Studeerwijzer 3NxB0 2015 2016 final - Porous media · Toegepaste)Natuurwetenschappen“3NxB0”)!...
Transcript of Studeerwijzer 3NxB0 2015 2016 final - Porous media · Toegepaste)Natuurwetenschappen“3NxB0”)!...
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 1
Studeerwijzer
Toegepaste Natuurwetenschappen (3NxB0) x = A: conceptuele variant x = B: formele variant
November, 2015
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 2
Inhoudsopgave
A. Onderwijs structuur van het vak
I. Algemene informatie
II. Leerdoelen
III. Beoordeling
IV. Onderwijsvormen en methoden
V. Weekprogramma
B. Organisatie structuur van het vak
I. Instructeurs van de begeleide zelfstudie:
-‐ Algemene informatie
-‐ Contact informatie
II. Tijdschema van het vak en toetsmomenten
-‐ Belangrijke toetsmomenten
-‐ Locaties
III. Algemene informatie over gedragsregels en het gebruikte materiaal
C. Annex
Annex 1. Weekprogramma 3NAB0 en 3NBB0
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 3
A. Onderwijs structuur van het vak
I. Algemene informatie Dit vak zal aankomende ingenieurs een conceptuele basis geven van enkele fundamentele begrippen in de natuurkunde, waarmee hij/zij zich een ‘gefundeerd’ idee kan vormen over zowel wetenschappelijke als technologische ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld de medische-‐/nanotechnologie, energietechnologie (wind, zon, fusie, vlammen), klimaatcontrole, etc. Het belang van de concepten die behandeld zullen worden, zal verduidelijkt worden aan de hand van aansprekende demonstraties en voorbeelden waarbij bovenstaande technologieën van belang zijn. Studiejaar: 2015/2016 College planning: semester 1, blok B Doelgroep: Bachelor (alle faculteiten), verplicht Studiepunten: 5 ECTS Verzorgd door: Faculteit TN Verantwoordelijk docent: R. Engeln Mededocenten: Jos van Schijndel(B), Leo Pel(TN), Martijn van Beurden(EE), Frank
Delbressine (ID), Peter Zijlstra (TN), Hjalmar Mulders (TN) Onderwijs-‐ en tentamengegevens Onderwijsvorm: 7 weken, 2 x 2 uur college
7 weken, 2 x 2 uur begeleide zelfstudie of 1 x 2 uur per week tutorgroep (TN, EE/AUT)
Tentamenvorm: 1 eindtoets (70%, schriftelijk) 7 x toetsquiz, inleveren uiterlijk zondag 23.55 uur (10%) 1 tussentoets (20%, in week 4)
Studiemateriaal Boek
University Physics, Young and Freedman, 13de druk Aantal studenten 2000 II. Leerdoelen
• Het kunnen werken met symbolen (i.p.v. numerieke waarden) • Het kunnen toepassen van natuurkundige concepten op alledaagse verschijnselen • Het leren analyseren en oplossen van problemen die geassocieerd kunnen worden met
(afgeleide) behoudswetten van zowel de klassieke mechanica, vloeistof-‐ en thermodynamica • Het kunnen toepassen van de eigenschappen van eenvoudige periodieke beweging op
fysische systemen III. Beoordeling De eindbeoordeling zal bepaald worden uit 1. de uitslag van de eindtoets (70%), 2. een tussentoets, die in week 4 wordt afgenomen (20%), en 3. het gemiddelde van de scores van vijf van de zeven quiz-‐toetsen die in de eigen tijd gemaakt kunnen worden (10% ). Alle toetsen zullen (net als het college) in twee varianten worden afgenomen. De studenten die een bepaalde variant (A of B) volgen, krijgen dezelfde toetsen (op het faculteitspecifieke deel na). Hierop wordt voor de studenten Technische Natuurkunde een uitzondering gemaakt voor wat betreft de eindtoets. Tijdens de tutorgroepen zal
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 4
hier speciaal aandacht aan worden besteed. Tijdens de begeleide zelfstudie/tutorgroepen(studenten TN-‐EE/AUT) is er aandacht voor de manier waarop de tussentoets en eindtoets wordt afgenomen. IV. Onderwijsvormen en methoden Het college is vooral bedoeld om natuurkundige concepten te leren toepassen bij het verklaren van alledaagse verschijnselen. Aan de hand van aansprekende voorbeelden zullen de verschillende concepten top-‐down uitgewerkt worden. In de uitwerking van de concepten komt het verschil tussen de twee varianten naar voren: meer conceptueel (kwalitatief, A-‐variant) naar meer fundamenteel (kwantitatief, B-‐variant). In beide varianten zullen dezelfde concepten worden behandeld. Het verschil zal vooral tot uiting komen in de mate waarin de concepten mathematisch worden uitgewerkt/afgeleid. Afhankelijk van de faculteit, is naast het college 4 uur per week ingeroosterd voor begeleide zelfstudie of wordt er 2 uur per week intensief in een tutorgroep met de stof gewerkt. Tijdens de begeleide zelfstudie wordt geoefend met het toepassen van de concepten die behandeld zijn tijdens het college. Dit zal gebeuren door het maken van sommen. Ook kan eventueel een bepaald concept, dat specifiek voor een bepaalde faculteit van groot belang is, nog verder uitgediept worden. Tijdens de tutoruren zal concreet ingegaan worden op problemen die studenten hebben ondervonden bij het maken van het huiswerk, en zal er verdieping plaatsvinden van de stof die tijdens het college summier is behandeld. Onderwijsvorm Colleges: de opbouw van de colleges zal iedere week in grote lijnen hetzelfde zijn. Bij aanvang zal af en toe eerst aan de hand van enkele quizvragen en het gebruik van ‘clickers’ teruggekeken worden op de stof die de week ervoor is behandeld. De rest van het college zal typisch bestaan uit het introduceren van concepten, eventueel toegepast op een concreet voorbeeld of verder toegelicht aan de hand van een demonstratie. Regelmatig zal aan de hand van quizvragen nagegaan worden of het concept is begrepen (gebruik van ‘clickers’). Begeleide zelfstudie: De studenten zullen de concepten, die tijdens het college worden besproken en toegelicht, toepassen bij het maken van opgaven. Ook is hier de gelegenheid vragen te stellen over de stof. Af en toe wordt er een opgave voorgedaan, of wordt de aanpak van een typische opgave toegelicht. Een enkele keer kan een concept dat niet aan bod is gekomen tijdens het college, worden behandeld. Tutorgroepen (TN, EE/AUT): In groepjes van ongeveer 20 studenten zal met een tutor de vragen en problemen worden besproken die bij het maken van de oefenopgaven naar voren zijn gekomen. Een enkele keer kan een concept dat niet aan bod is gekomen tijdens het college, worden behandeld. Benodigde voorkennis Het college is ingeroosterd in het tweede blok van het eerste semester. Een groot deel van de wiskunde, die bij dit college geacht wordt bekend te zijn, is in het eerste blok bij het basisvak 'Calculus' behandeld. V. Weekprogramma Het weekprogramma is te vinden in Annex 1. Niet alle inhoud zal tijdens de colleges behandeld worden. Het college is bedoeld om concepten te introduceren, en aan de hand van voorbeelden en demonstraties te laten zien hoe die concepten toegepast kunnen worden om verschijnselen te verklaren. Het gedetailleerde weekprogramma van de colleges, waarin ook per hoofdstuk wordt aangegeven welke paragrafen wel en niet onderdeel van de stof zijn, en van de (begeleide) zelfstudie is in Annex 1 te vinden. Dit programma is afhankelijk van de variant die je volgt. De studenten die in een
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 5
tutorgroep zijn ingedeeld, kunnen hun vragen over de opgaven die zij in zelfstudie tijd maken, tijdens de tutoruren stellen. Er is een website beschikbaar met het programma van de A-‐variant: http://www.phys.tue.nl/nfcmr/natuur/collegenatuur.html. Daar zijn ook links te vinden naar extra ondersteunende informatie bij de stof, die ook geschikt is voor de studenten die de B-‐variant volgen. De invulling van het faculteitspecifieke deel van de B-‐variant van het programma (week 4) zal bekend worden gemaakt via de OASE website. Voor de A-‐variant is die opgenomen in de Annex 1. In Annex 1 is ook een gedetailleerd weekoverzicht van het collegeprogramma te vinden.
B. Organisatie structuur van het vak
I. Instructeurs van de begeleide zelfstudie en tutorgroepen: Zie OASE voor informatie over de docenten die de colleges geven en de instructeurs/tutors die de begeleide zelfstudie/tutorgroepen verzorgen.
-‐ contact informatie In de regel zijn de docenten en instructeurs van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur bereikbaar voor vragen via e-‐mail. Vragen kunnen ook gesteld worden via het algemene e-‐mailadres van de variant die je volgt; voor de conceptuele (A) variant: [email protected], en voor de formele (B) variant: [email protected]. Hierbij dient u als onderwerp altijd aan te geven welke Major u volgt.
II. Tijdschema van het vak en toetsmomenten Hieronder is te zien op welke dagen van de week het college en de begeleide zelfstudie (bz) of tutorgroep (tg) is ingeroosterd. De colleges, de begeleide zelfstudie en de tutorgroepen worden zowel in het Nederlands als in het Engels gegeven, en dit geldt voor beide varianten. Zie OASE voor de informatie over de precieze locatie.
Tijdschema voor de A-‐variant (alle majors behalve INFS/W-‐PT-‐SI) en B-‐variant (majors : EE-‐AUT-‐PT-‐SI-‐INFS/W-‐BMT-‐MWT)
ma di wo do vr timeslot
1+2 college college_en
3+4 bz bz_en
5+6 college_en college
7+8 bz_en bz
Tijdschema voor de A-‐variant (INFS/W-‐PT-‐SI)
ma di wo do vr timeslot
1+2 college_en
3+4 bz_en
5+6 bz_en
7+8 college_en
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 6
Tijdschema voor de B-‐variant (majors: ST-‐TWk-‐TN-‐TBk)
ma di wo do Vr timeslot
1+2 bz/tg_nl
3+4 college_nl
5+6 bz/tg_nl
7+8 college_nl
-‐ Belangrijke toetsmomenten De eindtoetsen (1ste en 2de poging) zullen op de volgende dagen worden afgenomen: 1ste poging: 3NAB0 : 20 januari 2016, 09.00 – 12.00, schriftelijk 3NBB0 : 18 januari 2016, 09.00 – 12.00, schriftelijk 2de poging: 3NAB0 : 4 april 2016, 18.00 – 21.00, schriftelijk 3NBB0 : 4 april 2016, 18.00 – 21.00, schriftelijk Om het vak te halen dient er minimaal een 5.0 gescoord te worden voor de eindtoets (in overeenstemming met de OER) De tussentoets 3NBB3/3NAB3 : donderdag 3 december, 18.30 – 19.15 uur (A-‐variant) en 20.00 – 20.45 uur (B-‐variant). De tussentoets zal voor beide varianten schriftelijk worden afgenomen. De toetsquizzen Iedere donderdag om 18.00 uur wordt een toetsquiz via OnCourse aangeboden die de concepten van de colleges van die week toetst. De toetsquiz moet vóór zondag 23.55 uur ingestuurd worden via de website van OnCourse. De totaal uitslag, bepaald uit het gemiddelde van de beste vijf van de zeven toetsquizzen, zal voor 10% meetellen bij het eindcijfer. De diagnostische toets Op donderdagavond 12 november, 18.30 – 19.15 uur (A-‐variant) en 20.00 – 20.45 uur (B-‐variant) zal er een diagnostische toets worden afgenomen. Deelname aan deze toets is verplicht. De score van de diagnostische toets zal echter geen invloed hebben op de eindscore van het vak. De toets is bedoeld om de student te laten zien of hij/zij de voorkennis heeft die van hem/haar verwacht wordt. Deze toets zal via OnCourse worden afgenomen. De student wordt geacht om mogelijke deficiënties die uit deze toets naar voren komen zelf aan te pakken. Hiervoor zal extra oefenmateriaal worden aangeboden. De groepsindeling zal via OASE bekend worden gemaakt. De inzage (tussentoets en eindtoets) A-‐Variant De inzage in de tussentoets zal plaatsvinden op donderdag 10 december 2015 voor de A-‐variant.
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 7
De inzage in de eindtoets zal plaatsvinden op vrijdag 12 februari 2016 voor de A-‐variant. Bij de A-‐variant geldt dat er geen email aanmelding nodig voor de inzage. Deze is open voor iedere deelnemer. Het betreft uitsluitend een inzage, met als enige mogelijkheid tot bezwaar het ter plekke en tijdens de inzagetijd invullen van een daarvoor bestemd bezwaarformulier. B-‐Variant: De inzage in de tussentoets zal plaatsvinden tijdens de begeleide zelfstudie of een tutoruur voor de B-‐variant. Bij de B-‐variant, indien u het niet eens bent met de uitkomst van de tussentoets of eindtoets, kunt u tot uiterlijk 10 werkdagen na bekendmaking van de uitslag, een e-‐mail sturen naar het e-‐mailadres van [email protected], waarin u de reden aangeeft en met als onderwerp om welke toets het gaat en de Major die u volgt. De locaties en tijdstippen zullen te zijner tijd bekend worden gemaakt op OASE. Alleen als u dit van te voren via e-‐mail kenbaar heeft gemaakt (zie hierboven), kunt u komen inzien.
-‐ Locaties De diagnostische toets en de tussentoets zullen afgenomen worden in de avonduren. De locaties voor de diagnostische toets (in week 1), de tussentoets (in week 4) en de eindtoets, zullen via OASE bekend gemaakt worden.
III. Algemene informatie over gedragsregels en het gebruikte materiaal Hoewel je tentamen kunt doen zonder ooit op een hoorcollege of instructie geweest te zijn, raden wij dit sterk af. Voor het bestuderen van het vak, het behalen van het tentamen en een optimale score voor de tussentoets en de quiztoetsen, geven wij de onderstaande aanwijzingen om zoveel mogelijk profijt te trekken uit het aangeboden onderwijs. Dit betekent dus dat als je besluit van het hoorcollege en de instructies gebruik te maken, wij dan iets van je verwachten. Welke inzet we verwachten, bij het hoorcollege en bij de instructies, wordt hieronder ook nader toegelicht. Over het boek Naast de theorie bevat het boek verschillende hulpmiddelen voor het bestuderen van de stof. Er zijn uitgewerkte voorbeelden (Examples); sleutelbegrippen (Key concepts); een probleemoplos-‐strategie (Problem-‐Solving Strategy); samenvattingen (Summary); en verder vragen en (heel veel) opgaven van verschillende moeilijkheidsgraad (Questions, Exercizes, Problems and Challenge Problems). Er is veel materiaal: probeer efficiënt en doelgericht, maar ook selectief, hiervan gebruik te maken. Over het hoorcollege We presenteren niet alleen de concepten, maar proberen ook achtergronden, verbanden en toepassingen te behandelen. Er kunnen ook “Questions”, “Problems” en tentamen-‐sommen aan de orde komen. De structuur van de stof en de belangrijke verbanden of overzichten zullen worden aangegeven. Ook zijn er demonstratie-‐experimenten. Denk niet dat alles behandeld wordt wat je voor het tentamen moet weten; we geven alleen een soort uittreksel van de stof. Ook zou je kunnen zeggen: een startpunt voor jou om zelf aan het werk te gaan. Tijdens het hoorcollege verwachten we minimaal dat je met aandacht luistert en niet zit te kletsen (ook niet over de stof, dat kan in de pauze). We vragen je ook om je mobiele telefoon uit te zetten. Een laptop is niet nodig tijdens het college. Maak aantekeningen van dingen die je niet goed begrijpt en van demonstraties. Je kunt vragen stellen als je nog ergens mee zit of gewoon meer wilt weten. Kom in de pauze of buiten de college-‐uren naar de docent toe als je uitgebreider van gedachten wilt wisselen of als je vindt dat het college niet goed loopt.
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 8
Als voorbereiding op het college, verwachten we minimaal dat je de stof die tijdens dat college zal worden besproken hebt doorgelezen (zie weekindeling aan het eind van dit document). . Over de begeleide zelfstudie (instructie) en tutorgroepen Begeleide zelfstudie De centrale gedachte achter de begeleide zelfstudie (bz) is dat studenten zelf aan het werk zijn met de stof. Tijdens de bz worden opgaven gemaakt door de studenten; dit gebeurt individueel: iedere student is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar eigen werk. Zorg zelf dat je aan het eind van de instructies de opgaven snapt. De instructeurs zijn er voor vragen en problemen als je vastloopt. Je krijgt feedback over je werk. Zij zullen discussies stimuleren. Er wordt regelmatig iets voor de hele groep uitgelegd, en verder toegelicht als het om een zeer algemeen probleem gaat. Er worden ook opgaven vergeleken, samenvattingen gegeven, een aanpak geëvalueerd, etc. Om met succes aan de bz te kunnen deelnemen verwachten wij het volgende: vóór de bz: bestudeer de theorie, met speciale aandacht voor de “Summary”, de “Key Concepts” en de “Problem-‐Solving Strategy”; werk je aantekeningen van het hoorcollege uit; in het geval van problemen met de stof: zoek dan een “Example” erbij; probeer het nog eens, vraag een medestudent of uiteindelijk de instructiedocent. tijdens de bz: maak de “Questions”, “Problems”, en eventueel de “Challenge Problems”. Zorg op zijn minst dat je aan alle opgaven hebt gewerkt. Doe dit op papier, en volg daarbij de ‘problem-‐solving strategy ISEE’, zoals uitgelegd in het boek! na de bz: werk alle opgaven van de instructie in het net uit (hierbij vat je namelijk de stof nog eens samen); gebruik hiervoor de richtlijnen voor de uitwerking van een vraagstuk. tutorgroepen Tijdens de tutoruren zal er ingegaan worden op de meest voorkomende problemen/misconcepties die naar voren komen uit de ingeleverde wekelijkse toetsquizzen. Ook kan er ingegaan worden op meer specifieke vragen en stof die niet tijdens het college is behandeld. Wat levert deelname aan de begeleide zelfstudie en tutorgroepen je o.a. op?
ü een goede training in het oplossen van problemen; ü een goede voorbereiding op het tentamen en de tussentoets; ü een goede training in het stellen van vragen; ü feedback op het formuleren van antwoorden op tentamenniveau; ü een mogelijkheid om met medestudenten samen te werken (met name bij de bz); ü een mogelijkheid om gebruik te maken van de assistentie van de instructiedocent.
Over eindtoets en tussentoets De eindtoets en tussentoets van beide varianten wordt schriftelijk afgenomen. De diagnostische toets wordt via OnCourse afgenomen. Tijdens de tussentoets en eindtoets mag een via OASE verstrekte samenvatting van het boek ‘University Physics’ van Young en Freedman worden gebruikt. Deze samenvatting mag alleen in papiervorm worden gebruikt, zonder aantekeningen. Het gebruik van een formuleboekje of zelf meegebrachte formules is niet toegestaan. Tijdens de (begeleide) zelfstudie zal ook geoefend
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 9
worden met opgaven die lijken op opgaven die je kunt verwachten tijdens de eind-‐ en tussentoets. Dat is een essentieel onderdeel van de voorbereiding.
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 10
Annex 1 Weekprogramma: 3NAB Weekprogramma: 3NBB
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 11
Weekprogramma: 3NAB
wk 1 intro op het college Eenheden, dimensie analyse, grootte ordes 1 Elektrische stroom, weerstand, R-‐C circuits, wet van Kirchhoff 25,26
wk 2 Temperatuur en warmte, thermodynamisch evenwicht, fase overgang, warmte transport mechanismen
17
Kinematica, dynamica 2,3
wk 3 Wetten van Newton Arbeid en kinetische energie
4,5 6
wk 4 potentiële energie en energie behoud botsingen
7 8
wk 5 Rotatie, statisch evenwicht, rek 9.1 t/m 9.4 10.1 t/m 10.3 11
druk in een vloeistof 12
wk 6 simpele harmonische oscillator, (demping, resonantie) 14
longitudinale en transversale golven, interferentie, superpositie, staande golf, eigen frequentie
15
wk 7 geluidsgolven, Doppler effect, resonantie, 'beat' frequentie 16
lichtgolven: reflectie, breking, wet van Snellius, totale interne reflectie,
33
lichtgolven: dispersie, polarisatie, verstrooiing
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 12
Week 1 (3NAB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de hoofdstukken 1, 25 en 26
kennis ophalen over vectornotatie en rekenen met vectoren
Electrische stroom, weerstand, R-‐C circuits, vermogen, wet van Kirchhoff
college intro op het college
eenheden, dimensieanalyse, grootte-‐orden
introductie, en zal tijdens de komende colleges terugkomen
Electrische stroom, weerstand, definitie van stroom, weerstand, potentiaal, energie en vermogen in circuits
R-‐C circuits, wet van Kirchhoff weerstanden in serie en parallel, de wet van Kirchhoff, Laden en ontladen in R-‐C circuits
begeleide zelfstudie
discussion 25.14, 26.5, 26.6 excersises, problems, challenge problems
25.10, 25.16 25.17, 25.26, 25.29, 25.33, 25.37, 25.38, 25.42, 25.45, 26.2, 26.6, 26.10, 26.15, 26.25, 26.28, 26.41, 26.47, 26.52, 26.62
leerdoelen drie fundamentele grootheden van de natuurkunde kunnen benoemen, en de bijbehorende eenheden kennen
het verschil begrijpen tussen een scalaire en vectoriele grootheid de relaties kennen tussen stroom, potentiaal, weerstand en vermogen
de soortelijke weerstand kunnen bepalen
de vervangingsweerstanden van serie en parallel schakelingen kunnen berekenen
de wet van Kirchhoff kunnen toepassen
de dynamica van het laden en ontladen van R-‐C circuits kunnen beschrijven
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 13
Week 2 (3NAB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de hoofdstukken 17, 2 en 3
temperatuur; thermische uitzetting; warmte; geleiding; convectie; straling, beweging langs een rechte lijn, en 2 en 3 dimensies
college Temperatuur en temperatuurschalen; thermische uitzetting en spanning
Definitie temperatuur zowel microscopisch als macroscopisch; thermisch evenwicht; Kelvin-‐; Celsius-‐ schalen; Thermische lengteverandering, -‐volumeverandering en -‐ spanning; uitzettingscoëfficiënt
Warmte en warmtetransport Definitie warmte; soortelijke warmte; warmtestroom, -‐geleiding, -‐convectie en –straling; warmtegeleidingscoëfficiënt
Analogie met wet van Ohm Analogie tussen V=i x R en T = H x R beweging langs een rechte lijn vrije val beweging in 2 en 3 dimensies projectiel baan en cirkel beweging
begeleide zelfstudie
discussion 17.5, 17.12, 2.16, 2.19, 3.12, 3.16
excersises, problems, challenge problems
17.11; 17.16; 17.26; 17.28; 17.50; 17.63; 17.65; 17.66; 17.70; 17.71; 17.73; 17.83; 17.97; 17.100; 17.106; 17.107; 17.108; 17.109, 2.6, 2.11, 2.12, 2.16, 2.28, 2.32, 2.48, 2.55, 2.65, 2.73, 2.81, 2.82, 3.11, 3.22, 3.27, 3.36, 3.48, 3.60, 3.76, 3.78
leerdoelen weten wat temperatuur is, en hoe die te meten
weten wat de definitie is van warmte de verschillende warmtetransporten kunnen benoemen en begrijpen Het begrip thermische uitzetting kennen en kunnen toepassen
Analogie tussen wet van Ohm V = i x R en warmtetransport T = H x R begrijpen en kunnen toepassen. concepten van temperatuur en warmtetransport kunnen toepassen bij oplossen van thermische problemen
het kunnen beschrijven van een rechtlijnige beweging in termen van (gemiddelde) snelheid en (gemiddelde) versnelling (vrije val)
het kunnen analyseren van rechtlijnige beweging met veranderlijke versnelling in vectornotatie de beweging van een voorwerp in 2 en 3 dimensies kunnen weergeven
het kunnen beschrijven van een projectiel baan, en enkele karakteristieken kunnen afleiden
de versnellingsvector kunnen bepalen, en inzien dat de grootte van die vector niet nul hoeft te zijn, ook als de grootte van de snelheid constant is; dit kunnen toepassen bij het analyseren van uniforme en niet-‐uniforme cirkelbeweging
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 14
Week 3 (3NAB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de hoofdstukken 4, 5 en 6
toepassingen van de wetten van Newton, gebruik van vrijelichaamsdiagrammen, arbeid en kinetische energie, potentiele energie en behoud van energie;
college de wetten van Newton superpositie van krachten, drie wetten van Newton; inertiaal systeem; vrijelichaamsdiagram
wetten van Newton: toepassingen evenwicht, dynamica; wrijving; dynamica in een (niet-‐)uniforme cirkelbeweging,
wrijving afhankelijk van de snelheid: scheiden van variabelen
arbeid en kinetische energie positieve, negatieve en 'nul' arbeid; relatie tussen arbeid en kinetische energie; arbeid verricht door veranderlijke krachten; gemiddeld en instantaan vermogen
begeleide zelfstudie
discussion 4.33, 5.21, 6.21
excersises, problems, challenge problems
4.4, 4.10, 4.26, 4.43, 4.54,5.3, 5.14, 5.20, 5.26, 5.35, 5.46, 5.53, 5.56, 5.71, 5.82, 5.88, 5.102, 5.105, 5.119, 6.3, 6.15, 6.29, 6.53, 6.63, 6.75
leerdoelen Eigenschappen van krachten kunnen benoemen, en inzien dat kracht een vector is het begrip netto-‐kracht kennen, en weten wat het betekent als de netto-‐kracht op een object nul is
de relatie kennen tussen netto-‐kracht die op een object werkt, massa van het object en de versnelling weten hoe de krachten die twee voorwerpen op elkaar uitoefenen gerelateerd zijn
de wetten van Newton kunnen toepassen in situaties waarbij een voorwerp in evenwicht is, of versneld beweegt (rechtlijnig of cirkelbaan)
de eigenschappen van wrijvingskrachten kennen, en problemen waarbij die een rol spelen kunnen oplossen
kunnen uitrekenen van de arbieid verricht door een willekeurige kracht, en hieruit kunnen bepalen wat er met de kinetische energie van het voorwerp gebeurt waarop die kracht werkt
het kunnen rekenen met vermogen
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 15
Week 4 (3NAB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van hoofdstukken 7 en 8
potentiele energie en behoud van energie; impuls, stoot, en botsingen
college potentiele energie en energiebehoud gravitationele en elastische potentiele energie; behoud van mechanische energie
conservatieve en niet-‐conservatieve krachten; kracht uit potentiele energie (1-‐D)
impuls, stoot, en botsingen definitie van impuls; stoot-‐impuls theorema (beide zijn vectoren); behoud van impuls behoud van impuls bij botsingen; type botsingen (elastisch, (volledig-‐)inelastisch)
begeleide zelfstudie
discussion 7.6, 8.2, 8.26,
excersises, problems, challenge problems
7.5, 7.11, 7.18, 7.27, 7.35, 7.42, 7.63, 7.86, 8.6, 8.13, 8.20, 8.30, 8.41, 8.55, 8.59, 8.70, 8.106
leerdoelen de concepten van gravitationele en elastische potentiele energie kunnen toepassen bij het oplossen van problemen waarbij een voorwerp verticaal beweegt, of aan een veer is bevestigd
weten hoe de wet van behoud van energie toe te passen in situaties waar zowel conservatieve als niet-‐conservatieve krachten werken
de relatie kennen tussen impuls en stoot, en hoe die in relatie staat tot kracht de eigenschappen kennen van elastisch en (volledig) in-‐elastische botsingen begrijpen dat de snelheid van het massamiddelpunt van een systeem van voorwerpen bij het ondergaan van elastische botsingen constant is
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 16
Week 5 (3NAB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de pragrafen 9.1 t/m 9.4, 10.1t/m 10.3 en hoofdstukken 11 en 12
Rotationele beweging van starre lichamen, dynamica van rotatie, evenwicht en elasticiteit
Vloeistofdynamica
college Rotationele beweging van starre lichamen, dynamica van rotatie
Hoeksnelheid en –versnelling, relatie tussen lineaire en rotationele kinematica, energie in rotationele beweging, krachtmoment, rotatie van een star lichaam rond een bewegende as
Evenwicht en elasticiteit Evenwichtsvoorwaarde, massamiddelpunt, ‘stress’, ‘strain’, elasticiteitsmodulus, elasticiteit, plasticiteit
vloeistofmechanica dichtheid van en druk in een vloeistof; wet van Pascal; buoyancy: principe van Archimedes
vloeistofstrooming, continuitietsvergelijking, (afleiding van) de vergelijking van Bernoulli
begeleide zelfstudie
discussion 9.4, 9.10, 10.3, 10.7, 11.6, 11.19, 11.25, 12.4, 12.23,
excersises, problems, challenge problems 9.2, 9.5, 9.10, 9.17, 9.18, 9.22, 9.30, 9.47, 10.2, 10.3, 10.8, 10.9, 10.15, 10.17, 10.18, 10.28, 11.2, 11.5, 11.11, 11.15, 11.19, 11.22, 11.28, 11.31, 11.33, 12.11, 12.17, 12.26, 12.30, 12.33, 12.37, 12.43, 12.46, 12.59, 12.89
leerdoelen Rotationele beweging kunnen beschrijven van een star lichaam in termen van o.a. hoeksnelheid en –versnelling. De beweging van een star lichaam kunnen analyseren dat met constante hoekversnelling beweegt.
Relatie kennen tussen rotationele beweging van een vast lichaam, en lineaire snelheid en versnelling van een punt op dat lichaam
Betekenis van het traagheidsmoment van een lichaam kennen, en de relatie tot rotationele energie.
weten wat dichtheid van een stof en van een voorwerp betekent, wat de druk in een vloeistof is, en hoe die te meten
hoe de buoyancy-‐kracht te berekenen die een vloeistof uitoefent op een voorwerp, dat zich gedeeltelijk of geheel in de vloeistof bevindt
de relatie kennen tussen druk, stroomsnelheid en hoogte in een vloeistofstroom van een ideaal, niet-‐samendrukbare vloeistof (Bernoulli)
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 17
Week 6 (3NAB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van hoofdstuk 14 en 15
harmonische oscillator, trillingen, golven, interferentie, superpositie
college simpele harmonische oscillator amplitude, frequentie en fasehoek; verplaatsing, snelheid en versnelling; behoud van mechanische energie
gedempte en gedwongen trilling zwakke, kritische en boven-‐kritische demping; resonantie
golven longitudinale en transversale golven; pulsgolven en harmonische golven; fasesnelheid versus deeltjessnelheid; de golfvergelijking
eigenschappen van een mechanische golf
snelheid van een transversale golf in een snaar of touw, gemiddeld vermogen en intensiteit van een golfbeweging, interferentie, superpositie
begeleide zelfstudie
discussion 14.1, 14.5, 15.5, 15.10, 15.12 14.1, 14.11, 14.12, 14.20, 14.26, 14.30, 14.36, 14.48,
14.50, 14.58, 14.62, 14.72, 14.77, 14.95, 15.4, 15.10, 15.11, 15.19, 15.27, 15.32, 15.58, 15.78
leerdoelen kunnen beschrijven van trillingen in termen van amplitude, periodetijd en (hoek-‐)frequentie
kunnen analyseren van verplaatsing, snelheid en versnelling bij de simpele harmonische oscillator behoud van mechanische energie kunnen toepassen bij de simpele harmonische oscillator
begrijpen hoe demping het gedrag van de simpele harmonische oscillator beïnvloedt begrijpen hoe bij een gedwongen trilling een harmonische externe kracht kan leiden tot resonantie
het verschil kennen tussen longitudinale en transversale golven, en tussen pulsgolven en harmonische golven
het verschil kennen tussen fasesnelheid en deeltjessnelheid bij een golf kunnen aantonen dat de wiskundige uitdrukking voor een harmonische golf voldoet aan de golfvergelijking (tweede partiele afgeleide kunnen bepalen)
weten hoe de snelheid van een golf in een snaar/touw afhangt van de eigenschappen van die snaar/dat touw
kunnen berekenen van de energie en de intensiteit van een transversale golf
begrijpen wat er gebeurt als twee golven elkaar overlappen
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 18
Week 7 (3NAB)
voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van hoofdstuk 16 en 33
geluidsgolven, Doppler effect, resonantie, straling; eigenschappen van licht
college eigenschappen van een longitudinale golf (geluidsgolven)
geluidsnelheid in materialen intensiteit van een geluidsgolf en de Decibel interferentie Doppler effect
staande longitudinale golven staande golven in een buis met een en met twee open-‐einden; normal-‐mode frequentie resonantie frequentie
reflectie en breking, totale interne reflectie, dispersie
lichtsnelheid; golffront; stralen; brekingsindex; hoek van inval, reflectie en transmissie; wetten van Snellius, totale interne reflectie, kleurafhankelijke brekingsindices, ontstaan van primaire en secundaire regenboog
polarisatie polarisatie filters, wet van Malus, polarisatie door reflectie, Brewster hoek, circulaire polarisatie, fotoelasticiteit
verstrooiing verstrooiing (algemeen), verstrooiing aan kleine deeltjes, waarom de lucht blauw is
Principe van Huygens golffront analyse bij reflectie en breking
begeleide zelfstudie
discussion 16.2, 16.13
excersises, problems, challenge problems 16.4, 16.7, 16.16, 16.25, 16.28, 16.31, 16.35, 16.45, 16.48, 16.52, 16.65, 16.70, 33.1, 33.8, 33.10, 33.13, 33.14, 33.17, 33.19, 33.21, 33.25, 33.26, 33.28, 33.29, 33.30, 33.32, 33.37, 33.38, 33.41, 33.48, 33.49, 33.52, 33.53, 33. 54, 33.62, 33.63
leerdoelen een geluidsgolf kunnen beschrijven in termen van deeltjes-‐verplaatsing en drukverandering
weten hoe de snelheid van een geluidsgolf in een materiaal afhangt van de eigenschappen van het materiaal
de relatie kennen tussen de Decibel en de verhouding van de intensiteit van een geluidsgolf en een referentie intensiteit
weten waarom een orgelpijp of fluit alleen bepaalde frequenties produceert
kunnen beredeneren wat er gebeurt als twee geluidsgolven van twee verschillende bronnen overlappen
begrijpen waarom de frequentie van het geluid dat je hoort van een sirene verandert als die sirene naar je toe of van je af beweegt
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 19
eigenschappen van licht benoemen en interpreteren
wetten van Snellius kunnen toepassen
diverse natuurverschijnselen, waaronder de regenboog, blauwe lucht en rode zonsondergang in essentie verklaren
Polarisatie en polarisatie filters uitleggen en de wet van Malus toepassen
Polarisatie door reflectie gebruiken in alledaagse situaties
Theorie van de verstrooiing door kleine deeltjes toepassen
Huygens principe gebruiken om de wetten van Snellius nader toe te lichten
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 20
Weekprogramma 3NBB
wk 1 intro op het college
eenheden, dimensie analyse, grootte ordes 1 kinematica 2 dynamica 3
wk 2 wetten van Newton 4,5 arbeid en kinetische energie 6
wk 3 potentiele energie en energie behoud 7 botsingen 8
wk 4 Faculteitspecifiek deel (zie OASE)
wk 5 druk in een vloeistof 12 simpele harmonische oscillator, (demping, resonantie) 14
wk 6 longitudinale en transversale golven, interferentie, superpositie, staande golf,eigen frequentie
15
geluidsgolven, Doppler effect, resonantie, 'beat' frequentie 16
wk 7 Tempratuur en warmte, thermodynamisch evenwicht, fase overgang, warmte transport mechanismen (geleiding, straling, convectie)
17
lichtgolven: reflectie, breking, wet van Snellius, totale interne reflectie, 33 lichtgolven: dispersie, polarisatie, verstrooiing
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 21
Week 1 (3NBB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de hoofdstukken 1, 2 en 3
kennis ophalen over vectornotatie en rekenen met vectoren
Leerstof: hfd 1, hfd 2, hfd 3 (behalve 3.5)
college intro op het college eenheden, dimensieanalyse, grootte-‐orden
introductie, en zal tijdens de komende colleges terugkomen
beweging langs een rechte lijn vrije val beweging in 2 en 3 dimensies projectiel baan en cirkel beweging
begeleide zelfstudie
discussion 2.16, 2.19, 3.12, 3.16
excersises, problems, challenge problems
1.75, 1.99, 2.25, 2.29, 2.33, 2.47, 2.62, 2.74, 2.76, 2.82, 2.90, 2.94, 2.98, 2.99, 3.29, 3.60, 3.68, 3.74, 3.88
leerdoelen drie fundamentele grootheden van de natuurkunde kunnen benoemen, en de bijbehorende eenheden kennen
het verschil begrijpen tussen een scalaire en vectoriele grootheid
het kunnen beschrijven van een rechtlijnige beweging in termen van (gemiddelde) snelheid en (gemiddelde) versnelling (vrije val)
het kunnen analyseren van rechtlijnige beweging met veranderlijke versnelling in vectornotatie de beweging van een voorwerp in 2 en 3 dimensies kunnen weergeven
het kunnen beschrijven van een projectiel baan, en enkele karakteristieken kunnen afleiden de versnellingsvector kunnen bepalen, en inzien dat de grootte van die vector niet nul hoeft te zijn, ook als de grootte van de snelheid constant is; dit kunnen toepassen bij het analyseren van uniforme en niet-‐uniforme cirkelbeweging
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 22
Week 2 (3NBB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de hoofdstukken 4, 5 en 6
introductie van de wetten van Newton, gebruik van vrijelichaamsdiagrammen, arbeid en kinetische energie
Leerstof: hfd 4, hfd 5, hfd 6
college de wetten van Newton superpositie van krachten, drie wetten van Newton; inertiaal systeem; vrijelichaamsdiagram
wetten van Newton: toepassingen evenwicht, dynamica; wrijving; dynamica in een (niet-‐)uniforme cirkelbeweging,
wrijving afhankelijk van de snelheid: scheiden van variabelen
arbeid en kinetische energie positieve, negatieve en 'nul' arbeid; relatie tussen arbeid en kinetische energie; arbeid verricht door veranderlijke krachten; gemiddeld en instantaan vermogen
begeleide zelfstudie
discussion 4.33, 5.21, 6.21 excersises, problems, challenge problems 4.43, 4.54, 4.56, 4.62, 5.3, 5.57, 5.60, 5.71, 5.88, 5.102,
5.108, 5.119, 5.120, 5.122, 5.126, 6.76, 6.80, 6.86, 6.103, 6.104
leerdoelen Eigenschappen van krachten kunnen benoemen, en inzien dat kracht een vector is het begrip netto-‐kracht kennen, en weten wat het betekent als de netto-‐kracht op een object nul is
de relatie kennen tussen netto-‐kracht die op een object werkt, massa van het object en de versnelling weten hoe de krachten die twee voorwerpen op elkaar uitoefenen gerelateerd zijn
de wetten van Newton kunnen toepassen in situaties waarbij een voorwerp in evenwicht is, of versneld beweegt (rechtlijnig of cirkelbaan)
de eigenschappen van wrijvingskrachten kennen, en problemen waarbij die een rol spelen kunnen oplossen
kunnen uitrekenen van de arbeid verricht door een willekeurige kracht, en hieruit kunnen bepalen wat er met de kinetische energie van het voorwerp gebeurt waarop die kracht werkt
het kunnen rekenen met vermogen
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 23
Week 3 (3NBB) voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van de hoofdstukken 7 en 8
potentiele energie en behoud van energie; impuls, stoot, en botsingen
Leerstof: 7.1, 7.2, 7.3, 7.4 (alleen 1 dimensie), 7.5, 8.1 t/m 8.5
college potentiele energie en energiebehoud gravitationele en elastische potentiele energie; behoud van mechanische energie
conservatieve en niet-‐conservatieve krachten; kracht uit potentiele energie (1-‐D)
impuls, stoot, en botsingen definitie van impuls; stoot-‐impuls theorema (beide zijn vectoren); behoud van impuls
behoud van impuls bij botsingen; type botsingen (elastisch, (volledig-‐)inelastisch)
begeleide zelfstudie
discussion 7.6, 8.2, 8.26
excersises, problems, challenge problems
7.27, 7.34, 7.46, 7.71, 7.78, 7.86, 8.69, 8.72, 8.84, 8.86, 8.98, 8.104, 8.106, 8.109, 8.115
leerdoelen de concepten van gravitationele en elastische potentiele energie kunnen toepassen bij het oplossen van problemen waarbij een voorwerp verticaal beweegt, of aan een veer is bevestigd
weten hoe de wet van behoud van energie toe te passen in situaties waar zowel conservatieve als niet-‐conservatieve krachten werken
de relatie kennen tussen impuls en stoot, en hoe die in relatie staat tot kracht
de eigenschappen kennen van elastisch en (volledig) in-‐elastische botsingen begrijpen dat de snelheid van het massamiddelpunt van een systeem van voorwerpen bij het ondergaan van elastische botsingen constant is
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 24
Week 4
Faculteitspecifiek 3NBB-‐deel
T.z.t. informatie via de OASE website
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 25
Week 5 (3NBB)
voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van hoofdstukken 12 en 14 (niet 14.6)
vloeistofmechanica; harmonische oscillator, trillingen
Leerstof: 12.1 t/m 12.5, hfd 14 (behalve 14.6)
college vloeistofmechanica dichtheid van en druk in een vloeistof; wet van Pascal; buoyancy: principe van Archimedes
vloeistofstrooming, continuitietsvergelijking, (afleiding van) de vergelijking van Bernoulli
simpele harmonische oscillator amplitude, frequentie en fasehoek; verplaatsing, snelheid en versnelling; behoud van mechanische energie
gedempte en gedwongen trilling zwakke, kritische en boven-‐kritische demping; resonantie
begeleide zelfstudie
discussion 14.1, 14.5
excersises, problems, challenge problems
12.11, 12.17, 12.30, 12.37, 12.43, 12.53, 12.58, 12.66, 12.89, 12.90, 12.94, 12.97, 14.1, 14.11, 14.12, 14.20, 14.26, 14.36, 14.50, 14.61, 14.62, 14.72, 14.76, 14.85, 14.91, 14.93, 14.101
leerdoelen weten wat de druk in een vloeistof is, en hoe die te meten hoe de buoyancy-‐kracht te berekenen die een vloeistof uitoefent op een voorwerp, dat zich gedeeltelijk of geheel in de vloeistof bevindt
de relatie kennen tussen druk, stroomsnelheid en hoogte in een vloeistofstroom van een ideaal, niet-‐samendrukbare vloeistof (Bernoulli)
kunnen beschrijven van trillingen in termen van amplitude, periodetijd en (hoek-‐)frequentie
kunnen analyseren van verplaatsing, snelheid en versnelling bij de simpele harmonische oscillator behoud van mechanische energie kunnen toepassen bij de simpele harmonische oscillator begrijpen hoe demping het gedrag van de simpele harmonische oscillator beïnvloedt
begrijpen hoe bij een gedwongen trilling een harmonische externe kracht kan leiden tot resonantie
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 26
Week 6 (3NBB)
voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van hoofdstukken 15 en 16
golven, interferentie, superpositie, geluidsgolven, Doppler effect, resonantie
Leerstof: hfd 15, hfd 16
college golven longitudinale en transversale golven; pulsgolven en
harmonische golven; fasesnelheid versus deeltjessnelheid; de golfvergelijking
eigenschappen van een mechanische golf
snelheid van een transversale golf in een snaar of touw gemiddeld vermogen en intensiteit van een golfbeweging
interferentie, superpositie eigenschappen van een longitudinale golf (geluidsgolven)
geluidsnelheid in materialen intensiteit van een geluidsgolf en de Decibel
interferentie Doppler effect
staande longitudinale golven staande golven in een buis met een en met twee open-‐einden; normal-‐mode frequentie
resonantie frequentie begeleide zelfstudie
discussion 15.5, 15.10, 15.12, 16.2, 16.13
excersises, problems, challenge problems
15.4, 15.12, 15.13, 15.19, 15.27, 15.32, 15.58, 15.72, 15.81, 15.82, 16.4, 16.7, 16.16, 16.28, 16.31, 16.35, 16.45, 16.52, 16.57, 16.59, 16.65, 16.67, 16.70, 16.74, 16.75
leerdoelen weten hoe de snelheid van een golf in een snaar/touw afhangt van de eigenschappen van die snaar/dat touw
kunnen berekenen van de energie en de intensiteit van een transversale golf begrijpen wat er gebeurt als twee golven elkaar overlappen
een geluidsgolf kunnen beschrijven in termen van deeltjes-‐verplaatsing en drukverandering weten hoe de snelheid van een geluidsgolf in een materiaal afhangt van de eigenschappen van het materiaal
de relatie kennen tussen de Decibel en de verhouding van de intensiteit van een geluidsgolf en een referentie intensiteit
weten waarom een orgelpijp of fluit alleen bepaalde frequenties produceert kunnen beredeneren wat er gebeurt als twee geluidsgolven van twee verschillende bronnen overlappen
begrijpen waarom de frequentie van het geluid dat je hoort van een sirene verandert als die sirene naar je toe of van je af beweegt
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 27
Week 7 (3NBB)
voor-‐bereiding
bestudeer de samenvatting van hoofdstukken 17 en 33
temperatuur; thermische uitzetting; warmte; fase overgang, geleiding; convectie; straling; eigenschappen van licht
Leerstof: hfd 17, hfd 33
college Temperatuur en temperatuurschalen;
thermische uitzetting en spanning Definitie temperatuur zowel microscopisch als macroscopisch; thermisch evenwicht; Kelvin-‐; Celsius-‐ schalen; Thermische lengteverandering, -‐volumeverandering en -‐ spanning; uitzettingscoëfficiënt
Warmte en warmtetransport Definitie warmte; soortelijke warmte; fase overgang, warmtestroom, -‐geleiding, -‐convectie en –straling; warmtegeleidingscoëfficiënt
Analogie met wet van Ohm Analogie tussen V=i x R en T = H x R
reflectie en breking, totale interne reflectie, dispersie
lichtsnelheid; golffront; stralen; brekingsindex; hoek van inval, reflectie en transmissie; wetten van Snellius, totale interne reflectie, kleurafhankelijke brekingsindices, ontstaan van primaire en secundaire regenboog
polarisatie polarisatie filters, wet van Malus, polarisatie door reflectie, Brewster hoek, circulaire polarisatie, foto elasticiteit
verstrooiing verstrooiing (algemeen), verstrooiing aan kleine deeltjes, waarom de lucht blauw is
Principe van Huygens golffront analyse bij reflectie en breking
begeleide zelfstudie
discussion 17.5, 17.13
excersises, problems, challenge problems
17.11; 17.26; 17.28; 17.50; 17.65; 17.66; 17.71; 17.73; 17.83; 17.97; 17.99; 17.100; 17.102; 17.106; 17.108; 17.109, 17.111, 17.121, 17.123, 17.126, 17.127, 33.7, 33.8, 33.10, 33.12, 33.17, 33.19, 33.21, 33.25, 33.26, 33.27, 33.28, 33.30, 33.32, 33.33, 33.36, 33.38, 33.47, 33.49, 33.52, 33.53, 33. 54, 33.56, 33.57, 33.62, 33.63, 33.66, 33.67.
leerdoelen weten wat temperatuur is, en hoe die te meten weten wat de definitie is van warmte
de verschillende warmtetransporten kunnen benoemen en begrijpen Het begrip thermische uitzetting kennen en kunnen toepassen Analogie tussen wet van Ohm V = i x R en warmtetransport T = H x R begrijpen en kunnen toepassen.
concepten van temperatuur en warmtetransport kunnen toepassen bij oplossen van thermische problemen
eigenschappen van licht benoemen en interpreteren
wetten van Snellius kunnen toepassen
diverse natuurverschijnselen, waaronder de regenboog, blauwe lucht en rode zonsondergang in essentie verklaren
Polarisatie en polarisatie filters uitleggen en de wet van Malus toepassen Polarisatie door reflectie gebruiken in alledaagse situaties Theorie van de verstrooiing door kleine deeltjes toepassen
Huygens principe gebruiken om de wetten van Snellius nader toe te lichten
Toegepaste Natuurwetenschappen “3NxB0”
Studeerwijzer Toegepaste Natuurwetenschappen November, 2015 28