Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van...

63
Taalontwikkeling in het VMBO onderwijs Eindopdracht LA2 ’ontwerpen’ Hogeschool Rotterdam Master Leren & Innoveren Naam: Ümmü Öz Student nr.: 0784687

Transcript of Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van...

Page 1: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Taalontwikkeling in het VMBO onderwijs

Eindopdracht LA2 ’ontwerpen’Hogeschool RotterdamMaster Leren & Innoveren

Naam: Ümmü ÖzStudent nr.: 0784687Datum: 27-08-2013Docenten: Hanneke Koopmans & Freddy Veltman

Page 2: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Inhoudsopgave

1. Inleiding 3 1.1 Omschrijving van het leertraject 3 1.2 Noodzaak tot herontwerp 3 1.3 Het doel 4

2. Visie 5 2.1 Visie onderwijsinstelling 5 2.2 Visie 21st Century Skills 5 2.3 Persoonlijke visie 6

3. Keuze model 7 3.1 De 5 onderwijsontwerpmodellen 7 3.1.1 Curriculair spinnenweb3.1.2 Systems Approach Model3.1.3 4C/ID Model3.1.4 ADDIE Model 3.1.5 ARCS Model 3.2 Analyse ontwerpmodellen 83.2.1 Stappen ontwerpmodellen 83.2.2 Conceptuele verklaring ontwerpmodellen 93.2.3 Leertheoretisch principe ontwerpmodellen 93.2.4 Sterkte / zwakte analyse ontwerpmodellen 103.3 Keuze model 10

4. Curriculumanalyse 11 4.1 Curriculumanalyse van St. Jozefmavo met behulp van het spinnenwebmodel 114.1.1 Visie 124.1.2 Doelen 134.1.3 Inhoud 144.1.4 Leeractiviteiten 144.1.5 Rol leraar 154.1.6 Materialen en bronnen 154.1.7 Groeperingsvorm 154.1.8 Locatie 154.1.9 Tijd 154.1.10 Toetsing 154.2 Conclusie 16

5. Het ontwerp 175.1 Het ADDIE model als ontwerp 17

6. Draagvlak creëren 6.1 Proces- en productsturing van het ontwerp 20

7. Inzet sociale media 21 7.1 Sociale media tijdens leerarrangement 2 21

8. Literatuurlijst 22

9. Bijlage leerplanontwerp 23 9.1 Bijlage 1 ‘Analyse van 5 onderwijsontwerpmodellen’ 23 9.2 Bijlage 2 ‘Overeenkomsten en verschillen tussen onderwijsontwerpmodellen’ 31 9.3 Bijlage 3 ‘Peer review’ 32

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 2

Page 3: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

1 Inleiding

Hoofdstuk één gaat over het herontwerpen van een bestaand programma. Het herontwerp gaat over de bazarlessen. In de inleiding wordt er beschreven over de bazarlessen op de St. Jozefmavo. In paragraaf 1.1 wordt er een omschrijving gegeven van het leertraject. Vervolgens wordt in paragraaf 1.2 de noodzaak tot herontwerp van het programma voor de bazarlessen beschreven. Ten slotte wordt in paragraaf 1.3 het doel van het herontwerp beschreven.

Zoals Broekhof (2013) betoogt, is de taalontwikkeling van de VMBO leerlingen over het algemeen zwak. De zwakheid van de taalontwikkeling kan bij de leerlingen een probleem vormen wanneer zij verder komen in de maatschappij. Om dit probleem te verminderen is er voor de VMBO scholen een project opgericht. Dit project heet Bazar. Het project Bazar gaat over de taalontwikkeling van de leerlingen. Het project is een onderdeel van het vak Nederlands. Het project Bazar geeft leesbevordering een structurele plek in het onderwijsprogramma op het VMBO. Het project is in opdracht van stichting lezen ontwikkeld door bureau Sardes. Het lessenpakket is officieel uitgekomen in 2011.

Het doel van dit project is om jongeren aan te zetten tot lezen door middel van eenvoudige teksten, aansprekende onderwerpen en praktische en gevarieerde werkvormen. De leerlingen maken kennis met romans, kranten, tijdschriften, poëzie, strips, film en theater. Er is speciale aandacht voor culturele diversiteit (Broekhof, 2001).

Het project Bazar wordt sinds 2009 uitgevoerd op de St. Jozefmavo. In 2009 had het project Bazar geen officieel lessenpakket. Op de St. Jozefmavo is er zelf een lessenpakket ontworpen aan de hand van de onderdelen en het doel van het project Bazar. In 2011 in het lessenpakket van het project Bazar niet aangeschaft op de St. Jozefmavo. Tot op heden wordt het project Bazar gegeven vanuit de materialen die door St. Jozefmavo zelf is ontworpen.

1.1 Omschrijving leertraject

Voor VMBO scholen is de taalontwikkeling van leerlingen veelal een bron van zorg. Zoals Broekhof (2013, p.7) betoogt, komen de leerlingen het voortgezet onderwijs binnen met een beheersing van de Nederlandse taal die ver onder het gemiddelde ligt. Dit kan een belemmering vormen voor een succesvolle deelname aan het onderwijs.

De leerlingen op de St. Jozefmavo kampen ook met het bovengenoemde probleem. De taalontwikkeling van de leerlingen op deze school vraagt derhalve extra aandacht. Volgens Broekhof (2013, p.8) is de grootste taaluitdaging voor vmbo’ers het goed kunnen lezen van de teksten. De leerlingen die teksten goed begrijpen, zijn beter in staat om het onderwijs te volgen, opdrachten te maken, instructies goed uit te voeren en buiten school goed om te gaan met geschreven taal. Veel vmbo-leerlingen vinden het lezen van teksten lastig. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen ongeveer 17.000 Nederlandse woorden moeten beheersen om begrijpend te kunnen lezen. Tevens moeten zij 95 procent van de woorden uit een tekst kennen om die tekst daadwerkelijk te begrijpen (Broekhof, 2013, p.10). In de praktijk is het echter duidelijk zichtbaar dat de meeste vmbo-leerlingen ver onder dit niveau zitten.

De leerlingen op de St. Jozefmavo lopen tijdens ieder vak tegen begrijpend lezen aan. Dit blijkt uit de resultaten van opdrachten en toetsen. De meeste fouten worden gemaakt doordat leerlingen niet begrijpen wat zij lezen. Het probleem over de taalontwikkeling komt niet alleen voor bij het vak Nederlands, maar bij ieder vak waar de leerlingen moeten lezen en schrijven. Aangezien de Nederlandse taal van deze leerlingen zwak is, hebben de meeste ervan moeite met begrijpend lezen. Door een slecht begrip van de Nederlandse taal scoren de leerlingen ook bij andere vakken dan Nederlands slecht. Het is voor de leerlingen dan ook van essentieel belang dat ze begrijpend kunnen lezen en zodoende hoog scoren. Om dit probleem aan te pakken, worden de leerlingen op de St. Jozefmavo gestimuleerd zich verder te ontwikkelen in de Nederlandse taal door middel van het taalbeleid dat op deze school wordt gehanteerd.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 3

Page 4: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Voor het VMBO onderwijs is er door stichting Lezen een project ontworpen. Het project heet Bazar (zie inleiding voor meerdere informatie). Dit project stimuleert de taalontwikkeling van de leerlingen. Dit project wordt uitgevoerd op de St. Jozefmavo. Het project Bazar wordt op de St. Jozefmavo gegeven als een apart vak. De leerlingen krijgen één lesuur Bazar in de week. De bazarlessen gaan zowel over taal- als leesvaardigheid en worden alleen in de onderbouw gegeven. In de volgende paragraaf wordt er dieper op de noodzaak van het herontwerp ingegaan betreft de bazarlessen.

1.2 Noodzaak tot herontwerp

De bazarlessen zijn ontwikkeld door stichting Lezen. Deze stichting heeft een project opgestart, namelijk Bazar. Het project wordt sinds 2009 ook uitgevoerd op de St. Jozefmavo. Omdat het officiële lessenpakket in 2011 is uitgekomen, heeft de St. Jozefmavo in 2009 zelf lesmaterialen ontworpen. Deze lesmaterialen voldoen aan de onderdelen van het project Bazar. Dit project wordt uitgevoerd in klas 1 en 2. Ik coördineer de bazarlessen van leerjaar 2. Leerjaar 1 heeft een andere coördinator.

De bazarlessen worden klassikaal gegeven. Iedere klas krijgt bazarlessen van een docent. Het programma van de bazarlessen is in 2009 ontworpen. Het programma voor de bazarlessen staat vast. Iedere docent hanteert hetzelfde programma tijdens de bazarlessen.

De noodzaak tot herontwerp is dat de onderdelen van de bazarlessen niet meer voldoen aan het einddoel van het project Bazar. Het officiële lessenpakket is uitgekomen in 2011. Op de St. Jozefmavo wordt er sinds 2009 bazarlessen gegeven. In 2009 waren de onderdelen van de bazarlessen bekend, maar er was nog geen officieel lessenpakket. De bazarlessen zijn in 2009 aan de hand van deze onderdelen op de St. Jozefmavo vastgesteld. In 2011 is er op de St. Jozefmavo geen lessenpakket aangeschaft. Hierdoor is het programma verwaterd. De onderdelen voor de bazarlessen zijn wel van het project zelf, maar zijn niet specifiek gebonden aan het project. Hierdoor wordt het einddoel van jet project niet behaald.

Een andere reden voor het herontwerp voor het programma Bazar is dat de docenten die bazarlessen geven en de leerlingen die bazarlessen krijgen, klagen over het programma. Zowel de docenten als de leerlingen zijn van mening dat het programma eentonig en niet uitdagend genoeg is. Omdat het programma uit losse onderdelen bestaat en geen leidraad heeft, dwalen de leerlingen snel af. Tevens krijgen de leerlingen geen beoordeling voor het project Bazar, waardoor zij sneller gedemotiveerd raken. De leerlingen geven dit ook tijdens de bazarlessen aan. Het programma van de bazarlessen is gericht om de taalbeheersing van de leerlingen te bevorderen. Zoals het nu loopt, blijkt het dat het programma van de bazarlessen geen effect heeft. Het herontwerp voor de bazarlessen op de St. Jozefmavo is noodzakelijk.

Het programma van de bazarlessen bestaan uit acht onderdelen, waarbij elk onderdeel vier lesweken duurt. Als coördinator heb ik gemerkt dat vier lesweken voor sommige onderdelen te kort en voor sommige onderdelen weer te lang zijn. Eén onderdeel gaat bijvoorbeeld over begrijpend lezen. Naar mijn mening zijn vier lessen voor begrijpend lezen te kort, aangezien de meeste leerlingen dit lastig vinden. Een ander onderdeel gaat bijvoorbeeld over stripverhalen opstellen. Mijns inziens wordt het doel van de bazarlessen om de Nederlandse taal van de leerlingen verder te ontwikkelen niet of in mindere mate bereikt met deze stripverhaallessen. Tevens vind ik vier lessen te lang voor dit onderdeel. De onderdelen die nu op het programma staan behoren bij het project Bazar. Op zich zijn de onderdelen goed, maar moeten aangepast worden om de taalontwikkeling van de leerlingen te bevorderen. De bazarlessen worden gegeven in een leslokaal. De leerlingen hebben geen mogelijkheid om gebruik te maken van verschillende bronnen. Voor ieder onderdeel van de bazarlessen krijgen de leerlingen materialen van de docent. De materialen voor de bazarlessen bestaan uit werkbladen en opdrachten. Door deze werkvorm vinden de leerlingen de bazarlessen eentonig. De leerlingen op de St. Jozefmavo krijgen voor elk vak les in zowel theorie- als computerlokaal. Behalve voor het vak Bazar. Uit ervaring blijkt dat de leerlingen tijdens de bazarlessen ook behoefte hebben om te werken met verschillende bronnen en werkvormen.

Vanaf het moment dat ik het probleem voor de bazarlessen heb geconstateerd, probeer ik het programma aan te passen, zodat de leerlingen gemotiveerd worden en de bazarlessen enigszins uitdagend vinden. Aangezien de bazarlessen ieder schooljaar worden gegeven, in het kader van het taalbeleid, wil ik het programma herzien.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 4

Page 5: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Mijn doel is om de bazarlessen aan te passen aan de belevingswereld van de leerlingen, zodat deze lessen leerzaam, effectief en uitdagender worden voor de leerlingen. Daarom ga ik het programma en de onderdelen herzien aan de 21st Century Skills. De leerlingen leven in de 21 ste eeuw. Deze eeuw biedt qua leren veel mogelijkheden aan de leerlingen. In deze eeuw leren de leerlingen niet alleen maar uit boeken maar ook veel van onder andere het internet. De leerlingen maken gebruik van de computers en leren door zelf te onderzoeken en samen te werken. Deze toepassingen worden niet gehanteerd tijdens de bazarlessen. In het herontwerp wil ik aandacht besteden aan de 21st Century Skills. In hoofdstuk twee wordt de 21st Century Skills beschreven en gekoppeld aan de bazarlessen.

1.3 Het doel

Het doel van het project Bazar is de leesvaardigheid van leerlingen bevorderen en leesplezier aanbieden. Daarnaast wordt met deze lessen getracht creatief bezig te zijn met de Nederlandse taal en wordt het lezen in boeken, kranten en tijdschriften bevorderd. De bedoeling is dat de leerlingen plezier krijgen in lezen en de Nederlandse taal qua leesvaardigheid en schrijfvaardigheid verder bevorderen.

Leerlingen aanzetten tot lezen is erg belangrijk. Dit kan door eenvoudige teksten met aansprekende onderwerpen aan te bieden in combinatie met praktische en gevarieerde werkvormen. De meeste vmbo-leerlingen zijn geen grote lezers. Ze kiezen in hun vrije tijd eerder voor sporten of uitgaan dan voor het lezen van een boek. Om het lezen een grotere plaats te geven bij deze groep leerlingen, die samen meer dan de helft vormen van de gehele bevolking van middelbare scholen in Nederland, heeft stichting lezen de aanzet gegeven tot het project Bazar. Dit project moet leesbevordering een structurele plek geven binnen het onderwijsprogramma van het VMBO. De St. Jozefmavo doet mee met het project Bazar en de lessen hieromtrent zijn onderdeel van het vak Nederlands (Broekhof, 2001).

Omdat lezen niet saai of schools is, zijn veel activiteiten gekoppeld aan andere culturele activiteiten, zoals film en muziek. Bazar is samengesteld vanuit de gedachte dat leesbevorderingsactiviteiten regelmatig terug moeten keren en over een langere periode moeten plaatsvinden (Broekhof, 2001).

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 5

Page 6: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

2 Visie

Hoofdstuk twee gaat over de visie van het onderwijs. In paragraaf 2.1 wordt er ingegaan op de visie van de onderwijsinstelling. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 de visie van de 21st Century Skills beschreven. Ten slotte wordt in paragraaf 2.3 de persoonlijke visie van zowel de onderwijsinstelling als de 21st Century Skills beschreven.

2.1 Visie onderwijsinstelling

De visie van de St. Jozefmavo is het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan een brede middengroep (qua intelligentie/leervermogen) kinderen in de regio, dat hen in staat stelt met een diploma later een zelfstandige, zelfbewuste en betrokken positie in de samenleving in te nemen. De St. Jozefmavo doet dit vanuit een context waarbij de leerling wordt gekend en erkend in zijn/haar uniekheid. St. Jozefmavo wil de missie van het onderwijs de komende jaren waar maken binnen de volledig zelfstandige context van de school (St. Jozefmavo, 2010).

Zoals St. Jozefmavo (2010) betoogt, is voor een succesvol schooltraject de driehoek ‘school’ – ‘leerling’ – ‘ouders’ van zeer groot belang. Het strategisch plan steekt natuurlijk met name in op de rol van de school in dit proces. De school verwacht van de leerlingen minstens een open instelling ten aanzien van het totaalaanbod op school en de discipline die daarbij behoort om voldoende inzet te betonen. Bij de ouders/verzorgers ligt de primaire verantwoordelijkheid voor een verantwoorde opvoeding van hun kind. Uiteraard kan de school hierbij ondersteuning bieden, echter de school kan niet als substituut optreden. Kleine kinderen met één of twee gezinnen zijn al jaren de norm. De aandacht van ouders focust zich dus sterk op hun kind en tevens beleven zij het gedrag van hun kind ook in een individuele context. Van school vragen/eisen zij maatwerk. Ondanks een uitgebreide ondersteunings- en begeleidingsstructuur is een school echter per definitie een omgeving van schoolprocessen en dynamica. De driehoek werkt alleen maar goed als zij zich van dat verschil bewust zijn en zich daarbij de redelijkheid van wat kan en mag binnen die context realiseren (St. Jozefmavo, 2010).

Kwalitatief hoogwaardig onderwijs is meer dan het aanleren van een hoeveelheid kennis en inzicht. Het gaat ook om een hele variëteit aan vaardigheden en een stuk levenshouding. St. Jozefmavo kent een hele diverse populatie en in de missie wordt er ook aangegeven dat elk individu zichzelf moet kunnen zijn.

In de missie/identiteit van de St. Jozefmavo staan een aantal aspecten centraal: Sterk insteken op kwaliteit van onderwijs, Regio, Diversiteit, Maatschappelijke waarden ontwikkeling en levenshouding (St. Jozefmavo, 2010).

2.2 Visie 21st Century Skills

Zoals Rosefsky Saavedra en Darleen Opfer (2012, p.4) laten zien, is het meest gehanteerde model in het voortgezet onderwijs kennisoverdracht. Docenten bieden feitenkennis aan via lessen en lesboeken. De leerlingen worden beoordeeld op basis van toetsen en vaste normeringen. Tegenwoordig proberen scholen de focus op kennisoverdracht te verminderen. Vaak lukt dit niet. De redenen hiervoor zijn:

Onderwijssystemen zijn moeilijk te wijzigen, en Het kennisoverdrachtmodel vraagt minder disciplinaire en pedagogische deskundigheid van

docenten dan het constructivistische model waarin leerlingen zelf actief werken aan vaardigheden en kennis.

Via het model van kennisoverdracht krijgen leerlingen de kans om kennis tot zich te nemen. Vaak krijgen leerlingen niet de kans om deze in andere contexten toe te passen, in te zetten bij het oplossen van problemen, of te gebruiken om creativiteit te ontwikkelen. Daarom is het model niet de meest effectieve manier om 21st Century Skills te ontwikkelen.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 6

Page 7: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Zoals Rosefsky Saavedra en Darleen Opfer (2012, p.4) laten zien, gaat de 21st Century Skills over vaardigheden, kennis, attitudes, waarden en ethiek. Deze begrippen worden onderscheid in vier categorieën:

Manieren van denken: creativiteit en innovatie, kritisch denken, problemen oplossen, de besluitvorming en leren leren (of metacognitie),

Manieren van werken: communicatie en teamwork, Hulpmiddelen voor het werken: algemene kennis-, informatie- en communicatietechnologie

(ICT), Wonen in de wereld: burgerschap, het leven, de carrière, persoonlijke en sociale

verantwoordelijkheid, met inbegrip van cultureel bewustzijn en competentie.

Zoals Rosefsky Saavedra en Darleen Opfer (2012, p.5) laten zien, hebben leerlingen de onderstaande zeven eigenschappen nodig om goed aan het werk te gaan met de 21st Century Skills:

Kritisch en probleemoplossend denken, Samenwerking en leiderschap, Wendbaarheid en aanpassingsvermogen, Initiatief en ondernemerschap, Effectieve mondelinge en schriftelijke communicatie, Toegang tot en het analyseren van informatie Nieuwsgierigheid en verbeelding.

Zoals Rosefsky Saavedra en Darleen Opfer (2012, p.5) laten zien, gaan de leerlingen die vaardigheden, attitudes, waarden en ethiek beheersen aan de slag met:

Onderzoeken van de wereld buiten hun directe omgeving, Herkennen van hun eigen perspectieven en die van anderen, Communiceren van ideeën met diverse doelgroepen, Maatregelen nemen om omstandigheden te verbeteren.

Zoals Rosefsky Saavedra en Darleen Opfer (2012, p.8) laten zien, kan de wetenschap van het leren worden samengevat in negen punten die allemaal gaan over hoe leerlingen 21st Century Skills kunnen leren en hoe pedagogiek nieuwe leerbehoeften kan creëren op het voortgezet onderwijs. Hieronder worden de 9 punten beschreven vanuit de Since of Learning:

1. Make it Relevant:Maak het relevant voor de leerlingen. De leerlingen leren feiten uit het hoofd. De leerlingen leren voor een toets. Na de toets vergeten de leerlingen de geleerde feiten. Wanneer zij daadwerkelijk iets moeten weten, zoeken zij het weer op het internet. Tijdens de lessen is er gebrek aan relevantie dat leidt tot een gebrek aan motivatie wat vervolgens leidt tot het verminderen van leren.

2. Teach Through the Disciplines:Laat de leerlingen leren door disciplines. Leren door discipline is niet alleen leren op het vakgebied, maar ook leren op het gebied van de vaardigheden die het vakgebied aanbiedt.

3. Simultaneously Develop Lover- and Higher-Oder Thinking Skills:Ontwikkel de denkvaardigheden van de leerlingen. De docent kan allerlei vragen stellen om de leerlingen te laten denken over een bepaald onderwerp. Het gaat niet alleen om denken, maar ook om toepassen van nieuwe kennis.

4. Encourage Transfer of Learning:Moedig overdracht van het leren aan. Leerlingen moeten de vaardigheden en kennis die zij krijgen van de ene discipline naar de andere toepassen. De leerlingen moeten ook de kennis die zij op school leren toepassen in hun eigen leven.

5. Tech Students to Learn to Learn:Leerlingen leren om te leren. Er is een grens aan de vaardigheden, attitudes en disposities die leerlingen kunnen leren door middel van het formele onderwijs. Leerlingen moeten bewust zijn hoe zij leren. Niet alleen leren is een cruciale vaardigheid maar ook activiteiten die metacognitie ontwikkelen. Vaardigheden, kennis, attitudes en strategieën hebben een effect op het leren.

6. Address Misunderstandings Directly:Maak misverstanden bespreekbaar. Leerlingen hebben veel misverstanden over hoe de wereld echt werkt. Leerlingen houden zich ook vast aan deze misverstanden totdat zij de werkelijkheid leren. Leerlingen geloven in wat ze zien en horen.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 7

Page 8: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Dit kan juist zijn, maar ook onjuist. Daarom is het belangrijk dat de leerlingen alles goed leren en zelf ook gaan onderzoeken.

7. Understand That Teamwork Is an Outcome and Promotes Learning:Samenwerken bevordert het leren. Om goed te kunnen leren, is het belangrijk om samen te werken. Leerlingen leren beter door samen te werken. Door te werken in tweetallen of in groepjes ontwikkelen de leerlingen hun metacognitie en communicatieve vaardigheden. Door deze samenwerking vervangen de leerlingen ook hun misverstanden.

8. Exploit Technology to Support Learning:Gebruik de nieuwe techniek om te leren. De technologie biedt mogelijkheden aan leerlingen om op verschillende manieren te leren. De leerlingen leren: problemen oplossen, kritisch denken te ontwikkelen en communicatieve vaardigheden, overbrengen naar verschillende contexten, reflecteren op hun denken en dat van hun leeftijdgenoten, oefenen aanpakken van hun misverstanden en samen te werken.

9. Foster Students’ Creativity:De creativiteit van de leerlingen bevorderen. Er zijn verschillende websites waarvan leerlingen kunnen leren en hun kennis kunnen delen. Op deze manier kunnen de leerlingen communiceren met andere leerlingen uit andere landen. Door het internet kunnen de leerlingen hun kennis verder ontwikkelen. Op internet zijn er talloze bronnen waar leerlingen gebruik van kunnen maken (Rosefsky Saavedra & Darleen Opfer, 2012).

2.3 Persoonlijke visie

Mijn persoonlijke visie op het onderwijs is de lessen aanpassen aan de belevingswereld van de leerlingen. De leerlingen leven in een tijd van informatie- en communicatietechnologie die continu onderhevig is aan verandering. De leerlingen moeten dan ook leren gebruikmaken van de ICT-middelen en op die manier kennis verwerven.

Mijn persoonlijke visie past meer bij de 21st Century Skills. De 21st Century Skills biedt veel mogelijkheden op het gebied van leren aan de leerlingen. De 21st Century Skills past bij de belevingswereld van de leerlingen, want de leerlingen zijn dagelijks bezig op het internet. De leerlingen hebben allemaal een mobiele telefoon. Thuis zijn de leerlingen ook bezig met het internet en met ICT. De leerlingen leren en communiceren buiten schooltijd via sociale media.

Op de St. Jozefmavo is het gebruik van ICT beperkt. De leerlingen kunnen gebruik maken van de computers en het internet. Helaas worden deze toepassingen niet gebruikt voor de bazarlessen. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen leer- en leesplezier krijgen op school. Dit kan door de bazarlessen aan te passen aan de belevingswereld van de leerlingen. Op deze manier kunnen de bazarlessen uitdagender zijn voor de leerlingen.

Leren kan op verschillende manieren. Leerlingen op het VMBO leren voornamelijk door te onderzoeken en zelf aan de slag te gaan. Zoals Simons (2013) betoogt, is het belangrijk dat de docenten digitale didactiek en e-learning mogelijkheden aanbieden, want op deze manier leren de leerlingen sneller en is het onderwijs ook uitdagender.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 8

Page 9: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

3 Keuze model

Hoofdstuk drie gaat over de onderwijsontwerpmodellen. In paragraaf 3.1 worden de vijf onderwijsontwerpmodellen uiteengezet met een theoretische onderbouwing. In paragraaf 3.2 wordt er een analyse gemaakt van de onderwijsontwerpmodellen. Deze onderwijsontwerpmodellen worden in subparagrafen verder uitgewerkt. In paragraaf 3.2.1 worden de stappen van de ontwerpmodellen beschreven. In paragraaf 3.2.2 worden de conceptuele verklaringen van de ontwerpmodellen beschreven. In paragraaf 3.2.3 worden de leertheoretische principes van de ontwerpmodellen beschreven. In paragraaf 3.2.4 worden de sterktes en zwaktes van de ontwerpmodellen beschreven. Ten slotte wordt in paragraaf 3.3 de keuze van de modellen beschreven.

3.1 De 5 onderwijsontwerpmodellen

Bestaande hulpmodellen kunnen een belangrijk hulpmiddel vormen bij het ontwerpen van een nieuw curriculum. In bijlage 1 is een beschrijving van 5 onderwijsontwerpmodellen opgenomen: ‘CS’ (Curriculair spinnenweb model van Van den Akker), ‘DCC’ (System-Approach model van Dick, Carey & Carey), ‘ADDIE’ (ADDIE model van Van den Akker & Thijs), ‘4CI/D’ (4 componenten model van Van Merriënboer) en ‘ARCS’ (Attention Televance Confidence Satisfaction model van Keller).

Hieronder worden de conclusies van de analyse van het onderwijsontwerpmodellen in subparagrafen gepresenteerd die verder te vinden zijn in de bijlagen.

3.1.1 Curriculair spinnenwebDe essentie van het Curriculair spinnenweb (Van den Akker) is het ontwikkelen van een samenhangend curriculum. Het instrument visualiseert de congruentie tussen visie (kern) en de negen ontwerp gerelateerde componenten (draden) en is daarmee een analysemodel (Van den Akker, 2003).

3.1.3 Systems Approach ModelHet Systems Approach Model (Dick, Carey & Carey) is een ontwerpmodel (systeemmodel) gebaseerd op negen opeenvolgende stappen. Bepaalde relaties tussen stappen zijn afhankelijk van evaluatie, welk een integraal onderdeel van dit ontwerpmodel vormt (Dick, Carey & Carey, 2009).

3.1.3 4C/ID ModelHet 4C/ID-model (Van Merriënboer) is een ontwerpmodel (systeemmodel) voor het aanleren van complexe cognitieve vaardigheden. De kern van het model is de taakbenadering; leerlingen leren door aan authentieke taken te werken. Het model beschrijft innovatief onderwijs dat is opgebouwd uit vier componenten: leertaken, ondersteunende informatie, procedurele informatie en deeltaakoefening (Van Merriënboer. 2011).

3.1.4 ADDIE Model Het ADDIE model (Van den Akker & Thijs) bestaat uit vijf kernactiviteiten die nodig zijn om een goed product te ontwikkelen. De vier kernactiviteiten volgen elkaar op als een cyclus. De vijfde kernactiviteit (evalueren) is een permanente controle- en bijsturingsactiviteit. Het ADDIE model kan gebruikt worden op leren vanuit elke visie om te ontwikkelen en te implementeren. Zoals Valcke (2010, p.375) betoogt, wordt het ADDIE model getypeerd als de standaardmodellen. De stappen van het ADDIE model weerspiegelen steeds de vijf hoofdstappen van de standaardmodellen.

3.1.6 ARCS ModelHet ARCS model (Keller) is bedoeld om ontwerpers een handreiking aan te bieden bij het ontwikkelen van leer- en instructieomgevingen die de motivatie van de leerlingen stimuleren. Dit model biedt motivatie als startpunt. Door het startpunt op motivatie als leren, heeft het ARCS model niet de alles omvattende ontwerppretentie van een systeemmodel.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 9

Page 10: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

3.2 Analyse ontwerpmodellen

In deze paragraaf wordt er een analyse gemaakt van elk ontwerpmodel. In paragraaf 3.2.1 worden de stappen: analyseren, ontwerpen/ontwikkelen en implementeren/evalueren toegelicht. In paragraaf 3.2.2 worden de ontwerpmodellen conceptueel verklaard. In paragraaf 3.2.3 wordt het leertheoretische principe van de ontwerpmodellen beschreven. Ten slotte wordt er in paragraaf 3.2.4 de sterkte en zwakte punten van de ontwerpmodellen beschreven.

3.2.1 Stappen ontwerpmodellen

Valcke (2010, p.373-375) beschrijft de taxonomie voor de ordening van ontwerpmodellen. Hij onderscheidt de volgende modellen: mediamodellen, productiemodellen, kookboekmodellen, standaardmodellen en systeemmodellen. De standaardmodellen behoren tot de ontwerpmodellen, omdat ze in één of andere vorm terug te vinden zijn in vrijwel alle hedendaagse ontwerpmodellen. In paragraaf 3.1 zijn vijf onderwijsontwerpmodellen beschreven. In deze subparagraaf worden deze ontwerpmodellen in stappen verder uitgewerkt. Zoals Valcke (2010) betoogt, zijn de systeemmodellen in de taxonomie de meest integrale benadering van onderwijsontwerpen. Deze zijn voor een analyse instrument te complex, daarom zijn de standaardmodellen gekozen. De vijf hoofdstappen in de standaardmodellen zijn: analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren (Valcke, 2010, p.375) Voor het analyse instrument zijn de vijf stappen teruggebracht tot drie stappen om een compacte analyse te bewerkstellingen: analyseren, ontwerpen / ontwikkelen en implementeren / evalueren.

Analyseren:Het Curriculair spinnenweb model kent geen enkele fase, zoals die zijn gedefinieerd in de systeemmodellen (Valcke, 2010, p.376). Het ontwerpmodel is een analyse instrument dat in elke fase toegepast kan worden, maar vooral geschikt is voor de analyse fase.

Het Systems Approach model kent een uitgebreide analyse fase die onderverdeeld is in: het bepalen van de leerdoelen, analyse van de instructiesituatie en het bepalen van het startgedrag. In dit model wordt de voorkennis vastgesteld (Dick, Carey & Carey, 2009).

Het 4C/ID model begint met de beschrijving van de complexe vaardigheden: analyseer de routine en niet-routine aspecten en stel de volgorde van taakklasse vast (Janssen-Noordman & Van Merriënboer, 2002).

Het ADDIE model begint met de analysefase. De analysefase gaat om het probleem, mogelijke oplossingen of de gewenste situatie vaststellen (Akker, van den & Thijs, 2009).

Het ARCS model is gericht op de motivatie van de leerlingen. Het model kent geen enkele fase, zoals die zijn gedefinieerd in de systeemmodellen. De stappen van het ARCS model zijn gericht op de motivatie van de leerling (Keller, 1987).

Ontwerpen/ontwikkelen:In het Systems Approach Model wordt op basis van de analysefase de leerdoelen geoperationaliseerd, wat uiteindelijk leidt tot een ontwerp. Deze fase bevat een terugkoppeling naar de analysefase, voor mogelijke revisie van het ontwerp (Dick, Carey & Carey, 2009).

De ontwerpfase van het 4C/ID-model valt uiteen in: ontwerpen van ondersteunende informatie, just-in-time informatie en deeltakoefening (JanssenNoordman & Van Merriënboer, 2002).

In het ADDIE model wordt de ontwerpfase gebruikt om de analyse te benutten om tot ideeën en ontwerpprincipes/ontwerpeisen te komen voor de ontwikkelen lessenreeks. Tijdens de ontwikkelingsfase wordt het ontwerpuitstel uitgewerkt tot een eerste product (Akker, van den & Thijs, 2009).

Implementeren/evalueren:Het Systems Approach Model bevat een formatieve- en summatieve evaluatie. Deze fase bevat een terugkoppeling naar de analysefase, voor mogelijke revisie van het ontwerp (Dick, Carey & Carey, 2009).

Het 4C/ID model bevat geen evaluatiefase (Janssen-Noordman & Van Merriënboer, 2002). De implementeren fase in het ADDIE model is een iteratief proces, waarbij de ontwikkelcyclus meermaals wordt doorlopen, net zo lang tot de ontwikkelopbrengsten bevredigend zijn. In de evaluatiefase wordt er nagaan of de ontwerpideeën, het ontwerpvoorstel, het prototype en/of de uiteindelijke lessenreeks voldoende relevant, consistent, bruikbaar en/of effectief zijn (Akker, van den & Thijs, 2009).

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 10

Page 11: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

3.2.2 Conceptuele verklaring ontwerpmodellen

Het spinnenweb model geeft aan dat de visie het uitgangspunt is. De draden om de visie vormen het geheel. De draden hebben allemaal met elkaar te maken, omdat ze allemaal aan elkaar verbonden zijn. Het ontwerpen of vernieuwen kan bij ieder component beginnen. Het System Approach model kan worden gebruikt om als basis het onderwijs te ontwerpen. Het 4C/ID model is gebaseerd op leerpsychologische inzichten: De Cognitive Load Theory (beperkte capaciteit werkgeheugen) en Self Determination Theory (intrinsieke motivatie) liggen aan dit model ten grondslag. Gebaseerd op principe van hele taak benadering. Het ADDIE model kan goed gebruikt worden in het onderwijs. Het model helpt om een goed onderwijs te ontwikkelen aan de hand van de evaluaties die na iedere kernactiviteit worden gehouden. Het ARCS model is verbonden met verschillende theorieën over motivatie. Centraal staat hierbij de Self-Efficacy theorie van Albert Bandura. Hiernaast zijn de 4 componenten gebaseerd op een combinatie van verschillende wetenschappelijke modellen: Aandacht: Behoeftenpiramide van Abraham Maslow (waarde en erkenning). Relevantie: Expectancy-Valuetheorie of Achievement Motivation van Allen Wigfield en Jacquellyne S. Eccles. Tevredenheid: Self Efficacy theorie van Albert Bandura. Vertrouwen: Behoeftenpiramide van Abraham Maslow (veiligheid en zekerheid) (Keller, 1987).

3.2.3 Leertheoretisch principe ontwerpmodellen

De onderwijsvisie van het spinnenweb zijn de 9 draden die vanuit de visie een geheel vormen. Het onderdeel visie staat centraal. De overige onderdelen zijn verbonden met de visie. Spinnenwebben zijn flexibel, maar dreigen toch te scheuren als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden mee bewegen. Daarom is het moeilijk om succesvolle curriculumvernieuwing te realiseren. De visie van dit model is niet verbonden met een specifieke leertheorie.

De leertheorie van het System Approach model is cognitivistisch leren. Cognitivistisch leren is het activeren van verschillende cognitieve processen tijdens leren. Deze processen zijn het selecteren van relevante informatie, het organiseren van binnenkomende informatie en het integreren van nieuwe informatie.

De visie van het 4C I/D model is dat men taken in zijn geheel inoefent en niet start met afzonderlijke deeltaken die dan later worden samengevoegd. Op die manier probeert men recht te doen aan de werkelijkheid waarin men de taak ook in zijn geheel zal moeten aanpakken. Tevens is het ook de bedoeling te werken met authentieke taken; dit zijn taken waarmee men later kan geconfronteerd worden buiten het trainingsprogramma. Centraal uitgangspunt van het 4C/ID-model is de gedachte dat het oude ‘systeemdenken’ in aparte vakken moeten worden losgelaten. Waar het traditionele denken uitgaat van het principe van ‘delen naar geheel’, waarbij de vakken leidend zijn voor de inrichting van het curriculum, gaat het 4C/ID-model uit van ‘geheel naar delen’. Daarbij zijn niet meer de vakgebieden leidend maar authentieke, betekenisvolle taken.

Het ADDIE model bestaat uit vijf kernactiviteiten. Deze kernactiviteiten zorgen voor het ontwikkelen van een goed product. Vier van de vijf kernactiviteiten volgen elkaar op als een cyclus. De vijfde kernactiviteit is evalueren. Dit is een permanente controle- en bijsturingsactiviteit, niet aan het eind maar gedurende het onderwijsproces. Door op verschillende momenten te evalueren, krijg je zicht op de kwaliteit van het ontwerp en krijg je mogelijke punten ter verbetering.

De visie van het ARCS model is verbonden met de leertheorie van het betekenisvol leren.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 11

Page 12: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

3.2.4 Sterkte / zwakte analyse ontwerpmodellen

De sterkte van het curriculair spinnenweb model: Het model is goed toe te passen in het onderwijs, Het model is geschikt voor elk niveau, Het model is geschikt voor elke docent, Alle onderdelen van het spinnenweb hebben een verband met elkaar, Een inconsistent curriculum zorgt ervoor dat het spinnenweb uit evenwicht raakt en breekt en

geeft een grotere kans op problemen bij de implementatie. Het voordeel is dat daardoor de consistentie eerder is gewaarborgd,

Het model streeft ernaar om allesomvattend te zijn en zo recht te doen aan de complexe en grillige praktijk van alledag waarin wordt lesgegeven en probeert rekening te houden met de verschillende stakeholders op verschillende niveaus.

De zwakte van het curriculair spinnenweb model: Het model is geen onderwijsontwerpmodel, maar een analysemodel, Het model is alleen in de vorm van een toetsing, Het model is te groot om op alle componenten je aandacht te richten. Hierdoor wordt het

model ook meer gezien als een goed analysemodel, maar een minder bruikbaar ontwerpmodel.

De Sterkte van het Systems Approach model: Het model is gedetailleerd uitgewerkt in een allesomvattend empirisch en herhaalbaar proces, De procesgerichte aanpak van het model is sterk, Vooraf is er veel analyse, De beginnende ontwerpers worden gesteund, Goed bruikbaar in beroeps- en bedrijfsopleidingen, Veel reflectie momenten.

De zwakte van het Systems Approach model: In het model wordt de aanwezige kennis van de lerende niet gebruikt als uitgangspunt, De verantwoordelijkheid van de lerende staat niet centraal, Het model gaat er van uit dat de docent verantwoordelijk is voor de instructie, Instructies zijn plaats- en tijdgebonden.

De sterkte van het 4C/ID model: Het model past bij verschillende typen onderwijs, De leerlingen kunnen goed aan het werk, Er is vrijheid om het uit te voeren, De voorkennis van de leerlingen/studenten worden naar voren gehaald, De verantwoordelijkheid ligt zowel bij docenten als leerlingen, Digitale middelen zijn goed te gebruiken bij dit model.

De zwakte van het 4C/ID model: Leertaak en analyse moeten vooraf goed vastgesteld zijn, In het model is er geen evaluerende fase, Leertaken en taaksituatie worden geadviseerd samen met beroepenveld te maken, Om het model toe te kunnen passen, moeten de leerlingen/studenten intensief aan het werk.

De sterkte van het ADDIE model: De ontwikkelcyclus kan meer dan eens worden doorlopen. Het goed doorlopen van deze

cyclus heeft als voordeel dat de drie meest basale vragen van een ontwerper, ongeacht het ontwerp, beantwoord worden:

- Wat wil ik bereiken? - Hoe wil ik dat bereiken? - Hoe weet ik of ik dat uiteindelijk heb bereikt? De zwakte van het ADDIE model:

Je moet als ontwikkelaar na iedere kernactiviteit het proces evalueren. De evaluatie kan te veel zijn.

De sterkte van het ARCS model:

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 12

Page 13: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Het model biedt inzicht in aspecten die van invloed zijn op motivatie, Het model is gericht om leerlingen/studenten te motiveren, Door het toepassen van dit model, krijgt de motivatie een belangrijke rol in het onderwijs, Het model stimuleert de leerlingen/studenten op de motivatie, Het model is ook buiten de context van het onderwijs goed toepasbaar.

De zwakte van het ARCS model: Het model biedt kleine stappen aan voor de motivatie van de leerlingen/studenten. Het model

kan onvolledig zijn tot het stimuleren van de motivatie. Het model geeft de verbinding tussen de componenten niet aan.

3.3 Keuze model

Na de analyse van de vijf onderwijsontwerpmodellen valt mijn keuze op het ARCS- en het ADDIE model. Het ARCS model bevordert en ondersteunt de motivatie van de leerlingen in hun leerproces. De reden dat ik voor dit model heb gekozen, is dat de leerlingen gemotiveerd moeten worden voor de bazarlessen. Het ARCS model is gericht op de motivatie van de leerlingen. Het model biedt inzicht in aspecten die van invloed zijn op motivatie. Tijdens het ontwerpen of analyseren komen de volgende punten aan bod: Attention – Aandacht, Relevance – Relevantie, Confidence – Tevredenheid & Satisfaction – Vertrouwen (Keller, 1987). Het ADDIE model is een ontwerpmodel. Het model helpt om een goed product te ontwerpen door de kernactiviteiten. De reden dat ik ook voor dit model heb gekozen, is dat het ADDIE model goed gebruikt kan worden om een programma te herzien. Met dit model kan ik een bestaand programma analyseren en verder ontwikkelen en ontwerpen. Dat wil ik gaan doen met de bazarlessen. Aan de hand van de stappen van het ADDIE model, kan ik gericht het programma voor de bazarlessen concreet mogelijk herontwerpen. Na het ontwerpen en uitvoeren wil ik het hele leerproces gaan evalueren aan de hand van het ADDIE model. Het ADDIE model ziet er als volgt uit: Analysis - Analyse van het probleem. Design - Ontwerp van de oplossing. Development - Ontwikkeling van de oplossing. Implementation - Implementatie van de oplossing in de praktijk. Evaluation - Evaluatie van de geïmplementeerde oplossing (Akker, van den & Thijs, 2009).

Het ARCS model voeg ik onder punt ‘Design’ toe, omdat dat punt over het ontwerp van de oplossing gaat. De punten over motivatie van het ARCS model kan ik goed gebruiken onder het punt ‘Design’. Tijdens mijn herontwerp wil ik de leerlingen motiveren. Vandaar dat ik voor het ARCS model heb gekozen.

4 Curriculumanalyse

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 13

Page 14: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Hoofdstuk vier gaat over de curriculumanalyse van de St. Jozefmavo. In paragraaf 4.1 wordt de curriculumanalyse beschreven aan de hand van het spinnenwebmodel over de St. Jozefmavo. De onderdelen van het spinnenwebmodel worden in subparagrafen van 4.1 uitgewerkt. In paragraaf 4.2 wordt er een conclusie getrokken omtrent de curriculumanalyse. In paragraaf 4.3 wordt de managementsamenvatting weergegeven van de curriculumanalyse.

4.1 Curriculumanalyse van de St. Jozefmavo

De curriculumanalyse wordt gemaakt aan de hand van het spinnenwebmodel van Van den Akker (figuur 1). Ik heb voor dit model gekozen, omdat het een analysemodel is. Dit model helpt om een bestaand model te analyseren en het opnieuw te ontwerpen. Het model bestaat uit een aantal stappen. Bij iedere stap kan je de situatie goed beschrijven waardoor je makkelijk een herontwerp kan maken.

“Figuur 1: Het spinnenwebmodel. Bron: Van den Akker & Thijs, 2009, p.12”

Op de St. Jozefmavo wordt het project Bazar dat door stichting Lezen is ontworpen uitgevoerd. Op de St. Jozefmavo wordt er niet gewerkt met de methode van het project zelf. Op de St. Jozefmavo is er een programma opgericht waar de onderdelen van het project Bazar plaats vinden. Daarnaast wordt er aan het doel van het project bazar gewerkt.

Met dit analysemodel ga ik de bazarlessen wat momenteel gegeven wordt op de St. Jozefmavo analyseren. Ik ga het programma van de bazarlessen met behulp van het curriculaire spinnenweb model analyseren. Voor de analyse ga ik gebruik maken van de methode wat voor de bazarlessen wordt gebruikt. Daarnaast ga ik de gesprekken die ik heb gevoerd met de teamleider, collega´s en leerlingen gebruiken in de analyse.

Het huidige programma biedt geen variatie in werkvormen. Voor het herontwerp wil ik gebruik maken van samenwerkingsvorm, het internet, ICT toepassingen, visueel materiaal en onderzoeksvorm. De punten voor een goed onderwijs die voorkomen in de 21st Century Skills wil ik toepassen in het herontwerp. De reden om de curriculum van de bazarlessen te analyseren is dat de onderdelen van de bazarlessen niet leerzaam en uitdagend genoeg zijn voor de leerlingen. De docenten die de bazarlessen geven en de leerlingen die bazarlessen krijgen geven dit vaak aan.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 14

Page 15: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

De onderdelen van de bazarlessen sluiten niet op elkaar aan. De onderdelen bestaan uit losse materialen. Daarnaast werken de leerlingen zelfstandig en uit werkbladen. De leerlingen willen leren met verschillende didactische werkvormen. Voor de bazarlessen krijgen de leerlingen geen beoordeling. De leerlingen geven aan dat zij een beoordeling willen voor het werk dat zij verrichten. Zonder een beoordeling vinden de leerlingen dat zij de bazarlessen voor niets volgen en worden hierdoor gedemotiveerd voor het vak. Een analyse voor de bazarlessen is in dit geval nodig.

“Figuur 2: De tien onderdelen van het curriculum. Bron: Van den Akker & Thijs, 2009, p.12”

4.1.1 Visie - Waartoe leren zij?Algemene visie van de St. Jozefmavo:Het streven van de St. Jozefmavo voor de komende jaren is om de missie waar te maken binnen de volledig zelfstandige context van de school. St. Jozefmavo wil dat de leerlingen deze school verlaten met een diploma en daarnaast zich goed kunnen redden in de maatschappij (St. Jozefmavo, 2010). St. Jozefmavo biedt verschillende vakken aan de leerlingen, onder andere Nederlands en het project Bazar zodat de leerlingen sterker worden in de Nederlandse taal en zich na het voorgezet onderwijs verder kunnen ontwikkelen. De leerlingen op de St. Jozefmavo leren de Nederlandse taal om goed te kunnen lezen, schrijven en te spreken in de maatschappij en voor een beter toekomst.

Het doel van het project Bazar is leerlingen bevorderen in de Nederlandse taal en op een creatieve manier leesplezier aanbieden. De visie en het doel van de St. Jozefmavo en het project Bazar lopen op één lijn. Maar in de praktijk loopt het anders met het project Bazar. Dit komt mede doordat de methode van het project zelf niet wordt gebruikt op de St. Jozefmavo. De bazarlessen liggen dus niet op één lijn met de visie van de St. Jozefmavo. De bedoeling is dat na het herontwerp de visie van St. Jozefmavo en de bazarlessen op één lijn liggen.

Goede wijziging zou kunnen zijn om aandacht te besteden aan de vaardigheden van de 21ste

Century Skills om de bazarlessen te koppelen aan de visie van St. Jozefmavo en om het doel van het project Bazar te behalen. Met de 21st Cenury Skills gaat het om leren met elkaar, leren met verschillende didactische werkvormen, leren met behulp van onderzoeken en creativiteit.

De bedoeling van de bazarlessen is dat de leerlingen de leesvaardigheid bevorderen en met plezier lezen. Het gaat om lezen in boeken, kranten en tijdschriften. Daarnaast is de bedoeling dat de taal aangeboden wordt op een creatieve manier en de schrijfvaardigheid bevorderen. De bazarlessen moeten aangeboden worden in combinatie met praktische en gevarieerde werkvormen. Om lezen niet saai of schools over te brengen, moeten veel activiteiten gekoppeld worden aan andere culturele activiteiten, zoals film en muziek (Broekhof, 2001). 

De bazarlessen worden momenteel klassikaal gegeven en voldoen niet aan de eisen van het project Bazar. De leerlingen krijgen werkbladen en gaan vervolgens aan het werk. Tijdens de bazarlessen worden er geen gebruik gemaakt van ICT mogelijkheden. Er zijn weinig didactische werkvormen ter beschikking in het programma. De leerlingen gaan vaak zelfstandig aan het werk. Hierdoor zijn de bazarlessen niet uitdagend voor de leerlingen. De leerlingen willen meer variatie. Dat kan door aanpassen van het programma aan de 21st Century Skills. De 21st Century Skills biedt veel vaardigheden aan de leerlingen. De leerlingen kunnen van en met elkaar leren. De leerlingen kunnen leren door het internet. Het is belangrijk dat de leerlingen de bazarlessen uitdagend en leerzaam ervaren zodat zij de lees- en schrijfvaardigheid kunnen bevorderen.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 15

Page 16: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Voor het herontwerp ga ik gebruik maken van ICT vaardigheden. De leerlingen gaan elke bazarles werken op de computer. Er komt een blog voor de bazarlessen waar de leerlingen alle onderdelen kunnen vinden. Met behulp van het blog hebben de leerlingen een overzicht van de bazarlessen. Er zijn verschillende onderdelen waarbij de leerlingen de lees-, schrijf- en denkvaardigheid kunnen bevorderen. Daarnaast zijn er creatieve opdrachten. De onderdelen bevatten visuele aspecten zodat de lessen ook aantrekkelijk blijven voor de leerlingen.

4.1.2 Doelen - Waarheen leren zij?Supra niveau:Onderwijs in de Nederlandse taal heeft tot doel de taalvaardigheid van leerlingen te vergroten. Brede beheersing van de taal maakt het leerlingen mogelijk om intensief deel te nemen aan de verschillende aspecten van het maatschappelijk leven, nu en in de toekomst. Beheersing van de Nederlandse taal is onontbeerlijk bij het verwerven van inhoud en vaardigheden in alle leergebieden. In het funderend onderwijs is onderwijs in de Nederlandse taal daarom van grote betekenis.

De kern van het vak bestaat uit het verwerven, verwerken en presenteren van informatie en meer algemeen uit het leren communiceren met behulp van de Nederlandse taal. Daarbij gaat het steeds ook om mengvormen van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid, zoals een mondelinge presentatie die wordt ondersteund door geschreven teksten en beeldmateriaal (Boer, 2007)Het doel van de bazarlessen op supra niveau is de Nederlandse taalvaardigheid verbeteren.

Macro niveau:Het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan een brede middengroep (intelligentie/leervermogen) kinderen in de regio, dat hen in staat stelt met een diploma later een zelfstandige, zelfbewuste en betrokken positie in de samenleving in te nemen. De St. Jozefmavo doet dit vanuit een context waarbij de leerling wordt ‘gekend’ en ‘erkend’ in zijn/haar uniekheid (St. Jozefmavo, 2010). Het doel van de bazarlessen op macro niveau is kwalitatief onderwijs verzorgen.

Meso niveau:Het doel van de bazarlessen op meso niveau is de leerlingen bevorderen in de Nederlandse taal zodat zij zich goed kunnen functioneren in de maatschappij (Broekhof, 2001). 

Micro niveau:Het doel van de bazarlessen op micro niveau is de leesvaardigheid verbeteren en leesplezier aanbieden. Daarnaast creatief bezig zijn met taal (Broekhof, 2001). 

Nano niveau:Het doel van de bazarlessen op nano niveau is dat de leerling de Nederlandse taal goed leren lezen en schrijven (Broekhof, 2001). 

Het einddoel van de bazarlessen is de leesvaardigheid verbeteren en leesplezier aanbieden. Daarnaast creatief bezig zijn met de taal. Door de inhoud van de onderdelen die momenteel worden aangeboden, passen niet meer bij het einddoel.

De visie van de St. Jozefmavo is om de leerlingen de Nederlandse te taal leren om beschaafd te kunnen lezen, schrijven en te spreken in de maatschappij en voor een beter toekomst. Met de vaardigheden die de 21st Century Skills aanbiedt, kunnen we de bazarlessen inhoudelijk aanpassen om de doelen van de bazarlessen en van de St. Jozefmavo te behalen. Met de vaardigheden van de 21ste Century Skills en de doelen van zowel de bazarlessen als St. Jozefmavo passen we het huidige programma van de bazarlessen aan. Door middel van de vaardigheden die 21st Century Skills aanbiedt, bevorderen de leerlingen de Nederlandse taal op een leerzame en uitdagende manier.

4.1.3 Inhoud - Wat leren zij?De leerlingen leren de Nederlandse taal beter door middel van de bazarlessen. Door deze bazarlessen krijgen de leerlingen meer steuning voor het vak Nederlands. De leerlingen zijn dan zowel bezig met lezen als schrijven. De bazarlessen bestaan uit verschillende onderdelen. Bij elk onderdeel leren de leerlingen iets anders. Hieronder worden de onderdelen van de bazarlessen voor het herontwerp beschreven. In het huidige programma zijn aantal onderdelen niet te vinden. Er zijn nieuwe onderdelen toegevoegd om betere resultaten te boeken voor de bazarlessen en om het einddoel te behalen. De onderdelen zijn aangepast aan de vaardigheden van de 21st Century Skills.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 16

Page 17: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

De inhoud en de doelen van ieder onderdeel:- Muziek & Poëzie: De leerlingen leren een gedicht schrijven. De leerlingen bevorderen de lees-

en schrijfvaardigheid.- Stripverhalen: De leerlingen bevorderen hun leesvaardigheid. Daarnaast maken de leerlingen

hun eigen stripverhaal. Op deze manier leren de leerlingen creatief bezig zijn met taal.- Geheimschrift: De leerlingen bevorderen hun schrijfvaardigheid. De leerlingen oefenen met

taal en spelling.- Film: De leerlingen kijken naar een film waarbij ze ook opdrachten moeten maken. De

leerlingen bevorderen hun luistervaardigheid.- Spreekwoorden: De leerlingen leren spreekwoorden waarbij zij hun woordenschat en kennis

over spreekwoorden verbreden.- Elfje maken: De leerlingen leren creatief denken. De leerlingen oefenen met

schrijfvaardigheid.- Online Nederlands oefenen: De leerlingen oefenen met de Nederlandse taal. De leerlingen

leren spelling, grammatica en taal.- Verhaalopdracht: De leerlingen bevorderen hun leesvaardigheid. Daarnaast leren de

leerlingen om een verhaal te schrijven. Hierbij leren de leerlingen denken en schrijven op een creatieve manier (Broekhof, 2001). 

4.1.4 Leeractiviteiten - Hoe leren zij?Op dit moment leren de leerlingen de Nederlandse taal door middel van de kennis die de docent aanbiedt met verschillende activiteiten en werkvormen. In het huidige programma zijn er klassikale en individuele werkvormen. De werkvormen die momenteel worden aangeboden passen niet bij de vaardigheden van de 21st Century Skills. De werkvormen waarmee de leerlingen gaan leren na het herontwerp dat aangepast is aan de 21st Century Skills zijn; 

- Klassikale vorm: de docent geeft klassikale uitleg over de onderdelen. Het onderdeel film bekijken de leerlingen klassikaal.

- Samenwerkingsvorm: bij de meeste onderdelen gaan de leerlingen in tweetal of groepjes aan de slag zodat ze van en met elkaar kunnen leren.

- Instructievorm: bij elk onderdeel wordt er instructie gegeven. De instructie van ieder onderdeel staat op het blog.

- Spelvorm: de leerlingen leren de Nederlandse taal door middel van een spelvorm. Hiermee zijn de leerlingen ook creatief aan het werk.

- Digitale werkvorm: de leerlingen leren door ICT vaardigheden. De leerlingen werken met een blog. De leerlingen bekijken filmpjes, leren online en maken gebruik van het internet.

4.1.5 Rol leraar - Hoe is rol van leraar bij hun leren?Op dit moment is het zo dat de leraar per onderdeel uitgebreide uitleg geeft en voor de materialen zorgt. De leerlingen kunnen pas aan het werk wanneer zij de opdracht van de leraar hebben gekregen. Vanuit de visie geredeneerd zou het beter zijn als de rol van de leerlingen groter zou worden dan de rol van de leraar. Dat zouden we concreet kunnen doen door de leerlingen meer verantwoordelijkheid te geven en ervoor zorgen dat de leerlingen zonder directe hulp van de leraar direct aan het werk kunnen. De leraar kan op de achtergrond optreden. De leraar kan de leerlingen motiveren en stimuleren tijdens de bazarlessen.

4.1.6 Materialen en bronnen - Waarmee leren zij?In het huidige programma leren de leerlingen van losse materialen zoals werkbladen, tekenen, boek lezen en film kijken. Na het herontwerp gaan de leerlingen leren door middel van een blog. Op dat blog komen de onderdelen van de bazarlessen. Momenteel zijn de onderdelen van de bazarlessen nergens te vinden voor de leerlingen. Hierdoor hebben de leerlingen ook geen overzicht van de lessen. De leerlingen gaan leren door visueel materiaal, zoals plaatjes en filmpjes. De leerlingen gaan leren door middel van online materiaal, boeken en tijdschriften. Daarnaast gaan de leerlingen leren op een creatieve manier. Leerlingen gaan gedichten schrijven en zelf stripverhalen ontwerpen. De materialen en bronnen worden op school aangeboden. De leerlingen gaan ook leren met behulp van het internet en door samen werken.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 17

Page 18: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

4.1.7 Groeperingsvorm - Met wie leren zij?Tijdens de bazarlessen leren de leerlingen merendeels individueel. Zij leren ook van en met elkaar, maar de groepsopdrachten zijn minder dan de zelfstandige opdrachten. In het herontwerp gaan de leerlingen vaker samen werken om meer van en met elkaar te leren. Tevens leren de leerlingen van de docent. De docent geeft uitleg en begeleidt de leerlingen.

4.1.8 Locatie - Waar leren zij?In het huidige programma leren de leerlingen in het klaslokaal. Voor het herontwerp gaan de leerlingen leren in het computerlokaal zodat zij gebruik kunnen maken van de computer om vervolgens op internet verder te kunnen leren.

4.1.9 Tijd - Wanneer leren zij?De leerlingen leren wanneer zij samen aan het werk zijn en wanneer de leerlingen gebruik kunnen maken van verschillende bronnen. Momenteel worden er tijdens de bazarlessen geen verschillende bronnen aangeboden. Hierdoor blijft het leren voor de leerlingen beperkt.

4.1.10 Toetsing - Hoe wordt hun leren getoetst?Op dit moment worden de leerlingen niet getoetst voor de bazarlessen. De leerlingen weten dat zij geen cijfer krijgen voor de bazarlessen. Daarom werken vaak de meeste leerlingen niet serieus. Deze leerlingen worden hierdoor gedemotiveerd. Met het herontwerp worden de leerlingen wel getoetst. Aan het eind van iedere periode wordt er door de docent een beoordeling gegeven op het gedrag, motivatie en inzet van de leerlingen. De beoordeling bestaat uit Onvoldoende, Voldoende of Goed. De beoordeling komt iedere periode op het rapport te staan.

Het begrip motivatie kan als volgt gedefinieerd worden: “Mensen zijn gemotiveerd als zij bereid zijn zich te engageren in een taak of activiteit (keuze) en inzet te leveren om de taak of activiteit af te ronden.” (Martens en Boekaerts, 2007, p.23).

Daarnaast worden de leerlingen twee keer in het schooljaar getoetst op de onderdelen die zij tijdens de steunlessen hebben gehad. De toets bestaat uit taal, spelling, grammatica, begrijpend lezen en schrijven. Wanneer de leerlingen voor alle onderdelen een goed scoren, behalen zij een certificaat. De leerlingen die geen goed hebben behaald, kunnen aan het eind van het schooljaar de toets nogmaals maken om het certificaat te behalen. Op deze manier worden de leerlingen gestimuleerd om de steunlessen goed te volgen en de eindtoets met een certificaat te behalen.

4.2 Conclusie

Vanuit deze curriculumanalyse ben ik tot conclusie gekomen dat de bazarlessen op de St. Jozefmavo gegeven worden vanuit losse materialen, waardoor het programma niet uitdagend genoeg is voor de leerlingen. De 21st Century Skills biedt veel vaardigheden aan de leerlingen die zij terug willen zien in de lessen. Dit is niet het geval bij de bazarlessen. De reden dat ik het programma van de bazarlessen wil herontwerpen is dat de lessen niet voldoen aan de eisen van de 21st Century Skills. Naar aanleiding van de gesprekken die ik heb gevoerd met de docenten en leerlingen concludeer ik dat de bazarlessen die momenteel gegeven worden niet uitdagend genoeg zijn voor de leerlingen. De leerlingen zijn gedemotiveerd voor het vak. Na het herontwerp van de bazarlessen kunnen de leerlingen leren met de vaardigheden die de 21ste Century Skills aanbiedt.

De bazarlessen liggen niet op één lijn met de visie van de St. Jozefmavo. Goede wijziging zou kunnen zijn om aandacht te besteden aan de 21st Century Skills zodat de leerlingen op verschillende vaardigheden kunnen leren. Daarnaast moet er aandacht besteedt worden aan de visie van de St. Jozefmavo, want in de visie wordt er duidelijk aangegeven dat de school de Nederlandse taal wil bevorderen zodat de leerlingen beschaafd kunnen lezen, schrijven en spreken in de maatschappij en voor een beter toekomst.

In mijn leerontwerp ga ik de onderdelen van de bazarlessen aanpassen aan de 21st Century Skills. Daarnaast ga ik een beoordeling opzetten voor de bazarlessen om de motivatie van de leerlingen op peil te houden. Met het herontwerp zal er tijdens de bazarlessen gewerkt worden naar het einddoel, namelijk; de leesvaardigheid verbeteren en leesplezier aanbieden. Daarnaast creatief bezig zijn met de taal.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 18

Page 19: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

5 Het ontwerp

Hoofdstuk vijf gaat over het ontwerp. In paragraaf 5.1 worden de stappen van het ADDIE model beschreven. Deze stappen worden in subparagrafen toegelicht. Paragraaf 5.1.1 gaat over de analyse van het probleem. Paragraaf 5.1.2 gaat over het ontwerp van de oplossing. In deze paragraaf wordt het ARCS model beschreven. Het ARCS model is gekoppeld aan het ADDIE model. De stappen van deze modellen gaan over het ontwerp. In paragraaf 5.1.2.1 wordt de aandacht van het ontwerp beschreven. In paragraaf 5.1.2.2 wordt de relevantie van het ontwerp beschreven. In paragraaf 5.1.2.3 wordt de tevredenheid van het ontwerp beschreven. Ten slotte wordt er in paragraaf 5.1.2.4 de vertrouwen van het ontwerp van het ARCS model beschreven. Paragraaf 5.1.3 gaat weer verder met het ADDIE model. In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de oplossing beschreven. Paragraaf 5.1.4 gaat over de implementatie van de oplossing. Ten slotte gaat paragraaf 5.1.5 over de evaluatie van de geïmplementeerde oplossing.

5.1 Het ADDIE model

In de analyse van de modellen is de conclusie van de analyse geweest dat het ADDIE model zich goed leent voor het ontwerp van dit stuk onderwijs vanwege de concrete stappen die het model aanbiedt. Daarnaast biedt het model het ontwerp aan waarbij deze stap goed gebruikt kan worden voor het herontwerp van de bazarlessen. In het ADDIE model komt het ARCS model terug. Het ARCS model is gericht om de motivatie van de leerlingen te stimuleren. Het model biedt inzicht in aspecten die van invloed zijn op motivatie.

5.1.1 Analysis - Analyse van het probleem:Op de St. Jozefmavo wordt het project Bazar dat door stichting Lezen is ontworpen uitgevoerd. Dit project is op de St. Jozefmavo genoemd naar de bazarlessen. Het project behoort tot het vak Nederlands. Het programma van de bazarlessen staat al aantal jaren vast. Het programma bestaat uit verschillende onderdelen die losse materialen aanbieden. Het programma biedt geen ICT mogelijkheden aan. De onderdelen van de bazarlessen voldoen niet aan het einddoel van het project Bazar. Daardoor is een herziene programma voor dit vak nodig.

De leerlingen en de docenten die de bazarlessen geven, vinden het programma dat voor de bazarlessen is opgesteld niet meer leerzaam. Wanneer het programma wordt vergeleken met het doel van het project Bazar, moeten de onderdelen van de bazarlessen aangepast worden. Het probleem is dat de bazarlessen niet leerzaam en uitdagend genoeg zijn voor de leerlingen. De leerlingen willen les met de vaardigheden van de 21st Century Skills. De vaardigheden zoals; gebruik maken van de computer, het internet, online lesmateriaal, visueel materiaal en samenwerken. De leerlingen leven in een wereld vol met technologie. De computer, het internet en de beeldmaterialen horen allemaal bij de technologie. De leerlingen willen dat die wereld ook verder gaat in het onderwijs. Het einddoel van het project Bazar is leerzamer voor de leerlingen wanneer 21st Century Skills wordt toegepast, want de leerlingen kunnen door samenwerken en door gebruik maken van de ICT toepassingen meer leesplezier krijgen en de Nederlandse taal creatief bevorderen.

Ik ga het programma van het project Bazar dat op de St. Jozefmavo wordt gegeven herzien. Het programma bestaat uit losse onderdelen en losse materialen waar de leerlingen vervolgens niets mee kunnen doen. De onderdelen en materialen sluiten elkaar niet aan waardoor het einddoel van het project Bazar niet concreet toegepast kan worden. De leerlingen vinden deze manier van werken niet prettig. De leerlingen ervaren deze manier van werken niet leerzaam en uitdagend genoeg. De docenten merken dit ook bij de leerlingen. De leerlingen worden gedemotiveerd voor het vak Bazar. Ik ga het hele programma van het project Bazar dat op de St. Jozefmavo wordt gegeven aanpassen. De onderdelen voor de bazarlessen worden onder het kopje ‘design’ verder uitgewerkt. De onderdelen worden aangepast aan de visie van zowel de St. Jozefmavo als 21st Century Skills en gewerkt naar het einddoel van de bazarlessen, namelijk de leesvaardigheid van de leerlingen bevorderen en leesplezier aanbieden. Daarnaast creatief bezig zijn met de taal.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 19

Page 20: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

De doelgroep is de vmbo-leerlingen van leerjaar 2. Deze leerlingen hebben motivatieproblemen. Als de bazarlessen niet uitdagend genoeg zijn, daalt de motivatie enorm waardoor deze leerlingen niets meer doen. De leerlingen zijn heel erg geïnteresseerd in werken achter de computer en snel aan de slag gaan. Om de motivatie tijdens de bazarlessen te stimuleren, wil ik het ARCS model gebruiken. Het ARCS model is gericht op de motivatie van de leerlingen. Het model werkt naar de motivatie toe. Het ARCS model wordt onder het kopje ‘design’ uitgewerkt.

5.1.2 Design - Ontwerp van de oplossing:Het programma van de bazarlessen wordt aangepast aan de vaardigheden van de 21ste eeuw. Met het huidige programma krijgen de leerlingen eentonige lessen. De leerlingen werken meer met losse werkbladen. Het huidige programma biedt geen verschillende werkvormen aan. Het herziene programma gaat verschillende didactische werkvormen aanbieden. De leerlingen gaan op de computer aan het werk. Er komt een blog over de bazarlessen voor de leerlingen en docenten waar alle onderdelen met de opdrachten te vinden zijn. De leerlingen kunnen via dat blog bij de onderdelen van de bazarlessen komen en direct op een duidelijke manier aan het werk. De leerlingen gaan aan het werk met verschillende didactische werkvormen. De leerlingen kunnen gebruik maken van het internet. Daarnaast worden er veel visuele opdrachten aangeboden. De gemaakte opdrachten bewaren de leerlingen in hun bazarschrift, zodat ze alles verzamelen en de opdrachten niets voor niets maken. De verschillende onderdelen van het ARCS model worden hieronder uitgewerkt.

5.1.2.1 Attention – Aandacht:De aanwezigheid van de plaatjes en filmpjes op het blog dient voortrek van de aandacht en het sluit aan op het niveau van de leerlingen, zodat ze gemotiveerd worden om de bazarlessen te volgen. Daarnaast zijn de opdrachten ontworpen en de taal beschreven op het niveau van de leerlingen.

5.1.2.2 Relevance – Relevantie:Om de lessen relevant te maken en het einddoel van de bazarlessen te behalen, is het huidige programma herontworpen. De onderdelen zijn ontworpen met de 21st Century Skills. De leerlingen gaan samen werken om met en van elkaar te leren. De leerlingen gaan gebruik maken van het blog. Op het blog staan de onderdelen voor de bazarlessen. De leerlingen gaan gebruik maken van het internet. De leerlingen gaan opdrachten uitwerken met Microsoft Word. Daarnaast gaan de leerlingen ook vaak samen werken.

5.1.2.3 Confidence – Tevredenheid:Om de leerlingen tevreden te stellen met het werk dat zij maken, geven de docenten een beoordeling. Bij het huidige programma kregen de leerlingen geen beoordeling op het werk van de bazarlessen. Dit zorgde voor ongemotiveerde leerlingen waardoor er weinig of niets werd gedaan tijdens de bazarlessen. Bij het herontwerp krijgt het onderdeel tevredenheid ook aandacht. De leerlingen willen tevreden zijn over het werk en daartegenover willen de leerlingen beoordeeld worden. Vooral als de leerlingen goed hun best doen. Na het herontwerp van de bazarlessen wordt hier extra aandacht aan besteedt.

5.1.2.4 Satisfaction – Vertrouwen:Om het vertrouwen van de leerlingen te winnen, worden de leerlingen beoordeeld op het werk dat zij uitvoeren tijdens de bazarlessen. De leerlingen vragen ook om een beoordeling van het vak Bazar. Zonder een beoordeling, worden de leerlingen snelle gedemotiveerd voor dit vak. De leerlingen willen iets terug voor het werk dat zij uitvoeren. In dit geval gaat het om een beoordeling. De leerlingen worden tijdens de bazarlessen beoordeeld op hun motivatie, inzet, gedrag en houding. Hiervoor kunnen de leerlingen aan het einde van iedere periode een onvoldoende, voldoende of een goed halen. Deze beoordeling komt iedere periode op het rapport te staan. Daarnaast worden de leerlingen ook beoordeeld op de inhoud van de bazarlessen. Na periode twee en vier krijgen de leerlingen een toets over de onderdelen van de bazarlessen die zij hebben gehad. Dit is een schriftelijke toets. Voor deze toets kunnen de leerlingen een onvoldoende, voldoende of goed halen. De leerlingen die een goed behalen, krijgen een certificaat. Het certificaat is een bewijs dat die leerlingen de inhoud van de bazarlessen goed beheersen en tijdens de lessen goede motivatie, inzet, gedrag en houding hebben vertoond.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 20

Page 21: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

5.1.3 Development - Ontwikkeling van de oplossing:Het programma van de bazarlessen is herontworpen. Er is een blog gemaakt voor de leerlingen. De onderdelen van de bazarlessen staan op dat blog. Het blog is bestemd voor zowel docenten als leerlingen: www.mevrouwoz.wordpress.com. Voor de docenten is er een dropbox account aangemaakt waarin de docentenhandleidingen van ieder onderdeel met antwoorden te vinden zijn. Daarnaast staan de toetsen met antwoorden ook op de dropbox. Hier kunnen alleen de docenten bij. Dit materiaal is niet toegestaan voor de leerlingen, vandaar dat het materiaal is geplaatst in de dropbox.

De onderdelen van de bazarlessen zijn als volgt:

Elfje maken Film Geheimschrift Muziek & Poëzie Online Nederlands oefenen Spreekwoorden Stripverhalen Verhaalopdracht

De eerste bazarles is een instructieles. De leerlingen krijgen deze les een PowerPoint met uitleg te zien. Deze PowerPoint is te vinden op het blog onder het kopje ‘instructie bazarlessen’. Daarnaast staat de indelingen van de onderdelen voor elke klas onder dit kopje. Zowel de leerlingen als docenten kunnen zien wanneer zij welk onderdeel gaan behandelen. Op het blog staan alle onderdelen die bij het project Bazar horen. De onderdelen zijn concreet mogelijk uitgewerkt zodat de leerlingen goed aan het werk kunnen.

Het ontwerp van de bazarlessen wordt gepresenteerd op www.mevrouwoz.wordpress.com onder het kopje ‘bazarlessen klas 2’. Op de startpagina staat een welkomstekst. Boven aan het blog staan de indelingen. Dit blog wordt ook gebruikt voor het vak aardrijkskunde, omdat ik naast het coördineren van de bazarlessen het vak aardrijkskunde geef op de St. Jozefmavo. Onder het kopje ‘bazarlessen klas 2’ staan alle onderdelen voor de bazarlessen uitgewerkt voor de leerlingen. Onder dit kopje staan alle onderdelen per pagina beschreven. Het ontwerp is zodanig groot dat het te veel is om het in dit document te plaatsen. Vandaar dat het blog in dit document wordt gepresenteerd.

5.1.4 Implementation - Implementatie van de oplossing in de praktijk:De docenten van team 2 geven bazarlessen aan de tweede jaars leerlingen. De coördinatie van de bazarlessen beheer ik. Na gesprekken, vergaderingen en het bijwonen van lessen ben ik tot conclusie gekomen om de bazarlessen aan te passen. Het herontwerp van de bazarlessen gaan voornamelijk over de 21st Century Skills. Want de 21st Century Skills biedt vaardigheden aan het onderwijs waarmee de leerlingen gebruik kunnen maken van verschillende didactische werkvormen.

Het huidige programma biedt geen variatie aan in het leren. De docenten die de bazarlessen geven vinden dit ook. Na de gesprekken met mijn collega´s over de bazarlessen ben ik begonnen met het herontwerpen van het programma. Tussendoor heb ik het herontwerp besproken met de teamleider. Nadat het herontwerp klaar was, heb ik dit gepresenteerd tijdens de vergadering. De docenten die bazarlessen geven waren enthousiast over het herontwerp. De docenten vinden het fijn dat de onderdelen zijn aangepast en duidelijk is gepresenteerd op een blog.

5.1.5 Evaluation - Evaluatie van de geïmplementeerde oplossing:Tijdens de vergadering heb ik het blog en de lessen gepresenteerd aan mijn collega's. Het herontwerp van de bazarlessen wordt volgend schooljaar uitgevoerd. Omdat ik het herontwerp nu niet kan uitvoeren met de leerlingen, heb ik het herontwerp formatief getoetst bij de docenten. Ik heb de onderdelen tijdens de vergadering met de docenten besproken en uitgelegd. De docenten zijn enthousiast over het herontwerp. Alle onderdelen zijn klaar en kunnen gemakkelijk uitgevoerd worden.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 21

Page 22: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

6 Draagvlak creëren

Hoofdstuk zes gaat over het creëren van het draagvlak voor het ontworpen programma. Paragraaf 6.1 gaat over de proces- en productsturing van het ontwerp. In deze paragraaf wordt er een omschrijving gegeven over de ondernomen acties tot invoering. Daarnaast wordt er een omschrijving gegeven over het overleg met collega's en andere belanghebbenden van het ontwerp.

6.1 Proces- en productsturing van het ontwerp.

Dit schooljaar heb ik als taak het coördineren van de bazarlessen gekregen van te teamleider. Hierdoor voer ik regelmatig gesprekken met zowel de teamleider als mijn collega's. De gesprekken zijn zowel formeel als informeel. Ik voer gesprekken in vergaderingen, maar ook in de wandelgangen of in de pauzes. Ik spreek het vaak met de teamleider over de inhoud van de bazarlessen. We vinden allebei dat we de inhoud van de bazarlessen kunnen aanpassen, zodat het uitdagend wordt voor de leerlingen. De teamleider is op de hoogte van de ontwikkelingen voor de bazarlessen. De teamleider steunt me in het herzien van het programma.

Daarnaast spreek ik heel vaak de docenten die de bazarlessen geven. Zij geven aan- of opmerkingen. Ik neem de feedback van mijn teamleider en collega’s mee in mijn herziene programma.Ik plan samen met mijn teamleider momenten om goed te kunnen spreken over de bazarlessen. In de koffiepauzes spreek ik mijn teamleider en collega’s ook over de bazarlessen. Ik bezoek de bazarlessen bij verschillende docenten en praat met de leerlingen hierover. De leerlingen geven aan dat zij de bazarlessen niet leerzaam en uitdagend vinden. De leerlingen geven aan dat zij het saai vinden om elke les werkbladen te maken en dat de lessen eentonig zijn. De reden om het programma te herzien is dat het huidige programma niet uitdagend en leerzaam genoeg is voor de leerlingen. Daarnaast past de inhoud van de onderdelen niet meer aan het einddoel van het project Bazar.

Tijdens de vergadering is er een vast agendapunt over de bazarlessen, omdat de docenten van ons leerteam bazarlessen geven. Tijdens iedere vergadering wordt er gesproken over de ontwikkeling van de bazarlessen. Docenten delen hun ervaring. Daarnaast wordt er ook inhoudelijk gekeken naar de bazarlessen.

Op woensdag 3 juli 2013 heb ik tijdens de vergadering een eindpresentatie gegeven aan mijn collega's over de bazarlessen. Ik heb het blog dat ik heb gemaakt gepresenteerd. Op dat blog staan alle onderdelen van de bazarlessen. De docenten en leerlingen kunnen makkelijk bij dat blog. Voor de leerlingen staan er opdrachten in. De leerlingen kunnen direct aan de slag met dat blog. De docentenhandleidingen, toetsen en antwoorden staan in de dropbox. In de dropbox heb ik een map gemaakt voor de materialen van de bazarlessen. De leerlingen mogen niet bij deze materialen komen. Vandaar dat ik die materialen in de dropbox heb gevoegd en niet op het blog zelf.

Mijn collega's hebben aangegeven dat zij deze manier van bazarlessen geven veel leuker en aantrekkelijker vinden dan afgelopen schooljaar. De verwachtingen van mijn collega´s en van mij zijn dat het blog veel effect zal hebben op de leerlingen. Wij verwachten dat de leerlingen met het blog goed aan het werk kunnen en een duidelijk overzicht van de lessen hebben. Tijdens mijn presentatie waren mijn collega's onder de indruk van het ontwerp. Ik heb van mijn collega's positieve inzet gekregen waardoor ik volgend schooljaar de bazarlessen met trots verder kan coördineren. 

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 22

Page 23: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

7 Inzet sociale media

Hoofdstuk zeven gaat over mijn inzet die ik gedurende leerarrangement 2 heb getoond door middel van de sociale media. In paragraaf 7.1 wordt er een omschrijving gegeven over het blog dat ik als sociale media heb gebruikt voor mijn ontwikkelingen tijdens leerarrangement 2.

7.1 Sociale media tijdens leerarrangement 2

Gedurende looptijd van LA2 ben ik voor alsnog actief geweest voor het lezen en feedback geven op het algemene blog. Vervolgens heb ik zelf een blog ontwikkeld en feedback gegeven aan mijn medestudenten. De gegeven en gekregen feedbacks zijn zowel te vinden op mijn blog als in de bijlagen (bijlagen 3, Peer revieuw) van dit document. De producten die ik heb ontwikkeld voor LA2 heb ik geplaatst op zowel het algemene als mijn eigen blog om feedback te kunnen krijgen. Dit is te vinden op het blog: www.oz1986.wordpress.com. Op deze manier ben ik actief geweest met sociale media. Ik heb voor zowel onderwijsontwerp- als onderwijsuitvoering gebruik gemaakt van het blog.

Ik heb voor mijn onderwijsuitvoering gebruik gemaakt van het blog, zodat de leerlingen actief aan het werk kunnen tijdens de bazarlessen. De opdrachten voor de bazarlessen van klas 2 staan op het blog. Door middel van dit blog is de indeling duidelijk en zijn de lessen helder voor de leerlingen. Ik verwijs nogmaals naar het blog van de bazarlessen klas 2: www.mevrouwoz.wordpress.com

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 23

Page 24: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

8 Literatuurlijst

Thijs, A. & Akker, J. van den (2009). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: Stichting leerplanontwikkeling (SLO)

Dick, W., Carey, L. & Carey J.O. (2008). The systematic design of instruction. New Jersey: Pearson

Dick, W., Carey, L. & Carey J.O. (1996). Dick & Carey’s model. Verkregen op 18 mei 2013 van http://www.personal.psu.edu/wxh139/Dick_Carey.htm

2009. The ADDIE model. Verkregen op 26 mei 2013 van http://www.instructionaldesignexpert.com/addie.html

Coppoolse, R. & Vroegindeweij, D. (2010). 75 modellen van het onderwijs. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

Kessler, L., Merriënboer, J. J. (2006). 35 Whole-task Models in Education. Open University of the Netherlands, Heerlen

Merriënboer, J. J. G. van & Kirschner, P. A. (2007). Ten Steps to Complex Learning. A Systematic Approach to Four-Component Instructional Design. New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates. Verkregen op 26 mei 2013 van http://www.kuleuven-kulak.be/BlendedLearning/Blended%20learning/4c-id-model

Openuniversiteit 2011. Het 4CID model van onderwijsontwerp. Verkregen op 26 mei 2013 van http://www.youtube.com/watch?v=M-04_0Q3MRc

Keller, J. M. (1987). The Systematic Process of Motivational Design. Performance & Instruction

Boer, M. de (2007). Concretisering van de kerndoelen Nederlands. Enschede: SLO. Verkregen op 16 juni 2013 vanhttp://taalunieversum.org/sites/tuv/files/downloads/slo_concretisering_van_de_kerndoelen_nederlands_2007.pdf

Rosefsky Saavedra, A. en Darleen Opfer V. (2012). Teaching and learning 21st century skills: Lesson from the learning sciences. RAND Corparation. Verkregen op 16 juni 2013 van http://asiasociety.org/files/rand-0512report.pdf

Simons, R. J. (2003). Eindelijk aandacht voor de didactiek en e-learning! Verkregen op 16 juni 2013 van http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/2005-0622-185157/5672.pdf

Broekhof, K. (2013). Meer lezen, beter in taal – VMBO. Effecten van lezen op taalontwikkeling. Haarlem: Colofon. Verkregen op 16 juni 2013 van http://www.siob.nl/upload/documenten/meer-lezen-vmbo_lr-.pdf

Schram, D. H. (2007). Lezen in het VMBO: onderzoek – interventie – praktijk. Amsterdam: stichting lezen.

Land, J. (2009). Zwakke lezers, sterke teksten?: effecten van tekst- en lezerskenmerken op het tekstbegrip en de tekstwaardering van de vmbo-leerlingen. Den Haag: Stichting lezen.

Boekaerts, M. & Simons, P. (2007). Leren en instructie. Psychologie van de leerling en het leerproces. Assen: Koninklijke Van Gorcum

Broekhof, K. (2001). Bazar: Lezen met plezier in het VMBO. Breda: Uitgeverij Partners

St. Jozefmavo (2010). Strategisch plan: Inspirerende kwaliteit. Vlaardingen

Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpgereedschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 24

Page 25: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press.9. Bijlage leerplanontwerp

Bijlage 1: ‘5 onderwijsontwerpmodellen’

Model 1 Curriculair spinnenwebVan den Akker, analysemodel

Afkorting -

Ontwerper J.J.H. van den Akker

Doel Het doel van het model is om een leidraad te bieden voor het analyseren van de samenhang in het onderwijs op verschillende niveaus.

Leertheorie Dit model past bij alle leertheorieën.

Essentie &Componenten

Het analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in veel andere kwesties met betrekking tot het plannen van leren.

Het analysemodel bestaat uit 10 componenten en bij ieder component een kernvraag:

1. Visie - Waartoe leren zij?2. Doelen - Waarheen leren zij?3. Inhoud - Wat leren zij?4. Leeractiviteiten - Hoe leren zij?5. Rol leraar - Hoe is rol van leraar bij hun leren?6. Materialen en bronnen - Waarmee leren zij?7. Groeperingsvorm - Met wie leren zij?8. Locatie - Waar leren zij?9. Tijd - Wanneer leren zij?10. Toetsing - Hoe wordt hun leren getoetst?

Het spinnenweb is geschikt voor het onderwijs. De draden van het spinnenweb laten zien dat alle onderdelen een samenhang hebben. De kern van het spinnenweb is de visie. De draden die vanuit de visie naar de componenten verwijzen hebben invloed op elkaar. Wanneer er iets verandert bij een component, worden de andere componenten ook beïnvloed. Dat komt door de samenhang. De draden geven aan dat alle componenten met elkaar te maken hebben. (Thijs & Akker, 2009)

Visie De onderwijsvisie van het spinnenweb zijn de 9 draden die vanuit de visie een geheel vormen. Het onderdeel visie staat centraal. De overige onderdelen zijn verbonden met de visie. Spinnenwebben zijn flexibel, maar dreigen toch te scheuren als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden mee bewegen. Daarom is het moeilijk om succesvolle curriculumvernieuwing te realiseren. De visie van dit model is niet verbonden met een specifieke leertheorie.

Concept verklaren

Het model geeft aan dat de visie het uitgangspunt van het spinnenweb is. De draden om de visie vormen het geheel. De draden hebben allemaal met elkaar te maken, omdat ze allemaal aan elkaar verbonden zijn. Het ontwerpen of vernieuwen kan bij ieder component beginnen.

Sterktes Het model is goed toe te passen in het onderwijs,Het model is geschikt voor elk niveau,Het model is geschikt voor elke docent,Alle onderdelen van het spinnenweb hebben met elkaar te maken.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 25

Page 26: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Zwaktes Het model is geen onderwijsontwerpmodel, maar een analysemodelHet model is alleen in de vorm van een toetsing,Het model is te groot om op alle componenten je aandacht te richten.

“Figuur 1: Het curriculaire spinnenweb. Bron: Van den Akker & Thijs, 2009, p.12”

“Figuur 2: De tien onderdelen van het curriculum. Bron: Van den Akker & Thijs, 2009, p.12”

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 26

Page 27: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Model 2 System-Approach Dick Carey & Carey, systeemmodel

Afkorting SA model

Ontwerper D. Dick, L.M. Carey & J.O. Carey

Doel Het doel van dit model is onderwijs met vooraf opgestelde leerdoelen ontwerpen. Hierbij wordt er een inzichtelijke leidraad aangeboden.

Leertheorie Cognitivisme

Essentie&Componenten

Het SA model bestaat uit 9 stappen. Deze stappen moeten goed gevolgd worden. Het probleem of het doel is het uitgangspunt. Het model geeft veel informatie. Het model zorgt ervoor dat de ontwerper een instructie ontwerpt voor het aansturen van leren. Ieder stap geeft informatie over de volgende stap. De stappen sluiten bij elkaar aan.

De stappen:1. Bepalen van leerdoelen en instructie 2. Analyse instructiesituatie3. Bepalen van het startgedrag4. Uitschrijven van operationele leerdoelen 5. Criteriumgebaseerde testen uitwerken 6. Gepaste instructiestrategie uitwerken 7. Selecteren en presenteren van gepaste leerstof (leermaterialen) 8. Ontwikkeling en uitvoering van een formatieve evaluatie 9. Ontwikkeling en uitvoering van een summatieve evaluatie (Dick, Carey &

Carey. 2008)

Visie Cognitivistisch leren is het activeren van verschillende cognitieve processen tijdens leren. Deze processen zijn het selecteren van relevante informatie, het organiseren van binnenkomende informatie en het integreren van nieuwe informatie.

Concept verklaren

Het SA-model kan worden gebruikt om als basis het onderwijs te ontwerpen.

Sterktes Procesgerichte aanpak van het model is sterk. Doordat elke stap concreet gemaakt wordt, is er een proces dat leidt naar een concreet resultaat. Er ontstaat een ontwerp dat aansluit bij de opleidingsbehoefte (Coppoolse & Vroegindeweij, 2010),Vooraf is er veel analyse,De beginnende ontwerpers worden gesteund,Goed bruikbaar in beroeps- en bedrijfsopleidingen, Veel reflectie momenten.

Zwaktes In dit model wordt de aanwezige kennis van de lerende niet gebruikt als uitgangspunt. De verantwoordelijkheid van de lerende staat niet centraal. Het model gaat er van uit dat de docent verantwoordelijk is voor de instructie.Instructies zijn plaats- en tijdgebonden. Sluit daardoor minder aan bij huidige kijk op leren, waarbij meer gebruik wordt gemaakt van moderne communicatietechnologie en internet (Coppoolse & Vroegindeweij, 2010)

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 27

Page 28: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

“Figuur 3: System-Approach model. Bron: Coppoolse & Vroegindeweij (2010), p.197”

Model 3 4 componentenMerriënboer, systeemmodel

Afkorting 4C I/D model

Ontwerper J. Van Merriënboer, O. Jelsma & F. Paas

Doel Het doel van dit model is oplossingen aanbieden voor problemen die voorkomen in het onderwijs. Het is een ontwerpmodel dat vooral geschikt is voor opleidingen die beroepsgericht zijn.

Leertheorie Constructivisme

Essentie&Componenten

Het 4C I/D model vormt de basis voor het ontwerpen van trainingsprogramma’s om complexe taken aan te leren. Bij complexe taken wordt er verondersteld dat zowel kennis, vaardigheden en competenties aan bod komen.

1. Leertaken (learning task)2. Ondersteunende informatie (supportive information)3. Procedurele informatie (procedural information)4. Deeltaakoefeningen (part-task practice). (Merriënboer, Kessler,

2006)Visie De visie van het 4C I/D model is dat men taken in zijn geheel inoefent en

niet start met afzonderlijke deeltaken die dan later worden samengevoegd. Op die manier probeert men recht te doen aan de werkelijkheid waarin men de taak ook in zijn geheel zal moeten aanpakken. Tevens is het ook de bedoeling te werken met authentieke taken; dit zijn taken waarmee men later kan geconfronteerd worden buiten het trainingsprogramma.

Centraal uitgangspunt van het 4C/ID-model is de gedachte dat het oude ‘systeemdenken’ in aparte vakken moeten worden losgelaten. Waar het traditionele denken uitgaat van het principe van ‘delen naar geheel’, waarbij de vakken leidend zijn voor de inrichting van het curriculum, gaat het 4C/ID-model uit van ‘geheel naar delen’. Daarbij zijn niet meer de vakgebieden leidend maar authentieke, betekenisvolle taken.

Concept verklaren Het model is gebaseerd op leerpsychologische inzichten: De Cognitive Load Theory (beperkte capaciteit werkgeheugen) en Self Determination Theory (intrinsieke motivatie) liggen aan dit model ten grondslag. Gebaseerd op principe van hele taak benadering.

Sterktes Het model past bij verschillende typen onderwijs De leerlingen/studenten kunnen goed aan het werkEr is vrijheid om het uit te voeren De voorkennis van de leerlingen/studenten worden naar voren gehaald,

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 28

Page 29: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

De verantwoordelijkheid ligt zowel bij docenten als leerlingen,Digitale middelen zijn goed te gebruiken bij dit model.

Zwaktes Leertaak en analyse moeten vooraf goed vastgesteld zijn,In het model is er geen evaluerende fase,Leertaken en taaksituatie worden geadviseerd samen met beroepenveld te maken, Om het model toe te kunnen passen, moeten de leerlingen/studenten intensief aan het werk.

“Figuur 5: 4C I/D model. Bron: Coppoolse & Vroegindeweij (2010), p.16”

Model 4 ADDIE model

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 29

Page 30: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Akker, van den, J., & Thijs, A. Standaard model

Afkorting ADDIE

Ontwerper Akker, van den, J., & Thijs, A.

Doel Het doel van dit model is het ontwikkelen van een goed product door de kernactiviteiten. De kernactiviteiten volgen elkaar op als een cyclus. De kernactiviteit evalueren is een permanente controle- en bijsturingsactiviteit tijdens de hele cyclus. Het model geeft zicht op de kwaliteit van het ontwerp om op verschillende manieren te evalueren.

Leertheorieën Dit model past bij alle leertheorieën.

Essentie&Componenten

Het ADDIE model is ontwikkeld voor het onderwijs. De afkorting ADDIE staat voor Engelstalig acroniem:

1. Analysis - Analyse van het probleem2. Design - Ontwerp van de oplossing3. Development - Ontwikkeling van de oplossing4. Implementation - Implementatie van de oplossing in de praktijk5. Evaluation - Evaluatie van de geïmplementeerde oplossing (Thijs & Akker,

2009).

Dit model onderscheidt de volgende fasen: analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren.

Analysis – AnalyseHet probleem, mogelijke oplossingen, of de gewenste situatie vaststellen. Dat vereist doorgaans nader onderzoek naar:de doelgroep; denk aan niveau, interesse, motivatie (doelgroepanalyse),behoeften van de doelgroep, voor welk probleem of vraagstuk moet er ontwikkeld worden en waarom? (behoefteanalyse)de context waarbinnen het probleem zich voordoet of waarin de oplossing dan wel gewenste situatie moet worden gerealiseerd (contextanalyse)eerdere ontwikkelervaringen (interne oriëntatie) inspirerende of veelbelovende voorbeelden en onderbouwing daarvan (externe en wetenschappelijke oriëntatie).

Design – OntwerpenDe analyse benutten om tot ideeën en ontwerpprincipes/ontwerpeisen te komen voor de te ontwikkelen les(senreeks).

Development – OntwikkelenHet ontwerpvoorstel uitwerken tot een eerste product, een prototype.

Implementation – ImplementerenImplementeren is het in gebruik nemen van ontwikkelopbrengsten. Bijvoorbeeld het uitvoeren van een ontworpen les(senreeks) met de beoogde leerlingendoelgroep in de beoogde situatie. Implementeren kan in de vorm van uitproberen, waarbij een ontworpen les(senreeks) als pilot in een klas wordt uitgeprobeerd, geëvalueerd en vervolgens wordt bijgesteld. Het aangepaste ontwerp wordt vervolgens opnieuw, eventueel in meer klassen en/of door meer docenten uitgevoerd en opnieuw geëvalueerd. Implementeren is dus een iteratief proces, waarbij de ontwikkelcyclus meermaals wordt doorlopen, net zo lang tot de ontwikkelopbrengsten bevredigend zijn.

Evaluation – EvaluatieNagaan of de ontwerpideeën, het ontwerpvoorstel, het prototype en/of de uiteindelijke les(senreeks) voldoende relevant, consistent, bruikbaar en/of effectief zijn. De manier waarop geëvalueerd wordt kan variëren; deze hangt samen met het

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 30

Page 31: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

moment van evalueren, de dan beschikbare ontwikkelopbrengsten en de daarvoor geldende evaluatiecriteria en aandachtspunten. Om tot een goede les(senreeks) te komen is regelmatig evalueren in ieder geval een vereiste (Thijs & Akker, 2009).

Visie Het ADDIE model bestaat uit vijf kernactiviteiten. Deze kernactiviteiten zorgen voor het ontwikkelen van een goed product. Vier van de vijf kernactiviteiten volgen elkaar op als een cyclus. De vijfde kernactiviteit is evalueren. Dit is een permanente controle- en bijsturingsactiviteit, niet aan het eind maar gedurende het onderwijsproces. Door op verschillende momenten te evalueren, krijg je zicht op de kwaliteit van het ontwerp en krijg je mogelijke punten ter verbetering.

Concept verklaren

Het ADDIE model kan goed gebruikt worden in het onderwijs. Het model helpt om een goed onderwijs te ontwikkelen aan de hand van de evaluaties die na iedere kernactiviteit worden gehouden.

Sterktes De ontwikkelcyclus kan meer dan eens worden doorlopen. Het goed doorlopen van deze cyclus heeft als voordeel dat de drie meest basale vragen van een ontwerper, ongeacht het ontwerp, beantwoord worden: - Wat wil ik bereiken? - Hoe wil ik dat bereiken? - Hoe weet ik of ik dat uiteindelijk heb bereikt?

Zwaktes De zwakte van het model is dat je als ontwikkelaar na iedere kernactiviteit het proces moet evalueren. De evaluatie kan te veel zijn.

“Figuur 4: Het ADDIE model. Bron: Van den Akker & Thijs, 2009, p.16”

Model 5 Attention Relevance Confidence SatisfactionAnalysemodel

Afkorting ARCS

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 31

Page 32: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Ontwerper J. Keller

Doel Het doel van het model is het bevorderen en ondersteunen van demotivatie van de student in het leerproces.

Leertheorie Het ARCS-model is een onderwijs analysemodel wat bestaat uit 4verschillende componenten.

Essentie& Componenten

De 4 verschillende componenten waar het model uit bestaat zijn:1. Attention - Aandacht2. Relevance - Relevantie3. Confidence - Tevredenheid4. Satisfaction - Vertrouwen

In de toepassing van het model dienen de 4 verschillende onderwerpenbij het analyseren of ontwerpen van onderwijs altijd aan bod tekomen. Deze vier componenten helpen de leerlingen/studenten te motiveren. Motivatie heeft te maken van de bewuste keuze van de leerling waar hij aandacht aan wil besteden en hoeveel moeite hij wil doen om zijn doel te bereiken (Keller, 1987).

Visie De visie van het model is verbonden met de leertheorie van het betekenisvol leren.

Concept verklaren Het model is verbonden met verschillende theorieën over motivatie. Centraal staat hierbij de Self-Efficacy theorie van Albert Bandura.Hiernaast zijn de 4 componenten gebaseerd op een combinatie vanverschillende wetenschappelijke modellen:

Aandacht: Behoeftenpiramide van Abraham Maslow (waarde en erkenning)

Relevantie: Expectancy-Valuetheorie of Achievement Motivation van Allen Wigfield en Jacquellyne S. Eccles.

Tevredenheid: Self Efficacy theorie van Albert Bandura Vertrouwen: Behoeftenpiramide van Abraham Maslow

(veiligheid en zekerheid) (Keller, 1987).

Sterktes Het model biedt inzicht in aspecten die van invloed zijn op motivatie,Het model is gericht om leerlingen/studenten te motiveren,Door het toepassen van dit model, krijgt de motivatie een belangrijke rol in het onderwijs,Het model stimuleert de leerlingen/studenten op de motivatie,Het model is ook buiten de context van het onderwijs goed toepasbaar.

Zwaktes Het model biedt kleine stappen aan voor de motivatie van de leerlingen/studenten. Het model kan onvolledig zijn tot het stimuleren van de motivatie. Het model geeft de verbinding tussen de componenten niet aan.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 32

Page 33: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

“Figuur 6: ARCS model. Bron: Coppoolse & Vroegindeweij (2010), p.27”

Bijlage 2: ‘Overeenkomsten en verschillen tussen de onderwijsontwerpmodellen’

Modellen Overeenkomsten Verschillen

Curriculair spinnenweb model

Het curriculaire spinnenweb model bestaat uit 10 componenten. De eerste component is doelen formuleren. Het System-Approach model begint ook met het formuleren van de doelen.

Het curriculaire spinnenweb model gaat over lessen en de kennis die de leerlingen/studenten hebben of krijgen.

System-Approach model

Het System-Approach model bestaat uit 9 componenten, waarvan ook de evaluatie plaats vindt. In het ADDIE model komt het onderwerp evaluatie ook aan bod. Bij deze twee modellen wordt er ook geëvalueerd.

Het System-Approach model gaat over het ontwerpen van het onderwijs. Dit is een probleemoplossend model.Vergeleken met de andere modellen is dit model het meest behavioristisch model.

ADDIE model Het ADDIE mode begint met een analyse en eindigt op een evaluatie. Dit model is overeenkomstig met het SA model dat ook op evalueren eindigt. De stappen en de uitvoering van deze modellen worden ook geëvalueerd.

Het ADDIE model wordt ontworpen en in de praktijk toegepast. Pas daarna vindt er een evaluatie plaats.

4C I/D model In dit model ligt de regie bij de ontwerper en er wordt uitgegaan van vooraf gestelde doelen.

Het 4C I/D model gaat over de kennis en de vaardigheden van de leerlingen/studenten.

ARCS model De vier componenten in dit model helpen om de leerlingen te stimuleren. In het 4C I/D model hebben de componenten ook met elkaar te maken.

Het ARCS model gaat om het gedrag en houding van de leerlingen/studenten.

Bijlage 3: ‘Peer review’

Peer revieuw van de herkansing. Feedback die ik heb gekregen van de medestudenten.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 33

Page 34: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Reactie Carlien 14-08-13

Naam product: Halfproduct LA2

5 onderwijskundige ontwerpmodellen

Naam student: Ümmü Öz

Naam beoordelaar Waardering Gem.

1. Carlien (14-08-13) Kwaliteit Betrouwbaarheid innovativiteit taalgebruik

Toelichting Ümmü Bij de vorige reactie gaf ik beoordelingen over je analyse van je onderwijsmodellen. Dat wil ik nu niet doen, omdat het misschien meer gaat over wat je voor ogen hebt met je modellen en niet op de analyse op zich.

Je hebt vijf modellen gekozen de analyse per model is duidelijk en concreet. Je geeft zelf eigenlijk de beperkingen en de mogelijkheden van de modellen al aan. Je schrijft over onderwijsontwikkelmodellen terwijl je later ook schrijft dat ze het niet allemaal zijn. Misschien dat je daar eerder iets over kunt schrijven?

Zou je in de tekst kunnen verwijzen naar een bijlage met de illustraties? Het is prettig om de beschrijving van activiteiten en de bijvoorbeeld de cyclus daarin visueel te kunnen bekijken. Zou je misschien nog eens goed kunnen kijken of je nog wat verwijzingen zou kunnen toevoegen? In de tekst zelf heb ik daar nu voor jou al een paar opmerkingen geplaatst.

In je sterkte/zwakte analyse kom je zelf op het punt dat twee van je gekozen modellen eigenlijk geen onderwijsontwikkelmodellen zijn. Het Circulair spinnenwebmodel is bedoeld om de samenhang in een leerplan te analyseren en het ARCS is een model voor het bevorderen van motivatie in een leerproces (Coppoolse & Vroegindeweij, 2010). In je keuze voor het model maak je duidelijk waarom je toch voor ARCS hebt gekozen, extra aandacht voor motivatie in het ontwerp van je onderwijs. Mooi idee en waarschijnlijk goed te gebruiken. Je motivatie is duidelijke. Mijn vraag is dan nog wel; heb je ARCS daarbij nodig of kan je dat ook binnen Design van ADDIE zelf? Het lijkt me wel heel mooi als je het allebei kan inzetten. Je kunt beter overwogen aantonen waarom je juist hebt ingezet op motivatie en hoe dat uitwerkt in je voorgestelde lessen, maar ook misschien extra werk voor jou om te komen tot een duidelijke invulling voor de twee modellen.

Feedback op het product ´onderwijsontwerpmodellen´

Kwaliteit 6Betrouwbaarheid 4

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 34

Page 35: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Innovativiteit 7Correct taalgebruik 5

Hoi Ûmmü,Hierbij ontvang je mijn beoordeling van jouw product “Keuze model”. Zoals je ziet scoor je overwegend voldoende, behalve op het gebied van de betrouwbaarheid. Dit heeft te maken met het feit dat je de regels van de APA niet consequent toepast en geen literatuurlijst geeft.

Een voorbeeld van een correcte toepassing die jij volgens mij direct kunt gebruiken in je document: ADDIE Model zoals uitgewerkt door Thijs & Van den Akker (2009, p. 16). Let dan ook op de verwijzing naar de pagina waar de informatie te vinden is. Op de literatuurlijst komt dan:

Thijs, A. & Akker, J. van den (2009). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling (SLO).

Ik denk dat je het document nog even goed moet doorlopen en dan meteen kritisch moet kijken naar beweringen die je doet, waarbij je geen onderbouwing vanuit de literatuur aandraagt. Een voorbeeld hiervan is (ook bij het ADDIE Model):

“Het ADDIE model kan gebruikt worden op leren vanuit elke visie om te ontwikkelen en te implementeren.”Öz (2013, p. 1)

Dit roept bij mij direct de vraag op: “Is dit de bewering van Ûmmü zelf of heeft ze dit uit de literatuur?” Zo zijn er nog een aantal andere beweringen aan te wijzen in de tekst. Je helpt de lezer als je hier wat duidelijker verwijst.

Inhoudelijk wil ik je nog de tip geven om even in mijn conceptpaper op blz. 7-9 te kijken naar mijn uitwerking van de “analyse-ontwerpproces-evaluatie”. Wellicht doe je daar nog ideeën op voor bijvoorbeeld het 4C-ID model. Ik heb daar het artikel van Kirschner & Van den Akker gebruikt (2009) waarin ze de “Ten Steps to Complex Learning” uitwerken. Net als jij heb ik daar ook Valcke bij geraadpleegd.

Wat ik sterk van je vind is dat je aandacht hebt voor de motivatie van studenten. Daarom wil ik je nog het volgende boekje, dat mij altijd erg helpt, aanraden:

Martens, R. en Boekaerts, M. (2007). Motiveren van studenten in het hoger onderwijs, Theorie en interventies. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Ook het volgende artikel, misschien ken je het al uit LA1, kan helpen:

Ryan, R. & Deci, E. (2000). Extrinsic and intrinsic motivations. Contemporary Educational Psychology, 25, 54-67.

Rest mij nog jou te melden dat ik je werk heel prettig gestructureerd vind; vooral het gedeelte met de sterktes en de zwaktes. Ik moet zeggen dat ik het persoonlijk soms lastig vind om structuur aan te brengen. Complimenten dus!

Ûmmü, ik wens je nog veel succes met het werk. Hopelijk zien we elkaar snel weer.Groetjes: Maike

Feedback op product ´curriculumanalyse´

Kwaliteit 8Betrouwbaarheid 4

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 35

Page 36: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Innovativiteit 7Correct taalgebruik 4

Hoi Ûmmü,Hierbij ontvang je mijn beoordeling van jouw product “Curriculumanalyse”. Zoals je ziet scoor je op kwaliteit en innovativiteit goed, maar op betrouwbaarheid en correct taalgebruik onvoldoende. Dit heeft te maken met het feit dat je de regels van de APA niet consequent toepast en geen literatuurlijst geeft; zie alsjeblieft ook mijn review op de modelanalyse, waarin ik een voorbeeld aandraag. Ook zijn er nog veel taal- en stijlfouten in je stuk aanwezig.

Let er op dat je nu nog veel informatie dubbel vermeldt in het stuk. Misschien helpt het als je de doelstellingen aan het begin zet en ook de projecteisen eerst expliciteert en dan per rubriek verder een uitwerking verzorgt. De inhoudelijke uitwerking op zich vind ik al sterk, maar misschien zie je nog mogelijkheden om deze uit te breiden als de dubbele informatie weggehaald is en je meer overzicht hebt.

Rest mij nog jou te melden ook dit werk van jou weer een goede structuur heeft.

Ûmmü, wederom veel succes met het werk. Groetjes: Maike

Feedback Thema 2 - Ummuoz - door Danai

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 36

Page 37: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Kwaliteit 5Ik vond het soms moeilijk te volgen omdat je in de opbouw soms te snel gaat.Ik raad aan dat je bijvoorbeeld in het begin meer toelichting geeft over bepaalde begrippen zoals: Bazar en 21st Century Learning Skills.- wat is project Bazar? (doel, programma, eisen etc)- waarom wil je Bazar veranderen? Waaruit blijkt de noodzaak? Is er meer dan wat de docenten en studenten aangeven?- Het lijkt alsof je je onderwijs wilt aanpassen op de wensen van de studenten, hoe weet je of het onderwijs daar beter van wordt? (Misschien worden de leerlingen veel minder zelfstandig en zelfredzaam wanneer het onderwijs volledig naar hun hand gezet wordt?)Waarom wordt de method van project Bazar niet gebruikt? Het lijkt uit je schrijven alsof daar al een oplossing te vinden is en dan is een herontwerp misschien overbodig. Wat zijn voor jou de 21st century learning skills? Ik zou kiezen voor een soort definitie, omdat je gebruik van dit begrip voor mij soms taalkundig lasting is. “Dat kan door aanpassen van het programma aan de 21st Century Skills.” Volgens mij is er geen ‘vast programma van 21st Century Learning Skills, of welke bedoel je dan? Het begrip is minder eenduidig dan jij het gebruikt. Waarom hanteer je de verschillende niveau’s en wat zijn voor jou de verschillen tussen: Meso, micro en nano? Ze lijken voor mij inwisselbaar.

De stapsgewijze analyse is duidelijk, maar de verantwoording voor het herontwerp kan scherper, door explicieter te zijn in je argumenten. Hiernaast zou ik ook aanraden om duidelijker te omschrijven wat het herontwerp uiteindelijk inhoud.

Betrouwbaarheid 4Je hebt verwijzingen naar literatuur, maar een overzicht van de gebruikte bronnen ontbreekt.

Innovatie 6Het is duidelijk dat je het Bazar-programma aan de hand van nieuwe media wil ‘verfrissen’ en beter wilt laten aansluiten op de visies die aansluiten op de 21st century learning skills. Ik raad aan dat je duidelijker aangeeft waarom toegang tot internet zo’n verbetering van het programma zou betekenen? (En waarom het niet bijvoorbeeld een afleiding zou zijn).

Taalgebruik 5Taalgebruik is matig. Mijn advies is om de zinnen niet te lang te maken. Door hardop voor te lezen kom je er vaak beter achter of een zin goed loopt. Hiernaast zou ik aanraden om ook nog een extra spelling en grammatical-controle te doen. Soms gebruik je worden verkeerd zoals: krijgen de leerlingen meer steuning voor het vak Nederlands.

Feedback die ik aan de medestudenten heb gegeven voor de herkansing.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 37

Page 38: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

‘Productnominatie onderwijsontwerpmodellen’

Ümmü Öz 0784687, op het werk van Carlien Nijdam

Kwaliteit 8

De kwaliteit van je werk vind ik goed. Voordat je met de modellen begint, geef je een korte uitleg over onderwijskundig ontwerpen bij jou op je werk. Het is goed om met een stukje toelichting te beginnen.

In paragraaf 1.1 geef je aan dat de uitgangspunten onder bijlage 1 te vinden zijn. Misschien is het voor de lezer handig en duidelijker wanneer je de uitgangspunten in de tekst kort beschrijft. Hij lijkt mij lastig om tijdens lezen te zoeken naar bijlage 1 en vervolgens weer terug naar de tekst te gaan.

Betrouwbaardheid 6

Je gebruikt in je tekst bronvermelding. Ik denk dat je de bronvermedling toch vaker kan gebruiken. In de volgende tekst heb je geen bronvermelding gebruikt. Ik denk dat het toch handig is voor de lezer om te weten vanwaar jij die uitspraken hebt. Het gaat om de volgende tekst:

Leren dient zoveel mogelijk samen gestalte te krijgen. Coöperatief leren blijkt een krachtige stimulans te zijn voor verbreding en verdieping van het leerproces van de individuele student. Samen leren vindt plaats tussen studenten onderling in één opleiding en in verschillende opleidingen, maar ook tussen studenten van verschillende culturele achtergrond en studenten van verschillende cohorten. Bovendien is samenwerkend leren van studenten, docenten en beroepsbeoefenaars binnen bijvoorbeeld een gezamenlijke onderzoeks- of ontwikkelopdracht (apprenticeship) een sterke leerimpuls.

Innovatie 6

Dit onderdeel vind ik lastig om te beoordelen. Je beschrijft de theorie in je stuk en dat koppel je aan je werk. Ik weet niet hoe innovatief dat is.

Taalgebruik 9

Je beschrijft alles netjes en duidelijk. Je stuk is ook goed en fijn te lezen.

Productnominatie (onderwijsontwerpmodellen) op het werk van Maike

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 38

Page 39: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Kwaliteit 8

Je werk ziet er goed uit. Je manier van aanpak vind ik duidelijk. De modellen zijn weergegeven in een tabel en duidelijk uitgelegd.

Betrouwbaarheid 6

Je geeft niet bij elke stap de bronvermelding aan. onder het kopje ‘concept’ staan uitspraken van de modellen. Ik denk dat het handig is wanneer je daar ook de bronvermelding van aangeeft.

Innovatie 6

Ik vind het lastig om dit onderdeel te beoordelen. Je geeft uitleg over de modellen. De modellen vergelijk je ook met elkaar. Ik zie geen onderdeel waar innovatie terug komt.

Taalgebruik 8

Je hebt alles duidelijk genoteerd. Je stuk is ook prettig om te lezen.

Productnominatie – Dit document bevat een verzameling van: de zelfbeoordeling van het product, de beoordelingen van anderen, inclusief de toelichtingen die zijn ontvangen over het product en een conclusie. Deze informatie wordt door de inbrenger zelf verzameld en verwerkt.

Naam product: 5 onderwijsontwerpmodellen

Naam student: Ümmü Öz

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 39

Page 40: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Waardering Gem.

Zelfbeoordeling: Ümmü Öz Kwaliteit betrouwbaarheid innovativiteit taalgebruik

Mijn halfproduct voor de onderwijsontwerpmodellen zijn nog niet volleg ondersteund met de theorie. Ik heb voor de analyse van mijn ontwerpmodellen verschillende bronnen gebruikt. Ik ga de bronnen volgende de APA normering goed aangeven. Ik ben daarmee nog bezig. Daarnaast moet ik nog de overeenkomsten en verschillen van de modellen beschrijven.

7 6 6 7 6.5

Naam beoordelaar Waardering Gem.

1. Tijmen 6 4 4 9 5.8

ToelichtingKwaliteit:

De uitwerking van de ontwerpmodellen is conform de criteria uit de Rubcrics. Deze leidt echter (nog) niet tot een onderbouwde keuze, maar levert uiteraard daarvoor wel een goede basis. Interessant is om aan te geven op basis van welke criteria de ontwerpmodellen zijn geselecteerd. Hierbij zou je bijvoorbeeld de leertheorie van jouw opleiding kunnen nemen als uitgangspunt (criteria). In de uitwerking van het Systems Approach Model en het ADDIE model beschrijf je bij de conceptuele verklaring een toepassing van het model. De auteurs van het Systems Approach Model zijn bijvoorbeeld beïnvloed door het boek van Gagné met de titel The Conditions of Learning (Dick, Carey & Carey, 2009, p.3), waarin de theorie van de informatieverwerkingsprocessen wordt beschreven. Boekaerts en Simons (2012, p.28) geven invulling aan dit begrip. In de uitwerking van het 4C/ID-model beschrijf je alleen dat het constructivistisch is. Je zou dit bijvoorbeeld als volgt kunnen onderbouwen: De authentieke taken die gecontextualiseerd worden aangeboden, scaffolding en modeling geven een constructivistische invulling aan het leer theoretisch (Valcke, 2010, p.386).

Betrouwbaarheid:

De uitwerking van de onderwijsmodellen zou in betrouwbaarheid toenemen wanneer meer uitspraken ondersteund worden middels een literatuurverwijzing. De literatuurlijst bevat enkele onjuistheden, bijvoorbeeld het ontbreken van de naam en plaats van de uitgever bij het boek van

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 40

Page 41: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Keller.

Innovativiteit:

De uitwerking van de ontwerpmodellen is niet innovatief, al vind ik dit een lastig punt om te beoordelen. Wellicht kan je in de onderbouwing van je uiteindelijke keuze innovatief zijn, door de kracht van twee ontwerpmodellen te combineren tot één model. Hiervoor een voorstel geven kan ik helaas niet, door het ontbreken van het uitgangspunt van de selectie van ontwerpmodellen.

Correct taalgebruik:

De uitwerking van de ontwerpmodellen leest prettig. Een kanttekening die ik hierbij zou willen maken is dat een aanzienlijk deel opsommingen zijn, hetgeen inherent is aan de opzet. Hierdoor is een logische wijze van schrijven lastig te beoordelen.

2. Jihen Ayed 6 5 5 7 5.8

Toelichting Kwaliteit:

Je ontwerpmodel is uitgewerkt volgens de aangegeven criteria in de Rubrics.

Je had nog kunnen aangeven waarom je voor deze modellen hebt gekozen en vooral wat je uitganspunt is. Daarmee wil ik zeggen dat je aangeeft wat je met dit blog wilt gaan bereiken.

Ik mis ook in je product de overeenkomst en verschillen van de modellen. Ik snap natuurlijk heel goed dat je dat voor het laatste bewaart.

Betrouwbaarheid:

In je stuk kan ik opmaken dat je voldoende research hebt gedaan naar de verschillende onderwijsmodellen.

Je zou meer literatuur verwijzing in je stuk kunnen toevoegen. Daarmee zal de betrouwbaarheid van je stuk aanzienlijk toenemen.

Innovativiteit:

De onderwijsmodellen zijn overzichtelijk, het is voor een lezer erg prettig om te lezen. Alleen omdat ik niet in je stuk kan achterhalen wat je nu wilt gaan bereiken met dit blog en ook niet voor welke model je eigenlijk kiest. Maakt het moeilijk voor mij om hier een oordeel over te geven.

Misschien als je een inleiding schrijft waar in je vertelt waar om je dit blog hebt gemaakt. En aan het einde aangeeft voor welke model je eigenlijk wilt gaan. Dan wordt het makkelijker om hier een oordeel over te geven.

Correct taalgebruik:

Je model leest prettig en is erg duidelijk. Wat meer samenhang in je schrijfwijze in plaats van opsommingen maakt het wat duidelijker.

Wat ik in je stuk mis is een inleiding waar in je vertelt wat je met je blog wilt gaan bereiken. De modellen heb je goed en duidelijk beschreven. Ik ben benieuwd naar welke model uiteindelijk je

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 41

Page 42: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

voorkeur gaat?

Succes er mee!

3. Carlien Nijdam 6 7 5 7 6,3

ToelichtingÜmmü, je hebt een mooi overzicht gegeven van de vijf door jou gekozen modellen. Je zet de modellen achter elkaar, waardoor er per model steeds een overzicht komt van de inhoud van het model. De betrouwbaarheid van de weergave en het taalgebruik zijn prima, vandaar de 7. Wat ik mis in je overzicht is een verantwoording van de sterktes en zwaktes. Ze lijken nogal algemeen. Welke onderbouwing heb jij voor de sterktes/zwaktes? Dus kwaliteit een 6. Vanwege de algemene verwoording en weinig diepgang bij de analyse geef ik innovativiteit een 5. Het is een overzicht, maar hoe hieruit bewuste keuzes gemaakt kunnen worden zie ik nog niet. Misschien zou je een stap kunnen maken in verdieping van de concepten die ten grondslag liggen aan overeenkomsten en verschillen: hoe onderbouw je de sterktes en zwaktes en verbind je die tot een geheel.

Onderdeel Cijfer Toelichting

Kwaliteit 9 De kwaliteit van je werk vind ik goed. Je geeft van tevoren duidelijk het doel aan. daarnaast herhaal je in het kort het vorige model. In je filmpje laat je alles heel duidelijk stap voor stap zien. Heel fijn.

Betrouwbaarheid 4 Ik vind het lastig om je op dit punt te beoordelen, want ik kan in het filmpje niet zien van waar jij de bronnen heb gehaald en welke bronnen jij hebt gebruikt. Ik zie wel dat je goede bronnen hebt gebruikt. Jammer dat je in het filmpje de bronnen niet kan verwijzen.

Innovativiteit 6 Je legt je stuk duidelijk uit. Vooral de begrippen ´fluid dynamics´ en ´learning ecology´. Alleen mis ik de innovativiteit in je stuk.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 42

Page 43: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Correct taalgebruik 9 Je praat duidelijk en netjes. Je spreekt de taal goed en duidelijk. Het is leuk om naar je te luisteren.

Cijfer gemiddeld: 7

Naam student: Ümmü Öz 0784687

Beoordeling op het product van: Henk Massink

Naam student: Ümmü Öz 0784687

Beoordeling op het product van: Jihen Ayed

Onderdeel Cijfer Toelichting

Kwaliteit 6 Voor de beoordeling van je halfproduct, heb ik gekeken naar de rubrics. Ik heb geprobeerd om jouw stuk vanuit de rubrics te beoordelen. Ik mis de overeenkomsten en verschillen van de ontwerpmodellen. Ik neem aan dat je deze twee onderdelen nog gaat uitwerken.

Je hebt de modellen goed aangegeven. Je beschrijft bij elk model het doel en de bijbehorende componenten. Ik denk dat je ook meer over de inhoud van de modellen kan vertellen. Wat is jouw keuze voor deze modellen?

De afbeeldingen van de modellen zijn heel duidelijk. Dit

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 43

Page 44: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

ondersteunt ook de modellen.

Betrouwbaarheid 4 Je hebt voor de modellen verschillende bronnen gebruikt. Dat kan ik zien en lezen aan je stuk. Je hebt niet overal de bronvermelding gebruikt. De bronvermelding is erg weinig. Dit zorgt voor minder betrouwbaarheid op je stuk. Probeer dit ook aan te geven met de APA normering.

Innovativiteit 6 Ik vind het lastig om je op dit punt te beoordelen. Je hebt de modellen uitgewerkt. Welk model wil je uiteindelijk in je eigen onderwijs gebruiken?

De voor- en nadelen van ieder model heb je duidelijk beschreven. Je kunt hieruit punten halen die je later kan beschrijven in je product.

Correct taalgebruik 7 Je hebt de modellen goed beschreven. Het is prettig om te lezen. Ik kan begrijpen waarover het gaan. Misschien kan je sommige zinnen/onderdelen concreter beschrijven.

Cijfer gemiddeld: 5.8

Productnominatie – Dit document bevat een verzameling van: de zelfbeoordeling van het product, de beoordelingen van anderen, inclusief de toelichtingen die zijn ontvangen over het product en een conclusie . Deze informatie wordt door de inbrenger zelf verzameld en verwerkt.

Naam product: Curriculumanalyse

Naam student: Ümmü Öz

Waardering Gem.

Zelfbeoordeling: Ümmü Öz Kwaliteit betrouwbaarheid innovativiteit taalgebruik

Toelichting

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 44

Page 45: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Naam beoordelaar

Waardering Gem.

1. Tijmen 5 5 6 9

ToelichtingKwaliteit:

Je beschrijft kort de noodzaak van het herontwerp .De aanleiding zou krachtiger worden wanneer je de twee uitspraken (leerdoelen en 21ste eeuw vaardigheden) kan onderbouwen. Beschik je over evaluaties van de betreffende leerlingen en de lessen om dit te kunnen onderbouwen? Je start met een heldere beschrijving van het Curriculair Spinnenweb, maar met welke beweegredenen hanteer je juist dit model? Wanneer je de verschijningsvormen van curricula (Akker &Thijs, 2009, p.11) verwerktin je analyse, wordt meteen duidelijk wat de input is voor het herontwerp. De noodzaak tot herontwerpen is mij nu niet geheel duidelijk. Als toevoeging zou je kunnen beschrijven of componenten (draden) een consistent curriculum opleveren, met als uitgangspunt de visie van het St. Jozefmavo (is alles in balans?).

Betrouwbaarheid:

De analyse bevat één bronvermelding. Het zou krachtiger zijn wanneer de beschrijvingen ondersteund worden doormeerdere bronnen. Met name voor het beoogd curriculum zou je de ideale situatie kunnen beschrijven aan de hand van literatuur. Bijvoorbeeld bijtoetsing gebruik je het begrip motivatie, wat versta jij hier onder? Het begrip motivatie kan als volgt gedefinieerd worden: “Mensen zijn gemotiveerd als zij bereid zijn zich te engageren in een taak of activiteit(keuze) en inzette leveren om de taak of activiteit af te ronden.” (Martens en Boekaerts, 2007, p.23). Een kleinigheidje; de literatuurlijst ontbreekt.

Innovativiteit:

Ik moet helaas in herhaling vallen, ik vind dit een lastig punt om te beoordelen. De gekozen invalshoek is niet innovatief (is ook mijn eigen dilemma!), de niveaubeschrijving is een mooie aanvulling.

Correct taalgebruik:

De analyse leest prettig!Inherent aan de analyse (tien punten) is het geen vloeiend verhaal om te lezen.

2. Marleen

Heb je analyse doorgenomen. Je schetst wat mij betreft een overzichtelijk totaalbeeld rond de opbouw van jullie curriculum. Het verhaal is geeft een globale indruk van waar het bij jullie

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 45

Page 46: Steunlessen Nederlands in de 21ste eeuw Web viewHet analysemodel geeft de doelen en inhouden aan van het leren. Veranderingen in het model veronderstellen meestal ook wijzigingen in

Toelichting curriculum om draait. Daarin zit wat mij betreft ook meteen de valkuil. Je beschrijving is nog erg algemeen, blijft redelijk op de vlakte. Ik zou bijvoorbeeld graag meer willen weten over de locatie (welke specifieke kenmerken zijn belangrijk om mee te nemen bij deze ontwerpopdracht?) en de groeperingsvorm (hoe groot zijn de klassen, wordt er ook in subgroepjes gewerkt, wanneer wordt welke samenwerkingsvorm ingezet?). En wat betekenen jouw constateringen voor de ontwerpopdracht? Waar moet je rekening mee houden? Welke kansen zie je? En waar zie je mogelijke knelpunten, risico’s?Je hebt voor je analyse nu vooral gebruik gemaakt van literatuur. Misschien is het een interessante aanvulling om samen met een aantal collega’s jullie curriculum nog eens onder de loep te leggen met behulp van het spinnenwebmodel. Hopelijk heb je iets aan deze feedback. Succes met je stuk!

3.

Danai Fuengshunut 4 4

4 6

Toelichting

Kwaliteit Het is voor mij onduidelijk waarom je voor dit model gekozen hebt en waarom je alleen dit model gebruikt. Hiernaast is het voor mij onduidelijk hoe deze analyse je verder helpt bij het ontwikkelen van een nieuw programma. Dit komt met name omdat ik niet de relatie zie in de wijze waarop je het model hebt ingevuld. Ik denk dat je duidelijker zou moeten aangeven wat je wilt verbeteren en wat hiervan de gevolgen zullen zijn aan de hand van het model. Ik zou beginnen met het visie gedeelte, dat vind ik tot nu toe het meest onduidelijk geschreven.

BetrouwbaarheidJe hebt 3 maal een bronvermelding aangegeven, maar die zijn niet toegevoegd aan het document. Omdat er meerdere keren niet duidelijk wordt aangegeven of er geciteerd wordt of niet wek je de indruk dat er sprake is van plagiaat.

Innovatie Innovatie is voor mij afhankelijk van hoe dit begrip wordt gedefinieerd. In principe werk je aan een verbetering van onderwijs binnen een bestaande context. Dat principe zou het al innovatief kunnen maken. Omdat ik echter op basis van deze versie niet kan beoordelen of het echt een verbetering zal worden, is het voor mij toch onvoldoende. Je begint je stuk met de veronderstelling dat de lessen niet meer voor de 21ste eeuw geschikt zijn. Wanneer je zou kunnen aantonen dat jouw nieuwe programma dat wel is, is het volgens mij wel innovatief.

Correct taalgebruik Volgens mij is het taalgebruik voldoende, op een enkele zinsconstructies na.

Leerarrangement 2 ‘Ontwerpen’ 46