Strategieplan 2017/18 2021/22 -gericht en wij-afhankelijk” › wp-content › uploads › 2017 ›...
Transcript of Strategieplan 2017/18 2021/22 -gericht en wij-afhankelijk” › wp-content › uploads › 2017 ›...
0
Strategieplan
2017/18 – 2021/22
“Ik-gericht en wij-afhankelijk”
Opgesteld : voorzitter CvB, F.M. van Veen
Vastgesteld : door CvB op 27 september 2017
na instemming GMR (19 september 2017)
en goedkeuring RvT (26 september 2017)
1
2
Inhoudsopgave
1. Verantwoording 3
2. De Kwaliteitscirkel 3
3. Maatschappelijke ontwikkelingen 4
3.1. Lokale / regionale ontwikkelingen 4
3.2. Nationale ontwikkelingen 6
3.3. Internationale / globale ontwikkelingen 7
4. Stand van zaken huidige organisatie 8
4.1. Sterkte-/ zwakteanalyse 8
4.2. Leerlingenaantallen 8
5. Herijking missie, visie en motto 10
5.1. Ik-gericht en wij-afhankelijk 10
5.2. Missie, visie en motto 11
6. Speerpunten naar domeinen 12
6.1. Passend onderwijs 12
6.2. Identiteit 15
6.3. Kwaliteitszorg 15
6.4. Human resources en organisatieontwikkeling 15
6.5. Bedrijfsvoering 17
6.6. Samenwerking en communicatie 18
7. Meerjarig activiteitenplan 19
8. Financiële vertaling 19
9. Communicatie 19
10. Evaluatie 19
Bijlage I: SWOT analyse 21
Bijlage II Meerjarig activiteitenplan 23
3
1. Verantwoording
Met de komst van een nieuwe voorzitter van het college van bestuur per 1 augustus
2016, bleek dat het strategieplan voor de komende jaren nog niet geheel gereed was.
Tijdens de inwerkperiode van de nieuwe voorzitter werd de kans aangegrepen om met de
schooldirecteuren, de Intern Begeleiders (IB-ers), de Gemeenschappelijke
Medezeggenschapsraad (GMR) en de Raad van Toezicht (RvT) een dialoog te starten over
wat ons vandaag de dag bezighoudt. Op basis van die gesprekken is de visie van de
organisatie bijgesteld en zijn speerpunten voor de komende jaren geformuleerd.
2. De kwaliteiteitscirkel
De kwaliteitszorg van Invitare is gebaseerd op de PDCA kwaliteitscirkel. Het
strategieplan, aansluitende plannen en verslagen passen volledig in de kwaliteitscirkel.
De termen in deze cyclus staan voor het volgende:
Plan: beschrijven van de strategie, beleid, projectplannen of (verbeter)plannen. De
beschrijving is bij voorkeur zo concreet mogelijk geformuleerd;
Do: managen en uitvoeren van de plannen. Plannen kunnen worden onderscheiden in
processen, mensen en middelen. Aan deze drie onderdelen moet voldoende aandacht
worden besteed;
Check of study: regelmatig monitoren en controleren van de voortgang en of de
uitvoering in lijn is met de plannen en doelstellingen. Feedback wordt gevraagd en
gegeven. Afwijkingen worden gezien als een kans om te leren;
Act: bijsturen van werkzaamheden of plannen op basis van de gegevens die onder
check/study zijn verzameld. Als resultaten naar tevredenheid zijn, gaat het in deze
fase om de vraag hoe een en ander te borgen.
4
Het strategieplan beschrijft de kaders voor de gewenste ontwikkeling van de organisatie
als geheel voor een periode van vier jaar. Elk jaar wordt aansluitend op het strategieplan
op stichtingsniveau een jaarplan gemaakt en aan het einde van het schooljaar een
jaarevaluatie. Van jaar tot jaar kunnen prioriteiten verlegd worden, waarbij de uitgezette
koers zo veel als mogelijk wordt vastgehouden tenzij er aanleiding is om de richting bij te
stellen. In de (meerjaren)begroting en het (meerjaren)formatieplan worden de plannen
financieel vertaald. Aansluitend wordt in het jaarlijkse bestuursverslag en de jaarrekening
verslag gedaan over de voortgang van de plannen.
De scholen richten zich in hun planvorming enerzijds op de bovenschoolse organisatie-
doelen en beleidsdocumenten en anderzijds op eigen plannen. De eigen plannen zijn
verwoord in het vierjaarlijkse schoolplan. Hierin is maximale ruimte voor de visie die de
scholen hebben op de eigen pedagogische en onderwijskundige uitgangspunten. Omdat
onze scholen in het najaar van 2016 hun schoolplannen gereed hadden, kan het zijn dat
de schoolplannen nog niet volledig aansluiten op het strategieplan. In schooljaar 2017/18
wordt bekeken of er schoolplannen zijn die enigszins moeten worden bijgesteld.
Aansluitend maakt de school een eigen jaarplan dat aansluit op het schoolplan en de
bovenschoolse plannen. Aan het einde van elk schooljaar maakt de directeur een
evaluatieverslag van dat jaar.
3. Maatschappelijke ontwikkelingen
De scholen van Invitare staan midden in de maatschappij. Via de ouders, leerlingen en
leerkrachten komen ontwikkelingen op globaal, nationaal en lokaal niveau de school
binnen. Onderstaand een aantal onderwerpen die van belang zijn voor de ontwikkeling
van onze scholen. Hierbij wordt opgemerkt dat de grenzen tussen globaal, nationaal en
regionaal niet altijd scherp zijn.
3.1 Lokale/ regionale ontwikkelingen
Invitare heeft scholen in zes gemeentes in de kop van Noord-Limburg en het Land van
Cuijk. Met de overheveling van de onderhoudsverplichtingen van de gemeenten naar de
schoolbesturen, lijkt het alsof er bij een aantal gemeentes weinig onderwerpen meer zijn
waarover zinvol overleg gevoerd kan worden. Tezelfdertijd werden de scholen via
incidenteel overleg geconfronteerd met projecten rond gezonde voeding en beweging. De
gezamenlijke schoolbesturen menen dat het zinvol is om in elke gemeente LEA (Lokaal
Educatieve Agenda) te voeren en waar zinvol REA (Regionaal Educatieve Agenda).
Samen met de overige schoolbesturen en de kinderopvang-organisaties in de regio zal
hernieuwd contact gezocht worden met de gemeentes of zullen onderwerpen worden
ingebracht in bestaand overleg. Belangrijke onderwerpen zijn de kwaliteit van Jeugdzorg
5
en Veilig Thuis in relatie tot passend onderwijs, taalverwerving en VVE, breed
gesignaleerde gedragsproblemen bij leerlingen, e.d.
Tijdens het schrijven van dit strategieplan zijn zes gemeentes in het Land van Cuijk zich
aan het oriënteren op de mate van onderlinge samenwerking. Bij de start van schooljaar
2017/18 wordt hierover meer duidelijkheid verwacht. Een en ander kan gevolgen hebben
voor de frequentie en kwaliteit van de contacten tussen de schoolbesturen, onderwijs
gerelateerde organisaties en de betrokken gemeentes.
Net als in grote delen van Nederland is er sprake van ontvolking en vergrijzing van de
landelijke gebieden ten zuiden van Nijmegen. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau
worden de verschillen tussen stad en platteland steeds groter. Ook worden de verschillen
tussen de dorpen steeds groter. Hierbij speelt de grootte van het dorp mee en de afstand
van het dorp tot een grotere stad. Over het geheel genomen hebben de verschillen
betrekking op:
gemiddelde leeftijd (hoger in
dorpen);
opleidingsniveau (lager in dorpen),
armoede (lager in dorpen dicht bij
de stad maar juist hoger in verder
afgelegen dorpen),
werkeloosheid (lager in dorpen),
aantal deeltijders (hoger in dorpen)
en ondernemerschap (hoger in
dorpen).
Vanwege de trek van met name hoger opgeleide jongeren naar de stad is er ook een
aanzienlijk verschil in het opleidingsniveau tussen de stad en het platteland. Daarbij blijkt
uit een onderzoek van CUBBIS dat er in de gemeenten van het land van Cuijk sprake is
van een gemiddeld hoger percentage (13 tot 16%) laaggeletterdheid dan in de rest van
Noord-Brabant.
In al onze gemeentes is sprake van bevolkingskrimp. Echter de krimp is relatief gezien
groter in de kerkdorpen dan in de kernen waar onze scholen gesitueerd zijn. Op basis
van data van het Arbeidsmarktplatform/CBS (2015) is de komende jaren in de stad Cuijk
een lichte groei te verwachten. De krimp in Mill en Boxmeer baart ons daarentegen
zorgen.
…is het goed eens stil te staan bij de wat verdere toekomst en na te denken over de technologieën die de structuur van de samenleving en daarmee ook het platteland ingrijpend kunnen veranderen. Een toenemende onafhankelijkheid van tijd en plaats ligt in de rede (o.a. werk, studie, sociale contacten, zorg). De vraag is dan, wat doet dat met de aantrekkingskracht van het platteland? Ook flexibele woonconcepten zijn denkbaar en worden steeds vaker toegepast. Draagt dit bij aan de zo gewenste verjonging van de lokale bevolking? SCP (2016)
6
3.2 Nationale ontwikkelingen
Tijdens het schrijven van dit strategieplan is het resultaat van de coalitie-
onderhandelingen om te komen tot een regering niet bekend. Wij hopen natuurlijk van
harte dat de nieuwe coalitie zal resulteren in een aantal mooie structurele maatregelen
ten behoeve van het onderwijs. Daarbij denken wij concreet aan een realistisch budget
voor de exploitatie van onze gebouwen en voor de ICT-ontwikkeling van onze scholen.
Ook is het te hopen dat er meer middelen beschikbaar komen om de werkdruk en
taakverzwaring als gevolg van passend onderwijs te verlichten.
In 2017 starten de onderhandelingen om te komen tot een nieuwe cao. In het licht van
de politieke ontwikkelingen en de actiebereidheid van een deel van het personeel, kijken
wij uit naar het resultaat.
Vanwege de vergrijzing van ons personeelsbestand, is de komende jaren sprake van een
gestage uitstroom van medewerkers. Ditzelfde is het geval bij de overgrote meerderheid
van de schoolbesturen in Nederland. De vacatures die de komende jaren ontstaan,
worden bovendien moeilijker invulbaar vanwege een teruglopend aanbod van
werknemers. Het aantal Pabo-studenten daalt immers al jaren. In verband met deze
verwachte spanning op de arbeidsmarkt, hopen we dat het regeerakkoord en de cao het
onderwijsveld de kans biedt om het beroep beter op de kaart te zetten. De drie grotere
schoolbesturen in het land van Cuijk onderzoeken of zij de arbeidsmarkt in de regio
kunnen beïnvloeden door gezamenlijk op te trekken richting Pabo’s, universitaire Pabo
Nijmegen, ROC’s en VO.
Komende vier jaar gaat de onderwijsinspectie aan het werk met een herziend toezicht.
Geluiden uit het veld zijn positief. Op de valreep van het oude naar het nieuwe
inspectiekader worden in de zomer van 2017 nog twee scholen van Invitare bezocht.
Mede daardoor is het onduidelijk wanneer wij onderwerp zijn van een onderzoek dat
uitgaat van het nieuwe kader.
In 2015 is het Platform Onderwijs 2032 in opdracht van de staatssecretaris gestart met
het voeren van een maatschappelijke discussie over de inhoud van het primair en
voortgezet onderwijs. De eindrapportage kan als volgt kort worden samengevat:
er moet meer nadruk gelegd worden op persoonsvorming;
er moet een vaste basis van kennis en vaardigheden zijn zodat leerlingen
vervolgonderwijs kunnen volgen. Nederlands, Engels, rekenvaardigheid, digitale
geletterdheid en burgerschap zijn verplichte onderdelen;
verder wordt kennis in drie leerdomeinen aangeboden: Mens en Maatschappij, Natuur
en Technologie en Taal en Cultuur.
7
Naar aanleiding van de discussies rond de eindrapportage van Platform Onderwijs 2032 is
in het voorjaar van 2017 door de staatssecretaris van OC&W besloten, te starten met
een project om te komen tot nieuwe kerndoelen. In het voorjaar van 2018 zullen de
bouwstenen gereed zijn en verwacht wordt dat de scholen vanaf schooljaar 2020/2021
met het nieuw curriculum aan de slag gaan. In de tweede helft van de planperiode van
dit strategieplan zal een en ander duidelijk worden.
Al jaren wordt in allerlei landelijke debatten en discussies op teevee geconcludeerd dat
het onderwijs een rol moet spelen in de oplossing van allerlei problemen. Het funderend
onderwijs is hiermee verworden tot een soort van gemakkelijk te benoemen nationaal
medicijn voor alle zorgen. Het is niet mogelijk om op alle gesignaleerde problemen de bal
op te pakken. De scholen van Invitare maken hierin hun eigen keuzes en stellen zelf
prioriteiten.
3.3 Internationale / globale ontwikkelingen
Nederland is binnen Europa het land met het hoogste aantal devices per inwoner (2 á 3).
61% van de bevolking (ouder dan 13 jaar) beschikt over een laptop of een tablet en 76%
heeft een smartphone. Wij staan bijna continu in contact met de wereld om ons heen en
kunnen onszelf daadwerkelijk on-liners noemen. Communicatie wordt versneld en
informatie is onder handbereik met alle voordelen van dien. Mede dankzij internet
verwordt de wereld steeds meer tot een global-village. Echter, soms staat real life
communicatie hierdoor onder druk en nepnieuws is een populair onderwerp.
De meeste beroepsgroepen van hoog tot laag worden geconfronteerd met verder gaande
digitalisering. Een loodgieter is aan het facetimen met collega’s over een ingewikkelde
klus; een onderzoeker participeert in een internationaal wetenschappelijk onderzoek.
Kortom, wij kunnen er niet omheen om onze leerlingen te leren op een goede manier om
te gaan met digitale media en met de valstrikken die hiermee gepaard gaan. Daarnaast
vinden wij dat er ook aandacht besteed moet worden aan communicatie zonder
tussenkomst van een device. Hiermee hopen wij een bijdrage te leveren aan de preventie
van gesignaleerde toename van vereenzaming bij jongeren. Zij ervaren de ideaalplaatjes
die via facebook, Snapchat en Instagram worden gepresenteerd als onhaalbaar voor
zichzelf, met alle gevolgen van dien.
Het global-village effect is ook merkbaar in hoe snel en heftig incidenten, aanslagen en
oorlogen de huiskamer binnenkomen. Veel mensen ervaren dat de internationale
problemen vele malen groter zijn dan ooit. Onderzoek toont aan dat dit niet het geval is.
Omdat de berichten en beelden zo heftig via de media binnenkomen voelt het wel zo
8
aan. Gevoelens die hierdoor opgeroepen worden bij kinderen zijn vanzelfsprekend
bespreekbaar in de klas.
Vanwege oorlog, geweld, hongersnood en armoede zijn veel mensen op drift en zoeken
een veilige haven in Europa. Ook in Nederland en onze regio is er sprake van een
toename van vreemdelingen (mensen afkomstig uit Europa) en asielzoekers. De
bevolking wordt steeds meer divers waarbij een groot verschil geconstateerd kan worden
tussen de grote(re) steden (16% niet-westerse migranten; 11% westerse migranten) en
de meer landelijke omgevingen (2% niet-westerse migranten; 6% westerse migranten).
Gevoelens van angst steken bij een deel van de bevolking de kop op. We worden via
media en politiek geconfronteerd met de vragen voortkomend uit twee uitersten:
“vreemd maakt onbemind” of “divers verrijkt”? Openbare scholen hebben een belangrijke
rol in het opvangen van kinderen van asielzoekers en vreemdelingen en kunnen daardoor
ook meehelpen bij de wederzijdse integratie.
Tot slot, al jaren staan duurzaamheid en aandacht voor het klimaat op de internationale
en nationale politieke agenda’s. Vaak worden internationale akkoorden doorkruist door
economische belangen met als gevolg dat de CO2-uitstoot nog steeds veel te hoog is met
een langzame doch gestage klimaatverandering als gevolg. Ook in Nederland vriest het ’s
winters minder en zijn er ’s zomers meer tropische dagen. Duidelijk is dat wij afhankelijk
zijn van het gedrag van velen. Bewustwording en gedragsverandering in het klein dragen
bij aan het totale effect.
4. Stand van zaken huidige organisatie
4.1 Sterkte-/zwakteanalyse
Met de verschillende gremia is de stand van zaken van de huidig organisatie besproken.
In bijlage I is een analyse opgenomen waarbij aandacht is besteed aan de meer interne
gerichte sterke en zwakke kanten van de organisatie en de meer extern gerichte kansen
en bedreigingen. Geconstateerd kan worden dat de organisatie als geheel er goed
voorstaat maar dat we continue aandacht moeten hebben voor de kwaliteit van onze
eigen processen en het krachtenveld waarbinnen wij werken. Dit strategieplan gaat nader
in op een aantal onderwerpen die in de SWOT-analyse naar voren zijn gekomen.
4.2 Leerlingaantallen
In paragraaf 3.1. is al aangegeven dat het gebied waarin onze scholen gevestigd zijn,
kampt met afname van het aantal geboortes. Voor de komende jaren verwachten we een
min of meer stabiele situatie in Cuijk en krimp in de overige kernen. Zoals reeds eerder
gesteld baren Mill en Boxmeer ons het meeste zorgen.
9
Het aantal leerlingen bepaalt de inkomsten van een school. Daarom wordt elk jaar in het
najaar een nieuwe leerlingprognose opgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met de
gemeentelijke prognose en de ervaringscijfers van de scholen. Voor dit strategieplan
houden we vooralsnog de prognose aan die in het najaar van 2016 is opgesteld. In de
begroting 2017 zijn twee tabellen opgenomen. Tabel 1 betreft het gerealiseerde aantal
leerlingen van 2012 tot en met 2016. Tabel 2 betreft de geprognotiseerde
leerlingenaantallen voor de komende vier jaren.
Over het geheel genomen kan gesteld worden dat de groei/daling van het totale
leerlingenaantal een grillig beeld laat zien. Effectief is er van 2015/16 naar 2016/17
sprake van een leerlingendaling van 40 leerlingen (incl. De Wingerd). Vorig jaar was er
een grotere daling voorzien dan nu gerealiseerd is. Als we de prognose (1830 leerlingen)
vergelijken met de realiteit van 1 oktober 2016 (1849 leerlingen), kunnen we stellen dat
we 19 leerlingen positiever zijn uitgekomen.
Tabel 1: gerealiseerde leerlingaantallen
1-10-
2012 1-10-2013
1-10-2014
1-10-2015
1-10-2016
SBO de Wingerd 74 81 83 87
Hartenaas 150 157 186 170 177
Ogelijn 134 116 112 103 0
Harlekijn 154 150 148 159 150
Elckerlyc 231 247 255 278 273
Bonckert 154 160 142 139 213
De Nienekes 252 246 233 236 239
‘t Startblok 337 321 324 344 326
Klimop 193 197 196 182 196
Kameleon 224 204 196 195 188
Totaal Invitare 1829 1872 1873 1889 1849
Totaal excl De Wingerd 1829 1798 1792 1806 1762
Effectieve groei/daling BAO Excl. De Wingerd -31 -6 14 -44
Percentuele daling, excl De Wingerd -1,7 -0,3 0,8 -2,5
Percentuele daling, incl De Wingerd 2,3 0,05 0,85 -2,16
Dit verschil maakt echter ook duidelijk dat het een lastige zaak blijft om realistische
prognoses te maken. De volgende tabel die van belang is, betreft de prognoses voor de
komende jaren. Op basis van deze prognoses zijn de begroting 2017 en de
meerjarenbegroting 2017-2021opgesteld.
10
Tabel 2: Leerlingprognoses 2017 - 2020
1-10-
2016 1-10-2017
1-10-2018
1-10-2019
1-10-2020
SBO de Wingerd 87 90 90 90 90
Hartenaas 177 183 185 183 181
Harlekijn 150 145 137 133 131
Elckerlyc 273 271 273 271 255
Bonckert 213 185 178 168 166
De Nienekes 239 225 224 220 223
‘t Startblok 326 326 327 321 321
Klimop 196 194 184 181 173
Kameleon 188 182 172 158 144
Totaal Invitare 1849 1801 1770 1725 1684
Totaal excl De Wingerd 1762 1711 1680 1635 1594
Effectieve groei/daling, excl De Wingerd -51 -31 -45 -41
Percentuele daling, excl De Wingerd -3,0% -1,8% -2,8% -2,6%
Percentuele daling, incl De Wingerd -2,8% -1,8% -2,6% -2,4%
5. Herijking missie, visie en motto
5.1 Ik-gericht en wij-afhankelijk
De scholen van Invitare realiseren openbaar onderwijs in een regio waar bijzondere en
openbare scholen op het eerste oog steeds meer overeenkomsten lijken te hebben dan in
het verleden. Echter, wat ons als openbaar onderwijs onderscheidt van de anderen is dat
wij kinderen willen laten opgroeien tot autonoom denkende mensen waarbij wij geen
duiding bieden vanuit een religieus gedachtegoed. In dit licht bieden wij enerzijds religie-
neutraal onderwijs en anderzijds gaan we respectvol om met de levensbeschouwelijke
achtergrond van gezinnen.
Het voorliggende plan geeft richting aan de organisatie voor de komende vier jaren. Het
onderschrift van dit strategieplan is “ik-gericht en wij-afhankelijk”. Met dit onderschrift
benadrukken we dat de scholen een hoge mate van zelfsturing hebben waar het gaat om
de onderwijsvisie en de schoolontwikkeling. Tegelijkertijd vormen de scholen al meer dan
twaalf jaar tezamen Invitare. Vanuit een solidariteitsgedachte (wij-afhankelijk) zijn er
onder andere financiële, personele en facilitaire voordelen om een onderdeel te zijn van
een grotere organisatie. Onderdeel zijn van een groter geheel houdt ook in - waar zinvol
-samen delen en samen ontwikkelen. Vanuit die wij-afhankelijkheid is het noodzakelijk
dat er kaders worden ontwikkeld die de bandbreedte van de ik-gerichtheid van de
scholen aangeven. Dit strategieplan biedt een aantal gezamenlijke kaders.
11
Behalve dat het onderschrift van dit document iets zegt over de stichting als geheel, zegt
het ook iets over onze leerlingen. Kinderen leren in de loop van hun leven immers
omgaan met het continue spanningsveld tussen alleen en samen. Moet een kind zich
altijd aanpassen aan de norm en wie bepaalt dan die norm? Hebben anderen last van de
ruimte die een kind inneemt of moeten zij juist wat toleranter zijn? Durven kinderen te
staan voor een afwijkende mening of volgen zij de mening van de meerderheid omdat ze
bang zijn uit de groep te vallen of omdat ze het er echt mee eens zijn? Wil een kind
opvallen of juist liever opgaan in de grijze massa, die mogelijk door genuanceerder
denken minder snel stelling neemt?
In antwoord op de hierboven gestelde vragen ontstond in de gesprekken van de
afgelopen maanden een gezamenlijke ambitie om onze leerlingen meer dan voorheen te
leren reflecteren op zichzelf en anderen. Wij leren ze onderscheid te maken tussen
(nep)feiten en gevoel. We leren ze te luisteren en hun mening te formuleren. We bieden
de mogelijkheid om te debatteren en de dialoog met elkaar aan te gaan. Door vrij en
kritisch te denken wordt een mening gevormd die wat ons betreft geen
eeuwigheidswaarde hoeft te hebben en die je altijd mag bijstellen. Kinderen mogen, of
moeten zelfs, ik-gericht zijn waar het gaat om het beste uit zichzelf te halen. Ze moeten
daarentegen ook leren om zich aan te passen aan de heersende normen en waarden
omdat zij een onderdeel vormen van de samenleving. Die samenleving wordt bij de jonge
leerlingen gevormd door de klas. Naarmate leerlingen ouder worden, wordt het aantal
virtuele en reële gemeenschappen waar zij deel van uitmaken groter. De
leergemeenschappen die door onze scholen worden gevormd helpen hen daarbij.
5.2 Missie, visie en motto
Uitgaande van de hierboven beschreven neerslag van gesprekken over maatschappelijke
ontwikkelingen die ons blij of juist bezorgd maken, zijn de missie, de visie en het motto
van onze stichting kritisch bekeken. De vraag was of de teksten die een achttal jaar
geleden zijn opgesteld ons voldoende houvast bieden voor de komende jaren.
Een missie is in principe tijdloos en geeft weer waar we voor staan en wat onze identiteit
is. Ook maakt het duidelijk vanuit welke waarden we werken. Onze missie is vrijwel gelijk
aan de oude missie. Met de toevoeging “in relatie met de ander” menen wij het continue
spanningsveld tussen aanpassen en vasthouden waarvoor je staat te honoreren.
Invitare leert kinderen het beste uit zichzelf te
halen in relatie met de ander en in verbinding met
de samenleving.
12
Een visie is minder tijdloos dan een missie en kan met enige regelmaat worden
bijgesteld. Het geeft aan waar we voor gaan, waar we over dromen en hoe we de
toekomst zien. Voor de komende jaren luidt onze visie
De openbare basisscholen van Invitare verzorgen
toekomstgericht onderwijs waarbij zij ambitieuze doch
haalbare doelen formuleren voor de eigen schoolpopulatie. Zij
doen dit vanuit verschillende onderwijsvisies. De scholen
hebben de gezamenlijke ambitie kinderen te laten opgroeien
tot autonoom denkende mensen in een gemeenschap waarin
gelijkwaardigheid de norm is. De basis voor leren en
ontwikkelen zijn nieuwsgierigheid, verantwoordelijk zijn,
wederzijds respect en vertrouwen hebben in zichzelf, elkaar en
de omgeving.
Een motto is een lijfspreuk, een zo kort mogelijke zin waarmee de essentie van onze
organisatie wordt weergeven. Ons motto luidt nog steeds:
Invitare nodigt uit …….
6. Speerpunten naar domeinen
Goed onderwijs is de optelsom van de resultaten voortkomend uit de verschillende
beleidsdomeinen. Een veilig gebouw, een goede leerkracht en uitdagend leermateriaal
dragen bijvoorbeeld allemaal bij tot een optimaal onderwijsproces. Dit strategieplan is
uitgewerkt langs de lijn van zes domeinen. De eerste twee domeinen hebben betrekking
op ons primaire proces. De overige vier domeinen scheppen de randvoorwaarden om de
doelstelling rond passend onderwijs en de openbare identiteit van onze scholen te
realiseren. Onderstaand zijn in hoofdlijnen de doelen (in de kaders) per domein
weergegeven.
6.1 Passend Onderwijs
Invitare staat garant voor toekomstgericht, passend en kwalitatief goed onderwijs.
Passend onderwijs houdt voor ons in dat alle leerlingen die bij onze scholen ingeschreven
staan een passend aanbod krijgen om zich optimaal te ontwikkelen, ongeacht of zij
onderpresteren, gemiddeld of bovengemiddeld presteren. Het liefste bieden we alle
kinderen een individueel aanbod. Vanwege de beperkte financiële middelen en daardoor
beschikbare personele inzet is dit onmogelijk. Toch zullen wij de komende jaren zo veel
13
als mogelijk toewerken naar een meer gepersonaliseerd aanbod. Onder een
gepersonaliseerd aanbod verstaan wij het onderwijsaanbod in de kleinst mogelijke
eenheid die voor de scholen praktisch realiseerbaar is. Door kritisch te kijken naar hoe
wij ons onderwijs organiseren en door gebruik te maken van technologische oplossingen,
is naar onze mening voor een aantal scholen op dit punt winst te behalen.
1. Realiseren van een passend gepersonaliseerd aanbod voor elke leerling.
Bij passend onderwijs moet ook vermeld worden dat wij deel uitmaken van twee
samenwerkingsverbanden (SWV). Het opstellen van de beleidsagenda en de feitelijke
inhoudelijke uitwerking is bij beide SWV-en is neergelegd in de regio/ het platform.
Omdat wij participeren in de regio/het platform is het mogelijk om de ontwikkelingen
kritisch te volgen en er zorg voor te dragen dat middelen zo veel als mogelijk ten goede
komen aan de leerlingen die het nodig hebben.
2. Kritisch volgen van de SWV-en door te participeren in de regionale dan wel
platform-overleggen met als doel maximale ondersteuning te realiseren ten
behoeve van de leerlingen of groepen leerlingen die dit nodig hebben.
De afgelopen jaren is er op nationaal niveau en op het niveau van de stichting en de
scholen veel aandacht besteed aan opbrengstgericht werken. Momenteel verlegt de
landelijke focus zich meer en meer naar de andere gebieden van ontwikkeling (sociaal
emotionele ontwikkeling, wereld oriëntatie, techniek, creatieve ontwikkeling, en
dergelijke). Wij beoordelen deze ontwikkeling positief omdat het hierdoor meer en meer
gaat om de integrale ontwikkeling van onze leerlingen. Toch willen wij ervoor waken dat
door de verbreding van de focus de lessen die wij de afgelopen jaren hebben geleerd met
betrekking tot opbrengst gericht werken niet meer in praktijk worden gebracht. De
komende jaren wordt daarom continue aandacht besteed aan het realiseren van een
goed niveau van de basisvakken. Sommige scholen kunnen vanwege de samenstelling
van de schoolpopulatie en de focus op de basisvakken relatief wat minder tijd besteden
aan de overige vakken dan andere scholen. Andere
scholen zijn zich bewust van het feit dat de opbouw
van hun schoolpopulatie langzaam aan het wijzigen is.
Dit betekent dat werkwijzen regelmatig kritisch
moeten worden bekeken in relatie tot de opbrengsten
en de aard van de doelgroep.
Muziek kan de wereld
veranderen omdat het
mensen kan
veranderen
Bono
14
3. Realiseren van een goed niveau van de basisvakken voor alle leerlingen.
Passend onderwijs houdt ook in dat er geen breuken in de ontwikkeling van kinderen
ontstaan vanwege de eigenaardigheden van ons onderwijsstelsel. Afstemming tussen de
voorschoolse faciliteiten en het VO krijgen de komende jaren onze aandacht. Daar waar
onze scholen gehuisvest zijn in een MFG wordt vanzelfsprekend de samenwerking
gezocht met de kinderopvang/peuterspeelzaal. Daar waar ook scholen van andere
besturen in het MFG gevestigd zijn, wordt ook met de scholen de samenwerking gezocht.
Uitgangspunt hierbij is dat de samenwerking tot een meerwaarde moet leiden.
4. Realiseren van samenwerking met KO / peuterspeelzalen en afstemming met
overig BAO in overeenstemming met het beleidsdocument “Beleid Integraal
Kindcentrum” (31-01-2017).
5. Realiseren van goede samenwerking tussen de individuele scholen en het VO en
daarnaast onderzoeken of een tienerschool haalbaar en zinvol is. Hierbij gaat
vooralsnog de aandacht uit naar VMBO-leerlingen.
In samenspraak met Plato en SWV Stromenland wordt de komende maanden een visie
op SBO- en SO-leerlingen geformuleerd. Vooralsnog lijkt op dit moment de meest voor
de hand liggende ontwikkeling de verbreding en daarmee verzwaring van ons SBO-
aanbod.
6. Realiseren van een verbreding van het SBO-aanbod door samenwerking te zoeken
met een mogelijke inpandige MKD en SO3-voorziening.
Digitale technologie beheerst meer en meer ons leven. Zoals weergeven in paragraaf 3.3
vinden wij dat kinderen moeten leren omgaan met digitale media en met de valstrikken
die hiermee gepaard gaan. Dit houdt in dat ICT niet alleen een middel is dat wordt
ingezet in het onderwijs, maar ook een leerdoel
7. Opstellen van een ICT-beleidsplan waarin expliciet aandacht wordt besteed aan de
modernisering van de ICT-infrastructuur, digitale vaardigheden van
personeelsleden en het realiseren van doelstellingen rond digitale geletterdheid
van leerlingen (een en ander afgestemd op het nieuwe nationale curriculum).
15
6.2 Identiteit
Sleutelwoorden in onze visie die per definitie betrekking hebben op de openbare identiteit
zijn: “autonoom denkend”, “gelijkwaardigheid”,
“respect” en “verantwoordelijkheid”. De komende
jaren zullen we hier expliciet aandacht aan besteden
door meer en anders in gesprek te gaan met onze
leerlingen.
8. Realiseren van een bovenschools aanbod voor leerkrachten met betrekking tot
spreken en filosoferen met kinderen via lezingen, kennisdeling en films in de vorm
van “Invitare nodigt uit”.
6.3 Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg is meer dan aandacht besteden aan de opbrengsten. Het gaat hier om het
regelmatig tegen het licht houden van alle werkprocessen en ons functioneren verifiëren
bij leerlingen, medewerkers en ouders. De doelstelling van kwaliteitszorg is simpelweg
“doe de goede dingen, doe de dingen goed”. Het gaat hier dan om het oppakken van
nieuwe zaken zoals bijvoorbeeld hoe om te gaan met datalekken, maar ook om
werkprocessen die al jaren op dezelfde manier uitgevoerd worden. In dit kader
formuleren we de volgende doelen.
9. Kadernotitie kwaliteitszorg opstellen waarin minimaal aandacht is voor:
hoe de kwaliteit op de scholen geborgd wordt;
de beleidscyclus voor beleidsdocumenten;
aanwezigheid van alle belangrijke beleidsdocumenten en de naleving/gebruik
hiervan;
de realisatie van tevredenheidsonderzoeken.
6.4 Human resources en organisatieontwikkeling
Goed onderwijs wordt vormgegeven door enthousiaste en goed toegeruste medewerkers.
Invitare wil een werkgever zijn die waardering heeft voor de inzet van alle medewerkers
en die daarbij aandacht heeft voor individuele en groepsbelangen. Vanuit een win-win-
gedachte worden, zo veel als mogelijk, de kwaliteiten en interesses van medewerkers
benut zodat deze gemotiveerd zijn om hun werk gepassioneerd en zo goed mogelijk uit
te voeren.
Vergrijzing en op langere termijn versnellende verjonging vragen expliciet onze
aandacht. Graag zouden we voor elk team een diverse opbouw zien qua leeftijd, geslacht
en etniciteit zodat een team de samenleving reflecteert. Grof ingrijpen is echter niet
Geluk is als dat wat je
denkt, zegt en doet met
elkaar in harmonie is
Mahatma Gandhi
16
gewenst en onmogelijk. Daarom zullen we alert zijn om jonge medewerkers en zo
mogelijk mannen en medewerkers met een andere etnische achtergrond te laten
instromen.
10. Jaarlijks kritisch kijken naar de totale formatie waarbij boventalligheid beoordeeld
wordt op basis van de middellange leerlingprognoses en waar oog is voor het
aanbod op de arbeidsmarkt. Gestreefd wordt naar meer diversiteit in het
personeelsbestand.
De komende jaren worden we geconfronteerd met een daling van de leerlingenaantallen.
In het meerjarenformatieplan hebben we geconstateerd dat we de krimp kunnen
opvangen met het natuurlijk verloop en dat er zelfs op termijn ruimte is voor instroom
van nieuwe medewerkers. Vanwege krimp en het streven naar meer gepersonaliseerd
onderwijs, oriënteren een aantal scholen zich op alternatieve organisatievormen.
Wanneer het formatief mogelijk is worden uitgewerkte plannen gefaciliteerd.
11. Onderzoeken van alternatieve organisatievormen en wanneer formatief mogelijk
deze realiseren.
12. In samenwerking met collega besturen, pabo’s en MBO-en actief proberen het
arbeidsmarktaanbod te beïnvloeden.
Minstens zo belangrijk als de opbouw van ons personeelsbestand, is dat Invitare een
professionele organisatie is waarin iedereen ongeacht functie en leeftijd een lerende
houding dagelijks in praktijk brengt. Op verschillende manieren wordt de professionele
ontwikkeling de komende jaren gestimuleerd. Hierbij kan gedacht worden aan:
teamtrainingen die op schoolniveau worden gerealiseerd;
kijken bij elkaar in de klas en maatjes-leren;
collegiale consultatie en intervisie;
collegiale visitatie;
spin-of van OIDS-projecten;
individuele coachingstrajecten (waaronder VIB);
individuele opleidingstrajecten.
Wanneer mogelijk worden subsidies aangevraagd om de deskundigheidsbevordering te
bekostigen. Denk hierbij aan inzet van de lerarenbeurs, teambeurs en arrangementen
van het Vervangingsfonds en Loyalis.
Lang is de weg
door lessen, kort
en doeltreffend
door voorbeelden
Seneca
17
13. Realiseren van opleidings- en/of trainingsaanbod voor de verschillende teams
passend bij de eigen schoolontwikkeling.
14. Realiseren van een opleidingsaanbod gericht op de individuele leerkracht door het
realiseren van een premaster / masteraanbod met hulp van Fontys, Optimus en
Peelraam.
6.5 Bedrijfsvoering
Invitare behoudt haar gezonde financiële positie en realiseert gepland en gestaag een
meer realistische vermogenspositie.
15. Beoordelen van vermogenspositie en risicoprofiel. Op basis daarvan bepalen van
investeringsruimte voor de komend vier jaar.
16. In-control blijven door het realiseren van financiële rapportages en het voeren van
gesprekken hierover op zowel schoolniveau als op stichtingsniveau.
De stichting beschikt over kwalitatief goed onderhouden gebouwen waarin het voor
leerlingen, personeel en ouders prettig vertoeven is.
17. Evalueren van de onderhoudsvoorziening en daarbij onze financiële positie met
betrekking tot de positie van de verschillende multifunctionele gebouwen hierin
beter in kaart brengen.
18. (Mede) realiseren van MFG’s in Cuijk, Grave en in Gennep en het evalueren van de
huisvestingsituatie van SBO de Wingerd.
Een middelgrote organisatie als Invitare worstelt over het algemeen met het dilemma
tussen de wens om zo veel als mogelijk middelen beschikbaar te stellen aan de scholen
en de overheadkosten die noodzakelijk zijn om de randvoorwaarden waarbinnen scholen
kunnen werken te creëren. Invitare koopt een aantal diensten in (met name kan hierbij
gedacht worden aan de mosa-groep en CPV Ingenium) en beschikt daarnaast over een
klein stafbureau. Destijds is gekozen om vrijwel alle beleidsmatige taken te beleggen bij
één stafdirecteur. Enerzijds was de kwaliteit van de verschillende processen hiermee
geborgd, anderzijds is het stafbureau kwetsbaar. Vanwege de verwachte pensionering
18
van onze stafdirecteur wordt er aandacht besteed aan een nieuwe invulling van het
stafbureau.
19. Realiseren van een stafbureau bestaande uit een stafmedewerker Human Resources
en een financial controller. Door een goede afstemming en planning wordt
zorggedragen voor een soepele overgang.
6.6 Samenwerking en communicatie
Invitare en haar scholen staan op een positieve
manier bekend in de eigen omgeving. Het
duidelijke onderwijskundige en openbare profiel
van de scholen zijn hierbij van belang. Met
leerlingen, ouders en de vele organisaties om
ons heen wordt op een heldere en respectvolle
manier samengewerkt en gecommuniceerd.
20. Bekeken wordt of en hoe een ouderportal per school de communicatie met ouders
kan verbeteren.
Een Afrikaans gezegde dat vaak wordt geciteerd is “it takes a village to raise a child”.
Naast thuis, brengen kinderen de meeste tijd door op school. Dat maakt dat de school
een belangrijke plaats inneemt in de opvoeding van een kind. Dit is zeker ook waar voor
de leerlingen van onze scholen. Ouders worden daarom gezien als belangrijke
pedagogische partners. Onder dit partnerschap verstaan we de wederzijdse
ondersteuning van ouders en school in de bijdrage die zij leveren in de opvoeding van
het kind. Het doel hierbij is tezamen het leren, de motivatie en de ontwikkeling van een
kind te bevorderen. Anders dan bij ouderbetrokkenheid (die veelal wordt gebruikt) is dat
er bij pedagogisch partnerschap met name sprake is van een wederzijdse betrokkenheid
waarbij school en ouders begrip hebben voor de posities die zij innemen. Zo zijn ouders
emotioneel betrokken bij hun kind en is er bij leerkrachten sprake van een professionele
distantie. Voor het realiseren van pedagogisch partnerschap is positief en regelmatig
contact van belang. Naarmate een kind meer ondersteuning behoeft wordt het contact
met de ouders en instanties rond het gezin belangrijker.
21. Onderzoeken van de kwaliteit van het pedagogisch partnerschap tussen ouders en
de scholen en de rol die gezinsondersteunende organisaties hierin spelen. Waar
nodig verbeteringen aanbrengen.
De wens om vrienden te zijn is
snel gemaakt, maar
vriendschap is langzaam rijpend
fruit.
Aristoteles
19
Naast het pedagogisch partnerschap wordt de hulp die ouders bieden aan de school zeer
gewaardeerd. Hierbij kan gedacht worden aan ouders die participeren in de MR/GMR, in
de ouderraad, als begeleiders bij uitstapjes, als leesouders, en dergelijke. De meeste
scholen in Nederland merken dat het steeds moeilijker wordt om ouders te betrekken in
reguliere schoolactiviteiten. Veelal heeft dat te maken met het feit dat beide ouders
werken.
7. Meerjarig activiteitenplan
In bijlage II zijn de doelen die in paragraaf 6 zijn verwoord, uitgewerkt naar activiteiten
voor de komende vier jaar.
8. Financiële vertaling
Een groot deel van de activiteiten zoals beschreven in het activiteitenplan worden
uitgevoerd binnen de reguliere begrotingen van de komende jaren. Waar het gaat om de
aandacht voor kwaliteitsverbetering en meer gepersonaliseerd leren (doelen 1 en 3),
kunnen scholen voor de jaarwisseling 2017/18 een projectplan voor vier jaar indienen.
Hiermee kunnen zij extra middelen aanvragen die besteed worden aan training en
begeleiding van het team en/of individuele medewerkers. Wanneer goed beargumenteerd
kunnen ook vervangingskosten worden opgenomen. De extra middelen zijn niet bedoeld
voor de aanschaf van leermiddelen of structurele inzet van medewerkers en zijn niet ter
vervangen maar ter aanvulling van het reguliere opleidingsbudget van de school.
In de tweede helft van 2017 zal onderzocht worden wat de investeringsmogelijkheden
zijn op basis van de vermogenspositie van de stichting en het risicoprofiel. Hiermee
wordt duidelijk hoe veel geld beschikbaar is voor de hierboven beschreven projecten. Een
en ander wordt verwerkt in de begroting 2018 en de meerjarenbegroting 2019/22.
9. Communicatie
Het Strategieplan 2018 – 2022 wordt besproken met het directieberaad, de GMR en de
RvT. Daarna wordt het plan vastgesteld en worden de hoofdpunten weergeven op de
Invitare website. Verder zal het plan worden verspreid onder de medewerkers en de MR-
en. Gesprekken met teams en MR-en zullen daarna volgen waarbij de nadruk ligt op de
realisatie.
10. Evaluatie
Het Strategieplan wordt jaarlijks vertaald in een jaarplan. Aan het einde van een jaar
wordt een jaarrapportage opgesteld. Een volgend jaarplan bouwt vervolgens voort op het
vorige plan waarbij bekeken wordt of prioriteiten dan wel plannen moeten worden
20
bijgesteld. Vanwege de looptijd van dit strategieplan is het mogelijk dat landelijke of
regionale ontwikkelingen aanleiding zijn om het strategieplan tussentijds bij te sturen.
Aan het einde van de planperiode wordt de totale periode geëvalueerd op basis waarvan
een nieuw strategieplan wordt geformuleerd.
21
Bijlage I: SWOT-analyse
Deze SWOT geeft een dwarsdoorsnede van de organisatie weer. De SWOT voor de individuele scholen kunnen hierdoor er vanzelfsprekend iets anders uitzien.
Sterke kanten Zwakke kanten
Ambitieus in plannen
Diversiteit in onderwijsaanbod
Toekomstgericht onderwijs
Goede ondersteuningsstructuur
Gericht op kwaliteitsverbetering van volledige onderwijs (niet alleen
basisvakken)
Toegankelijkheid, openheid en uitnodigend karakter
Goed pedagogisch klimaat
Goede kwaliteit medewerkers
Als openbaar onderwijs een goede positie verworven in de regio
Kleinschaligheid (we kennen elkaar)
Effectieve, open en heldere overleg- en besluitvormingsstructuur
Tevredenheid ouders, medewerkers en leerlingen
Begrotingsdoelstellingen worden behaald
Laag ziekteverzuim bij meeste scholen
Onderhoud van meeste scholen is op orde
Geen tot weinig klachten
Financieel gezond
Elke school een directeur
Zorg voor medewerkers
Interne visitaties en intervisie
Goed functionerende gesprekkencyclus
Betrokken ouders
Focus in strategische agenda
Afstemmen strategische agenda en schoolplannen
Paar scholen met attendering inspectie
Kwaliteitszorg ( betere borging van processen)
Stafbureau is relatief klein en daardoor kwetsbaar
Hoge werkdruk (zorgzwaarte, administratieve last, e.d.)
Kleinere scholen (minder mensen moeten hetzelfde doen als bij grote scholen,
rond krijgen van bezetting met formatie, e.d.)
Lesgevende directeuren (dure lesgevende uren, verbrokkeling in taken,
rolvermenging)
Vergrijzing en ontgroening
Deskundigheidsbevordering (mentale wendbaarheid)
Afstemming SWV – Invitare – en SWV en andere partners m.b.t. zorg
22
Kansen Bedreigingen
Investeringsmogelijkheden
Leren van elkaar op verschillende niveaus rond variëteit van onderwerpen
Ontwikkeling IKC’s waaronder Kinderopvang (samenwerking in Doe je mee)
Samenwerking andere besturen BAO en VO
Samenwerking met Jeelo mb.t. onderwijsinhoud en didactiek
Samenwerking met HAN (OIDS) en ander Pabo’s
Samenwerking binnen de SWV-en
Tienerschool
Voorschool
Teamsubsidies (professionalisering)
Andere organisatievormen
Binnen Invitare samen professionaliseren, samen ontwikkelen, samen delen
Verzwaring zorgtaak leerkrachten en meer complexe taken
Vergrijzing en feminisering
Krimp op korte termijn, op lange termijn stabilisering
Arbeidsmarkt / vervangingsproblematiek (in-/uitstroom pabo)
Onbetrouwbare overheid
Verminderende GOA-inkomsten bij sommige scholen
Veelheid van “maatschappelijke” opdrachten
Ouders die te vaak van school veranderen
Verharding van de maatschappij
Wisselende kwaliteit LEA’s
23
Bijlage II: Meerjarig activiteitenplan
Betreft doel Activiteit 2017/18 2018/19 2019/20 2020/21
1 Realiseren van een passend gepersonaliseerd aanbod voor elke leerling.
Onderzoeken hoeveel investeringsruimte er is gereed nov
Maken format projectplan gereed sept
Scholen maken projectplan gereed dec
Verwerken extra middelen in begroting gereed dec
Scholen voeren projectplan uit start in jan doorloop doorloop evaluatie
2 Kritisch volgen van de SWV-en door te participeren in de regionale dan wel platform-overleggen met als doel maximale ondersteuning te realiseren ten behoeve van de leerlingen of groepen leerlingen die dit nodig hebben.
Participeren in de bestuurlijke overleggen en regelmatig feedback vragen bij directeuren en IB-ers (aandacht voor projecten HB en gedragsproblematiek)
doorloop doorloop doorloop doorloop
Stimuleren van overleg tussen schoolbesturen en gemeentes over kind- en gezin gerelateerde organisaties. Regelmatig feedback vragen bij directeuren en IB-ers
doorloop doorloop doorloop doorloop
3 Realiseren van een goed niveau van de basisvakken voor alle leerlingen.
Hier wordt dezelfde opzet gehanteerd als bij punt 1.
start doorloop doorloop evaluatie
Bespreken van schoolrapportages opbrengsten met scholen
doorloop doorloop doorloop doorloop
Bespreken van bovenschoolse rapportage met RvT
doorloop doorloop doorloop doorloop
Ontwikkeling nieuw curriculum volgen en tijdig implementatie oppakken
ons informeren start doorloop
4 Realiseren van samenwerking met KO / peuterspeelzalen en afstemming met overig BAO in overeenstemming met het beleidsdocument “Beleid Integraal Kindcentrum” (31-01-2017).
Bestuurlijk overleg met Optimus, Peelraam en Lijn83 en overleg met schooldirecteuren en managers KO (Spring en Eerste stap). Afspraken maken op schoolniveau en vinger aan de pols houden
doorloop doorloop doorloop doorloop
5 Realiseren van goede samenwerking tussen de individuele scholen en het VO en daarnaast onderzoeken of een tienerschool haalbaar en zinvol is. Hierbij gaat vooralsnog de aandacht uit naar VMBO-leerlingen.
Onderzoek van Startblok over nut van tienerschool
gereed aug mogelijke start doorloop
Per school bespreken of er een geprefereerde partner is waarmee samenwerking geïntensiveerd kan worden.
gereed aug mogelijke start doorloop
6 Realiseren van een verbreding van het SBO-aanbod door samenwerking te zoeken met een mogelijke inpandige MKD en SO3-voorziening.
Overleg met MKD over inhuizing. gereed okt
Start inhoudelijke samenwerking MKD voorbereiden doorloop doorloop evalueren
Overleg met Plato en Punt Speciaal over principe besluit inhuizing
gereed nov start jan doorloop doorloop
24
Start inhoudelijke samenwerking Punt Speciaal voorbereiden start aug doorloop doorloop
7 Opstellen van een ICT-beleidsplan waarin expliciet aandacht wordt besteed aan de modernisering van de ICT-infrastructuur, digitale vaardigheden van personeelsleden en het realiseren van doelstellingen rond digitale geletterdheid van leerlingen (een en ander is afhankelijk van de nationale curriculumvernieuwing).
Pilot servervrije school bij Harlekijn Start aug doorloop doorloop doorloop
Evalueren pilot Harlekijn en besluit m.b.t. overige
scholen
start feb doorloop doorloop
Besluit project elke leerling een device bij Hartenaas
start doorloop doorloop evalueren
Opstellen ICT beleidsplan gereed mei start doorloop
Project digitale geletterdheid leerlingen (in relatie tot nieuwe curriculum)
voorbereiden start
8 Realiseren van een bovenschools aanbod voor leerkrachten met betrekking tot spreken en filosoferen met kinderen via lezingen, kennisdeling en films in de vorm van “Invitare nodigt uit”.
Beschikbaar budget vaststellen gereed nov
Programmagroep samenstellen gereed nov
Jaarlijks twee activiteiten plannen en uitvoeren gereed dec gereed juni gereed juni gereed juni
9 Kadernotitie kwaliteitszorg opstellen waarin minimaal aandacht is voor: hoe de kwaliteit op de scholen geborgd wordt; de beleidscyclus voor beleidsdocumenten; aanwezigheid van alle belangrijke
beleidsdocumenten en de naleving/gebruik hiervan;
realisatie van tevredenheidsonderzoeken.
Kadernotitie opstellen gereed juni start doorloop doorloop
Register beleidsdocumenten opstellen en bijhouden en ontsluiten documenten via sharepoint
aug doorloop doorloop doorloop
Inventariseren ontbrekende en te evalueren documenten en deze in de jaarplannen opnemen
okt
Realiseren van tevredenheid enquête ouders voorbereiden uitvoeren
Realiseren van tevredenheid enquête leerlingen voorbereiden uitvoeren
Realiseren van welzijn enquête medewerkers voorbereiden uitvoeren
10 Jaarlijks kritisch kijken naar de totale formatie waarbij boventalligheid beoordeeld wordt op basis van de middellange leerling prognoses en waar oog is voor het aanbod op de arbeidsmarkt. Gestreefd wordt naar meer diversiteit in het personeelsbestand.
Continu alert zijn op mannelijke invallers of studenten. Op basis van kwaliteit bekijken of opnemen in formatie mogelijk is
doorloop doorloop doorloop doorloop
25
Continu alert zijn op invallers en studenten met niet-Nederlandse achtergrond. Op basis van kwaliteit bekijken of opnemen in formatie mogelijk is
doorloop doorloop doorloop doorloop
11 Onderzoeken van alternatieve organisatievormen en wanneer formatief mogelijk deze realiseren.
Jaarlijks in gesprek met scholen die dit in hun projectplan hebben opgenomen overleggen of totale formatie Invitare ruimte biedt tot veranderingen (Zie doel 1)
start doorloop doorloop evalueren
12 In samenwerking met collega besturen, Pabo’s en MBO-en actief proberen het arbeidsmarkt aanbod te beïnvloeden.
Afspraken maken op IPO-niveau start doorloop doorloop evalueren
13 Realiseren van opleidings- en/of trainingsaanbod voor de verschillende teams passend bij de eigen schoolontwikkeling.
Wordt verwerkt in de projectplannen (zie doel 1 en 3). Daarnaast is er nog sprake van het reguliere opleidingsbudget
doorloop doorloop doorloop doorloop
14 Realiseren van een opleidingsaanbod gericht op de individuele leerkracht door het realiseren van een premaster / masteraanbod met hulp van Fontys, Optimus en Peelraam.
Afspraken maken op IPO-niveau met Fontys voorlichting start jan doorloop doorloop
15 Beoordelen van vermogenspositie en risicoprofiel. Op basis daarvan bepalen van investeringsruimte voor de komend vier jaar.
Vaststelling bestedingsruimte voor komende vier schooljaren (zie ook doelen 1 en 3)
gereed nov
16 In controle blijven door realiseren van financiële rapportages en het voeren van gesprekken hierover op zowel schoolniveau als op stichtingsniveau.
Schoolmarap ontwikkelen in samenwerking met Mosa groep
gereed nov doorloop doorloop doorloop
Twee keer per jaar budget regulier bespreken met directeuren
start doorloop doorloop doorloop
Marap op stichtingsniveau vier keer per jaar opstellen en bespreken met RvT
doorloop doorloop doorloop doorloop
17 Evalueren van de onderhoudsvoorziening en daarbij onze financiële positie met betrekking tot de positie van de verschillende multifunctionele gebouwen hierin beter in kaart brengen.
Onderhoudsvoorziening en Kortlopende schulden beoordelen en herinrichten wanneer nodig
gereed dec
Afschrijving Elckerlyc en Padbroek beoordelen gereed dec
Realiseren van "gemene rekening" voor MFG's waar wij beheer over voeren
gereed juni
Conclusies bovenstaande acties verwerken in boekhouding en jaarrekening
gereed juli gereed juli
18 (Mede) realiseren van MFG’s in Grave en in Gennep en het evalueren van de huisvestingsituatie van SBO de Wingerd.
Eigendom en beheer Dassenburcht Gereed sept
Uitvoeren RIE nieuwbouw Dassenburcht Gereed sept
Nieuwbouw Grave mede realiseren. doorloop gereed aug
Begroten kosten die met opleveren en verhuizing Hartenaas gepaard gaan
gereed dec
Eigendom en beheer MFG Grave regelen doorloop gereed aug
26
Uitvoeren RIE nieuwbouw Grave gereed aug
Nieuwbouw Elckerlyc mede realiseren doorloop doorloop doorloop gereed aug
Kosten oplevering en verhuizing Elckerlyc opnemen in begroting
gereed dec
Eigendom en beheer regelen doorloop Gereed aug
Overleg gemeente over SBO de Wingerd gereed nov
Uitvoeren RIE nieuwbouw Elckerlyc aug
19 Realiseren van een stafbureau bestaande uit een stafmedewerker Human Resources en een financial controller. Door een goede afstemming en planning wordt zorggedragen voor een soepele overgang.
Bijstellen functiebouwwerk gereed okt
Verwerken in begroting en formatie gereed dec
Vacature medewerker Human Resources invullen voorbereiden gereed jan
Inwerken medewerker Human Resources doorloop doorloop doorloop
Vacature Financial Controller invullen voorbereiden gereed okt
Inwerken Financial Controller doorloop doorloop doorloop
20 Bekeken wordt of en hoe een ouderportal per school de communicatie met ouders kan verbeteren.
Portal Parnasys beoordelen gereed nov
Implementatie start doorloop doorloop doorloop
21 Onderzoeken van de kwaliteit van het pedagogisch partnerschap op de scholen en de rol gezinsondersteunende organisatie hierin spelen. Waar nodig verbeteringen aanbrengen.
Projectgroep start doorloop doorloop