stijl - Antharisantharis.nl/pdf/voorbeeldartikel.pdf · 116 Vrouwen hebben tegenwoordig net zo vaak...

10
115 Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij 8 Voorbeeld: een verslag in APA- stijl Op de volgende pagina’s vind je een voorbeeld van een onderzoeksverslag – in artikelvorm – waarin de belangrijkste APA-richtlijnen zichtbaar zijn gemaakt; het weergegeven onderzoek is volledig fictief. Je kunt dit verslag gebruiken als model voor je eigen verslag. Het voorbeeldartikel illustreert aan welke formele eisen een onderzoeks- verslag moet voldoen. In de kantlijn worden inhoud, structuur en opmaak toegelicht. De toelichtingen in kleur hebben betrekking op bronvermel- dingen. Je kunt het voorbeeldartikel ook gebruiken om inzicht te krijgen in de stijl die onderzoeksverslagen moeten hebben. Een artikel, paper of verslag moet in een neutrale, zakelijke en heldere stijl worden geschreven, in cor- rect Nederlands, zonder spel- en andere taalfouten. Aan deze eisen kun je op verschillende manieren voldoen. Ga het voorbeeld dus niet imiteren, maar ontwikkel een eigen schrijfstijl. Raadpleeg zo nodig een boek met schrijfadviezen.

Transcript of stijl - Antharisantharis.nl/pdf/voorbeeldartikel.pdf · 116 Vrouwen hebben tegenwoordig net zo vaak...

115Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

8Voorbeeld:eenverslaginAPA-stijl

Op de volgende pagina’s vind je een voorbeeld van een onderzoeksverslag

– in artikelvorm – waarin de belangrijkste APA-richtlijnen zichtbaar zijn

gemaakt; het weergegeven onderzoek is volledig fictief. Je kunt dit verslag

gebruiken als model voor je eigen verslag.

Het voorbeeldartikel illustreert aan welke formele eisen een onderzoeks-

verslag moet voldoen. In de kantlijn worden inhoud, structuur en opmaak

toegelicht. De toelichtingen in kleur hebben betrekking op bronvermel-

dingen.

Je kunt het voorbeeldartikel ook gebruiken om inzicht te krijgen in de

stijl die onderzoeksverslagen moeten hebben. Een artikel, paper of verslag

moet in een neutrale, zakelijke en heldere stijl worden geschreven, in cor-

rect Nederlands, zonder spel- en andere taalfouten. Aan deze eisen kun je

op verschillende manieren voldoen. Ga het voorbeeld dus niet imiteren,

maar ontwikkel een eigen schrijfstijl. Raadpleeg zo nodig een boek met

schrijfadviezen.

116

Vrouwen hebben tegenwoordig net zo vaak longkanker als mannen:

ongewenst gevolg van emancipatie?

Anton Zuiderveld en Zwanet van Delden1

aangeboden voor publicatie: 13 oktober 2003

Abstract

Smokingisanunhealthyhabit.Menusedtosmokemore

thanwomendid.Thereforemorementhanwomendied

fromlungcancer.Todaywomendieasmuchfromlung

cancersasmendo.Thisraisesthequestionwhetherthe

relationshipbetweensexandsmokingstillexists.Asur-

veyamong2052peopleshowedthattherelationshiphas

vanished.Wheneverpeopledosmokehowever,mensmo-

kemorethanwomendo.Thismakesthemmoreproneto

healthproblems.

Inleiding2

In de medische literatuur is men het erover eens dat

roken de gezondheid schaadt. Rokers zijn in het alge-

meen vaker ziek dan niet-rokers en rokers overlijden

vaker aan longkanker dan niet-rokers (Pijp, 1981). Op

grond van deze gegevens heeft de overheid in de afge-

lopen decennia verschillende voorlichtingscampagnes

gelanceerd (zie bijvoorbeeld ‘Roken maakt meer kapot’,

1983 en Nieuwe antirookcampagne, 1993).

Omdat roken vroeger tot de mannen- en niet tot de

vrouwencultuur behoorde, rookten tot aan de tachtiger

deopmaakis

strakensober

1 Zuiderveld en Van Delden zijn als onderzoekers verbonden aan de

Stichting Stop killing by smoking uit Groningen.

2 Met dank aan de Stichting Gezondheidsbevordering die het onder-

zoek heeft gefinancierd.

informatieve en bondige titel; als het kan ook uitnodigend

auteurs op volgorde van bijdrage

korte samenvatting in het Engels: aanleiding, vraag, methode en belangrijkste uitkomsten

geef in de inleiding aan wat er waarom is onderzocht

basis-literatuurverwijzing: auteursnaam en jaartal, tussen haakjes en gescheiden door komma

verankering: wat is er al bekend?

literatuurverwijzing met een onbekende auteur

kan er sprake zijn van belangenverstrengeling? Vermeld financiers, opdrachtgevers en andere betrokken partijen.

vermeld altijd een publicatiedatum

reeds bekende inzichten worden samengevat of geparafraseerd weergegeven, met verwijzingen naar de bron

markeer het begin van een nieuwe alinea met een inspringing, behalve na witregel(s) of bovenaan nieuwe pagina

relevante informatie over auteurs: werkkring en evt. nevenwerkzaamheden.

Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de APA-richtlijnen (H8)www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

117Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8)www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

jaren van de vorige eeuw meer mannen dan vrouwen.

Pijp en Stoker (1983) lieten zien dat mannen dan ook

vaker dan vrouwen aan longkanker stierven. Recent

onderzoek heeft uitgewezen dat het onderscheid tus-

sen mannen- en vrouwencultuur voor een groot deel is

verdwenen (Zij aan Zij, 2001) en dat er tegenwoordig

net zoveel vrouwen als mannen aan longkanker ster-

ven (Smokeniet, 2000a). Dit roept de vraag op of met

het verdwijnen van het onderscheid tussen mannen- en

vrouwencultuur, ook het verband tussen roken en sekse

verdwenen is. Lijden mannen en vrouwen tegenwoordig

in gelijke mate aan gezondheidsklachten ten gevolge van

roken? Als dat zo is, zou dat een onbedoeld en ongewenst

gevolg van de vrouwenemancipatie zijn waarvoor drin-

gend moet worden gewaarschuwd.

Mannen rookten en roken om hun man-zijn te onderstre-

pen. De reclame heeft daarop handig ingespeeld. Een mooi

voorbeeld daarvan is de Marlboro-man. Vrouwen daaren-

tegen roken omdat het ‘gezellig’ is (Pluim, Staart, Wijn &

Kop, 2000). Dit onderscheid leidt ertoe te veronderstellen

dat mannen de gehele dag door roken en vrouwen alleen

op de ‘gezellige’ momenten. Daarvan hebben vrouwen er

per dag gemiddeld drie tot vier (Pluim et al., 2000). Het

is daarom te verwachten dat vrouwelijke rokers minder

roken dan mannelijke.

Het is bekend dat rokers meer gezondheidsklachten

hebben dan niet-rokers (Smokeniet, 2000b). We veron-

derstellen dat er meer gezondheidsklachten zullen optre-

den bij zware rokers dan bij mensen die minder roken.

Op grond van het voorgaande formuleren we de vol-

gende onderzoeksvragen bij de eerder gegeven vraagstel-

ling over de aan roken gerelateerde gezondheidsklachten

van mannen en vrouwen:

• is er nog steeds een verband tussen sekse en roken?

• als mensen roken, hebben mensen die veel roken

meer gezondheidsklachten dan mensen die min-

der roken?

als de verwijzing (grammaticaal) deel uitmaakt van de zin, gebruik je bij meerdere auteurs ‘en’

aanleiding

bij gebruik van twee of meer publicaties van een auteur uit één jaar: letter toevoegen

ontwikkelen van vraagstelling en

onderzoeksvragen

verwijzing naar een publicatie met twee auteurs (variant op basistechniek)

literatuurverwijzing met een organisatie als auteur

punt die zin afsluit komt na verwijzing

relevantie/doelstelling

in een verwijzing die volledig tussen haken staat, gebruik je bij meerdere auteurs ‘&’.

de tweede en volgende verwijzing naar een publicatie met drie t/m vijf auteurs verkort je met ‘et al.’ Naar publicaties met zes of meer auteurs verwijs je ook de eerste keer al met ‘et al.’

vraagstelling

118Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

Methode

Opzet. De onderzoeksvraag kon niet worden beantwoord

met behulp van een bestaande dataset. Daarom was data-

verzameling noodzakelijk. Het onderzoek is exploratief

van aard. Er is gebruik gemaakt van een survey. De res-

pondenten zijn benaderd met behulp van een mondeling

afgenomen enquête.

Operationalisering. In de onderzoeksvragen is sprake

van drie variabelen: sekse, roken en gezondheidsklach-

ten. De eerste variabele is eenvoudig te operationalise-

ren. Aan de respondenten in het onderzoek is gevraagd

of ze man of vrouw zijn. Wat betreft het roken hebben

we ons beperkt tot het roken van sigaretten. Tot de rokers

rekenen we mensen die dagelijks één of meer sigaretten

roken. We vroegen de respondenten of ze aan dit crite-

rium voldeden of niet. De hoeveelheid gerookte sigaret-

ten werd vastgesteld door de rokers te vragen hoeveel

sigaretten ze gemiddeld per week roken. Gezondheids-

klachten zijn geoperationaliseerd als het aantal dagen

dat de respondenten het laatste jaar wegens ziekte niet

naar het werk zijn gegaan of, bij niet-werkenden, wegens

ziekte het huis niet hebben kunnen verlaten (Van Aart-

sen, 1999).

Hypothesen. Naar aanleiding van de vraag of er een

verband is tussen sekse en roken formuleerden we twee

hypotheses. De eerste luidt dat er geen verband is tus-

sen sekse en het feit of men rookt. De alternatieve hypo-

these luidt dat dat verband er wel is en dat mannen vaker

roken dan vrouwen. De tweede hypothese heeft alleen

betrekking op de rokers, waarbij de nulhypothese luidt

dat vrouwen evenveel sigaretten roken als mannen. De

alternatieve hypothese luidt dat vrouwen minder sigaret-

ten roken dan mannen. Wat betreft de vraag of rokers die

veel roken meer gezondheidsklachten hebben dan rokers

die weinig roken, formuleerden we de nulhypothese dat

onder ‘methode’ geef je weer hoe het onderzoek is uitgevoerd

welk type onderzoek is gedaan?

Hoe is er gemeten? Geef zoveel informatie dat andere onderzoekers het onderzoek zouden kunnen herhalen.

in de hypothesen geef je je verwachting weer over het antwoord op de onderzoeksvragen

beschrijf methode (en resultaten) in de tegenwoordigetijd tenzij het accent ligt op een handeling in het verleden en gebruik van deverleden tijd dus noodzakelijk is

119Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

er geen verband is. De alternatieve hypothese luidt dat er

een positief verband bestaat tussen het aantal gerookte

sigaretten en het aantal verzuimde dagen.

Steekproef. De theoretische populatie van het onderzoek

bestaat uit alle volwassenen (18 jaar of ouder) in Neder-

land. Om technische en financiële redenen was het niet

mogelijk hieruit een aselecte steekproef te trekken. We

hadden de middelen 3000 mensen te laten enquêteren

als we dicht bij huis bleven. We besloten 3000 respon-

denten uit Groningen in onze steekproef op te nemen

door middel van een systematische steekproef met een

aselect begin. We besloten gebruik te maken van het

telefoonboek voor particulieren van de stad Groningen.

Nadat met behulp van een tabel met random getallen was

bepaald dat we met de letter B moesten beginnen, werd

elk twintigste adres uit gids in de steekproef opgenomen

tot een aantal van 3000 was bereikt.

Procedure. De respondenten werden ’s avonds door

getrainde enquêteurs op hun huisadres bezocht. Eerst

werd vastgesteld of degene die de deur opende 18 jaar

of ouder was. Was dat het geval dan werd de enquête

afgenomen. Was dat niet het geval dan werd gevraagd of

er een volwassene in huis was en werd gevraagd of deze

aan de deur wilde komen.

Resultaten

Aan de enquête hebben 2052 personen deelgenomen. Dat

betekent een respons van 68%. In de steekproef bevon-

den zich 812 vrouwen en 1240 mannen. Daarmee wijkt

de steekproefverdeling wat betreft vrouwen en mannen

significant af van de Groningse volwassenenpopulatie,

waarin vrouwen en mannen ongeveer fifty-fifty verdeeld

zijn (χ2 = 89,27, df = 1, p. ¬≤ .00). Van de respondenten

roken er 914 wel en 1138 niet. Het ziekteverzuim onder

beschrijf hoe de onderzoekseenheden zijn geselecteerd

beschrijf welke meetprocedure is gevolgd

Wat heb je gevonden? Beschrijf een voor een de onderzoeksvragen, de gedane analyse en de uitkomsten daarvan.

begin met het beschrijven van de onderzoeksgroep

werkwoordstijd: zie bij ‘methode’

120Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

de respondenten is gemiddeld 11,1 dagen per jaar met een

standaarddeviatie van 3,34 dagen.

Het verband tussen sekse en roken

De eerste onderzoeksvraag betreft het verband tussen

sekse en roken. In het volgende gaan we na of er een

verband is tussen sekse en het al dan niet roken. Daarna

gaan we na of er bij de rokers een verband is tussen sekse

en het aantal gerookte sigaretten.

We formuleerden de nulhypothese dat er geen ver-

band is tussen sekse en al dan niet roken. De alternatieve

hypothese luidt dat dat verband er wel is en dat man-

nen vaker roken dan vrouwen. Omdat de varabelen in dit

geval beide van nominaal meetniveau zijn, is er getoetst

met behulp van kruistabellen. De resultaten daarvan zijn

weergeven in tabel 1.

Tabel1 Het verband tussen sekse en roken,

met tussen haken de verwachte frequenties.

Roken

Sekse nee ja N

vrouw 451 (450.3) 361 (361.7) 812

man 687 (687.7) 553 (552.3) 1240

1138 914 2052

Uit de tabel blijkt dat de onder de nulhypothese verwach-

te frequenties de geobserveerde frequenties dicht bena-

deren. De gevonden samenhang in de tabel is dan ook

niet significant (χ2 = .004, df = 1, ns). Op grond hiervan

aanvaarden we de nulhypothese. Er is geen verband tus-

sen sekse en al dan niet roken.

Verschil tussen mannelijke en vrouwelijke rokers

Het tweede verband tussen sekse en roken heeft alleen

betrekking op de rokers. Hier formuleerden we de nul-

hypothese dan vrouwen en mannen gemiddeld even-

veel roken. De alternatieve hypothese luidt dat vrouwen

gemiddeld minder roken. Hier wordt het verband tus-

sen een variabele op nominaal niveau en een variabele

in de resultatenbeschrijving mag je inhoudelijke tussenkoppen gebruiken

de onderzoeksvragen (deelvragen) structureren de beschrijving van de resultaten

verwijs naar tabellen (en figuren) met behulp van het nummer

elke tabel (en figuur) krijgt een nummer en een opschrift

gegevens die de lezer moet kunnen vergelijken, staan naast elkaar

in de tekst leg je uit wat de lezer in een tabel of figuur moet opmerken

een tabel of figuur moet ook zonder toelichting te begrijpen zijn

121Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

op intervalniveau onderzocht. Daarom gebruiken we de

t-toets voor verschillen tussen gemiddelden. Er wordt

eenzijdig getoetst. In statistische termen luiden de hypo-

thesen:

Ho O

v = O

m

Ha O

v < O

m

Waar Ov is het gemiddeld aantal gerookte sigaretten door

de vrouwen en Om

is het gemiddeld aantal gerookte siga-

retten door de mannen. De resultaten zijn weergegeven

in tabel 2.

Tabel2 Verschil tussen vrouwen en mannen in gemiddeld

aantal wekelijks gerookte sigaretten

Groep n O sd t p ≤

vrouw 361 100.9 29.85 -3.00 .00

man 553 107.0 30.51

Uit de tabel blijkt dat onze voorspelling de juiste richting

heeft. De vrouwen in de steekproef roken minder dan

de mannen. Het gemiddelde verschil is significant (t =

-3.00, df = 912, p ≤ .00). Op grond hiervan accepteren

we de alternatieve hypothese en nemen we aan dat in de

populatie de vrouwen minder roken dan de mannen.

Verband tussen roken en ziekteverzuim

Met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag luidt de

nulhypothese dat er geen verband is tussen aantal gerook-

te sigaretten en dagen ziekteverzuim. De alternatieve

hypothese luidt dat er een positief verband bestaat tussen

het aantal gerookte sigaretten en het aantal verzuimde

dagen. Het gaat hier om variabelen die beide ten minste

op intervalniveau zijn gemeten. We toetsen de hypothese

met behulp van Pearsons r. Er wordt eenzijdig getoetst. In

statistische termen luiden de hypothesen:

in een tabel heeft elke kolom een opschrift

gebruik in een tabel uitsluitend horizontale lijnen

in een tabel hanteer je dezelfde taal als in de rest van het onderzoeksverslag

122Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

Ho r

sz = 0

Ha r

sz > 0

s staat voor het aantal gerookte sigaretten en z voor het

aantal dagen ziekteverzuim. Uit de toetsing blijkt dat de

correlatie tussen aantal gerookte sigaretten en het aantal

verzuimde dagen positief en significant is (r = .34, n =

914, p ≤ .00, eenzijdig getoetst). Op grond hiervan accep-

teren we de alternatieve hypothese en nemen we aan dat

de gevonden correlatie ook geldt voor de populatie.

Conclusie en discussie

In de inleiding spraken we het vermoeden uit dat met het

verdwijnen van het onderscheid tussen mannen- en vrou-

wencultuur, het verband tussen sekse en rookgewoonten

ook is verdwenen. We vroegen ons af of dit betekent dat

mannen en vrouwen in gelijke mate lijden aan gezond-

heidsklachten ten gevolge van roken. Het lijkt erop dat

dit niet het geval is. Mannelijke rokers lijden vaker aan

gezondheidsklachten dan vrouwelijke rokers.

Het verband tussen roken en sekse is weliswaar ver-

dwenen (er roken relatief net zoveel vrouwen als mannen),

maar onderzoek binnen de groep rokers heeft laten zien

dat mannen méér roken dan vrouwen. Een groter aantal

gerookte sigaretten blijkt van invloed op de gezondheid:

er bestaat een positief verband tussen het aantal gerookte

sigaretten en het aantal dagen ziekteverzuim.

De vrouwenemancipatie heeft als onbedoeld en

ongewenst gevolg gehad dat vrouwen evenveel roken als

mannen. Uit dit inhaaleffect is te verklaren dat vrouwen

tegenwoordig even vaak als mannen sterven aan long-

kanker. De motieven waarom vrouwen roken zijn anders

dan die van mannen. Dat heeft tot gevolg dat de vrouwen

die roken wel minder roken dan hun mannelijke lotge-

noten.

in de conclusie geef je het antwoord op de in de inleiding gestelde (hoofd)vraag

begin je conclusie met het herhalen van de vraagstelling

geef de interpretatie van de gevonden resultaten

in de discussie geef je aan welke kritiek mogelijk is op het onderzoek en welke implicaties de uitkomsten hebben

beantwoord de gestelde vraag

123Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

Opmerkelijk is dat vrouwen in de steekproef duide-

lijk zijn ondervertegenwoordigd. We wijten dat aan de

gevolgde procedure. Onze enquêteurs belden ’s avonds

aan en ondervroegen de volwassene die de deur opende.

Kennelijk zijn dat vaker mannen dan vrouwen. Het ver-

dient derhalve aanbeveling om de gevolgde procedure

te verfijnen door een systematische quota-steekproef te

trekken. Dat kan door per systematisch getrokken adres

aselect te bepalen of er een vrouwelijke dan wel manne-

lijke respondent moet worden geënquêteerd.

We trokken een systematische steekproef met een

aselect begin uit de inwoners van de stad Groningen. We

deden dat met behulp van het telefoonboek. Aangezien

bijna elk particulier adres in Nederland en in Groningen

in het telefoonboek voorkomt, levert dat geen problemen

op wat betreft de representativiteit van de steekproef. Ook

zijn er geen redenen om aan te nemen dat de rookge-

woonten in Groningen afwijken van de rookgewoonten

in Nederland. Ook in dit opzicht zal de steekproef dus

representatief zijn. Het feit dat vrouwen ondervertegen-

woordigd zijn, kan de representativiteit van de steekproef

bedreigen. We denken echter niet dat dit het geval is. De

representativiteit wordt alleen bedreigd als het niet ope-

nen van de deur samenhangt met het feit of iemand al

dan niet rookt. Dat lijkt onaannemelijk. Mannen zullen ‘s

avonds waarschijnlijk eerder de deur openen vanwege het

mogelijk gevaar voor de veiligheid dat daarmee samen-

hangt. Je weet maar nooit wie er in het donker aanbelt.

De resultaten zetten aan tot nadenken. Roken is een

slechte gewoonte. Het draagt bij aan ziekteverzuim. Daarom

is het niet alleen voor de rokers, maar voor alle Nederlanders

een dure gewoonte. Daarbij komt dat vrouwen het rookge-

drag van mannen overnemen. Het lijkt tijd dat de overheid

weer eens aandacht besteedt aan de negatieve gevolgen van

het roken. Een stevige publiciteitscampagne lijkt op zijn

plaats. Daarin zal extra aandacht moeten worden besteed

aan vrouwen. Het moet duidelijk worden dat roken slecht

is. Ook al doe je alleen voor de gezelligheid mee.

discussie: welke kritiek is mogelijk? Kunnen de resultaten van het onderzoek vertekend zijn?

discussie: implicaties en aanbevelingen

124Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de

APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij

Noot van de auteurs

De auteurs danken Klaas Westerhof voor zijn bijdrage

aan de totstandkoming van een eerdere versie van dit

artikel.

Literatuur

Aartsen, L.T. van (1999). Methodologie voor de medi-

sche wetenschappen. In B.E. Raad & M. Daad (red.),

Onderzoek in soorten en maten (pp. 34-56). Zwolle: IJs-

seluitgeverij.

Nieuwe antirookcampagne gestart. (1993, 15 augustus).

NRC Handelsblad, p. 4.

Pijp, J.J.H. (1981). Oorzaken van sterfte geïnventariseerd.

Meppel: Ten Brinke.

Pijp, J.J.H. & Stoker, P. (1983). Sterftecijfers 1970-1980:

longziekten en hun gevolgen. Tijdschrift voor respira-

toire geneeskunde, 46, 224-236.

Pluim, B.R., Staart, K., Wijn, D.J. & Kop, J.E. (2000). Bij

een bakkie hoort een peukie. Een verkenning van het

rookgedrag van vrouwen. Genderstudies, 16(3), 10-16.

Roken maakt meer kapot dan je lief is [tv-spot uit voor-

lichtingscampagne]. (1983, april). Geraadpleegd op

http://www.postbus51.nl

Smokeniet, S.M. (2000a). Longkanker neemt af en rukt

op: het verband met roken. Tijdschrift voor huisartsge-

neeskunde, 44, 86-98. doi: 1234567898765

Smokeniet, S.M. (2000b). Rokers kampen vaker met

gezondheidsproblemen dan niet-rokers. Vakblad voor

sportstudies, 8(2), 3-8.

Zij aan Zij, Instituut voor Vrouwenvraagstukken (2001).

Emancipatiemonitor 1995- 2000. Den Haag: auteur.

volgorde: alfabetisch op achternaam van de eerste auteur

solo-publicaties komen voor groepspublicaties

bij meerdere auteurs gebruik je in de literatuurlijst het &-teken om voorlaatste en laatste auteursnaam te scheiden

tweede publicatie van dezelfde auteur in hetzelfde jaar

niet-doorgenummerd tijdschrift

hier kun je een persoonlijke opmerking kwijt (vgl. voorwoord in een boek of rapport)

(of: ‘bronnen’) vermelding van de in het artikel gebruikte bronnen

bundel

bericht uit de krant, auteur onbekend

boek

tijdschriftartikel, doorgenummerd

beeldbron

tijdschriftartikel, digitale versie met DOI

tijdschriftartikel, papieren versie; één auteur

rapport, organisatie als auteur