitvoeren van praktische werkvormen in de klas en welke essentieel zijn voor het geven

van lessen biologie, natuurkunde en techniek. Op welke manier zijn deze vakken op de basisschool vormgegeven

en wat houden ze eigenlijk in? We behandelen de leerlijnen voor deze vakken en de praktische uitwerking hiervan

in de klas, voor zowel kennis, vaardigheden als attitude. De nadruk hierbij ligt op de N&T-didactiek van

onderzoekend leren. De aangeboden werkvormen zijn direct inzetbaar in de stagepraktijk.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Leerdoelen vaktoets:

Je kent de leerstof van het subdomein Natuur & Techniek en de ordening daarvan in doorlopende leerlijnen

voor groep 1 t/m groep 8.

Je kent de belangrijkste praktische werkvormen van onderwijs in Natuur & Techniek.

Je kent de didactiek van natuurbeleving en natuur- en milieueducatie (NME) en de achterliggende theorie

daarvan.

Je kent de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren en de achterliggende theorie daarvan.

Leerdoelen vakopdracht:

Je kunt natuur- en/of techniekonderwijs ontwerpen waarbij de bijbehorende natuurwetenschappelijke en/of

technische kennis op leerkrachtniveau wordt beschreven.

Je kunt in het ontwerpen en uitvoeren van het onderwijs op adequate wijze gebruikmaken van de didactiek

van onderzoekend leren en dit verantwoorden vanuit de vakliteratuur.

Je kunt in het ontwerpen en uitvoeren van het onderwijs in voldoende mate aandacht besteden aan

organisatorische aspecten zoals lesplanning en de inzet van materialen.

Je kunt de uitvoering van het ontwerp evalueren met betrekking tot de behaalde leerdoelen, de gehanteerde

didactiek en de organisatie van het onderwijs.

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Waarnemen

We gebruiken een practicum voor een kennismaking met de

centrale doelstelling van natuuronderwijs en we besteden daarbij

aandacht aan de leerlijnen natuur en techniek.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 1 t/m 4.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstukken 1 en 4.

2. Praktische werkvormen biologie (1)

We gaan in op de samenhang tussen doen en denken en het

verschil tussen gesloten en open werkvormen. Hierna passen we

deze theorie toe bij het oefenen van enkele van deze werkvormen.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 4 t/m 6.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstukken 2 en 4.

3. Praktische werkvormen biologie (2)

Tijdens deze bijeenkomst worden wederom enkele praktische

werkvormen doorlopen. Ook besteden we aandacht aan het

repeteren van de basisdidactiek.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 7 en 8.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 3.

Page 27: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 27

4. Practicumvaardigheden natuurkunde (1)

In deze bijeenkomst wordt N+T geïntroduceerd aan de hand van het

onderwerp geluid. Hierbij komen verschillende practicumvormen

voorbij. Bovendien worden veel voorkomende misconcepten over

natuurkunde behandeld.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 9 en 10.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 5.

5. Practicumvaardigheden natuurkunde (2)

In deze bijeenkomst bespreken we onderzoekend leren aan de hand

van het onderwerp drijven en zinken. Ook wordt er aandacht

besteed aan hoe je een onderwerp kunt aanpassen voor

verschillende groepen.

Bestudeer Van Graft, Klein Tank & Beker (2016).

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 5, 6, 7, 9

en 10.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 5.

6. Practicumvaardigheden natuurkunde (3)

In deze bijeenkomst gaan wij verder de diepte in met verschillende

practicumvormen en onderzoekend leren voor natuurkunde. Qua

onderwerp ligt de focus op Krachten en Beweging. De rol van

vragen stellen bij natuuronderwijs wordt ook behandeld.

Bestudeer en repeteer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstuk

1 t/m 3, 5 t/m 10 en 12.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 5 en 6.

7. Kennismaking ANMEC

Deze les bestaat uit een excursie naar het Amsterdams NME-

centrum (ANMEC), alwaar we dieper ingegaan op de didactiek van

natuurbeleving, natuur- en milieu-educatie (NME) en de

mogelijkheden voor praktische ondersteuning van natuuronderwijs

in Amsterdam.

Lees uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 18 en 25.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 4.

8. Onderzoekend leren bij biologie (1)

Er wordt kennisgemaakt met de natuurwetenschappelijke

onderzoeksmethode. Middels het opzetten van enkele

experimenten wordt deze methode vervolgens toegepast in de

praktijk.

Bestudeer de natuurwetenschappelijke denk- en werkwijzen in

Van Graft, Klein Tank & Beker (2016).

Vakinhoudelijke kennis vereist over de meest voorkomende misconcepten binnen de natuurwetenschappen.

9. Onderzoekend leren bij biologie (2)

Tijdens deze les zullen de uitkomsten van de experimenten

gekoppeld worden aan de didactiek van onderzoekend leren. We

besteden ook aandacht aan de theoretische onderbouwing van de

vakopdracht.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 9 en 12.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 1.

10. Werkvormen, didactische aanpakken en leerlijnen

Verschillende manieren om N+T in te delen en aan te bieden

worden bekeken en uitgewerkt met als voorbeeld: Licht. Ook komt

er aan bod hoe je aan materiaal komt.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstuk 10.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 5.

11. Robotica in het primair onderwijs

Het programmeren van robots is een effectieve manier om aan de

slag te gaan met 21e-eeuwse vaardigheden. Deze bijeenkomst geeft

je de mogelijkheid om bekend te raken met programmeren.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstukken 10, 12 en

17.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 6.

12. Sterrenkunde in de klas

Er is zeer veel lesmateriaal over sterrenkunde voor het primair

onderwijs. Leerlingen vinden dit thema interessant, maar hoe vind

je materiaal dat geschikt is? In deze bijeenkomst beoordelen we

verschillende lespakketten en is er ruimte om vragen over

sterrenkunde te stellen.

Bestudeer uit De Vaan & Marell (2012) hoofdstuk 19.

Vakinhoudelijke kennis vereist op het niveau van Kersbergen & Haarhuis (2015) hoofdstuk 7.

Toetsing

Vaktoets (schriftelijke toets)

Op basis van 40 meerkeuzevragen en 4 antwoordmogelijkheden, wordt de toets als voldoende beoordeeld (cijfer:

5,5) indien minimaal 67% van de vragen goed is beantwoord.

Page 28: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 28

Vakopdracht (product)

Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Studiemateriaal

Ten behoeve van de vaktoets:

Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

o Hoofdstuk 1. Waarover gaat natuuronderwijs?

o Hoofdstuk 2. Doen en denken.

o Hoofdstuk 3. Waarnemen.

o Hoofdstuk 5. Onderwijsleerstijlen bij natuuronderwijs.

o Hoofdstuk 6. Onderzoekend en ontdekkend leren.

o Hoofdstuk 7. Jonge kinderen en natuuronderwijs.

o Hoofdstuk 8. Natuurbeleving.

o Hoofdstuk 9. Stap voor stap: structuur in de les.

o Hoofdstuk 10. Werkvormen met ‘echt’ materiaal.

o Hoofdstuk 11. Verslagvormen.

o Hoofdstuk 12. Vragen bij natuuronderwijs.

Graft, M. van, Klein Tank, M. & Beker, T. (2016). Wetenschap & technologie in het basis en speciaal onderwijs.

Richtinggevend leerplankader bij het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld. Enschede: SLO.

Vakinhoud natuur en techniek, behorende bij de kerndoelen en leerlijnen domein ‘Oriëntatie op Jezelf en de

Wereld’: 39 t/m 46. Via: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/FKDOrientatieJezelfEnWereld.html.

De tijdens de colleges behandelde onderwerpen, inclusief de bijbehorende presentaties en/of het ter

beschikking gestelde materiaal, maken deel uit van de toetsstof.

Aanbevolen literatuur om de (vereiste) vakinhoudelijke kennis op peil te houden:

Kersbergen, C. & Haarhuis, A. (2015). Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Aanbevolen literatuur i.v.m. de vakopdracht:

Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Coutinho.

Kerndoelen en leerlijnen Oriëntatie op Jezelf en de Wereld 39 t/m 46.

Via website: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/FKDOrientatieJezelfEnWereld.html

Page 29: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 29

Beschrijving van de vakopdracht

Bij deze vakopdracht ontwerp je een natuur- en/of techniekles die aansluit bij het niveau en het soort onderwijs

van de (stage)klas. Hierbij dien je zowel de gehanteerde vakdidactiek als de vakinhoud te verantwoorden aan de

hand van de aangeboden theorie. Vervolgens voer je dit ontwerp uit in de praktijk en je evalueert het resultaat.

Het uitvoeren en evalueren van het lesontwerp draagt bij aan de ontwikkeling van je vakinhoudelijke, didactische

en organisatorische competenties.

Het eindproduct bestaat uit een verslag, waarin tenminste aandacht is besteed aan de volgende onderdelen:

Beschrijving veronderstelde beginsituatie en te verwezenlijken product- en procesdoelen en beschrijving van

de te behandelen leerstof op leerkrachtniveau.

Verantwoording van het lesontwerp vanuit de aangeboden vakdidactiek.

Lesontwerp bestaande uit een beschrijving van de verschillende lesfasen (incl. tijdsplanning) en

organisatorische aspecten zoals klassenopstelling, werkvormen en materialen.

Didactische aanwijzingen ten aanzien van de inzet van materialen en het stellen van denk-stimulerende

vragen.

Evaluatie van de les en de daarbij behaalde doelen, inclusief feedback van stagementor/collega, opleider-in-

school en/of stagedocent (wanneer van toepassing).

Portfolioproducten

Het tenminste als voldoende beoordeelde eindproduct van de vakopdracht wordt door de student opgenomen in

het portfolio.

Page 30: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 30

3.6 Titel: Muziek

SIS omschrijving (deel)tentamens

Vaktoets Muziek TS

Vakopdracht Muziek PD

EV Muziek OD

INLEIDING

Op de Nederlandse basisschool kent het vak muziek een traditie waarbij het zingen centraal staat. Daarnaast is er

sinds de invoering van de kerndoelen een ontwikkeling zichtbaar waarbij er aandacht is voor het luisteren naar

muziek, spelen op instrumenten, bewegen op muziek en het lezen en noteren van muziek. Specifieke effecten van

muziekonderwijs op de ontwikkeling van kinderen vinden we terug in de doelstellingen van muziekmethodes, zoals

de ontwikkeling van een muzikaal gehoor en het vergroten van de expressieve mogelijkheden van kinderen door

zich zingend en spelend met muziek te leren uiten.

In dit studieonderdeel verdiep je je in de theorie van het klank-vorm-betekenis-model en de daarbij behorende

domeinen, gebaseerd op de kennisbasis van het vak muziek. Vanuit deze theorie leer je een relatie te leggen met

de methodiek en didactiek van het vak muziek op de basisschool. Je bestudeert de functie en betekenis van muziek

in de samenleving en kent de bijdrage van het vak muziek aan de ontwikkeling van kinderen. Je ontwikkelt eigen

muzikale vaardigheden om het vak muziek in je (stage)klas aan te kunnen bieden.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Leerdoelen vaktoets:

Je kent de vijf domeinen en het klank-vorm en betekenismodel van het vak muziek.

Je kent de begrippen productie, reproductie, receptie en reflectie in relatie tot de vijf domeinen van muziek.

Je kent vanuit de vijf domeinen diverse didactische werkvormen voor muzieklessen in de onderbouw,

middenbouw en bovenbouw van de basisschool.

Je kent basale methodieken voor het vak muziek in de basisschool.

Je kent diverse theorieën over de muzikale ontwikkeling in relatie tot andere ontwikkelingsgebieden.

Leerdoelen vakopdracht:

Je kunt een koppeling maken tussen beginsituatie, productdoelen, leerlijnen en kerndoelen van

muziekonderwijs.

Je kunt aan de hand van de vijf domeinen en het klank-vorm en betekenismodel in je les tot kennisoverdracht

komen.

Je kunt keuzes voor de inhoud van je muziekles verantwoorden op basis van de ontwikkelingsfase van de

betreffende leeftijdsgroep.

Je kunt in de reflectie op je lesuitvoering verbinding leggen tussen doelen, lesuitvoering en vervolgstappen.

Leerdoelen eigen vaardigheid:

Je kunt je vocaal presenteren.

Je kent het voorgeschreven liedrepertoire.

Je kunt een maatbegeleiding en/of ritmebegeleiding uitvoeren.

Je kunt een klankspel ontwerpen, vastleggen en uitvoeren.

Page 31: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 31

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Muziek op de basisschool

In een eerste kennismaking met het vak muziek op de basisschool.

Bestudeer uit Van de Lei, Noordam & Haverkort (2015) hoofdstuk 1.

2. Zingen op de basisschool

Eigen vaardigheid zingen; liedrepertoire opbouwen; methodiek

didactiek.

Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 2.

3. Muziek maken en zingen

Liedbegeleiding; liedversiering; zingen; instrumenten.

Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 4.

4. Luisteren

Luisteren naar muziek in de basisschool; doelen en leerlijnen;

werkvormen.

Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 3.

5. Muziek noteren

Diverse notatiewijzen; eenvoudig notenschrift; methodiek didactiek; zingen en spelen.

Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 5.

6. Klank en Vorm

Klankaspecten; compositievormen; werkvormen.

Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstukken 7 en 8.

7. Zingen vervolg Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 2.

8. Muziek maken vervolg Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 4.

9. Muziek luisteren vervolg Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 3.

10. Muziek noteren vervolg Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstuk 5.

11. Klank en Vorm vervolg Bestudeer uit Van de Lei et al. (2015) hoofdstukken 7 en 8.

12. Slotles

Toetsing

Vaktoets (schriftelijke toets)

Op basis van 40 meerkeuzevragen en 4 antwoordmogelijkheden, wordt de toets als voldoende beoordeeld (cijfer:

5,5) indien minimaal 67% van de vragen goed is beantwoord.

Vakopdracht (product)

Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Toets eigen vaardigheid (opdracht)

De opdracht wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Page 32: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 32

Studiemateriaal

Lei, R. van de, Noordam, L. & Haverkort, F. (2015). Muziek Meester. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Hoofdstuk 1. Muziek op de bassischool.

Hoofdstuk 2. Zingen.

Hoofdstuk 3. Luisteren.

Hoofdstuk 4. Muziek maken.

Hoofdstuk 5. Muziek lezen en noteren.

Hoofdstuk 7. Klank.

Hoofdstuk 8. Vorm.

Hoofdstuk 10. Muziek, school en cultuur (eventuele verdiepingsstof, wordt niet getoetst).

Beschrijving van de vakopdracht

Je onderzoekt je eigen beginsituatie eigenvaardigheid en didactiek en de beginsituatie van je (stage)klas en

ontwerpt:

Een les met een liedaanbieding.

Een les vanuit een van de andere domeinen (muziek maken, luisteren, bewegen, noteren).

Je maakt een filmopname van je muziekles en reflecteert op de voorbereiding en de uitvoering van de les.

Beschrijving van de toets eigenvaardigheid

Tijdens de toets eigenvaardigheid wordt het liedrepertoire, de liedbegeleidingsvormen en het ontwerp van een

klankspel getoetst.

Portfolioproducten

Het tenminste als voldoende beoordeelde eindproduct van de vakopdracht wordt door de student opgenomen in

het portfolio.

Page 33: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 33

3.7 Titel: Cultuurproject 1 SIS omschrijving

(deel)tentamens: Cultuuronderwijs 1 PD

INLEIDING

Iedereen is een drager van de cultuur waarin hij geboren is en waarin hij samen met anderen leeft. Als

(aankomend) leerkracht ben je een cultuuroverdrager pur sang. Het zelfbewust worden van jouw eigen

cultuurdragerschap vormt een belangrijke basis tot het professionele culturele zelfbewustzijn van de leerkracht. Je

neemt jouw eigen culturele bagage en identiteit daar in mee.

Met het oog op jouw ontwikkeling tot cultuurdrager binnen je rol als leerkracht neem je in jaar 1 en 2 deel aan

twee cultuurprojecten. Tijdens de cultuurprojecten in het eerste jaar onderzoek je je eigen beginsituatie over

cultuur, verken je het culturele veld aan de hand van excursies, bestudeer je cultuureducatief aanbod van culturele

instellingen, begin je een visie op cultuuronderwijs te ontwikkelen en maak je de vertaalslag naar

cultuureducatieve activiteiten in je stageschool. In het eerste jaar van de opleiding staat het thema ‘Cultuur en ik’

centraal en word je je bewust(er) van de invloed van jouw achtergrond op jouw persoonlijke, professionele

ontwikkeling tot leerkracht.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je bent je bewust van de wijze waarop je het vak van leerkracht gaat uitoefenen wordt beïnvloed door de

context en cultuur waarin je leeft.

Je kunt de inzichten en ervaringen die je hebt opgedaan in de cultuurprojectweek verbinden met theoretische

inzichten op het gebied van cultuuronderwijs.

Je kunt de ervaringen die je zelf hebt opgedaan in de cultuurprojectweek vertalen naar onderwijsactiviteiten

voor leerlingen basisonderwijs.

Je kunt aangeven waar jij staat in je persoonlijk-professionele ontwikkeling ten aanzien van cultuurdrager en

cultuuroverdrager zijn, cultuur en cultuuronderwijs; erfgoed, media en burgerschap.

Toetsing

In cultuurweek 1 werk je aan een product. De opdracht wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria.

Aanwezigheid en actieve deelname tijdens de cultuurprojecten is onderdeel van de beoordeling.

Studiemateriaal

Heusden, B.P. van, Tans, J.P.M. & Rass, M.G. (2016). Cultuur², Basis voor cultuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij

Coutinho.

Hoeven, M. van der, Jacobse, A., Lanschot Hubrecht, V. van, Rass, A., Roozen, I., Sluijsmans, L. & Vorle, R. van

de (SLO). Hoofdstuk 3: Copini, E., Dorsten, T. van & Ekster, W. (Kunsten, Cultuur en Media, Rijksuniversiteit

Groningen) (2014). Cultuur in de Spiegel in de praktijk. Een leerplankader voor cultuuronderwijs. Enschede: SLO

(nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling). Te downloaden via:

http://www.slo.nl/downloads/2014/cultuur-in-de-spiegel.pdf

Page 34: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 34

Beschrijving van de opdracht

Informatie volgt via MijnHvA.

Portfolioproducten

Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde

studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt het eindproduct van dit

studieonderdeel, mits voldoende beoordeeld, op in je portfolio.

Page 35: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 35

HOOFDSTUK 4. | De praktijk van het basisonderwijs SIS omschrijving (deel)tentamens Praktijk 1.1 TP / Praktijk 1.2 TP

INLEIDING Praktijk 1.1

In de praktijk voer je activiteiten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van je competenties. Deze ontwikkeling

wordt gedurende de hele stageperiode gevolgd aan de hand van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote

stad (Amsterdam) van de Pabo HvA. Je maakt in het eerste blok kennis met het basisonderwijs, het reilen en zeilen

op een basisschool en met de kinderen in de groep. Je richt je op het contact maken met kinderen, individueel en

in de groep en maakt een start met het lesgeven. Werken aan de hand van planningen en omgaan met feedback

zijn aandachtspunten.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je kunt in overleg met de mentor een realistische planning maken voor de praktijkactiviteiten per blok en per

dag.

Je weet jezelf duidelijk te presenteren aan de stageklas en maakt op een natuurlijke, informele wijze contact

met de groep. Je kunt leerlingen individueel benaderen en leren kennen.

Je hebt een start gemaakt met het systematisch observeren van kinderen en het handelen van de leerkracht.

Je houdt bij het geven van je lessen rekening met de begrippen lesdoelen, inleiding, kern en slot.

Je kunt verwoorden waarom bepaalde leerstof en leermiddelen zijn gekozen bij een lesactiviteit.

Je kunt kinderen stimuleren bij hun leertaken.

Je hebt oog voor verschillen tussen leerlingen op het gebied van leren en gedrag.

Je toont initiatief in het contact maken met ouders.

Je kijkt kritisch terug op je eigen lessen en staat open voor feedback van de begeleider(s).

Toetsing

Stagebeoordeling (toets praktijk).

Het functioneren in de praktijk wordt als voldoende (cijfer: 6) beoordeeld als aan alle voorwaardelijke onderdelen

is voldaan en indien ten minste zeven van de vastgestelde criteria met een voldoende zijn beoordeeld.

Voorwaarde voor beoordeling is altijd dat je de stageactiviteiten hebt uitgevoerd en dat je je stagemap hebt

geactualiseerd.

De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de opleider in de school. De

beoordelingsprocedure is als volgt:

Aan het eind van blok 1.1 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te

vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek

met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de opleider in school. De opleider in de school is de examinator en

komt op basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is

toegelicht), het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het

beoordelingsformulier in en geeft het cijfer.

Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids 2018-2019.

Page 36: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 36

Studiemateriaal

Praktijkgids 2018-2019.

Overzicht van de stageactiviteiten

Kennismaken met de mentor, de school en de stageklas.

Jezelf voorstellen aan je stageklas op een doordachte en originele wijze.

Uitvoeren van ten minste drie groepslessen (keuze / voorbereiding van de lessen vindt plaats onder

begeleiding van de mentor).

Observeren van kinderen en de mentor aan de hand van observatie-instrumenten.

Uitvoeren van ten minste drie individuele instructies.

Portfolioproducten

Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde

studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt de beoordeling van dit

studieonderdeel, mits voldoende, op in je portfolio.

Page 37: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 37

INLEIDING Praktijk 1.2

In de praktijk voer je activiteiten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van je competenties. Deze ontwikkeling

wordt gedurende de hele stageperiode gevolgd aan de hand van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote

stad (Amsterdam) van de Pabo HvA.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je kunt lessen opzetten aan de hand van het lesvoorbereidingsformulier en deze volgens plan uitvoeren.

Je communiceert helder met de leerlingen over lesdoelen en verwachtingen.

Je biedt didactische hulp aan bij zelfwerkzaamheid of groepswerk.

Je bent in staat een effectieve les te organiseren door het zorgvuldig plannen van tijd en ruimte.

Je sluit in de communicatie met (jonge) kinderen aan bij hun taalniveau en belevingswereld.

Je bent in staat het handelen van de mentor te observeren op basis van op de opleiding aangereikte

observatie-instrumenten. Je stelt op basis van de observaties relevante vragen.

Je kunt de groep als geheel en de subgroepjes daarbinnen aanspreken en aansturen op de taak.

Je benoemt hoe de mentor structuur aanbrengt in een oudergesprek en kunt enkele gespreksvaardigheden

noemen die de mentor toepast.

Je gaat constructief om met de feedback van je begeleider(s) en je maakt je eigen leeropbrengsten uit de

stage met hen bespreekbaar.

Toetsing

Stagebeoordeling (toets praktijk)

Het functioneren in de praktijk wordt als voldoende (cijfer: 6) beoordeeld als aan alle voorwaardelijke onderdelen

is voldaan en indien ten minste zeven van de vastgestelde criteria met een voldoende zijn beoordeeld.

Voorwaarde voor beoordeling is altijd dat je de stageactiviteiten hebt uitgevoerd en dat je je stagemap hebt

geactualiseerd. Een eerdere beoordeling van dit studieonderdeel is mogelijk. De voorwaarden om hiervoor in

aanmerking te komen en de te volgen procedure staat beschreven in de praktijkgids.

De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de opleider in de school. De

beoordelingsprocedure is als volgt:

Aan het eind van blok 1.2 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te

vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek

met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de opleider in school. De opleider in de school is de examinator en

komt op basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is

toegelicht), het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het

beoordelingsformulier in en geeft het cijfer.

Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids 2018-2019.

Page 38: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 38

Studiemateriaal

Praktijkgids 2018-2019.

Overzicht van de stageactiviteiten

Voorlezen (delen) van een zelfgekozen jeugdboek / verhaal aan de stageklas.

Uitvoeren van ten minste zes groepslessen, keuze/voorbereiding van de lessen onder intensieve begeleiding

van de mentor.

Verzorgen van ten minste drie overige activiteiten. Dit zijn drie verschillende activiteiten die in overleg met de

mentor worden bepaald. Indien mogelijk met een accent op leiding geven aan de groep (buiten school, tijdens

weekafsluiting, op weg naar de gymzaal, etc.).

Verzorgen van twee lesovergangen.

De kinderen (en eventueel hun ouders) begroeten bij binnenkomst in de klas.

Afsluiten van de stageperiode en het bespreken van de stage-ervaringen met de mentor.

Portfolioproducten

Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde

studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt de beoordeling van dit

studieonderdeel, mits voldoende, op in je portfolio.

Page 39: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 39

HOOFDSTUK 5. | Persoonlijke professionele ontwikkeling (PPO) 1.2 SIS omschrijving (deel)tentamens PPO 1.2 TM

INLEIDING

Het lesgeven in een grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraagt

veel van de kennis, vaardigheden en attitude van jou als leerkracht. Je moet ervoor zorgen dat kinderen goed

onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en

dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Je krijgt als leerkracht hierdoor te

maken met dilemma's: in de interactie tussen jou en leerlingen, met ouders, collega's, de directeur en andere

onderwijsprofessionals. Omgaan met dilemma's vraagt van jou als leerkracht dat je weet waar je voor staat en dat

je eigen wijze keuzes kunt maken, die zijn gebaseerd op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en

onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO) leer je je eigen

professionele handelen te verantwoorden, het maken van transfer, het ontwikkelen van eigenheid (waaronder een

eigen visie op onderwijs en het beroep leerkracht) en het zelf sturing geven aan je eigen leerproces. Het portfolio

fungeert hierbij als reflectie-instrument.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Je kunt de verworven kennis en vaardigheden aan specifieke onderdelen van de competentiematrix koppelen.

Je kunt reflecteren op eigen opvattingen, overtuigingen en normen en waarden.

Je kunt eigen handelen in de studie of praktijk beschrijven aan de hand van de reflectiecyclus van Korthagen.

Je kunt gerichte feedback op eigen handelen vragen aan andere deelnemers van de leergemeenschap

(docenten, medestudenten).

Je kunt aan de hand van eigen leerstijl concrete leer- en ontwikkelingsdoelen formuleren voor studie en stage.

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Kennismaking met de opleiding en elkaar

Je maakt kennis met elkaar en met de opzet van de opleiding.

We onderzoeken wat er in studie en stage van je wordt verwacht.

We besteden aandacht aan welke competenties een Amsterdamse

leerkracht moet voldoen en koppelen dit aan de competentiematrix.

Ook kijk je terug op jouw eigen basisschooltijd.

Neem een foto mee van jezelf toen je op de basisschool zat en

een voorwerp die jouw persoonlijkheid van nu representeert.

Bestudeer de studiewijzer in zijn geheel.

Formuleer n.a.v. van de studiewijzer twee vragen en neem deze mee naar de les.

2. De rivier: Wat heeft invloed gehad op jouw leren?

We bekijken met behulp van de werkvorm “de rivier” hoe jouw

leerproces is verlopen en wat dat betekent voor de leraar die jij wilt

worden. Daarnaast kijken we wat de kennis over leer- en

neuropsychologie betekent voor jouw handelen als leerkracht.

3. Voorbereiden stage en de competentiematrix

We bespreken wat er van je verwacht wordt om goed voorbereid

aan je stage te kunnen beginnen. We bekijken de leerdoelen, stage-

activiteiten en beoordelingscriteria. Aan de hand van de

competentiematrix brengen we de een aantal bekwaamheden voor

het beroep van leerkracht basisonderwijs verder in beeld. Je leert

hoe je jouw professionele ontwikkeling met behulp van deze matrix

kunt duiden. Je gaat na welk profijt je kunt hebben van eerder

verworven competenties in relatie tot het beroep van leerkracht.

Bestudeer de praktijkgids.

Formuleer n.a.v. van de praktijkgids twee vragen en neem

deze mee naar de les.

Page 40: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 40

We introduceren de werkvorm “inspiratiemoment”: Elke les zal een

aantal studenten de groep inspireren met het delen van good

practices, boekpromoties, mooie momenten etc.

4. Stage en leerdoel

We blikken gezamenlijk terug op de ontvangst in je stageklas.

Waar kijk jij met tevredenheid op terug en wat wil je gaan leren de

komende periode? We maken een aanzet tot het formuleren van

concrete leerdoelen.

Neem een ingevulde competentiematrix mee.

5. Stage en lesvoorbereidingsformulier

We kijken terug naar onze stagedag en we bekijken

lesvoorbereidingen van elkaar. Ook kijken we naar “wie jij

meeneemt” tijdens je observaties. Heb je valkuilen? Wat zijn je

sterke kanten? Hoe “waardenvrij” ben jij?

Neem een uitgewerkt SMART leerdoel mee naar de les.

Neem een ingevulde lesvoorbereiding mee naar de les.

6. Intervisie

Je maakt kennis met een intervisietechniek (Balint), waarmee we

een casus uit de stage gaan bespreken.

Neem een casus mee vanuit de stage.

7. Verwachtingen blok 2 en start zelfevaluatie

We kijken terug op blok 1 en bekijken wat er in dit blok in studie en

stage van je wordt verwacht en hoe het blok PPO wordt afgerond.

We maken een start met de zelfevaluatie. Je oefent met het

beschrijven van een competentie.

Bestudeer de studiewijzer.

8. Reflectie op je eigen ontwikkeling

In de bijeenkomst geef je elkaar feedback op een uitgeschreven

onderdeel voor je zelfevaluatie. We bespreken hoe je tot

persoonlijke leerdoelen komt en hoe je die SMART uitwerkt. In de

bijeenkomst bespreken hoe reflectie jou helpt in de eigen

persoonlijke professionele ontwikkeling. Het reflectiemodel van

Korthagen wordt uitgelegd. Dit model kun je gebruiken om cyclisch

te reflecteren. Aan de hand van eigen videofragmenten gaan we

dieper in op het reflectiemodel van Korthagen. Tevens kijk je naar

jouw eigen leerstijl en word je je bewust van de verschillende

leerstijlen in jouw stageklas.

Neem een uitgeschreven onderdeel van je zelfevaluatie mee.

Neem een videofragment mee waarop je les aan het geven bent.

9. Stage-ervaringen

We bekijken enkele voorbeelden van een cyclisch leerproces, naar

aanleiding van jullie stage-ervaringen. Je oefent met het

reflectiemodel van Korthagen aan de hand van een casus uit de

eigen stagepraktijk.

Neem een casus mee uit de stage die aansluit bij de

organisatorische competentie.

10. Stage-ervaringen: delen good practices

We beginnen de bijeenkomst met het delen van een good practice.

We presenteren deze aan elkaar door middel van een werkvorm.

Sterke punten en ontwikkelpunten worden vertaald naar kansen en

bedreigingen.

Neem een casus (activiteit, videofragment, voorbeeld) mee uit

de stage waar jij trots op bent.

Bekijk de competentiematrix en stel twee sterke punten vast en twee ontwikkelpunten. Neem deze punten mee naar de les.

11. Intervisie

Je bent al verschillende vraagstukken en dilemma’s in de stageklas

tegengekomen. Tijdens intervisie verdiepen we ons in een casus en

formuleren we handelingsalternatieven.

Breng een casus mee uit je stage.

12. Voorbereiding zelfevaluatie

We kijken terug op jouw eerste stageperiode en bereiden ons voor

op het functioneringsgesprek.

Voor de voorbereiding op het functioneringsgesprek bekijk je de aanwijzingen onder toetsing en je bestudeert het beoordelingsformulier.

Page 41: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 41

Toetsing

Functioneringsgesprek (toets mondeling)

De toetsing vindt plaats middels een functioneringsgesprek met de kerndocent. Het portfolio (met al je verzamelde

voldoende opdrachten en beoordelingen) wordt hierbij als reflectie-instrument gebruikt. Voorafgaand aan het

gesprek actualiseer je je portfolio aan de hand van de aanwijzingen in de studiewijzer. De toets wordt als

voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien alle vastgestelde criteria als voldoende zijn beoordeeld. De toets

differentieert naar hogere cijfers op basis van de mate waarin de prestaties op de verschillende criteria als goed

worden beoordeeld.

Studiemateriaal

Geen.

Toetsing

Aan het eind van het semester vindt een individueel functioneringsgesprek (20-30 minuten) en een beoordeling

plaats. Bij gesprek en beoordeling staan de volgende aandachtspunten centraal:

Reflectie op eigen handelen in de zelfevaluatie met behulp van de reflectiecyclus van Korthagen,

(peer)feedback en intervisie.

Analyse sterke kanten en ontwikkelpunten, op basis hiervan concrete, meetbare en haalbare leerdoelen

formuleren voor studie en stage. De leerdoelen zijn vertaald in concrete acties.

Portfolio

Je bereidt je voor op het functioneringsgesprek door je portfolio te actualiseren en je portfolio uiterlijk een week

voorafgaand aan het functioneringsgesprek open te stellen voor de PPO-docent. Je neemt de volgende

documenten in je portfolio op:

Een recent overzicht van de studieresultaten in SIS.

De stagebeoordelingen.

Een overzicht van stage-activiteiten per periode.

De voldoende beroeps- en vakopdrachten (inclusief beoordeling).

Een zelfevaluatie waarin gereflecteerd wordt op de persoonlijke professionele ontwikkeling.

De competentiematrix waarop deze eigen professionele ontwikkeling in beeld wordt gebracht.

Zelfevaluatie

In de zelfevaluatie beschrijf je kernachtig en per competentiegebied (competentie 1, 2, 3 en 4) jouw professionele

ontwikkeling. Je schrijft op wat je leeropbrengst is geweest en hoe je tot deze leeropbrengst bent gekomen. Je let

daarbij op kennis (theorie), vaardigheden en attitude. Je laat hiermee zien dat je theoretische kennis en

Page 42: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 42

praktijkervaring met elkaar kunt verbinden. In de zelfevaluatie verwijs je schuingedrukt naar deelcompetenties van

de competentiematrix. Je kunt je ontwikkeling met concrete voorbeelden en met documenten in je portfolio

onderbouwen. Als bijlage voeg je de competentiematrix toe, waarop je jouw professionele ontwikkeling realistisch

in kaart hebt gebracht. De reflectie op je professionele ontwikkeling is kritisch en analytisch en toont een aanzet

tot een cyclisch leerproces. Je beschrijft handelingsalternatieven en verbindt deze aan theorie. Ook beschrijf je een

voorbeeld hoe het vragen van feedback geresulteerd heeft in een versterking van jouw leerkrachthandelen en je

beschrijft met voorbeelden en aan de hand van theorie wat de eigen opvattingen, normen en waarden zijn met

betrekking tot klassenmanagement.

Ook benoem je in de zelfevaluatie jouw sterke kanten en ontwikkelpunten. Op basis hiervan formuleer je ten

minste twee leerdoelen voor stage en/of studie (SMART), rekening houdend met jouw eigen leerstijl, persoonlijke

keuzes, analyse sterke kanten en ontwikkelpunten maar ook met de ontwikkeling van je competenties. De

leerdoelen zijn vertaald in concrete acties. De zelfevaluatie inclusief leerdoelen bestaat uit maximaal 3000

woorden. De zelfevaluatie is voorzien van een titel die jouw persoonlijke professionele ontwikkeling van dit

semester karakteriseert.

Let op: denk niet alleen aan het geleerde op de stage, maar leg ook een relatie tussen het geleerde uit

beroepsopdracht, vakopdrachten, lessen etc. en jouw ontwikkeling als leerkracht.

De kerndocent geeft een beoordeling van het functioneringsgesprek aan de hand van het beoordelingsformulier.

De mondelinge toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien alle vastgestelde criteria als voldoende

zijn beoordeeld. De toets differentieert naar hogere cijfers op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Portfolioproducten

Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde

studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt de beoordeling van dit

studieonderdeel, mits voldoende, op in je portfolio.

Page 43: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 43

HOOFDSTUK 6. | Praktische informatie

INLEIDING

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie omtrent dit semester zoals de

kalender, de gebruikte literatuur en internetsites, het minimum taalniveau dat we hanteren, etcetera.

Opzet semester 1

Hieronder zie je in schema hoe dit semester verloopt: in de bovenste rij de onderwijsweken, de rij eronder de

kalenderweek, de rij daaronder de begindatum van die week, dan de invulling, en tenslotte de toets- en/of

stageactiviteiten.

Belangrijke internetsites

http://rooster.hva.nl

Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas.

https://foo.mijnhva.nl

Hier staat alle actuele informatie van de opleiding en de verschillende vakken.

https://extranet.mijnhva.nl

Informatie van het stagebureau voor externen.

https://sis.hva.nl

Bekijk hier jouw studievoortgang.

https://stip.hva.nl

Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-)

informatie.

https://taaluniversum.hva.nl

Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren.

BLOK 1 2018-2019

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

03/09 10/09 17/09 24/09 01/10 08/10 15/10 22/10 29/10 05/11 25/09:

1e stagedag STAGEWEEK

VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra

HERFST

TOETSWEEK.1 TOETSWEEK 2

BLOK 2

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

46 47 48 49 50 51 2 3 4 5

12/11 19/11 26/11 03/12 10/12 17/12 07/01 14/01 21/01 28/01 PROJECTWEEK

STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra

TOETSWEEK.1 TOETSWEEK 2

Page 44: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 44

Belangrijke documenten (downloaden via MijnHvA):

Competentiematrix “Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)”.

Praktijkgids 2018-2019.

Praktijkgids LIO (via https://extranet.mijnhva.nl).

Boekenlijst

Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het derde studiejaar vind je op deze website:

https://www.athenaeum.nl/studieboeken

Logopedie: eigen stem en spraak

Als je voor de klas staat is je stem je belangrijkste instrument. Daarom is het belangrijk dat je je stem bewust leert

inzetten om op die manier je boodschap optimaal over te kunnen brengen. Niet alleen wát je zegt is van belang,

ook de manier waaróp doet ertoe. Daarnaast leer je wat je moet weten om je stem op een gezonde, duurzame

manier te gebruiken. Een groot deel van de leerkrachten in het basisonderwijs heeft te kampen met

stemproblemen en voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen.

Taalniveau

Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het

Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van

alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse

en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op

http://www.erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen.

Alle schrijfproducten van studenten worden nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo HvA (is een onderdeel

van het taalaspect ‘schrijven’). Deze Taalnorm vind je in een van de bijlagen bij deze Studiewijzer. Bij teveel fouten

wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de

eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn geheel herkansen. De beoordeling met behulp van de

Taalnorm staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld.

Page 45: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 45

Bijlage 1. I Beoordelingsformulier DT Beroepsopdracht - Klassenmanagement Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

2. De student verwijst naar ten minste drie verschillende bronnen en doet dit volgens de APA-normen. O O

3. Het interviewprotocol en de observaties zijn als bijlagen toegevoegd. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student kan aan de hand van actuele vakliteratuur een theoretisch kader samenstellen over een goed pedagogisch klimaat, een rijke leeromgeving en de rol van de verschillende actoren hierin.

Het theoretisch kader is een lopend verhaal waarin alle begrippen van de hoofd- en deelvragen zijn toegelicht en de relatie tussen de begrippen is aangegeven.

2. De student kan een interview voorbereiden en observaties uitvoeren om het pedagogisch klimaat en de leeromgeving in kaart te brengen.

Op basis van het theoretisch kader is een interview opgesteld en een observatie-instrument afgenomen waarbij beide aspecten (pedagogisch klimaat en leeromgeving) aan bod zijn gekomen.

3. De student kan het pedagogisch klimaat en de leeromgeving van de eigen stageklas analyseren. Dit criterium telt dubbel.

Op basis van observaties aan de hand van kijkwijzers en het interview is de analyse beschreven zowel op het gebied van pedagogisch klimaat als de leeromgeving.

4. De student kan het eigen handelen en rol met betrekking tot het pedagogisch klimaat en de rijke leeromgeving analyseren, beschrijven en persoonlijke ontwikkelpunten benoemen.

De beschrijving en analyse brengt het eigen handelen duidelijk in beeld. De student benoemt op basis daarvan sterke- en ontwikkelpunten. De ontwikkelpunten zijn uitgewerkt in concrete vervolgstappen.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is. De beoordelaar moet dit oordeel inhoudelijk toelichten.

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 15 punten

O Zeer goed = 9 14 punten

O Goed = 8 13 punten

O Ruim voldoende = 7 11 – 12 punten

O Voldoende = 6 9 – 10 punten

O Net niet voldoende = 5 7 – 8 punten

O Onvoldoende = 4 5 – 6 punten

O Ruim onvoldoende = 3 3 – 4 punten

O Slecht = 2 1 – 2 punten

O Zeer slecht = 1 0 punten

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 46: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 46

Bijlage 2. I Beoordelingsformulier DT Vakopdracht Nederlands – TL, BL & WS Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

2. Het verslag bevat alle voorgeschreven onderdelen en voldoet aan de gestelde eisen. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student verkrijgt inzicht in de theorie over het leesklimaat.

Uit de beschouwing blijkt dat de student kennis heeft genomen van de theorie over leesklimaat en leesomgeving. In de uitwerking zijn ten minste twee bronnen verwerkt.

De beschouwing kent een heldere structuur.

2. De student verkrijgt inzicht in de wijze waarop de leerkracht de leesomgeving in de stageklas inricht, het leesplezier van de kinderen stimuleert en het leesonderwijs – technisch en begrijpend lezen – vormgeeft.

Uit de beschrijving blijkt dat de student over voldoende kennis en informatie beschikt om een adequaat en kritisch beeld van het leesklimaat in de stageklas te schetsen.

3. De student beschrijft, analyseert en waardeert het leesklimaat in de stageklas.

4. Dit criterium telt dubbel.

De beschrijving en analyse van het leesklimaat geschiedt aan de hand van tenminste twee bronnen.

De waardering van het leesklimaat bevat ten minste twee concrete adviezen.

5. De student brengt op heldere en zakelijke wijze verslag uit van de onderzoekingen.

De student geeft aan wat de resultaten van zijn onderzoekingen alsmede de conclusies daarvan betekenen voor zijn professioneel handelen.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is.

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 15 punten

O Zeer goed = 9 14 punten

O Goed = 8 13 punten

O Ruim voldoende = 7 11 – 12 punten

O Voldoende = 6 9 – 10 punten

O Net niet voldoende = 5 7 – 8 punten

O Onvoldoende = 4 5 – 6 punten

O Ruim onvoldoende = 3 3 – 4 punten

O Slecht = 2 1 – 2 punten

O Zeer slecht = 1 0 punten

Page 47: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 47

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 48: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 48

Bijlage 3. I Beoordelingsformulier DT Vakopdracht Rekenen/Wiskunde HG Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

2. De ontworpen les is gegeven aan de stageklas. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student kan de beginsituatie van een leerling bepalen op basis van reeds aanwezige gegevens over de leerling op het gebied van hele getallen.

De beginsituatie van de gekozen leerling is correct beschreven op basis van de leerlijn hele getallen, leerlingwerk, observatie en het leerlingvolgsysteem.

2. De student kan een les hele getallen ontwerpen op basis van de leerlijn hele getallen.

De lesvoorbereiding is compleet ingevuld volgens het lesvoorbereidingsformulier, sluit aan op de leerlijn hele getallen en is ontworpen voor de hele klas.

3. De student kan op passende wijze inhoud geven aan context, model, formeel in de lesinhoud van de verschillende lesfasen.

In de lesvoorbereiding wordt op passende wijze inhoud gegeven aan context, model, formeel.

4. De student kan de lesinhoud van een les afstemmen op de beginsituatie van een leerling binnen het domein hele getallen.

Het te behalen lesdoel sluit aan op de beginsituatie van de gekozen leerling. De lesinhoud stuurt aan op het behalen van het lesdoel.

5. De student kan aangeven wat je eigen aandeel is geweest in het al dan niet behalen van de lesdoelen.

Met voorbeelden wordt verantwoord welke lesdoelen er wel en niet zijn behaald, wat hiervan de mogelijke oorzaak is en wat het eigen aandeel hierin is.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is. De beoordelaar moet dit oordeel inhoudelijk toelichten.

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 15 punten

O Zeer goed = 9 14 punten

O Goed = 8 13 punten

O Ruim voldoende = 7 11 – 12 punten

O Voldoende = 6 9 – 10 punten

O Net niet voldoende = 5 7 – 8 punten

O Onvoldoende = 4 5 – 6 punten

O Ruim onvoldoende = 3 3 – 4 punten

O Slecht = 2 1 – 2 punten

O Zeer slecht = 1 0 punten

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 49: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 49

Bijlage 4. I Beoordelingsformulier DT Vakopdracht Onderzoekend en ontwerpend leren N&T 1 Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

2. Bronvermeldingen en literatuurverwijzingen voldoen aan de APA-normen. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student kan natuur- en/of techniekonderwijs ontwerpen waarbij de bijbehorende natuurwetenschappelijke en/of technische kennis op leerkrachtniveau wordt beschreven.

De veronderstelde beginsituatie leerlingen is beschreven.

Er zijn passende directe doelen (=productdoelen) en procesdoelen (=kern- en tussendoelen) beschreven.

De uitleg geeft blijk van voldoende inzicht in het gekozen concept op leerkrachtniveau.

Er is te zien dat rekening is gehouden met de mogelijke pre- en/of misconcepten van de leerlingen.

Er zijn doelen geformuleerd voor zowel kennis, vaardigheden als attitude.

De uitleg bevat antwoorden op vragen die leerlingen mogelijkerwijs kunnen stellen over het onderwerp.

2. De student kan in het ontwerpen en uitvoeren van het onderwijs op adequate wijze gebruikmaken van de didactiek van onderzoekend leren en dit verantwoorden vanuit de vakliteratuur.

De gekozen werkvormen zijn verantwoord vanuit de aangeboden didactische theorie.

De wijze waarop de praktische activiteit in dienst staat van de leerdoelen is theoretisch onderbouwd.

Er is expliciet aandacht voor het aanleren van onderzoeksvaardigheden en een onderzoekende houding.

De gehanteerde didactiek is gericht op het voorkomen van misconcepten en het ontwikkelen van correcte denkbeelden.

3. De student kan in het ontwerpen en uitvoeren van het onderwijs in voldoende mate aandacht besteden aan organisatorische aspecten zoals lesplanning en de inzet van materialen.

De verschillende lesfasen (inclusief tijdsplanning) zijn beschreven met voldoende aandacht voor organisatorische aspecten.

Het leerkrachtgedrag wordt expliciet benoemd en sluit aan bij de didactiek van OOL.

Het lesontwerp benadert het onderwerp op een manier die bij de kinderen verwondering oproept.

Het lesmateriaal bevat suggesties voor vervolgactiviteiten.

4. De student kan de uitvoering van het ontwerp evalueren met betrekking tot de behaalde leerdoelen, de gehanteerde didactiek en de organisatie van het onderwijs.

Uit de evaluatie is het verloop van de lesfasen op te maken.

De evaluatie bevat verifieerbare feedback van de (stage)mentor / collega, schoolopleider en/of stagedocent (wanneer van toepassing).

Zowel kennis/inzichten, vaardigheden als attitude worden geëvalueerd.

De evaluatie heeft op systematische wijze plaatsgevonden.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is. De beoordelaar moet dit oordeel inhoudelijk toelichten.

Page 50: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 50

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 12 punten

O Zeer goed = 9 11 punten

O Goed = 8 10 punten

O Ruim voldoende = 7 9 punten

O Voldoende = 6 7 – 8 punten

O Net niet voldoende = 5 6 punten

O Onvoldoende = 4 4 – 5 punten

O Ruim onvoldoende = 3 2 – 3 punten

O Slecht = 2 1 punt

O Zeer slecht = 1 0 punten

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 51: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 51

Bijlage 5. I Beoordelingsformulier DT Vakopdracht Muziek Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. De student heeft lesvoorbereidingen van twee muzieklessen aangeleverd met een evaluatie op de gegeven muziekles. O O

2. De student heeft een videofragment van een gegeven muziekles aangeleverd. O O

3. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student maakt een koppeling tussen beginsituatie, productdoelen, leerlijnen en kerndoelen van muziekonderwijs.

Vanuit de beginsituatie van de (stage)klas worden correcte vakspecifieke lesdoelen beschreven.

De doelen worden zichtbaar in de lesinhoud.

2. De student komt aan de hand van de vijf domeinen en het klank-vorm en betekenismodel in je les tot kennisoverdracht.

In de lesinhoud wordt kennis ten aanzien van het vakgebied muziek verwerkt.

De terminologie uit het KVB-model wordt gebruikt.

3. De student verantwoordt keuzes voor de inhoud van je muziekles op basis van de ontwikkelingsfase van de betreffende leeftijdsgroep.

De wijze waarop in de verschillende lesfasen inhoud gegeven wordt aan de beginsituatie van de groep wordt beschreven.

4. De student legt in de reflectie op je lesuitvoering verbinding tussen doelen, lesuitvoering en vervolgstappen.

De reflectie op de gegeven muzieklessen geeft antwoord op de volgende vragen: Hoe verliep de organisatie? Zijn de doelen behaald? Wat ging goed/ Wat kon beter?

Een mogelijke vervolgactiviteit wordt beschreven.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is. De beoordelaar moet dit oordeel inhoudelijk toelichten.

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 12 punten

O Zeer goed = 9 11 punten

O Goed = 8 10 punten

O Ruim voldoende = 7 9 punten

O Voldoende = 6 7 – 8 punten

O Net niet voldoende = 5 6 punten

O Onvoldoende = 4 4 – 5 punten

O Ruim onvoldoende = 3 2 – 3 punten

O Slecht = 2 1 punt

O Zeer slecht = 1 0 punten

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 52: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 52

Bijlage 6. I Beoordelingsformulier DT Toets Eigen Vaardigheid Muziek Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. De student heeft een lesverslag aangeleverd van minimaal twee muzieklessen. O O

2. De student heeft een videofragment van een gegeven muziekles aangeleverd. O O

3. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student kan zich vocaal presenteren.

Een eenstemmig lied wordt op de juiste toonhoogte gezongen.

Je kunt een canon zingen.

2. De student kent het voorgeschreven liedrepertoire.

Je kent de teksten van de liedjes uit het hoofd.

3. De student kan een maatbegeleiding en/of ritmebegeleiding uitvoeren.

Je voert een eenvoudige maatbegeleiding bij een lied uit op een instrument naar keuze of bodypercussie.

Je voert een ritmebegeleiding bij een lied uit op een instrument naar keuze of bodypercussie.

4. De student kan een klankspel ontwerpen, vastleggen en uitvoeren.

In het klankspel is een klank- of vormaspect hoorbaar.

Je kunt dit klankspel op eenvoudige wijze in grafische tekens vastleggen.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is. De beoordelaar moet dit oordeel inhoudelijk toelichten.

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 12 punten

O Zeer goed = 9 11 punten

O Goed = 8 10 punten

O Ruim voldoende = 7 9 punten

O Voldoende = 6 7 – 8 punten

O Net niet voldoende = 5 6 punten

O Onvoldoende = 4 4 – 5 punten

O Ruim onvoldoende = 3 2 – 3 punten

O Slecht = 2 1 punt

O Zeer slecht = 1 0 punten

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 53: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 53

Bijlage 7. I Beoordelingsformulier DT PPO 1.2 Pabo HvA 2018-2019

Student: Cijfer:

Studentnummer: Toetsdatum:

Klas: Docent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. De student heeft uiterlijk maandag 8.30 uur voorafgaand aan het gesprek het portfolio geactualiseerd. O O

2. De zelfevaluatie en leerdoelen zijn beschreven en het verslag voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O

3. Bronvermeldingen en literatuurverwijzingen voldoen aan de APA-normen. O O

B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

1. De student kan de verworven kennis en vaardigheden aan specifieke onderdelen van de competentiematrix koppelen. Dit criterium telt dubbel.

De student beschrijft de eigen ontwikkeling tot leerkracht en koppelt dit aan de producten uit zijn portfolio, praktijkervaringen, theorie en aan de competentiematrix. Je kiest uit elke van de eerste vier hoofdcompetenties minimaal één deelcompetentie.

2. De student reflecteert op eigen opvattingen, overtuigingen en normen en waarden.

De student beschrijft met voorbeelden en aan de hand van theorie wat de eigen opvattingen, normen en waarden zijn met betrekking tot klassenmanagement.

3. De student beschrijft eigen handelen in een dilemma in de studie of praktijk aan de hand van de reflectiecyclus van Korthagen.

De student beschrijft of toont een dilemma uit zijn praktijk aan de hand van de stappen van de reflectiecyclus van Korthagen.

4. De student kan gericht feedback op eigen handelen vragen aan andere deelnemers van de leergemeenschap (docenten, medestudenten).

De student beschrijft een voorbeeld hoe het vragen van feedback geresulteerd heeft in een versterking van zijn leerkrachthandelen.

5. De student kan aan de hand van eigen leerstijl concrete leer- en ontwikkelingsdoelen voor zichzelf formuleren voor studie en stage.

De student kan op basis van zijn reflectie op studie, stage en competenties aangeven wat zijn sterke- en ontwikkelpunten en zijn leerstijl zijn.

De student stelt op basis van zijn ontwikkeling minimaal twee concrete leerdoelen op.

Bonuspunt – Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer de opdracht wordt beoordeeld als origineel, excellent en zich kenmerkt door eigenheid. Dit is alleen mogelijk als het eindcijfer minimaal een 6 is. De beoordelaar moet dit oordeel inhoudelijk toelichten.

C. Eindbeoordeling / cijfer

O Uitmuntend = 10 18 punten

O Zeer goed = 9 16 – 17 punten

O Goed = 8 14 – 15 punten

O Ruim voldoende = 7 12 – 13 punten

O Voldoende = 6 11 – 12 punten

O Net niet voldoende = 5 10 punten

O Onvoldoende = 4 8 – 9 punten

O Ruim onvoldoende = 3 5 – 7 punten

O Slecht = 2 2 – 4 punten

O Zeer slecht = 1 0 – 1 punten

D. Aanvullende feedback en opmerkingen

Page 54: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 54

BIJLAGE 8. | De taalnorm van Pabo-HvA

Page 55: Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 - MijnHvA · in het (Amsterdamse) onderwijs en de invloed van die modellen op je didactisch handelen. We vertrekken vanuit het didactische analyse model

Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 55

PROFESSIONEEL SCHRIJVEN

Pabo

Hogeschool van Amsterdam

KENMERKEN VAN EEN PROFESSIONELE TEKST

Afstemming op doel De vormgeving van het schrijfproduct is conform de eisen (lay-out, spellingscontrole).

De structuur van het product is afgestemd op het doel (bijv. adviseren, informeren, overtuigen).

Afstemming op publiek Het taalgebruik en de toon passen bij het publiek (bijv. formeel/informeel, populair/zakelijk).

Samenhang Zinnen en alinea’s zijn verbonden door verbindingswoorden en overgangszinnen.

Verwijswoorden zijn correct.

De gedachtelijn is logisch en consequent.

Woordgebruik en woordenschat

Het woordgebruik is gevarieerd.

De woordkeuze is correct.

Voorzetsels en lidwoorden zijn goed gebruikt.

De woordkeuze is passend bij het jargon uit het beroepenveld.

Het betrekkelijk voornaamwoord is correct gebruikt (dat/wat, deze/die).

Spelling en grammatica

De zinsbouw is correct, ook in langere, samengestelde zinnen.

De spelling is correct.

Leesbaarheid

Er zijn witregels, alinea’s en/of kopjes gebruikt. De structuur hiervan is logisch en

bevordert de leesbaarheid.

Interpunctie is correct gebruikt.