Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

92

description

 

Transcript of Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

Page 1: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 2: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 3: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

0 7 S A M E N V O O R E E N V E E R K R A C H T I G V L A A N D E R E N

J o k e S c h a u v l i e g e , V l a a m s M i n i s t e r v a n O m g e v i n g

0 9 T O E K O M S T M A K E N

S t e f a n D e v o l d e r e , W n d V l a a m s B o u w m e e s t e r

H e n n y D e B a e t s , a d m i n i s t r a t e u r - g e n e r a a l O p e n b a r e V l a a m s e A f v a l s t o f f e n m a a t s c h a p p i j

P e t e r C a b u s , s e c r e t a r i s - g e n e r a a l R u i m t e V l a a n d e r e n

B e r n a r d D e P o t t e r , a d m i n i s t r a t e u r - g e n e r a a l A g e n t s c h a p O n d e r n e m e n

G u i d o D e c o s t e r , a d m i n i s t r a t e u r - g e n e r a a l , A g e n t s c h a p v o o r B i n n e n l a n d s B e s t u u r

1 9 D R I E A M B I T I E S V O O R D E P I L O O T P R O J E C T E N ‘ T E R U G I N O M L O O P ’

R e a l i s e e r e e n e v e n w i c h t i g e r u i m t e l i j k e o n t w i k k e l i n g , m e t g r o t e

a a n d a c h t v o o r p r o d u c t i e i n d e s t a d

D y n a m i s e e r o n d e r b e n u t t e e n v e r o n t r e i n i g d e t e r r e i n e n o p e l k m o m e n t

M a a k d e o m s l a g n a a r e e n d u u r z a a m m a t e r i a l e n b e h e e r e n e e n

c i r c u l a i r e e c o n o m i e

4 5 P R O T O T Y P I S C H E S C E N A R I O ’ S

D e M a a k p l a a t s

H e t W e r k h u i s

H e t T r a n s i t p u n t

D e S n i p p e r s t r a a t

D e V r i j p l a a t s

8 7 P R O J E C T V E R L O O P

Page 4: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 5: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5

V O O R W O O R D

Page 6: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 7: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7

S a m e n v o o r e e n v e e r k r a c h t i g V l a a n d e r e n

JOKE SCHAUVLIEGE, Vlaams Minister van Omgeving

Vlaanderen zet bewust in op de transitie naar een duurzame omgeving en

veerkrachtig samenlevingsmodel. Hoewel er reeds velerlei initiatieven lopen kan

deze transitie vooruit gestuwd worden door vanuit verschillende invalshoeken en

beleidsdomeinen samen te werken en ambitieuze koppelingen op te zoeken.

Vlaanderen heeft de ambitie om tegen 2050 het bijkomende ruimtebeslag

te herleiden tot nul procent, om tegen 2036 alle verontreinigde terreinen in een

fase van sanering te brengen, om weer volop zuurstof te geven aan de nieuwe

economie, om de tewerkstelling in steden voor alle inwoners op te voeren en om

ruimte te creëren voor een grondstofarme en circulaire economie.

Samen met mijn Vlaamse collega ministers, Philippe Muyters en Liesbeth

Homans, ben ik ervan overtuigd dat dergelijke ambitieuze doelstellingen op een

geïntegreerde en transversale manier aangepakt moeten worden. In de pilootpro-

jecten ‘Terug in Omloop’ wordt de koppeling gemaakt tussen stedelijke transfor-

maties, economische transitie en geïntegreerde bodemsanering. De strategische

verkenning, waarvan U nu het resultaat in handen houdt, geeft niet enkel een

idee van interessante denkpistes, ze legt ook reeds de eerste aandachtspunten

voor een toekomstig beleid bloot.

In het vervolgtraject gaan de verschillende publieke en private partners

enthousiast aan het werk om in een innovatief denk- en ontwerpproces nieu-

we koppelingen uit te testen en tegelijk te realiseren. Op die manier kunnen

bestaande beleidskaders worden verbeterd en vernieuwende aanpakken worden

uitgeprobeerd en ingevoerd. Ook de nieuwe en andere manieren van samen aan

het werk te gaan maken onderdeel uit van een leerproces, van een ‘work in pro-

gress’. Deze zoektocht maakt integraal deel uit van het hele traject.

Deze pilootprojecten zijn dan ook schitterende omgevingsprojecten waar ik

graag mee mijn schouders onder zet. ‘Terug in omloop’ toont dat een toekomstig

en duurzaam Vlaanderen vormt krijgt vanuit een doorgedreven samenwerking

tussen verschillende maatschappelijke partners, beleidsmakers en geëngageerde

burgers. Co-creatie speelt een cruciale rol in deze pilootprojecten waar er plaats

is voor vrij initiatief en waarbij de verschillende partners die aan de projecten

deelnemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid delen en actief opnemen.

Laat U inspireren om te doen!

V O O R W O O R D

Page 8: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 9: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

9V O O R W O O R D

T o e k o m s t m a k e n

STEFAN DEVOLDERE, Wnd Vlaams Bouwmeester

HENNY DE BAETS, administrateur-generaal Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

PETER CABUS, secretaris-generaal Ruimte Vlaanderen

BERNARD DE POTTER, administrateur-generaal Agentschap Ondernemen

GUIDO DECOSTER, administrateur-generaal, Agentschap Binnenlands Bestuur

We staan als samenleving voor een aantal complexe maatschappelijke uitdagingen en

evoluties die een grote weerslag zullen hebben op de ruimte en het gebruik ervan.

De klimaatverandering, het energievraagstuk, migratie, technologische

innovatie, de financiële crisis dagen ons uit om onze samenleving anders te

organiseren. Verschillende nieuwe initiatieven en experimenten tonen dat deze

veranderingen vandaag reeds in een embryonaal stadium aanwezig zijn. De

verschillende deelprojecten (zoals autodelen en verschillende peer-to-peer initia-

tieven zoals garden sharing), de groene economie, koppelingen tussen sanering

met energieopwekking of afvalverwerking, voedsel- en cultuurcollectieven en

alternatieve financieringsvormen, maar ook online diensten (van online media

tot online adverteren of retail en crowdfunding) tonen aan dat antwoorden op de

huidige maatschappelijke uitdagingen niet uit louter economische en technologi-

sche hoek kunnen komen maar dat sociale innovatie cruciaal is.

Wat bij deze initiatieven opvalt is dat ze bottom-up ontstaan, burgergroepen,

sociale ondernemers, studentenbewegingen etc. nemen duidelijk het voortouw

om te experimenteren met nieuwe vormen van samenwerken. Netwerken en

flexibel ruimtegebruik zijn duidelijk elementen die steeds terugkomen in het

succes van deze initiatieven.

Uitdagingen kunnen we niet aangaan vanuit één invalshoek. Antwoorden

kunnen enkel geformuleerd worden als we er op een geïntegreerde manier mee

aan de slag gaan. Samenwerking tussen verschillende overheden, tussen verschil-

lende actoren en sectoren is cruciaal.

Samen engageren we ons dan ook om onze expertise te bundelen en te

kijken hoe stedelijke en ruimtelijke transformaties, economische transitie en

geïntegreerde bodemsanering te koppelen en zo antwoorden te zoeken voor de

uitdagingen van vandaag.

Het team van de Vlaamse Bouwmeester heeft ervaring opgebouwd in het

opzetten van pilootprojecten als innovatieve trajecten. De pilootprojecten kijken

verder dan het perceelsniveau en zoeken het verband met de buurt, de omgeving

en de maatschappelijke context.

Het pilootproject ‘Terug in Omloop’ zet sterk in op de transitie naar een

grondstofarme economie, waarbij er aandacht is voor zowel materialen als bodem,

de rol die door de OVAM wordt opgenomen is dan ook niet onbelangrijk. De

verschillende ambities uit het pilootproject haken in op verschillende initiatieven

Page 10: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 0

en programma’s die bij de OVAM werden ontwikkeld, zoals oa. materiaalbewust

bouwen in kringlopen, veranderingsgericht bouwen, groen en duurzaam saneren,

co-financieringsregeling, duurzaam beheer van bio-massa reststromen, …

Als gevolg van zijn historische ontwikkeling heeft Vlaanderen een groot po-

tentieel aan herbruikbare ruimte, welke voor Ruimte Vlaanderen een belangrijke

rol spelen in het invullen van de maatschappelijk-ruimtelijke uitdagingen. In het

ontwikkelen van een kwaliteitsvol hoger ruimtelijk rendement is het opnieuw

activeren van gronden en panden cruciaal. Ruimte Vlaanderen beschikt over de

kennis om op een geïntegreerde manier complexe (stads)projecten aan te pak-

ken. Ook kijkt men hoe huidige instrumenten kunnen worden bijgestuurd om

deze maatschappelijke uitdagingen te beantwoorden. Door de ontwikkeling van

Territoriale Ontwikkelingsprogramma’s en het aanpakken van huidige regelge-

ving, zoals het bijsturingsproces rond het grond-en pandendecreet, kan men een

meer efficiënt antwoord formuleren op deze uitdagingen.

Ook het Agentschap Binnenlands Bestuur, Afdeling Beleid Steden, Brussel

en Vlaamse Rand kan via deze gerichte samenwerking de sleuteluitdagingen van

vandaag aanpakken en biedt in dit innovatietraject ondersteuning aan stedelijke

actoren om te experimenteren met stedelijke logistiek, duurzame distributie en

kringloopeconomie. Steden en stedelijke gebieden zijn immers de plaats bij uit-

stek waar maatschappelijke uitdagingen zich voordoen en waar zich innovatieve

oplossingen voor deze uitdagingen aandienen.

Het activeren van onderbenutte terreinen en vrijgekomen bedrijfspanden is

voor het Agentschap Ondernemen een belangrijk aandachtspunt. De transversale

samenwerking binnen deze pilootprojecten laat toe om het industriële en innova-

tiebeleid te voeden met experiment.

Het opzoeken van verbindingen met andere instrumenten en domeinen is

fundamenteel, zodat het leertraject een brede impact kan hebben. We beogen

een constructieve samenwerking met andere domeinen en actoren. Het hele

proces, als innovatietraject, wordt daarom vanuit een helikopterpositie opge-

volgd zodat het brede leertraject gegarandeerd blijft en de synergiën met andere

beleidsdomeinen verzekerd.

In een eerste verkenningsfase gingen we verder in op de vraag hoe we een

beweging kunnen inzetten die leidt naar een meer inclusieve stad, een transi-

tie-economie en een geïntegreerde ruimtelijke ontwikkeling. Exploratief onder-

zoek keek hoe een verbinding kan worden gemaakt tussen de drie ambities die

in deze pilootprojecten centraal staan, namelijk: een evenwichtige ruimtelijke

ontwikkeling, met grote aandacht voor productie in de stad, het tijdelijk en

permanent gebruik van onderbenutte en verontreinigde terreinen en het maken

van de omslag naar een duurzaam materialenbeheer en een circulaire economie.

Deze verkenning gebeurde niet in een vacuüm, dankzij waardevolle input van

verschillende actoren tijdens interviews en een intensief moment met ronde tafel-

gesprekken werden we door de verschillende stakeholders, betrokken actoren en

Page 11: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 1

experten steeds uitgedaagd om de vraag scherper te stellen en bezorgdheden en

aspiraties mee te nemen. We zijn hen daar zeer erkentelijk voor.

We zijn er ons van bewust dat het ambitieniveau hoog ligt, maar als we de

uitdagingen van vandaag serieus nemen kan dat ook niet anders!

Nu gaan we op zoek naar projecten die deze aspiraties opnemen en in de

praktijk testen hoe deze ambities kunnen omgezet worden in innovatieve aan-

pakken waarmee we in Vlaanderen de Toekomst Maken.

Page 12: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 13: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 3

I N L E I D I N G

Page 14: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 15: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 5

D e r uimte l i jke dr uk in V laan d eren en d e to en em en d e v r aag naar h e t aansni j d en v an o p en r uimte is

gro ot en z a l n o g to en em en in d e to e ko ms t . We m o e ten dus o p zo e k naar n ieuwe manieren o m d e

s chaar s e b es chik b are r u imte o pt imaal in te ze t ten o m nieuwe in i t iat ieven a l l e k ans en te g even .

We m o e ten dus d e huidig e re g e l g ev in g en in z ake d ensi te i t en b es temming in v r aag dur ven s te l l en , we

m o e ten dur ven r uimte te cre ëren vo o r e x p er im ent en o nver wachte co al i t ies . En di t i s waar overh e d en,

o p a l l e s chaalni veaus , e en b e langr i jke ro l te ver v ul l en h eb b en . N atuur l i jk k an m en z ich b ep erken tot

h e t l outer f ac i l i teren v an d erg e l i jke in i t iat ieven, maar o m als V laan d eren k laar te z i jn vo o r e en o n ze ker

to e ko ms t en dus over d e n o dig e ve erk r acht te b es chik ken, i s er m e er no dig .

Pi l o otp roj e c ten z i jn e en ins tr um ent o m nieuwe in z ichten te ver wer ven in d e w i jze waaro p r uimte -

l i jk- maat s chap p e l i jke u i tdaging en k unn en aang ep ak t wo rd en .

H e t p i l o otp roj e c t ‘ Ter u g in O ml o o p’ zo e k t sp e ci f ie k d e verb in ding en o p tuss en o nt wer p en d o n d er zo e k ,

r u imte l i jke , s o cia l e en e co n o mis ch e inn ov at ie m e t a ls d o e l n ie t a l l e en r uimte, maar o o k m ens en en ma -

ter ia l en ter u g in o ml o o p te b ren g en .

Page 16: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 6

H e t h e r g e b r u i k e n v a n v e r o n t r e i n i g d e

t e r r e i n e n a l s d e e l a n t w o o r d o p r u i m t e l i j k e

o n t w i k k e l i n g s v r a a g s t u k k e n

Het terug in omloop brengen van onderbenutte en verontreinigde terreinen is

vanuit het concept van zorgvuldig ruimtegebruik een logische gegeven. Daar-

door kan ook bijkomend aansnijden van ruimte worden verminderd. Binnen het

Vlaams beleid bestaan er al instrumenten die inzetten op de sanering van veront-

reinigde terreinen. Eén van deze instrumenten zijn de brownfieldconvenanten,

die de ontwikkeling van verwaarloosde of onderbenutte bedrijventerreinen in een

stroomversnelling brengen. Anderzijds kiest men ook expliciet voor een beleid

van geïntegreerde saneringen en onderzoekt men in welke mate ze verder kunnen

gaan dan het louter wegnemen van het risico voor mens en omgeving. Klassieke

saneringstechnieken, zoals ontgraven van de verontreinigingskern en grondwater

oppompen, ruimen plaats voor innovatieve aanpakken en technieken, gericht

op een langetermijn-beheer van de bodem, met aandacht voor multifunctioneel

duurzaam bodemgebruik op lange termijn, eerder dan op louter risicobeheer-

sing. Via het beleid rond de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimtes wordt

er gewerkt aan het nuttig hergebruiken van bestaande bedrijfsruimtes. Al deze

inspanningen zijn nog verre van ten einde vermits er nog tal van verontreinigde

terreinen in Vlaanderen te vinden zijn.

Het pilootproject kijkt ook vanuit deze opgave naar de toekomt en stelt zich

de vraag hoe een groter maatschappelijk rendement kan worden bereikt en hoe

de ontwikkeling kan geplaatst worden in een ruimere ruimtelijke en maatschap-

pelijke ontwikkelingscontext. Aandacht voor de maatschappelijke uitdagingen

die een ruimtelijk antwoord behoeven, de context, het beheer van het terrein en

de rol van alle belanghebbenden dient hierbij een prominente plaats in te nemen.

E e n k w a l i t e i t s v o l l e s t e d e l i j k e o m g e v i n g

Veel van de verontreinigde sites situeren zich in een stedelijk context. Al meer dan

10 jaar voert Vlaanderen een stedenbeleid dat zich richt op een stedelijke renaissan-

ce. De stadsvernieuwingsprojecten verbeteren de levenskwaliteit binnen de steden

waardoor ze aantrekkelijker worden en groeien. De herwaardering van verwaar-

loosde stadswijken en verontreinigde terreinen is hierin cruciaal. Zeker omdat de

stad ook de plaats is waar de sociaal-economische achterstelling het grootst is. De

nood aan innovatieve en inclusieve projecten in de stad is dus hoog. Meer econo-

mische activiteiten en lokale tewerkstelling moeten hierbij voorop staan.

Ook de verkeersdruk in en rondom onze steden blijft een moeilijk op te

lossen probleem. Meer inwoners betekent ook meer verplaatsingen, van de stad,

naar de stad en binnen de stad. Stilstand in het verkeer dreigt tot stilstand van

Page 17: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 7I N L E I D I N G

de economie te leiden. Vele steden zoeken naar manieren om de effecten van kli-

maatverandering tegen te gaan en zoeken naar een duurzame vorm van stadsmo-

biliteit om de druk op stad, omgeving en gezondheid te verlichten (bv. Leuven

Klimaatneutraal, Stadslab 2050 in Antwerpen, …).

E e n n i e u w e e n c i r c u l a i r e e c o n o m i e

De Vlaamse overheid en Europa zetten volop in op het nieuwe ondernemen.

Voeding, mobiliteit, zorg, duurzaam materialenbeheer, energie en bio-economie

zijn daarin belangrijke speerpunten. Binnen het Vlaams Materialenprogramma[1]

wordt gezocht naar processen en methodes om tot een circulaire economie te

komen, of m.a.w. om de materiaalkringloop te sluiten. Veel productieprocessen

zijn op een lineaire manier opgezet: grondstoffen worden verwerkt tot producten

en verliezen na gebruik hun waarde omdat ze niet herbruikbaar, herstelbaar of

recycleerbaar zijn. Binnen een circulaire economie wordt volop ingezet op het

hergebruiken van materialen, zowel in de producten als in de bijproducten en

reststromen van een productieproces. De omslag naar een circulaire economie

is een noodzaak. Vlaanderen telt elke dag meer inwoners die meer producten en

diensten nodig hebben, en dus ook meer grondstoffen en energie. Grondstoffen

zijn echter eindig en schaars. Bovendien leidt de stijgende consumptie tot meer

afval, meer reststromen en meer uitstoot van broeikasgassen.

Er gebeurt al veel in Vlaanderen, in vele domeinen. Een ambitieuze kop-

peling van slimme ruimtelijke ontwikkeling, stadsvernieuwing, economische

transitie en bodemsanering kan echter nog tot belangrijke winsten leiden op het

vlak van ruimtelijk locatiebeleid en rendement, economische innovatie en sociale

inclusie. Het traject pilootprojecten ‘Terug in omloop’ daagt iedereen uit om

deze winsten op te zoeken en in de praktijk om te zetten en aan deze transitie bij

te dragen. De ontwerpuitdaging gaat nadrukkelijk verder dan architectuur en

stedenbouw, ook het bedrijfsmodel, de sociale en financiële architectuur maken

integraal deel uit van het vraagstuk.

Het eerste deel van deze publicatie zoekt uit hoe de verbinding gelegd kan

worden tussen een kwaliteitsverbetering van de onderbenutte (stedelijke) ruimte, de

ontwikkeling van inclusieve en productieve steden en een grondstofarme economie.

Het tweede deel biedt een vooruitblik op mogelijke pilootprojecten. “Pro-

totypische scenario’s” tasten af hoe verontreinigde sites in Vlaanderen ingezet

kunnen worden en geven aan met welke insteek de ambities concreet gemaakt

kunnen worden. Niet als leidend principe, wel als vooruitblik!

[ 1 ]

Om de voor Vlaanderen noodzakelijke transitie

naar een duurzaam materialenbeheer te

realiseren, lanceerde de OVAM in 2012 het

publiek-private Vlaams Materialenprogramma.

Het Vlaams Materialenprogramma werd

opgestart om de veelheid aan publieke en

private initiatieven op vlak van duurzaam

materialenbeheer te stroomlijnen tot een gedeeld

en gedragen programma. Zie voor meer info

www.vlaamsmaterialenprogramma.be.

Page 18: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 8

Page 19: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

1 9

D R I E A M B I T I E S V O O R D E

P I L O O T P R O J E C T E N ‘ T E R U G I N O M L O O P ’

Page 20: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 0

i n c l u s i e v e s t a d

t r a n s i t i e

s a n e r e n

c i r c u l a i r e

e c o n o m i e

r u i m t e l i j k e

o n t w i k k e l i n g

Page 21: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 1

In d e ze p i l o otp roj e c ten s t aan ter re in en die z ich in e en s te d e l i jke co nte x t b ev in d en centr aal , aan g e zien

n e t daar d e p ro b l ematie k z ich co n centre er t en d e ze g eb ie d en o o k g e kenm erk t wo rd en d o o r e en grote

d y namie k . D e m e es te k ans en vo o r e en g eïnte gre erd e aanp ak , d e gro ot s te u i tdaging en vo o r (b e l e ids-)

innov at ie en d e gro ot s te m e er waard e die k an g e cre ë erd wo rd en d o o r h erg eb r uik b ev in d en z ich in d e ze

s te d e l i jke co nte x t .

A an d e han d v an g eïnte gre erd e p roj e c ten wo rdt h e t b es chik b are k ap it aal in s te d en — r uimte, gro n d -

s tof fen en m ens en — o p nieuw g eac t i ve erd en ter u g in o ml o o p g eb r acht .

D e p i l o otp roj e c ten g even o ns d e k ans o m na te gaan o p we lke manier we e en b ewe ging k unn en in ze t-

ten die l e idt naar e en m e er in clus ieve s t a d, e en t r ansi t ie - e co no mie en e en g eïnte gre erd e r u imte l i jke

o nt w ik ke l ing . H ier vo o r wo rdt er g e tes t ho e, o p e en co ncre te manier, e en verb in ding k an wo rd en g e -

maak t tuss en d e dr ie amb it ies d ie in d e vo l g en d e b la d z i j d en ui te en g e ze t wo rd en:

— Real ise er e en evenwichtige ruimtel i jke ont wik kel ing, met grote aandacht vo or pro duc tie in de s tad

— D y namis e er o n der b enut te en verontre inig de ter re in en op e lk m om ent

— M aak d e o mslag naar e en duur z aam mater ia l enb e h e er en e en c i rcula i re e co no mie

Page 22: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 2

Page 23: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 3

A M B I T I E 1

R E A L I S E E R E E N E V E N W I C H T I G E

R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G ,

M E T G R O T E A A N D A C H T V O O R

P R O D U C T I E I N D E S T A D

Page 24: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 4

[ 1 ]

Zie hiervoor de beleidsnota 2014-2019 van

Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid en van

Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie.

Vanuit het werkgelegenheids-, het competentie-

en het activeringsbeleid wordt gewerkt aan een

afgestemd armoedebestrijdingsbeleid.

D e s t a d i s a a n h e r b r o n n i n g t o e

De intense verweving van industrie en stad botste in de vorige eeuw op zijn limie-

ten. Veel activiteiten werden te vervuilend, te belastend en te groot voor de stad en

zijn inwoners. De industrie zocht nieuwe plaatsen op: open ruimtes aan de rand

van de stad, nieuw aangelegde bedrijventerreinen, andere regio’s en ook andere

landen. Het industriële erfgoed werd afgebroken of omgevormd. Vaak werd ruim-

te gemaakt voor nieuwe woonzones, even vaak bleven de terreinen onbenut.

Een sterke bevolkingsgroei, stijgend inkomen, goedkopere grondprijzen,

infrastructuur en verkavelingen buiten de stad en het toenemende belang van

automobiliteit leidden in de tweede helft van de 20ste eeuw tot een stadsvlucht.

Het verspreid verstedelijkingspatroon van Vlaanderen, waarin de steden niet

te midden liggen tussen open ruimte maar tegelijk verbonden zijn met hun

interland en hun verstedelijkt landschap met kernen, wordt verder versterkt.

Aan het einde van de 20ste eeuw werd de stad wel opnieuw een plaats om te

wonen en tegelijkertijd is een hernieuwde trek naar de agglomeraties op gang

gekomen waardoor de randen van de steden groeien. De toename van de

bevolking, in de steden en daarbuiten, zorgt bovendien voor een sterke focus

op woonprojecten.

Economische activiteiten op maat van alle bewoners zijn echter noodzake-

lijk. Er is immers een paradox: de stad kent een grote concentratie aan econo-

mische activiteiten, maar tegelijkertijd is er grote kansarmoede en werkloos-

heid. Het zijn maatschappelijke problemen waar vooral steden mee worden

geconfronteerd. Het creëren van bijkomende werkplaatsen en het verhogen

van de werkzaamheidsgraad in de Vlaamse steden staan dan ook hoog op de

beleidsagenda[1]. Er is daarnaast een sterke wil aanwezig om sociale achter-

stelling tegen te gaan door het ondersteunen van sociale innovatieprojecten.

Lokale productie en tewerkstelling gaan hierbij hand in hand en zorgen voor

het versterken van sociale- en arbeidscompetenties.

De opdeling van werk, diensten en productie enerzijds en wonen ander-

zijds maakt bovendien dat mobiliteit en transport in en rondom onze steden

zo belangrijk zijn. De druk op de wegen is in sterke mate toegenomen, wat tot

efficiëntieverlies en hoge maatschappelijke kosten leidt. Het mobiliteits- en kli-

maatvraagstuk vraagt een omslag in de visie op logistiek en productie: stromen

dienen zoveel als mogelijk gebundeld te worden, productie en verbruik dienen

Ste d en z i jn o nt s t aan v anuit e co no mis ch e imp uls en: a ls p laat s waar r us tp unten in k ar av aanroutes wer-

d en g evo n d en, a ls p laat s waar v r aag en aanb o d s am enk wam en o p d e mark t , a ls over s lagp unt tuss en

t we e t r ansp o r tmid d e l en, a ls p laat s waar te chnis ch e en ar t is t ie ke innov at ie g e l e id h e e f t tot s te e ds sn e l -

l er e co no mis ch e en in dus tr ië l e o nt w ik ke l in g, a ls p laat s waar vo ld o en d e arb eidsk r achten ter b es chik-

k in g waren o m d e e co n o mis ch e gro ei te vo e d en .

Page 25: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 5A M B I T I E 1

terug zo kort mogelijk op elkaar te liggen, met voldoende aandacht voor retours-

tromen. Een verandering van de ruimtelijk-functionele organisatie van de stad en

haar ommeland dringt zich op. Institutionele innovatie en nieuwe (internationa-

le) kennisnetwerken van steden spelen daarbij een cruciale rol.

D e h e r o n t d e k k i n g v a n d e m a a k i n d u s t r i e

Het belang van de maakindustrie nam de laatste jaren af, maar de Europese

Commissie spreekt de uitdrukkelijke ambitie uit om dit proces om te keren.

Het doel is om tegen 2020 het belang van de maaknijverheid in Europa naar

20% van het BBP te tillen, terwijl dit momenteel 15% is. Dit is een verhaal met

verschillende facetten: het competitief maken van lonen in de maakindustrie,

het inzetten op innovatieve producten en processen, het opleiden van voldoende

geschoold personeel, het verzekeren van de nodige grondstoffen en het stimule-

ren van innoverend ondernemerschap.

Nieuwe economische activiteiten moeten, en kunnen, een plaats krijgen in

de stad en zijn agglomeratie. De nieuwe economie wordt kleiner, is decentraler,

zuiniger, schoner en organiseert zich meer in netwerken en gesloten systemen.

Technologische vernieuwingen kunnen er mee voor zorgen dat de maakindustrie

opnieuw de band met de stad kan aanhalen.3D printing illustreert deze moge-

lijkheid. Producten die in het verleden grondstof-intensief waren, nabewerkingen

en transport nodig hadden, worden nu laag per laag (additief) gemaakt uit één

materiaal, op de locatie waar ze gebruikt zullen worden.

De inplanting van productie in onze steden botst, ondanks de mogelijkheden

van nieuwe technologieën en processen, nog te vaak op onvoldoende aangepaste

regelgeving of de invloed of weerstand van bestaande instituties en stakeholders.

De projecten lopen vast op lokale regels, bestemmingsplannen en milieuwet-

geving, die uitgaan van een strikte scheiding van functies en een te statische

ruimtelijk organisatie. Dat het anders kan wordt bewezen door succesvolle

initiatieven in binnen- en buitenland. Greenbizz, in Brussel, is een gemengd

project dat ruimte creëert in een woonzone voor bedrijven uit de milieusector en

productieateliers. Ook op het Ile de Nantes in Frankrijk, worden woningen met

bedrijvigheid gecombineerd: bestaande fabrieken breiden hun activiteiten uit en

nieuwe industrieën worden aangetrokken. Het gaat erom terug het sociale, het

ecologische en het economische beleid te verweven om dualiteit tegen te gaan,

ten gunste van een groter maatschappelijk rendement.

Page 26: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 6

W i m b y

Het versterken van de band tussen stad en economie is niet vanzelfsprekend.

Het is vaak moeilijk om voldoende draagvlak bij de omwonenden te vinden. Het

gekende nimby-syndroom hindert te vaak het proces en zet het succes van een

nieuw project op de helling. Buurtbewoners protesteren niet alleen tegen de hin-

der die ontstaat door de inplanting van nieuwe activiteiten, ook de verhoging van

de verkeersdrukte in de buurt, of de verandering van het uitzicht van de straat en

het landschap worden als storend ervaren.

In de Londense wijk Haringey trokken veel lokale bedrijven om deze reden

de straat op. Doordat ze niet duidelijk zichtbaar in het straatbeeld waren, bleek

onbekend al gauw onbemind. Een expo zette de plaatselijke geproduceerde goe-

deren extra in de kijker. Door zich voor te stellen aan het publiek proberen ze de

acceptatie van productie in de stad te verbeteren. Het doel is om een wimby-ef-

fect te bekomen: welcome in my backyard.

De Vlaamse steden staan voor belangrijke uitdagingen met grote, potentiële winsten:

het betrekken van coalities van verschillende partners - waaronder ook bewoners- bij

de opstart van nieuwe, volhoudbare projecten, meer aandacht voor een slimme inplan-

ting en een intelligente architectuur, het uitbouwen van een doordachte stadslogistiek

en het zichtbaar maken van tewerkstelling en economische activiteiten in de stad.

Het doel is een innovatief stedenbeleid op te starten dat inzet op woonkwaliteit en

tewerkstelling, productie en consumptie samenbrengt, aandacht heeft voor mobiliteit

en logistiek en de noodzakelijke randvoorwaarden voor bestaande en nieuwe economie

in de steden vastlegt in het kader van een dynamische ruimtelijke ontwikkeling.

Page 27: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 7A M B I T I E 1

G r e e n b i z z

Greenbizz kadert binnen het operationele EFRO programma van

het Brussels Gewest met als doelstelling om samen te investeren

in stedelijke ontwikkeling, en een stedelijke ontwikkelingspool op

te zetten die gelinkt is aan de ondersteuning van de milieuecono-

mische sectoren. Het project zet in op kantoorruimtes voor jonge

KMO’s actief in het groene circuit en het ter beschikking stellen

van een werkhal voor prototypes en productie ten gunste van

O&O-activiteiten.

WWW.GREENBIZZ.BE

I l e d e N a n t e s

Het sluiten van de scheepswerven op het Franse Ile de Nantes

was voor de stad de aanleiding om een vernieuwingsproces op

te starten voor het gehele eiland. Het project verloopt in fasen en

tracht zowel op korte als op lange termijn de site te programme-

ren, dit door zowel tijdelijke kortlopende programma’s te voorzien

als parallel op grotere projecten te werken. Het einddoel zijn

extra wooneenheden, kantoren, publieke ruimtes, culturele en

toeristische installaties, etc, maar het zijn de tijdelijke initiatieven

die de buurt een nieuw karakter geven.

WWW.ILEDENANTES.COM/FR/

3 D e c o n o m i e

In vele industriële processen is het digitale aspect niet meer

weg te denken en beïnvloedt dit het productieproces ingrijpend.

Nergens is dit zo duidelijk als in de 3D-printing sector. Voorwer-

pen worden onmiddellijk geprint vanuit een plan, laag per laag

en met een beperkt aantal nabewerkingen. Fysiek transport van

(halfafgewerkte) producten wordt hierdoor tot een minimum her-

leidt. Het productieproces verplaatst zich in grote mate naar het

web, met grote tijdswinsten, meer flexibiliteit en een aanzienlijk

kleinere impact op het leefmilieu als resultaat.

Page 28: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 8

Page 29: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

2 9

A M B I T I E 2

D Y N A M I S E E R O N D E R B E N U T T E & V E R O N T R E I N I G D E

T E R R E I N E N O P E L K M O M E N T

Page 30: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 0

M e e r v o u d i g g e b r u i k v a n d e b e s c h i k b a r e r u i m t e

Vlaanderen staat voor grote maatschappelijke uitdagingen. Sinds 2002 nam

de Vlaamse bevolking toe van net geen 6 miljoen inwoners tot 6,38 miljoen

inwoners in 2014. Recente bevolkingsprognoses zien dat aantal in 2030 verder

toenemen tot 6,89 miljoen. De demografische groei is in grote mate een stedelij-

ke groei en zet zich in Vlaanderen door in de grote stedelijke agglomeraties. Ook

in de suburbane gebieden blijft de druk op de beschikbare ruimte groeien en

dreigt verdere versnippering van het landschap.

Binnen het Vlaams beleid wordt het hergebruik van verontreinigde terreinen

ondersteund. De ontwikkeling en sanering van onderbenutte terreinen wordt

enerzijds gestimuleerd via brownfieldconvenanten[3] die worden afgesloten met

projectontwikkelaars en investeerders.

Anderzijds kan de Vlaamse Openbare Afvalstoffen Maatschappij (OVAM)

een sanering – ambtshalve – overnemen. Wanneer een saneringsplichtige zijn

verplichtingen niet nakomt gaat het louter om een prefinanciering en worden

de kosten teruggevorderd. De saneringsplichtige kan,mits hij voldoet aan be-

paalde voorwaarden, ook vrijgesteld worden van zijn plichten waardoor hij het

statuut onschuldig eigenaar verkrijgt.[4]

Daarnaast loopt op de OVAM ook nog het beleid rond de zogenaamde

‘blackfields’. Terreinen zonder ontwikkelinteresse wegens oa. te zware sane-

ringskosten, worden door de OVAM aangekocht en gesaneerd. Ook werden er

een aantal instrumenten ontwikkeld die probleembezitters ondersteunen in de

afhandeling van hun bodemdossier.[5] Zo kunnen ze nagaan of ze in aanmer-

king komen voor steun via cofinanciering of voor ondersteuning bij complexe

verontreinigingen.

De uitdaging bestaat erin om verder te kijken dan het louter saneren van het

terrein en de herontwikkeling van de site te integreren in een ruimer ruimtelijk

ontwikkelingsprogramma, waar het hele gebied en zijn diverse stakeholders baat

[ 1 ]

Groenboek Beleidplan Ruimte Vlaanderen

(2012): Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een

metropool?

[ 2 ]

European Commission (2011): Roadmap to a

Resource Efficient Europe

[ 3 ]

Zie ook www.agentschapondernemen.be/

themas/brownfieldconvenanten

Dag e l i jk s wo rdt er in V laan d eren tuss en d e 5 à 6 ha o p en r uimte aang esn e d en . D i t l e idt tot e en verd e -

re verharding v an d e b o d em, e en ver snip p er ing v an h e t lan ds chap en h e t vergroten v an d e e co l o gis ch e

vo e t af dr uk . In d e ko m en d e jaren wo rdt o mw il l e v an e en to enam e v an d e b evo lk ing e en verd ere dr uk

o p d e r u imte ver wacht . H e t k wal i t at ie f verh o g en v an h e t r u imte l i jk ren d em ent d o o r h e t h erg eb r uiken

v an re e ds b eb ouwd e r uimte is dan o o k e en ver s t an dig e s t r ate gie . En er z i j ds wo rd en hierd o o r o p g o e d e

l o c at ies ant wo o rd en g eb o d en o p d e r u imte l i jke u i tdaging en . An d er z i j ds wo rdt h ierd o o r h e t r i tm e v an

b i jko m en d r uimte g eb r uik in V laan d eren ver min d erd .

H e t is a lv as t é én v an d e amb it ies v an h e t G ro enb o e k B e l e idsp lan Ruimte V laan d eren o m dit r u imteb e -

s lag verder te ver min deren [1] . H e t p as t tevens in d e d o e ls te l l ing v an d e Euro p es e Co mmiss ie o m r uim -

te n eutr a l i te i t te b e re iken te gen 2050 [ 2] . D i t b e te kent dat d e b es t aan d e gro n d en b e ter b enut m o e ten

wo rden en h e t r u imte l i jk ren dem ent k w al i te i t s vo l m o e t verho gen .

Page 31: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 1A M B I T I E 2

bij hebben. In de toekomst wenst de Vlaamse regering dan ook meer focus en

ambitie te brengen in de convenanten en de ambtshalve saneringen.

Zorgvuldig ruimtegebruik gaat over hoe de beschikbare ruimte op de beste

wijze wordt ingevuld, waarbij een goed locatiebeleid (de juiste activiteit op de

juiste plaats) en maatschappelijk en ruimtelijk rendement centraal staan. Dit

betekent bv. multifunctioneel, compacter, hoger en ook ondergronds bouwen,

samen met het realiseren van voldoende open en publieke ruimte waardoor

de leefbaarheid gegarandeerd wordt. Door bij het ontwerp van het gebouw te

anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en aanpassingen wordt bovendien

de levensduur van het gebouw verlengd en worden materiaal-intensieve verbou-

wingen later vermeden. Ook de invulling van de ruimte is belangrijk. Multi-

functioneel ruimtegebruik en het verweven van functies moeten, waar moge-

lijk, aangemoedigd worden. De nabijheid van werk, ontspanning, diensten en

woonkernen als een slimme verweving zorgt voor een efficiënt ruimtegebruik en

houdt bovendien het aantal verplaatsingen beperkt. Een mooi voorbeeld is het

Kraanspoor in Amsterdam waar een verlaten scheepswerf getransformeerd werd

tot een plek met ruimte voor wonen, werken en cultuur. In de stadhavens van

Rotterdam ontstaan ‘waterwijken’ waar op een nieuwe en innovatieve manier

gewoond, gewerkt en geproduceerd wordt. In de Rijnhaven wordt geëxperimen-

teerd met drijvende ontwikkelingen. In de Merwe Vierhavens ligt de nadruk op

de Clean Tech Delta, gericht op schone technologie, duurzame energie, bio-eco-

nomie en schone verweving van afval en materialen. Zorgvuldig ruimtegebruik

is zo dus veel meer dan vermijden dat ‘greenfields’ worden aangesneden.

T i j d e l i j k g e b r u i k t i j d e n s e l k e l e v e n s f a s e v a n

e e n o n t w i k k e l i n g

Heel wat terreinen in de stad, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen of in kantoor-

wijken, worden ’s avonds en in het weekend amper gebruikt. Potentieel kunnen

deze ruimtes intensiever gebruikt worden. Parkings, opslagruimtes of onge-

bruikte kantoorruimtes zijn flexibele stedelijke ruimtes. Het tijdelijk gebruiken

van deze plaatsen voor evenementen, optredens, pop-up shops en anderen

toont hoe intensief en meervoudig gebruik van gronden mogelijk is.

Terreinen die reeds gedurende een langere tijd onderbenut zijn kunnen ook

op korte termijn terug in omloop komen. In afwachting van de ontwikkeling en

sanering van het terrein, in afwachting van nieuwe programma’s die we van-

daag nog niet kennen of technieken die nog verder op punt worden gezet, zijn

tijdelijke initiatieven meer dan wenselijk: ze laten een nieuwe wind waaien over

de site, zetten het terrein opnieuw in de spotlight, kunnen de betrokkenheid van

stakeholders verhogen en kunnen ook een mogelijke lange doorlooptijd van een

saneringsproces overbruggen. Daarnaast wordt tijdelijkheid meer en meer een

[4]

Bodemdecreet. Te consulteren op

navigator.emis.vito.be/

mijn-navigator?woId=304

[5]

zie ook www.ovam.be/

ondersteunende-bodeminstrumenten

Page 32: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 2

leidend paradigma voor projectontwikkeling, in een tijd waar er een verschui-

ving is van “hebben” naar “gebruiken” bij de consument, waar de gebruiker

ook mondiger is en participatief mee aan de slag wil rond de mogelijke nieuwe

gebruiksfuncties, een tijd waarin ook het besef groeit dat onzekerheid toeneemt

en waarin de concepten van “masterplanning” zoals deze gebruikelijk waren in

de tweede helft van vorige eeuw minder en minder bruikbaar worden.

Het Open Lab in het Ebbingekwartier in Groningen toont wat een succes-

volle, tijdelijke invulling teweeg kan brengen. Op een braakliggend terrein werd

een tijdelijk dorp gebouwd, in afwachting van de herontwikkeling van de site.

De aanpak bleek al snel zeer succesvol en genereerde een nieuwe dynamiek in

de wijk. Ook in de Kruitfabriek in Vilvoorde kiest men voor tijdelijke projecten

voor en mét de buurt. Diverse activiteiten en events worden uitgetest en trekken

een breed publiek aan dat zo ook geïnformeerd wordt over de toekomstige ont-

wikkeling van de wijk. In de regio Luik trekt men met het proefproject “Verdir”

tijdelijk voordeel uit de reconversie van brownfields ifv stedelijke en voorstedelij-

ke landbouwproductie.

D o e l t r e f f e n d e i n s t r u m e n t e n v o o r e e n

i n n o v a t i e f r u i m t e g e b r u i k

Het wettelijk kader in Vlaanderen rond tijdelijkheid biedt weinig juridisch

houvast en flexibiliteit om snel en voor een korte periode een tijdelijk project te

realiseren. Tijdelijke initiatieven zijn vaak vergunningsplichtig en moeten con-

form het bestemmingsplan van het gebied zijn. Deze vergunningen zijn op hun

beurt slechts voor een beperkte periode geldig, zodat de terugverdientijd vaak als

te kort wordt ervaren.

Ook de ambitie om zorgvuldig om te springen met de beschikbare ruimte

vereist de juiste omkadering. Zo is multifunctioneel ruimtegebruik niet vanzelf-

sprekend. Het scheiden van functies is nog steeds het leidend paradigma binnen de

oudere bestemmingsplannen en milieuregelgeving. Dit verhindert het verweven van

wonen en werken waar dit vanuit de wederzijds impact wel aangewezen zou zijn.

Het is alvast de ambitie van de Vlaamse regering om verouderde bestem-

mingscategorieën en stedenbouwkundige voorschriften te moderniseren, zodat

meer flexibiliteit en duidelijkheid in het proces gerealiseerd wordt. Dit kan onder

andere door kortere procedures voor kleine wijzigingen aan de stedenbouwkun-

dige voorschriften te ontwikkelen, of door het opheffen van verouderde proce-

dures. Vanuit het beleid wordt gezocht naar nieuwe, flexibele instrumenten om

innovatieve vormen van ruimtegebruik in de toekomst te ondersteunen.

Page 33: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 3A M B I T I E 2

Een zorgvuldig ruimtegebruik en de slimme transformatie van de reeds aangesne-

den ruimte moet de verdere ontwikkeling van greenfields een halt toeroepen. De

ruimte moet zo worden georganiseerd dat de vraag naar verplaatsingen afneemt

en het gebruik van collectief vervoer en verplaatsingen met de fiets of te voet wor-

den gestimuleerd. De pilootprojecten zijn het platform waar tijd en ruimte is om

te experimeteren met de koppeling tussen flexibel en meervoudig ruimtegebruik en

geïntegreerde bodemsanering in samenwerking met diverse stakeholders en doelgroe-

pen. Door intensieve afstemming met lokale projectregisseurs zijn ze het platform bij

uitstek waar tijdelijke initiatieven en meervoudig gebruik worden gefaciliteerd, waar

het hergebruik van verontreinigde terreinen de ontwikkeling van een ruimer gebied

en de gewenste stedelijke ontwikkeling ondersteunen en waar wonen en werken ruim-

telijk meer verweven zijn.

Page 34: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 4

K r a a n s p o o r

Op de NDSM -werf in Amsterdam-Noord zijn de havenactivi-

teiten, sinds de crisis in de scheepsbouw in de jaren zeventig,

sterk afgenomen. Voor het gebied werd een nieuwe bestemming

gezocht met de nadruk op bedrijfshuisvesting, kantoren en mo-

gelijk woningbouw. De scheepswerf werd een broedplaats voor

creatieve ondernemingen en mediabedrijven die zich enten op

het industriële weefsel.

WWW.ARCHINED.NL/OEM/REPORTAGES/KRAANSPOOR/KRAANSPOOR.HTML

R i j n h a v e n e n M e r w e - V i e r h a v e n

t e R o t t e r d a m

In de stadhavens van Rotterdam ontstaan ‘waterwijken’ waar

op een nieuwe en innovatieve manier gewoond, gewerkt en

geproduceerd wordt. In de Rijnhaven wordt geëxperimenteerd

met drijvende ontwikkelingen. In de Merwe Vierhavens ligt de

nadruk op de Clean Tech Delta, gericht op schone technologie,

duurzame energie, bio-economie en schone verweving van afval

en materialen.

STADSHAVENSROTTERDAM.NL/WP-CONTENT/UPLOADS/2009/05/

MERWE-VIERHAVENS8-DEF-4-2.PDF/

WWW.ROTTERDAM.NL/CLUSTERS/STADSONTWIKKELING/

DOCUMENT%202013/SO-CORPORATE/KADER%20STEDELIJKE%20

ONTWIKKELING%20DEFINTITIEF.PDF

D e K r u i t f a b r i e k

In afwachting van een definitieve invulling van de uitzonderlijke

plek tussen Zenne en Kanaal wordt de voormalige Kruitfabriek

gebruikt als een tijdelijke culturele hub. Kleinschalige theater-

producties, tentoonstellingen, optredens, after-work feesten en

andere initiatieven krijgen de nodige ruimte. De structuur en

architectuur zijn een incubator voor verschillende buurt- en privéi-

nitiatieven, die zuurstof geven aan het toekomstige project op de

site en de residentiële en economische ontwikkeling.

WWW.DEKRUITFABRIEK.COM

Page 35: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 36: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop
Page 37: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

A M B I T I E 3

M A A K D E O M S L A G N A A R E E N

D U U R Z A A M M A T E R I A L E N -

B E H E E R E N E E N C I R C U L A I R E

E C O N O M I E

Page 38: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 8

Z u i n i g e n m i l i e u b e w u s t o m g a a n m e t

g r o n d s t o f f e n

Duurzaam materialenbeheer staat in Europa hoog op de agenda en ook in

Vlaanderen is het uitgegroeid tot één van de speerpunten van het beleid. Het

Vlaamse Materialenprogramma zet voluit in op de omslag naar een circulaire

economie. Dit is een economisch model dat op een bewustere manier omgaat

met grondstoffen en materialenkringlopen. De opzet van een circulaire econo-

mie is het sluiten van materiaalkringlopen door het hoogwaardig houden van

producten enerzijds (herstel en hergebruik), en het recycleren van afvalstromen

anderzijds (recyclage).

Door het herontwerpen van producten winnen concepten zoals modulariteit,

de-assemblage, hoogwaardig hergebruik en substitutie met hernieuwbare materi-

alen aan belang. De instroom van ruwe materialen wordt beperkt door volop in

te zetten op recycling en urban mining. De basis van dit economisch model ligt

in het innoveren van business modellen die een verschuiving vooropstellen van

verbruik naar gebruik.[1]

Er zijn in Vlaanderen reeds specifieke aanzetten op vlak van o.m. biomas-

sa-reststromen, biochemie, urban mining, kritieke metalen en (stads)logistiek.

De omslag naar een circulaire economie heeft echter nog een groot potentieel

als hefboom voor een krachtige stedelijke en regionale ontwikkeling. Zo heeft

bijvoorbeeld de vroegere mijnindustrie in de regio Genk (Limburg) vanuit de

conditie van een bijna totaal vrije beschikbare ruimte een stedelijke ontwikkeling

veroorzaakt, die vooral gelinkt was aan de mijnsite. Nu kijkt men hoe circulaire

economie de stedelijke ontwikkeling van Genk mee onderbouwt, op strategische

plekken maar ook op verschillende schaalniveaus. Tegelijkertijd is de transitie

naar een circulaire economie ook gecontextualiseerd door de ruimtelijke realiteit

en de dynamiek van de Poort Genk, waar veel infrastructuur voorhanden is en

de laatste jaren consequent is ingezet op de kwaliteiten als verblijfslandschap

(wonen en recreatie). In het kader van het Territoriaal Ontwikkelingsprogram-

[ 1 ]

De Europese Commissie heeft zo twintig

materialen benoemd waarvan de toevoer

om deze redenen kritiek is. Zie European

Commission, 2014, Report on Critical Raw

Materials for the EU. Een infografiek over deze

problematiek is te vinden op www.plan-c.eu/

wp-content/uploads/2012/11/grondstoffen-

leftovers_121110.png.

[ 2 ]

Plan C ontwikkelde een tool die een inzicht geeft

in de mogelijkheden van verschillende business

modellen: www.plan-c.eu/bmix/

D e re lat ie tuss en mar k t , over h eid en s am enl ev ing ver ander t . D e were ld en V laanderen ver anderen,

e n de d y namie k v an de ze ver an der in g ver sn e lt . D em o gr af ie , won en en werken, p atron en, e conomi -

s ch e m o d e l l en , k l imaat en gro n ds tof fen g eb r uik w i jz ig en in e en eno r m temp o. D e m e es te v an d e (r uwe)

gro n ds tof fen wo rd en o ntg o nn en in h e t b uitenlan d, v aak b uiten Euro p a . D e ze to evo er v an gro n ds tof fen

is e chter n ie t e in d e l o os . Er wo rdt in d e to e ko ms t dan o o k e en grotere co mp e ti t ie o m gro n ds tof fen en

en ergie ver wacht . Were ldw ij d s l inken d e res er ves , of z ie t m en lan d en s tr ate gis ch e res er ves aanl e g g en

en ko mt d e to evo er o mw il l e v an p o l i t ie k- e co n o mis ch e re d en en o n d er dr uk te s t aan . [1] N aar mate d e ze

mater ia l en s chaar s er wo rden, s t i jgen de pr i jzen en dr ing t de no o d aan to e koms tger ichte en vo lhou db a -

re a l ter nat ieven z ich verd er o p. Zo o nt s t aan nieuwe waard en zo als maat s chap p e l i jk ren d em ent , co ö p e -

r at ie en s lu i ten v an k r in gl o p en .

Page 39: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

3 9

ma Limburg wordt in de regio Genk (i.s.m. Ruimte Vlaanderen en het Vlaams

Materialenprogramma) onderzocht op welke schaal de principes van circulaire

economie kunnen gerealiseerd worden zodat ze ook bijdragen aan de samenhang

tussen bedrijvigheid en stedelijke ontwikkeling.

De fysieke transformatie van de stad en stedelijke gebieden is van alle tijden.

De huidige transformatieopgave moet echter worden gerealiseerd in het licht van

ingrijpende demografische, ecologische en sociaal-economische veranderingen.

Dat biedt tegelijk ook kansen die er vroeger niet waren. Volgens sommigen is

er sprake van een ‘great reset’[2], er zou sprake zijn van een paradigmaverschui-

ving, oude tijden komen niet meer terug. Er spelen verschillende deelopgaven,

waarvan er twee meer aandacht vragen omwille van hun potentiële bijdrage aan

de gewenste grondstoffen-efficiëntie: een adequaat stromenbeheer (metabolisme)

en veranderingsgericht (ver)bouwen. Bij stromenbeheer gaat het in essentie niet

om het tegengaan van de stromen op zich, maar om het tegengaan van de scha-

delijke effecten ervan door een betere (ondergrondse) planning en beheer van

die stromen (grondstoffen, maar ook energie en water, zelfs data etc), en door

een ruimtelijke koppeling en interactie van stromen en plekken. Veranderings-

gericht (ver)bouwen ingeplant op een ruimtelijk doordachte manier zet resoluut

in op het levenscyclusbeheer van de gebouwde omgeving via gefaseerd ontwerp

en scenario’s voor de samenstelling van gebouwen en bouwonderdelen. Beiden

zijn nog geen gangbare praktijk in Vlaanderen. Via flexiblele of multi-inzetbare

infrastructuur kan ingespeeld worden op de wisselende behoeften binnen de con-

text van toenemend ruimtebeslag. Ook op het schaalniveau van een cluster van

gebouwen kan veranderingsgericht bouwen als leiddraad of tool voor zorgvuldig

ruimtegebruik en grondstoffen-efficiëntie worden toegepast.

Hoewel de transitie naar een grondstof-efficiënte maatschappij en een

circulaire economie volop is ingezet, is ze nog lang niet op kruissnelheid. Om

het huidige systeem structureel aan te pakken blijft de nood aan kennisdeling,

onderzoek, experimenten, pilots en concrete realisaties binnen de circulaire eco-

nomie, en institutionele innovatie erg hoog.

H a a l m e e r u i t d e b o d e m

Ook de bodem is een belangrijke grondstof waar efficiënt mee moet worden om-

gegaan. Ruimtelijke projecten dienen vandaag zodanig bedacht te worden dat op

het einde van hun economische levensduur er geen waardeverlies van de grond

of de bodem is (door vervuiling, reststructuren,…). Sterker nog: een project kan

net toewerken naar een opwaardering van bodems en gronden.

Bodemsanering mag niet gezien worden als een lineair proces, met duidelijk

omlijnde afvalstromen, maar als een circulair systeem waarbinnen de grond-

stoffen zo efficiënt mogelijk worden ingezet en hergebruikt. Denk maar aan het

[ 3 ]

Florida (2010). The great reset: how new ways

of living and working drive post-crash prosperity.

New York: HarperCollins Publishers.

A M B I T I E 3

Page 40: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 0

hergebruik van de gereinigde grond, het selectief scheiden van de afvalstoffen,

het hergebruiken van de materialen op de site of het gebruik van bodemenergie

via de bodemsanering. Voor stortplaatsen betekent dit de omzetting van afval

naar materiaal en energie en het herwaarderen van de bodem, via zogenaamde

enhanced landfill mining projecten.

Het Fresh Kills Park in New York toont de transformatie van een voormalig

stort tot een groene long, één die bovendien – dankzij het methaangas uit het

afval – energie levert aan de stad.

In Vlaanderen wordt op het REMO stort in Houthalen Helchteren energie

opgewekt uit de stortgassen en heeft men de ambitie om de afvalstoffen op de

site opnieuw te valoriseren en te hergebruiken als grondstof. De uitdaging bestaat

erin om beheersmodellen te ontwikkelen waardoor stortplaatsen sneller opgeno-

men worden in herontwikkelingsprojecten. Dit vereist onderzoek naar mogelijk-

heden van tussentijds gebruik van de locatie, het potentieel van de stortinhoud

en noodzakelijke beheersmaatregelen.

E e n e f f i c i ë n t e e n d u u r z a m e a a n p a k v a n d e

v e r o n t r e i n i g i n g

Duurzaam saneren van verontreinigde terreinen is een moeilijke evenwichtsoefening

tussen enerzijds het wegnemen van zoveel mogelijk (rest)verontreiniging (zodat

geen hypotheek gelegd wordt op flexibele gebruiksfuncties in de tijd) en anderzijds

minder invasief werken (bv. een stort afdekken in afwachting van nieuwe tech-

nologieën die stortmateriaal kunnen verwerken) zodat er op dit moment minder

mobiliteit- en klimaatbelasting optreedt. Het afgraven met kranen en vervoeren van

grond met vrachtwagens neemt het risico in grote mate weg, maar zorgt voor meer

transport en een hogere CO2 uitstoot. Door de verontreiniging ter plaatse te isole-

ren en te beheren wordt de uitstoot dan wel vermeden, maar is het hergebruik van

het terrein beperkt. Er zijn niet altijd geschikte alternatieve technieken voor handen.

Belangrijker is dat er weloverwogen en onderbouwde afwegingen worden gemaakt.

Verontreiniging isoleren en beheren, vraagt opvolging en monitoring, en verbeterde

informatieverlening naar toekomstige gebruikers.

Dit vraagt om nieuwe methodes en technieken. Indien het verontreinigd

terrein binnen een bedrijvenpark ligt, kan de sanering worden geïntegreerd in de

productieprocessen op en naast de site, of kan er slim gebruik worden gemaakt

van reststromen op het terrein die van nut zijn bij de sanering. Meer algemeen

kan de sanering gekoppeld worden aan de energie- en warmtevraag van de omge-

ving, kunnen duurzame transportmiddelen aangewend worden of kan er gekozen

worden voor een creatieve – al dan niet tijdelijke – grondverzetsoplossing. De bio-

wasmachine in Utrecht is een welbekend voorbeeld dat de mogelijkheden van een

WKO koppeling goed weergeeft. Het koppelen van een grootschalige sanering

Page 41: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 1

van de bodem aan de warmte-koude opslag van het bodemwater kan koeling in

de zomer en verwarming in de winter voor de omliggende gebouwen realiseren.

De slaagkans van minder traditionele saneringstechnieken neemt toe als de

omgeving erbij betrokken wordt en achter het project staat én als de sanering in

elke herontwikkelingsstap meegenomen wordt. Ook de landschappelijke en ruim-

telijke integratie kan het maatschappelijk draagvlak en rendement vergroten. Aan-

gezien vaak meerdere partijen betrokken zullen zijn is coördinatie, vanuit de stad

of door een privaat initiatief, een belangrijk element. Buurtbewoners die minder

vertrouwd zijn met de technieken moeten bovendien overtuigd worden. Ook op

een bedrijvenzone zal er nood zijn aan meer afstemming tussen de bedrijven en

parkmanagement om te kijken waar er kan samengewerkt worden en of reststro-

men van andere bedrijven hergebruikt kunnen worden in het saneringsproces.

De doorlooptijd van een saneringsproject is veelal een ongekende parameter. In-

vesteerders zijn vaak voor een lange tijd gebonden aan het saneringstraject en hebben

geen zicht op de evolutie en de einddatum van de sanering. Dit risico kan potentiële

investeerders afschrikken en stelt zich des te meer bij innovatieve saneringstrajecten

die een langere doorlooptijd kennen .Het stellen van een financiële zekerheid, wat

nodig is bij de overdracht van een verontreinigd terrein, is in deze context een erg

onzekere procedure[1]. Het is van bij aanvang niet duidelijk hoe lang de sanering

duurt en wanneer de financiële zekerheid wordt vrijgegeven. Het Vlaams beleid heeft

de ambitie om de regeling rond deze financiële zekerheden te wijzigen, opdat er meer

ademruimte kan gegeven worden aan meer innovatieve en langdurige saneringen.

Een belangrijke ambitie binnen de pilootprojecten is het duurzaam en zuinig omgaan

met materialen en grondstoffen. Deze transitie naar een grondstofarme economie zit

zowel in de opwaardering van de verontreinigde terreinen, in het sluiten van materia-

lencycli bij bedrijven, als in de ontwikkeling van de productiesites zelf. Hergebruik van

bestaande gebouwen, materiaalzuinigheid en modulaire bouwsystemen zijn een uitdaging

en vragen innovatie via ontwerp, architectuur en stedenbouw. Minder traditionele sane-

ringstechnieken, met een onzeker en langdurig verloop en waarvoor coördinatie vereist is,

krijgen binnen de pilootprojecten de nodige tijd en ruimte. De brede ruimtelijke integratie

van de projecten zorgt daarbij voor extra maatschappelijk draagvlak en rendement.

[ 4 ]

Verschillende vormen zijn mogelijk: bij een

verpande rekening wordt een bepaald

bedrag geblokkeerd; bij een bankwaarborg

of garantieverzekering waarborgt de bank of

verzekeringsinstelling, tegen een financiële

vergoeding, de uitbetaling.

A M B I T I E 3

Page 42: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 2

F r e s h K i l l s P a r k

In het Fresh Kills Park, een voormalige stortplaats in Staten

Island, New York. gaat men via geïntegreerde ingrepen op de

strategisch gelegen site de verkeersproblematiek aan pakken,

nieuwe recreatieve gebruiken stimuleren maar vooral her-

nieuwbare energie putten uit de voormalige stortplaats, die de

investeringskosten voor het park grotendeels terugbetaalt. Om

het succes van het project te verzekeren werden gedurende het

planningsproces verschillende stakeholders, politici en bewo-

nersgroepen geconsulteerd en betrokken in het proces.

HTTP://FRESHKILLSPARK.ORG

E n h a n c e d L a n d f i l l M i n i n g

a n d M a n a g e m e n t

Het gebruiken en ontginnen van eindige grondstoffen plaatst een

grote druk op het leefmilieu en op de economie. ELFM2 is een

proces waarbij stortplaatsen opnieuw ontgraven en gevaloriseerd

worden. Bruikbare materialen worden ontgonnen en gerecy-

cleerd, of omgezet in energie. Het houdt evenzeer in dat de

inrichting en exploitatie van huidige stortplaatsen oog moet heb-

ben voor de terugwinningsmogelijkheden van de thans niet-recy-

cleerbare (of onvoldoende waardevolle recyclage) afvalstoffen.

Stortplaatsen worden bijgevolg een onderdeel van een duurzaam

voorraadbeheer en bieden optimale kansen tot herontginning in

een breder tijdsperspectief.

In Vlaanderen is het Remostort in Houthalen-Helchteren een

belangrijk ELFM[1]-project. Op dit moment wordt reeds elektrici-

teit gemaakt uit het stortgas op de site. Ongeveer 45% van de

materialen op de site zouden gerecupereerd kunnen worden; de

resterende materialen en afvalstoffen kunnen na een voorbehan-

deling omgezet worden in energie.

HTTP://REMOMILIEUBEHEER.BE/NL

B i o w a s m a c h i n e i n U t r e c h t

De Biowasmachine saneert de bodem in het Utrechtse stations-

gebied. Het maakt een einde aan de gefragmenteerde schoon-

maak van de bodem, waarbij elke bouwplaats afzonderlijk wordt

gesaneerd, en draagt door de combinatie met warmte-koude op-

slag bij aan de CO2-neutrale doelstellingen van de stad Utrecht.

Het unieke aan de Biowasmachine is dat de gemeente Utrecht

een groot gebied van ruim 900 hectare in één keer aanpakt. De

reiniging van de ondergrond gebeurt onder meer door natuurlijke

biologische afbraak van verontreinigingen in het grondwater, wat

maakt dat de sanering een lange doorlooptijd heeft. Daarnaast

pompt een WKO (warmte-koude opslag)-systeem het water in de

ondergrond rond, zodat het water voortdurend in beweging is. De

dynamiek in het grondwater bij WKO zorgt voor betere menging

van bacteriën, verontreinigingen en voedingstoffen. Zo ontstaat

een positief effect op de natuurlijke afbraak van de verontreini-

ging in de ondergrond. De opslag van relatief koud water zorgt

voor koeling van gebouwen in de zomer, de opslag van relatief

warm water voor verwarming in de wintermaanden.

HTTP://WWW.CITYCHLOR.EU/SITES/DEFAULT/FILES/REMEDIATION_

OPTIONS_SUITABLE_FOR_INNERCITY_RE-DEVELOPMENT.PDF

Page 43: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 3

[1]

www.ovam.be/materiaalbewust-bouwen-kringlopen

A M B I T I E 3

V e r a n d e r i n g s g e r i c h t b o u w e n

Het Vlaamse beleidsprogramma ‘Materiaalbewust bouwen in

kringlopen’[2] zet resoluut in op het levenscyclusbeheer van

bouwmaterialen en gebouwelementen. Ook het verlengen van de

nuttige levensduur van gebouwen wordt in dit opzicht steeds be-

langrijker. Veranderingsgericht (ver)bouwen speelt een sleutelrol

in het verlagen van de maatschappelijke kosten van de bouwsec-

tor. Door vandaag te anticiperen op toekomstige aanpassingen

kan er met minder vervuilende en minder materiaalintensieve

verbouwingswerken voldaan worden aan de steeds veranderende

noden en eisen van de individuele gebruikers en de maatschap-

pij. Wanneer het bovendien mogelijk is om gebouwelementen

te demonteren en recycleren – of, nog beter, te hergebruiken –

kunnen heel wat materiaalkringlopen gesloten worden.

Een voorbeeld is het woonproject ‘Grundbau und Siedler’ in

Hamburg. Hier is een polyvalente maar statische draagstructuur

gecombineerd met een betaalbaar Do-It –Yourself inbouwpakket

om toekomstige aanpassingen eenvoudig mogelijk te maken.

Een gelijkaardige aanpak was er ook in Kortrijk voor de bouw

van het AZ Groeninge. Een polyvalente draagstructuur biedt de

mogelijkheid om in de toekomst uitbreidingen te realiseren en

extra verdiepingen toe te voegen.

WWW.IBA-HAMBURG.DE/PROJEKTE/BAUAUSSTELLUNG-IN-DER-

BAUAUSSTELLUNG/SMART-PRICE-HOUSES/GRUNDBAU-UND-SIEDLER/

PROJEKT/GRUNDBAU-UND-SIEDLER.HTML

WWW.OVAM.BE/DEFINITIE-DYNAMISCH-BOUWEN

Page 44: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 4

Page 45: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 5

P R O T O T Y P I S C H E S C E N A R I O ’ S

Page 46: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 6

V o o r l o p e r s v a n p i l o o t p r o j e c t e n

O m d e amb it ie v an d e p i l o otp roj e c ten co ncre e t te maken en te tes-

ten aan d e V laams e s i tuat ie o p h e t ter re in werd en 5 p rotot y p is ch e

s cenar io ’s g e d e f in ie erd:

1

2

3

4

5

D E M A AK PL A AT S

N IM BY wo rdt W IM BY !

H E T W ER K HUIS

S o ciaal - e co no mis ch e inb re iding

H E T T R ANSI T PUN T

H e t s l eute lp roj e c t in e en s te d e l i jk d is t r ib ut ies ys te em

D E SN IPPER S T R A AT

D e s o m is m e er dan h e t g e h e e l d er d e l en!

D E V R I J PL A AT S

Vo o r en d o o r b urg er s

Page 47: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 7

Protot y pis ch e s cenar io ’s z i jn vo or l op er s of verb e e ldingen v an m o -

g e l i jke p i l o otp roj e c ten . Ze s ch e t s en e en at t i tu d e, ze g even e erd er

e en ant wo o rd o p d e ho e -v r aag dan o p d e wat-v r aag. Ze g even aan

h o e b inn en p i lo otproje c ten verb indingen tuss en de ge for mul e e rd e

amb it ies g evo n d en k unn en wo rd en, maar ze s chr i j ven nie t vo o r wat

e en co ncre e t p i l o otp roj e c t zou m o e ten z i jn . D e p rotot y p is ch e s cena -

r io ’s s ch e t s en e en o nt wer p uitdaging, maar maken g e en o nt wer p.

D e ze o nt wer p uitdaging gaat na dr uk ke l i jk verd er dan archi te c tuur en

s te d enb ouw, o o k h e t b e dr i j f sm o d e l , d e s o cia l e en f inancië l e archi -

te c tuur z i jn h e t v r aags tuk vo o r e en re ë e l p i l o otp roj e c t .

Een p i l o otp roj e c t gaat dus verd er dan e en p rotot y p is ch s cenar io.

Vanuit d e aang ere ik te at t i tu d es gaat h e t s l im o p zo e k naar e en ver-

b in ding tuss en d e co nte x tual i te i t v an d e p l e k , d e sp e ci f ic i te i t v an

d e b o d emvero ntre iniging en d e co al i t ie v an ac to ren die b e tro k ken

k an wo rd en in d e d e f in i t ie en ui t vo er ing v an h e t p roj e c t . Daaro m is

e en protot y pis ch s cenar io ge en e indb e e ld . Een p i l o otproje c t co mb i -

n e er t p rotot y p is ch e s cenar io ’s of maak t ze l f s n ieuwe p rotot y p is ch e

s cenar io ’s z ichtb aar.

In wat vo l g t wo rdt vo o r e lk p rotot y p is ch s cenar io d e p l e k , d e amb i -

t ie en h e t p ro ces g es ch e t s t :

— D e p l e k s ch e t s t d e k ar ak ter is t ie ken v an e en ter re in . S o mmig e

s cenar io ’s k unn en over al in V laan d eren tot s t an d ko m en, an d ere

h eb b en m e er sp e ci f ie ke lo c at ievere is ten .

— D e amb it ie re ik t co ncre te p is tes aan vo o r d e d o e ls te l l ing v an e en

p i l o otp roj e c t o p di t s o o r t p l e k ken .

— H e t p ro ces maak t co ncre e t ho e e en p i l o otp roj e c t tot s t an d zou k un -

n en ko m en: w ie n e emt in i t iat ie f ( I ) , ho e ko mt d e p roj e c td e f in i t ie tot

s t an d (P), we lke v r ag en z i jn er naar h e t b e l e id (B), ho e verb ind e n

real is at ie (R) , s an er ing (S) en p roj e c te x p l o i t at ie (E )?

Page 48: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 8

Page 49: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

4 9

P R O T O T Y P I S C H S C E N A R I O 1

M A A K P L A A T S

N IM BY wo rdt W IM BY !

Page 50: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 0

Page 51: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 1

D e p l e k

De Maakplaats ligt op één van de vele oude industrieterreinen in de 19de en 20ste

eeuwse gordel van de Vlaamse steden. Opgericht aan wat ooit de rand van de stad

was, omwille van hinderlijke activiteiten of omwille van de nabijheid van grond-

stoffen of aanvoerroutes, zijn ze ondertussen volledig omsloten door woonweefsel.

Deze terreinen zijn reeds lang in gebruik en zijn vaak belast met een (histo-

rische) verontreiniging. De vervuiler is soms nog de huidige gebruiker, meestal

niet. De activiteiten zijn meestal sterk veranderd, ze behoeven minder ruimte en

hebben zich door reglementering en normering minder hinderlijk gemaakt.

Toch zijn er vele uitdagingen om de activiteiten op termijn te behouden en zo

een echte Maakplaats te blijven:

— Het logistiek en industrieel verkeer moet zich binnen het stedelijk weefsel organiseren

— De grootschalige ommuurde plekken creëren obstructies in de doorwaadbaarheid van

de stad

— De historische verontreiniging legt een hypotheek op de toekomst

— De afnemende (lokale) tewerkstelling doet het draagvlak voor de activiteit in de

buurten afbrokkelen

D e a m b i t i e

NIMBY wordt WIMBY! De Maakplaats ontwikkelt zich tot een geïntegreerd

stedelijk-industrieel project door de aangehaalde bedreigingen voor het voort-

bestaan van de activiteiten in de stad om te buigen tot een meerwaarde voor het

bedrijf én haar omgeving.

In de eerste plaats zoekt het bedrijf de samenwerking op met andere bedrij-

ven in de onmiddellijke omgeving. Door samenwerking wordt de verontreiniging

efficiënter aangepakt. Gericht op de lange termijn, worden goederenstromen

gebundeld, ontdekt men nieuwe mogelijkheden voor gesloten materialencycli,

kunnen kennis en diensten gedeeld worden. Stedelijke bedrijventerreinen veran-

deren zo in “industriële campussen”.

Industriële historische verontreiniging kan via innovatieve saneringsconcepten

mogelijkheden bieden voor warmte-opwekking. Gerecupereerde restmaterialen zijn

soms nuttig in productieprocessen van het eigen of naburige bedrijf. Dit potentieel

wordt actief onderzocht. Zo leidt duurzame sanering ook tot industriële innovatie.

Het delen van ondersteunende activiteiten als opslag, bedrijfsrestaurants,

vergaderfaciliteiten, parkeerfaciliteiten of zelfs rollend materieel verhoogt het

ruimtelijk rendement van het bedrijventerrein! Alles wordt compacter en bedrij-

ven verhogen hun rentabiliteit door zich op kernprocessen te focussen.

Daarnaast gaat de Maakplaats de dialoog en samenwerking aan met zijn stede-

M A A K P L A A T S

Page 52: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 2

lijke en sociale omgeving. Tijdelijke of cyclische leegstand wordt ’s avonds, tijdens

het weekend of de zomermaanden een drive-in cinema, een skate-park, een rom-

melmarkt,… Er ontstaat een nieuwe symbiose tussen de bedrijven en hun buren.

Maar de samenwerking kan in bepaalde gevallen ook verder gaan en actief

ingezet worden in het eigen bedrijfsmodel! Waar mogelijk worden buurtinitia-

tieven geïntegreerd: in het onderhoud van het wagenpark, in de exploitatie van

het bedrijfsrestaurant of zelfs in de industriële (materialen)kringloop zelf! Zo

worden omwonenden coproducenten in de Maakplaats.

H e t p r o c e s

De Maakplaats komt tot stand wanneer een enthousiast bedrijf en een sterke

projectregisseur actief op zoek gaan naar mogelijkheden tot samenwerking,

innovatie en optimalisatie. Projectregisseurs combineren een goede kennis van

het terrein met een neutrale positie waardoor ze steun bij andere bedrijven of

omwonenden kunnen krijgen. Intercommunales, steden en gemeenten of zelfs

bedrijvenverenigingen kunnen hiervoor goed geplaatst zijn.

Eens de kerncoalitie duidelijk is, komt het project verder tot stand in een aan-

tal parallelle sporen, afhankelijk van het concrete vraagstuk: duurzame sanering

via industriële procesinnovatie en samenwerking in de ondersteunende processen

is een zaak van de bedrijven zelf, in de samenwerking met omwonenden kan de

stad een actieve rol spelen.

De Maakplaats is geen éénmalig project, maar een proces waarin verschil-

lende sporen zich langzamerhand verknopen in een steeds sterkere en perfor-

mantere omgeving.

Page 53: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 3

SE

R

I

P

R

B E D R I J F

S A M E N W E R K I N G S P R O J E C T

V A N B E D R I J V E N

S A M E N W E R K I N G

B E D R I J V E N /

T E R R E I N B E H E E R D E R /

O M W O N E N D E N

P R O J E C T E N

S T E D E L I J K E

O M G E V I N G

I N T E G R A T I E L O K A L E

E C O N O M I E /

I N D U S T R I Ë L E

P R O C E S S E N

I N D U S T R I E E L

G E Ï N T E G R E E R D

S A N E R I N G S C O N C E P T

M A A K P L A A T S

I = init iatiefnemer

P = projec tdef init ie

B = beleid

R = realisatie

S = sanering

E = projec texploitatie

Page 54: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 4

F r o m A r o u n d H e r e S h o p !

Centraal binnen dit concept staat de clustering en verbonden-

heid met de stad die kan worden opgezocht en de maakecono-

mie die we op deze terreinen wensen te stimuleren. Economische

initiatieven krijgen een plaats in de stad door deze er doelbewust

mee te linken of te verweven. Clustering wordt als een kwali-

teit ingezet. In de Londense wijk Tottenham bevinden zich tal

van succesvolle ondernemingen, onzichtbaar in de stedelijke

industriële zones en daarom weinig bekend zijn bij het publiek.

From Around Here Shop! was een 6 weken durende expo waarbij

deze tewerkstellingszones geïnventariseerd werden en de daar

vervaardigde producten, zoals koninklijke uniformen, piano’s,

hopbier en glitterschoenen, tentoongesteld en verkocht werden.

Het doel was om sterkere linken te creëren tussen deze bedrijven

onderling, hun producten te promoten en het talent binnen de

wijk bloot te leggen.

WWW.HARINGEY.GOV.UK/HOUSING-AND-PLANNING/TOTTENHAM/

OPPORTUNITY-INVESTMENT-FUND/AROUND-HERE-PROJECT

U r b a n R e c y c l i n g

Binnen het prototype van de Maakplaats staat het hergebruik

van (lokaal) geproduceerd afval centraal. Men tracht er zo goed

mogelijk circulaire prinicpes te hanteren door de verschillende

reststromen optimaal op elkaar af te stemmen. Er bevinden

zich immers vele (zeldzame) materialen in onze onmiddellijke

omgeving die gemakkelijk te ontginnen zijn. In Hasselt bestaat

er een pilootproject waarbij men lokaal geproduceerd afval wil

transformeren tot bruikbaar materiaal. Oude vlaggen, maar ook

andere materialen worden in de Kringloopwinkel verwerkt tot

zakken, hoezen en portefeuilles. Het alternatieve verwerkings-

proces heeft veel aandacht voor lokale en sociale tewerkstelling

en heeft een grote gedragenheid in de buurt. Het project is nog

niet zelfbedruipend en krijgt momenteel financiële ondersteuning

van het afvalverwerkingsfonds. In de toekomst wenst men dit

model verder te professionaliseren en de impact te vergroten.

WWW.FLAGBAG.BE

Page 55: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 5

M a n a g e m e n t v a n d e e x - s i t u o f

i n - s i t u s a n e r i n g

Bij een traditionele /bodemsanering wordt de verontreinigde

grond afgegraven en met vrachtwagens getransporteerd naar

een grondreinigingscentrum ter verwerking. Deze aanpak creëert

door het vele vervoer een belasting op mobiliteit en klimaat,

zeker bij de sanering van grote volumes grond. Dit bijkomend

transport kan vermeden worden door alternatieve methodes te

gebruiken: vervoer van de grond over het water, lokale verwer-

king van de grond of een creatieve grondverzetoplossing. Bij een

in-situ sanering wordt de verontreiniging ter plekke aangepakt op

basis van ‘gestimuleerde’ biologische, chemische en/of fysische

afbraak . Alternatieve energiebronnen voor de aandrijving (zoals

zonne- of windenergie) zijn een mogelijkheid. Binnen het circulaire

gedachtegoed worden de verschillende materiaalstromen die ter

beschikking zijn op een bedrijventerrein, zoals warmte- of stoomo-

verschotten, melasse/lactaten/ fosfaten, en bij uitbreiding binnen

grotere stukken stad, op elkaar afgestemd, in kaart gebracht en

nagegaan of ze ingezet kunnen worden in het saneringsproces.

Deze afstemming en samenwerkingen zijn maar mogelijk indien

op wijk- of parkniveau gezocht wordt naar synergiën.

Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een WKO-systeem.

Hierbij wordt de bodem lokaal verwarmd en treedt er recirculatie

op wat de biologische afbraak van verontreinigingen zoals chloor-

koolwaterstoffen stimuleert. Dit kan de sanering in sommige ge-

vallen met wel 100% versnellen. In een recirculatiepilootproef in

Turnhout werd aangetoond dat het mogelijk is om lage dosissen

voedingstoffen toe te voegen voor bacteriën die zorgen voor de

afbraak van schadelijke stoffen om zo de sanering te versnellen/

stimuleren. Ook in een WKO kunnen deze voedingsstoffen wor-

den toegevoegd. In het EU Interreg CityChlor project [1] werd er

onderzoek gedaan naar de geschiktheid van de Vlaamse bodem

voor een efficiënt functionerende WKO.

WWW.CITYCHLOR.EU

E d u c a t i e e n i n d u s t r i e

Werklocaties aan de rand van de stad vormen een ideale locatie

voor een samenwerking tussen onderzoek en productie. Grotere,

leegstaande loodsen of terreinen kunnen gebruikt worden door

beroeps –en technische opleidingen. De nabijheid van bedrijven

kan voor een betere afstemming met de arbeidsmarkt zorgen

(alsook voor de nodige stageplaatsen). De scholen zorgen

anderzijds voor een blijvende innovatie in de bedrijfsvoering en

voorzien ruimte voor experiment.

Zo biedt de RDM campus in Rotterdam, een voormalige industri-

ele hal met een oppervlakte van om en bij de 23 000 vierkante

meter, een ‘InnovationDock’ aan: deze bevat zowel een business

gedeelte, als een deel van de Universiteit van Rotterdam en het

Albeda College. Op deze manier biedt het 11.500m2 ruimte aan

voor kleine start-ups en innovatieve technologische ondernemin-

gen, actief in de bouw, het transport en de maritieme sector.

WWW.RDMROTTERDAM.NL

[1]

www.citychlor.eu

M A A K P L A A T S

Page 56: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 6

Page 57: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 7

P R O T O T Y P I S C H S C E N A R I O 2

W E R K H U I S

S o ciaal - e co no mis ch e inb re iding

Page 58: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 8

Page 59: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

5 9

D e p l e k

De locaties voor het Werkhuis liggen overal in Vlaanderen. In de binnengebie-

den van stedelijke bouwblokken bevonden zich garages, kleine ateliers of heuse

fabrieken. Wanneer deze activiteiten uitdoofden, werden de makkelijkere pro-

jecten snel ontwikkeld met inbreidingsprojecten of ze werden lucratief opgevuld

met parkeergarages, moeilijkere projecten bleven liggen.

De ongebruikte binnengebieden beperken de kwaliteit van de omliggende wo-

ningen, terwijl ze eigenlijk een meerwaarde zouden kunnen zijn. Monofunctionele

en residentiële inbreiding leidt op zich wel tot ruimtelijk rendement, maar zorgt er

ook voor dat de voordelen van functiemenging op deze plekken worden verloren.

D e a m b i t i e

Het Werkhuis is een gemengd project in de ruimste zin van het woord. Het

mengt niet alleen wonen en werken, maar zet ook sterk in op diversiteit van

doelgroepen voor de verschillende projectonderdelen.

Menging van wonen en werken zorgt voor een dubbele winst: de nabijheid

van de woonplaats en de werkplek verminderen het woon-werkverkeer, de nabij-

heid van diensten voor omwonenden maakt zachte mobiliteit en nieuwe ontmoe-

tingen mogelijk. Daarom wil het Werkhuis ook activiteiten ontwikkelen gericht

op de buurt: duurzame horeca, kinderopvang, stadslandbouw, co-workingplek-

ken, een lokaal fablab, een herstelwerkplaats….

Maar het Werkhuis kan ook een sociaal gemengd project zijn. Het samenbren-

gen van wonen en werken is voor veel kwetsbare groepen een mogelijkheid om

economisch actief te worden in een beschermde werkplaats, een zorgproject,…

Het Werkhuis is een pioniersproject, dat voor een eerste activering zorgt van

een verontreinigd binnengebied, zonder onmiddellijk grootschalig en risicogedre-

ven te gaan saneren. Terwijl het Werkhuis zijn activiteiten ontwikkeld op een niet-

of minder verontreinigd deel van het terrein, kan de rest van het terrein via tragere

technieken aangepakt worden. Fytoremediatie en de resulterend biomassa of WKO

bieden mogelijk specifi eke voordelen: er is minder hinder, de energie kan gebruikt

worden in de woonunits of in een serre die voor lokale voedselproductie zorgt.

Zo wordt sanering een stuk van het leven zelf, ze wordt beredeneerd aange-

pakt om er ook de maximale voordelen uit te halen.

W E R K H U I S

Page 60: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 0

H e t p r o c e s

Een Werkhuis vraagt om een andere aanpak dan een klassiek residentieel

vastgoedproject. Om tot een goede integratie te komen van wonen en werken,

worden de toekomstige gebruikers van bij de start betrokken in de projectuitwer-

king. Zeker wanneer er specifieke doelgroepen zijn, worden hun noden best van

bij het begin geïntegreerd.

Het project wordt dus voorbereid én gerealiseerd door een coalitie tussen

verschillende partners: de ontwikkelaar, de exploitant én de gebruiker.

Waar het tot meerwaarde kan leiden voor landschapsontwikkeling of ener-

gievoorziening, wordt sanering traag aangepakt. Na volledige sanering kunnen

bijkomende ontwikkelingen op de site mogelijk zijn. De financiering houdt

rekening met deze meerwaarde op lange termijn.

Page 61: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 1

S

E

R I

P

R

T E R R E I N E I G E N A A R /

O N T W I K K E L A A R

B I J K O M E N D E O N T W I K K E L I N G

N A V O L L E D I G E S A N E R I N G

P R O J E C T R E A L I S A T I E

R E K E N I N G H O U D E N D M E T

V E R O N T R E I N I G I N G

P R O J E C T U I T W E R -

K I N G M E T

G E B R U I K E R S

E N O M W O N E N D E N

S T A P S G E W I J Z E

I N T E G R A T I E

V A N S A N E R I N G

E N L O K A L E

E N E R G I E V R A A G

W E R K H U I S

I = init iatiefnemer

P = projec tdef init ie

B = beleid

R = realisatie

S = sanering

E = projec texploitatie

Page 62: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 2

L o k a l e w a r m t e u i t w i s s e l i n g

Sanering wordt vaak als een probleem in plaats van als een kans

gezien. Het kan waardevol zijn de sanering van een terrein te

koppelen aan andere uitdagingen in de omgeving. Een voorbeeld

hiervan is het koppelen van de bodemsanering met de installatie

van een warmtenet waar het hele bouwblok mee van profiteert.

Hierdoor wordt de totale investering en financiering aantrekkelij-

ker gemaakt, het saneringsproces ondersteund en het draagvlak

bij de omwonenden vergroot.

S t a p g s g e w i j s s a n e r e n

Indien het om operationele of financiële redenen onhaalbaar is

om een sanering in één keer uit te voeren kan een gefaseerde

aanpak een antwoord bieden. Door reeds met een deel van de

sanering te starten en de investering niet langer uit te stellen

wordt het negatieve imago rond de site doorbroken en trekt men

potentiële investeerders aan die een volledige sanering in de

toekomst helpen mogelijk maken.

Een voorbeeld van een stapsgewijze sanering is de Leerfabriek

in Oisterwijk. Zowel de site als de gebouwen zijn er sterk ver-

ontreinigd en vele plannen blijven/bleven? onuitgevoerd. Uit een

analyse blijkt echter dat beperkte delen van het terrein schoon

genoeg zijn om te programmeren. Men kiest ervoor om de sa-

neringsprocedure gefaseerd op te starten, door eerst een route

aan te leggen die via de veilige en propere zones loopt. Op de

plekken naast deze route wordt de sanering zichtbaar gemaakt

voor de omwonenden. Hiermee wil men aantonen dat er actie

wordt ondernomen en dat de site in ontwikkeling is.

LEERFABRIEKOISTERWIJK.NL

Page 63: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 3

G e w o r t e l d g e m e n g d g e b r u i k

De schaal van de ingesloten loodsen, de maatschappelijke con-

text en de situering binnen in het bouwblok maakt van deze sites

een ideale locatie voor sociaal – culturele projecten met een

lokaal karakter. Het ingesloten programma kan interessante con-

frontaties tussen de dagelijkse leefomgeving van de bewoners

en het specifieke programma opleveren. Wohn & Werk te Basel

is een huisvestingsproject met werkplaatsen voor mensen met

een lichamelijke beperking. Twee volumes werden in het bouw-

blok ingepland, één voor wonen en één voor werken, waarbij het

streefdoel was om het zorgprogramma sterker te verweven en

zichtbaar te maken in de buurt.

WWW.WOHNWERK-BS.CH

Z e l f v o o r z i e n e n d b o u w b l o k

Kleinschalige productie binnen het bouwblok brengen, van

stadslandbouw tot co-workingspace, kan een parallelle doel-

stelling zijn van het saneringsproces en bevordert de contacten

binnen de buurt, wat het draagvlak voor sanering vergroot. Het

zelfvoorzienende karakter van dergelijke programma’s resulteert

in een belangrijke collectieve dimensie in het anders privaat

georiënteerde binnengebied.

Roof food is een lokaal stadslandbouwproject in Gent dat inzet

op duurzame stadsontwikkeling (zowel economisch, ecologisch

als sociaal) door moestuinen op daken in te richten. Een moes-

tuin op het dak voorziet er in ingrediënten voor kookworkshops

en in de moestuinen worden workshops stadstuinieren gegeven.

Met de overige geteelde groenten wordt er een cateringdienst

opgezet. Hierdoor krijgt het project een belangrijke maatschap-

pelijke dimensie.

WWW.ROOFFOOD.BE

W E R K H U I S

Page 64: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 46 4

Page 65: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 56 5

P R O T O T Y P I S C H S C E N A R I O 3

T R A N S I T P U N T

H e t s l eute lp roj e c t in e en s te d e l i jk d is t r ib ut ies ys te em

Page 66: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 6

Page 67: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

T R A N S I T P U N T 6 7

D e p l e k

Transitpunten kunnen ontstaan op de voormalige terreinen van tankstations,

zware industrie of stortplaatsen. Deze werden in het verleden ingepland volgens

een logica van bereikbaarheid: aan de rand van de stad, aan potentiële overslag-

punten tussen water-, steen- en spoorwegen.

Na gebruik bieden deze uitermate strategisch plekken kansen voor herbenutting.

Het zijn de sleutelposten in een slim systeem van stadslogistiek, waar goede-

ren-, personen- ,materialen- en zelfs datastromen elkaar kruisen en in interactie

gaan met elkaar. Het is belangrijk om het (eventueel reeds bestaande) multi-mo-

daal karakter van deze locaties zoveel mogelijk te ondersteunen, te versterken of

te ontwikkelen.

D e a m b i t i e

Op het Transitpunt, worden stopplaatsen van belangrijke openbare vervoerslijnen,

aansluitpunten op het hoofdwegennet of water- en spoornet gecombineerd met

opslag- en overslagmogelijkheden voor bedrijven en instellingen. Inkomende

goederenstromen worden verladen op milieuvriendelijke en kleinere voertuigen,

uitgaande stromen worden gebundeld om ze op effi ciënte wijze te verschepen,

binnenstedelijke winkels en bedrijven houden hier hun stock, om zo de dure ruimte

in de stad effi ciënter te gebruiken. De realisatie van één of meerdere Transitpunten

in een stad, is de basis van een performant systeem van stadslogistiek.

Mogelijkheden voor slimme combinaties zijn legio: ook retourstromen van

bedrijven en burgers worden verzameld en behandeld, of worden zelfs ter plekke

opgewaardeerd om opnieuw in het economisch systeem verhandeld te worden.

Met de inplanting van een sociaal restaurant, dat zijn produkten binnen het

transitpunt verwerft (eg. lokale boerenmarkt), kan men sociaal ondernemen

stimuleren en voedselverspilling tegengaan.

Het Transitpunt is ook de centrale schakel in de stromen van mensen in de

grootstad. Door de week is het een dagelijkse stopplaats waar overgestapt wordt

van de auto of de fi ets op het openbaar vervoer, waar pakketjes afgehaald of

gedropt worden, waar de boodschappen klaar staan, waar kinderen aan de crèche

of de school afgezet worden.

’s Avonds of in het weekend kan het Transitpunt ook een ontmoetingsplek

zijn. Door zijn capaciteit om grote bezoekersstromen op de vangen is het de

ideale plek voor frequente of eenmalige tijdelijke initiatieven zoals een seizoens-

kermis, een wekelijkse boerenmarkt, een zomerfestival,…

Deze combinaties zijn een win-win voor iedereen: ze verhogen de frequentie

van de plek, ze verhogen de levenskwaliteit van de bewoner van stad en periferie

én ze verhogen het fi nancieel, ruimtelijk én sociaal rendement van het project.

Page 68: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 8

Het saneringsconcept wordt waar mogelijk gekoppeld met het bedrijfsmodel

van het Transitpunt. Mogelijkheden voor in situ-reiniging en landfill-mining

worden onderzocht. Waar mogelijk kan een WKO-project zorgen voor de ener-

gievoorziening van opslagplaatsen.

H e t p r o c e s

Het Transitpunt krijgt vorm binnen de uitwerking van een stedelijk distributie-

systeem. Een stad die de mogelijkheid ziet om op eigen gronden een Transitpunt

te realiseren, heeft een unieke opportuniteit om een sterke koppeling te maken

tussen lokale dienstverlening, stadsdistributie en stadsontwikkeling. Het

project krijgt vorm door een alliantie met één of meerdere ankerbedrijven, zoals

logistieke dienstverleners of mobiliteitsbedrijven.

Flankerende overheidsmaatregelen, zoals venstertijden, zullen in veel gevallen

noodzakelijk zijn om van het project een echt succes te maken.

Page 69: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

6 9

E

I

P

B

S T E D E L I J K I N I T I A T I E F

P R O J E C T V A N A N K E R B E D R I J F

L O G I S T I E K / M O B I L I T E I T

F L A N K E R E N D E

S T E D E L I J K E

B E L E I D S M A A T S -

R E G E L E N

S A M E N W E R K I N G

S T A D /

T E R R E I N B E H E E R D E R /

B E D R I J F L O G I S T I E K

A N K E R B E D R I J F

E N P A R T N E R S

S

G E Ï N T E G R E E R D

S A N E R I N G S C O N C E P T

R

I = init iatiefnemer

P = projec tdef init ie

B = beleid

R = realisatie

S = sanering

E = projec texploitatie

T R A N S I T P U N T

Page 70: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 0

F y s i e k e s t r o m e n = d i g i t a l e s t r o m e n

Het stedelijk trefpunt kan veel meer dan alleen de verdeling van

goederenstromen op zich nemen. Fysieke materiaalstromen

hebben vaak ook een belangrijke digitale component die deze

fysieke component ondersteunt. Moderne technologieën bren-

gen reststromen duidelijk in beeld en zorgen dat deze makkelijk

verhandelbaar worden.

Opalis.be inventariseert bijvoorbeeld bouwmaterialen die via

sloop- en renovatiewerken worden gerecupereerd op een online

platform. Hoewel deze handel reeds langer bestond, gebeurde ze

slechts fysiek tussen handelaars onderling. De inventarisatie van

de bouwmaterialen op de website zorgt voor een betere organi-

satie van de tweedehandsmarkt, wat het toegankelijker maakt

voor particulieren. De site verbindt handelaars, architecten en

aannemers en biedt via een fichesysteem gedetailleerde info over

de recuperatiematerialen, zoals formaat, hoeveelheid en prijs.

HTTP://OPALIS.BE

S t a d s l o g i s t i e k

Een slimme stadsdistributie zoekt nieuwe transportmethodes

waarin de logistieke en stedelijke omgeving beter op elkaar zijn

afgestemd. Op deze manier kan er op een innovatieve en creatie-

ve manier een oplossing gezocht worden voor de distributie naar

handelaars en ondernemers in de stadscentra.

Vertrekkend vanuit een aantal principes zorgt CityDepot in Has-

selt voor een open deur in de stadsrand. Hun service creëert een

toegevoegde waarde voor het handelsapparaat in het stadscen-

trum en de afgenomen verkeersbelasting die eruit volgt zorgt

voor een aangenamere en leefbare binnenstad.

WWW.CITYDEPOT.BE

Page 71: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 1

S u p e r m a r k t l o g i c a

Ook binnen een supermarktlogica, typerend voor randstedelijke

knooppunten, kan men een waardevolle publieke ruimte voorzien.

Hoewel het stedelijk trefpunt inzet op het bundelen van stromen,

biedt het platform ook mogelijkheden aan voor een ruimer pu-

bliek. Niet alleen stromen van goederen, maar ook stromen van

mensen kunnen in deze hubs samen komen.

Espace Monestié, gelegen in het Franse Plaisance-du-Touch,

maakt deel uit van een typische randstedelijke zone. Ondanks

de afgelegen ligging wil het project een leefkamer zijn voor een

grote groep van mensen, die niet noodzakelijk in dezelfde wijk

wonen, maar elkaar op basis van interesse of activiteit toch ont-

moeten in het trefpunt. Door verschillende interesses, activiteiten

en tijdsframes met elkaar te mixen, stimuleert men in de Espace

Monestié de ontdekking, de ontmoeting en de uitwisseling tus-

sen uiteenlopende gebruikers.

HTTP://PLAISANCEDUTOUCH.FR/ACTUALITES.

ASP?IDARTICLES=1734&IDRUBRIQUE=2&IDPAGE=357

N i e u w e b o e r e n m a r k t

Ook de voedselproductie kan gekoppeld worden aan deze

nieuwe stedelijke distributiecentra. Door zowel fysiek als digitaal

rechtstreeks de band aan te halen tussen de boer en zijn klant,

wordt de stad opnieuw verbonden met zijn vruchtbare ommeland.

Een stedelijke voedselhub heeft het potentieel om op een grotere

schaal rechtstreeks aan de klant te verkopen. Doordat een aantal

stappen in de logistieke keten geschrapt worden kan de land-

bouwer een hogere winstmarge realiseren.

Fermet is zo een voorbeeld. Deze boerenmarkt voor inwoners

uit Gent, Antwerpen en Leuven heeft een virtuele poot waarbij

klanten rechtstreeks bestellen bij de boer en betalen op een

webplatform. De levering van de voeding wordt op vaste plaatsen

in de stad voorzien.

WWW.DEFERMETISTEN.BE

T R A N S I T P U N T

Page 72: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 2

Page 73: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 3

P R O T O T Y P I S C H S C E N A R I O 4

S N I P P E R S T R A A T

D e s o m is m e er dan h e t g e h e e l d er d e l en!

Page 74: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 4

Page 75: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 5

D e p l e k

Snipperstraten zijn stukken van de oude steenwegen, vroeger en nog steeds de

invalswegen naar de stad. Langs deze steenwegen en straten kwam een erg diff-

uus en gemengd weefsel tot stand. Industrie, villa’s, meergezinswoningen, opslag,

garages vormen een patchwork zonder samenhang.

De indruk is desolaat, karakterloos. Projecten komen tot stand zonder

samenhang en interactie met de omgeving, omdat dit voor een individuele

initiatiefnemer een quasi onmogelijke taak is. In sommige gevallen komt de

ontwikkeling volledig tot stilstand. Eigenaars en projecten wachten op elkaar en

komen niet uit de startblokken omdat het risico tot mislukken groot is. Bodem-

verontreiniging is een complicerende factor: de verontreiniging trekt zich niets

aan van eigendomsgrenzen en verbindt zo ongewild het ontwikkelingspotentieel

van meerdere percelen.

De Snipperstraat heeft een project nodig dat de juiste koppelingen kan ma-

ken tussen sluimerende potenties, dat blokkeringen kan opheffen en kan starten

met enkele projecten met katalytisch effect.

D e a m b i t i e

De ambitie voor de Snipperstraat is meer een methode dan een project.

De Snipperstraat gaat op zoek naar verbinding. Verbindingen op verschillen-

de vlakken: het geïntegreerd saneren van geclusterde verontreiniging op meerdere

percelen, het integreren van een aantal bestaande en nieuwe economische activi-

teiten, het aligneren van (financiële) belangen van een aantal vastgoedprojecten,

de versterking van de sociale samenhang, het verbeteren van de infrastructuur,…

Verbindingen komen tot stand als er coördinatie is. In de projectvoorbe-

reiding worden een maximaal aantal partijen (grondeigenaars, ontwikkelaars,

OVAM, bewoners,…) meegenomen en wordt naar een breed gedragen project

gewerkt. Het ontwikkelde vertrouwen zorgt ervoor dat samen de katalytische

projecten kunnen aangepakt worden. Ondernemerschap en initiatief wordt

aangemoedigd, maar free-rider-gedrag wordt afgestraft. De som is meer dan het

geheel der delen!

Om de Snipperstraat uit de situatie van blokkering te krijgen, worden waar

nodig krachtige instrumenten ingezet. Het kan de opportuniteit zijn om ook in

Vlaanderen aan de slag te gaan met regelluwe zones, stedelijke ruilverkaveling,

projectconvenanten, uitwisseling van ontwikkelrechten,… Deze methodes heb-

ben nog niet altijd een uitgebreid wettelijk kader, maar door intensieve facilite-

ring door lokale en bovenlokale overheden kan afgetast worden wat mogelijk is.

De activiteiten in de Snipperstraat bouwen verder op de intrinsieke kwalitei-

ten die reeds aanwezig zijn: de mengvorm tussen stad en activiteitenzone zorgt

S N I P P E R S T R A A T

Page 76: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 6

ervoor dat een breed pallet van stedelijke activiteiten kan geïntegreerd worden:

verzamelpunten voor stedelijke distributie- of retourstromen, publieke diensten,

lokale diensten, repair-shops,…

H e t p r o c e s

De planvorming is voor de ontwikkeling van de Snipperstraat de stap waarin het

moet gebeuren. Een coalitie van actieve partijen of piloot-actoren in het gebied

zetten zich samen aan tafel om tot een gedragen en realiseerbaar project te ko-

men. De sanering van geclusterde verontreiniging of de geïntegreerde herontwik-

keling van leegstand en onderbenutte plekken zijn sturend in de projectdefinitie

en de bepaling van katalytische projecten. Deze katalytische projecten zullen

soms extra inspanningen vragen van de coalitie, maar leiden tot vervolgprojecten

waar echte meerwaarde ontstaat. De projectdefinitie integreert daarom nadruk-

kelijk ook een systeem tot verdeling van lusten en lasten. Via een actieve regie

worden ook bovenlokale overheden geëngageerd op het project.

Een zichzelf versterkende spiraal van projecten komt zo tot stand.

Page 77: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 7

SE

RR

I

P

B

S T E D E L I J K I N I T I A T I E F

P I L O O T - A C T O R ( E N )

K A T A L Y T I S C H E P R O J E C T E N

S A M E N W E R K I N G

S T A D /

P I L O O T A C T O R ( E N ) /

B E W O N E R S /

B E D R I J V E N

A M B T S H A L V E

S A N E R I N G

I N F R A S T R U C T U U R

G E Ï N T E G R E E R D

S A N E R I N G S C O N C E P T

M E E R W A A R D E -

P R O J E C T E N

S N I P P E R S T R A A T

I = init iatiefnemer

P = projec tdef init ie

B = beleid

R = realisatie

S = sanering

E = projec texploitatie

Page 78: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 8

H e f b o o m p r o j e c t

Een goed hefboomproject maakt het verschil omdat het een

nieuwe dynamiek genereert in een versnipperde straat. Het

Open Lab in Ebbinge toont hoe een braakliggend terrein met een

negatieve uitstraling door enkele gerichte ingrepen van lokale

ondernemers en omwonenden een tweede leven krijgt. De onder-

nemersvereniging Ebbingekwartier installeerde een tijdelijk dorp

op enkele terreinen die lange tijd braak lagen, in afwachting van

verdere geplande ontwikkelingen op het terrein. Door allianties

is de ondernemersvereniging erin geslaagd om tijdig de nodige

financiering te verzamelen, het verkrijgen van de nodige bouwver-

gunningen te vergemakkelijken, maar vooral het nodige draagvlak

in de buurt te creëren.

WWW.OPENLABEBBINGE.NL

G e l i j k t r e k k e n v a n b e l a n g e n

In de Snipperstraat wordt al te vaak een te afwachtende houding

aangenomen. Samenwerkingen kunnen een nieuwe dynamiek

genereren die de status quo finaal doorbreekt. De sanerings-

opgave kan op kortere termijn gebeuren en wordt financieel

haalbaar gemaakt door een samenwerking tussen eigenaars van

verschillende (te saneren) percelen.

In het Amsterdamse Teleportgebied tracht men een antwoord te

formuleren op de toenemende leegstand van de kantoorgebou-

wen. Vele eigenaars zijn hierbij betrokken, wat een gerichte aan-

pak bemoeilijkt. Men opteert voor de oprichting van een lokaal

fonds voor Stedelijke Herverkaveling. Hierin worden de verschil-

lende huurinkomsten verdeeld tussen de eigenaars van verhuurd

en van leegstaand vastgoed. Het fonds wordt ook aangewend

om huurders te overtuigen naar andere bestemmingen te verhui-

zen, zodat het leeggekomen pand kan worden herontwikkeld.

Page 79: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

7 9

I n t e r f a c i n g

Een belangrijk aspect om de versnippering om te buigen is

bewoners aan te moedigen om zelf projecten op te zetten binnen

het aan te pakken gebied. De stad kan subsidies openbaar

toegankelijk maken zodat private actoren er zelf mee aan de slag

kunnen. Het toegankelijk maken van deze informatie is noodza-

kelijk om de laatste terughoudendheid van private actoren weg

te nemen en hun initiatieven optimaal te stimuleren. Daarnaast

kunnen ook participatietrajecten tussen stad en bewoners als

belangrijke hefboom dienen.

De stadsmonitor is een initiatief van Thuis In De Stad (het Agent-

schap Binnenlands Bestuur) en bevat een set van een 200-tal

indicatoren die de leefkwaliteit van de verschillende centrumste-

den in Vlaanderen in kaart brengen. Door deze informatie toe-

gankelijk te maken wenst men publieke en private actoren aan te

moedigen om met deze informatie aan de slag te gaan.

WWW.STADSMONITOR.BE

R e g e l l u w e z o n e

Vaak is de regelgeving onvoldoende aangepast en botsen inno-

vatieve projecten op regels die veelal lokaal of sectoraal gedre-

ven zijn. Een regelluwe zone, een lokale versoepeling van regels

en procedures, zou ervoor zorgen dat initiatieven niet vroegtijdig

vastlopen op aspecten die ondergeschikt aan de sanering horen

te zijn. Middels een bepaalde wettelijke en organisatorische om-

kadering, wordt op een flexibele en oplossingsgerichte wijze met

bestaande, soms tegenstrijdige, regels omgegaan.

Een voorbeeld hiervan is de Crisis-en Herstelwet die sinds 2010

in Nederland van kracht is. De wet geeft vastgelopen, strategi-

sche projecten een impuls of zorgt voor een versnelling dankzij

snellere beroepsprocedures, bijzondere voorzieningen voor

innovatieve experimenten, een verlenging van het tijdelijk gebruik

of aanpassingen aan de bestemmingsplannen.

WWW.RIJKSOVERHEID.NL/ONDERWERPEN/OMGEVINGSWET/INHOUD/

CRISIS-EN-HERSTELWET

S N I P P E R S T R A A T

Page 80: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 0

Page 81: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 1

P R O T O T Y P I S C H S C E N A R I O 5

V R I J P L A A T S

S an er in g v an er fgo e d vo or en do or burger s

Page 82: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 2

Page 83: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 3

D e p l e k

De Vrijplaats geeft lucht aan stadsontwikkelingsprojecten en voorkomt dat stads-

kankers blijven liggen, omdat de verontreiniging te zwaar weegt om het binnen

een klassiek project op te nemen.

Tegelijkertijd schuilt er potentieel in deze plekken, wanneer de sanering op

een andere manier expliciet – bijvoorbeeld traag – kan aangepakt worden. Het

zijn de dragers van de identiteit van het gebied. De aanwezigheid van industrieel

erfgoed maakt de herinnering aan de vroegere activiteit van het gebied levend.

Deze plekken kunnen de rustpunten worden binnen een ambitieus en inten-

sief stadsproject. Ze kunnen zelfs het startschot zijn voor de opwaardering van

een buurt, door de inplanting van een kleinschalig project dat een sterke sfeer

weet te scheppen.

D e a m b i t i e

Vrijplaatsen zijn veelal kleinschalige of tijdelijke projecten. Met beperkte investe-

ringen wordt vooral gestreefd naar maximale impact voor de omgeving.

Het saneringsconcept wordt daartoe strategisch ingezet. Het wordt niet ver-

stopt, maar het wordt een langdurig spektakel of drager van activiteiten. Het is een

ideale test-zone voor bijzondere in-situ-technieken, voor de opslag van verontrei-

nigde gronden in een artificieel landschap, voor langzame saneringsconcepten,…

Ontwikkelde activiteiten zijn zacht, ze spelen in op beleving eerder dan op

productie of consumptie: een plek voor openluchttheater, voor alternatieve sport-

beoefening, voor bijzondere horecaconcepten, voor natuur- en milieu-educatie of

voor intensieve stadslandbouw. Naast financieel-economische meerwaarde wordt

vooral sociale meerwaarde nagestreefd. Het gaat niet over belangrijke investerin-

gen, de projecten zijn tijdelijk, zonder permanente infrastructuur.

H e t p r o c e s

De Vrijplaats moet licht en toegankelijk tot stand komen, waar mogelijk geïniti-

eerd en gedragen door burgers. Het gaat om tijdelijke en kleinschalige installaties

die onmiddellijk geëxploiteerd kunnen worden. De Vrijplaats is een project voor

en door burgers. De uitdaging is om een financiële montage te maken waarin de

bekostiging van de sanering geheel of deels gedragen kan worden door recht-

streekse belanghebbenden, via de meerwaarde, de dienstverlening, de producten

die de Vrijplaats voor gebruikers en exploitanten oplevert.

V R I J P L A A T S

Page 84: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 4

E

I

P

O M W O N E N D E N /

P R O J E C T A C T O R E N

I N F O R M E L E E N

S T A P S G E W I J Z E

P R O J E C T D E F I N I T I E

T I J D E L I J K E

I N T E G R A T I E L O K A L E

E C O N O M I E

S

S A N E R I N G A L S

D R A G E R V A N

A C T I V I T E I T E N

I = init iatiefnemer

P = projec tdef init ie

B = beleid

R = realisatie

S = sanering

E = projec texploitatie

Page 85: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 5

B r o w n f i e l d c u l t u u r

Het industrieel erfgoed is een populair decor voor ontspanning en

recreatie. Er bestaat een zekere fascinatie voor de monumentale

gebouwen en terreinen die herinneren aan het industriële verle-

den. De stedelijke vrijplaats zet in op deze kwaliteiten, ze erkent

het potentieel van deze alternatieve plekken, en voorziet in een

meer stedelijke vorm van toerisme, waarbij onbekende plekken

in de eigen stad een nieuwe en alternatieve vakantiebestemming

vormen voor de 21ste eeuwse stedeling.

De Spaanse kunstenares Lara Almarcegui stelt de gekende

planningsaanpak van leegstaande en verontreinigde terreinen

in vraag. Plaatsen die veelal door een gebrek aan interesse ont-

snappen aan een weloverwogen ontwerp, maar hierdoor ook een

uitzonderlijke context vormen voor verschillende mogelijkheden en

nieuwe ontwikkelingen. Binnen het kader van de ‘Radical Nature’

tentoonstelling in the Barbican te Londen, stelde ze een ‘Guide

to the Wastelands of the Lea Valley - 12 Empty Spaces Await the

London Olympics’ op, om zo de kwestie bespreekbaar te maken.

HTTP://ASSEMBLESTUDIO.CO.UK/?PAGE_ID=2

L a n g z a a m s a n e r e n

Verontreinigde terreinen liggen er veelal gedurende langere

periodes verlaten bij. Toch kunnen deze gronden in een stedelijke

context een waardevolle tijdelijke bestemming krijgen. Zo kan

een participatief proces opgestart worden in de wijk, terwijl tege-

lijk aan de hand van een eerste, meer oppervlakkige en langzame

sanering – bijvoorbeeld door middel van fytoremediatie waar dit

relevant is - het saneringsproces opstart.

De Ceuvel is een werkplaats voor creatieve en sociale onderne-

mingen in Amsterdam-Noord. Het terrein wordt gedurende tien

jaar geleased, om het op termijn om te vormen tot een stedelijke

oase. Momenteel zijn de gronden er erg verontreinigd. Men heeft

een saneringsproces door middel van fytoremediatie opgestart

waarbij planten de bodem reinigen. Parallel worden er woonbo-

ten geplaatst rondom een wandeldek dat kantoorruimtes, ateliers

of werkplaatsen verbindt. De voormalige industriële site wordt

nadien omgevormd tot een van de meest unieke en duurzame

stedelijke ontwikkelingen in Europa.

HTTP://DECEUVEL.NL

V R I J P L A A T S

Page 86: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 6

A r t i f i c i e e l l a n d s c h a p

De stedelijke vrijplaats vormt het decor voor een nieuw en

artificieel landschap. Landschappelijke kwaliteiten worden op

verschillende manieren bekomen door nieuwe topografieën of

alternatieve groenstructuren te introduceren. Dit nieuwgevorm-

de, eigenzinnige landschap omkadert het overwegend culturele

karakter van de vrijplaats.

Het MFO-Park te Zurich werd gebouwd op de voormalige site

van de ‘Maschinenfabrik Oerlikon’. Het is veeleer een parkhuis

dan een park, door de structuur die men over het terrein heeft

doorgetrokken. De structuur vormt de drager voor verschillende

soorten groen, die zowel openheid als bescherming verschaffen.

In dit ‘verticale park’ bieden stille tuinkamers een zicht aan op

de centrale hal. Door een ijle vorm van beschutting te voorzien

– een Treillage – vormt het MFO park een decor voor uiteenlo-

pende activiteiten: openluchtcinema, theater, concerten,… Via

de structuur collecteert men het regenwater dat men nadien kan

gebruiken voor irrigatie.

WWW.STADT-ZUERICH.CH/TED/DE/INDEX/GSZ/NATUR-_UND_

ERLEBNISRAEUME/PARK-_UND_GRUENANLAGEN/MFO-PARK.HTML

O p - s t a p o n t w i k k e l i n g

Saneringsprojecten zijn meestal projecten van lange adem. Ze

zijn vaak gesitueerd op de minder gegeerde gronden, die reeds

gedurende een lange periode leeg staan. Hierdoor hebben ze

vaak een erg negatieve connotatie. Deze situatie kan ook zijn

voordelen hebben: het is net omdat het verontreinigde terreinen

betreft dat deze locaties niet zijn vermarkt. Dit heeft ze beschik-

baar gehouden voor andere, meer publieke initiatieven.

Het Cineroleum in Londen is een bottom-up geïnitieerd project

waarbij een verlaten petroleum station langs de Clerkenwell

Road werd omgevormd tot een buurtcinema. Hoewel dit project

op zich een succesvolle ingreep is, toont het ook op grotere

schaal het potentieel voor de ruim 4.000 leegstaande tankstati-

ons verspreid over het Verenigd Koninkrijk als publieke ruimte.

HTTP://ASSEMBLESTUDIO.CO.UK/?PAGE_ID=2

Page 87: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 7

P r o j e c t v e r l o o p

F A S E 1 : S T R A T E G I S C H E V E R K E N N I N G

( s e p t e m b e r 2 0 1 4 – j u n i 2 0 1 5 )

Tijdens deze fase werden de ruimtelijke potenties in kaart gebracht en het kader voor de call voor projecten gecreëerd.

F A S E 2 : Z O E K T O C H T E N S E L E C T I E P I L O O T P R O J E C T E N :

E E N C A L L I N 2 F A S E N . ( d e c e m b e r 2 0 1 5 – m a a r t 2 0 1 6 )

De tweede fase start met een oproep naar mogelijke projecten en initiatiefnemers/ opdrachtgevers. Geïnteresseerden

kunnen een dossier indienen tot en met 15 februari 2016. Mits bekendmaking van interesse voor 10 november 2015

kunnen een aantal geïnteresseerden aanspraak maken op begeleiding bij het verder uitwerken van hun voorstel.

Vervolgens worden uit de ingediende voorstellen vijf pilootprojecten geselecteerd. Daarna volgt een call voor

projectregisseurs en deskundigen. Voor ieder van de geselecteerde projecten wordt een projectregisseur gezocht en indien

nodig (een) deskundige(n).

F A S E 3 : O P M A A K P R O J E C T D E F I N I T I E E N - D O S S I E R

( a p r i l 2 0 1 6 – j u n i 2 0 1 6 - d e c e m b e r 2 0 1 6 )

Per project gaat een projectteam aan de slag. Dit projectteam werkt de projectdefinitie uit en stelt het projectdossier samen.

Tegelijk volgt er een call naar ontwerpers om ontwerpend onderzoek uit te voeren en een masterplan te ontwikkelen.

Vervolgens wordt per project een ontwerpteam geselecteerd.

F A S E 4 : O N T W E R P E N D O N D E R Z O E K , V I S I E O N T W I K K E L I N G E N M A S T E R P L A N

( d e c e m b e r 2 0 1 6 m e i 2 0 1 7 )

Elk ontwerpteam ontwikkelt zijn ontwerpend onderzoek voor één van de geselecteerde projecten in nauwe samenwerking met het

projectteam. Op regelmatige basis wordt ook teruggekoppeld naar de kwaliteitskamer die het hele traject mee opvolgt.

F A S E 5 : G E D E T A I L L E E R D O N T W E R P E N U I T V O E R I N G

( v a n a f j u n i 2 0 1 7 )

De bereidheid van opdrachtgevers om de concepten uit het ontwerpend onderzoek en masterplan tot een concrete

uitvoering te brengen, met behoud van de projectambities en ruimtelijke kwaliteiten, is cruciaal in deze fase. Het

gedetailleerd (architectuur-)ontwerp valt in principe buiten de opdracht van de vijf ontwerpteams. De kwaliteitskamer en

projectcoördinator zullen echter een verdere opvolging uitvoeren.

F A S E 6 : B E L E I D S A A N B E V E L I N G E N

De procescoördinator brengt de lessen en innovaties samen die zijn voortgekomen uit de pilootprojecten.

Page 88: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 8

V e r d e r L e z e n

B i o w a s m a c h i n e www.citychlor.eu/sites/default/files/remediation_options_suitable_for_innercity_re-development.pdf

C i n e r o l e u massemblestudio.co.uk/?page_id=2

C i t y C h l o rwww.citychlor.eu

C i t y d e p o t , H a s s e l twww.citydepot.be

D e C e u v e ldeceuvel.nl

D e K r u i t f a b r i e k , V i l v o o r d ewww.dekruitfabriek.com

E s p a c e M o n e s t i é , P l a i s a n c e - d u - T o u c hplaisancedutouch.fr/actualites.asp?idarticles=1734&idrubrique=2&idpage=357

F e r m e twww.fermet.be

F i n a n c i e r i n gwww.citychlor.eu/documents

F r e s h K i l l s P a r k , N e w Y o r kfreshkillspark.org

F r o m A r o u n d H e r e S h o p ! www.haringey.gov.uk/housing-and-planning/tottenham/opportunity-investment-fund/around-here-project

G r e e n b i z zwww.greenbizz.be

G r o e n b o e k b e l e i d s p l a n V l a a n d e r e nwww.beleidsplanruimte.be

I l e d e N a n t e swww.iledenantes.com/fr/

K o p p e l i n g W K O e n s a n e r i n g : g e s c h i k t h e i d v a n d e V l a a m s e b o d e mwww.citychlor.eu/sites/default/files/citychlor_ates_with_remediation_20april2012.pdf

K r a a n s p o o r , N D S M - w e r f i n A m s t e r d a m - N o o r dwww.archined.nl/oem/reportages/kraanspoor/Kraanspoor.html

Page 89: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

8 9

L e e r f a b r i e k , O i s t e r w i j kleerfabriekoisterwijk.nl

M F O - P a r k , Z u r i c hwww.stadt-zuerich.ch/ted/de/index/gsz/natur-_und_erlebnisraeume/park-_und_gruenanlagen/mfo-park.html

O p a l i s . b eopalis.be

O p e n L a b , E b b i n g e k w a r t i e r i n G r o n i n g e nwww.openlabebbinge.nl

R E M O s t o r t i n H o u t h a l e n H e l c h t e r e nremomilieubeheer.be/nl

R D M c a m p u s , R o t t e r d a mwww.rdmrotterdam.nl

R i j n h a v e n e n M e r w e - V i e r h a v e n i n R o t t e r d a mstadshavensrotterdam.nl/wp-content/uploads/2009/05/Merwe-Vierhavens8-def-4-2.pdf /

www.rotterdam.nl/Clusters/Stadsontwikkeling/Document%202013/SO-Corporate/Kader%20Stedelijke%20

Ontwikkeling%20defintitief.pdf

R o o f f o o d , G e n thttps://www.rooffood.be

S n i p p e r s t r a a t s t u d i e S t u t t g a r twww.citychlor.eu/sites/default/files/20130516_c04_johannes_dorle_economic_perspectives_of_brownfield_

development.pdf

S t a d s m o n i t o rwww.stadsmonitor.be

T . O P C e n t r a a l L i m b u r gwww.ruimtevlaanderen.be/NL/Beleid/Beleidsontwikkeling/TOPprojecten/CentraalLimburg

V e r a n d e r i n g s g e r i c h t b o u w e nwww.ovam.be/afval-materialen/specifieke-afvalstromen-materiaalkringlopen/materiaalbewust-bouwen-in-kringlopen

V e r d i r i n L u i kwww.ulg.ac.be/upload/docs/application/pdf/2013-01/verdir-brochure_2013-01-25_15-01-35_540.pdf

V l a a m s M a t e r i a l e n p r o g r a m m awww.vlaamsmaterialenprogramma.be

W o h n & W e r k , B a s e lwww.wohnwerk-bs.ch

Page 90: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

9 0

C o l o f o n

M e t d a n k a a n

Joke Schauvliege, Vlaams Minister van Omgeving

Liesbeth Homans, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van

Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding

Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

Team Vlaams Bouwmeester

Openbare Vlaamse Afvalstoff enmaatschappij

Departement Ruimte Vlaanderen

Agentschap Ondernemen

Agentschap Binnenlands Bestuur, Afdeling Beleid Steden, Brussel en Vlaamse Rand

K w a l i t e i t s k a m e r p i l o o t p r o j e c t e n T e r u g i n O m l o o p

Michiel Boodts, Wim Adriaens, Simon Gheysen, Mario Deputter, Stefan Devoldere,

Pascal Maebe, Walter Tempst, Ellen Luyten, Christine Daniels, Koen Miseur,

Stijn Van Wolputte, Philippe Van Wesenbeeck, Jan Leyssens

S t r a t e g i s c h V e r k e n n i n g s t e a m

Rebel group i.s.m. 51N4E en Antea

E i n d r e d a c t i e e n P r o d u c t i e

Caroline Newton, Walter Tempst, Jan Verheyen, Stefan Devoldere, Ellen Luyten

V o r m g e v i n g

Jirka De Preter

F o t o g r a f i e

Michiel De Cleene

VU: Stefan Devoldere, wnd. Vlaams Bouwmeester

Grasmarkt 61, 1000 Brussel

www.vlaamsbouwmeester.be

www.ovam.be

www.teruginomloop.be

ISBN 978 90 4030 370 8

november 2015

Page 91: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop

9 1

Page 92: Strategisch onderzoek Pilootprojecten Terug in Omloop