Introductie

1

Introductie Met deze cursus Starten met programmeren; een introductie in Java kunt u in een korte tijd (in ongeveer 25 studie uren) op een leuke manier basisvaardigheid krijgen in het programmeren. Wat u gaat leren, is een programma schrijven dat een pen bestuurt die tekent op een tekenblad. We zullen beginnen met eenvoudige tekeningen, maar in de loop van de cursus zult u ook meer complexe tekeningen maken, evenals eenvoudige animaties. U kunt de tekeningen die u maakt, bovendien op het web plaatsen (als u tenminste een eigen website heeft of een andere plek waar u webpagina’s neer kunt zetten). Als voorproefje tonen we twee voorbeelden. In figuur 1 een indiaans aandoende vlakvulling van driehoekjes in drie verschillende kleuren. In figuur 2 drie opnamen van een animatie van uitwaaierende vierkanten.

FIGUUR 1 Regelmatige vlakvulling

FIGUUR 2 Uitwaaierende vierkanten; drie stadia uit een animatie

(in kleuren rood, blauw en geel) Wat u in deze cursus leert, is ook bij heel andere soorten programmeerwerk toepasbaar. In essentie leert u basisprogrammeervaardigheden die bij alle programmeeractiviteiten noodzakelijk zijn. We beantwoorden enkele vragen die u misschien hebt. Waarom zou ik willen leren programmeren? Het eerste antwoord is: omdat het leuk is, althans voor mensen die van dat soort dingen houden. Dat zijn vaak dezelfde mensen die plezier hebben in puzzelen en spelletjes doen, logische problemen proberen op te

Starten met programmeren

2

lossen, of die zelf een website bijhouden en zich ook een beetje willen verdiepen in hoe dat werkt. Het tweede antwoord heeft direct met het web te maken. Voor alle webtoepassingen behalve de meest eenvoudige, moet er geprogrammeerd worden. Dat geldt bijvoorbeeld als u een webpagina wilt maken die er goed uitziet in verschillende browsers en met verschillende schermgroottes, of een webpagina met een invulformulier of met een zelfgemaakt spelletje in een animatiepakket als Flash. Met deze cursus leert u niet direct om dat soort dingen te doen, maar het leren werken met JavaScript (de meest gebruikte webtaal) of ActionScript (de taal van Flash) zal u een stuk makkelijker afgaan nadat u deze cursus hebt gedaan. Kan ik dan niet beter meteen aan de slag gaan met een van de vele JavaScript tutorials die her en der op het web staan? Als u wilt leren schaken, dan moet u natuurlijk de spelregels kennen. Maar dat is bij lange na niet genoeg, want die spelregels vertellen u alleen wat mag en wat niet mag, maar niet wat een goede zet is. De meeste tutorials zijn daarmee te vergelijken: ze geven de spelregels van bijvoorbeeld JavaScript, maar leren weinig over hoe u het schrijven van een programma aanpakt. Ze zijn dus niet zo geschikt voor beginners. Deze cursus is dat wel. Wat heb ik nodig voor deze cursus en wat moet ik er al voor kunnen? – U hebt een pc met Windows nodig (95, 98, NT, 2000, ME of XP), met minimaal een Pentium II-processor en 64 MB geheugen. De software neemt op de harde schijf ongeveer 100 MB in beslag. – We gaan ervan uit dat u een redelijk ervaren pc-gebruiker bent, die bijvoorbeeld wel eens zelf nieuwe software heeft geïnstalleerd en overweg kan met de Windows-verkenner. – Om programma’s te kunnen schrijven die tekeningen maken, moet u ook iets van de wiskundige eigenschappen van figuren afweten, bijvoorbeeld dat een vierkant hoeken van 90° heeft en dat een (gelijkzijdige) driehoek hoeken van 60° heeft. – Als u de programma’s die u in deze cursus maakt, op het web wilt plaatsen, dan hebt u een plaats op een server nodig waar u die bestanden kunt plaatsen en moet u weten hoe u die bestanden daar krijgt (bijvoorbeeld met behulp van een ftp-client). Basiskennis van html is in dat geval ook handig, maar niet strikt noodzakelijk; we geven een recept dat u gewoon kunt volgen. Wat kan ik na afloop van deze cursus? Na afloop van deze cursus hebt u algemene basisvaardigheden verworven in het programmeren, en kunt u die gebruiken bij het schrijven van programma’s in JavaLogo. Deze taal is een afgeleide van de taal Java, die het mogelijk maakt om met behulp van programmaopdrachten een pen te besturen in het platte vlak en ook delen van dat vlak in te kleuren. U leert een dergelijk programma gestructureerd op te zetten, zodat u niet elke penbeweging afzonderlijk hoeft te beschrijven. Daardoor kunt u zonder al te veel moeite tekeningen maken die honderden penbewegingen vereisen, zoals het patroon van driehoeken uit figuur 1. U zult ook leren om een serie tekeningen te maken die steeds net iets anders zijn en die snel achter elkaar vertoond

Introductie

3

kunnen worden. Op die manier krijgt u een animatie: een rijdend autootje, of de uitwaaierende vierkanten uit figuur 2. U leert bovendien hoe u die programma’s kunt opnemen in een webpagina.