stijl - Antharisantharis.nl/pdf/voorbeeldartikel.pdf · 116 Vrouwen hebben tegenwoordig net zo vaak...
Transcript of stijl - Antharisantharis.nl/pdf/voorbeeldartikel.pdf · 116 Vrouwen hebben tegenwoordig net zo vaak...
115Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
8Voorbeeld:eenverslaginAPA-stijl
Op de volgende pagina’s vind je een voorbeeld van een onderzoeksverslag
– in artikelvorm – waarin de belangrijkste APA-richtlijnen zichtbaar zijn
gemaakt; het weergegeven onderzoek is volledig fictief. Je kunt dit verslag
gebruiken als model voor je eigen verslag.
Het voorbeeldartikel illustreert aan welke formele eisen een onderzoeks-
verslag moet voldoen. In de kantlijn worden inhoud, structuur en opmaak
toegelicht. De toelichtingen in kleur hebben betrekking op bronvermel-
dingen.
Je kunt het voorbeeldartikel ook gebruiken om inzicht te krijgen in de
stijl die onderzoeksverslagen moeten hebben. Een artikel, paper of verslag
moet in een neutrale, zakelijke en heldere stijl worden geschreven, in cor-
rect Nederlands, zonder spel- en andere taalfouten. Aan deze eisen kun je
op verschillende manieren voldoen. Ga het voorbeeld dus niet imiteren,
maar ontwikkel een eigen schrijfstijl. Raadpleeg zo nodig een boek met
schrijfadviezen.
116
Vrouwen hebben tegenwoordig net zo vaak longkanker als mannen:
ongewenst gevolg van emancipatie?
Anton Zuiderveld en Zwanet van Delden1
aangeboden voor publicatie: 13 oktober 2003
Abstract
Smokingisanunhealthyhabit.Menusedtosmokemore
thanwomendid.Thereforemorementhanwomendied
fromlungcancer.Todaywomendieasmuchfromlung
cancersasmendo.Thisraisesthequestionwhetherthe
relationshipbetweensexandsmokingstillexists.Asur-
veyamong2052peopleshowedthattherelationshiphas
vanished.Wheneverpeopledosmokehowever,mensmo-
kemorethanwomendo.Thismakesthemmoreproneto
healthproblems.
Inleiding2
In de medische literatuur is men het erover eens dat
roken de gezondheid schaadt. Rokers zijn in het alge-
meen vaker ziek dan niet-rokers en rokers overlijden
vaker aan longkanker dan niet-rokers (Pijp, 1981). Op
grond van deze gegevens heeft de overheid in de afge-
lopen decennia verschillende voorlichtingscampagnes
gelanceerd (zie bijvoorbeeld ‘Roken maakt meer kapot’,
1983 en Nieuwe antirookcampagne, 1993).
Omdat roken vroeger tot de mannen- en niet tot de
vrouwencultuur behoorde, rookten tot aan de tachtiger
deopmaakis
strakensober
1 Zuiderveld en Van Delden zijn als onderzoekers verbonden aan de
Stichting Stop killing by smoking uit Groningen.
2 Met dank aan de Stichting Gezondheidsbevordering die het onder-
zoek heeft gefinancierd.
informatieve en bondige titel; als het kan ook uitnodigend
auteurs op volgorde van bijdrage
korte samenvatting in het Engels: aanleiding, vraag, methode en belangrijkste uitkomsten
geef in de inleiding aan wat er waarom is onderzocht
basis-literatuurverwijzing: auteursnaam en jaartal, tussen haakjes en gescheiden door komma
verankering: wat is er al bekend?
literatuurverwijzing met een onbekende auteur
kan er sprake zijn van belangenverstrengeling? Vermeld financiers, opdrachtgevers en andere betrokken partijen.
vermeld altijd een publicatiedatum
reeds bekende inzichten worden samengevat of geparafraseerd weergegeven, met verwijzingen naar de bron
markeer het begin van een nieuwe alinea met een inspringing, behalve na witregel(s) of bovenaan nieuwe pagina
relevante informatie over auteurs: werkkring en evt. nevenwerkzaamheden.
Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de APA-richtlijnen (H8)www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
117Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8)www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
jaren van de vorige eeuw meer mannen dan vrouwen.
Pijp en Stoker (1983) lieten zien dat mannen dan ook
vaker dan vrouwen aan longkanker stierven. Recent
onderzoek heeft uitgewezen dat het onderscheid tus-
sen mannen- en vrouwencultuur voor een groot deel is
verdwenen (Zij aan Zij, 2001) en dat er tegenwoordig
net zoveel vrouwen als mannen aan longkanker ster-
ven (Smokeniet, 2000a). Dit roept de vraag op of met
het verdwijnen van het onderscheid tussen mannen- en
vrouwencultuur, ook het verband tussen roken en sekse
verdwenen is. Lijden mannen en vrouwen tegenwoordig
in gelijke mate aan gezondheidsklachten ten gevolge van
roken? Als dat zo is, zou dat een onbedoeld en ongewenst
gevolg van de vrouwenemancipatie zijn waarvoor drin-
gend moet worden gewaarschuwd.
Mannen rookten en roken om hun man-zijn te onderstre-
pen. De reclame heeft daarop handig ingespeeld. Een mooi
voorbeeld daarvan is de Marlboro-man. Vrouwen daaren-
tegen roken omdat het ‘gezellig’ is (Pluim, Staart, Wijn &
Kop, 2000). Dit onderscheid leidt ertoe te veronderstellen
dat mannen de gehele dag door roken en vrouwen alleen
op de ‘gezellige’ momenten. Daarvan hebben vrouwen er
per dag gemiddeld drie tot vier (Pluim et al., 2000). Het
is daarom te verwachten dat vrouwelijke rokers minder
roken dan mannelijke.
Het is bekend dat rokers meer gezondheidsklachten
hebben dan niet-rokers (Smokeniet, 2000b). We veron-
derstellen dat er meer gezondheidsklachten zullen optre-
den bij zware rokers dan bij mensen die minder roken.
Op grond van het voorgaande formuleren we de vol-
gende onderzoeksvragen bij de eerder gegeven vraagstel-
ling over de aan roken gerelateerde gezondheidsklachten
van mannen en vrouwen:
• is er nog steeds een verband tussen sekse en roken?
• als mensen roken, hebben mensen die veel roken
meer gezondheidsklachten dan mensen die min-
der roken?
als de verwijzing (grammaticaal) deel uitmaakt van de zin, gebruik je bij meerdere auteurs ‘en’
aanleiding
bij gebruik van twee of meer publicaties van een auteur uit één jaar: letter toevoegen
ontwikkelen van vraagstelling en
onderzoeksvragen
verwijzing naar een publicatie met twee auteurs (variant op basistechniek)
literatuurverwijzing met een organisatie als auteur
punt die zin afsluit komt na verwijzing
relevantie/doelstelling
in een verwijzing die volledig tussen haken staat, gebruik je bij meerdere auteurs ‘&’.
de tweede en volgende verwijzing naar een publicatie met drie t/m vijf auteurs verkort je met ‘et al.’ Naar publicaties met zes of meer auteurs verwijs je ook de eerste keer al met ‘et al.’
vraagstelling
118Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
Methode
Opzet. De onderzoeksvraag kon niet worden beantwoord
met behulp van een bestaande dataset. Daarom was data-
verzameling noodzakelijk. Het onderzoek is exploratief
van aard. Er is gebruik gemaakt van een survey. De res-
pondenten zijn benaderd met behulp van een mondeling
afgenomen enquête.
Operationalisering. In de onderzoeksvragen is sprake
van drie variabelen: sekse, roken en gezondheidsklach-
ten. De eerste variabele is eenvoudig te operationalise-
ren. Aan de respondenten in het onderzoek is gevraagd
of ze man of vrouw zijn. Wat betreft het roken hebben
we ons beperkt tot het roken van sigaretten. Tot de rokers
rekenen we mensen die dagelijks één of meer sigaretten
roken. We vroegen de respondenten of ze aan dit crite-
rium voldeden of niet. De hoeveelheid gerookte sigaret-
ten werd vastgesteld door de rokers te vragen hoeveel
sigaretten ze gemiddeld per week roken. Gezondheids-
klachten zijn geoperationaliseerd als het aantal dagen
dat de respondenten het laatste jaar wegens ziekte niet
naar het werk zijn gegaan of, bij niet-werkenden, wegens
ziekte het huis niet hebben kunnen verlaten (Van Aart-
sen, 1999).
Hypothesen. Naar aanleiding van de vraag of er een
verband is tussen sekse en roken formuleerden we twee
hypotheses. De eerste luidt dat er geen verband is tus-
sen sekse en het feit of men rookt. De alternatieve hypo-
these luidt dat dat verband er wel is en dat mannen vaker
roken dan vrouwen. De tweede hypothese heeft alleen
betrekking op de rokers, waarbij de nulhypothese luidt
dat vrouwen evenveel sigaretten roken als mannen. De
alternatieve hypothese luidt dat vrouwen minder sigaret-
ten roken dan mannen. Wat betreft de vraag of rokers die
veel roken meer gezondheidsklachten hebben dan rokers
die weinig roken, formuleerden we de nulhypothese dat
onder ‘methode’ geef je weer hoe het onderzoek is uitgevoerd
welk type onderzoek is gedaan?
Hoe is er gemeten? Geef zoveel informatie dat andere onderzoekers het onderzoek zouden kunnen herhalen.
in de hypothesen geef je je verwachting weer over het antwoord op de onderzoeksvragen
beschrijf methode (en resultaten) in de tegenwoordigetijd tenzij het accent ligt op een handeling in het verleden en gebruik van deverleden tijd dus noodzakelijk is
119Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
er geen verband is. De alternatieve hypothese luidt dat er
een positief verband bestaat tussen het aantal gerookte
sigaretten en het aantal verzuimde dagen.
Steekproef. De theoretische populatie van het onderzoek
bestaat uit alle volwassenen (18 jaar of ouder) in Neder-
land. Om technische en financiële redenen was het niet
mogelijk hieruit een aselecte steekproef te trekken. We
hadden de middelen 3000 mensen te laten enquêteren
als we dicht bij huis bleven. We besloten 3000 respon-
denten uit Groningen in onze steekproef op te nemen
door middel van een systematische steekproef met een
aselect begin. We besloten gebruik te maken van het
telefoonboek voor particulieren van de stad Groningen.
Nadat met behulp van een tabel met random getallen was
bepaald dat we met de letter B moesten beginnen, werd
elk twintigste adres uit gids in de steekproef opgenomen
tot een aantal van 3000 was bereikt.
Procedure. De respondenten werden ’s avonds door
getrainde enquêteurs op hun huisadres bezocht. Eerst
werd vastgesteld of degene die de deur opende 18 jaar
of ouder was. Was dat het geval dan werd de enquête
afgenomen. Was dat niet het geval dan werd gevraagd of
er een volwassene in huis was en werd gevraagd of deze
aan de deur wilde komen.
Resultaten
Aan de enquête hebben 2052 personen deelgenomen. Dat
betekent een respons van 68%. In de steekproef bevon-
den zich 812 vrouwen en 1240 mannen. Daarmee wijkt
de steekproefverdeling wat betreft vrouwen en mannen
significant af van de Groningse volwassenenpopulatie,
waarin vrouwen en mannen ongeveer fifty-fifty verdeeld
zijn (χ2 = 89,27, df = 1, p. ¬≤ .00). Van de respondenten
roken er 914 wel en 1138 niet. Het ziekteverzuim onder
beschrijf hoe de onderzoekseenheden zijn geselecteerd
beschrijf welke meetprocedure is gevolgd
Wat heb je gevonden? Beschrijf een voor een de onderzoeksvragen, de gedane analyse en de uitkomsten daarvan.
begin met het beschrijven van de onderzoeksgroep
werkwoordstijd: zie bij ‘methode’
120Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
de respondenten is gemiddeld 11,1 dagen per jaar met een
standaarddeviatie van 3,34 dagen.
Het verband tussen sekse en roken
De eerste onderzoeksvraag betreft het verband tussen
sekse en roken. In het volgende gaan we na of er een
verband is tussen sekse en het al dan niet roken. Daarna
gaan we na of er bij de rokers een verband is tussen sekse
en het aantal gerookte sigaretten.
We formuleerden de nulhypothese dat er geen ver-
band is tussen sekse en al dan niet roken. De alternatieve
hypothese luidt dat dat verband er wel is en dat man-
nen vaker roken dan vrouwen. Omdat de varabelen in dit
geval beide van nominaal meetniveau zijn, is er getoetst
met behulp van kruistabellen. De resultaten daarvan zijn
weergeven in tabel 1.
Tabel1 Het verband tussen sekse en roken,
met tussen haken de verwachte frequenties.
Roken
Sekse nee ja N
vrouw 451 (450.3) 361 (361.7) 812
man 687 (687.7) 553 (552.3) 1240
1138 914 2052
Uit de tabel blijkt dat de onder de nulhypothese verwach-
te frequenties de geobserveerde frequenties dicht bena-
deren. De gevonden samenhang in de tabel is dan ook
niet significant (χ2 = .004, df = 1, ns). Op grond hiervan
aanvaarden we de nulhypothese. Er is geen verband tus-
sen sekse en al dan niet roken.
Verschil tussen mannelijke en vrouwelijke rokers
Het tweede verband tussen sekse en roken heeft alleen
betrekking op de rokers. Hier formuleerden we de nul-
hypothese dan vrouwen en mannen gemiddeld even-
veel roken. De alternatieve hypothese luidt dat vrouwen
gemiddeld minder roken. Hier wordt het verband tus-
sen een variabele op nominaal niveau en een variabele
in de resultatenbeschrijving mag je inhoudelijke tussenkoppen gebruiken
de onderzoeksvragen (deelvragen) structureren de beschrijving van de resultaten
verwijs naar tabellen (en figuren) met behulp van het nummer
elke tabel (en figuur) krijgt een nummer en een opschrift
gegevens die de lezer moet kunnen vergelijken, staan naast elkaar
in de tekst leg je uit wat de lezer in een tabel of figuur moet opmerken
een tabel of figuur moet ook zonder toelichting te begrijpen zijn
121Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
op intervalniveau onderzocht. Daarom gebruiken we de
t-toets voor verschillen tussen gemiddelden. Er wordt
eenzijdig getoetst. In statistische termen luiden de hypo-
thesen:
Ho O
v = O
m
Ha O
v < O
m
Waar Ov is het gemiddeld aantal gerookte sigaretten door
de vrouwen en Om
is het gemiddeld aantal gerookte siga-
retten door de mannen. De resultaten zijn weergegeven
in tabel 2.
Tabel2 Verschil tussen vrouwen en mannen in gemiddeld
aantal wekelijks gerookte sigaretten
Groep n O sd t p ≤
vrouw 361 100.9 29.85 -3.00 .00
man 553 107.0 30.51
Uit de tabel blijkt dat onze voorspelling de juiste richting
heeft. De vrouwen in de steekproef roken minder dan
de mannen. Het gemiddelde verschil is significant (t =
-3.00, df = 912, p ≤ .00). Op grond hiervan accepteren
we de alternatieve hypothese en nemen we aan dat in de
populatie de vrouwen minder roken dan de mannen.
Verband tussen roken en ziekteverzuim
Met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag luidt de
nulhypothese dat er geen verband is tussen aantal gerook-
te sigaretten en dagen ziekteverzuim. De alternatieve
hypothese luidt dat er een positief verband bestaat tussen
het aantal gerookte sigaretten en het aantal verzuimde
dagen. Het gaat hier om variabelen die beide ten minste
op intervalniveau zijn gemeten. We toetsen de hypothese
met behulp van Pearsons r. Er wordt eenzijdig getoetst. In
statistische termen luiden de hypothesen:
in een tabel heeft elke kolom een opschrift
gebruik in een tabel uitsluitend horizontale lijnen
in een tabel hanteer je dezelfde taal als in de rest van het onderzoeksverslag
122Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
Ho r
sz = 0
Ha r
sz > 0
s staat voor het aantal gerookte sigaretten en z voor het
aantal dagen ziekteverzuim. Uit de toetsing blijkt dat de
correlatie tussen aantal gerookte sigaretten en het aantal
verzuimde dagen positief en significant is (r = .34, n =
914, p ≤ .00, eenzijdig getoetst). Op grond hiervan accep-
teren we de alternatieve hypothese en nemen we aan dat
de gevonden correlatie ook geldt voor de populatie.
Conclusie en discussie
In de inleiding spraken we het vermoeden uit dat met het
verdwijnen van het onderscheid tussen mannen- en vrou-
wencultuur, het verband tussen sekse en rookgewoonten
ook is verdwenen. We vroegen ons af of dit betekent dat
mannen en vrouwen in gelijke mate lijden aan gezond-
heidsklachten ten gevolge van roken. Het lijkt erop dat
dit niet het geval is. Mannelijke rokers lijden vaker aan
gezondheidsklachten dan vrouwelijke rokers.
Het verband tussen roken en sekse is weliswaar ver-
dwenen (er roken relatief net zoveel vrouwen als mannen),
maar onderzoek binnen de groep rokers heeft laten zien
dat mannen méér roken dan vrouwen. Een groter aantal
gerookte sigaretten blijkt van invloed op de gezondheid:
er bestaat een positief verband tussen het aantal gerookte
sigaretten en het aantal dagen ziekteverzuim.
De vrouwenemancipatie heeft als onbedoeld en
ongewenst gevolg gehad dat vrouwen evenveel roken als
mannen. Uit dit inhaaleffect is te verklaren dat vrouwen
tegenwoordig even vaak als mannen sterven aan long-
kanker. De motieven waarom vrouwen roken zijn anders
dan die van mannen. Dat heeft tot gevolg dat de vrouwen
die roken wel minder roken dan hun mannelijke lotge-
noten.
in de conclusie geef je het antwoord op de in de inleiding gestelde (hoofd)vraag
begin je conclusie met het herhalen van de vraagstelling
geef de interpretatie van de gevonden resultaten
in de discussie geef je aan welke kritiek mogelijk is op het onderzoek en welke implicaties de uitkomsten hebben
beantwoord de gestelde vraag
123Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
Opmerkelijk is dat vrouwen in de steekproef duide-
lijk zijn ondervertegenwoordigd. We wijten dat aan de
gevolgde procedure. Onze enquêteurs belden ’s avonds
aan en ondervroegen de volwassene die de deur opende.
Kennelijk zijn dat vaker mannen dan vrouwen. Het ver-
dient derhalve aanbeveling om de gevolgde procedure
te verfijnen door een systematische quota-steekproef te
trekken. Dat kan door per systematisch getrokken adres
aselect te bepalen of er een vrouwelijke dan wel manne-
lijke respondent moet worden geënquêteerd.
We trokken een systematische steekproef met een
aselect begin uit de inwoners van de stad Groningen. We
deden dat met behulp van het telefoonboek. Aangezien
bijna elk particulier adres in Nederland en in Groningen
in het telefoonboek voorkomt, levert dat geen problemen
op wat betreft de representativiteit van de steekproef. Ook
zijn er geen redenen om aan te nemen dat de rookge-
woonten in Groningen afwijken van de rookgewoonten
in Nederland. Ook in dit opzicht zal de steekproef dus
representatief zijn. Het feit dat vrouwen ondervertegen-
woordigd zijn, kan de representativiteit van de steekproef
bedreigen. We denken echter niet dat dit het geval is. De
representativiteit wordt alleen bedreigd als het niet ope-
nen van de deur samenhangt met het feit of iemand al
dan niet rookt. Dat lijkt onaannemelijk. Mannen zullen ‘s
avonds waarschijnlijk eerder de deur openen vanwege het
mogelijk gevaar voor de veiligheid dat daarmee samen-
hangt. Je weet maar nooit wie er in het donker aanbelt.
De resultaten zetten aan tot nadenken. Roken is een
slechte gewoonte. Het draagt bij aan ziekteverzuim. Daarom
is het niet alleen voor de rokers, maar voor alle Nederlanders
een dure gewoonte. Daarbij komt dat vrouwen het rookge-
drag van mannen overnemen. Het lijkt tijd dat de overheid
weer eens aandacht besteedt aan de negatieve gevolgen van
het roken. Een stevige publiciteitscampagne lijkt op zijn
plaats. Daarin zal extra aandacht moeten worden besteed
aan vrouwen. Het moet duidelijk worden dat roken slecht
is. Ook al doe je alleen voor de gezelligheid mee.
discussie: welke kritiek is mogelijk? Kunnen de resultaten van het onderzoek vertekend zijn?
discussie: implicaties en aanbevelingen
124Annejet Dijkstra (2012) Verwijswijzer - onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de
APA-richtlijnen (H8) www.verwijswijzer-apa.nl Antharis Uitgeverij
Noot van de auteurs
De auteurs danken Klaas Westerhof voor zijn bijdrage
aan de totstandkoming van een eerdere versie van dit
artikel.
Literatuur
Aartsen, L.T. van (1999). Methodologie voor de medi-
sche wetenschappen. In B.E. Raad & M. Daad (red.),
Onderzoek in soorten en maten (pp. 34-56). Zwolle: IJs-
seluitgeverij.
Nieuwe antirookcampagne gestart. (1993, 15 augustus).
NRC Handelsblad, p. 4.
Pijp, J.J.H. (1981). Oorzaken van sterfte geïnventariseerd.
Meppel: Ten Brinke.
Pijp, J.J.H. & Stoker, P. (1983). Sterftecijfers 1970-1980:
longziekten en hun gevolgen. Tijdschrift voor respira-
toire geneeskunde, 46, 224-236.
Pluim, B.R., Staart, K., Wijn, D.J. & Kop, J.E. (2000). Bij
een bakkie hoort een peukie. Een verkenning van het
rookgedrag van vrouwen. Genderstudies, 16(3), 10-16.
Roken maakt meer kapot dan je lief is [tv-spot uit voor-
lichtingscampagne]. (1983, april). Geraadpleegd op
http://www.postbus51.nl
Smokeniet, S.M. (2000a). Longkanker neemt af en rukt
op: het verband met roken. Tijdschrift voor huisartsge-
neeskunde, 44, 86-98. doi: 1234567898765
Smokeniet, S.M. (2000b). Rokers kampen vaker met
gezondheidsproblemen dan niet-rokers. Vakblad voor
sportstudies, 8(2), 3-8.
Zij aan Zij, Instituut voor Vrouwenvraagstukken (2001).
Emancipatiemonitor 1995- 2000. Den Haag: auteur.
volgorde: alfabetisch op achternaam van de eerste auteur
solo-publicaties komen voor groepspublicaties
bij meerdere auteurs gebruik je in de literatuurlijst het &-teken om voorlaatste en laatste auteursnaam te scheiden
tweede publicatie van dezelfde auteur in hetzelfde jaar
niet-doorgenummerd tijdschrift
hier kun je een persoonlijke opmerking kwijt (vgl. voorwoord in een boek of rapport)
(of: ‘bronnen’) vermelding van de in het artikel gebruikte bronnen
bundel
bericht uit de krant, auteur onbekend
boek
tijdschriftartikel, doorgenummerd
beeldbron
tijdschriftartikel, digitale versie met DOI
tijdschriftartikel, papieren versie; één auteur
rapport, organisatie als auteur